Inhoudsopgave
Voorwoord……………………………………………………………………………............................................2
Van onze afdeling………………………………………………………………………………………………………………3 Literair aperitiefdebat “Vurige Tong”…………………………………………………………………………………….3 Grijze Geuzen………………………………………………………………………………………………………………………..4 August Vermeylenfonds……………………………………………………………..............................................9 Willemsfonds………………………………………………………………………………………………………………………10 Activiteitenkalender…………………………………………………………………………………………………………….12 Artikels en opinies…………………………………………………………………………………………………………..13 Column AZ Jan Portaels……………………………………………………………………………………………………….13 Levenbeschouwelijke zorg in het Algemeen Ziekenhuis Jan Portaels…………………………………..16 België vergrijst en verkleurt……………………….……………………………………………………………………….18 Het schuldig verzuim van de Westerse feministen………………………………………………………………20 De Kerk en haar gebouwen………………………………………………………………………………………………….22 “The Madisonian dilemma of avoiding tyranny by either the majority or minority”……………23 Aankondigingen en oproepen………………………………………………………………………………………….29 Van elders……………………………………………………………………………………………………………………….34 rubriekvanhethuisvandeMens…………………………………………………………………………………………36
Alle artikels vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs
Pagina 1
Voorwoord Beste lezer, Met genoegen stellen we jou het tweede nummer van de Toorts van 2012 voor, rijk en gevarieerd van inhoud, zoals we die altijd proberen te brengen. De verenigingen die samen Vrijzinnig Vilvoorde uitmaken zijn niet bij de pakken blijven zitten, zoals mag blijken uit de verslagen. De 41ste editie van het Feest van de Vrijzinnige Jeugd, met liefst 58 deelnemende kinderen , liep tijdens het weekend van 13 mei . En even aanhalen dat het VOC onlangs een eerste zondags aperitiefdebat organiseerde en dat al aan volgende uitgaven wordt gedacht. De Grijze Geuzen beginnen in september met een praatcafé. Bij de artikels vind je enkele bijdragen die niet van onze gebruikelijke schrijvers komen. Benieuwd wat je ervan denkt. Het nieuwe herfstprogramma zit deels in dit nummer, maar in dat van september volgen vast nog andere aankondigingen. Je dient ook te weten dat Andries De Smet, die sinds augustus 2011 bijzonder efficiënt het secretariaat waarnam, ons verlaat om te gaan doctoreren aan de UGent. We wensen je veel succes, Andries. Tenslotte een belangrijke datum voor de nabije toekomst : de Vrijzinnige Trefdag degemeente.nu op 23 juni , waar , na een lange aanloop op provinciaal niveau, een manifest over de scheiding van kerk en staat uit zal ontstaan, bestemd voor alle lokale kandidaten, met het oog op 14 oktober. Mij rest alleen je een prettige en deugddoende vakantie te wensen!
TS
Pagina 2
Van onze afdeling Het eerste literair aperitiefdebat in VOC : Vurige Tong met Ann De Craemer Op zondagochtend 10 juni hebben we in het VOC het eerste literair aperitiefdebat beleefd dat was georganiseerd door het VOC zelf. Het onderwerp was veelbelovend : het boek “Vurige Tong” van Ann De Craemer, en de gastsprekers waren meer dan tegen hun taak opgewassen : de schrijfster zelf, die in gesprek ging met Dirk Verhofstadt. In zijn inleiding wees Alain Vannieuwenburg erop dat , na jaren van relatieve stilte, religie weer wordt aangepakt door cartoonisten, critici en schrijvers in de traditie van Gerard Walschap, Richard Minne e.a. en journalisten als wijlen Johan Anthierens, in Nederland Menno ter Braak en Jan Wolkers . De reactie uit religieuze middens is al even traditioneel.
Dirk Verhofstadt stelde vragen en Ann De Craemer antwoordde uitvoerig , gevat, met humor. Over de oude non in de familie, die bleek haar hele leven tegen haar zin in het klooster te hebben gezeten, om de familie te plezieren – de aanleiding tot het boek. Over hun onderpastoor daar in kneuterig Tielt, ene Roger van Gheluwe. Over de alomtegenwoordige, verstikkende druk van de kerk. En over hoe ze toch weer daar ging wonen omdat ze niet kon aarden in Brussel, waar ze een beetje naartoe was gevlucht. En over de reacties op haar boek, die erg verdeeld waren, vaak erg nijdig in Vlaanderen, vooral op de inhoud, terwijl in Nederland ook de literaire kwaliteiten meer aan bod kwamen. Er waren ook vragen en commentaren uit het publiek, dat genoot en dit een goed bestede ochtend vond.
De continuïteit lijkt verzekerd. Nu met Ann De Craemer , en “Vurige Tong”, dat verleden jaar veel lof oogstte en ophef veroorzaakte.
Nadien heeft Ann De Craemer nog een hele poos gesigneerd.
Ann De Craemer is ook een kenner van Iran en heeft er een uitstekend reisverhaal over gepubliceerd, “Duizend-en-één-dromen”. In de herfst verschijnt een nieuw boek van haar. Elke maandag heeft ze een column in De Morgen.
Tony Scott Pagina 3
GRIJZE GEUZEN De Grijze Geuzen op bezoek bij Rik Wouters Op donderdag, 29 maart jl. brachten we een bezoek aan de tentoonstelling “Rik Wouters. Hoogtepunten” in het Schepenhuis in Mechelen. Rik Wouters heeft slechts een korte tijd geleefd (1882-1916), maar hij liet een fantastisch oeuvre na. Tijdens de renovatie van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen (KMSKA) is het leeuwendeel van de uitzonderlijke Wouterscollectie van dat museum te zien in Mechelen, de geboortestad van de kunstenaar. De collectie van het KMSKA is aangevuld met een tiental werken van Rik Wouters uit de Stedelijke Musea van Mechelen. Er zijn eveneens persoonlijke voorwerpen te zien, zoals het schilderspalet van de meester. Rik Wouters is één van de meest geliefde kunstenaars uit de Belgische kunst. Zijn doeken en beelden zinderen van leven, licht, kleur en lust. Maar achter het sprankelend oeuvre doemt een tragisch kunstenaar op, die veel te vroeg overleed aan kaakbeenkanker. Hij was amper 34 jaar.
In de tentoonstelling wordt dit aangrijpende verhaal verteld aan de hand van de werken van de meester. Ze zijn verdeeld over vijf themazalen : (zelf)portretten, landschappen, het dagelijks leven, naakten en stillevens. Doorheen de hele tentoonstelling komt tot uiting dat zijn vrouw Nel eigenlijk zijn alles is : ze is zijn muze en uitverkoren model, zijn steun en toeverlaat in moeilijke momenten, de liefde van zijn leven. De gids maakte er een interessant en boeiend bezoek van. Nadien werd nagekaart in de brasserie “De Beer’ op de Grote Markt. Iedereen was het erover eens : het is een kleine, maar prachtige tentoonstelling. De opstelling bewijst alle eer aan de kunstenaar : de getemperde lichtinval doorheen het hele museum doet de kleuren van de schilderijen oplichten en schitteren en brengt de beeldhouwwerken als het ware tot leven. Het was de eerste keer na vele jaren dat de Grijze Geuzen nog eens een namiddag buiten hun vertrouwde zaal in het VOC doorbrachten. En het is meegevallen. Het prachtige weer speelde daar ongetwijfeld een rol in. In ieder geval, op algemene aanvraag wordt het initiatief herhaald. Bedoeling zou zijn een culturele uitstap te plannen in het voorjaar en een in het najaar. Suggesties zijn altijd welkom.
Linda Vanbinst SALON NELLY Mevrouw Marcella Piessens hoeven we niet meer voor te stellen. Ze was reeds vaker te gast bij de Grijze Geuzen om levensechte verhalen te vertellen “met
Pagina 4
een
lach
en
een
traan”.
Deze keer, op 15 maart 2012, zocht ze inspiratie in een kapsalon. Het is een monoloog over de moderne tijd, maar ze kijkt wel terug op drie generaties kappers. Ze vertelt vanuit het heden over het kappersberoep vanaf 1919 toen haar grootvader barbier was en een café openhield. Na de Tweede Wereldoorlog maken we kennis met de tweede generatie wanneer de pijpenkrullen verleden tijd zijn en de lange haren van de Beatles populair worden. In de jaren zeventig zien we hoe de wereld van filmsterren en modemagazines voor iedereen opengaat. Het geeft aanleiding tot ernstige ontmoetingen, maar ook tot plezante en humoristische scènes. Een kapster heeft het allemaal wel eens meegemaakt. Meer dan een tafel en een stoel heeft ze niet nodig. Alle attributen zitten in haar valiesje. Ze beeldt de monoloog uit in kaki en rood gekleed en dat leidt tot kleurcontrasten op de scène. Ze weet treffend de tijdsgeest te vatten en de verbeelding van de toeschouwers doet de rest. Net als de vorige keren kon ze het publiek moeiteloos boeien. Ze kreeg dan ook een welverdiend applaus. Eind dit jaar keert ze trouwens terug met “een uurtje Boon”. HET BRUSSELS DIALECT Het Brussels dialect is een ronkende titel om op een uitnodiging te plaatsen. Het sappig taaltje kan op heel wat bijval rekenen. Hier en daar komen de
Vilvoordenaars een bekend woord tegen, maar vaak ook is het raden naar de juiste betekenis van een woord of uitdrukking. Daarom nodigden de Grijze Geuzen ism UVP de heer Delathouwer uit. Die kon jammer genoeg niet aanwezig zijn, maar de heer Dehaes, een echte Brusseleir, nam op 26 april met brio zijn rol over. Een kwisje maakte direct duidelijk dat het Brussels met geen enkel ander dialect mag vergeleken worden. Een “koep-a-la-zjat” wordt ook in Vilvoorde gebruikt, maar wie kent “ne noîkesschaaiter” of weet wat “ei ei zanne leiper loête valle” juist betekent. Dadelijk lachen geblazen dus. De les ging verder met een “Konversoêsetoêfel” waarin iedereen leerde “oo stel ek ma zëlf vui?” Dat bleek niet zo moeilijk te zijn. Meezingen lukte ook aardig. De teksten van verschillende Brusselse klassiekers werden rondgedeeld “Vee van boma, pataate mè sosisse, Vee van boma, pataate mè saloê, En dobaa, nen dikke servola, troelala, En dobaa, nen dikke servola, troelala” “Man boma dei zwum mè galosje” (op de melodie van “My Bonny is over the Ocean”) “Vee van onze jef, en ei mag er weize vee van onze jef, en ei mag er zaain” “En zonder onze Jef, Kunne waai ni leive Zonder onze Jef, Kunne waai ni zaain” “Oo jefken es getrout - ei zit in de mizeire, ei zit in de mizeire Oo jefken es getrout - ei zit in de mizeire ’t es zan aaige fout” ”Lup lup lup de gardevil es doe”
Pagina 5
Het werd een erg gezellige namiddag met veel gelach en gezang. De heer Dehaes werd gefeliciteerd met de wijze waarop hij iedereen meer leerde over het Brussels. MADAME BUTTERFLY van PUCCINI Dat bij de Grijze Geuzen muziek erg gewaardeerd wordt, wisten we. Daarom werd op 3 mei ll. een extra bjieenkomst gepland waar de Heer De Belder de volledige opera Madame Butterfly van Puccini projecteerde en van de nodige commentaar voorzag. Hij toonde de openluchtvoorstelling in de Arena van Verona in Italië op 10 juli 2004. Maar eerst gaf hij een woordje uitleg bij de opera. “Madame Butterfly” is een Japanse tragedie in drie bedrijven. Het libretto is van Giuseppe Gracoso en Luigi Illica naar de gelijknamige roman van John Luther King. De Japanse geisha Cio Cio San trouwt met een Amerikaanse marineofficier en krijgt van hem een kind. Hij verdwijnt uit haar leven maar komt drie jaar later terug met zijn Amerikaanse echtgenote. Butterfly’s leven stort in en zij pleegt zelfmoord. Puccini heeft deze tragedie prachtig op muziek gezet. Meer dan honderd jaar na de eerste opvoering is deze opera nog altijd een grandioos succes.
