Inhoud VOORWOORD ........................................................................................................................................................... 2 VAN ONZE AFDELING................................................................................................................................................. 3 50E FEEST VRIJZINNIGE JEUGD VILVOORDE ............................................................................................................ 3 VERSLAGEN VERMEYLENFONDS ............................................................................................................................. 4 INFO- EN DEBATAVOND OVER EUTHANASIE ............................................................................................................... 4 HET GROTE EURODEBAT ....................................................................................................................................... 4 LIER IN EEN NOTENDOP ......................................................................................................................................... 5 BEZOEK TENTOONSTELLING MICHAËL BORREMANS IN BOZAR ....................................................................................... 7
VERSLAGEN GRIJZE GEUZEN .................................................................................................................................. 8 FEESTZITTING: 20 JAAR GRIJZE GEUZEN VILVOORDE................................................................................................... 8 BEZOEK AAN ‘BINNENSKAMERS’ IN HET KONINKLIJK CONSERVATORIUM BRUSSEL ............................................................. 9 KÄTHE KOLLWITZ............................................................................................................................................... 10 DE VROUWEN IN HET LEVEN VAN PETER TSJAIKOVSKI: IN LIEFDE MISLEID....................................................................... 12 PARIS, JE T’AIME ............................................................................................................................................... 14
GEEFPLEIN EN GEEFFEEST MET DE LEERLINGEN VAN HET 6E JAAR (ATHENEUM VILVOORDE) .................................... 15 UIT DE OUDE DOOS VAN HET FEEST VRIJZINNIGE JEUGD ....................................................................................... 17 ACTIVITEITEN EN MEDEDELINGEN VAN HIER EN ELDERS ............................................................................................ 18 ACTIVITEITENKALENDER ...................................................................................................................................... 18 AANKONDIGINGEN GRIJZE GEUZEN ..................................................................................................................... 19 CONGRES FEDERATIE VRIJZINNIGE CENTRA .......................................................................................................... 20 FAKKELDAG AAN ZEE .......................................................................................................................................... 21 BEZOEK TENTOONSTELLING ‘BRUSSEL TIKT DUITS’ ................................................................................................ 22 NOVEMBERLEZINGEN OVER ‘SECULARITEIT EN ATHEÏSME’ .................................................................................... 23 TALKING WALLS – ALS DE MUREN PRATEN ........................................................................................................... 24 IN MEMORIAM ROGER HAZAER ........................................................................................................................... 25 ARTIKELS EN OPINIES .............................................................................................................................................. 26 SPROKKELS ......................................................................................................................................................... 26 BEDENKINGEN .................................................................................................................................................... 28 LECTUUR ............................................................................................................................................................ 29 OVER OIKOFOBIE ................................................................................................................................................ 30 RUBRIEK VAN HET HUISVANDEMENS .................................................................................................................. 43 COLOFON........................................................................................................................................................... 47
1
Voorwoord Beste lezer,
Waar denk je op dit moment het meest aan? Aan je vakantie, al dan niet buitenlands of exotisch, of aan de politieke situatie? Misschien combineer je de twee en hoop je dat er tegen dat je terugkomt, weer de nodige regeringen in dit land zullen zijn. Afwachten maar. Ondertussen vind je in dit nummer nogal wat leesvoer voor de komende tijd, met naast de vaste rubrieken, o.a. een grondige bespreking van het laatste boek van Alain Finkielkraut, een schrijver die niet bang is om heilige huisjes overhoop te halen. Als slot van dit lenteseizoen hebben we het traditionele, maar daarom niet minder belangrijke én weer zeer geslaagde Feest van de Vrijzinnige Jeugd gehad. En daarnaast en hopelijk het begin van een traditie, in het VOC, een afstudeerplechtigheid voor de laatstejaarsstudenten van de humaniora. Ik wil nu al reclame maken voor een lezingencyclus, in november in het VOC, onder de noemer ‘Seculariteit en atheïsme’, i.s.m. Atheïsme Vlaanderen (HVV). Het gaat om drie lezingen door vooraanstaande denkers, met name Johan Braeckman, Dirk Verhofstadt en Machteld Zee. Verder in dit blad staat nog een aankondiging. Noteer alvast de data. Er rest me alleen nog je een uitstekende, rustgevende vakantie toe te wensen.
Tony Scott
2
Van onze afdeling 50e Feest Vrijzinnige Jeugd Vilvoorde Onze grootste jaarlijkse activiteit, het Feest Vrijzinnige Jeugd dat dit jaar haar 50 e verjaardag vierde, is reeds geruime tijd achter de rug. Een halve eeuw feesten voor onze vrijzinnige twaalfjarigen. Mooi is dat, gezien er toch altijd een legertje vrijwilligers aan te pas komen. Je moet toch altijd maar, elk jaar opnieuw, het hele weekend op zijn poten zetten en zien dat alles als een goed geoliede machine draait! Het weekend verliep zeer vlot, zonder noemenswaardige incidenten. Iedereen keek met een voldane blik terug. De feestelingen, de animatieploeg evenals de keukenploeg waren tevreden. Iedereen deed weer eens zijn best. Bedankt allemaal! In Vilvoorde echter blijven we kampen met een gebrek aan vrijwilligers, jonger dan 60! François komt nog helpen beloofde hij, maar zal niet meer de leiding nemen, wat begrijpelijk is na 30 jaar inzet. Hij wil ook eens van op de eerste rij de evocatie volgen! Dank U voor de jarenlange medewerking. Ons thema ‘Het is feest’ bleek aanvankelijk gemakkelijk, maar was het voor de uitwerking en de evocatie zeker niet. We konden op een studiedag rekenen om het weekend en het thema uit te werken. Dit was zonder enige twijfel nodig, met dank hiervoor aan de inspecteur Martine Konings. De workshops waren voor de kinderen goed, maar kwamen niet echt over tijdens de evocatie bij het publiek. Ouders zijn echter steeds blij en vergevingsgezind als hun lieveling op de scene staat te schitteren in de spotlights. Wat mij is opgevallen tijdens de voorbereidingen, door de afwezigheid van Griet, was de ongelooflijke inzet van iedereen om er
3
toch het beste van te maken. Sommigen hebben zich de naad uit hun jas gewerkt, zoals Hervé nogal eens zegt, om alles tot in de perfectie klaar te stomen. De groepssfeer en communicatie, het overleg met elkaar was al geruime tijd niet meer zo intens. Dit was voor mij een ware opsteker en gaf ons de kracht, mij zeker, om er nog eens een jaartje, met dezelfde formule, mee door te gaan. De evaluatievergadering was kritisch maar vooral objectief en opbouwend naar volgend jaar toe. Niemand sprak nog over een ingekort weekend! We sloten dit hele evenement af met een welverdiend gezellig etentje in de Caramba waar een geweldige stemming heerste, nietwaar François en Jeanne? Daar doen we het voor hé!
Eric Jacobs Voorzitter HVV Vilvoorde
Verslagen Vermeylenfonds Info- en debatavond over euthanasie Op 14 mei organiseerde het AVFV, samen met HVV en het HuisvandeMens, een avond rond euthanasie in het CC Bolwerk in Vilvoorde. Jacinta De Roeck bracht er een algemene uiteenzetting. Gerlant van Berlaer ging dieper in op de recente aanpassingen van de wetgeving. Beiden waren het er over eens dat er nog ruimte is voor verbetering van de wetgeving. Tot slot kregen de talrijke aanwezigen de kans vragen te stellen aan de sprekers.
Het Grote Eurodebat AVF Vilvoorde slaagde er samen met het Masereelfonds in enkele prominente europarlementsleden naar het CC Bolwerk in Vilvoorde te krijgen. Debatanten van dienst waren Saïd El Khadraoui (sp.a), Mark Demesmaeker (NV-A), Philippe De Backer (Open VLD), Tom Vandenkendelaere (CD&V), Tim Joye (PVDA+) en Hugo Van Dienderen (Groen). De belangstelling voor het debat was dan ook navenant. Voor een volle zaal konden de politici hun visie voer Europa uit de doeken doen.
4
Lier in een notendop Op 17 mei ging het August Vermeylenfonds Vilvoorde op daguitstap in Lier. We zetten enkele bezienswaardigheden op een rij. Zimmertoren
Begijnhof
In de Zimmertoren en het Zimmerpaviljoen ontdek je het levenswerk van Louis Zimmer: de Jubelklok, de Astronomische Studio en de Wonderklok. De vroegere Corneliustoren uit de 14de eeuw, deel van de toenmalige stadsomwalling, werd in 1930 omgebouwd tot Zimmertoren. In 1960 werd het Zimmerpaviljoen gebouwd, waar je ook Zimmers atelier kan bekijken. Klokslag 12 uur verschijnen de jaartallen 1830-1930 (jubelklok), het Belgisch wapenschild, de drie eerste koningen, het Lierse wapenschild en de zes burgemeesters die Lier bestuurden sinds de onafhankelijkheid van België. Buiten aan de rechterzijde van de toren staan vier automaten, die de vier levensfasen voorstellen (zie foto):
5
het kind Bertha, uit de roman ‘Ernest Staes’ van Anton Bergmann de jongeling Anton Bergmann de volwassen kunstsmid Louis Van Boeckel de oude man Mijnheer Pirroen, figuur uit ‘Anna-Marie’ van Felix Timmermans
UNESCO Werelderfgoed – 13de-eeuws stratenbegijnhof – Het begijnhof in Lier ontstaat in 1258. Begijnhoven waren besloten hoven waar weduwen en ongehuwde vrouwen een religieus geïnspireerd, maar zelfstandig leven leidden. Er was zelfbestuur onder leiding van een grootjufrouw. De begijntjes voorzagen in hun levensonderhoud door te weven, kant te maken of te borduren. Ze legden de gelofte van zuiverheid en gehoorzaamheid af, maar niet van armoede. Er was een grote harmonie tussen het spirituele en materiële leven. Op elk moment konden ze het begijnhof verlaten. In 1994 stierf zuster Agnes, het laatste Lierse begijntje. In dit stratenbegijnhof zijn 162 huisjes verspreid over elf smalle straatjes en centraal gelegen is de Sint-Margaritakerk.
Een Kalvarieberg en een tuintje met poort bevinden zich op de plaats van de vroegere boomgaard. Verder is er een convent en een infirmerie, die later meisjesweeshuis werd. De ingang in de Begijnhofstraat wordt geaccentueerd door een monumentale arduinen poort (1690). Verschillende plaatsen in het begijnhof herinneren ons aan auteur en schilder Felix Timmermans, die hier veel inspiratie vond. Hij gaf het ook de bijnaam ‘d'amandelboon van Lier’. Zijn novelle ‘De zeer schoone uren van Juffrouw Symforosa begijntjen’ (1918) speelt zich grotendeels hier af. In 1998 werd het Liers begijnhof, samen met 12 andere begijn-
hoven in België, als UNESCO Werelderfgoed erkend. Boottocht op de Binnennete Toeristische rondvaart in oude palingschuiten met historische uitleg en anekdotes door de Koninklijke Moedige Bootvissers. Je ontdekt er verborgen hoekjes, pittoreske plekjes, verrassende stadsgezichten vanuit een andere invalshoek.
Daniela Martin Foto’s: Frans Ramael
6
Bezoek tentoonstelling Michaël Borremans in Bozar Op zaterdag 31 mei ging het Vermeylenfonds naar de spraakmakende tentoonstelling van Michaël Borremans in de Bozar, om zelf eens te kijken waarom deze kunstenaar zo veel furore maakt in binnen- en buitenland. In de hal van de Bozar kregen de leden eerst een inleiding op het werk, waarna ze met de juist opgedane kennis zelf het werk konden aanschouwen. Het moet gezegd, de getalenteerde Borremans is een allemansvriend. De bezoekers die de kunst na het impressionisme niet kunnen smaken omdat schoonheid vanaf het expressionisme niet langer een vereiste is, kunnen hier hun hart ophalen. Het figuratieve werk van Borremans is immers ouderwets mooi. Niet geheel verwonderlijk als je kijkt naar zijn inspiratiebronnen. Velasquez, Courbet, Manet, Degas, en van de hedendaagse kunstenaars, collega’s-mooischilders Gerhard Richter en John Currin. Niet alleen recycleert hij de oude academische schildertechnieken, de van opleiding fotograaf zijnde kunstenaar maakt ook gebruik van fotografische composities, met een statische positionering van zijn figuren. De technische beheersing en oog voor compositie, gecombineerd met een zorgvuldig uitgekozen kleurenpalet, waarin aardse, donkere, natuurlijke kleuren – bruin, oker, gedempt – zorgen voor een mysterieuze sfeerschepping, maken zijn werken tot een streling voor het oog. Maar er valt meer te rapen dan louter schoonheid. Waarin Borremans zich onderscheidt van de oude meesters is in de schier oneindig meerlagige interpretatiemogelijkheden van zijn werk. Anders dan bij de 19de eeuwse symbolisten bijvoorbeeld, waar de zintuiglijk waarneembaar tekens verwijzen naar een poort naar de niet-zintuiglijke wereld, heeft dat wat Borremans uitbeeldt – een man houdt zijn neus vast, of kijkt naar handen, een vrouw kijkt naar een replica van zichzelf – geen éénduidige betekenis. Borremans wilt geen grote waarheden verkondigen. Eerder wilt hij de toeschouwers onderdompelen in zijn enigmatisch universum. Het gebruik van
7
reeksen, waarin het ene werk refereert aan het andere, versterkt alleen maar dit mysterie. Elke interpretatie van de kijker maakt zijn werk daarom alleen maar rijker. Een bezoek aan deze tentoonstelling voelt nog het meest aan als een visueel equivalent van de ervaring die we als kind hadden bij cadeautjestijd. Niet wat in de pakjes zat, was van belang. Het was eerder het toeleven naar de verrassing, het betasten van de feestelijke verpakking en het inschatten van de inhoud, dat ons vreugde bezorgde. Het moment van ontluistering bij het aanschouwen van de inhoud was er vaak te veel aan. Sympathiek van de kunstenaar dus, om juist die fase voor de toeschouwer achterwege te laten. Wellicht bestaat de sint dan toch echt, en luistert hij naar de naam Michaël Borremans.
Tom Cools
Verslagen Grijze Geuzen Feestzitting: 20 jaar Grijze Geuzen Vilvoorde De laatste bijeenkomst vòòr de zomer kreeg een wel erg feestelijk tintje, want de afdeling van de Grijze Geuzen bestaat te Vilvoorde al 20 jaar. Deze keer dus geen boeiend reisverslag, interessante biografie of leerrijke ontdekkingstocht gebracht door een gastspreker, maar wel een gezellig samenzijn om dit jubileum te vieren. een rechtvaardige en solidaire maatschappij. Hierna gaf zij het woord aan Mario Van Essche, de voorzitter van HVV-Vlaanderen. Simone Baudon schetste ten slotte een stukje Grijze Geuzen geschiedenis. 10 keer per jaar is er een voordracht, dikwijls in samenwerking met HVV en Uitstraling Permanente Vorming (UPV) van de VUB of met steun van de Instelling Morele Dienstverlening (IMD) Vlaams-Brabant.
