Inhoud In the Sprotlight
2
It’s like mAgic
20
Oh, zit dat zo!
3
Protprut
21
TU/e in de stijgers
4
Prot goes science
22
BMT on Stage
6
Onderwijszaken
23
Board Talk
8
Werken bij...
24
9
In het Prothok
25
Column Protpuzzel
10 BME News
26
Even voorstellen: het ICMS
12 Fotopagina
29
Lieve Bouzo,
14 Schrijftalent
30
Afstuderen bij...
15 Protlied
32
Fotopagina
16 Vroegâh
34
Oh, moet dat zo!
18 Colofon
36
Voorwoord Als je rond kijkt zie je overal kleuren, auto’s, fietsen, verkeersborden, reclameborden enz. Zodra je begint met het kleuren van kleurplaten merk je al snel welke kleuren leuk samen zijn en wat voor uitstraling bepaalde kleuren hebben. Ook koppel je al snel bepaalde kleuren aan voorwerpen: een brandweerauto is rood, de zon is geel en de lucht is blauw. Veel studenten zijn nog dagelijks met kleur bezig, elke dag moeten er kleren aangetrokken worden en hierbij zijn niet alle kleurcombinaties even mooi. Maar ook op andere manieren komt kleur terug, denk aan de politiek, er bestaan rode, groene en paarse partijen. Kleur is meer dan aankleding; in de Protatypes die dit academisch jaar uit komen staat steeds een primaire kleur centraal. Naar aanleiding van
de uitslag van de afgelopen verkiezingen is gekozen om met de kleur blauw te beginnen. In deze Protatype kan je bijvoorbeeld lezen over de geschiedenis van de kleur blauw in Oh, zit dat zo! en Vroegâh. Uiteraard zijn er ook vele andere dingen te vinden in deze uitgave. Er is een nieuwe rubriek Werken bij…, verzorgt door de alumni vereniging. In de rubriek Afstuderen bij... komt een oude bekende aan het woord. Met veel enthousiasme is deze Protatype samengesteld, hopelijk wordt hij net zo enthousiast gelezen. In ieder geval wens ik jullie veel leesplezier! Groetjes, Marieke
1
In The Sprotlight
Rob Driessen
Oh, zit dat zo!
Ellen Schmitz
Blue: a short history Begin dit kalenderjaar is Aukje Zijlstra begonnen als communicatiemedewerker binnen onze faculteit. Aukje beheert onder andere de website en zorgt ervoor dat de nieuwsbrief verstuurd wordt, maar wie is Aukje eigenlijk en wat doet ze nog meer? Aukje heeft verschillende steden aangedaan voordat ze hier in Eindhoven bij de faculteit Biomedische Technologie neerstreek. Ze is geboren in het Friese Menaldum waarna ze na de middelbare school haar bachelor Biomedische Technologie heeft behaald aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarna heeft ze een master “Educatie en communicatie in de wiskunde en natuurwetenschappen” gedaan. Nadat ze was afgestudeerd is mevrouw A. Zijlstra MSc vertrokken naar Amersfoort e Toen ze eenmaal de vacature als communicatiemedewerker bij BMT zag wist ze het zeker, naar Eindhoven! Omdat Amersfoort een eind reizen is iedere dag, is ze in Den Bosch gaan wonen. Behalve de reistijd heeft dit volgens Aukje nog een ander voordeel, je kan bijvoorbeeld gemakkelijker naar de borrel gaan. Maar wat is een communicatiemedewerker eigenlijk en nog belangrijker, wat doet een communicatiemedewerker eigenlijk? Wij als diehard bèta’s weten hier natuurlijk weinig van. Aukje wijdt ons in, in een geheel nieuwe wereld. “Eigenlijk doe je van alles. Je houdt je bezig met veel verschillende dingen. Zo zorg ik voor de nieuwsbrief en sta ik op beurzen en geef voorlichting.” Binnen haar functie probeert ze de ingewikkelde wetenschap te vertalen voor iedere doelgroep. “Aan kinderen vertel je dingen heel anders dan iemand van V6 of een gemiddelde huisvrouw.” Verder zit Aukje in de lustrumcommissie van de faculteit en is ze tutor van een eerstejaars OGO. Vooral het laatste vindt ze enorm leuk om te doen. Op de vraag of er groot verschil is tussen Eindhoven en Groningen antwoordt ze dat er niet zo’n heel groot verschil is, maar gaandeweg het gesprek wordt toch wel duidelijk dat
2
er wat verschillen zijn. In Groningen zat Aukje ook bij de studievereniging. Alleen was deze meer gericht op gezelligheid en minder op onderwijs gerelateerde zaken. Het was een soort studentenvereniging met boeken in plaats van ontgroeningen. Daar had je een ruimte waar een koelkast stond met bier en een potje ernaast. Daar stopte je af en toe wat geld in en de koelkast bleef gevuld. Wat dat betreft was het daar iets minder serieus. Hier in Eindhoven is onze vereniging meer verbonden met de faculteit. In het noorden des lands was het voor de faculteit meer een leuk clubje. Hier op de TU/e hecht de faculteit ook zeer veel waarde aan de vereniging. Het contact met de faculteit is hier dus veel beter. Het is een mooie samenwerking tussen studievereniging en bestuur, wat zeker in stand moet worden gehouden. Wat ze wel jammer vindt is dat hier minder met de alumni gedaan wordt. Gelukkig lijkt daar nu verandering in te komen. Wat studentenstad betreft is er volgens haar niet echt een verschil, je nestelt je toch wel in de stad waar je woont. Wanneer Aukje gevraagd wordt of Brabant erg wennen is, antwoordt ze dat dat wel mee valt. Hier in Eindhoven zijn we veel indirecter. Daar is ze zelf niet zo van, “Zeg gewoon waar het op staat!”. Bij dit onderwerp aangekomen komt ook het accent ter sprake. Dit is wel erg wennen voor Aukje, soms zijn wij zuiderlingen eenmaal moeilijk te verstaan, of zoals Aukje het mooi verwoordt: “De OGO-vergaderingen is soms net vakantie, je verstaat er soms niets van!”. Wat zijn de plannen van Aukje in de komende jaren? Dat is een lastige vraag waar ze zelf ook even over moet nadenken. Ambitieus zegt ze te streven naar 200 eerstejaars. Dit wil ze gaan doen door BMT veel bekender gaan maken bij bedrijven en (toekomstige) studenten. Verder moet iedereen Aukje kennen en weten te vinden. Het laatste gaat ze onder andere doen door af en toe bij borrels, symposia of andere activiteiten te zijn. Heb je nog iets interessants meegemaakt, geef het haar door voor de nieuwsbrief. Mocht je nu nog niet weten wie Aukje Zijlstra is, dan mag je gerust een keer bij haar binnen lopen voor een praatje of een kopje koffie.
“Is this object colored blue or not?” It may seem a simple question, but it may not be as simple as you think. Some shades of blue, such as cyan, which is made by mixing equal amounts of blue and green light, might provoke a discussion about whether it is blue or green. To make the situation even more difficult, if you are pleading for it to be green to a Russian or Vietnamese person, he doesn’t even understand what you are talking about. Many languages do not have separate terms for blue and green, they use a term to cover both. In English, this is usually referred to as “grue”. According to Berlin and Kay’s study of 1969, a separate term for blue does not emerge in a language before the distinction between white/black (or light/dark), red and green/yellow has been made.
their hair blue when they grew old. Nonetheless, the Romans made extensive use of blue for decoration and they had many words for different shades of blue. In the Middle Ages, blue played a minor role in the art and life of Europe until the 12th century, when new stained windows were installed in the Saint Denis Basilica in Paris. The windows were colored with cobalt, which, combined with the light from the red glass, filled the church with a bluish violet light, making it the marvel of the Christian world. Another important factor in the increased status of the color blue in the 12th century was the adoration of the Virgin Mary, whose robes became depicted in a rich lighter blue, usually made with a new pigment imported from Asia; ultramarine. Blue became associated with holiness, humility and virtue.
This might be explained by the fact that blue was a latecomer among colors used in art and decoration. Red, black, brown, and ochre are found in cave paintings from the Upper Paleolithic period, but not blue. It was also not used for dyeing fabric until long after red, ochre, pink and purple. This is probably due to the difficulty of making good blue dyes and pigments. It is believed that the ancient Egyptians made the first synthetic blue dye in the world, around 2500 BC.
During the Renaissance, blue became a common color for clothing. The rise of the color blue in fashion in the 12th and 13th centuries led to a thriving blue dye industry in several European cities. Blue became a color worn by domestics and artisans, not just nobles. In 1498, Vasco de Gama opened a trade route to import indigo from India to Europe. Trying to protect their own dye industry, some European countries tried to block indigo, but this was in vain; the quality of indigo blue was too high and the price too low to compete. Another war of the blues took place at the end of the 19th century, between indigo and the new synthetic indigo, discovered in 1868.
In Egypt, blue was associated with the sky and with divinity. They also believed that blue could protect against evil; many people around the Mediterranean still wear a blue amulet, representing the eye of God, to protect them from misfortune. The Greeks imported indigo dye from India, but it was not one of the four primary colors for Greek painting described by Pliny the Elder (red, yellow, black and white). The Romans imported indigo dye too, but blue was the color of working class clothing; the nobles and rich wore white, black, red or violet. It was also considered the color of barbarians; Julius Caesar reported that the Celts and Germans dyed their faces blue to frighten their enemies, and tinted
In the 18th century, blue was the color of liberty and revolution, but in the 19th century it increasingly became the color of government authority, the uniform color of policemen and other public servants. It was considered serious and authoritative, without being menacing or threatening. Also in fashion, (dark) blue was seen as a color which was serious but not grim. Blue jeans, patented by Levi Strauss in 1873, became an essential part of the wardrobe of young people beginning in the 1950s. Following the Second World War, blue was adopted as the color of important international organizations such as the United Nations and the European Union.