Vooraleer aan deze opera te beginnen heeft Puccini zich degelijk gedocumenteerd. Zo liet hij een honderdtal platen uit Tokio komen met traditionele Japanse muziek. De Oosterse muziek heeft een speciale en zeer specifieke klankkleur, niet alleen door de voor ons exotische instrumenten, maar ook en vooral door het vijftonenstelsel, het zogenaamde pentatone toonstelsel. Puccini deed ook zeer grondig onderzoek. Zo raadpleegde hij ook boeken over Japanse riten en gebruiken en zelfs over de Japanse architectuur, die dan ook in de decors volledig tot zijn recht komt. In de partituur vinden we gedeelten van een zevental Japanse melodieën terug, waaronder de “hymne van de keizer”. Bovendien zijn er nog enkele andere, niet nader te definiëren maar exotisch klinkende melodieën, die waarschijnlijk door Puccini zelf zijn uitgevonden. Zelfs de grote aria van Cio Cio San en het voorjaarsachtige kersenbloemenduet in het tweede bedrijf hebben in hun melodie geen vreemde invloeden. Het liefdesmotief, dat vanaf het begin het tere figuurtje van Cio Cio San begeleidt en dat op het hoogtepunt van het grote liefdesduet als een hymne weerklinkt, is typisch Italiaans.
Pagina 6
Met “Madame Butterfly” beleefde Puccini in de Scala van Milaan het enige grote fiasco in zijn leven. 2 mogelijke redenen : een te lang tweede bedrijf van anderhalf uur en het realistisch expressionisme, in de mode in Parijs maar nog niet ingeburgerd in Milaan. Puccini trok daarop de opera terug, deelde het tweede bedrijf in twee en componeerde als overgang tussen het tweede en het derde bedrijf het mooie “zoemkoor” dat de nachtwake van Butterfly suggereert.
Na deze uitleg konden de aanwezigen genieten van een prachtige uitvoering. Zeker voor herhaling vatbaar. De heer De Belder werd dan ook uitvoerig bedankt voor deze muzikale namiddag.
Juliette Verhulst
Nog enkele sfeerfoto’s van Jazz & Food van 17 maart in het VOC…
Pagina 7
Dé groepsfoto
Van onze 58 (!) feestelingen die deelnamen aan het Feest Vrijzinnige Jeugd van 13 mei 2012. Onze hartelijke felicitaties en onze welgemeende dank aan alle vrijwilligers die dit feest mogelijk hebben gemaakt!
Pagina 8
De Wegen naar Johann Sebastian Bach Lezing door Geert Boxstael
DINSDAG 8 MEI 2012, VOC R. MOUCHERON VILVOORDE
Wie enigszins met het werk van Bach vertrouwd is, blijft zich verbazen over ‘s mans virtuose composities: de cantates, das wohltemperierte klavier, de goldbergvariaties, de matteuspassie, de brandenburgerconcerten, en ga zo maar door. Een componist vertrekt echter nooit van nul, maar dient geplaatst te worden in een evolutie die al aan de gang is. Voor Bachs muzikale ontwikkeling was dan ook belangrijk dat hij de muziek van andere componisten bestudeerde en van hen de beste eigenschappen overnam.
Het is over de ontwikkelingen die aan Bach zijn vooraf gegaan dat Geert Boxstael het in zijn lezing heeft gehad. Geen evidentie trouwens om de muziekgeschiedenis tot Bach in krap drie uur uit de doeken te doen. Toch is deze flamboyante en gedreven spreker daar met verve in geslaagd. En dit met een ouderwetse lezing zonder powerpoint, het voelde verfrissend aan in deze overgemediatiseerde tijden. Een haperende muziekinstallatie gooide bijna roet in het eten, maat het euvel werd snel opgelost door Johan Serkeyn. Vertrekkend van de ars antiqua ging het over de Gregoriaanse muziek naar het ontstaan van de ars nova. En van daar verder: de NotreDameschool met Leoninus en Perotinus, de doorzetting in de eerste cyclische missen van de technieken van het contrapunt, de eufonie in de renaissance met Dufay, Ockeghem en Desprez, en de overgang van renaisance- naar barokmuziek met Monteverdi. Als kers op de taart kregen we van de Thomascantor zelf nog de Toccata en Fuga in D Minor te horen. Dat de Vilvoordse voorzitter de volgende dag zijn mail ondertekende met Johan(nes) Ockeghem zegt voldoende over de impact van de muzikale wegen die waren verkend.
Pagina 9
Willemsfonds Vlaams-Brabant Het Willemsfonds Vlaams-Brabant organiseert voor het eerst een tweejaarlijkse prijs voor schilderkunst en grafiek ter nagedachtenis van de Nederlandse kunstschilder Hans Boom (Rijswijk 1927- Delft 2004) Deze kunstenaar had al vanaf 1958 nauwe banden met Vlaanderen en Brussel en met de internationale Fantasmagie-beweging. Deze prijs mikt naast gevestigde waarden vooral op onbekend en jong talent, die zo een platform krijgen om hun talenten aan het grote publiek voor te stellen. Specifiek roepen we kunstenaars op om een werk in te dienen rond de thema’s mens , planeet of universum. Toegestane technieken zijn olieverf, gouache, acryl, aquarel, inkt, potlood, litho of gravuretechnieken.
Inschrijven kan tot en met 10 september 2012. Het reglement en het inschrijvingsformulier zijn te downloaden op de pagina van het Provinciaal Verbond Vlaams Brabant (www.willemsfonds.be) of te verkrijgen via de stafmedewerker op het secretariaat van het Willemsfonds Vlaams-Brabant, Lange Molenstraat 54, te 1800 Vilvoorde. T: Katrien Schollaert: 0490 11 02 90 - email:
[email protected] Bijkomende inlichtingen Neirinckx: tel.02 269 54 02
bij
Hugo
De uitreiking van de prijs gebeurt op zaterdag 24 november 2012 in het cultureel centrum De Zandloper in Wemmel. Geselecteerde werken worden nog tentoongesteld tot 2 december.
Pagina 10
Provinciaal Project Willemsfonds Vlaams-Brabant “ 100 jaar Groote Oorlog” In 2014 is het precies 100 jaar geleden dat “De Groote Oorlog” uitbrak en de wereld in lichterlaaie zette. Deze periode heeft onze maatschappij, ons denken, leven en handelen fundamenteel beïnvloed.
Levensbeschouwing, literatuur, plastische kunst, landschap, patrimonium, muziek, film, fotografie, economie, onderwijs, verlies, verhalen en (tweedehands) getuigenissen,…
Het Willemsfonds Vlaams-Brabant vindt deze periode té belangrijk, té doorslaggevend om zomaar voorbij te laten gaan. In 2014 zetten we dus onze schouders onder een project dat dit tijdsscharnier in al z’n facetten belicht.
De benaderingen zijn ontelbaar. Onbegrensd grensverleggend. Trek mee aan de kar. Uw inbreng is van onschatbare waarde. Meld je aan voor de denktank die de bakens voor dit project uit zal zetten. Doe mee en contacteer het Willemsfonds Vlaams Brabant op
[email protected] of op 0490 110 290.
Daarom deze warme oproep: vrijwilligers gezocht die willen mee denken, mee speuren, mee graven naar de impact en de gevolgen van deze wereldbrand in onze provincie en daarbuiten.
Zeg het voort, zeg het voort!
Pagina 11
NIEUW! PRAATCAFE Vanaf september starten de Grijze Geuzen Vilvoorde met een onderafdeling, namelijk een Praatcafé waar ook iedereen van harte welkom is. Dit “café” zal iedere eerste donderdag van de maand geopend zijn in de “cafetaria” van het VOC; er zal lustig kunnen gebabbeld worden met een fris pintje of een tas koffie of thee; er zal gekaart worden, enzovoort van 14u tot 16u30. Wie een gezellige namiddag wil doorbrengen in een aangename ongedwongen sfeer, kom gerust eens langs! Waarom thuis blijven als je er vrienden en kennissen kunt ontmoeten: een babbel doet soms goed! Start: 6 september 2012
Het bestuur ACTIVITEITENKALENDER September Do 6/9
Grijze Geuzen
Praatcafé
VOC, 14.00
Za 8/9
Stad Vilvoorde
Verenigingendag
In en rond Bolwerk
Alle vrijzinnige verenigingen van Vilvoorde doen mee, evenals Lichtpunt (radio en tv) Grijze Geuzen i.s.m. UPV
“Obama: beleid en verkiezingen” door Prof. H. Matthijs
VOC, 14.00
Di 2/10
huisvandeMens Vilvoorde
Informatieve avond rond euthanasie, met o.a. Wim Distelmans en Yvon Bartelink
gc Gerard walschap, sint Jozefstraat 44 Londerzeel
Do 4/10
Grijze Geuzen
Praatcafé
VOC, 14.00
Do 11/10
Grijze Geuzen
Een namiddag met Louis-Paul Boon, door Mevr. Marcella Piessens
VOC, 14.00
Do 8/11
Grijze Geuzen
Praatcafé
VOC, 14.00
Do 15/11
Grijze Geuzen
Workshop “Leven op grote voet” – de ecologische voetafdruk, i.s.m. Ecolife, door Mevr. Jenny De Laet
VOC, 14.00
Do 13/9
Oktober
November
Pagina 12
Artikels en opinies Column uit het AZ Jan Portaels
Zoals in vorige uitgave van de Toorts werd aangekondigd, is er een kunstproject gestart. De kunstwerken zijn in mijn functie als moreel consulent geregeld aanleiding voor persoonlijke gesprekken met patiënten en familieleden. Nog tot eind juni kan u de werken bewonderen van graficus Isabelle De Vos en schilderes Maddy Mariën.
