inhoud 6 10 12 18 22
Investeren in slagkracht PPM Oost investeert in voeding
Zuurstokrosé nieuwe trend? Lekkerste wijnen uit Oost-Nederland
Appels en peren van Arcimboldo Column Marius Prins
Symboliek van de slagroomspuit Interview met André Olijslager
De vier gezichten van Food Valley Interview met Roger van Hoesel
Breakfast at Tiffany’s Food4Thought
Eetbare mode voor iedereen Food4Thought Algen op alle markten thuis Ingrepo Renewables innoveert door
Waterval van fruitige schakelaartjes NSure wint Food Valley Award Bessen uit de Himalaya Interview met Karin van Willigen
24 28 32 34 36
De stichting Food Valley stimuleert innovatie in de Nederlandse agrifoodsector door kennis en ondernemerschap aan elkaar te koppelen op basis van de behoefte van het bedrijfsleven. Ruim 100 food (gerelateerde) bedrijven participeren reeds in de stichting. Met een krachtig nationaal en groeiend internationaal netwerk van bedrijven en kennisinstellingen biedt de stichting Food Valley een op haar netwerk afgestemd pakket van diensten en activiteiten.
Antwoord op ondernemersvragen: onder meer via Food Valley Innovation Link Inzicht in marktkansen: Food Valley Market Insights Support bij projectontwikkeling Ondersteuning bij de ontwikkeling van spin-offs en start-ups Introductie van en begeleiding bij vestiging van (nieuwe) innovatieve foodbedrijven Internationale samenwerkingsverbanden tussen innovatieve bedrijven en kennisinstellingen Matching van nationale en internationale foodprofessionals Nieuwe mogelijkheden ontdekken tijdens innovatie events Gezonder, duurzamer en met winst innoveren met behulp van Food Valley Innovation Insights Innovatiekansen via de Food Valley Society
Wilt u weten wat we voor elkaar kunnen betekenen, ga dan naar www.foodvalley.nl of neem contact op met de stichting via
[email protected] of telefoonnummer: 0317-427 095
where food ideas grow
inhoud 42 44 48 52 56
Soep als beloning Food4Thought
De ambitie van Ojah Vleesvervanger van de toekomst
Alle dagen friet Maakindustie is maatwerkindustrie
CEO a la carte Koken, eten en een goed gesprek
Vitamines voor gezonde business Interview met Kees de Gooijer
Van zwart zaad tot gouden olie Foodatelier vindt nieuw rendement
Heden verse aardbeien De sensoren van Ambient Systems
FrieslandCampina naar Food Valley Grote impuls voor de regio
Kippen in Kazachstan Dutch Poultry Centre op de kaart
Check-Points spoort salmonella op Ei van Columbus
58 60 64 66 68
Investeren in slagkracht van ondernemers Een mismatch tussen een toenemende behoefte van ondernemers aan kapitaal wanneer de markt weer aantrekt en een gebrek aan financieringsmogelijkheden dreigt dé bottleneck te worden op de weg naar economisch herstel. Daar moet een oplossing voor worden gevonden. Welke rol kan risicokapitaal hierbij spelen en hoe kan een ondernemer gebruik maken van de mogelijkheden die er zijn? De Nederlandse economie moet het hebben van ondernemerschap en innovatie. Jaarlijks worden miljarden geïnvesteerd in onderwijs en onderzoek. Op het gebied van kennisontwikkeling staat ons land dan ook goed aangeschreven. Maar kennisontwikkeling heeft alleen zin als die leidt tot nieuwe bedrijvigheid. Naast kennis en ondernemerschap hebben innovatieve bedrijven veel geld nodig om te kunnen starten én door te groeien. Niet zozeer subsidies, maar vooral eigen vermogen waarmee risico’s genomen kunnen worden. Daar ligt echter een knelpunt. Vanwege het hoge risico beleggen Nederlandse institutionele beleggers steeds minder in venture capital fondsen. Volgens de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen(NVP) lag gedurende 2005 en 2006 het
Zowel banken als participatiemaatschappijen hebben middelen om verdere groei van een onderneming te faciliteren, maar beide opereren vanuit een ander perspectief.
6
PPM Oost ■ Keynotes ■
niveau 50% onder dat van 2004 en in de periode 2007-2009 zelfs 75%. Effecten van de crisis De effecten van de crisis zijn natuurlijk ook merkbaar in Oost-Nederland. Banken stellen zich bij het verstrekken van risicokapitaal terughoudender op dan voorheen. Ze hebben te maken met hogere kapitaalseisen, gesteld door de markt en de financiële toezichthouders. Banken lenen dus minder gemakkelijk geld uit, willen minder risico lopen en vragen meer zekerheden. Vooral groeiende en innovatieve ondernemingen zijn daarvan de dupe. Want groei en innovatie leveren vaak pas winst op in de toekomst, terwijl succes moeilijk te voorspellen is. Dat maakt financiering van innovatie- en groeitrajecten moeizamer. Extra fondsen voor MKB Ook kunnen bedrijven minder makkelijk krediet krijgen bij hun leveranciers omdat de percentages bevoorschotting op voorraden en debiteuren worden teruggeschroefd. Opzegging of duurdere kredietverzekeringen maken het er niet eenvoudiger op. Zonder aanvullende maatregelen ontstaat er bij een economisch herstel een toenemende kredietvraag en gebrek aan ruimte voor kredietverlening. Het nieuwe fonds MKB Kredietfaciliteit Gelderland van PPM Oost is zo’n aanvullende maatregel. Dit fonds heeft 25 miljoen euro beschikbaar om kleine en middelgrote bedrijven (MKB) die last hebben van de crisis, maar in de kern financieel gezond zijn, een achtergestelde lening te kunnen verstrekken. Gezien het aantal aanvragen dat bij PPM
Oost binnenkomt, is daar duidelijk behoefte aan. Behoud of creatie van waarde Dit soort initiatieven genereren een vliegwieleffect door bedrijven dusdanig te financieren dat banken weer ruimte krijgen om op hun beurt nieuwe kredieten te kunnen uitgeven. Zowel banken als participatiemaatschappijen hebben middelen om verdere groei van een onderneming te faciliteren, maar beide opereren vanuit een ander perspectief. De focus van een bank is behoud van waarde en het minimaliseren van risico’s wanneer de onderneming in gebreke blijft. De focus van een participatiemaatschappij ligt op het creëren van waarde. Focus op waardecreatie Bij waardecreatie gaat het PPM Oost niet in de eerste plaats om rendement, maar om de positieve bijdrage aan de regionale ontwikkeling. Natuurlijk is waardecreatie in de financiële zin ook belangrijk omdat dit de participatiemaatschappij in staat stelt haar rol te blijven uitoefenen. Om dit te bewerkstelligen, moet er gedurende het gehele financieringsproces inzicht worden verkregen in de risico’s, consensus worden bereikt over het rendement en is er daadkracht nodig om met de juiste maatregelen de waarde van een onderneming te maximaliseren. Fasen in het proces Het proces kent een aantal fases. In elke fase is inzicht in de kansen en bedreigingen voor de onderneming van groot belang. In de eerste fase - het acquisitieproces - gaat het de investment manager erom de kan-
sen en risico’s expliciet te maken. Om die vervolgens te vertalen naar een waardering voor het te nemen aandelenbelang. Dit proces loopt via aanmelding en intake, beoordeling van de aanvraag, zoeken naar eventuele co-investeerders, een financieringsvoorstel doen en de formele afwikkeling. Voorafgaand aan iedere investeringsbeslissing dient helder voor ogen te staan wat de logica achter de investering is. Waar moet het bedrijf over drie jaar staan? Is het nodig het managementteam te versterken? Is de transactie succesvol verlopen en de deal gesloten, dan begint de beheerfase. Het is de taak van de investment manager om de onderneming zo goed mogelijk te faciliteren. Uiteindelijk moet dit leiden tot een exit. Daarom staat in de beheerfase de waardecreatie centraal. Met aandacht voor optimalisering van de financieringsstructuur, verbetering van de bedrijfsvoering en andere factoren die de uiteindelijke waardecreatie beïnvloeden. Meer dan zak met geld PPM Oost investeert vaak in jonge, innovatieve bedrijven. De uitdaging is om vanuit een idee een onderneming uit te bouwen tot een toonaangevend bedrijf. Het is goed om op te merken dat ondernemers vaak niet alleen op zoek zijn naar een zak met geld. Ook willen ze graag ondersteuning bij het oplossen van vraagstukken in de sfeer van marketing & sales, financiën en ondernemerschap. De investment managers nemen tijdens de beheerfase een duidelijke positie in. Zij zijn geen bankier en gaan niet op de stoel van de commissarissen of de directie zitten, maar helpen daar waar dat toegevoegde waarde
kan hebben voor de onderneming. Het gaat daarbij om een mengeling van financieel-economische en minder harde factoren waaronder introducties in het PPM Oost -netwerk van ondernemers, sectorexperts en durfkapitalisten. Verder worden door PPM Oost met het management concrete doelstelling geformuleerd en een rapportageproces vastgesteld om mogelijke knelpunten transparant te maken en openheid te geven over de, tussenliggende, resultaten. Alleen dan kunnen de juiste corrigerende maatregelen worden genomen. In een latere fase zal het beheer meer worden gericht op verbetering van de operationele bedrijfsactiviteiten zoals het verkoopproces of het efficiënter maken van de R&D. Breder inzetten op waardecreatie Participatiemaatschappijen spelen, samen met banken, overheden en particuliere investeerders, een belangrijke rol in het scheppen van een innovatief en ondernemend klimaat. Een klimaat dat de BV Nederland in staat moet stellen de kansen die er zijn ook daadwerkelijk te verzilveren. Participatiemaatschappijen krijgen in toenemende mate de vraag voorgelegd in hoeverre zij in staat zijn een dergelijk klimaat te creëren. Dat kunnen zij uiteraard niet alleen. Maar de beheerfase speelt daarbij een cruciale rol omdat er een gezonde omgeving moet ontstaan waarin ondernemers hun bedrijf verder kunnen uitbouwen. Waardecreatie door het verbeteren van de operationele bedrijfsvoering, is een vaardigheid die voor elke participatiemaatschappij van toenemend belang is. Participatiemaatschappijen moeten meer te bieden hebben dan alleen kapitaal
en zich kunnen inzetten op innovatie, groei en waardecreatie in de brede zin. Met de juiste organisatie, kennis en instrumenten kunnen zij portefeuillebedrijven helpen kansen te verzilveren en daarmee de waarde van deze portefeuille maximaliseren.
Wilco Schoonderbeek investment manager PPM Oost.
PPM Oost investeert in voeding Participatiemaatschappij Oost Nederland NV (PPM Oost) investeert in kansrijke bedrijven die zich profileren als voorloper of trekker van de regionale economie. Bedrijven in de investeringsportefeuille hebben vrijwel zonder uitzondering een hoog risicoprofiel en een innovatief karakter. Behalve in de voedingsector investeert PPM Oost ook in de sectoren gezondheid en technologie en alle denkbare combinaties van deze kennisgebieden. Het aantal participaties groeide in korte tijd van veertig naar honderd en het fondsvermogen is de laatste zes jaar meer dan verdubbeld: van 50 miljoen naar 112 miljoen euro. Bij een participatie neemt PPM Oost rechtstreeks deel in het aandelenkapitaal van de onderneming. Het aandelenbelang dat PPM Oost heeft, is altijd een minderheidsbelang. Projectfinanciering of financiering in de vorm van achtergestelde leningen behoren ook tot de mogelijkheden van PPM Oost. www.ppmoost.nl
PPM Oost ■ Keynotes ■
7
Bloeiende schakel in de Nederlandse tuinbouw
fruit
laanbomen
champignons
www.betuwsebloem.nl
glastuinbouw
PROEVEN RUIKEN VOELEN Volgend jaar kunnen consumenten in Food Valley het Experience Centre van FrieslandCampina bezoeken om er de nieuwste zuivelhapjes te proeven en te keuren. Daar, op de campus van de universiteit van Wageningen, zullen dan alle kennis- en innovatieactiviteiten van het zuivelbedrijf wereldwijd worden samengebracht. In laboratoria, proeffabriek en onderzoekruimtes gaat de coöperatie doorbraken realiseren op het gebied van consumentenproducten, ingrediënten en bedrijfsprocessen. www.frieslandcampina.com
9de WORLD FOOD TECHNOLOGY AND INNOVATION FORUM De economie herstelt langzaamaan, maar hoe zijn de trends bij en behoeften van de consument veranderd en bent u klaar om deze tegemoet te komen? Bezoek de World Food Technology & Innovation Forum in
HAP SLIK WEG Veel mensen eten te snel. Daardoor denken ze dat ze nog honger hebben, terwijl dat helemaal niet meer zo is. JUM is een intelligent bord dat helpt om in een normaal ritme te eten. Telkens als je een hap neemt, licht het bord op. Gaan de lichtjes uit, dan wordt het weer tijd voor de volgende hap. Daardoor geniet je meer van je eten, maar je gaat vooral ook minder eten. Door te ‘JUMMEN’ krijg je eerder een verzadigd gevoel, waardoor je minder gaat eten en dus ook minder gauw dik wordt. www.jummen.nl
Brussel en leer consumentengedrag te begrijpen en uw merk te beschermen. Topsprekers uit de voedingsindustrie delen hun succesverhalen. Laat u inspireren en meld u aan op de website! www.foodinnovate.com
PPM Oost ■ Keynotes ■
9
De appels en peren van Arcimboldo Pruimenmond. Aardbeienneus. Speknek. Bloemkooloren. Worstvingers. Appelwangen. Amandelogen. Zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Onze taal wemelt van de smaakmetaforen. Maar ruim vierhonderd jaar geleden ging kunstschilder Arcimboldo nog een stap verder toen hij portretten maakte die samengesteld waren uit groenten en fruit. Gek gezicht!
10
PPM PPMOost Oost■■Keynotes Keynotes■■
Hoofden met komkommerneus, abrikozenlippen en korenarenharen; ze waren meteen populair en zijn dat nog steeds. Overal ter wereld zijn restaurants naar de renaissanceschilder genoemd; er is er zelfs eentje in het Asterix - pretpark bij Parijs, waar je via een meloen binnenstapt. Wat maakte die afbeeldingen toen zo populair? Waren ze alleen maar grappig of stak er meer achter? Guiseppe Arcimboldo (15261593) werd geboren in Milaan. Het schildersvak leerde hij van zijn vader. In die tijd stonden kunstschilders vooral te boek als allround vaklieden. Ook Arcimboldo maakte net zo makkelijk wandschilderingen als dat hij gebrandschilderde kerkramen, schuttersvaandels en wandtapijten ontwierp. Zijn talent bezorgde hem een prestigieuze aanstelling als portrettist aan het keizerlijke hof te Wenen. Op Nieuwsjaardag 1569 werd keizer Maximiliaan verrast door een serie van acht schilderijen die in zijn slaapvertrekken waren opgehangen, voorstellende de vier jaargetijden en de vier elementen. Alle acht werden ze verbeeld door mensenhoofden die bestonden uit gewaagde composities van groenten of fruit. ‘Herfst’ had een perenneus, kastanjemondje en een druivenpruik. ‘Water’ bestond uit een vissentronie, van scharretjes, brasems en andere bijvangst. Het oor was een oesterschelp waaraan een pareloorbel hing. Dat was dus lachen! Sommige portretten konden ook nog worden omgedraaid waardoor een fruitige kop veranderde in een fris stilleven. Of Arcimboldo het stilleven heeft uitgevonden, weten we niet zeker. Wat hij wel goed lijkt
Hoog tijd om voor de voedingsector van Oost - Nederland een nieuwe innovatieprijs in het leven te roepen?
DE ARCIMBOLDO te hebben aangevoeld, is dat een stilleven eigenlijk een oxymoron is. Een begrip dat eigenlijk zichzelf tegenspreekt. Evenmin als zwarte sneeuw bestaat, staat de tijd stil. Wat op het eerste gezicht tot stilstand lijkt te zijn gebracht, zoals een brok kaas op een tinnen bord of een roemer met wijn, tintelt van het leven. En, laten we eerlijk zijn, in de dode haas zien onze ogen toch ook vooral de belofte van een heerlijke hazenpeper. Hoezo, stil leven!
stellen is een voortdurend switchen tussen ondernemersdroom, de fictie van prognoses en de realiteit van het benodigde risicokapitaal. Het is aan de investeringsprofessional om die complexiteit niet met verstikkende rationaliteit om zeep te helpen, maar er met verbeeldingskracht een eigen gezicht aan te geven. Appels met peren vergelijken, daar draait het bij investeren om. Kijk maar naar Arcimboldo! ■ Marius Prins, directeur PPM Oost
Appels met peren vergelijken, daar draait het bij investeren om. Arcimboldo schotelt ons een curieuze vermenging van fictie en werkelijkheid voor. Fictie omdat de appels en peren niet zijn wat ze lijken en werkelijkheid vanwege hun natuurgetrouwe weergave. Die veelvoudigheid van de portretten dwingt je voortdurend in - en uit te zoomen om er greep op te krijgen. Parallellen met het werk van een participatiemaatschappij dringen zich hier onmiskenbaar op. Ook het beoordelen van investeringsvoor-
PPM Oost ■ Keynotes ■
11
‘Die lui uit Wageningen zie je ook overal’ De vier gezichten van Food Valley Naar een vallei kan je op verschillende manieren kijken. Van veraf of van dichtbij. Van hoog naar laag. En andersom. Wie aandachtig kijkt, ziet meer. Maar wat we zien, hangt af van wie we zijn. Roger van Hoesel, directeur van de stichting Food Valley, ziet ‘zijn vallei’ als een innovatievriend voor ondernemers, een kennisschakelaar voor wetenschappelijke onderzoekers, een adres voor buitenlandse bedrijven, een netwerk voor bedrijven en kennisinstellingen, een subsidiespecialist, een beleidsconcept voor politici en ambtenaren, een stichting vanwege de formele status en gewoon een gezellige ontmoetingsplaats voor iedereen die er in de wereld van voeding en voedsel toe doet. “Wie veel doet, loopt het gevaar weinig voor elkaar te krijgen. Daarom is het goed af en toe oplettend in de spiegel te kijken. Zien we daar vier gezichten, en niet meer. Dan zijn we nog steeds op de goede weg, bezig met waarvoor we zijn opgericht: innovatie vleugels geven” aldus Roger van Hoesel.
12
PPM Oost ■ Keynotes ■
Interview met Roger van Hoesel, directeur Food Valley
Gezicht van een vriend “Ondernemers helpen, is misschien wel het leukste dat er is. Vooral het midden- en kleinbedrijf. Daar zitten de zondagskinderen die goed zijn voor het merendeel van de innovaties in ons land. Als geen ander weten zij hoe moeilijk dat is. Vooral omdat de kennis die nodig is om met iets nieuws op de proppen te komen, dermate veelomvat-
verwijten geen producten op de markt te brengen! Ondernemen is echt een heel ander vak, daar is gewoon een andere hersenhelft voor nodig. Worden die talenten toevallig in één en dezelfde persoon verenigd, des te beter. Maar uitzonderingen bevestigen de regel. Universiteiten en hogescholen treffen dus geen blaam wanneer ze, althans volgens sommige beleidsmakers, te weinig ondernemers afleveren. Daar zijn ze niet voor opgericht en evenmin op ingericht. En waarom zouden ze: daar zijn wij toch voor! Wij hebben ons gespecialiseerd om de taal van de ondernemer te spreken en het jargon van de wetenschapper te begrijpen zodat die twee werelden bij elkaar worden gebracht op het vroegste moment van een doelgerichte samenwerking.”