Linda Vanbinst, voorzitster Grijze Geuzen Vilvoorde
Bij een glaasje werd er eerst wat bijgepraat, nadien ging iedereen aan tafel. Alvorens aan het lekker kaas- en charcuteriebuffet te beginnen nam de voorzitster, Linda Vanbinst, het woord. 20 jaar geleden was ze nog te jong om zich op donderdagnamiddag vrij te maken maar daar is sinds 2010 verandering in gekomen en sinds het najaar 2011 maakt ze deel uit van het bestuur. Nadat Joseph Haesaerts aangaf liever een stap terug te zetten als voorzitter, heeft zij deze functie sinds januari 2013 vol overgave ter harte genomen. Joseph werd ondervoorzitter en bleef actief in het bestuur. Linda herhaalde haar engagement om samen met de Grijze Geuzen ook de komende twintig jaar te ijveren voor een vrijzinnige, humanistische invulling van het leven, binnen
Diverse bestuursleden zijn er van bij het begin bij. Als zestigers startten zij de afdeling Vilvoorde op. Twee stichters, Willy Fevry en Roger Hazaer, zijn jammer genoeg overleden. De anderen zijn nog steeds actief in het bestuur. Zelf is Simone penningmeester en zoekt zij actief naar boeiende gastsprekers. Juliette Verhulst is secretaresse, zorgt voor de uitnodigingen en de verslagen in De Toorts. De overige stichters Paule Peeters, Paul Jacobs en Felix Libeer geven niet alleen goede raad en steun, maar verzekeren ook afvaardigingen naar andere GG-afdelingen en het GG-platform. Verder zetelen Paul en Joseph in de stedelijke seniorenraad en zijn Joseph en Simone als waarnemers aanwezig op de cultuurraad. Zij werden met een mooie orchidee of lekkere fles wijn bedankt voor hun jarenlange inzet. Na twintig jaar is er echter ook gezocht naar jonger bloed. Naast Linda als voorzitster, is Guido Prieus tot het bestuur toegetreden als webmaster. Hij zorgt voor de aankondigingen in de media, hij is lid van HVV-Vlaams-Brabant en afgevaardigde in het landelijk HVV-bestuur. Denis Dierickx en Chris Roekens zijn trouwe helpers en Michèle Libeer is verantwoordelijke van de UPV-kern Vilvoorde. Nadat de laatste gaatjes gevuld werden met een stukje taart en koffie, werd de
8
namiddag afgesloten door een optreden van Linda & Gilbert, die alle aanwezigen meenamen op een muzikale wereldreis, van Las Vegas en het Wilde Westen naar Latijns Amerika en over China naar onze contreien. Met een aantal meezingers en het nodige handgeklap werd de viering op passende wijze afgesloten. Iedereen kreeg ook nog een feestbrochure mee naar huis.
Juliette Verhulst
Mario Van Essche, voorzitter HVV
Bezoek aan ‘Binnenskamers’ in het Koninklijk Conservatorium Brussel Op donderdag, 3 april 2014 hadden 28 Grijze Geuzen afgesproken in het Brussels Muziekconservatorium voor een programma ‘Binnenskamers’. Drie studenten vergastten ons op een prachtig concert. Katherine Sebring, piano, en Vicente Marín Díez, cello, brachten de sonate voor cello en piano, Opus 36 van Edvard Grieg. Nadien voegde Evelien Schelkens, viool, zich bij hen en samen brachten ze het trio Opus 67 van Dmitri Sjostakovitsj. Onze Geuzen waren werkelijk onder de indruk van de muziek en tijdens de receptie (taart en koffie of wijn) werd er druk over nagekaart. Het besluit: volgend jaar komen we terug !
9
Käthe Kollwitz Het leed dat WO I veroorzaakte wordt treffend weergegeven door de Duitse grafisch kunstenares en beeldhouwster Käthe Kollwitz. Wie deze sterke creatieve vrouw was en hoe zij met haar werk uitdrukking wist te geven aan haar verdriet, vertelde mevrouw A.-M. Vriends ons, aan de hand van talrijke dia’s, op 20 maart.
Käthe Kollwitz wist met haar Piëta die staat opgesteld in de Neue Wache aan de Unter den Linden Boulevard in Berlijn treffend het leed te vatten dat oorlog en tirannie veroorzaken. Er zijn in Berlijn en Keulen ook musea aan haar werk gewijd. Centraal staan arme, onderdrukte mensen, zieken en doden. Het mededogen met de lijdende mens en het protest tegen sociaal onrecht zijn alomtegenwoordig. Haar immens verdriet om de dood van haar zoon komt tot uitdrukking op het Duitse soldatenkerkhof in Vladslo bij Diksmuide waar hij begraven ligt.
Haar dagboek vertelt meer over wie ze was. Zij werd in 1867 geboren in de industriestad Königsberg in het toenmalige Pruisen, nu Kaliningrad in Rusland. Ze kwam uit de middenklasse, haar familie had een grote invloed op haar. Haar grootvader was predikant. Ze bewonderde vooral zijn mooie handen, die vaak in haar later werk terugkwamen. Haar moeder was eerder afstandelijk, belezen en had sympathie voor het socialistisch gedachtegoed. Ze stimuleerde het artistieke talent van haar kinderen. Haar vader studeerde rechten en was gewonnen voor de ideeën van Karl Marx. Hij was een idealist, die zijn kinderen naar privéscholen stuurde en zelf onderwees. Hij trachtte hun talenten volledig te ontplooien en bood Käthe de kans een professionele kunstopleiding te volgen, ongezien voor die tijd. Aangezien zij als vrouw niet werd toegelaten tot de Academie, betaalde hij privélessen. Zij bracht het sociaal engagement van haar ouders en waar ze zelf ook voluit in geloofde, tot uitdrukking in haar tekeningen en beeldhouwwerken. Ze raakte gefascineerd door het werk van August Bebel, medestichter van de Sozialdemokratische Partei Deutschlands, die gelijkheid tussen mannen en vrouwen verdedigde. Via haar broer leerde ze Karl Kollwitz, een student geneeskunde, kennen. Ze ver-
10
loofden zich, hoewel dit door velen, waaronder haar vader, werd gezien als verraad aan haar artistieke ambities. Niettemin zette ze haar studies verder. In 1885 ging zij naar de Berlijnse Kunstacademie die een afdeling voor vrouwen had geopend. Later ging ze naar de Kunstacademie van München, progressief en met hoge esthetische waarden. Hier leerde ze het werk van Emile Zola kennen. Ze ontdekte dat haar kleurgevoel onvoldoende was ontwikkeld om succesvol te schilderen, maar dat ze wel talent had voor het maken van etsen. Haar echtgenoot Karl Kollwitz steunde haar in haar ambities. Hij richtte een atelier in en zij namen een inwonende huishoudster in dienst zodat ze ook na de geboorte van hun zoontje Hans kon blijven creëren. Zij was stichtend lid van Die Sezession, een beweging die afstand nam van de conservatieve Berlijnse Academie. Zij bleef steeds sociaal geëngageerde werken maken en verbeeldde het armoedige leven en de strijd van de arbeiders, ook na de geboorte van hun tweede zoontje Peter. Zij zocht de schoonheid in het simplistische leven van de arbeiders en toonde sympathie voor de arbeidersvrouwen. Net als zij vond zij eerlijkheid en oprechtheid belangrijke waarden. Zij was overtuigd socialist. Käthe maakte naam en kreeg veel opdrachten. Toen WOI losbarstte, verzette zij zich tegen de positieve oorlogsretoriek. Toen haar jongste zoon op zijn 18de dienst wilde nemen, verzetten zijn ouders zich hier aanvankelijk tegen, maar stemden uiteindelijk toe. Drie maanden later zou hij sneuvelen. Hoewel zij ondraaglijk leed, besliste ze toch haar artistiek werk verder te zetten, mede om op die manier de ambities van Peter op dat vlak waar te maken. Zij maakte het beeldhouwwerk ‘Treurend ouderpaar’, voor Peter en alle andere gesneuvelden. Zij bleef doorheen heel haar carrière opkomen voor de arbeiders, door haar
11
politiek engagement en door haar kunstwerken. Na de opkomst van Hitler in 1933 werden haar man en zij door de nazi's verketterd, zijn praktijk werd gesloten en haar werk werd als ‘Entartete Künst’ gecensureerd. Haar bronzen beelden werden door de Nazi’s omgesmolten tot wapens. Gelukkig bleven de mallen gespaard, zodat de beelden na de oorlog opnieuw werden gemaakt. In 1943 maakte Käthe het laatste van haar 84 zelfportretten, een houtskooltekening. Twee jaar later, op 22 april 1945, overleed de 77-jarige in Dresden.
Juliette Verhulst
De vrouwen in het leven van Peter Tsjaikovski: in liefde misleid De Heer Jos Meersmans wist ons reeds te boeien met het leven van Alma Mahler. We waren dan ook verheugd toen hij bereid was een nieuwe lezing te geven, ditmaal over het leven en de muziek van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski. Hij was onze gast op 24 april. Tsjaikovski wordt in 1840 in Votkinsk geboren als zoon van een ambtenaar. Vanaf zijn vierde krijgt hij les van een jonge gouvernante uit Frankrijk. Hij is een snelle leerling met een rijke fantasie. Hij komt in contact met de gezongen en gedanste folklore die een eeuwenoude traditie kende en die later terug te vinden is in zijn 1ste symfonie.
verliefd wordt. Maar zij trouwt met een Spaanse bariton.
Hij leert ook Italiaanse operadeuntjes en de muziek van Mozart kennen dankzij het automatisch orgel. Vanaf zijn vijfde krijgt hij pianolessen en al snel kan hij de melodieën feilloos naspelen. Op zijn 10de wordt hij in Sint-Petersburg op school geplaatst. Hij studeert er aan de Academie voor Rechtswetenschappen. Hij volgt zang- en pianolessen, maar wordt als hij afstudeert een lagere ambtenaar op het Ministerie van Justitie. Hij gaat wel vaak naar de opera en zijn pianospel wordt gewaardeerd. Gestimuleerd door zijn vader begint hij alsnog aan een muzikale carrière. Hij studeert bij het Russisch Muziekgenootschap. Hij geeft zijn job op maar de armoede schijnt hem niet te deren. Zijn aangeboren talent voor orkestratie komt tot ontwikkeling en nog terwijl hij aan het Conservatorium studeert wordt één van zijn werken door de wereldberoemde Johann Strauss Junior uitgevoerd. Na zijn studies wordt hij aangesteld als leraar akkoordenleer aan het Conservatorium van Moskou. Hij componeert er zijn 1ste Symfonie ‘Winterdromen’. In 1868 volgt ‘Romance in f klein op. 5’, voor Désirée Artôt, een zangeres waarop hij
Peter Tsjaikovski
In die periode begint hij op aanraden van Mili Balakirev aan een ouverture voor Romeo en Julia van Shakespeare. Balakirev vormt samen met César Cui, Alexander Borodin, Nikolaï Rimsky-Korsakov en Modest Moussorgski ‘Het Machtige Hoopje’, een groep die authentieke Russische muziek wil maken, geïnspireerd door het klankidioom en de liederen van het volk. Romeo en Julia wordt slecht ontvangen en Tsjaikovski voelt zich steeds slechter in Moskou. Hij vindt er niet de nodige rust om te componeren en de melancholie maakt zich van hem meester. Hij heeft heimwee naar zijn familie. In december 1871 vlucht hij naar Zuid-Frankrijk, samen met zijn vriend Zjilovski, een reis die geheim moet blijven.
12
Zijn tweede symfonie wordt intussen een groot succes en hij krijgt opdrachten, maar zijn onrust drijft hem steeds weer op reis. Hij componeert het nu beroemde ‘Pianoconcerto nr. 1 in Bes groot op. 23’, dat echter aanvankelijk op weerstand stuit, kenmerkend voor het scheppend werk van componisten die hun tijd vooruit zijn. Het wordt echter door de Duitse dirigent en pianist Hans Von Bülow uitgevoerd in Boston, VS, waar het een succes kent, zodat Tsjaikovski er weldra beroemder is dan in eigen land.
Omdat roddels over zijn homoseksuele geaardheid een negatief effect hebben voor zijn omgeving, huwt hij met Antonina Ivanovna Miljoekova. Het wordt een ware ramp. Hij vlucht naar Petersburg, naar zijn broer Anatoli. Hij schrijft de opera ‘Jevgeni Onegin’, die eindigt met de woorden ‘Smaad! Smart! O ellendig noodlot!’, zeker van toepassing op de situatie van Tsjaikovski. Hij reist zeer veel, maar blijft patriot en reageert geschokt op de dodelijke aanslag op Tsaar Alexander II. Zijn vaderlandslievende gevoelens geeft hij weer in de Ouverture 1812 die de overwinning op Napoleon herdenkt. Op het einde van zijn leven keert hij terug naar Rusland, waar hij eindelijk wat rust vindt. Hij gaat ook nog op tournee in Amerika, waar hij aangenaam verrast ontdekt dat vele van zijn werken, die nooit worden opgevoerd in zijn thuisland, hier zeer gewaardeerd worden. Hij krijgt ook een eredoctoraat in Oxford. In 1893 schrijft Tsjaikovski zijn laatste symfonie ‘De Pathetische’ volgens hemzelf zijn beste werk. Datzelfde jaar sterft hij op 6 november aan cholera.
Nadezjda Von Meck
Dertien jaar lang heeft Tsjaikovski een vreemdsoortige relatie met de schatrijke weduwe Nadezjda Filaretovna van Meck, die hem een mooi jaarsalaris betaalt en hem regelmatig in één van haar woningen laat logeren. Zij schrijft hem 1100 brieven, maar wil hem niet ontmoeten, omdat zijn muziek voor hem spreekt. Voor haar schrijft hij zijn vierde symfonie.
13
De heer Meersmans doorspekt zijn verhaal met talrijke muziekfragmenten die ons bekend in de oren klinken maar die met de extra uitleg nog veel beter tot hun recht komen. Iedereen geniet na met muziek in de oren.