3
TU/e in de stijgers
Khadija Tesaguaguin
De laatste jaren is er veel afgebroken, bijgebouwd en gerenoveerd over de hele campus van de TU/e. Dit gebeurt allemaal vanwege een visie op een aantrekkelijke werk- en leeromgeving, waar wetenschappers van allerlei disciplines en studenten uit binnen- en buitenland elkaar ongedwongen kunnen ontmoeten: connecting knowledge. Nou staat zoiets natuurlijk heel mooi in een brochure en krijgen we ook om de zoveel tijd een e-mail waarin updates gegeven worden over de veranderingen op de campus, maar wat is er de laatste tijd nou eigenlijk allemaal veranderd en wat kunnen we nog verwachten?
deren en nog veel meer opmerkelijke nieuwe voorzieningen hebben ervoor gezorgd dat het Metaforum tot nu toe ook echt een levendige centrale ontmoetingsplek geworden is. Iedereen die al wat langer op de TU/e studeert en waarbij al deze veranderingen nog een beetje onwennig aanvoelen kan echter gerustgesteld worden, er is nog iets ouds en vertrouwds te vinden: om documenten uit te kunnen printen in het Metaforum zal lang gezocht moeten worden naar een werkende printer.
is dat in 2014 het N-laaggebouw weer geopend wordt en onderdak kan bieden aan de faculteit Technische Natuurkunde en aan de faculteit Electrical Engineering. Voordeel hiervan is dat beide faculteiten meer kunnen samenwerken en onderwijsruimtes en laboratoria kunnen delen.
Renovatie Gemini Vorig jaar is het gebouw waar onze eigen faculteit zich bevind, toen nog W-Hoog, al flink opgeknapt. Door onder andere een likje verf (als het grauwe grijs werd opeens wit), een grotere kantine en loungeplekken heeft het gebouw vanbinnen al een strakker en moderner aanzien gekregen. Om dit te vieren is W-Hoog toen ook omgedoopt naar Gemini-Zuid. De echte renovatie wordt echter in 2017 gestart, daar zijn op dit moment nog geen concrete plannen voor bekend.
Het Metaforum Ooit was dit de W-Hal, daarna is dit gebouw een paar jaar geslotenom grondig verbouwd te worden, waarbij alleen de oude constructie intact is gebleven. Uiteindelijk is in het begin van dit academisch jaar het getransformeerde gebouw, nu Metaforum genoemd, geopend om de nieuwe centrale ontmoetingsplek te vormen op de campus. Er is de laatste tijd dan ook al veel gezegd en geschreven over het Metaforum. De hurktoiletten, de eivormige loungestoelen, het dakterras, de grote computerschermen, de zaaltjes om te stu-
Gezamenlijk onderkomen Technische Natuurkunde en Electrical Engineering Afgelopen jaar is het N-laaggebouw steeds leger komen te staan en heeft ook het deel van Biomedische Technologie, de Nuclear Magnetic Resonance-groep, dat zich daar bevond moeten verhuizen (naar de High Tech Campus). De bedoeling
4
in het Paviljoen) zullen na de renovatie hun intrek nemen in het Hoofdgebouw, want de grote ruimtes die het dan zal bevatten zijn zeer geschikt voor ateliers of om werkcolleges te houden.
Renovatie van het Hoofdgebouw Wie de laatste tijd een bezoekje aan één van de bovenste verdiepingen van het Hoofdgebouw heeft gebracht kan het niet ontgaan zijn dat ook het Hoofdgebouw steeds leger wordt. Waar eerst een deel van de Wiskunde en Informatica faculteit gevestigd was zijn nu slechts lege ruimtes met een paar overgebleven stoelen, bureaus en andere attributen die mensen nogal eens willen laten staan met een verhuizing. Deze leegte is de voorbode voor een uitvoerige renovatie van het Hoofdgebouw: het hele gebouw zal gestript en opnieuw ingericht worden, zelfs de gevel zal vernieuwd worden. Dit alles zal afgerond worden in 2017. De faculteit Industrial Design (nu ook al gevestigd in het Hoofdgebouw) en de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences (nu nog gevestigd
Groene Loper Het hart van de campus is een belangrijke schakel in alle veranderingen op de campus. Er is al een gevulde vijver te bewonderen (ooit was hier al een vijver, maar die was weggehaald en is nu dus weer terug). Zoals de naam al doet vermoeden wordt de Groene Loper een omgeving waarbij milieuvriendelijkheid centraal staat, dus auto’s zijn niet toegestaan en de voetganger zal centraal staan.
5
BMT on Stage
Jiri van Bergen
The Hopkins Bubble Almost half a year ago I was discussing my internship abroad with Prof. Nicolay, when he mentioned he had a contact in Johns Hopkins University. The name sounded so familiar, but where did I hear it before? Then I remembered: House M.D. supposedly studied there! The internet then told me Hopkins was rated the best academic hospital in the U.S.A. for 21 consecutive years, so the place to be! The contact there turned out to be a Dutch professor, Peter van Zijl, that was leading the neuroimaging center there for 20 years already. One e-mail later and surprisingly enough he was very happy to have me! So here I am, currently in a city that has the best hospital, but also third highest crime rate in the U.S.A. Interesting to say the least. As an MRI student the lab here is like a chocolate factory: they have two 3 Tesla and one 7 Tesla MRI scanner and a 11.4 Tesla animal scanner, all just for their own research! The main focus of the whole center is to improve endogenous contrast in MRI images of the brain, so finding ways to see more without injecting something in the patient. The project I’m working on is part of the research on magnetic susceptibility imaging. I never heard of it before either! While in all MRI courses we learn we need to use specific sequences to remove “local field variations”, it turns out that these variations actually contain valuable information and are stronger on 7 Tesla scanners. Getting that information out of there is actually a big challenge and takes lots of processing steps. The main problem is that only a small part of the field variations measured contains useful information, so you need to filter out the rest. The first steps of the processing are focused on removing all kind of measurement errors, noise sources and unwanted background fluctuations. This is a difficult optimization process where the software generates noise sources to match the background field in the image and then remove it. My supervisor already implemented all of that so I was presented with a clean image
6
of the frequencies witch already shows all different kind of brain structures that are not visible on regular MRI images. But there’s more! These measured local variations are caused by higher or lower concentrations of highly ferromagnetic atoms, like iron. Many structures in the brain have a different concentration of iron and in diseases that damage the neurons these iron concentrations will strongly change. It was found there is linear relation between exact iron concentration and susceptibility. Unfortunately, to get this susceptibility from the frequency images generated before is another long minimization calculation that is not very stable. After implementing the minimization the optimal stable settings need to be found by trial and error, a long and painstaking job. But since a few weeks it is working quite well and I’m now applying it to patient data of people with Huntington’s disease and Multiple Sclerosis (MS). In these diseases the brain is degenerating but there is (so far) no direct way to quantify how good or bad it is. Hopefully there is a significant difference, otherwise I’ll have to find new diseases to test it on!
campus is like a city on its own where each department is the size of a normal hospital in the Netherlands and every building and machine is brand new. The good thing about Baltimore is also that it is very close to other big cities like Washington, Philadelphia and New York so going for a weekend break is very easy.
getting killed for a bike. Even walking there during the day makes you feel unsafe and out of place. The campuses are very well patrolled and there are camera’s everywhere so it’s safe, but the rest of the city is like a chessboard of bad and good neighborhoods. Normally the worst neighborhoods are outside of big cities, but here they are right in the middle. The economic crisis is very visible in Baltimore, there are so many streets where only one in houses are not vacated with the windows covered by wooden planks, something I only knew from TV. Good thing there are a lot of nice neighborhoods with nice parks and beautiful houses, definitely near where I live. Near the harbor there is also a big shopping and bar district so lots of places to go in the weekend. The university campus is very beautiful, just like in the movies! Big red brick buildings surrounded by grass lawns with lots of trees. The medical
Since my lab consists mostly of post-docs and older PhD students I ended up meeting a lot of college students. Via them I can enjoy some of the Hopkins college life which is quite amusing. Some things are just like in the movies (the fraternity parties) but some are not. What especially caught my attention was the amount of work the students (and especially the BME students) do here compared to us. When you go to the library at 3:00 am (at night) on a Sunday morning after a party, there will still be lots of people studying there. Of course the $ 45.000,00 tuition is a big motivator, but I don’t know if the lack of social life and sleep would be worth it for me personally to get a degree from Hopkins. Especially since people from our BME department are gladly accepted in the best universities like MIT and Harvard. That just makes me realize that it’s easy to complain about Eindhoven and it’s University, but it will get you a degree that can get you in at the best places all over the world and still offers lots of social and fun things to do!