Wij hebben ons gespecialiseerd om de taal van de ondernemer te spreken en het jargon van de wetenschapper te begrijpen. tend is dat een klein bedrijf dat niet meer in z’n eentje kan behappen. Gelukkig zien MKB-ondernemers dat zelf ook in zodat ze niet blijven doormodderen, maar bij ons aankloppen. Voor van alles en nog wat! Prima, want ze kunnen het zo gek niet verzinnen of we gaan ermee aan de slag…samen, als vrienden,” vertelt Van Hoesel. De wel eens gehoorde klacht dat ondernemers mans genoeg zouden moeten zijn om hun eigen innovatieve boontjes te doppen, wijst hij verontwaardigd van de hand. “Dat is net zo’n flauwekul als dat we van wetenschappers verwachten dat ze tegelijk ondernemer zijn omdat we in onze kenniseconomie anders maar weinig aan ze hebben. Verschrikkelijk unfair, want wetenschappers willen goed onderzoek doen en daarover publiceren in prestigieuze tijdschriften. Ze zijn er zelfs zo goed in dat we in de top vijf van de wereld staan. Zo dragen ze dus heel concreet bij aan de faam van Nederland Kennisland. En dan zouden we die beroepsgroep gaan
Gezicht van de ander Wie hoort spreken over innovaties in de voedselsector, denkt al gauw aan producten in de supermarkt. Maar lang niet alle innovaties worden ontwikkeld voor de consumentenmarkt. “Het gaat niet alleen om hippe toetjes,” beaamt Roger van Hoesel. “Veel innovaties blijven voor het grote publiek hoegenaamd onzichtbaar. Denk aan testkits om de voedselveiligheid te maximeren, slimme vervangers van ongezonde ingrediënten of machines die voedsel sneller, veiliger en beter verpakken. Dit soort ‘onzichtbare’ innovaties zijn van grote betekenis voor onze kenniseconomie. Hiermee worden de draden gesponnen met andere innovatieregio’s in de wereld. ‘Made in Holland’. In de mondiale voedselsector wordt dat begrip steeds vaker gekoppeld aan Food Valley. De uitnodiging in Japan een inleiding te houden, is voor ons het beste bewijs dat zij van ons bestaan op de hoogte zijn, en weten wat we te bieden hebben. Maar het bewijst ook nog iets anders. Namelijk, dat de tijd van het klassieke denken over het aantrekken van grote R&D - centra, bedoeld om de lokale en regionale werkgelegenheid impulsen te geven, tot het verleden behoort. Multinationals definiëren regio’s tegenwoordig als landengroepen en denken niet meer of veel minder in termen van provinciale regio’s of landsdelen. Bovendien gaan bedrijven die een product willen ontwikkelen, tegenwoordig overal ter wereld specialismen shoppen. Kenniswerkers committeren zich dan in persoon of als contractpartner aan een bepaalde opdracht. Is de klus geklaard, dan wordt die gelegenheidssamenwerking weer opgebroken en vervangen door een ander team, voor weer andere opdracht.
Ondernemen is een ander vak Potentiële opdrachtgevers moeten bij hun zoektochten naar de juiste kennis of een bijzondere expertise bij een vertrouwd adres kunnen aankloppen. De stichting Food Valley is zo’n adres. Daarom venten wij Food Valley uit op
PPM Oost ■ Keynotes ■
13
internationale beurzen, initiëren we ontmoetingen tussen Europese voedselregio’s en organiseren we voor onze leden zakenreizen, conferenties en seminars. Dat het ‘Food Vally - virus’ zijn werk doet, hebben we al een paar keer gemerkt doordat gasten uit het Verre Oosten onaangekondigd ons kantoor binnenstapten met de vraag wanneer de volgende rondleiding begon. Want dat doen we steeds vaker, buitenlandse delegaties rondleiden; alleen niet met de frequentie van de rondvaarten door de Amsterdamse grachten. En laatst hoorde ik in Finland een Franse college zeggen: ‘Die lui uit Wage ningen, die zie je ook overal!’ Misschien was het inbeelding, maar ik meende daar toch echt een flinke dosis jaloezie te bespeuren. ”
Conceptueel gezicht
De vis die naar adem hapte
In China vertellen ze het verhaal over de vis die weigert zich door de stroming van de Yangtze rivier te laten meevoeren, en dus met alle kracht tegen de stroom in zwemt. Eindelijk bij de bron aangekomen, steekt hij zijn kopje boven water als om zichzelf te belonen met een bevrijdende hap lucht. Roger van Hoesel, voormalig managementconsultant en reorganisatiespecialist, kan elke keer weer blij worden als de worsteling om een ondernemer op het enige juiste innovatieknooppunt af te leveren, glorieus is gelukt. “Het ‘vissige’ in mij is dat ik altijd dolgraag iets verder wil brengen,” lacht Roger. “Dat kan een proces zijn maar ook een gedachte, zoals bij moderne kunst. Vooral het werk van jonge kunstenaars spreekt mij aan, vanwege de lol om te proberen je in iemand anders denkwereld te verplaatsen.”
14
PPM Oost ■ Keynotes ■
Nergens in Europa is een plek te vinden waar zoveel mensen bij het innoveren van voedsel zijn betrokken als in Food Valley. En dat aantal groeit nog dagelijks. “Dat de aantrekkingskracht sterk genoeg is om de besluitvorming omtrent de vestiging van een bedrijf of bedrijfsonderdeel in het voordeel van onze regio te laten uitvallen, is primair te danken aan de kracht van het concept dat het best kan worden omschreven met de woorden: grenzeloos perspectief,” legt Van Hoesel uit. “Food Valley heeft weliswaar met Wageningen UR een keiharde kern. Maar tegelijk zijn kennisontwikkeling en versterking van het innovatief vermogen per definitie niet regionaal maar nationaal en internationaal georganiseerd. Wat niet wegneemt dat het brede gebied rondom Wageningen UR door de aanwezigheid van circa vijftig kennisintensieve bedrijven en instellingen wel fungeert als de bakermat van de Nederlandse voedselbusiness. Maar in essentie is Food Valley daar waar innovatie ontstaat; dus overal.” Food Valley afbakenen als geografische regio heeft dus geen enkele zin? “Nee, niet doen,” waarschuwt Roger van Hoesel “want een fysiek hek plaatsen om iets wat voornamelijk in de geest bestaat, is nu eenmaal onmogelijk! Het legt vast wat grenzeloos is; net als creativiteit, dat kan je ook niet in een hokje stoppen. Het beweegt zich overal en ergens. Wat wel werkt, is dat gemeenten, gelegen in concentrische cirkels rondom Wageningen, een dusdanig ruimtelijk- en vestigingsbeleid voeren dat ze bedrijven in de voedselsector op de aantrekkelijkste manier kunnen accommoderen. Waarbij ik wil aantekenen dat een volwaardige bedrijvencluster niet alleen bestaat uit levensmiddelenbedrijven of andere ondernemingen die gelieerd zijn aan de voedselsector, maar ook uit de creatieve industrie, ICT en logistiek.”
Gezicht van een netwerk Food Valley is in de loop der jaren uitgebouwd tot kennisportaal van de Nederlandse voedselsector en een hecht kennis- en bedrijvennetwerk. Roger van Hoesel spreekt van een familie. “Klinkt misschien wat klef, maar het is gewoon waar. Mensen die binnen het concept actief zijn, hebben een bijzonder soort saamhorigheid ontwikkeld. Gedreven door gezond welbegrepen eigenbelang, weten ze elkaar te vinden wanneer dat professionele voordelen biedt. Ze ontmoeten elkaar als lid van Food Valley Society, tijdens de vele netwerkbijeenkomsten, matchsessies of beursdeelnames. Door die veelheid aan verbindingen is Food Valley iets geworden waar ze bij willen horen. Een van onze leden formuleerde het zo: Of je nu bezig bent in de regio, in Nederland, ergens in Europa of zelfs daarbuiten, je blijft ook altijd aan het werk in Food Valley,” besluit Roger van Hoesel. ■
DE SMAAKBIOGRAFIE VAN ROGER VAN HOESEL Het is een cliché, ik weet het, maar spruitjes vond ik als klein kind te vies voor woorden. Een regelrechte smaaksensatie daarentegen beleefde ik met mijn eerste Bapao; klaargemaakt door mijn Aziatische schoonmoeder. Dat contrast van een hap in een broodje, dat op het eerste gezicht doet denken aan een vloerkadetje totdat je tanden wegzakken in de ‘fluffy’ van gestoomd lichtzoet deeg dat vervolgens de verrassende verpakking blijkt te zijn van een met ‘duizend specerijen’ bereide hartige vulling. Mmm!
PPM Oost ■ Keynotes ■
15
Food & Nutrition Delta:
Van een goed idee naar een gouden ei
Food & Nutrition Delta heeft
Samen met Food & Nutrition Delta zet u uw innovatieve ideeën sneller om in nieuwe producten of productiemethoden. Zo vermindert u risico’s,
in de afgelopen vier jaar zo’n
komt u sneller tot groei en creëert u meer waarde.
350 bedrijven in de foodsector verder geholpen met de ontwikke
Food & Nutrition Delta helpt ondernemers in de foodindustrie gouden eieren te maken van hun innovatieve ideeën door te:
ling van hun innovatieve ideeën.
• Verbinden, toegang tot de juiste netwerkpartners
Ongeveer 90% daarvan behoort tot
• Verkennen, haalbaarheid van uw idee snel in beeld • Versnellen, financiële steun bij de ontwikkeling van uw idee
het MKB. In totaal is € 150 miljoen geïnvesteerd in nieuwe producten en processen. De overheid droeg daar rond 40% aan bij.
Postbus 450, 6700 AL Wageningen Telefoon 0317-487258
[email protected] www.foodnutritiondelta.nl
Food & Nutrition Delta wordt ondersteund door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
Lekker Slow
l soorte n, s paprik a. Zovee moge lijkhed en el toepa ssings de pittig e at je lekker vindt: sterde rode erecht en, geroo gele of zoete s, of juist de der hapje . Dit voor een bijzon ideeë n om met verras sende jdighe id van Ontde k de veelzi eren! en laat je inspir
PLAN
8 90 8724 105 6
087 241056
MMM...PAPRIKA! Niet sinaasappels of citroenen bevatten de meeste vitamine C, nee het zijn de paprika’s die deze eer mogen opstrijken! Van smakelijk groen tot vrolijk oranje, paprika’s lenen zich voor de meest uiteenlopende bereidingen: de pittige groene paprika voor warme gerechten, geroosterde rode paprika als basis van een saus of juist de gele of zoete oranje paprika’s als alternatief voor een bijzonder hapje. De keuze van de juiste paprika is afhankelijk van het gebruik, en elk kleurtje heeft zijn eigen smaak. Dit nieuwe boekje in de serie Koken met passie geeft je 40 nieuwe en verrassende ideeën om met paprika aan de slag te gaan. www.caplanbooks.nl
Slow Food Zwolle is in 2005 opgericht. Toen gaven Jonnie en Thérèse de Boer (restaurant de Librije) het startschot en werd hen het erelidmaatschap aangeboden. Slow Food Zwolle zet zich, net als Slow food (Inter)nationaal, in om lokale streekproducten onder de aandacht te brengen bij een groter en breder publiek. Met diverse evenementen, workshops, kookbijeenkomsten en werkgroepen proberen zij de Zwolse leden van dienst te zijn. Alle activiteiten worden samen met de leden, of naar aanleiding van vragen van leden georganiseerd. Lekker puur en eerlijk eten is hierbij altijd het uitgangspunt. www.slowfoodzwolle.nl
Minder zout en toch lekker
Doen we een kwart minder zout in ons eten, dan proeven we geen verschil. Onderzoekers van het Nederlandse Topinstituut Food and Nutrition hebben een nieuwe technologie ontwikkeld om natrium te reduceren. Het slimme is dat het geen zoutvervanger is, maar een andere manier van het zout over het voedsel verdelen. Zo proeven we straks meer, met minder zout in kaas, brood, worst en snacks. En wat met zout kan, kan ook met suiker. www.tifn.nl
ZERO ZEBRA
Mensen met een voedselallergie kunnen voortaan zorgenvrij snoepen met de chocoladereep van Marthomi. Zonder melk, soja, eieren, pinda’s en andere noten of gluten. Dus is de candybar vrij van alle veertien allergieën die door de Europese Unie worden erkend. Het veilige snoepgoed is gemaakt van Fair Trade - chocolade, ruwe suikerriet, rijststroop en vanille. Alle ingrediënten zijn 100% organisch gegroeid. Een lekker alternatief. www.zerozebra.com
PPM Oost ■ Keynotes ■
17
food4thought
FOOD en FASHION & FASHION en FOOD
Eetbare mode voor iedereen
Van Markoviec ontwerpt en maakt groene mode.
18
PPM Oost ■ Keynotes ■
Brandnetelavondjurk. Bikini van bamboevezel. Sojasandalen. Berkenbastentas. Als Lady Gaga werkelijk de blits had willen maken tijdens de uitreiking van de MTV Video Music Awards, dan had ze gewoon haar tanden moeten zetten in een plantaardig kledingstuk. Na elk van de acht prijzen die ze kreeg uitgereikt, weer een flinke hap; tot aan haar netnylons toe, want die zijn van kunststof. Haar shocking statement was dan geweest dat alles wat zij oppeuzelde duurzaam was en dat wat overbleef er was om rauw in te bijten. Prêt à manger! Een geste die haar fans - haar ‘monstertjes’ zoals ze die pleegt te noemen - geheid voorbij het zenit van hun zinnen zou hebben gedreven. En beslist uitdagender dan die vleesjurk van schouderkarbonaden of doorregen runderlappen, die rare rolladepumps en dat pondje rauwe kogelbiefstuk op haar hoofd, bij wijze van hoedje.
Nogal gewoontjes Voor haar doen zag Lady Gaga er bij die gelegenheid op haar extraordinaire manier eigenlijk nogal gewoontjes uit. Een rode jurk, op het
Modestoffen, gemaakt van materialen die je ook kunt eten, komen steeds vaker voor. eerste gezicht, ietwat lillend en een beetje bloot misschien, maar niet iets om over naar huis te schrijven. Kwade tongen beweren zelfs dat het notoire gebrek aan textiel credit is aan haar succes. Pas toen de popster giechelend opmerkte dat ze nooit had gedacht dat ze Cher, die de ‘Video of the Year’- onderscheiding uitreikte en zelf de vegetarische hap is toegedaan, nog eens zou vragen haar vleesgeworden handtasje vast te houden, kre-
gen de toeschouwers in de gaten dat haar hele get - up van top tot teen uit vlees bestond. Jurk, hoedje, tas en schoenen.
Abattoircouture Dat de critici over die abattoircouture verschillend dachten, mag geen verbazing wekken. De een vergeleek het met een slechte imitatie van een rococomeubeltje, de ander oordeelde het dubbelzinnige spel van opperhuid en onderhuid zalig weerzinwekkend, en weer een ander vond ’t weer eens wat anders dan bont. Dat maar weinigen de roofdiervergelijking maakten, moet de ‘tigresse’ pijnlijk hebben getroffen. Al was het maar omdat een beest er zichtbaar het leven voor had moeten laten. Waar ze verder haar doel - voor zover aanwezig - voorbij schoot was dat het ma-
PPM Oost ■ Keynotes ■
19
food4thought
VAN MARKOVIEC vindt dat gezonde mensen gezonde mode moeten dragen. teriaal dat ze droeg, feitelijke voorstadia waren van leer. Het was dus niet af, zou je kunnen zeggen.
Eetbaar is het nieuwe groen Modestoffen, gemaakt van materialen die je ook kunt eten, komen steeds vaker voor. Maar dat wil nog niet zeggen dat de spreekwoordelijke hoed werkelijk kan worden verorberd. Wat het wel vertelt, is dat onze kleren stapje voor stapje dichter de natuur naderen. Stoffen die goed zijn voor het milieu, worden groener, en benaderen zo meer en meer de eetbaarheid ervan. ‘Eetbaar’ is het nieuwe groen. Volgens trendonderzoekers groeien
Een ‘op de huid gebakken’ vissenceintuur, dat zou nou echt iets zijn voor Lady Gaga! Om de aandacht te vestigen op haarzelf - uiteraard - en op de steeds leger wordende oceanen. Dat zou pas echt een statement zijn!
20
PPM Oost ■ Keynotes ■
wetenschap, gastronomie en design steeds dichter naar elkaar toe. Vooral kunstenaars en industriële ontwerpers maken graag uitstapjes naar de wereld van de gastronomie. Van eetbaar servies of knaagbaar bestek kijkt niemand meer op. Hoewel een stokbrood met handvat natuurlijk wel grappig is. Maar een ingeweven klerenhangertje, inclusief haakje, van veterdrop zou pas echt handig zijn.
Smakelijke katoen In het overbruggen van de kloof tussen kleding en gastronomie komen wetenschappers het verst. De eerste stappen om het suikerspinnige katoen oppeuzelbaar te maken, zijn inmiddels gezet door het gen in het katoenzaad uit te schakelen dat na consumptie anders een desastreuze uitwerking heeft op lever en hart. Katoenzaadolie is rijk aan eiwitten en heeft een lekkere notensmaak. Als olie kan het in de mayonaise en sladressing worden verwerkt maar ook in de sandwiches, scones en muffins, voor bij de namiddagthee. Serveer er gegrilde zijderupswormen bij en de overstap naar een eetbaar natuurzijden smokinghemd lijkt alleen nog maar een kwestie van tijd.
Jurk met vitamine Weeftechnieken komen vanzelfsprekend ook om de hoek kijken bij het verwerken van de holle isolerende brandnetelvezels tot kledingstukken. Maar het is gelukt. Bij Brennels in Arnhem zijn ze te koop, aangevuld met een hele reeks brandnetelaccessoires zoals tassen en laarzen. En omdat van
brandnetels ook een heerlijke soep kan worden bereid, die rijk is aan gezonde voedingsstoffen, kan dus ook van een brandneteljurk worden gezegd dat die rijk is aan de vitamines A en C, ijzer en mineralen. Als onderscheidende aanprijzing op het label lijkt dat toch een nouveauté. Een prikkelend USP!
Plantaardige mode Het jonge modebedrijf VAN MARKOVIEC ontwerpt en maakt groene mode. De ontwerpster Kasia Markowska en milieudeskundige Zuzia Andziak besloten vijf jaar geleden hun visie op People, Planet, Profit in de praktijk te brengen en begonnen in het Arnhemse modekwartier een winkel in ‘custom made fashion’ van natuurlijke of gerecyclede materialen. De twee Poolse mode - ondernemers vinden dat gezonde mensen gezonde kleren moeten dragen. Die kunnen tegelijk trendy en tijdloos zijn mits vervaardigd van zachtaardige materialen zoals stoffen die comfortabel zitten en vriendelijk zijn voor de huid, met plantaardige verven gekleurd en voorzien van natuurlijke accessoires, zoals knopen van gepolijst palmivoor. “Onze ensembles doorstaan met gemak de kortstondigheid van de modeseizoenen”, vinden zij. VAN MARKOVIEC werkt onder meer met organische katoen, wilde zijde en mixtures van bamboe, sojavezels en brandnetels. Zo wordt een modieus en smakelijk menu geweven. Met als finishing touch ceinturen van, in de Braziliaanse zon, gedroogde vissenhuid. Echt mode die het predicaat: eetbaar verdient. ■
Vaderlandse geur en meur Je zou het niet zeggen van een ding dat zo prominent aanwezig is, maar onze neus is het meest intieme van de organen die we hebben. Dat komt omdat het als enige direct in verbinding staat met ons emotionele brein. Geuren opnemen, doen we de hele dag door, met elke ademhaling. Over hoe Nederland ruikt of heeft geroken, is een geurcanon verschenen. Niet een dorre opsomming maar een nasaal vademecum over spruitjeslucht, de nostalgie van oma’s draadjesvlees, rookworst niet te vergeten, en hoe de geur van Amsterdam verschilt van die van Rotterdam. In heerlijke hoofdstukjes over het verschil tussen duffe en muffe gekookte aardappelen, de stank van bagger, het wietaroma en de odeur van babybilletjes, aangevuld met chemische weetjes over drop en pas gebakken brood, worden voorbije geurherinneringen weer onze neuzen binnengeblazen. Geuren van gezelligheid! Hollandse Luchten door Jelle Leenes. 190 bladzijden. Uitgeverij Atlas. Prijs:€ 19,90.
ZONNEOVEN BAKT ZE IN TWEE UUR BRUIN Fenna Janssen, studente Industrieel Ontwerpen aan de Universiteit
KOFFIE BOFFIE Vroeger had grootgrutter Albert
Twente, won met haar Solar Cooker
Heyn een stripmannetje dat met
de Student Research Award 2010.
een afgeladen dienblad vol dam-
Zij ontwierp voor een bedrijf in Johannesburg een nieuwe zonneoven.
pende koppen koffie rondsjouwde.
In het oude model duurde het bak-
Veel koffie dachten we toen, is slecht
ken van een brood bijna de hele dag. Met Fenna’s SunSoul is een broodje in twee uur klaar. Tenminste, als de zon schijnt... Een zonneoven werkt op zonneenergie, spiegels vangen het zonlicht op en een glazen plaat zorgt dat de warmte in het apparaat blijft. Een soort mini broeikas.
voor je hart. Maar nu blijkt uit een grootschalig onderzoek dat is gepresenteerd aan de American Heart Association dat vier of meer koppen koffie per dag de kans op hartritmestoornissen met 18% verkleint. www.heart.org
www.utwente.nl
PPM Oost ■ Keynotes ■
21
Plantaardige brandstof, diervoeding, cosmetica en vruchtensap. Allemaal producten die met algen erin beter, duurzamer of goedkoper worden. Of alledrie. Vraag het maar aan Carel Callenbach en Anthony Verschoor van Ingrepro Renewables, de bedenkers van een uitdagend concept voor het produceren van het groene goud.
