36 03–12–2010
INHOUD Weekbulletin gaat digitaal Weekbulletin wordt met ingang van half januari een digitale nieuwsbrief. Dat betekent dat onze abonnees voortaan wekelijks op woensdag een overzicht van alle artikelen in het Weekbulletin krijgen gemaild. Van daaruit kan direct doorgeklikt worden naar het artikel. Weekbulletin is exclusief bedoeld voor directe relaties van VNO-NCW: bestuur en bureau van brancheorganisaties, regionale werkgeversverenigingen en lidbedrijven. Daarom vragen wij u om eenmalig in te loggen op het ledennet van VNO-NCW. Aan alle abonnees van Weekbulletin is een brief of e-mail gestuurd met informatie. Heeft u geen bericht gekregen en wilt u wel graag Weekbulletin blijven ontvangen, dan kunt u zich aanmelden op www.vno-ncw.nl/wbdigitaal.We sturen u dan uw persoonlijke inloggegevens toe.
Weekbulletin Weekbulletin is een uitgave van VNO-NCW. Sinds 1 september 2009 werken VNO-NCW en MKB-Nederland intensief samen. De secretarissen van beide organisaties vormen sindsdien één gemeenschappelijk beleidsbureau dat in opdracht werkt voor beide verenigingen. Het kan dus voorkomen dat er ook contactpersonen van MKB-Nederland in Weekbulletin worden vermeld.
Digitale versie Weekbulletin Weekbulletin is ook digitaal te raadplegen en te downloaden als Word- en pdf-bestand via het ledennet (inloggen via www.vno-ncw.nl).Indien u nog niet over de benodigde toegangscode beschikt kunt u zich aanmelden via het 'aanvraagformulier toegang ledennet'. Dit is te vinden op de website onder het kopje: Over VNO-NCW > Ledennet.
E-mail Vragen en/of opmerkingen over berichten in VNO-NCW Weekbulletin kunnen ook per elektronische post worden ingezonden. Het juiste e-mailadres is na elk bericht opgenomen. De redactie is bereikbaar via
[email protected]
Verzending en adreswijzigingen Voor vragen over de verzending van Weekbulletin of voor adreswijzigingen: Sander Kok,
[email protected] of telefoon: 070 - 3490 336
Antwoordnummer Antwoordnummer VNO-NCW, het algemene informatienummer voor de leden, is op werkdagen bereikbaar van 8.30 - 17.30 uur onder telefoonnummer 070 - 3490 366. Buiten deze uren is het te bereiken per elektronische post:
[email protected]
Economische zaken Conjunctuurinformatie
1
Gebruik garantieregelingen groeit
1
Implementatie richtlijn consumentenkrediet
1
Online subisidie aanvragen
2
MKB-Nederland blij met belofte Weekers mkb-beleggingen
2
Wijziging percentage heffingsrente en invorderingsrente
2
Nieuwe website energietransitie
2
Luchtkwaliteit verbeterd, maar extra maatregelen nodig
2
Sociale Zaken Gebruik deeltijd-WW blijft fors afnemen
3
Reïntegratieondersteuning helpt bij de helft
3
SER: Gelijke arbeidsomstandigheden voor alle werkenden
4
Folder aansprakelijkheid bij inlenen uitzendkrachten
4
Kabinet bouwt partnertoeslag ouderen versneld af
4
Europa Steun Ierland uit Europees noodfonds
5
Onderhandelingen EU-begroting 2011 vastgelopen
5
Raad voor Concurrentievermogen
5
Toekomst gemeenschappelijk landbouwbeleid
5
Antipiraterijverdrag
6
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 36 / 3 DECEMBER 2010
Prioriteiten energie-infrastructuur
6
BusinessEurope: Economic Outlook Autumn 2010
6
Loek Hermans voorzitter van UEAPME
7
Consultatie Groenboek ontwikkelingssamenwerking
7
Steunmaatregelen voor Europese mkb’s in China
7
Algemeen Onderzoek rendement webrichtlijnen
8
Strijd tegen overvallen opgevoerd
8
Landelijk netwerk van slachtofferloketten
8
EIM: verband sociaal ondernemerschap en post-materialisme
9
Nieuw werkprogramma G32 voor economie en werk
9
Praktijkhandboek wijkeconomie voor gemeenten
9
Lustrum IDEA
9
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 36 / 3 DECEMBER 2010
ECONOMISCHE ZAKEN Conjunctuurinformatie Aantal uitzenduren verder toegenomen Het aantal uitzenduren is in het derde kwartaal van 2010 gestegen met 3 procent ten opzichte van het tweede kwartaal. Het voor seizoeninvloeden gecorrigeerde indexcijfer van het aantal uitzenduren fase A (2005=100) kwam in het derde kwartaal uit op 110,8, tegen 107,6 een kwartaal eerder. Het was het tweede kwartaal op rij waarin het aantal uitzenduren toenam. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De groei van het aantal uitzenduren past in het conjunctuurbeeld. De afgenomen vraag naar goederen en diensten leidde in de tweede helft van 2008 en in 2009 tot minder werk voor uitzendkrachten. In 2010 is de vraag weer aangetrokken. Uit de conjunctuurtest zakelijke dienstverlening blijkt dat de ondernemers in de uitzendbranche de laatste maanden zeer positief zijn over de toekomstige personeelssterkte. Tot fase A behoren uitzendkrachten die voor de uitzendorganisatie werken op contractbasis, zonder regulier dienstverband. In fase A is het voor beide partijen, werkgever én werknemer, gemakkelijker om het dienstverband te beëindigen dan in de daaropvolgende fasen B en C.
Bescheiden omzetgroei horeca Na acht kwartalen van krimp heeft de horeca in het derde kwartaal bijna 1 procent meer omgezet dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. De groei is geheel toe te schrijven aan hogere prijzen. Het omzetvolume kromp met 1 procent.