Juliette Verhulst
Paris, je t’aime _ Wie heeft nog niet rondgewandeld op de Champs Elysees of een tochtje gemaakt op de Seine met de bâteau mouche? Mevrouw Chris Spatz heeft op een namiddag (22/5) heel wat weetjes verteld die ons een andere kijk geven op de Lichtstad. Puttend uit haar reisboek ‘100 X Parijs’, uitgegeven bij Lannoo, neemt ze ons mee langs gekende en minder gekende monumenten en plaatsen en wijst ons op de extra's die je daar kan bewonderen. De tien toppers voor beginners worden eerst belicht. Bij de Arc de Triomphe komt het dagelijks eerbetoon aan de onbekende soldaat aan bod, bij La Défense is de toekomst belangrijk. Voor de Eiffeltoren heb je het mooiste uitzicht vanaf Trocadéro. Hôtel des Invalides herbergt het graf van Napoleon, er werd niet minder dan twaalf kilogram bladgoud gebruikt voor de koepel. De verschillende musea hebben allemaal de oorlog als onderwerp. De kunstwerken die in het Musée du Louvre tentoongesteld worden vertellen onze beschaving. La Joconde lijkt alle drukte niet te deren. Op Montmartre volgen we de kunstenaars langs de Place du Tertre en gaan we op zoek naar wat er overblijft van de wijngaarden, molens en huizen waar beroemde kunstenaars hebben gewoond en gewerkt. Een wandeling door de buurt blijkt een ware ontdekkingstocht. De Basiliek van de Sacré-Coeur geniet van elke regenbui, want dan poetst de witte gevelsteen zichzelf op. Sinds 1 augustus 1885 bidden mannen en vrouwen er dag en nacht als boete voor de zonden der mensheid. De voorgevel van de kathedraal van Notre-Dame leest als een Bijbels stripverhaal, op de parvis of kerkplein vind je Point Zéro. Vanaf dit nulpunt worden de afstanden tot andere Franse steden en hoofdsteden berekend. Een bezoek aan Musée d'Orsay is eveneens een must. Dit paleis dat later een treinstation wordt en tenslotte een prachtig museum, toont kunst van 1848 tot 1914 en vormt de schakel tussen het
Louvre met oude kunst en Centre Pompidou met moderne kunst. En vergeet de Sainte Chapelle niet. Naast deze 10 plekken waar je niet omheen kunt, maakt ze ook nog een eigen top 10. Musée de la Vie Romantique is een huis waar kunstenaars als Liszt en Chopin kwamen, rue Mouffetard moet je op zondag bezoeken, Maison Victor Hugo biedt een blik op zijn leven, Middeleeuwse kunst vind je in de Thermes et Hôtel de Cluny, in de Passages kan je gezellig winkelen en flaneren. In Musée Nissim de Camondo zie je hoe de familie leefde. Als je Ile Saint-Louis bezoekt met je absoluut het lekkerste ijs van Parijs proeven bij Berthillon. Het Musée Bourdelle herbergt het monumentale beeldhouwwerk van deze leerling en vriend van Rodin. De serres van Jardin des Plantes zijn absoluut een bezoek waard, evenals het negentiende-eeuwse park Monceau. Ze neemt ons mee dwars doorheen Parijs, langs monumenten, straten, markten en pleinen en laat ons flaneren in het groen en langs het water. Je kan er een Artnouveau wandeling maken, maar ook de Chinese wijk bezoeken. Le Marais, SaintGermain-des-Prés en le Quartier Latin zijn dan weer drie beroemde buurten. Het Parijs van mevrouw Spatz is zeker het bezoeken waard.
Juliette Verhulst
14
Geefplein en geeffeest met de leerlingen van het 6e jaar (Atheneum Vilvoorde) Anderhalve maand geleden durfde ik het idee te spuien dat ik reeds een jaar wou uitvoeren aan Stefanie, stafmedewerker jeugd en onderwijs bij het IMD Vlaams-Brabant. Een heus geefplein organiseren in mijn geboortestad Vilvoorde! Ik had de avonturen van Jeroen Olyslaeghers gevolgd in de krant over zijn geefplein in Antwerpen en ik vond het van bij aanvang een schitterend idee. Gewoon weggeven wat je niet meer nodig hebt, nemen wat je kan gebruiken en de minderbedeelden simpelweg van eten en spullen voorzien.
wat uitleg begrepen ze het concept en heel wat mensen namen massa’s spulletjes mee: kledij, speelgoed, kookgerei, een bloempje van het huisvandeMens, gedoneerd voedsel... Ook Hujo stond klaar om met een aantal leerlingen de kinderen te animeren met een knutselatelier en grime. Zij hebben geen moment stilgestaan, de kindjes schoven aan en waren trots op hun zelfgemaakte portefeuilletjes. Stefanie en Eline van Hujo waren meteen enthousiast. We besloten er nadien een feestje voor de 6des aan te hangen in ons vrijzinnig huis ‘Casa Libre’, een soort van feest vrijzinnige jeugd, PART II. Na een intense voorbereidingsperiode met Stefanie, die alles uitwerkte qua praktische beslommeringen en budget, was het op zaterdag 21 juni eindelijk zover. Ons geefplein ging door op Wereldhumanismedag, kon het mooier? De leerlingen van het 6de jaar van mezelf en mijn collega Micheline Van den Brande die hadden aangeboden om te helpen waren op tijd, alle tentjes werden opgezet en de spullen uitgestald. We hadden ook heel wat lekkers voor de mensen in petto en er was een heus optreden van de beginnende band ‘State Of The Art’. Het weer zat mee en de mensen kwamen met mondjesmaat kijken. Ze vonden het raar dat alles gewoon gratis was maar met
15
Om 14u30 kwam de vrachtwagen van de Kringwinkel alle niet meegenomen goederen ophalen en konden we beginnen opruimen. Ondanks dat de opkomst vrij gering was, konden wij, de leerkrachten NCZ, Stefanie, Eline en Brian, toch van een geslaagde actie spreken!
Even later begon het tweede deel van deze bijzondere dag: de plechtigheid en bijhorende
fuif voor onze leerlingen in ‘Casa Libre’. De grote zaal werd opgesmukt, de muziekinstallatie werd geïnstalleerd en de parking werd omgetoverd tot plek voor ons plechtig moment. Zo’n 27 leerlingen NCZ namen deel aan een sfeervol moment, georchestreerd door Karlien van het huisvandeMens. Nadat de leerlingen samen een parcours – een symbolisch tocht door het leven – hadden afgelegd, gingen ze nadenken over wat ze wilden achterlaten van de periode sinds hun 12de. Dit ging dan betekenisvol het vuur in. Nadien mochten ze hun boom tekenen op een grote rol papier met alle dingen die ze wilden meenemen naar een volgende levensfase, één waarin ze meer dan ooit de auteur van hun eigen verhaal zullen zijn. Dit resulteerde in een eigenzinnig bos, vol met dromen en waarden die zij willen nastreven. Hierna begon de receptie en even later konden de zesdejaars niet wachten om aan hun feestje in de grote zaal te beginnen. Ze gingen door met dansen tot iets voor één. Nadien begon de opruim en konden de leerlingen, die nog even wilden doorgaan, hun feest verderzetten in ‘The Mood’. Het was een fijne kennismaking met het nieuwe bestuur dat vol enthousiasme het jeugdhuis weer leven wil inblazen.
Vol trots kan ik zeggen: op naar een volgende editie van het geefplein, eentje dat breder wordt gedragen, met meerdere partners, meer bekendheid en volk !
Wendy Fonteyn leerkracht NCZ, Atheneum Vilvoorde
Moe en voldaan, vragen Stefanie en ik ons af: hoe hebben we dit in zo’n korte tijd klaargespeeld?
16
Uit de oude doos van het Feest Vrijzinnige Jeugd
17
Activiteiten en mededelingen van hier en elders Activiteitenkalender Juli Do 3
14u
Praatcafé
Grijze Geuzen
VOC
Praatcafé
Grijze Geuzen
VOC
Praatcafé Vrijetijdsmarkt ‘in vuur en vlam’ Vilvoordse verenigingenmarkt waaraan alle Vilvoordse vrijzinnig humanistische verenigingen deelnemen Congres Federatie Vrijzinnige Centra over ‘vrijzinnigheid en communicatie in de media’
Grijze Geuzen VOC, Grijze Geuzen, Vermeylenfonds, HVV
VOC Kadeboulevard, Vilvoorde
FVC
‘Wiskunde als kunst’ Lezing door Prof. Peter Raedschelders, i.s.m. UPV Fakkeldag aan Zee
Grijze Geuzen
Vrijzinnig Laïciserend Centrum De Geuzetorre Oostende VOC
Praatcafé Bezoek aan tentoonstelling ‘Brussel tikt Duits’ Debat over ‘vrouwen en vrijzinnigheid’ Over vrouwenrechten en levensbeschouwing met Ann Van Lancker ‘Bijen in het Wild’ Lezing i.s.m. Natuurpunt Feestmaal Cocon
Grijze Geuzen Vermeylenfonds
Augustus Do 7
14u
September Do 4 Za 6
14u 18u
Za 13
10u15
Do 18
14u
Zo 21
8u30
Vrijzinnige Gemeenschap Westhoek Noord
De Witte Burg, Oostduinkerke
Oktober Do 2 Zo 5
14u 10u45
Za 11 Okt of Za 8 Nov
14u
Do 16
14u
Zo 19
Vermeylenfonds, HVV, Grijze Geuzen, huisvandeMens Vilvoorde
VOC Broodhuis, Grote Markt, Brussel VOC
Grijze Geuzen
VOC
Cocon
Horteco, Vilvoorde
18
November Do 6 Do 13
14u 20u
Do 20
20u
Zo 23
11u30
Do 27
20u
N.T.B.
N.T.B.
Praatcafé ‘Waarom zijn mensen religieus?’ Lezing door Prof. Dr. Johan Braeckman ‘Atheïsme als basis voor de moraal’ Lezing door Prof. Dr. Dirk Verhofstadt ‘Talking Walls – Als de muren praten’ Vernissage
Grijze Geuzen HVV, Atheïsme Vlaanderen HVV, Atheïsme Vlaanderen Vermeylenfonds
‘Voorbij het cultuurrelativisme: seculiere alternatieven voor shariaraden?’ Lezing door Mr. Drs. Machteld Zee Bezoek aan het Red Star Line Museum te Antwerpen, i.s.m. zusterafdelingen Vermeylenfonds Antwerpen, Leuven, Mechelen en Wezembeek-Oppem
HVV, Atheïsme Vlaanderen Vermeylenfonds
VOC VOC VOC Stedelijke bibliotheek Vilvoorde VOC
Red Star Line Museum Antwerpen
Aankondigingen Grijze Geuzen Dit jaar gaan de Praatcafé’s verder in juli en augustus! Dus op 3 juli en 7 augustus. Ons voordrachtenseizoen vangt aan op 18 september met ‘Wiskunde als kunst’ door Prof. Peter Raedschelders, i.s.m. UPV. Maar vergeet niet dat ook het Praatcafé op 4 september doorgaat. Op de dag dat 70 jaar geleden Vilvoorde bevrijd werd, zullen alle aanwezigen persoonlijke herinneringen mededelen. Wie doet mee? Indien wij jullie niet op het Feest hebben ontmoet, dan wensen wij jullie in ieder geval een zonnige mooie zomer!
Het Bestuur
19
Congres Federatie Vrijzinnige Centra Op zaterdag 13 september 2014 vindt in het Vrijzinnige Laïciserend Centrum De Geuzetorre in Oostende een congres plaats over ‘Vrijzinnigheid en Communicatie in de Media’. Het congres vangt aan om 10u15 en het centrum is gelegen in de Kazernelaan 1 te Oostende. Het programma ziet er als volgt uit:
Meer informatie over de inschrijvingsprocedure vindt u hier:
20
Fakkeldag Aan Zee
21
Bezoek tentoonstelling ‘Brussel tikt Duits’ Op zondag 5 oktober 2014 brengt het Vermeylenfonds een bezoek aan de tentoonstelling ‘Brussel tikt Duits’. Ter gelegenheid van de herdenking van de honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog organiseert het Museum van de Stad Brussel, het Broodhuis, o.a. een tentoonstelling. Karikatuur: ‘Potverdeck. Wat een warboel met al die uren!’ 1917, zegt een Brusselse: één van de ergernissen die de despoten ons opdrongen was het Duitse uur. We hebben het nooit overgenomen. (…) In Brussel moesten de openbare uurwerken het wel aangeven. Hierop is een deuntje geïnspireerd, met in de tekst de idee dat door een uur vooruit te lopen, de vijand het uur van onze overwinning slechts bespoedigt. Vijftig lange maanden trachten de Brusselaars, hoewel ver van het front, een beklemmende bezetting te overleven. De Duitse uurregeling regeert de tijd, 60 minuten vóór op het ‘Belgische uur’, en de dagen volgen het ritme van de vele bevelen van de bezetter. Door de Britse blokkade komt Duitsland algauw van alles tekort en legt het beslag op een deel van de Belgische bestaansmiddelen als steun aan de Duitse oorlogsinspanningen. Steden in oorlogstijd: hoe zag het dagelijkse leven van de Brusselaars eruit? En hoe ging het er aan toe in de grote Duitse steden? Hoe werd dit conflict, dat een breuk sloeg in de ontwikkeling van de
Europese maatschappij, ervaren door de bevolking aan beide zijden? 10u45: Verzamelen aan de ingang van Het Broodhuis, Grote Markt, Brussel 11u: Aanvang bezoek tentoonstelling 13u: Typisch Brusselse kost (voor de liefhebbers) Na het middagmaal en bij droog weer bezoeken we nog enkele interessante plekjes.
22
Novemberlezingen over ‘Seculariteit en Atheïsme’ HVV en Atheïsme Vlaanderen organiseren in november drie lezingen over ‘Seculariteit en Atheïsme’, telkens op donderdagavond om 20u in het VOC. Het belooft een interessante reeks te worden! Donderdag 13 november: ‘Waarom zijn mensen religieus?’, door Prof. Dr. Johan Braeckman Johan Braeckman vindt deze vraag vanuit een zuiver wetenschappelijk standpunt interessant. Geloven mensen vandaag in het ‘bovennatuurlijke’ om de realiteit te ontvluchten of net omdat het sinds oudsher evolutionair heeft gediend om de realiteit net aan te kunnen als ‘soort’, de mens? Evolutionaire reflexen die zich nog steeds manifesteren omdat de mens quasi niet is gewijzigd de laatste 10.000 jaren, geborgenheid en erbij horen, rationaliteit en irrationaliteit etc. Professor Braeckman zal in zijn lezing aan de slag gaan met het complexe gegeven ‘mens en (bij)geloof’ om een en ander te duiden. Een verhelderende kijk op ‘het geloven’ en ‘religieus zijn’ door de bril van Darwin. Donderdag 20 november: ‘Atheïsme als basis voor de moraal’, door Prof. Dr. Dirk Verhofstadt In de loop van de geschiedenis is de mens erin geslaagd om de aardrijkskunde, de geneeskunde, de wiskunde, de scheikunde, de natuurkunde en de astronomie te ontdoen van religieuze dogma’s. Dat gebeurde nadien ook met het recht en de biologie. Het wordt hoog tijd om nu de
23
ethiek los te koppelen van religieuze ballast. Vandaar dit pleidooi voor atheïsme als basis voor de moraal. Dat betekent niet dat mensen ongelovig moeten worden. Elke mens gelooft wat hij wil, maar niemand mag zijn of haar geloof opdringen aan een ander. Donderdag 27 november: ‘Voorbij het cultuurrelativisme: seculiere alternatieven voor shariaraden?’ door Mr. Drs. Machteld Zee Wat voor zaken worden er eigenlijk behandeld door een Shariaraad? En hoe dient de staat om te gaan met religieuze rechtspraak? Aan de hand van veldwerk en onderzoek naar Britse Shariaraden wordt uiteengezet waarom er vraag is naar Shariaraden, hoe Islamitische ‘rechters’ te werk gaan, welke nadelen er kleven aan Islamitische ‘rechtbanken’ en welke alternatieven er in het seculiere recht zijn om de rol van religieuze rechtspraak te beperken.