Algen zijn op alle markten thuis De oplossing van Ingrepro Renewables De alg is een plantje waarover veel positieve dingen te vertellen zijn. Maar de sterkste ‘unique selling proposition’ is misschien wel de schakelfunctie die een hectare algen kan innemen in een zuiveringsketen. Neem een aardappelfabriek. Hoe schoon er bij het produceren ook wordt gewerkt, uiteindelijk blijft er een enorme hoeveelheid afvalwater over dat niet schoon genoeg is om zomaar te worden geloosd in riool of oppervlaktewater. Dus krijgt de pieperfabrikant te maken met hoge lozingskosten. En daar worden de frieten, imitatiekrieltjes en kant en klaar puree niet goedkoper van. Algenkwekerij Ingrepro heeft een oplossing bedacht die tegelijk het milieu ontlast en de zuiveringslasten aanmerkelijk verlicht. Door het afvalwater, waarmee de fabrikant geen raad weet, te benutten als voedselbron voor de algen. Want voor algen zit er in dat restwater nog ruim voldoende voedsel. Op die manier wordt dat water, in plaats van te eindigen als overtollig eindproduct, geüpgraded tot schakel in een nieuwe verlengde keten. Want met de algen die worden geoogst, kan de algenboer alle kanten op.
Groenversneller Algen zijn minuscule plantjes die leven in water, er groen uitzien en naar chlorofyl ruiken. Ze zijn mak-
22
PPM Oost ■ Keynotes ■
kelijk te kweken in waterbassins en groeien razendsnel. In een etmaal verdubbelt hun totale hoeveelheid. Bijkomend voordeel is dat tijdens die dagelijkse groeispurt CO² wordt omgezet in zuurstof. Een productiemethode waarmee een hectare algen jaarlijks circa honderd ton CO² kan opnemen. Is dat duurzaam? Ja, dat is duurzaam! De geringe eisen die aan het kweken van algen worden gesteld, en het feit dat ze uitstekende vervangers zijn van sommige graansoorten, maakt algen zeer geschikt om in diervoeders te verwerken. En dat niet alleen, het meeste van dat graan wordt in bulk aangevoerd uit tropische landen terwijl algen praktisch om de hoek verkrijgbaar zijn. Met zo’n aangenaam kleine ecologische voetafdruk zijn algen dus ook nog een wapen in de strijd tegen de klimaatverandering.
Rarara Algen mogen dan van alle gemakken zijn voorzien, dat wil nog niet zeggen dat er geen problemen zijn die moeten worden opgelost. Die problemen zijn, zoals zo vaak bij een innovatief product, de regelgeving. Bij Ingrepro krijgen geïnteresseerden dan ook vaak het volgende raadseltje op. Welk natuurproduct mag vanwege gezondheidsrisico’s niet door het varkensvoer worden gemengd, maar wel aan appelsap
of een energiereep worden toegevoegd? Antwoord: algen! Er moeten dus nog wel een paar regeltjes worden aangepast. Maar gezien de inherente gezondheidsclaim van algen, zal dat niet lang meer op zich laten wachten. Zo kan de voedingsindustrie algen niet alleen benutten om voedsel te verrijken met vitamines of gezond pigment. Maar ook met de populaire, supergezonde, omega-3 vetzuren; dezelfde vetzuren die visolie zo gezond maken. Dat is dan ook tevens het enige ‘vissige’ aan algenolie. Dat het waterplantje een ideale voedingsbron voor viskwekerijen kan betekenen, is eveneens een lonkend perspectief. De oceanen, als leveranciers van vismeel, hebben de bodem van hun natuurlijke schatkist immers reeds lang in zicht. En wat voor visvoeding geldt, kan met een aangepaste verwerkingsmethode ook van toepassing worden verklaard op de diervoedselindustrie. Zo zijn algen, uitpuilend van de natuurlijke antibiotica, bij uitstek geschikt voedsel voor pluimvee, en daarmee ook een aantrekkelijk ingrediënt voor de eierenproductie.
in hun duurzaamheidstrategie. Door zich ergens in een nieuwe keten te nestelen. In het ene geval als een soort biologische zeef en eindstation. In de andere situatie kunnen de algen worden geoogst als grondstof of halffabricaat, in vloeibare of gedroogde vorm. Zo kunnen algen straks als kleurstof worden teruggevonden in verf en shampoo, of als bestanddeel van bioplastics. Veelbelovend is ook het gebruik van algen als alternatieve brandstof voor dieselmotoren. Daarmee zou biodiesel het predicaat ‘groene diesel’ pas echt waar maken.
Algen zijn allemansvrienden
Groene diesel
In grootschalige productieomstandigheden zal het gaan om algenbassins, met een oppervlakte van enkele hectares. Toch wil dat niet zeggen dat er extra ruimtebeslag nodig is. “Algenkweek is niets anders dan een duurzame landbouwmethode. De algenbassins komen op de plaats van agrarische productiearealen die met huidige landbouwmethoden niet meer rendabel zijn te maken, of worden gerealiseerd op een laagwaardiger ondergrond. Innovatieve boeren kunnen er hun inkomsten mee veilig stellen,” aldus Carel Callenbach, directeur Ingrepro Renewables. De mogelijkheden zijn immers bijna teveel om op te noemen. Voedingsmiddelen, diervoeding, aquacultuur, motorbrandstof. En dat rijtje kan nog gemakkelijk worden uitgebreid met bemesting, tevens natuurlijk bestrijdingsmiddel, van golfbanen. Conclusie: algen zijn allemansvrienden.
Het concept van Ingrepro stelt niet alleen bedrijven maar ook waterzuiveringsinstallaties en waterschappen in staat om algen op te nemen
De toekomst is aan de algenboer. Een waarachtig groen en gezond alternatief. ■
Algenkwekerij Ingrepro heeft een oplossing bedacht die tegelijk het milieu ontlast en de zuiveringslasten aanmerkelijk verlicht.
PPM Oost ■ Keynotes ■
23
Gelderland en Overijssel herbergen de meeste wijnboeren.
24
Met dank aan: Thea Spierings: www.100smaken.nl Wijnen o.a. verkrijgbaar bij: Proef-Lokaal: www.proef-lokaal.nl Wijngoed de Reestlandhoeve: www.reestlandhoeve.nl Verenigde Achterhoekse Wijnbouwers: www.achterhoeksewijnbouwers.nl
PPM Oost ■ Keynotes ■
Wijnen uit Oost-Nederland
Is zuurstokzoete rosé de nieuwe jongerentrend? Weg met de gereserveerde en soms zelfs neerbuigende oordelen over het wit en rood van Nederlandse bodem. Er valt zo veel te genieten bij het drinken van de producten die voortkomen uit de Nederlandse zee- en rivierklei, kalk, zavel of zand; ieder met eigen micro - klimatologische omstandigheden, zelfs in ons kleine land. Wat niet wil zeggen dat de producten van de circa honderd Nederlandse wijnboeren allemaal achten, negens of tienen halen. Maar er zijn erbij die wel degelijk de top halen. En dan te bedenken dat de Nederlandse wijnbouw nauwelijks een decennium oud is. Gelderland en Overijssel herbergen de meeste wijnboeren die druiven telen op meer dan de helft van het Nederlandse wijnareaal. Reden om een spontane proeverij te organiseren met acht wijnen uit Oost-Nederland. Twee mousserende roséwijnen, drie witte en drie rode werden geproefd door een panel dat bestond uit een professional en twee liefhebbers. Reestlander Rosé 2009 Een modieus bleke rosé die alleen al door z’n kleur aangeeft dat deze fris en droog is en goed gekoeld op stadsterrassen of op het strand gedronken wil worden. Het panel is opgetogen over dit gegiste druivensap van de Reestlandhoeve te Balkbrug, op de grens van Drenthe in Overijssel. Er worden fruitige variëteiten geproefd die worden omzweemd door een aangenaam zuurtje en een vermoeden van munt. Reestlander Muscat Blue 2009 Bij de eerste kennismaking is het even schrikken. Niet alleen de kleur ziet er fruitwaterig uit, hij smaakt ook een beetje zo. Is dit wellicht de ideale wijn om de jeugd van de zoete heftigheid van discodrankjes te brengen naar het verfijndere avontuur van de eeuwenoude wijncultuur? Na een tweede proef en - vooral - diepere koeling blijkt deze zuinig parelende, rosé te beschikken over een gul rozenaroma dat deze wijn een apart plekje geeft tussen de bekende dessertwijnen. Proeven we hier een nieuwe trend? Reestlander Wit Johanniter 2008 De droge witte wijn, gemaakt in de Achterhoek van de Johanniter druif, een kloon van de Riesling, verrukt door een weldadige harmonie van smaaktonen. Een wijn met een bandbreedte die zowel kruisbessengeur en limoenspoortjes omvat, als de lichte botersensatie die deze wijn zo geschikt maakt om bij asperges te worden gedronken.
PPM Oost ■ Keynotes ■
25
Er valt zo veel te genieten bij het drinken van de producten die voortkomen uit de Nederlandse zee- en rivierklei, kalk, zavel of zand.
Reestlander Wit Johanniter 2009 Dat wijn vervoerend kan werken, bleek toen deze fles op tafel kwam. Gulle peer, pittig tropisch fruit en in de verte verse keukenkruiden. De suggesties bij welke gerechten deze wijn kan worden geschonken zijn legio: kreeft, Waldorf salade enzovoort. Kortom een weldadige wijn waarmee je na een geweldige deal een zakendiner groots kan bekronen. Succes verzekerd! Johanniter - Merzling 2008 Op de Wageningse Berg groeien de Johanniter en de Merzling. Beide druivenrassen groeien al weer een jaar of tien in dit pioniergebied. Deze witte wijn bergt smaken in zich als doorgerijpte peer en banaan die het pure fris naar de achtergrond dringen en een rem zetten op de mogelijkheden van een nagenietende afdronk. Rood Barrique 2006 Van veel tannine moet je houden en deze rode heeft er door een lang schilcontact van acht dagen nogal wat van. Maar de rijping op eikenhouten vaten heeft de tannine aangenaam verzacht en meer dan genietbaar gemaakt. Wie de geur wil opsnuiven van een boswandeling langs de Achterhoekse wijngaarden, heeft met deze wijn een glas te pakken. Met veel neus en een robuuste smaak die zelfs is opgewassen tegen een gerechtje met Wasabi erin.
De witte en de rode Reestlander uit Balkbrug zijn de winnaars van de PPM Oost - wijnproeverij. De witte Johanniter 2008 van de Verenigde Achterhoekse Wijnbouwers wordt geschonken in de KLM Businessclass. Wijnbouw in Nederland kon pas groeien en bloeien nadat er speciale druivenrassen waren ontwikkeld die weinig gevoelig zijn voor meeldauw en tevens een paar weken eerder rijp zijn zodat ze de warmte van de Nederlandse najaarszon optimaal in zich kunnen opnemen.
Reestlander Rood Barrique 2008 Als een kruidenrekje, zo rijk zijn de aroma’s in deze complexe wijn. Het volle maar nog steeds soepele rood, ontstaan na negen maanden rijping op Franse en Amerikaanse eikenhouten vaten, nodigt uit om er een hertenbiefstuk bij te serveren, met een pruikje rode kool. Maar ook als een solitaire intense mondvol bij een knappend haardvuur is dit het puurste gezelschap dat een mens zich maar wensen kan. Regent Barrique 2008 Bij eerste kennismaking met de papillen heeft deze paars rode wijn van Wijngaard Wageningse Berg iets gereserveerds en raadselachtigs. Het duurt even voordat smaken als vanille en cacao zich openbaren in een milde afdronk. Er verwijlt tevens iets metaligs in de neus dat zich niet makkelijk laat thuisbrengen, maar waarvan de panelleden zich goed kunnen voorstellen dat dit de smaak van een mixed grill, bereid boven een houtvuur, tot een ware sensatie kan maken. ■
Dat er in onze klimaatzone zoveel lekkere wijnen kunnen worden geproduceerd heeft alles te maken met de komst van nieuwe druivenrassen zoals Regent, Rondo, Merzling, Johanniter en Solaris. Magriet Baarns Importeur Italiaanse wijnen www.incontro.nl
26
PPM Oost ■ Keynotes ■
Pieter Rhemrev Investment manager www.ppmoost.nl
Gaat u mee uw grenzen verleggen? Baanbrekende ideeën ontstaan nooit binnen bestaande kaders. Daarvoor moet je ‘out-of-the-box’ kunnen denken. Creatieve geesten ontmoeten. Inspiratie opdoen. Grenzen verleggen. Op het grensvlak van food en design, technologie en marketing of ambachtelijk en industrieel liggen kansen voor nieuwe concepten. In Londen, Tokyo, Stockholm, Milaan, Marrakech en ook in Lelystad zagen we daar prachtige voorbeelden, reizend met ondernemers uit de voedingssector en creatieve industrie. Voorbeelden van inspiratie opdoen buiten de eigen sector, regio en netwerk. Syntens, innovatienetwerk voor MKB-ondernemers, helpt u nieuwe business te creëren. Hoe? Door u te helpen buiten de kaders te denken. Door inspirerende verbindingen te leggen met kennis en partners binnen en buiten de regio. Wilt u uw grenzen verleggen? Ga naar www.syntens.nl voor meer informatie of bel ons op 088-444 0 222 voor een afspraak met één van onze 250 innovatieadviseurs.
Grensverleggend innoveren met Syntens
Syntens: nieuwe verbinding, nieuwe business.
De symboliek van de slagroomspuitbus “Er zit een wereld van verschil tussen een nieuw product ontwikkelen voor de consument of voor business - to business. Wie de consumentenmarkt op wilt, heeft veel geld nodig voor marktonderzoek en reclame. Een product of dienst aanbieden aan bedrijven is financieel stukken eenvoudiger. Wat wel gelijk blijft, is het geduld dat je als ondernemer moet opbrengen om het product uit te testen. Meer tijd, meer geld, dat is waar! Maar je kunt het ook zien als een verzekeringspremie, omdat de onzekerheden die er bij het introduceren van een product altijd zullen zijn en blijven, dan sterk worden gereduceerd. En hoewel we het tegenwoordig wat minder erg vinden om failliet te gaan - want dan heb je het in ieder geval geprobeerd, zoals de Amerikanen zeggen - is het toch de bedoeling van elk rechtgeaarde ondernemer om vooral succes te hebben.”
28
PPM Oost ■ Keynotes ■
Interview met André Olijslager, voormalig voorzitter Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen
Zo kijkt André Olijslager, voormalig bestuursvoorzitter van de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen, aan tegen risiconeming en risicospreiding, de diverse opstartfases van een bedrijf en het gemak van spuitbussenslagroom.
Fase 1 “Startende ondernemers die risicokapitaal willen aantrekken, moeten beseffen dat zij een aantal lastige fases doormoeten. Elk met zijn eigen merites. De eerste fase, waarin het idee voor een innovatief product moet rijpen, is doorgaans de duurste niet. Het meeste kapitaal zit dan nog in het hoofd van de ondernemer en in diens ongebreidelde enthousiasme om een geweldige klapper te gaan maken. Dat optimisme heb je nodig maar er schuilt ook een gevaar in. De rotsvaste overtuiging ‘een uniek product in handen te hebben waarop de markt al jaren zit te wachten’ kan de ondernemer blind maken voor de financiële consequenties. Vooral wanneer tijdens het wordingsproces de onvermijdelijke tegenvallers komen en de hobbels groter blijken dan gedacht. Je kan niet blijven investeren. Natuurlijk komt het ook dan aan op karakter en doorzettingsvermogen, maar als de eerste tranche van het startkapitaal teveel wegkaapt, teer je automatisch in op de volgende fase. En kom je aan het eind gewoonweg geld te kort om de boel nog rendabel te maken. Er moet dus altijd een gezonde financiële relatie blijven tussen start en finish. Want wie zo uitgeput over de eindstreep komt dat hij nauwelijks nog kan ademhalen om de kampioensbeker in ontvangst te nemen, heeft per saldo verloren.
Fase 2 De tweede fase is misschien wel het duurste want dan moet het prototype, in welke vorm dan ook, worden uitgetest. Het is een gevaarlijke periode, in die zin dat dan vaak het ongeduld toeslaat. Niet alleen gedreven door, overigens zeer begrijpelijke, emoties, maar ook doordat die fase veel geld opslokt. Tijd is geld, dat is waar. Maar investeer je te weinig in die mijns inziens cruciale fase, dan moet je niet raar opkijken als met jouw product hetzelfde gebeurt als in de automobielindustrie. Waar, opgejaagd door de concurrentie, auto’s soms veel te snel op de markt worden gebracht. De finesse gaat ontbreken waardoor aan kwaliteit wordt ingeboet. En dat pikt de klant niet terwijl de consument, als kwaliteitscontroleur, toch altijd het laatste woord heeft. De derving aan omzet en inkomsten komt na zo’n fiasco gauw in schril contrast te staan met de bedragen die met meer geduld - en een derhalve een meer verantwoorde testfase - gemoeid zouden zijn geweest.
Er moet dus altijd een gezonde financiële relatie blijven tussen start en finish.
Fase 3 In de derde fase moet vooral gewiekst worden omgegaan met de productiewijze. De startende ondernemer moet zich er terdege van bewust zijn dat de neiging
PPM Oost ■ Keynotes ■
29
Investeerders maken in essentie met geld zakendromen van ondernemers waar. om alles in eigen hand te houden - hij kent zijn eigen product immers het beste - weliswaar heel begrijpelijk is maar uit financieel oogpunt wel eens contraproductief kan zijn. Uitbesteden en goede afspraken maken over het monitoren van het productieproces pakt vaak heel wat voordeliger uit. Dit is ook de fase waarin de ondernemer een definitieve beslissing moet nemen over de hele opzet van zijn bedrijf. Alles zelf doen om zoveel mogelijk de eigen vingers in de pap houden of het risico te spreiden door een particulier investeerder te zoeken die niet alleen goed bij kas is, maar ook gepokt en gemazeld is in het opzetten en consolideren van een onderneming.
Design of functionaliteit
De studiekeuze van André Olijslager (66) voor Nijenrode weerspiegelde zijn affiniteit voor wat hij beroepshalve zijn hele leven heeft gedaan: er voor zorgen dat een bedrijf goed wordt gemanaged zodat het kan floreren. Op één uitzondering na, een trip als belboy op de Rotterdam, het vlaggenschip van de Holland - Amerika Lijn. Maar dat was een tussendoortje, nog voor zijn bedrijfskundige studie. Zijn eerste betekenende functie was manager bij een van de bedrijven die behoorden tot het concern: Van Gelder Papier, bekend van het logo met de twee gestileerde rode roterende papierrollen. Na een management buy - out vervolgde hij zijn loopbaan onder meer bij de Maatschappij voor Industriële Projecten. Voor de functie van Concerndirecteur van Royal Friesland Foods werd hij gevraagd. “In dat soort functies blijf je of heel kort of wat langer. Afhankelijk van de klik en de resultaten. Ik bleef er vijftien jaar”. Getuige de indrukwekkende reeks commissariaten die André Olijslager vervult, weet men zijn ervaring op waarde te schatten. In 2009 behoorde hij tot de Top 50 van meest invloedrijke commissarissen.
30
PPM Oost ■ Keynotes ■
Een ander advies dat ik beginnende ondernemers wil meegeven, is dat ze er goed van doordrongen moeten zijn in welke markt opereren. Zo zeggen investeerders vaak dat ze bedrijven financieren, terwijl ze in essentie bezig zijn om met dat geld zakendromen van ondernemers waar te maken. In dat verband moeten startende, en niet alleen startende, ondernemers weten dat het in de consumentenmarkt draait om design, verpakking en andere belevingscomponenten. Terwijl het er bij business-to-business-producten om gaat dat ze werken, dat ze doen wat ze moeten doen en hun inhoudelijke en functionele beloften waarmaken. Bij een transactie geeft de functionaliteit altijd de doorslag. Als het er ook nog mooi uitziet, is dat mooi meegenomen, maar spendeer er geen al te grote bedragen aan.