De Vos creëert indringende werken, die vooral het minder aanvaarde, het onaantrekkelijke als onderwerp hebben. Het gevoel van vast te zitten, niet weten hoe je ergens uitgeraakt. Ze toont dit graag als een ‘mooi beeld’ . Een hoek van een lelijk gebouw. Verdriet, mooi uitgebeeld. “Wanhoop en verdriet moeten niet altijd erg zijn, ook al worden die emoties niet door onze sociale omgeving geaccepteerd. Het is “ok” om je slecht te voelen. Het hoort erbij.” zo zegt de kunstenaar zelf. Mariën schildert op expressieve wijze. Ze noemt het ‘niet beredeneerde kunst’. Soms wordt ze getroffen door iets: een gesprek op de trein, een zin uit een boek, een muziekje. Dan begint ze te schetsen,
te tekenen tot ze iets werkbaars heeft. Zo verheft ze dagdagelijkse taferelen tot bijzondere momenten.
Vanuit de stuurgroep palliatieve zorg hebben we enkele denkmomenten georganiseerd voor verpleegkundigen over het thema ‘euthanasie en dementie’. De vraag vanuit de verschillende zorgteams was groot, het thema leeft duidelijk in de wandelgangen en we werden op alle diensten enthousiast onthaald. Een succesvol initiatief dus, dat in de toekomst zeker nog een gevolg zal krijgen.
Ik las vorige week een artikel van de Nederlandse prof. dr Anne Goossens over presentie en reductie in de zorg. Het artikel had de veelzeggende titel ‘Zijn is gezien worden’. Laat dit nu net de essentie zijn van het werk dat ik in het ziekenhuis als moreel consulent tracht te realiseren: patiënten en bezoekers ZIEN in hun volledige verhaal, als patiënt en als mens. Een impressie:
Pagina 13
Dag G.,
Ik zoek een rustig bankje langs het pad door dit leven en schrijf je enkele reisimpressies. Wat zijn de dagen vol van indrukken, zo ook vandaag…
Ik ontmoette de buurvrouw deze ochtend, nog niet helemaal ontwaakt uit zoete dromen. En de oude man aan het raam van het stationscafé - je weet welhij zwaaide naar me. Of was het een vluchtige poging om zeurende zorgen weg te wuiven? En dan dat jonge stel achter het muurtje van het plantsoen, het gegniffel en gedempt gefluister.
Er was nog zoveel meer. De bedrijvigheid in het ziekenhuis, het gelach, gerinkel, gerammel, de vele woorden, ontelbare voetstappen, betekenisvolle blikken heen en weer.
Ik ontmoette collega’s, patiënten, bezoekers, ik zag wat hun ogen me vertelden, het plezier, verborgen verdriet, de vermoeidheid en tedere troost, de ontroering, zwijgende bezorgdheid, de ontembare creativiteit, opperste moed,…
Ik luisterde, ik voelde, ik merkte op, ik klopte aan, ik liet,…
En dan was er nog die regendruppel op het raam en dat voorzichtige zonnetje en een verzameling lege drankflessen op de kar en het gekreukte zakdoekje met gedroogde tranen en de geur van een fris boeket op de kamer…
14
Nu zet ik me dus even en vertel je over mijn dag. En al schrijvend denk ik: ‘zoveel medereizigers, bestemmingen, hobbelige en kronkelwegen, zoveel contacten, emoties, zoveel verhalen, zoveel kracht en zoveel fragiliteit.’
Nee, lieve G., hoezeer ik ook mijn best doe, ik kan niet anders dan slechts enkele indrukken delen. Het hele plaatje, de rijkdom en ontelbare nuances zal ik, hoe graag ik het ook wil, nooit echt helemaal aan je kunnen tonen.
Eén ding is zeker: ik was er getuige van. Het is niet onopgemerkt gebleven.
groet, K.
15
Levenbeschouwelijke zorg in het Algemeen Ziekenhuis Jan Portaels (Vilvoorde) Door het decreet van 14 juli 1998 van de Vlaamse Gemeenschap werd het mogelijk gemaakt om een OCMW-ziekenhuis te fuseren met een privé-ziekenhuis indien geopteerd wordt voor de rechtsvorm van een vereniging zonder winstoogmerk. In Vilvoorde was dit de aanzet tot heroriëntering van het ziekenhuisbeleid met de vereiste schaalvergroting en rationalisering in de middelenbesteding tot gevolg. Dit betekende een einde van een verzuild systeem met voor de samenleving een belangrijke meerkost zonder toegevoegde waarde. Op 01 januari 2002 ontstond het Algemeen Ziekenhuis Jan Portaels als fusie van het Van Helmont ziekenhuis (OCMW) en de Sint-Jozefkliniek (Christelijke Mutualiteiten).
Wat betekent dit voor het aanbod aan levensbeschouwelijke zorg? Het AZ Jan Portaels is een open en pluralistische instelling die elke patiënt evenwaardig benadert, met respect voor de ideologische, filosofische en godsdienstige overtuiging en ongeacht de inkomens-, verzekerbaarheidsof vermogenssituatie (opdrachtverklaring van het AZ Jan Portaels). Het aanbod omtrent filosofische en godsdienstige ondersteuning, wordt vermeld in de algemene onthaalbrochure van het ziekenhuis. Bij opname krijgt de patiënt samen met de bundel opnameformuliereneen formulier 'levenbeschouwelijke zorg' waarop hij zijn vraag naar een bezoek of een gesprek kan weergeven. Bovendien bevragen de verpleegkundigen iedere zaterdag de aanwezige patiënten of hij/zij gebruik wil maken van het communie-aanbod en/of een gesprek wenst met een medewerker van de levenbeschouwelijke dienst.
In het AZ Jan Portaels zijn medewerkers voor de katholieke eredienst en voor de vrijzinnighumanistische levensbeschouwing tewerkgesteld. Bij vragen vanuit andere geloofsgemeenschappen wordt beroep gedaan op de lokale dominee, imam, rabbijn of orthodox priester. Hoewel de medewerkers van de dienst levenbeschouwelijke zorg in dienst zijn van het ziekenhuis wordt hun inhoudelijke werking aangestuurd vanuit de zendende instanties. Op deze manier wordt de levenbeschouwelijke eigenheid van de verschillende geloofsgemeenschappen en levensbeschouwingen gewaarborgd. De moreel consulent en de ziekenhuispastor treden op als hoofdaanspreekpersoon voor de hen toegewezen afdelingen. Uiteraard verwijzen zijn in functie van de vraag en/of geloofsovertuiging van de patiënt naar elkaar door. Het doel van de dienstentoewijzing is: - geen dubbele aanwezigheid op de teamvergaderingen (efficiënt tijdsgebruik) 16
- meer aanwezigheid op de diensten. Dit leidt tot meer directe patiëntenondersteuning en meer betrokkenheid bij de teams. Op deze manier worden de ziekenhuismedewerkers gesensibiliseerd in het aandacht hebben voor spirituele, existentiële zorg en wordt maximaal beroep gedaan op hun observatievermogen hieromtrent.
Tijdens de afwezigheid van moreel consulente of pastor, staat de dienst onthaal in voor de organisatie van een eventuele sacramentele zorg, kaderend in de erkende geloofsovertuigingen. Wanneer de dienst onthaal een extramurale oproep doet, verwittigen zij de afwezige medewerkers van de dienst levenbeschouwelijke zorg via mail, zodat deze nadien de nodige follow-up kunnen doen. De procedures voor het oproepen van de moreel consulente of de pastor is door iedere ziekenhuismedewerker te consulteren op intranet. Zij wordt teven uitgelegd tijdens de inscholingsmodules voor nieuwe medewerkers binnen het zorgdepartement.
hun contacten en werkvelden binnen het ziekenhuis, als 'denktank', nagaan op welke manier de palliatieve zorg kan gefaciliteerd worden. Binnen deze stuurgroep wordt van hen een bewaken van het spirituele, existentiële luik binnen holistische zorg verwacht. Vermits zij op alle afdelingen van het ziekenhuis komen, hebben zij een goed beeld over de mogelijke knelpunten, de succesverhalen, ... . De dienst levensbeschouwelijke zorg werkt tevens ieder jaar mee aan een aantal sensibiliserende projecten (in 2011: 'rouw bij kinderen', 'kunst en cultuur in het ziekenhuis').
Hans Heyndels De auteur is voorzitter van het Algemeen Ziekenhuis Jan Portaels sinds 01 januari 2002. Hij nam als ondervoorzitter van het beheerscomité van het voormalige Van Helmont Ziekenhuis (OCMWziekenhuis Vilvoorde) deel aan de voorafgaande fusiegesprekken. Hij schrijft deze bijdrage in eigen naam.
Tweewekelijks is er een formeel overleg tussen moreel consulente en pastor. Inhoudelijk wordt dan overlegd over procedures, afdelingsgebonden materie, organisatie en inhoud ad valvas informatie. De pastor en de moreel consulente maken tevens deel uit van de stuurgroep palliatieve support. Dit is een groep medewerkers uit het ziekenhuis die vanuit 17
Immigratie België vergrijst en verkleurt
Met alle treurnis over het tragische busongeval in Zwitserland is één opmerkelijk cijfer onderbelicht gebleven in de nationale media: 79.448. Dat was het saldo van de internationale migratie – het verschil tussen immigratie en emigratie – naar en uit België in 2011. Als we de emigranten eruit halen, kom je op 130.000 personen die zich alleen al in 2011 vanuit het buitenland in België zijn komen vestigen. Daar zitten de asielzoekers overigens niet bij. Tel die mee en je eindigt op een duizelingwekkende 160.000. De cijfers voor 2011 bevestigen een trend van snel toenemende immigratie naar België. In 1980 was ons migratiesaldo amper 7.000 eenheden. In 2000 stond het op 23.000. Van dan af is het snel gegaan en snel blijven gaan, met saldi die systematisch boven de 50.000 uitkwamen. In 2007 stond de teller al bijna op 65.000, vorig jaar dus op afgerond 80.000. Op één jaar tijd geeft dat een bevolkingsaangroei zo groot als de steden Mechelen of Aalst, en groter dan pakweg Kortrijk of Hasselt. Fenomenaal. Ik trek hieruit drie conclusies. Vooreerst kent België een sterke bevolkingsgroei, die daarenboven geconcentreerd zit in stedelijke gebieden. We zijn nu op weg naar 12 miljoen. Het Planbureau verwacht 13,5 miljoen inwoners tegen het midden van de eeuw.
