32 05–11–2010
INHOUD Weekbulletin gaat met zomerreces. Op 20 augustus verschijnt editie 23.
Weekbulletin Weekbulletin is een uitgave van VNO-NCW. Sinds 1 september 2009 werken VNO-NCW en MKB-Nederland intensief samen. De secretarissen van beide organisaties vormen sindsdien één gemeenschappelijk beleidsbureau dat in opdracht werkt voor beide verenigingen. Het kan dus voorkomen dat er ook contactpersonen van MKB-Nederland in Weekbulletin worden vermeld.
Digitale versie Weekbulletin Weekbulletin is ook digitaal te raadplegen en te downloaden als Word- en pdf-bestand via het ledennet (inloggen via www.vno-ncw.nl).Indien u nog niet over de benodigde toegangscode beschikt kunt u zich aanmelden via het 'aanvraagformulier toegang ledennet'. Dit is te vinden op de website onder het kopje: Over VNO-NCW > Ledennet.
E-mail Vragen en/of opmerkingen over berichten in VNO-NCW Weekbulletin kunnen ook per elektronische post worden ingezonden. Het juiste e-mailadres is na elk bericht opgenomen. De redactie is bereikbaar via
[email protected]
Verzending en adreswijzigingen Voor vragen over de verzending van Weekbulletin of voor adreswijzigingen: Sander Kok,
[email protected] of telefoon: 070 - 3490 336
Antwoordnummer
Economische zaken Conjunctuurinformatie
1
Evaluatie: Toezicht NMa effectief, maar kan transparanter
1
Aanscherping energieprestatienorm nieuwbouw
2
Nieuwe Bouwbesluit wellicht pas begin 2012
2
Regeling overige pyrotechnische artikelen
2
Ministeries opnieuw ingedeeld
2
Inspraak reparaties Bees A, Bva en Bems
2
Inspraak wijziging Vuurwerkbesluit
3
Nieuwe artikelen op fijnstofconvenant.nl
3
Sociale Zaken Advies: demotie voor 45-plussers moet kunnen
4
SER brengt unaniem advies uit over positie zzp’ers
4
AWVN: uitspraak Europees Hof heeft geen breed effect
4
Wajong adviesvouchers voor mkb-bedrijven
5
Uitzendbranche en UWV bundelen krachten
5
Mkb investeert in scholing ondanks recessie
5
Werkgevers opgelet: belastingvoordeel voor scholing
6
Antwoordnummer VNO-NCW, het algemene informatienummer voor de leden, is op werkdagen bereikbaar van 8.30 - 17.30 uur onder telefoonnummer 070 - 3490 366. Buiten deze uren is het te bereiken per elektronische post:
[email protected]
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 32 / 5 NOVEMBER 2010
Europa Parlement: twintig weken volledig betaald zwangerschapsverlof
6
Parlement stemt in met ‘land van oorsprong’-etikettering
6
Mededeling budget review
7
Crisismanagement in financiële sector
7
Akkoord hedgefondsen bereikt
7
Voorstellen belastingheffing financiële sector
8
Mededeling over smart regulation
8
Innovatie Unie
8
BusinessEurope/UEAPME
9
Algemeen Kijk uit voor herinneringen van Arpi
9
Nomineer voor Gouden Ervaringscertificaat 2010
9
Nomineer voor Ginjaar-Maas Prijs 2010
9
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 32 / 5 NOVEMBER 2010
ECONOMISCHE ZAKEN Conjunctuurinformatie Stemming ondernemers industrie iets verbeterd Het producentenvertrouwen is in oktober licht gestegen. De indicator kwam uit op 0,5, tegenover -0,1 in september. De positieve en negatieve antwoorden hielden elkaar, net als de afgelopen maanden, in evenwicht. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie. De stemming over de toekomstige productie was iets minder optimistisch dan in september. Toch was het aantal ondernemers dat verwachtte dat de productie zal toenemen, nog beduidend groter dan het aantal dat een afname voorzag. Het oordeel over de voorraden verbeterde enigszins. Het oordeel over de orderpositie was iets minder negatief. De ondernemers zagen de orderontvangsten in de afgelopen drie maanden iets toenemen. Het aantal ondernemers dat dacht hun personeelsomvang de komende drie maanden uit te breiden, was iets kleiner dan het aantal dat een krimp verwachtte. De concurrentiepositie is volgens de ondernemers in het derde kwartaal op de Nederlandse markt licht verbeterd en op de buitenlandse markt ongewijzigd. Over de toekomstige buitenlandse afzet waren zij even optimistisch als een kwartaal eerder. Onvoldoende vraag werd nog steeds door een kwart van de ondernemers genoemd als een productiebelemmering. De bezettingsgraad steeg van 80,2 procent in juli naar 80,6 procent in oktober. Desondanks was de bezettingsgraad nog steeds laag: de afgelopen twintig jaar benutte de industrie steeds tussen de 80 en 87 procent van haar productiecapaciteit. Het aantal ondernemers dat de productiecapaciteit als te groot voor de verwachte afzet beoordeelde, was kleiner dan een kwartaal eerder.
Zakelijke dienstverleners optimistisch over toekomstige omzet Het aantal ondernemers in de zakelijke dienstverlening dat verwacht dat de omzet in de komende drie maanden zal toenemen, was in oktober ruimschoots groter dan het aantal dat een afname voorzag. Het saldo kwam uit op +34. Daarmee waren zij voor de tweede maand op rij optimistisch over de toekomstige omzet. Over de toekomstige werkgelegenheid in hun branche en het algemeen economisch klimaat waren de zakelijke dienstverleners eveneens positief. Wel gaf 40 procent aan dat onvoldoende vraag hun zakelijke activiteiten belemmert. In nagenoeg alle branches rekenden meer ondernemers op een toename van hun omzet dan op een krimp. Alleen de schoonmaakbranche verwacht een omzetdaling. De uitzendbranche is het meest optimistisch. Het oordeel over het economisch klimaat is in deze branche eveneens zeer positief.
