Rekeningen en Verslagen Inhoud

Rekeningen en Verslagen Inhoud

2005 Beheersverslag Activiteit en resultaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 1 – Profiel en activiteit 2 – Resultaten 3 – Inkoop van eigen aandelen

Corporate governance . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 1 – Relaties met de aandeelhouders 1.1. Structuur van het aandeelhouderschap 1.2. Relaties tussen de aandeelhouders 1.3. Relaties met de aandeelhouders 1.4. Circulaire FMI/2003-02 van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen 1.5. Naleving van de geldende wetgeving

2 – Bestuur van de groep Dexia 2.1. Organisatie van de Groep 2.2. Raad van bestuur van Dexia NV 2.3. Het directiecomité van Dexia NV

Risicobeheer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 1 – Kredietrisico’s 2 – FSA risicobeheer 3 – Het Bazel II-project 4 – Marktrisico’s 5 – Asset and Liability Management (ALM) 6 – Beheer van de liquide middelen 7 – Operationeel risicobeheer 8 – Economisch eigen vermogen 9 – Kapitaaltoereikendheid en risicogewogen activa

Geconsolideerde jaarrekening Geconsolideerde balans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Geconsolideerde resultatenrekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Geconsolideerde staat van de wijzigingen in eigen vermogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53

3 – De controle over de groep Dexia 3.1. Interne controle – Interne audit – Deontologie en compliance – Verslag van de voorzitter van de raad van bestuur met betrekking tot voorbereiding en organisatie van de taken van de raad van bestuur, alsook de door de vennootschap ingestelde interne controleprocedures 3.2. Externe controle – College van commissarissen – Protocol betreffende het prudentieel toezicht op de groep Dexia

Geconsolideerd kasstroomoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening . . . . . . . . . . . . 56 Reconciliatie vereist voor de eerste toepassing van IFRS (Dexia GAAP naar EU GAAP) . . . . . 150 Impact van de eerste toepassing van IAS 32&39 en IFRS 4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159 Verslag van het college van commissarissen over de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2005 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164

Jaarrekening

Aanvullende gegevens

Balans. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 166 Buitenbalanstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

167

Resultatenrekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

168

Agenda van de gewone algemene vergadering van 10 mei 2006 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188 Algemene gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190

Toelichting bij de jaarrekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169 Verslag van het college van commissarissen over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2005 . . . . . . . . . . . . . . . 186

Het “Jaarverslag 2005 Activiteit” en het “Jaarverslag 2005 Rekeningen en Verslagen” vormen samen het jaarverslag van Dexia. Het “Jaarverslag 2005 Rekeningen en Verslagen” omvat de geconsolideerde jaarrekening, de jaarrekening en het beheersverslag van de raad van bestuur van Dexia.

Beheersverslag Activiteit en resultaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Corporate governance . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Risicobeheer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42

Beheersverslag

3

Activiteit en resultaten 1 Profiel en activiteit a) Profiel van de Groep in 2005 Een Europese bank, wereldleider in Public Finance De groep Dexia ontstond in 1996 uit de alliantie tussen de twee eersterangsactoren op het vlak van de financiering van de lokale besturen in Europa: het Gemeentekrediet van België en Crédit local de France. Beide instellingen werden in 1999 samen met Banque Internationale à Luxembourg (BIL) in één beursgenoteerde vennootschap ondergebracht, nl. Dexia. Het ging om een van de allereerste grensoverschrijdende fusies in de Europese banksector. Vandaag behoort Dexia tot de 15 grootste financiële instellingen in de eurozone en bedient het twee belangrijke markten: enerzijds, op internationale schaal, de lokale overheden en soortgelijke instellingen, en anderzijds, op regionale schaal, de markt van de particulieren en de gezinnen, vooral in België en Luxemburg. De lokale openbare sector Sinds de fusie in 1999 en de daaropvolgende acquisitie van FSA in de Verenigde Staten, is Dexia de grootste marktspeler geworden inzake financiering van de lokale besturen. Zijn grote knowhow, zijn langetermijnvisie en de uitstekende solvabiliteit van zijn cliënten bezorgen Dexia een kwalitatief hoogstaand handelsfonds. De markt van de particulieren Dexia is niet enkel de bank van de lokale besturen; het is ook een vooraanstaande retailbank in België en komt als dusdanig aan de financiële behoeften van verscheidene miljoenen cliënten tegemoet. Zijn commerciële aanwezigheid werd in 2001 verruimd via de acquisitie van Artesia Banking Corporation. Verder heeft Dexia doorheen de jaren – en oorspronkelijk vanuit zijn basis in Luxemburg – privatebankingdiensten ontwikkeld voor gegoede cliënten in België, Frankrijk en andere Europese landen.

Metiers Financiële dienstverlening aan de publieke sector, financiering van projecten en credit enhancement Dexia verdient ruimschoots zijn naambekendheid als wereldmarktleider in Public Finance. De Groep bezit dochterondernemingen en bijkantoren in zesentwintig verschillende landen. De belangrijkste zijn Dexia Crédit Local in Frankrijk en diens dochterondernemingen in het buitenland, Dexia Bank in België, Dexia Crediop in Italië en Financial Security Assurance (FSA) in de Verenigde Staten. De enorme markt, de kwaliteit en solvabiliteit van de kredietnemers en de steeds toenemende behoefte aan publieke basisinfrastructuur, bieden de groep Dexia ruime mogelijkheden om waardevolle transacties af te sluiten en zijn activiteit geografisch uit te breiden. Omvang, innovatie, knowhow en langetermijnvisie zijn de hoofdingrediënten van Dexia's succes in dit metier, dat goed is voor meer dan de helft van zijn winst. De dienstverlening gebeurt in verschillende vormen: eenvoudige kredietverstrekking, geavanceerde projectfinancieringen, en credit enhancement. Daarbij worden ook nog verzekeringen, betaaldiensten, vermogensbeheer en andere diensten aan de cliënten aangeboden. Financiële dienstverlening aan particulieren In België is Dexia Bank een van de belangrijkste spelers op het vlak van retailbanking. Het biedt een volledig gamma van banken ver-

4

Dexia Rekeningen en Verslagen 2005

zekeringsdiensten aan de cliënteel van particulieren en kleine en middelgrote ondernemingen. In Luxemburg bekleedt Dexia BIL een soortgelijke positie onder de retailbanken van het Groothertogdom. In dit land heeft zich in de loop der jaren een private-bankingactiviteit ontwikkeld die nu reikt tot buiten de grenzen van België en Luxemburg. Verschillende entiteiten en samenwerkingsverbanden werden verworven of opgezet in een aantal Europese landen, waaronder Frankrijk, Spanje, Zwitserland en Slowakije. Thesaurie en financiële markten Dexia heeft via zijn belangrijkste activiteiten een sterke aanwezigheid verworven op de kapitaalmarkten, zowel voor de financiering en het beheer van de balans van de Groep als voor de uitwerking van geavanceerde producten en oplossingen voor de cliënten van de diverse metiers. Dit segment is niet alleen een essentiële ondersteunende activiteit voor de hele Groep, maar is ook een belangrijke winstgenerator die aanzienlijke opbrengsten oplevert. Gespecialiseerde entiteiten De snelle ontwikkeling van Dexia in zijn twee grootste markten en zijn sterke aanwezigheid in Luxemburg, hebben aanleiding gegeven tot het ontstaan van gespecialiseerde activiteiten op het gebied van vermogensbeheer, verzekeringen en fondsenbeheer. Dexia Asset Management heeft in Europa grote faam verworven en verkoopt thans een derde van zijn producten aan institutionele cliënten en via derde kanalen. Dexia Insurance Services biedt alle levens- en nietlevensverzekeringsproducten aan die in het retailnet van de Groep in België en Luxemburg en in Frankrijk verkocht worden. Wat het fondsenbeheer betreft, werd begin 2006 RBC Dexia Investor Services opgericht met Royal Bank of Canada; het behoort tot de grootste tien depotbanken ter wereld.

Knowhow, prestatie en rating Het succes van Dexia ligt niet alleen in zijn sterke bekendheid en distributiecapaciteiten, maar ook in zijn vermogen om efficiënte producten uit te werken en vernieuwende oplossingen voor de financiële behoeften van de cliënten te ontwikkelen. Dexia is erin geslaagd om voor al zijn metiers de beste professionals aan te trekken en in te zetten. Het past de strengste normen toe op het gebied van engagementen, risicocontrole, operationele activiteiten en kwaliteit van de producten. Dexia heeft een van de hoogste ratings in de bankwereld: zijn voornaamste drie entiteiten – Dexia Crédit Local, Dexia Bank en Dexia BIL – hebben een AA/Aa2/AA+ rating; twee van zijn dochterondernemingen in Europa geven obligaties uit met een AAA rating; FSA ten slotte is een zgn. “Monoline” verzekeringsmaatschappij met een AAA-rating.

b) Activiteit van de Groep in 2005 1. RBC Dexia Investor Services In juni 2005 kondigen Dexia en de Royal Bank of Canada (RBC) een akkoord om hun activiteiten op het vlak van financiële dienstverlening aan institutionele beleggers samen te brengen in een vennootschap waarvan ze elk de helft in handen hebben. De nieuwe entiteit, RBC Dexia Investor Services, behoort tot de internationale top-10 van depotbanken en biedt wereldwijd een volledig gamma van diensten aan institutionele beleggers. RBC Dexia Investor Services is operationeel sinds januari 2006.

2. Voortzetting van de integratie van Artesia Banking Corporation

In Polen verkrijgt de dochtermaatschappij Dexia Kommunalkredit Polska een banklicentie.

Na de acquisitie in 2001 van de belangrijke Belgische bankverzekeringsgroep Artesia Banking Corporation, die voornamelijk bestond uit drie vennootschappen die actief waren op de Belgische markt van de financiële dienstverlening (Artesia Bank, inzake financieel beheer en financiële engineering, BACOB Bank, op het vlak van de financiële dienstverlening aan retailcliënten en DVV Verzekeringen in de verzekeringssector), fuseerden Dexia Bank, BACOB Bank en Artesia Banking Corporation op 1 april 2002. Net als de voorgaande jaren werd de integratie van de drie entiteiten aan een hoog ritme verdergezet; vandaag kan men beschouwen dat de integratie voltooid is.

In het kader van de vereenvoudiging van het organogram van Dexia Bank België zijn de verzekeringsondernemingen DVV Verzekeringen en Dexia Insurance samengesmolten tot een nieuwe entiteit, Dexia Insurance Belgium.

Beëindiging IT-integratie

Oktober 2005

In 2005 werd de IT-integratie afgerond met het luik beleggingen. Sinds maart 2005 beschikt Dexia Bank over een volledig geïntegreerd informaticasysteem.

Dexia Banque Privée (Zwitserland), een dochter van Dexia BIL, kondigt de opening van een nieuw vertegenwoordigingskantoor aan in Bahrein.

Reorganisatie van het kantorennet met het oog op een optimale configuratie

November 2005

Het kantorennet van Dexia Bank blijft evolueren in de richting van een optimale configuratie. In 2005 werden 118 kantoren gesloten, bovenop de reeds eerder gesloten 213 verkooppunten. Op 31 december 2005 beschikte Dexia Bank over 1 069 kantoren. In 2006 gaan nog eens 57 kantoren dicht, zodat ook de integratie van de kantoren in 2006 kan afgerond worden. Inkrimping van het personeelsbestand Eind 2005 waren in het kader van de integratie in totaal 2 400 functies geschrapt. Merk op dat van deze 2 400 functieverminderingen, 65 % plaats had in de zetel; terwijl het saldo (35 %) betrekking had op het kantorennet.

Dexia Bank België beslist haar belang in Dexia Fund Services Belgium te verkopen aan Dexia Banque Internationale à Luxembourg. Juli 2005 Dexia Bank België beslist haar belang in Parfibank te verkopen aan Dexia NV en Parfibank te fuseren met de bank.

Dexia Asset Management opent twee nieuwe vestigingen, een in Denemarken en een in Zweden. De Deense entiteit spitst haar activiteiten toe op institutionele cliënten en ontwikkelt een gespecialiseerd fondsengamma. De Zweedse entiteit werkt nauw samen met Dexia Public Finance Norden, de dochtermaatschappij die gespecialiseerd is in de financiering van de lokale overheden. Dexia Bank België verkoopt haar dochter Eural Spaarbank NV, die zich toelegt op de verkoop van producten en verzekeringen via makelaars, aan ING België. De raad van bestuur van Dexia NV bekrachtigde op 17 november 2005 de nieuwe organisatiestructuur van de groep Dexia, die vanaf 1 januari 2006 van kracht wordt (zie infra: corporate governance).

3. Ontwikkeling van de activiteiten

December 2005

Maart 2005

De Mexicaanse dochter van Dexia Crédit Local krijgt van de Mexicaanse overheid de toelating om te functioneren met het statuut van financiële instelling en wordt Dexia Credito Local Mexico.

Dexia Kommunalkredit Holding, een gezamenlijke dochteronderneming van Dexia Crédit Local (50,84 %) en Kommunalkredit Austria (49,16 %) die opgericht werd om samen ontwikkelingsprojecten op te zetten in Centraal-Europa en de Balkanlanden, bekomt in maart 2005 zijn banklicentie en heet voortaan Dexia Kommunalkredit Bank. Dexia Crédit Local opent een vertegenwoordigingskantoor in Canada.

Dexia Crédit Local krijgt de toestemming van de Canadese bankoverheid om zijn vertegenwoordigingskantoor om te vormen tot een bankfiliaal met ingang van 1 januari 2006. Het bankfiliaal mag voortaan een commerciële activiteit ontwikkelen in Canada, met name het rechtstreeks verstrekken van kredieten aan de Canadese lokale besturen.

April 2005

4. Dexia en de duurzame ontwikkeling

De raad van bestuur van Dexia NV van 26 april 2005 neemt beslissingen met betrekking tot de toekomstige leidinggevende functies binnen de Groep: vanaf 1 januari 2006 volgt de heer Pierre Richard de heer François Narmon op als voorzitter van de raad van bestuur en wordt Axel Miller gedelegeerd bestuurder en voorzitter van het directiecomité van Dexia NV (zie infra: corporate governance).

Het verantwoord ondernemingsbeleid van Dexia komt in het bijzonder tot uiting in het kader van de financiering van openbare nutsvoorzieningen en het beheer van het spaargeld maar ook in lokale acties die te maken hebben met burgerzin. De bank ondersteunt op die manier de duurzame ontwikkeling via financiële begeleiding van het lokale beleid op erg lange termijn en het bevorderen van een betere leefomgeving. Dit engagement vormt voor Dexia een essentiële dimensie in de waardecreatie voor de Groep, en is tevens een doelstelling die alomtegenwoordig is in de betrekkingen van Dexia met zijn werknemers, zijn cliënten en zijn aandeelhouders.

Mei 2005 Dexia NV neemt alle aandelen van Dexia Nederland Holding over. De aandelen waren in handen van Dexia Financière SA, een vennootschap waarin Dexia BIL een meerderheidsparticipatie had. Dexia Nederland Holding bezit 100 % van de aandelen van Dexia Bank Nederland. Juni 2005 Dexia Bank en Dexia BIL beslissen hun informaticastructuur samen te brengen in een nog op te richten dochtermaatschappij naar Luxemburgs recht (Dexia Technology Services).

Eind 2005 heeft Dexia gekozen voor de nieuwe slogan “tijd nemen om te bouwen” die aan de vooravond van zijn tiende verjaardag in 2006 de oorsprong van de Groep valoriseert en herinnert aan de basiswaarden, de langetermijnvisie en het algemeen belang. De groep Dexia heeft in 2005 haar actieplan, waarvan het verslag over duurzame ontwikkeling een balans opmaakt, verder uitgebouwd. 2005 gaf aanleiding tot verschillende initiatieven zoals het ontwikkelen van marktinstrumenten om broeikasgassen te reduceren, het Beheersverslag

5

financieren van windenergieprojecten en het voortzetten van de Equator Principles. Dexia kreeg zo de onderscheiding “Honored for Excellence in Climate Change Strategy” van het Carbon Disclosure Project en werd in dat verband samen met 59 andere bedrijven uit de 500 belangrijkste internationale ondernemingen geselecteerd voor de “Climate Leadership Index”. De inspanningen om Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (MVB) te bevorderen, monden uit in fraaie resultaten met een globale balans van 12 miljard EUR in MVB-beheer eind december 2005, waarvan 4 miljard EUR in duurzaam beheer en 8 miljard EUR in MVB-beheer op maat (conform de internationale normen enz.).

5. Loonsparen voor alle medewerkers van de Groep aanmoedigen Het gevoel van betrokkenheid bij een sociaal eengemaakte groep versterken, de medewerkers bij de strategie betrekken en de groei en het opbouwen van een spaartegoed tegen gunstige voorwaarden aanmoedigen, dat zijn de doelstellingen van het aandeelhoudersspaarplan dat de Groep in 2000 op gang bracht. Na het succes van de voorgaande operaties en op voorstel van het directiecomité besloot de raad van bestuur van Dexia NV een nieuw plan uit te werken voor 2005. De zesde kapitaalverhoging voorbehouden voor de werknemers werd andermaal een succes. Meer dan 5 medewerkers op 10 schreven in op Dexia-aandelen, voor een totaal bedrag van meer dan 100 miljoen EUR. De medewerkers hebben nu 4,82 % van het kapitaal van de Groep in handen.

6. Dexia in Nederland Achtergrond De moeilijkheden met betrekking tot de effecten-lease activiteiten van de voormalige Bank Labouchere (tegenwoordig Dexia Bank Nederland NV; hierna “DBnl”) werden eind 2001 duidelijk tijdens de snelle en scherpe daling van de koersen op de Amsterdamse effectenbeurs. De waarde van de effecten die als onderpand fungeerden voor de door de bank verstrekte leningen bleek in een groot aantal contracten niet toereikend te zijn, als gevolg waarvan er in plaats van de winst waarop aanvankelijk gehoopt werd, mogelijkerwijs een restschuld dreigde te ontstaan. Verwezen wordt naar de gedetailleerde publicaties vervat in de Dexia Rekeningen en Verslagen 2004 (in het bijzonder pagina 6 en pagina’s 93 t/m 96) alsmede naar de in 2005 gepubliceerde Activiteitenverslagen. Overeenkomst met Aegon Op 11 februari 2005 werd overeenstemming bereikt tussen Dexia en Aegon, waarbij de twee partijen hun geschil beëindigden. Daartoe heeft Aegon ter finale kwijting een bedrag van 218 miljoen EUR aan Dexia betaald, met als doel te komen tot een aanvaardbare oplossing voor de effectenlease cliënten van DBnl die in de problemen waren geraakt, en meer gelden te reserveren teneinde cliënten, al dan niet vertegenwoordigd door een stichting, schadeloos te stellen. De Duisenberg-Regeling Op 29 april 2005 werd bekend dat bemiddeling door de heer Wim Duisenberg tot resultaten had geleid. Een schikking werd bereikt tussen DBnl en de Stichting Leaseverlies en de Stichting Eegalease, de Consumentenbond alsmede de Vereniging van Effectenbezitters, hierna te noemen “de Belangenorganisaties”. Deze schikking betreft zowel bepaalde, sinds januari 1997 beëindigde, contracten als bepaalde nog lopende contracten, en wel op de volgende wijze:

6


- Cliënten met een restschuld krijgen twee derde van deze restschuld kwijtgescholden, echter onder aftrek van eventuele in het verleden behaalde winsten. - Cliënten die met een beroep op artikel 1:88 van het Nederlands Burgerlijk Wetboek (toestemming van de echtgenoot) voor het verstrijken van een bepaalde termijn nietigverklaring van hun contracten eisen, krijgen volledige kwijtschelding (d.w.z. 100 % van een eventuele restschuld), onder aftrek van eventuele in het verleden behaalde winsten. - Cliënten met een contract waarbij een restschuld niet tot de mogelijkheden behoort, krijgen 10 % van de restschuld kwijtgescholden over een eventuele restschuld bij vroegtijdige beëindiging, na het bereiken van een contractueel bepaald tijdstip. - Cliënten die zijn ingegaan op het Dexia-Aanbod wordt een extra mogelijkheid geboden bij onmiddellijke betaling van de restschuld; zij hebben recht op kwijtschelding van één derde van genoemde schuld. - De bestaande “hardheidsclausule”, bedoeld om tot een oplossing te komen voor (mogelijke) sociale en financiële problemen van cliënten, blijft open voor alle cliënten. De criteria voor deze regeling zijn verruimd. Na een positieve respons van een overweldigende meerderheid van de bij de Stichting Leaseverlies en de Stichting Eegalease aangesloten leden met een effectenlease contract (respectievelijk 82 % en 78 % van de respondenten), is de schikkingsovereenkomst tussen DBnl en de Belangenorganisaties op 23 juni 2005 getekend. Als gevolg van deze Duisenberg-Regeling zijn de door de Belangenorganisaties gestarte collectieve procedures tegen DBnl geroyeerd. DBnl heeft aan alle betrokken partijen duidelijk gemaakt dat haar bereidheid om aan de Duisenberg-Regeling deel te nemen geen aanvaarding van verantwoordelijkheid inhoudt. De kosten en voorzieningen welke voor DBnl uit de DuisenbergRegeling voortvloeien zijn per kwartaal herberekend op basis van de geldende marktgegevens en het cliëntengedrag. De Duisenberg-Regeling is sinds oktober 2005 van kracht. De voorwaarden alsmede verdere informatie betreffende deze regeling zijn te vinden op www.dexialease.nl. Op 20 februari 2006 hebben cliënten met in totaal meer dan 95 000 afgesloten contracten een op de Duisenberg-Regeling gebaseerde schikking aanvaard. Dit aantal omvat niet de ongeveer 185 000 contracten van cliënten die reeds afstand van recht hadden gedaan (afstandsverklaring hadden getekend), en waarvan sommigen mogelijk ook van de Duisenberg-Regeling profiteren. Op 18 november 2005 hebben DBnl en de Belangenorganisaties een gezamenlijk verzoekschrift ingediend bij het Gerechtshof van Amsterdam om de Duisenberg-Regeling op basis van de recent geïntroduceerde Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade verbindend te verklaren. Indien het Hof dit verzoek inwilligt, zullen alle cliënten op wie de Duisenberg-Regeling van toepassing is, gebonden zijn aan deze regeling, tenzij cliënten van de zogenaamde optout mogelijkheid gebruik maken door binnen een zekere (door het Hof te bepalen) periode van tenminste drie maanden aangeven de regeling niet te aanvaarden. Vanaf 16 mei 2006 zal het Gerechtshof van Amsterdam DBnl, de Belangenorganisaties alsmede tegenstanders van dit verzoekschrift horen. Verweerschriften kunnen tot en met 14 april 2006 worden ingediend. Als gevolg van het indienen van genoemd verzoekschrift is een zeer groot gedeelte van de rechtszaken geschort tot het moment dat het Hof uitspraak doet. Gedetailleerde informatie over de stand van de geschillen rond Dexia Bank Nederland is terug te vinden in de bijlage bij de geconsolideerde jaarrekeningen (toelichting nr. 6 pagina 90).

7. Vernietiging van eigen aandelen De buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering van Dexia NV van 11 mei 2005 hechtte haar goedkeuring aan de vernietiging van 51 886 865 eigen aandelen die de vennootschap in handen had. De vernietiging van deze aandelen vond plaats zonder kapitaalvermindering, wat neerkomt op een stijging van de pair comptable van de overige aandelen. De vernietiging van deze eigen aandelen gebeurde met het oog op het optimaliseren van het eigen vermogen van de onderneming.

8. Overzicht van de rechtstreekse participaties van Dexia NV op 31 december 2005 Dexia NV bezat op 31 december 2005 de volgende tien rechtstreekse participaties: - 100 % in Dexia Bank NV (België); - 100 % in Dexia Crédit Local SA (Frankrijk); - 100 % in Dexia Management Services Ltd (Verenigd Koninkrijk); - 99,99 % in Dexia Employee Benefits NV (België); - 99,99 % in Dexia Participations SA (Luxemburg), dat 42,26 % van Dexia Banque Internationale à Luxembourg SA bezit; - 100 % in Dexia Habitat SA (Frankrijk); - 57,66 % in Dexia Banque Internationale à Luxembourg SA (Luxemburg); - 10 % in Dexia Holding Inc., de moedermaatschappij van Financial Security Assurance Holdings Ltd (Verenigde Staten); - 8,42 % in Dexia Financière NV (België); - 100 % in Dexia Nederland Holding NV (Nederland).

9. Toegestaan kapitaal (artikel 608 van het Wetboek Vennootschappen) Tijdens het boekjaar 2005 heeft de raad van bestuur tweemaal gebruikgemaakt van het toegestane kapitaal: - tijdens zijn bijeenkomst van 3 maart 2005 besloot de raad maximum 10 000 000 inschrijvingsrechten (“warrants”) uit te geven in het kader van het stock options plan 2005 (“ESOP 2005”) van Dexia, met opheffing van het voorkeurrecht tot inschrijving van de aandeelhouders ten voordele van de werknemers van de groep Dexia die deelnemen aan dit plan. Van dit maximumaantal van 10 000 000 warrants werden er 9 994 950 daadwerkelijk uitgegeven; - tijdens zijn bijeenkomst van 26 mei 2005 besloot de raad maximum 16 000 000 aandelen uit te geven in het kader van het aandeelhoudersplan 2005 van Dexia, met opheffing van het voorkeurrecht tot inschrijving van de aandeelhouders ten voordele van de werknemers van de groep Dexia die deelnemen aan dit plan. Van dit maximumaantal van 16 000 000 aandelen werden er uiteindelijk slechts 9 159 207 aandelen uitgegeven. De gedetailleerde gegevens m.b.t. de voorwaarden en de gevolgen van deze uitgiften staan vermeld in de bijzondere verslagen van de raad van bestuur van Dexia, waarvan een exemplaar beschikbaar is op de internetsite van Dexia (www.dexia.com) in het deel “wettelijke informatie”. Wij wijzen erop dat als gevolg van deze uitgiften in de loop van het boekjaar 2005 en van de vorige aanwendingen van het toegestane kapitaal, het saldo van het toegestane kapitaal op 31 december 2005 uitkomt op 2 830 065 557,47 EUR. Sinds de hernieuwing ervan door de algemene vergadering van de vennootschap op 6 juni 2001 werd het toegestane kapitaal verscheidene keren aangewend door de raad van bestuur, nl. voor de kapitaalverhoging die plaatsvond op 3 juli 2001 in het kader van de acquisitie van Artesia Banking Corporation, en voor de kapitaalverhogingen die plaatsvonden in

het kader van de aandelenoptie- en aandeelhoudersplannen van de groep Dexia in 2002, 2003, 2004 en 2005.

2 Resultaten Voorafgaande mededelingen bij de jaarrekening Wijzigingen in de consolidatiekring De voornaamste wijzigingen die plaatsvonden in 2004 hadden betrekking op de verkoop van Kempen & Co in Nederland en de Société Monégasque de Banque Privée. In 2005 werd Eural Spaarbank NV verkocht (met ingang van het vierde kwartaal), terwijl Rekord Group, dat in vereffening is, niet langer wordt geconsolideerd. FMS Hoche, een vennootschap die gespecialiseerd is in administratief fondsenbeheer en gevestigd is in Frankrijk, werd in 2005 overgenomen.

EU GAAP De geconsolideerde jaarrekening van Dexia wordt opgesteld conform alle IFRS-normen zoals ze zijn goedgekeurd door de Europese Unie. De boekhoudingprincipes en -regels vindt u in toelichting 1 bij de jaarrekening (zie pagina 57).

Pro forma jaarrekening De wijzigingen in de consolidatiekring in 2005 werden in aanmerking genomen voor het opstellen van de pro forma jaarrekening voor 2004 om vergelijkingen mogelijk te maken. In absolute bedragen komt het verschil tussen het gerapporteerde en het pro forma nettoresultaat groepsaandeel voor 2004 uit op -3 miljoen EUR (de opbrengsten en de kosten daalden met respectievelijk 23 miljoen EUR en 20 miljoen EUR).

“Onderliggende” en “niet-operationele” elementen De onderliggende resultaten bevatten geen niet-operationele elementen, d.w.z. noch de niet recurrente elementen van de periode, apart beschreven en gekwantificeerd, noch de verschillen in marked-to-market-waarde van de CDS-portefeuille van FSA. Daar deze laatste instrumenten als afgeleide producten worden beschouwd, wordt de evolutie van hun marktwaarde tijdens de verslagperiode als een bedrijfsresultaat gezien; deze behandeling volgens IAS 39 maakt echter een goed begrip van de economische resultaten onmogelijk, daar deze portefeuille bestaat uit AAA-gewaardeerde instrumenten die door FSA worden verzekerd tot hun vervaldatum. De positieve of negatieve marked-to-market-verschillen in gelijk welke periode zijn dus geen onderliggende resultaten, daar ze samen uiteindelijk op nul zullen uitkomen. De niet-operationele elementen worden beschreven op pagina 12.

Analyse van de resultatenrekening Voorafgaande opmerking De resultaten van 2005 worden voorgesteld volgens de IFRS zoals goedgekeurd door de Europese Unie, met inbegrip van de normen IAS 32 & IAS 39 en IFRS 4. Vergelijkingen met overeenkomstige periodes in 2004 zijn niet geheel relevant, aangezien de drie voornoemde normen in 2004 nog niet golden. Bovendien werden tijdens het vierde kwartaal een aantal aanpassingen doorgevoerd van bepaalde boekingen tijdens de eerste drie kwartalen, als gevolg van een meer accurate interpretatie/toepassing van de nieuwe IFRS-normen. Waar nodig, worden zij uitgelegd in de onderstaande toelichting.

Beheersverslag

7

Tabel A – Geconsolideerde resultatenrekening 2004

2005

Verschil

in miljoenen EUR Opbrengsten

2004 pro forma

Totaal

Verschil Onderliggend

5 623

5 976

+6,3 %

5 599

+6,8 %

+6,3 %

1 048

1 172

+11,8 %

1 041

+12,6 %

+11,8 %

Kosten

(3 057)

(3 229)

+5,6 %

(3 037)

+6,3 %

+5,8 %

Brutobedrijfsresultaat

2 566

2,747

+7,1 %

2 561

+7,3 %

+6,9 %

(226)

(52)

-77,0 %

(226)

-77,0 %

-21,4 %

(20)

0

n.s.

(19)

n.s.

-39,8 %

(429)

(602)

+40,3 %

(428)

+40,7 %

-2,4 %

1 891

2,093

+10,7 %

1 888

+10,8 %

+10,1 %

69

55

-20,3 %

69

-19,7%

-18,3 %

1 822

2,038

+11,9 %

1 819

+12,0 %

+11,3 %

waarvan nettocommissielonen

Kosten van risico Waardevermindering op (im)materiële activa Belastingen Nettoresultaat Aandeel van derden Nettoresultaat groepsaandeel

Tabel B – Onderliggende resultatenrekening

(1)

2004

2005

Verschil

5 623

5 976

+6,3 %

(24)

0

n.s.

Pro forma opbrengsten

5 599

5 976

+6,8 %

Niet-operationele elementen

182

221

+21,8 %

Onderliggende opbrengsten

5 416

5 755

+6,3 %

Kosten

(3 057)

(3 229)

+5,6 %

20

0

n.s.

(3 037)

(3 229)

+6,3 %

0

(17)

n.s.

Onderliggende kosten

(3 037)

(3 212)

+5,8 %

Pro forma brutobedrijfsresultaat

2 561

2 747

+7.3 %

182

205

+12,8 %

2 380

2 543

+6,9 %

(226)

(52)

-77,0 %

(177)

7

n.s.

(48)

(59)

+21,4 %

1 822

2 038

+11,9 %

(3)

0

n.s.

1 819

2 038

+12,0 %

214

251

+17,0 %

1 605

1 786

+11,3 %

in miljoenen EUR Opbrengsten Wijziging in de consolidatiekring

Wijziging in de consolidatiekring Pro forma kosten Niet-operationele elementen

Niet-operationele elementen Onderliggende brutobedrijfsresultaat Pro forma kosten van risico Niet-operationele elementen Onderliggende kosten van risico Nettoresultaat groepsaandeel Niet-operationele elementen Pro forma nettoresultaat groepsaandeel Niet-operationele elementen Onderliggende nettoresultaat groepsaandeel (1) Niet-operationele elementen niet inbegrepen (gedefinieerd op pagina 7) en pro forma voor 2004.

8


Nettoresultaat groepsaandeel Het nettoresultaat-groepsaandeel beliep 2 038 miljoen EUR in 2005, een stijging met 216 miljoen EUR (+11,9 %) in vergelijking met 2004. Tussen beide jaren vonden er enkele wijzigingen plaats in de consolidatiekring, die verantwoordelijk is voor een kleine schommeling in het nettoresultaat (-3 miljoen EUR). De bijdrage van de niet-operationele factoren was ook dit jaar aanzienlijk (251 miljoen EUR in 2005, in vergelijking met 214 miljoen EUR in 2004 – voor meer details, zie verder), en vertegenwoordigt 37 miljoen EUR van de stijging. Zodoende steeg het onderliggende resultaat met +181 miljoen EUR, of 11,3 % globaal, waarbij in alle metiers goede resultaten werden geboekt, met stijgingen van +14,0 % voor Financiële dienstverlening aan de publieke sector, financiering van projecten en credit enhancement, +13,3 % voor de Financiële dienstverlening aan particulieren, +28,6 % voor Financieel beheer en verzekeringen, en +15,4 % voor Thesaurie en financiële markten – voor een analyse, zie verder. Merk op dat de impact van de wisselkoers op het nettoresultaat in 2005 erg klein was (+1 miljoen EUR).

Opbrengsten De totale opbrengsten bedroegen 5 976 miljoen EUR in 2005, d.i. 353 miljoen EUR meer dan in 2004 (+6,3 %). Bij gelijkblijvende consolidatiekring kwam de stijging uit op 377 miljoen EUR (+6,8 %) op één jaar tijd, in hoofdzaak dankzij de groei van de onderliggende opbrengsten in alle metiers: respectievelijk +216 miljoen EUR voor Financiële dienstverlening aan de publieke sector, financiering van projecten en credit enhancement (+10,6 %); +69 miljoen EUR voor Financiële dienstverlening aan particulieren (+3,2 %), +71 miljoen EUR voor Financieel beheer en verzekeringen (+11,2 %) en +38 miljoen EUR voor Thesaurie en financiële markten (+8,5 %). Voor het overige daalden de gecombineerde opbrengsten voor de zgn. Central Assets en de niet-operationele elementen met 15 miljoen EUR. Deze globale stijging van de opbrengsten werd echter verminderd door verschillende technische factoren, waarop wij later meer in detail zullen ingaan. Sommige zijn gelinkt aan de eerste toepassing van IAS 39 in 2005 voor een boekhoudkundige wijziging voor opbrengsten die in het verleden “upfront” werden geboekt en nu gespreid over de looptijd van de contracten. Anderzijds hadden bepaalde arbitragestrategieën gerealiseerd door Thesaurie en financiële markten als gevolg dat de opbrengsten en ook de belastingen, verminderden in 2005. Ten slotte is er de in 2005 ingevoerde wijziging in de commissiestructuur en conventies in de asset mangement activiteiten. Zonder deze items zou de toename van de opbrengsten op jaarbasis 75 miljoen EUR hoger geweest zijn (1,3 % supplementaire stijging).

Kosten De kosten bedroegen 3 229 miljoen EUR in 2005, d.i. 5,6 % (of +172 miljoen EUR) meer dan in 2004. • Naar soort. De evolutie van de kosten ziet er als volgt uit: de personeelskosten – die ongeveer de helft van de totale kostenbasis vertegenwoordigen – namen toe met 43 miljoen EUR (of +2,8 %) tijdens het jaar. De vergoeding van het net steeg met 3,7 % (of 13 miljoen EUR), een relatief bescheiden stijging als men ze vergelijkt met de goede commerciële prestatie van het net in 2005. De overige kosten namen toe met 10,0 % of 116 miljoen EUR. • Naar type. Er waren twee niet-operationele elementen in 2005 (geen in 2004): 13 miljoen EUR voor de vereffening van Rekord, en 3 miljoen EUR voor de oprichting van RBC Dexia Investor Services. Zonder deze factoren en op een pro forma basis, bedroeg de wijziging in de kosten +5,8 %, of +176 miljoen EUR, wat kan worden verklaard door een aantal factoren van uiteen-

lopend belang (voor meer details, zie verder) die evenwel voortvloeien uit drie hoofdredenen: i) 30 miljoen EUR als gevolg van de geografische expansie van de Groep; ii) 33 miljoen EUR die verband houden met de ontwikkelingsprogramma’s van de business van de diverse entiteiten, zoals een hogere vergoeding voor het net, de kosten voor reclamecampagnes enz.; en iii) 111 miljoen EUR om diverse specifieke redenen (bv. 29 miljoen EUR voor het opzetten van IT-programma’s, alsook een hogere afschrijving op basis van IFRS; een stijging van de kosten met 14 miljoen EUR bij FSA; een aanpassing met 6 miljoen EUR van de pensioenvoorzieningen in het kader van IAS 19; 10 miljoen EUR voor de implementering van het “Duisenberg”-akkoord in Nederland, enz.). • Belangrijk om op te merken is het feit dat voor de Financiële dienstverlening aan de particulieren – die ongeveer de helft van de totale kosten vertegenwoordigt, en waar de exploitatiecoëfficiënt het hoogst is – de onderliggende kostenbasis is toegenomen met slechts 1,8 %, wat overeenstemt met de doelstellingen die in het begin van het jaar voor dit metier werden vooropgesteld, en aanzienlijk lager dan de onderliggende stijging van de opbrengsten ervan. De exploitatiecoëfficiënt bedroeg 54,0 % voor het volledige jaar 2005, d.i. lager dan in 2004 (54,4 %). De onderliggende exploitatiecoëfficiënt kwam uit op 55,8 % (een daling in vergelijking met 56,1 % in 2004). Deze daling is positief wanneer men rekening houdt met de uitgaven die in de loop van het jaar werden gedaan met het oog op de ontwikkeling van de activiteit en de aanwezigheid van Dexia, zowel in de thuismarkten als daarbuiten, en ook met de elementen die hieronder aan bod komen, en die wogen op de kostenbasis voor 2005.