Kan niet, bestaat niet Jonge ondernemers kennen allemaal het ongeloof dat ze ontmoetten toen ze voor het eerst met hun idee op de proppen kwamen. Heel ontmoedigend, maar het hoort erbij. Niet laten afschrikken, zou ik zeggen. Maar niet eigenwijs worden. Weet een goede balans te bewaren tussen je eigen gedrevenheid en herken in de ogenschijnlijk negatieve reacties ook de pareltjes van de voorzichtigheid. Dat is niet eenvoudig omdat de meeste mensen die met een spiksplinternieuw idee worden geconfronteerd, roepen: ‘Kan niet, is geen markt voor, gaat technisch nooit lukken!’ Maar kan niet, bestaat niet! Dus daar heeft niemand wat aan. Uit mijn tijd bij Friesland Foods herinner ik mij dit soort reserves waarmee het idee van de spuitbus met slagroom werd ontvangen. Nooit meer kloppen met de garde, geen afwas, lang houdbaar, lukt altijd, de banketbakker thuis, dat waren keiharde argumenten die in de sfeer van ‘gemak dient de mens’ hoge ogen gooiden. Plus misschien wel het belangrijkste; de unieke verkooppropositie: het was puur onderscheidend, niemand had ‘t. Het was typisch zo’n product van ‘je moet er maar opkomen!’ Wat dat betreft, gebruik ik het gigantische verkoopsucces van die thuisspuiter graag als voorbeeld voor waar het bij elk nieuw product, en dus elke bedrijfsinvestering, ten alle tijden om moet gaan: het onderscheidend vermogen? Is dat het geval, dan is een flinke stap gezet op de weg naar succes! ■
DE SMAAKBIOGRAFIE VAN ANDRÉ OLIJSLAGER Eigenlijk lust hij alles. Maar als geboren Zeeuw ligt een typisch Zeeuws gerecht hem wel zeer na aan het hart. Kruimige aardappelen en een stuk of wat hardgekookte eieren fijnstampen. Vetspek uitbakken, een krop sla in reepjes snijden en dat samen met het vetspek en de goudbruine spekkies door de stamppot roeren. Heerlijk! Een andere lekkernij roept eveneens herinneringen op aan zijn jeugd in Zeeland. Dat waren de dagen dat zijn moeder het wafelijzer tevoorschijn haalde - ter gelegenheid van een geboorte, jubileum of bruiloft in de familie - en het hele gezin smulde van warme wafels,
met smeltende roomboter en suiker. Als lunchgerecht prefereert hij zo’n op en top gevulde Bouillabaisse, met een rijk geschakeerde visvaria uit de blauwe mediterrane wateren. Voor een ideaal dinergerecht gaat hij het liefst voor klassiekers zoals de tournedos of een zeetong. Het liefst geserveerd met een eigengemaakte Sauce Béarnaise. Bij de tournedos schenkt hij dan graag een Pomerol of een andere wijn uit misschien wel de beroemdste wijnstreek ter wereld: de Bordeaux. Kan ook haast niet anders als je voorzitter bent van de ‘Commanderie de Bordeaux au Pays - Bas’.
PPM Oost ■ Keynotes ■
31
food4thought
De emancipatie van een Arnhems meisje
Breakfast at Tiffany’s Wat at ze eigenlijk terwijl ze daar zo dromerig stond te kijken in de etalage van de duurste juwelierszaak van New York? Voor de een was het een croissant, voor de ander een hamburger. Zelf had ze liever aan een ijsje gelikt. Maar de regisseur verordonneerde dat het een koffiebroodje moest zijn. Hoewel Audrey Hepburn griezelde van die kleverige zoetigheid, stond ze daar op die vroege oktoberochtend in 1960 toch gehoorzaam te knabbelen aan zo’n ‘Danish’. Met haar bijenkorfkapsel, oversized Pierre Marly - zonnebril, lange satijnen handschoenen en ‘little black dress’ van Givenchy, koffie nippend uit een kartonnen bekertje. Op en top een partymeisje dat door de golven van het nachtleven op Fifth Avenue is aangespoeld. De eerste opnamen voor ‘Breakfast at Tiffany’s’ waren begonnen.
I want to still be me when I wake up one fine morning and have breakfast at Tiffany’s.
32
PPM Oost ■ Keynotes ■
De film vertelt het verhaal van Holly Golightly, een dromerig plattelandsmeisje dat in het mondaine Manhattan haar eigen wereldje heeft opgebouwd. “Don’t wanna sleep, don’t wanna die, just wanna go a-travellin’, through the pastures in the sky." Ze verdient haar geld als escortgirl en is een kruising tussen de naïeve Sally Bowles uit ‘Cabaret’ en een volwassen Lolita. Het liefst wil ze trouwen, maar dan wel met een hele rijke man. “Ze is een en al nep maar dan wel echte nep,” roept haar impresario wanhopig uit. Dan krijgt ze een nieuwe onderbuurman. Paul is allesbehalve gefortuneerd. Hij een beginnend schrijver die zich laat onderhouden door een oudere rijke vriendin. De twee ‘zwerfkatten’ sluiten vriendschap en maken ruzie. Na de zoveelste teleurstelling in Holly’s liefdesleven vinden ze elkaar terug, in de regen. Op zoek zijn naar haar huiskat die ze op straat heeft gezet omdat het welbeschouwd voor iedereen het beste is om je eigen leven onafhankelijk en in vrijheid te kunnen leiden. ‘I want to still be me when I wake up one fine morning and have breakfast at Tiffany’s.’
Marylin Monroe Truman Capote, de schrijver van de novelle met de gelijknamige titel, wilde Marilyn Monroe voor de rol van Holly Golightly. Hij zeurde dat de hoofdrol ‘iets ontroerends moest hebben…iets onafs’. Maar de acteercoach van de blonde diva was tegen omdat het ging om ‘een meisje van de nacht’. Zo’n rol zou de reputatie van haar cliënte teveel schaden. Tegenwoordig zouden we dat - de levenswandel van juffrouw Monroe in aanmerking nemend - een schoolvoorbeeld van perfecte typecasting noemen. Maar toen, aan het einde van de jaren vijftig, lag dat anders. Op het Amerikaanse witte doek diende de relatie tussen man en vrouw heel wat preutser te worden weergegeven dan wat zich buiten de filmstudio’s of zelfs maar in het gewone leven voltrok. Romantische films werden gemaakt via het schema: jongen probeert meisje in bed te krijgen - meisje doet er alles aan om dat te voorkomen totdat de huwelijksklokken luid en duidelijk hebben gebeierd. Niet dat er geen vrouwen in de cinema
te zien waren in vrijgevochten rollen, of erger. Maar dat dergelijke lellebellen niet in de verste verte konden dienen als rolmodel was voor elk fatsoenlijke meisje zonneklaar. De filmcensuur had tot taak in de bioscopen te bevestigen wat en waar de plaats van de vrouw was: braaf getrouwd, achter fornuis en aanrecht, en kinderen krijgen. Dat bij de creatie van het nageslacht seks te pas kwam, was weliswaar geen geheim, maar zelfs voor de meest steelse vorm van voorlichting moest je niet in Hollywood zijn.
Ontwakende emancipatie In ‘Breakfast at Tiffany’s’ werd dat taboe op de meest elegante manier doorbroken. Hoewel er geen blote buik in te zien is, ademt de hele rolprent promiscuïteit en seksueel verlangen. Holly laat zien dat een vrouw geen slettenbak hoeft te zijn om toch door te kunnen gaan als een ‘topbanana in the shock department’. Dat nieuwe vrouwbeeld won ongetwijfeld nog aan kracht door de overbruggende manier waarop dat door de hoofdrolspeelster werd vertolkt. “Ik geloof niet dat Holly echt zoveel mannen heeft gehad als ze voorwendt. Het is alleen maar een vlotte facade die ze creëert, want in wezen is ze een kleinsteeds meisje dat de grond onder haar voeten heeft verloren”, meende Hepburn. Waarvan de actrice zich wellicht minder bewust zal zijn geweest, was dat zij zelf, als dochter van een Britse bankier en een barones uit een Gelders geslacht die haar eerste balletlessen kreeg op de Arnhemse Muziekschool, met haar aristocratische elegantie, meisjesachtige puurheid en licht androgyne uitstraling, de toenmalige masculiene en feminiene werelden als het ware met elkaar verbond. Wat ook hielp was dat ze met haar zandloperfiguurtje en bedrieglijk eenvoudige kledingkeuze de, tot dan toe exclusieve glamourmode van de haute - couture, bereikbaar leek te maken voor miljoenen vrouwen die nog slechts een lang sigarettenpijpje hoefden aan te schaffen om er ook zo uit te zien, en een dienovereenkomstig leven te leiden. Wat zij wilden, werd misschien wel het treffendst samengevat in de Franse titel van de film: ‘Geroosterd brood met diamanten’. Zelden werd de tijdgeest van de ontwakende emancipatie van de vrouw zo zichtbaar tot expressie gebracht als door de combinatie van de champagne drinkende extraverte Holly Golightly en de bedeesde naturelle chic van Audrey Hepburn. Veertig jaar later kon een televisieserie als ‘Sex in the City’ alleen worden gemaakt door het lef en de sluwheid van de makers van ‘Breakfast at Tiffany’s’. ■
Truman Capote was behoorlijk pissig toen hij hoorde dat niet Marilyn Monroe maar Audrey Hepburn de rol van Holly Golightly ging spelen. Een misrekening zo bleek, want de filmversie van diens verhaal werd zijn grootste commerciële succes. Hij was overigens niet de enige die zich vergiste. Toen
Hepburn met haar intieme, suggestieve stem de ballade zong die Henry Mancini speciaal voor de film had geschreven, merkte tekstschrijver Johnny Mercer op: “Best leuk hoor, maar laten we nu iets gaan maken waarmee geld te verdienen valt”. De grote filmbaas had er ook weinig oren naar. Maar toen die na een
voorvertoning paffend aan een enorme bolknak liep te ijsberen en grauwde: “Nou, één ding kan ik jullie wel vertellen, dat liedje gaat eruit”, sprong Hepburn op en riep: “Over mijn lijk!” De popsong ‘Moon River’ werd een superhit die tot op de dag van vandaag verliefde paartjes diep kan ontroeren.
PPM Oost ■ Keynotes ■
33
Een waterval van
fruitige schakelaartjes
Verse peren! Verse peren! Verse peren! Vers. Iedereen wil vers. De kweker wil zijn peren zo vers mogelijk afleveren. De groenteboer of supermarkt wil de peer zo vers mogelijk in de winkel hebben. En de consument wil alleen een verse sappige peer.
Hoe maken we iedereen in de perenketen gelukkig? Volgens Monique van Wordragen, directeur van NSure door op het juiste moment de meest cruciale informatie te kunnen verstrekken die de perenkweker in staat stelt om diens vruchten op het moment suprême van de bomen te halen. “Perenkwekers zijn doorgaans bedaarde lieden die hebben geleerd te leven met de luimen van het weer en andere onzekerheden die hun werk en inkomen kunnen bedreigen. Maar tijdens het ‘oogstvenster’ worden ze zenuwachtig want dan komt het erop aan. Wordt te vroeg geplukt, dan zijn de peren nog niet geschikt voor directe consumptie of rijpen ze zelfs niet genoeg door. Bovendien mist de kweker maat en kilo’s. Wordt daarentegen te laat geoogst, dan zijn ze misschien te zacht, gauw beurs en minder goed houdbaar. Om maar niet te spreken dat de peren bruin van binnen worden. Iets wat aan de buitenkant niet is te zien. Geen reclame voor de logistieke keten, geen reclame voor de peer als verwenproduct.” aldus Van Wordragen. Monique van Wordragen heeft een technologie marktrijp gemaakt waarmee de peer niet van buiten wordt gecontroleerd, maar van binnen. Binnen in de levende cellen van de vrucht, want daar zijn de genen actief die als een cascade van schakelaartjes aan en uit gaan om de volgende fase in het rijpingsproces te bewerkstelligen. Weten we wanneer de eerste molecuul na de ‘switch’ aan het gang is gegaan, dan kan bijna op de dag nauwkeurig worden voorspeld wat het optimale oogstmoment is. Het enige wat de kweker daarvoor hoeft te doen, is een schijfje peer in een speciaal kunststofenvelopje met twee compartimentjes te stoppen. Door vervolgens op het stukje peer in het envelopje te drukken, komt sap vrij.
34
PPM Oost ■ Keynotes ■
NSure wint Food Vally Award 2010
NSure verschaft de kweker een grote mate van zekerheid. Druppels van die vloeistof dringen via het tussenwandje door in het andere compartimentje van de enveloppe terwijl het beetje perenpulp achterblijft. Het ‘bemonsteringskitje’ bestaat verder uit een staafje waarmee een paar druppels perensap worden overgebracht op een speciaal geprepareerd monsterstripje. Twee dagen nadat de kweker dat stripje, vol biologische informatie, heeft opgestuurd, is de informatie binnen over de geprefereerde oogstdatum.
Peren en aardappelen “Die datum is altijd een adviesdatum want weersomstandigheden of de aankomst van de geworven plukkers blijft een bedrijfsaangelegenheid; dat spreekt vanzelf,” licht Monique van Wordragen toe. “Maar met onze informatie heeft de kweker zich een grote mate van zekerheid verschaft die hij anders moet ontberen. Vandaar de naam van het bedrijf: NSure”. Het spreekt vanzelf dat de omzet van NSure niet alleen op peren drijft. De aardappelindustrie is eveneens een sector die groot belang heeft bij het bepalen van de juiste tijdstippen waarop de aardappels moeten worden gerooid. Zo maken aardappelen die te lang blijven liggen, suikers aan. Dat verzoeten veroorzaakt weinig appetijtelijke bruine vlekjes op de frietjes.
Bomen en bloemen Momenteel is NSure in Brazilië met mango’s in de weer en in Zweden en Idaho met jonge sparren. Bij bomen draait het om de diverse fases in de kweekcyclus. Dan gaat het er bijvoorbeeld om aan de weet te komen wanneer de meest gunstige tijd is aangebroken om de jonge zaailingen te rooien en naar de koelcel over te brengen. Bij bloemen werkt het weer een beetje anders. Hier speelt het verwelkingsproces een gewichtige rol. Van de rozen die uit Kenia en Tanzania naar ons land worden gevlogen, wordt tien procent afgekeurd. Die rozen worden vernietigd en de transportkosten zijn dus weggegooid geld geweest. Een enorme inkomstenderving om nog maar niet te spreken van de onnodige milieuvervuiling. Plus ontevreden bloemisten op de thuismarkt. Bomen, groenten, vruchten en bloemen. Vroeg of laat worden hun genen van binnen onzichtbaar aangeschakeld. Daardoor geven ze informatie vrij waarop, met de technologie van NSure, de hand kan worden gelegd. Voor weinig geld biedt dat grote zekerheid. Pure winst, want bij het werken met een levend product is alle zekerheid meegenomen. Vandaar NSure! ■
PPM Oost ■ Keynotes ■
35
Bessen uit de Himalaya Bevolkingsgroei, te weinig landbouwareaal, watertekort, een nog alsmaar groeiende variatie in voedselproducten en de strijd tegen dik, dat zijn de grote mondiale trends op voedingsgebied. Deze ontwikkelingen worden evenwel met zulke brede penseelstreken geschilderd, dat het niet alleen de adem beneemt, maar ook het zicht op de details. Dan maar beter inzoomen op de consumentenmarkt. Want, in tegenstelling tot de veel gehoorde mening dat de regionale economie vooral een business - to - business aangelegenheid is, bepaalt in de eerste plaats de consument welke producten en diensten er op tafel komen. Pas als we bereid zijn er voor te betalen, heeft die bedrijvigheid waarde toegevoegd aan de regionale economie.
36
PPM Oost ■ Keynotes ■
Interview met Karin van Willigen, directeur Oost NV Factor van betekenis Wie wil weten wat we in 2025 eten, moet allereerst vaststellen wie straks in de keuken staat en zo ons voedingspatroon beïnvloedt. Hoewel steeds meer mannen kokkerellen, zullen vrouwen toch het leeuwendeel van de boodschappen blijven doen en de meeste uren in de keuken doorbrengen. Met de herverdeling van de huishoudelijke taken schiet het nog steeds niet erg op. Vrouwen bepalen dus ook op afzienbare termijn wat er op tafel komt, en dus ook wat er in supermarkt op de schappen ligt. Meer dan kookboeken, speelt dat supermarktaanbod een rol bij hoe we ons voedsel bereiden en welke waarde we eraan toekennen.
Zonder trends geen toekomst Alvorens stil te staan bij de voedingstrends, is het goed kort stil te staan bij wat trends eigenlijk zijn en welke invloed ze uitoefenen op het takenpakket van Oost NV en PPM Oost. Ontwikkelingsmaatschappijen en participatiemaatschappijen werken in het episch centrum van de economie. Daar komen al onze wensen en verlangens samen. Trendanalyses zijn bij uitstek het middel om die op te sporen. Vooral voedingstrends zijn interessant, omdat veranderingen in eetgewoonten en eetcultuur vaak voorloper zijn van andere trends. Over trends gaan de raarste verhalen. Zoals het hardnekkige misverstand dat trends iets met mode te maken zouden hebben. Helemaal fout! Het typerende van mode is nu juist dat het weer ‘uit de mode' raakt. Trends niet. Ze zijn er in alle soorten en maten. Korte en langlopende. Maar in hun algemeenheid zijn trends brede sociaal - maatschappelijke, culturele en economische ontwikkelingen die laten zien wat mensen denken, wat ze beweegt, wat ze willen. Invloedrijke trends hebben zelfs een looptijd van vijfentwintig jaar of langer. Oost NV en PPM Oost functioneren tussen microtrend en megatrend. Die positie verschaft inspirerende vergezichten in de tijd. Zeg maar, de toekomst. Want daar zullen we per definitie de rest van ons leven doorbrengen.
Trends voor de toekomst zijn de 5 G’s. Gemak. Genieten. Gezond. Goedkoop. Goed gedrag.
Het nieuwe lekker Trends voor de toekomst zijn de 5 G’s. Gemak. Genieten. Gezond. Goedkoop. Goed gedrag.
Gemak Gemak is de sterkste aanjager van ons gedrag. Met jonge ouders in de hoofdrol. Logisch want zij zijn toonbeelden van efficiëntie. Ze willen carrière maken en tegelijk goede ouder zijn. Veel tijd om in de keuken te staan, is er dan niet. Alleen in het weekend. Dus kopen ze graag kant en klaar - producten die bij het bereiden tijdens het spitsuur van het gezin tijdwinst opleveren, en het liefst nog gezond zijn ook. Gemaksvoeding.
PPM Oost ■ Keynotes ■
37
Genieten Genieten is vaak het eerste wat bij ons opkomt wanneer we denken aan eten. Het probleem is evenwel dat we een sterk geromantiseerd beeld koesteren van voedsel. We willen spruitjes - die groentegruwel uit onze kinderjaren - die niet bitter smaken, aardbeienjam die oogt zoals geen enkele confituur van zomerkoninkjes dat zonder kleurstoffen kan, en rookworst zoals die vroeger bij oma en opa op de boerderij werd gerookt. Zelfs al zijn de meeste grootouders gewoon in de stad opgegroeid en behoren ze tot de naoorlogse generatie.
Gezond eten Gezond eten is gepersonaliseerde voeding. Ons lichaam verdraagt de ene voedingsstof beter dan de andere. Dus willen we voedsel dat geen allergische reacties of andere lichamelijke ongemakken veroorzaakt. Bloemkool tegen hoofdpijn. Snoepjes tegen tandbederf. Popeye - spinazie. Koeien die melk geven, speciaal voor babyvoeding of tegen hoge bloeddruk. Comfortabel voedsel. Voedsel op maat. Technofood. Geen futuristisch pilletje. Het nieuwe eten is een rusteloze speurtocht naar de balans tussen doe wel en eet goed.
Goedkoop
RONDJES EN VIERKANTJES PASSEND MAKEN “Mensen kunnen werkelijk van alles zijn; ook een heleboel dingen tegelijk. Maar perfect zijn ze niet. En toch moeten ze met elkaar samenwerken; en om dat goed te doen ook een beetje bij elkaar passen” stelt Karin van Willigen. “Daarom is het ook zo mooi om leiding te geven. Dan kan je proberen om het vierkantige van de een toch bij het ronde van de ander te laten passen of andersom, het cirkeltje meer te laten aansluiten op de carré. Maar dan moet je wel doorzetten en blijven zoeken naar de individuele potenties en talenten van mensen. Doet me trouwens denken aan de fietsklimtocht die ik, met man en twee kleine kinderen in de biketrailer, maakte naar de top van de vierduizend meter hoge Hoosier - pas, in de buurt van Aspen, in de Rocky Mountains. Er zijn onderweg misschien wel honderd momenten geweest om ermee te stoppen en terug te gaan. Maar we hebben het samen, met z’n viertjes, gehaald!”
38
PPM Oost ■ Keynotes ■
Goedkoop is goed voor ieders portemonnee. In crisistijd voelen we ons arm en zwichten we voor de bodemprijzen van de kiloknaller. Maar gaan we uit eten, dan kiezen we restaurants met bio of eco op de kaart. Smullen van gegarandeerd biologisch en ambachtelijk in de streek geproduceerd vlees, groenten van de koude grond en fruit dat gewoon aan een buitenboom of struik heeft gehangen. Biologische wijntje erbij, plus schroefdop. Dat van die kurk, geloven we inmiddels wel. Doe wel, eet goed, is het parool gedurende het zoeken naar de balans in het binnenste van ons spaarvarkentje.
