37 10–12–2010
INHOUD
Weekbulletin gaat digitaal
Weekbulletin Weekbulletin is een uitgave van VNO-NCW. Sinds 1 september 2009 werken VNO-NCW en MKB-Nederland intensief samen. De secretarissen van beide organisaties vormen sindsdien één gemeenschappelijk beleidsbureau dat in opdracht werkt voor beide verenigingen. Het kan dus voorkomen dat er ook contactpersonen van MKB-Nederland in Weekbulletin worden vermeld.
Weekbulletin wordt met ingang van half januari een digitale nieuwsbrief. Dat betekent dat onze abonnees voortaan wekelijks op woensdag een overzicht van alle artikelen in het Weekbulletin krijgen gemaild. Van daaruit kan direct doorgeklikt worden naar het artikel. Weekbulletin is exclusief bedoeld voor directe relaties van VNO-NCW: bestuur en bureau van brancheorganisaties, regionale werkgeversverenigingen en lidbedrijven. Daarom vragen wij u om eenmalig in te loggen op het ledennet van VNO-NCW. Aan alle abonnees van Weekbulletin is een brief of e-mail gestuurd met nadere informatie. Heeft u geen bericht gekregen en wilt u wel graag Weekbulletin blijven ontvangen, dan kunt u zich aanmelden op www.vno-ncw.nl/wbdigitaal.We sturen u dan uw persoonlijke inloggegevens toe.
Digitale versie Weekbulletin Weekbulletin is ook digitaal te raadplegen en te downloaden als Word- en pdf-bestand via het ledennet (inloggen via www.vno-ncw.nl).Indien u nog niet over de benodigde toegangscode beschikt kunt u zich aanmelden via het 'aanvraagformulier toegang ledennet'. Dit is te vinden op de website onder het kopje: Over VNO-NCW > Ledennet.
E-mail Vragen en/of opmerkingen over berichten in VNO-NCW Weekbulletin kunnen ook per elektronische post worden ingezonden. Het juiste e-mailadres is na elk bericht opgenomen. De redactie is bereikbaar via
[email protected]
Verzending en adreswijzigingen Voor vragen over de verzending van Weekbulletin of voor adreswijzigingen: Sander Kok,
[email protected] of telefoon: 070 - 3490 336
Antwoordnummer Antwoordnummer VNO-NCW, het algemene informatienummer voor de leden, is op werkdagen bereikbaar van 8.30 - 17.30 uur onder telefoonnummer 070 - 3490 366. Buiten deze uren is het te bereiken per elektronische post:
[email protected]
Economische Zaken Conjunctuurinformatie
1
Bleker en Wientjes: Nauwere samenwerking handelsbeleid
1
VNO-NCW: Meer oog voor Nederlands belang in buitenlandbeleid
1
Themanummer economische relaties Latijns-Amerika
2
VNO-NCW: Langere termijn voor BIZ-initiatief
2
Ruim 90 miljoen euro voor aanpak leegstand krimpregio’s
2
Publiek-private samenwerking bij bedrijventerreinen
2
Ruimtelijk beleid 2011
3
VNO-NCW: Stimulering duurzame energie op goede weg
3
Activiteitenbesluit uitgebreid met afvalgerelateerde activiteiten
3
Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen gewijzigd
3
Beleid mobiliteit en transport
4
Schultz stopt 1,25 miljard in ring Utrecht
5
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 37 / 10 DECEMBER 2010
Sociale Zaken Minder jongeren met arbeidsongeschiktheidsuitkering
5
Werknemer bereid tot tijdelijk loonoffer
5
VNO-NCW: Wetgeving flexibele arbeidstijden onnodig
6
Website over verzekeren voor zelfstandigen
6
VNO-NCW: Maatregelen onderwijs zijn verdedigbaar
6
Houtafvalbedrijven werken veiliger
7
Algemeen Georganiseerde misdaad Brabant aangepakt
7
Keurmerk Veilig Ondernemen voor vier bedrijventerreinen
7
Symposium ‘Fusiegedragsregels 2000: Crossing Borders’
8
Bezinningsconferentie ‘Inspiratie en werk’
8
Middagconferentie ‘The Meaning of the Shadow of Life’
8
Cursus ‘Zen for Leadership’
9
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 37 / 10 DECEMBER 2010
ECONOMISCHE ZAKEN Conjunctuurinformatie
Bleker en Wientjes: Nauwere samenwerking handelsbeleid
Bedrijven investeerden fors minder in kennis Door de economische crisis heeft het Nederlandse bedrijfsleven in 2009 ruim 7 procent minder in kennis geïnvesteerd dan een jaar eerder. Zo’n grote daling is in de periode tussen 1987 en 2008 niet eerder voorgekomen. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. In totaal investeerden bedrijven in 2009 ongeveer 43 miljard euro in kennis. Dat is 52 procent van de totale investeringen. De teruggang in investeringen in kennis staat in schril contrast met de profilering van Nederland als kenniseconomie, merkt het CBS op. In de periode van 1992 tot 2001 groeiden de investeringen in kennis gemiddeld 4,6 procent per jaar. Dat ging samen met snelgroeiende investeringen in software voor computers.
Mkb minder conjunctuurgevoelig dan grote bedrijven Het midden- en kleinbedrijf (mkb) is een stuk minder conjunctuurgevoelig dan grote bedrijven. Eind 2009, tijdens het dieptepunt van de economische crisis, had 56 procent van het mkb minder omzet dan een jaar eerder. Bij grote bedrijven was dit bijna 70 procent. De krimp in 2009 is vooral veroorzaakt doordat de buitenlandse vraag wegviel, waardoor de export van vooral industriële producten flink daalde. Vooral grote bedrijven werden hierdoor getroffen, omdat zij vaker internationaal georiënteerd zijn. Hierdoor zijn zij meer op export gericht. Bij de grote bedrijven in de industrie liep in het derde kwartaal van 2009 het aandeel bedrijven met een omzetdaling op tot bijna 90 procent. In het mkb was dit 62 procent. Ook tijdens de hoogconjunctuur in 2006 en 2007 waren de effecten bij grote bedrijven duidelijker zichtbaar dan bij het mkb. Zo steeg in het eerste kwartaal van 2007 de omzet bij bijna 80 procent van de bedrijven in de zakelijke dienstverlening. In het mkb was dit 56 procent.