Talking Walls – als de muren praten YCKAZ – digitaal grafisch werk (1949-2009) VIONA WESTRA – gedichten In de Stedelijke bibliotheek Vilvoorde Vernissage: zondag 23 november – 11.30u – met een natje en een droogje – en een korte poëtische voorstelling en rondleiding. Tentoonstelling loopt tot 28/12. Wat bezielde deze man, die na zijn grafische opleiding aan de Sint Lucas Kunsthogeschool in Brussel, als interieurarchitect aan de slag ging, later vorm gaf aan milieuprojecten, zoals de gekende bollenparken voor afvalsortering en zich toen ging verdiepen in het ontwerpen van landschappen en ecologische siertuinen? In alles wat hij opmerkte, zag hij een uitnodiging tot creativiteit. Toen hij in zijn laatste vijf levensjaren erg ziek werd, begon de aanval op de artistieke geheimen die hij in de computer ontdekte. Dankzij allerlei nieuwe tekenprogramma’s kon hij bij wijze van spreken het klavier als penseel en potlood gebruiken. Laag per laag bouwde hij zijn artistiek werk en kon hij in kleuren, vormen en harmonie zijn geheimste dromen en bedenkingen gestalte geven.
Tijdens zijn leven vroeg hij aan zijn maatje Viona Westra om er haar bedenkingen bij te schrijven. Haar interpretatie lag vaak ver weg van de zijne en dankzij nachtenlange taaloefeningen vonden ze elkaar. Dankzij het nodige sarcasme ook, dankzij veel humor en veel liefde en respect. Het resultaat uit zich in muren die beginnen te praten die veel te vertellen hebben. Kunst en taal zijn in een goede bibliotheek nooit ver weg. Met dank aan de bibliotheek en aan het Vermeylenfonds Vilvoorde dat dit project stevig ondersteunt.
Er was geen god die hem kon tegenhouden. Hij zag het geweld en de rust, de erotiek en de berusting, de klauwen van de mens en de hunker van de natuur en daarmee kon hij aan de slag. Het surrealisme zat in zijn hoofd, zoals het ook in de wereld zit. Dat surrealisme tekende ook zijn humanisme, wat leidde tot soms heel bizar werk. Tot pijn en dood zijn lot bepaalden.
24
In memoriam Roger Hazaer Dit is een ingekorte versie van de toespraak van Hervé Depreeuw op de uitvaartplechtigheid van Roger Hazaer. “Roger heeft er voor gekozen om op een liefdevolle, waardige manier het leven af te ronden, zoals hij dit wenste, omringd door zijn echtgenote, zijn kinderen, zijn kleinkinderen, zijn schoonfamilie in zijn huis. Hij werd 76. Het afscheid vond plaats op donderdag 24 april. Zijn ziekte had de overhand gekregen. Buiten zijn echtgenote en uitkijken naar familiebezoeken had hij geen ander levensplezier meer. Roger en Roger alleen is zijn opperste rechter en heeft deze beslissing bewust genomen, na overleg met zijn vrouw en zijn kinderen. Dank aan iedereen die hem heeft bijgestaan, begeleid tot euthanasie. Voila, het woord is er uit. Euthanasie is een daad van liefde, laat ons dat vooral niet vergeten. Zoals we mensen helpen bij het begin van het leven, helpen we ook mensen bij het einde van het leven, dit lijkt mij normaal. Roger werd geboren op 17 augustus 1937 te Watermaal Bosvoorde, waar hij ook opgroeide. Op 10 jarige leeftijd ontdekte hij zijn eerste grote passie: lezen. Hij las veel, en bouwde zo doorheen de jaren een brede kennis op. Hij verlaat de humaniora als elektricien. Tijdens zijn legerdienst heeft hij zich nuttig gemaakt als radartechnicus. Na een korte tijd als trambestuurder te Brussel heeft hij tot aan zijn (brug)pensioen op 55 bij Electrabel gewerkt. Op zijn 25ste verjaardag trouwt hij met Colette. Ze kregen twee dochters en een zoon. In zijn vrije tijd na zijn pensioen was hij bezig met biologische groenten kweken, imkerij, zijn bloementuin, wijn maken, informatica, en vrijwilligerswerk in het vrijzinnig centrum van Vilvoorde en nog veel andere zaken die hij erg graag deed. Zo begon hij aan een ‘tweede loopbaan’. Roger heeft
25
zich bijzonder – en ik benadruk het woord ‘bijzonder’ – nuttig gemaakt voor de vrijzinnige gemeenschap van Vilvoorde. Hij was o.a. voorzitter van de Grijze Geuzen Vilvoorde. Persoonlijk zal ik me Roger herinneren als technicus van het VOC R. Moucheron in de Vlaanderenstraat. Ik was er toen, 10 jaar geleden, coördinator. Iedere dinsdag kwam Roger op het VOC om er te werken, aan elektriciteit, het water, de verlichting, de veiligheid, schilderwerken enz. Het geeft aan hoe veelzijdig hij was. Een man met twee rechterhanden zoals wordt gezegd, een doener. Een leuke anekdote: op een dag vraagt Roger aan de toenmalige arbeider van het VOC om de grote zaal te verven, en groot was onze verbazing dat het werk maar half gedaan was. De arbeider had hoogtevrees en durfde niet op een ladder te staan, wat maakt dat hij alles tot op manshoogte had geschilderd. Roger kon hiervan de humor inzien en werd niet boos, hij werkte gewoon de rest zelf af. Het kenmerkte hem: gewoon doorwerken en oplossingen aanbrengen. Roger was ook de man die de eerste website van het VOC bouwde en er foto's van het Feest Vrijzinnige Jeugd op plaatste, voor die tijd best revolutionair. De site had veel succes. Als familieman had hij niet veel nodig om te genieten van het leven, zijn vrouw, zijn kinderen, zijn kleinkinderen, zijn hobby’s, en zijn thuis.”
Artikels en opinies Sprokkels Waarin we over de grenzen heen gaan kijken, naar wat leeft bij onze humanistische vrienden elders. Euthanasie in Frankrijk Heb je de zaak van Vincent Lambert een beetje gevolgd? Het gaat hier om een Fransman van 37, die na een ongeluk 6 jaar geleden niet meer bij bewustzijn kwam en in een vegetatieve toestand verkeert. Zijn vrouw en artsen hadden de rechtbank gevraagd voedsel en drinken te mogen stopzetten, passieve euthanasie dus, de enig mogelijke vorm in Frankrijk. ’s Mans ouders verzetten zich hiertegen en de zaak gaat tenslotte naar de Conseil d’Etat, die op 24 juni beslist dat stopzetten mag. “Hoewel de ernst van de medische toestand dit nooit kan rechtvaardigen, moet toch rekening gehouden worden met de wilsverklaring van de patiënt” – werkelijk revolutionair, dat laatste. Lambert had immers vroeger herhaaldelijk verklaard nooit kunstmatig in leven te willen worden gehouden. Dat was om 16 uur die dag. De woedende ouders tekenen meteen beroep aan bij het Europees Hof van de Rechten van de Mens, dat prompt reageert (om 22 uur) en vraagt de uitvoering van dat oordeel uit te stellen tot het EHRM zelf tot een vonnis is gekomen. “Nous avons demandé asile” zegt een van de advocaten van de ouders! Dat kan verschillende maanden duren, maanden van lijden voor de man en voor zijn familie. Een echte soap; je zou erom lachen als je er niet moest om huilen. En de verontwaardiging draait op volle toeren bij correct denkend rechts, conservatief ultrarechts. Na de herrie rond het ho-
mohuwelijk nu dit weer. Waar gaat het naar toe met de wereld? De Franse vrijzinnigen lijken hier niet erg mee bezig te zijn Nee, geef mij maar de situatie in België, klaar en duidelijk, met volop wettelijke en ethische waarborgen. En zeker geen misbruik, bij minderjarigen al zeker niet, ondanks de stemmingmakerij hier rond destijds. De AVF debatavond hierover, onlangs, met Jacinta De Roeck en Gerlant Van Berlaer was zeer verhelderend. Maar bij ons zijn nog steeds achterhoedegevechten aan de gang. Een Vlaamse kwaliteitskrant heeft in de laatste weken liefst drie opiniestukken gebracht waarin het zelfbeschikkingsrecht van de mens en de euthanasiewetgeving werd aangepakt. En de sprong naar ‘beschikken over andermans leven’ werd wel eens gemaakt. Gelukkig kwam er een paar keer prompt een wederwoord. Europa De Europese Commissie heeft op 28 mei meegedeeld dat ze geen gevolg zal geven aan het Europese Burgerinitiatief ‘One of us – één van ons’. Het Europees Burgerinitiatief werd ingevoerd in het Verdrag van Lissabon. Het is een petitie die door minstens 1 miljoen mensen uit tenminste 7 EU landen moet worden ondertekend, met de bedoeling de Commissie ertoe aan te
26
zetten een initiatief te nemen op een of ander gebied. In dit geval werd de Commissie gevraagd, de menselijke waardigheid en integriteit ter wille, geen fondsen meer te voorzien voor wetenschappelijk onderzoek met stamcellen van menselijke embryo’s. Bovendien moest de Commissie vermijden dat geld zou gaan, in het kader van de ontwikkelingssamenwerking, naar organisaties die rechtstreeks of onrechtstreeks abortus uitvoeren of aanbevelen, en bvb. advies geven inzake seksuele en reproductieve gezondheid van de moeders. Wat indruist tegen allerlei internationale verbintenissen. Maar ze kregen dus nul op het rekest. In het verleden zijn er in het Europees Parlement ook al zo’n pogingen geweest. Met al die nieuwe rechtse rakkers die er nu zitten zal het er zeker niet gemakkelijker op worden.
Malta Zeg nu nog dat er nooit iets verandert. Malta heeft sinds 15 april een wet op de ‘civil union’, een samenlevingscontract dus, voor mensen van verschillend of hetzelfde geslacht. Er zijn dezelfde rechten aan verbonden als aan het huwelijk, adoptie incluis. Dit werd uitbundig gevierd op dit oerconservatieve eilandje. Bekijk eens de site van de Malta Humanist Association, die pas in 2010 werd opgericht. (http://www.maltahumanist.org) Verenigd Koninkrijk Is dus een christelijk land, althans volgens premier Cameron. Hij heeft dit al herhaaldelijk verklaard. Terwijl meer dan de helft van de bevolking wel ongelovig is en maar een goede 40% zich als christen beschouwt. European Humanist Federation (EHF)
De volledige tekst van de beschikking van de Commissie vind je op: http://ec.europa.eu/transparency/regdoc/r ep/1/2014/NL/1-2014-355-NL-F1-1.Pdf
Als je zelf eens door de sites van de verschillende humanistisch vrijzinnige verenigingen in Europa wil lopen, kijk dan eens naar
World Humanist Congress
http://humanistfederation.eu/membres.php
Het volgende vindt plaats in Oxford van 7 t/m 10 augustus 2014. Programma op: http://whc2014.org.uk/programme
De hele site van EHF is trouwens af en toe een bezoekje waard en nog goed voor je Engels en je Frans. De sites van een aantal verenigingen bestaan alleen in de taal van het land.
Tony Scott
27
Bedenkingen Op 11 mei 2014 vierden Paul en Paule Jacobs-Peeters hun 60-jarig huwelijk (12 april 1954). Dit was de gelegenheid om dit vrijzinnig gezin even in de bloemen te zetten. Vrijzinnig inderdaad. Paul is van 1970 tot 1990 voorzitter geweest van de vilvoordse afdeling van de Oudervereniging voor Moraal (OVM) en heeft zich, in deze functie, niet alleen verdienstelijk gemaakt op plaatselijk maar ook op provinciaal en nationaal vlak. Hierna volgen uittreksels uit de feestrede van Felix Libeer als jarenlange vriend tijdens de viering. In plaats van anekdotisch deze lange huwelijksperiode te ontleden en na te gaan welke rol beiden hebben gespeeld in het familiale gebeuren is het mijns inziens beter enkele bedenkingen te maken aangaande de snelle evolutie, sedert de jaren 1950, van de drie-eenheid: moeder, vader en gezin-familie. Zestig jaar terug draaide het in een uitgesproken rooms-katholieke maatschappij om de Heilige Familie, het beroemdste kerngezin aller tijden: Maria, Jozef en het niet door hem verwekte kind Jezus. Voor buitenkerkelijken, en wij behoorden tot deze gemeenschap, was het niet aanvaarden van dit begrip toen nog een uitzondering. Ondertussen is een grondige evolutie op gang gekomen en is het gezin veelvormiger geworden. Welke vorm en inhoud het gezin ook heeft het blijft de hoeksteen maar zeker niet altijd in die ene vorm. Mensen die zonder familie door het leven willen gaan zijn natuurlijk vrij dat te doen maar zij moeten zich rekenschap geven dat ze op een dag alleen verdriet zullen hebben, alleen in een ziekenhuis of rustoord zullen verblijven en misschien incidentele bezoekjes zullen krijgen van eventuele vrienden met wat bloempjes of snoep. Onze generatie heeft het ineenstorten van het gezag van de kerk meegemaakt en zeker diepgaande wijzigingen vastgesteld op het vlak van huwelijksrelaties, de wetgeving terzake en het samenleven van twee mensen. Centraal daarin is de vaststelling dat de Kerk niet meer de vanzelfsprekende hoeder is van het goede. De aantrekkingskracht van de christelijke huwelijkspolitiek in al haar facetten is grondig gewijzigd. Het credo van de familie als weldadig warm nest met de vader
als hoofd, als pater familias, brokkelt langzaam af om vervangen te worden door andere samenlevingsvormen. De ingrijpende invloed van de digitale revolutie en de onbeperkte mobiliteit liggen mede aan de basis dat de huidige generatie zich moeilijk aanpast aan de verkalkte levenswijze en gezinswaarden en – normen van de oudjes. Meer en meer wordt in het gezin de rechtvaardige verdeling van arbeid, zorg voor de kinderen en het huishouden van toepassing. Want het kind heeft toch ook een vader. Eindelijk krijgt de mannelijkheid een andere inhoud. De weg is nog lang maar er is hoop. Het gezin zal evolueren naar een tweehoofdig gezag, soms meerhoofdig als aan de kinderen een verregaande beslissingsbevoegdheid is toegekend. De pater familias is van zijn sokkel gevallen en is zijn legendarisch gezag kwijt. Deze aanpassing, die wij volop hebben meegemaakt, is er ook gekomen door de vrouwenemancipatie, de feministische opstand. Het is vandaag Moederdag. Eind 19e eeuw werd in de Verenigde Staten de eerste Dag der Moeders georganiseerd. Dit was een strijddag voor meer rechtvaardigheid op alle gebieden en voor de vrede. De organisatoren geloofden dat moederschap een politieke macht was die ten bate van de hele gemeenschap moest worden gemobiliseerd. Moederschap betekende niet dat vrouwen al hun tijd aan hun kinderen moesten geven. Moederdag hoort niet alleen in de winkel of in de keuken maar ook op straat in een gemeenschap verbonden met sociale en politieke idealen. De toespraak wordt afgesloten met een allerlaatste belangrijke bedenking: naast familie-
28
banden zijn vriendschapsbanden enorm belangrijk. Want door de vele jaren heen is een broederlijke vriendschap de basis gebleven van een uitstekende relatie. Want wat moet uiteindelijk de definitie van het begrip ‘vriend’ zijn. A.C. Grayling geeft in zijn vorig jaar verschenen boek ‘Friendship’ een overzicht van de verschillende vormen van vriendschap. Bij ware vrienden moet, volgens Aristoteles, de
vriendschap de vorm aannemen van een huwelijk van twee zielen; de vriend is een andere versie van jezelf. Dat het Christendom het daar moeilijk mee heeft, omdat het boven alles de vriendschap met God verdedigt, heeft ons nooit kunnen bekoren. Als vrij denkenden hebben wij, op alle gebieden, alleen ons geweten als opperste rechter gevolgd. Ook in onze onderlinge vriendschappelijke betrekkingen.