Goed gedrag Goed gedrag brengen we tot expressie met een groeiend verzet tegen kilometervoeding. Hoe dichter bij huis en hoe kouder de grond waarop ons voedsel wordt geproduceerd, hoe aanlokkelijker we dat vinden. Ons geweten prikt een vorkje mee. Onze ecologische preoccupatie met klimaat en milieu schept ook de kans om ons als consument te onderscheiden. Hoe kleiner de niche, des te smakelijker het product en des te aangenamer de gevoelswaarde van de aankoop. “Ik weet een leuk boertje dat…..!” Onze maag vullen, gaat over eten en geweten.
Barstensvolle bes Licht legt altijd de snelste weg af tussen twee punten. Maar dat geldt niet voor de lampjes die gaan branden als zich nieuwe ideeën aankondigen. Want hoe briljant ook, innoveren blijft een kwestie van vallen en opstaan. Ook in de voedingssector. Stel: ergens in de Himalaya wordt een nieuwe bes ontdekt. Heerlijk wulps van smaak. Ha, denkt de fruitdrankenproducent, daar maken we iets exclusiefs van; want als het exclusief is, is de klant bereid er veel voor te betalen. Maar wat blijkt? Dat exotische besje zit zo barstensvol chemische verbindingen dat die normaliter alleen in geneeskrachtige kruiden voorkomen. Een puur antioxidantenbommetje, zeg maar. Dat, beter nog dan de reeds bekende zo-
DE SMAAKBIOGRAFIE VAN Karin van Willigen Rookvlees. Heerlijk! Totdat Karin na een buikgriep een paar dagen alleen geroosterd brood met rookvlees mocht eten. Sindsdien lust ze het niet meer. “Het was een witte wijn - ik weet helaas niet eens meer welke - die werd geschonken bij een dozijn oesters en me deed beseffen dat er werkelijk zoiets bestaat als volstrekte harmonie tussen een gerecht en wat je er bij drinkt. Wat was dat lekker!”
Werkende vrouwen die ook nog echtgenote en moeder zijn, weten als geen ander hoe je bij gebrek aan tijd toch een goede gezonde maaltijd op tafel kunnen zetten. “Uit een van mijn favoriete flitsmaaltijden kies ik het spaghettigerecht met grote garnalen, grof gesneden stukken rode paprika, gembersnippers, een Spaans pepertje, knoflook niet te vergeten, en veel, heel veel olijfolie, wat citroensap.”
PPM Oost ■ Keynotes ■
39
als de framboos, in staat is agressieve moleculen in ons lichaam te neutraliseren en celbeschadiging tegen te gaan. In een gezond kenniseconomisch klimaat ligt het dan voor de hand dat die bolleboos van een bes niet alleen de begerigheid opwekt van een limonadefabrikant, maar ook van ondernemende wetenschappers. Want hier doen zich ongedachte mogelijkheden voor. Voor producten die behalve lekker ook gezond zijn, misschien zelfs zo geneeskrachtig dat onze ouderdom er zorgeloos door kan worden verlengd. Stel je voor! In dat geval hebben we zelfs de zesde G - van Grijs - te pakken.
Besbusiness
Vragen en nog eens vragen
Gedurende de wording van het hele innovatieproces dat loopt van de grond tot de mond, kan bij een of meer fases een rol weggelegd zijn voor de ontwikkelingsmaatschappij. Projectmanagers verstaan de kunst om de waarde van een concept niet op het aanbiedingsmoment te evalueren maar te projecteren in de nabije toekomst. Daar, waar alle ontwikkelingen zich zullen voordoen. Dat is de manier waarop een bes kan uitgroeien tot booming business!
Zo zien we dat een simpel besje van een smakelijk sapje in de kortste tijd kan evolueren naar een voedseltechnologisch onderwerp, en vervolgens naar een economische factor van betekenis. Het mooie van deze denkexercitie is dat alle 5 G’s op geheel natuurlijke wijze samenvloeien. Wat wil de consument? Is het goed voor ons lichaam? Wat vinden onze hersenen ervan als we die helemaal vanuit het Tibetaanse platteland - voor zover aanwezig in de Himalaya - naar onze kontreien
Van het werk van een ontwikkelingsmaatschappij en een participatiemaatschappij kan je zeggen dat onze beroepsbelangstelling niet in de eerste plaats uitgaat naar hoe iets smaakt, maar des te meer naar hoe het werkt. We activeren, stimuleren en kanaliseren zodat innovatieprocessen op de meest doelmatige manier hun eindstreep kunnen passeren. Zo nodig tuigen we ondersteuningsmiddelen en hulpconstructies op die het proces versnellen - innovaties zijn niet zelden een race tegen de klok - of om de integratie van parallelle innovatieprocessen op de rails te houden. Vooral wanneer smakelijk, gezond en technologisch worden geclusterd tot een waaier van wetenschappelijke kennis en kundig ondernemerschap, dreigt de chaos. Het is dan geen sinecure alle ballen in de lucht te houden en ze ook nog op tijd op te vangen, in het hetzelfde netje. Onverwachte kenniscombinaties leveren ontegenzeggelijk vaak de spannendste innovaties op. Maar tijdens ‘the making of..’ gaan de zeeën hoog en zijn de dalen diep. Gedurende dergelijke onvermijdelijke fluctuaties treedt de ontwikkelingsmaatschappij op als verbindende schakel en stabiliserende factor om innovaties focus en potentie te geven, zodat ze op het moment suprême marktklaar zijn.
Lekker werk
Lekker eten doen we allemaal graag. Bijna zo lekker is het om er over te praten. Maar waar praten we dan over, als we het over lekker eten hebben? Over de smaak, hoe gezond het is of over de voordelen van koken in koperen pannen? Wat eten we vandaag bij de wijn? Ook een goede vraag, of is dat de omgekeerde wereld? Wie zal het zeggen! De voedingssector is een van de grote aandachtsgebieden van de ontwikkelingsmaatschappij. Een speerpunt. Maar wie denkt dat in de kantines van onze vestigingen in Arnhem en Enschede We activeren, stimuleren en kanaliseren zodat stoom uit de pannen puft, de heerlijkste geuren van bakplaten omhoog kringelen en innovatieprocessen op de meest doelmatige de projectmanagers, gespecialiseerd in voeding en voedsel, een stelletje fijnproevers manier hun eindstreep kunnen passeren. zijn, moet ik teleurstellen. Misschien zijn ze dat wel, fijnproevers, maar daar zijn ze niet willen transporteren? Of zelfs in voor aangenomen. En onze kantines zijn gewone bedrijfskantines die eerder onze eigen beheer willen telen uitblinken door soberheid dan dat ze lijken op de heksenketel van de gemidwaardoor de revenuen van de wondelde bedrijfskeuken. Nee, deze projectmanagers zijn er voor al het andere, derbes wel de onze, maar niet de waarmee voedsel wordt omringd, voordat het in geuren en kleuren op ons regionale economie aan de andere bord verschijnt. Ze begeleiden bedachte en ongedachte kruisbestuivingen kant van onze aardbol ten goede tussen wetenschap en bedrijfsleven die voedsel gezonder, veiliger, lekkerder, komt? makkelijker en duurzaam willen maken en verkopen. Een lekkere klus! ■
40
PPM Oost ■ Keynotes ■
Meesters
van de Toekomst de kunst van creatief investeren
Heeft uw bedrijf te weinig eigen vermogen, dan is een particuliere financier een uitkomst. Meesters van de Toekomst organiseert ontmoetingen tussen ondernemers, die risico-kapitaal nodig hebben, en particuliere financiers die graag investeren in perspectiefrijke of snelgroeiende bedrijven. Meesters van de Toekomst staat garant voor een professionele overdracht van informatie en waarborgt doeltreffende presentaties van investeringsproposities.
Aanmelden:
www.meestersvandetoekomst.nl PPM Oost ■ Keynotes ■
41
food4thought
Invasie van Mars
De soep wordt niet zo heet gegeten als ie wordt opgediend. Uitzonderingen daargelaten, zoals op de avond van Halloween in 1938. Toen veroorzaakte een gedramatiseerde radioshow over een invasie van Mars dolle paniek bij duizenden luisteraars in New Jersey en New York die werkelijk dachten dat er een interplanetaire oorlog was uitgebroken.
Politiebureaus, gemeentehuizen en krantenredacties werden plat gebeld door bezorgde burgers. Spontane verhuizingen kwamen op gang en overal ontstonden verkeersopstoppingen. Ambulancepersoneel had de handen vol aan het kalmeren van hysterische volwassenen. Sommigen raakten zelfs zo in de ban van de gebeurtenissen dat zij meenden dood en verderf zaaiende Marsmachines met eigen ogen te hebben gezien. Veroorzaker van deze chaos was acteur, regisseur en tekstschrijver Orson Welles, die in het theater furore had gemaakt met een tegendraadse uitvoering van ‘Julius Caesar’ van Shakespeare. Maar toch geen idee had wat hij zou aanrichten met zijn hoorspelbewerking van ‘War of the Worlds’, het beroemde boek van H.G. Wells. De uitzending vond plaats op zondagavond, van acht tot negen; het vertrouwde tijdstip waarop al zeventien weken lang een hoorspel werd uitgezonden, gebaseerd op geliefde verhalen uit de wereldliteratuur. Hiervoor werden beproefde theatermethoden en geluidstechnieken ingezet om de luisteraars aan hun toestel gekluisterd te houden. Om deze uitzending over de toekomst een actueel karakter te geven, was besloten het verhaal naar de tegenwoordige tijd te verplaatsen en te doen alsof een regulier radioprogramma werd onderbroken door ‘breaking news’. Heel realistisch, want een paar weken eerder was dat nog gebeurd met het nieuws dat het Duitse leger Bohemen was binnengetrokken.
U luistert naar een CBS - radioshow van Orson Welles en het Mercury En zo begon het. Na het gebruikelijke Theater van de Ether met een gedramatiseerde versie van ‘The War of the weerbericht van acht uur meldt de Worlds’. presentator dat wordt overgeschakeld naar de Meridian Room van Hotel Park Plaza in New York voor een programma met dansmuziek. De verstrooiende klanken worden kort onderbroken door een ingelaste nieuwsflits. Hierin meldt een astronoom een serie onverklaarbare gasexplosies op Mars te hebben waargenomen. Een tweede onderbreking maakt gewag van een meteoor die op Amerikaans grondgebeid is neergekomen. Net als bij echte rampen wordt dit bericht vrijwel onmiddellijk tegengesproken door een ooggetuige die verklaart dat het geen meteoor is geweest maar een vlammend object.
…luisteraars, het ding ziet er uit als een enorme metalen cilinder…dit is het vreselijkste wat ik ooit heb gezien…er komt iets uitgekropen...Ik zie twee lichtgevende schijven…zijn dat soms ogen…er komen tentakels uit…en nu een lichaam; zo groot als een beer en glimmend als nat leer…
42
PPM Oost ■ Keynotes ■
In het verdere verloop van ‘we schakelen over naar….’ vertellen opgewonden verslaggevers over raadselachtige creaturen die met groene hittestralen
overal dood en verderf zaaien en begonnen zijn aan hun opmars naar New York. Hierna raakt het spel op de wagen. Het advies van een radioreporter om zo snel mogelijk een goed heenkomen te zoeken, leidt tot spontane verhuizingen, verkeersopstoppingen en leeglopende ...dames en heren, over het hele land komen nu van die cilinders neer… theaters. en, hoe ongelooflijk het ook mag klinken, het ziet ernaar uit dat de vreem-
de wezens die zijn geland een voorhoed zijn van een invasieleger van
Ondertussen zijn de hoorspelacteurs Mars… op de hoogte van de paniek die hun acteerprestaties veroorzaakt. Iemand wil de uitzending stopzetten. Geen denken aan, roept een ander. Tot drie keer toe wordt het programma onderbroken met de mededeling dat het een hoorspel is en geen echte aanval van buitenaardse wezens. Maar mensen luisteren vaak maar half - zo ook naar dit hoorspel - zodat dus die sussende informatie nauwelijks of geen effect sorteert.
Na afloop van die spectaculaire uit- …ik zie ze bewegen onder een soort metalen schild…ze lopen op drie zending gaf Columbia Broadcasting hoge scharnierende spinnenpoten…ons hele leger is vernietigd…grondSystem een verklaring uit. Aangege- troepen, luchtmacht, alles is weggevaagd…dit, dames en heren, zou wel ven werd dat de heer Welles met zijn eens mijn laatste uitzending kunnen zijn… adaptatie van de roman vrij dicht bij het origineel was gebleven, maar dat hij er een eigentijdse sfeer aan had willen geven door de Engelse scènes in de bijna vijftig jaar oude roman te verplaatsen naar Amerikaanse locaties. Verder werd er op gewezen dat gedurende de uitzending enkele keren was herhaald dat het om pure fictie ging. Maar, aldus CBS met een spoor van verbazing maar ook wel ingehouden radiomakertrots, kennelijk was de voorstelling zo naar het leven getekend geweest dat luisteraars waan en werkelijkheid slechts met moeite uit elkaar hadden kunnen houden. Orson Welles verklaarde zelfs aan de toegestroomde pers dat hij lang had geaarzeld of hij de uitzending überhaupt wel wilde maken omdat hij bang was geweest voor de kritiek van de luisteraars op een hoorspel over zo’n onwaarschijnlijk verhaal. En dat was beslist geen gespeelde ironie want tijdens de repetities had de twijfel wel degelijk toegeslagen. Sommige acteurs hadden het verhaal te gek voor woorden gevonden waar niemand van de luisteraars ook maar een beetje in mee zou willen gaan. Daarentegen waren de juristen die de tekst moesten screenen bang geweest dat een aantal scènes en locaties te realistisch waren. De reacties van de ‘slachtoffers’ van de radiofantasie waren niet mals. Schande, dat ze zo in de maling waren genomen. Begrijpelijk voor de groep gewapende mannen die in eendrachtige publieke gekte een plaatselijke watertoren onder vuur hadden genomen omdat die abusievelijk voor een oprijzend marsmonster was aangezien. Ook voor de agitatie van de man die bij thuiskomst zijn vrouw er op het nippertje van had kunnen weerhouden een flacon gootsteenontstopper naar binnen te klokken omdat zij alle hoop had laten varen. De gebeurtenissen op die gedenkwaardige avond van Halloween legde Orson Welles en zijn theatergezelschap bepaald geen windeieren. Soepfabrikant Campbell’s Soup bood hen een sponsorcontract aan voor een nieuwe serie sprankelende radioshows - The Campbell Playhouse.
PPM Oost ■ Keynotes ■
43
ALLE DAGEN friet Als we de sombere berichten moeten geloven, leidt de Nederlandse maakindustrie een kwijnend bestaan. Het tegendeel is waar. Wel is er de laatste jaren veel veranderd. De nieuwe maakindustrie is een maatwerkindustrie. Tegenwoordig wordt traditionele oerdegelijke ambachtelijkheid gecombineerd met topservice-
44
PPM Oost ■ Keynotes ■
verlening en vooral de durf nieuwe machines of onderdelen van apparaten zelf te bedenken en te ontwikkelen. Een vak apart. Over het gevaar van kleine temperatuurverschillen, hoe de productie van een puur Nederlands broodbeleg werd veiliggesteld en schone patat!
ongeschikt voor consumptie geworden. Een enorme verliespost.
Doe de aardappel proef Aan de directie van machinefabriek Novacon de vraag of ze er eens over na wilden denken of die controles zodanig konden worden gemechaniseerd dat de aardappelen of het aardappelengerecht nadien nog steeds compleet veilig voor consumptie waren. “Die oplossing hebben we gevon-
Machinefabriek Novacon bedenkt en maakt innovatieve oplossingen.
Aardappelen gaan allang niet meer alleen per kilo. Ze zitten als frieten, rondjes en schijfjes of als exotisch aardappelpannetje keurig voorverpakt en komen uit de diepvries. Een aardappelproducent met zo’n grote variatie in huis, moet er fel op toezien dat elke klant krijgt wat hij besteld heeft. Veelvuldig steekproeven houden dus. Hiervoor wordt de folieverpakking opengescheurd om te zien of wat er in de zak zit er ook inderdaad in hoort te zitten, volgens de wensen en de specificaties van de klant. Probleem bij dergelijke ruwe controlehandelingen is dat er splintertjes of flarden folie tussen de aardappelen terecht komen. De hele inhoud van de zak is daardoor
den” vertelt adjunct directeur Oscar Kuhl. “De kunststofzakken worden nu machinaal opengesneden en de delen apart afgevoerd, zonder dat maar het kleinste stukje folie in aanraking komt met het product. Er komt zelfs geen hand meer aan te pas. Klinkt simpel, maar dat is het niet. Er zijn ongelooflijk veel verschillende soorten verpakkingfolies in gebruik; groot en klein, transparant en bedrukt, en van verschillende samenstelling en dikten. Dat laatste bij mekaar heeft ons heel wat hoofdbrekens bezorgd omdat bij het opensnijden van de zakken de veiligheidsmarge gelijk diende te blijven, namelijk: nul. Maar het is ons gelukt. Nu komen de frieten, na uit de verpakking te zijn geschud, op een lopende band en kunnen ze zonder gevaar voor de volksgezondheid opnieuw worden verpakt. Geen verlies meer, want er hoeft niets te worden weggegooid. Zelfs de lege foliezakken kunnen worden gerecycled." De ontwikkeling van deze ‘uitvinding’ werd door Novacon volledig in eigen beheer en voor eigen ri-
sico uitgevoerd. De enige afspraak met de aardappelproducent was dat wanneer de machine aan alle eisen voldeed, zoals veiligheid maar ook snelheid en bedrijfszekerheid, deze daadwerkelijk aangekocht en in gebruik zou worden genomen. Binnenkort is het zover. Hierna kan het bedrijf uit Duiven met hun ‘eigen’ innovatie de markt op want als het voor aardappelen werkt, werkt het ook voor een heleboel vergelijkbare producten, zo is de terechte redenering.
Hagelslagcontinuïteit Novacon staat vierentwintig uur, zeven dagen per week, klaar voor haar eigen klanten. Een enkele keer wordt een beroep op deze 24 - uurservice gedaan door een bedrijf dat geen klant is, maar wel diep in de problemen zit. “Op een zaterdagavond werden we gebeld door iemand van Koninklijke De Ruijter/VENZ, de enige leverancier van hagelslag. Een typisch Nederlands product waarnaar nog zoveel vraag is dat er drie hagelslaglijnen de hele werkweek permanent in bedrijf zijn. Eén van de machines was defect geraakt, dus ging de onderhoudsmonteur in het weekeinde aan de slag om ervoor te zorgen dat er bij de eerste shift op maandagochtend weer volcontinu kon worden gedraaid. Maar het
PPM Oost ■ Keynotes ■
45
Wij hebben toen de uitdaging aangenomen om binnen vierentwintig uur uit het niets een geheel nieuwe as, met aandrijfelementen en tandwielen te fabriceren. liep anders. Na demontage bleken de aandrijfas en het tandwiel niet meer te repareren. Zoiets gebeurt natuurlijk vaker bij mechanieken maar het probleem hier was dat deze machine, van Zwitsere makelij, al meer dan vijftig jaar oud was, en dat er geen reserveonderdelen meer voor bestonden, zelfs geen tekening. Wij hebben toen de uitdaging aangenomen om binnen vierentwintig uur uit het niets een geheel nieuwe as, met aandrijfelementen en tandwielen te fabriceren. Spannende klus, die we net op tijd konden klaren zodat er bij de eerste shift weer net zoveel hagelslag kon worden geproduceerd als was gepland,” vertelt Oscar Kuhl met smaak. Inmiddels heeft Novacon voor alle drie productielijnen van de hagelslag van De Ruijter de onderdelen vervangen, de belangrijkste in voorraad genomen en de hele apparatuur op tekening gezet. Over dienstverlening gesproken.