Dat alles met navenant gigantische noden in huisvesting, mobiliteit, onderwijs, ziekenhuizen, kinderopvang en zo meer. Ten tweede is België – zonder het te beseffen – een onversneden immigratienatie geworden. In verhouding tot onze bevolking halen we bijvoorbeeld meer dan anderhalve keer zoveel immigranten binnen als Canada, waar gecontroleerde, georganiseerde, selectieve immigratie het DNA van de natie is. Europese studies voorspellen dat tussen 30 en 50 procent van onze totale bevolking uit naoorlogse immigratie zal komen te bestaan. Ten derde is duidelijk dat onze demografische toekomst veel meer zal zijn dan de vergrijzing van de babyboomers. We krijgen de combinatie van vergrijzing en verkleuring, met maatschappelijke en budgettaire noden aan beide kanten en met een tussengeneratie die beide rekeningen zal mogen betalen. Immigratie naar België is natuurlijk een vlag met vele ladingen: Europese en nietEuropese immigratie, economische en gezinsimmigratie, studenten, en zo voort. Maar het is geen overdrijving te stellen dat de immigratie voor het overgrote deel niet bewust wordt georganiseerd, maar wordt ondergaan. Beleidsmakers hebben al maatregelen genomen, zoals de verstrenging van de gezinshereniging of het inburgeringsbeleid. Op lokaal niveau, 18
in het bijzonder in de centrumsteden, bestaat al veel terreinkennis en concreet engagement. Maar er is veel meer nodig. Het wordt hoog tijd dat we collectief wakker worden bij de vaststelling dat we een immigratienatie zijn geworden: diversiteit is realiteit. Zoals andere immigratienaties, moet België op alle beleidsniveaus doordrenkt worden van een overkoepelende strategie voor selectie, onthaal, huisvesting, opleiding, integratie en tewerkstelling van immigranten. Als we dat niet doen, dan zal de immigratierealiteit ontsporen, dan zal onze samenleving ontwricht worden en dan komen er acute schaarstes in essentiële maatschappelijke voorzieningen. Het is maar de vraag of onze bewindslieden hiervoor tijdig zichzelf en de – vooralsnog – dominante autochtone bevolking kunnen mobiliseren. We beseffen onvoldoende de omvang en de diepgang van de uitdaging. De dag dat we ze aan den lijve zullen voelen, zal het veel
te laat zijn. “Gouverner, c’est prévoir”, was ooit het dictum. In de moderne democratie is regeren veel te vaak reageren. We hebben dit ondervonden met de vergrijzing: decennia lang zien aankomen, talloze rapporten, vele Cassandra’s en uiteindelijk dweilen we nu met de kraan open. Als hetzelfde scenario zich herhaalt met de immigratie dan dreigt een existentiële samenlevingscrisis. Want de beleidsnoden die immigratie en integratie veroorzaken, zijn veel groter en complexer dan de voornamelijk budgettaire gevolgen van de vergrijzing. Onze demografische evolutie is als de ijsberg waarvan alleen de tip van de vergrijzing zichtbaar is geworden. Als we onze koers niet tijdig aanpassen dan wordt aanvaring onvermijdelijk en zal de averij potentieel desastreus zijn. Als we daarentegen ons huiswerk maken, dan kan de bevolkingsgroei een motor van economische ontwikkeling worden en dan kan immigratie deels de vergrijzing helpen oplossen. “Win-win” of “lose-lose”: aan ons de keuze.
Marc De Vos UGent en directeur van het Itinera Insitute
19
Het schuldig verzuim van de Westerse feministen
Toen ik op de Boekenbeurs in 2006
Vandaag blijven VOK en BOEH
mijn boek De derde feministische golf
muisstil
voorstelde waarin ik de misogyne kanten
hetzelfde eisen. Sterker nog, ze scharen
van de orthodoxe islam aanklaagde, kreeg
zich achter de uitsluitend mannelijke
ik te maken met protesten van onze
woordvoerders van de orthodoxe islam
zogenaamd ‘progressieve’ feministen van
die eisen dat hun vrouwen ‘vrijwillig’ de
het Vrouwen Overleg Komitee (VOK) en
koranische geboden volgen. Ze hemelen
Baas over eigen Hoofd (BOEH). Ze vonden
zogenaamde
dat ik een te eenzijdig beeld van de islam
stemmen op zoals een Tariq Ramadan die
voorhield en dat moslimvrouwen wel
beweert dat moslimvrouwen op ‘hun
degelijk
manier’ hun vrijheid gebruiken door zich
beschikken
over
voldoende
vrijheid. getuigden
de
zes
vrouwelijke moslima’s in mijn boek stuk voor stuk over allerlei vormen van onderdrukking
die
ze
meemaakten
en
verplichte
sluiering,
dagdagelijks
vaststelden
zoals
gedwongen
huwelijken, huiselijk geweld, verstotingen en zelfs eremoorden. Wat die moslima’s helemaal niet begrepen was het feit dat ze steun
kregen
van
westerse
feministen die vroeger zelf nochtans gestreden hadden voor hun rechten zoals anticonceptie,
abortus,
buitenshuis
werken, vrije partnerkeuze, geen kinderen krijgen,
het
strafbaar
stellen
van
verkrachting ook binnen het huwelijk, de vrijheid om zich te kleden zoals ze willen, gelijk
hun
moslimzusters
‘gematigde’
islamitische
juist te sluieren, door te huwen met een
Nochtans
geen
wanneer
loon
voor
gelijk
werk,
partner die de ouders voor hen kozen. Tegelijk sluiten ze hun ogen en oren als diezelfde Ramadan doodleuk zegt dat hij hooguit een moratorium wil invoeren met betrekking tot de steniging van vrouwen die een misstap zouden hebben begaan. Ze blijven doofstom over het feit dat de vluchthuizen
voor
vrouwen
hier
verhoudingsgewijs veel meer islamitische dan autochtone vrouwen tellen. En ze blijven al helemaal stil als strijdbare vrouwen zoals Ayaan Hirsi Ali, Nahed Selim, Naema Tahir, Yasmine Allas, Naima El Bezaz, Chahdort Djavann, Fadela Amara, Caroline Fourest, Taslima Nasreen en vele anderen de onmenselijke praktijken van de orthodoxe islam aan de kaak stellen.
het
Nu blijkt dat een imam van de
doorbreken van het glazen plafond,
grote Al Amal-moskee in Anderlecht zich
enzovoort.
radicaal keert tegen de Internationale
20
Vrouwendag die al sinds 1921 gevierd
Opnieuw blijven onze zogenaamd
wordt als herinnering aan de strijd die
‘progressieve’ feministen muisstil. Terwijl
vrouwen hebben moeten voeren om
ze nochtans moord en brand schreeuwden
dezelfde rechten als mannen te bekomen,
toen Karin Heremans, de directrice van
een strijd die ook in onze contreien nog
het Koninklijk Atheneum in Antwerpen
niet beslecht is en dus moet worden
een hoofddoekenverbod in haar school
doorgezet. Dat is de reden waarom
instelde omdat ze vaststelde dat onder
vrouwen én mannen zich verder moeten
invloed van orthodoxe moslims de sociale
inzetten om vrouwen gelijke rechten te
druk op de meisjes in haar school om een
geven.
hoofddoek te dragen niets met vrije keuze Maar de imam is het daar niet mee
eens. Hij noemt de Vrouwendag ‘een joodse uitvinding, die niet past bij de moslimcultuur en die enkel gevierd wordt door onwetenden en partijpolitici’. Wie in Brussel
een
islamitische
boekhandel
binnenstapt krijgt daar een aanbod van publicaties met adviezen hoe een ‘goede’ moslimvrouw zich moet gedragen. Ze moet de wens van de ouders volgen en trouwen met de man die ze voor haar kiezen, ze moet zich zoveel mogelijk sluieren om mannen niet te verleiden, ze mag geen hand geven aan andere mannen dan haar echtgenoot of vader, ze mag niet samen met andere mannen zwemmen, ze
te maken had. Terwijl ze ‘boe’ riepen en samen met één volksvertegenwoordiger van Groen (Els De Bens) schande spraken van het boerkaverbod dat door het federaal parlement werd goedgekeurd. Het wordt dringend tijd dat de leden van VOK en BOEH hun blinddoek afzetten en de feiten onder ogen durven zien. Namelijk dat in ons land de orthodoxe islam aan een opmars bezig is die regelrecht
ingaat
tegen
de
Verlichtingswaarden waar onze ouders, en vooral onze moeders, in het verleden zo hard
voor
gevochten
hebben.
Hun
oorverdovende stilzwijgen lijkt steeds meer op schuldig verzuim.
moet haar echtgenoot gewillig zijn zeker als het op seks aankomt, ze moet best zo snel mogelijk trouwen en al haar tijd besteden aan haar man en kinderen,
Dirk Verhofstadt
enzovoort.
21
De Kerk en haar gebouwen
In de vorige editie van de “Toorts” werd de aandacht gevraagd voor het onevenwicht tussen aanbod en gebruik van parochiekerken en pastorieën. Voorgesteld werd, binnen het stadsbestuur, een dialoog op gang te brengen waarbij het burgerlijk bestuur en de kerkelijke overheden zouden nagaan welke de toekomstmogelijkheden zijn van de rooms-katholieke kerkgebouwen in onze stad. Deze materie werd ter sprake gebracht respectievelijk in de cultuurraad van 20 maart 2012 en de seniorenraad van 4 mei 2012.
De cultuurraad heeft beslist de conceptnota en de brief van Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur door te verwijzen naar de werkgroep “erfgoed”. In de Vilvoordse Adviesraad voor Seniorenbeleid werd reeds herhaaldelijk het probleem besproken van het tekort aan ruimte voor verenigingen met maatschappelijke functies (in casu dienstencentra of buurthuizen in Koningslo en Faubourg). In deze materie was de burgemeester van mening dat dit moest besproken worden met het OCMW.
De cultuurraad is inderdaad bevoegd een advies te geven omdat sommige van deze gebouwen een cultuurhistorische waarde hebben. Bij eventuele rationaliseringen ingevolge de samenvoeging van parochies, kunnen seculiere herbestemmingen overwogen worden voor kerkgebouwen waarvan de financiële investeringen, zowel van kerkelijke als van burgerlijke overheden, in wanverhouding staan tot het gebruik. Mits een gespecialiseerd advies zou deze ruimte kunnen aangepast worden voor een nieuwe bestemming. De burgemeester was van mening dat het probleem zich in onze stad niet stelt omdat alle kerkgebouwen nog gebruikt worden en dat in de eerste plaats de bespreking over de toekomst van deze gebouwen moet gebeuren in de respectievelijke parochies en kerkfabrieken. Het zou natuurlijk bijzonder interessant zijn het gebruik na te gaan op basis van cijfers. Daarenboven heeft, naast de kerkelijke overheid, ook de subsidiërende overheid recht op inspraak. Ook mag niet vergeten worden dat het christelijk erfgoed ook door buitenkerkelijken, als belastingbetalers, moet kunnen gebruikt worden. Denken wij maar, als voorbeeld, aan het deeltijds openstellen van de tuin van de basiliek.
In het dagblad de “Morgen” van 11 april 2012 heeft Jan de Zutter, kunsthistoricus en lector aan de faculteit vergelijkende godsdienstwetenschappen in Antwerpen, een bijzonder interessant artikel aan dit onderwerp gewijd. Zijn besluit: christenen, niet- en andersgelovigen kunnen samen bijdragen tot het heroriënteren van het gebruik van kerkgebouwen. Dit is een zeer ingewikkelde en gevoelsgebonden materie die zeker geen succes haalt in een voorverkiezingsperiode. Het loont echter de moeite er over na te denken wetend dat de meerjarenbeleidsplannen alleszins door de volgende bestuursmeerderheid zullen moeten opgesteld worden. De in de nota van de Minister vermelde op te richten werkgroep kan er toe bijdragen dat de schaarser wordende financiële middelen in het belang van alle burgers meer doelgericht worden gebuikt.