In de eerste drie kwartalen van 2010 werden de garantieregelingen duidelijk beter gebruikt dan vorig jaar. De benutting van de BMKB lag 40 procent hoger dan over dezelfde periode vorig jaar, terwijl de benutting van de GO ruim tweemaal zo hoog was als het gehele vorige jaar. Vergeleken met de eerste drie kwartalen van 2009 ligt de benutting van de BMKB in 2010 148 miljoen hoger. De verwachting is dat de regeling dit jaar een record bereikt van circa 735 miljoen. De totale garantieportefeuille komt daarmee op 2,1 miljard. De groei van de GO zette ook door in het derde kwartaal. Deze regeling heeft een budget van 250 miljoen aan totaal beschikbare garanties. Bij de Groeifaciliteit – een regeling om (snel) groeiende bedrijven te helpen met hun financiering – is sinds maart het aantal financieringsaanvragen gestaag gestegen. Deze trend heeft zich ook tijdens het zomerreces verder voortgezet. Tot en met september zijn er elf participatiemaatschappijen toegetreden tot de Groeifaciliteit. Daarnaast zijn er nog zeven participatiemaatschappijen waarvan een aanvraag wordt behandeld. Deze toename is fors, vergeleken met de in totaal 27 partijen die tussen 2006 en 2009 toetraden. De hoeveelheid fiatteringen blijft nog achter bij de groei. Bij het Innovatiekrediet – een regeling voor financiering van innovatieve projecten – zijn juist in oktober veel toezeggingen gedaan. Daardoor is de benutting in het derde kwartaal relatief laag geweest. Uitputting van het budget van 24 miljoen euro voor duurzame projecten is mogelijk als het Innovatiekrediet wordt opengesteld voor reguliere projecten waar een tekort ontstaat. ■■Rob Wolthuis, 015 – 2191 239,
[email protected]
Binnen de horeca boekten hotels de hoogste omzetgroei: de omzet was 4,5 procent hoger dan een jaar eerder. Ook cafetaria’s en cafés realiseerden meer omzet in het derde kwartaal. Bij cafés was de toename van de omzet 2,1 procent. De prijzen in cafés waren 2,6 procent hoger dan een jaar eerder, het omzetvolume was 0,5 procent lager. In tegenstelling tot de overige horecabranches kampten restaurants met omzetverlies. De omzet was bijna 4 procent lager dan een jaar eerder. De prijsstijging bedroeg 1,7 procent. Het omzetvolume was 5,4 procent lager. ■■Jan Klaver, 070 – 3490 430,
[email protected]
Gebruik garantieregelingen groeit Steeds meer ondernemingen maken gebruik van de borgstellingen die het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie verleent. De Borgstellingsregeling MKB (BMKB; voor het midden- en kleinbedrijf) en de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO; voor grotere bedrijven) zijn bedoeld om bedrijven eenvoudiger toegang te geven tot krediet. Dat is nodig omdat zij als gevolg van de financiële crisis minder gemakkelijk leningen kunnen afsluiten bij hun bank. Deze regelingen zijn onlangs met een jaar verlengd tot eind 2011.
Implementatie richtlijn consumentenkrediet De informatieverstrekking over consumentkrediet moet duidelijker en de kosten van het krediet moeten transparanter worden. Dat staat in een wetsontwerp dat de Europese richtlijn over consumentenkrediet implementeert. De Tweede Kamer heeft het ontwerp goedgekeurd. Voorafgaand aan het debat hadden MKB-Nederland, VNO-NCW, andere ondernemingsorganisaties en verschillende woordvoerders uit de Kamer er nog op gewezen dat het wetsontwerp nadelige economische consequenties heeft voor kredietverlenende organisaties en bedrijven die producten of diensten op krediet verkopen. Mocht de consument namelijk gebruikmaken van het opzegrecht van de gelieerde kredietovereenkomst, dan vervalt daarmee ook automatisch de koopovereenkomst (van het betrokken goed of dienst). De ondernemersorganisaties vinden dat de vrijheid van contractspartijen zou moeten blijven bestaan om daar afspraken over te maken. Ondanks aanvankelijke steun voor dit standpunt bij CDA, VVD en PVV bleek staatssecretaris Teeven van Justitie niet genegen om hen hierin tegemoet te komen. Hij beriep zich erop dat de Europese richtlijn deze oplossing formeel in de weg staat. Het wetsontwerp werd vervolgens zonder enig nader debat aangenomen.
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 36 / 3 DECEMBER 2010
1
ECONOMISCHE ZAKEN Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland Wij zullen onze argumenten kenbaar maken aan de betrokken Eerste Kamerleden en de gang van zaken met het ministerie van Justitie bespreken.
In omringende landen bestaan fiscale faciliteiten voor beleggingen in het mkb al langer en met succes. In Nederland weten mkb en informele investeerders elkaar mede door het ontbreken van een dergelijke faciliteit nog maar moeilijk te vinden.
■■Hubert van Breemen, 070 – 3490 358,
[email protected]
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland
Online subisidie aanvragen Tot nu toe gingen subsidieaanvragen altijd per post, maar vanaf nu kan dat ook via eLoket van Agentschap NL. Dit kan al voor de regelingen Maritieme Innovatie, Innovatie voor Maatschappelijke Veiligheid, Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk, Service Innovation & ict en Onderwijs Netwerk Ondernemen. Het is de bedoeling dat in december dertig regelingen vanuit het hele Agentschap NL via eLoket aan te vragen zijn. Volgend jaar moet 80 procent van alle subsidieregelingen beschikbaar zijn. Het eLoket is een digitaal aanvraagformulier, waaraan bijlagen zoals het activiteitenplan en de begroting gekoppeld kunnen worden. Sommige velden van het formulier zijn al ingevuld. Nu zijn dat nog alleen de persoonlijke gegevens, maar in de toekomst wordt dat verder uitgebreid. Daarnaast zijn er controles in het formulier ingebouwd. De aanvrager krijgt het formulier niet meer teruggestuurd omdat er nog informatie mist. Dat wil trouwens niet zeggen dat er altijd sneller uitsluitsel is, haast Eline Beemsterboer, coördinator eLoket bij NL Innovatie, zich te zeggen. “Bij grote innovatieregelingen, van honderdduizenden euro’s subsidies, kan het besluit niet sneller worden genomen. Beoordelingscommissies hebben die tijd gewoon nodig.” Om digitaal diensten te kunnen afnemen, moet de aanvrager zich kunnen identificeren. Inloggen op het eLoket kan met de overheidsbrede standaard voor eHerkenning, dat binnenkort ook voor bedrijven beschikbaar is. Veiligheid en betrouwbaarheid is een belangrijk aspect bij de ontwikkeling van het eLoket; het is daarom uitgebreid getest. Op dit moment is het eLoket nog niet breed bekend, maar Beemsterboer verwacht dat het goed gaat lopen. De papieren aanvraag blijft ook bestaan. ■■Rik Mooijweer, 015 – 2191 430,
[email protected] ■■Thomas Grosfeld, 070 – 3490 415,
[email protected]
MKB-Nederland blij met belofte Weekers mkb-beleggingen Staatssecretaris Weekers van Financiën komt met een eigen maatregel voor een fiscaalvriendelijke behandeling van beleggingen in het midden- en kleinbedrijf (mkb). MKB-Nederland dringt hier alle langere tijd op aan en is blij met deze toezegging. Weekers’ belofte volgt op het intrekken van een door PvdA en VVD gesteund wijzigingsvoorstel op het Belastingplan van CDAKamerlid Omtzigt. Weekers is het eens met het doel, maar vond die regeling te complex.