Afzetprijzen industrie bijna 9 procent hoger De afzetprijzen van de Nederlandse industrie waren in september bijna 9 procent hoger dan in september 2009. In augustus
waren de producten van de industrie bijna 8 procent duurder dan een jaar eerder. Na enkele maanden waarin de toename geleidelijk minder werd, is de prijsstijging weer wat groter dan de voorgaande maand. De prijzen op de exportmarkt lagen in september ruim 10 procent hoger, die op de binnenlandse markt bijna 7 procent. In vrijwel alle branches van de industrie rekenden de fabrikanten meer voor hun producten dan een jaar eerder. Met respectievelijk ruim 25 en bijna 18 procent was de prijstoename bij de aardolieverwerkende industrie en de chemische industrie het grootst. Producten van de basismetaalindustrie kostten bijna 16 procent meer. De prijsstijging bij de voedingsmiddelenindustrie nam verder toe: producten waren ruim 7 procent duurder. Vergeleken met augustus stegen de afzetprijzen in september met 0,5 procent. Daarbij stegen de prijzen op de binnenlandse markt iets meer dan die op de exportmarkt. ■■Jan Klaver, 070 – 3490 430,
[email protected]
Evaluatie: Toezicht NMa effectief, maar kan transparanter De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft een substantiële inspanning gepleegd om markten beter te laten werken. Aandachtspunten liggen dan ook niet zozeer op het vlak van het toezicht zelf, maar meer op het vlak van informatieverstrekking aan ondernemingen en brancheorganisaties, de dialoog tussen de NMa en de markt bij de ex-ante regulering van de energie- en vervoersector – maatregelen vooraf om eerlijke concurrentie te waarborgen – en het vergroten van de marktkennis. Dit blijkt uit een evaluatie over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van de NMa. In een reactie zegt de NMa dat zij er vanwege de capaciteit geen voorstander van is het aantal informele zienswijzen op te voeren. Wel gaat zij werken aan een betere informatieverschaffing, met name voor sectoren in transitie, zoals de zorg. Ook gaat de toezichthouder de mogelijkheid bezien rondetafelbijeenkomsten te organiseren met het bedrijfsleven om sectorspecifieke marktproblemen te bespreken. In het onderzoek werden kanttekeningen geplaatst bij de handhaving van het verbod op misbruik van een economische machtspositie. Voormalig minister Van der Hoeven van Economische Zaken (EZ) heeft hiertoe nader onderzoek aangekondigd. Om strafrechtelijke handhaving van het mededingingsrecht in te voeren, is een wetsvoorstel in voorbereiding.
Commentaar VNO-NCW/ MKB-Nederland VNO-NCW en MKB-Nederland delen de conclusies van het onderzoeksrapport. De aanbevelingen bieden een handreiking om de communicatie, transparantie en de dialoog met de markt te verbeteren. Ondernemers hebben in de praktijk grote behoefte aan duidelijke communicatie over de mededingingsregels. Het is ook een goede zaak dat de NMa aandacht gaat besteden aan sectoren in transitie. Rondetafelbijeenkomsten kunnen de dialoog stimuleren over lastige mededingingsrechtelijke vraagstukken.
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 32 / 5 NOVEMBER 2010
1
ECONOMISCHE ZAKEN Het positieve oordeel over de effectiviteit van het toezicht vinden wij niet te rijmen met de wens van de voormalige minister van EZ om een strafrechtelijk handhavingssysteem voor mededinging in te voeren. Een dergelijk duaal stelsel zal de effectiviteit niet ten goede komen, is erg kostbaar en bovendien niet in lijn met het Brussels handhavingssysteem voor mededingingszaken. ■■Linda van Beek, 070 – 3490 330,
[email protected]
Aanscherping energieprestatienorm nieuwbouw In het Bouwbesluit wordt per 1 januari 2011 de energieprestatienorm aangescherpt van 0,8 naar 0,6. Deze aanscherping heeft het toenmalige kabinet voor het eerst aangekondigd in september 2007 in het werkprogramma ‘Nieuwe energie voor het klimaat’, dat onderdeel is van het project ‘Schoon en Zuinig’. Doel is om te komen tot een energieneutrale nieuwbouw in 2020, zoals ook beschreven in de herziene Europese richtlijn over de energieprestatie van gebouwen (richtlijn 2010/31/EU). Vanaf 1 juli 2011 wordt er naar verwachting een nieuwe norm vastgesteld om de energieprestatie van gebouwen te bepalen: de NEN 7120. Deze wordt van toepassing op zowel woning- als utiliteitsbouw en vervangt de NEN 5128 en NEN 2916. In NEN 7120 zijn nieuwe technieken verwerkt, zoals de micro-WKK (warmtekrachtkoppeling) en de luchtwarmtepomp. De norm biedt de mogelijkheid om voortaan bij gebiedsgebonden maatregelen, zoals bijvoorbeeld stadsverwarming, te rekenen met het specifieke rendement in plaats van met vaste waarden. ■■Erik te Brake, 070 – 3490 321,
[email protected]
Nieuwe Bouwbesluit wellicht pas begin 2012 Het nieuwe Bouwbesluit gaat wellicht pas begin 2012 in. Dat is een half jaar later dan voormalig minister Van Middelkoop van Wonen, Wijken en Integratie heeft aangekondigd. Verschillende bronnen laten weten dat er voor de huidige minister van Wonen, Donner, niets anders opzit het nieuwe Bouwbesluit opnieuw uit te stellen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken, waaronder Wonen tegenwoordig ressorteert, zal de extra tijd namelijk hard nodig hebben om de fouten en vaagheden in het wetsontwerp te herstellen, aldus het dagblad Cobouw.
Regeling overige pyrotechnische artikelen In de Staatscourant is de Regeling overige pyrotechnische artikelen gepubliceerd. Het gaat om implementatie van de Europese richtlijn 2007/23/EG, in de wandeling ook de Pyrorichtlijn genoemd. De nieuwe bepalingen moeten vanaf 4 juli 2013 worden toegepast voor de pyrotechnische artikelen waarop de regeling betrekking heeft. De regeling bevat regels voor pyrotechnische artikelen die vallen onder de categorieën P1 en P2 van de Pyrorichtlijn. Concreet valt hierbij onder meer te denken aan verfbommen in geldkoffers, gasontwikkelaars in airbags en signaalartikelen. Categorie P1 betreft artikelen die weinig gevaar opleveren, categorie P2 betreft artikelen die alleen door personen met gespecialiseerde kennis mogen worden gebruikt. De voorschriften van deze regeling richten zich hoofdzakelijk tot de fabrikant en de aangemelde instantie. De regeling heeft geen betrekking op vuurwerk en pyrotechnische artikelen voor theatergebruik; deze beide categorieën blijven geregeld in het Vuurwerkbesluit, dat eveneens is aangepast met het oog op de Pyrorichtlijn. Evenmin heeft deze regeling betrekking op pyrotechnische artikelen die niet vallen binnen de reikwijdte van de Pyrorichtlijn, zoals explosieven en munitie. ■■Jan van den Broek, 070 – 3490 322,
[email protected]
Ministeries opnieuw ingedeeld In de Staatscourant is gepubliceerd het Besluit houdende opheffing van de ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Verkeer en Waterstaat en instelling van een ministerie van Infrastructuur en Milieu. Dat heeft onder meer tot gevolg dat: ●● De minister van Binnenlandse Zaken wordt belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van wonen, wijken, integratie en de Rijksgebouwendienst. ●● De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wordt belast met de behartiging van de aangelegenheden op het terrein van energie, met inbegrip van de Nederlandse emissieautoriteit. ●● De minister van Buitenlandse Zaken wordt belast met de behartiging van de coördinatie en bevordering van het Europese en internationale milieubeleid. ■■Jan van den Broek, 070 – 3490 322,
[email protected]
Die fouten kwamen aan het licht tijdens praktijkproeven die net zijn afgerond. Onduidelijk is om welk soort missers het gaat. Over de resultaten van het ‘praktijkexamen’ in winkel-, woon- en zorggebouwen hullen direct betrokkenen zich in stilzwijgen. Daarmee geven ze gehoor aan de bij wet opgelegde geheimhoudingsplicht. Die geldt tot Donner de nieuwe feiten heeft beoordeeld. Partijen geven aan dat de gevoeligheid van bouwregels een grote rol speelt bij het verzoek om uitstel. “Veranderen moet zorgvuldig gebeuren. Eén artikeltje verkeerd wijzigen kan flinke gevolgen hebben voor een materiaalsoort”, zegt een van hen. ■■Peter Janssen, 070 – 3490 431,
[email protected]
2 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 32 / 5 NOVEMBER 2010
Inspraak reparaties Bees A, Bva en Bems In de Staatscourant is gepubliceerd het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A (Bees A), het Besluit verbranden afvalstoffen (Bva) en het Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties milieubeheer (Bems) (reparaties). In die Staatscourant staat op welke wijze kan worden ingesproken.