Brutobedrijfsresultaat Het brutobedrijfsresultaat beliep 2 747 miljoen EUR in 2005, een toename met 7,1 %. Onderliggend bedroeg de groei +6,9 % (+6,8 % bij gelijke wisselkoers). Als we geen rekening houden met de impact van de niet-operationele elementen, stellen we zeer bevredigende onderliggende prestaties vast in de metiers, vooral voor Financiële dienstverlening aan de publieke sector, financiering van projecten en credit enhancement, waar een groei van +11,1 % op jaarbasis werd geboekt, voor Financiële dienstverlening aan de particulieren, die zorgden voor een stijging met +6,9 %, voor Financieel beheer en verzekeringen (+10,6 %) en voor thesaurie en financiële markten (+8,5 %). Globaal genomen hadden de schommelingen van de wisselkoersen in 2005 een beperkte invloed op het brutobedrijfsresultaat (een positieve impact van 2 miljoen EUR).

Kosten van risico De kosten van risico (waardeverliezen op kredieten en voorzieningen voor kredietrisico’s) lagen zeer laag nl. 52 miljoen EUR in 2005, in vergelijking met 226 miljoen EUR in 2004. Als we geen rekening houden met de wijzigingen in de voorzieningen bij Dexia Bank Nederland (zie verder), namen de onderliggende kosten van risico lichtjes toe (59 miljoen EUR in 2005 tegen 48 miljoen EUR in 2004), maar ze bleven nog steeds erg laag (1,6 basispunten op de gemiddelde uitstaande verbintenissen van de bank).

Belastingen De belastingen (zowel de lopende als de uitgestelde) beliepen 602 miljoen EUR in 2005, een stijging met 40,3 % in vergelijking met 2004. Deze bedragen bevatten niet-operationele elementen (belastingskrediet van respectievelijk 40 miljoen EUR in 2005 en 230 miljoen EUR in 2004 – zie verder voor meer details). Als we hiermee geen rekening houden daalden de onderliggende belas-

Beheersverslag

tingen van 658 miljoen EUR voor het volledige jaar 2004 tot 642 miljoen EUR in 2005, maar dit verschil van -16 miljoen EUR is ten dele toe te schrijven aan de positieve impact van de arbitrage producten die hierboven worden besproken (21 miljoen EUR binnen het verschil), en ten dele aan een aanpassing in 2004 van de belastingen (met betrekking tot de afgeleide producten), zonder een equivalent in 2005 (13 miljoen EUR binnen het verschil). Het belastingpercentage evolueerde in 2005 als volgt: het kwam uit op 23,1 % (in vergelijking met 19,0 % in 2004) op basis van de gerapporteerde opbrengsten, en op 26,8 % (in vergelijking met 29,1 % in 2004) op basis van de onderliggende opbrengsten.

De niet-operationele belastingen kwamen uit op een krediet van +40 miljoen EUR in 2005 (in vergelijking met +230 miljoen EUR in 2004); naast de belastingimpact van de niet-operationele elementen die hierboven werden aangehaald, vloeiden deze voort uit diverse gebeurtenissen, met als voornaamste de regeling van een belastinggeschil (+28 miljoen EUR) en de positieve belastingweerslag van de waardeverliezen op een dochteronderneming van Dexia BIL (+17 miljoen EUR).

Focus op de voornaamste niet-operationele elementen

De winstmarge (nettoresultaat in vergelijking met de totale opbrengsten) bedroeg 35,0 % in 2005, d.i. een stijging t.o.v. 2004 (33,6 %).

In 2005 beliep de bijdrage van de niet-operationele elementen aan het nettoresultaat groepsaandeel +251 miljoen EUR, tegen +214 miljoen EUR het jaar daarvoor. Dit zijn de belangrijkste ontwikkelingen tijdens het voorbije jaar: Aan de opbrengstenzijde Op de aandelenleasecontracten van Dexia Bank Nederland werden rentebetalingen geïnd bij de cliënten die het commerciële aanbod van Dexia hebben aanvaard. Dit aanbod omvatte rentekortingen, waarvan de waarde inbegrepen was in de totale algemene voorziening waartoe in 2002 door de Groep werd besloten. Aangezien deze voorziening werd geboekt als niet-operationeel element, wordt de aanwending ervan op dezelfde wijze verwerkt: de ermee verbonden niet-weerkerende opbrengsten kwamen in 2005 uit op 31 miljoen EUR, tegen 41 miljoen EUR in 2004, wat neerkomt op een verschil van -10 miljoen voor het volledige jaar. De meerwaarden bedroegen 166 miljoen EUR in 2005, in vergelijking met 141 miljoen EUR in 2004. De voornaamste waren een meerwaarde van 70 miljoen EUR ten gevolge van de verkoop van Eural, van 27 miljoen EUR ten gevolge van de verkoop van een participatie in SPE, en van 13 miljoen EUR ten gevolge van de verkoop van een participatie in Veolia. De “marking-to-market” van de portefeuille van de credit default swaps (CDS) die worden verzekerd door FSA beliepen 9 miljoen EUR in 2005, waarvoor geen vergelijkbare gegevens beschikbaar zijn voor 2004 (zie pagina 7). Aan de kostenzijde

Financiële ratio’s

De rentabiliteit op het eigen vermogen (ROE) beliep 20,0 % (in vergelijking met 17,2 % in 2004), d.i. een stuk hoger dan de doelstelling op halflange termijn van de Groep, ten dele als gevolg van de invloed van de niet-operationele elementen. De winst per aandeel (WPA) kwam uit op 1,87 EUR in 2005 (niet verwaterd), een stijging met 14,5 % t.o.v. het jaar voordien. We merken op dat het programma voor de terugkoop van aandelen werd voortgezet, met 32 707 600 aandelen die werden teruggekocht in de loop van het jaar, voor een bedrag van bijna 600 miljoen EUR. De Tier 1 ratio bleef toenemen, nl. tot 10,3 % op het einde van het jaar (10,0 % op 1 januari 2005). Dit vloeit voort uit een samenloop van factoren met een tegengestelde uitwerking en van diverse aard, met als voornaamste: de toename van de risicogewogen activa (+11,3 % in het jaar); de uitgifte van hybride Tier 1 kapitaal door Dexia Crédit Local in het vierde kwartaal; en ten slotte de terugkoop van eigen aandelen, die hierboven werd toegelicht.

Voorgesteld dividend Gelet op de goede resultaten voor 2005 zal de raad van bestuur een brutodividend voorstellen van 0,71 EUR per aandeel. Afhankelijk van de goedkeuring hiervan door de algemene aandeelhoudersvergadering, zal dit dividend worden uitbetaald op 24 mei 2006.

De sluiting van Rekord in Duitsland in 2005 zorgde voor kosten ten belope van 13 miljoen EUR. De oprichting van de joint venture met RBC zorgde voor een niet-operationele kost van 3 miljoen EUR.

Gebeurtenis die dateert van na het afsluiten van de jaarrekening

De kosten van risico bij Dexia Bank Nederland, die werden geboekt als een niet-operationeel element, kwamen uit op een totale nettoterugneming van 7 miljoen EUR over het jaar. Zoals wij vroeger al vermeldden, werden tijdens het eerste kwartaal van 2005 aanvullende kosten geboekt ten belope van 97 miljoen EUR in het kader van de Duisenberg-bemiddeling. Daarbovenop kwamen de nieuwe nettokosten en -terugnemingen uit op +104 miljoen EUR. Daartegenover staan voor 2004 kosten ten belope van 177 miljoen EUR. Met betrekking tot de toestand bij Dexia Bank Nederland vindt u een update over de stand van zaken van de aandelenlease-contracten op pagina 90.

Op 4 januari 2006, maakten Dexia en Royal Bank of Canada bekend dat zij een joint venture hadden gesloten voor hun activiteiten op het vlak van de dienstverlening aan de institutionele beleggers. RBC Dexia Investor Services is een joint venture die paritair in handen is van Royal Bank of Canada en Dexia. Dexia zal 50 % van de joint venture consolideren volgens de proportionele methode vanaf 1 januari 2006. Het proportioneel aandeel van Dexia in de inbreng van RBC zal tegen reële waarde geboekt worden in de geconsolideerde jaarrekening van Dexia. Als gevolg daarvan, zal Dexia een winst na belasting boeken van meer dan 200 miljoen EUR op de inbreng van netto-activa door Dexia aan de joint venture, alsook 100 miljoen EUR aan immateriële activa.

10


In een toelichting bij de resultaten zei Axel Miller, gedelegeerd bestuurder van Dexia: “Dit jaar boekt Dexia uitstekende resultaten. Op het gebied van Financiële dienstverlening aan de publieke sector, financiering van projecten en credit enhancement piekte de nieuwe productie en werd een heel winstgevende activiteit ontwikkeld die nog vele jaren opbrengsten waarborgt. De groei van het nettoresultaat bedroeg meer dan 14 % in 2005, ondanks de hoge concurrentie. Op het vlak van de Financiële dienstverlening aan de particulieren is dit het derde opeenvolgende jaar van tweecijfergroei, met een stevige opbrengstengroei en een aanhoudende kostenbeheersing. Ook Financieel beheer, verzekeringen, administratief fondsenbeheer en Thesaurie en financiële markten deden het opmerkelijk goed, zowel naar efficiëntie als op het vlak van de groei van de opbrengsten en de rentabiliteit op het eigen vermogen. Dit jaar was een goed jaar, omdat wij onze activiteitsvolumes hebben opgevoerd zonder onze hoofddoelstellingen in het gedrang te brengen: het verlagen van de exploitatiecoëfficiënt – ondanks een jaar van omvangrijke ontwikkeling, zowel op de thuismarkten als in internationaal opzicht, als op het vlak van de nieuwe activiteiten –, het bereiken van een hoge rentabiliteit en, ten slotte, een stijging van de winst per aandeel. Wij zijn ervan overtuigd dat Dexia alles in handen heeft om in een stevig tempo waarde te blijven creëren, terwijl het zich verder voorbereidt om in de toekomst op langere termijn een sterke positie in te nemen in de veelbelovende markten”.

Beheersverslag

11

Voornaamste rubrieken die in 2004 en 2005 als “niet-operationeel”

(1)

werden geboekt

Opbrengsten Eerste kwartaal 2004: netto-opbrengsten van de portefeuille van credit link notes (CLN) (-10,8 miljoen EUR); aanwending van de voorziening voor Legiolease (+9,8 miljoen EUR); meerwaarde op de verkoop van aandelen (+8,8 miljoen EUR); meerwaarde op langetermijnbeleggingen (+53,8 miljoen EUR); minderwaarde op langetermijnbeleggingen (-7,3 miljoen EUR); impact van de verkoop van eigendommen (+16,5 miljoen EUR); terugbetaling van achterstallige rente na een regeling met de Belgische belastingadministratie (+7,3 miljoen EUR). Tweede kwartaal 2004: netto-opbrengsten van de CLN-portefeuille (+8,1 miljoen EUR); aanwending van de voorziening voor Legiolease (+10,0 miljoen EUR); verliezen op de verkoop van participaties (-9,6 miljoen EUR); impact van de verkoop van eigendommen (+3,5 miljoen EUR); terugbetaling van achterstallige rente na een regeling met de Belgische belastingadministratie (+1,0 miljoen EUR). Derde kwartaal 2004: netto-opbrengsten van de CLN-portefeuille (-0,2 miljoen EUR); meerwaarde op de verkoop van aandelen (+1,0 miljoen EUR); aanwending van de voorziening voor Legiolease (+11,1 miljoen EUR). Vierde kwartaal 2004: netto-opbrengsten van de CLN-portefeuille (+7,1 miljoen EUR); meerwaarde op de verkoop van aandelen (+1,1 miljoen EUR); aanwending van de voorziening voor Legiolease (+9,9 miljoen EUR); versnelde afschrijving van gekapitaliseerde uitgaven bij Dexia Bank Nederland (-24,9 miljoen EUR); meerwaarden op langetermijnbeleggingen en participaties (+81,5 miljoen EUR). Eerste kwartaal 2005: rentekorting op kredieten die zijn ingegaan op het “Dexia-aanbod” (+9,2 miljoen EUR); meerwaarde op de verkoop van aandelen (+7,1 miljoen EUR); meerwaarde op langetermijnbeleggingen (+4,1 miljoen EUR); “marking-to-market” van de CDS-portefeuille van FSA (-2,2 miljoen EUR). Tweede kwartaal 2005: rentekorting op kredieten die zijn ingegaan op het “Dexia-aanbod” (+8,6 miljoen EUR); meerwaarde op de verkoop van aandelen (+28,3 miljoen EUR); “marking-to-market” van de CDS-portefeuille van FSA (-11,3 miljoen EUR). Derde kwartaal 2005: rentekorting op kredieten die zijn ingegaan op het “Dexia-aanbod”(+7,0 miljoen EUR); meerwaarde op de verkoop van aandelen (+39,7 miljoen EUR); “marking-to-market” van de CDS-portefeuille van FSA (+34,8 miljoen EUR). Vierde kwartaal 2005: rentekorting op kredieten die zijn ingegaan op het “Dexia-aanbod” (+5,7 miljoen EUR); meerwaarde op de verkoop van Eural (+70,3 miljoen EUR); meerwaarde op de verkoop van aandelen (+25,0 miljoen EUR); meerwaarde op de verkoop van eigendommen (+9,2 miljoen EUR); “marking-to-market” van de CDS-portefeuille van FSA (-12,4 miljoen EUR).

Kosten Derde kwartaal 2004: herstructureringskosten bij Dexia Bank Nederland (-1,4 miljoen EUR). Derde kwartaal 2005: kosten die verband houden met de sluiting van Rekord in Duitsland (-11,2 miljoen EUR). Vierde kwartaal 2005: kosten die verband houden met de oprichting van de joint venture RBC Dexia Investor Services (-2,9 miljoen EUR).

Kosten van risico Derde kwartaal 2004: nettoterugneming van kosten voor Legiolease bij Dexia Bank Nederland (+4,4 miljoen EUR). Vierde kwartaal 2004: kosten voor Legiolease bij Dexia Bank Nederland (-182,3 miljoen EUR). Eerste kwartaal 2005: nettokosten voor Legiolease bij Dexia Bank Nederland (-83,0 miljoen EUR). Tweede kwartaal 2005: nettoterugneming van eerdere voorzieningen voor Legiolease bij Dexia Bank Nederland (+56,0 miljoen EUR). Derde kwartaal 2005: nettoterugneming van eerdere voorzieningen voor Legiolease bij Dexia Bank Nederland (+36,5 miljoen EUR). Vierde kwartaal 2005: nettokosten voor Legiolease bij Dexia Bank Nederland (-2,5 miljoen EUR).

Waardeverminderingen op (im)materiële activa Eerste kwartaal 2004: versnelde afschrijving van de goodwill (-9,9 miljoen EUR) na waardeverliezen op een participatie. Tweede kwartaal 2004: versnelde afschrijving van de goodwill (-6,2 miljoen EUR) na waardeverliezen op participaties. Vierde kwartaal 2004: versnelde afschrijving van de goodwill (-2,9 miljoen EUR) na waardeverliezen op een participatie.

Belastingen Alle bovenstaande elementen zijn elementen vóór belastingen. Het bedrag van de overeenkomstige belastingen tegen het juiste tarief wordt beschouwd als een niet-operationeel element in het totale bedrag van de belastingen. De individuele belastingimpact van sommige elementen, alsook de specifieke fiscale boekhoudkundige behandeling, worden hieronder verduidelijkt. Eerste kwartaal 2004: terugbetaling van belastingen na de regeling van een belastinggeschil (+10,2 miljoen EUR); belastingkrediet als gevolg van een waardeverlies op een participatie (+17,3 miljoen EUR). Tweede kwartaal 2004: terugbetaling van belastingen na de regeling van een belastinggeschil (+6,1 miljoen EUR); belastingkrediet als gevolg van een waardeverlies op een participatie (+40,6 miljoen EUR). Vierde kwartaal 2004: belastingkrediet op aanvullende aftrekbare verliezen bij dochterondernemingen van Dexia BIL (+104,9 miljoen EUR). Eerste kwartaal 2005: terugbetaling van belastingen na de regeling van een belastinggeschil (+15,4 miljoen EUR); belastingkrediet als gevolg van een waardeverlies op een participatie (+17,0 miljoen EUR); terugneming van een voorziening voor belastingen (+6,5 miljoen EUR). Tweede kwartaal 2005: belastingkrediet als gevolg van een waardeverlies op een participatie (+3,4 miljoen EUR). Derde kwartaal 2005: terugbetaling van belastingen na de regeling van een belastinggeschil (+5,4 miljoen EUR); uitgestelde belastingen als gevolg van de wijziging van het belastingtarief in Luxemburg (-7,0 miljoen EUR). Vierde kwartaal 2005: terugbetaling van belastingen na de regeling van een belastinggeschil (+7,6 miljoen EUR). (1) Zie definitie op pagina 7.


einde looptijd. Op 31 december 2005 kwam het totale bedrag uit op 198,9 miljard EUR, waarvan 197,3 miljard EUR in effecten (+34,7 %).

Analyse van de balans De geconsolideerde jaarrekening van Dexia wordt opgesteld in overeenstemming met de door de EU bekrachtigde IFRS. IAS 32, IAS 39 en IFRS 4 zijn voor het eerst toegepast op 1 januari 2005. Daartoe wordt de balans van 31 december 2005 vergeleken met die van 1 januari 2005. Het geconsolideerd balanstotaal op 31 december 2005 bedroeg 508,8 miljard EUR. In vergelijking met 1 januari 2005 zijn de totale activa toegenomen (+25,7 %) als gevolg van de ontwikkeling van de commerciële activiteiten.

Verplichtingen De leningen aan en deposito’s van cliënten en schuldpapier (kasbons, certificaten en obligaties) kwamen einde 2005 uit op 273,1 miljard EUR (+18,1 %). Hun aandeel in het balanstotaal bedraagt 53,7 %. De leningen aan en doposito’s van cliënten kwamen einde 2005 uit op 97,4 miljard EUR, een toename met +11,8 % die gedeeltelijk afkomstig is van de groei van de activiteit inzake administratief fondsenbeheer en van de groei bij de gestructureerde producten met gewaarborgd kapitaal. Het schuldpapier bedroeg 175,7 miljard EUR (+21,9 %) vooral als gevolg van de nieuwe obligatie-uitgiften voor 22,9 miljard EUR en van depositocertificaten ter waarde van 13,8 miljard EUR. De kasbons vertoonden een terugval met 4,4 miljard EUR.

Kredieten en voorschotten aan cliënten De kredieten en voorschotten aan cliënten groeiden dankzij de goede commerciële activiteit met +13,5 % tot 192,4 miljard EUR op 31 december 2005. De verkoopovereenkomsten namen toe met 4,5 miljard EUR; de hypotheekkredieten groeiden in België met 2,2 miljard EUR.

Deze toename is toe te schrijven aan een wijziging in de positie van de obligaties voor 48,5 miljard EUR, waarvan 13,6 miljard EUR van obligaties die werden uitgegeven door overheidsinstellingen, en van een toename bij de aandelen, voornamelijk aangekocht door verzekeringsmaatschappijen in het kader van de unit-linked producten.

Schulden aan/leningen en vorderingen aan kredietinstellingen De toename van de interbankenactiva en -verplichtingen was het gevolg van de ontwikkeling van het volume van de bancaire activiteiten, voornamelijk inzake termijndeposito’s en verkoop- en terugkoopovereenkomsten.

Totaal eigen vermogen Het totaal eigen vermogen van de groep Dexia kwam op 31 december 2005 uit op 14,1 miljard EUR, tegen 12,1 miljard EUR op 1 januari 2005, wat neerkomt op een groei van +16,5 %. Het totaal eigen vermogen bestaat uit het kern eigen vermogen (kapitaal, uitgiftepremies, reserves, nettoresultaat van het boekjaar) en meer- en minderwaarden die niet in de resultatenrekening werden opgenomen. De meer- en minderwaarden vertegenwoordigen de reële waarde van de voor verkoop beschikbare portefeuille, de reële waarde van de derivaten met betrekking tot kasstroomafdekkingen en de omrekeningsverschillen voor een totaal bedrag van 2,6 miljard EUR, wat neerkomt op een stijging met 62,9 %. Deze stijging is toe te schrijven aan de hogere beurskoersen en de sterkere dollar.

Kredieten en effecten

Het kern eigen vermogen bedroeg 11,5 miljard EUR, dit is een toename met 9,5 % als gevolg van het nettoresultaat van het boekjaar minus het in 2005 uitgekeerd dividend over het nettoresultaat van 2004 en de terugkoop van eigen aandelen.

Krachtens de EU GAAP worden de kredieten en de effecten samen toegelicht per portefeuillestrategie: voor handelsdoeleinden aangehouden, beschikbaar voor verkoop, aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde via de resultatenrekening of aangehouden tot

De minderheidsbelangen zijn met 0,7 miljard EUR gestegen tot 1,2 miljard EUR. Dat was voornamelijk het gevolg van de uitgifte door Dexia Crédit Local van perpetuele en in grote mate niet-cumulatieve achtergestelde obligaties voor een bedrag van 0,7 miljard EUR.

Geconsolideerde balans 31 dec. 2004

1 jan. 2005

31 dec. 2005

Verschil 31 dec. 2005/ 1 jan. 2005

Passiva

388 787

404 637

508 761

+25,7 %

Verplichtingen

376 187

391 886

493 061

+25,8 %

Schulden aan kredietinstellingen Leningen aan en deposito’s van cliënten Negatieve waarde van derivaten Schuldpapier Achtergestelde en converteerbare schulden

88 830 89 356 24 353 145 369 5 042

87 471 87 066 35 991 144 164 5 277

134 793 97 379 37 652 175 685 4 985

+54,1 % +11,8 % +4,6 % +21,9 % -5,5 %

Totaal eigen vermogen

12 600

12 751

15 700

+23,1 %

Kern eigen vermogen Totaal eigen vermogen Minderheidsbelangen

12 219 12 116 484

10 494 12 088 439

11 488 14 084 1 183

+9,5 % +16,5 % X2,7

388 787 40 431 167 951 143 659

404 637 43 305 169 547 147 265

508 761 70 531 192 402 198 941

+25,7 % +62,9 % +13,5 % +35,1 %

20 719

27 264

28 632

+5,0 %

in miljoenen EUR

Activa Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen Leningen en voorschotten aan cliënten Leningen en effecten Positieve waarde van derivaten

Beheersverslag

13

3 Inkoop van eigen aandelen – Vereiste informatie krachtens artikel 624 van het Wetboek Vennootschappen 3.1. Reden voor de inkoop van eigen aandelen De inkoop van eigen aandelen door de vennootschap tijdens het boekjaar 2005 past voornamelijk in het beleid op het vlak van vermogensen financieel beheer met inbegrip van de optimalisering van het eigen vermogen. Conform de door de vennootschap opgestelde procedure zijn alle in de loop van het boekjaar 2005 verworven eigen aandelen (die nog niet nietig werden verklaard op de buitengewone algemene vergadering van Dexia NV van 11 mei 2005) voorbestemd om vernietigd te worden. De raad van bestuur van Dexia NV zal de nietigverklaring van de eigen aandelen voordragen op de volgende algemene vergadering van de vennootschap. Overeenkomstig de boekhoudkundige principes en waarderingsregels van de vennootschap, werden deze eigen aandelen gewaardeerd tegen hun aankoopprijs.

3.2. Overzicht in cijfers van de verrichtingen met eigen aandelen Eigen aandelen (Dexia NV en zijn rechtstreekse dochterondernemingen) Periode van 31/12/2004 tot 31/12/2005 Situatie in het begin van de periode

Aantal aandelen in omloop (kapitaal waarop werd ingeschreven)

Aantal eigen aandelen

Brutoboekwaarde op 31/12/2005 (EUR)

Gemiddelde tegenwaarde per aandeel (EUR)

% van het kapitaal op 31/12/2004

1 145 261 366

40 050 935

4,41

14,784

3,50 %

32 707 600

4,41

18,344

2,86 %

(51 886 865)

(51 886 865)

4,41

15,689

4,53 %

4,41

12,680

0,03 %

4,41

18,198

1,79 %

Inkoop in de periode Vernietiging in de periode Verkoop in de periode

(324 726) *

Uitgiften in de periode Situatie op het einde van de periode

% van het kapitaal op 31/12/2005

14 094 529 1 107 469 030

20 546 944

1,86 %

(*) De in 2005 verkochte aandelen werden sinds 1999 aangehouden tot dekking van de aankoopopties ten voordele van de medewerkers van de Groep en werden verkocht aan deze medewerkers nadat zij hun rechten hadden uitgeoefend.

14


Corporate governance Inleiding – Het corporate-governancecharter van Dexia NV De Belgische Code inzake corporate governance (hierna de “Code Lippens”) vervangt de aanbevelingen die in dit verband werden geformuleerd door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, de Federatie van Belgische Ondernemingen en Euronext Brussel. De Code Lippens werd van kracht op 1 januari 2005 en omvat negen principes die beursgenoteerde ondernemingen moeten naleven. Dexia heeft altijd veel belang gehecht aan corporate governance en wil deze negen principes naleven. De raad van bestuur van Dexia NV heeft op zijn vergadering van 3 februari 2005 beslist binnen de raad een corporate-governancecommissie op te richten om na te denken en voorstellen te formuleren over een aantal thema’s met betrekking tot deugdelijke bedrijfsvoering die in de Code Lippens aan bod komen, alsook over eventuele aanpassingen ten opzichte van de bestaande situatie bij Dexia. De commissie “corporate governance” was samengesteld uit deze bestuurders: François Narmon, Pierre Richard, Rik Branson, Marc Tinant, Francis Vermeiren en Brian Unwin. Elk lid van de raad van bestuur kon aan de commissie deelnemen en er zijn standpunt naar voor brengen op grond van de agendapunten. De commissie kwam in 2005 driemaal bijeen (23 maart 2005, 17 mei 2005 en 27 juni 2005) en behandelde op verzoek van de raad van bestuur corporate-governancethema’s zoals de rol van de raad van bestuur en van zijn voorzitter, de samenstelling van de raad, de rechten en verplichtingen van de bestuurders, de organisatie van de raad, de relaties met de aandeelhouders en de rol van het directiecomité. De werkzaamheden van de commissie hebben geleid tot het uitwerken van een corporate-governancecharter, een huishoudelijk reglement van het auditcomité en een herziening van het huishoudelijk reglement van de raad van bestuur en het directiecomité. Het corporate-governancecharter van Dexia NV (hierna het “Charter”) geeft een gedetailleerd overzicht van de voornaamste bestuursprincipes van de onderneming. De raad van bestuur stond erop dat dit een volledig en transparant document zou zijn. Het bevat vijf luiken. Het eerste luik behandelt de structuur en het organigram van de groep Dexia. Hij schetst tevens een kort historisch overzicht van de groep sinds de oprichting in 1996. Het tweede luik beschrijft de corporate-governancestructuur van Dexia en bevat alle noodzakelijke informatie over de samenstelling, de bevoegdheden en de werking van de beslissingsorganen, met name de algemene vergadering van aandeelhouders, de raad van bestuur en het directiecomité. De huishoudelijke reglementen van de raad van bestuur en het directiecomité zijn er overigens integraal in opgenomen. Dit onderdeel van het Charter vermeldt ook de bevoegdheden van de algemene directies die sinds 1 januari 2006 gelden op het niveau van de Groep en van de centrale functies van Dexia NV. Het derde luik gaat over de aandeelhouders en de aandelen van Dexia. Het bevat ook een beschrijving van de relaties die Dexia onderhoudt met zijn aandeelhouders en een overzicht van het kapitaal en de aandelen van Dexia. Een vierde luik biedt een overzicht van de controle op en binnen de groep Dexia. Het gedeelte “interne controle” binnen dit luik bevat informatie over de interne audit, de deontologie en compliance, evenals het verslag van de voorzitter van de raad van bestuur over de werking van de raad en de door de vennootschap ingestelde interne-controleprocedures. Het gedeelte “externe controle” handelt over het college van commissarissen en het protocol inzake het prudentieel toezicht dat de groep Dexia met de

Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen heeft afgesloten. Het laatste luik, ten slotte, gaat over het beleid van Dexia voor de bezoldiging van de bestuurders en de leden van het directiecomité. Verscheidene elementen van het charter zijn, zoals de Code Lippens aanbeveelt, opgenomen in het hoofdstuk “Corporate Governance” van het jaarverslag van Dexia NV. Het Charter staat overeenkomstig de Code Lippens sinds 31 december 2005 op de webstek van de Groep (www.dexia.com).

1 Relaties met de aandeelhouders 1.1. Structuur van het aandeelhouderschap De belangrijkste aandeelhouders van Dexia NV op 31 december 2005 zijn: Naam van de aandeelhouder

Percentage bestaande aandelen van Dexia NV in bezit op 31 december 2005

Arcofin

16,56 %

Gemeentelijke Holding

16,22 %

Caisse des dépôts et consignations

8,89 %

Groep Ethias

6,81 %

CNP Assurances

1,86 %

Op 31 december 2005 bezat Dexia NV rechtstreeks en onrechtstreeks 1,86 % eigen aandelen. De medewerkers van de groep Dexia hadden een belang van 4,82 % in het bedrijfskapitaal. Op dezelfde datum en voor zover de vennootschap bekend, had geen enkele individuele aandeelhouder, met uitzondering van Arcofin, de Gemeentelijke Holding, de Caisse des dépôts et consignations en Ethias, 3 % of meer van het kapitaal van Dexia NV in bezit. Eveneens op 31 december 2005 hadden de bestuurders van Dexia NV 136 315 aandelen van de vennootschap in handen.

1.2. Relaties tussen de aandeelhouders Dexia is niet op de hoogte van het bestaan van overeenkomsten of gezamenlijke praktijken tussen zijn aandeelhouders.

1.3. Relaties met de aandeelhouders Dexia schenkt veel aandacht aan de kwaliteit van de relatie met zijn aandeelhouders. Zij vormen een belangrijke schakel en de Groep stelt dan ook alles in het werk om de communicatie en transparantie ten overstaan van zowel de individuele als institutionele aandeelhouders te versterken. 2005 was een uitstekend jaar voor de Europese beurzen uit de eurozone. Het Dexia-aandeel sloot het jaar af op 19,49 EUR in Parijs en 19,48 EUR in Brussel en steeg in 2005 met 15,1 %. Op twee jaar tijd (2004 en 2005) liet Dexia een opmerkelijke stijging optekenen van 42,8 % tegenover 40,3 % voor de EuroStoxx Banks; een prestatie waarmee Dexia voor die periode kan wedijveren met de beste Europese indexen.

Beheersverslag

15

1.3.1. Relaties met de individuele aandeelhouders Dexia ontwikkelde in de loop der jaren een strikte, regelmatige en interactieve informatieverstrekking met de individuele aandeelhouders. Het systeem is opgebouwd rond de Europese club van aandeelhouders en het Europees raadgevend comité voor individuele aandeelhouders, die een beroep kunnen doen op een call center en specifieke rubrieken op de internetsite die in real time worden bijgewerkt. De Europese club van individuele aandeelhouders De club telt vandaag zowat 16 000 leden, voornamelijk Belgische en Franse aandeelhouders. Het is een centrum dat financiële informatie verstrekt aan aandeelhouders die de evolutie van de Groep op de voet willen volgen via specifieke publicaties en documenten. Inschrijven bij de Europese club van Dexia-aandeelhouders kan telefonisch, via e-mail of op de internetsites www.dexia.com en www.boursorama.com. Ontmoetingen met de individuele aandeelhouders Dexia organiseert regelmatig ontmoetingen met zijn aandeelhouders om met hen de metiers, de strategie, de resultaten en de financiële perspectieven van de Groep te bespreken. Zo ontmoette Pierre Richard in 2005 de aandeelhouders in Marseille en Straatsburg tijdens panelgesprekken die in samenwerking met grote magazines voor beleggers werden georganiseerd. Hij zat tevens een vergadering van aandeelhouders voor op 12 mei in Parijs. Dexia neemt, samen met andere ondernemingen, ook deel aan vergaderingen die georganiseerd worden door het Franse Cercle de liaison des informateurs financiers en de Fédération française des clubs d’investissement. In 2005 ontmoette Dexia tal van aandeelhouders in Montpellier, Lyon, Annecy, Tours en Biarritz. Voorts is Dexia elk jaar aanwezig op de Actionaria-beurs in Parijs. Dit belangrijk evenement voor de beleggers biedt de mogelijkheid om rechtstreeks met de aandeelhouders te dialogeren. Informatiekanalen Dexia publiceert driemaal per jaar, in het Nederlands en in het Frans, een brief aan de aandeelhouders. De individuele aandeelhouders worden regelmatig op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen van de Groep, actuele onderwerpen en de resultaten en verslagen van de algemene vergaderingen van Dexia NV. De brieven zijn bestemd voor de leden van de club en voor de aandeelhouders die de brief willen ontvangen. De brieven staan ook op de internetsite. Het jaarverslag van Dexia is beschikbaar in vier talen: Nederlands, Frans, Engels en Duits. Aanvullend is er een beknopt jaarverslag in het Nederlands, het Frans en het Engels. Bij de kwartaal-, halfjaaren jaarresultaten publiceert Dexia ook financiële berichten in de Belgische, Franse, Luxemburgse en Engelstalige pers. De algemene vergadering van aandeelhouders van Dexia NV De gewone algemene vergadering van aandeelhouders is een belangrijke gebeurtenis in de onderneming en gaat dan ook gepaard met een specifieke informatieverspreiding: een officieel bericht in het Belgisch Staatsblad en in de BALO in Frankrijk, berichten in de Belgische en Franse financiële pers, informatie die verstrekt wordt via het groen nummer. Het oproepingsdossier is beschikbaar in het Nederlands, het Frans en het Engels en kan van het internet worden gedownload.

16


De algemene vergadering wordt rechtstreeks uitgezonden op het internet, zodat de aandeelhouders die zich niet kunnen verplaatsen de gelegenheid hebben om de vergadering rechtstreeks bij te wonen. Zoals bepaald in het Belgisch Wetboek Vennootschappen moet een aandeelhouder minstens 20 % van het kapitaal bezitten om een voorstel te mogen indienen op de algemene vergadering. De internetsite (www.dexia.com) Met 49 000 bezoekers per maand tegenover 42 000 vorig jaar bevestigt www.dexia.com dat het een belangrijk informatiekanaal is voor de individuele aandeelhouders, de journalisten en institutionele beleggers. Dankzij de praktische structuur van de site zijn de informatie over de Groep, de activiteiten, actuele onderwerpen, de lijst en de waarde van alle beveks en ethische fondsen van de Groep en de koers van het Dexia-aandeel makkelijk bereikbaar. In 2005 kreeg www.dexia.com zowat 35 000 bezoekers in zijn rubriek “U bent aandeelhouder”, wat een stijging is met 15 %. De internetsite verleent toegang tot de belangrijkste publicaties van de Groep zoals de jaar- en kwartaalverslagen, maar ook tot de perscommuniqués, de informatiebrieven aan de aandeelhouders en de dagelijkse en maandelijkse commentaren over het Dexia-aandeel. Het in 2004 gelanceerde Dexia TV, duurzame ontwikkeling live, valt in de smaak bij internauten. In 2005 surften ongeveer 34 000 bezoekers naar www.dexia.com om er te kijken naar reportages over duurzame ontwikkeling op zowel economisch als sociaal en ecologisch vlak. De Dexia-site is drietalig – Nederlands, Frans en Engels – en heeft meestal Europese bezoekers, voornamelijk Belgen en Fransen. Het Europees raadgevend comité voor individuele aandeelhouders Het Europees raadgevend comité van Dexia werd in juni 2001 opgericht en nam de fakkel over van het raadgevend comité van Dexia France, dat in 1997 werd opgericht. De samenstelling van het comité weerspiegelt de Europese identiteit van de Groep: het bestaat momenteel uit vier Belgische, vier Franse en drie Luxemburgse aandeelhouders. Zijn taak bestaat erin de Groep advies te verstrekken in verband met haar communicatiebeleid tegenover de individuele aandeelhouders. In 2005 is het raadgevend comité tweemaal bijeengekomen om kennis te nemen van de groepsresultaten en informatie te krijgen over onderwerpen zoals de internationale ontwikkeling van Dexia op het gebied van public finance en het beleid van de Groep op het vlak van duurzame ontwikkeling. Op de algemene vergadering geeft een van zijn leden elk jaar een samenvatting van de werkzaamheden van het comité tijdens het afgelopen jaar. Telefonische informatie voor de aandeelhouders Deze dienst is vanuit Frankrijk bereikbaar op het gratis nummer 0800 35 50 00 van maandag tot vrijdag van 9 u tot 19 u en in België op +32 2 213 57 46. Hij krijgt vaak oproepen van individuele aandeelhouders die vragen stellen over de koers van het aandeel, de fiscaliteit van het Dexia-aandeel, het bedrag en de belasting van het dividend, de VVPR-strips en de algemene vergadering van Dexia NV.

1.3.2. Relaties met de institutionele aandeelhouders Voor Dexia is de relatie met de institutionele aandeelhouders zeer belangrijk, aangezien ze ongeveer 30 % van het kapitaal in handen hebben. Met het oog hierop staat een team, gedeeltelijk gevestigd in Parijs, gedeeltelijk in Brussel, uitsluitend in voor de relaties met de beleggers en de analisten. Regelmatige informatieverstrekking In 2005 heeft het team “Investor relations” in Parijs een belangrijke internationale vergadering voor analisten en beleggers georganiseerd, niet alleen om hen een stand van zaken te geven in de overgang naar de nieuwe IFRS-boekhoudnormen, maar ook om hen de activiteiten en de vooruitzichten van het metier Financiële dienstverlening aan de openbare sector voor te stellen. Tijdens deze vergadering stelde Pierre Richard het strategisch driejarenplan van de Groep voor aan de markt. Dexia verspreidt in de loop van het jaar regelmatig informatie via driemaandelijkse en jaarlijkse activiteitsverslagen, themagerichte presentaties en perscommuniqués over de activiteit, de financiële resultaten en de actualiteit van de Groep. Al deze informatie is na publicatie beschikbaar op de internetsite www.dexia.com onder de rubriek “U bent belegger”. Deze documenten kunnen eveneens via e-mail worden verkregen. De financiële actualiteit van Dexia leidde in 2005 tot 35 publicaties: 4 activiteitenverslagen, 14 ad hoc presentaties en 17 perscommuniqués. Contacten met de institutionele aandeelhouders Bij de bekendmaking van de resultaten of bij andere gelegenheden worden wereldwijd vergaderingen georganiseerd waarop de belangrijkste institutionele beleggers over de resultaten en de strategie van de Groep rechtstreeks vragen kunnen stellen aan de leden van het directiecomité of het management van Dexia. In de loop van 2005 heeft de directie van de Groep, bijgestaan door het team Investor Relations, verscheidene honderden beleggers uit 17 landen en 29 steden ontmoet.