Being someone who was raised in a small village where nothing bad ever happened, Baltimore was a quite a shock to me. Both the university campus (that is in the upper part of town) and the medical campus (downtown) are surrounded by really bad neighborhoods, where people actually are
7
Board Talk Dear reader, The academic year has started again, and along with it the year of the 24th board of our association! This means that there are new faces to be seen on the other side of our Prothok. I am one of the lucky few to have that honour. The life of the last couple of weeks was quite a bit of getting used to everything, but it was most certainly very nice! It included a lot of constitution drinks, as well as an extremely well attended barbecue for our freshmen, an equally well attended committee recruitment lunch and a career orientation evening. I hope everyone enjoyed these as much as we did! Besides that, we got to know each other, our members and other boards, which (in most cases) was very sociable, and I think it is fair to say we will have a very good year with all of them. Especially our freshmen have surprised us, with their active attitude during the barbecue, the committee recruitment lunch, the drinks on Thursday, and, as we’ve heard, during Calculus classes… But let’s not forget my fellow board members. It has only been four weeks, and already it is clear to me that they are hardworking, smart and intelligent, but also fun to have around and spend time with. During these weeks, we have had a lot of laughs over pretty much everything imaginable. Also, we have had interesting deep discussions, mostly about a nickname for at least one of our Mariekes, which there are two, as most of you know. As said before, the career night was a success, and we are planning, in cooperation with our department and our alumni association ‘Willem Einthoven’, to organise more “professional” events like this one, and to profit from the growing number of biomedical engineers that have left the TU/e, and set out into business. We hope we can all benefit from their experience, and enjoy what they have to share with us. As chairman, I would like everyone to know that during our year, our motto is “Challenge accepted!” (We also have a secondary motto: “It is never too late”, which I will not discuss
8
Niels Dekkers
here) By this, we mean that we are always open to new challenges, including ideas for new activities our members want to organise. So if anyone has one or more great ideas, and has the wish to discuss it -even if this means requesting support from us - please feel free to visit us in the Prothok and talk to us about it. Furthermore, I would like everyone to know that the Prothok is (nearly) always open to everyone of our members, to get a drink, a cookie, or to find some place to sit and chat with your fellow students. We will try to make as nice a place as possible for everyone, which includes hiding away the morning mood some of our board members (who wish to remain anonymous) have. Finally, we, the 24th board of SvBMT Protagoras, wish everyone a great year, and hope we can see all of you as often as possible! Niels Chairman
Column After months of hard working, it was finally time to present our SOMY-LCD at the iGEM Jamboree in Amsterdam (October 5th -7th 2012). Now you are probably wondering what SOMY-LCD and iGEM are, so let me explain. The International Genetically Engineered Machine competition (iGEM) is a worldwide synthetic biology competition started at MIT and it was first held in 2003. Students are given a kit of biological parts from the Registry of Standard Biological parts. The Registry contains so-called BioBricksTM, which the participating teams (all undergraduates) can use during their research. The teams are also required to add new BioBricksTM to the Registry. There are regional competitions (Asia, Europe, Latin America, Americas East, Americas West); the best teams advance to the finals in Boston. The Super Optimized Modified Yeast – Light-emitting Cell Display (SOMYLCD) is the project of the iGEM team of the Eindhoven University of Technology. We set out to develop a multi-color display in which genetically engineered yeast cells function as pixels. To reach this goal we developed a control device, worked with a yeast homeostasis computational model and manipulated yeast cells. These yeast cells would emit fluorescent light in response to an electrical stimulus. So how far did we get? The yeast cells we genetically engineered now contain a calcium sensor called GECO. This protein is expressed in the yeast cells and strongly fluoresces when bound to calcium. In order to create a high influx of calcium, we also over expressed native voltage-gated calcium channels. To investigate how fast calcium would bind to the GECO-protein and
Marijke Dermois
how long it would take for it to disappear again, we also created a computational model. This model indicated a refresh time of approximately two seconds. We developed a bio-compatible control device, containing a four by four grid which allows control of sixteen pixels. So what were our results? Unfortunately we were not able to see any fluorescence when testing our device. This was probably due to the high fluorescence of the device itself, which we had not foreseen. However, fluorescent proteins like our GECOs can be detected by spectrophotometry if the intensity is insufficient to be observed by the naked eye. Luckily, these tests indicated that the GECO-proteins were correctly expressed in the yeast cells. And last but not least, the results of the competition. There are different medals and prizes which can be won. Our Wiki (2012.igem. org/Team:TU-Eindhoven) reached the top 6 for Best Wiki, but unfortunately was not the best. However, we did win a silver medal! Bronze, silver and gold medals indicate how far you got in the competition and how many requirements you met. Bronze was awarded sixteen times and gold thirty times, but silver only once! Although we would have loved to have gone to Boston, our journey ended at the Jamboree in Amsterdam. We are proud to have reached the silver-medal level, since it is the first time the Eindhoven University of Technology has competed! If you are reading this and you are interested in competing next year, please contact our team:
[email protected]!
9
Protpuzzel
Daniël Elsink
This being my last puzzle in the Protatype, I scurried the internet for hard puzzles and I think I found one which will break your little craniums: a logic puzzle in which you have to formulate the three correct question. You come at a bridge with three guardians and to cross you can ask three yes-or-no questions and then have to reveal their identities. You know their three identities are: the knight, who always answers the questions truthfully, the Knave who always answers untruthfully and Chaos who flips a coin in the morning and then chooses to act like the Knight or the Knave that day. To make matters worse, they understand English but do not speak it. They will answer with “da,” or “ja,” but you do not know which means yes and which means no. What three questions do you ask the characters to ascertain their identities?
10
11
Even voorstellen: het ICMS Sagitta Peters
Vanaf 1 april 2008 huisvest de TU/e het Instituut voor Complexe Moleculaire Systemen (ICMS). Een interdisciplinair onderzoekscentrum, dat opereert op de grenzen en, belangrijker, de raakvlakken van chemie, fysica, wiskunde, informatica, werktuigbouw en biomedische wetenschappen. Niet toevallig allemaal disciplines die sterk vertegenwoordigd zijn op de Eindhovense campus! De insteek van het ICMS is fundamenteel-wetenschappelijk, maar met een duidelijk technisch/technologisch doel voor ogen: het maken van nieuwe, complexe functionele objecten. Dat klinkt allemaal prachtig, maar wat betekent dat nu concreet? Wie zijn het, wat doen ze, en hoe kan jouw studie er mooier van worden? Hoog tijd om even voor te stellen… Het ICMS Wetenschappers – zowel uit aangrenzende als uit afgelegen vakgebieden – kunnen elkaar scherp houden, inspireren en opstuwen. Samen weet je meer, kun je meer en bereik je meer. Wat jij allang begrepen of gedaan hebt, kan de missende sleutel in andermans onderzoek zijn, en omgekeerd natuurlijk. Dit proces verloopt alleen goed, wanneer er aan een aantal randvoorwaarden voldaan is: alle partners moeten tijd investeren om de taal van de ander te leren begrijpen en spreken, en bereid zijn tijd te steken in de ander, om basiskennis waar nodig in- en aan te vullen. Keer op keer zien we dat multidisciplinair onderzoek pas vruchtbaar wordt wanneer er sprake is van een gedeelde basis. Voor een voortdurende levensvatbaarheid is het verder essentieel dat geïnvesteerd wordt in onderwijs. De volgende generatie moet vanaf het eerste begin vakoverstijgend opgeleid worden, zodat die gedeelde basis vanzelfsprekend zal zijn. Multidisciplinariteit is ook een buzzword. Je moet uitkijken voor de valkuil van de verdunning: een club waar iedereen overal een beetje van weet kan per definitie nooit de diepte in, een groep van elkaar aanvullende vakexperts kan dat wel. Dit is de basisfilosofie van het ICMS – uitgaande van excellentie in het eigen vakgebied, door discussie en gedeelde projecten, interdisciplinaire doorbraken faciliteren.
12
De afgelopen jaren heeft het ICMS zich geconcentreerd op het smeden van een interdisciplinaire gemeenschap binnen de TU/e. Daarin is een model gehanteerd waarin het Instituut zij aan zij met de faculteiten opereert, maar zelf geen faculteit is. Associatie met het ICMS gebeurt in de vorm van lidmaatschap – zo’n veertig vaste stafleden, dertig promovendi en twintig postdocs van de faculteiten (TN, ST, BMT, W en W&I) vormen het ICMS. Onder de gedeelde ICMS/TU/e vlag is er de afgelopen tijd heel wat gepubliceerd in topbladen als PRL, Nature, Nature Materials, Nature Chemistry, Nature Nanotechnology, JACS, etc. In de zomer van 2012 heeft het instituut haar nieuwe thuis in het Ceres gebouw betrokken – het voormalige ketelhuis van de universiteit is gerenoveerd tot een prachtig gebouw met daarin ruimte voor kantoren, laboratoria en een Advanced Study Center.
In februari 2011 is het ICMS Graduate Program “Complex Molecular Systems” van start gegaan. Dit Program herbergt zowel het Master program als het PhD program. Het programma bestaat uit een pakket vakken en een project, die de eigen (faculteits-) Master aanvullen op de terreinen die voor het ICMS onderzoek relevant en belangrijk zijn. Dit pakket is additioneel aan de faculteitsmaster. Met jouw wensen en ambities wordt van het begin af rekening gehouden om je zo goed mogelijk te lanceren naar je onderzoekscarrière. Kenmerkende vakken zijn als moleculaire (bio-)chemie, nietlineaire dynamica, reactie-diffusie en statistische fysica. Het Graduate Program houdt niet op na het behalen van de master. De opleiding is, zoals gezegd, niet voor iedereen en betekent een flinke schep werk bovenop je toch al zo volle agenda. Daar staat tegenover dat het ICMS met iedereen die dit extra masterprogramma met goed gevolg aflegt in gesprek gaat om zo te komen tot een passende promotieplek binnen het ICMS en de verbonden onderzoeksgroepen. Anders dan wat gebruikelijk is schrijf je hiervoor zelf je onderzoeksvoorstel. Mocht je bij aanvang al weten welke kant je ongeveer op wilt dan doen we ons best om jouw ICMS master program daar zo goed mogelijk op af te stemmen. Meedoen? In kader 3 lees je hoe. Je bent van harte welkom om te kijken of dit ook bij jouw ambities past.
In vivo nieuwe bloedvaten groeien? Door gebruik te maken van slimme materialen (in geel en groen) hopen onze onderzoekers na implantatie van een kunstader lichaamseigen cellen uit het bloed in te vangen. Onder invloed van de in de kunstader aanwezige moleculen zullen de ingevangen cellen differentiëren naar nieuw, functioneel weefsel. Bron: ICMS Animatiestudio
Meedoen? Voor jou veel belangrijker zijn de onderwijsactiviteiten van het ICMS. Ook hier ligt de verdunning op de loer, en moest er gezocht worden naar een vorm die past in de filosofie: die van een universiteit die vakspecialisten opleidt, maar de mogelijkheid biedt tot vakoverstijgende, multidisciplinaire ontwikkeling aan hen die goed genoeg zijn om er wat bij te kunnen hebben.