SOCIALE ZAKEN De wijziging repareert onvolkomenheden in het Bees A en het Bems. Voor wat betreft het Bva gaat het met name om de NOxemissie-eis voor kleine installaties die in strijd was met de Europese afvalverbrandingsrichtlijn. In Nederland golden lichtere eisen dan deze richtlijn voorschrijft voor nieuwe afvalverbrandingsinstallaties met een thermisch vermogen van minder dan 20 megawatt en een energetisch rendement van 40 procent of meer. Het ontwerpwijzigingsbesluit repareert deze omissie, die bij een comformiteitstoets van de Europese Commissie aan het licht kwam. Het ontwerpwijzigingsbesluit voorziet daarnaast in aanpassing van de genoemde besluiten aan de Europese verordening over accreditatie. In de praktijk zal er als gevolg van deze wijziging weinig veranderen. Het is vooral een wijziging in de gebruikte terminologie. ■■Jan van den Broek, 070 – 3490 322,
[email protected]
Inspraak wijziging Vuurwerkbesluit In de Staatscourant is gepubliceerd het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Vuurwerkbesluit en enkele algemene maatregelen van bestuur (verbetering uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid Vuurwerkbesluit). Iedereen kan tot vier weken na de uitgifte van deze Staatscourant schriftelijk zijn zienswijze naar voren brengen bij het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM), PorM/Risicobeleid/IPC 645, Postbus 20951, 2500 EZ Den Haag. De vuurwerkramp in Enschede was in 2002 aanleiding om de wet- en regelgeving aan te scherpen rondom het in- en uitvoeren, opslaan, bewerken, afleveren, het voorhanden hebben en het afsteken van vuurwerk. Op 1 maart 2002 is het Vuurwerkbesluit in werking getreden. Om de uitvoerbaarheid te verbeteren, is het besluit in 2004 gewijzigd. Het huidige wijzigingsbesluit is opgesteld naar aanleiding van de evaluatie van het Vuurwerkbesluit in 2007 en 2008. Het omvat een aantal verduidelijkingen en daarnaast een aantal meer ingrijpende wijzigingen. Ingrijpende wijzigingen zijn: ●● verhogen meldingsgrens voor opslag tot 10.000 kilogram; ●● verhogen meldingsgrens voor ontbranden professioneel vuurwerk tot 200 kilogram; ●● opnemen eisen voor ontbrandingen in een ministeriële regeling; ●● verlenen toepassingsvergunningen door de minister van VROM; ●● verhogen van de verkoophoeveelheid van 10 naar 25 kilogram; ●● verhogen van de hoeveelheid vuurwerk in de verkoopruimte van 250 naar 500 kilogram; ●● toestaan tweede bufferbewaarplaats; ●● extra bepalingen om de strafrechtelijke vervolging van de handel van illegaal, gevaarlijke vuurwerk te verbeteren.
Nieuwe artikelen op fijnstofconvenant.nl Op de website fijnstofconvenant.nl zijn nieuwe artikelen geplaatst. Zo is er nu onder andere een artikel te vinden over de intentieverklaring milieuzone die de rijksoverheid, milieuzonegemeenten, het bedrijfsleven en de transportsector hebben getekend. Een ander artikel gaat over de actuele en komende regelgeving voor bedrijven met bestelauto’s. Hiervan is zowel een uitgebreide versie als een samenvatting te downloaden. Op de site staat ook informatie over onderhoudsvrije roetfilters, roettax in BPM – de aanschafbelasting voor nieuwe personenauto’s – en fiscale vergroening. In januari 2009 tekenden bedrijfsleven en kabinet een fijnstofconvenant, dat in de plaats kwam van de eerder door toenmalig staatssecretaris De Jager van Financiën aangekondigde ‘fijnstofheffing’. Doel is om de fijnstofuitstoot van nieuwe bestelauto’s drastisch te verlagen door het aantal bestelauto’s met een roetfilter te vergroten. RAI Vereniging en het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu hebben begin 2010 in samenwerking met het communicatiebureau Móbile de website www. fijnstofconvenant.nl ontwikkeld. Deze website biedt de mogelijkheid kant-en-klare artikelen, foto’s en advertenties rondom het fijnstofconvenant te downloaden. Deze kunnen zonder copyright worden geplaatst in publicaties (websites, magazines, nieuwsbrieven, kranten) van de convenantpartijen. Om deze materialen te kunnen downloaden, is een inlogcode vereist. Inlogcode: fijnstof. Wachtwoord: convenant. Voor vragen en nadere informatie:
[email protected]. ■■Willem-Henk Streekstra, 070 – 3490 359,
[email protected]
■■Jan van den Broek, 070 – 3490 322,
[email protected]
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 32 / 5 NOVEMBER 2010
3
SOCIALE ZAKEN Advies: demotie voor 45-plussers moet kunnen Werknemers van 45 jaar en ouder moeten bij de arbeidsmarkt betrokken blijven. Daarom zou het mogelijk moeten zijn om hen – in overleg – terug te zetten in functie en loon: demotie. Dit is een van de aanbevelingen van onderzoeksbureau CAB Groningen in de Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 20102011. Werknemers van 45+ worden nog te vaak afgeschreven, aldus het rapport, dat is gemaakt in opdracht van de provincies Friesland, Drenthe en Groningen, het Samenwerkingsverband Noord-Nederland en uitkeringsinstantie UWV. Omdat de vergrijzing zich aandient en het niet ondenkbaar is dat de krapte op de arbeidsmarkt terugkeert, moeten 45-plussers aan het werk blijven. Volgens het rapport is demotie een van de mogelijkheden om dit te bereiken. De industrie, de techniek en het onderwijs zijn voorbeelden van sectoren waar oudere werknemers onder druk staan en waar de 45-plusser, na een periode van werkloosheid, moeilijk weer aan de bak komt. De oudere werknemer, die minder productief is, zou zijn kennis en ervaring op een ander niveau moeten kunnen inzetten, aldus de onderzoekers. Volgens hen snijdt het mes aan twee kanten: mensen krijgen de mogelijkheid langer aan het werk te blijven en werkgevers kunnen iets doen aan het personeelstekort dat binnenkort gaat ontstaan. Het rapport van het CAB Groningen is hier te vinden: http:// www.binnenlandsbestuur.nl/Uploads/Files/NAV-2010.pdf.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland Werknemers moeten blijven participeren, eventueel of desnoods in een minder belastende functie, is een veel gehoord geluid in de discussie over ouderen. Dit kan actief en positief demotiebeleid inhouden, waarbij er niet op voorhand salarisconsequenties hoeven zijn. Het gaat om de toonzetting en aanpak: de term ‘terugzetten in functie’ past daar niet echt bij. Betrokkenheid en motivatie blijft van belang. Het is dus beter om te spreken over ‘passende functies’. ■■Sip Nieuwsma, 070 – 3490 216,