1.4. Circulaire FMI/2003-02 van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen Het Koninklijk Besluit van 31 maart 2003 “betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt” handelt over de verplichtingen van emittenten op het vlak van informatieverstrekking aan het publiek en hun verplichtingen ten overstaan van de houders van financiële instrumenten. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen heeft in juli 2003 een circulaire gepubliceerd die dit Koninklijk Besluit uitlegt en verklaart. Het Koninklijk Besluit en de circulaire hebben een aantal praktische gevolgen voor Dexia NV, met name dat Dexia ervoor kiest gebruik te maken van zijn internetsite in het kader van zijn verplichtingen om de door het besluit en de circulaire bedoelde informatie te verspreiden. Door deze keuze verbindt Dexia NV zich ertoe te voldoen aan een reeks voorwaarden, meer bepaald het uitwerken van een aparte internetrubriek voorbehouden aan de in de circulaire vermelde financiële informatie.

Maximaal gebruik van het internet, ook voor de bekendmaking van de verplichte financiële informatie, past in het transparantiebeleid van Dexia ten overstaan van zijn aandeelhouders en institutionele beleggers. De informatie vereist door de circulaire FMI/2003-02 van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen bevindt zich in de rubriek “Wettelijke en reglementaire informatie” op de Dexia-site. Dit transparantiebeleid ten overstaan van de aandeelhouders en institutionele beleggers is overigens ook opgenomen in het corporate-governancecharter van Dexia NV.

1.5. Naleving van de geldende wetgeving Als vennootschap naar Belgisch recht die noteert op de Belgische, Franse en Luxemburgse beurs, vergewist Dexia zich ervan dat zijn aandeelhouders op gelijke voet behandeld worden en dat het zijn wettelijke en reglementaire verplichtingen inzake occasionele en periodieke informatieverspreiding nakomt.

2 Bestuur van de groep Dexia 2.1. Organisatie van de Groep Dexia ontstond in 1996 uit de eerste grensoverschrijdende fusie in de Europese banksector tussen het Gemeentekrediet van België en Crédit local de France. Met dit initiatief werd geanticipeerd op het ontstaan van een eengemaakte financiële ruimte en een eenheidsmunt in Europa. In een eerste fase werden de twee entiteiten onder het gezamenlijk en paritair toezicht geplaatst van twee holdingmaatschappijen, waarvan de ene genoteerd stond in Brussel en de andere in Parijs. In 1999 werd de Groep door de fusie van de twee holdingmaatschappijen samengevoegd tot Dexia NV, een vennootschap naar Belgisch recht, waarvan de maatschappelijke zetel gelegen is in Brussel. Dexia NV staat genoteerd op Euronext Parijs en Brussel en maakt deel uit van de CAC 40 en de BEL20. Op het ogenblik van de eenmaking in 1999 had Dexia een organisatie uitgewerkt die werd gestuurd door een directiecomité, dat werd voorgezeten door de gedelegeerd bestuurder en bestond uit in totaal zeven leden, waarvan er drie verantwoordelijk waren voor een metier en tegelijkertijd aan het hoofd stonden van een operationele entiteit. Deze organisatie bleef bestaan tot einde 2005 en werd herschikt op het ogenblik dat de nieuwe gedelegeerd bestuurder op 1 januari 2006 zijn functie opnam. Deze reorganisatie, die hieronder wordt toegelicht, werd dusdanig opgevat dat Dexia op een nog meer geïntegreerde, snellere en efficiëntere wijze kan optreden om rekening te kunnen houden met een omgeving die elke dag nieuwe uitdagingen biedt. Bovendien werd in 2005 op het vlak van corporate governance een charter uitgewerkt en geïmplementeerd. De operationele leiding van de Groep is thans als volgt georganiseerd: – Het orgaan van algemene directie van Dexia is het directiecomité van de Groep, dat bestaat uit vijf leden. Het wordt voorgezeten door Axel Miller, gedelegeerd bestuurder; de overige leden zijn Jacques Guerber, ondervoorzitter, Dirk Bruneel, Rembert von Lowis en Xavier de Walque.

Beheersverslag

17

De opdracht van het directiecomité bestaat erin de groep Dexia te leiden en haar strategie te bepalen, uitdagingen aan te gaan en haar menselijk potentieel to ontwikkelen. Om snel te kunnen beslissen, nemen vier van de vijf leden van het directiecomité van de Groep deel aan de directiecomités van de grote entiteiten van de Groep, waardoor ze samen met het hoofd van de entiteit het directiecomité ervan vormen. – Het executief comité van de Groep, dat zorgt voor de centrale sturing van de hele Groep, bestaat uit de vijf leden van het directiecomité van de Groep, plus zeven directeurs-generaal die verantwoordelijk zijn voor de metiers en de voornaamste transversale functies: “Public Finance”, met aan het hoofd Bruno Deletré; Financiële diensten aan de particulieren (benoeming volgt nog); Thesaurie en financiële markten, onder de verantwoordelijkheid van Alain Delouis; Finance (benoeming volgt nog); Risk Management, met aan het hoofd Claude Piret; Operations en technologie onder de verantwoordelijkheid van Marc Huybrechts; Human Resources en Communicatie en Cultuur onder leiding van Bernard-Franck GuidoniTarissi. – De leidinggevende organen van de drie voornaamste operationele entiteiten van de Groep (het directorium van Dexia Crédit Local en de directiecomités van Dexia Bank en van Dexia BIL) bestaan uit vijf leden: Axel Miller en Jacques Guerber, twee andere leden van het

18


directiecomité van de Groep, en ten slotte de voorzitter van het leidinggevend orgaan van de betrokken operationele entiteit: respectievelijk zijn dat Gérard Bayol voor Dexia Crédit Local, Stefaan Decraene voor Dexia Bank en Marc Hoffmann voor Dexia BIL. – Bovendien rapporteren Hugo Lasat, voorzitter van het directiecomité van Dexia Asset Management, Guy Roelandt, voorzitter van het directiecomité van Dexia Insurance Services, en Marc Hoffmann, als voorzitter van RBC Dexia Investor Services rechtstreeks aan het directiecomité van de Groep. – Ten slotte vallen de personen die op het niveau van de Groep verantwoordelijk zijn voor de functies Strategie en Ontwikkeling (Stéphane Vermeire), Financiële communicatie en Investor Relations (Robert Boublil), Audit (Véronique Thirion), Compliance (Jean-Noël Lequeue), Secretariaat-generaal – Juridische en Fiscale directie (Olivier Van Herstraeten), rechtstreeks onder de gedelegeerd bestuurder. Zodoende is de samenhang van het beslissings- en het beheersproces van de Groep gewaarborgd door de aanwezigheid van een meerderheid van de leden van het directiecomité van de Groep in de leidinggevende organen van de operationele entiteiten, en door het bestaan van de zeven algemene directies die belast zijn met de follow-up van de metiers en met de grote transversale functies.

2.2. Raad van bestuur van Dexia NV 2.2.1. Samenstelling van de raad van bestuur (toestand op 31 december 2005) (1) De statuten van Dexia NV bepalen dat de raad uit minstens zestien en maximum twintig bestuurders mag bestaan. Op 31 december 2005 bestond de raad van bestuur uit negentien leden. De raad van bestuur van Dexia NV weerspiegelt de Europese identiteit van de Groep: er zijn immers vijf nationaliteiten in vertegenwoordigd. De samenstelling van de raad stemt ook overeen met het Frans-Belgische statutaire karakter van Dexia NV. De raad telt namelijk evenveel Belgische als Franse bestuurders, waarbij elke nationaliteit minstens een derde van de raad uitmaakt. Onderstaande tabel geeft de toestand op 31 december 2005 weer. Op 1 januari 2006 volgde Pierre Richard François Narmon op (van wie het mandaat van bestuurder eindigde) als voorzitter van de raad van bestuur. Op diezelfde datum werd Axel Miller gecoöpteerd als bestuurder en volgde hij Pierre Richard op als gedelegeerd bestuurder.

Naam, leeftijd, nationaliteit, aantal Dexia-aandelen

Gespecialiseerde comités

Duur van het mandaat

Hoofdfunctie

Andere functies

Biografie

François Narmon (Bestuurder van Dexia NV tot 31 december 2005) 71 jaar Belg Bezit 7 060 Dexiaaandelen Bestuurder sinds 1996

Lid van het strategisch comité, het bezoldigingscomité en het benoemingscomité (tot 31 december 2005)

2002-2006

Voorzitter van de raad van bestuur van Dexia NV (tot 31 december 2005)

Voorzitter van de raad van bestuur: - Dexia BIL - Dexia Insurance Belgium

Handelsingenieur. Trad in dienst van het Gemeentekrediet in 1957. Voorzitter van het directiecomité van het Gemeentekrediet (nadien Dexia NV) van 1979 tot 1999. Medevoorzitter van de groep Dexia van 1996 tot 1999. Voorzitter van de raad van bestuur van Dexia NV sinds 1999.

Pierre Richard 64 jaar Fransman Bezit 40 210 Dexiaaandelen Bestuurder sinds 1996

Lid van het strategisch comité (waarvan hij voorzitter is sinds 1 januari 2006) en het benoemingscomité Lid van het bezoldigingscomité vanaf 1 januari 2006

2002-2006

Gedelegeerd bestuurder en voorzitter van het directiecomité van Dexia NV (tot 31 december 2005)

Bestuurder: - Crédit du Nord - Le Monde - Air France/KLM - Generali France Holding - Vennootschappen die behoren tot de groep Dexia (Dexia Bank België, Dexia Crédit Local, Dexia BIL, Financial Security Assurance)

Studeerde af aan de Ecole Polytechnique en de Ecole nationale des Ponts et Chaussées. Algemeen directeur van de lokale openbare besturen – Ministerie van Binnenlandse Zaken van 1978 tot 1982. Algemeen adjunct-directeur van de Caisse des dépôts et consignations van 1983 tot 1993. Voorzitter van Crédit local de France van 1987 tot 1996. Medevoorzitter van de groep Dexia van 1996 tot 1999. In 1999 werd hij gedelegeerd bestuurder en voorzitter van het directiecomité van Dexia NV. Voorzitter van de raad van bestuur van Dexia NV sinds 1 januari 2006.

Gilles Benoist Onafhankelijk bestuurder 59 jaar Fransman Bezit 300 Dexiaaandelen Bestuurder sinds 1999

Voorzitter van het auditcomité

2000-2006

Lid van het directiecomité: - Groupe Caisse des Dépôts

Licentiaat rechten. Studeerde aan het Institut d'Etudes Politiques en de Ecole Nationale d'Administration. Werd in 1987 secretaris-generaal van Crédit local de France en nadien lid van het uitvoerend comité van de Caisse des dépôts et consignations van 1993 tot 1998.

Voorzitter van de raad van bestuur van Dexia NV vanaf 1 januari 2006

Voorzitter van het directorium van CNP Assurances

(1) Artikel 2 van de wet van 6 augustus 1931 (Belgisch Staatsblad van 14 augustus 1931) verbiedt ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, leden of gewezen leden van de Wetgevende Kamers, om in akten of bekendmakingen betreffende vennootschappen met winstoogmerk voornoemde titels te vermelden.

Beheersverslag

19




Hoofdfunctie

Andere functies

Biografie

Rik Branson 61 jaar Belg Bezit geen Dexiaaandelen Bestuurder sinds 2001

Lid van het strategisch comité en het benoemingscomité

2002-2006

Voorzitter van het directiecomité van Arcofin

Voorzitter van het directiecomité: - Arcopar - Arcoplus - Auxipar Censor: - Nationale Bank van België

Licentiaat economische wetenschappen. Oefende verschillende functies uit bij de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen tussen 1980 en 1989. Treedt in 1989 toe tot de groep Arco en wordt in 1992 voorzitter van het directiecomité.

Guy Burton 57 jaar Belg Bezit 2 000 Dexiaaandelen Bestuurder sinds 2001

Lid van het bezoldigingscomité (vanaf 1 januari 2006)

2003-2007

Algemeen directeur en voorzitter van het directiecomité van Ethias

Voorzitter van de raad van bestuur: - Union des associations d'assurance mutuelle - Nateus SA - Network Research Belgium (NRB) - Incotech - Ame Life Lux - Ame Holding SA - Mnema ASBL

Licentiaat rechten. Begon in 1974 zijn loopbaan bij de Onderlinge Maatschappij der Openbare Besturen, nu Ethias. Werd er secretarisgeneraal in 1991 en algemeen directeur in 1995.

2004-2008

Algemeen directeur en voorzitster van RATP

Lid van de Conseil économique et social

Diploma van het Institut d’Etudes Politiques te Parijs en licentiaat rechten, studeerde aan het ENA. Was directeur van de Transports Terrestres bij het Ministère de l’Equipement, du Transport et du Tourisme van 1993 tot 1995. Staatssecretaris Transport van 1995 tot 1997. Verkozen tot gedeputeerde van Yvelines en regionaal adviseur van Ile-de-France. Legde haar politieke mandaten en functies neer om benoemd te worden tot algemeen directeur en voorzitster van RATP in 2002.

2000-2006

Algemeen directeur (PDG) van de groep SCOR

Voorzitter: - SCOR Life US Reinsurance (USA) - SCOR Reinsurance Company (USA) - SCOR US Corporation (USA) Bestuurder: - BNP Paribas SA - Bolloré Investissement SA - Dassault Aviation - Cogedim - AMVESCAP Plc

Ecole des Hautes Etudes Commerciales. Diploma politieke wetenschappen, economische wetenschappen en filosofie. Lid van de Conseil économique et social en van de Commission économique de la Nation. Lid van de Société d’Economie Politique en van de Conseil de l’Association de Genève.

2005-2006

Burgemeester van Waterloo (België)

Bestuurder: - Les Amis du Musée Wellington ASBL - IP Trade

Handelsschool Solvay (onvolledige cyclus: drie van de vier j a a r ) . B u rg e m e e s t e r v a n Waterloo sinds 1982. Momenteel actief in de nationale politiek.

Anne-Marie Idrac Onafhankelijk bestuurder 54 jaar Française Bezit geen Dexiaaandelen Bestuurder sinds 2004

Denis Kessler Onafhankelijk bestuurder 53 jaar Fransman Bezit 15 285 Dexiaaandelen Bestuurder sinds 1999

Lid van het strategisch comité

Serge Kubla 58 jaar Belg Bezit geen Dexiaaandelen Bestuurder sinds 2005

20





Hoofdfunctie

Andere functies

Biografie

2000-2006

Emeritus hoogleraar aan de universiteit Paris-Dauphine

Bestuurder: - Schlumberger - AGF - Institut Europlace de Finance - SCOR - Hôpital Américain de Paris

Studeerde af aan de Ecole Polytechnique en is doctor (in Business Administration) van de universiteit van Stanford. Na zijn voorzitterschap van het directorium van Paribas, werd hij professor aan de universiteit Paris-Dauphine en beheerder van vennootschappen.

Bernard Lux 56 jaar Belg Bezit geen Dexiaaandelen Bestuurder sinds 2005

2005-2009 (definitief te benoemen door de gewone algemene vergadering van 10 mei 2006)

Rector-voorzitter van de universiteit van Bergen

- Gewoon hoogleraar aan de Faculté Warocqué des Sciences économiques - Voorzitter van de raad van bestuur van WHESTIA SA - Lid van de raad van bestuur en van het bezoldigingscomité van SOGEPA SA - Lid van de raad van bestuur en voorzitter van Financiën en Human Resources van de SWL (Société Wallonne de Logement) - Federaal lid van de Nationale Arbeidsraad

Doctor in toegepaste economische wetenschappen, auteur van studies en wetenschappelijke artikels.

Dominique Marcel 50 jaar Fransman Bezit geen Dexiaaandelen Bestuurder sinds 2005

2005-2006

Financieel directeur van de Groupe Caisse des Dépôts Lid van het directiecomité van de Caisse des dépôts et consignations

Lid van de raad van toezicht: - Accor - CNP Assurances Permanent vertegenwoordiger van de Caisse des dépôts et consignations: - raad van toezicht van de Caisse Nationale des Caisses d’Epargne et de Prévoyance (CNCE) - raad van bestuur van Icade Voorzitter van de raad van toezicht: - Compagnie des Alpes

Diploma politieke wetenschappen, studeerde aan de Ecole nationale d’administration. Na diverse functies bij de Direction du Trésor, was Dominique Marcel achtereenvolgens economisch adviseur van de Franse president, directeur van het ministerie voor tewerkstelling en solidariteit van 1997 tot 2000, adjunct-directeur van het kabinet van de premier van 2000 tot 2002 en hoofdinspecteur financiën; sinds 2003 is hij financieel directeur bij de Groupe Caisse des Dépôts.

André Levy-Lang Onafhankelijk bestuurder 68 jaar Fransman Bezit 38 000 Dexiaaandelen Bestuurder sinds 2000

Voorzitter van het benoemingscomité Lid van het auditcomité sinds 7 februari 2006

Beheersverslag

21




Hoofdfunctie

Andere functies

Biografie

2004-2008

Algemeen directeur van de Caisse des dépôts et consignations

Lid van de raad van toezicht: - CNP Assurances Vice-voorzitter en lid van de raad van toezicht: - CNCEP Bestuurder: - Veolia Environnement - Casino GuichardPerrachon - Accor

S t u d e e rd e a a n d e E c o l e nationale d’administration. Geaggregeerde in de letteren. Alvorens algemeen directeur te worden bij de Caisse des dépôts et consignations, was hij adjunct-directeur bij de directie Trésor du Ministère de l’Economie et des Finances (1994-1999), voorzitter van de Club van Paris (1997-1999) en vice-voorzitter van de Europese Investeringsbank (EIB) (1999-2002).

Roberto Mazzotta Onafhankelijk bestuurder 65 jaar Italiaan Bezit geen Dexiaaandelen Bestuurder sinds 2001

2002-2006

Voorzitter van Banca Popolare di Milano

Vice-voorzitter van de raad van bestuur: - Associazione Bancaria Italiana Bestuurder: - Associazione Nazionale Banche Popolari

Econoom van opleiding. Was professor aan de universiteit van Genua. Was gedurende een twintigtal jaar actief in de politiek. Begon zijn loopbaan als bankier in 1987.

Jan Renders 56 jaar Belg Bezit geen Dexiaaandelen Bestuurder sinds 2003

2004-2008

Voorzitter van het ACW

Voorzitter van de raad van bestuur: - HIVA - Arcopar - Arcofin Lid van de raad van bestuur: - IDEWE - IBEVE

Licentiaat sociologie. Begon zijn loopbaan in 1972 als adviseur op de studiedienst van het ACV. Van 1990 tot 1997 was hij nationaal secretaris van het ACW. Sinds 1997 was hij secretaris-generaal en in 2002 nam hij het voorzitterschap op.

Gaston Schwertzer Onafhankelijk bestuurder 73 jaar Luxemburger Bezit 30 660 Dexiaaandelen Bestuurder sinds 1999

2000-2006

Doctor in de rechten Beheerder van vennootschappen Voorzitter van Luxempart Gedelegeerd bestuurder van Audiolux

Voorzitter: - Luxempart en Luxempart Energie - Sichel - Presta-Gaz - Energus Bestuurder: - Société électrique de l'Our - Foyer Finance - Dexia Banque Internationale à Luxembourg - Trief Corporation (Groupe Wendel)

Was lange tijd actief in de gassector en in het kader van vastgoedprojecten in Luxemburg. Bestuurder van Dexia BIL sinds 1984. Medestichter van BIL Participations dat Luxempart werd. Is ook ereconsul van de republiek Nicaragua.

2001-2007

Lid van het directorium van de Groupe Taittinger. Directeur-generaal van de Société du Louvre – Groupe du Louvre

Voorzitter: - Société Immobilière de la Tour La Fayette Vice-voorzitter van de raad van bestuur: - Baccarat Bestuurder (permanent vertegenwoordiger): - Groupe Taittinger bij Taittinger CCVC Bestuurder: - Carrefour

Diploma van het Institut d'Etudes Politiques te Parijs. Alvorens deel uit te maken van het directorium van de Groupe Taittinger, was zij achtereenvolgens secretaris-generaal, adjunct-directeur-generaal, directeurgeneraal en voorzitter van het directorium van de Société du Louvre, waarvan ze vandaag directeur-generaal is. Naar aanleiding van de splitsing tussen de functies van voorzitter en de algemene leiding werd ze directeur-generaal.

Francis Mayer 55 jaar Fransman Bezit geen Dexiaaandelen Bestuurder sinds 2003

Anne-Claire Taittinger Onafhankelijk bestuurder 56 jaar Française Bezit 1 000 Dexiaaandelen Bestuurder sinds 2001

22


Lid van het bezoldigingscomité (waarvan ze voorzitter is sinds 7 februari 2006)





Hoofdfunctie

Andere functies

Biografie

Marc Tinant 51 jaar Belg Bezit 100 Dexiaaandelen Bestuurder sinds 2001

Lid van het auditcomité

2002-2006

Lid van het directiecomité van Arcofin

Lid van het directiecomité (uitvoerend bestuurder): - Arcoplus - Auxipar - Arcopar Gedelegeerd bestuurder en vicevoorzitter van de raad van bestuur: - EPC Bestuurder: - Retail Estates (Bevaki genoteerd op de beurs van Brussel) - SRIW (Société Régionale d’Investissement de Wallonie)

Licentiaat en master in economische wetenschappen. Was algemeen adviseur van het directiecomité van de Société Régionale d'Investissement de la Wallonie, vooraleer hij in 1991 tot de groep Arco toetrad.

Sir Brian Unwin Onafhankelijk bestuurder 70 jaar Brit Bezit geen Dexiaaandelen Bestuurder sinds 2000

Lid van het bezoldigingscomité

2000-2006

Voorzitter van de Assettrust Housing, Limited

Erevoorzitter van de Europese Investeringsbank Voorzitter: - Europees Centrum voor Natuurbescherming Bestuurder: - English National Opera Company - Federal Trust for Education and Research

Studeerde aan de universiteiten van Oxford en Yale. Was diplomaat en bekleedde verscheidene functies bij het Ministerie van Financiën en het kabinet van de eerste minister in Groot-Brittannië. Werd voorzitter van de Europese Investeringsbank in 1993 en is er erevoorzitter sinds 2000.

Francis Vermeiren 69 jaar Belg Bezit 1 700 Dexiaaandelen Bestuurder sinds 2004


2005-2009

Burgemeester van Zaventem (België)

Voorzitter van de raad van bestuur: - Gemeentelijke Holding NV

Gewezen verzekeringsinspecteur. Gewezen zaakvoerder van een fiscaal adviesbureau. Is nu actief in de nationale politiek.

Burgemeester van Gent (België)

Bestuurder: - Dexia Bank België NV

Licentiaat filologie en communicatiewetenschappen. Was gemeenteraadslid en schepen vóór hij in 1995 burgemeester van Gent werd.

Waarnemer: Frank Beke 59 jaar Belg Bezit 1 400 Dexiaaandelen Waarnemer sinds 2001

Beheersverslag

23

Verkiesbaarheidscriteria Het huishoudelijk reglement van de raad van bestuur bepaalt dat de bestuurders worden gekozen door de algemene aandeelhoudersvergadering op grond van hun bekwaamheid en van de bijdrage die zij kunnen leveren tot het beheer van de onderneming. Het benoemingscomité dat opgericht werd onder de leden van de raad is belast met het opstellen van bekwaamheidsprofielen die geregeld zullen worden herzien om rekening te kunnen houden met de evolutie van de groep Dexia en haar activiteiten. Elk lid van de raad van bestuur moet in de mogelijkheid zijn om zijn verplichtingen als bestuurder na te komen. De niet-uitvoerende bestuurders mogen niet meer dan vijf bestuursmandaten aanvaarden in andere beursgenoteerde ondernemingen.

Benoemings- en evaluatieprocedure voor bestuurders Benoeming Het benoemingscomité moet de raad van bestuur voorstellen doen om nieuwe bestuurders te benoemen. De raad van bestuur krijgt een gedetailleerd verslag van de elementen die dit voorstel verantwoorden. Het benoemingscomité voert in dit verband een onderzoek naar de bekwaamheden, kennisdomeinen en ervaring van de kandidaat. Er volgt een gesprek tussen de kandidaat en de leden van het benoemingscomité of een delegatie van dit comité. Evaluatie De raad van bestuur evalueert elk jaar zijn eigen werking onder leiding van de voorzitter van de raad van bestuur. De zelfevaluatie kan ook gebeuren door een extern consultant. In dit verband wordt ook de bijdrage van elke bestuurder aan de werkzaamheden van de raad onderzocht. Bij de vernieuwing van een bestuurdersmandaat, valt het benoemingscomité overigens terug op de resultaten van de evaluatie door een extern consultant om de bijdrage van de bestuurder aan de werkzaamheden van de raad en de efficiëntie daarvan te evalueren. De Code Lippens bepaalt bovendien dat niet-uitvoerende bestuurders van een vennootschap hun wisselwerking met het leidinggevend management regelmatig evalueren en minstens eenmaal per jaar bijeenkomen zonder de CEO en de andere uitvoerende bestuurders. Een zitting van de raad van bestuur van Dexia zal dan ook plaatsvinden zonder de CEO (en, in voorkomend geval, de andere uitvoerende bestuurders).

Wijzigingen in de samenstelling van de raad van bestuur van Dexia NV in de loop van het boekjaar 2005 Tijdens het boekjaar 2005 werd de samenstelling van de raad van bestuur als volgt gewijzigd: (1) De heer Thierry Breton heeft op 28 februari 2005 ontslag genomen uit de raad van bestuur van Dexia NV. De gewone algemene vergadering van Dexia NV van 11 mei 2005 heeft de raad van bestuur de mogelijkheid geboden een nieuwe bestuurder te coöpteren ter vervanging van de heer Thierry Breton. Overeenkomstig de beslissing van de gewone algemene vergadering heeft de raad op 7 juli 2005 de heer Dominique Marcel gecoöpteerd als bestuurder ter vervanging van de heer Thierry Breton. Op de volgende gewone algemene vergadering van Dexia NV op 10 mei 2006 zal worden voorgesteld de heer Dominique Marcel definitief te benoemen voor een nieuw mandaat van vier jaar.

24


(2) Tijdens de gewone algemene vergadering van Dexia NV op 11 mei 2005 werd de heer Elio Di Rupo, die de raad van bestuur van Dexia NV op 16 november 2004 had gecoöpteerd, definitief benoemd voor een nieuw mandaat van vier jaar dat zou aflopen na de gewone algemene vergadering van Dexia NV in 2009. De heer Elio Di Rupo heeft op 6 oktober 2005 ontslag genomen uit de raad van bestuur van Dexia NV. Op de vergadering van 17 november 2005 heeft de raad van bestuur de heer Bernard Lux gecoöpteerd om de heer Elio Di Rupo voorlopig te vervangen. Op de volgende gewone algemene vergadering van 10 mei 2006 zal worden voorgesteld de heer Bernard Lux definitief te benoemen. Zijn mandaat loopt ten einde na de gewone algemene vergadering van 2009. (3) Tijdens dezelfde gewone algemene vergadering van Dexia NV van 11 mei 2005 werd de heer Francis Vermeiren definitief benoemd voor een nieuw mandaat van vier jaar. Hij was reeds gecoöpteerd door de raad van bestuur van Dexia NV op 29 november 2004. Zijn mandaat loopt af na de gewone algemene vergadering van Dexia NV in 2009. (4) De heer Eric André, die bestuurder was van Dexia NV sinds 2002, is overleden op 28 juli 2005. Op de vergadering van 17 november 2005 heeft de raad van bestuur de heer Serge Kubla gecoöpteerd om de heer Eric André voorlopig te vervangen. Op de volgende gewone algemene vergadering van Dexia NV op 10 mei 2006 zal worden voorgesteld de heer Serge Kubla definitief te benoemen voor een nieuw mandaat van vier jaar. (5) De heer François Narmon heeft ontslag genomen uit de raad van bestuur van Dexia NV op 31 december 2005. De raad van bestuur heeft de heer Axel Miller gecoöpteerd om de heer François Narmon tijdelijk te vervangen vanaf 1 januari 2006. Op de volgende gewone algemene vergadering van Dexia NV op 10 mei 2006 zal worden voorgesteld de heer Axel Miller definitief te benoemen voor een nieuw mandaat van vier jaar.

Nieuwe bestuurders Zoals reeds vermeld werd in het boekjaar 2005 overgegaan tot de benoeming van vier nieuwe bestuurders: de heren Dominique Marcel, Serge Kubla, Bernard Lux en Axel Miller. Conform de Code Lippens volgt hierna een samenvatting van het curriculum vitae van deze nieuwe bestuurders: – De heer Dominique Marcel heeft een diploma politieke wetenschappen en studeerde aan de Ecole Nationale d'Administration. Hij is financieel directeur bij de groep Caisse des Dépôts. Dominique Marcel is tevens o.a. lid van het directiecomité van de Caisse des dépôts et consignations, lid van de raad van toezicht van Accor en voorzitter van de raad van toezicht van de Compagnie des Alpes. – De heer Serge Kubla is actief in de nationale politiek. Hij is burgemeester van Waterloo sinds 1982 en tevens bestuurder van IP Trade en van de vzw “Les Amis du Musée Wellington”. – De heer Bernard Lux is doctor in de toegepaste economische wetenschappen, auteur van studies en wetenschappelijke artikels. Hij is rector-voorzitter van de universiteit van Bergen. Bernard Lux is ook o.a. gewoon hoogleraar aan de Faculté Warocqué des Sciences économiques en federaal lid van de Nationale Arbeidsraad. – De heer Axel Miller is licentiaat in de rechten. Na een loopbaan van 14 jaar als advocaat gespecialiseerd in financieel recht, fusies & overnames en internationaal handelsrecht, kwam hij in 2001 terecht bij de groep Dexia als General Counsel. In januari 2002 werd hij lid van het directiecomité van Dexia Bank en in januari

2003 werd Axel Miller voorzitter van het directiecomité van Dexia Bank en hoofd van het metier Financiële dienstverlening aan particulieren (Personal Financial Services). Axel Miller is sinds 1 januari 2006 gedelegeerd bestuurder van Dexia NV, lid van het directiecomité van Dexia Bank België en van Dexia BIL, en van het directorium van Dexia Crédit Local.

Onafhankelijke bestuurders De Code Lippens bevat een lijst met onafhankelijkscriteria voor bestuurders. Op enkele uitzonderingen na waren de criteria die de raad van bestuur van Dexia NV in 2004 weerhouden had (overeenkomstig artikel 524 van het Belgische Wetboek Vennootschappen en de in het Bouton-verslag aanbevolen corporate-governancebeginselen die in Frankrijk als referentie geld) dezelfde als of nog strenger dan de aanbevelingen van de Code Lippens. Tijdens de vergadering van 7 februari 2006 heeft de raad van bestuur op voorstel van het benoemingscomité beslist de onafhankelijkheidscriteria van de bestuurders van Dexia NV te wijzigen door er de strengere bepalingen van de Code Lippens in te integreren. Door deze beslissing zien de onafhankelijkheidscriteria die Dexia NV op zijn bestuurders toepast, er als volgt uit: 1. Gedurende een periode van drie jaar voor zijn benoeming als onafhankelijk bestuurder, mag hij geen mandaat of functie van bestuurder, zaakvoerder, lid van een directiecomité, lid van het dagelijks bestuur, kaderlid of werknemer van Dexia NV of van een vennootschap of van een persoon die eraan verbonden is of die binnen haar consolidatiekring valt, hebben uitgeoefend (deze voorwaarde is niet van toepassing in geval van vernieuwing van het mandaat van een onafhankelijk bestuurder). 2. De onafhankelijk bestuurder mag niet langer dan twaalf jaar bestuurder zijn van Dexia NV (op grond van dit criterium verliest een bestuurder zijn hoedanigheid van onafhankelijk bestuurder pas na afloop van het mandaat waarin deze periode van twaalf jaar overschreden wordt); het verlies van zijn statuut van onafhankelijk bestuurder na deze periode van twaalf jaar vormt geen beletsel voor de vernieuwing van zijn mandaat als gewoon bestuurder.

5.

De onafhankelijk bestuurder mag geen uitvoerend bestuurder zijn van een vennootschap waarin Dexia NV rechtstreeks of onrechtstreeks een mandaat van bestuurder uitoefent.

6. De onafhankelijk bestuurder mag geen cliënt, leverancier, zakenbankier, belangrijk financieringsbankier (of er rechtstreeks of onrechtstreeks mee samenhangen) zijn (i) van Dexia NV of van een verbonden vennootschap of (ii) waarvoor Dexia NV of een verbonden vennootschap een beduidend deel van de activiteit vertegenwoordigt. 7. De onafhankelijk bestuurder mag in de loop van de voorbije vijf jaar geen commissaris zijn geweest bij Dexia NV of bij een aan Dexia NV verbonden vennootschap. 8. De onafhankelijk bestuurder mag geen aandeelhouder vertegenwoordigen die alleen of samen met verscheidene andere aandeelhouders meer dan 5 % van het kapitaal van Dexia NV in handen heeft. 9. Behalve zijn vergoeding als niet-uitvoerend bestuurder, mag de onafhankelijk bestuurder geen significante aanvullende bezoldiging ontvangen van de vennootschap of een verbonden vennootschap. 10. De onafhankelijk bestuurder mag geen uitvoerend of gedelegeerd bestuurder zijn van een andere vennootschap waarin een uitvoerend of gedelegeerd bestuurder van Dexia NV een nietuitvoerend of gedelegeerd bestuurder is, en mag geen andere belangrijke banden hebben met de uitvoerende bestuurders van Dexia NV via een participatie in andere vennootschappen of entiteiten. 11. Een bestuurder is onafhankelijk wanneer hij geen enkele relatie onderhoudt, van welke aard ook, met Dexia NV, een vennootschap die verbonden is met Dexia NV of met zijn directie, die de uitoefening van zijn vrijheid van oordeel in het gedrang kan brengen. Hij mag evenmin relaties onderhouden met een vennootschap die zijn onafhankelijkheid kan aantasten. Op grond van voornoemde criteria telde de raad van bestuur van Dexia NV op 31 december 2005 acht onafhankelijke bestuurders.

3. De onafhankelijk bestuurder mag noch bij Dexia NV noch bij een verbonden vennootschap een echtgenoot hebben, een persoon met wie hij wettelijk samenwoont, een ouder, een verwante tot in de tweede graad die een mandaat uitoefent van bestuurder, zaakvoerder, lid van het directiecomité, lid van het dagelijks bestuur of kaderlid, of met financiële belangen zoals bepaald in punt 4 (cf. infra).

Het gaat om:

4. Noch de onafhankelijk bestuurder, noch zijn echtgenoot, noch de persoon met wie hij wettelijk samenwoont, noch zijn ouders of verwanten tot in de tweede graad mogen aandelen bezitten die 3 % of meer van het kapitaal of van een aandelencategorie van Dexia NV vertegenwoordigt. In de veronderstelling dat deze personen rechten bezitten die minder dan 3 % van het kapitaal of van een aandelencategorie van Dexia NV vertegenwoordigen, mogen deze rechten voornoemde grens van 3 % niet overschrijden wanneer men ze toevoegt aan de rechten van de vennootschappen die worden gecontroleerd door de onafhankelijk bestuurder; de daden van beschikking, ten slotte, die gepaard gaan met deze aandelen of met de uitoefening van de bijbehorende rechten mogen niet onderworpen zijn aan conventionele bepalingen of aan eenzijdige verbintenissen die de onafhankelijk bestuurder zou zijn aangegaan.

• de heer Roberto Mazzotta

• mevrouw Anne-Marie Idrac • mevrouw Anne-Claire Taittinger • de heer Gilles Benoist • de heer Denis Kessler • de heer André Levy-Lang • de heer Gaston Schwertzer • Sir Brian Unwin.

Niet-uitvoerende bestuurders Wordt beschouwd als niet-uitvoerend bestuurder, elk lid van de raad van bestuur dat geen uitvoerende functies vervult in een vennootschap van de groep Dexia. Het huishoudelijk reglement van de raad van bestuur van Dexia NV bepaalt dat minstens de helft van de raad van bestuur samengesteld is uit niet-uitvoerende bestuurders. Met uitzondering van de gedelegeerd bestuurder (de heer Pierre Richard tot 31 december 2005 en de heer Axel Miller vanaf 1 januari 2006), zijn de andere leden van de raad van bestuur van Dexia NV allemaal niet-uitvoerende bestuurders.

Beheersverslag

25

Scheiding van de functies van voorzitter van de raad van bestuur en van gedelegeerd bestuurder (CEO)

en in onderlinge overeenstemming een dergelijke transactie toestaan of beslissen de raad samen te roepen.

De statuten van Dexia NV en het huishoudelijk reglement van de raad van bestuur van Dexia NV vermelden expliciet de regel inzake de scheiding van de functies van voorzitter van de raad van bestuur en gedelegeerd bestuurder (CEO). Deze functies moeten aan verschillende personen van verschillende nationaliteit worden toevertrouwd, zelfs wanneer de voorzitter van de raad van bestuur verhinderd is en zich door een ander bestuurder laat vervangen om een vergadering van de raad voor te zitten.

Elke waarborg die Dexia NV aan een derde geeft waarvan het bedrag gelijk zou zijn aan of hoger zou liggen dan 50 miljoen EUR moet vooraf gemeld worden aan de raad van bestuur. In dringende gevallen worden de voorzitter van de raad van bestuur en de voorzitter van het auditcomité ingelicht. Zij kunnen dan in onderling overleg beslissen om eventueel de raad van bestuur bijeen te roepen om hem in te lichten.

Duur van de mandaten De duur van de mandaten van de bestuurders die benoemd werden vanaf 7 mei 2002 bedraagt maximum vier jaar.