2 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 36 / 3 DECEMBER 2010
MKB-Nederland vindt het belangrijk dat het mkb gemakkelijker aan eigen vermogen kan komen. Bij veel mkb-bedrijven is de vermogenspositie uitgehold als gevolg van de crisis. Dat heeft ook een negatief effect op de mogelijkheden om krediet aan te trekken. Juist vanwege de moeilijke financiële positie van veel mkb-bedrijven vraagt MKBNederland de staatssecretaris om snel met een voorstel te komen. ■■Jeroen Lammers, 070 – 3490 423,
[email protected]
Wijziging percentage heffingsrente en invorderingsrente Het percentage heffingsrente en invorderingsrente bij belastingen is voor het eerste kwartaal 2011 – net als voor het vierde kwartaal 2010 – vastgesteld op 2,50 procent. ■■Jeroen Lammers, 070 – 3490 423,
[email protected]
Nieuwe website energietransitie Nederland maakt de overstap van fossiele brandstoffen naar meer duurzame energie. Dat proces heet energietransitie. Op de nieuwe website energietransitie.nl is informatie te vinden over projecten van het bedrijfsleven, overheden en consumenten die bijdragen aan een duurzame energievoorziening en efficiënter energiegebruik. Ondernemers kunnen zelf projecten aanmelden die te maken hebben met duurzame energie. Zo kunnen zij zichtbaar maken wat het Nederlandse bedrijfsleven doet aan energietransitie. Ook kunnen zij via de website eenvoudig contact leggen met andere partijen die werken aan energieprojecten. De website is geïnitieerd door Agentschap NL. Zie: www.energietransitie.nl. ■■Erik te Brake, 070 – 3490 321,
[email protected]
Luchtkwaliteit verbeterd, maar extra maatregelen nodig Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) door Rijk, provincies en gemeenten leidt tot verbetering van de luchtkwaliteit. Het nationale beleid vult het Europese beleid voor industriële emissies en schonere motoren aan. Daardoor zal Nederland bijna overal tijdig aan de normen voor luchtkwaliteit voldoen. Dat staat in de eerste rapportage die staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu heeft gestuurd aan de Eerste en Tweede Kamer.
ECONOMISCHE ZAKEN Het NSL is het beleidsinstrument om de verbetering van de luchtkwaliteit in Nederland te kunnen sturen. De Europese normen voor fijn stof moeten uiterlijk op 11 juni 2011 worden gehaald. Voor stikstofdioxide is dat uiterlijk 1 januari 2015. Om de voortgang te bewaken, is een monitoringsprogramma voor het NSL opgezet. Het aantal mensen dat wordt blootgesteld aan te hoge concentraties fijn stof en stikstofdioxide neemt af. De verbetering van de luchtkwaliteit gaat echter minder snel dan werd verwacht bij de vaststelling van het NSL. Dat betekent dat nog extra maatregelen nodig zijn. Dieselmotoren van auto’s en vrachtwagens zijn in Nederland de belangrijkste veroorzakers van de verhoogde concentraties stikstofdioxide. Locaties met nog verhoogde concentraties zijn dan ook vooral langs drukke verkeerswegen, zowel rijkswegen als in stedelijk gebied. Als extra maatregelen voor rijkswegen worden schermen geplaatst. Beperken van de snelheid kan ook leiden ook tot minder uitstoot van stikstofdioxide. Het wegnemen van verhoogde concentraties in grote steden is een lastiger opgave. ■■August Mesker, 070 – 3490 333,
[email protected]
SOCIALE ZAKEN Gebruik deeltijd-WW blijft fors afnemen Het gebruik van deeltijd-WW is in oktober verder gedaald met 2500 werknemers. Inmiddels hebben 75.000 werknemers gebruik gemaakt van de regeling. Hiervan zijn 62.000 mensen alweer uitgestroomd. In totaal zaten in oktober dus 13.000 werknemers in de deeltijd-WW. Dit blijkt uit cijfers van uitkeringsinstantie UWW, dat de regeling uitvoert. Het voorzichtige economisch herstel blijkt ook uit de dalende instroom van werknemers in de deeltijd-WW. Het aantal aanvragen voor deeltijd-WW is in het derde kwartaal van 2010 gedaald tot 2300. In het eerste kwartaal vroegen bedrijven nog voor 11.200 werknemers deeltijd-WW aan, in het tweede kwartaal ging het om 5200 werknemers. De deeltijd-WW is 1 april 2009 van start gegaan om gezonde bedrijven tijdens de crisis de vakkrachten te laten behouden, die ze anders hadden moeten ontslaan. De regeling helpt hen om meteen te kunnen aanhaken bij economisch herstel. De regeling stopt op 1 juli 2011. Dat betekent dat bedrijven na 1 januari 2011 geen aanvragen meer kunnen indienen. De aanvragen moeten minimaal 26 weken omvatten. Deeltijd-WW is een tijdelijk instrument. De gedachte is dat het economisch herstel belemmerd wordt als mensen vastzitten in de deeltijd-WW, terwijl elders werknemers nodig zijn. ■■Alfred van Delft, 070 – 3490 218,
[email protected]
Reïntegratieondersteuning helpt bij de helft Meer dan de helft van uitkeringsgerechtigden uit de WW met reïntegratieondersteuning slaagt erin om aan het werk te komen. Voor niet-uitkeringsgerechtigden en vooral mensen met een arbeidshandicap en bijstandsgerechtigden blijkt dit moeilijker te realiseren. Dat is te lezen in het 'Factsheet reïntegratie', waarin de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) vragen over uitgaven, doelen, bereik en effecten van reïntegratie beantwoordt. Het effect van de economische crisis is duidelijk zichtbaar. Het aantal WW’ers en bijstandsgerechtigden is toegenomen, net als het aantal ingezette reïntegratietrajecten. Van de mensen die in 2007 zijn gestart met reïntegratieondersteuning, is iets meer dan 55 procent binnen 24 maanden uitgestroomd naar werk. Dit ligt onder het percentage van het jaar ervoor (60 procent). WW’ers stromen het meest uit naar werk (61,7 procent), arbeidsgehandicapten en bijstandsgerechtigden het minst (48,1 procent en 47 procent). Ook in tijden van economische crisis is het mogelijk gebleken om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt met behulp van reïntegratieondersteuning weer aan het werk te helpen. Het vinden van een duurzame baan, die minimaal zes maanden duurt, blijkt lastiger. Als gevolg van de aangekondigde bezuinigingen zal reïntegratieondersteuning voor minder mensen beschikbaar zijn. De RWI dringt erop aan dat de keuze voor wie wel en voor wie geen reïntegratieondersteuning beschikbaar is, gebaseerd is op een goede diagnose. Dat komt de effectiviteit van de inzet van het kleinere budget ten goede, aldus de RWI. WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 36 / 3 DECEMBER 2010
3
SOCIALE ZAKEN Binnenkort publiceert de RWI een advies en een praktische handreiking over de inzet van zelfsturing in de reïntegratiepraktijk. In het voorjaar van 2011 brengt de raad de tweejaarlijkse reïntegratiemarktanalyse uit. Hierin worden de ontwikkelingen op de reïntegratiemarkt uitgebreider in kaart gebracht en aanbevelingen gedaan.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland Het is zaak dat de beschikbare reïntegratiemiddelen effectief worden ingezet. Omdat er vanaf 2012 fors minder reïntegratiemiddelen zijn, moet er met minder geld beter gepresteerd worden. Belangrijk is dat uitkerende instanties, het UWV en gemeenten een goede diagnose stellen voor wat een passend traject is voor terugkeer op de arbeidsmarkt. Vervolgens moeten voor de uitvoering van deze trajecten private uitvoerders worden ingeschakeld, aangezien daardoor de effectiviteit van de reïntegratie zal toenemen. In de factsheet staan ook de uitvoeringskosten van UWV en gemeenten. Harde conclusies zijn nog niet te trekken, omdat er verschillende methodieken zijn gehanteerd voor uitvoeringkosten van de WW en de Wet werk en bijstand. Toch blijkt al wel dat deze kosten sterk verschillen. Dat gemeenten (nog steeds) niet precies kunnen duidelijk maken wat de uitvoeringskosten per uitkeringsgerechtigde zijn, is niet acceptabel.