[email protected] ■■Alfred van Delft, 070 – 3490 218,
[email protected]
SER brengt unaniem advies uit over positie zzp’ers Zelfstandige ondernemers zonder personeel (zzp’ers) voelen zich erkend door het unanieme advies dat de Sociaal Economische Raad (SER) aan het kabinet heeft uitgebracht over de positie van zzp’ers. “Dit advies biedt helderheid. Een einde aan de onzekerheid”, zei Esther Raats, die de zelfstandige ondernemers in de SER vertegenwoordigt. Het vorige kabinet had de SER om advies gevraagd over de opkomst van zzp’ers. De regering van oud-premier Jan Peter Balkenende wilde weten of er aanpassingen in het sociale stelsel nodig zijn. De SER pleit voor een paar kleine aanpassingen. Zo moet een zelfstandige zich kunnen verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid en moeten er betere mogelijkheden zijn om
4 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 32 / 5 NOVEMBER 2010
pensioen op te bouwen. Maar een fundamentele herziening van het sociale stelsel is niet nodig, concludeert de SER. Omdat de juridische positie van zzp’ers niet helemaal duidelijk was, heeft de SER ook een definitie van de zzp’er opgesteld: iemand die voor de inkomstenbelasting als ondernemer telt en geen personeel in dienst heeft. Volgens deze definitie telt Nederland nu 675.000 zzp’ers. Hun aantal is in vijftien jaar gestegen van ruim 6 tot meer dan 8 procent van de beroeps-bevolking. Zzp’ers voelen zich door de definitie erkend als ondernemer, aldus Raats. “Het is voor ons niets nieuws, maar wel een belangrijke maatschappelijke vaststelling.” Ook Linde Gonggrijp van vakbond FNV Zelfstandigen spreekt van een erkenning. “Maar dit is natuurlijk nog maar het begin.” Dit is het eerste SER-advies voor het nieuwe kabinet. Eind september bracht de raad het ontwerp van het advies al naar buiten. ■■Joep Rats, 015 – 2191 283,
[email protected]
AWVN: uitspraak Europees Hof heeft geen breed effect De uitspraak van het Europees Hof over de uitbesteding van bedrijfsactiviteiten heeft geen directe gevolgen voor de situatie waarin een werknemer feitelijk werkzaam is bij een bedrijf, maar een arbeidsovereenkomst heeft met een rechtspersoon buiten het concern, zoals bijvoorbeeld met een payroll-onderneming. De overwegingen die tot de uitspraak van het Hof hebben geleid, sluiten weliswaar niet uit dat een dergelijke situatie onder het bereik van de Europese richtlijn valt, maar een oordeel over een dergelijke situatie was aan het Hof niet gevraagd, zodat het zich hier niet over uit heeft gesproken. Dat stelt werkgeversvereniging AWVN. In een arrest van 21 oktober bepaalde het Europees Hof van Justitie in Luxemburg dat als een bedrijf activiteiten uitbesteedt, de rechten van de werknemers blijven gelden wanneer het gaat om het voorzetten van hetzelfde werk in dezelfde onderneming. Het betrof een zaak over bierbrouwer Heineken, die in 2005 zijn catering uitbesteedde aan cateraar Albron. Daardoor verslechterden de arbeidsvoorwaarden van de werknemers die eerder bij Heineken de catering verzorgden. Bij uitbesteding van activiteiten gaan ook werknemers mee over die feitelijk werken bij de overdragende onderneming, maar een arbeidsovereenkomst hebben met een andere onderneming binnen hetzelfde concern, aldus het Hof. Deze werknemers vallen ook onder het bereik van de Wet Overgang van Onderneming, wat betekent dat zij dan van rechtswege mee overgaan, met behoud van rechten en plichten. De uitspraak is het gevolg van de uitleg die het Amsterdamse Gerechtshof aan het Europese Hof had gevraagd over de Europese richtlijn die heeft geleid tot de Wet Overgang van Onderneming in Nederland. De Nederlandse wet gaat er van uit dat deze slechts van toepassing is op die werknemers, die ook een arbeidsovereenkomst hebben met het overdragende onderdeel.
SOCIALE ZAKEN In de casus die aan de orde was, had Heineken Nederland de cateringactiviteiten uitbesteed aan Albron. Omdat de werknemers die de cateringactiviteiten verrichtten niet bij hetzelfde onderdeel van Heineken in dienst waren, was volgens Heineken en Albron de Wet Overgang van Onderneming niet van toepassing. Albron was daarom niet verplicht om na de overgang de arbeidsvoorwaarden te continueren die de werknemers op het moment van overgang bij Heineken hadden. AWVN vindt de uitspraak van het Europese Hof eigenlijk niet verrassend: binnen concernverband is het niet ongebruikelijk dat werknemers, om administratieve redenen, in dienst zijn van een personeels-bv. Maar het komt even goed voor dat werknemers een arbeidsovereenkomst hebben met de onderneming binnen het concern waar zij feitelijk werkzaam zijn. Afhankelijk van de gekozen constructie gaan werknemers dan wel of niet mee over met de activiteit of het onderdeel van de onderneming dat wordt uitbesteed. Het al dan niet van toepassing zijn van de Wet Overgang van Onderneming is volgens AWVN nooit een belangrijke reden voor een concern om de werknemers bij één centrale personeelsbv in dienst te laten zijn. Een consistent personeelsbeleid en administratieve redenen spelen bij deze keuze een veel grotere rol. Dat bij uitbesteding van activiteiten de werknemers geen keuze hebben maar van rechtswege mee overgaan naar de verkrijger, kan ook in het belang zijn van de overdragende onderneming. Of dit zo is, hangt af van de feitelijke situatie en laat zich niet voorspellen wanneer de keuze voor een personeels-bv wordt gemaakt. Volgens AWVN maakt de uitspraak van het Hof een einde aan de onduidelijkheid: bij uitbesteding is de Wet Overgang van Onderneming ook van toepassing op die werknemers die feitelijk bij het overdragende onderdeel werken, maar bij een ander onderdeel binnen hetzelfde concern een arbeidsovereenkomst hebben.