ICMS: Onderzoek De 5 hoofdthema’s van het interdisciplinaire onderzoek binnen het ICMS: 1) het maken van functionele, op leven geïnspireerde moleculaire systemen 2) het dichten van het gat tussen levend weefsel en artificiële materialen 3) katalyse en duurzaamheid 4) soft matter: formuleringen als een wetenschappelijke technologie 5) complexe interacties in deeltjessystemen en netwerken
Een voorbeeld: Interdisciplinair project Biomimetic Materials De Universiteit kende in 2009 via haar High Potential Programme 1 M€ toe aan een echt ICMS project, getiteld Biomimetic Materials. Een ambitieus programma, dat tot doel heeft materialen te maken waarvan de mechanische eigenschappen niet te onderscheiden zijn van die van levende weefsels. Een samenwerking tussen de groepen Supramolecular Polymer Chemistry van Rint Sijbesma in de faculteit ST, Soft Materials van Hans Wyss bij W, Rheology van Gerrit Peters bij MaTe en Function and Soft Mechanics of Biomaterials van Kees Storm bij TN, waarin – kort door de bocht – de hele kennisketen van begrijpen tot maken en weer terug binnenshuis aanwezig is. Rint’s groep maakt gelen van supramoleculaire polymeren, en kan de architectuur en de stijfheid van deze polymeren controleren. Hoe dat doorwerkt in de mechanische eigenschappen wordt in kaart gebracht door Hans en Gerrit, die – respectievelijk het mechanisch gedrag op moleculaire/microschaal en op macroschaal karakteriseren. Kees’ groep analyseert en modelleert de samenhang tussen dit micro- en macrogedrag. Samen werken we toe naar een schaaloverspannend begrip van de “faseruimte” van deze materialen. In het ICMS vonden de vier groepen elkaar, en gaandeweg groeide, in discussies, het besef dat samen meer mogelijk was dan alleen. Spannend is het om uit te vinden wat er mogelijk is. Zouden we echt een levensechte weefselvervanger kunnen maken? Meer weten? Wat denk je, is het ICMS Graduate program iets voor jou? Wij zoeken uitmuntende studenten. Dat zit deels in je cijferlijst, maar wordt van geval tot geval bekeken. In ieder geval spring je eruit – je bent een enthousiaste, inspirerende, ondernemende, ambitieuze student die durft te kiezen voor de wetenschap, die over de grenzen van de eigen faculteit wil kijken en dat, misschien, al een paar keer gedaan heeft – keuzevakken, minors, noem maar op. We vertellen je er graag meer over. Bel of mail naar Sagitta Peters (
[email protected]) op +31 40 247 2482. Of met Patricia Dankers, Tom de Greef of Bert Meijer, allen stafleden binnen BMT en ICMS.
13
Afstuderen bij...
Lieve Bouzo, Lieve Bouzo, Ik zit met een probleem en ik weet niet goed hoe ik daar mee om moet gaan. Het lijkt misschien futiel, maar ik zit er echt mee. Mijn gevoel voor mode is niet altijd optimaal en ik maak geregeld verkeerde kledingkeuzes. Elke week verslind ik meerdere ‘fashion magazines’ om op de hoogte te blijven van de hipste en nieuwste trends. Dat helpt natuurlijk in het up-to-date houden van mijn garderobe maar het helpt niet met het kiezen van mijn outfits. Het probleem zit hem dan ook niet in de kledingstukken die ik draag. Ik draag nooit kleding van het vorige seizoen en als er een nieuwe kledinglijn uitkomt, ben ik de eerste die in de winkel staat. Het probleem zit hem voornamelijk in het combineren van kledingstukken en accessoires. Het lijkt me nooit goed te lukken om de juiste kleurcombinaties te maken en alle kleuren die ik combineer zijn het ‘net niet’. Dit is natuurlijk heel frustrerend als je een modebewuste vrouw bent zoals ik. Hoe ik het probleem nu oplos is heel erg simpel. Ik combineer maximaal één kleur met wit/zwart of jeans. Hier kun je namelijk niet echt de fout mee ingaan. Dit zorgt er alleen voor dat ik me in mijn kledingkeuze nooit echt kan uiten zoals ik eigenlijk wil. En, al is het probleem wat kleding betreft zo voor een groot deel opgelost, schoenen, riemen en accessoires blijven struikelpunten. Lieve, lieve Bouzo, heb je misschien tips of goede raad voor me? Ik heb namelijk echt de behoefte om via ‘fashion statements’ mijn persoonlijkheid in één klap duidelijk uit te dragen. XOXO
14
Beste Xoxo ;), Hoe geraakt ik ook ben door je probleem, het antwoorden is voor mijzelf een groot probleem. Ten eerste ben ik als slang anders geprikkeld door kleuren dan jullie apen en ten tweede draag ik zelf geen kleren. Verder heb ik wel een mening over mode: het staat in contrast met stijl. Mode is wat dit seizoen nieuw in de schappen ligt, stijl is wat je daarvan aan blijft trekken.
Wat je gok naar kleuren betreft, laat het niet vloeken: geen blauw bij paars, roze bij rood of oranje bij rood. Grijs, niet zwart, benadrukt felle kleuren. Kleuren ‘matchen’ doe je door dezelfde kleuren te gebruiken: zorg dat je veters bijvoorbeeld dezelde kleuren hebben als je shirt (dat heb ik hier vaak langs zien komen verleden jaren bij één persoon). Je kan ook kleurfamilies gebruiken, dat zijn drie aan elkaar liggende kleuren in de kleurencirkel (bijvoorbeeld, rood, paars en blauw of blauw, groen en geel). Verder kan je contrasten gebruiken. Een warm-koud contrast bereik je door een warme kleur (zoals oranje, rood of paars) te combineren met een koude kleur (zoals blauw, groen of geel). Verder bestaat er ook een complementair contrast, dit krijg je door kleuren te combineren die tegenover elkaar liggen in de kleurencirkel (zoals rood met groen of paars met geel). Bekijk de kleurencirkel vooral even op http:// nl.wikipedia.org/wiki/Kleurencirkel. Ik hoop dat ik je hiermee analytisch een beetje op weg heb geholpen, theorie lijkt mij de beste hulp wanneer je intuitie niet helpt. Knuffel, kus, knuffel, kus terug, Bouzo
Afstuderen, formeel het laatste onderdeel van je studie. Hier laat je zien wat je de afgelopen jaren geleerd hebt op de universiteit. Je theoretische kennis, het leren oplossen van moeilijke vraagstukken en kritisch zijn op je eigen werk. Dit neem je mee als bagage naar de start van je onderzoek. Je zult ervaren dat er meestal grootste plannen zijn bij de start van dit onderzoek. Mijn project ging uiteindelijk over het verklaren van tegenvallende resultaten van anti-tumor medicijnen met behulp van een computer model. Dit was niet de insteek toen ik bij de startlijn stond, maar ik heb geleerd dat onderzoek niet altijd te sturen is. Je neemt steeds een stapje in de meest interessante richting. Welke stap dit is weet je pas als je op het kruispunt staat, want onderzoek doen betekent terrein verkennen waar nog niemand is geweest. Niemand kan je dus vertellen waar de interessante plaatsen zijn en hoe je daar moet komen. Dit moet je zelf ontdekken. Ik zal je meenemen op mijn reis. We zijn begonnen met een literatuuronderzoek naar bestaande modellen van de Epidermal Growth Factor (EGF) pathway (een groot netwerk van chemische reacties). Het idee was deze modellen uit te breiden met data die we zelf wilden genereren. Hier bleken allerlei haken en ogen aan te zitten waardoor een andere toepassing van de modellen gezocht moest worden. We ontdekten dat mutaties in de EGF signalling pathway kunnen leiden tot kanker omdat deze pathway celgroei en ontwikkeling aanstuurt. Het vinden van succesvolle medicijnen die op deze specifieke pathway werken gaat echter niet zo voorspoedig en de precieze oorzaak is vaak onbekend. Met een computer model zijn we op zoek gegaan naar een mogelijke oorzaak. Hiervoor hebben we een bestaand model genomen uit de literatuur en er vervolgens een paar reacties aan toegevoegd. Daarna hebben we de mutaties en de verschillende soorten medicijnen die beschikbaar zijn geïmplementeerd in dit model. De simulatie geeft als output een grafiek van de concentratie van een bepaald molecuul in de tijd. We hebben hiervan de oppervlakte onder de grafiek bepaald, deze dient als maat om de verschillende mutaties en medicijnen te vergelijken.
Sandra van Tienhoven
We hebben dus een aantal modelversies gemaakt die een andere (combinatie van) mutatie(s) en medicijnen bevat. Voor al deze versies wordt de gevoeligheid van de output voor een aantal belangrijke reacties in de pathway bepaald. Dit geeft voor iedere versie een bepaald patroon, deze patronen kunnen onderling vergeleken worden. In de systeembiologie, waar dit project onder valt, heb je vaak te maken met veel aannames in modellen. Om geen verkeerde conclusies te trekken hebben we bij de resultaten dus alleen naar deze patronen, en daarmee de grote lijnen, gekeken. De details kunnen te veel beïnvloed worden door verkeerde aannames. Uit de resultaten bleek dat een model met gemuteerde eiwitten erg ongevoelig wordt op de plek waar de medicijnen moeten werken. Dit zou de werking sterk kunnen verminderen en kan een verklaring zijn voor de tegenvallende resultaten. Mijn onderzoek vond dus voornamelijk achter de computer plaats. Ik was met een wiskundig model bezig. Maar de toepassing is erg concreet. Ik heb vooral tijd besteed aan het uitpluizen van de pathway, analyseren wat voor effecten veranderingen hebben op het model en een goede manier vinden voor de visualisatie van de resultaten. Het is uiteraard noodzakelijk om conclusies te trekken uit je onderzoek, maar hierbij moet je wel rekening houden met de onzekerheden. Dat vond ik het moeilijkst, bepalen wat je wel mag concluderen en wat een stapje te ver gaat (ook al kun je het met je roze bril toch echt wel in je data zien). Maar het is gelukt, zoals iedereen die hier met trots zijn ingenieursdiploma behaald. Ondanks de andere finish dan verwacht toen ik nog bij de startlijn stond, heb ik wel mijn ronde goed uitgelopen. Constant op zoek naar de beste route. Dit is het laatste wat je leert voordat je universiteit verlaat en als volwaardig ingenieur de arbeidsmarkt op mag. Ik wacht daar nog een paar maandjes mee, want ik heb mijn externe stage nog tegoed. Daarna zal ik niet verder gaan met onderzoek, maar een hele andere weg in slaan. Het is voor mij tijd voor wat nieuws, maar alles wat ik tijdens mijn opleiding heb geleerd zal ook hier van pas komen.