Felix Libeer
22
“The Madisonian dilemma of avoiding tyranny by either the majority or minority”
Kunnen waarden universeel zijn? Of is die universaliteit slechts een illusie, een Westerse dwaling? Is er sprake van Westerse arrogantie? Moeten we die waarden blijven koesteren en elke afzwakking, elke inbraak, meer dan kritisch en argwanend bekijken? Kunnen / moeten de grondwet en het burgerschap de fundamenten van de publieke identiteit zijn. Hoe een ethiek van het samenleven, vrij van individualistische revendicaties en communautaristische trekjes, veilig stellen?
Kritiek op het universalisme Het moet gezegd: de kritiek op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) is even oud als de verklaring zelf. Eind de jaren 40 leverden Amerikaanse antropologen al kritiek. De bekendste was Herskovits die in 1947, bij het geven van advies bij het opstellen van de Universele Verklaring, betreurde dat “a statement of the rights of men to live in terms of their own traditions” ontbrak. Hij vreesde dat de Universele Verklaring niets anders was dan een poging was om de Westerse waarden op te dringen aan andere culturen. Er was en is bij sommigen dan ook nog steeds sprake van “mensenrechtenimperialisme”. Eerlijkheid gebied te stellen dat op dat ogenblik amper een zestigtal landen vertegenwoordigd waren bij de Verenigde Naties. Kolonialisme en neo - kolonialisme waren een feit. Herskovits legde samen met andere antropologen zoals Franz Boas en Ruth Benedict de basis van wat de geschiedenis in zou gaan als het “cultureel relativisme”.
De acceptatie van universele waarden oscilleert, grof geschetst, bij critici, tussen integrale verwerping en onvolledige acceptatie. Herhaaldelijk zijn splijtzwammen te ontdekken in de respectieve discours. Zo is binnen “Aziatische middens” al eens te horen dat het eerder individualistische karakter van bepaalde rechten in strijd is met de eerder collectivistische Aziatische waarden. Ook andere regeringsleiders en vertegenwoordigers benadrukken met de regelmaat van een klok de eigen waarden en de grote verschillen tussen Oost en West. Aziaten en Afrikanen staan niet alleen wat betreft hun kritiek op de “universaliteit” van bepaalde waarden en normen. Ook islamitische regeringen en organisaties nemen vaak uitdrukkelijk afstand van de mensenrechten. “De woorden Islam en mensenrechten in één adem vernoemen is zo goed als zich wagen in een ideologisch mijnenveld.”, zo poneerde professor M. Storme, verwijzende naar de uitspraak van de Iraanse UN-ambassadeur, Sa’id Raja’l Khorasani dat “The Universal Declaration of Human Rights, which represented 23
secular understanding of the JudeoChristian tradition, could not be implemented by Muslims and did not accord with the system of values recognized by the Islamic Republic of Iran; his country would therefore not hesitate to violate its provisions, since it had to choose between violating the divine law of the country and violating secular conventions.” Mensenrechten worden, binnen vele gemeenschappen, nog vaak als kompasloze waarden gezien. Eigen versies werden dan ook ontwikkeld. Verwezen kan worden naar de Cairo verklaring van de mensenrechten (een verklaring van de lidstaten van de Organisatie van de Islamitische Conferentie). In deze verklaring is de islamitische wetgeving (de sharia) het uitgangspunt. Nationale en regionale particulariteiten, historische, culturele en religieuze elementen spelen dus een belangrijke rol. De vraag naar de universaliteit van de mensenrechten is niet onbelangrijk. Het in vraag stellen van het “universele” karakter is onrechtstreeks een aantasting van het bouwwerk van de Verenigde naties en van het elementaire normenstelsel van de rechten van de mens. Enige zin voor relativering is in deze materie natuurlijk noodzakelijk. De variatie in tijd en ruimte van waarden, normen, richtlijnen en sociale codes is een feit. De cultureel relativisten betogen echter dat dergelijke “specificiteiten, “particulariteiten” dan ook niet zo maar (rechtmatig) bekritiseerd mogen / kunnen worden door “buitenstaanders”. Kritiek op het universalisme typeert ook politiekfilosofische stromingen. De bekendste hier
zijn de postmodernisten en de communautaristen, die onomwonden stellen dat normen en waarden kind zijn van gemeenschap(pen) waarvan individuen deel uitmaken. Normatieve universaliteitspretenties zijn dus een illusie. Bedenking: is prioritaire autochtoniteit ook hier niet veraf? Vele critici verwijzen (zie hiervoor) naar het beperkte aantal deelnemers aan de opstelling van de Universele verklaring midden vorige eeuw. Er zou aldus een representativiteitsprobleem geweest zijn. De vraag is echter of dit initieel “beperkte” draagvlak afbreuk doet aan de geldigheid van de basisveronderstellingen. Weerspiegelt dit trouwens niet een eerder statische visie op mens en samenleving? Sinds de totstandkoming van de Verklaring in 1948 werd deze trouwens door een niet onbelangrijk aantal verdragen aangevuld (Internationaal verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden…). Deze internationale verdragen vormen samen met de UVRM een echte “Bill of Rights”, een internationale “code of conduct” dus. Amnesty International waarschuwde er al herhaaldelijk voor dat elementaire rechten, grondrechten, die verondersteld worden voor iedereen waar dan ook ter wereld geldig te zijn, aangevochten worden door regeringen, organisaties en machthebbers. Binnen internationale organisaties heerst echter vaak onenigheid. Bekend zijn de discussies die werden gevoerd over het ageren voor de vrijlating van gevangenen die omwille 24
van hun geaardheid opgesloten werden. Zelfs vertegenwoordigers uit nongouvernementele organisaties uit Aziatische, Afrikaanse en Latijns Amerikaanse landen hadden het er moeilijk mee. Zoals al dikwijls gesteld zijn de tegenstellingen op het vlak van mensenrechten meestal terug te brengen tot wanhopige pogingen van machtsmisbruikers (politieke heersers, religieuze autoriteiten…) om hun “macht” te motiveren verwijzende naar hun “specificiteit”, door te wijzen op het anders zijn van hun cultuur. Het zijn vaak deze politieke en religieuze leiders, met in hun kielzog hun ontelbare adepten, die het universalisme in twijfel trekken. En zij worden gehoord en spijtig genoeg soms gesteund. De vraag is echter of wij ons niet meer moeten laten leiden door de stem van de slachtoffers… Vraag is trouwens of de relativisten niet de neiging hebben de verschillen tussen culturen te overdrijven. Bestaan er aan de oppervlakte grote verschillen, dan moet worden vastgesteld dat er op het niveau van fundamentele uitgangspunten meestal duidelijk overeenkomsten te zien zijn. Stelt men in vele religies, in vele culturen, niet vast dat men moord, diefstal, foltering en bedrog eigenlijk verwerpelijk vindt. Morele geboden en verboden zijn overal te vinden. Verregaand relativisme kan immers zowel op empirische, als op normatieve gronden worden aangevochten. De vraag is welke prijs men wenst te betalen voor het cultureel relativisme. Hiermee komt men automatisch ook bij de vraag tot waar de
bescherming van de culturele diversiteit mag gaan. Welke zaken kunnen niet meer door de beugel? Is relativisme dan toch te verkiezen? De strijd is duidelijk niet gestreden. Universalisten die pleiten voor een universele gelding staan soms lijnrecht tegenover de voorstanders van particularismen. Deze laatsten pleiten er voor om zich wat discreter op te stellen. Vaak valt het begrip “superioriteitsdenken”. Moet men zich steeds onthouden van een oordeel? Wanneer bereikt men de grens. Wanneer komt men terecht in nihilisme? “When in Rome, act as a Roman”, kan ook gevaren inhouden. Vaak zijn stemmen te horen die argumenteren dat men gelijkheid enkel kan bewerkstelligen wanneer men culturele specificeiten wil erkennen. Kan achterstelling van de vrouw echter vergoelijkt worden door religieuze en culturele factoren? Kan men doodstraf legitimeren door te verwijzen naar religieuze, maatschappelijke stelsels? Kan, zoals islamitische fundamentalisten het stellen, het “mensenrecht” ondergeschikt worden gesteld aan het “Islamitisch recht”. Een beperkte zoektocht brengt aan het licht dat de hiervoor aangehaalde problemen zich niet enkel op de internationale fora aanbieden maar dat deze problemen, zich overal en zeker in immigratienaties (en België is wat dat betreft op wereldvlak onbetwistbaar de koploper) manifesteren. Professor Bovens, rechtsfilosoof, stelde dan ook de vraag of in de 25
strafrechtketen rekening moest worden gehouden met de enorm toegenomen diversiteit. Moeten dus, dit is zijn vraag, deze veranderingen ook normende gevolgen hebben. Tot waar willen we gaan. Wat dan met gegevens als eerwraak, doden uit eerverlies, tovenarij, clandruk, seksuele verminking, rituele slachtingen, verplichte huwelijken … Cultuur als verweer? Complex wordt het wanneer men het terrein van het (internationale) privaatrecht betreedt. Subnationale en transnationale culturen zijn immers niet steeds terug te vinden in het recht van die andere staten. Anders gesteld: gemeenschappen vallen niet langer samen met een welafgebakende nationaliteit. Wat met de mudawwana (het personenen familierecht). Een recent verschenen studie (KU Leuven) toont aan dat familierecht één van de rechtsgebieden is dat (zelfs na de hervorming) nog steeds in belangrijke stoelt op de principes van de islam. Ook in andere rechtstakken zijn er voorbeelden te vinden. Zo is er ook natuurlijk de discussie betreffende het dragen van de hoofddoek, de dolk van de Sikh of het in Nederland gekende geval “de werkgever volgens Chinese maatstaven”. In Nederland oordeelde de Hoge Raad dat “voor het nader bepalen van de arbeidsrelatie binnen een Chinese gemeenschap met de maatstaven van die gemeenschap rekening moest worden gehouden. In Engeland bestaat sinds 1976 de Race Relations Act. Een gemeenschap kan hierdoor als “Race” worden erkend en genieten van een bijzondere behandeling. Zo kregen de Sikhs een bevoorrechte behandeling wat het dragen van de tulband en de baard betreft. In Nederland
vroeg een strafverdediger uitdrukkelijk om een beklaagde te laten onderzoeken door een Surinaamse psychiater en niet door een Nederlandse psychiater. Een andere “aanpassing” heeft betrekking op de “zware belediging”. Zoals bekend wordt dit in bepaalde culturen gezien als een “verschoningsgrond” wat soms een strafvermindering kan impliceren. Wat met het “hawala - bankieren” (het “ondergronds” controleloos bankieren) dat bijvoorbeeld binnen Pakistaanse gemeenschappen wordt gebruikt om geld naar het thuisland te sturen. Wat met de Surinaamse vrouw die aangifte doet van een “poging tot doodslag” omdat een wintibetovering over haar werd uitgesproken. Wat vangt de politieman aan met dergelijke aanklacht. Hoe moet de rechter hiermede omgaan. Deskundigen wijzen er op dat men zich kan verwachten aan strafzaken waarin bezetenheid en demonen een rol spelen. Kernelementen Rechtsfilosofen stellen zich de vraag welke elementen tot de kernelementen van het recht zullen blijven behoren. Tezelfdertijd laken zij het gebrek aan concrete informatie betreffende het binnendringen van het andersculturele in de rechtsgang. Bepaalde auteurs betogen dat deze overwegingen niet steeds duidelijk terug te vinden zijn in de eigenlijke finale motivering. Daarnaast wordt opgemerkt dat heel wat “aanpassingen” weggefilterd worden via het bemiddelingsen het hulpverleningscircuit.