Lectuur
In het kader van de besprekingen aangaande besparingen in de overheidsuitgaven is het misschien interessant even aandacht te hebben voor het boek ‘Le capital au XXIE siècle’ van de Franse econoom Thomas Pi-
29
ketty. Wereldwijd is hij de meest besproken denker in het publieke debat met verhitte discussies over het kapitalisme. De inhoud geeft een overzicht hoe de verdeling van welvaart geëvolueerd is gedurende de afgelopen twee eeuwen. In een recent interview verklaart hij dat in veel landen de kloof tussen een rijke bovenlaag en de rest, zowel wat betreft inkomen als vermogen, toeneemt. Als die trend doorzet komen we uit op het niveau van tijdens de industriële revolutie in de 19e eeuw. Deze groeiende ongelijkheid vraagt een reeks maatregelen om de welvaart beter te verdelen. Geconcentreerde rijkdom en politieke macht die van generatie op generatie wordt doorgegeven botst met het democratisch ideaal van gelijke kansen voor iedereen. De schrijver verklaart verder niet tegen de elite in de maatschappij te zijn maar voorstellen te doen om meer progressief te belasten en topinkomens te beperken teneinde de lagere inkomens te verbeteren. Want ‘wie niets bezit heeft het gevoel buiten de samenleving te staan’. De kritiek op Piketty, vooral in de Verenigde Staten, komt vanuit rechts, links en het centrum. In elk geval heeft zijn analyse, met als hoofdconclusie dat toenemende ongelijkheid inherent is aan kapitalisme, intense debatten tot gevolg van Washington tot Peking, Londen en Berlijn.
Felix Libeer
Over oikofobie "Il faut toujours dire ce que l'on voit. Surtout il faut toujours, ce qui est le plus difficile, voir ce que l'on voit" (Péguy) De Franse filosoof Alain Finkielkraut heeft het bij een deel van de Franse intelligentsia verkorven. Aanleiding hiertoe is zijn recentste boek ‘L’ identité malheureuse’1. Het is een zoektocht geworden naar de oorzaken van het minachten van het eigen verleden, de afbraak van het onderwijs en het opgeven van de eigen identiteit. Zijn boek hakt ongenadig in op het niet van enige arrogantie gespeende mainstream denken van de bobo. Finkielkraut op de beklaagdenbank Alain Finkielkraut, filosoof met Joodse wortels, schuwt de controverse niet en heeft een rake pen. Dit wordt niet steeds gesmaakt. Wacht Alain Finkielkraut, na de publicatie van zijn recente boek ‘L’ identité malheureuse’, hetzelfde lot als bijvoorbeeld de Duitse auteur Thillo Sarrazin? Sarrazin werd na de publicatie in 2010 van zijn bestseller ‘Deutschland schafft sich ab’, waarin hij kritiek uitte op de verwording van de Duitse immigratie- en onderwijspolitiek, genadeloos buiten spel gezet. Als bestuurder bij de Duitse nationale bank en voor de SPD minister van Financiën in de deelstaat Berlijn, wist hij echter zeer goed waarover hij schreef. En dat stoorde. Finkielkraut werd (wellicht door het succes van zijn boek) er in Le Monde van beschuldigd stokebrand te spelen, terwijl hij in Le Nouvel Observateur het genoegen smaken mocht op een Robespierre-waardige manier te worden aangepakt. Het was niet de enige keer dat Finkielkraut moest vaststellen dat net zij, die er over zouden moeten waken dat een Intellectueel correct debat werd gevoerd, met alle mogelijke middelen, dit debat onmogelijk 1
Alain Finkielkraut. L’identité malheureuse. Editions Stock. 2013. Een vertaling van het boek is in voorbereiding.
maakten. Er werden banden met Renaud Camus gezocht en zelfs Pascal Bruckner en Bernard- Henry Levy (deze beide laatsten als bekeerde marxisten) werden erbij gehaald. Finkielkraut stelde «J'ai subi une variante de ce que Léo Strauss appelait, il y a longtemps déjà, la ‘reductio ad hitlerum‘». Het mocht niet volstaan. Alain Finkielkraut werd na een uitzending op donderdag 6 februari 2014 van het programma ‘Des Paroles et des Actes’ (maandelijkse politiek praatprogramma dat sinds 2011 op de publieke zender France 2 loopt), geheel onverwacht beloond met een klacht bij de Franse ‘Conseil supérieur de l'audiovisuel (CSA)’. Twee PS leden, Mehdi Ouraoui (gewezen kabinetsdirecteur van Harlem Désir) en Naïma Charaï, conseillère régionale d'Aquitaine en Voorzitter van ‘l'Agence nationale pour la cohésion sociale et l'égalité des chances’, pikten een uitspraak van Finkielkraut, tijdens een vraaggesprek met Manuel Valls over het thema ‘L'intégration en panne’ niet. Centraal stond de opmerking waarin hij refereerde naar ‘les Français de souche’. Een pandemonium was het resultaat. Inpikkende op een gespreksonderwerp wilde Finkielkraut er aan herinneren dat er ook ‘oude’ Fransen bestaan, d.w.z. ‘anciens’, Fransen die sinds jaar en dag hun wortels in ‘Frankrijk’ hebben. Pikant détail: Alain Finkielkraut is van Poolse origine. Hij werd, net zoals zijn ouders, in 1950 (hij was toen één jaar oud; zijn ouders ontsnapten aan de barbarij) tot Fransman genaturaliseerd: «…ce qui veut dire que je suis aussi Français que le général de Gaulle, mais que je ne suis pas tout à fait Français comme lui.»2
2
In 2010 poneerde Ministre Eric Besson dat « la France n'est ni un peuple, ni une langue, ni un territoire, ni une religion, c'est un conglomérat de peuples qui veulent vivre ensemble. Il n'y a pas de Français de souche, il n'y a qu'une France de métissage ».
30
De aanval op Finkielkraut waarbij hij gewoonweg van racisme wordt beschuldigd komt er niet zomaar en is niet geheel onschuldig. Finkielkraut onderstreepte zijn band met het Franse erfgoed en zijn integratie, maar kwam daarmee op ramkoers met de binnen ‘weldenkende’ middens terzake gevoerde politiek nl. deze waarbij elke verwijzing naar de (Franse) culturele en historische wortels wordt gebannen, meer nog als storend voor de diversiteitscultus wordt ervaren. Terecht stelt Finkielkraut dat de gastvrijheid ook een doorgeven, een schenken, van het waardevolle uit het culturele erfgoed (in de ruimste zin van het begrip) impliceert. Een gastvrijheid die resulteert in het liquideren van het ‘eigene’, is inderdaad merkwaardig te heten.3 Finkielkraut werd ter verantwoording geroepen, doch verdedigde zich met verve. In een repliek benadrukte hij dat «… j'ai dit que face à une ultra droite nationaliste qui voulait réserver la civilisation française aux Français de sang et de vieille souche, la gauche a traditionnellement défendu l'intégration et l'offrande à l'étranger de cette civilisation. La gauche en se détournant de l'intégration abandonne de fait cette offrande. Manuel Valls a expliqué que nous avions tous trois -luimême, David Pujadas et moi - des origines étrangères et que c'était tout à l'honneur de la France. J'ai acquiescé mais j'ai ajouté qu'il «ne fallait pas oublier les Français de souche».
De ondergang van het denken
Begin april van dit jaar werd hij lid van de Académie française. Hij neemt er de plaats in van Félicien Marceau. Zijn verkiezing tot lid lag niet zo voor de hand. Eén stemronde stemronde volstond echter. Het kan dus nog: een zelfstandige, kritische denker, wars van salongevoelens, binnenhalen in de Académie. De poging tot Lepenisering mislukte.
Volgens Finkielkraut diende het gedachtengoed van de Verlichting plaats te ruimen voor de ‘Romantiek’. Oorspronkelijke oorzaak van dit alles de ‘Volksgeist’5, in 1774 door Johann Gottfried von Herder, geïntroduceerd. Cultuur was niet langer synoniem van wetenschap, van een zoektocht naar kennis, van een strijd tegen onwetendheid, het werd de habitat van de unieke ziel en de baarmoeder van unieke
3
4
Het is trouwens ook bij ons opvallend hoe men voorstanders van een geschiedenis zonder verleden kan aantreffen. Tastbare overblijfselen uit het verleden dienen te verdwijnen of worden verbannen naar eerder schaduwrijke oorden. Nieuwerwetse beeldenstormers en censoren bezetten het toneel.
31
Alain Finkielkraut
Wellicht is het meest verspreide werk van Finkielkraut ‘De ondergang van het denken’4. Het is zowat een archeologie van het verdwijnen van het gedachtengoed van de Verlichting en de overwinning van het relativisme en het consumentisme.
A. Finkielkraut. De ondergang van het denken. Contact. 1988. 5 Na de nederlaag in Jena van de Pruisen verschansten de Pruisische intellectuelen zich immers als het ware in de Romantiek, te zien als een beweging tegen de ideeën van de Franse Verlichting.
vooroordelen. De ontworteling, veroorzaak door de universaliteit van het verlichtingsdenken, diende ‘geheeld’ te worden. Sindsdien botsen twee visies met elkaar: deze die vertrekt van de universele, abstracte mens, die, wars van zijn particularismen, zichzelf weet te overstijgen en deze van de ‘Volksgeist-adepten’ die het particularisme voorstaat.6 Net zoals Benda hekelt Finkielkraut de perversiteit in het denken van hen, die onder de mom van ernst en academische geëngageerdheid, niets anders doen dan meedeinen op een mainstreamdenken en niet inzien dat hun politieke passies resulteren in een politieke haat. De affaire Dreyfus was tekenend voor deze verwording. Slechts door de rehabilitatie van Dreyfus wist de Franse Overheid het particularisme (Dreyfus als Jood) te overstijgen en de waarden van de Verlichting hun terechte plaats te geven. Een belangrijke gemiste kans was, aldus Finkielkraut, de ‘Universele verklaring van de Rechten van de Mens’. Terecht werd de suprematie van het Westen in vraag gesteld. Maar, ‘L’ homme’, zoals geconcipieerd in de ‘Déclaration des droits de l’homme et du citoyen’, diende o.a. onder druk van antropologen, zoals Claude Lévi-Strauss, plaats te maken voor een ‘diversiteit’. ‘L’homme’ van de Verlichting werd met het badwater weggegooid. Finkielkraut heeft het hier over de ‘Tweede dood van de Mens’. Spelen de ‘Universele’ (Verlichtings)waarden nog wel een rol? Of moet men onder ‘Universaliteit’ nu het respect voor elke ‘specificiteit’ verstaan? De dekolonisatie knoopt als het ware terug aan met Herder en de Volksgeist. Hoewel dit refereren naar de eigen wortels in het emancipatorische bewustwordingsproces begrijpelijk is, zou het tezelfdertijd de kiemen van menig conflict in zich dragen.7 6
Zie ook Julien Benda die in zijn werk (La trahison des clercs, 1927) de intellectuelen aanklaagde die opteerden voor het particularisme en de rede en het universalisme de rug keerden. 7 C. Levi – Strauss. Le regard éloigné. Plon. Paris, 1983
Na de Tweede Wereldoorlog krijgt men dus verkeerdelijk de indruk dat het oorspronkelijke universalisme aan een opmars begint. Onder invloed van figuren zoals een Claude Lévi-Strauss zal alles anders uitdraaien. Een verheerlijking van de ‘verscheidenheid’ is er het gevolg van en het Westen komt op de beklaagdenbank terecht. Herder heeft, zoals gesteld, onverwacht nieuwe bondgenoten. In de nasleep van het kolonialisme werd het erkennen en respecteren van deze verscheidenheid (zelfs indien de waarden die werden vertegenwoordigd indruisen tegen de universeel geachte waarden) het nieuwe credo. Derdewereld adepten en postmodernisten houden sindsdien de andersdenkende in een wurggreep. Dit laatste is voor hem ook het drama van het multiculturalisme: de samenleving richt zich niet meer op het gemeenschappelijke bindmiddel, het poneert het onvoorwaardelijke van dat wat alle in een bepaald land (samen)levende nationaliteiten linkt aan hun eigen (nationale) cultuur. De voorstander van de ‘Universaliteit’ van de waarden van de Verlichting wordt een slecht geweten opgedrongen. De kosmopolitische burger bestaat niet. Hij is vervangen door de ‘volkeren’, met elk een eigen, voor de andere ontoegankelijke identiteit. De volgende stap: het opofferen van de ‘tijdloze’, ‘universele’ waarden op het altaar van de markt. ‘Rechtvaardigheid’ is een marktconcept geworden. Gevolg op langere termijn: prevalentie van het consumentisme, vervlakking en culturele barbarij. Finkielkraut Lévi-Strauss zou in « Le regard éloigné » enkele nuances aanbrengen: « … je m’insurge contre l’abus de langage par lequel, de plus en plus, on en vient à confondre le racisme défini au sens strict et des attitudes normales, légitimes même, et en tout cas inévitables. Le racisme est une doctrine qui prétend voir dans les caractères intellectuels et moraux attribués à un ensemble d’individus, de quelque façon qu’on le définisse, l’effet nécessaire d’un commun patrimoine génétique. On ne saurait ranger sous la même rubrique, ou imputer automatiquement au même préjugé l’attitude d’individus ou de groupes que leur fidélité à certaines valeurs rend partiellement ou totalement insensibles à d’autres valeurs.
32
argumenteert dat, hoewel kennis, toegang tot kennis, overal beschikbaar is, er amper gebruik van wordt gemaakt. Kennis wordt immers als een beproeving ervaren, d.w.z. een ongemakkelijk iets en in strijd met het nieuwste gebod: ‘Genot’.
waarden van het vrije Westen worden afgeschaft. Vooral zijn geslaagde poging om aan te tonen dat wie ingaat tegen het mainstream denken en het aandurft dieper te graven en de dingen in vraag te stellen, niet noodzakelijkerwijze politiek abject is, stoort.