15
Introductie
Constitutieborrel
Eerstejaarseten ProZAc’s poolen Single Colour Party
16
17
Oh, moet dat zo!
Dorien Verschuren
Hoe maakt men een horoscoop Als je in de zomer buiten loopt en je kijkt omhoog, strekt er een enorme blauwe lucht boven je uit met een gigantische lichtbol daarnaast. Zodra je een aantal uur wacht verandert deze blauwe zee in een donker veld, versierd met lichtpuntjes. Al deze hemellichamen bewegen met regelmaat: de zon, de maan, planeten en sterren. De bewegingen van al deze lichtpunten heeft men al lange tijden gefascineerd en het is daarom ook een uitdaging om de bewegingen te beschrijven. Maar wat betekenen deze bewegingen nu? Vroeger wilde men al weten of de oogst zou slagen, of de Nijl zou stijgen en zo gaf men betekenis aan de stand van de sterren aan de hemel. Ook in deze tijd willen mensen de toekomst voorspellen en sommigen halen houvast uit horoscopen. De gordel waarlangs de zon, maan, planeten en sterren in de loop van het jaar voortbewegen wordt de dierenriem of de zodiak genoemd. Deze baan, die in werkelijkheid de baan is die de aarde om de zon beschrijft, wordt ecliptica genoemd. In deze zone liggen twaalf dierenriemtekens, de sterrenbeelden, en niet alleen deze tekens, maar ook aan de hemellichamen die zich in de zone bevinden worden betekenissen toegekend: elke een basispersoonlijkheid. De twaalf tekens worden verdeeld onder de vier elementen: vuur, aarde, lucht en water. Lucht- en vuurtekens worden als mannelijke tekens beschouwd en aarde en water zijn vrouwelijke tekens.
18
geplaatst worden. Deze huizen zijn onderdeel van de dagelijkse cyclus waarin de planeten elke 24 uur doorheen gaan als gevolg van de rotatie van de aarde om zijn as. De tekens van de zodiak zijn onderdeel van een jaarlijkse cyclus die de aarde om de zon maakt.
Er bestaat nog een andere verdeling van de tekens: hoofdtekens, vaste tekens en beweeglijke tekens. Een hoofdteken is een teken in de dierenriem dat een verandering initieert. Elk teken staat voor een nieuw seizoen: Ram voor lente, Kreeft voor zomer, Weegschaal voor herfst en Steenbok voor winter. Op het zuidelijk halfrond is dit natuurlijk omgedraaid. De vaste tekens staan voor handhaven, stabiliteit en vastberadenheid en het hoogste punt van de vier seizoenen. Stier, Leeuw, Schorpioen en Waterman zijn vaste tekens. De beweeglijke tekens, Tweelingen, Maagd, Boogschutter en Vissen staan ‘tussen de seizoenen’ en worden geassocieerd met beweging, soepelheid en aanpassingsvermogen. Dit geeft informatie over de manier waarop de geborene zich in het algemeen opstelt en de dingen aanpakt.
Vervolgens kan de horoscoop geïnterpreteerd worden. Als astroloog kijk je dan bijvoorbeeld naar de positie van de planeten in de verschillende tekens en ook naar die positie van de planeten in de huizen. Aspecten geven verbanden tussen verschillende planeten weer en aan het soort verband wordt een betekenis toegekend.
Als je een horoscoop maakt, maak je een afbeelding of diagram van de hemellichamen op een bepaalde tijd, bijvoorbeeld de geboortedag van iemand. Astrologen analyseren de patronen van de zon, maan, sterren en planeten in relatie tot de aarde. Om een horoscoop te maken moet je allereerst de posities van de planeten in de tekens van de zodiak weten. De cirkel die het diagram representeert, wordt ook verdeeld in 12 delen die huizen genoemd worden. De posities van de planeten moeten hierna op logische wijze in de 12 huizen
19
It’s like mAgic
Sanne van der Lelij
Protprut
Khadija Tesaguaguin
Kip Dit jaar is een heel bijzonder jaar, om meerdere redenen: het Bachelor College is aangevangen, de faculteit van Biomedische Technologie bestaat 15 jaaren en de studievereniging Protagoras wordt 24 jaar, Protagoras gaat dus zijn 25e levensjaar in. Op 7 december 1988 is Protagoras opgericht, oorspronkelijk vanuit een afstudeerrichting van werktuigbouwkunde en in december 2013 bestaan we 25 jaar. Om deze heuglijke gebeurtenis te vieren vindt vanaf 7 december 2012 tot en met 7 december 2013 het 5e lustrum plaats. In de wereld der wetenschap neemt de snelheid van de ontwikkeling exponentieel toe, deze snelle toename is goed te merken. De huidige mobiele telefoons hebben meer rekenkracht dan de computers van 25 jaar geleden en een hogere resolutie dan de televisies uit diezelfde tijd. Waar een aantal decennia terug de eerste harttransplantatie een medische doorbraak was, worden er nu nieuwe hartkleppen gekweekt. Zelfs voor universitair opgeleide personen kan dit allemaal overdonderend zijn, het is daardoor ook zeker niet wonderbaarlijk dat zij niet meer van alles weten hoe het precies werkt. Dat zorgt er juist voor dat de vooruitgang die plaats vindt wel wonderbaarlijk is. Af en toe lijkt een nieuwe ontdekking bijna onmogelijk te zijn. Soms lijkt het meer op ma-
gie dan op techniek, Daarom is het thema van het 5e lustrum van SvBMT Protagoras dan ook “It’s like mAgic”, een ode aan de techniek die altijd in ontwikkeling is. Het 5e lustrum zal beginnen met een fantastische openingsweek waarin elke dag een activiteit georganiseerd wordt voor zowel leden als niet-leden van Protagoras (deze activiteiten staan beschreven in bijgevoegdetabel). Hierna zal er een jaar lang, naast de gebruikelijke activiteiten georganiseerd door Protagoras, elke maand een super leuke lustrumactiviteit plaatsvinden. De laatste week van het lustrumjaar wordt spetterend afgesloten met elke dag een gezellige, unieke, sportieve of mAgische activiteit. Al deze activiteiten organiseren zichzelf niet, dus om alles in goede banen te laten verlopen is er aan het begin van dit jaar een lustrumcommissie aangesteld. Bij dezen willen we ons voorstellen, zodat niet alleen wij, maar ook jullie alvast een beetje zijn voorbereid op het 5e lustrum van Protagoras.
Rozemarijn Weijers is dit jaar naast penningmeester van Protagoras ook lustrumcommissaris en voorzitter van onze commissie. Verder bestaat de lustrumcommissie uit: Denise de Bont als vicevoorzitter, Meike Kleuskens als secretaris, Lisanne Kok als penningmeester, Stefan Mariën als vicepenningmeester, Sanne van der Lelij als commissaris extern, Laura Tiemeijer als commissaris extern, Pascal van Beek als PR-commissaris en tot slot Marieke van den Kerkhof als commissaris In Vivo (binnen de commissie ook wel commissaris kan niks genoemd). Wij zijn al een tijdje hard aan het werk om een ontzettend leuk jaar neer te kunnen zetten, vol met mAgistrale en onvergetelijke activiteiten. De openingsweek is nog maar het begin, dus bereid jullie voor op een jaar om nooit te vergeten!
20
Kippensoep om de verkoudheid in de herfst te verjagen Kippensoep wordt in heel veel culturen al eeuwenlang ingezet tegen allemaal soorten ziektes. Hoewel het misschien niet het wondermiddeltje is wat men vroeger dacht, heeft het wel degelijk zin om kippensoep te nuttigen bij griep of verkoudheid. Kippensoep bevat namelijk het aminozuur cysteïne en dit aminozuur heeft de eigenschap om slijm in de luchtwegen vloeibaarder te maken, zodat het beter op te hoesten is. Ook worden er nog andere eigenschappen toegeschreven aan kippensoep, zoals anti-kater middel. Omdat de ‘R’ weer in de maand is en het nieuwe collegejaar vol met borrels, feestjes en andere leuke activiteiten weer begonnen is, is hier het recept om zelf kippensoep te maken en zo komende periode goed te doorstaan. Ingrediënten (voor 4 personen) 1/2 zakje verse peterselie (à 30 g) 1 kleine ui 1/3 zakje verse selderij (à 50 g) 1 dunne prei 2 takjes tijm 1 kleine winterpeen 1 laurierblaadje 1 theelepel zwarte 1 stukje foelie peperkorrels 50 g vermicelli 2 kippenbouten 1-2 eetlepels citroensap Snipper de ui grof. Snijd de prij in stukken en was deze. Snijd de wortel in plakjes. Kneus de peperkorreltjes in een kom met de bolle kant van een lepel. Leg de kippenbouten in een grote soeppan en voeg de groentes, drie takjes peterselie, drie takjes selderij en de tijm toe. Voeg ook de peper, laurier en tijm toe en schenk hier anderhalve liter water bij. Breng dit alles aan de kook, om vervolgens het vuur lager te draaien en de soep twee uur lang te laten trekken. Haal na de twee uur de kippenbouten uit de soep en zeef de soep (of probeer de laurierblaadjes en andere ingrediënten die je liever niet opeet eruit te scheppen). Verwijder het vel van de kippenbouten, haal het vlees los en snijd dit in stukjes. Roer dit vlees weer door de bijna-soep, breng deze aan de kook en voeg de vermicelli toe om het in 10 minuten zachtjes gaar te laten koken. Snijd de rest van de peterselie en selderij fijn en roer deze door de soep. Breng de soep op smaak met zout, peper en citroensap en serveer deze.