2.2.2. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de raad van bestuur Het huishoudelijk reglement van de raad van bestuur beschrijft de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de raad van bestuur. Deze hebben betrekking op drie aspecten: – strategie en algemeen beleid; – beheerscontrole en risicofollow-up; – de relaties met de aandeelhouders. Strategie en algemeen beleid De raad van bestuur van Dexia bepaalt, in naam van alle aandeelhouders samen en op voorstel van of na advies van het directiecomité, de strategie en het algemeen beleid van de vennootschap en van de groep Dexia. De raad van bestuur definieert eveneens de standaarden van de Groep en waakt over de uitvoering van deze strategie op het niveau van de Groep, maar ook op het niveau van Dexia Bank België, Dexia Crédit Local en Dexia BIL. De raad ziet erop toe dat de principes inzake corporate governance worden nageleefd, met inbegrip van de erkenning van het vennootschappelijk belang van Dexia Bank België, Dexia Crédit Local en Dexia BIL.

Beheerscontrole en risicofollow-up De raad van bestuur controleert en stuurt het beheer van de vennootschap en van de Groep en zorgt voor de risicofollow-up. In dat kader vermeldt het huishoudelijk reglement van de raad van bestuur van Dexia NV dat de raad van bestuur: – overgaat tot de evaluatie van de implementering, op het niveau van de Groep en van Dexia Bank België, Dexia Crédit Local en Dexia BIL, van sterke en onafhankelijke controlefuncties die met name, in een geest van centralisatie, risk management, interne audit en compliance omvatten; – de nodige maatregelen neemt om zich te vergewissen van de integriteit van de financiële staten; – de prestaties evalueert van de leden van het directiecomité; – toeziet op de prestaties van de commissaris(sen) en de interne audit; – de organisatie van het directiecomité bepaalt op het vlak van de samenstelling, de werkwijze en de verplichtingen van dit orgaan op voorstel van de gedelegeerd bestuurder, de bezoldiging vastlegt van de leden van het directiecomité op voorstel van het bezoldigingscomité en op voorstel van de gedelegeerd bestuurder aangaande de bezoldiging van de leden van het directiecomité, hijzelf niet meegerekend. Rol van de raad van bestuur ten opzichte van de aandeelhouders van de vennootschap De raad treedt enkel op in het belang van de vennootschap ten aanzien van de aandeelhouders, de cliënteel en het personeel.

In dat kader vermeldt het huishoudelijk reglement van Dexia dat de raad van bestuur:

De raad zorgt ervoor dat zijn verplichtingen t.a.v. zijn aandeelhouders vervuld zijn en legt aan de aandeelhouders rekenschap af over de uitoefening van zijn taken.

– op zijn minst één keer per jaar bijeenkomt om de strategische uitdagingen waarmee Dexia en zijn diverse metiers worden geconfronteerd, te evalueren;

2.2.3. Werking van de raad van bestuur

– de strategische voorstellen van het directiecomité onderzoekt; – beslist over de strategie van de diverse metiers van Dexia die door het directiecomité wordt geïmplementeerd, de prioriteiten vastlegt, het jaarlijks budget goedkeurt en meer in het algemeen zich vergewist van de overeenstemming tussen de gekozen strategie en de financiële en menselijke middelen die daarvoor worden ingezet; – de waarden bepaalt van de groep Dexia na advies van het directiecomité. Het huishoudelijk reglement van de raad geeft hem welomschreven bevoegdheden voor het verwerven of verkopen van belangrijke activa. Elke acquisitie of verkoop door de groep Dexia (Dexia NV of een vennootschap die rechtstreeks of onrechtstreeks gecontroleerd wordt door Dexia NV) voor een bedrag dat gelijk is aan of hoger ligt dan 50 miljoen EUR moet vooraf worden goedgekeurd door de raad van bestuur. In dringende gevallen kunnen de voorzitter van de raad van bestuur en van het auditcomité met een volmacht van de raad

26


2.2.3.1. Statutaire regels De statuten van de vennootschappen schrijven de volgende regels voor in verband met de werking van de raad van bestuur: – Elke beraadslaging vereist de aanwezigheid of de vertegenwoordiging van minstens de helft van de leden. – De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen van alle aanwezige en vertegenwoordigde leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter of van het lid dat hem vervangt doorslaggevend. – De beslissingen over de hierna weergegeven verrichtingen vereisen de aanwezigheid of de vertegenwoordiging van minstens tweederde van de leden en een beslissing die genomen wordt bij een meerderheid van tweederde van de stemmen van alle aanwezige of vertegenwoordigde leden: (i) de beslissing om gebruik te maken van het toegestane kapitaal of om aan de algemene vergadering van aandeelhouders de uitgifte voor te stellen van aandelen, in aandelen converteerbare of

terugbetaalbare obligaties, warrants en andere financiële instrumenten die op termijn recht geven op aandelen, indien het bedrag van de kapitaalverhogingen die zouden voortvloeien uit de uitgifte van deze aandelen, de omzetting of de terugbetaling van deze obligaties of de uitoefening van deze warrants en andere financiële instrumenten, tien procent overschrijdt van het bedrag van het kapitaal dat vóór deze beslissingen bestond; (ii) de beslissing met betrekking tot het verwerven of overdragen van activa die meer dan tien procent van de eigen middelen van de vennootschap vertegenwoordigen; (iii) de beslissing om aan de algemene vergadering van aandeelhouders een wijziging van de statuten van de vennootschap voor te stellen; (iv) de beslissing met betrekking tot de benoeming en de afzetting van de voorzitter van de raad van bestuur en van de gedelegeerd bestuurder. 2.2.3.2. Huishoudelijk reglement van de raad van bestuur van Dexia NV Sinds zijn oprichting in 1999 heeft de raad van bestuur van Dexia NV een huishoudelijk reglement dat een aantal regels bevat die de raad in staat moeten stellen zijn bevoegdheden ten volle uit te oefenen en de doeltreffendheid van de bijdrage van elke bestuurder moeten vergroten. Het huishoudelijk reglement is in 2005 ingrijpend gewijzigd, met name door de nieuwe organisatiestructuur van de groep Dexia en de inwerkingtreding van de Code Lippens. Hieronder worden de belangrijkste regels uit het reglement beschreven in verband met: – de algemene organisatieprincipes van de raad van bestuur; – de discretieplicht van de bestuurders; – de opleiding van de bestuurders; – belangenvermenging; – de transacties tussen een vennootschap van de groep Dexia en de bestuurders; – verrichtingen voor eigen rekening met Dexia-aandelen. Algemene organisatieprincipes De raad van bestuur organiseert zich zodanig dat hij zijn bevoegdheden en taken optimaal kan uitvoeren. De bijeenkomsten van de raad vinden vaak genoeg plaats om hem in staat te stellen zijn opdrachten te vervullen. De bestuurders verbinden zich ertoe actief betrokken te zijn bij de werkzaamheden van de raad en de comités waarvan zij lid zijn. De aanwezigheid tijdens de zittingen van de raad en de comités is de voornaamste voorwaarde voor deze deelneming, en een effectieve aanwezigheid op minstens drievierde van de bijeenkomsten is gewenst. De agenda bevat de te behandelen onderwerpen en vermeldt ook of het gaat om informatieve punten, of dat erover beraadslaagd zal worden of dat er een beslissing over zal worden genomen. De notulen maken gewag van de besprekingen en vermelden ook de genomen beslissingen, alsook eventueel het voorbehoud van bepaalde bestuurders.

Discretieplicht De informatie die aan de bestuurders wordt meegedeeld in het kader van de uitoefening van hun functie, zowel tijdens de bijeenkomsten van de raad, de gespecialiseerde comités of tijdens privégesprekken, wordt hun intuitu personae verstrekt; zij moeten erop toezien dat het vertrouwelijk karakter van deze informatie strikt wordt gerespecteerd. Als men op de hoogte is van bevoorrechte informatie, houdt dat een verbod in om voor eigen rekening of voor rekening van derden verrichtingen te doen met effecten van de betrokken ondernemingen, alsook een verbod om deze informatie mee te delen aan derden. Opleiding van de bestuurders Met het oog op het verwerven van een goede kennis van de groep Dexia, worden de nieuwe bestuurders uitgenodigd om bij hun aanstelling een of twee dagen uit te trekken voor contacten met en bezoeken aan de Groep. Bestuurders die zitting hebben in de gespecialiseerde comités, worden gekozen op grond van hun specifieke bevoegdheden. Als dat nodig is, laten ze zich bijstaan door externe experts. De opdrachten van deze gespecialiseerde comités staan duidelijk omschreven in het intern reglement van de raad van bestuur. Belangenvermenging De bestuurders vergewissen zich ervan dat hun deelneming aan de raad van bestuur voor hen geen bron is van rechtstreekse of onrechtstreekse belangenvermenging, noch op persoonlijk vlak, noch voor de professionele belangen die zij vertegenwoordigen. De bestuurders zien erop toe dat hun deelneming aan de raad van bestuur getuigt van een totale onafhankelijkheid van belangen die vreemd zijn aan de onderneming zelf. In het bijzonder kruiselingse uitwisselingen van bestuurders moeten worden vermeden. De bestuurders stellen hun mandaat ter beschikking van de raad bij een belangrijke wijziging van hun functies; de raad beslist dan of hij al dan niet hun ontslag aanvaardt, na advies van het benoemingscomité. Zij moeten ontslag nemen als een wijziging in hun situatie leidt tot een toestand die onverenigbaar is met hun mandaat als bestuurder van Dexia. Als een bestuurder rechtstreeks of onrechtstreeks een vermogensbelang heeft dat tegengesteld is aan een beslissing van of een transactie door de raad van bestuur, moet hij dit melden aan de andere bestuurders nog vóór de beraadslaging in de raad van bestuur. Zijn verklaring, alsook de redenen die worden aangevoerd ter rechtvaardiging van zijn tegengesteld belang, moeten vermeld worden in de notulen van de raad van bestuur die de beslissing moet nemen. Bovendien moet hij de commissarissen van de vennootschap hiervan op de hoogte brengen. Met het oog op de publicatie in het jaarlijks beheersverslag vermeldt de raad van bestuur in de notulen de aard van de betrokken beslissing of van de betrokken transactie, geeft hij een rechtvaardiging voor de beslissing die werd genomen, en haalt hij ook de gevolgen aan voor het vermogen van de vennootschap. Het beheersverslag bevat de notulen waarnaar hierboven wordt verwezen. Het verslag van de commissarissen moet bovendien een aparte toelichting bevatten over de gevolgen op vermogensvlak voor de vennootschap van de beslissingen van de raad van bestuur, die in de zin van voornoemde bepalingen een tegengesteld belang vertegenwoordigden.

Beheersverslag

27

De bestuurder voor wie er sprake is van tegengestelde belangen, mag de beraadslagingen van de raad van bestuur over de betrokken transacties of beslissingen niet bijwonen, en mag evenmin deelnemen aan de stemming. Transacties tussen een vennootschap van de groep Dexia en de bestuurders De transacties tussen een vennootschap van de groep Dexia en de bestuurders moeten plaatsvinden tegen de normale marktvoorwaarden. Verrichtingen voor eigen rekening met Dexia-effecten Met het oog op de transparantie rond transacties met Dexia-effecten, bepaalt het intern reglement dat de bestuurders aan de compliance officer van de Groep de volgende inlichtingen verstrekken:

2.2.3.3. Werking en activiteiten van de raad van bestuur van Dexia NV tijdens het boekjaar 2005 Presentiegraad van de bestuurders De raad kwam in 2005 elf maal bijeen. De presentiegraad van de bestuurders op de vergaderingen van de raad van bestuur bedroeg 82 %. Activiteiten van de raad van bestuur Buiten de zaken die onder zijn gewone bevoegdheid vallen (followup van de resultaten, goedkeuring van het budget, benoeming en bezoldiging van de leden van het directiecomité), heeft de raad van bestuur zich over volgende dossiers gebogen: – de analyse van de strategische opties van de groep Dexia; – de bespreking en de goedkeuring van het auditplan voor 2005;

a. op het ogenblik van de opname van hun functie, welke effecten of financiële instrumenten van Dexia zij in hun bezit hebben;

– de bestudering en goedkeuring van het voorstel tot partnership met de Royal Bank of Canada;

b. na elke verrichting, gedetailleerde informatie over deze verrichting, zodat de vereiste bekendmakingen kunnen gebeuren;

– de oprichting van de Dexia Corporate University;

c. op het einde van elk jaar, een actualisering van de effecten of financiële instrumenten van Dexia die zij in hun bezit hebben. Vóór elke transactie met Dexia-effecten lichten de bestuurders de compliance officer van de Groep in over de transactie die zij overwegen. In elk geval moeten de bestuurders zich zonder voorafgaande toestemming van de compliance officer van de Groep, onthouden van: – elke transactie op Dexia-effecten gedurende een periode van één maand vóór de bekendmaking van de financiële resultaten (“gesloten periode”); – elke transactie met Dexia-effecten tijdens gevoelige periodes die hun worden meegedeeld door de compliance officer van de Groep en die door laatstgenoemde worden bepaald op basis van een algemeen beleid dat wordt uitgestippeld in overleg met het auditcomité (“sperperiode”); – elke verrichting die tegengesteld is aan een vorige verrichting, met uitzondering van de verkoop van aandelen na de uitoefening van opties binnen een termijn van zes maanden erna. Bovendien verbinden de bestuurders zich ertoe om de Dexiaeffecten die zij hebben verworven of die zij overwegen te verwerven, aan te houden op een effectenrekening die op hun naam werd geopend bij een van de kredietinstellingen van de groep Dexia, of bij een door Dexia erkende instelling, of om deze effecten op naam te laten inschrijven. Voornoemde verplichtingen aangaande Dexia-effecten gelden voor de bestuurders, hun echtgenote(n)(s) die niet van tafel en bed gescheiden zijn en hun minderjarige kinderen. De diverse verplichtingen die worden aangehaald in dit reglement gelden eveneens voor de waarnemers zoals ze worden vermeld in de statuten van Dexia NV. De compliance officer van de Groep zorgt voor de naleving door de bestuurders van de in bovenstaande paragrafen aangehaalde regels. Naast de vermelding van de globale posities in Dexia-aandelen in het jaarverslag van de vennootschap, verschijnen de individuele transacties, in afwachting van nadere gegevens uit de omzetting van de Europese normen terzake, sinds begin 2005 op de website van Dexia en op de site van de Autorité des Marchés Financiers (Frankrijk).

28


– de bespreking en beslissing in verband met het ten laste nemen van de sociale bijdragen van de bestuurders; – de bespreking van de activiteit van Dexia op het gebied van MVB; – de goedkeuring van de deelname van Dexia aan het privatiseringsproces van CEC; – de bespreking en goedkeuring van het aanbod voor het verwerven van een belang in de Banca Comerciala Romana; – het verslag van de voorzitter van de raad van bestuur van Dexia NV over de werking van de raad en over de interne controle in de Groep; – de bespreking en de kennisname van het interne controleverslag en van het verslag van de risico-analyse en het risicobeheer in 2004; – de follow-up van het dossier Dexia Bank Nederland; – het aandeelhoudersplan voor de personeelsleden en de medewerkers van de Groep, alsook het aandelenoptieplan voor 2005; – de bespreking en goedkeuring van het charter over de juridische en fiscale functies; – de strategie in verband met het programma voor het verwerven van eigen aandelen; – de invoering van een actieplan met betrekking tot de plaats van de vrouw in de onderneming; – de bespreking van de opvolging aan het hoofd van de Groep; – het beleid inzake Publiek-Private Samenwerking; – het Data Consolidation Center; – het toenaderingsvoorstel van Fortis aan Dexia; – de verkoop van Eural; – de nieuwe organisatie van de Groep; – de bekrachtiging van het corporate-governancecharter en de wijziging van het intern reglement van de raad van bestuur en van het directiecomité; – de uitwerking van een intern reglement voor het auditcomité; – de nieuwe institutionele campagne van Dexia. Belangenvermenging in 2005 Als een bestuurder, zoals hierboven reeds aangegeven, rechtstreeks of onrechtstreeks een vermogensbelang heeft dat tegengesteld is aan een beslissing van of een transactie door de raad van bestuur, moet hij dit melden aan de andere bestuurders nog vóór de beraad-

slaging in de raad van bestuur. Zijn verklaring, alsook de redenen die worden aangevoerd ter rechtvaardiging van zijn tegengesteld belang, moeten vermeld worden in de notulen van de raad van bestuur die de beslissing moet nemen. Hieronder staan de uittreksels uit de notulen van de raden van bestuur van 2005 in verband met punten waarvoor de bepalingen van artikel 523 van het Belgisch Wetboek Vennootschappen werden toegepast. (1) Tijdens de zitting van 3 maart 2005 heeft de raad zich gebogen over het vastleggen van de bezoldiging van de leden van het directiecomité. Aangezien de gedelegeerd bestuurder eveneens voorzitter van het directiecomité is, heeft hij zich onthouden (conform artikel 523 van het Wetboek Vennootschappen) van de beraadslaging en stemming van de raad van bestuur over zijn eigen bezoldiging. Het uittreksel uit de notulen over de gedelegeerd bestuurder wordt hierna weergegeven: F. Narmon brengt verslag uit over de vergadering van het comité der bezoldigingen, die plaatsvond op 2 februari 2005. Behalve de punten m.b.t. het aandelenplan 2005 en het optieplan 2005, die behandeld zullen worden in het kader van een ander punt van de dagorde, heeft het comité der bezoldigingen zich voornamelijk gebogen over de vraag naar het variabel gedeelte van de leden van het directiecomité over het boekjaar 2004. In de mate dat hij hierbij betrokken partij is, onthoudt P. Richard zich van deelname aan het debat. F. Narmon herinnert eraan dat ingevolge een beslissing van de raad van bestuur, de berekening van het variabel gedeelte 2004 verbonden is aan de groei van de geconsolideerde nettowinst per aandeel, en berekend wordt als een percentage van het vaste gedeelte. De hypothese die weerhouden werd, hield in dat het variabele gedeelte het doelpercentage zou bereiken wanneer de evolutie van de nettowinst per aandeel in 2004 t.o.v. 2003 +8 % zou bedragen (overeenkomstig de budgettaire vooruitzichten die vastgelegd werden in februari 2004). Het doelpercentage zou met 40 % vermeerderd worden indien de evolutie van de nettowinst per aandeel +13,5 % zou bedragen. De nettowinst per aandeel is in 2004 toegenomen met 25,1 %. Het comité der bezoldigingen heeft beslist om het percentage van het variabele gedeelte te plafonneren op het cijfer dat overeenkomt met een evolutie van de nettowinst per aandeel van 13,5 %, d.w.z. 105 % voor de afgevaardigd bestuurder. Bovendien heeft het comité der bezoldigingen voorgesteld om de mogelijkheid te benutten om t.a.v. de leden van het directiecomité een modulering van 0 tot 20 % toe te passen in functie van het bereiken van hun objectieven per kernactiviteit en per functie. Na deze oefening blijft het percentage van het variabele gedeelte 105 % voor de afgevaardigd bestuurder, die bovendien geniet van een bijkomende storting die reeds voorzien was in 2004. M.b.t. de vergoedingen voor 2005, stelt het comité der bezoldigingen voor om de vaste vergoeding te houden op het niveau van 2004. M.b.t. het variabele gedeelte, stelt het comité der bezoldigingen voor om het principe van de solidariteit tussen de leden van het directiecomité te handhaven, en om, als criterium om dit variabele deel te bepalen, de evolutie van het nettoresultaat, behoudens buitengewone elementen, te gebruiken.

Het comité der bezoldigingen meent inderdaad dat dit criterium toelaat om complexe herberekeningen te vermijden, alsook het in rekening nemen van niet-recurrente elementen. Voor 2005 zou het voorstel van scharnierpercentage 4 % bedragen van de progressie van het nettoresultaat, behoudens uitzonderlijke elementen, in verhouding tot het budget, met een doelpercentage van 75 % voor de afgevaardigd bestuurder. Er wordt eveneens voorgesteld om de mogelijkheid tot modulering van het variabele gedeelte van 0 tot 20 % te behouden voor elk van de leden van het directiecomité, op een individuele basis, en in functie van het behalen van de objectieven van de kernactiviteiten en de functies. Het comité der bezoldigingen stelt eveneens voor om 150 000 opties toe te kennen aan de afgevaardigd bestuurder. Beslissing De raad van bestuur keurt unaniem de voorstellen van het comité der bezoldigingen goed; P. Richard onthoudt zich van deelname aan de beraadslagingen over zijn vergoeding. (2) Op 26 april 2005 heeft de raad de opvolging aan de top van Dexia NV besproken. Op grond van artikel 523 van het Belgisch Wetboek Vennootschappen hebben de gedelegeerd bestuurder en de voorzitter van de raad zich onthouden van de beraadslaging en de stemming over de financiële regeling van de opvolging. De notulen van voornoemde zitting volgen, voor zover deze betrekking hebben op de financiële regeling van de opvolging: Met betrekking tot de financiële modaliteiten van het successieplan, hierbij verwijzend naar hun belangenconflict, onthouden P. Richard en F. Narmon zich van de deelneming aan de beraadslagingen en de beslissing wat hen betreft. De raad legt de berekeningsmodaliteiten van het vaste gedeelte en van het variabele gedeelte van het loon van de toekomstige gedelegeerd bestuurder en van de toekomstige vice-voorzitter van het directiecomité vast. Het target percentage van het variabele gedeelte van de gedelegeerd bestuurder is vastgesteld op 75 %. De raad legt tevens de jaarlijkse vergoeding van het mandaat van de toekomstige voorzitter vast, en een “benchmark” van de vergoedingen van de voorzitters van de beursgenoteerde BEL20 en CAC 40 vennootschappen zal ten gepaste tijde aan het comité der benoemingen voorgesteld worden. Ten slotte beslist de raad dat de forfaitaire vergoeding van F. Narmon zal vereffend worden voor de periode januari 2006-mei 2006 op een prorata temporis basis. Een nota met de gedetailleerde cijfers van deze vergoedingen ligt op het departement Human Ressources ter beschikking van de bestuurders die er kennis van zouden willen nemen. Informatie aan de bestuurders Elk kwartaal bezorgt de gedelegeerd bestuurder van Dexia NV aan de leden van de raad van bestuur een verslag over de activiteiten van de verschillende entiteiten en hun dochterondernemingen. Dit verslag wordt opgemaakt op grond van de hoofdmetiers van de Groep. Het geeft een gedetailleerd overzicht van de positie van Dexia in deze domeinen. Vinden er tussen twee vergaderingen van de raad van bestuur belangrijke gebeurtenissen plaats die de groep Dexia aanbelangen, dan brengt de gedelegeerd bestuurder de bestuurders hiervan schriftelijk op de hoogte.

Beheersverslag

Presentiegraad van elke bestuurder op de vergaderingen van de raad Presentiegraad Narmon, François Richard, Pierre André, Eric Benoist, Gilles Branson, Rik Breton, Thierry Burton, Guy Di Rupo, Elio Idrac, Anne-Marie Kessler, Denis

100 % 100 % 71 % 91 % 100 % 50 % 64 % 67 % 55 % 80 %

Kubla, Serge Levy-Lang, André Lux, Bernard Marcel, Dominique Mayer, Francis Mazzotta, Roberto Renders, Jan Schwertzer, Gaston Taittinger, Anne-Claire Tinant, Marc Unwin, Brian Vermeiren, Francis Beke, Frank (waarnemer)

/ 73 % / 100 % 73 % 82 % 82 % 73 % 82 % 91 % 91 % 100 % 82 %

2.2.4. Bezoldigingen van de bestuurders van Dexia NV voor 2005 Herhaling van de principes De gewone algemene vergadering van Dexia NV heeft in 2002 beslist de bestuurders voor de uitoefening van hun mandaat een jaarlijkse bezoldiging toe te kennen van maximum 700 000 EUR. De algemene vergadering heeft de raad van bestuur tevens de bevoegdheid gegeven om de praktische modaliteiten voor deze bezoldiging en de toekenning ervan uit te werken.

30


Opmerkingen

Op in totaal zeven vergaderingen

Op in totaal twee vergaderingen Op in totaal negen vergaderingen Op in totaal tien vergaderingen (hij heeft zich verontschuldigd voor een raad van bestuur wegens belangenvermenging) Benoemd op de laatste raad van bestuur van 2005 Benoemd op de laatste raad van bestuur van 2005 Op in totaal vier vergaderingen

Op zijn vergadering van 23 mei 2002 heeft de raad van bestuur beslist om elke bestuurder een jaarlijks forfaitair bedrag van 20 000 EUR (= een vaste vergoeding van 5 000 EUR per kwartaal) toe te kennen, alsook presentiegeld (de variabele bezoldiging) ten belope van 2 000 EUR per vergadering van de raad van bestuur of van een van de gespecialiseerde comités. Voor de bestuurders die hun mandaat niet over een volledig jaar zouden hebben uitgeoefend, wordt deze vaste vergoeding verlaagd in verhouding tot het aantal kwartalen dat ze hun mandaat effectief hebben uitgeoefend.

2.2.4.1. Tantièmes en presentiegeld van de bestuurders voor de uitoefening van hun mandaat bij Dexia NV en de andere entiteiten van de Groep (brutobedragen)

(in EUR) Narmon, François Richard, Pierre André, Eric Benoist, Gilles Branson, Rik Breton, Thierry Burton, Guy Di Rupo, Elio Idrac, Anne-Marie Kessler, Denis Kubla, Serge Levy-Lang, André Lux, Bernard Marcel, Dominique Mayer, Francis Mazzotta, Roberto Renders, Jan Schwertzer, Gaston Taittinger, Anne-Claire Tinant, Marc Unwin, Brian Vermeiren, Francis Beke, Frank (waarnemer)

RvB (vaste bez.)

RvB (var. bez.)

Strategisch comité

Auditcomité

Bezoldigingscomité

Benoemingscomité

0 0 10 000 20 000 20 000 5 000 20 000 15 000 20 000 20 000 0 20 000 0 0 5 000 20 000 20 000 20 000 20 000 20 000 20 000 20 000 20 000

0 0 10 000 20 000 22 000 2 000 14 000 12 000 12 000 16 000 0 16 000 0 0 6 000 18 000 18 000 16 000 18 000 20 000 20 000 22 000 18 000

0 0 0 0 10 000 0 0 0 0 4 000 0 2 000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 000 0

0 0 6 000 8 000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 8 000 0 0 0

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 6 000 0 6 000 0 0

0 0 0 0 10 000 0 0 0 0 0 0 10 000 0 0 4 000 0 0 0 0 0 0 10 000 0

Totaal Andere entiteiten van de Groep 0 0 26 000 48 000 62 000 7 000 34 000 27 000(1) 32 000 40 000 0 48 000 0 0(2) 15 000(3) 38 000 38 000 36 000 44 000 48 000 46 000 62 000 38 000

123 846,76 (5) (5)

11 250 (4) 22 500 (4)

16 875 (1)(4)

61 973,38 (5)

22 500 (4)

(1) De tantièmes en het presentiegeld voor de bestuurdersmandaten van Elio Di Rupo bij Dexia NV en Dexia Bank werden na aftrek van bedrijfsvoorheffing rechtstreeks aan de stichting van openbaar nut “Frans Aubry” gestort. (2) Dominique Marcel wenst als bestuurder geen tantièmes of presentiegeld te ontvangen. (3) De tantièmes en het presentiegeld voor de bestuurdersmandaten van Francis Mayer bij Dexia NV in het eerste kwartaal van 2005 (een bedrag van 15 000 EUR) werden na aftrek van bedrijfsvoorheffing rechtstreeks aan de Caisse des dépôts et consignations gestort. Vanaf het tweede kwartaal van 2005 wenst Francis Mayer geen tantièmes en presentiegeld meer te ontvangen als bestuurder. (4) Tantièmes en presentiegeld ontvangen voor het mandaat van bestuurder bij Dexia Bank België. (5) Tantièmes en presentiegeld ontvangen voor het mandaat van bestuurder bij Dexia Banque Internationale à Luxemburg. Dexia BIL zal de bezoldiging van de bestuurders voor boekjaar 2005 zoals elk jaar pas storten na zijn gewone algemene vergadering van 2006 (die plaatsvindt op 28 maart 2006). Ter info, voor het boekjaar 2004 kwamen de tantièmes en het presentiegeld voor bestuurdersmandaten bij Dexia Banque Internationale à Luxemburg neer op 61 973, 38 EUR per bestuurder, met een dubbel tantième voor de voorzitter van de raad van bestuur. Een bedrag van 61 973,38 EUR bestemd voor Pierre Richard werd rechtstreeks aan Dexia NV gestort.

De raad van bestuur heeft op 26 april 2005 de jaarlijkse brutobezoldiging van Pierre Richard bepaald op 400 000 EUR wanneer hij in 2006 François Narmon opvolgt als voorzitter van de raad van bestuur. Dit bedrag wordt opgenomen in het globale bezoldigingspakket van de bestuurders.

2.2.4.2. Tenlasteneming van de sociale bijdragen van bepaalde bestuurders Elke bestuurder van Dexia NV wordt in België beschouwd als een zelfstandige en moet zich bijgevolg aansluiten bij een sociale zekerheidskas voor zelfstandigen en in principe sociale bijdragen betalen. Sommige bestuurders genoten al sociale bescherming via een ander stelsel en zouden louter op grond van hun mandaat bij Dexia NV bijdragen moeten betalen in België, zonder dat ze daarvoor meer sociale voorzieningen krijgen. Bestuurders die b.v. niet in België wonen, genieten reeds sociale bescherming in hun land van herkomst; de sociale bijdragen die ze in België betalen, geven geen recht op tegenprestaties. Dit is ook het geval voor een bestuurder die wel in België woont, maar onder het stelsel van werknemer of ambtenaar in hoofdberoep valt en moet bijdragen als zelfstandige in bijberoep omdat hij in België een mandaat uitoefent; hij geniet hiervoor niet meer sociale bescherming dan in zijn hoofdberoep.

Om de kosten van de sociale bijdragen die de bestuurders die zich in deze situatie bevinden (wat elk jaar zal herbekeken worden om rekening te houden met wijzigingen van statuut) te compenseren, heeft de raad van bestuur op zijn vergadering van 26 mei 2005 beslist de sociale lasten, de moratoire rente en andere verhogingen die voortvloeien uit de uitoefening van een bestuurdersmandaat binnen de vennootschap ten laste te nemen. Deze beslissing heeft tot gevolg dat de door de algemene vergadering van aandeelhouders vastgelegde enveloppe van 700 000 EUR wordt overschreden. De beslissing werd genomen op voorwaarde dat de volgende algemene vergadering van aandeelhouders van 10 mei 2006 haar goedkeuring geeft om het maximumbedrag voor de bezoldiging van de bestuurders op te trekken van 700 000 EUR naar 1 300 000 EUR. Voor wie op 1 januari 2005 bestuurder was van de vennootschap, voor elke nieuwe bestuurder die aan voornoemde voorwaarden voldoet en voor Frank Beke als waarnemer, worden alle vanaf 1 januari 2000 verschuldigde sociale bijdragen ten laste genomen. Het totale bedrag dat Dexia ten laste genomen heeft of zal nemen voor de boekjaren 2000 tot 2005 kan geschat worden op ongeveer 300 000 EUR.

Beheersverslag

2.2.4.3. Vergoedingen aan de voorzitter van de raad van bestuur

b) Bevoegdheden

De voorzitter van de raad van bestuur heeft in 2005 geen bezoldiging ontvangen als bestuurder van Dexia NV. Het bezoldigingscomité heeft hem op zijn vergadering van 13 maart 2000 echter een forfaitaire jaarlijkse vergoeding toegekend voor de volledige duur van zijn mandaat, evenals opties die hij behalve in 2005 elk jaar ontvangt. Beide organen hebben deze beslissing, die goedgekeurd werd op de raad van bestuur op 14 maart 2000, genomen rekening houdend met de vooraanstaande rol van François Narmon in het promoten en vertegenwoordigen van de Groep. François Narmon zal een bedrag van 707 000 EUR ontvangen voor de periode van 1 januari 2005 tot 10 mei 2006. Dexia Bank heeft in 2005 bovendien een premie van 75 323 EUR betaald in het kader van de overlijdensverzekering die de bank heeft afgesloten ten gunste van de rechthebbenden van François Narmon.

Het strategisch comité komt jaarlijks samen voor een analyse van de strategische positionering van de groep Dexia, rekening houdend met de evolutie van de omgeving van de Groep en haar markten, alsook van de strategische ontwikkelingsassen op halflange termijn, dit ter voorbereiding van de jaarlijkse bijeenkomst van de raad van bestuur over deze aangelegenheid.

2.2.4.4. Bezoldigingen aan de gedelegeerd bestuurder De gedelegeerd bestuurder ontvangt geen enkele bezoldiging voor zijn mandaat van bestuurder. Hij wordt daarentegen wel vergoed voor zijn functies van gedelegeerd bestuurder en van voorzitter van het directiecomité (zie infra).

2.2.5. De gespecialiseerde comités opgericht door de raad van bestuur Om zijn dossiers grondig te kunnen bestuderen, heeft de raad van bestuur onder zijn leden vier gespecialiseerde comités opgericht (het bezoldigingscomité, het auditcomité, het strategisch comité en het benoemingscomité) die de beslissingen moeten voorbereiden waarvoor enkel de raad bevoegd is. Behoudens een bijzondere delegatie van de raad, hebben de gespecialiseerde comités geen enkele beslissingsbevoegdheid. Deze comités bestaan uit drie tot zes bestuurders die worden benoemd door de raad van bestuur voor een hernieuwbare periode van twee jaar. Na elke bijeenkomst wordt aan de raad van bestuur een verslag voorgelegd over de werkzaamheden van het comité. 2.2.5.1. Het strategisch comité a) Samenstelling Het strategisch comité telt zes leden, waaronder de voorzitter van de raad van bestuur, die het comité voorzit, de gedelegeerd bestuurder en vier andere bestuurders die representatief zijn voor de verscheidenheid van de aandeelhouders van Dexia. De leden van het comité zijn (op 31 december 2005):

Het strategisch comité kan indien nodig ook bijeenkomen op initiatief van de gedelegeerd bestuurder voor de analyse van belangrijke dossiers, nog vóór ze worden bestudeerd door de raad van bestuur. Het gaat daarbij om dossiers die bijzonder vertrouwelijk zijn, met name als gevolg van de weerslag die zij kunnen hebben op de financiële markten. Een van de leden van het strategisch comité kan eveneens vragen om het bijeen te roepen. De strategie van de Groep wordt uitgewerkt op basis van de volgende principes: a. het directiecomité kan het initiatief nemen met het oog op het analyseren en het formuleren van voorstellen aangaande strategische projecten ten aanzien van het strategisch comité en de raad van bestuur; b. de raad van bestuur en het strategisch comité, dat bestaat uit leden van de raad van bestuur, kunnen aan het directiecomité vragen om een strategische optie te bestuderen; c. worden met name beschouwd als van strategische aard, de projecten die op zijn minst voldoen aan de onderstaande voorwaarden: (i) een project inzake de verwerving of verkoop van activa voor een bedrag dat gelijk is aan of hoger ligt dan 300 miljoen EUR; (ii) een project inzake een joint venture, consortium of partnership met een derde dat een aanzienlijke invloed kan hebben op de consolidatiekring van de Groep en/of op haar resultaten of op de resultaten van een van haar metiers; (iii) een project inzake een alliantie of partnership die of dat een gevoelige wijziging teweegbrengt in de aandeelhoudersstructuur van Dexia NV. c) Werking en activiteiten tijdens het boekjaar 2005 Het strategisch comité heeft vijfmaal vergaderd in 2005 (10 januari, 21 juni, 10 oktober, 14 oktober en 16 november) en heeft de Roemeense dossiers CEC en BCR bestudeerd.

– François Narmon (*) – Pierre Richard

d) Presentiegraad van elke bestuurder op de vergaderingen van het strategisch comité

– Rik Branson – Denis Kessler (onafhankelijk bestuurder) – Francis Mayer (**) – Francis Vermeiren (**). (*) François Narmon is geen lid meer van dit comité sinds 1 januari 2006; sinds deze datum vervangt Axel Miller hem. (**) Francis Mayer en Francis Vermeiren maken sinds 11 januari 2005 deel uit van het strategisch comité.

Pierre Richard is voorzitter van het strategisch comité sinds 1 januari 2006. André Levy-Lang is geen lid meer van dit comité sinds 11 januari 2005.

32


François Narmon Pierre Richard Rik Branson Denis Kessler André Levy-Lang Francis Mayer Francis Vermeiren

100 % 80 % 100 % 100 % (*) 100 % (**) 75 % 100 %

(*) Denis Kessler heeft twee vergaderingen van het strategisch comité bijgewoond. Hij heeft zich voor de drie andere vergaderingen verontschuldigd wegens belangenvermenging. (**) André Levy-Lang heeft één vergadering van het strategisch comité bijgewoond (op 10 januari 2005). Hij is geen lid meer van het strategisch comité sinds 11 januari 2005.

2.2.5.2. Het auditcomité

c) Werking en activiteiten tijdens het boekjaar 2005

a) Samenstelling

In 2005 kwam het auditcomité bijeen op 10 en 24 februari, 23 mei en 5 september. Het behandelde volgende punten:

Het auditcomité bestaat uit drie tot vijf niet-uitvoerende bestuurders. Voor zover dat mogelijk is, bestaat het auditcomité grotendeels uit onafhankelijke bestuurders. Dat is ook zo sinds 7 februari 2006, aangezien André Levy-Lang als onafhankelijk bestuurder op die datum benoemd is tot lid van het auditcomité. Het belangrijkste criterium voor de keuze van de leden van het comité blijft de bekwaamheid en de onafhankelijkheid van geest.

– overzicht van de rekeningen en resultaten van de Groep op 31 december 2004, 31 maart 2005 en 30 juni 2005; – halfjaarverslagen over de activiteiten van de interne audit in de entiteiten van de Groep; – de halfjaarverslagen van Risk Management Group over de meting van en toezicht op de risico’s;

De leden van het comité zijn (op 31 december 2005):

– de invoering en de impact van de IFRS-normen;

– Gilles Benoist, onafhankelijk bestuurder en voorzitter van het comité – Marc Tinant

– de positie van Compliance in de groep Dexia en de stand van zaken van de acties in dit domein;

– Eric André (overleden op 28 juli 2005).