De postmoderne mens is in feite een onbezorgde adolescent. Genot als de postmoderne vorm van persoonlijk belang. Het genot regeert het geestesleven. Een ‘paar laarzen doet niet onder voor Shakespeare’. Er zijn geen kwalitatieve referenties meer om een product te beoordelen.
In zijn inleiding hekelt Finkielkraut vooral het gebrek aan durf, het ontbreken van de idee dat een andere samenleving mogelijk is. De idealen van mei ’68 zijn lang vervlogen. Bobo’s (een hybride tussen de bourgeois, tuk op een comfortabel leven en de bohemien, die alle plichten opzij weet te schuiven) bezetten het toneel. Hun doel: zo lang mogelijk genieten. Ook de goedbedoelde poging van Stéphane Hessel8 is niets anders dan een terugkeer naar vroeger, een terugkeer naar de wereld van voor de neoliberale vloedgolf. Er is angst voor vernieuwing, voor in vraag stelling van het bestaande. Er is geen her-denken van de werkelijkheid, er is een teruggaan naar het vertrouwde. De verbeelding is niet langer aan de macht: sous les pavés … il n’y a plus la plage. Volgt een slaafse onderwerping aan wat is (Le changement n’est plus ce que nous faisons ou ce à quoi nous aspirons, le changement est ce qui nous arrive). Rest het overleven. Zoals Furet het stelt: “wij hebben onszelf veroordeeld om te leven in die wereld waarin wij wonen”. Wat kan, wat zou moeten zijn past zich aan, aan dat wat is. Wij beseffen onvoldoende dit passief ondergaan definitief komaf maakt met de idee van de mens als actor: “C’est à travers la notion de changement que l’homme se pensait comme l’auteur de son histoire et voici que le changement le dépossède de cette prérogative”. Zelfs de verantwoordelijkheid wordt begrensd: de mens wordt veroordeeld tot onkunde, tot het onvermogen om te zien waar de grens ligt. Geen jaren des onderscheids meer voor de bobo.
L’identité malheureuse
Finkielkraut probeert in zijn recente werk te doorgronden wat er in de nasleep van de mei ’68 beweging allemaal gebeurde in Frankrijk. Het gehele boek is niets anders dan een zoeken naar de oorzaken en gevolgen van het laten varen van het ideaal van de Verlichting. Zijn conclusie is kristalhelder en des te ongemakkelijk: Frankrijk schaft zichzelf af, de Franse intellectuelen schaffen zichzelf af, de kern-
33
De Overheid moet volgens Finkielkraut dan ook meer doen dan het voorzichtig hoeden van de principes van fraternité, liberté en égalité. De Overheid moet assertiever, actiever zijn: «il défend un mode d’être, une forme de vie, un type de sociabilité, une identité 8
S. Hessel. Neem het niet. Vangennep. 2011.
commune». Politici dragen een zware verantwoordelijkheid : «Les démocrates actuels participent et en assistent à d’innombrables débats sur les questions politiques, économiques, sociales et comme on dit, sociétales, mais ils n’ont pas de compte à rendre et qui plus est, ils débattent avec leurs pairs, jamais avec les siècles.» Een soortgelijke waarschuwing is ook te vinden in het werk9 van Scruton. In zijn ‘England and the need for nations’ waarschuwt hij voor de langzamerhand getolereerde ontmanteling van de natiestaat. De natiestaat – niet te verwarren met geperverteerd nationalisme – die ons rechtszekerheid, welvaart en bescherming bracht. Scruton is geen enggeestig conservatief. Hij hekelt de lichtvoetigheid waarmede de door sommigen als een atavisme beschouwde natiestaat wordt afgebouwd. Zo wijst hij op de verspreiding door internationale instanties van (terecht) verheven principes, die in de praktijk echter niet afdwingbaar zijn. Meer nog: “We have reached the stage where our national jurisdiction is bombarded by laws from outside ... even though many of them originate in despotic or criminal governments, and even though hardly any of them are concerned with the maintenance of peace.” Komt erbij dat het Europees project niet weet te overtuigen. Scruton sluit hiermede aan bij Immanuel Kant10 (in zijn afwegen tussen de voor- en nadelen van een wereldstaat dan wel een federatie) die stelde dat het een illusie is dat één regering in staat zou zijn over de gehele wereld wetten uit te voeren. Het grondgebied van een wereldstaat is te uitgebreid om één ‘regering’ toe te laten deze te besturen. Hier komt de ‘Natiestaat’ aan bod: de Staat is de garant voor het naleven van de wetten. Dit niet inzien zal uiteindelijk voor problemen zorgen en leiden tot despotisme en anarchie. 9
E. Scruton. England and the need for nations. Civitas. Institute for the Study of Civil Society. London. 2006. 10 I. Kant. Zum Ewigen Frieden. Taschenbuch. 1986.
Bij Kant is er aandacht én voor een universalistisch project én voor de rol, voor het belang van de Staat.11
Scruton fulmineert tegen het radikaal overboord gooien van het verleden: “The wise policy is to accept the arrangements, however imperfect, that have evolved through custom and inheritance, to improve them by small adjustments, but not to jeopardise them by large-scale alterations the consequences of which nobody can really envisage. … The lesson that we should draw, therefore, is that since the nation state has proved to be a stable foundation of democratic government and secular jurisdiction, we ought to improve it, to adjust it, even to dilute it, but not to throw it away.” Voor Finkielkraut is ‘L’identité nationale … fille de l’égalité’. Echter ‘des modes de vie se heurtent’, immers de universaliteit van de frisdranken, van de jeansmerken, van de uniforme ontspanningsprogramma’s is schijn. De voorstander van de particularismen is de vaandeldrager van de globalisering. Ook het argument dat de immigratie «providentielle11
Vermeldenswaard is ook de visie van Kant op emigratie/immigratie. Er bestaat volgens hem enkel een recht op gastvrijheid. Het komt de overheid echter toe om de vestiging van de vreemdeling te aanvaarden dan wel te weigeren. Deze benadering dient binnen zijn historische context te worden geplaatst. Zie hiervoor – en voor verder onderzoek - onder meer Seyla Benhabib “De rechten van anderen”. Kampen: Ten Have. 2007.
34
ment (compense) la baisse de la natalité sur le Vieux Continent» doet het niet meer bij hem, trouwens: «l’expérience répond que les individus ne sont pas interchangeables». Finkielkraut merkt op dat in de lekenstaat ook niet langer gaat over een strijd tussen religies en verlichtingsidealen, maar dat het ook een conflict ‘entre laïques’ is geworden: de laïcité libérale staat er tegenover de laïcité républicaine. Zeker de teloorgang van het onderwijs stoort hem mateloos. Enkele jaren geleden verscheen het ophefmakend boek ‘Les territoires perdus de la République’. In dit boek werd gewag gemaakt van de teloorgang van de idealen van de Republiek. Onderwijs was niet langer emancipatorisch. Leerlingen tolereerden bepaalde vakken (biologie, geschiedenis) niet. Darwin had afgedaan. Het gezag van leerkrachten werd in vraag gesteld en leerlingen weigerden bepaalde wetenschappelijke verworvenheden te aanvaarden. Er was een duidelijke link tussen intolerantie en religie. Het Israelo – Palestijnse conflict werd te pas en te onpas aangehaald. Een enge interpretatie van de Islam haalde de bovenhand. Een ‘silence gêné’ volgde op de publicatie. Het ideaal van Jean Zay uit 1936, die stelde dat de school de plaats is waar de vetes tussen mensen geen toegang toe dienden te hebben, ligt ver achter ons. Hij kan enkel maar vaststellen dat de «intelligentsia» in Frankrijk uit twee groepen bestaat «Il y a ceux qui tiennent compte des territoires perdus de la République et ceux qui persistent à occulter ou au moins à édulcorer cette réalité et ceux-là font flèche de tout bois.» Kort nadien werd het zogeheten rapport «Obin» prijsgegeven. Het Franse Ministerie van Onderwijs had een ‘auditploeg’ met aan het hoofd Jean-Pierre Obin aan het werk gezet. Hun opdracht: de impact van de islam op het onderwijs in het land onderzoeken. 61 scholen werden ‘geanalyseerd’. Leerlingen en medewerkers (directie, leerkrachten, poetspersoneel, keukenpersoneel) werden gehoord. Het rapport was opzienbarend en schokte. De samenlevingsproblemen en de druk op de idealen van de lekenstaat werden er glashelder in beschreven. De getolereerde onverdraagzaamheid
35
van bepaalde leerlingen leidde o.m. tot «une stupéfiante et cruelle réalité: en France les enfants juifs, et ils sont les seuls dans ce cas, ne peuvent plus de nos jours être scolarisés dans n’importe quel établissement». Wat zich in de school en binnen onderwijsmiddens afspeelt is een barometer voor de samenleving waar het onderwijs deel van uitmaakt. Het rapport Obin werd dan ook naar goede gewoonte, wegens ongemakkelijk, een jaar lang stilgehouden. In diverse publicaties worden de centrifugale krachten die het ideaal van een lekensamenleving, het pedagogisch optimisme, met gedeelde kennis en gedeelde waarden, weten te ondergraven, blootgelegd. De door de ‘professeurs’ aangehaalde voorbeelden zijn schrijnend, pijnlijk en vermenigvuldigen zich ook buiten de ‘zones sensibles’. Niet vertrouwd met enig vorm van gezag worden, in een vlaag van Gutmenschlichkeit, desinteresse en arrogantie bij leerlingen vertaald als spontaneïteit en dynamisme. Echter «ce n’est pas la créativité de chacun qui l’emporte, c’est l’impudeur». Ouders worden ‘les délégués syndicaux résolus et raleux de leur progéniture’. In geval van falen wordt de onderwijzer een gebrek aan pedagogische capaciteiten verweten. Regelgevend werk is verworden tot legalisering van het bestaande en ijkpunten worden overbodig, zij maken het de bobo immers te moeilijk: «Normal, on, l’a compris, veut ici dire pathologique et anachronique. La norme est morne, la norme est triste, la norme est un tare en voie de disparition.» Dat hebben de leerlingen en hun advocaten zeer goed begrepen. «Qu’est -ce que l’excellence? Qu’est-ce que la médiocrité? Réponse: On ne doit jamais employer ces termes, on n’a pas le droit de juger les autres, et le médiocre c’est justement celui qui porte des jugements…» Men heeft wat het onderwijs betreft m.b.t. de aanvaarding van het adagio dat de school de weerspiegeling van de samenleving moet zijn (een vaak aangehaald argument bij voorstanders van de hoofddoek op school) vergeten dat (verwijzende naar Ferdinand Buisson en Jules Ferry) “il ne revient pas à l’ école d’être à l’ image de la société mais de la tenir à distance. L’enceinte scolaire délimite un espace séparé, singulier, irréductible. Elle n’est ni un appendice de la famille, ni un pro-
longement du forum, ni un étal sur le marché, ni non plus une antenne gouvernementale”. Deze deconstructie van het onderwijs, onder druk van opeenvolgende golven van gepedagoochel, is trouwens niet zonder gevolgen gebleken. La guerre des respects
doch helaas, in onbruik geraakte vaardigheden : «L’aidos, c’est la réserve, la modestie, la pudeur qui naissent, en nous, de l’intériorisation du regard des autres. A l’enfant encore alogique, l’aidos permet de recevoir l’empreinte de la transmission et d’accéder ainsi au logos.» Aan de leerling om stil te zijn, te luisteren, de kennis te verwerken.
In de hoofdstukken ‘Mixité française’ en zeker in het deel ‘La guerre des respects’ ontmoeten we de erudiete Finkielkraut. Voor Finkielkraut is ook het verdwijnen van het ‘respect’, de houding die ons belet, ons onmiddellijk op de voorgrond te plaatsen, onmiddellijk ons idee als onwrikbaar aan te brengen en ons luisterbereidheid en zelfonderzoek oplegt, verdwenen. Elke mening dient onmiddellijk te worden verkondigd. Terughoudendheid en kennis van zaken zijn anachronismen. Respect is echter noodzakelijk, immers: «Le respect nous tient en respect et nous interdit d’envahir le monde comme ‘une force qui va’.» Hier faalt het opvoedingspatroon echter volledig. Het kind treedt ongeremd de wereld binnen. Onmiddellijke behoeftebevrediging wordt vooropgesteld. Elke rem wordt onaanvaardbaar geacht. Het kind heerst, overheerst: «...dans un grand élan démocratique, les a dispensés d’aidos … de faire une place sans cesse croissante à leurs exigences, à leurs préférences et à leurs impatiences.» Anders gesteld: ook hier geen noodzaak tot ‘inburgering’. Finkielkraut introduceert hier dus het concept Aidos. Hij refereert hiermede naar Protagoras12 die verhaalt hoe Zeus Hermes naar de aarde stuurt om de mensen zowel Aidos (schaamte13) als Dike (gevoeligheid14) als essentiële waarden mee te geven. Zeus geeft Hermes uitdrukkelijk de opdracht om deze kernwaarden aan allen mee te geven. Dit zijn voor Finkielkraut essentiële, 12
Zie Plato “Dialogen”. In “Protagoras” gaan de filosoof Socrates en de sofist Protagoras de discussie aan over de democratie. 13 Schaamte in de zin van respectvol en bescheidenheid. 14 Ook wel begrepen als rechtvaardigheid, recht, een combinatie van aanvoelen van het juiste en de mogelijke sanctie bij overtreding.
De ‘democratische’ samenleving eist de erkenning van allen en alles door iedereen op. Door dit te doen hoopt zij het probleem van de intersubjectiviteit op te lossen. Dit middel faalt echter. Het resultaat is het strelen van het ego en het tegemoetkomen aan elke wens, aan elke vraag, aan elke revendicatie, hoe onbetekenend het onderliggende probleem ook moge zijn. Elke discussie focust op de nood om ‘respect’ te hebben voor alles en nog wat. Daar niets aan beperkingen onderworpen mag worden resulteert deze houding in het erkennen en in het stimuleren van een bepaalde vorm van narcisme. Onrechtstreeks komen wij hier terecht bij de plichtenleer van Kant15. «L’actuel guerre des respects n’oppose pas l’homme dans l’état de nature à l’homme social, elle révèle un véritable choc des civilisations.» Zo plaatst hij de hoofddoektribulaties tegen de achtergrond van de ‘galanterie’, de 15
Handel alsof de maxime die aan jouw handeling ten grondslag ligt tot algemene wet verheven kan worden. Handel op die manier, dat je de mensheid, in je eigen persoon en in de persoon van een ander, altijd ook als doel, nooit als middel op zich behandelt. Handel alsof je lid was van het ideale koninkrijk der doelen, waarin je zowel subject als soeverein bent.