zou volgens het ontwerpadvies de strekking van twee algemene arbovoorschriften – de algemene zorgplicht voor goede arbeidsomstandigheden en de risico-inventarisatie en -evaluatie – wél van toepassing moeten zijn op zzp’ers. Zzp’ers zijn voor de uitvoering daarvan zelf verantwoordelijk. Het ontwerpadvies acht het voor zzp’ers niet nodig een uitgebreide risico-inventarisatie (RIE) te maken, zoals de Arbowet voorschrijft. De verplichting tot het maken van een RIE ligt immers in de lijn van de zorgplicht van de werkgever voor zijn werknemers. Daarvan is bij zzp’ers geen sprake. Zzp’ers kunnen wellicht gebruikmaken van digitale instrumenten die ontwikkeld zijn voor kleine bedrijven of van het instrument van de zogenoemde last minute risk analysis. Verder moeten zelfstandigen beter worden voorgelicht en opgeleid over arboverplichtingen. Het ontwerpadvies ziet hiervoor een rol weggelegd voor de Kamers van Koophandel en de brancheorganisaties. Het gaat vooral om voorlichting over goede preventie, veiligheid en gezondheid. Het advies zal worden vastgesteld tijdens de openbare raadsvergadering van vrijdag 17 december. De tekst wordt op dit moment besproken in de achterban van de organisaties.
■■Rob Slagmolen, 015 – 219 1238,
[email protected] ■■Mario van Mierlo, 015 – 2191 224,
[email protected]
SER: Gelijke arbeidsomstandigheden voor alle werkenden Alle werkenden, werknemers of zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers), moeten gelijke arbeidsomstandigheden hebben. Dat houdt in dat voor iedereen die arbeid verricht dezelfde gezonde en veilige grenswaarden moeten gelden, zoals voor geluid of voor fysieke belasting. Daarnaast moeten zzp’ers zich goed rekenschap geven van de risico’s die de werkzaamheden met zich mee kunnen brengen, zodat zij tijdig preventieve maatregelen kunnen nemen. Dat staat in een ontwerpadvies van de SociaalEconomische Raad (SER). Het is een aanvullend advies op ‘Advies zzp’ers in beeld: een integrale visie op zelfstandigen zonder personeel’. Nu gelden niet alle arbeidsomstandighedenregels ook voor zzp’ers. Daardoor kan het voorkomen dat mensen die tegelijkertijd op dezelfde werkvloer werken, met verschillende regels te maken hebben. Dit was aanleiding voor minister Kamp van Sociale Zaken om de SER hierover om advies te vragen. De adviesaanvraag had alleen betrekking op de bouw. Maar omdat deze situatie ook in andere sectoren voorkomt, heeft de SER het advies breder getrokken. Volgens het ontwerpadvies moeten de grenswaarden, of procesnormen om een grenswaarde vast te stellen (zoals voor geluid of fysieke belasting), gelden voor ieder die arbeid verricht; dus ook voor zzp’ers. Daardoor ontstaat een gelijk beschermingsniveau én wordt concurrentie op arbeidsomstandigheden voorkomen. Dit kan echter ongewenste effecten hebben en in sommige gevallen leiden tot onevenredige administratieve lasten, bijvoorbeeld in geval van voorlichting en het inroepen van deskundige bijstand. Omwille van een gelijk beschermingsniveau
Folder aansprakelijkheid bij inlenen uitzendkrachten Bedrijven die met uitzendkrachten werken, moeten naast de verplichte identiteitscontrole een aantal zaken goed geregeld hebben. Dit geldt ook voor bedrijven die inlenen via een in het buitenland gevestigd uitzendbureau of werken met buitenlandse uitzendkrachten. Inleners die via een gecertificeerd uitzendbureau uitzendkrachten inlenen, zijn niet wettelijk aansprakelijk voor uitbetaling van het wettelijk minimumloon en de wettelijke vakantietoeslag. Deze aansprakelijkheid rust wel op inleners die werken met een niet-gecertificeerd uitzendbureau. Een toelichting staat in de folder ‘Uitzendkrachten in uw bedrijf. Hoe zit dat?’ van het ministerie van Sociale Zaken. Meer informatie: www.rijksoverheid.nl/ministeries/szw. ■■Rob Slagmolen, 015 – 219 1238,
[email protected]
Kabinet bouwt partnertoeslag ouderen versneld af Minister Kamp van Sociale Zaken verlaagt de partnertoeslag in de AOW per 1 januari volgend jaar met 8 procent. Mensen die ouder zijn dan 65 en een jongere partner hebben, hebben recht op partnertoeslag AOW. Kamp wil die toeslag al vanaf 1 januari 2011 met 8 procent verlagen om de tekorten bij de rijksoverheid terug te dringen. Het kabinet wil inkomens tot 20.000 euro ontzien bij de korting op de AOW-partnertoeslag. ■■Guusje Dolsma, 070 – 3490 230,
[email protected]
4 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 36 / 3 DECEMBER 2010
EUROPA Steun Ierland uit Europees noodfonds Ierland is na Griekenland het tweede land uit de eurozone dat een beroep heeft gedaan op het Europees financieel stabilisatiemechanisme. Volgens analisten zal het gaan om een garantiestelling van 90 miljard euro. Dit is minder dan de steun die Griekenland uit het noodfonds heeft toegezegd gekregen. De Europese steun gaat gepaard met een streng steunprogramma. De inhoud daarvan wordt door een delegatie van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in samenwerking met de Ierse regering opgesteld. Het programma is gebaseerd op budgettaire aanpassingen en structurele hervormingen van de Ierse regering. Die heeft toegezegd om 6 miljard euro te bezuinigen in 2011, als onderdeel van een pakket aan maatregelen dat het begrotingstekort in 2014 moet terugdringen tot 3 procent van het bruto binnenlands product. In totaal moet Ierland de komende vier jaar 15 miljard euro bezuinigen. Onderdeel van het steunprogramma is ook een omvangrijk pakket aan maatregelen ter ondersteuning van de banksector van Ierland. Na goedkeuring van het programma door de Ierse regering, zal het plan moeten worden goedgekeurd door de Raad voor Economische en Financiële Zaken en door de Eurogroep, de ministers van Financiën van de eurozone.
om economische groei en werkgelegenheid te stimuleren, zullen zo niet voldoende geld krijgen. VNO-NCW en MKB-Nederland vinden dat de instellingen over hun eigen schaduw heen moeten stappen en leiderschap moeten tonen. Het budget voor 2011 en de meerjarige EU-begroting staan los van elkaar. Het heeft geen zin om dit te vermengen. Wij pleiten voor een open dialoog over het meerjarig kader, waarin alle opties op tafel komen. Laat de feiten en cijfers spreken, zowel aan de uitgavenkant als aan de inkomstenkant. Begin bij het begin: welke uitgaven zijn er nodig om de doelen van Europa te halen? Kijk daarbij ook welke uitgaven omlaag kunnen – bijvoorbeeld fondsen met structurele onderuitputting – en hoe middelen efficiënter kunnen worden ingezet. De kernbegrippen zijn: bundeling van fondsen en vereenvoudiging van regels om de innovatiekracht van het bedrijfsleven zo goed mogelijk te benutten.