– de onafhankelijkheid en bezoldiging van de revisors van de Groep;

b) Bevoegdheden

– de afronding van het ontwerp van intern reglement van het auditcomité;

Het auditcomité is enerzijds belast met het onderzoeken van de ontwerpen van jaar- en kwartaalrekeningen en de maatschappelijke en geconsolideerde rekeningen, met name de procedures voor het opstellen ervan en om zich te vergewissen van de relevantie en de bestendigheid van de toegepaste boekhoudmethodes en -principes. Anderzijds is het comité belast met het toezicht op de prestatie van het interne-controlesysteem van het directiecomité en in het bijzonder het systeem voor het beheer van de risico’s waaraan de Groep vanwege haar activiteiten is blootgesteld. Het auditcomité staat rechtstreeks in contact met de commissarissen, de auditor-generaal van de Groep en de chief compliance officer. Het brengt tevens de gedelegeerd bestuurder van zijn contacten op de hoogte. In het kader van zijn bevoegdheden moet het auditcomité: • de financiële informatie en boekhoudkundige procedures analyseren, inzonderheid: – kennisnemen van de werkzaamheden van de externe auditors en bespreken van hun vaststellingen, commentaren en aanbevelingen door hen tijdens elke vergadering aan het woord te laten; – eventueel aanvullende werkzaamheden voorstellen; – zich ervan vergewissen dat het onafhankelijkheidsbeleid van de commissarissen wordt nageleefd en advies verlenen met betrekking tot hun aanstelling; • het bestaan en de uitvoering van de procedures ter controle en beheersing van krediet-, markten operationele risico’s onderzoeken. In dat opzicht neemt het auditcomité kennis van de conclusies van de interne auditopdrachten en vergewist het zich ervan dat de aanbevelingen werden gevolgd. • aanvullende auditopdrachten voorstellen; • bij volmacht het auditcharter, het audituniversum, het auditplan en de middelen van de directies Interne Audit en Compliance goedkeuren. • geraadpleegd worden over de deontologische regels die in de Groep worden toegepast. Het auditcomité vergewist zich van de prestaties en onafhankelijke werking van de afdeling Compliance. Momenteel buigt men zich over een ontwerpprocedure “Whistle blowing”. Het auditcomité komt minstens viermaal per jaar bijeen. Drie van deze vergaderingen vinden plaats vóór de raden van bestuur die zich buigen over de kwartaal- of jaarverslagen. Het comité kan bijeenkomen op verzoek van een van zijn leden of van de voorzitter van de raad van bestuur. Het rapporteert aan de raad van bestuur over zijn werkzaamheden.

– follow-up van het dossier aandelenleasing. Het jaarverslag over de interne controle en het meerjarenauditplan 2006-2009 en de jaarplannen 2006 werden toegelicht tijdens de vergadering van het auditcomité op 13 januari 2006. d) Presentiegraad van de bestuurders op de vergaderingen van het auditcomité In 2005 bedroeg de aanwezigheid op dit comité 100 %. 2.2.5.3. Het bezoldigingscomité a) Samenstelling Het bezoldigingscomité bestaat uit vier niet-uitvoerende bestuurders die vrij zijn van elke relatie die hun oordeel rechtstreeks of onrechtstreeks zou kunnen beïnvloeden. In dat verband zal bijzondere aandacht uitgaan naar de relaties die binnen de raden van bestuur bestaan tussen de leidinggevende personen van Dexia en van de vennootschappen waarvan de leden van het comité eventueel deel uitmaken. Hoewel de voorzitter van de raad van bestuur geen lid is van het bezoldigingscomité, woont hij wel de vergaderingen van dit comité bij. De gedelegeerd bestuurder mag eveneens het bezoldigingscomité bijwonen, maar hij kan er geen lid van zijn (aangezien hij geen niet-uitvoerende bestuurder is). De leden van het bezoldigingscomité zijn (op 31 december 2005): – François Narmon (*) – Anne-Claire Taittinger, onafhankelijk bestuurder en voorzitter van dit comité sinds 7 februari 2006 – Sir Brian Unwin, onafhankelijk bestuurder. (*) François Narmon is geen lid meer van dit comité sinds 1 januari 2006; sinds deze datum vervangt Guy Burton hem.

Pierre Richard is lid van het bezoldigingscomité sinds 1 januari 2006. b) Bevoegdheden In het kader van zijn bevoegdheden doet het bezoldigingscomité voorstellen over: a. de bezoldiging van de voorzitter van de raad van bestuur en van de gedelegeerd bestuurder en, op voorstel van deze laatste, over de bezoldiging van de leden van het directiecomité; b. de toekenning van aandelenopties op basis van de algemene principes die door de raad van bestuur zijn vastgelegd.

Beheersverslag

33

Bovendien wordt dit comité geraadpleegd over het bezoldigings- en incentivebeleid van de leden van de directiecomités van Dexia Bank België, Dexia Crédit Local en Dexia BIL, alsook over het beleid inzake het aandeelhouderschap van de werknemers. Het comité doet aanbevelingen over het bedrag van het presentiegeld dat aan de bestuurders worden betaald en over de verdeling ervan. c) Werking en activiteiten tijdens het boekjaar 2005 Het bezoldigingscomité is driemaal bijeengekomen in 2005: 2 februari, 19 april en 14 november. Het behandelde volgende onderwerpen: – een vergelijkende analyse van de systemen die in de Europese groepen worden gehanteerd voor de berekening van de variabele verloning en de bonussen; – het jaarlijks onderzoek van het bezoldigingsniveau van de leden van het directiecomité (Europese benchmark ex-UK); – vastlegging van de algemene voorwaarden van het internationale aandeelhoudersplan voorbehouden aan de werknermers, evenals het aandelenoptieplan 2005. d) Presentiegraad van de bestuurders op de vergaderingen van het bezoldigingscomité De presentiegraad op de vergaderingen van dit comité bedroeg 100 % in 2005.

b. het bepalen van de criteria inzake onafhankelijkheid op basis waarvan een bestuurder “onafhankelijk” kan worden genoemd; c. de hoedanigheid van een bestaand lid of van een nieuw lid van de raad van bestuur als onafhankelijk bestuurder; d. de benoeming van de leden van de gespecialiseerde comités van de raad van bestuur en van hun respectieve voorzitters; e. de benoeming of vernieuwing van het mandaat van de gedelegeerd bestuurder; f. de benoeming of de hernieuwing van het mandaat van de voorzitter van de raad; g. de voorstellen van de gedelegeerd bestuurder aangaande de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van het directiecomité van Dexia NV; h. de wijzigingen aan het intern reglement van de raad van bestuur. Het comité is in dit verband belast met de follow-up van de praktijken van de grote beursgenoteerde bedrijven op het vlak van de werking en de samenstelling van de raden van bestuur. Het comité wijst een van zijn leden aan die moet zorgen voor de zelfevaluatie van de raad. c) Werking en activiteiten tijdens het boekjaar 2005 Het benoemingscomité is vijfmaal bijeengekomen in 2005: op

2.2.5.4. Het benoemingscomité a) Samenstelling Het benoemingscomité telt zes leden waaronder de voorzitter van de raad van bestuur, de gedelegeerd bestuurder en vier andere nietuitvoerende bestuurders. Het telt één onafhankelijke bestuurder die het comité voorzit. Het belangrijkste criterium voor de keuze van de leden van het comité is de bekwaamheid en de onafhankelijkheid van geest. Het komt minstens eenmaal per jaar samen vóór de raad van bestuur die de resoluties moet voorbereiden die zullen worden voorgelegd aan de algemene vergadering, en in de loop van het jaar op een gemotiveerd verzoek van een van zijn leden.

18 februari, 24 maart, 21 juni, 24 oktober en 16 november. Het behandelde volgende onderwerpen: – de opvolging aan de top van de Groep; – de samenstelling van de raad van bestuur; – de samenstelling van de gespecialiseerde comités; – de samenstelling van het directiecomité. d) Presentiegraad van de bestuurders op de vergaderingen van het benoemingscomité De presentiegraad op de vergaderingen van dit comité bedroeg 100 % in 2005.

De leden van het comité zijn (op 31 december 2005): – André Levy-Lang (voorzitter)

2.3. Het directiecomité van Dexia NV

– François Narmon (*) – Pierre Richard – Rik Branson – Francis Mayer (**) – Francis Vermeiren (**) (*) François Narmon is geen lid meer van dit comité sinds 1 januari 2006; sinds deze datum vervangt Axel Miller hem. (**) Francis Mayer en Francis Vermeiren maken sinds 11 januari 2005 deel uit van het benoemingscomité.

Denis Kessler is geen lid meer van dit comité sinds 11 januari 2005. b) Bevoegdheden Het benoemingscomité bereidt de beslissingen van de raad van bestuur voor die handelen over: a. de voorstellen tot benoeming of tot hernieuwing van het mandaat van bestuurders door de raad aan de algemene aandeelhoudersvergadering, alsook de voorstellen tot coöptatie van bestuurders;

34


Door de nieuwe managementstructuur van de Groep die sinds 1 januari 2006 van kracht is (zie punt 2.1 hierboven), zijn er een aantal belangrijke wijzigingen in de samenstelling van het directiecomité en in de mandaten die zijn leden uitoefenen binnen de Groep. Onderstaande tabel biedt een overzicht van deze wijzigingen aan de hand van een vergelijking tussen de toestand op 31 december 2005 en op 1 januari 2006.

2.3.1. Samenstelling Het directiecomité bestaat uit maximum acht leden. Het wordt voorgezeten door de gedelegeerd bestuurder, aan wie de raad van bestuur het dagelijks bestuur van Dexia heeft toevertrouwd. De leden van het directiecomité, behalve de gedelegeerd bestuurder, worden benoemd en afgezet door de raad van bestuur op voordracht van de gedelegeerd bestuurder en na advies van het directiecomité. Ze worden benoemd voor een vernieuwbare periode van vier jaar.

Samenstelling 31.12.2005

Samenstelling 01.01.2006

Pierre RICHARD

Axel MILLER

Voorzitter van het directiecomité

Voorzitter van het directiecomité

Gedelegeerd bestuurder Voorzitter van de raad van toezicht van Dexia Crédit Local Vice-voorzitter van de raad van bestuur van Dexia Bank België Vice-voorzitter van de raad van bestuur van Dexia Banque Internationale à Luxembourg Vice-voorzitter van de raad van bestuur van Financial Security Assurance Holdings Ltd (FSA)

Gedelegeerd bestuurder Lid van het directiecomité van Dexia Bank België Lid van het directiecomité van Dexia Banque Internationale à Luxembourg Lid van het directorium van Dexia Crédit Local Bestuurder van Financial Security Assurance Holdings Ltd (FSA) (sinds 16 februari 2006)

Axel MILLER Directeur-generaal van het metier “Financiële dienstverlening aan particulieren” Voorzitter van het directiecomité van Dexia Bank België

Jacques GUERBER Directeur-generaal van het metier “Financiële dienstverlening aan de publieke sector, financiering van projecten en credit enhancement” Voorzitter van het directorium van Dexia Crédit Local Bestuurder van Financial Security Assurance Holdings Ltd (FSA)

Marc HOFFMANN Directeur-generaal van het metier “Financieel beheer en verzekeringen” Voorzitter van het directiecomité van Dexia Banque Internationale à Luxembourg

Rembert von LOWIS Financieel directeur (Group Chief Financial Officer) Bestuurder van Financial Security Assurance Holdings Ltd (FSA) Lid van de raad van toezicht van Dexia Crédit Local Bestuurder van Dexia Banque Internationale à Luxembourg

Jacques GUERBER Vice-voorzitter van het directiecomité Lid van het directiecomité van Dexia Bank België Lid van het directiecomité van Dexia Banque Internationale à Luxembourg Lid van het directorium van Dexia Crédit Local (voorzitter tot 11 januari 2006) Bestuurder van Financial Security Assurance Holdings Ltd (FSA)

Rembert von LOWIS Lid van het directiecomité van Dexia Bank België Lid van het directorium van Dexia Crédit Local (sinds 10 januari 2006) Bestuurder van Financial Security Assurance Holdings Ltd (FSA) Lid van de raad van toezicht van Dexia Crédit Local (tot 10 januari 2006) Bestuurder van Dexia Banque Internationale à Luxembourg (tot 7 maart 2006)

Dirk BRUNEEL Lid van het directiecomité van Dexia Banque Internationale à Luxembourg Lid van het directorium van Dexia Crédit Local Voorzitter van het directiecomité van Dexia Bank Nederland Bestuurder van Financial Security Assurance Holdings Ltd (FSA)

Xavier de WALQUE Dirk BRUNEEL Directeur-generaal van het metier “Thesaurie en financiële markten” Voorzitter van het directiecomité van Dexia Bank Nederland Bestuurder van Financial Security Assurance Holdings Ltd (FSA)

Lid van het directiecomité van Dexia Bank België Lid van het directiecomité van Dexia Banque Internationale à Luxembourg

Claude PIRET Group Chief Operations & Technology Officer Lid van de raad van toezicht van Dexia Crédit Local

2.3.2. Bevoegdheden In het kader van de strategische doelstellingen en het algemeen beleid die door de raad van bestuur zijn bepaald, zorgt het directiecomité voor de daadwerkelijke leiding van de vennootschap en van de Groep en stuurt het de diverse metiers. Het directiecomité wordt voorgezeten door de gedelegeerd bestuurder, die door de raad van bestuur belast is met het dagelijks bestuur van de vennootschap. Hij moet tevens zorgen voor de uitvoering van de door de raad van bestuur genomen beslissingen.

2.3.3. Werking Het directiecomité heeft sinds de oprichting van Dexia NV in 1999 een intern reglement (hierna “het Reglement”) ingevoerd, dat herhaaldelijk werd aangepast en zijn bevoegdheden en werking bepaalt. In 2005 was, net zoals de voorgaande jaren, de werking van het directiecomité gebaseerd op de bepalingen van dit reglement. De bevoegdheden van het directiecomité, zijn werking als col-

lege, alsook bepaalde regels met betrekking tot het statuut van zijn leden werden eveneens specifiek vastgelegd in het protocol betreffende het prudentieel toezicht op de groep Dexia, dat met de Belgische Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen werd ondertekend. Naast de regels voor de samenstelling van het directiecomité (zie supra), bevat het Reglement volgende regels. • Regels in verband met de bevoegheden van het directiecomité in het kader van zijn relaties met de raad van bestuur Het Reglement bepaalt vooreerst de bevoegdheden van het directiecomité in het kader van zijn relaties met de raad van bestuur. Zo kan het directiecomité voorafgaandelijk advies uitbrengen over de voorstellen inzake de strategie of het algemeen beleid van de Groep die in de raad van bestuur of het strategisch comité werden besproken. Het directiecomité kan voorstellen overmaken aan de raad van bestuur via de gedelegeerd bestuur-

Beheersverslag

35

der. Wanneer de gedelegeerd bestuurder deelneemt aan de besprekingen van de raad van bestuur of de comités die er deel van uitmaken over onderwerpen waarvoor het directiecomité recht van initiatief of advies heeft, dan verdedigt de gedelegeerd bestuurder de standpunten waarover het directiecomité vooraf heeft beraadslaagd. • Regels met betrekking tot de besluitvorming Het directiecomité werkt als een college en beslist bij consensus. Het comité draagt de collegiale verantwoordelijkheid voor zijn beslissingen. De voorzitter van het directiecomité kan, op eigen initiatief of op verzoek van twee andere leden, het onderwerp waarover is beraadslaagd ter stemming voorleggen. De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen van alle aanwezige en vertegenwoordigde leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. • Regels met betrekking tot de vergaderingen Het directiecomité vergadert in principe wekelijks, na oproeping door zijn voorzitter. Indien nodig kunnen de voorzitter of minstens twee andere leden die dit wensen het comité op om het even welk ander moment samenroepen. Elk lid mag zich laten vertegenwoordigen, maar een lid mag niet meer dan één persoon vertegenwoordigen. Alle leden van het comité moeten voldoende informatie hebben over de punten die de voorzitter op de agenda heeft geplaatst of, in de mate van het mogelijke, over een welbepaald dossier. Het secretariaat wordt waargenomen door de secretaris-generaal van de Groep of de door de voorzitter aangewezen persoon. Er wordt een overzicht opgemaakt van de besluiten, dat de voorzitter ondertekent. • Het Reglement bepaalt bovendien de basisprincipes voor de bezoldiging van de leden van het directiecomité (zie infra).

2.3.4. Bezoldigingen 2.3.4.1. Bezoldiging van de leden van het directiecomité Vaste en variabele bezoldiging De bezoldiging van de leden van het directiecomité wordt op voorstel van het bezoldigingscomité vastgelegd door de raad van bestuur van Dexia NV. De bezoldiging van de leden van het directiecomité wordt periodiek bestudeerd door het bezoldigingscomité met de hulp van een gespecialiseerd extern consultant. De bezoldiging van de leden van het directiecomité is samengesteld uit een vast en variabel gedeelte. Het bedrag van de vaste bezoldiging wordt bepaald rekening houdend met de aard en het belang van de door iedereen uitgeoefende bevoegdheden (ten opzichte van vergelijkbare functies op de markt). De variabele bezoldiging is gebaseerd op een prestatiecriterium van de Groep, namelijk de evolutie tussen 2004 en 2005 van het nettoresultaat zonder niet-operationele elementen van Dexia. Het bedrag van de variabele bezoldiging hangt af van de capaciteit om het budget te respecteren dat voor dit criterium begin 2005 werd vastge-

legd. Boven op de variabele bezoldiging kan er een uitzonderlijke extra bonus komen van 0 tot 20 % (discretionair element). Deze extra bonussen worden vastgelegd door het bezoldigingscomité, op voordracht van de gedelegeerd bestuurder voor de andere leden van het directiecomité. Presentiegeld of tantièmes die een vennootschap van de groep Dexia aan een lid van het directiecomité werd betaald, wordt in mindering gebracht van diens vaste of variabele bezoldiging. Pensioenen Leden van het directiecomité ontvangen van Dexia een aanvullend bovenwettelijk pensioen. Voor elk van de leden gelden verschillende stelsels: – Pierre Richard, Jacques Guerber en Rembert von Lowis hebben in geval van leven bij hun pensionering, met inachtneming van een aantal voorwaarden, recht op een jaarlijkse pensioenrente die gelijk is aan 75 % van het gemiddelde van hun vaste brutobezoldiging gedurende de laatste twee jaar voor hun pensionering. De bedragen die ze hebben ontvangen in het kader van hun wettelijk pensioen, worden in mindering gebracht van dit bedrag. – Axel Miller, Claude Piret en Dirk Bruneel hebben in geval van leven bij hun pensionering, met inachtneming van een aantal voorwaarden, recht op een jaarlijkse pensioenrente die gelijk is aan een bepaald percentage van een referentieloon (het percentage hangt af van de dienstjaren binnen de groep Dexia). De bedragen die ze hebben ontvangen in het kader van hun wettelijk pensioen, worden in mindering gebracht van dit bedrag. In geval van een carrière van 30 jaar bij de groep Dexia, bedraagt dat percentage 83 % van een vast jaarlijks brutoreferentieloon van 554 000 EUR* voor de voorzitter van het directiecomité en 362 000 EUR* voor de andere leden van het directiecomité. – Marc Hoffmann heeft, met inachtneming van een aantal voorwaarden, recht op: 1) een jaarlijkse pensioenrente in geval van leven bij zijn pensionering, die gelijk is aan een bepaald percentage van zijn vaste brutojaarbezoldiging bij zijn pensionering. Dit percentage is afhankelijk (i) van het aantal dienstjaren bij Dexia Banque Internationale à Luxembourg SA en (ii) het verschil tussen zijn bezoldiging bij zijn pensionering en het referentieloon dat gehanteerd wordt voor de bepaling van zijn wettelijk pensioen. In geval van een carrière van 30 jaar en een vaste brutojaarbezoldiging bij pensionering van 550 000 EUR, bedraagt dit percentage 62,4 % en 2) de opbrengst van de bijdragen van Dexia Banque Internationale à Luxembourg SA in het Dexia Pension Fund. Deze bedragen komen boven op de bedragen die hij ontvangt in het kader van zijn wettelijk pensioen. Voor de rechthebbenden van alle leden van het directiecomité is er in geval van overlijden ook voorzien in een aanvullend overlevingspensioen. (*) Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.

36


Bezoldigingen en andere voordelen van de leden van het directiecomité voor 2005 Vaste brutobezoldiging (A)

Variabele brutobezoldiging

2004

2005

2004

2005

Pensioenplan (B)

Pierre Richard

825

825

866 (D)

950

3 236,5

(E)

162,5 (F)

Dirk Bruneel

560

560

705,8 (G)

572,33 (H)

42

(E)

4,8 (I)

Jacques Guerber

550

550

457

538,15

659

(E)

Marc Hoffmann

550

550

462

375,72

206,2

(E)

14,9 (I)

Axel Miller

550

550

550,6

587,08

147,8

10,3 (J)

25,7 (K)

Claude Piret

450

450

331

333,59

307,7

(E)

6,3 (I)

Rembert von Lowis

450

450

346,5

366,94

205,4

(E)

In duizenden EUR

Overlijdensdekking, invaliditeit, medische verzorging

Andere voordelen (C)

A. Naast de in deze rubriek vermelde bedragen betaalt de groep Dexia voor Pierre Richard, Jacques Guerber, Rembert von Lowis, Marc Hoffmann en Dirk Bruneel sociale bijdragen “werkgever”. B. Bedrag ten laste van Dexia in 2005 voor de aanvullende pensioenplannen. C. Elk lid van het directiecomité beschikt over een bedrijfsauto voor zowel privé- als beroepsmatig gebruik. De bijbehorende kosten zijn niet vervat in de hierboven vermelde bedragen. D. Bovendien werd een vergoeding van 289 000 EUR ontvangen (waarvan 100 000 EUR in 2005 gestort werd en 189 000 EUR in 2006 zal gestort worden) voor 2004 ter compensatie van de nieuwe regels uit 2004 met betrekking tot de vastlegging van de variabele bezoldiging. E. In 2005 werd een gezamenlijke jaarpremie betaald van 17 600 EUR ten gunste van alle leden van het directiecomité (behalve Axel Miller) voor een overlijdensdekking, blijvende invaliditeit en kosten voor medische verzorging. F. Dit bedrag omvat (i) de tenlasteneming door Dexia van de sociale-zekerheidsbijdragen voor zelfstandigen die verschuldigd zijn op de bezoldiging in België van een lid van een directiecomité dat niet in België woont (12 500 EUR) en (ii) de in Frankrijk als loontrekkende ontvangen wettelijke voordelen: premie bij pensionering (92 300 EUR), vergoeding ter compensatie van de betaalde vakantie (47 500 EUR), en het aandeel van de werkgever in het aanmoedigen van het eigen pensioen (10 200 EUR). G. Dit komt neer op een variabele vergoeding van 470 000 EUR, verhoogd met een premie van 157 200 EUR voor zijn verantwoordelijkheden in Nederland en een uitzonderlijke premie van 78 600 EUR. H.Dit komt neer op een variabele bezoldiging van 415 130 EUR, verhoogd met een premie van 157 200 EUR voor zijn verantwoordelijkheden in Nederland. I. Forfaitaire jaarvergoeding voor vertegenwoordigingskosten. J. Jaarpremie ten laste van Dexia Bank in 2005 voor de overlijdensdekking. K. Forfaitaire jaarvergoeding voor vertegenwoordigingskosten en huur voor auto voor privé-gebruik.

De vaste bezoldiging voor 2006 van Axel Miller (als voorzitter van het directiecomité vanaf 1 januari 2006) en van Jacques Guerber (als vicevoorzitter van het directiecomité vanaf 1 januari 2006) werden vastgelegd door de raad van bestuur van 26 april 2005 op een brutobedrag van 725 000 EUR voor Axel Miller en op 625 000 EUR voor Jacques Guerber.

Beheersverslag

37

Aandelenoptieplan

Uitstapvoorwaarden

Sinds de fusie heeft de groep Dexia elk jaar een aandelenoptieplan aangeboden aan bepaalde medewerkers van de groep Dexia. De in het kader van het plan uitgegeven opties zijn inschrijvingsrechten (1) die recht geven om gedurende een beperkte uitoefenperiode een nieuw Dexia-aandeel te verwerven tegen een uitoefenprijs die gelijk is aan de waarde van het Dexia-aandeel bij de toewijzing van de opties.

Verbreekt Dexia de overeenkomst die de sinds 1 januari 2006 benoemde leden van het directiecomité aan Dexia bindt, dan hebben zij recht op een vergoeding die gelijk is aan de vaste en variabele bezoldigingen en andere voordelen die overeenstemmen met een periode van 24 maanden, onverminderd de regels van gemeen recht die, in voorkomend geval, van toepassing zouden zijn.

De leden van het directiecomité hebben Dexia-opties gekregen in het kader van het plan van 2005.

2.3.4.2. Algemene beheersprincipes voor directiekaderleden

2004 Aantal toegewezen opties Pierre Richard

Bezoldigingen

2005

UitoefenAantal prijs* toegewezen (EUR) opties

Uitoefenprijs** (EUR)

120 000

13,56

150 000

18,03

Dirk Bruneel

60 000

13,56

70 000

18,03

Jacques Guerber

80 000

13,56

90 000

18,03

Marc Hoffmann

70 000

13,56

90 000

18,03

Axel Miller

80 000

13,56

90 000

18,03

Claude Piret

60 000

13,56

65 000

18,03

Rembert von Lowis

75 000

13,56

75 000

18,03

* De uitoefenprijs is gelijk aan de slotkoers van het Dexia-aandeel op Euronext Brussel de dag vóór 23 juli 2004, waarbij de prijs niet lager ligt dan 95 % van het gemiddelde van de 20 openingskoersen van het Dexia-aandeel op Euronext Brussel vóór 23 juli 2004. ** De uitoefenprijs is gelijk aan het gemiddelde van de 30 slotkoersen van het Dexiaaandeel op Euronext Brussel vóór 30 juni 2005, waarbij de prijs niet lager ligt dan 95 % van het gemiddelde van de 20 openingskoersen van het Dexia-aandeel op Euronext Brussel vóór 30 juni 2005.

Aandeelhoudersplan voor werknemers Sinds 2000 biedt Dexia een aandeelhoudersplan voor werknemers aan. Het aandeelhoudersplan is bedoeld voor alle werknemers van de Groep en biedt hen de mogelijkheid in te schrijven op nieuwe Dexia-aandelen met een disagio van 20 %. De aandelen worden gedurende een periode van vijf jaar geblokkeerd. Sommige leden van het directiecomité hebben deelgenomen aan het aandeelhoudersplan voor werknemers van 2005.

Pierre Richard Dirk Bruneel Jacques Guerber Marc Hoffmann Axel Miller Claude Piret Rembert von Lowis

Aantal aandelen waarop ingeschreven werd in 2005

Inschrijvingsprijs

Disagio

(EUR)

(EUR)

25 517 4 327 3 793 6 868 / 10 960 /

14,50* 14,56** 14,50* 14,56** N/A 14,56** N/A

92 500 15 750 13 750 25 000 N/A 39 894 N/A

* De inschrijvingsprijs is gelijk aan het gemiddelde van de 20 openingskoersen van het Dexia-aandeel op Euronext Brussel vóór 17 november 2005, verminderd met ongeveer 20 %. ** De inschrijvingsprijs is gelijk aan het gemiddelde van de 30 slotkoersen van het Dexiaaandeel op Euronext Brussel vóór 18 november 2005, verminderd met ongeveer 20 %.

De bezoldigingen worden eenmaal per jaar onderzocht tijdens het eerste kwartaal van het jaar. Ze worden vastgelegd voor de mandatarissen van de diverse dochter- en kleindochterondernemingen van de Groep op basis van de algemene principes die door de respectieve bezoldigingscomités zijn bepaald overeenkomstig de richtlijnen die door het bezoldigingscomité van de Groep zijn vastgesteld. De vaste bezoldigingen zijn bepaald rekening houdend met de lokale marktreferenties en de uitgeoefende bevoegdheden. De variabele bezoldigingen houden tegelijk rekening met prestatiecriteria voor de Groep, namelijk de nettowinst per aandeel en de evolutie ervan, en prestatiecriteria die samenhangen met de activiteit van het directiekaderlid en zijn metier. De individuele prestaties worden in aanmerking genomen op basis van met name de jaarlijkse evaluatie van het directiekaderlid. Elk directiekaderlid wordt immers beoordeeld volgens de verwezenlijking van de financiële en commerciële doelstellingen die hem werden toegewezen in het kader van de jaarlijkse budgetprocedures. Jaarlijks wordt er een vergelijkende analyse uitgevoerd van de praktijken die bij de concurrentie worden toegepast voor de diverse activiteiten van de Groep (financiële markten, private banking, vermogensbeheer, retail banking...). De bezoldigingssystemen van de grootste dochterondernemingen worden ter goedkeuring voorgelegd op groepsniveau om na te gaan of ze stroken met de algemeen geldende principes. Loopbaanbeheer Sinds 2002 wil het directiecomité het loopbaanbeheer van de topkaderleden van de Groep op zijn niveau centraliseren. Het gaat hierbij zowel om het beleid inzake rekrutering en promotie als om de organisatie van de mobiliteit binnen de Groep. Het directiecomité onderzoekt alle individuele promotievoorstellen van de directiekaderleden en maakt een kwaliteitsbalans op van hun prestatie en analyseert hun bezoldiging (vast, variabel, opties). De directie Human Resources van Dexia NV heeft samen met de human-resourcesafdelingen in de andere grote entiteiten in de voorbije 18 maanden op groepsniveau een beleid gevoerd om de sleutelfiguren – high potentials, high values te identificeren en te beheren. De zes sleutelbevoegdheden op het niveau van de Groep, onder andere cliëntgerichtheid, human-resourcesbeheer, capaciteit om een gemeenschappelijke visie te hebben en openstaan voor “best practices”, komen aan bod in de assessment-dagen die op groepsniveau worden georganiseerd en waaraan kandidaten met een verschillende herkomst deelnemen. Ze worden geëvalueerd door een paritair samengestelde jury van human-resourcesspecialisten en managers. De groep van high potentials wordt eenmaal per

(1) Uitgegeven door de raad van bestuur in het kader van het toegestane kapitaal Dexia geeft blijk van de grootst mogelijke transparantie over de bezoldiging van de leden van het directiecomité met inbegrip van de langetermijnwinstdelingsplannen die zij genieten. Bovendien neemt de raad van bestuur beslissingen daaromtrent op basis van bevoegdheden die wettelijk toekomen aan de raad van de bestuur en aan de algemene vergadering. Bijgevolg is Dexia, in tegenstelling tot de aanbeveling van de Code Lippens, van mening dat het niet noodzakelijk is de langetermijnwinstdelingsplannen die de leden van het directiecomité genieten vooraf ter goedkeuring voor te leggen aan de aandeelhouders.

38


jaar onderzocht om de sterktes en zwaktes van deze groep inzake management voor de komende jaren te identificeren en met een voluntaristisch beleid te starten op het gebied van vorming, mobiliteit en prestatiebeheer. Om het tekort aan vrouwen in de kweekvijvers voor high potentials, en dus op termijn topkaderleden, op te vangen, werd beslist meer aandacht te besteden aan het evenwicht tussen mannen en vrouwen in elk van de assessmentsessies. Om toekomstige topkaderleden beter voor te bereiden op het leiden van een team heeft Dexia twee opleidingsprogramma’s (Lead Future & Lead Corporate) in leadership uitgewerkt, zodat ze hun managementmethode beter leren beheersen en een globaal inzicht verwerven in de belangrijkste problemen waarmee een groep wordt geconfronteerd (human resources, communicatie, financiën, marketing …).

3 De controle over de groep Dexia 3.1. Interne controle 3.1.1. Interne audit Dexia beschikt over een homogene auditfunctie die beantwoordt aan de strengste normen. De auditfunctie heeft als opdracht de interne controle in de Groep te bevorderen en permanent toe te zien op de werking en de daadwerkelijke toepassing van het bestaande controlesysteem. De auditfunctie draagt bij tot het behoud van de goede reputatie van de Groep en de efficiëntie en integriteit van haar structuren, waarden die ze hoog in het vaandel draagt. De interne audit gaat na of de risico’s die Dexia en al zijn entiteiten nemen in het kader van hun activiteiten op adequate wijze worden geïdentificeerd, geanalyseerd en gedekt. De interne audit moet eveneens toezien op de constante verbetering van de werking van de Groep. 3.1.1.1. Organisatie De organisatie van de interne audit stoelt op drie basisprincipes: – binnen een door het auditcomité van Dexia NV goedgekeurd kader bepaalt het directiecomité de strategie, de eisen en de werkingsregels van de interne audit; – de interne-auditfunctie wordt uitgeoefend door een net van auditdirecties die hun opdracht vervullen onder leiding van de auditorgeneraal van de Groep, die rechtstreeks rapporteert aan de gedelegeerd bestuurder, de voorzitter van het directiecomité; de auditor-generaal heeft rechtstreeks toegang tot het auditcomité, waar hij geregeld verslag uitbrengt van de interne-auditactiviteiten in de Groep; zowel het auditcomité als de voorzitter van de raad van bestuur kunnen een beroep doen op de auditor-generaal om een auditopdracht uit te voeren; – elke auditdirectie van de dochterondernemingen moet ten overstaan van de voorzitter van het directiecomité van de entiteit verantwoording afleggen over het uitvoeren van haar opdracht en brengt verslag uit over haar werking aan de auditor-generaal van de Groep. 3.1.1.2. Opdrachten in 2005 In 2005 werden een aantal belangrijke “horizontale opdrachten” uitgevoerd, waarbij tegelijkertijd de auditors van Dexia NV en die van de operationele entiteiten waren betrokken.

Deze opdrachten hadden met name betrekking op de Funding op lange termijn, de follow-up van de landenrisico’s, de organisatie van de activiteit Credit Spread Portfolio en, in het kader van Bazel II, de interne-ratingsystemen en de operationele risico’s. Ook de stand van zaken in het IFRS-project werd op de voet gevolgd. De directie audit van Dexia heeft ook opdrachten uitgevoerd waarbij de Groep centraal stond, zoals de organisatie van de marktmodelling en de werking van de afdeling Compliance, alsook “gemeenschappelijke” opdrachten met de auditdirecties van bepaalde dochterondernemingen, waaronder FSA in de VS. Elk van de vier commerciële metiers van de Groep onderging een specifieke audit, die toegespitst was op de krediet-, markten operationele risico’s. De informatiesystemen werden voornamelijk doorgelicht vanwege de ingrijpende evolutie op reglementair vlak (IFRS en Bazel II) en de impact van wijzigingen in de organisatie van de Groep (herziening van de systemen bij Dexia Bank na de fusie met Artesia Banking Corporation). De verschillende auditopdrachten die in 2005 werden uitgevoerd, hebben geleid tot actieplannen om de diverse zwakke punten in het interne controlesysteem bij te sturen. Elk actieplan werd goedgekeurd door het directiecomité van de betrokken entiteit en ondergaat geregeld een follow-up om na te gaan of er daadwerkelijk rekening wordt gehouden met de aanbevelingen. 3.1.1.3. Methodes De globale aanpak van het risico-universum, de gemeenschappelijke auditmethodologie, die in 2005 werd aangevuld met handleidingen over audittechnieken en risicobeoordeling, en de modaliteiten op het gebied van verslagen en follow-up op het niveau van de overkoepelende groepsstructuur dragen er toe bij dat Dexia over een efficiënt interne-controlesysteem beschikt. 2005 was het eerste jaar dat de nieuwe procedure voor de uitvoering en follow-up van de aanbevelingen werd toegepast over een volledig boekjaar op basis van een gedifferentieerde aanpak naargelang van de prioriteiten en kwalitatief hoogstaander dan voorheen. De operationele entiteiten hebben de audittool ter bevordering van de harmonisering en verbetering van de geleverde kwaliteit gehanteerd in het kader van testopdrachten. Met het oog op cohesie binnen de afdeling Controle, ten slotte, hebben alle auditors en inspecteurs deelgenomen aan een conferentie waarop uiteenzettingen en themagebonden workshops elkaar afwisselden.

3.1.2. Deontologie en compliance Sinds de functie “deontologie en compliance” begin 2003 werd opgericht, is ze uitgegroeid tot een echte Compliance-afdeling die alle compliance officers van elke entiteit, dochteronderneming of bijkantoor met een activiteit binnen de groep Dexia overkoepelt. De afdeling wordt geleid door een coördinatiecomité dat bestaat uit de Compliance-directeurs van de drie operationele entiteiten, met als voorzitter de Chief Compliance Officer (CCO) van Dexia. De rol van het comité bestaat enerzijds in de coördineren van het reglementair toezicht op en het opstellen, verspreiden en doen naleven van het groepsbeleid en anderzijds via informatie, bewustmaking, opleiding en controle bijdragen tot het beheersen van de compliancerisico’s, met name risico’s die voortvloeien uit de niet-naleving van de beroepsgebonden wetten, reglementen of normen.

Beheersverslag

3.1.2.1. Principes Het integriteitsbeleid van Dexia berust op volgende principes:

bestuur en van de procedures voor interne controle die door de vennootschap werden ingevoerd.

– toepassing van dezelfde ethische en deontologische principes in alle Dexia-entiteiten; – naleving van de wetten en reglementeringen, zowel nationaal als internationaal; – bevordering van een klimaat van transparantie en vertrouwen ten overstaan van de cliënten, de medewerkers en de aandeelhouders; – bepaling van een beleid ter preventie van fraude of andere actieve misbruiken, afwijkingen van systemen, misbruik van informatie of procedures; – handhaving van een integere houding, met name in het kader van transacties of berichtgeving over de financiële markten.

Deze verplichting geldt voor alle emittenten die een beroep doen op het openbaar spaarwezen in Frankrijk, ongeacht hun nationaliteit, en dus ook voor Dexia. Gelet op het Belgisch-Frans profiel van de groep Dexia is het trouwens de gewoonte dat wij rekening houden met de situatie in Frankrijk aangaande corporate governance.