Transportsector klimt verder uit dal De transportbedrijven in Nederland klimmen verder uit het dal, met een omzetstijging in het derde kwartaal. Het is de tweede stijging op rij, na vijf kwartalen van forse omzetdalingen. De omzet steeg 5 procent vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder, vooral door de toegenomen export. Desondanks is de omzet nog lang niet terug op het niveau van voor de crisis. Expediteurs hadden de sterkste omzetgroei: 11 procent. Bij de laad-, los en overslagbedrijven ging de omzet bijna 7 procent omhoog. In de binnenvaart steeg de omzet deels door prijsherstel met 7 procent. De luchtvaart boekte eveneens een 7 procent hogere omzet door toegenomen vrachtvolumes en passagiersaantallen. Bij de grootste groep goederenvervoerders, het wegtransport, steeg de omzet met 5 procent door een hoger vrachtaanbod. ■■Jan Klaver, 070 – 3490 430,
[email protected]
Staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) en VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes vinden het belangrijk dat de overheid en het bedrijfsleven nauw samenwerken op het gebied van handelspolitieke actualiteit. Vorige week verstuurden zij gezamenlijk het zeshonderdste ECHO-bericht over handelsbeleid aan ondernemers. Bleker en Wientjes roepen ondernemers die nog geen ECHO (e-mail contactgroep handelspolitiek nieuws voor ondernemers) ontvangen, zich hiervoor aan te melden. Het ministerie van EL&I en de verschillende ondernemersorganisaties informeren via ECHO bedrijven direct via snelle, korte en concrete berichten over handelspolitiek. Tegelijk kunnen ondernemers via ECHO feedback leveren en in contact komen met EL&I. Bleker: “Ik raad alle internationale ondernemers aan om lid te zijn van de ECHO, want handelspolitiek gaat over ondernemers. Nieuwe onderhandelingen, nieuwe sancties, vrijhandelsakkoorden: daar hebben bedrijven mee te maken en daarover willen zij snel en efficiënt het fijne weten.” Wientjes: “Ondernemers denken soms ten onrechte dat handelspolitiek abstract en ver weg is. Maar de handelspolitiek werkt juist direct door in de dagelijkse praktijk. Door de goede samenwerking met de overheid in de ECHO kunnen we nieuwe ontwikkelingen snel en in concrete woorden bij de ondernemer op tafel leggen, en krijgen we ook snel te horen wat er leeft.” ■■Winand Quaedvlieg, 070 – 3490 440,
[email protected]
VNO-NCW: Meer oog voor Nederlands belang in buitenlandbeleid De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) maakt in het rapport ‘Aan het buitenland gehecht’ de goede keuzes voor een nieuwe en meer strategische aanpak van het buitenlandbeleid, vindt VNO-NCW. De WRR stelt dat Nederland meer naar het nationaal belang moet kijken. Nederland kan niet meer alles doen en moet daarom duidelijke keuzes maken. De nadruk moet hierbij komen te liggen op beleidsterreinen waarop ons land sterk is en ‘het verschil kan maken’, zoals water, voedsel en internationaal recht. Dit moet ertoe bijdragen dat het profiel, de zichtbaarheid en de invloed van Nederland worden vergroot, aldus de WRR. VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes pleitte eerder al voor een grotere rol voor economische diplomatie. Dat gaat verder dan de klassieke handelsbevordering. Ook het binnenhalen van buitenlandse investeringen, handelspolitiek, de positie van Nederland in internationale financiële en economische instellingen en de rol die Nederland kan spelen bij klimaat-, voedselen grondstofvraagstukken, horen daarbij. De nieuwe aanpak brengt volgens de WRR met zich mee dat de algemene buitenlandstrategie een zaak van de gehele ministerraad wordt.
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 37 / 10 DECEMBER 2010
1
ECONOMISCHE ZAKEN De WRR concludeert ook dat de EU voor Nederland de meest dominante arena voor internationale samenwerking is en blijft. “Wie zijn doelen in het buitenlandbeleid wil bereiken, moet juist hier invloed uitoefenen, juist hier excelleren om zijn nationale belangen te realiseren.” De meest effectieve strategie is om Nederlandse belangen te vertalen naar Europese wetgeving of beleid. “Voor een excellente lidstaat liggen hier kansen om te verbinden en aan reputatie te winnen. Daarbij zou het passen wanneer Nederland de praktijk van de ons omringende landen volgt en de minister-president daadwerkelijk tot eerstverantwoordelijke voor het EU-beleid aanwijst, aan het hoofd van het ‘ministerie van Algemene en Europese Zaken’”, aldus de WRR. Het rapport is aangeboden aan minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken en staatssecretaris Knapen van Europese Zaken. Rosenthal beloofde binnen drie maanden met een reactie van de regering te komen. ■■Peter Bongaerts, 070 – 3490 443,
[email protected]
Themanummer economische relaties Latijns-Amerika Het Nederlandse maandblad over Latijns-Amerika, La Chispa, heeft een themanummer over de economische relaties tussen Latijns-Amerika en Nederland uitgebracht. Latijns-Amerika, in het bijzonder Zuid-Amerika, heeft de economische crisis goed doorstaan en biedt voor Nederlandse ondernemers grote kansen. In zeven interviews vertellen Nederlandse ondernemers over de dagelijks praktijk van het zakendoen in en met LatijnsAmerika. Ook besteedt het themanummer aandacht aan verduurzaming van de handel. Meer informatie is te vinden op www.lachispa.eu. ■■Peter Bongaerts, 070 – 3490 443,
[email protected]
VNO-NCW: Langere termijn voor BIZ-initiatief Ondernemingsorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland willen dat bedrijven langer de mogelijkheid krijgen om een BIZinitiatief in te dienen. Dat schrijven zij in een brief aan minister Verhagen van Economische Zaken. Met de Bedrijveninvesteringszone (BIZ) als fonds kunnen ondernemers zelf bepalen welke activiteiten zij willen uitvoeren om een bedrijventerrein aantrekkelijker te maken. Ondernemers kunnen nu tot 1 mei 2011 een nieuwe BIZ oprichten. Volgens de achterban van VNO-NCW en MKB-Nederland is deze termijn veel te kort. Op dit moment worden nog veel initiatieven opgestart. Het is dan wel erg kort tijd – nagenoeg onmogelijk – om voor 1 mei 2011 de voorbereidingen af te ronden én een heffingsverordening van de gemeente te krijgen. Het gevolg is dat partijen het proces proberen te versnellen, wat negatieve gevolgen kan hebben. Beide ondernemingsorganisaties verzoeken Verhagen om zo snel mogelijk de termijn op te rekken, zodat bedrijven zekerheid hebben dat nieuwe initiatieven van de grond kunnen komen.