Het ketchupprotocol Novacon is een familiebedrijf dat wordt gerund door twee broers. Vader Kuhl, oprichter van de onderneming en nog steeds in full swing, vertelt hoe hij ruim twintig jaar geleden als toeleverancier voor het ministerie van Defensie werkte. “Onze producten zaten zowel in tanks als in marineschepen. De eisen die aan de materialen werden gesteld, waren zo streng dat er volgens een zeer strikt veiligheidsprotocol werd gewerkt. Ik herinner me nog dat er een keer, na een ernstig ongeluk met een tank, minutieus alle stappen in het maakproces, inclusief de voorgeschreven metaallegeringen, werden nagelopen. Uiteindelijk bleek dat een buiten-
46
PPM Oost ■ Keynotes ■
landse leverancier toch een klein beetje de hand had gelicht met de voorschriften maar dat onze bouten het hadden gehouden,” herinnert de stichter van het bedrijf zich met tevredenheid. Dat werken met een soort ISO-systeem voordat het bestond, kwam Novacon goed van pas toen ze van tomatenketchupfabrikant Heinz uit Elst (Gld) de opdracht kregen het vulsysteem te verbeteren ten behoeve van de kleine eenmalige ketchupverpakkingen - pouches - die in eetcafés en snackbars worden gegeven bij het fameuze patatje oorlog, frikadellen en andere gerechten die een extra opkikkerend sausje kunnen gebruiken. Overal ter wereld zijn afvulmachines in gebruik voor een schier oneindige variatie aan vloeibare of halfvaste voedselproducten. Afhankelijk van het soort product, de regelgeving van de voedsel- en warenautoriteit in een bepaald land en de bedrijfsvoering van de fabrikant zijn de veiligheidseisen meer of minder streng. Bij tomatenketchupproducent Heinz zijn die eisen zo streng als een protocol maar zijn kan. Voordat Heinz de ketchupzakjes kon introduceren, moest er eerst een technisch probleem worden opgelost. Tijdens het vullen van de pouches treden er temperatuurverschillen op tussen het product en de omgeving. En dat betekent condens. Condens of vocht is een grote vijand van voedingswaren, het bevordert mogelijk de groei van bacteriën. Novacon modificeerde voor Heinz het bestaande systeem door het koud afvulbaar en gesloten te maken zodat vocht geen enkele kans meer krijgt. “Zulke oplossingen bedenken we niet alleen, we maken ze ook, ”aldus Oscar Kuhl van Novacon. ■
Innovatiefonds Oost Nederland
Het Innovatiefonds Oost Nederland heeft als doel kansrijke, startende en jonge innovatieve bedrijven te financieren. Voor deze bedrijven is het vaak moeilijk om kapitaal aan te trekken. Het Innovatiefonds Oost Nederland kan door de financiering van risicokapitaal zorgen dat jonge, innovatieve bedrijven kunnen groeien. Het speerpunt van het fonds ligt bij MKBondernemingen die zich bezighouden met de thema’s: Voeding, Gezondheid en Technologie. Het fonds richt zich op versterking van de bedrijfsontwikkelingen in de regio Overijssel en Gelderland.
Voor wie is het Innovatiefonds Oost Nederland?
Het fonds is er voor innovatieve ondernemers in het MKB die in de startfase of de eerste ontwikkelingsfase van hun bedrijf zitten. Het fonds zal risicokapitaal verstrekken onder dezelfde voorwaarden als andere kapitaalverstrekkers in de markt. De financiering vanuit het fonds bedraagt maximaal € 1,5 miljoen voor de eerste 12 maanden en heeft een absoluut maximum van € 2,5 miljoen. Dit is 50% van de financiering. Voor de andere helft is een private mede-investeerder nodig. Op 30 juni 2015 sluit het fonds en zijn er geen aanvragen meer mogelijk.
Van wie is het Innovatiefonds Oost Nederland?
Het fonds wordt gefinancierd door de provincies Gelderland en Overijssel, het Ministerie van Economische Zaken en zogeheten EFRO-subsidies (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling). Elk te financieren bedrag komt voor een deel uit het fonds, en voor een deel van een private mede-investeerder. Dit is een voorwaarde voor financiering. Participatiemaatschappij Oost Nederland NV (PPM Oost) beheert het fonds en kent de financieringen toe. PPM Oost is onderdeel van Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV (Oost NV). Beide organisaties werken nauw samen. Het fonds is ingesteld om talent te stimuleren en ondernemerschap te belonen. Kijk voor meer informatie op: www.ppmoost.nl
Innovatiefonds Oost Nederland is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de Europese Unie.
Participeren in durven en doen
Vitamines voor een gezonde business “Food & Nutrition Delta (FND) is opgezet omdat de geografie van de Nederlandse voedselproducerende en voedselverwerkende sector veel gelijkenis vertoont met een lappendeken,” legt Kees de Gooijer uit. “We hebben zeven hotspots geïdentificeerd. Van Groningen tot Maastricht en van Food Valley tot Alkmaar en Rotterdam. Door de gaten in die lappendeken gaat veel energie verloren. Energie die niet wordt benut om ervaringen uit te wisselen of tot nauwere samenwerking te komen. Willen we als Nederland onze
48
PPM Oost ■ Keynotes ■
vooraanstaande positie blijven behouden, dan moeten we die ‘zwarte gaten’ dichten. Niet door samenballing van die clusters - dat doen steden, samenwerkingsverbanden of regio’s zelf met veel enthousiasme - maar door de schakels tussen die clusters te versterken. Door de kennis van Amsterdam naar Wageningen te brengen of Maastrichtse voedingsexperts een graantje te laten meepikken uit de Utrechtse kennistrog. Het gaat om de kruisbestuiving,” benadrukt de directeur van FND.
Interview met Kees de Gooijer, directeur Food & Nutrition Delta Wij & Wei Wei is de vloeistof die overblijft bij het maken van kaas. Geelgroen van kleur en een beetje zurig van smaak. Aanvankelijk wisten de boeren er niet goed raad mee. Dus maakte de boerin er weipap van, met krenten en gruttenbrij. Voed-
bedrijfsmiddelen beschikt, om op zo’n veelomvattende vraag een zinnig antwoord te krijgen. We hebben net zo lang gezocht tot we iemand vonden die nog meer verstand had van geitenmelk dan de geit zelf, bij wijze van spreken. We vonden die uiteindelijk bij de Universiteit van Gent. Inmiddels zijn de geitenhouder en deze Vlaamse wetenschapper samen aan het werk. En wij natuurlijk enorm nieuwsgierig naar het eindresultaat of misschien zelfs resultaten, wie zal het zeggen, dat weet je bij innovaties maar nooit”.
Businessvitamines Kees de Gooijer vindt het weiverhaal Dat hele proces van verbinden, verkennen, ondersteuning, een sprekend voorbeeld van de functie die een innovatieprogramma kan hebstimulering, versnellen, coördinatie en financiering is “de ben bij het aanjagen van innovaties. onmisbare vitamine voor een gezonde business. “Sinds de oprichting in 2006 hebben we meer dan driehonderdvijftig bedrijven bijgestaan, waarvan circa 90% MKB. Het belangrijkste is dat we ondernemers helpen de tijd tussen idee zaam en best lekker. Maar elke dag en productie zo kort mogelijk te houden. Of het nu gaat om een vernieudie pap, dat gaat vervelen. Hoeft wend product of ingrediënt, of een nieuwe service- of distributiemethode. ook niet, want wei is al lang geen Wij verzorgen introducties in nieuwe netwerken, toetsen businessplannen restproduct meer. De melkverwerop uitvoerbaarheid, en vooral haalbaarheid. Want een product maken is één, kende industrie heeft ontdekt dat maar het succesvol in de markt zetten, is twee. Vooral met dat laatste is veel, er vitamines in zitten, waaronder heel veel, geld gemoeid. Om een voorbeeld te noemen: heb je voor een stuk drie B - varianten, eiwitten, melkfundamenteel onderzoek een euro nodig, dan moet je er tien uitgeven om suikers en mineralen; te gebruiken dat door te ontwikkelen tot een product in het supermarktschap, en nog voor frisdranken en tal van voedseleens honderd euro aan marketinguitgaven om het onder de aandacht van producten en voedingsupplemende koper te brengen. Die financiële spankracht hebben de meeste kleine ten. Veelzijdig spul, die wei. en middelgrote ondernemers doorgaans niet. Dus bieden we ook financiële ondersteuning om de verschillende fases van het innovatieproces door te Dus vroeg een zelfkazende geikomen. Van 2006 tot en met 2010 werd binnen FND tenboer zich af of met zijn wei ook in totaal rond de 150 miljoen euro geïnvesteerd. Oninteressante dingen kunnen worgeveer 40% werd door de overheid gefourneerd. Voor den gemaakt. Dat geitenwei goed het verstrekken van risicokapitaal, dat niet tot onze is voor baby’s, zuiveltoetjes ermee competentie behoort, introduceren we de ondernemer worden verrijkt en dat je het in bij betrouwbare investeerders zoals PPM Oost." Geksnoep kan stoppen, wist die geitenscherend noemt De Gooijer dat hele proces van verbinboer wel. Maar, dacht hij, misschien den, verkennen, ondersteuning, stimulering, versnellen, zitten er in geitenwei nog andere coördinatie en financiering wel eens “de onmisbare toepassingsmogelijkheden die nog vitamines voor een gezonde business." niet zijn ontdekt, maar zakelijk wel eens buitengewoon interessant Open mind zouden kunnen zijn! “Maar niet alleen nationaal - hoewel daar vanzelfsprekend een zwaar accent ligt - maar ook internationaal Zinnige antwoorden moeten we voortdurend oude banden aanhalen en “Kijk”, zegt Kees de Gooijer, direcnieuwe samenwerkingsbanden smeden. Innovatie teur van het programma Food & stopt niet bij gemeente - of provinciegrenzen, zelfs niet Nutrition Delta (FND) “dat is nou bij een landsgrens. De zoektocht naar de geitenmelkeen perfecte vraag voor ons. Saprofessor illustreert dat voortreffelijk. Vinden we zo’n men aan de slag gaan met een expert niet in eigen land dan moeten we niet enghartig kleine ondernemer, die niet over reageren maar gewoon met een ‘open mind’ ons ‘innode wetenschappelijke noch over de
PPM Oost ■ Keynotes ■
49
Wanneer we bedenken dat alleen al een aantal gezondere aanpassingen van ons bestaande voedsel, zoals minder zout, suiker en vet, een besparing op de zorgkosten van 11,3 miljard euro kan opleveren, dan weten we toch waar Abraham de spreekwoordelijke mosterd haalt.
vatiegeld’ deels over de grens besteden. Heel Europees! Het gaat er immers om dat die Nederlandse geitenboer de kans krijgt van z’n wei iets te maken waar de markt straks versteld van staat.” Hub De Gooijer vervolgt: “Internationale contacten zijn ook een prima middel om de aandacht te vestigen op Nederland als aantrekkelijke vestigingsplaats voor buitenlandse bedrijven. Maar als overkoepelend innovatieprogramma vinden we de komst van een nieuw bedrijf niet zaligmakend. In een mondiale economie kan intensieve samenwerking met een bedrijf aan de andere kant van de globe in een van onze eigen regio’s net zo goed veel arbeidsplaatsen opleveren. Ik zie veel in een positie van ons land als internationale Food Hub. Evenals containers moet ook kennis verder worden getransporteerd om ergens anders, op een andere plaats, te worden benut. We exporteren de gaafste paprika’s van de wereld en we faciliteren de binnenstromende kennis om er in onze economie nog meer kwaliteiten - waarde - aan toe te voegen.”
Het Woody Allen Kwartet Wie is Kees de Gooijer eigenlijk? Naar eigen zeggen is hij de man die voortdurend op zoek is naar het antwoord op de drie wezensvragen die filmacteur- en regisseur Woody Allen ook al stelde. Waarom zijn we hier? Waar gaat het naartoe? Wat eten we vanavond? Alleen zou Kees er graag een vierde vraag aan toevoegen: Welke wijn drinken we erbij? Werken voor Food & Nutrtion Delta betekent voor Kees de Gooijer steeds wisselende configuraties creëren tussen wetenschap, overheid en bedrijfsleven. Soepel die drie ballen in de lucht houden! Zonder die drie komt er te weinig innovatie van de grond en slibt onze kenniseconomie dicht. Aan zijn manier van doen te zien, vindt hij dat gejongleer met die ballen meer dan prachtig.
50
PPM Oost ■ Keynotes ■
Goodies en baddies Volgens Kees de Gooijer is de tijd gekomen om heldere keuzes te maken. “Als Nederlandse voedingssector kunnen we niet overal de beste in zijn. Daarvoor is het voedingslandschap te gefragmenteerd. We moeten thematiseren. Voedsel & Gezondheid zou wel eens een zeer toekomstbestendige kunnen zijn. Specialiseren in ‘the goodies & the baddies’ wordt dat wel genoemd. Lucht, water en zout zijn momenteel de goedkoopste bestanddelen van menig voedselproduct. Onze ambitie zal dan moeten zijn om kennis omtrent zoutvervangende ‘ingrediënten’ zozeer te vergroten dat zij in betekenende mate gaan bijdragen aan gezonder eten mits de smaak behouden blijft. Dat laatste is een uitdaging op zich. Met die themabenadering valt veel goed geld te verdienen. Niet alleen voor het bedrijfsleven maar ook voor de samenleving als geheel. Wanneer we bedenken dat alleen al een aantal gezondere aanpassingen van ons bestaande voedsel, zoals minder zout, suiker en vet, een besparing op de zorgkosten van 11,3 miljard euro kan opleveren, dan weten we toch waar Abraham de spreekwoordelijke mosterd haalt” aldus Kees de Gooijer. ■
DE SMAAKBIOGRAFIE VAN KEES DE GOOIJER Kapot gekookte andijvie vindt hij het allerergste. Zijn grimas van afschuw spreekt boekdelen. Eten moet een feestje zijn in je mond, vindt hij. Dus begrepen de Papoea’s hem volstrekt verkeerd toen zij hem ‘Papede’ voorzetten, een lokale ‘delicatesse’ van gekookte sago. Door Kees omschreven als een plakkerige hap, zonder structuur en zonder bite. Zijn hemelse gerecht is de chocolademousse van zijn Franse vrienden te Châlons - en - Champagne. Over de mousse
wordt een flinterdun wafeltje verkruimeld, en daarbij wordt een kelkje Guignolet, een huisgemaakte kersenlikeur, geserveerd. In eigen keuken maakt hij graag ‘zijn’ trio van rode biet. Een torentje van plakjes biet, feta en veldsla of rucola, besprenkeld met wat gembersiroop. Het tweede hapje bestaat uit gehakte biet, gemengd met grove mosterd en Pekmez, ingedikt druivensap. Het trio wordt vervolmaakt met bietenmousse met crème fraiche.
PPM Oost ■ Keynotes ■
51
Heden verse aardbeien De lekkerste aardbeien komen uit Spanje, wordt weleens beweerd. Komt de herinnering van de toeristen die in het voorseizoen op de Spaanse strandterrassen hebben gesmuld van verse aardbeien met slagroom? Voor de thuisblijvers worden de zomerkoninkjes in grote hoeveelheden vanuit Spanje aangevoerd.
52
PPM Oost ■ Keynotes ■
Maar zacht fruit, zoals de aardbei, is snel aan bederf onderhevig. Lastig probleem. Gaan ze te vroeg op transport, dan missen ze het laatste beetje zon en zijn ze niet lekker zoet, worden ze te laat in de vrachtwagen geladen dan is al gauw dertig procent bij aankomst niet meer geschikt voor consumptie. Dure grap.
Sensor gaat mee op reis Deze sensor wordt in elke aardbeiencontainer gestopt en gaat de hele reis mee, tot aan de eindgebruiker. Op afstand kan elke temperatuurwisseling, die tijdens het transport optreedt en van nadelige invloed kan zijn op het versproduct, worden afgelezen. Er hoeven dus geen containers meer voortijdig worden opengemaakt om de versheid te controleren. Trouwens, niet alleen
Een slimme sensor die mee op transport gaat, zodat leverancier of supermarkt niet voor vervelende verrassingen komen te staan. op grote afstand. Er zit ook apparatuur in het boardsysteem van de vrachtwagens zodat de vrachtwagenchauffeur zelf kan zien wat er met zijn gevoelige lading gebeurt wanneer hij zijn koelaggregaat te lang heeft uitgezet om brandstof te sparen. Met smoesjes hoeft hij bij aankomst dus niet aan te komen, want elke temperatuur is geregistreerd.
Maar het probleem van overrijpe of zelfs beschimmelde aardbeien behoort tot het verleden. Een slimme sensor die mee op transport gaat, maakt het mogelijk om de aardbei tijdens de hele transportketen te volgen zodat leverancier of supermarkt niet voor vervelende verrassingen komen te staan. De sensor die is ontwikkeld door Ambient Systems is gebaseerd op een versheidalgoritme die aan de hand van de temperatuur van de aardbeien precies uitrekent of ze nog een, drie of meer dagen verwijderd zijn van hun ideale winkelrijpheid.
Hete chocolade De sensor van Ambient Systems is voor meer producten en toepassingen geschikt. Zo mag opgeslagen cacao in pakhuizen niet te warm worden want dan vliegt ’t in de fik. Cacao groeit in de landen langs de evenaar en is dus lang onderweg naar de eindgebruiker. Wel gaat de route bijna altijd via Amsterdam. Sinds de tijd van de VOC wordt daar de toekomstige chocolade opgeslagen in gigantische silo’s en pakhuizen. De beste kwaliteit in jutezakken, de rest in bulk. Van daaruit wordt de grondstof doorgevoerd naar fabrikanten of verwerkers. Niet altijd van de ene op de ander dag. Hangt af van de prijs. Is die laag dan blijft de cacao opge-
slagen, in afwachting van betere tijden. Ondertussen kan er van alles misgaan. Cacao is vet en plakkerig spul. Grootste vijand is dan ook broei. In die gigantische hoeveelheid opeengestapelde cacao, kom je er echter niet makkelijk achter waar ergens de temperatuur gevaarlijk oploopt. En warme chocolademelk: prima. Maar hete cacaoboter brandt als een tierelier. Lange thermometers in de cacaoberg prikken, was tot voor kort de enige remedie. Maar bij zulke steekproeven is het toeval te groot om serieus bedrijfsveiligheid te kunnen garanderen. Steek je een halve meter naast zo’n broeinest, dan wordt er ook geen koorts gemeten, dus weet je nog niks. Mensenwerk, en dus onbetrouwbaar. Sociaal sensornetwerk Draadloze sensoren zijn wel betrouwbaar. Kleine kastjes die als ‘smart points’ op elke denkbare plek kunnen worden geplaatst. En van daaruit een constante stroom van actuele informatie leveren; fijnmazig, fijnkorrelig, op elk gewenst moment. Lokaal ingewonnen informatie, functionerend in kleine circuits in een heleboel verschillende silo’s. De sensoren wisselen onderling voortdurend berichten uit maar ‘praten’ niet met elkaar. Valt er een uit, dan helpen ze elkaar door
Ambient Systems staat aan de wieg van de derde generatie actieve commerciële RIFD - systemen. Deze sensoren kunnen goederen, in ‘real time’ volgen en controleren op specifieke eigenschappen die ergens in de transportketen aan verandering onderhevig kunnen zijn. De geldbedragen die hiermee in logistieke processen worden bespaard, worden steeds groter. Ambient Systems heeft die ontwikkeling goed aangevoeld.
PPM Oost ■ Keynotes ■
53
automatisch naar de dichtstbijzijnde over te schakelen. Zodoende functioneren sensoren als een sociaal netwerk. Zonder overbodige poespas, want onnodige informatie wordt zo vroeg mogelijk weer weggegooid. Zuinig met energie, zuinig met informatie. Pas als een signaal op rood springt, wordt van de lokale infrastructuur naar het centrale niveau opgeschaald. Eerder niet. In het jargon ‘event detection’ geheten. Digitale muizenvangers Wie eenmaal vertrouwt op de geruisloze dynamiek van sensoren, ziet haast als vanzelf nog veel meer mogelijkheden. Want een sensor die brand kan voorkomen, kan ook andere gebeurtenissen controleren. Hoe vaak de pakhuisdeuren open en dicht gaan en wie er allemaal in en uit gaan, bijvoorbeeld. Kostbare waar, die cacao, per slot van rekening. De sensor als portier. Sensoren zijn ook erg handig, als je wilt weten waar op een enorm groot bedrijfsterrein die ene vorkheftruck of bulldozer staat. Zit er eenmaal een sensor op, dan is een
Ambient Systems levert derde generatie actieve RFID - radio frequency identification - oplossingen. Hiermee kunnen bedrijven fysieke objecten ‘checken’, ‘tracken’ en ‘tracen’. Sensoren helpen dan bij distributie en transport om de kosten te verlagen en de kwaliteit en efficiëntie in de logistieke keten te verbeteren. Ambient Systems installeerde wereldwijd reeds meer dan 100 RIFD - systemen. Van temperatuurbewaking bij een fastfoodketen tot het monitoren van koraal en de kwaliteit in het ‘Great Barrier Reef’, een wereldberoemd natuurgebied, op zeventig kilometer uit de kust van Australië.