Op het vlak van het bestrijden van witwaspraktijken en financiering van terrorisme vertaalt Dexia de strengste internationale normen in zijn intern beleid. Dexia volgt in dit verband de aanbevelingen van de FATF (Financial Action Task Force on Money Laundering), alsook de Wolfsberg-principes op het vlak van private banking, correspondentbanken en fondsenadministratie. Deze principes worden versterkt door de invoering in de Groep van gemeenschappelijke instrumenten in het kader van preventie, follow-up en toezicht. Zo heeft de Groep in 2005 haar interne normen en gemeenschappelijk programma voor het analyseren van transacties in de strijd tegen witwaspraktijken en financiering van terrorisme verder ontwikkeld. Op het vlak van marktmisbruik, belangenvermenging en andere gereglementeerde domeinen neemt Dexia richtlijnen, wetten en circulaires terzake op in zijn beleid naarmate ze worden verspreid en in werking treden. Transacties voor eigen rekening van medewerkers en leidinggevenden gaan gepaard met gedetailleerde regels en een specifieke follow-up om misbruik van voorkennis te voorkomen.

Dit verslag is beschikbaar op de internetsite van Dexia.

3.2. Externe controle 3.2.1. College van commissarissen 3.2.1.1. Een college van commissarissen met twee bedrijfsrevisoren Krachtens artikel 14 van de statuten van de vennootschap wordt de controle van de financiële toestand en van de jaarrekening van de vennootschap toevertrouwd aan een of meer commissarissen die voor een termijn van maximum drie jaar door de algemene vergadering worden benoemd op voorstel van de raad van bestuur. Sinds 2000 wordt Dexia gecontroleerd door een college van commissarissen, dat twee verschillende bedrijfsrevisoren telt: – PricewaterhouseCoopers BCVBA, bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door de heer Robert Peirce, erkend commissaris. Het mandaat van PricewaterhouseCoopers werd vernieuwd door de gewone algemene vergadering van 11 mei 2005 voor een termijn van 3 jaar die eindigt na afloop van de gewone algemene vergadering van mei 2008;

3.1.2.2. Organisatie De afdeling Compliance is georganiseerd op basis van het Compliance-charter dat de opdrachten van de compliance-functie, haar bevoegdheden en doelstellingen bepaalt. De deontologische code zet de algemene verplichtingen van de medewerkers van de Groep om in praktische richtlijnen. Specifieke wettelijke bepalingen bevatten de regels die van toepassing zijn op bepaalde metiers zoals de financiële markten, private banking en vermogensbeheer. De voornaamste Compliance Officers ontmoeten regelmatig de regelgevers en controleautoriteiten in de verschillende landen waar de groep Dexia gevestigd is, om de “best practices” op het vlak van deontologie in kaart te brengen en toe te passen. In 2005 heeft de compliance-functie de eerste fase doorgevoerd om de afdeling een programma voor communicatie en informatie-uitwisseling ter beschikking te stellen, dat het mogelijk maakt wetten, reglementen, interne beleidslijnen en procedures in kaart te brengen, richtlijnen te verspreiden en op te volgen, een geconsolideerde reporting te realiseren en gerichte steekproeven uit te voeren.

3.1.3. Verslag van de voorzitter van de raad van bestuur met betrekking tot voorbereiding en organisatie van de taken van de raad van bestuur, alsook de door de vennootschap ingestelde interne controleprocedures. De Franse wet betreffende de financiële veiligheid van 1 augustus 2003, die bedoeld is om de veiligheid van de spaarders en verzekerden te versterken (met name door de kwaliteit van de financiële informatie te verbeteren), verplicht de voorzitter van de raad van bestuur een verslag in te dienen over de voorwaarden inzake de voorbereiding en organisatie van de werkzaamheden van de raad van

40


– Mazars & Guérard BCVBA, bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door de heer Xavier Doyen, erkend commissaris. Het mandaat van Mazars & Guérard loopt af na de gewone algemene vergadering van 10 mei 2006. Op deze vergadering zal worden voorgesteld het mandaat van Mazars & Guérard te verlengen voor een termijn van 3 jaar die afloopt na de gewone algemene vergadering van mei 2009. 3.2.1.2. Onafhankelijkheid van de commissarissen Tijdens het boekjaar 2005 heeft Dexia zich in het bijzonder toegelegd op de toepassing en uitvoering van de bepalingen van de Belgische Wet van 2 augustus 2002 inzake “Corporate Governance” die als doel heeft de onafhankelijkheid van de commissarissen te vergroten, en van haar Koninklijk Uitvoeringsbesluit van 4 april 2003 dat een lijst invoert van zeven prestaties die onverenigbaar zijn met de wettelijke opdracht tot controle van de rekeningen door de commissarissen. Ze beogen voornamelijk het instellen van een sperperiode (“cooling off”) waarbij de commissaris binnen de vennootschap waarvan hij de rekeningen controleert, geen andere functie mag uitoefenen binnen twee jaar na de stopzetting van zijn functie als commissaris, regels met het oog op een evenwicht tussen audit- en niet-auditprestaties (ratio: 1/1) en een lijst van zeven onverenigbare prestaties. De wet voert tevens regels in met betrekking tot de bekendmaking van de bezoldiging van de commissarissen. Hoewel Dexia NV niet onder de toepassing valt van de wettelijke bepalingen i.v.m. de ratio 1/1, en onverminderd de toepassing van de plaatselijke wetgeving, werd besloten om nauwgezet toe te zien op de activiteiten die worden aangerekend door de commissarissen voor andere adviesopdrachten dan die welke deel uitmaken van hun wettelijke opdracht aangaande de audit van de rekeningen.

3.2.1.3. Bezoldiging van het college van commissarissen Deze tabel geeft een overzicht van de bezoldigingen die de leden van het college van commissarissen van Dexia bekomen hebben voor hun prestaties in 2005. PricewaterhouseCoopers

Presties uitgevoerd voor Dexia NV

Presties uitgevoerd voor de groep Dexia (geconsolideerde bedragen)

100 000

5 159 754

46 577

1 283 025

Bedragen in EUR a) Audit van de rekeningen b) Echtverklaring c) Fiscaal advies

782 040

d) Due diligence

1 013 814

e) Andere opdrachten (geen echtverklaring) e-1) Wettelijk toevertrouwd aan de commissarissen e-2) Wettelijk niet-toevertrouwd aan de commissarissen - Boekhoudkundig advies (geen IFRS) - Juridisch advies - Bijstand – invoering IFRS - Bijstand – invoering Bazel II - Bijstand – andere opdrachten - Andere (geen bijstand) Totaal Mazars & Guérard

336 085

1 427 554 1 800

336 085

10 620 321 355 1 610 2 500

1 425 754 88 859 27 701 29 181 321 355 855 821 102 837

482 662

9 666 188

Presties uitgevoerd voor Dexia NV

Presties uitgevoerd voor de groep Dexia (geconsolideerde bedragen)

100 000

2 006 025

17 400

583 592

37 416

160 332

37 416

160 332

37 416

94 577

Bedragen in EUR a) Audit van de rekeningen b) Echtverklaring c) Fiscaal advies d) Due diligence e) Andere opdrachten (geen echtverklaring) e-1) Wettelijk toevertrouwd aan de commissarissen e-2) Wettelijk niet-toevertrouwd aan de commissarissen - Boekhoudkundig advies (geen IFRS) - Juridisch advies - Bijstand – invoering IFRS - Bijstand – invoering Bazel II - Bijstand – andere opdrachten - Andere (geen bijstand) Totaal

3.2.2. Protocol betreffende het prudentieel toezicht op de groep Dexia De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen en Dexia hebben in 2001 een protocol afgesloten betreffende het prudentieel toezicht op de groep Dexia. Het protocol bevat belangrijke afspraken tussen Dexia en de Commissie voor het Bank-, Financieen Assurantiewezen in het kader van corporate governance en behandelt onder meer het statuut van de bedrijfsleiders (beroepseer en

60 245 5 500 154 816

2 749 939

-ervaring, stelsel van onverenigbaarheid van mandaten van bedrijfsleiders, kredieten aan bedrijfsleiders), de aard van het aandeelhouderschap van Dexia NV, de werking als college en de bevoegdheden van het directiecomité van Dexia NV, alsook de uitoefening van de geconsolideerde controle van de groep Dexia. Een kopie van de tekst van dit protocol is verkrijgbaar op de zetel van de vennootschap. De protocoltekst, die in 2003 enkele kleine wijzigingen onderging, kan eveneens worden geraadpleegd op de internetsite van Dexia: http://www.dexia.com/nl/dexia/corporategovernance.php.

Beheersverslag

41

Risicobeheer 1 Kredietrisico’s

Uitsplitsing van de uitstaande bedragen van de groep Dexia volgens categorie van tegenpartij (op 31 december 2005)

1.1. Organisatie Het Risk Management-team voor de Groep houdt toezicht op het risicobeleid van Dexia onder leiding van het directiecomité van Dexia of van gespecialiseerde risicocomités. Het bepaalt de richtlijnen van de Groep aangaande limieten en bevoegdheidsdelegatie, het bepaalt en beheert de follow-up van de risico’s en de daarbij behorende beslissingsprocessen, en het past de risicobeoordelingsmethodes van de Groep toe op elk metier en op elke operationele entiteit (Dexia Crédit Local, Dexia Bank België, Dexia Banque Internationale à Luxembourg). Op groepsniveau bestaan twee gespecialiseerde risicocomités die verantwoordelijk zijn voor het beheer van het kredietrisico: – Het Credit Risk Policy Committee bepaalt het risicoprofiel en de risicorichtlijnen van de Groep; – Het Dexia Credit Committee spreekt zich uit over aangelegenheden die buiten het toepassingsgebied van de bevoegdheidsdelegaties van de entiteiten vallen. Alle limieten worden rechtstreeks door het directiecomité vastgelegd; aan een specifiek comité wordt ook een delegatie toegekend om de risico’s van de Credit Spread Portfolio te superviseren.

1.2. De grote projecten van 2005 Naast de verdere inspanningen voor de toepassing van de vereiste methodes en procedure met betrekking tot de geavanceerde benadering van Bazel II, was de belangrijkste prestatie van 2005 de implementatie, eveneens in het kader van Bazel II, van nieuwe gecentraliseerde databases met de gegevens van alle tegenpartijen en uitstaande risico’s binnen de Groep. Dankzij deze succesvolle implementatie kon de Groep aan de regelgevende overheden de resultaten van de QIS5 (Quantitative Impact Study 5) integraal vanuit het nieuwe systeem bezorgen.

1.3. Geconsolideerde risico’s van Dexia op 31 december 2005 De waarderingsregels voor de kredietrisico’s staan in punt 5.2. van de “Boekhoudkundige principes en regels van de geconsolideerde jaarrekening” (zie toelichting I op pagina 72).

1.3.1. Uitstaande bedragen per categorie van tegenpartij De totale uitstaande positie van de Groep nam toe tot 742 miljard EUR op 31 december 2005, tegenover 610 miljard EUR een jaar daarvoor. Ze steeg met 21,6 % door de sterke productie in termen van volume van het metier Financiële dienstverlening aan de publieke sector, financiering van projecten en credit enhancement. De spreiding van de tegenpartijen in de portefeuille van Dexia is zeer stabiel. De helft van het uitstaande bedrag betreft de sector van lokale openbare besturen (375 miljard EUR, d.i. 23,8 % meer dan eind 2004).


Andere 0,8 %

Financiële instellingen 10,7 %

Staten 8,0 %

Bedrijven 3,6 % Monoline 2,0 %

ABS/MBS 17,8 %

Lokale overheden 50,6 %

Projectfinanciering 2,0 %

Particulieren, professionelen, zelfstandigen en KMO’s 4,5 %

1.3.2. Uitstaande bedragen per geografische regio Op 31 december 2005 waren de posities van de Groep geconcentreerd in de Europese Unie (51,7 % of 384 miljard EUR einde 2005, tegenover 333 miljard EUR een jaar daarvoor), voornamelijk in België (12,3 %) en in Frankrijk (12,0 %). De posities van de Groep in de Verenigde Staten en Canada vertegenwoordigen 43,6 % van de totale uitstaande bedragen, stabiel (in euro) in vergelijking met 31 december 2004. Uitgedrukt in USD namen de posities in dit deel van de wereld over het jaar met 13,8 % toe tot 381 miljard USD. Uitsplitsing van de uitstaande bedragen per geografische regio (op 31 december 2005)

Rest van Europa Andere landen 0,9 % van de Europese Unie 13,4 %

Japan 0,7 % Andere 2,8 %

Zuidoost-Azië 0,2 % Centraalen Zuid-Amerika 0,1 %

Luxemburg 1,1 % Italië 7,7 % Verenigde Staten en Canada 43,6 %

Duitsland 5,2 %

Frankrijk 12,0 % België 12,3 %

2 FSA risicobeheer FSA beperkt zijn activiteit tot sectoren die gekenmerkt worden door een kleine kans op verliezen en grote restwaarden in geval van verlies. Daardoor dient weinig beroep te worden gedaan op de waarborg van FSA en, indien dit toch gebeurt, dan blijven de te vergoeden bedragen doorgaans beperkt. FSA verzekert enkel transacties die op zijn minst Investment Grade zijn, beantwoorden aan zijn wettelijke en structurele vereisten en passen binnen vooraf vastgelegde individuele en globale risicolimieten. Alvorens een overheidsobligatie te verzekeren, vraagt FSA beslagrecht op de belastingontvangsten of op andere specifieke inkomstenstromen van essentiële overheidsdiensten. Op de markt van de Asset-Backed Securities waarborgt FSA de zgn. senior tranches, die zodanig gestructureerd zijn dat ze een gevoelige verslechtering van de onderliggende activa kunnen doorstaan zonder dat op FSA een beroep moet worden gedaan. De structuur van de meeste van deze ABS-transacties zorgt er immers voor dat de dekking door collateral in principe toeneemt naarmate de tijd vordert, en bevat zelfcorrigerende mechanismen die in werking treden om de bescherming te herstellen indien bepaalde kwaliteitstriggers onder hun vooropgestelde minimum dalen. Er kunnen dan bijvoorbeeld cashflows worden afgeleid van achtergestelde tranches naar senior verzekerde tranches, of ze kunnen worden toegevoegd aan een reservefonds. Indien de omstandigheden zulks vereisen, heeft FSA de mogelijkheid om de beheerder van de verzekerde structuur te vervangen. De due diligence is de regel in het verzekeringsproces van FSA. De onderneming gaat ter plaatse en analyseert het dossier om de informatie van de emittent na te trekken. Interne juristen bestuderen de documenten en vragen vaak de mening van externe consultants om na te gaan of de structuren werken zoals het hoort. Als de transactie eenmaal gewaarborgd is, houdt FSA gedurende de hele looptijd toezicht op de uitgifte om potentiële problemen op te sporen en corrigerende maatregelen te nemen.

Herverzekering speelt eveneens een sleutelrol inzake risicobeheersing. Net zoals de banken een beroep doen op gesyndiceerde kredieten om de individuele risico’s te beperken, herverzekert FSA verrichtingen bij een groep van herverzekeringsmaatschappijen met een rating AA of AAA. Dankzij zijn gedisciplineerde aanpak heeft FSA een zeer behoudende portefeuille uitgebouwd, zoals blijkt uit de onderliggende kredietkwaliteit van zijn verzekerde portefeuille: 87 % van het verzekerd nominaal bedrag heeft een rating A of hoger en 54 % kan een rating AA of hoger voorleggen (zie grafieken). De belangrijkste kredietgebeurtenis van 2005 was orkaan Katrina eind augustus, wellicht de grootste natuurramp waarmee de gemeentefinanciën in de VS ooit af te rekenen hebben gehad. FSA heeft geen claims betaald, maar blijft de grootste risico’s van nabij volgen, daar een aantal emittenten nog steeds problemen hebben met liquide middelen bij het heropbouwen van hun belastinggrondslagen. Totaal (Municipal + ABS) Totale uitstaande nettobedragen: 351,4 miljard USD

AAA 24,5 %

A 33,4 %

NIG 0,5 % BBB 11,4 %

AA 30,2 % NIG: Non-investment grade

Verzekerde FSA-portefeuille op 31 december 2005 Totale uitstaande nettobedragen: 351,4 miljard USD Uitstaande vorderingen consumenten 3% Andere asset-backed 6% Woninghypotheken 7%

Municipal

Huisvesting 2%

Totale uitstaande nettobedragen: 227,2 miljard USD

Gezondheidszorg 4% Ander gemeentelijk 7% Vervoer 4%

NIG 0,4 %

AAA 1,9 %

BBB 11,4 %

AA 36,9 %

Belastingondersteunde niet algemene verbintenissen 12 %

Pooled corporates 19 %

A 49,4 % Utility 10 %

Municipal Asset-backed

Algemene verbintenissen 26 %

NIG: Non-investment grade

Beheersverslag

43

Asset-backed securities Totale uitstaande nettobedragen: 124,2 miljard USD BBB 11,5 % A 4,0 %

AAA 65,7 %

AA 18,0 %

NIG 0,8 %

NIG: Non-investment grade

3 Het Bazel II-project Het bancair toezichtscomité voor de belangrijkste economische machten, het zogenaamde Bazelcomité, besloot de regels te wijzigen voor de berekening van het minimum vereiste aandelenkapitaal waarover financiële instellingen moeten beschikken om hun risico’s te dekken. Globaal genomen is de belangrijkste basis van de huidige berekening (de Cooke-ratio) de juridische aard van de tegenpartij (soeverein, bank, corporate enz.), terwijl de nieuwe regelgeving (Bazel II) vooral uitgaat van de kwaliteit van de tegenpartij. Deze nieuwe globale regelgeving is van toepassing vanaf 1 januari 2008, maar de financiële instellingen moeten kunnen bewijzen dat ze vanaf begin 2006 in staat waren om de toekomstige regels op een afdoende manier na te leven. Daarom was 2005 een sleuteljaar in de loop van het Bazel II project, vermits het van kapitaal belang was dat het project werd geïntegreerd in de huidige operationele processen van de Groep; er werden drie grote stappen gezet: – in januari werd de “actor”-database operationeel en ontstond er een volledig uniform referentiesysteem voor alle tegenpartijen (buiten retailbanking) en alle entiteiten van de Groep samen;

Tegelijkertijd boekten de werkzaamheden voor de interne validatie van onze Interne Rating Systemen (IRS) grote vooruitgang: onze belangrijkste (Belgische, Franse en Luxemburgse) regelgevers legden de voorwaarden voor hun eigen validatieproces vast. In september 2005 gingen ze van start met de analyse van de horizontale principes die door de Groep worden toegepast, en in 2006 zullen ze tussenkomen in de validatie van de IRS. De resultaten van QIS5 ondersteunen die van de vroeger uitgevoerde QIS3 en laten Dexia hopen dat er globaal genomen en voor elke grote entiteit vanaf 2008 grote winst inzake vereist aandelenkapitaal zal worden geboekt. Het staat bovendien al vast dat de vooruitgang van het IT-systeem, in de context van het Bazel II-project, op het vlak van de risicocontrole op zich reeds een positief en ongetwijfeld belangrijk resultaat is.

4 Marktrisico’s Marktrisico’s zijn de risico’s die te maken hebben met de schommelingen van marktparameters (rentevoeten, wisselkoersen, aandelenkoersen, enz.) en voortvloeien uit de activiteiten van de Groep op de kapitaalmarkten. De marktrisico’s die worden gegenereerd door de andere metiers, zijn grotendeels gedekt en de resterende risico’s worden beheerd in het balansbeheer (ALM). De waarderingsregels voor de kredietrisico’s staan in punt 5.1. van de “Boekhoudkundige principes en regels van de geconsolideerde jaarrekening” (zie toelichting I op pagina 71). De marktrisico’s van Dexia hebben vooral betrekking op de Europese rentevoeten. De risico’s op aandelen en de wisselrisico’s blijven veel kleiner. De voornaamste risico-indicator in de Groep is de Value at Risk (VaR). De VaR die door Dexia wordt berekend, meet het potentieel verlies met een betrouwbaarheidsinterval van 99 % voor een termijn van 10 dagen. Op de meeste posities wordt de “parametrische” methode toegepast. Voor bepaalde posities in opties berekent men een historische VaR of een specifieke VaR op de vega (gevoeligheid ten opzichte van marktvolatiliteit). Naast de VaR wordt het risico eveneens beperkt door limieten op het nominale bedrag, of op de sensitiviteit t.o.v. veranderingen in intrestvoeten (bpv) en spreadwijzigingen, alsook door limieten aangaande de sensitiviteit van opties (delta, gamma, vega, thêta, rhô).

– in juni werd de gecentraliseerde en geautomatiseerde feedback voor alle verbintenissen van alle entiteiten van de Groep operationeel op basis van een uniform gegevensmodel en in één database;

De groep Dexia gebruikt haar intern VaR-model voor de berekening van de kapitaalvereiste voor het algemene renteriscio van de tradingportefeuille en voor het wisselrisico. Dit bevestigt de kwaliteit van het marktrisicokader dat de Groep heeft uitgewerkt, wat zowel de kwantitatieve als de operationele aspecten betreft.

– in december werd op verzoek van de regelgevende overheid de Quantitative Impact Study nr. 5 (QIS5) uitgevoerd, volledig gebaseerd op de gegevens en het berekeningssysteem die als werkinstrument voor Bazel II moeten dienen.

4.1. Organisatie van de controle

– enerzijds volgens het gangbare model;

De voornaamste beslissingen op het vlak van de beheersing van de marktrisico’s (algemene risicolimieten, keuze van de risico-indicatoren, organisatie van de verslagen en de beslissingsprocessen) worden genomen door het directiecomité van Dexia op aanbeveling van de afdeling risicobeheer van de Groep.

– anderzijds volgens de drie methodes die door de nieuwe regelgeving worden voorgesteld (Standard, Internal Ratings Based Approach [IRBA] Foundation of Advanced).

Deze afdeling wordt ermee belast om, in samenspraak met de risicobeheersteams van de diverse entiteiten, deze beslissingen te vertalen in welomlijnde en gedetailleerde limieten en procedures.

Hierdoor is de groep Dexia sinds begin 2005 in staat om een dubbele berekening van het vereiste aandelenkapitaal uit te voeren:

44


De afdeling risicobeheer van de Groep is eveneens verantwoordelijk voor het vastleggen van de berekeningsmethodes voor de resultatenrekening (waardering en risico-indicatoren) die door de Groep zullen worden toegepast.

• Het is ook de taak van Dexia ALM om de aandelenportefeuille van Dexia te volgen. Deze portefeuille bevat aandelen die voor verkoop beschikbaar zijn (Available For Sale: AFS) en door de ALM-comités worden beheerd met het VaR-model.

De dagelijkse operationele controle (berekening van de risico-indicatoren, controle van de limieten, enz.) gebeurt in de eerste plaats door de “risk management”-teams van de entiteiten. Met het oog op een coherente en kwaliteitsvolle risicocontrole binnen de Groep wordt het werk gecoördineerd door de afdeling risicobeheer van de Groep.

De value at risk (VaR) vertegenwoordigt de potentiële wijziging in marktwaarde, terwijl de Earnings at Risk (EaR) de impact op het boekhoudresultaat vertegenwoordigt als de VaR werkelijkheid wordt. De aandelen-VaR die door Dexia wordt berekend, meet het potentiële verlies met een betrouwbaarheidsinterval van 99 % voor een termijn van 10 dagen. De EaR is lager dan de VaR, omdat de meeste beursgenoteerde aandelen een positieve AFS-reserve hebben. Er worden waardeverminderingstesten uitgevoerd wanneer het verschil tussen de marktwaarde en de kosten groter is dan 25 % en/of wanneer de fair value gedurende langere tijd daalt.

Via de rapportering wordt het management van de Groep hier nauw bij betrokken. De voornaamste risico’s worden gevolgd tijdens een wekelijkse bijeenkomst van een comité dat bestaat uit het directiecomité van de betrokken entiteit, alsook uit het hoofd van de kapitaalmarkten voor de Groep (lid van het directiecomité) en de afdeling risicobeheer van de Groep. Het directiecomité van de Groep wordt door de afdeling risicobeheer van de Groep op de hoogte gehouden van alle wijzigingen aan het risicoprofiel, en dat op zijn minst om de drie maanden en vaker als dat nodig blijkt.

4.2. Risico’s De activiteiten Thesaurie en financiële markten van Dexia hebben voornamelijk een ondersteunende functie voor de Groep. Het gebruik van de VaR door de groep Dexia wordt uiteengezet in onderstaande tabel. De risicoconsumptie van de financiële activiteiten van Dexia is vrij beperkt (gemiddeld 26,9 miljoen EUR VaR in 2005) en erg stabiel. Value at Risk 2005 (in miljoenen EUR) VaR 10 dagen - 99 %

Gemiddelde 2005

Max. 2005

Banken (in miljoenen EUR) 31 december 2004 31 maart 2005 30 juni 2005 30 september 2005 31 december 2005

Marktwaarde

VaR

% VaR

EaR

1 053 1 128 1 231 1 332 1 443

60 61 65 69 79

5,7 % 5,4 % 5,3 % 5,2 % 5,4 %

-2 -1 0 -2 0

Marktwaarde

VaR

% VaR

EaR

1,196 1,249 1,315 1,511 1,729

55 52 52 56 69

4,6 % 4,2 % 3,9 % 3,7 % 4,0 %

-8 0 0 0 0

Verzekeringsmaatschappijen (in miljoenen EUR) 31 december 2004 31 maart 2005 30 juni 2005 30 september 2005 31 december 2005

% VaR vertegenwoordigt het potentiële verliespercentage op de marktwaarde.

Kapitaalmarkten FED Obligaties (Fixed Income) Effectisering

6,2 1,1 1,2

14,1 2,8 2,0

Thesaurie en aandelen Aandelen Forex Money Market

0,9 2,0 19,8

5,5 4,6 31,0

TFM

26,9

38,5

5 Asset and Liability Management (ALM) • Het meten van de balansrisico’s van de diverse entiteiten werd geharmoniseerd. De Groep gebruikt als voornaamste risico-indicatoren zowel de Value at Risk (VaR) – met een betrouwbaarheidsniveau van 99 % en een termijn van 20 dagen – als de gevoeligheid van de huidige nettowaarde (Net Present Value – NPV) van de posities op de balans. De risico’s hebben vooral betrekking op de langetermijnrente in Europa en zijn het resultaat van het verschil tussen de afschrijvingsprofielen van de vastrentende activa en passiva. De BPV (Basis Point Value – waarde van één basispunt) meet de wijziging van de netto economische waarde van de balans als de rentevoeten over de hele curve 1 % stijgen. De BPV van de groep Dexia (uitgezonderd verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen) beliep -205 miljoen EUR op 31 december 2004 en -209 miljoen EUR op 31 december 2005.

• Hoewel het operationele Asset en Liability Management in de drie grootste entiteiten van Dexia gedecentraliseerd blijft, worden de ALM-risico’s globaal gecontroleerd door het Dexia ALM-comité, waarin al de leden van het directiecomité zitting hebben. Het ALM-comité controleert de algemene coherentie van het Asset en Liability Management van de Groep en beslist over de methodes en de richtlijnen inzake risicometing, meer bepaald voor de investering van de eigen middelen en de mechanismen voor de waardering van interne transfers. Het directiecomité ontvangt tevens een maandelijks rapport over de ALM-posities. Als onderdeel van haar algemeen prudentieel beleid handhaafde de groep Dexia haar beleid van een laag ALM-risicoprofiel in 2005.

6 Beheer van de liquide middelen Gelet op de omvang van de balans van Dexia, wordt er nauw toezicht gehouden op het evenwicht tussen de beschikbare middelen en hun aanwending. In de praktijk zijn er twee domeinen die onze bijzondere aandacht verdienen: – het op elkaar afstemmen van de nieuwe geplande kredieten (qua termijn en bedrag) en de beschikbare middelen; – de noodzaak om zelfs in moeilijke tijden te voldoen aan de behoeften aan liquide middelen van de Groep. Beheersverslag

45

Het eerste punt komt aan bod in de jaarlijkse planning. Elk jaar worden de vooruitzichten op het vlak van de toekenning van nieuwe kredieten vergeleken met de financieringscapaciteit. Het is daarbij de bedoeling een voor de Groep aanvaardbaar liquiditeitsrisicoprofiel te behouden (d.w.z. de evolutie, gespreid over verscheidene jaren, van de tekorten of overschotten aan liquide middelen die voortvloeien uit de verschillende terugbetalingsdata van de diverse activa en passiva). Bovendien heeft de Groep besloten de verwerking in de analytische boekhouding aan te passen, om te komen tot een betere weerspiegeling van de kosten voor de financiering van de verrichtingen in de metiers, naargelang zij financiering vergen of ertoe bijdragen. De bedoeling van dit soort van interne marktliquiditeit is om aan de metiers de juiste stimulansen te geven om te zorgen voor de natuurlijke overeenstemming tussen het vermogen tot kredietverstrekking enerzijds en het financieringsvermogen anderzijds. Het tweede punt wordt behandeld met behulp van diverse crisisscenario’s. Deze scenario’s worden dan omgezet in een reeks limieten en ratio’s. Ze zijn zo ontworpen dat Dexia, dankzij zijn reserve aan liquide middelen (met name de Credit Spread Portfolio), gedurende een jaar het hoofd kan bieden aan een ernstig fondsentekort en aan druk op de deposito’s, terwijl het toch zijn kredietactiviteit kan voortzetten. De positie van de liquide middelen is onderworpen aan een follow-up en een controle gedurende een periode die kan gaan van één dag tot verscheidene maanden. Daarom wordt veel aandacht geschonken aan de prognoses i.v.m. de verwachte behoeften aan liquide middelen in de voornaamste deviezen en aan de raming van de reserve aan liquide middelen. Er wordt ook bijzondere aandacht besteed aan buitenbalans-liquiditeitsverbintenissen van de Groep. Gelet op hun omvang, worden de diverse aangelegenheden die betrekking hebben op de liquide middelen van de Groep, rechtstreeks behandeld door het ALM-comité van de Groep, waarin alle leden van het directiecomité zitting hebben. Dexia voerde in 2005 een test uit i.v.m. zijn plan inzake globale liquiditeitscontinuïteit. Bij deze test waren alle grote entiteiten van de Groep betrokken in verschillende tijdszones en voor verschillende deviezen. Hij bewees in de praktijk de doeltreffendheid van het beleid inzake liquide middelen en van de crisisprocedures van Dexia.

7 Operationeel risicobeheer Het kader voor het beheer van het operationeel risico dat in 2003 tot stand kwam, berust voornamelijk op de volgende elementen: – correspondenten voor het operationeel risico, die in de diverse entiteiten en activiteiten van de groep Dexia een coördinerende rol vervullen voor het inzamelen van gegevens over risico-incidenten en voor de afdeling Risk & Control Self-Assessment; – de functie operationeel risicobeheer, die belast is met het vastleggen van de methodologische principes, de selectie van de geschikte tools, en het coherent karakter van het globaal kader; – het Operational Risk Committee, dat er maandelijks voor zorgt dat de diverse taken naar behoren worden uitgevoerd en beslissingen van het management voorbereidt.

46


Het Operational Risk Policy Committee, een strategisch comité met vertegenwoordigers van het directiecomité, moet, naast het valideren van de belangrijkste methodologische keuzes, beslissingen nemen over aanvaardbare soorten en niveaus van operationeel risico. De groep Dexia heeft voor het tweede jaar de gegevens i.v.m. operationele verliezen in een centrale database verzameld en begint al deze informatie te analyseren teneinde haar operationele risico’s beter te kunnen kwantificeren en dan te beperken. Zoals vereist door de Bazel II-hervorming, is er begonnen met Risk en Control Self-Assessments voor de gehele groep Dexia, en deze zullen worden gecombineerd met de verzamelde van de gegevens over operationele verliezen met het oog op een betere identificatie van het risicoprofiel van elk metier.

8 Economisch eigen vermogen De cijfers over het economisch eigen vermogen van het jaar 2005 zijn het resultaat van een herziene methode die rekening houdt met de recentste Bazel II-ontwikkelingen, meer bepaald met de voorschriften van “pijler 2”. Dit nieuwe kader zorgt voor een duidelijk inzicht in alle risico’s van de groep Dexia. Het is gebaseerd op een groot betrouwbaarheidsinterval, nl. 99,97 % op één jaar, conform de AA/Aa2 criteria van de ratingbureaus. De herziening van de methode heeft in het algemeen geleid tot een stijging van het vereiste economische vermogen. Om een betere vergelijkingsbasis te verkrijgen voor de cijfers van 2005, werden deze van 2004 hieronder pro forma herberekend volgens de nieuwe methode. Voor het totale vereiste economisch eigen vermogen betekende dit bijvoorbeeld voor eind 2004 een cijfer van 8,4 miljard EUR (i.p.v. 6,9 miljard volgens de vroegere methode). Eind 2005 beliep het totaal economisch eigen vermogen 9,2 miljard EUR (8,4 miljard EUR eind 2004). Dit verschil van 0,8 miljard EUR wordt over alle metiers uitgesplitst. De bedragen van het voor elk metier vereist economisch eigen vermogen waren als volgt: – Financiële dienstverlening aan de publieke sector, financiering van projecten en credit enhancement: 4,4 miljard EUR (3,9 miljard EUR eind 2004). Deze stijging is vooral het gevolg van de toegenomen omvang van de portefeuille. – Financiële dienstverlening aan particulieren: 1,8 miljard EUR (1,7 miljard EUR eind 2004). Deze evolutie wordt verklaard door de interne groei van het metier. – Financieel beheer en verzekeringen: 0,8 miljard EUR (0,7 miljard EUR eind 2004). De groei vloeit vooral voort uit beleggingen in aandelen door de verzekeringsactiviteit. – Thesaurie en financiële markten: 1,0 miljard EUR (0,9 miljard EUR eind 2004), grotendeels te verklaren door de stijging van de CSP. – Eigen vermogen dat niet aan de metiers werd toegewezen: 1,2 miljard EUR (eveneens 1,2 miljard EUR eind 2004). Het totale eigen vermogen is groter dan het totale economische eigen vermogen dat de metiers nodig hebben om onverwachte verliezen te dekken.

9 Kapitaaltoereikendheid en risicogewogen activa 9.1. Risicogewogen activa De totale risicogewogen activa van Dexia kwamen eind 2005 uit op 115,0 miljard EUR, d.i. een stijging met 11,3 % op één jaar tijd. Deze evolutie wordt vooral verklaard door de interne groei.

9.2. Kapitaaltoereikendheid (Capital Adequacy) Het Tier 1-kapitaal van de groep Dexia beliep op 1 januari 2005, na de eerste toepassing van de IFRS-regels die door de EU werden goedgekeurd, 10 336 miljoen EUR. Eind 2005 bedroeg het Tier 1-kapitaal 11 894 miljoen EUR, dankzij de uitgifte van hybrid Tier 1-kapitaal door Dexia Crédit Local in het vierde kwartaal 2005 voor een bedrag van 700 miljoen EUR, de overgedragen winst en de positieve impact van de pariteit van de USD. De Tier 1-ratio bleef stijgen en stond eind 2005 op 10,3 % (10,0 % op 1 januari 2005). Dit was het gevolg van de gecombineerde

invloed – in tegengestelde zin – van diverse factoren, vooral de toename van de risicogewogen activa, de uitgifte van hybrid Tier 1-kapitaal en de terugkoop van aandelen. De kapitaaltoereikendheidsratio stond eind 2005 op 10,9 %. Deze ratio’s liggen ruim boven de reglementaire normen.

9.3. Kwaliteit van de activa De ratio van de activakwaliteit (d.w.z. de verhouding tussen de dubieuze schuldvorderingen en de totale uitstaande vorderingen) beliep eind 2005 0,78 % (1,04 % eind 2004). De dekkingsratio van de dubieuze schuldvorderigen daalde van 73,2 % naar 69,1 %.

9.4. Ratings De hoge ratings wijzen op de financiële soliditeit van de groep Dexia. In 2005 bevestigden Moody’s, Standard & Poor’s en Fitch hun Aa2/AA/AA+ rating. De ratings van FSA en Dexia Municipal Agency zijn de beste die aan een tegenpartij kunnen worden toegekend (Aaa/AAA/AAA door Moody’s, Standard & Poor’s en Fitch).

Capital adequacy ratio 1 januari 2005

31 maart 2005

30 juni 2005

30 september 2005

31 december 2005

10 336

10 567

10 764

11 048

11 894

11 460

11 468

11 637

11 769

12 510

Tier 1-ratio

10,0 %

9,6 %

9,4 %

9,9 %

10,3 %

Capital adequacy ratio

11,1 %

10,5 %

10,2 %

10,5 %

10,9 %

in miljoenen EUR Tier 1-kapitaal Totaal prudentieel eigen vermogen in %

Nota bene: voor de berekening van deze ratio’s wordt de winst van het boekjaar min het dividend meegerekend in het eigen vermogen.

Risicogewogen activa in miljoenen EUR

1 januari 2005

31 maart 2005

30 juni 2005

30 september 2005

31 december 2005

20 % gewogen tegenpartijen

33 768

36 547

38 425

38 488

40 120


11 790

11 708

13 619

13 627

14 592


53 875

55 537

56 326

53 793

55 029

3 922

5 750

6 115

5 913

5 261

103 355

109 542

114 485

111 821

115 002

31 december 2004

31 december 2005

1 722

1 473

Trading portfolio Totaal

Risicokwaliteit in miljoenen EUR, behalve waar anders vermeld Dubieuze leningen Voorzieningen

portefeuille (1)

1 260

1 018

Asset quality ratio (2)

1,04 %

0,78 %

Dekkingsratio (3)

73,2 %

69,1 %

(1) Zonder de totale voorziening tot dekking van potentiële risico’s op aandelenleasingproducten. (2) Ratio tussen de dubieuze schuldvorderingen en de bruto uitstaande kredieten. (3) Ratio van de portefeuillevoorzieningen en de dubieuze schuldvorderingen.