keken wat zij kunnen en hoe ze aan werk kunnen komen. Voor deze groep geldt sinds 1 januari de ‘Werkregeling jonggehandicapten’ binnen de Wet Wajong. Hiervoor geldt een leeftijdsgrens van maximaal 27 jaar. Iedere mkb-onderneming kan de Wajong-adviesvoucher aanvragen bij Agentschap NL, dat de aanvragen beoordeelt en de vouchers namens het ministerie van Sociale Zaken toewijst. De werkgever maakt vervolgens zelf een keuze uit een lijst met dertig geselecteerde reïntegratiebedrijven. Deze intermediair komt na inlevering van de voucher op bezoek bij de mkb-ondernemer en stelt een advies op over de mogelijkheden om functies aan te passen aan de behoefte van het bedrijf. Blijkt uit het advies dat er mogelijkheden zijn, dan wordt er in overleg met de werkgever een Wajong-profiel opgemaakt. De adviesvoucher is zes maanden geldig vanaf het moment dat de werkgever deze krijgt toegewezen. Dat wil zeggen dat het reïntegratiebedrijf de subsidieaanvraag moet indienen binnen zes maanden nadat de voucher is verstrekt. Meer informatie over werken met Wajongeren is te vinden op www.rijksoverheid.nl. Meer informatie over de Wajong adviesvoucher is te vinden op www.agentschapnl.nl/wajong. Het aanvragen van de Wajong adviesvoucher kan via www. agentschapnl.nl/wajong. ■■Mariet Feenstra, 015 – 2191 426,
[email protected]
Uitzendbranche en UWV bundelen krachten Meer mensen sneller aan het werk helpen. Dat is het doel van Servicepunt Flex, dat op 1 november zijn deuren opende. Het nieuwe expertisecentrum is een vorm van publiek-private samenwerking en vormt de schakel tussen de flexsector en uitkeringsinstantie UWV.
■■Alfred van Delft, 070 – 3490 218,
[email protected]
Wajong-adviesvouchers voor mkb-bedrijven Kleine en middelgrote bedrijven die willen weten of het werk in hun bedrijf geschikt is te maken voor jongeren met een beperking, kunnen sinds 15 februari de Wajong adviesvoucher aanvragen. Tegen inlevering van deze voucher – ter waarde van 2500 euro – onderzoekt een reïntegratiebedrijf de mogelijkheden binnen het bedrijf. Tot 14 februari 2011 zijn er duizend adviesvouchers beschikbaar. Jongeren die al op jeugdige leeftijd arbeidsongeschikt zijn (Wajongeren), hebben recht op ondersteuning bij het vinden en behouden van werk bij een reguliere werkgever. Als zij om medische of arbeidskundige redenen geen enkel perspectief hebben op een gewone baan, ook niet met ondersteuning, hebben zij recht op een Wajong-uitkering. Deze bedraagt 75 procent van het wettelijk minimumloon. Voor jongeren die wel perspectief hebben – circa 70 procent van de huidige instroom – wordt be-
Het servicepunt geeft informatie over de samenwerkingsverbanden en convenanten en biedt ondersteuning rond de plaatsing van werkzoekenden. De bedoeling is dat intercedenten daardoor makkelijker hun weg vinden binnen het UWV en werkcoaches beter op de hoogte raken van uitzendformules. Het centrum krijgt een plek op het hoofdkantoor van het UWV in Amsterdam. De uitzendbranche en UWV bemiddelen gezamenlijk op jaarbasis ongeveer een miljoen mensen naar werk. Het Servicepunt Flex is bereikbaar tijdens kantooruren via telefoon (020 – 751 51 40) en e-mail (
[email protected]). ■■Rob Slagmolen, 015 – 219 1238,
[email protected]
Mkb investeert in scholing ondanks recessie Ondanks de economische recessie blijft het midden- en kleinbedrijf (mkb) investeren in bedrijfsopleidingen. Driekwart van de mkb-ondernemers heeft het personeel de afgelopen drie jaar opleidingen of trainingen laten volgen. Dit blijkt uit een enquête
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 32 / 5 NOVEMBER 2010
5
SOCIALE ZAKEN van onderzoeksbureau EIM onder ruim 2400 mkb-ondernemers. Bijna 10 procent zegt juist vanwege de recessie het personeel extra opleidingen of trainingen te laten volgen. Mkb-ondernemers vinden opleidingen belangrijk. Ze laten het personeel opleidingen volgen en/of hebben een apart trainingsof opleidingsbudget per medewerker. Een ruime meerderheid heeft werknemers in het afgelopen jaar extra bedrijfsopleidingen laten volgen of wil dat het komende jaar doen. Mkbondernemers in de transportsector en de financiële dienstverlening laten hun werknemers het vaakst extra opleidingen volgen. De inzinking van de economie is de voornaamste reden om extra te investeren in bedrijfsopleidingen. Het aantal orders is teruggelopen, waardoor het personeel meer tijd over heeft dan anders. Sommige ondernemers kiezen er vrijwillig voor om deze extra tijd op te vullen met opleidingen. Andere hebben gebruikgemaakt van de deeltijd-WW en hebben zichzelf in dat kader verplicht de extra tijd van het personeel via opleidingen in te vullen. Andere veelgenoemde redenen om personeel extra opleidingen te laten volgen, zijn: een wettelijke verplichting, kennisopbouw, kwaliteitsverbetering en nieuwe technologieën die specifieke kennis vereisen. ■■Gertrud Visser, 015 – 2191 249,
[email protected] ■■Chiel Renique, 070 – 3490 221,
[email protected]
Werkgevers opgelet: belastingvoordeel voor scholing Scholing vergroot de kansen van een organisatie of bedrijf. Met geschoolde werknemers staat een bedrijf sterker in de markt. De overheid biedt werkgevers belastingvoordeel voor scholing. Het ministerie van Sociale Zaken heeft op een rij gezet voor welke financiële tegemoetkoming bedrijven in aanmerking komen. Download de folder (pdf) via http://project.lerenenwerken. nl/images/plw/documenten/ikkan_brochure_regeling_ werkgevers_29sept2010.pdf of ga voor meer informatie naar ikkan.nl. ■■Gertrud Visser, 015 – 2191 249,
[email protected] ■■Chiel Renique, 070 – 3490 221,
[email protected]
EUROPA Parlement: twintig weken volledig betaald zwangerschapsverlof Het Europees Parlement wil het zwangerschaps- en bevallingsverlof verlengen naar twintig weken. Dit verlof zou volledig doorbetaald moeten worden. Daarnaast roept het Parlement de lidstaten op om een volledig betaald vaderschapsverlof van minstens twee weken in te stellen. Dat blijkt uit de stemmingen van het Parlement in Straatsburg. Momenteel geldt in de EU een minimum van veertien weken; in Nederland duurt het verlof zestien werken. Het Europees Parlement gaat hiermee veel verder dan de voorstellen van de Europese Commissie. Die stelde achttien weken voor, waarvan alleen de eerste zes weken tegen volledige beloning. Vaderschapsverlof stond ook niet in het oorspronkelijke voorstel. De toepasselijke Europese richtlijn beoogt bescherming te bieden aan de pas bevallen vrouw voordat zij weer terug keert naar het werk. Nu het Parlement zijn standpunt in eerste lezing bepaald heeft, moeten de lidstaten in de Raad van Ministers zich nog over het wetsvoorstel buigen. Omdat het een codecisieprocedure is, moeten zij er samen uitkomen.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland VNO-NCW en MKB-Nederland zijn tegen uitbreiding van het zwangerschaps- en bevallingsverlof. Uit onderzoek naar de kosten en baten van uitbreiding van het zwangerschapsverlof blijkt geen noodzaak om het verlof in Nederland te verlengen. Bij slechts 4 procent van de vrouwen is na afloop van het zwangerschapsverlof sprake van ziekteverzuim dat te maken heeft met de bevalling. Uitbreiding van het bevallingsverlof kost de Nederlandse maatschappij per saldo 322 miljoen euro. De kosten van het voorstel voor betaald vaderschapsverlof worden geraamd op 235 miljoen. Ouders staan voldoende mogelijkheden ter beschikking om na de geboorte vrije dagen op te nemen. Naast zwangerschapsverlof kent Nederland ouderschapsverlof en mogelijkheden tot flexibiliteit in werktijden, deeltijd en kinderopvang. Dit gehele pallet van arrangementen om arbeid en zorg te kunnen combineren, biedt een meer structurele aanpak om arbeid en zorg te combineren dan het verlengen van het verlof met een paar weken. VNO-NCW en MKB-Nederland achten de extra financiële lasten van meer dan een half miljard euro dan ook onverantwoord.