54
PPM Oost ■ Keynotes ■
In Oost-Nederland is de kennis op het gebied van draadloze sensornetwerken wijd verbreid. Meer dan 80 bedrijven hebben zich gespecialiseerd in die technologie. In samenwerking met Universiteit Twente, leverancier van een indrukwekkend aantal spin - offs, wordt dagelijks gewerkt aan innovaties.
blik op de beeldschermplattegrond voldoende. De sensor als detective. Muizenvallen op de sensor aansluiten, kan ook. Grappig genoeg werd er bij de eerste proef kaas in de val gestopt. Gek idee, een serie ouderwetse vallen, met een ultramoderne sensor. Maar het werkt prima, de sensor vertelt precies welke muizenvallen waar zijn dichtgeklapt. Overigens zijn de vallen tegenwoordig vervangen door kastjes. De sensor als muizenvanger. Juist lage intelligentie Chemische laboratoria en veel industriële bedrijvigheid zijn bij uitstek sensorgeschikte omgevingen. Ontsnapt er niet ergens een verkeerd gas? Trilt daar de machine niet te veel? Staan in die loods twee vaten chemicaliën niet te dicht naast elkaar of zijn er teveel vaten op een kluitje neergezet? Allemaal onzekerheidsfactoren in de arbeidsomgeving die door sensoren worden geëlimineerd. De sensor als arbeidswetdienaar. Hoe meer sensoren, hoe betrouwbaarder? De stelling dat meer informatie per definitie altijd betrouwbaarder is dan minder, is lang niet altijd houdbaar. Complexiteit kan verwarring zaaien en de veiligheidstolerantie verlagen. Technologiebedrijf Ambient Systems heeft dat probleem opgelost
door sensoren te ontwikkelen met juist een zo laag mogelijk intelligentie; communicerend binnen een lokale infrastructuur. Minimale intelligentie, maximaal rendement. Het Zeeuws meisje onder de sensoren. Snuffelende verrekijker Supermarktketen AH werkt ook met sensoren. De grootgrutter gebruikt ze om de temperatuur in hun vriezers en koelkasten te meten. Winkelketens kunnen evenwel met sensoren nog oneindig veel meer controles uitvoeren. Door ze te gebruiken als verrekijker. Om te zien hoe de reis van een zending bananen verloopt. Vanaf de inpakcentrale in een bananenrepubliek tot op de fruitafdeling in de winkel. Kilometer voor kilometer en zeemijl voor zeemijl wat er onderweg gebeurt. Niet alleen de temperatuur in het koelschip wordt gecheckt. Ze kunnen zelfs vaststellen, op grond van temperatuur en CO meting, dat de bananen in de ene doos net iets rijper zijn dan in een andere. Handig voor de verkoop, fijn voor de klant. De sensor als snuffelaar. ■
Innovatie Innovatie in de VOEDING
in de VOEDING FOOD FUTURE biedt MKB’ers uit de voedingsmiddelenindustrie in het DuitsNederlandse grensgebied kennis en ondersteuning bij het ontplooien èn implementeren van innovaties en nieuwe technologieën. Ondernemers krijgen de kans processen en producten te vernieuwen door grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden tussen bedrijven en kennisinstellingen op te zetten in de vorm van concrete projecten. Deelname aan FOOD FUTURE geeft toegang tot een groot grensoverschrijdend netwerk van bedrijven en kennisinstellingen in Nederland en Duitsland. MKB-ers ontvangen financiële steun bij het inzetten van experts en het opzetten van innovatieprojecten.
Technologie
www.food-future.eu
Kennis Ondersteuning www.deutschland-nederland.eu
INTERREG - Grenzregionen gestalten Europa
Europäischer Fonds für Regionale Entwicklung der Europäischen Union
INTERREG - Grensregio’s bouwen aan Europa
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van de Europese Unie
Nederland eet eieren met de rem erop. De consument meent nog altijd dat te veel eieren slecht is voor je cholesterol. Wetenschappelijk bewezen onzin. Eieren zijn van nature goed. Ze zitten boordevol proteïnen. De sector moet dat verhaal veel krachtiger vertellen!
Kippen in Kazachstan Dutch Poultry Centre matcht de pluimveesector Overal ter wereld zijn mensen in de weer met pluimvee en eieren. Ze eten ze op of maken er industriële producten van. De WorldFood - beurs in Almaty, hoofdstad van Kazachstan, was een mooie aanleiding om ook daar Nederland als pluimveeland op de kaart te zetten. Dus organiseerde Dutch Poultry Centre (DPC) een handelsreis. De delegatie bestond uit zeventien leden die ieder op eigen wijze een gezicht gaven aan kwaliteit, kennis en innovatie van de Nederlandse pluimveesector. Een sector die aan de absolute wereldtop staat en dat ook wil blijven. Geschakelde kennis Bij Dutch Poultry Centre draait het om het creëren van een broedplaats van contacten en samenwerkingsverbanden die aan waarde winnen door het delen van kennis en het bieden van complementaire oplossingen. Kruisbestuiving tussen de primaire, industriële en verwerkende bedrijven, daar gaat het om bij DPC. Opvallend bij dit netwerkinitiatief is dat het haast als vanzelf de juiste partners aantrekt; bedrijven en organisaties met een open blik op de wereld die vanwege die instelling graag zaken met elkaar doen. Niet in de laatste plaats omdat in een mondiale economie het ontwikkelen van het innovatiepotentieel in de pluimveesector alleen nog kans van slagen heeft als er wordt gewerkt met een doelbewuste aaneenschakeling van kennis die in de keten op diverse plaatsen aanwezig is. Supersterk imago Handelsmissies en promotiereizen naar verre landen, zoals eerder naar de Vakbeurs Innovatieve Veehouderij in Rusland - ook de Rus moet aan de Barneveldse kip - en straks naar China, trekken altijd de aandacht. Maar DPC doet veel meer om de leden individueel en de pluimveesector als geheel van dienst te zijn. De meeste energie wordt gestoken in kennisbijeenkomsten, het matchen van bedrijven, clustering van activiteiten en permanente bewaking van het supersterke imago van de Nederlandse pluimveesector. Dit continu uitdagen van specialisten om de sector levendig en spraakmakend te houden, heeft zijn weerslag gevonden in de jaarlijkse innovatiewedstrijd. Het bedrijf of de instelling met de meest tot de verbeelding sprekende innovatie, krijgt de Kip van Columbus, de innovatieprijs van de Nederlandse pluimveesector.
56
PPM Oost ■ Keynotes ■
Hanen en hennen Op de pluimvee - innovatiedag 2009 werd de ‘Kip van Columbus - Innovatieprijs’ in de wacht gesleept door de ‘Quality Time - stal’. Een innovatieve huisvestingsoplossing, ontwikkeld met de Animal Sciences Group Wageningen UR. Een van de bijzonderheden van deze innovatie is dat ’s morgens de hanen van de hennen worden gescheiden. Dat gebeurt omstreeks zeven uur als de hanen bij de voederbakken zitten. Dan daalt er tussen hen en de hennen een hek naar beneden. Zo krijgen de hennen de tijd om eerst te poetsen, te eten, een nest te maken en een ei te leggen. Rond het middaguur volgt dan het stof- en zonnebaden, waarna er graan wordt gestrooid zodat de hennen lekker kunnen scharrelen. Doordat gescharrel krijgen de hanen nog meer zin om te paren en dat gebeurt dan ook zodra het hek weer omhoog gaat. Met aanmerkelijke reproductieresultaten. “Een procent meer kuikens levert 6500 euro op,” rekent kippenhouder Gerrit van den Berg voor.
Foto: Ben Bläss
De Nederlandse pluimveesector is springlevend en topalert om in eendrachtige samenwerking qua innovatie en handel de mondiale businessstrijd aan te gaan.
Kip van Columbus De veelzijdige Caroline van Ockenburg ontwierp in opdracht van het bestuur van Dutch Poultry Centre, een sculptuur, met een kipvorm als constante. De
Frisse kijk op de zaak Het bedrijf Kunststofwerktuigbouw van Klaas Wubs Boxtel veroverde in 2010 de ‘Kip van Columbus’ met een biologische luchtbehandelingtechnologie voor pluimveestallen. Het concept waarmee lucht wordt gewassen, zodat ammoniak, geur en stof tegen lage energie- en onderhoudskosten worden verwijderd, zonder dat er spuitwater aan te pas komt, gooide de hoogste ogen. De gecertificeerde milieuvriendelijke KWB - Nitro Air wasser levert tevens een positieve bijdrage aan het bijstellen van het maatschappelijk imago van de pluimveehouderij, oordeelde de jury.
kunstenares spreekt van “een innovatief
Topalert De innovatieve activiteiten van de leden van Dutch Poultry Centre beslaan een enorme bandbreedte. Van ‘Momentenei’ tot eieren die kunnen helpen blindheid te voorkomen en van individuele verdovingsystemen voor vleeskuikens tot het omzetten van slachterijproducten in grondstof voor de industrie van diervoeders. De Nederlandse pluimveesector is springlevend en topalert om in eendrachtige samenwerking qua innovatie en handel de mondiale businessstrijd aan te gaan. DPC speelt daarbij een initiërende en overkoepelende rol. “We willen partijen samenbrengen om knelpunten op te lossen. En daar willen we ons mondiaal mee profileren. Er is maar één innovator op pluimveegebied, en dat is de Nederlandse sector,” aldus Jacco Wagelaar, voorzitter DPC. ■
van het ei te benaderen, in het andere
proces omdat - evenals bij elke andere innovatie - er altijd verwantschap bestaat met het voorafgaande terwijl het tegelijk een nieuwe manier is van constructie, kijken en ervaren.” Werd de ene keer gekozen voor een forse vorm van keramiek om de schaal geval kenmerkte het plastiek zich juist door toevoeging van de zachte textuur van nestmaterialen. Volgens kunstkenners zijn haar sculpturen op zichzelf al een enorme stimulans om de jaarlijkse innovatieprijs van de pluimveesector te willen winnen.
PPM Oost ■ Keynotes ■
57
De ambitie van Ojah is BEETER Geen vlees, geen vis. ’t Is BEETER. Minder vlees, meer gezondheid en milieu. Alleen al het groeiend aantal vegetarische kookboeken laat zien dat er sprake is van een trend. Hoe sterk die trend is, bleek afgelopen oktober toen de ‘Vegetarische Slager’ in Den Haag een winkel opende. Het loopt storm. Allemaal belangstellenden die niet in de war waren geraakt door de tegenstelling in de beroepstitel: ‘vegetarische slager’. Het assortiment maakt het allemaal nog verwarrender. Japanse, Chinese en Italiaanse gerechten die onmiskenbaar doen denken aan kip, varken en gemalen beest. Zo zien ze eruit, zo smaken ze ook. Maar ze zijn het niet. Er komt vlees noch vis aan te pas. Alle gerechten zijn plantaardig, bereid met vleesvervangers.
Dat vleesvervangers eruit zien als vlees, komt omdat het niet iedereen lukt om in een eenmalige ommezwaai over te stappen van kipkluifjes op pompoenhachee of preitaart. De carnivoor in ons is daarvoor nog te prominent aanwezig. Dus beginnen we stapje voor stapje; als deeltijdvegetariër. Trouwens, waarom zou een puur plantaardige snack of tussendoortje er niet vleesaardig uit mogen zien? Geïnspireerd door die nuchtere constatering togen voedseltechnologen Frank Giezen, Wouter Jansen en Jeroen Willemsen aan het werk. In de keuze van de grondstof, de juiste samenstelling van de ingrediënten en het ontwikkelen van een proefopstelling om het product te produceren, ging enorm veel tijd zitten. Innoveren is een kwestie van geduld en tegenslagen overwinnen. Maar toen het moment voor de eerste echte proeverij eenmaal was aangebroken, klonk een kreet van herkenning: “Ojah!” Dat was de smaak die ze zochten. Neutraal, beetje hartig, en het mondgevoel dat hen al die tijd voor ogen had gestaan. Zo hadden ze altijd gewild dat het zou smaken, en zo smaakte het ook. Zo’n ‘patentmoment’ moet je vasthouden. Vandaar de naam van het bedrijf: Ojah.
Kauwsensaties Het resultaat van jarenlang noest opschalingonderzoek en experimenteervlijt is nu bij de Vegetarische Slager te koop. Beeter heet ‘t! Een productnaam waaruit zelfverzekerdheid en ambitie spreekt. Wie te horen krijgt dat het wordt gemaakt van niets anders dan soja en water gelooft zijn eigen smaakpapillen niet. Want het is sappig en heeft een stevige beet waardoor het de instinctieve behoefte bevredigt om lekker te kauwen. Met die beet of ‘bite’ is
58
PPM Oost ■ Keynotes ■
Het productieproces maakt het mogelijk om te variëren; van de malsheid van kip tot de stevigheid van inktvis. Alle kauwsensaties zijn maakbaar.
nog iets bijzonders aan de hand. Het productieproces maakt het mogelijk om ook daarin te variëren; van de malsheid van kip tot de stevigheid van inktvis. Alle kauwsensaties zijn maakbaar.
Derde generatie vleesvervangers De bedenkers en makers van Beeter typeren hun producten als de derde generatie vleesvervangers. Niet alleen omdat het compleet vrij is van dierlijke ingrediënten maar vooral omdat je er, in tegenstelling tot eerdere vleesvervangers, alles mee kan doen wat met gewoon vlees ook kan. Stoven als draadjesvlees, bakken als hamlap of karbonaden, braden als kip, pocheren als kabeljauw, grillen op de barbecue; je kunt het qua bereidingwijze zo gek niet bedenken of het gaat met Beeter. Marinades, kruiden of specerijen doen de rest. Circa drie miljoen Nederlanders geeft aan minstens één dag in de week geen vlees te willen eten. Maar slechts twintig procent daarvan lukt het daadwerkelijk om zo’n vleesloze dag te praktiseren. Een niet te onderschatten consumentencategorie die een kwaliteitboost in het vegetarisch segment dus best kan gebruiken. Voor deze vleesverlaters is er nu eindelijk een product op de markt dat de overstap zowel aantrekkelijker als eenvoudiger maakt. Niet in de laatste plaats omdat de lekkere hapjes die ervan kunnen worden bereid, ook nog vezelrijk en vetarm zijn, cholesterolvrij en rijk aan eiwitten. En dat krijg je allemaal binnen bij de hutspot, de spaghetti, de saté of de roerbakschotel. Voor het eerste is er een vleesvervanger die smaakt zoals de vegetarisch kok dat het liefst wil. Dat wil zeggen: elke keer anders; afhankelijk van de behoefte, zin of gelegenheid.
Slag om de smaak Beeter wordt duurzaam geproduceerd. De grondstoffen worden in één stap verwerkt. Er is weinig water voor nodig en het energiegebruik is naar verhouding laag. Dat het product geen geur- en smaakstoffen bevat en E - nummervrij is, spreekt eigenlijk vanzelf. In grote en kleine hoeveelheden verpakt, maakt het de toepasbaarheid in kant - en - klaarmaaltijden, maaltijdsalades, sausen, soepen, quiches, snacks en stamppotten alleen maar aantrekkelijker. Industriële producenten zullen er van smullen. Wanneer Beeter massaal in de supermarkten verkrijgbaar zal zijn, weten ze bij Ojah nog niet. Alle opties worden onderzocht. Want nu de slag om de smaak is gewonnen, wordt het tijd de markt te veroveren. Medio 2011 opent Ojah de deuren van haar productiefabriek. Vanaf dan is Beeter breed verkrijgbaar in allerhande varianten en maaltijden. Via www.eetbeeter.nl blijft iedereen op de hoogte. ■
PPM Oost ■ Keynotes ■
59
CEO à la CARTE
60
PPM Oost ■ Keynotes ■
Koken, eten en een goed gesprek. Zijn er aangenamere combinaties denkbaar? Niet zo gauw. Nu is er ook een boek over. Met het beste van die drie werelden samengebracht. CEO à la Carte Exclusieve uitgave. Niet te koop. Wel verkrijgbaar. Over het hoe en waarom van deze innovatieve formule een gesprek met uitgever Fridie van Loon.
De titel suggereert dat voor de meeste topfunctionarissen en topbestuurders eten met relaties gewoon werk is. Wat er op tafel komt, is eigenlijk maar bijzaak. Klopt dat beeld? Zaken doen en lekker tafelen gaan inderdaad slecht samen. Of je bent in de ban van de goede deal die je denkt te sluiten. Of je raakt verrukt door de culinaire prestatie op je bord. Je aandacht verdelen, is dan lastig. Het gekke is dat we tegelijk geneigd zijn om onze relaties culinair in de watten te leggen. Vooral als de verwachtingen omtrent de zakelijke revenuen hoog gespannen zijn, zijn we graag bereid flink in de buidel te tasten. Geen mosselen maar oesters, geen slobberwijn maar een grand cru, dat soort dingen. Daarin zit veel tegenstrijdigs. De discrepantie tussen goed zakendoen en goed eten wordt er eigenlijk alleen maar groter door. De nadruk die in CEO à la Carte wordt gelegd op de combinatie: koken, eten en gesprek voeren wekt de indruk dat het boek een soort filosofische verhandeling is over culinaire waan en werkelijkheid? Wie wat langer dan gemiddeld stil staat bij een fenomeen en er vragen bij stelt, wordt tegenwoordig al gauw voor een filosoof aangezien. En het is waar dat de drie onderwerpen die in dit boek worden samengebracht, vanwege het bijzondere van die combinatie tot nadenken kan stemmen. Maar toch gaat het op de eerste plaats om Het boek gaat in op de trend dat zowel in het zakenleven een vertaling van een actuele trend. als in het openbaar bestuur, de behoefte is gegroeid om het Het boek gaat in op de trend dat zowel in het zakenleven als in het openvertrouwen te herwinnen dat verloren is gegaan. baar bestuur, de behoefte is gegroeid om het vertrouwen te herwinnen dat verloren is gegaan. En vertrouwen hangt onmiskenbaar samen met een zekere mate van intimiteit. Eenmaal de broosheid van de balans tussen die twee ervaren, besef je tevens dat het creëren van een bepaalde ambiance een absolute voorwaarde is om aan herstel van vertrouwen te werken. Dat topfunctionarissen dat haarfijn aanvoelen, verklaart waarom zij hun relaties steeds vaker bij hun thuis uitnodigen voor een zelfbereide maaltijd. En zo komt het accent weer te liggen op de oerfunctie van elke maaltijd: het welkome, het gezamenlijke en tegelijk persoonlijke, en vriendschappelijke. Elke goede hobbykok heeft wel een paar goede kookboeken in de keukenkast. Er liggen etiquettegidsen in de winkel en over effectief communiceren zijn hele bibliotheken volgeschreven. Wat voegt CEO á la Carte daar nog aan toe? De beleving. We hebben de drie hoofdbestanddelen van elke succesvolle maaltijd: goed koken, goed eten en een goed gesprek volledig geïntegreerd. Dat maakt het tot een veelzijdig boek. Als kookboek met leuke, helder beschreven recepten waarmee elke goede thuiskok uit de voeten kan, zonder dat er bij de inkoop van de ingrediënten of achter het fornuis
PPM Oost ■ Keynotes ■
61
capriolen moeten worden uitgehaald. Onappetijtelijke taferelen van kokende gastheren die bezweet en gestrest de keuken uit komen hollen om tussendoor nog eventjes aan tafel de honneurs waar te nemen, zijn verleden tijd. Het moet wel gezellig blijven. Het boek is ook te gebruiken als menukaart van een tien gangendiner; van amuse tot nagerecht en van aperitief tot digestief. Met een subtiele afwisseling van traditionele gerechten die als het ware opnieuw op de kaart worden gezet, en eigentijdse gerechten die verrassen door hun multiculturele smaakcomposities. Verder doet het boek dienst als etiquettewijzer. Om een voorbeeld te noemen. Aan de stijlvol gefotografeerde afbeelding van elk gerecht, kun je tevens de voortgang van het diner aflezen. Het visbestek is dus bij het vleesgerecht afgeruimd. De witte wijn opgevolgd door rood. Door dit ‘bewegende diner‘ verder aan te vullen met wetenswaardigheden over wijn, tafelmanieren en kledingtips, worden de CEO en zijn of haar gasten uitgenodigd na te denken over de verschillende functies die eten in ons leven vervult. Het maakt een enorm verschil hoe dicht je nog bij het gevoel zit dat eten een eerste levensbehoefte is. Praten, we doen niet anders. Wat kan CEO á la Carte daar nog aan toevoegen, behalve het advies om af en toe onze mond te houden? De behoefte aan een goed gesprek is nog nooit zo groot geweest. Geen vrijblijvende babbeltjes, maar een serieuze uitwisseling van meningen die er toe doen. Voedsel voor de geest, zeg maar, daar hongeren we naar. Daarom is bij elke gang een startgespreksonderwerp opgenomen. In totaal tien die het verdienen in goed gezelschap besproken te worden. Luchtig maar niet De behoefte aan een goed gesprek is nog nooit zo groot loos. Over veranderingsmanagement, mannelijke en vrouwelijke leiders, de marketing geweest. Geen vrijblijvende babbeltjes, maar een seri- van een nieuw soort jenever en de betekevan dakterrassen voor de kenniseconoeuze uitwisseling van meningen die er toe doen. Voed- nis mie. Stijlvolle gedachten, gedebiteerd met een twist. Een inspiratiebron voor echte sel voor de geest, zeg maar. fijnproevers. Als CEO á la Carte niet te koop is in de boekhandel, hoe komt de directeur of topbestuurder dan aan dit boek? CEO á la Carte is ontwikkeld als relatiegeschenk, vol van betekenissen. Het kan als een originele tastbare invitatie worden gebruikt die je overhandigt of toestuurt aan de gasten die je wilt uitnodigen voor een etentje bij je thuis. Het grappige is dat niet alleen het menu er in staat, maar ook de recepten. De gasten aan de tafel weten dus wat er in de keuken gebeurt terwijl ze luchtig aan het converseren zijn; ze weten alleen niet hoe het smaakt. En dat is een van de essenties van maaltijdbereiding, de kok brengt met zijn of haar talent de finishing touch aan. Hetzelfde diner zal bij een andere thuiskok altijd weer enigszins anders smaken. En dat is meteen ook de dubbelfunctie van CEO á la Carte als geschenk. Degene die het heeft gekregen - als invitatie in boekvorm, of als een leuk relatiegeschenk - kan het thuis ook weer op diverse manieren gebruiken. Als kookboek, maar ook als leesboek. Of - en dat zou natuurlijk het leukste zijn - om te worden gebruikt om hetzelfde diner in z’n geheel op te dienen aan eigen gasten. Is de CEO geen thuiskok, maar wil hij wel gasten thuis uitnodigen, geen nood, dan hoeft ie het boek alleen maar aan een thuiscateraar te overhandigen. Die weet dan precies wat hem te doen staat. ■
62
PPM Oost ■ Keynotes ■
Gelderland
voor innovaties
Innovatiekrediet voor MKB-ondernemers
met goede ideeën
Veel investeerders zijn terughoudend als het gaat om financiering van innovaties. Ze kunnen het resultaat niet voorspellen en weten dus niet of ze de investering terugverdienen. Dit is begrijpelijk, maar voor ondernemers vaak frustrerend. Goede projecten blijven hierdoor op de plank liggen en bedrijven kunnen niet de gewenste groei realiseren.