Verlenging van de oprichtingsdatum naar 1 mei 2012 zou een goede oplossing zijn. ■■Susanne van Dijk, 015 – 2191 233,
[email protected]
Ruim 90 miljoen euro voor aanpak leegstand krimpregio’s De rijksbijdrage van 31 miljoen euro voor de aanpak van leegstand in de krimpgebieden Parkstad-Limburg, NoordoostGroningen en Zeeuws-Vlaanderen wordt door lokale partijen verdrievoudigd tot 93 miljoen euro. Met dit budget gaan provincies en de samenwerkende gemeenten in de drie krimpregio’s leegstand en verloedering te lijf en willen zij een prijsval op de woningmarkt voorkomen. Met de saneringsplannen moet de leegstand in tien jaar tijd tot maximaal 2 procent terug zijn gebracht. De investeringen van Rijk, gemeente en provincies dragen volgens de ondertekenaars niet alleen bij aan de werkgelegenheid, maar zijn ook een belangrijke impuls voor andere lokale partijen, zoals de woningbouwcorporaties. De manier waarop de corporaties zelf kunnen meebetalen aan hun deel van de plannen, is onderwerp van een studie van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dat brengt nu in kaart hoe het investeringsvermogen van de corporaties zich de komende periode ontwikkelt. ■■Jos Rijkhoff, 070 – 3490 331,
[email protected]
Publiek-private samenwerking bij bedrijventerreinen Er gaan zes projecten van start om de publiek-private samenwerking bij (herstructurering van) bedrijventerreinen te verkennen. Dat schrijft minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu in een brief aan de Tweede Kamer. De projecten vloeien voort uit de uitvoering van de Nota Ruimte. Het gaat om de volgende projecten: ●● Groningen/Regio Oost. Verzakelijking in Oost-Groningen; ●● Noord-Holland/Koggenland: Distriport Huurmarkt. Ontwikkelen innovatieve beleggerstrategie; ●● Noord-Holland/Metropoolregio Amsterdam. Gebiedsgericht uitgeven bedrijventerreinen via een open gebiedsfonds; ●● Noord-Brabant/Breda. Publiek-private samenwerking bij (herstructurering van) bedrijventerreinen; ●● Noord-Brabant/Deurne. Herstructurering bedrijventerrein Kranenmortel; ●● Limburg/Heerlen; C-Mill. Verder laat de minister weten dat er in het voorjaar een actieprogramma komt over de problematiek van de kantorenmarkt, de aanpak van leegstand en de rol van het Rijk hierbij. Tot slot geeft zij aan hoe de provincies de structuurvisie voor de snelwegomgeving – bedoeld om de ruimtelijke kwaliteit van de snelwegomgeving te verbeteren – kunnen uitvoeren. De brief van Schultz van Haegen kunt u opvragen bij Annemieke Bron of Maya Karia: 070 – 3490 328 of
[email protected]. ■■Jos Rijkhoff, 070 – 3490 331,
[email protected]
2 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 37 / 10 DECEMBER 2010
ECONOMISCHE ZAKEN Ruimtelijk beleid 2011 Vóór de zomer van 2011 wil minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu een toekomstbestendige Ruimtelijke Hoofdstructuur opstellen en de Algemene maatregel van Bestuur Ruimte aanpassen. Daarnaast wil zij het omgevingsrecht vereenvoudigen en het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport samenvoegen tot één inhoudelijk programma voor het gehele ruimtelijke domein. De Olympische Hoofdstructuur gaat zij verkennen met het oog op de kandidaatsstelling voor de Olympische Spelen van 2028. Deze concrete actualisatie van het ruimtelijke beleid heeft de minister in een beleidsbrief aan de Tweede Kamer beschreven. Volgens haar vallen vooral de basisnormen voor milieu, leefomgeving, veiligheid en unieke ruimtelijke waarden onder de verantwoordelijkheid van het Rijk. Dat geldt ook voor de ruimtelijke voorwaarden voor nationale netten (zoals weg, spoor, natuur, landschap, energie) en voorwaarden voor versterking van de ruimtelijke economische structuur (verstedelijking, mainports, greenports). De beleidsbrief kunt u opvragen bij Annemieke Bron of Maya Karia: 070 – 3490 328 of
[email protected]. ■■Jos Rijkhoff, 070 – 3490 331,
[email protected]
VNO-NCW: Stimulering duurzame energie op goede weg VNO-NCW is tevreden over de plannen van minister Verhagen van Economische Zaken om de ontwikkeling van duurzame energie verder te stimuleren. In een brief aan de Tweede Kamer kondigt Verhagen aan om op een zo efficiënt mogelijke manier de Europese doelstelling van 14 procent duurzame energie in 2020 te willen bereiken. Voor de nieuwe stimuleringsregeling duurzame energie, die in de plaats komt van de huidige die op 1 januari afloopt, stelt de minister volgend jaar een totaalbudget beschikbaar van 1,5 miljard euro. Het subsidiebedrag per kilowattuur wil hij binden aan een maximum. De verschillende productietechnieken voor duurzame elektriciteit, groen gas en duurzame warmte zullen onderling gaan concurreren voor hetzelfde budget. De minister wil de stimuleringsregeling duurzame energie niet langer gebruiken om innovatie op dit terrein te bevorderen. Daarvoor kondigt hij in zijn brief andere maatregelen aan. VNO-NCW wijst erop dat het van essentieel belang is dat deze maatregelen daadwerkelijk van de grond komen. Alleen zo kan het Nederlandse bedrijfsleven koploper worden als het bijvoorbeeld gaat over de ‘biobased economy’ en geld gaan verdienen met duurzaamheid. ■■Frits de Groot, 070 – 3490 326,
[email protected] ■■Erik te Brake, 070 – 3490 321,
[email protected]
Activiteitenbesluit uitgebreid met afvalgerelateerde activiteiten Op een nog nader te bepalen tijdstip wordt het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) uitgebreid met afvalgerelateerde activiteiten. Op grond van de Wet milieubeheer moeten inrichtingen – bedrijven – die nadelige gevolgen voor het milieu kunnen veroorzaken, voldoen aan algemene milieuregels of op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) beschikken over een omgevingsvergunning. Het Activiteitenbesluit bevat algemene regels voor inrichtingen. Het gaat bij dit wijzigingsbesluit om de volgende activiteiten: kunststofrecycling, kunststofverwerking, opslag van oud papier en textiel, bunkerstations binnenvaart, opslag van groenafval, op- en overslag van afval en combinaties hiervan. Met het wijzigingsbesluit is de tweede tranche van de tweede fase afgerond. De tweede tranche bevat ook een wijziging van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Voor een aantal activiteiten is namelijk eerst een omgevingsvergunning vereist voordat de algemene regels van toepassing zijn. Dit zijn activiteiten die op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, zijn aangewezen in artikel 2.2a van het Bor en binnen een inrichting plaatsvinden. Het gaat in de eerste plaats om activiteiten waarvoor op grond van de Europese richtlijn over milieueffectbeoordeling een individuele beschikking moet worden afgegeven. In de tweede plaats gaat het om activiteiten waarvoor het bevoegd gezag een lokale toets moet uitvoeren, die inhoudt of een bepaalde activiteit mag plaatsvinden binnen een inrichting op de beoogde locatie, dan wel of met een bepaalde activiteit binnen een bestaande inrichting op die locatie mag worden aanvangen. ■■Jan van den Broek, 070 – 3490 322,