26
Enkele vragen komen onmiddellijk bovendrijven: hoe bewaar je de legitimiteit van rechtstaat onder minderheden en wat met het gelijkheidsbeginsel? Wanneer krijgt men te maken met verkrampte indentitaire revendicaties, met gettovorming? Kan “cultuur” eigenlijk wel een excuus zijn voor een laakbare, een strafbare daad? “Cultural defense” in actie dus. Wat doe je bijvoorbeeld met iemand die hier 1 jaar verblijft versus met iemand die hier 10 jaar verblijft. Vanaf wanneer wordt iemand verondersteld kennis te hebben van de waarden en normen binnen de “ontvangende gemeenschap”. Vanaf wanneer heb je te maken met gemeenschappen en minderheden waarvoor een apart kookboek hebt? En met hoeveel moeten die dan zijn? Vanaf wanneer kunnen voor een gemeenschap typerende elementen, niet langer genegeerd worden. Moet ik de “ernstige belediging” aanvaarden als verschoningsgrond? Moet ik “hanggedrag” zonder meer aanvaarden? Moet ik niet verder aandringen op een bekentenis wanneer ik iemand betrap op diefstal, omdat dit publiek gezichtsverlies en schaamte voor zichzelf en zijn familie zou impliceren (daar waar in onze cultuur schuldbekentenis centraal staat.). Moet men bruidjestoerisme en kidnapping van kinderen “begrijpen”? En wat doe ik met die culturen die lijfstraffen hanteren voor misdadigers, die vrouwen stenigen, die de vrouw minderwaardig maken aan de man, die clitorectomie stimuleren, die religieus fanatisme verspreiden, die gedwongen huwelijken in stand houden,
gemeenschappen waar geboorte je rang en status zal bepalen, waar studiekansen vaak geslachtsgebonden zijn, waar de intellectuele elite onderdrukt wordt, die hun schrijvers executeren (denk aan Tahar Djaout)... Of vraagt het gelijkheidsbeginsel net een differentiatie, een verschil in de aanpak. Maar hoe verkoop ik dat dan aan het slachtoffer. Hoe breng ik dit in evenwicht met rechtsgelijkheid, waarden en normen, bescherming van de burger? Hoe kom ik niet terecht in een justitie à la carte. Kan ik elementaire rechten zo maar kneden? Een aantal problemen eigen aan het toegestane spanningsveld tussen gelijkheid en identiteitsbeleving zijn van dien aard dat ze al bij al gemakkelijk kunnen worden opgelost. Zo is er - tot op zekere hoogte - geen probleem met betrekking tot bepaalde “intra muros” aangelegenheden. Wat men eet, hoe men kookt … Het deert ons niet echt … zolang we bepaalde dingen niet mee moeten eten… Voor zwak geïnstitutionaliseerde aangelegenheden zoals lijkverzorging, feestdagen, rituele slachtingen kunnen trouwens, mits wat goede wil, alternatieven worden gevonden. Daarnaast kan er niet omheen dat voor een aantal aangelegenheden het spanningsveld te groot is. Men overstijgt hier de botsing met wat men “lokale” waarden, verworvenheden, kan heten. Vaak zijn zij ook in strijd met universeel erkende waarden. Hierbij kan worden gedacht aan (zie ook hiervoor) vrouwenonderdrukking, het uitvaardigen van Fatwa’s, lichaamsverminking, genitale verminking, dierenmishandeling … Is een belangrijk gevaar niet dat men de cultuur 27
zal inroepen als verschoningsgrond voor alles en nog wat. Vormen de groep van de “belastingsontduikers” ook een cultuur en moeten we dit dan aanvaarden. In de pers zijn talrijke voorbeelden te vinden van “de emotie van het moment”. Op basis van emotivistische argumentatie wordt gevraagd om af te wijken van bepaalde algemene regels. De uitzonderingen stapelen zich dan op. Het gelijkheidsbeginsel komt dan op de helling te staan. Wordt de interne consistentie van het recht niet aangetast. Wanneer wordt tolerantie in feite een geciviliseerde versie van “laisser - aller”, van onverschilligheid, van intolerantie? Is “baas in eigen kring” geen “neo verzuiling”? Het pretpark Deze problematiek was o.m. onderwerp van het boek “Natuurrecht, cultuurrecht, conservatisme. Grondslag van de democratische rechtstaat.” van de Leidse hoogleraar Paul Cliteur. Hij meent dat er een rechtsfilosofie kan worden opgebouwd die stoelt op beginselen, die dan wel niet eeuwig, maar ook niet volledig relatief zijn. Cliteur vindt dat de sociale cohesie in de samenleving alleen maar in stand kan blijven ‘wanneer men zich oriënteert op de “Republiek”. Naarmate tegenstellingen, differentiëring, steeds groter worden, dient de staat zich des te “neutraler” op te stellen en dit in ieders voordeel. Het gevaar is immers niet ondenkbeeldig dat verschillende systemen naast elkaar ontstaan.
Zo pleit Afshin Ellian (Nederlandse rechtsgeleerde, filosoof, hoogleraar Sociale cohesie, burgerschap en multiculturaliteit aan de Universiteit Leiden) onomwonden voor een monoculturele rechtsstaat en één grondwet. De grondwet wordt door hem gezien als het cement van de politieke orde. Dat dit mogelijk is bewijzen de Verenigde Staten als land waar “allen” één werden onder de grondwet (E pluribus unum). Het zou ander onmogelijk zijn mensen afkomstig uit diverse rechtsordes en rechtsculturen te laten samenleven. De neutrale grondwettelijke beginselen geven de burgers de beschermende ruimte en de mogelijkheid om - binnen bepaalde grenzen - divers en zelfs tegenstrijdig te zijn. Staatsburgerschap kan echter niet worden vervangen door transnationalisme. De idealen van de Verlichting verdienen beter dan een pretpark.
We moeten, om Assita Kanko te citeren, fabrieken van halve burgers vermijden.
Alain Vannieuwenburg
28
Aankondigingen en oproepen Vrijzinnige Trefdag deGemeente.nu kiest voor seculier samenleven 23 juni 2012, 10u Universiteit Antwerpen, Prinsstraat 13 2000 Antwerpen De Vrijzinnige Trefdag handelt over de scheiding tussen kerk en staat in uw gemeente. Aan de hand van een enquête, een voortraject van provinciale denkavonden én workshops in de voormiddag zullen we op 23 juni de aanzet geven tot een witboek, dat we ter gelegenheid van de gemeenteraadsverkiezingen aan onze lokale politici en mandatarissen zullen aanbieden. In dit witboek formuleert de vrijzinnige gemeenschap een aantal concrete aanbevelingen rond scheiding van kerk en staat op lokaal vlak en behandelt ze een aantal typische casussen waarop ze een antwoord geeft. Naast het denken staat er ook veel doen op het programma. We bieden volop gelegenheid om te netwerken. Beroepskrachten en vrijwilligers van de ganse vrijzinnige gemeenschap kunnen elkaar beter leren kennen en maken ook kennis met geïnteresseerde politici. In de namiddag genieten we van een erudiete babbel tussen Dirk Verhofstadt en Paul Cliteur over hun recent uitgebrachte boek ‘In gesprek met Paul Cliteur. Een zoektocht naar harmonie’. Daarna wordt de nieuwe prijs DeMens.nu uitgereikt voor het beste non-fictieboek van de afgelopen twee jaar in de Nederlandse taal. Last but not least sluiten we af met een optreden van Warre Borgmans en Jokke Schreurs: humor en prachtige muziek gegarandeerd! Achteraf nodigen we iedereen uit voor een vriendschappelijk glas. Inschrijven voor de vrijzinnige trefdag
Graven in de moderniteit De Belgische kunstliefhebber wordt dit jaar extra verwend met een uitzonderlijk rijk aanbod in eigen land. Drie evenementen overstijgen het nationale niveau en rechtvaardigen de verplaatsing daarnaartoe. Beaufort, de triënnale voor hedendaagse kunst aan zee, is ondertussen aan haar vierde editie toe, en biedt met haar evenwichtige selectie van nationale en internationale kunstenaars ook aan niet-zonnekloppers een valabele reden om onze kuststreek te bezoeken. TRACK, het Gentse kunstevenement, nodigt het publiek uit het stadscentrum historisch, architecturaal, cultureel en mentaal te gaan verkennen. Sommige criticasters bestempelen het evenement als veredelde citymarketing, maar dat mag een mens niet tegenhouden om eens door de stad der stroppendragers te struinen en en passant ook even Sint-Baafs binnen te lopen. Van de drie evenementen die dingen naar internationale aandacht is het evenwel het Limburgse evenement dat de hoofdvogel afschiet. In Genk strijkt immers de reizende internationale biënnale Manifesta neer, één van de meest gerenommeerde kunstevenementen in Europa. Manifesta, gericht op de dialoog tussen kunst en samenleving in Europa , is een op de lokale gemeenschap geënt project en gaat bewust op zoek naar gebieden die volop in ontwikkeling zijn. Twee jaar geleden was het kunstplatform om die reden beland in Murcia, een oude Moorse stad en tevens hoofdstad van de gelijknamige regio. Voor de 9de editie werd Genk uitgekozen, een stad die haar industrieel erfgoed op een intelligente
manier koestert en de afgelopen jaren reeds bewezen heeft dat de reconversie van de mijnsites een verhaal is van opgelijste opportuniteiten en aangegrepen kansen.
De naam van de tentoonstelling, The Deep of the Modern, valt zeer letterlijk te nemen. De geschiedenis en de impact van de mijnbouw wordt rechtstreeks in verband gebracht met het modernistisch project van de 19de en 20ste eeuw. De teleologie van de moderniteit bleek uiteindelijk te berusten op wankele premissen en als een reus op lemen voeten stuikte het project dan ook in elkaar. De flirt met het postmoderne relativisme ten spijt blijft de moderniteit echter meer opwekken dan alleen maar nostalgie. Met koningen gaat het ook zo, de moderniteit is dood, lang leve de moderniteit. De gedachte dat mens en maatschappij maakbaar worden geacht, houdt stand als verboden vrucht en zet de mensen aan tot dadendrang. Hoe illustratief voor dit alles de evolutie van Waterschei. Eeuwenlang een arm Kempens heidegebied, werd Waterschei in het begin van de 20ste eeuw één van de zeven mijnzetels uit het Kempens steenkoolbekken. De drie Genkse mijnsites, Waterschei, Zwartberg en Winterslag, maakten Genk al snel tot één van Vlaanderens belangrijkste industriekernen. De sluiting van de mijnen zorgde dan ook voor de nodige sociale onrust en dwong de regio tot een intensieve herbronning. De tentoonstelling op de mijnsite van Waterschei is wat dat betreft illustratief voor de bloeiende dynamiek die de reconversie aldaar teweeg heeft gebracht. 30
mogelijkheid aanboren om de mijncultuur een plaats te geven in het collectief geheugen.