Raad voor Concurrentievermogen Tijdens de Raad voor Concurrentievermogen van eind november hebben de Europese ministers van Economische Zaken gesproken over de financiering van innovatie-investeringen voor bedrijven, vooral het midden- en kleinbedrijf. Op de agenda stond ook de implementatie van de maatregelen die de Europese Commissie heeft voorgesteld om de concurrentiekracht van Europese bedrijven te bevorderen. Op basis van de gevoerde discussie zal de Raad op 10 december raadsconclusies aannemen.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland VNO-NCW en MKB-Nederland zijn van mening dat steun aan overheden van eurolanden met buitensporige tekorten onvermijdelijk is voor het behoud van de stabiliteit van de muntunie. Het is echter noodzakelijk dat dergelijke steun gekoppeld wordt aan strenge voorwaarden, in samenwerking met het IMF. Ook is het belangrijk dat daarnaast structurele maatregelen worden genomen, om dergelijke problemen in de toekomst te voorkomen.
Onderhandelingen EU-begroting 2011 vastgelopen De onderhandelingen tussen de EU-lidstaten, de Europese Commissie en het Europarlement over het EU-budget voor 2011 zijn vastgelopen. Over de cijfers – een relatief beperkte groei van het budget – was al overeenstemming bereikt. Het Europees Parlement wil echter alleen akkoord gaan als de lidstaten forse toezeggingen doen over het meerjarig EU-budget, vooral op het terrein van flexibiliteit en de financiering van de begroting. Over deze eisen kon geen overeenstemming worden bereikt. De Commissie maakt nu een nieuw voorstel. Achter de schermen wordt geprobeerd om vóór de Europese Raad van half december een akkoord te bereiken.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland De Europese instellingen grijpen de vaststelling van het budget 2011 aan om de nieuwe machtsverhoudingen te testen. De machtsstrijd is begrijpelijk, maar de onbuigzaamheid van alle betrokkenen staat een echte discussie over de modernisering van het toekomstige budget van de EU in de weg. Nu zal veel energie en emotie gaan zitten in de verkeerde dingen. Het resultaat zal zijn dat de status quo wordt gehandhaafd. Een gemiste kans voor ondernemers én burgers, want Europese plannen
De bedoeling was dat tijdens deze Raad voor Concurrentievermogen conclusies zouden worden aangenomen over de Innovatie Unie, ter voorbereiding van de Europese Raad over innovatie in december. Dit is echter verschoven naar de Raad van 4 februari vanwege meer urgente onderwerpen, zoals de problemen rondom de euro. Het Europese octrooi kwam ook nog aan de orde, waarbij vooral de zorg van verschillende brancheorganisaties en werkgeversorganisaties zoals BusinessEurope en de Belgische werkgeversorganisatie (VBO) werd benadrukt. Het VBO had zich eerder in een, door ons actief ondersteund, persbericht uitgesproken voor een Europees octrooi. Het ontbreken hiervan zorgt namelijk voor significant hogere kosten voor het Europese bedrijfsleven: gemiddeld kost het aanvragen van een octrooi in Europa tien keer meer dan in de VS. Het persbericht van het VBO is te vinden op http://www.vbo-feb. be/index.html?vnewsletter=1&id=691&lang=nl. Het persbericht van de Raad voor Concurrentievermogen staat op http://www. eutrio.be/pressrelease/jean-claude-marcourt-how-can-wepromote-european-competitiveness.
Toekomst gemeenschappelijk landbouwbeleid De Europese Commissie heeft een mededeling gepubliceerd over het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) tot 2010. De Commissie wil het GLB hervormen om de Europese landbouwsector dynamischer en concurrerender te maken, en in staat te stellen om doeltreffend bij te dragen aan duurzame, slimme en inclusieve groei.
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 36 / 3 DECEMBER 2010
5
EUROPA In de mededeling worden drie opties voor hervorming beschreven: ●● de dringendste tekortkomingen van het GLB wegwerken door geleidelijke veranderingen; ●● het GLB groener, eerlijker, efficiënter en doeltreffender maken; ●● afstand nemen van inkomenssteun en marktmaatregelen en focussen op doelstellingen ●● inzake milieu en klimaatverandering. Halverwege 2011 zal de Commissie met concrete wetgevingsvoorstellen komen. De mededeling is te vinden op http://ec. europa.eu/agriculture/cap-post-2013/communication/index_ en.htm.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland De mededeling over het GLB moet worden gezien in het licht van de onderhandelingen over de toekomstige meerjarenbegroting van de EU (zie ook elders in dit Weekbulletin). Het GLB vormt immers een flink onderdeel van die begroting. De Commissie lijkt met de mededeling te willen polsen hoeveel ruimte er is voor verandering. Frankrijk en Duitsland, van oudsher stevige aanhangers van het huidige beleid, lieten onmiddellijk weten het niet eens te zijn met de mededeling. Deze twee landen gaven al eerder aan alles bij het oude te willen laten. VNO-NCW en MKB-Nederland vinden verandering juist belangrijk. Het GLB moet meer gaan aansluiten bij de prioriteiten van Europa: groei, innovatie en werkgelegenheid. Ook vinden wij dat de EUbegroting als geheel onder de loep moet worden genomen om te kijken hoe de begroting de prioriteiten het best kan ondersteunen. Het zou niet goed zijn om het GLB daar al bij voorbaat van uit te zonderen.
Antipiraterijverdrag Het Europees Parlement heeft ermee ingestemd om het proces voor de totstandkoming van een antipiraterijverdrag (ACTAverdrag) vast te leggen. Dit betekent dat de Europese Commissie de onderhandelingen kan gaan afronden voor dit verdrag, dat namaakgoederen en online piraterij moet bestrijden. Over het verdrag is onderhandeld tussen Australië, Canada, Japan, Mexico, Marokko, Nieuw Zeeland, Singapore, Zuid-Korea, Zwitserland, de Verenigde Staten en de 27 lidstaten van de EU. De 37 deelnemende partijen zullen naar verwachting pas eind 2011 het ACTA-verdrag ondertekenen. De Verenigde Staten zal eerst een publieke consultatie uitzetten.