Kip met hemelsblauwe zomersaus Als de kippensoep die hiervoor beschreven is zijn heilzame krachten al uitgeoefend heeft en er is nog genoeg over, is het ook zeker de moeite waard om met de overgebleven (of nieuwe) kippensoep het volgende vijftiende-eeuwse recept uit te proberen. Volgens het oorspronkelijke recept bevat de saus de hemelse smaak van de zomer (en zou dus ook de kleur van strakblauwe zomerlucht hebben). Hoewel de kleur bij het bereiden niet helemaal overeen kwam met hemelsblauw, kan het zeker geen kwaad om nog een beetje zomer mee te nemen de herfst en winter in. Ingrediënten (voor 2 tot 4 personen) 250 gram bramen 2 eetlepels gemalen amandelen 1 theelepel versgeraspte gemberwortel 1 eetlepel appelazijn 1 theelepel suiker Kipfilets (2-4) Kippenbouillon (te maken door kippensoep te zeven, of direct kant en klaar te kopen in de winkel) Pocheer de kipfilets door deze tien minuten lang in kippenbouillon te leggen die tegen de kook aan wordt gehouden (controleer voor de zekerheid wel of de kip niet meer rood is van binnen). Laat de kipfilets daarna afkoelen in de bouillon, zo blijven ze sappig. Plet de bramen in een vijzel of pureer ze in een keukenmachine. Roer de amandelen en gember erdoor en wacht tot het goedje diepblauw verkleurd is (of iets wat in de buurt komt, want echt blauw wordt het niet zo heel snel). Meng de appelcider dan door het mengel, zeef het en voeg suiker naar smaak toe. Serveer de saus over de kipfilets. Het is ook lekker hier brood bij te eten, maar voor de rest is de smaak wel vrij typerend en daardoor moeilijk te combineren met ander eten.
21
Prot Goes Science
Joep Hermans
Onderwijszaken
Marieke van Driel
Experimenting with André Kuipers ESA astronaut André Kuipers spent 193 days in space for mission PromISSe. He returned to Earth on 1 July 2012. If you look at pictures of the landing, or if you have seen the landing on the television, it may seem that the mission of André Kuipers has ended, that is absolutely not true. Already on the plane and later at NASA, the Dutch astronaut had to cooperate with researches before he could go to sleep. Many tests were taken to gather as much medical data as possible, like blood pressure, urine and blood samples. This baseline data collection was also done before start of the mission. After and during the mission it is done again and therefore scientists can compare data from before, during and after the expedition. This data is needed to investigate what the influence of a half a year weightlessness is on the body. The research he has conducted in space was actually not much in the news. After the space expedition it is confirmed that Kuipers has provided good technical data of the researches he did. At a press conference André reported: “I understand that almost all experiments gone well. Of course that is why you do it. We can only waitforthe articles that will be published. That’s the job of the scientists who created these experiments.” Because it may take some time before these articles will be published and since there will be probably no major publicity for that publishing, in this Prot Goes Science I want to give a few examples of interesting biomedical experiments performed by André Kuipers. For more examples, please visit: http://www.esa.int/esaMI/PromISSe/.
22
Card Just one week in space is enough to alter the dilation of blood vessels, increase cardiac output and lower blood pressure. There is a headward fluid shift, giving astronauts a distinctive ‘puffy face’ and ‘chicken legs’ appearance. CARD tries to understand how weightlessness affects the regulation of blood pressure. André’s cardiac output was measured repeatedly along with analysis of blood samples to give a better insight into clinical conditions such as congestive heart failure. Solo Astronauts lose bone density while in space. European scientists are researching salt retention and related human physiology effects by analysing blood and urine samples for markers indicating the effects on bone metabolism. Samples were taken during two special diets followed by André, one a low-salt diet, the second a normal salt level diet. This metabolically controlled study will help to shed light on bone physiology in space and on Earth. This could be especially useful for evaluating the optimal sodium intake for long missions without any negative effect on astronauts’ health.
De tentamenperiode is alweer aangebroken, het eerste blok zit er bijna op! Een spannend eerste blok: veranderingen in het onderwijs zijn van start gegaan, het metaforum is geopend, de accreditatiecommissie is langs geweest, enz...
probleem. Er was ruimtetekort in de collegezalen, maar ook tijdens de TU-brede calculustoets was er ruimte tekort. Dit leidde tot extra stres maar gelukkig is dit niet terug te zien aan het resultaat van de BMT-eerstejaars: Zeker 70 % heeft de toets gehaald. Om deze kinderziektes snel te kunnen verhelpen, is er een nieuw overleg in het leven geroepen, hierbij komen de onderwijscommissarissen van alle studies en Lex Lemmens bijeen. Alles wat wij horen met betrekking tot het Bachelor College wordt hier besproken, uiteraard hebben wij hierbij veel informatie nodig van de eerstejaars. Dus ben je eerstejaars en loop je ergens tegen aan, vertel het aan mij!
Op 3 september werd het academisch jaar geopend. Na een toespraak van de rector, kwamen ook nog andere sprekers aanbod. De rector vertelde blij te zijn met de verhoogde instroom aan de TU/e. Daarbij vermelde hij ook dat het aantal meisjes met maar liefst vijftig procent is toegenomen. Lex Lemmens, bedenker van het Bachelor College, vertelde in vogelvlucht de opzet van het nieuwe onderwijs. De toespraak werd afgesloten met de bekendmaking van de onderwijsprijzen. Hierbij ging de masterprijs naar Maarten Merkx, universitair hoofddocent Biomedical Chemistry. Tot slot werd de opening feestelijk gevierd in het metaforum.
Niet alleen aan de vakken en roosters wordt gesleuteld bij het Bachelor College. De manier van college geven wordt ook veranderd. Om de colleges interactiever te maken, moeten de eerstejaars studenten gaan werken met klikkers, dit zijn een soort stemkastjes. De docent stelt een vraagt en geeft meerdere antwoordopties. Via de klikker kan de student aangeven wat hij/zij denkt dat het goede antwoord is. De uitkomst wordt meteen weergeven en ook hoeveel studenten dit antwoord gekozen hebben. De klikkers hebben verschillende voordelen, zo kan per student worden bijgehouden hoe goed hij/zij de vragen beantwoordt. Bij Bouwkunde en Technische Bedrijfskunde zijn de klikkers afgelopen blok al ingevoerd. De reacties van de studenten zijn positief, alzijn er nog wel wat praktische problemen. Zo worden klikkers van verschillende studenten soms door elkaar gehaald. Daar worden nu oplossingen voor bedacht zodat daar straks geen problemen meer mee zijn.
Bij BMT zijn we ook goed van start gegaan, met onze nieuwe major Medische Wetenschappen en Technologie (MWT) erbij zijn er maar liefst 125 nieuwe eerstejaars gestart, waarvan 57% meisjes zijn. Net als alle andere eerstejaars studenten aan de TU/e hebben zij al eerste ervaring met het nieuwe Bachelor College. De roosters van de BMT-studenten sluiten aan bij de ideeën van het Bachelor College. Er is veel ruimte voor zelfstudie, dit wordt als prettig ervaren. Helaas heeft het nieuwe onderwijssysteem nog wel wat last van kinderziektes. Met name de tekortkomende capaciteit was een
Het Bachelor College vergt veel aandacht, maar het andere onderwijs wordt niet vergeten! De opleidingscommissie is veel bij elkaar gekomen om ook andere zaken te bespreken. Zo hebben zij er op toegezien dat de huidige tweedejaars die nog eerstejaars vakken hebben open staan tijdig worden geïnformeerd wanneer deze tentamens zullen plaats vinden. Verder zijn zij ook bezig geweest met de kwaliteitszorg. Met Conrad Suos, de nieuwe kwaliteitszorgmedewerker, is het plan van aanpak voor de kwaliteitzorg besproken.
23
Werken bij ...
Marion Geerlings
In het Prothok Protpraat
Ben jij ook gefrustreerd als niet alle platliggende nekhaartjes geschoren zijn? Heb je ook wel eens last van roodheid of een branderig huidgevoel na het scheren? Deze vragen zijn natuurlijk voor mannen bedoeld, maar zijn ook relevant voor vrouwen op andere lichaamsonderdelen. Voor mij zijn dit vragen geworden waarmee ik mijn werkweek vul bij Philips Consumer Lifestyle. Philips is wereldwijd nummer één in het elektrisch scheren, maar er zijn nog meer mannen die met een mesje scheren.
Toen ik BMT studeerde en daarna promoveerde op mechanisch gedrag van huid, had ik nooit gedacht dat ik jarenlang profijt zou hebben van mijn opgedane kennis en vaardigheden. Een groot voordeel blijkt de ervaring met meten aan biologisch weefsel en het daarvoor ontwerpen van een geschikt meetinstrument vanwege hun complexiteit. Daarnaast helpt mijn ervaring als vrijwilliger bij Scouting Nederland als het gaat om organiseren en aansturen van grote groepen. Ik haal mijn energie uit het werken met zoveel verschillende mensen en de technische uitdagingen die werkelijk naar een product moeten convergeren. Daarnaast vind ik het bijzonder leuk om samen met marketing en design na te denken hoe je het bijzondere van een scheerapparaat aan de klant kunt uitleggen.