Parlement stemt in met ‘land van oorsprong’-etikettering Een grote meerderheid van het Europees Parlement is in Straatsburg voorstander gebleken van een voorstel voor ‘land van oorsprong’-etikettering. Het voorstel verplicht ondernemers de gebruikte grondstoffen en het land van herkomst te vermelden op producten die van buiten de EU komen. Het gaat onder meer om textiel, farmaceutische producten, gereedschap, bouten, schroeven en meubels. Een uitzondering zou moeten gelden voor visserij en voedsel.
6 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 32 / 5 NOVEMBER 2010
EUROPA Het betreft een codecisieprocedure: de lidstaten in de Raad van Ministers en het Parlement moeten overeenstemming bereiken voordat dit voorstel wordt aangenomen.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland Het lijkt erop dat deze symboolwetgeving er is gekomen als gevolg van onoplettendheid en misverstanden. VNO-NCW en MKB-Nederland zijn tegen een verplichte ‘land van oorsprong’-etikettering. Het voorstel maakt de import duurder. Dit komt door de kosten van het aanbrengen van de etiketten, de controle op de productieketens en administratieve en controlekosten in verband met de benodigde documentatie en douaneafhandeling. De aanduiding dat een product uit land ‘X’ komt zegt bovendien heel weinig. Naar onze mening is hier sprake van een protectionistische maatregel die een volstrekt verkeerd internationaal signaal afgeeft en de vrije handel kan dwarsbomen. Kortom: verplichte aanduiding van het land van oorsprong op eindproducten voor consumenten heeft geen meerwaarde voor consumenten, maar leidt wel tot kostenverhoging voor bedrijven. Het is het type lastenverhogende symboolwetgeving dat euroscepsis bij ondernemers versterkt – en dat zou voorkomen moet worden.
Mededeling budget review Met de huidige begrotingsregels kan de EU niet snel genoeg reageren op onvoorziene gebeurtenissen. De complexiteit van de regels belemmert de transparantie en doelmatigheid van de Europese begroting. Dat schrijft de Europese Commissie in een mededeling over budget review, die zij op 19 oktober heeft gepubliceerd. In de toekomst zou het mogelijk moeten zijn om bij onvoorziene omstandigheden, zoals een voedselcrisis of natuurramp, fondsen te verschuiven, aldus de Commissie. Ook zou de focus in de begroting meer moeten liggen op de Europese prioriteiten. De Commissie noemt in de mededeling ook mogelijkheden voor eigen middelen voor de EU, zoals een Europese btw. Deze mededeling dient als basis voor een debat over de volgende financiële perspectieven na 2013: de EU-meerjarenbegroting. De Europese Raad van regeringsleiders zal waarschijnlijk in december over de volgende meerjarenbegroting spreken. De parlementaire commissie Beleidsuitdagingen komt in het voorjaar van 2011 met een rapport. Het voorstel voor een nieuwe meerjarenbegroting van de Europese Commissie verschijnt naar verwachting in juli 2011.
gedaan moet worden (en wat niet), hoeveel geld hiervoor nodig is en tot slot op welke wijze dit kan worden gefinancierd.
Crisismanagement in financiële sector Banken moeten in de toekomst failliet kunnen gaan zonder dat de financiële stabiliteit in gevaar komt. De afwikkeling moet het gevaar van besmetting zoveel mogelijk beperken en de continuïteit van essentiële financiële diensten garanderen. Dit staat in het voorstel van de Europese Commissie voor een nieuw EU-kader voor crisisbeheersing in de financiële sector. Deze plannen van eurocommissaris Barnier voor de Interne Markt vormen de opmaat voor nieuwe Europese wetgeving, die in het voorjaar van 2011 zal worden gepresenteerd. Het kader moet een geloofwaardig alternatief bieden voor de dure reddingsoperaties van banken die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden. De Commissie stelt drie punten in het crisismanagement van de financiële sector centraal: voorbereidings- en preventiemaatregelen, de bevoegdheid om vroegtijdig maatregelen te nemen om problemen op te lossen en resolutiefondsen voor banken. Aan het uiteindelijke voorstel tot wetgeving gaat een impact assessment vooraf. Er zal rekening worden gehouden met de afspraken die de G20 in internationaal verband maken over financiële regulering. De Commissie opent in december een consultatie over de technische details van de plannen.