Het mijngebouw André Dumont, opgebouwd in art-decostijl, is zelf één van de sterren van de tentoonstelling. Het historisch monument ademt een complex verleden uit en is de ideale locatie om deze reizende biënnale in te huisvesten. De Mexicaanse curator Cuauhtémoc Medina heeft optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de site te bieden heeft. Op een doordachte en diepgravende manier verwerkt hij de sociaaleconomische geschiedenis in de tentoonstelling, niet alleen door een apart historisch luik in de tentoonstelling te incorporeren, maar ook door deze historische context als rode draad voor het kunstluik van de tentoonstelling te hanteren. Zelf omschrijft hij zijn bedoeling als volgt: “Terwijl ik oude mijnsites in Limburg bezocht en de lokale organisaties en personen ontmoette die de herinnering en het erfgoed van de Kempense mijnstreek willen bewaren, voelde ik de behoefte om de relatie tussen de hedendaagse kunstproductie en het bewustzijn van de historiciteit van de kapitalistische modernisatie in vraag te stellen.” Hij slaagt er wonderwel in. In 17 tons, het erfgoedluik waarvan de naam refereert aan 16 tons, het beroemde mijnwerkerslied van Merle Travis, staan de reminiscenties aan de mijnwerkerscultuur centraal. Vooral sterk aan dit luik is dat de tentoonstellingsbouwers er in slagen de lokale anekdotiek te overstijgen en zo de
Turkse bidmatjes doen ons herinneren aan de tijd dat de Turkse arbeiders nog als gasten werden bekeken in ons land en dat ze nog niet werden bestempeld als allochtonen, met de ganse waaier aan niet al te fraaie connotaties die hier aan vast plakt. Roco Grannata, icoon van een volkscultuur die vervlogen lijkt, krijgt een verdiend schrijn. Marina werd één jaar na expo ’58 uitgebracht, toen ons land even de wereld was, en niet het plein onder de kerktoren. Ook intrigerend: de levens van de mijnwerkers, gereduceerd tot boekjes. Je voelt de aandrang deze livrets des ouvriers door te bladeren, de beduimelde bladzijden aan een nader onderzoek te onderwerpen, om zo te trachten door te dringen tot de essentie van het mijnwerkersbestaan. The age of coal, het kunsthistorische luik, is bedoeld als scharnierpunt tussen het historische en het hedendaagse luik. Eerder dan uit te gaan van de opeenvolging van stromingen die zo typerend is voor de moderniteit, staat de transformatie van het landschap centraal en hoe die op zijn beurt de kunstproductie heeft beïnvloed. Niet te verwonderen dus dat je werk terug vindt van Constantin Meunier en Frans Masereel. Maar ook enkele tekeningen van Henry Moore, toch vooral bekend om zijn beeldhouwwerk, vallen te bewonderen. Claustrofobie overvalt de toeschouwer bij het 31
bekijken van de gewrongen lijven in de krappe ruimten. Een hoofdrol in dit luik is weggelegd voor Marcel Broodthaers. Vanaf 1966 begon de Belgische neodadaïst steenkool te gebruiken in zijn werken. Het hoefden voor hem blijkbaar niet altijd mosselen te zijn om de absurditeit van onze tricolore identiteit in vraag te stellen. Bolivian Coal Mine, een uit kolen samengesteld werk van de postminimalistische landscapeartiest Richard Long komt in deze ruimte veel beter tot zijn recht dan in het Tilburgse museum De Pont, waar het onderdeel van de collectie is. Het lijkt alsof Long, gefascineerd door de menselijke ingreep in de natuur, bedoeld heeft dat dit kolentapijt hier ooit zou komen te liggen. Maar ook Les régistres du GrandHornu, de installatie van Christian Boltanski, past voortreffelijk. De muur van tinnen blikken, bedekt met de registratienummers en foto’s van mijnwerkers die werkzaam waren in de steenkoolmijn Le Grand-Hornu, tracht de mijnwerkers uit de anonimiteit te halen en refereert op die manier aan de in het erfgoedluik tentoongestelde livrets des ouvriers. Al enigzins overdonderd door de voorgaande luiken, wordt de toeschouwer vervolgens geconfronteerd met Poetics of Restructuring, waar 39 hedendaagse artiesten de mondiale veranderingen in productiesystemen als uitgansgpunt voor hun eigen artistieke productie nemen. De geometrische tekeningen die de Coal Drawing Machine produceert, een installatie van de Mexicaanse kunstenaar Carlos Morales, combineren de accuraatheid van de computergedreven plottermachine met het gebruik van houtskool, het meeste elementaire grafische gereedschap voorhanden. De Chinese Ni Haifang laat ParaProduction zien, een onaf werk waar vooral het productieproces zelf in de kijker komt te staan. Het massief aaneengenaaid object van
textielresten slaagt er juist door zijn intrinsieke nutteloosheid in zowel de waanzin van de massaproductie als die van de artistieke productie aan te kaarten. Dat uitgerekend Joke Schauvliege, carnale readymade, zich er tijdens haar rondleiding toe geroepen voelde om achter één van de naaimachines te kruipen, gaf aan het werk nog een onverwachtse dadaïstische toets. L.H.O.O.Q. revisited. Nog een straf werk is dat van Jota Izquierdo. Met zijn multimediainstallatie Capitalismo Amarillo: Special Economic Zone schetst hij een panoramisch beeld van ons absurd economisch systeem, dat in al zijn facetten berust op schijn en bedrog. En ook niet te vergeten: de foto’s van Paolo Woods uit zijn serie Chinafrica. Je kan bij het bekijken niet anders dan stilstaan bij ons eigen koloniale verleden. Anderzijds slaagt de fotograaf door middel van een paar gealiëneerde maar rake beelden het economische neokolonialisme van China treffend weer te geven. En alsof dit alles nog niet voldoende is, kan je je als toeschouwer naast The Deep of the Modern laten overdonderen door Manifesta Parallel Events. Maar liefst 98 projecten worden aangeboden aan de bezoekers. Wellicht iets voor mensen die een 14-daagse vakantie in Limburg gepland hebben. “Al onze pogingen ten spijt om de moderniteit te overstijgen, de decontrueren of te bekritiseren, lijken we er nog steeds door betoverd.” Viktor Misiano, voorzitter van de internationale stichting Manifesta, slaagt de nagel op de kop. Het postmodernisme is dan ook niet meer dan een verhaaltje. Het gepropageerde relativisme van het postmoderne discours bracht helaas wel met zich mee dat de kritische mens in slaap werd gesust en de contraverlichting met hernieuwd elan het denken van de massa kon vertroebelen. De huidige neoliberale dystopie valt dan ook op conto te schrijven van de 32
postmodernisten, volledig in de waan gewenteld dat zij zich niet door illusies zouden laten verblinden. Maar aan ideologie valt nu eenmaal niet te ontsnappen, hoe verwoed de postmoderne liefhebbers van de wijsheid dat ook hebben geprobeerd. De gapende afgrond is ondertussen een realiteit voor ons allen. De poging van Habermas om het modernistisch project te redden mag om die redenen dus niet als naief worden opzij geschoven. Kritisch benaderd en bijgeschaafd, dat wel. Wie dit jaar op Art Brussels heeft rondgelopen, heeft kunnen constateren dat de semantische verschraling van de artistieke productie meer regel dan uitzondering is geworden, en dat het louter steriele sensatiezucht is die de adepten van de vrolijk ‘vrije’ kunstmarkt op de knieën doet vallen, in volle bewondering voor de profeet van de dag. Zo kon je je vergapen aan de overgewaardeerde kitsch van Damien Hurst, überpatser van de hedendaagse kunst. Much ado about nothing, inderdaad. Waar blijven toch die pek en veren?
9 benadrukt de waarde van het project zelf, de opvatting van de tentoonstelling als een vorm van bewustmaking. Door dat te doen, ontdekt het iets nieuws – het begrijpen van het huidige moment als een tijdelijke complexiteit. In zijn eeuwigdurend modernistische poging om zichzelf opnieuw uit te vinden, heeft Manifesta begrepen dat het verleden ‘hedendaagser’ kan zijn dan het heden. Dit idee is geen openbaring, het zou zelfs als evident kunnen worden beschouwd, maar het behoeft maturiteit om dit met diepgang uit te drukken.” Net dat inzicht in de gelaagdheid van de context, een inzicht dat nog eens geaccentueerd wordt door de kruisbestuivingen die de gelaagde opbouw van de tentoonstelling met zich meebrengt, maakt van The Deep of the Modern zo’n krachtige tentoonstelling en zorgt er voor dat ze nog lang nazindert. Neem het maar aan, Genk speelt dit jaar kampioen.
Tom Cools
Dan valt er op Manifesta meer lekkers te rapen. Viktor Misiano nogmaals: “ Manifesta
In september plant het Vermeylenfonds een uitstap naar Manifesta 9. Meer info volgt op www.vermeylenfonds.be. Voor vragen kan u terecht op
[email protected].
33
Selectie uit de activiteiten van Vrijzinnig Mechelen vzw Guldenstraat 27, 2800 Mechelen
Donderdag 13 september Buitenbeentjes en engagement Buffalo Bill en de zwarte indianen Met Lode Melis William Frederick “Buffalo Bill” Cody, was geen Hollywood-verzinsel uit een Western. De man heeft inderdaad het Wilde Westen meegemaakt.Maar Buffalo Bill was vooral een grote showman die met zijn circus het cliché van de “gevaarlijke indiaan” en de “dappere cowboy” bevestigde. Maar er is veel meer te vertellen … Waarom werd Sioux opperhoofd Long Wolf in Londen begraven? Hoe kon een zwarte pelshandelaar War Chief worden bij de Crow indianen? De Mardi Grass indianen zijn zwarten uit New Orleans die zich met carnaval in schitterende indianenkostuums steken. Waarom doen ze dat?
Aanvang 14u00 Toegang Gratis i.s.m. S-Plus Mechelen.
Zondag 23 september Literaire Apero De hoer van de Duivel Dirk Verhofstadt in gesprek met prof. Freddy Mortier over illusies en godsgeloof. Zijn er eigenlijk wel redelijke gronden om te geloven in het bestaan van de ene God van de joodse, christelijke en moslimtradities? Volgens Martin Luther blijkbaar niet. Voor hem is de rede de hoer van de duivel. Wie zijn verstand gebruikt, is dus al op weg om zijn geloof te verliezen. Omgekeerd zou wel geloven in een God dan te maken kunnen hebben met libertijnse denkgewoonten: met het niet zo nauw nemen van de rechtvaardiging van overtuigingen. Wat is daarvan aan? Is het mogelijk dat een meerderheid van de wereldbevolking gelovig is omdat zij eigenlijk lichtgelovig is?
34
Dat is het thema van dit boek: het gaat over meer en minder strikte regels voor het aanvaarden van overtuigingen en hoe dit in verband staat met godsdienstig geloof. De meest gebruikelijke manier van redeneren vraagt dat men zijn overtuigingen afstemt op het beschikbare bewijsmateriaal. Als men het zo ziet, lijkt de zaak gewonnen door de duivel. Maar er zijn andere mogelijkheden, die wel allemaal lakser zijn dan waarvoor men gewoonlijk zijn hand in het vuur zou willen steken, maar toch bescheiden perspectieven openen voor theïsme. Hoe ver wil je gaan in het verlaten van de rede om je geloof te redden?