[email protected]
Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen gewijzigd Op een nader te bepalen tijdstip wordt het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke stoffen gewijzigd. Als gevolg daarvan wordt ook de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen (evaluatie meldingensysteem) gewijzigd. Het besluit is op 1 januari 2005 in werking getreden. Als gevolg van het amendement Schreijer-Pierik heeft de wetgever bepaald dat de uitwerking van de regels over het melden van ontvangst en afgifte van afvalstoffen op centraal niveau moet gebeuren. Het besluit komt hieraan tegemoet. In 2005 vroeg de Tweede Kamer om een versnelde evaluatie. Aanleiding hiervoor waren reacties uit het bedrijfsleven. De Tweede Kamer wilde weten of de verplichtingen voor bedrijven die voortkomen uit het besluit, in verhouding staan tot het doel van het besluit en de lasten voor het bedrijfsleven. Ook vroeg de Tweede Kamer naar de gevolgen van het niet integraal uitzonderen van de groene lijst afvalstoffen in het besluit.
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 37 / 10 DECEMBER 2010
3
ECONOMISCHE ZAKEN Naast de reeds van de meldingsplicht uitgezonderde afvalstoffen, zoals papier, schroot, textiel, ferro- en non-ferrometalen en glas, vervalt nu bijvoorbeeld ook de meldingsplicht voor banden en schone kunststoffen, omdat deze afvalstoffen nauwelijks milieubelastend zijn en voor de ketenhandhaving niet interessant. Ook voor inrichtingen die afvalstoffen afkomstig uit het publieke domein uitsluitend overslaan, vervalt de meldingsplicht. Kleine hoeveelheden afvalstoffen van huishoudens en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval (kantoren-, winkel- en dienstenafval (kwd-afval) en horeca-afval) worden binnen deze inrichtingen uitsluitend overgeslagen tot grotere hoeveelheden. De verwerking van ontvangstmeldingen van al die kleine hoeveelheden is erg arbeidsintensief en brengt veel administratieve lasten met zich mee. Op verzoek van het bedrijfsleven komt er een uitbreiding van de meldingsplicht naar alle sorteerinrichtingen voor bouw- en sloopafval en groencomposteerinrichtingen. Dit brengt met zich mee dat er dan ook vanuit handhavingsoogpunt voldoende aandacht moet zijn voor deze categorie bedrijven. De motivering hierbij is dat bouw- en sloopafval en groenafval regelmatig op onjuiste wijze wordt verwijderd, vooral bij de kleinere inrichtingen. Door de meldingsplicht hiervoor in te voeren, worden illegale praktijken zoveel mogelijk voorkomen en kan en zal er met de meldgegevens in de hand adequater gehandhaafd worden. De afgiftemelding vervalt voor betoncentrales, asfaltinstallaties en bedrijven die voor het vervaardigen van asfalt, beton en ruw staal, afval inzetten in het productieproces. Na de verwerking van dit afval is er sprake van een product en heeft de melding geen meerwaarde meer. Bij het vervoer van afvalstoffen uit het publieke domein door of in opdracht van de gemeente is niet langer nodig dat er een begeleidingsbrief aanwezig is, wanneer dit afval – aantoonbaar – wordt vervoerd naar een inrichting waar de genoemde afvalstoffen uitsluitend worden overgeslagen. Afvalstoffen uit het publieke domein zijn uit huishoudens ingezamelde afvalstoffen en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval: horeca- en kwd-afval. Voor het vervoer van marktafval, drijfvuil, veegvuil/afval en RKG-slib – riolen, kolken en gemalen – geldt deze uitzondering ook. Het gaat hier om kleine hoeveelheden afvalstoffen die worden gebracht naar een inrichting waar de genoemde afvalstoffen uitsluitend worden overgeslagen. De maximumduur voor het overslaan is 48 uur. Daarna is er sprake van opslaan. Het niet meer aanwezig moeten hebben van een begeleidingsbrief scheelt het bedrijfsleven veel arbeid en brengt dus een aanzienlijke lastenverlichting met zich mee. De handhaving zal zich gaan richten op het afval dat in grotere hoeveelheden de eerdergenoemde inrichting verlaat. Bij meerdere transporten, afkomstig van één locatie naar één bestemming, van dezelfde soort bedrijfsafvalstoffen met dezelfde samenstelling, kan worden volstaan met één begeleidingsbrief per werkweek in hetzelfde transportmiddel, waarbij in de vrije ruimte van of in een bijlage bij de begeleidingsbrief het aantal en de tijdstippen van de transporten zijn vastgelegd. Dit is geregeld in ministeriële Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en
4 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 37 / 10 DECEMBER 2010
gevaarlijke afvalstoffen. Er is hier gekozen voor een praktische oplossing om een lastenverlichting voor het bedrijfsleven te bewerkstelligen. Voor een aantal afvalstromen geldt al een vereenvoudigde meldingsprocedure: de zogenaamde inzamelaarsregeling. Deze wordt uitgebreid met onder meer banden, veegvuil, rioolslib en afvalstoffen die behoren tot de code 17 van de Europese Afvalstoffenlijst (Eural), zoals bituminous bouw- en sloopafval, voor zover het geen gevaarlijk afval is. Dit geeft voor de bedrijven die deze afvalstoffen inzamelen bij verschillende bedrijven een aanzienlijke lastenverlichting. Op de begeleidingsbrief moet wel de locatie van herkomst worden vermeld. Ook scheepsafvalstoffen worden onder de inzamelaarsregeling gebracht: het is dus niet meer nodig om voor deze afvalstoffen de plaats waar en de wijze waarop deze worden afgegeven, te melden. Tot slot is tegemoet gekomen aan aanpassingsvoorstellen van handhavingsinstanties. Denk hierbij onder meer aan het gedurende vijf jaar bewaren van de begeleidingsbrief. ■■Jan van den Broek, 070 – 3490 322,
[email protected]