36
emancipatorische strijd van mannen en vrouwen om ten slotte uit te komen bij een interessante paradox: net zij die het recht op de hoofddoek verdedigen verbieden tezelfdertijd vrouwen het recht op het dragen van kledij van hun keuze: “la désexualisation ou le harcèlement: telle est l’alternative qui gouverne sa vie”. En hij gaat hier verder op door: «La violence dans les quartiers dits sensibles est souvent imputée à l'exclusion sociale. La sociologie dit vrai, bien sûr. Mais dit-elle toute la vérité? La violence ne serait-elle pas liée aussi à l'exclusion de la féminité et au désert affectif qui en résulte?» De lectuur van Madame Bovary is haram. Finkielkraut brengt de ervaringen van Elisabeth Badinter n.a.v. de verslaglegging van een parlementaire onderzoekscommissie, in herinnering. Badinter onderstreepte dat het zich verhullen indruist tegen het principe van de fraterniteit en, bovenal, een miskenning van elementaire beleefdheid (civilité) is. “Porter le voile intégral, c’est refuser d’entrer en contact avec autrui, ou, plus exactement, refuser la réprocité”. Door zich te verhullen eist de vrouw het recht op mij te zien, zij ontkent echter mijn recht haar te zien. De kleine excursie, met verwijzing naar de oorzaken van het mislukte multiculturele samenlevingsmodel in Nederland, aangereikt door Ayaan Hirsi Ali16, laten wij hier buiten beschouwing. Finkielkraut, onvoorwaardelijk verdediger van het Universalisme, erkent dat hij langzamerhand, onder druk van het realiteitsprincipe, moet vaststellen dat het universalisme aan herpositionering toe is. Men is er immers in geslaagd de burger een slecht geweten op te dringen en hem te laten geloven dat zijn boetedoening er in bestaat alles en nog wat te aanvaarden en zijn idealen te laten vallen. De demonen van het verleden verlammen ons nog steeds en de reacties erop zijn niet louterend. 17 Pascal Bruckner spreekt 16
Ayaan Hirsi Ali. De zoontjesfabriek. Over vrouwen, islam en integratie. Atlas – Contact.2002 17 Zo reageerde bijvoorbeeld begin dit jaar, Marnix Beyen, historicus, Universiteit Antwerpen, op een bijdrage verschenen in De Morgen (02/2014). Hij
37
in dit verband over een bepaalde intelligentsia, een nieuwe clerus, te zien als de gewillige apologeten van de erfzonde. Paradoxaal genoeg heeft net de schok van de pluraliteit geleid tot een herontdekken van de identiteit. Finkielkraut ontwaart een unilaterale desidentificatie, subtiel opgedrongen en afgedwongen bij de ontvangende cultuur. En dit gaat zeer ver: «L’enracinement des uns est tenu pour suspect et leur orgueil généalogique pour ‘nauséabond’, tandis que les autres sont invités à célébrer leur provenance et à cultiver leur altérité.» Cela va même très loin: «Pour la première fois dans l’histoire de l’immigration, l’accueilli refuse à l’accueillant, quel qu’il soit, la faculté d’incarner le pays d’accueil.» Het probleem zit hem volgens Finkielkraut duidelijk bij de apathie van de hospes. Hij verwijst bij wijze van voorbeeld naar het dragen van een hoofddoek in Teheran of in Frankrijk. In het eerste geval voelt men er zich niet echt goed bij, men voelt zich iets ‘vervreemd’, men voelt zich niet ‘thuis’, maar men is ook niet ‘thuis’. Wij kunnen er onze bedenkingen bij hebben, maar wij weten dat in het buitenland dit gevoel van ‘vreemdheid’ de norm is. Wij hoeden er ons voor om overal ‘onze’ visie te verkondigen en vermijden ‘toute guerre de civilisations’. In het tweede geval voelt men zich niet ‘thuis’, hoewel men ‘thuis’ is. In dit geval worden onze normen, onze ‘zeden’ als het ware herleid tot opties. We verworden als het ware, om Finkielkraut te parafraseren, tot de verwisselbare mannen met bolhoed van Magritte.
stelt de vraag of latere generaties blijvend verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor daden van hun voorgangers en of deze erflast niet op een andere wijze moet worden verwerkt. Historische schaamte staat vaak tegenover historisch slachtofferschap en resulteren in een onderhouden dan wel uitvergroten van het verschil.. Hij besluit dat een van generatie op generatie overgedragen schaamtegevoel contraproductief kan zijn. Erkenning kan immers ook zonder deterministische schuldgevoel, voornamelijk door er zorg voor te dragen dat machtsverhoudingen vandaag niet worden gereproduceerd.
Door op te komen voor de principes van broederlijkheid, van laïciteit, van gelijkheid wil de Staat net de nadruk leggen op dat wat allen bindt: een gemeenschappelijke (Europese) ‘identiteit’. Finkielkraut is zich bewust van de draagwijdte van zijn bedenkingen en gaat in zijn werk dan ook in op dit ‘vivre-ensemble’, op deze ‘identité commune’. Burke, de Maistre, Barrès, Hitler en Renan passeren de revue. Finkielkraut herinnert dan ook aan de gevolgen van de (romantische) identitaire rage (Duitsland, Cambodja, Rwanda), vergeet hierbij het schrikbewind tijdens de revolutie niet, maar brengt ook het waardevolle van de Europese traditie, nml. de ‘antitraditie’ in herinnering. Naast dit geperverteerde ‘nationalisme’ moet ook gewezen worden, dixit Finkielkraut, op de demonen van de koloniale periode en de angst voor een druppel universalisme in het kosmopolitische project: “Le temps est venu pour l ’Europe de n’être ni juive, ni grecque, ni romaine, ni moderne, ni rien”. Kolakowski18 argumenteerde terecht dat de openheid, de bereidheid om aan zelfonderzoek te doen en zijn standpunten te confronteren met de anderen, een wezenlijk onderdeel is van de Europese cultuur immers «Nous affirmons notre appartenance à la culture européenne [...] par notre capacité à garder une distance critique envers nous-mêmes, de vouloir nous regarder par les yeux des autres, d’estimer la tolérance dans la vie publique, le scepticisme dans le travail intellectuel, la nécessité de confronter toutes les raisons possibles aussi bien dans les procédures du droit que dans la science, bref de laisser ouvert le champ de l’incertitude. [...] Cette aptitude à se mettre soi-même en question, à abandonner — non sans forte résistance, bien sûr — sa propre fatuité, son contentement de soi pharisien, est aux sources de l’Europe en tant que force spirituelle. Elle donna naissance à l’effort pour sortir de la ‘clôture ethnocentrique’ et elle a défini cette culture. Elle en a défini la spécificité et la valeur unique en tant que capacité à ne pas persister dans sa suffisance et sa certitude éternelles.» Binnen 18
Leszek Kolakowski. Le village introuvable. Editions Complexes. Bruxelles. 1986,
bepaalde milieus wordt het onderstrepen van het specifieke, het waardevolle van de Europese traditie, de Europese identiteit, onmiddellijk gereduceerd tot een abject nationalisme. De hedendaagse klerken kiezen niet langer de zijde van de Verlichting, zij grijpen terug naar de Romantiek, zij gaan op in de Andere. Ontworteling als ex voto. De haat tegen het vaderhuis als catharsis, als ultieme purificatie. Egostreling als verslaving. Meer nog, er schuilt een hypocrisie in de redeneringen van de voorstanders van het multiculturalisme. Zo zal men de culturele diversiteit op een piédestal plaatsen, maar niet tolereren dat men zich beroept op diezelfde cultuur om een bepaald gedrag te verklaren. Dit is immers niet correct. Het reduceren van de kanttekeningen bij deze xenofilie tot uitingen van populisme is echter niet langer houdbaar. «L’éloge est obligatoire, la perception frappée d’indignité. Car il ne faut surtout pas que la connaissance des autres compromette en quoi que ce soit l’idéalisation romantique de l’altérité. La réalité est censurée pour que la vitrine demeure immaculée. Tous ceux qui osent enfreindre la sacro-sainte règle méthodologique du traitement social des questions ethno-religieuses tombent en disgrâce et voient leur nom s’inscrire, séance tenante, sur la liste noire du politiquement correct.» Het politiek correcte is niets anders dan het ideologisch conformisme van onze tijd. Orwell revisited. Finkielkraut staat eveneens zeer wantrouwig tegenover het binnendringen van de nieuwe media die de illusie van de universele kennis in zich dragen. Het duurzame, het tijdloze, de geschiedenis wordt (hieronder eveneens te verstaan de ‘identiteit’) vermalen. De kennis van het verleden is te zwaar om dragen, de ervaring waardeloos. Het resultaat een fake openheid die niets anders is dan een zich terugplooien op het onmiddellijke, het nu. Weg zijn Montaigne en Pascal, Corneille en Racine, Voltaire en Rousseau, Hugo en Lamartine… Met lede ogen kijkt hij dan ook naar het onderwijs dat onder invloed van het ‘feitelijke’ de leerplannen aanpast en een wanhopige strijd levert tegen de instant informatie aange-
38
leverd door de hedendaagse media. Zien we ook bij ons bijvoorbeeld niet hoe de openbare bibliotheek, van ‘biblion thèke’ van oord van opvoeding, cultuuroverdracht verworden is tot een ‘ludotheek’. Taalrijkdom is verdacht. Zelfcensuur dringt de bibliotheek en het onderwijs binnen. Geen Grevisse meer die ons de grammatica wist uit te leggen aan de hand van citaten. ‘Merde’ et ‘chiant’, behoren heden tot ‘le répertoire des délicatesses du français contemporain’. Geen Proustiaanse ervaring meer voor de internetgeneratie. Je est un autre Eén van de oorzaken van dit alles is een ongeremde xenofilie voortspruitende uit een ‘zelfhaat’: een ‘oikofobie’19. Men komt op voor de andere om van zichzelf te kunnen houden, schrijft Finkielkraut. Achter dit alles gaat een ontwikkelingspsychologisch gegeven schuil, nml. een vastgelopen, onverwerkte, puberale fase. Het resultaat: een permanente afkeer van zijn eigen wortels. Een bepaalde ‘elite’ zou deze fase nooit ontgroeid zijn: «Ils prônent l’abolition des frontières tout en érigeant soigneusement les leurs. Ils célèbrent la mixité et ils fuient la proximité. Ils font l’éloge du métissage, mais cela ne les engage à rien sinon à se mettre en quatre pour obtenir la régularisation de leur nounou ou de leur femme de ménage. L’Autre, l’Autre, ils répètent sans cesse ce maître mot, mais c’est dans le confort de l’entre - soi qu’ils cultivent l’exotisme. Sont-ils cyniques ? Sont-ils duplices? Non, ils sont leurs propres dupes», immers, «la dignité poussée jusqu’à l’effacement de soi ne se renverse-t-elle pas en son contraire?» De oikofoob wil immers niets anders dan … «neutraliser l’identité domestique, cette chimère assassine, au profit des identités diasporiques et identitaires». Voor Finkielkraut is de (nationale) identiteit, de garant, de dochter van de gelijkheid. Het is de ‘généralisation du sentiment du semblable’. 19
Finkielkraut refereert naar een verklaringsmodel geïntroduceerd door Roger Scruton, nml. oikofobie.
39
Thierry Baudet20, die eveneens dit verklaringsmodel overneemt van Scruton21, heeft het over zelfhaat22, symptomen van een ziekelijke behoefte aan vervreemding en ontworteling en refereert hierbij naar de verzwakking van de natiestaat. Democratie werkt, volgens Baudet, alleen als er sprake is van een collectiviteit. Anders is meerderheidsbesluitvorming niet legitiem. Hoewel, in aanvang, goed bedoeld kan het verzwakken van de nationale soevereiniteit, de deconstructie van de natiestaat23, zodat dat het nooit meer oorlog zou worden, nefaste gevolgen hebben. Volgens Baudet wordt bewust komaf gemaakt met de geborgenheid, de herkenbaarheid, de 20
T. Baudet. Oikofobie – De angst voor het eigene. Prometheus - Bert Bakker. 2013. 21 This repudiation is the result of a peculiar frame of mind that has arisen throughout the Western world since the Second World War, and which is particularly prevalent among the intellectual and political élites. No adequate word exists for this attitude, though its symptoms are instantly recognised: namely, the disposition, in any conflict, to side with ‘them’ against ‘us’, and the felt need to denigrate the customs, culture and institutions that are identifiably ‘ours’. Being the opposite of xenophobia I propose to call this state of mind oikophobia, by which I mean (stretching the Greek a little) the repudiation of inheritance and home. Oikophobia is a stage through which the adolescent mind normally passes. But it is a stage in which some people— intellectuals especially— tend to become arrested. 22 “Wij lijden in het Westen aan een vorm van zelfhaat”, in de Volkskrant, 26/08/2013. In 2012 verscheen zijn boek “De aanval op de natiestaat”, dat in binnen- en buitenland werd besproken en werd genomineerd voor de Socrates Wisselbeker voor beste filosofieboek van 2012. 23 Misschien moet ook even herinnerd worden aan de referenda van 2005. In Frankrijk en Nederland werd in 2005 een referendum gehouden over het voorstel voor het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa. De uitgesproken overwinning de “nee-stemmen” kwam als een verrassing. Zowel in Frankrijk als in Nederland sprak het electoraat zich uit tegen de versie van de Europese Grondwet uit. Analisten wezen op enkele probleempunten: de verdeeldheid over een eventuele toetreding van Turkije tot de EU het feit dat men in die landen van oordeel was dat de EU, over die aangelegenheden, die dicht bij de gewone burgers liggen, minder te zeggen moet krijgen.