Akkoord hedgefondsen bereikt Hedgefondsen – risicovolle beleggingsfondsen – van buiten de EU moeten voortaan een paspoort aanvragen om in de EU actief te kunnen zijn. Door de hedgefondsen te dwingen een paspoort aan te vragen, kunnen de fondsen beter gecontroleerd worden. Dat is de kern van het akkoord dat de ministers van Financiën tijdens de Raad voor Economische en Financiële Zaken van 19 oktober hebben bereikt over de richtlijn over beheerders van alternatieve investeringsfondsen (AIFMs). De vergunningen zullen worden verleend door de European Securities and Markets Authority, terwijl de nationale toezichthouders de paspoorten zullen uitdelen. Hierdoor worden de hedgefondsen dubbel gecontroleerd. Door hun een paspoort voor de gehele EU te geven, hoeven de fondsen maar één keer een aanvraag in te dienen en kunnen ze in alle lidstaten actief zijn.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland VNO-NCW en MKB-Nederland vinden dat het subsidiariteitsbeginsel – de EU moet geen maatregelen nemen die ook op nationaal, regionaal of lokaal niveau kunnen worden genomen – het uitgangspunt moet zijn. De EU-begroting zou zich sterker moeten richten op het oplossen van grensoverschrijdende problemen, waar EU-financiering een meerwaarde biedt. Het ontwikkelen van eigen EU-middelen – waar wij overigens vooralsnog geen voorstander van zijn – mag niet leiden tot een extra lastenverzwaring voor ondernemers. Concreet stellen wij voor dat het EU-budget volgens de volgende lijnen wordt opgebouwd: de prioriteiten bepalen, bepalen wat echt Europees
Het gaat hier om regulering van beheerders van hedgefondsen en private equity, die niet vallen onder de richtlijn voor instellingen voor collectieve beleggingen in effecten. Het Europese paspoort was het belangrijkste obstakel voor het akkoord. De EUlidstaten en het Europees Parlement hebben hierover meer dan een jaar gediscussieerd. Het akkoord moet nog worden goedgekeurd door het Europees Parlement. Het onderwerp staat op de agenda voor de plenaire vergadering van 10 november in Brussel.
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 32 / 5 NOVEMBER 2010
7
EUROPA Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland Vanwege de toegenomen risico’s steunen VNO-NCW en MKBNederland de regulering van hedgefondsen. Echter, dit mag de administratieve lasten voor bedrijven niet verhogen en moet in zijn reikwijdte niet doorschieten. Wij zijn kritisch op de breedte van de voorgestelde maatregelen. Voor fondsen die geen systematisch risico veroorzaken, zou een uitzondering moeten gelden.
Voorstellen belastingheffing financiële sector De Europese Commissie wil op mondiaal niveau een belasting invoeren op financiële transacties (financial transaction tax, FTT) en op Europees niveau een belasting op financiële activiteiten (financial activities tax, FAT). Dat blijkt uit de voorstellen voor belastingsheffing op de financiële sector, die eurocommissaris Šemeta op 7 oktober heeft bekendgemaakt. Het uitgangspunt is dat de financiële sector een bijdrage levert aan de overheidsfinanciën, omdat de overheid in het huidige economische klimaat dringend nieuwe inkomstenbronnen nodig heeft. De nieuwe mondiale belasting kan een bijdrage leveren aan de financiering van internationale uitdagingen, zoals ontwikkelingshulp of klimaatverandering, aldus de Commissie. De EU-FAT moet aanzienlijke inkomsten genereren en de stabiliteit op de financiële markten helpen versterken, zonder dat het concurrentievermogen van de EU daarbij in het gedrang komt. De Commissie gaat deze ideeën nu voorleggen aan de Europese Raad eind oktober en de G20-top in november, waar de EU haar internationale partners wil bewegen tot een mondiale aanpak.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland VNO-NCW en MKB-Nederland zijn geen voorstander van een belasting op financiële transacties. Behalve dat zo’n heffing waarschijnlijk technisch moeilijk uitvoerbaar is, bemoeilijkt dit het proces van vermogensversterking van banken en daarmee indirect ook de kredietverlening aan het bedrijfsleven. Een eenzijdige Europese invoering – in plaats van mondiaal – is zeer schadelijk voor het gelijke speelveld en dus voor de concurrentiepositie van Europese banken en het Europese bedrijfsleven.
Mededeling over smart regulation De kwaliteit en relevantie van Europese wetgeving verder verbeteren. Dat is het doel van de mededeling over slimme regelgeving (smart regulation), die de Europese Commissie op 8 oktober heeft gepresenteerd. De Commissie gaat de effecten van wetgeving evalueren tijdens de hele beleidscyclus: wanneer beleid wordt ontworpen, wanneer het wordt gevoerd en wanneer het wordt herzien. Tegelijkertijd gaat zij alle bij de EU-beleidsvorming betrokken instanties – het Europees Parlement, de Raad, de lidstaten en andere belanghebbenden – aanmoedigen om aandacht te schenken aan ‘slimme regelgeving’. Tot slot zal de inspraak van burgers en andere belanghebbenden verder worden versterkt, door vanaf 2012 de termijn van haar openbare raadplegingen te verlengen van acht tot twaalf weken.
8 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 32 / 5 NOVEMBER 2010
In de tweede helft van 2012 zal de Commissie verslag uitbrengen over de vooruitgang van de agenda voor slimme regelgeving.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland Het Nederlandse bedrijfsleven is positief over de Europese activiteiten. VNO-NCW en MKB-Nederland zouden echter graag zien dat de Commissie expliciet kiest voor een netto doelstelling. Dat wil zeggen dat niet tegelijkertijd met de agenda voor slimme regelgeving zoveel nieuwe Europese regels worden geïntroduceerd, dat de winst wegvalt. Helaas is dat in deze mededeling niet het geval.
Innovatie Unie Zorgen dat innovaties beter vermarkt kunnen worden en belemmeringen hiervoor – het gebrek aan financiering, versnipperde onderzoeksstelsels en -markten, weinig overheidsaankopen van innoverende producten en diensten en het trage standaardisatieproces – wegnemen. Dat is het doel van de Innovatie Unie: een nieuw plan van de Europese Commissie, waarmee zij de innovatiedoelen uit de EU2020-agenda concreet uitwerkt. De EU2020agenda is de opvolger van de Lissabon-strategie, die van Europa de meest concurrerende regio ter wereld had moeten maken. De Commissie wil dat Europa zich samen met derde landen gaat inspannen op het gebied van klimaatverandering, energiezekerheid, voedselveiligheid, gezondheid en vergrijzing. Een belangrijk element van de EU2020-strategie is de introductie van Europese innovatiepartnerschappen waarin alle relevante actoren – Europese, nationale en regionale, publieke en private – gemobiliseerd worden rond specifieke maatschappelijke doelstellingen. Begin 2011 wordt een proefpartnerschap (pilot) opgezet over het thema ‘actief en gezond ouder worden’. De Innovatie Unie staat op de agenda van de Raad voor Concurrentievermogen op 12 oktober en op die van de Europese Raad in december. In het Europees Parlement is de Nederlandse Europarlementarier Judith Merkies (PvdA) tot rapporteur op dit voorstel benoemd. VNO-NCW en MKB-Nederland organiseerden op 29 oktober samen met de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Brussel een bijeenkomst over de visie van het Nederlandse bedrijfsleven op de Innovatie Unie. Hierbij waren vertegenwoordigers van de Europese instellingen – Commissie, Raad en Nederlandse Europarlementariërs – en afgevaardigden van het Nederlandse bedrijfsleven en de relevante Nederlandse ministeries aanwezig.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland De Innovatie Unie moet er volgens ons primair op gericht zijn om innovatie-investeringen door het bedrijfsleven uit te lokken en te vertalen in economische en maatschappelijke waarde. Het plan formuleert een aantal goede acties en legt de nadruk op het versterken van de wereldwijde concurrentiekracht van Europa. VNO-NCW en MKB-Nederland zijn dan ook positief over de voorgestelde strategie. Tegelijkertijd zijn er ook een aantal aandachts- en verbeterpunten. Zo is de strategie op veel punten nog te weinig concreet; het is zaak om snel met uitwerking te komen. Daarbij is een nauwe betrokkenheid van het bedrijfsleven van
EUROPA groot belang. VNO-NCW en MKB-Nederland willen hieraan een actieve bijdrage leveren.