Beleid mobiliteit en transport Minder regeldruk en een scherpe focus op economische groei door te investeren in de belangrijkste economische regio’s. Dat zijn de kaders van de beleidsagenda van minister Schultz van Haegen en staatssecretaris Atsma van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De prioriteit voor investeringen ligt bij de belangrijkste centra: de mainports, brainports en greenports in de regio’s rond Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven. De bestaande bouwagenda wordt – waar mogelijk versneld – doorgezet. In het ruimtelijk beleid willen de bewindspersonen meer vrijheid en verantwoordelijkheid laten aan andere overheden. Het Rijk concentreert zich op belangen die alleen op nationaal niveau kunnen worden opgelost. Er volgt voor de zomer van 2011 een actualisatie van de nota’s Ruimte en Mobiliteit. Dat zal één nieuw rijkskader worden. Andere plannen zijn: het omgevingsrecht verregaand vereenvoudigen, de Crisis- en herstelwet permanent maken en regionale middelen voor verkeer en vervoer verder decentraliseren. Ook verdwijnen de nationale koppen op de Europese regelgeving voor milieubeleid.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland In de brief getuigen de bewindspersonen van de wil om mobiliteit en transport in de toekomst beter te laten lopen. Zij benadrukken de economische prioriteiten. Dat is prima. Het bedrijfsleven vraagt al lang de besluitvorming te versnellen en de regelgeving te vereenvoudigen. Gelukkig is het vorige kabinet daarmee al begonnen. Meer vrijheid en verantwoordelijkheid voor provincies en gemeenten in het ruimtelijk beleid kan ook goed uitpakken. De vraag blijft echter er genoeg middelen zijn om binnen een afzienbare termijn de bereikbaarheid te verbeteren en de files te verminderen.
ECONOMISCHE ZAKEN Het kabinet gaat geen kilometerprijzen invoeren, maar het extra budget dat nodig zou zijn om de bereikbaarheid met extra wegenaanleg te verbeteren, is er helaas ook niet. Daardoor zullen de files weer toenemen – en dat is nu juist wat we niet willen. Het is in het verleden maar zelden haalbaar gebleken de aanleg van wegen te bekostigen met privaat geld en tol. Meer publiek-private samenwerking met voorfinanciering door private partijen is een optie. Dat levert echter alleen extra infrastructuur op als het kabinet in het geheel meer financiële verplichtingen aangaat. VNO-NCW en MKB-Nederland pleiten ervoor die ruimte op te rekken. Wij zullen het kabinet laten weten welke extra investeringen dan de prioriteit verdienen. ■■August Mesker, 070 – 3490 333,
[email protected]
Schultz stopt 1,25 miljard in ring Utrecht Het kabinet stopt de komende jaren 1,25 miljard euro in de ringweg van Utrecht. De stad krijgt een rondweg die in 2020 klaar moet zijn. Dat heeft minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu bekendgemaakt. Aan de noordkant van de stad krijgt Utrecht een autoweg, aan de oostkant komt een zevenbaansweg te liggen. Deze zal deels overdekt zijn. Ook aan de zuidzijde, de kant van de A12, worden de wegen uitgebreid. De westzijde heeft al een vijfbaansweg. Utrecht geldt qua verkeer volgens Schultz als het hart van Nederland. In de toekomst wordt voorzien dat het rond het knooppunt steeds drukker wordt. ■■August Mesker, 070 – 3490 333,
[email protected]
SOCIALE ZAKEN Minder jongeren met arbeidsongeschiktheidsuitkering Een dalend aantal jongeren maakt gebruik van de gewijzigde Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening voor jonggehandicapten (Wajong). De verwachting is dat er over 2010 ongeveer duizend mensen minder in de Wajong terechtkomen. In 2009 kwamen er 17.600 jonggehandicapten bij, in 2010 zullen dat er 16.700 zijn. Het is voor het eerst sinds jaren dat de instroom waarschijnlijk daalt. Dit blijkt uit de resultaten over de eerste helft van 2010 van de eerste Wajongmonitor van het UWV Werkbedrijf, die staatssecretaris De Krom van Sociale Zaken aan de Tweede Kamer heeft aangeboden. De monitor laat verder zien dat werkgevers, ondanks de economische crisis, het nut ervan inzien om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Het UWV en werkgevers hebben daartoe convenanten afgesloten. Het bedrijfsleven heeft toegezegd bijna vijfduizend banen in te vullen voor Wajongers. Het UWV heeft inmiddels een derde van deze banen weten in te vullen. Het aantal werkende jonggehandicapten bedraagt op dit moment een kleine 48.000; van alle Wajongers werkt 25 procent. Het aantal werkgevers dat een Wajonger in dienst heeft is gestegen naar een kleine 4 procent. Het kabinet heeft in het regeerakkoord aangekondigd dat er één regeling komt die de huidige regeling voor bijstand, jonggehandicapten en sociale werkvoorziening vervangt. Het doel is meer mensen met een beperking te laten werken, het groeiend financieel beslag van de verschillende regelingen te verminderen en het beschikbare geld effectiever in te zetten. De volgende Wajongmonitor komt eind juni 2011 uit. Die monitor geeft een completer beeld van de effecten van de nieuwe Wajongwet die per 1 januari 2010 inwerking is getreden. ■■Mariet Feenstra, 015 – 2191 426,
[email protected]
Werknemer bereid tot tijdelijk loonoffer Ruim 60 procent van de Nederlanders is bereid tijdelijk loon in te leveren om zijn baan te behouden. Vooral hoogopgeleiden zijn bereid tot een loonoffer. Dit blijkt uit het online Nationale Werkonderzoek 2010 van de vacaturesite Jobtrack.nl. Aan het online onderzoek deden bijna 22.000 mensen mee. De werkloosheid daalt weer, maar de economische vooruitzichten zijn nog altijd niet erg positief, aldus Marco de Weerd van Jobtrack. Hierdoor zijn mensen nog steeds onzeker over hun baan. Van degenen die bereid zijn tot een tijdelijk loonoffer, is een op de drie bereid 5 procent in te leveren. Een op de vijf zou zelfs 5 tot 10 procent willen inleveren om de werkgever en daarmee zichzelf te helpen. Van de mensen met een opleiding op universitair niveau is bijna driekwart bereid geld in te leveren. Onder werknemers met een middelbare beroepsopleiding is dat 59 procent. Bijna de helft van de mensen die aan het onderzoek meededen, maakt zich zorgen of hij later wel van zijn pensioen kan rond-
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 37 / 10 DECEMBER 2010
5
SOCIALE ZAKEN komen. Dat geldt zowel voor ouderen als voor jongeren. Lager opgeleiden maken zich meer zorgen dan hoger opgeleiden.