Ik werk bij “Innovation&Development” als projectleider van een multidisciplinair team met als doelstelling een nog beter scherend systeem te ontwikkelen. Na mijn promotie begon ik als ‘function developer’, waar ik me verdiept heb in de relatie scheren, huidmechanica en huidirritatie. Na een half jaar ben ik deelprojectleider geworden, verantwoordelijk voor de verbetering van de scheerprestatie. Inmiddels ben ik overall projectleider waarbij ik verantwoordelijk ben voor de gehele voor ontwikkeling keten. Dit begint bij de wensen vanuit de consument en marketing, de primaire functie, het productontwerp tot ontwikkeling van bestaande en nieuwe productietechnieken. Ons project is geslaagd als we hebben aangetoond dat ons industrieel maakbare scheersysteem het best beoordeeld wordt van alle elektrische scheerapparaten. Niet slagen is eigenlijk geen optie, omdat de lanceringsdatum van het gehele apparaat al lang geleden is vastgesteld!
Bijzonder is dat we dit onderzoek doen in Drachten, want de productie vindt letterlijk aan de overkant van de straat plaats. Daarnaast vindt hier ook de ontwikkeling plaats van bijvoorbeeld de wake up light, senseo, aquatrio, broodroosters, etc. Dat maakt het interessant om ervaring uit te wisselen en biedt daarnaast kansen voor afwisseling in je loopbaan. Als laatste, waarschijnlijk beschouw je Drachten als een nogo-area. Het goede nieuws is dat Groningen en Amsterdam respectievelijk slechts 20 en 100 min weg zijn. Ik ben nog steeds blij dat ik de stap van Eindhoven naar Drachten heb genomen!
Renske: ‘Lasagna, is dat pasta?’ Elke over haar minor: ‘De theorie is erg theoretisch.’ Marieke van den Kerkhof: ‘Ik heb helemaal geen decolleté aan.’ Michiel Janssen: ’Ik heb de laatste tijd moeite met het apenstaartje schrijven. Als ik dan begin met het rondje, komt het met de a niet meer goed.’ Camile: ‘Het duurde uren, danwel minuten.’ Programmeerhumor Birgit: “Oh, ik heb vandaag echt niets gedaan gekregen.” Danny: “Ik had gisteren zo’n dag; de hele dag bezig en het resultaat op het eind is nul.” Roy: “Dat had ik vandaag ... maar dan null met twee L’en.”
Agenda
November 2012 12 november 15 november 20 november 27 november
UB-spellenavond ProZac’s BBB UB’s Whisk(e)yproefavond Stagevoorlichting
December 2012 6 december 7 december 24
ingsweek 10-14 december Lustrumopen Masteruitrijking 17 december ALV 2 18 december ProZac’s kerstlunch 20 december 10 december TU/e dicht 1 januari
Januari 2013
ion borrel
10 januari Spanning en Sensat
Sinterklaasborrel Lustrumborrel 25
BME News
Ellen Schmitz
‘Harmless skin virus’ fights acne
can Society for Microbiology, mBio.
A harmless virus that lives on our skin could be used as a treatment for acne, scientists believe. The virus, called a phage, is naturally built to target and kill bacteria that cause acne - Propionibacterium acnes.
Hermione Lawson, of the British Skin Foundation, responded: “This news is very exciting. Acne is a common condition that effects up to eight in ten individuals between eleven and thirty in the UK, and at present there is no ‘cure’ for the skin disease. We understand how distressing the symptoms of acne can be for its sufferers and welcome any developments that can lead to a cure or at least a better understanding of the disease.”
Acne is caused when hair follicles become blocked with an oily substance called sebum, which the body makes to stop the hair and skin from drying out. Bacteria such as Propionibacterium acnes, which live on the skin and are normally harmless, can then contaminate and infect the plugged follicles. Phages appear to help counteract this. When the scientists sequenced the DNA coding of the phages, they discovered that as well as sharing most of their genetic material, the viruses all had some key features in common. All carry a gene that makes the protein endolysin: an enzyme thought to destroy bacteria by breaking down their cell walls. Unlike antibiotics, which kill many types of bacteria, phages are programmed to target only specific bacteria. The experts at the University of California, Los Angeles (UCLA) and the University of Pittsburgh found eleven different versions of virus in this phage family that have this power. The scientist have planned lab work to see if they can harness it as a therapy. Scientists at other research institutes are also interested in phages as an acne treatment. Lead scientist of the current work, Prof Robert Modlin, responded: “Acne affects millions of people, yet we have few treatments that are both safe and effective. Harnessing a virus that naturally preys on the bacteria that causes pimples could offer a promising new tool against the physical and emotional scars of severe acne.” Co-researcher Dr Jenny Kim, director of the UCLA Clinic for Acne, Rosacea and Aesthetics, said: “Antibiotics such as tetracycline are so widely used that many acne strains have developed resistance, and drugs like Accutane, while effective, can produce risky side effects, limiting their use.” Phages could potentially offer a tailored therapy with fewer side effects, the experts told the open access journal of the Ameri-
26
Source: bbc.co.uk, 26-09-2012
Cell death offers hope on fertility and cancer treatment A discovery about how cells die could lead to ways to protect fertility in women having cancer treatment, researchers suggest. Australian scientists found that two specific proteins are causing the death of early egg cells in the ovaries. By blocking these proteins cells survived the effects of radiotherapy, according to the study published in the journal Molecular Cell. A UK expert respondedthe research was an “encouraging starting point”. The researchers from the Walter and Eliza Hall Institute, Monash University and Prince Henry’s Institute of Medical Research looked at egg cells called primordial follicle oocytes, which provide each woman’s lifetime supply of eggs. They found when the DNA of cells is damaged through chemotherapy or radiotherapy, two proteins called Puma and Noxa cause the eggs to die. This causes many female cancer patients to become infertile. Low numbers of egg cells can also lead to a woman going through an early menopause. When these cells were manipulated so they did not have the Puma protein, they did not die after being exposed to radiation therapy. Prof Jeff Kerr, from Monash University, who
worked on the study said: “This might ordinarily be cause for concern because you want damaged egg cells to die so as not to produce abnormal offspring. But to our great surprise we found that not only did the cells survive being irradiated, they were able to repair the DNA damage they had sustained and could be ovulated and fertilised, producing healthy offspring. When the cells were also missing the Noxa protein, there was even better protection against radiation.” Prof Clare Scott, from the Walter and Eliza Hall Institute of Medical Research, who also worked on the lab and animal research, added: “It means that in the future, medications that block the function of Puma could be used to stop the
death of egg cells in patients undergoing chemotherapy or radiotherapy. Our results suggest that this could maintain the fertility of these patients.” The researchers said that the discovery could also mean it would be possible to slow the loss of egg cells from the ovaries, thereby delaying early menopause. Dr Jane Stewart of the Newcastle Fertility Centre at Life (the Life Science Centre), and a spokeswoman for the British Fertility Society, said: “Potential loss of fertility is an issue which worries many young women undergoing cancer treatment. Whilst it is not always an issue it can be unpredictable and the possibilities for effective fertility preservation in women remain limited. Increasing the understanding of the damage done and the potential for directly protecting the ovary and its contained oocytes has to be welcomed and - whilst this work may some way from being translated into clinical practice - it is encouraging as a possible starting point.” Source: bbc.co.uk, 26-09-2012
New Associate professor Chemical Biology wins Young Investigators Prize During the international symposium on Medicinal Chemistry, Dr. Christian Ottman won the Young Investigator Prize. The prize is awarded by the Deutze Pharmazeutische Gesellschaft and the Gesellschaft Deutscher Chemiker. Ottman, until recently working as group leader at the Chemical Genomics Centre of the Max Planck Institute, started on the 1st of September as Associate Professor at Chemical Biology, the research group of Luc Brunsveld. In the group of Chemical Biology, Ottman will focus on molecular cell and structure biology. Source: tue.nl, 26-09-2012
27
Introkamp
29
Schrijftalent Afgelopen introductie is het schrijftalent van de nieuwe BMT studenten getest. Er was een lijst met woorden waaruit er minstens negen gebruikt moesten worden, verder moest iedereen uit het introductie gezin in het verhaal voorkomen. Lees hieronder leuke resultaten.
Lovely Luca was so sad because he lost his favoriete groene badeentje. But he was cheered up because Yicong was dating Brad Pitt drinking Fristi met een rietje. Meanwhile, Maria is snelwandelen because the schimmelkaas smells so bad. Andreas sets up wc-verfrisser to get rid of this bad smell while wearing his roze minirokje met bloemetjes. All of a sudden, Zandra , riding a Paarse kangoeroe and dressed up as Robin Hood, asks Sanne, lovely as Doornroosje, ‘Does your mother know that you are wearing an Oma onderbroek?’ In the end everyone was happy because Rozemarijn was riding Luca’s groene badeentje in a nice draaimolen.
Marieke van Driel
Op een mooie zomerdag, klonk opeens luid gelach. Want op de draaimolen met de paarse kangoeroe, zong Lisanne haar kindjes toe: ‘Ik zag twee beren broodjes smeren,’ daar kan zelfs Robin Hood van leren. Maar toen zag zij een oma onderbroek, en opeens was Marc zoek. Dat ook Esther kwijt was was een misser, we vonden Bente met een wc-verfrissen. ‘Wat is hier gebeurd?’ Vroeg Brad Pitt, terwijl hij met Ivo op een terrasje zit. Lurkend aan de Fristi met een rietje, zong Janine het volgende liedje: Ashkans berggeit is de bom, al is zijn schimmelkaas wel stom. Daar kwam Camile met magnetische rode rozen, die Emy en de sprinkhaan deden blozen. Er was een sprinkhaan die leefde in het kasteel van Doornroosje, die was getrouwd met Robin Hood. Ze hadden twee huisdieren: een paarse kangoeroe die leefde op hondenbrokjes en een berggeit wiens favoriete eten schimmelkaas en groene badeentjes is. Op een dag gingen ze snelwandelen naar de draaimolen. Toen ze in het modderbad belandde zongen ze samen ‘ik zag twee beren broodjes smeren’. Toen ze eenmaal thuis kwamen zaten daar de kennissen Melissa, JP, Alex en Frank in de woonkamer.