gen in infrastructuur. Deze prioriteitenkaart zal in de toekomst als basis dienen om in verband met concrete projecten vergunningen te verlenen en financieringsbesluiten te nemen.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland VNO-NCW en MKB-Nederland zijn voorstander van één Europese energiemarkt. Dit vraagt investeringen in infrastructuur. Een groot probleem bij het aanleggen van infrastructuur is de vergunningverlening. Om projecten te versnellen, is het noodzakelijk om dit aan te pakken. De Europese Commissie vraagt hier dan ook terecht aandacht voor. Wij dringen erop aan dat de Europese prioriteiten bijdragen aan het vervolmaken van de Europese energiemarkt en de verschillende nationale energiemarkten verbinden. De prioriteit uit het Commissiedocument voor onze regio – Noordwest-Europa – is opvallend te noemen. Ten eerste omdat het netwerk op zee dat wordt voorgesteld, niet bijdraagt aan een Europese markt en het oplossen van opstoppingen in de elektriciteitstoevoer in Noordwest-Europa. Daar zijn andere investeringen of prioriteiten voor nodig. Bovendien is dit een zeer kapitaalintensieve investering. Een infrastructuurnetwerk ligt er voor minimaal vijftig jaar, terwijl windmolens zelf maar vijftien jaar staan. Het zou beter zijn te kijken naar investeringen die nationale energiemarkten met elkaar verbinden. Tariefregulering is een nationale aangelegenheid, maar de beheerders van het landelijk transportnet (transmission system operators) moeten wel steeds beter gaan samenwerken via de netwerken ENTSOE en ENTSOG. Voorkomen moet worden dat men in Brussel de transporttarieven gaat vaststellen. Het risico bestaat dat we dan in Nederland moeten gaan betalen voor netwerkinvesteringen in Duitsland. Daar is nog zeer veel achterstallig onderhoud, bleek na de overname door netwerkbeheerder TenneT in 2009. Daarnaast wijzen VNO-NCW en MKB-Nederland erop dat er in beginsel geen onderscheid gemaakt moet worden tussen infrastructuur voor groene of grijze (traditionele) energie. Het gaat immers om het creëren van één Europese energiemarkt. De voorrang voor duurzaam of de gegarandeerde toegang voor groene energie tot het netwerk is voor Europa al geregeld in de richtlijn over duurzame energie. De Europese Commissie zegt op zoek te gaan naar innovatieve vormen van financiering. Financiering lijkt echter geen groot probleem te zijn. De discussie over infrastructuur moet gezien worden in het licht van de financiële perspectieven 2013-2020 (de meerjarenbegroting van de EU). We moeten eerst kijken naar efficiënte inzet van de bestaande middelen, waarbij het de eerste optie is te schuiven met fondsen die onderuitputting kennen.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland VNO-NCW en MKB-Nederland zijn van mening dat dit verdrag niet verder mag gaan dan de huidige Europese regelgeving op dit gebied.
Prioriteiten energie-infrastructuur De Europese Commissie heeft haar prioriteiten op het gebied van energie-infrastructuur tot 2020 gepubliceerd. Deze zijn erop gericht om de netwerken geschikt te maken voor de 21ste eeuw. In de mededeling bepaalt de Commissie Europese prioriteitscorridors voor het transport van elektriciteit, gas en olie. Daarnaast benoemt de Commissie ook enkele knelpunten voor investerin-
6 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 36 / 3 DECEMBER 2010
BusinessEurope: Economic Outlook Autumn 2010 BusinessEurope is licht positief over het voorzichtige herstel van de economie in de EU. Vooral in Duitsland, Zweden, Polen en Finland gaat het goed, maar in een aantal andere landen moet nog veel gebeuren. Grote zorgen zijn er over het protectionisme, de stijgende prijzen, de stijgende belastingen om de overheidsschulden te verlagen, de overregulering op financieel terrein en uiteraard de valutakoersen. Dat staat in de nieuwe Economic Outlook van de Europese werkgeversorganisatie. Deze economische vooruitblik voor de Nederlandse economie geeft een overzicht gegeven van de economische situatie in de EU.
EUROPA Bij de presentatie riep directeur-generaal Philip de Buck de Europese instellingen en de lidstaten op om de balans te zoeken tussen het verlagen van de overheidsschulden en een beleid gericht op groei. Ook riep hij op tot snelle actie om de maatregelen uit te voeren die banen opleveren. Verder benadrukte hij het belang van stevige Europese economische regulering, wereldwijde maatregelen en een gecoördineerde uitvoering van de maatregelen uit Basel III-akkoord voor de bancaire sector. Het document is te vinden op http://www.businesseurope.be.
Loek Hermans voorzitter van UEAPME Loek Hermans is gekozen tot voorzitter van UEAPME, de Europese federatie van organisaties van midden- en kleinbedrijven (mkb). Zijn termijn gaat in januari 2011 in, een maand voordat hij afscheid neemt als voorzitter van MKB-Nederland. Hermans zal zich in Brussel vooral richten op de Small Business Act, het Europese programma om de groei en het concurrentievermogen van het mkb te vergroten. UEAPME is de pan-Europese koepel van 85 mkb-organisaties in meer dan dertig landen. In totaal vertegenwoordigt de organisatie 12 miljoen kleine en middelgrote bedrijven. UEAPME is de mkb-spreekbuis naar de Europese politieke instellingen en vertegenwoordigt samen met BusinessEurope de werkgevers in de Europese sociale dialoog. Hermans zal zich tijdens zijn Europese voorzitterschap naast de Small Business Act vooral gaan inzetten voor de vermindering van de administratieve regeldruk, een betere deelname van het mkb in Europese innovatieprogramma’s en een interne markt met minder obstakels voor het kleinbedrijf. ■■Joke van den Bandt, + 32 2 5100880,
[email protected] ■■Kirsten Guyaux, +32 2 510 08 72,
[email protected] ■■Ullrich Schröder, +32 2 510 08 77,
[email protected] ■■Esmeralde van Vliet, +32 2 510 08 74,
[email protected]
Consultatie Groenboek ontwikkelingssamenwerking De Europese Commissie heeft op 10 november een groenboek over Europese ontwikkelingssamenwerking gepubliceerd. Dit groenboek (discussiestuk) vormt de basis voor een publieke consultatie, die uiteindelijk moet leiden tot modernisering van het toekomstige ontwikkelingsbeleid van de EU. De consultatieperiode loopt tot en met 31 december. Eind 2011 zal de Commissie een niet-wetgevende mededeling publiceren.