Kamer van Koophandel, het Platform Zelfstandige Ondernemers en FNV Zelfstandigen.
■■Alfred van Delft, 070 – 3490 218,
[email protected]
De site biedt antwoord op vragen als: is het wel nodig om je te verzekeren, wat kost dat, waar moet je op letten, welke vorm past het best bij mij en wat te doen bij wijziging van de situatie? Uit eerder onderzoek bleek een grote informatiebehoefte onder startende ondernemers over het risico op arbeidsongeschiktheid. Ongeveer de helft van de zelfstandige ondernemers heeft een arbeidsongeschiktheidsverzekering gesloten.
VNO-NCW: Wetgeving flexibele arbeidstijden onnodig Een initiatiefwet van CDA en GroenLinks moet werknemers recht geven op flexibele arbeidstijden en op thuiswerken. Volgens VNO-NCW is wetgeving niet nodig, omdat dit een zaak is tussen werkgevers en werknemers onderling. Aanvullende afspraken hierover worden gemaakt in cao’s. De praktijk wijst uit dat in steeds meer cao’s afspraken over flexibele arbeidstijden worden opgenomen, stelt de ondernemingsorganisatie. Het CDA en GroenLinks willen met hun initiatiefwet werknemers een steun in de rug geven en een ‘cultuuromslag’ op het werk forceren. Wetgeving is onnodig, stelt VNO-NCW, omdat de praktijk zich al goed ontwikkeld heeft. In liefst 60 procent van de cao’s zijn afspraken gemaakt over begin- en eindtijden, met daarbinnen mogelijkheden om de dagelijkse arbeidsduur te plannen. Werknemers hebben in vier op de tien cao’s invloed op het werkrooster en in een kwart van de cao’s is mogelijkheid tot thuiswerken opgenomen, blijkt uit rapportages van het ministerie van Sociale Zaken. En volgens VNO-NCW zet deze ontwikkeling zet verder door. De werkgeversorganisatie benadrukt het belang en de mogelijkheden van verdergaande flexibilisering, maar vindt dat wetgeving maatwerk in de weg staat. Afspraken over arbeidstijden moeten namelijk altijd worden gemaakt op het niveau van de individuele organisatie. Daarbij moeten de belangen van de werkgever (flexibiliteits- en inzetbaarheidsbehoefte) en werknemer (afstemming werk en privé c.q. arbeid en zorg) worden afgewogen. Dat gaat volgens de ondernemingsorganisatie momenteel naar onderlinge tevredenheid. Dat deeltijdwerk zich heeft ontwikkeld sinds de invoering van de Wet Aanpassing Arbeidsduur (WAA), aldus de initiatiefnemers Van Hijum (CDA) en Van Gent (GroenLinks), is volgens VNO-NCW een vergissing. Uit onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken blijkt dat niet of nauwelijks een beroep op deze wetgeving is of wordt gedaan, terwijl miljoenen Nederlanders in deeltijd werken. Het ministerie kwalificeert deze wet dan ook als ‘symboolwetgeving’. VNO-NCW roept daarom de initiatiefnemers op kennis te nemen van de ontwikkelingen in de praktijk en af te zien van het indienen van dit wetsvoorstel. ■■Alfred van Delft, 070 – 3490 218,
[email protected]
Website over verzekeren voor zelfstandigen Ondernemers en zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) die op zoek zijn naar onafhankelijke informatie over arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, kunnen de nieuwe website www. verzekerenvoorzelfstandigen.nl raadplegen. Deze website is een gezamenlijk initiatief van het Verbond van Verzekeraars, de
6 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 37 / 10 DECEMBER 2010
De Sociaal-Economische Raad (SER) adviseerde onlangs de toegankelijkheid van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen verder te verbeteren, onder meer door actievere informatievoorziening en ook via verruiming van het zogeheten vangnet voor ondernemers die om medische redenen niet regulier zijn te verzekeren. ■■Mieke van Westing, 070 – 3490 364,
[email protected]
VNO-NCW: Maatregelen onderwijs zijn verdedigbaar VNO-NCW vindt de aangekondigde maatregelen op het gebied van hoger onderwijs van staatsecretaris Zijlstra van Onderwijs verdedigbaar. De ondernemingsorganisatie vindt dat met het invoeren van een sociaal leenstelsel in de masterfase en een hogere eigen bijdrage van langstudeerders aan de eigen studie(s) de prikkel op de juiste plek wordt gelegd. Wie langer over zijn studie doet, betaalt over dat jaar (of jaren) hoger collegegeld. Ook de hogescholen en universiteiten zullen minder vergoedingen ontvangen voor laat afgestudeerden. Volgens VNO-NCW prikkelt deze maatregel, die naar verwachting al volgend collegejaar wordt ingevoerd, de instelling en de student. Een andere maatregel is dat er een sociaal leenstelsel wordt ingevoerd in de masterfase en tegelijk de studiefinanciering vervalt. Dit plan gaat in per 2014. De student leent dus voor zover hij niet op een andere manier in zijn kosten van levensonderhoud kan voorzien. Ook dit is redelijk, aldus VNO-NCW, omdat een masterdiploma leidt tot een hoger inkomen. Belangrijk is ook dat het niet gaat om besparingen. De middelen die de maatregelen de overheid opleveren, verdwijnen namelijk niet in de schatkist, maar worden terug in het systeem gestopt via een (broodnodige) kwaliteitsimpuls voor het hoger onderwijs. Daar heeft VNO-NCW altijd voor gepleit. Het is wel zaak daar snel duidelijkheid over te verschaffen zodat instellingen zich hiermee rekening kunnen houden. VNO-NCW vindt wel dat er bij invoering van dit soort maatregelen goed gekeken moet worden naar de neveneffecten. Een van de aandachtspunten is het negatief effect op de aantrekkelijkheid van bètatechnische studies. Studenten doen hier immers een tweejarige master, waar andere studenten er slechts een jaar over doen en dus slechts een jaar hoeven te lenen. Dit kan worden verholpen door bètatechniek-studenten nog een jaar studiefinanciering te laten krijgen in de masterfase. Een derge-
SOCIALE ZAKEN lijke oplossing is fair, omdat dan de ene student niet bij voorbaat meer studieschuld opbouwt dan de andere. ■■Thomas Grosfeld, 070 – 3490 415,
[email protected] ■■Chiel Renique, 070 – 3490 221,
[email protected]