30
De intro is begonnen en onze snelwandelende papa’s Jiri en Bas kwamen Leroy en Mike een Fristi met een rietje brengen. Toen zijn we het spel ‘Does your mother know’gaan spelen met Rogier, Joep en Minke. Tessa vertelde ons dat ze twee dagen geleden in oma’s onderbroek met een roze minirokje met bloemetjes Brad Pitt wilde versieren met een bos rode rozen. Dit werd onderbroken omdat Mees Loek wilde versieren met een magnetisch groen badeentje dat stonk naar schimmelkaas. Toen is Loek op een grumpy berggeit weggereden naar Robin Hood. En ze leefde nog lang en gelukkig, althans Robin Hood want die ging ervandoor met Doornroosje.
R o b i n Hood moest schijten vanwege de Fristi met een rietje. Het stonk zo erg dat hij Ronald en Ellen wc-verfrisser moesten kopen. Ondertussen waren Robbin, Vincent en Marjan samen met Grumpy ook wc-verfrisser kopen, maar ze kwamen thuis met een roze mini rokje met bloemetjes voor Marjan, een nagelschaartje voor Vincent en een oma onderbroek voor Robbin. 31
Protlied De gapende kloof tussen mens en techniek is voor ons echt niet meer dan een kier. Eindhovens trots, ja de crème de la crème die mensen die ziet u nu hier. Niemand bereikt een verg’lijkbaar niveau, concurrenten bezwijken en masse. Ja de mens is de maat aller dingen, dat zei Protagoras. Onze rots in de branding, de esculaap is Bouzo, gevaarlijk en rood. Zijn blikken vertolken de krachten van Prot, zijn macht is dus ongrijpbaar groot. Biomedische ingenieurs zijn wij straks en vol trots heffen wij nu ons glas. Ja, de mens is de maat aller dingen, dat zei Protagoras. Ja, de mens is de maat aller dingen. Leve Protagoras!
wil het je zo voordelig en Jouw studievereniging makkelijk mogelijk maken. wil je zo voordelig en Dushet hebben ze een makkelijk mogelijk maken. boekenleverancier Dus hebbenpast. ze een die daarbij
boekenleverancier die daarbij past.
Jouw studievereniging werkt nauw samen met studystore. En dat heeft zo z’n voordelen. Doordat we snugger te werk gaan, kunnen we jouw complete boekenpakket snel aanbieden tegen een Jouw studievereniging werkt scherpe prijs.
nauw samen met studystore. En dat heeft zo z’n voordelen. Doordat we snugger te werk gaan, kunnen we jouw complete boekenpakket snel aanbieden tegen een
Vroegâh
Rob Driessen
Kleurenverf Wat is het eerste dat de meeste studenten ondernemen als ze een nieuwe kamer krijgen? Juist, even een likje verf erover. Een kamer je eigen kleur geven maakt alles al snel veel persoonlijker. Hang bijvoorbeeld nog een paar mooie foto’s op en je voelt je helemaal thuis. Tegenwoordig is schilderen erg gemakkelijk. Je gaat naar de verfwinkel voor een potje verf, precies in de kleur zoals je het wilt hebben. Maar hoe ging schilderen vroeger? En hoe kwam je aan je kleuren? Muurschilderingen Je kent ze vast nog wel, de rotsschilderingen uit de geschiedenisboeken. Deze rotsschilderingen uit de prehistorie zijn de eerste bewijzen van het gebruik van kleurstoffen. Men gebruikte hiervoor mineralen zoals koolstof, rode en gele oker (beide ijzer(III)oxides). Vaak was de verf een mengsel van spuug en een deze kleurstoffen. In de Dordogne zijn veel van deze grotten gevonden met muurschilderingen van mensen uit de prehistorie. De grotten van Lascaux zijn daarvan wel een van de beroemdste. Tempera Vanaf de klassieke periode begon men een nieuwe techniek te gebruiken, tempera. Tempera komt van het Latijnse woord temperare dat letterlijk ‘mengen in de juiste verhouding’ betekend. Tempera is een verfsoort waarbij pigmenten worden gemengd met water en eierdooier. Omdat de verf aan bederf onderhevig is, moet de schilder/kunstenaar bij iedere klus zijn verf opnieuw aanmaken. Dit aanmaken is ook noodzakelijk tijdens het schilderen aangezien de temperaverf erg snel droogt. Als men per ongelijk een beetje eiwit erbij mengt zal de verf nog sneller opdrogen. Omdat het eigeel van nature een beetje een olieachtige stof is blijft de verf soepel waardoor temperaschilderingen eeuwen hebben doorstaan, zoals te zien is in vele kerken. De kleuringen in schilderingen worden verkregen door arceringen aan te brengen op het schilderij met een andere kleur. Tempera is namelijk een dekkende verf en niet zo transparant zoals we de meeste verf kennen. Hierdoor is het maken van een temperaschildering enorm arbeidsintensief.
34
Olieverf Het traditionele verhaal is dat de gebroeders Van Eyck de uitvinders zijn van de olieverf. Over de vraag of dit de echte uitvinders zijn van de olieverf is men het niet eens. Men is het er wel over eensdat Jan van Eyck het schilderen met olieverf heeft geperfectioneerd. Vroeger moest de verf direct gebruikt worden, nu was het mogelijk om verf langer te bewaren.Hierdoor kon Van Eyck tot in detail werken aan zijn schilderijen. De meeste meesterwerken, zoals de Mona Lisa, zijn geschilderd met olieverf. Vroeger werd voor het maken van olieverf vooral plantaardige oliën gebruikt. De meest gebruikte plantaardige olie is lijnolie, afkomstig van vlas. De vezels van de vlasplant worden overigens gebruikt voor het maken van de doeken van de schilders. Nadat de olie is aangebracht, kan de verf tijdelijk een verdikking vertonen. Dit komt door de verdamping van het oplosmiddel. Daarna volgt het echte droogproces, de oxidatie van het bindmiddel. Pigmenten Iedere verfsoort maakt gebruik van pigmenten. Voor de industriële revolutie was de variëteit in pigmenten echter beperkt. De meeste pigmenten waren mineralen en metalen, of ze waren afkomstig van de levende natuur. De biologische pigmenten waren vaak zeer moeilijk te verkrijgen en daarmee ook duur. De manier van pigmentproductie hield men dan ook vaak geheim. Omdat kleuren zo duur waren, werden
kleurrijke figuren vaak geassocieerd met macht en welvaart. Een van de kleuren die erg moeilijk te verkrijgen waren was paars. Tyriaans paars werd gewonnen uit het slijm van een zeeslak. Deze kleur was extra duur omdat het paars nog intenser werd door de weersinvloeden. De Griekse historicus Theopompus zei ooit hierover: “Paars voor kleurstoffen haalt zijn gewicht in zilver.” Mineralen waren om een andere reden duur. Ze waren relatief eenvoudig te verkrijgen uit de aarde, maar ze moesten vaak grote afstanden afleggen. De enige manier om een diepe rijke blauwe kleur te verkrijgen was door het gebruik van Lapis Luzali, een semiporeus blauw gesteente. Dit gesteente werd gewonnen in Badakhshan, een provincie van Afghanistan en in de regio van Baikalmeer vlak bij Irkoetsk. In het schilderij van Jan van Eyck is te zien dat er redelijk wat blauwe kleuren gebruikt zijn, wat betekend dat de opdrachtgever een vermogend persoon moet zijn. In de meeste klassieke meesterwerken zul je om deze reden ook weinig blauw terugvinden. De verovering van de nieuwe wereld en de ontdekkingsreizen hebben veel nieuwe kleurstoffen geïntroduceerd. Vanaf dit moment zijn juist deze kleurstoffen een statussymbool geworden. Karmijnwordt bijvoorbeeld gemaakt van een parasiet uit Centraal en Zuid Amerika. Het insect wordt gedroogd en fijngemalen tot poeder waarna het een prima kleurstof wordt. Deze primaire kleurstof wordt nog tot op de dag van vandaag gebruikt in de voedingsindustrie of cosmetica. Naast zilver werd karmijn het belangrijkste exportproduct van de Spanjaarden. De rode kleur van het toenmalige Engelse uniform, the English Redcoats, is gekleurd met karmijn. Johannes Vermeer maakte gebruikte karmijn en een gele kleurstof samen met Lapis Luzali om de kosten van blauw te drukken. Gelukkig is het verkrijgen van kleurenverf tegenwoordig een stuk gemakkelijker en zijn alle kleuren over het algemeen even duur. Je kiest een kleur van de kleurwaaier, de code wordt ingevoerd in de computer en de machine weet precies hoeveel en welke kleurstof erbij moet om exact die kleur te krijgen.
35
Colofon Jaargang 15, nummer 2 “Protatype” is het verenigingsblad van Studievereniging der BioMedische Technologie “Protagoras”. Het heeft een oplage van 350 stuks. Redactie Marijke Dermois Daniël Eisink Joep Hermans Ellen Schmitz Khadija Tesaguaguin Willeke Traa Dorien Verschuren Rob Driessen Vormgeving Geert Litjens Hoofdredacteur Marieke van Driel Kaft Marieke van Driel Winnaar puzzels Protatype 1 Geert Claassen Je kan een Prothok- of borrelkaart komen ophalen in het Prothok! Oplossing kruiswoordpuzzel: Je als een vis in het water voelen. Oplossing Rebus: “Madness, I can’t do this by touch!”
36
Inleveradres kopij SvBMT Protagoras TU Eindhoven Gemini-Noord 1.60 (Prothok) Postbus 513 5600 MB Eindhoven Tel: 040-2472758 E-Mail:
[email protected] Internet: www.protagoras.tue.nl Volgende uitgave Februari 2013 Drukkerij Drukkerij van Tuijl Tel: 040-2435705 www.drukkerijvantuijl.nl