Om te voorkomen dat de Europese Commissie de relevante conclusies van het WRR-rapport niet meeneemt in haar nieuwe beleidsvoorstellen, zullen wij haar in onze reactie op het groenboek daarop wijzen. Positief is dat de Commissie wil inzetten op een versterking van regionale integratie, bijvoorbeeld de handel tussen Afrikaanse landen. Juist op dit terrein zijn veel handelsvoordelen te behalen voor ontwikkelingslanden. Verder is het van belang dat de EU via een modern ontwikkelingssamenwerkingsbeleid een goede partner voor de opkomende markten in bijvoorbeeld Afrika blijft, zodat de handelsrelaties verder kunnen worden versterkt. ■■Sam Stevens, 070 – 3490 438,
[email protected]
Steunmaatregelen voor Europese mkb’s in China De Europese Commissie biedt specifieke hulp voor kleine en middelgrote bedrijven (mkb’s) om gebruik te maken van het potentieel van de Chinese markt en handelsrelaties met China te ontwikkelen. Zo zijn er degelijke opleidingen voor leidinggevenden en speciale contactpunten om toegang te krijgen tot de Chinese markt. Zoals de recente G20-top aangetoond heeft, moeten de economische uitwisseling en het wederzijds begrip tussen de EU en China op een duurzame manier gevoed worden. In 2006 hebben de Europese Commissie en de Chinese regering het EU-China Managers Exchange and Training Programme (METP) opgezet. De afgelopen vier jaar hebben meer dan 170 Europese managers aan het programma deel genomen. Op dit moment vindt de vijfde en laatste intakeronde plaats met 52 leidinggevenden uit 22 verschillende Europese lidstaten. Het METP-programma stopt in 2011, maar het Enterprise Europe Network van de Europese Commissie heeft onlangs tien contactpunten in China geopend. Daardoor krijgen Europese mkb’s gemakkelijker toegang tot deze aantrekkelijke markt. Het Network is onderdeel van het Kaderprogramma voor Concurrentievermogen en Innovatie van de EU, dat het concurrentievermogen in Europese bedrijven aanmoedigt. Meer informatie over het METP is te vinden op www.metp.net. cn; over het Enterprise Europe Network op www.enterpriseeurope-network.ec.europa.eu. ■■Sam Stevens, 070 – 3490 438,
[email protected]
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland VNO-NCW en MKB-Nederland zijn van mening dat economische groei de basis is om uit armoede te ontsnappen. Economische zelfstandigheid van landen moet het uitgangspunt zijn van een modern Europees ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. Dit is in lijn met de discussie die ook in Nederland gevoerd wordt naar aanleiding van het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) over ontwikkelingssamenwerking.
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 36 / 3 DECEMBER 2010
7
ALGEMEEN Onderzoek rendement webrichtlijnen Websites die opgebouwd zijn volgens de zogenoemde Webrichtlijnen zijn voor meer mensen leesbaar (bijvoorbeeld voor mensen met een visuele beperking), worden vaak beter gevonden in zoekmachines en komen dan hoger in de zoekresultaten te staan. Vaak zijn deze sites ook sneller, beter toegerust op nieuwe toepassingen in de toekomst en hebben lagere kosten voor beheer. Het bedrijfsleven bouwt nog niet volop volgens de richtlijnen. Dit vergt namelijk een investering, terwijl vooraf nog niet duidelijk is of dat wel de moeite waard is. Daarom doet de Universiteit Twente in opdracht van ECP-EPN – het platform voor de informatiesamenleving – onderzoek bij bedrijven naar de exacte baten. Door te meten bij een aantal geselecteerde websites, kijken zij of deze economische baat hebben bij het implementeren van de richtlijnen. Om die resultaten een breder te kunnen plaatsen, voert de Universiteit Twente ook een digitaal onderzoek uit. Graag nodigen wij u uit deze vragenlijst in te vullen. Gevraagd wordt of u ervaring heeft met het meten van vindbaarheid, gebruiksgemak en bezoekersaantallen van uw site. Invullen kost ongeveer vijf minuten; reageren kan tot 8 december op http://www. thesistools.com/web/?id=151963. De universiteit test ook de vindbaarheid en toegankelijkheid van uw site. U kunt hiervan een kort verslag toegestuurd krijgen. In de zomer van 2011 komen de resultaten van het gehele onderzoek beschikbaar. ■■Sigrid Verweij, 070 – 3490 439,
[email protected]
Strijd tegen overvallen opgevoerd Het ministerie van Veiligheid en Justitie voert de strijd tegen overvallen op. Het aantal overvallers dat wordt bestraft, moet de komende vier jaar verdubbelen en het Openbaar Ministerie (OM) gaat hogere straffen eisen. Deze maatregelen moeten ervoor zorgen dat het aantal overvallen daalt naar 1900 per jaar. De zegt minister Opstelten van Justitie in reactie op het rapport ‘Overvallen in Nederland’ van hoogleraar C. Fijnaut in samenwerking met onderzoeksinstituut IVA. De politie en het OM gaan zich vooral richten op risicogroepen en risicolocaties. Bij het voorkomen van overvallen spelen veiligheidshuizen een belangrijke rol. Dit zijn netwerken waar verschillende organisaties samenwerken om jongeren en veelplegers op het rechte pad te houden. Het onderzoek laat namelijk zien dat overvallen vaak worden gepleegd door personen met meerdere veroordelingen op hun naam. Het OM verhoogt zijn strafeisen tegen verdachten van overvallen op woningen en bedrijven. In de nieuwe richtlijn wordt de strafeis tegen meerderjarige overvallers met een jaar verhoogd. Een meerderjarige verdachte van een overval op een bedrijf kan rekenen op een strafeis van twee jaar, een overvaller op een woning op een eis van drie jaar. Als er gedreigd is met een vuurwa-
8 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 36 / 3 DECEMBER 2010
pen, wordt de eis in beide gevallen met een jaar verhoogd. Is er sprake van zwaar lichamelijk letsel, dan betekent dit nog een jaar extra gevangenisstraf. Bij recidive gaat de straf met nog eens 50 procent omhoog. Deze richtlijn wordt op 1 december van kracht en geldt voor delicten die vanaf die datum worden gepleegd. Burgers en bedrijfsleven hebben zelf een belangrijke rol bij het voorkomen van een overval en zij moeten deze verantwoordelijkheid ook nemen, aldus Opstelten. Hij zal de regeling Keurmerk Veilig Ondernemen met een paar jaar verlengen. Daarmee kunnen ondernemers samen de veiligheid in hun eigen omgeving vergroten. Voor mensen en bedrijven die preventieve maatregelen nemen nadat ze zijn overvallen, bestaat een subsidieregeling via het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Deze zal ook in 2011 worden verlengd.