Houtafvalbedrijven werken veiliger Uit controles van de Arbeidsinspectie blijkt dat alle bedrijven die houtafval verwerken, maatregelen nemen om brand en explosiegevaar te voorkomen. Uit houtafval komt houtstof vrij, dat behalve explosies ook gezondheidsklachten kan veroorzaken, waaronder kanker in de neusholten en voorhoofdsholte. Aanleiding voor de inspecties waren zestien branden en explosies tussen 2005 en 2008 bij bedrijven die houtafval oftewel houtvezels verwerken. Houtvezels zijn het restafval van timmeren meubelbedrijven. Dertien bedrijven hergebruiken de vezels als grondstof voor producten zoals opslagpallets, isolatiewanden en briketten. Houtvezels bevatten onder andere fijnkorrelig houtstof. Het houtstof kan, net als brandbare gassen, in combinatie met zuurstof en een ontstekingsbron makkelijk brand of een explosie veroorzaken. Verder kan houtstof leiden tot allergische reacties van de huid en ontstekingen. Stof van hardhout is bovendien kankerverwekkend. Ondernemingen zijn zich door de incidenten van de afgelopen jaren bewuster geworden van de risico’s. Vrijwel alle bedrijven hebben preventieve maatregelen tegen brand of explosies genomen. Door shovels met gesloten cabines en filtermaskers wordt voorkomen dat werknemers worden blootgesteld aan houtstof. Waar de situatie nog niet helemaal in orde was, gaven de inspecteurs een waarschuwing. Daarna zijn de omstandigheden verbeterd.
ALGEMEEN Georganiseerde misdaad Brabant aangepakt De bestuurlijke- en justitiële aanpak van de georganiseerde misdaad in Brabant wordt geïntensiveerd. Aanleiding hiervoor is de situatie rond de drugsgerelateerde georganiseerde criminaliteit in Brabant. Een taskforce gaat alle bestuurlijke en justitiële maatregelen coördineren die noodzakelijk zijn om de georganiseerde misdaad in Brabant terug te dringen. Doel is de criminele bendes op te rollen die achter de wietteelt en –handel zitten, onderliggende criminele structuren af te breken en crimineel vermogen af te pakken. Verder wordt het aangescherpte coffeeshopbeleid van het kabinet in de regio Brabant versneld ingevoerd. Dat betekent dat coffeeshops besloten clubs worden met een pasjessysteem, en dat coffeeshops minimaal 350 meter van scholen af staan. Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie en de burgemeesters van de gemeenten Breda, Helmond, Eindhoven, ’s-Hertogenbosch en Tilburg beogen met de taskforce een maximaal gebruik van zowel alle bestuurlijke als justitiële instrumenten in de gehele regio. Dat betekent ook dat coffeeshops en drugspanden gesloten kunnen worden als daar aanleiding toe is. Het openbaar bestuur wil optimaal gebruikmaken van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen. Door deze wet hebben bestuursorganen (zoals gemeenten) en aanbestedende diensten (zoals Rijkswaterstaat) de mogelijkheid om bedrijven en personen te screenen. Verder kunnen zij fiscale naheffingen opleggen.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland VNO-NCW en MKB-Nederland vinden het goed dat er snel gereageerd wordt, maar wijzen wel op het risico dat overige taken in de knel komen als er geen capaciteit bijkomt. ■■Els Prins, 015 – 2191 299,
[email protected]
■■Willem-Henk Streekstra, 070 – 3490 359,
[email protected]
Keurmerk Veilig Ondernemen voor vier bedrijventerreinen In december zijn vier bedrijventerreinen gecertificeerd met het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). Het gaat om het nieuwe Bedrijvenpark H2O en de bestaande terreinen Netelhorst (Hattem), Europaweg (Heerde) en Voskuil (Oldebroek). In februari van dit jaar tekenden de drie lokale bedrijvenkringen, gemeenten, politie en brandweer een intentieverklaring om de criminaliteit, overlast en onveiligheid op deze bedrijventerreinen gezamenlijk aan te pakken. In de maanden daarna hebben deze partijen gezamenlijk de veiligheidsproblemen en verbeterpunten geïnventariseerd. Vervolgens hebben zij een plan van aanpak opgesteld: concrete maatregelen om de verlichting, het parkeren, de collectieve beveiliging, de verkeersveiligheid en de brandpreventie te verbeteren. Het KVO komt voort uit de publiek-private samenwerking tussen MKB-Nederland, VNO-NCW, de verzekeraars en de ministeries van Economische Zaken, Justitie en Binnenlandse Zaken. De ervaringen laten zien dat door het keurmerk schade bij be-
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 37 / 10 DECEMBER 2010
7
ALGEMEEN drijventerreinen flink vermindert en het gevoel van veiligheid toeneemt. ■■Els Prins, 015 – 2191 299,
[email protected]
Symposium ‘Fusiegedragsregels 2000: Crossing Borders’ De Sociaal-Economische Raad (SER) organiseert op donderdagmiddag 16 december een symposium over de fusiegedragsregels. In 2010 bestaat het SER-Besluit Fusiegedragsregels 2000 tien jaar. Een goed moment voor evaluatie en onderzoek naar medezeggenschap bij fusies in andere Europese landen. Bedrijven die fusieplannen hebben, moeten dit vooraf bij de SER melden en de betrokken vakbonden tijdig informeren, nog vóórdat er een openbare mededeling wordt gedaan over een geplande fusie. Aan de orde komt de vraag of de Fusiegedragsregels toekomstbestendig zijn. In een rechtsvergelijking tussen Nederland en Zweden wordt de medezeggenschap bij fusies in beide landen in vogelvlucht onderzocht en bespiegeld. Hoe werkt het Zweedse medezeggenschapsysteem bij (grensoverschrijdende) fusies? Welke rol hebben EU-richtlijnen en wat kunnen wij in Nederland daarvan leren? Sprekers zijn: ●● Paul van der Heijden, hoogleraar internationaal arbeidsrecht en rector magnificus Universiteit Leiden en kroonlid SER; ●● Erik Sjödin, onderzoeker Universiteit van Uppsala, bezig met een proefschrift over ‘European employee participation – from employee empowerment to corporate governance?’; ●● Robbert van het Kaar, senior onderzoeker Hugo Sinzheimer Instituut, Universiteit van Amsterdam. Aansluitend vindt een discussie met de zaal plaats die wordt gestart door vertegenwoordigers van de sociale partners. Titel: Fusiegedragsregels 2000: Crossing Borders. Datum en tijd: donderdag 16 december van 14.30 tot 18.00 uur. Plaats: SER-gebouw, Bezuidenhoutseweg 60 in Den Haag. Aanmelden: online via http://www.ser.nl/sitecore/ content/Internet/nl/ActueelCongressen/ 2010/20101216.aspx. Nadere informatie: Mariek de Valk van de SER, 070 – 3499 648. ■■Suzanne Drion, 070 – 3490 409,
[email protected]
Bezinningsconferentie ‘Inspiratie en werk’ In samenwerking met conferentiecentrum Mennorode organiseert VNO-NCW de bezinningsconferentie ‘Inspiratie en werk’ over levensbeschouwing en aardse zaken. De conferentie is geïnspireerd op het essay ‘Levensbeschouwing en werk’ van Kees Blokland en bedoeld voor professionals, managers, stafleden en vakbondsvertegenwoordigers.