Deuren open om 10u30 – aanvang bespreking om 11u00 – napraten vanaf 12u00. Toegang gratis. i.s.m. boekhandel De Zondvloed en het Willemsfonds afdeling Mechelen
Donderdagavond 18 oktober Café Parole De Amerikaanse presidentsverkiezingen Prof. Herman Matthijs Kan Barack Obama een tweede ambttermijn verzilveren in november aanstaande? Want de republikeinen hebben het zeer goed gedaan bij de Mid Term Elections. Veel zal afhangen van de economische binnenlandse toestanden en kan de president het dossier Iran gesloten houden. Stof genoeg om een antwoord te zoeken op de vraag wie komt er op 20 januari 2013 in het Witte Huis: blijft Obama als 44ste president zitten of komt er een 45ste nieuwe republikeinse president?
Aanvang 20u00 Toegang Gratis i.s.m. UPV en VormingPlus.
Alle praktische info over deze en andere activiteiten vindt u op www.vrijzinnigmechelen.be
35
kijk op onze facebookpagina, U hoeft daarvoor geen facebookprofiel te hebben! surf naar: www.facebook.com/ huisvandemensvilvoorde
Beste lezers, velen onder u kijken wellicht reikhalzend uit naar een deugddoende vakantie. Vaak wegen die laatste loodjes voor de vakantie behoorlijk zwaar, en zijn ze met velen. Dat is voor ons niet anders. Uw nederige consulent-rubriekschrijver was dan ook niet blij met de boodschap dat de deadline van deze toorts vervroegd werd, net in een periode dat het nog razend druk is. De reden voor die vervroeging was nog minder plezant: onze collega Andries De Smet, coördinator van het VOC, heeft ander werk gevonden dichter bij huis, in het verre Gent. We gunnen het hem van harte, wensen hem het allerbeste, maar we vinden het natuurlijk ook best wel spijtig. De Toortsrubriek valt wegens die vervroegde ‘doodslijn’ wat korter uit. Nu, met de zomer voor de deur vallen de activiteiten zo’n beetje stil. Veel nieuws is er niet te melden, maar gebruikelijke verslagen van voorbije activiteiten konden we op zo’n korte termijn niet brengen. Maar daarom niet getreurd:
Ook de consulenten van het huisvandeMens gaan binnenkort op vakantie. Niet allemaal tegelijk, want ons huis blijft open, en onze vrijzinnig humanistische dienstverlening blijft beschikbaar, de hele zomer door! Ondertussen werken we ook verder aan ons najaarsprogramma, waarover in het septembernummer meer. We houden het hier dus kort: 2 activiteiten waar we al wel plaats en datum op kunnen plakken en een paar leestips uit onze bibliotheek. Het hele team van het huisvandeMens Vilvoorde wenst u alvast een zalige zomer! 2 oktober: avond rond Euthanasie met Wim Distelmans 10 jaar euthanasiewet. Een uitgelezen moment om een balans op te maken. Dat doen we met niemand minder dan Wim Distelmans. Uit ‘eigen huis’ zal Yvon Bartelink onze dienstverlening inzake levenseindevragen, wilsverklaring en levenstestament toelichten. Meer info in de volgende editie. GC Gerard Walschap, St. Jozefstraat 44, Londerzeel, 19u. Gratis toegang. In samenwerking met: H-VV Londerzeel&Kapelle op den Bos.
36
Nieuw in onze bibliotheek Ah, vakantie… eindelijk eens tijd voor een goed boek! Misschien hebben we in onze bibliotheek wel iets dat u kan boeien? Regelmatig kopen we nieuwe interessante boeken aan, die u gratis bij ons kunt ontlenen. We lichten er voor u een paar recente aanwinsten uit. Komt gerust eens uw neus in onze bibliotheekkasten steken! Hans Achterhuis: De utopie van de Vrije Markt. Filosoof Hans Achterhuis schreef al eerder over utopieën (‘De erfenis van de utopie’,1998 en ‘Utopie’ in 2006). In de volksmond gebruikt men de term ‘utopie’ als een ideaalbeeld dat onrealistisch is. Achterhuis hanteert een andere uitgebreidere definitie van utopie: een ideaalbeeld van de samenleving dat juist wél als haalbaar, maakbaar wordt voorgesteld, op voorwaarde dat de oude samenlevingsvorm in haar totaliteit vervangen wordt door de nieuwe. Maakbaarheidsvoorwaarde van veel utopieën is dan ook vaak dat er een ‘dystopie’ aan vooraf moet gaan: een totale ineenstorting van de bestaande samenleving, desnoods opzettelijk veroorzaakt, zodat van een schone lei een compleet nieuwe samenleving volgens nieuwe regels kan worden opgebouwd. De oorsprong van de utopie van de vrije markt vindt Achterhuis in de utopische roman van Ayn Rand, ‘Atlas Shrugged’. Een boek dat bij ons nauwelijks bekend is, maar in een Amerikaans recent onderzoek onder
lezers als het 2e belangrijkste boek (na de bijbel) werd geprezen. De peetvaders van de vrije marktideologie, Friedrich von Hayek en Milton Friedman, maar ook Alan Greenspan, tot in 2006 president van de Amerikaanse Federal Reserve Bank, waren sterk door deze roman geïnspireerd. Achterhuis toont in dit boek de desastreuze gevolgen van een beleid dat gestoeld is op een blind geloof in de utopie van de vrije markt, van de dictatuur van Pinochet tot de Amerikaanse bankencrisis in 2008. Een hoogst actueel boek, dat de lezer in staat stelt om de huidige europese crisis, én het ‘crisisbeleid’ kritisch tegen het licht te houden.
Alain de Botton: ‘Religie voor Atheïsten. Een heidense gebruikersgids’ In een vorig nummer van de Toorts werd een recensie van het Vrije Woord overgenomen, waarin dit boek en zijn schrijver verguisd werden. Wij willen geen polemiek starten, maar wij vinden het wél een waardevol boek. De Botton is een atheïst, maar hij erkent de menselijke behoeften en existentiële vragen die de mens er toe brachten goden te verzinnen. ‘God mag dan dood zijn, de dringende kwesties die ons ertoe brachten Hem te verzinnen spelen nog altijd en vragen om oplossingen’. Het gaat dan om zaken zoals de behoefte aan gemeenschapszin, hoe omgaan met verlies, sterfelijkheid, de behoefte aan spiritualiteit en verbondenheid met 37
het groter geheel…Juist als men niet in god gelooft is het mogelijk om met seculiere ogen die elementen en praktijken uit religies te halen die ook zonder god het menselijk bestaan kunnen verzachten en verrijken. Ontdaan van hun ‘goddelijke’ oorsprong, gaat het uiteindelijk om dingen en praktijken die bedacht en gecreëerd zijn door mensen, voor mensen. Had de mens die dingen ook kunnen bedenken zonder in God te geloven? Wellicht wel, maar zo is het nu eenmaal niet gegaan. Daarom hoeven we het van-god-schoongewassen kind nog niet met het goddelijke badwater weg te gooien. Een boeiend boek voor al wie los van God en open van geest is. Maar: uiteraard geen nieuwe seculiere bijbel.
de dood. Wat zijn de bedreigingen voor het kind in de baarmoeder? Hoe zit het met de hersenen van pubers, wat gebeurt er als je verliefd bent, hoe zijn homoen heteroseksualiteit te verklaren en wat gebeurt er wanneer alzheimer toeslaat? De zin en onzin van therapieën, antidepressiva en alternatieve geneeswijzen, agressie, moreel gedrag en geloof, meditatie, hersenbeschadiging, psychische problemen en bijna-dood-ervaringen: alles wordt beschreven in ‘Wij zijn ons brein’. Het verhaal van je leven is het verhaal van je brein. Dat begint in de baarmoeder, waar de hersenen gevormd worden op een manier die bepalend is voor de rest van je leven.
“Waar is da Feesje?” Dick Swaab: ‘Wij zijn ons brein. Van baarmoeder tot Alzheimer’ Dick Swaab is een internationaal befaamd neurobioloog, ofwel ‘hersenonderzoeker’, die de controverse niet schuwt. In het verleden deed hij stof opwaaien met zijn onderzoek naar neurologische verschillen tussen de seksen én tussen hetero- en homofielen. Ook deze bestseller deed stof opwaaien: zijn interpretatie van zijn onderzoeksresultaten laat weinig over van concepten als vrije wil, menselijk bewustzijn, de ziel… Dick Swaab volgt in ‘Wij zijn ons brein’ de mens vanaf de conceptie tot en met
Al wie in Vlaams-Brabant een lentefeest of Feest Vrijzinnige Jeugd organiseerde, of wil organiseren: noteer 13 oktober in uw agenda! Dan heeft in het Provinciehuis in Leuven voor de eerste maal een informatieve beurs plaats over jeugdfeesten, waar organisatoren ervaringen kunnen delen, en waar HVV, de huizenvandeMens en de Instelling voor Morele Dienstverlening informeren over hun ondersteuning van deze feesten. Uitnodigingen worden in september verstuurd, maar vooral wie nog niet eerder een feest organiseerde kan ons nu al contacteren, zodat u uw uitnodiging niet misloopt. Let wel: we hebben het hier enkel over groepsfeesten, niet over individuele feesten.
38
Ledenlijst Raad van Bestuur “Vrijzinnig Ontmoetingscentrum Robert Moucheron” Voorzitter
Tony
Scott
Bloemenplein 16
1800
Vilvoorde
Erevoorzitter
Stéphane
Libeer
Groenstraat 78
1800
Vilvoorde
Secretaris
Frieda
Fiers
Borghtstraat 245
1800
Vilvoorde
Penningmeester Hervé
Depreeuw
Promenade H. Rolin 6/19
1040
Etterbeek
Bestuurders
Simonne
Binst
F. Rooseveltlaan 99/ bus 2
1800
Vilvoorde
Roger
Hazaer
Houtemsesteenweg 288
1800
Vilvoorde
Eric
Jacobs
Stationlei 51
1800
Vilvoorde
Jo
Lamarche
Toekomststraat 50
1982
Weerde
Nicolas
Lardot
J. Blockxstraat 23
1800
Vilvoorde
Felix
Libeer
J. Blockstraat 36
1800
Vilvoorde
Linda
Mertens
P. Primsstraat 21
1982
Weerde
Frans
Ramael
Paraplupad 10
1800
Vilvoorde
Erwin
Smits
M. Duchéhof 80
1800
Vilvoorde
François
Van Lysebetten
Bloemenplein 14
1800
Vilvoorde
COLOFON De Toorts is een driemaandelijkse publicatie van VOC Vilvoorde. Eindredactie : Tony Scott p/a Fr. Geldersstraat 21 1800 Vilvoorde 02 252 15 47
De artikels vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs.
Stof voor de volgende Toorts? Of heb je opmerkingen, vragen of suggesties? Mail naar:
[email protected]
40