Ratings (Lange termijn)

Moody’s Standard & Poor’s Fitch

Dexia Bank

Dexia Crédit Local

Dexia BIL

FSA

Dexia Municipal Agency

Aa2

Aa2

Aa2

Aaa

Aaa

AA

AA

AA

AAA

AAA

AA+

AA+

AA+

AAA+

AAA+ Beheersverslag

47

Geconsolideerde jaarrekening Geconsolideerde balans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Geconsolideerde resultatenrekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Geconsolideerde staat van de wijzigingen in eigen vermogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Geconsolideerd kasstroomoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening . . . . . . . . . . . . 56 Reconciliatie vereist voor de eerste toepassing van IFRS (Dexia GAAP naar EU GAAP) . . . . . 150 Impact van de eerste toepassing van IAS 32&39 en IFRS 4 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159 Verslag van het college van commissarissen over de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2005 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164

Geconsolideerde jaarrekening

49

Dexia – Geconsolideerde balans Actief (in miljoenen EUR)

Toelichting

Met IAS32&39 en IFRS 4* 1 jan. 2005 31 dec. 2005

I

Kas en tegoeden bij centrale banken

7.2

4 488

3 717

3 717

3 444

II

Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen

7.3

27 812

40 431

43 305

70 531

III

Leningen en voorschotten aan cliënten

7.4

164 424

167 951

169 547

192 402

IV

Leningen en effecten die voor handelsdoeleinden 7.5

17 488

14 752

10 054

15 655

tegen reële waarde

7.6

0

0

7 140

13 865

VI

Leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn

7.7

108 036

126 088

126 776

166 204

VII

Leningen en effecten die tot einde looptijd worden aangehouden

7.8

833

2 819

3 295

3 217

VIII

Positieve waarde van derivaten

9.1

18 182

20 719

27 264

28 632

0

0

982

1659

7.9

701

757

769

778

worden aangehouden V

IX

Leningen en effecten aangewezen als gewaardeerd

Waarderingsverschillen van afdekking van het renterisico van een portefeuille

X

Investeringen in geassocieerde deelnemingen

XI

Materiële vaste activa

7.10

1 516

1 633

1 633

2 185

XII

Immateriële activa en goodwill

7.11

697

717

717

735

XIII

Belastingvorderingen

7.12 – 9.2

617

746

723

602

XIV

Overige activa

7.13 – 9.3

5 852

8 435

8 693

8 816

XV

Voor verkoop aangehouden vaste activa

7.14

64

22

22

36

350 710

388 787

404 637

508 761

Totaal van het actief * In overeenstemming met de IFRS-standaarden zoals goedgekeurd door de Europese Unie. De bijgevoegde toelichtingen van pagina 56 tot pagina 163 maken integraal deel uit van deze balans.

50

Zonder IAS 32&39 en IFRS 4* 1 jan. 2004 31 dec. 2004


Verplichtingen (in miljoenen EUR)

Toelichting


Met IAS 32&39 en IFRS 4* 1 jan. 2005 31 dec. 2005

I

Schulden aan kredietinstellingen

8.1

68 233

88 830

87 471

134 793

II

Leningen aan en deposito’s van cliënten

8.2

85 079

89 356

87 066

97 379

III

Voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen

8.3

5 514

2 088

2 069

3 813

IV

Verplichtingen aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde

8.4

0

0

12 209

18 022

V

Negatieve waarde van derivaten

9.1

20 061

24 353

35 991

37 652

0

0

1 152

966

VI


VII

Schuldpapier

8.5

136 466

145 369

144 164

175 685

VIII

Achtergestelde en converteerbare schulden

8.6

5 520

5 042

5 277

4 985

10 010

12 518

7 456

9 846

8.7

1 140

1 246

1 246

1 320

8.8 – 9.2

891

1 002

1 224

1 377

8.9

5 927

6 383

6 561

7 223

8.10

0

0

0

0

338 841

376 187

391 886

493 061

IX

Technische voorzieningen van verzekeringsmaatschappijen

X

Voorzieningen en andere verplichtingen

XI

Belastingverplichtingen

XII

Overige verplichtingen

XIII

Voor verkoop aangehouden langlopende verplichtingen

Totaal van de verplichtingen

Eigen vermogen (in miljoenen EUR)

Toelichting

XIV

Geplaatst kapitaal

9.7

XV

Uitgiftepremies

XVI

Ingekochte eigen aandelen

XVII

Reserves en overgedragen resultaat**

XVIII

Nettoresultaat van het boekjaar


Met IAS 32&39 en IFRS 4* 1 jan. 2005 31 dec. 2005

4 786

4 825

4 825

4 888

8 915

8 993

8 993

9 137

0

0

(584)

(356)

(2 320)

(3 421)

(2 740)

(4 219)

0

1 822

0

2 038

11 381

12 219

10 494

11 488

0

(103)

1 594

2 596

11 381

12 116

12 088

14 084

488

484

439

1 183

0

0

224

433

Totaal eigen vermogen

11 869

12 600

12 751

15 700

Totaal van het passief

350 710

388 787

404 637

508 761

Kern eigen vermogen XIX

Niet in resultatenrekening opgenomen winsten en verliezen

Eigen vermogen van de Groep XX

Minderheidsbelangen

XXI

Discretionaire-winstdelingselement van verzekeringscontracten

* In overeenstemming met de IFRS-standaarden zoals goedgekeurd door de Europese Unie. ** Voor de afsluitingen per 1 januari 2004 en 1 januari 2005 wordt het nettoresultaat van het boekjaar opgenomen in XVII. De bijgevoegde toelichtingen van pagina 56 tot pagina 163 maken integraal deel uit van deze balans.


51

Dexia – Geconsolideerde resultatenrekening

(in miljoenen EUR)

Toelichting

Zonder IAS 32&39 en IFRS 4* 31 dec. 2004

I

Renteopbrengsten

11.1

57 188

56 049

II

Rentekosten

11.1

(53 582)

(52 399)

III

Dividenden

11.2

94

129

IV

Nettoresultaat uit geassocieerde deelnemingen

11.3

65

89

V

Nettoresultaat uit handelsdoeleinden en afdekkingen

11.4

177

154

VI

Nettoresultaat uit beleggingen

11.5

307

502

VII

Ontvangen provisies

11.6

1 275

1 397

VIII

Betaalde provisies

11.6

(227)

(225)

11.7 – 9.3

290

208

11.8

36

72

5 623

5 976

11.9

(1 543)

(1 586)

11.10

(886)

(975)

(353)

(366)

(225)

(247)

(50)

(55)

Kosten

(3 057)

(3 229)


2 566

2 747

(226)

(52)

IX

Technische marge van de verzekeringsactiviteiten

X

Overige netto-opbrengsten Opbrengsten

XI

Personeelskosten

XII

Algemene- en administratiekosten

XIII

Vergoeding van het net

XIV

Afschrijvingen

XV

Geactiveerde acquisitiekosten

11.11

Met IAS 32&39 en IFRS 4* 31 dec. 2005

XVI

Bijzondere waardevermindering op leningen en voorzieningen voor kredietverbintenissen 11.12

XVII

Bijzondere waardevermindering op immateriële en materiële activa

11.13

(1)

0

XVIII

Bijzondere waardevermindering op goodwill

11.14

(19)

0

2 320

2 695

(429)

(602)

1 891

2 093

69

55

1 822

2 038

– gewoon

1,63

1,87

– verwaterd

1,62

1,85

Nettoresultaat voor belastingen XIX

Belastingen

11.15

Nettoresultaat Aandeel van minderheidsbelangen Aandeel van de Groep in EUR Resultaat per aandeel

11.16

* In overeenstemming met de IFRS-standaarden zoals goedgekeurd door de Europese Unie. De bijgevoegde toelichtingen van pagina 56 tot pagina 163 maken integraal deel uit van deze resultatenrekening.

52


Dexia – Geconsolideerde staat van de wijzigingen in eigen vermogen KERN EIGEN VERMOGEN

Geplaatst kapitaal

Uitgiftepremies

4 786

8 915

0

(3 760)

0

9 941

0

0

0

1 440

0

1 440

4 786

8 915

0

(2 320)

0

11 381

39

78

0

0

0

117

– Verkoop en vernietiging van ingekochte eigen aandelen

0

0

0

(523)

0

(523)

– Dividenden

0

0

0

(594)

0

(594)

(in miljoenen EUR) Bedrag op 31 december 2003 - Dexia GAAP Effect van eerste toepassing van de IFRS-regels Bedrag op 1 januari 2004

Eigen Reserves en Nettoresultaat aandelen overgedragen van het resultaat boekjaar

Kern eigen vermogen

Wijzigingen tijdens het boekjaar – Uitgifte van geplaatst kapitaal

– Op aandelen gebaseerde betalingen: toegekend aan het personeel 0

0

0

24

0

24

– Wijzigingen in de consolidatiekring

0

0

0

(8)

0

(8)

– Nettoresultaat van het boekjaar

0

0

0

0

1 822

1 822

4 825

8 993

0

(3 421)

1 822

12 219

Bedrag op 31 december 2004

NIET IN RESULTATENREKENING OPGENOMEN WINSTEN EN VERLIEZEN

Niet in resultatenrekening opgenomen winsten en verliezen financiële activa derivaten geassocieerde (1) (2) (BVV) (KSA) deelnemingen (BVV, KSA en GOV)

Gecumuleerde omrekeningsverschillen (GOV)

Niet in resultatenrekening opgenomen winsten en verliezen – Aandeel van de Groep

(in miljoenen EUR) Bedrag op 31 december 2003 – Dexia GAAP Effect van eerste toepassing van de IFRS-regels Bedrag op 1 januari 2004

0

0

0

(151)

(151)

0

0

0

151

151

0

0

0

0

0

0

0

0

(103)

(103)

0

0

0

(103)

(103)

Wijzigingen tijdens het boekjaar – Omrekeningsverschillen Bedrag op 31 december 2004

MINDERHEIDSBELANGEN (in miljoenen EUR)

Kern eigen vermogen

Bedrag op 31 december 2003 – Dexia GAAP Effect van eerste toepassing van de IFRS-regels Bedrag op 1 januari 2004

Niet in resultatenrekening opgenomen Minderheidswinsten en verliezen belangen

512

(27)

485

(24)

27

3

488

0

488

Wijzigingen tijdens het boekjaar – Uitgifte van geplaatst kapitaal

3

0

3

– Omrekeningsverschillen

0

(7)

(7)

(62)

0

(62)


(6)

0

(6)

– Nettoresultaat van het boekjaar

69

0

69

– Overige

(1)

0

(1)

491

(7)

484

– Dividenden

Bedrag op 31 december 2004 Kern eigen vermogen

12 219


(103)

Minderheidsbelangen

484

Totaal eigen vermogen op 31 december 2004

12 600

De bijgevoegde toelichtingen van pagina 56 tot pagina 163 maken integraal deel uit van deze staat. (1) BVV: Beschikbaar voor verkoop. (2) KSA: Kasstroomafdekking. Geconsolideerde jaarrekening

53

KERN EIGEN VERMOGEN

Geplaatst kapitaal

Uitgiftepremies

Eigen aandelen

Reserves en overgedragen resultaat


Kern eigen vermogen

4 825 0 0

8 993 0 0

0 0 (584)

(3 421) 1 822 (1 141)

1 822 (1 822) 0

12 219 0 (1 725)

4 825

8 993

(584)

(2 740)

0

10 494

63 0 0 0

144 0 0 0

0 (600) 828 0

(2) 0 (814) (677)

0 0 0 0

205 (600) 14 (677)

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

26 (10) (2) 0

0 0 0 2 038

26 (10) (2) 2 038

4 888

9 137

(356)

(4 219)

2 038

11 488

(in miljoenen EUR) Bedrag op 31 december 2004 – IFRS Overboeking van nettoresultaat naar reserves Effect van eerste toepassing van IAS 32&39 en IFRS 4 Bedrag op 1 januari 2005 Wijzigingen tijdens het boekjaar – Uitgifte van geplaatst kapitaal – Verwerven van ingekochte eigen aandelen – Verkoop en vernietiging van ingekochte eigen aandelen – Dividenden – Op aandelen gebaseerde betalingen: toegekend aan het personeel – Wijzigingen in de consolidatiekring – Overige wijzigingen – Nettoresultaat van het boekjaar Bedrag op 31 december 2005 NIET IN RESULTATENREKENING OPGENOMEN WINSTEN EN VERLIEZEN

Niet in resultatenrekening opgenomen winsten en verliezen financiële derivaten geassocieerde activa (KSA)(2) deelnemingen (BVV, KSA en GOV) (BVV)(1)

(in miljoenen EUR) Bedrag op 31 december 2004 Effect van eerste toepassing van IAS 32&39 en IFRS 4

0 1 770

0 (88)

0 4

(103) 11

(103) 1 697

Bedrag op 1 januari 2005 Wijzigingen tijdens het boekjaar – Netto wijzigingen in reële waarde via eigen vermogen – voor verkoop beschikbare financiële activa – Netto wijzigingen in reële waarde via eigen vermogen – kasstroomafdekkingen – Omrekeningsverschillen – Wijzigingen in de consolidatiekring – Terugname van waardeveranderingen in reële waarde te gevolge het niet langer opnemen van voor verkoop beschikbare financiële activa

1 770

(88)

4

(92)

1 594

991

0

3

0

994

29 (36)

(8) 0 0

0 0 0

0 169 0

(8) 198 (36)

(146)

0

0

0

(146)

2 608

(96)

7

77

2 596

Bedrag op 31 december 2005 MINDERHEIDSBELANGEN (in miljoenen EUR) Bedrag op 31 december 2004 – IFRS Effect van eerste toepassing van IAS 32&39 en IFRS 4

Kern eigen Niet in resultatenrekening vermogen opgenomen winsten en verliezen 491 (57)

(7) 12

Minderheidsbelangen


484 (45)

0 224

Bedrag op 1 januari 2005 434 5 439 Wijzigingen tijdens het boekjaar 717 0 717 – Kapitaalsverhoging(3) – Dividenden (25) 0 (25) – Nettoresultaat van het boekjaar 55 0 55 – Netto wijzigingen in reële waarde via eigen vermogen 0 36 36 – Omrekeningsverschillen 0 6 6 – Wijzigingen in de consolidatiekring (45) 0 (45) Bedrag op 31 december 2005 1 136 47 1 183 Kern eigen vermogen Niet in resultatenrekening opgenomen winsten en verliezen toe te kennen aan de aandeelhouders van de onderneming Minderheidsbelangen Discretionaire-winstdelingselement van verzekeringscontracten Totaal eigen vermogen op 31 december 2005 De bijgevoegde toelichtingen maken van pagina 56 tot pagina 163 integraal deel uit van deze staat. (1) BVV: Beschikbaar voor verkoop. (2) KSA: Kasstroomafdekking. (3) Uitgifte van twee perpetuele diep achtergestelde niet-cumulatieve obligaties voor 700 miljoen EUR.

54

Gecumuleerde Niet in resultaomrekeningstenrekening verschillen opgenomen (GOV) winsten en verliezen – Aandeel van de Groep


224 0 0 0 209 0 0 433 11 488 2 596 1 183 433 15 700

Dexia – Geconsolideerd kasstroomoverzicht 31 dec. 2004

31 dec. 2005

Nettoresultaat na belasting

1 891

2 093

Aanpassingen m.b.t.: – Waardevermindering, afschrijving en overige waardecorrecties – Waardevermindering op obligaties, aandelen, leningen en overige activa – Netto-opbrengsten uit investeringen – Kosten wegens voorzieningen – Niet gerealiseerde winsten of verliezen – Inkomsten uit geassocieerde deelnemingen – Dividenden uit geassocieerde deelnemingen – Uitgestelde belastingen – Overige aanpassingen (1) Kosten uit bedrijfsactiva en -verplichtingen

253 117 (246) 2 263 2 (67) 47 (37) 24 2 094

258 (44) (295) 2 945 (30) (89) 42 64 242 11 883

Netto kasstroom uit bedrijfsverrichtingen

6 341

17 069

Kasstroom uit investeringsverrichtingen Aankoop van vaste activa Verkoop van vaste activa Verwerving van niet geconsolideerde aandelen Verkoop niet geconsolideerde aandelen Verwerven van filialen Verkoop van filialen

(561) 195 (1 651) 1 421 (10) (230)

(625) 115 (1 415) 1 341 (70) 21

(836)

(633)

120 24 (400) (694) 3 (656)

933 7 (328) (600) 4 (703)

Netto kasstroom uit financieringsverrichtingen

(1 603)

(687)

Netto kasstroom

3 902

15 749

24 066 6 341 (836) (1 603) (17)

27 956 17 069 (633) (687) 92

27 951

43 797

(298) 140 55 952 (52 704)

(513) 171 54 174 (51 284)

(in miljoenen EUR) Kasstroom uit bedrijfsverrichtingen

Netto kasstroom uit investeringsverrichtingen Kasstroom uit financieringsverrichtingen Uitgifte van nieuwe aandelen (2) Uitgifte van achtergestelde en converteerbare schulden Terugbetaling van achtergestelde en converteerbare schulden Aankoop van eigen aandelen Verkoop van eigen aandelen Betaalde dividenden

Geldmiddelen en equivalenten bij het begin van het boekjaar Kasstroom uit bedrijfsverrichtingen Kasstroom uit investeringsverrichtingen Kasstroom uit financieringsverrichtingen Impact tengevolge wijzigingen van wisselkoersen en consolidatiekring op geldmiddelen en equivalenten Geldmiddelen en equivalenten op het einde van het boekjaar Bijkomende informatie Betaalde inkomstenbelasting Ontvangen dividenden Ontvangen intresten Betaalde intresten

(1) Omvat 218 miljoen EUR betaald door Aegon in 2005. (2) Uitgifte van twee perpetuele diep achtergestelde niet-cumulatieve obligaties zijn opgenomen in de minderheidsbelangen voor een bedrag van 700 miljoen EUR. Commentaren bij de reconciliatie met publicatie volgens Dexia GAAP: Dexia heeft beslist volgende verrichtingen als financieringsverrichtingen te kwalificeren m.b.t. kern eigen vermogen, eigen aandelen en overige bestanddelen die in aanmerking komen als gereglementeerd kapitaal, terwijl investeringsverrichtingen beperkt zijn tot immaterieel en materieel actief en verrichtingen op aandelen beschikbaar voor verkoop (al dan niet geconsolideerd). Financieringsverrichtingen omvatten zowel groepskasstromen als kasstromen die toebehoren aan minderheidsbelangen. Er wordt geen opsplitsing gemaakt tussen groep en minderheidsbelangen. De voornaamste verschillen in de opmaak van het kasstroomoverzicht onder EU GAAP en Dexia GAAP zijn het resultaat van de volgende elementen: – aan- en verkopen van obligaties worden niet langer beschouwd als investeringsverrichtingen maar worden opgenomen onder de bedrijfsverrichtingen; – geldmiddelen en equivalenten geven de lopende activa weer (met uitzondering van deze aangehouden tot vervaldag) met een resterende looptijd van minder dan 3 maand; onder Dexia GAAP bestonden equivalenten uit korte termijn activa en verplichtingen met kredietinstellingen en bij de centrale bank herfinancierbaar overheidspapier. De bijgevoegde toelichtingen van pagina 56 tot pagina 163 maken integraal deel uit van deze staat. Geconsolideerde jaarrekening

55

Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening 1. Boekhoudprincipes en waarderingsregels voor geconsolideerde jaarrekeningen. . . . . . . . . . . . . . . . . 57 2. Voornaamste wijzigingen in de consolidatiekring en de lijst van de dochterondernemingen, de gemeenschappelijke dochterondernemingen en de geassocieerde deelnemingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 3. Rapportering per bedrijfssegment en per geografisch segment . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89 4. Belangrijke bestanddelen die deel uitmaken van het nettoresultaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 5. Gebeurtenissen na balansdatum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 6. Gerechtelijke procedures . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 7. Toelichtingen bij het actief van de geconsolideerde balans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93 7.1. Geldmiddelen en equivalenten 7.2. Kas en tegoeden bij centrale banken 7.3. Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen 7.4. Leningen en voorschotten aan cliënten 7.5. Leningen en effecten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden 7.6. Leningen en effecten aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde 7.7. Leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn 7.8. Leningen en effecten die tot einde looptijd worden aangehouden 7.9. Investeringen in geassocieerde deelnemingen 7.10. Materiële vaste activa 7.11. Immateriële activa en goodwill 7.12. Belastingvorderingen 7.13. Overige activa 7.14. Voor verkoop aangehouden vaste activa 7.15. Leasing 7.16. Kwaliteit van financiële activa

8. Toelichtingen bij het passief van de geconsolideerde balans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108 8.1. Schulden aan kredietinstellingen 8.2. Leningen aan en deposito’s van cliënten 8.3. Voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen 8.4. Verplichtingen aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde 8.5. Schuldpapier 8.6. Achtergestelde en converteerbare schulden 8.7. Voorzieningen en andere verplichtingen 8.8. Belastingverplichtingen 8.9. Overige verplichtingen 8.10. Voor verkoop aangehouden langlopende verplichtingen

10. Toelichting bij geconsolideerde buitenbalansposten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 132 10.1. Handel volgens standaardmarktconventies 10.2. Waarborgen 10.3. Kredietlijnen 10.4. Andere verbintenissen

11. Toelichting bij de geconsolideerde resultatenrekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133 11.1. Renteopbrengsten – rentekosten 11.2. Dividenden 11.3. Nettoresultaat uit geassocieerde deelnemingen 11.4. Nettoresultaat uit handelsdoeleinden en afdekkingen 11.5. Nettoresultaat uit beleggingen 11.6. Ontvangen en betaalde provisies 11.7. Technische marge van de verzekeringsactiviteit 11.8. Overige netto-opbrengsten 11.9. Personeelskosten 11.10. Algemene- en administratieve kosten 11.11. Afschrijvingen 11.12. Bijzondere waardeverminderingen op leningen en voorzieningen voor kredietverplichtingen 11.13. Bijzondere waardeverminderingen op materiële en immateriële activa 11.14. Bijzondere waardevermindering op goodwill 11.15. Belastingen 11.16. Winsten per aandeel

12. Toelichtingen met betrekking tot het risicobeheer . . . 142 12.1. Reële waarde 12.2. Kredietrisico’s – Uitstaande bedragen 12.3. Verstrekte zekerheden 12.4. Renteherzieningsrisico: uitsplitsing volgens resterende looptijd tot de volgende rentevoetbepaling 12.5. Rentegevoeligheidsrisico 12.6. Gevoeligheid beursgenoteerde aandelen 12.7. Liquiditeitsrisico: uitsplitsing volgens resterende looptijd 12.8. Valutarisico 12.9. Verzekeringsrisico’s 12.10. Uitsplitsing naar risicogewogen activa

Reconciliatie vereist voor de eerste toepassing van IFRS (Dexia GAAP naar EU GAAP) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150 (A) Reconciliatie van de activa per 1 januari 2004 (B) Reconciliatie van de verplichtingen en het eigen vermogen per 1 januari 2004 (C) Reconciliatie resultatenrekening per 31 december 2004 (D) Reconciliatie van het nettoresultaat – Aandeel van de Groep per 31 december 2004 (E) Reconciliatie van het eigen vermogen per 1 januari en 31 december 2004

9. Andere toelichtingen bij de geconsolideerde balans . . . 118 9.1. Derivaten 9.2. Uitgestelde belastingen 9.3. Verzekeringscontracten 9.4. Transacties met verbonden partijen 9.5. Effectisering 9.6. Overnames en overdrachten 9.7. Eigen vermogen 9.8. Op aandelen gebaseerde betalingen 9.9. In eigen vermogen gepresenteerde minderheidsbelangen 9.10. Bijdrage volgens activiteit 9.11. Wisselkoersen

56


Impact van de eerste toepassing van IAS 32&39 en IFRS 4 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159 (F) Reconciliatie van het actief per 1 januari 2005 (G) Reconciliatie van de verplichtingen en eigen vermogen per 1 januari 2005 (H) Reconciliatie van het eigen vermogen per 1 januari 2005

Verslag van het college van commissarissen over de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2005 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164

1 Boekhoudprincipes en waarderingsregels voor geconsolideerde jaarrekeningen Deze jaarrekeningen omvatten de bekendmakingen die vereist zijn op basis van de European Accounting Regulation die werd gepubliceerd tot 31 december 2005. Aanvullende grondslagen voor financiële verslaggeving en bekendmakingen kunnen vereist zijn om te beantwoorden aan de plaatselijke wetgeving, boekhoudnormen en beursreglementen.

Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening . . . . . . . . . 58 1. Grondslagen voor financiële verslaggeving 58 1.1. Conformiteitsverklaring 58 1.2. Wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving sinds de vorige jaarlijkse publicatie die een invloed kunnen hebben op de groep Dexia 58 1.2.1. Nieuwe IFRS-normen, IFRIC-interpretaties en wijzigingen 58 1.2.2. Door de Europese Commissie bekrachtigde IASBen IFRIC-teksten 58 1.3. Consolidatie 59 1.3.1. Bedrijfscombinaties 59 1.3.2. Dochterondernemingen 59 1.3.3. Belangen in joint ventures 59 1.3.4. Geassocieerde deelnemingen 59 1.4. Saldering van financiële activa en financiële verplichtingen 59 1.5. Omrekening van vreemde valuta en transacties in vreemde valuta 59 1.5.1. Omrekening van vreemde valuta 59 1.5.2. Transacties in vreemde munten 59 1.6. Boekhoudkundige verwerking op basis van de transactiedatum en de afwikkelingsdatum 60 1.7. Gerealiseerde meer- en minwaarden op de verkoop van financiële activa 60 1.8. Waardeverminderingen op financiële activa 60 1.9. Renteopbrengsten en -kosten 61 1.10. Opbrengsten en uitgaven uit provisies 61 1.11. Verzekerings- en herverzekeringsactiviteiten 61 1.11.1. Verzekeringen 61 1.11.2. Herverzekering 63 1.12. Vergoeding van het net 63 1.13. Geactiveerde acquisitiekosten 63 1.14. Door banken en cliënten verschuldigde leningen en voorschotten 63 1.15. Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa of financiële verplichtingen en financiële activa of verplichtingen geboekt tegen reële waarde via resultatenrekening 64 1.15.1. Leningen en effecten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden 64 1.15.2. Voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen 64 1.15.3. Leningen en effecten aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde via resultatenrekening 64 1.15.4. Verplichtingen aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde via resultatenrekening 64 1.16. Voor verkoop beschikbare en tot einde looptijd aangehouden leningen en effecten 64 1.17. Positieve/negatieve waarde van derivaten 64 1.18. Derivaten als afdekkingsinstrumenten 65 1.19. Afdekking van het renterisico van een portefeuille 65 1.20. Materiële vaste activa 66 1.21. Immateriële activa 66 1.22. Goodwill 66 1.22.1. Positieve goodwill 66 1.22.2. Bijzondere waardevermindering op goodwill 67

1.23. Overige activa 1.24. Lease-overeenkomsten 1.24.1. Een Dexia-vennootschap is de leasingnemer 1.24.2. Een Dexia-vennootschap is de leasinggever 1.25. Verkoop- en terugkoopovereenkomsten en effectenleningen 1.26. Ontleningen 1.27. Uitgestelde winstbelasting op de winst 1.28. Personeelsbeloningen 1.28.1. Pensioenregelingen 1.28.2. Andere verplichtingen na pensionering 1.28.3. Andere langetermijnpersoneelsbeloningen 1.28.4. Ontslagvergoedingen 1.28.5. Op aandelen gebaseerde betalingen 1.28.6. Aanspraken van werknemers 1.29. Voorzieningen voor risico’s en kosten 1.30. Aandelenkapitaal en eigen aandelen 1.30.1. Kosten voor de uitgifte van aandelen 1.30.2. Dividenden op gewone aandelen 1.30.3. Preferente aandelen 1.30.4. Ingekochte eigen aandelen 1.30.5. Verzekeringen met een discretionairwinstdelingselement 1.31. Fiduciaire activiteiten 1.32. Reële waarde van financiële instrumenten 1.33. Geldmiddelen en equivalenten 1.34. Winst per aandeel 2. Transacties met verbonden partijen 3. Segmentrapportering 3.1. Bedrijfssegmenten (primaire segmentatiebasis) 3.2. Geografische segmenten (secundaire segmentatiebasis) 4. Effect van wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving als gevolg van eerste toepassing van IFRS 4.1. Data van de eerste toepassing 4.2. Voorstelling 4.3. Analyse van IFRS 1-opties 4.3.1. Bedrijfscombinatie 4.3.2. Personeelsbeloningen 4.3.3. Cumulatieve omrekeningsverschillen 4.3.4. Op aandelen gebaseerde betalingen 5. Beleid inzake risicobeheer en afdekkingsactiviteiten 5.1. Marktrisico 5.1.1. Overzicht 5.1.2. Renterisico 5.1.3. Muntrisico 5.1.4. Aandelenrisico 5.1.5. Emittentenrisico 5.2. Kredietrisico 5.3. Liquiditeitsrisico 5.4. Kapitaaltoereikendheid 5.4.1. Kapitaaltoereikendheid tot 31 december 2004 5.4.2. Kapitaaltoereikendheid sinds 1 januari 2005


67 67 67 67 67 67 67 68 68 68 68 68 68 69 69 69 69 69 69 69 69 69 69 70 70 70 70 70 71 71 71 71 71 71 71 71 71 71 71 71 72 72 72 72 72 73 74 74 74

57

Algemene informatie Dexia verleent financiële diensten aan de lokale openbare sector, particuliere en private bankdiensten, vermogensbeheer- en verzekeringsdiensten in verscheidene regio’s van de wereld, maar voornamelijk in Europa en de Verenigde Staten. De moedermaatschappij van de groep Dexia is een naamloze vennootschap opgericht en gedomicilieerd in België. Het adres van de hoofdzetel is: de Meeûssquare 1 – B-1000 Brussel (België). Dexia staat genoteerd op Euronext in Parijs en in Brussel en op de Luxemburgse beurs. Deze jaarrekening werd op 2 maart 2006 door de raad van bestuur goedgekeurd voor publicatie en werd namens de raad van bestuur ondertekend door Axel Miller, voorzitter van de raad van bestuur en CEO, en door Rembert von Lowis, lid van de raad van bestuur.

Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening De voornaamste grondslagen voor de financiële verslaggeving die bij de opstelling van deze geconsolideerde jaarrekening zijn toegepast, worden hieronder toegelicht. Daarbij worden de volgende afkortingen gebruikt: IFRIC: International Financial Reporting Interpretations Committee ARC: Accounting Regulatory Committee EFRAG: European Financial Reporting Advisory Group EU GAAP: International Financial Reporting Standards zoals goedgekeurd door de EU IFRS: International Financial Reporting Standards

Dexia heeft besloten om IAS 32&39 en IFRS 4 vanaf 1 januari 2005 toe te passen, zonder de vergelijkende informatie over 2004 aan te passen zoals toegestaan door IFRS 1. Bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening dient het management ramingen en veronderstellingen te hanteren die de gerapporteerde bedragen beïnvloeden. Hoewel het management van oordeel is dat zij bij het opstellen van die ramingen alle beschikbare informatie in overweging heeft genomen, zouden de werkelijke resultaten kunnen afwijken van die ramingen en zouden de verschillen aanzienlijk kunnen zijn voor de jaarrekening. Tenzij anders vermeld wordt, zijn de bedragen in de geconsolideerde jaarrekening uitgedrukt in miljoenen euro (EUR). 1.2. Wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving sinds de vorige jaarlijkse publicatie die een invloed kunnen hebben op de groep Dexia 1.2.1. Nieuwe IFRS-normen, IFRIC-interpretaties en wijzigingen De IASB publiceerde in 2005 vier aanpassingen en een nieuwe IFRS: - Kasstroomafdekking van een toekomstige transactie binnen de Groep (april 2005) – toepassing vanaf 1 januari 2005 - De reële waarde keuze – FVO (juni 2005) – toepassing vanaf 1 januari 2006 - Aanpassing aan IAS 1: Toelichtingen bij het eigen vermogen (augustus 2005) – toepassing vanaf 1 januari 2007

IASB: International Accounting Standards Board

- Aanpassing aan IAS 39 en IFRS 4: Financiële-waarborgcontracten (augustus 2005) – toepassing vanaf 1 januari 2006

1. Grondslagen voor financiële verslaggeving

- IFRS 7: Financiële instrumenten: toelichtingen (augustus 2005) – toepassing vanaf 1 januari 2007.

1.1. Conformiteitsverklaring De geconsolideerde jaarrekening van Dexia is opgesteld in overeenstemming met de door de EU bekrachtigde IFRS-standaarden. De Europese Commissie (EC) publiceerde op 19 juli 2002 Verordening EG 1606/2002, die beursgenoteerde groepen verplicht om IFRS toe te passen vanaf 1 januari 2005. Deze verordening werd verscheidene keren geactualiseerd sinds 2002, ter bekrachtiging van de diverse teksten die werden gepubliceerd door de IASB, met de uitzondering van bepaalde regels die vervat zijn in IAS 39. De Europese Commissie schrapte een aantal paragrafen van IAS 39 om Europese ondernemingen in staat te stellen in hun geconsolideerde jaarrekening hun economische afdekkingen weer te geven die zij toepassen bij het beheren van hun renterisico.

Zoals is toegestaan past Dexia de eerste twee aanpassingen aan IAS 39 in 2005 en de nieuwe vereisten van IAS 1 en IFRS 7 pas vanaf 1 januari 2007 toe. Dexia verstrekt echter nu al informatie over het eigen vermogen en zal de meeste vereisten van IFRS 7 al verwerken in zijn jaarrekening, maar niet allemaal. Dexia analyseert de voorwaarden en impact van de implementatie van de aanpassingen aangaande de financiële-waarborgcontracten, en voornamelijk de verschillen tussen US GAAP en IFRS voor Financial Security Assurance (FSA), zijn dochteronderneming die actief is op het gebied van credit enhancement in de Verenigde Staten van Amerika. Dexia verwacht niet dat die nieuwe aanpassing een significante impact zal hebben op de financiële situatie van de Groep.

Bijgevolg is de jaarrekening van Dexia opgesteld in overeenstemming met alle IFRS-standaarden die werden goedgekeurd door de EU en die per 31 december 2005 door de EC waren gepubliceerd en bekrachtigd, met inbegrip van de voorwaarden voor de toepassing van transacties tot afdekking van het renterisico van een portefeuille en de mogelijkheid om “core deposits” af te dekken. De jaarrekening van Dexia kan dus niet worden beschreven als zijnde in overeenstemming met de IFRS in de zin van IAS 1.

1.2.2. Door de Europese Commissie bekrachtigde IASBen IFRIC-teksten

Dexia past de nieuwe grondslagen voor financiële verslaggeving sinds 1 januari 2005 toe, en heeft bijgevolg zijn voorheen gerapporteerde geconsolideerde jaarrekening van 2004 aangepast. De effecten van de toepassing van de IFRS staan beschreven in alinea 4 “Gevolgen van wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving”.

- drie aanpassingen aan IAS 39: Opname van winsten op dag 1, Kasstroomafdekking van toekomstige wederzijdse verrichtingen en keuzemogelijkheid voor reële waarde;

58


De Europese Commissie bekrachtigde in 2005 IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen en diverse aanpassingen aan bestaande normen en interpretaties: - een aanpassing aan de eerste toepassing van International Financial Reporting Standards in het kader van IFRS 1;

- een aanpassing aan SIC 12 Consolidatie – Special Purposeentiteiten.