8 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 37 / 10 DECEMBER 2010
Zes thema’s staan centraal: stilte en bezinning, ontmoeting, tijd, ruimte, betekenis geven en paradox en tegenstelling. De werkvormen zijn breed geschakeerd en zowel op de inhoud als op het proces gericht: inleidingen, tekstbesprekingen, meditaties, interviews en tweegesprekken, groepsdiscussies, oefeningen en zelfreflectie. Kees Blokland (adviseur mens & organisatie), Marion Bruggen (predikante doopsgezinde broederschapshuizen) en Huib Klamer (secretaris levensbeschouwing en maatschappelijk ondernemen VNO-NCW) leiden de conferentie. Datum en tijd: Plaats: Kosten: Meer informatie:
donderdag 13 januari van 13.00 uur tot zaterdag 15 januari 17.00 uur. Mennorode conferentiecentrum, Apeldoornseweg 185 in Elspeet. 360 euro inclusief btw (339,62 euro exclusief btw). Hierbij inbegrepen zijn maaltijden, koffie en thee en overnachtingen. Als u niet in staat bent de cursuskosten te declareren en deze uw draagkracht te boven gaan, kan in incidentele gevallen een tegemoetkoming in de kosten worden toegekend. Het minimale tarief voor de conferentie bedraagt 240 euro inclusief btw (226,42 euro exclusief btw). www.vno-ncw.nl/activiteiten/ bezinningsprogramma.
■■Huib Klamer, 070 – 3490 468,
[email protected]
Middagconferentie ‘The Meaning of the Shadow of Life’ In samenwerking met managementcentrum de Baak en Inner Sense organiseert VNO-NCW de middagconferentie ‘The Meaning of the Shadow of Life’. Een crisis toont de schaduwzijde van het leven en brengt verborgen krachten aan het licht. Dit biedt een kans om te groeien. Tijdens de bijeenkomst komt Willigis Jäger aan het woord, een benedictijner monnik en zenmeester die zich zowel laat inspireren door de christelijke mystiek als de oosterse zentradities. Hij werpt zijn licht op de zin van crisismomenten en de vraag hoe bezinning kan helpen bij het integreren van alles wat door een crisis boven komt.
Programma 14.00 uur Introductie en welkom door Jan-Willem van den Braak, hoofd stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen, en Harry Starren, directeur de Baak 14.30 uur Meditatie geleid door Brigitte van Baren, oprichtster en directeur Inner Sense 15.00 uur Seminar Willigis Jäger 16.00 uur Pauze 16.30 uur Werken in groepen. Reflectie op verschillende punten 17.00 uur Plenair, vragen en antwoorden 17.45 uur Meditatieve afsluiting, geleid door Willigis Jäger 18.00 uur Drankje en hapje
ALGEMEEN Datum en tijd: dinsdag 25 januari van 14.00 tot 18.00 uur. Plaats: De Horst in Driebergen. Kosten: 75 euro bij aanmelding voor 1 januari, 100 euro bij aanmelding na 1 januari. Meer informatie en aanmelding: Chéri Blommers, 071 – 3690399 of
[email protected]. ■■Huib Klamer, 070 – 3490 468,
[email protected]
Cursus ‘Zen for Leadership’ In samenwerking met managementcentrum de Baak en Inner Sense organiseert VNO-NCW de cursus ‘Zen for Leadership’. Veel mensen in leidinggevende functies lijden onder de spanning tussen hun beroepsmatige ambitie en hun persoonlijke ontwikkeling. De vraag die hierbij naar voren komt, is: hoe vind ik een balans tussen de zakelijke spanning en mijn eigen behoefte aan rust en persoonlijke diepgang? Wetenschappelijk is aangetoond dat zen een stimulerende werking heeft op het vinden van die balans. Vooral na hun veertigste denken veel leidinggevenden niet alleen over hun zakelijke besognes, maar steeds meer ook over hun leefomgeving. Zen lijkt soms moeilijk te doorgronden, maar is in feite juist een eenvoudige en stimulerende bron om de kwaliteit van werk en persoonlijke omgeving te bevorderen. Dit instrument ligt voor ieder onder handbereik. Effecten van zentraining zijn bijvoorbeeld: meer energie, betere concentratie, toenemende helderheid van denken en meer geduld en – niet onbelangrijk – beter bestand zijn tegen stress. Het programma duurt drie dagen om alle elementen van zen aan bod te kunnen laten komen. Zenmeditatie, qigong- en yogaoefeningen en een concert met gong en klankschalen zijn kernonderdelen van het programma. Alle activiteiten zijn erop gericht de deelnemers te laten ervaren hoe zij hun persoonlijke ontwikkeling met hun rol als leidinggevende kunnen integreren. Datum: zondag 22 tot dinsdag 25 januari. Locatie: De Baak Management Centrum VNO-NCW in Driebergen. Kosten: 495 euro per persoon, exclusief overnachting en verzorging. Aanmelding: via www.debaak.nl of bij Chéri Blommers, 071 – 3690 399. ■■Huib Klamer, 070 – 3490 468,
[email protected]
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 37 / 10 DECEMBER 2010
9