BusinessEurope/UEAPME CEO-event Op 14 oktober heeft BusinessEurope – de Europese koepel van ondernemingsorganisaties waartoe ook VNO-NCW behoort – samen met een aantal lidbedrijven – grote internationaal opererende bedrijven met een stevige bedding in Europa – gesproken met eurocommissaris Geoghegan-Quinn van Research over haar Innovatie Unie. Met Didier Reynders, vicepremier en minister van Financiën van België en tevens – tijdens het Belgisch EU-voorzitterschap – president van de Europese Raad van Ministers van Financiën, spraken zij over het financiële toezicht. Transatlantische samenwerking en handel stonden op de agenda in een gesprek met William Kennard, ambassadeur van de Verenigde Staten bij de EU. Daarna heeft een gedachtewisseling met Commissievoorzitter Barroso plaatsgevonden. Het bezoek werd afgesloten met een werkdiner met eurocommissaris De Gucht voor Handel. Als vicevoorzitter van BusinessEurope zat Bernard Wientjes de gesprekken voor.
Acces to finance for SMEs Europese fondsen en programma’s moeten gelden reserveren voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) en de versoepeling van de staatssteunregeling heeft tijdens de huidige crisis positief uitgepakt. Dat waren de conclusies van het Europese Forum ‘Co-operative Banks and SMEs’, dat op 14 oktober in het parlement van Budapest plaatsvond, met als thema ‘access to finance for SMEs’. Het forum was een coproductie van UEAPME – de Europese ondernemingsorganisatie voor het mkb – en twee Europese bankfederaties. Aan het woord kwamen onder andere de Hongaarse premier Viktor Orbán, secretaris-generaal Benassi van UEAPME en vertegenwoordigers van de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank. De belangstelling was groot: er waren 450 deelnemers, waaronder tv-ploegen en schrijvende pers uit Japan en Amerika. De dag daarvoor was er een bestuursvergadering van UEAPME, waar een ontmoeting plaatsvond met de Hongaarse minister van Economie György Matolcsy. Aan de orde kwam het naderende Hongaarse EU-voorzitterschap. UEAPME presenteerde daarbij een aantal mkb-speerpunten: vervolmaking van de interne markt, de EU2020-strategie en bestrijding van de economische en financiële crisis. ■■Joke van den Bandt, + 32 2 5100880,
[email protected] ■■Kirsten Guyaux, +32 2 510 08 72,
[email protected] ■■Ullrich Schröder, +32 2 510 08 77,
[email protected] ■■Esmeralde van Vliet, +32 2 510 08 74,
[email protected]
ALGEMEEN Kijk uit voor herinneringen van Arpi De ‘Organisatie Intellectueel Eigendom Benelux NV’ – een vanuit Brussel opererend bedrijf dat zich ten onrechte uitgeeft voor het Benelux-Bureau voor Intellectuele Eigendom – gebruikt nu ook een andere handelsnaam: Arpi. Onder deze naam stuurt zij ondernemers herinneringen. Er bestaat geen enkele relatie tussen Arpi c.q. de Organisatie Intellectueel Eigendom Benelux NV en het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom. Het dringende advies is dan ook om niet op het aanbod in te gaan. Kijk voor een voorbeeld op www.fraudemeldpunt.nl in het blokje nieuws(archief) rechts op de site. Of tik het volledige adres in: http://www.fraudemeldpunt.nl/ index.php?s=p_1&p=9&msses=88a67d3da643cae6f38a6027e9 60da1e. ■■Els Prins, 015 – 2191 299,
[email protected]
Nomineer voor Gouden Ervaringscertificaat 2010 Kleine of grote organisaties – non-profit of profit – die op succesvolle wijze het ervaringscertificaat (evc) inzetten, komen in aanmerking voor het Gouden Ervaringscertificaat 2010. De winnaar ontvangt een geldprijs van 10.000 euro; de andere twee genomineerden gaan ieder met 2500 euro naar huis. De sluitingsdatum voor nominaties is 12 november. De uitreiking vindt plaats op 7 december tijdens het congres ‘Leven lang leren loont’. Lees meer op goudenervaringscertificaat.lerenenwerken.nl. Het aanmeldingsformulier is te downloaden via http://project. lerenenwerken.nl/images/plw/documenten/ goudenervaringscertificaat2010-aanmeldingsformulier.doc. Voor meer informatie, download de flyer (pdf): http://project. lerenenwerken.nl/images/plw/documenten/20100924_ hetgoudenervaringscertificaat2010.pdf. ■■Gertrud Visser, 015 – 2191 249,
[email protected] ■■Chiel Renique, 070 – 3490 221,
[email protected]
Nomineer voor Ginjaar-Maas Prijs 2010 Dit jaar wordt voor de vijfde keer de Ginjaar-Maas Prijs uitgereikt. Hiervoor komen projecten of initiatieven in aanmerking die volwassen werkenden of werkzoekenden stimuleren om (verder) te leren en hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. De prijs geeft aan deze projecten meer bekendheid, om zo ook anderen te inspireren. De eerste prijs is een bedrag van 20.000 euro. De overige vier genomineerden ontvangen een prijs van 5000 euro. Projecten met concrete resultaten om werkenden en werkzoekenden aan het leren te krijgen, kunnen worden genomineerd. De deadline is 12 november. De uitreiking is op woensdag 15 december tijdens de slotconferentie van het Netwerk Leren & Werken.
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 32 / 5 NOVEMBER 2010
9
ALGEMEEN Lees meer over de Ginjaar-Maas Prijs op http://project.lerenenwerken.nl/ginjaar-maas-prijs. Richtlijnen Ginjaar-Maas Prijs 2010 (pdf): http://project.lerenenwerken.nl/images/plw/documenten/ ginjaarmaasprijs2010-richtlijnen.pdf. Aanmeldingsformulier voordrachten Ginjaar-Maasprijs 2010 (Word): http://project.lerenenwerken.nl/images/plw/documenten/ ginjaarmaasprijs2010-aanmeldingsformulier.doc. Download de folder (pdf): http://project.lerenenwerken.nl/images/plw/documenten/ folder-ginjaarmaasprijs2010.pdf. ■■Gertrud Visser, 015 – 2191 249,
[email protected] ■■Chiel Renique, 070 – 3490 221,
[email protected]
10 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 32 / 5 NOVEMBER 2010