Naast de bestaande borgstelling is Gelderland voor Innovaties uitgebreid met een innovatiekrediet. Vanuit Gelderland voor Innovaties kan een krediet worden verstrekt voor de ontwikkeling en realisatie van innovatieve projecten. Het innovatiekrediet financiert 50% van de ontwikkelingskosten tot een maximum van 75.000 euro. De ondernemer zorgt voor de andere 50%.
Voor voorwaarden en aanmelding: www.gelderlandvoorinnovaties.nl
Gelderland
voor innovaties
Gelderland voor innovaties is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de Europese Unie.
Van zwart zaad tot gouden olie
Koolzaadboeren in Gelderland en Overijssel zochten nieuwe afzetgebieden en andere mogelijkheden om een goed rendement te halen. Ze probeerden het met biodiesel maar dat bracht niet genoeg op. Daarom schakelde Colzaco, de vereniging van koolzaadtelers, het Foodatelier in. “Dit is het zaad, wat kunnen we ermee?”
64
PPM Oost ■ Keynotes ■
Het Foodatelier in Enschede verzint en ontwikkelt voor de consument aantrekkelijke en handige producten. Eigenaar Marc Oude Luttikhuis: “Wij zijn een soort architect in food. Je kunt ons vergelijken met een ontwerpbureau, met dat verschil dat ons eindproduct eetbaar is." Hij strooit wat zwart zaad over tafel. “Zo ging het met Colzaco. Ze zeiden, dit is het zaad, wat kunnen we er mee? Er was zaad en er was een vereniging.” Aan Oude Luttikhuis en zijn team de uitdaging om met ideeën en een plan te komen. Het Foodatelier maakte een marktanalyse en een businesscase. Vervolgens werd voorgesteld eerst aan de slag te gaan met de ontwikkeling van een olie voor in de keuken. Belangrijk advies aan Colzaco: zoek samenwerking met andere partijen, zoals een fabriek die het koolzaad kan verwerken. En zorg dat je zelf de regie houdt, maar houd niet alles in eigen hand. Zoek naar goede partners met ieder hun eigen expertise.
Brassica wint Innovatieprijs De olie werd ontwikkeld. Smaakjes werden getest in de proefkeuken in de Enschedese wijk Roombeek. In de werkplaats kreeg het eerste product vorm. De olie ontstaat door een eerste milde persing, waarbij alleen de kern van de koolzaden gebruikt wordt. In koolzaadolie zitten Omega 3 en Omega 6 vetzuren. Die zijn meervoudig onverzadigd, en daarom gezonder. De olie is geschikt om te bakken en te braden, en kan ook in salades verwerkt worden. Het Foodatelier adviseerde om de verkoop en distributie niet zelf te doen. Hiervoor werd keukenkruiden - en sausenspecialist Verstegen aangetrokken.
‘Brassica’ werd vorig jaar gelanceerd in drie smaakvariaties. Dat gebeurde tijdens de Horecava, de grootste Nederlandse vakbeurs voor hotellerie en het restaurantwezen. De naam is bedacht door een van de samenwerkingspartners van het Foodatelier en afgeleid van Brassica Napis, de Latijnse naam voor koolzaad. Brassica was meteen een succes want het won de Horecava Innovation Award 2010 in de categorie Food & Beverage.
Mayo en meer Momenteel werkt het Foodatelier aan de ontwikkeling van een mayonaise, met de koolzaadolie als basis. Het recept wordt op de werkvloer uitgedacht en getest. De uiteindelijke receptuur wordt eigendom van de opdrachtgever, Colzaco dus. Ook hierbij helpt het Foodatelier met het zoeken naar de producenten. Het Foodatelier heeft mensen in huis met verschillende achtergronden en specialismen. Zo is er iemand met een koksopleiding en zijn er marketingmanagers, productontwikkelaars en levensmiddelentechnologen. Oude Luttikhuis zelf heeft de hotelschool gedaan en commerciële economie gestudeerd. Het is de bedoeling dat na de mayonaise meer producten verschijnen onder de naam Brassica. Een pastasaus hoort tot de mogelijkheden; evenals chips en brood. Of een vegetarisch product dat misschien wel kan worden gemaakt uit het eiwit van de koolzaadkoek die na het persen van de olie overblijft. Mogelijkheden genoeg! Oude Luttikhuis: “Het mooiste is natuurlijk als een bekend merk vraagt of zij de olie mogen gebruiken voor hun eigen mayonaise of sausen. Maar dat moet je verdienen, en dat kost tijd." ■
Kaassaus in stazak Melkveehouders uit de Beemster zochten nieuwe afzetmarkten en nieuwe toepassingen voor hun kaas. Het Foodatelier bedacht een kant en klare kaassaus in stazak. Nu wordt gewerkt aan een kaasfondue.
Milkshake on-the-go Een echte milkshake moet koud zijn en smeltend ijs bevatten. Hoe krijg je binnen vijftien seconden een milkshake zónder machine? Het geheim zit ‘m in de binnenkant van de verpakking. Het Foodatelier ontwikkelde deze samen met de opleiding Packaging Design & Management van Universiteit Twente.
Aspergecreme Een aspergeteler bracht jaarlijks circa vijftig ton aspergeschillen naar de vuilstort. Zonde, en afval storten kost geld. Het Foodatelier bedacht een methode om van de schillen een aspergecrème te maken die kan dienen als basis voor saus of als tapenade kan worden gegeten. Minder afval, meer opbrengst.
PPM Oost ■ Keynotes ■
65
R&D van FrieslandCampina komt naar Food Valley De R&D activiteiten van FrieslandCampina zijn op dit moment over zes verschillende locaties door Nederland verspreid. “Door de fusie van Friesland Foods en Campina in 2008 hebben we een sterke behoefte om onze R&D activiteiten te bundelen”, zegt Gerard Menting, director corporate organizational development van FrieslandCampina. “Bundeling van onze R&D activiteiten betekent een snellere uitwisseling van kennis en kunde en zal onze innovatiekracht vergroten. Zo kunnen we onze innovatieve kracht versterken en nieuwe toepassingsmogelijkheden van zuivel onderzoeken.” In de tweede helft van 2012 zal op een stuk grond van 15.000 m² op de campus van de WUR (Wageningen University Research Centre) al het goede van melk zichtbaar en merkbaar zijn.
Royal FrieslandCampina gaat een nieuw Research & Development centrum vestigen in het hart van de Food Valley in Wageningen. Hiermee wordt Wageningen het wereldwijde kennis- en innovatiecentrum van FrieslandCampina, het derde zuivelbedrijf ter wereld.
Impuls voor de regio De komst van zo’n grote en innoverende partij als FrieslandCampina, die met het R&D centrum plaats biedt aan 350 medewerkers, betekent een belangrijke impuls voor de regio. “Ons R&D centrum zorgt voor werkgelegenheid en Wageningen heeft een gunstige arbeidsmarkt met voldoende aanbod van gekwalificeerd personeel”, vertelt Menting. Diverse regio’s toonden zich geïnteresseerd, maar volgens Menting waren er voor FrieslandCampina twee belangrijke opties: “In Wageningen was al een groot deel van onze R&D gevestigd en kregen we de mogelijkheid om ons midden in Food Valley te vestigen. De WUR is een vooraanstaand internationaal wetenschappelijke voedingscentrum en Food Valley ontwikkelt zich tot een van de belangrijkste kennisinstituten van de wereld. De tweede optie was Amersfoort omdat daar ons nieuwe Central Office is gevestigd en synergie met o.a. sales en marketing belangrijk is. Voor beide opties was wat te zeggen.” Wageningen moest dus met goede argumenten komen om FrieslandCampina over de streep te halen.
66
PPM Oost ■ Keynotes ■
Constructief overleg Hoewel Amersfoort grote inspanningen verrichtte om FrieslandCampina naar zich toe te trekken, heeft het bedrijf uiteindelijk voor Wageningen gekozen. “De internationale reputatie van zowel de WUR als Food Valley is uitstekend en we verwachten veel van de spin off voor ons bedrijf”, zegt Menting. Hij is erg tevreden over de samenwerking tussen alle partijen die bij deze beslissing betrokken waren (zie kader). “Het overleg was constructief en het is in een hoog tempo verlopen. Dat maken we wel eens anders mee, vooral als er zulke grote partijen bij betrokken zijn. Het is aan de bovenkant van de organisaties opgepikt, waardoor we snel konden schakelen. Daar willen we alle betrokkenen een compliment voor geven.” De ontwikkelingsmaatschappij Oost NV en de provincie Gelderland waren actieve partijen die een stimulerende en faciliterende rol hebben gespeeld. “Zij hebben zich actief gericht op de argumenten die voor ons belangrijk waren om de stap naar Wageningen te wagen.”
Innovatie als kracht Het nieuwe R&D centrum in Wageningen wordt één van de grootste en meest geavanceerde researchcentra op het gebied van zuivel ter wereld. Menting: “Ons bedrijf is een coöperatieve onderneming en we willen waardevermeerdering voor onze veehouders creëren. Er is namelijk veel meer mogelijk met melk dan nu het geval is. We gaan ons richten op innovatie binnen consumentenproducten, nieuwe ingrediënten, uitbreiding van de toepassingsmogelijkheden van zuivel voor de farmacie en productontwikkeling voor de nieuwe opkomende markten in onder andere Zuid-oost Azië en West-Afrika. In onze strategische route 2020 neemt innovatie een belangrijke plaats in en deze kracht hebben we ook nodig om onze top 3 positie in de wereld te versterken.” ■
Oost NV: Geen algemeen verkoopverhaal Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV (Oost NV) is één van de partijen die een grote rol heeft gespeeld in de komst van FrieslandCampina naar Food Valley. Oost NV werkt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de provincies Gelderland en Overijssel om de economie van Oost-Nederland te versterken en de werkgelegenheid te bevorderen. “We behouden strategische bedrijven voor de regio en halen belangrijke partijen in food, health en technology hierheen”, vertelt Henk Ligtenberg, manager investeringsbevordering van Oost NV. “FrieslandCampina is een belangrijke partij binnen onze mission statement. We hebben ons niet op een algemeen verkoopverhaal gericht, maar op de wensen en vragen van FrieslandCampina. Hiervoor is een team opgesteld dat bestond uit mensen van het zuivelbedrijf, de provincie Gelderland, de WUR, de Gemeente Wageningen en de directie van BioPartner (een bedrijfsverzamelgebouw op WUR).” Oost NV schreef een bidboek voor FrieslandCampina waarin de invloed van de WUR, de operationele gebouwen, de bereidheid van de regering om te investeren in de lange termijnkosten en de nabijheid van gekwalificeerd personeel aan de orde kwamen. Maar ook de voordelen van Wageningen als vestigingsplaats met een goede infrastructuur, een groene omgeving en betaalbare woningmarkt werden benadrukt. De heer Ligtenberg: “Na anderhalf jaar was het overleg rond, een redelijk korte termijn als je nagaat dat het hier om een forse investering gaat.” Op dit moment is Oost NV in onderhandeling met enkele tientallen andere bedrijven die geïnteresseerd zijn in Food Valley en de regio Oost. “We trekken bedrijven aan en kunnen participeren in de financiën – twee disciplines die elkaar versterken. Van 2005 tot 2009 hebben we 170 intakes gehouden met serieuze spelers. Van die 170 intakes hebben we ruim 50 projecten/bedrijven gerealiseerd; gemiddeld dus 10 per jaar. Daarmee hebben we 1700 nieuwe arbeidsplaatsen en 120 miljoen euro aan investeringen voor de regio verworven.” PPM Oost ■ Keynotes ■
67
Ongedachte en onverwachte combinaties Check-Points spoort salmonella op
Fijn shoppen in de supermarkt. Bang om van al die lekkere hapjes ziek te worden? Ben je gek! Is toch gecontroleerd? Klopt, maar honderd procent zekerheid hebben we niet. Nog te vaak worden we opgeschrikt door voedselschandalen. Vieze soep, verkeerde kaas, schoonmaakmiddelen in frisdranken, foute babyhapjes. Iedereen weet inmiddels dat Salmonella geen kleine zalmsoort is maar een gemene bacterie waarvan je behoorlijk ziek kan worden; ja, zelfs dood kan gaan. Kan natuurlijk niet. Dus moeten de controles beter. Check-Points weet hoe dat moet. Met een routinematige test, gebaseerd op DNA - herkenning, die in één keer een groot aantal microorganismen opspoort. Door zo het logistieke proces effectiever in te richten, kunnen voedselproducten veiliger, verser en gezonder op de markt worden gebracht. Ei van Columbus?
68
PPM Oost ■ Keynotes ■
Incidenten in de voedingsmarkt hebben het vertrouwen van de consument regelmatig op de proef gesteld. De roep om grotere veiligheidgaranties nam, bij levensmiddelenfabrikanten en consumenten, dusdanig toe dat voedselveiligheid inmiddels is gepromoveerd tot een beleidsissue met topprioriteit. Dat blijkt onder meer uit de vergevorderde plannen om zowel een Nederlandse als Europese voedselautoriteit (die zijn inmiddels opgericht) in het leven te roepen. Onbetrouwbaar voedsel is echter niet alleen slecht voor de volksgezondheid, een voedselschandaal kan ook levensbedreigend zijn voor bedrijven in de voedselindustrie. Dat laat de ondergang zien van SnowBrand, de marktleider in zuivel en babyvoeding in Japan. Na een bacteriële besmetting in hun melkfabriek te Osaka werden meer dan 14.000 mensen ziek, in een aantal gevallen met fatale afloop. Het vertrouwen van het publiek in producten van SnowBrand was daarna zo gedaald dat het bedrijf geen andere oplossing meer zag dan te vluchten in een zeer nauw samenwerkingsverband met Nestlé. Wensenpakket met risico’s Dat een groot bedrijf door een minuscule bacterie even dodelijk kan worden getroffen als een consument, hangt samen met de sterk gecentraliseerde internationale productiestructuur in de voedingsbranche. De combinatie van complexe logistiek en snelle distributie maken het Salmonella en Listeria makkelijk om van het ene reservoir naar het andere over te springen. Bedenken we vervolgens dat er alleen al van Salmonella meer dan 2400 soorten bestaan, dan wordt al gauw duidelijk dat voedselfabrikanten niet meer kunnen volstaan met enkelvoudige testprocedures. Te riskant. Er zullen testen moeten worden ingezet waarmee een breed scala aan micro-organismen gelijktijdig kan worden geïdentificeerd en opgespoord. Deuk in het vertrouwen De moderne consument koopt graag verse producten, met zo weinig mogelijk conserveringsmiddelen, maar wel met behoud van smaak en voedingswaarde. Een wensenpakket dat, hoe begrijpelijk ook, tegelijk het risico van bacteriële verspreiding vergroot. Met de klassieke methoden om micro-organismen op te sporen, kan bij lange na niet meer worden ingespeeld op deze nieuwste ontwikkelingen in de markt. De huidige tests vergen drie tot vijf dagen. Tegen de tijd dat de uitslag van de test bekend is, is het product allang de deur uit. En rest de fabrikant, als er problemen zijn, weinig anders dan een massa - mediale terugroepactie te organiseren. Kostbaar voor de producent en het publieksvertrouwen heeft de zoveelste deuk opgelopen.
Een test in enkele uren De Premi® Test Salmonella van Check-Points is als eerste in staat om te helpen het aantal Salmonella besmettingen in een voedingsketen - van boerderij tot consument - nog verder terug te dringen. Het door Check-Points ontwikkelde systeem is wél in staat snel, veilig en gebruiksvriendelijk ongewenste microben in de voedselketen op te sporen. Groot winstpunt: met deze test zijn geen dagen meer gemoeid maar slechts uren. Ander voordeel is dat met deze nieuwe testmethode veel verschillende bacteriën kunnen worden herkend en opgespoord. Voedingproducenten kunnen nu met één test hun hele analyse uitvoeren, met eenduidige resultaten die nadere interpretatie overbodig maken. Dus is direct bekend of een bepaalde grondstof in de productieketen of het complete eindproduct aan Voedingproducenten kunnen nu met één test hun alle veiligheidsvoorwaarden voldoet of hele analyse uitvoeren, met eenduidige resultaten afgekeurd moet worden. In het laatste geval kan worden ingegrepen voordat die nadere interpretatie overbodig maken. het product de fabriek verlaat. DNA naar keuze “Om snelheid, veiligheid en gebruiksgemak van tests aanmerkelijk te verhogen, hebben we verschillende bestaande technologieën samengebracht; ontwikkeld door verschillende partijen”, vertelt Joost Thijssen, directeur van Check-Points. “Aparte hinderpaal is de identificatie van micro-organismen. Dat heeft alles te maken met de vele patenten om specifieke DNA-sequenties te detecteren. Dit reële probleem hebben we weten op te lossen met een geavanceerde vermeerderingstechnologie waarmee het gehele DNA-genoom van elk specifiek microorganisme kan worden geanalyseerd. De gebruiker van de test hoeft nu alleen nog maar een niet-gepatenteerd stukje DNA te kiezen en kan dus niet in botsing komen met bestaande patenten op dit specifieke gebied. Verder passen we bij de extractie van het DNA voor elk voedingssysteem protocollen toe die voor zuivel weer anders zijn dan voor bijvoorbeeld eieren, vlees of groente. Voor het opsporingsproces levert Check-Points een ‘micro array’ waarmee met één monster snel tussen de tien en vierhonderd analyses tegelijkertijd kunnen worden verricht”, verzekert Thijssen. Ei van Columbus Check-Points heeft een product gecreëerd, met een unieke combinatie van kenmerken, die nauw aansluit bij de huidige en toekomstige eisen omtrent bewaking van de veiligheid van ons voedsel, tijdens de hele keten. Ei van Columbus dus? “Een beetje wel”, lacht Joost Thijssen. “Door het gekookte ei, dat normaal gesproken altijd omrolt, met één klap op tafel te zetten, deed de ontdekker van Amerika iets onverwachts. Het ei bleef zo staan op de geplette onderkant. Daar hadden zijn tafelgenoten in ieder geval niet aan gedacht. Bij CheckPoints hebben wij met z’n vieren ook onverwachte en ongedachte combinaties gemaakt. Met dien verstande dat er in ons ‘ei’ natuurlijk geen Salmonella zit.” ■
PPM Oost ■ Keynotes ■
69
Participaties