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland VNO-NCW en MKB-Nederland zijn blij met de voortvarende aanpak. Uit het onderzoek blijkt duidelijk dat het ernstig gesteld is met de overvalproblematiek in Nederland. Door de lage pakkans worden te weinig daders opgespoord en veroordeeld. Wij pleiten voor een stevige, proactieve en structurele aanpak van overvallen. Daarin moet continuïteit worden aangebracht; er moet meer samenhang komen in het beleid en de maatregelen. De Taskforce Overvallen, waarin ook VNO-NCW en MKB-Nederland zijn vertegenwoordigd, vindt dat de aanbevelingen uit het rapport snel moeten worden uitgewerkt en omgezet in acties. ■■Anne Volkers, 070-3490 350,
[email protected]
Landelijk netwerk van slachtofferloketten Er komt een landelijk netwerk van slachtofferloketten. In alle arrondissementen komt een slachtofferloket waar slachtoffers terecht kunnen voor ondersteuning en informatie. In de slachtofferloketten werken politie, Slachtofferhulp Nederland en Openbaar Ministerie samen aan de dienstverlening aan slachtoffers van misdrijven. Dat heeft staatssecretaris Teeven gezegd op het congres ‘Samen voor het slachtoffer’. Medewerkers van het slachtofferloket informeren slachtoffers tijdens het gehele strafproces over procedures, de rechtszitting en de uitspraak. Verder ondersteunt het loket de slachtoffers bij het verhalen van de schade of bij het opstellen van een schriftelijke slachtofferverklaring. Op het congres nam Teeven ook de website www.slachtofferloket.nl in gebruik. Daar kunnen slachtoffers van misdrijven terecht voor informatie over het strafproces en de verschillende rechten van het slachtoffer. Aanleiding voor het congres is de Wet versterking positie van slachtoffers in het strafproces, die op 1 januari 2011 in werking treedt. Met deze wet worden de rechten en mogelijkheden van het slachtoffer gedurende de gehele strafrechtelijke procedure – van aangifte tot invrijheidsstelling van een veroordeelde – uitgebreid en verankerd. ■■Anne Volkers, 070-3490 350,
[email protected]
ALGEMEEN EIM: verband sociaal ondernemerschap en post-materialisme Er is een sterk positief verband tussen post-materialisme en sociaal ondernemerschap. Dat wil zeggen dat sociaal ondernemerschap wijder verbreid is in landen waar de bevolking meer waarde hecht aan niet-materiële zaken dan aan materiële zaken. Onder sociaal ondernemerschap worden activiteiten, organisaties en initiatieven verstaan die een specifiek sociaal, milieu- of gemeenschapsdoel hebben. Sociaal ondernemerschap komt aanzienlijk minder voor dan ‘conventioneel’ (commercieel) ondernemerschap. Echter, het aandeel van de volwassen bevolking dat actief is in sociaal ondernemerschap is hoger in hoge inkomenslanden dan in lage inkomenslanden. Dit blijkt uit het onderzoeksrapport ‘Prevalence and Determinants of Social Entrepreneurship at the Macro Level’ van onderzoeksbureau EIM in samenwerking met de Erasmus Universiteit Rotterdam. Er was nog maar weinig bekend over het aantal mensen dat actief is op het gebied van sociaal ondernemerschap en over de achterliggende factoren die hier op macroniveau een rol spelen. Het volledige onderzoeksbericht is te vinden op http:// www.ondernemerschap.nl/index.cfm/12,html?nxt=ctm_ nieuwsbericht&perID=578. Meer informatie: C.M. Hartog MSc of drs. B. Hoogendoorn van het EIM (079 – 322 2200). ■■Merdan Yağmur, 070 – 3490 365,
[email protected]
Nieuw werkprogramma G32 voor economie en werk De bestuurders van de G32 hebben een nieuw werkprogramma opgesteld voor economie en werk voor de komende jaren. In de afgelopen jaren werd een aantal nationale beleidsinitiatieven genomen, zoals Pieken in de Delta, Actieplan Krachtwijken, Randstad 2040 en Brabant 2040. De 32 grote steden werken nu hun eigen economische strategieën verder uit en nemen het voortouw om de stedelijke economie een impuls te geven. Nederland is de zestiende economie in de wereld, de vijfde exporteur en de zesde ontvanger van buitenlandse investeringen. De afgelopen decennia hebben de steden een belangrijkere betekenis gekregen voor de economische structuur en de concurrentiepositie van Nederland. Dit hangt samen met de globalisering, de ontwikkeling in ict en technologie en de verdienstelijking van de economie. Ook internationale beleidsinitiatieven (Lissabon Agenda, Beyond Lissbon, Leipzig Charter) geven blijk van de bijzondere aandacht voor stedelijke agglomeraties en hun betekenis voor de Europese concurrentiekracht. Meer informatie: Gilbert Isabella, programmaleider van het Kennisprogramma Stedelijke Economie (gilbert.isabella@nicis. nl) of het Nicis Institute (070 – 344 09 66).
Commentaar VNO-NCW en MKB-Nederland Een groot deel van maatschappelijke en economische vernieuwing vindt plaats in de grote steden. Het is goed dat deze steden en het Rijk hun de inspanningen bundelen om zo de economische structuur en de concurrentiekracht in Nederland te versterken. ■■Merdan Yağmur, 070 – 3490 365,
[email protected]
Praktijkhandboek wijkeconomie voor gemeenten Gemeenten die het beleid voor wijkeconomie concreet willen invullen, halen met het praktijkhandboek Wijkeconomie de nodige kennis hiervoor in huis. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) geeft het praktijkhandboek uit voor gemeenteambtenaren. Het ministerie beschrijft zestien thema’s die relevant zijn om de wijkeconomie te stimuleren. Voorbeelden hiervan zijn: creatieve economie, etnisch ondernemerschap en minder regeldruk. Per thema komen praktijkvoorbeelden aan de orde, die concrete mogelijkheden geven om de thema’s uit te werken. Het hoofdstuk over het wijkactieplan helpt om een op de wijk toegespitste aanpak te formuleren. Het handboek geeft praktische tips voor het ontwikkelen en uitvoeren van een actieplan, dat de lokale economische structuur moet versterken. Volgens het handboek kunnen gemeenten door een concrete focus op de wijk aantrekkelijke voorwaarden voor de economie creëren. Hierover schrijft het ministerie: “Wijkeconomie dient gebruik te maken van de lokale identiteit, van de aanwezige ondernemers en bewoners en hun kwaliteiten en ambities, gekoppeld aan de ruimtelijke mogelijkheden die de wijk kan bieden.” De focus op de wijk betekent echter niet een begrenzing van de visie. Het ministerie raadt namelijk aan het principe ‘think global, act local’ toe te passen: kennis van de wereldeconomie en bewustzijn van wat er elders in het land of ter wereld gebeurt, draagt bij aan een gezonde wijkeconomie. ■■Merdan Yağmur, 070 – 3490 365,
[email protected]
Lustrum IDEA Het netwerk van reserveofficieren die zich in crisisgebieden inzetten voor economische wederopbouw – Integrated Development of Entrepreneurial Activities (IDEA) – vierde vorige week zijn tienjarig bestaan. IDEA vormt een van de pijlers van de ‘comprehensive approach’, het samenspel van veiligheid, ontwikkeling en diplomatie. IDEA is inmiddels actief geweest in Centraal Bosnië en in Afghanistan. Welvaart speelt een belangrijke rol bij het voorkomen of oplossen van conflicten. Specialisten van IDEA worden bij een Nederlandse militaire eenheid gevoegd en proberen ondernemerschap te bevorderen. Want een gezonde economie draagt bij aan veiligheid, maar zonder die veiligheid kan een economie zich niet ontwikkelen. IDEA zet daarom onder de bescherming van Nederlandse militairen de eerste stappen tot wederopbouw, eventueel nog tijdens een conflict.
WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 36 / 3 DECEMBER 2010
9
ALGEMEEN Dat alles was niet vanzelfsprekend: militairen die zich met economische ontwikkeling bezighouden en werkgevers die het goed moeten vinden dat hun medewerkers tijdelijk naar onveilige gebieden gaan. Ook lag samenwerking tussen hulporganisaties en militairen niet voor de hand. Tijdens de lustrumviering stond de vraag centraal of IDEA werelden dichterbij elkaar heeft gebracht en wat de concrete resultaten zijn. ■■Geo Aldershof, 070 – 3490 153,
[email protected]
10 WEEKBULLETIN VNO-NCW / EDITIE 36 / 3 DECEMBER 2010