eigenheid. We ‘verdunnen’ onze verworvenheden. Onwillekeurig roept dit herinneringen op aan Erich Fromm, socioloog en psychoanalyticus, die in zijn boek ‘De angst voor de vrijheid’24 waarschuwde voor een ‘negatieve vrijheid’. In het verloop der geschiedenis is het gezag van de kerk vervangen door dat van de staat, dat van de staat door de autoriteit van het geweten, en ten slotte in onze eigen tijd, het geweten weer door het naamloze gezag van gezond verstand en openbare mening als instrumenten in dienst van de gelijkschakeling. Men verliest echter meer en meer de greep op de werkelijkheid. Er zijn geen samenhangen meer. De vereenzaming, deze angst, is ondraaglijk en het alternatief, waarvoor de mens, dixit Fromm, kiest is vaak de vlucht in nieuwe afhankelijkheden, zelfs als de Apologeten van de ersatzvrijheid, niets anders dan vermomde adepten van een nieuwerwets fascistoïde denken zijn. De mens doet afstand van zijn vrijheid. Hij kiest niet voor de druif en maakt zichzelf wijs dat ze toch maar zuur zal zijn. Elk ideaal moet iets transcendents hebben, moet een eigen religie hebben. De belofte op beterschap rechtvaardigt soms vele onrechtvaardigheden. Le facisme ne passera pas, mais la mufflerie s’installe Deze zelfnegatie, het zich onzichtbaar maken en het breken met zijn verleden, het wissen van dat verleden, stoort Finkielkraut mateloos; immers «… je persiste à penser que l'hospitalité consiste à donner ce qu'on a et non à s'effacer soi-même pour permettre à l'autre et à l'avenir d'être ce qu'ils veulent.» Het dogma van het onvermijdelijke is het credo van de nieuwe mens. Finkielkraut waarschuwt voor de overlevering aan dat wat volgens sommigen onvermijdelijk (en zelfs een weldaad) is, nml. de gedachte dat alles ons overkomt, aanvaardbaar. We laten ons rollen en bedriegen onszelf: “Le régime dissimule, sous les envolés et les éclats de joie des joutes électorales, l’incapacité grandissante de la 24
E. Fromm. De angst voor vrijheid. Bijleveld. Utrecht. 1976
politique à infléchir le cours des choses, il gère au jour le jour la désintégration nationale, il accompagne, comme il peut, les conséquences d’une transformation démographique, qui n’a donné lieu à aucun débat, qui n’a même été décidé par aucunne personne.” Game over? Niet volgens Finkielkraut: «Oui, si la vigilance que le passé impose continue de nous mettre hors d’état de percevoir l’irréductible nouveauté de la réalité présente. Non, si nous mettons enfin nos montres à l’heure, si nous choisissons de faire face et si nous n’abandonnons pas, sans coup férir, l’idée et la pratique de la démocratie au processus qui porte le même nom.» en «Il nous faut combattre la tentation ethnocentrique de persécuter les différences et de nous ériger en modèle idéal sans pour autant succomber à la tentation pénitentielle de nous déprendre de nous-mêmes pour expier nos fautes.» Het is dus dringend tijd zich te verzetten tegen dit opgedrongen slechte geweten. Hij refereert hierbij naar de antropoloog LéviStrauss, die zijn initiële houding zou bijstellen25: «Il n’est nullement coupable de placer une manière de vivre et de penser audessus de toutes les autres, et d’éprouver peu d’attirance envers tels ou tels dont le genre de vie, respectable en lui-même, s’éloigne par trop de celui auquel on est traditionnellement attaché. Cette incommunicabilité relative n’autorise certes pas à opprimer ou détruire les valeurs qu’on rejette ou leurs représentants, mais, maintenue dans ces limites, elle n’a rien de révoltant. Elle peut même représenter le prix à payer pour que les systèmes de valeurs de chaque famille spirituelle ou de chaque communauté se conservent, et trouvent dans leur propre fonds les ressources nécessaires à leur renouvellement.» Pascal Bruckner, naar aanleiding van de analyse van de reacties op de moord op Theo Van Gogh26, stelde het op een andere manier: 25
C. Levi – Strauss. Le regard éloigné. Plon. Paris, 1983 26 Pascal Bruckner. Y a-t-il un fondamentalisme des Lumières ? Pascal Bruckner. Le Meilleur des mondes n°4. 2007
40
«Une chose est de reconnaître les convictions et les rites de concitoyens d'origine différente, une autre de donner sa bénédiction à des communautés insulaires hostiles à toute contamination et qui dressent des remparts entre elles et le reste de la société.» De poging tot ‘Lepenisering’ van Finkielkraut is echter opvallend. Deze intellectuele intolerantie nml. de demonisering van de tegenstrever, faalt echter27. Joost Zwagerman inventariseerde de zachte en harde variant van de incriminatie door de ontmaskeraars van het kwaad. Onder meer La revue des deux Mondes28 besliste de verdediging van Finkielkraut op te nemen door te argumenteren dat dit boek net door zijn «vigueur argumentative … est le plus sûr antidote à la perversion répandue par la bouche de Mme Le Pen. Mme Le Pen a réussi ce tour de force de se glisser dans l’habit gaullien d’une défense de la ‘France libre’. Il s’agit là d’une imposture qui devrait faire hurler la nuit dans les rues désertes. C’est cette imposture qui est identifiée dans le livre de Finkielkraut. Que la réaction bobo se plaise, pour sa propre survie intellectuelle, à jouer de la confusion en faisant de Finkielkraut un agent de la lie extrême-droitière, voilà qui est consternant et révoltant.» Is Finkielkraut dus over de lijn gegaan? Zijn Mehdi Ouraoui en Naïma Charaï terecht gekwetst of zijn er andere motieven die een rol spelen? Wat Mehdi Ouraoui en Naïma Charaï wellicht het meest stoorde was dat men de analyse van Finkielkraut niet zo maar kon negeren. Meer nog, ontkennen dat er waarheid in te vinden was. Een bepaald soort verdraagzaamheid verdraagt echter enkel zichzelf. If we don't believe in freedom of expression for people we despise, we don't believe in it at all. (Noam Chomsky) Op het eerste zicht gaat het hier om een dispuut over een uitspraak gedaan tijdens een 27
Jespersen en Pittelkow in J. Zwagerman. Hitler in de Polder & Vrij van god. De Arbeiderspers. Amsterdam. 2009. 28 Frans literair, politiek en cultureel tijdschrift, gesticht in 1829.
41
televisiegesprek. Dit brengt ons dan bij een gekend probleem: vanaf wanneer moet het maatschappelijke belang van de vrije discussie wijken voor het belang van de gekwetste. Moet men aanvaarden dat een mening zo maar onderdrukt kan worden. Of zijn er bepaalde grenzen? Gaat het gewoonweg om de toepassing van een gekende strategie: huilen tot men de andere weet te ‘overstemmen’? Chomsky merkte niet zonder reden op dat de intellectuelen in Europa nog steeds de indruk hebben dat zij ideeën kunnen bestrijden door ze te verbieden. Het monddood maken van elke dissonante doet niet onder voor jakobijns fanatisme. John Stuart Mill heeft op heldere wijze het belang en de grenzen van de vrije meningsuiting vastgelegd. Elke mening dient aan bod te kunnen komen. Het is immers onmogelijk, op voorhand, te weten of een mening onwaar is. Komt erbij dat het best mogelijk is dat in elke mening een stukje waarheid dan wel onwaarheid schuil kan gaan. Uit de confrontatie van de standpunten komt wellicht dan toch de waarheid boven. Een de facto onderwerping aan ‘waarheden’ – zonder confrontatie met andere meningen – leidt uiteindelijk tot een vervlakking, een unidimensionaliteit, tot het fnuiken van elke intellectuele zoektocht en in fine tot een ‘uitholling’ van de kracht van elke mening. Een standpunt, zonder in vraag stelling, zonder betwisting, zonder discussie, is geen standpunt meer. Anders gesteld: een democratie kan niet zonder de contramine, zonder afwijkende standpunten. Beperking van de vrijheid van meningsuiting is een ‘machtsuiting’. Ieder heeft recht op (verkeerde) meningen… in zover hij bereid is deze te confronteren met de mening van anderen. Mill erkende ook dat er grenzen zijn aan het expressierecht. Bekend is zijn ‘pakhuisvoorbeeld’: als iemand, een woedende menigte voor de deuren van een graanpakhuis aanspoort dit te plunderen, kan men hem terecht in zijn kraag grijpen. Hij wist echter het ‘schadebeginsel’ te focussen op het ‘handelen’ van de mensen en wist de ‘overtuiging’, ‘de meningsuiting’, uit het toepassingsgebied te sluiten.
Marcel Maussen en Meindert Fennema, hebben afspraken m.b.t. tot het voeren van een debat op papier gezet. Zij onderscheiden enerzijds toegangsregels en anderzijds deliberatieregels. Deze zijn telkens drieërlei. Wat de toegang betreft: niet aanzetten tot geweld, niet oproepen tot uitsluiting van burgers van het publieke debat en de publieke besluitvorming en het erkennen van de tegenstander als mens. Het debat zelf moet de reflectie op het eigen standpunt stimuleren, moet overtuiging boven dwang en uitsluiting weten te stellen en moet ten slotte ruimte geven aan de ervaringen. Dit nastreven is een vereiste, zeker nu dat men, zowat overal vaststellen kan, dat zoals Doris Lessing poneerde, er overal ‘vigilantes’ opduiken die de waarheid in pacht menen te hebben en hun tegenstrever monddood maken. Intellectuele intolerantie als sluitstuk van een perfide narcisme. Jespersen en Pittelkow betoogden terecht dat de vrijheid van meningsuiting een strijd om waarden is.
teling en breken met waardevolle culturele en institutionele tradities. Het is een pleidooi voor het omarmen van een Leitcultuur en een hernieuwd evenwicht tussen rechten en plichten. De dubbele standaard en morele gespletenheid29 hebben immers een monster gebaard. Wie waarden vooropstelt die verhinderen de werkelijkheid te zien zoals ze is, wie normen oplegt die verplichten tot het onverstoorbaar doorgaan op de ingeslagen weg, anderen hierin meetroont en hen de gemakkelijkheidsoplossingen van de sociale ingenieurs30 inlepelt produceert geen hoogstaande moraal: hij voedt het beest. Dit falende beleid wordt echter onverstoorbaar verdergezet. Ook hier is de ‘Concorde Fallacy’ van toepassing. Om de verwarring te neutraliseren, neutraliseert de mens zichzelf. Het ontbreekt de gewetensdirecteurs duidelijk aan ‘courage’.
Alain Vannieuwenburg
Sacrifier la vérité afin de ne pas nourrir la bête, cela revient à nourrir la bête en lui faisant le cadeau de la vérité In tegenstelling tot wat critici beweren wil Finkielkraut ook geen conflict. Hij wijst wel op de perverse effecten van een wilde mondialisering, hij hekelt het falen van de politiek elites die elke voeling met de werkelijkheid verliezen, hij ontleedt de verwarring, doorprikt de pseudologia fantastica en reikt enkele remedies aan: «Il nous faut combattre la tentation ethnocentrique de persécuter les différences et de nous ériger en modèle idéal sans pour autant succomber à la tentation pénitentielle de nous déprendre de nous-mêmes pour expier nos fautes.» Onze zorg voor de andere moet oprecht zijn. Dan hoeft de spiegel ook niet meer. Hier herkennen we bij Finkielkraut de invloed van Levinas. Finkielkraut rekent dus af met de zwendel van de apologeten van het cultuurrelativisme en wijst op de destructieve, centrifugale krachten die, in een vlaag van zelfnegatie, liefdevol omarmd worden. Er wordt gewaarschuwd voor culpabilisering, ontwor-
29
Zie ook: J. Zwagerman. Hitler in de Polder & Vrij van god. De Arbeiderspers. Amsterdam. 2009. 30 « Avec une expertise de chercheur du CNRS, ils diluent le concept de faute dans celui de difficulté et transfèrent à la société, c’est-à-dire, en l’occurrence, au racisme, à l’inégalité des chances, aux promesses non tenues de l’ Etat-providence ou aux bavures de l’Etat- policier, la responsabilité des méfaits qu’il commettent.»
42
Rubriek van het huisvandeMens
Levenseinde-info-sessie We krijgen steeds meer vragen om informatie en begeleiding inzake levenseindedocumenten. Daarom zijn we dit voorjaar gestart met informatieve groepssessies. Deze sessies bestaan telkens uit 2 delen: een informatief luik, waarbij mensen de nodige informatie krijgen en vervolgens op weg geholpen worden met hun documenten een praktisch luik, waar men de documenten kan laten nakijken en indien nodig hulp krijgt met het vervolledigen formaliteiten. De eerste 2 reeksen waren een succes, reden genoeg om dit verder te zetten. De eerstvolgende infosessie heeft plaats op woensdag 3 september, van 10u tot 12u. De daaropvolgende praktijksessie is op 17 september (enkel voor wie aan een eerste info-sessie deelnam!) Individuele afspraken kunnen nog, maar enkel voor mensen die echt geen mogelijkheid zien om een groepssessies te volgen. In dat geval vragen we ook begrip voor lange wachttijden.
Extra editie deMens.nu Magazine ‘Eerste Wereldoorlog’ Ook deMens.nu magazine schenkt aandacht aan de 100e verjaardag van het begin van WO1. In mei verscheen een extra editie van ruim 50 bladzijden. In een aantal artikels worden vrijzinnigen belicht die een opmerkelijke rol speelden tijdens WO1. De geschiedenis van ‘shell shock’ tot post-traumatische stress stoornis’ wordt uit de doeken gedaan, er is een interview met Ann Morelli over de rol van Propaganda… en nog veel meer. surf naar deMens. nu om het nummer digitaal te downloaden, of spring binnen in het huisvandeMens voor een gratis exemplaar.
43
Luieroverschotjes? Naar de Pamperbank! Op 17 mei vierden we de geboorte van onze Pamperbank. De boreling werd plechtig welkom geheten door Johan Serkeyn, schepen van cultuur en burgerzaken, en Fatima Lamarti, schepen van sociale zaken. Voor het ouderlijk huis(vandeMens) sprak consulent Brian Vatteroth een vaderlijk welkomstwoordje. Voor het kraambezoek was er een zakje ‘kinnekeskak’ (ook wel suikerbonen genoemd). De blijde gebeurtenis schopte het zelfs tot item in het nieuwsoverzicht van RingTV.
Een kind gebruikt gemiddeld 5.000 luiers tot het zindelijk is. Een kostelijke zaak en een zware dobber Voor ouders die het financieel moeilijk hebben. Veel ouders hebben, als hun kindje zindelijk is, nog een overschotje aan luiers. Daarmee kunnen ze ouders (en hun kinderen) helpen die het minder breed hebben. Een klein gebaar van solidariteit dat een reëel verschil kan maken. Er zijn momenteel 6 inzamelpunten in Vilvoorde. (W)arm-kracht…armen aan het woord haalt de ingezamelde luiers op, en verkoopt ze aan een zacht prijsje aan gezinnen die het nodig hebben. INZAMELPUNTEN:
huisvandeMens Frans Geldersstraat 23
Bibliotheek Vilvoorde Grote Markt 9
Consultatiebureau Kind&Gezin Grote Markt 1
De Groene Planeet Karel Trekelsstraat 30 (Houtem)
Patisserie De Marie Pascal en Corry – Vinkenlaan 11 (Koningslo)
(W)arm-kracht*stapelplaats – Harensesteenweg 172
Je kunt de pamperbank ook steunen door storting op de rekening van (W)armkracht…armen aan het woord: BE28 8601 1152 4720 met vermelding
‘pamperbank’ Met het ingezamelde geld worden nieuwe pampers gekocht.
44
Op 6, 7 en 8 maart vierden we internationale vrouwendag met het evenement ‘veelZIJdig’. In en rond de tent op het martelarenplein gonsde het van de activiteiten. Op het programma: straffe madammen zoals Magda Michielsen, Lieve Blancquart, Lien De Gol en Eva de De Roovere en nog veel meer. Maar waar het vooral om draaide: vrouwen werden in beeld gebracht, en brachten zichzelf in beeld, in al hun veelzijdigheid. Hieronder enkele sfeerbeelden, meer op www.facebook.com/veelZIJdig of www.vlaamsbrabant-demens.nu
45
46
Colofon De Toorts is een driemaandelijkse publicatie van VOC Vilvoorde. Eindredactie: Tony Scott en Griet Maes p/a Frans Geldersstraat 21 1800 Vilvoorde 02-252 15 47 Alle artikels vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs Stof voor de volgende Toorts? Heb je opmerkingen, vragen of suggesties? Contacteer de redactie op
[email protected]
47