1.3. Consolidatie 1.3.1. Bedrijfscombinaties Dexia past IFRS 3 toe sinds 1 januari 2004. Dexia heeft de vrijstelling van IFRS 1 toegepast en heeft de boekhoudkundige verwerking van bedrijfscombinaties daterend van vóór 1 januari 2004 niet aangepast. 1.3.2. Dochterondernemingen De geconsolideerde jaarrekening omvat de jaarrekening van de moedermaatschappij en de jaarrekeningen van haar dochterondernemingen en voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten (Special Purpose Entities, of SPE’s). Dochterondernemingen en SPE’s zijn entiteiten waarin Dexia rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap uitoefent over het financieel en het operationeel beleid. Dochterondernemingen worden geconsolideerd vanaf de datum waarop de feitelijke zeggenschap aan Dexia wordt overgedragen, en worden niet langer geconsolideerd vanaf de datum waarop Dexia haar zeggenschap verliest. Intragroep transacties en -saldi, nietgerealiseerde winsten en verliezen op transacties tussen ondernemingen van Dexia werden geëlimineerd. Intragroepsverliezen kunnen een aanwijzing vormen voor een bijzondere waardevermindering die in de geconsolideerde jaarrekening moet worden geboekt. Waar nodig zijn de waarderingsregels van de dochterondernemingen gewijzigd teneinde consistentie met deze van Dexia te verzekeren. Het eigen vermogen en het nettoresultaat die toegewezen kunnen worden aan minderheidsbelangen, worden afzonderlijk vermeld, respectievelijk in de balans en in de resultatenrekening. 1.3.3. Belangen in joint ventures Een joint venture is een contractuele afspraak waarbij twee of meer partijen een economische activiteit aangaan waarover zij gezamenlijk zeggenschap hebben. Joint ventures worden boekhoudkundig verwerkt volgens de methode van de proportionele consolidatie. In de jaarrekening worden joint ventures geïntegreerd doordat hun aandeel in de activa, verplichtingen, opbrengsten en kosten rubriek per rubriek worden gecombineerd. De verwerkingswijze die wordt toegepast bij de consolidatie van dochterondernemingen wordt eveneens toegepast bij de consolidatie van intragroep transacties. Waar nodig zijn de waarderingsregels van de belangen in joint ventures gewijzigd teneinde consistentie met deze van Dexia te verzekeren. 1.3.4 Geassocieerde deelnemingen Investeringen in geassocieerde deelnemingen worden administratief verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode. Geassocieerde deelnemingen zijn investeringen waarin Dexia een invloed van betekenis heeft, maar geen zeggenschap over uitoefent. Dit is gewoonlijk het geval wanneer Dexia tussen 20 % en 50 % van de stemrechten bezit. De participatie in het nettoresultaat van het boekjaar wordt geboekt als opbrengsten uit geassocieerde deelnemingen, de investering wordt in de balans geboekt voor een bedrag dat het aandeel in de nettoactiva, inclusief netto goodwill, weerspiegelt. Niet-gerealiseerde winsten uit transacties tussen Dexia en haar investering verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode worden geëlimineerd ten belope van Dexia’s belang in de deelneming. Nietgerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij uit de transactie een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief blijkt. De boekhoudkundige verwerking volgens de vermogensmutatiemethode wordt beëindigd wanneer de boekwaarde van

de investering herleid is tot nul, tenzij Dexia verplichtingen heeft aangegaan met betrekking tot de betreffende deelnemingen. Waar nodig zijn de waarderingsregels van de geassocieerde deelnemingen gewijzigd teneinde consistentie met deze van Dexia te verzekeren. 1.4. Saldering van financiële activa en financiële verplichtingen Financiële activa en verplichtingen worden gesaldeerd en het nettobedrag wordt in de balans gerapporteerd wanneer er een in rechte afdwingbaar recht bestaat om de geboekte bedragen te salderen en er een intentie is om verwachte toekomstige kasstromen op nettobasis af te wikkelen of om het actief te realiseren op hetzelfde moment dat de verplichting wordt afgewikkeld. Activa worden voorgesteld na aftrek van eventuele waardecorrecties voor bijzondere waardevermindering. 1.5. Omrekening van vreemde valuta en transacties in vreemde valuta De bedragen in de geconsolideerde jaarrekening zijn uitgedrukt in EUR (functionele en presentatievaluta), de valuta waarin de statuten van Dexia zijn opgesteld. 1.5.1. Omrekening van vreemde valuta Bij consolidatie worden de resultatenrekening en de kasstroomoverzichten van buitenlandse entiteiten waarvan de functionele valuta verschilt van de presentatievaluta van Dexia omgerekend in de presentatievaluta van Dexia (EUR) tegen de gemiddelde wisselkoersen over het jaar of de periode, en worden hun activa en verplichtingen omgerekend tegen de respectieve wisselkoersen die golden aan het einde van het jaar of kwartaal. Koersverschillen die ontstaan uit de omrekening van de netto-investering in buitenlandse activiteiten en van ontleningen en andere valuta-instrumenten die als afdekkingen van dergelijke investeringen zijn aangewezen, worden geboekt als een gecumuleerd omrekeningsverschil binnen het eigen vermogen. Wanneer een buitenlandse entiteit wordt afgestoten, worden dergelijke valutakoersverschillen in de resultatenrekening geboekt als deel van de winst of het verlies op de verkoop. Goodwill en aanpassingen naar de reële waarde die voortvloeien uit de overname van een buitenlandse entiteit worden behandeld als activa en verplichtingen van de buitenlandse entiteit en worden omgerekend tegen de slotkoers. Dexia heeft gekozen voor de optie die werd toegestaan onder IFRS 1 om zijn gecumuleerde omrekeningsverschillen weer op nul te zetten op 1 januari 2004. Dit omvat het gecumuleerde omrekeningsverschil van het eigen vermogen van dochterondernemingen en ook de gecumuleerde afdekking van de positie op 1 januari 2004. De goodwill die werd opgetekend vóór 1 januari 2004 is uitgedrukt in de consolidatiemunt (EUR). De goodwill die reeds bestond op 1 januari 2004 zal in euro uitgedrukt blijven, terwijl nieuwe goodwill zal worden geboekt in de munt van de overgenomen entiteit. 1.5.2. Transacties in vreemde munten Voor individuele Dexia-entiteiten worden transacties in vreemde munten boekhoudkundig verwerkt aan de hand van een benaderende wisselkoers die geldt op de transactiedatum. Aan het einde van het jaar uitstaande saldi in vreemde valuta worden omgerekend tegen de wisselkoersen die gelden aan het einde van het jaar voor monetaire rubrieken en niet-monetaire rubrieken die tegen reële waarde worden


59

geboekt. Voor niet-monetaire rubrieken die tegen kostprijs worden geboekt, worden de in het verleden geldende koersen gebruikt. De hieruit voortvloeiende valutakoersverschillen van monetaire rubrieken worden in de geconsolideerde resultatenrekening geboekt; voor nietmonetaire rubrieken die tegen reële waarde worden geboekt, volgen de valutakoersverschillen dezelfde boekhoudkundige verwerkingswijze als voor aanpassingen naar de reële waarde. 1.6. Boekhoudkundige verwerking op basis van de transactiedatum en de afwikkelingsdatum

- Specifieke waardeverminderingen – Het bedrag van de waardevermindering voor specifiek geïdentificeerde activa is het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde, zijnde de contante waarde van de verwachte kasstromen, inclusief de realiseerbare waarde van waarborgen en zekerheden, die wordt gedisconteerd op basis van de effectieve rentevoet op het moment waarop de waardevermindering zich voordoet. Activa met kleine saldi (inclusief leningen aan particulieren) met vergelijkbare risicokenmerken worden in die waardering doorgaans samengevoegd.

Alle aankoop- of verkoopverrichtingen volgens standaardmarktconventies van financiële instrumenten worden opgenomen of niet langer opgenomen op de afwikkelingsdatum, d.i. de datum van de levering aan of door Dexia. Uitzonderingen hierop zijn financiële instrumenten tegen de reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening die opgenomen of niet langer opgenomen worden op de transactiedatum. Voor financiële instrumenten die tegen reële waarde worden gewaardeerd, erkent Dexia vanaf de transactiedatum alle niet-gerealiseerde meer- of minderwaarden die voortvloeien uit de herwaardering. Die niet-gerealiseerde meer- en minderwaarden worden in de resultatenrekening geboekt, tenzij de transacties werden toegewezen aan kasstroomafdekkingsrelaties of verband houden met een voor verkoop beschikbare actief.

- Collectieve waardeverminderingen – Waardeverminderingsverliezen omvatten opgetreden verliezen voor dewelke er geen specifieke waardeverminderingen zijn maar waarbij er objectief bewijs bestaat dat er verliezen zijn in segmenten van de portefeuille of andere met verstrekte leningen verband houdende verbintenissen op de balansdatum. Deze werden geraamd op basis van in het verleden vastgestelde patronen van verliezen in elk segment, de aan de kredietnemers toegekende kredietratings en het huidig economisch klimaat waarin de kredietnemers actief zijn. Daartoe ontwikkelt Dexia kredietrisicomodellen op basis van een benadering die toepasselijke “default probability” (kans dat een tegenpartij in gebreke blijft) en informatie over de “loss given default” (de omvang van het verlies als de tegenpartij in gebreke blijft) combineert en die onderworpen zijn aan een geregelde back-testing en die gebaseerd zijn op de gegevens en de risicomodellen van Basel II.

1.7. Gerealiseerde meer- en minderwaarden op de verkoop van financiële activa

- Landenrisicocomponent – Opgenomen in specifieke en collectieve waardeverminderingen.

Voor financiële activa die niet via de resultatenrekening worden geherwaardeerd, is bij het niet langer opnemen in de balans de gerealiseerde meer- of minderwaarde het verschil tussen de ontvangen opbrengst (na aftrek van transactiekosten) en de kostprijs of geamortiseerde kostprijs van de investering.

Wanneer het management oordeelt dat een actief oninbaar is, wordt het afgeschreven tegen de daarmee verband houdende waardevermindering. Later geïnde bedragen worden geboekt in de resultatenrekening onder de rubriek “Bijzondere waardeverminderingen op leningen en voorzieningen voor kredietverbintenissen”. Als het bedrag van de waardevermindering daarna afneemt als gevolg van een gebeurtenis die zich voordoet na de afboeking van de aanvankelijke waardevermindering, wordt de terugname van de waardevermindering gecrediteerd bij de rubriek “Bijzondere waardeverminderingen op leningen en voorzieningen voor kredietverbintenissen”.

1.8. Waardeverminderingen op financiële activa Dexia boekt waardecorrecties op waardeverminderingen wanneer er objectief bewijs bestaat dat er op een financieel actief of een geheel van financiële waarden een waardevermindering werd geboekt, conform IAS 39 § 58-70. De waardeverminderingen zijn de best mogelijke ramingen door het management van de opgetreden verliezen op elke balansdatum. Een rentedragend financieel actief heeft een bijzondere waardevermindering ondergaan als zijn boekwaarde groter is dan zijn geschatte realiseerbare waarde. Het bedrag van de bijzondere waardevermindering voor activa die tegen geamortiseerde kostprijs worden geboekt, wordt berekend als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de contante waarde van verwachte toekomstige kasstromen gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rente van het financieel instrument of de huidige effectieve rentevoet die contractueel bepaald is voor niet-vastrentende instrumenten. De realiseerbare waarde van een instrument dat tegen reële waarde wordt gewaardeerd is de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen die worden gedisconteerd tegen de actuele marktrente voor een soortgelijk financieel actief. Waardecorrecties voor bijzondere waardeverminderingsverliezen worden geboekt op activa opgenomen in de rubriek “Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen”, “Leningen en voorschotten aan cliënten” en “Leningen en effecten die tot einde looptijd worden aangehouden”, en wel als volgt:

60


Voor verkoop beschikbare activa zijn alleen onderworpen aan de specifieke waardeverminderingen. Voor verkoop beschikbare beursgenoteerde eigen-vermogens-instrumenten worden gewaardeerd tegen hun marktprijs waarbij een winst of een verlies direct in het eigen vermogen verwerkt wordt tenzij in geval van een waardevermindering die via de resultatenrekening verwerkt wordt. Dexia analyseert alle eigen-vermogensinstrumenten waarvan de beurskoers in de loop van een kwartaal met meer dan 25 % is gedaald of wanneer een risico door het management wordt vastgesteld en baseert haar beslissing om over te gaan tot een waardevermindering op de realiseerbare waarde. Een langdurige daling van de reële waarde tot onder de kostprijs vormt ook een objectieve aanwijzing voor een waardevermindering. Waardeverminderingen op aandelen kunnen niet in resultatenrekening worden teruggeboekt wanneer de beurskoersen zich later herstellen. Terugname van waardeverminderingen op schuldeffecten worden geval per geval behandeld rekening houdend met de standaard. Wanneer voor verkoop beschikbare effecten een waardevermindering hebben ondergaan, worden de daarmee verband houdende gecumuleerde aanpassingen naar de reële waarde in de resultatenrekening opgenomen als “Nettoresultaat uit beleggingen”.

Waardeverminderingen op leningen die zijn opgenomen in de categorie “voor verkoop beschikbare leningen” worden gerapporteerd onder de rubriek “Bijzondere waardeverminderingen op leningen en voorzieningen voor kredietverbintenissen”. 1.9. Renteopbrengsten en -kosten Renteopbrengsten en -kosten worden voor alle rentedragende instrumenten in de resultatenrekening geboekt volgens het toerekeningsbeginsel met behulp van de effectieve-rentemethode gebaseerd op de werkelijke aankoopprijs (inclusief transactiekosten). Transactiekosten zijn extra kosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van een financieel actief of verplichting, en worden gebruikt voor de berekening in het kader van de effectieve-rentemethode. Marginale kosten zijn kosten die niet zouden zijn gemaakt indien de entiteit het financieel instrument niet had verworven. De gelopen rente wordt in de balans gerapporteerd op dezelfde rubriek als het daarmee verband houdende financieel actief of de daarmee verband houdende financiële verplichting. Nadat een financieel actief is afgeschreven tot zijn geschatte realiseerbare waarde, worden renteopbrengsten geboekt tegen de rentevoet op basis waarvan de toekomstige kasstromen zijn gedisconteerd voor het bepalen van de realiseerbare waarde. 1.10. Opbrengsten en uitgaven uit provisies Provisies worden geboekt in overeenstemming met IAS 18. Conform deze norm wordt het merendeel van de provisies die voortvloeien uit de activiteiten van Dexia, geboekt volgens het toerekeningsbeginsel over de looptijd van de onderliggende transactie. Belangrijke items, zoals commissies en honoraria die voortvloeien uit het onderhandelen of het deelnemen aan het onderhandelen over een transactie voor een derde (bv. de negociatie voor het verwerven van leningen, aandelen of andere effecten of de aankoop of verkoop van bedrijven), worden geboekt op basis van het stadium van voltooiing van de onderliggende transactie wanneer de onderliggende transactie is voltooid. Voor vermogensbeheeractiviteiten bestaan de opbrengsten voornamelijk uit beheersen administratievergoedingen voor beveks en beleggingsfondsen. Opbrengsten uit vermogensbeheer worden geboekt als verdiend wanneer de dienst wordt verstrekt. Prestatievergoedingen worden geboekt wanneer ze definitief zijn verworven. Vergoedingen voor de beschikbaarstelling van kredieten worden als deel van de effectieve rentevoet geboekt als het krediet wordt toegekend, en worden als opbrengsten geboekt bij het aflopen als geen krediet wordt toegekend. Wanneer de onderliggende transactie binnen het toepassingsgebied van IAS 39 valt, wordt de provisie die betrekking heeft op de transactie geboekt overeenkomstig de IFRS op basis van de datum waarop IAS 39 door Dexia voor het eerst werd toegepast, namelijk 1 januari 2005.

verzekeringscontract onder IFRS 4. Algemene voorzieningen, met inbegrip van catastrofe- en egalisatiereserves werden met ingang van 1 januari 2005 niet meer op de balans erkend. Dexia past IFRS 4 toe vanaf 1 januari 2005 om in overeenstemming te zijn met zijn invoeringsdatum voor IAS 32&39. IFRS 4 biedt de mogelijkheid om zijn verzekeringscontracten te boeken onder de lokale GAAP als zij als dusdanig onder IFRS 4 kunnen bestempeld zijn. Daarom heeft Dexia dan ook besloten om de lokale grondslagen van financiële verslaggeving toe te passen voor het waarderen van de technische voorzieningen van de contracten die onder IFRS 4 vallen en de beleggingsovereenkomsten met zogenoemde Discretionary Participation Features (discretionaire-winstdelingselement). Dexia heeft besloten om de in verband met verzekeringsactiviteiten ontvangen en betaalde bedragen netto op te nemen op een afzonderlijke regel in de geconsolideerde resultatenrekening: “Technische marge van verzekeringsactiviteiten”. De claims voor leven en niet-leven en de wijzigingen in de technische reserves worden ook geboekt onder de “Technische marge van de verzekeringsactiviteiten”, terwijl de verminderingen en de wijzigingen van de voorzieningen voor de activiteiten op het vlak van credit enhancement, die vergeleken kunnen worden met bancaire activiteiten, worden geboekt op “Bijzondere waardevermindering op kredieten en voorziening voor kredietverbintenissen”. Alle andere rubrieken die ontstaan uit verzekeringsactiviteiten worden volgens hun aard in de balans opgenomen, behalve de technische voorzieningen, die onder een afzonderlijke lijn worden vermeld. De verzekeringsactiviteiten van Dexia worden voornamelijk uitgeoefend door Dexia Insurance Belgium (DIB) voor levens- en nietlevensproducten en door Financial Security Assurance (FSA) in de USA op het vlak van de verlaging van het kredietrisico van gemeente- en bedrijfsobligaties. Activiteiten van DIB: leven en niet-leven De portefeuille levensverzekeringen omvat: - verzekeringscontracten, inclusief herverzekeringscontracten en de aanvaarde herverzekeringsverdragen met uitzondering van de eigen zogenoemde “toegezegd-pensioenregeling”; - financiële instrumenten die worden uitgegeven met een discretionaire winstdeelneming (DPF) - unit-linked contracten die stellen dat de polishouder op elk ogenblik gratis kan overstappen naar een beleggingsproduct met een gewaarborgde rente en een mogelijke winstdeelneming. Classificatie De classificatie gebeurt polis per polis, terwijl ze voor de groepsverzekeringen gebeurt op het niveau van de werkgever. De levensverzekeringsproducten worden als volgt geclassificeerd: - Type 1: tak 21: gewaarborgde verzekeringsproducten - Type 2: tak 21: beleggingsproducten met winstdeelneming - Type 3: tak 21: beleggingsproducten zonder winstdeelneming

1.11. Verzekerings- en herverzekeringsactiviteiten

- Type 4: tak 23: beleggingsproducten met risico – UL-producten

1.11.1. Verzekeringen

- Type 5: tak 23: beleggingsproducten zonder risico

Dexia is voornamelijk actief in bankproducten. Sommige verzekeringsproducten die worden verkocht door verzekeringsmaatschappijen worden op basis van IFRS 4 beschouwd als financiële instrumenten aangezien ze niet voldoen aan de vereisten van een

- Type 6: tak 23: beleggingsproducten die kunnen worden omgezet in een tak 21-beleggingsproduct met een risico (tak 23) - Type 7: tak 23: beleggingsproducten die kunnen worden omgezet in een tak 21-beleggingsproduct met winstdeelneming.


61

De portefeuille van niet-levensverzekeringen omvat enkel verzekeringscontracten met een aanzienlijk verzekeringsrisico. Shadow accounting IFRS 4 biedt de mogelijkheid tot het boeken van niet-gerealiseerde en gerealiseerde beleggingsresultaten, na belastingen, onder de technische reserves op dezelfde wijze als het resultaat wordt verwerkt. Dat kan gebeuren door overheveling naar het eigen vermogen of via het resultaat van de periode. De groep Dexia besloot om de zogenaamde “shadow accounting” toe te passen als onder de lokale GAAP de erkenning van niet-gerealiseerde meerwaarden een impact zou hebben op de waardering van een verzekeringscontract (belegging met DPF actief of verplichting). Discretionaire winstdeling (DPF) Discretionaire winstdeling is naast een recht op een gegarandeerd rendement, een recht op winstdeling: • die een aanzienlijk aandeel kunnen zijn van de totale contractuele voordelen; • waarvan het bedrag of de timing contractueel aan het goeddunken van de emittent wordt overgelaten; en • die contractueel gebaseerd zijn op: - de prestatie van een welbepaalde pool van contracten of van een specifiek type contract; - de gerealiseerde en/of niet-gerealiseerde beleggingsreturns van een specifieke pool van activa die in het bezit zijn van de emittent; of - de winst of het verlies van de onderneming, het fonds of een andere entiteit die het contract uitgeeft. Alle niet-gerealiseerde overschotten of tekorten van de activa van de levensverzekeringsportefeuille (die worden gewaardeerd volgens de voor verkoop beschikbare financiële activa) worden verhoudingsgewijs opgenomen voor het gedeelte dat verband houdt met de verzekeringscontracten en de financiële instrumenten met discretionaire winstdeelneming in een aparte rubriek van het netto eigen vermogen. De proportionele berekening gebeurt op basis van de technische balansreserve en door een afzonderlijk beheer van de activa.

wordt voor het hele contract niet lager liggen dan het bedrag dat zou voortvloeien uit de toepassing van IAS 39 op het gewaarborgde element. Toereikendheidstest van de verplichtingen (Liability Adequacy Test) Een verzekeraar past een toereikendheidstest toe op zijn verzekeringsproducten. Dexia beoordeelt op elke verslagdatum of de geboekte verzekeringsverplichtingen toereikend zijn, waarbij gebruik wordt gemaakt van actuele schattingen van toekomstige kasstromen uit hoofde van zijn verzekeringscontracten. Voor levensverzekeringen maakt de LAT (toereikendheidstest van de verplichtingen) gebruik van de volgende parameters: - premies: geïnde inventaris premies plus contractueel voorziene inventaris premies - rente voor de actualisering van de kasstromen: gemiddeld rendement op overheidsobligaties over de laatste tien jaar - sterftetabel: ervaringstabel van het land (Assuralia voor België) - kosten: berekening gebaseerd op de laatst herziene tariefkosten en de geboekte kosten - tariefkosten houden rekening met de inventaristoeslagen, de commerciële toeslagen en met vaste bedragen - reëel toegewezen kosten houden rekening met de beheerskosten, de kosten voor het verwerken van de schadegevallen en commissies. Deze kosten worden aangegeven per productengroep en worden geïndexeerd. De LAT is voor niet-levensverzekeringscontracten binnen IFRS 4 een toereikendheidstoets die nagaat of de premie en de voorzieningen voor schadegevallen wel degelijk volstaan om de geopende schadedossiers en de schadegevallen die zich zullen voordoen binnen de contractuele looptijd van de contracten af te handelen. Alle producten worden onderworpen aan een LAT. De test bestaat uit twee delen. Tijdens het eerste deel van de test gaat Dexia na of de aangelegde reserves voor de reeds geopende schadedossiers volstaan, en in een tweede deel maakt Dexia een raming van de vermoedelijke verliezen voor de huidige gevaren en gaat het na of de middelen toereikend zijn. Activiteiten van FSA

Verzekeringscontracten met een depositocomponent (ontbundeling) Alle unit-linked producten die zowel een verzekeringscontract als een depositocomponent omvatten, worden ontbundeld. Op het gedeelte met een verzekeringscomponent worden de regels van IFRS 4 toegepast; op het gedeelte met een depositocomponent worden de regels van IAS 39 toegepast. De unit-linked producten die kunnen worden omgezet in een gewaarborgd beleggingsproduct van tak 21 met winstdeelneming vallen onder de toepassing van IFRS 4 (belegging met DPF) en worden niet ontbundeld. Beleggingsproducten met DPF en in contracten besloten derivaten IAS 39 geldt voor de derivaten besloten in een verzekeringscontract, behalve wanneer het derivaat zelf een verzekeringscontract is. De vereisten voor verzekeringscontracten met DPF gelden ook voor financiële instrumenten met DPF-elementen. Als de emittent een element geheel of gedeeltelijk opneemt als een apart eigen-vermogenscomponent, mag de verplichting die geboekt

62


Een verzekering voor financiële garantie biedt doorgaans een onvoorwaardelijke en onherroepelijke garantie dewelke de houder van een financiële verbintenis beschermt tegen het niet uitbetalen van de hoofdsom en de interest op de vervaldag. Bij een nietbetaling van een verzekerde verbintenis moet Dexia doorgaans de hoofdsom, alsook de interest en andere verschuldigde bedragen uitbetalen overeenkomstig het oorspronkelijk terugbetalingsschema van de verbintenis, of naar eigen keuze deze bedragen versneld terugbetalen. De overeenkomst kan op basis van economische realiteit van het contract worden beschouwd als een derivaat of als een verzekeringscontract. De vooraf geïnde bruto- en de afgestane premies zijn verworven in verhouding tot het bedrag van het uitstaand risico over de verwachte dekkingsperiode. Het bedrag van het uitstaande risico is gelijk aan de som van het verzekerde parischuldbedrag over de verwachte dekkingsperiode. De geactiveerde premie-inkomsten en de voorafbetaalde verzekeringspremies vertegenwoordigen het deel van de premie dat geldt voor de risicodekking dat in de toekomst moet worden voorzien op de bestaande polissen.

Dexia bepaalt de verplichtingen voor te betalen schade op basis van zijn raming van specifieke en niet-specifieke verliezen. Dexia erkent ook de verplichtingen voor lopende risico’s (loss adjustment expenses – LAE), dewelke bestaan uit de geraamde kosten voor het afhandelen van schadegevallen, met inbegrip van de wettelijke en andere uitgaven die verband houden met het administratief afhandelen van de dossiers. Dexia berekent de verplichting voor te betalen schade en voor lopende risico’s op basis van de risico’s die inherent zijn aan zijn volledige verzekerde portefeuille. Als een individueel polisrisico een vermoedelijk verlies vertegenwoordigt op de balansdatum, wordt een specifieke reserve aangelegd. Voor de overige polisrisico’s in de portefeuille, wordt een niet-specifieke reserve aangelegd voor de inherente kredietverliezen die statistisch kunnen worden geraamd. Dexia legt een specifieke reserve aan voor de actuele waarde van het geraamde verlies, de nettosubrogatie verliezen, wanneer naar de mening van het management de kans op een toekomstig verlies op een welbepaalde verzekerde verplichting op balansdatum bestaande is of redelijkerwijze kan worden geraamd. Wanneer een verzekerde verplichting beantwoordt aan de criteria voor het aanleggen van een specifieke reserve en de transactie betaalt een premie in schijven, dan worden deze premies, als men verwacht ze in de toekomst te ontvangen, beschouwd als een vorm van recuperatie en niet langer als verworven premie-inkomsten. Een specifieke reserve wordt aangelegd met gebruikmaking van kasstroom- of vergelijkbare modellen die neerkomen op de door Dexia geraamde actuele waarde van het verwachte tekort tussen (1) de geplande betalingen op de verzekerde verplichting plus de verwachte verplichting voor lopende risico’s en (2) de verwachte kasstroom van te ontvangen opbrengsten op de verkoop van enige onderliggende waarden ter ondersteuning van de verplichting en andere verwachte recuperaties. Het geraamde verlies, zonder de recuperaties, op een transactie wordt gedisconteerd tegen een risicoloze rente voor de termijn van de verzekerde verplichting op het ogenblik dat de reserve wordt aangelegd en ze wordt daarna niet aangepast. Dexia boekt een niet-specifieke reserve voor het weergeven van de inherente kredietrisico’s van zijn portefeuille. De niet-specifieke plus de specifieke reserves vertegenwoordigen de door Dexia geraamde totale reserves. In het algemeen wordt, wanneer een verzekerd krediet verslechtert tot op een punt dat er schadedossiers worden verwacht, een specifieke reserve aangelegd. Het aanleggen van niet-specifieke reserves voor kredieten die nog niet in “default” zijn, is gebruikelijk in de sector van de financiële garanties, hoewel Dexia erkent dat er verschillen kunnen bestaan tussen de specifieke methodologie die wordt toegepast door andere financiële garantieinstellingen bij het aanleggen en bepalen van deze reserves. Het bedrag van de niet-specifieke reserve houdt rekening met alle beschermingsniveaus (bijvoorbeeld herverzekering en overwaarborg). Het netto-uitstaand bedrag voor polissen uitgegeven in deze periode wordt vermenigvuldigd met de mate waarin het verlies zich voordoet en beïnvloedende factoren, waarbij de resulterende bedragen worden gedisconteerd tegen de risicoloze rente die gebruikmaakt van de thesaurie rendementscurve (statistische berekening). De discontovoet verandert niet en wordt gebruikt voor de toename van het verlies voor de looptijd van elke polis. De verliesfactoren die worden gehanteerd voor de berekening zijn het product van de defaultfrequentie van Moody’s en de groottefactoren van S&P. Moody’s werd gekozen om zijn geloofwaardigheid, zijn grote populatie, het statistisch formaat en de betrouwbaarheid van toekomstige updates.

1.11.2. Herverzekering De herverzekeringscontracten van Dexia met derden die voldoende verzekeringsrisico’s bevatten om opgenomen te worden als een verzekeringscontract, blijven geboekt volgens lokale grondslagen voor financiële verslaggeving. Op een herverzekeringsactief is een bijzondere waardevermindering erkend als: - er objectieve bewijzen bestaan, ten gevolge een gebeurtenis die zich voordeed na de aanvankelijke erkenning van het herverzekeringsactief, dat de overdrager waarschijnlijk niet alle hem contractueel verschuldigde bedragen zal ontvangen; en - de gebeurtenis heeft een betrouwbare meetbare impact op de bedragen die de overdrager wel nog zal ontvangen van de herverzekeraar. Voor het meten van de solvabiliteit van de herverzekeraar verwijzen wij naar zijn kredietrating en naar de regels betreffende waardevermindering.

1.12. Vergoeding van het net Deze rubriek bevat betaalde commissies aan tussenpersonen die een exclusief verkoopmandaat hebben afgesloten voor het aanbrengen van transacties met cliënten.

1.13. Geactiveerde acquisitiekosten De geactiveerde acquisitiekosten bestaan uit kosten voor het genereren van omzet, met inbegrip van de betaalde commissies voor effectieve herverzekering, de compensatie en de aanverwante kosten voor het administratief personeel en de marketing, bepaalde kosten voor ratingbureaus, premietaksen en bepaalde andere inschrijvingskosten, verminderd met de afgestane commissielonen op premies die werden afgestaan aan herverzekeraars. Geactiveerde acquisitiekosten worden afgeschreven over de periode waarin de verbonden premies worden verdiend. De afschrijving van geactiveerde acquisitiekosten wordt weergegeven onder een afzonderlijke rubriek binnen de algemene kosten. Wanneer een verzekerde uitgifte is vervallen of wordt geannuleerd vóór het einde van de verwachte afdekkingsperiode, worden de nog geactiveerde acquisitiekosten onmiddellijk erkend. De invorderbaarheid van de geactiveerde acquisitiekosten wordt bepaald rekening houdend met de geactiveerde premie-ontvangsten en de geraamde annuïteitpremies en de actuele waarde van de verwachte verliezen en de uitgaven voor aanpassingen van verliezen.

1.14. Door banken en cliënten verschuldigde leningen en voorschotten Leningen die als “leningen en voorschotten” zijn ingedeeld, zijn deze die niet opgenomen worden als aangehouden voor handelsdoeleinden, bij eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in resultatenrekening en voor verkoop beschikbare financiële activa. Deze leningen worden geboekt tegen de geamortiseerde kostprijs, welke het bedrag van de uitstaande hoofdsom en na aftrek van eventuele geactiveerde vergoedingen, materiële directe kosten gerelateerd aan leningen en eventuele niet-afgeschreven premies of kortingen.


63

1.15. Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa of financiële verplichtingen en financiële activa of verplichtingen geboekt tegen reële waarde via resultatenrekening 1.15.1. Leningen en effecten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden Voor handelsdoeleinden aangehouden leningen worden opgenomen onder de rubriek “Voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa” en worden tegen reële waarde geboekt, waarbij niet-gerealiseerde winsten en verliezen in de resultatenrekening worden opgenomen als “Nettoresultaat uit handelsdoeleinden en afdekkingen”. De renteopbrengsten worden erkend op basis van de effectieve-rentemethode en worden opgenomen onder de “Renteopbrengsten”. Voor handelsdoeleinden aangehouden effecten zijn effecten die zijn verworven met als doel winst te boeken uit koersschommelingen op korte termijn of uit handelsmarges, of effecten die zijn opgenomen in een portefeuille waarvoor een patroon van winstneming op korte termijn bestaat. Voor handelsdoeleinden aangehouden effecten worden bij de eerste opname geboekt tegen reële waarde en worden daarna tegen de reële waarde geherwaardeerd. Alle daarmee verband houdende gerealiseerde en niet-gerealiseerde winsten en verliezen worden in het nettoresultaat uit handelsdoeleinden en afdekkingen opgenomen. De interest die werd ontvangen tijdens de periode dat men de handelsactiva bezat, wordt geboekt als renteopbrengsten. De ontvangen dividenden worden in de rubriek “Dividenden” opgenomen. Alle aan- en verkoopverrichtingen van voor handelsdoeleinden aangehouden effecten die moeten worden geleverd binnen de voorgeschreven of de door marktconventies vastgelegde termijn (volgens standaardmarktconventies afgewikkelde aan- en verkoopverrichtingen) worden geboekt op de afwikkelingsdatum. Andere handelstransacties worden als derivaten behandeld tot ze worden afgewikkeld (zie ook alinea 1.6 “Boekhoudkundige verwerking op basis van de transactiedatum en de afwikkelingsdatum”). 1.15.2. Voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen Voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen volgen dezelfde boekhoudprincipes als die welke gelden voor voor handelsdoeleinden aangehouden leningen en effecten. 1.15.3. Leningen en effecten aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde via resultatenrekening Leningen en effecten opgenomen tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening volgen dezelfde boekhoudprincipes als die welke gelden voor voor handelsdoeleinden worden aangehouden. Onder de “Fair Value Option” kunnen een financieel actief, een financiële verplichting, of een groep van financiële instrumenten door de entiteit opgenomen worden als zijnde tegen reële waarde via resultatenrekening, op voorwaarde dat dit leidt tot meer relevante informatie of indien dit de betrouwbaarheid van de interpretatie ten goede komt. De “fair value option” vereenvoudigt de toepassing van IAS 39. Ze wordt gebruikt: - wanneer dergelijke classificatie een inconsistentie in waardering of erkenning wegwerkt of aanzienlijk verkleint, - wanneer een groep van financiële activa, financiële verplichtingen of beide wordt beheerd en de prestatie ervan wordt gewaardeerd op een basis van de reële waarde en dat in overeenstemming met een gedocumenteerd risicobeheer of beleggingsstrategie,

64


- wanneer een instrument een in het contract besloten derivaat bevat. Het gebruik van de “fair value option” is een keuze binnen de boekhoudprincipes die men moet maken voor het volledig financieel instrument, bij eerste opname ervan en wanneer bepaalde documentatievoorwaarden vervuld zijn. Teneinde volatiliteit in het eigen vermogen en de resultaten te vermijden, zal Dexia de activa en verplichtingen van aan een beleggingsfonds gekoppelde contracten (tak 23) bijgevolg bestempelen als gewaardeerd tegen reële waarde via de resultatenrekening. In 2004 werden activa van aan een beleggingsfonds gekoppelde contracten geboekt in de handelsportefeuille. 1.15.4. Verplichtingen aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde via resultatenrekening Bovenstaande toelichting bij de “Fair Value Option” geldt ook voor de verplichtingen. 1.16. Voor verkoop beschikbare en tot einde looptijd aangehouden leningen en effecten Het management bepaalt de gepaste classificatie van zijn beleggingen op het moment van de aankoop. Genoteerde effecten met een vaste looptijd worden opgenomen als “tot einde looptijd aangehouden effecten” (HTM) wanneer het management zowel voornemens is als in staat is om de activa tot het einde van de looptijd aan te houden. Effecten, leningen en vorderingen die bedoeld zijn om voor onbepaalde duur te worden aangehouden, maar die kunnen worden verkocht naar aanleiding van een behoefte aan liquide middelen of naar aanleiding van wijzigingen in rentevoeten, wisselkoersen of aandelenkoersen, worden als “voor verkoop beschikbaar” opgenomen. Effecten, leningen en vorderingen worden bij de eerste opname geboekt tegen de reële waarde (inclusief transactiekosten). De rente wordt op basis van de effectieve-rentemethode geboekt binnen de rentemarge. Voor verkoop beschikbare financiële activa worden na de eerste opname geherwaardeerd tegen de reële waarde op basis van genoteerde biedkoersen of bedragen afgeleid uit kasstroommodellen. Nietgerealiseerde winsten en verliezen die voortvloeien uit wijzigingen in de reële waarde van financiële activa die zijn opgenomen als “voor verkoop beschikbaar”, worden geboekt bij het eigen vermogen. Wanneer effecten worden vervreemd, worden de daarmee verband houdende gecumuleerde aanpassingen in reële waarde in de resultatenrekening opgenomen als “Nettoresultaat uit beleggingen”. Tot einde looptijd aangehouden (HTM) beleggingen worden geboekt tegen de geamortiseerde kostprijs volgens de effectieve-rentemethode, na aftrek van een eventuele waardecorrectie voor waardevermindering. 1.17. Positieve/negatieve waarde van derivaten Derivaten omvatten doorgaans deviezencontracten, valuta- en rentefutures, rentetermijncontracten, valuta- en renteswaps en (zowel geschreven als gekochte) valuta- en rente-opties. Alle derivaten worden bij de eerste opname in de balans geboekt tegen reële waarde en worden daarna tegen de reële waarde geherwaardeerd. De reële waarde wordt berekend op basis van genoteerde marktprijzen, gedisconteerde-kasstroommodellen en waarderingsmodellen, al naargelang het geval.

Derivaten worden geboekt als activa wanneer de reële waarde positief is en als verplichtingen wanneer de reële waarde negatief is.

ten de geconsolideerde Groep. In dit geval wordt het extern contract beschouwd als het afdekkingsinstrument.

Het in deze rubriek van de balans geboekte bedrag omvat de betaalde/ontvangen premies na afschrijvingen, de herwaardering naar reële waarde en de gelopen rente, waarbij de som van alle elementen de reële waarde van het derivaat vertegenwoordigt.

Veranderingen in de reële waarde van derivaten die aangewezen zijn als en in aanmerking komen als reële-waardeafdekkingen en waarvan is aangetoond dat ze zeer effectief zijn met betrekking tot het afgedekte risico, worden in de resultatenrekening geboekt, samen met de overeenkomstige verandering in de reële waarde van de afgedekte activa of verplichtingen die aan dat specifieke afgedekte risico kunnen worden toegerekend.

Bepaalde in andere financiële instrumenten besloten derivaten, zoals de conversie optie in een converteerbare obligatie, worden als afzonderlijke derivaten behandeld wanneer: - hun risico’s en economische kenmerken niet nauw verbonden zijn met die van het basiscontract en - het hybride contract niet tegen de reële waarde wordt geboekt met verwerking van niet-gerealiseerde meer- en minderwaarden in de resultatenrekening. 1.18. Derivaten als afdekkingsinstrumenten Op de datum waarop een derivaatcontract wordt afgesloten, kan Dexia het derivaat aanwijzen als: (1) een afdekking van het risico van verandering in de reële waarde van een opgenomen actief of verplichting of als een niet-opgenomen vaststaande toezegging (reële-waardeafdekking) of als (2) een afdekking van de mogelijke variabiliteit van kasstromen verbonden met een opgenomen actief, opgenomen verplichting of een zeer waarschijnlijk verwachte transactie (kasstroomafdekking) of als (3) een afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit (afdekking van een netto-belegging). Als een derivaat niet is aangewezen in een afdekkingsrelatie, wordt het geacht een voor handelsdoeleinden aangehouden derivaat te zijn. “Hedge accounting” (boekhoudkundige verwerking van afdekkingstransacties) kan worden gebruikt voor derivaten die als dusdanig bestemd zijn, op voorwaarde dat bepaalde criteria zijn vervuld. De criteria voor de boekhoudkundige verwerking van een derivaat als afdekkingsinstrument omvatten onder andere: - het afdekkingsinstrument, de afgedekte positie en de afdekkingsdoelstelling, -strategie en -relatie moeten formeel worden gedocumenteerd voordat “hedge accounting” wordt toegepast; - de afdekking moet worden gedocumenteerd, waaruit moet blijken dat ze naar alle verwachting zeer effectief (binnen een bandbreedte van 80 % tot 125 %) zal zijn in het compenseren van veranderingen in de reële waarde of kasstromen die zijn toe te rekenen aan het afgedekte risico in de afgedekte rubriek gedurende de gehele verslagperiode; en - de afdekking is effectief bij aanvang en wordt voortdurend beoordeeld. De entiteiten van Dexia maken gebruik van interne derivaatcontracten (“internal hedging”), voornamelijk tot afdekking van hun renterisico. Deze interne contracten worden gecompenseerd met derden. Als de contracten niet met derden kunnen worden gecompenseerd, is niet aan de afdekkingscriteria voldaan. Interne derivaatcontracten tussen afzonderlijke afdelingen binnen dezelfde wettelijke entiteit en tussen afzonderlijke entiteiten binnen de geconsolideerde Groep kunnen in aanmerking komen voor “hedge accounting” in de geconsolideerde jaarrekening enkel en alleen als de interne contracten worden gecompenseerd door derivaatcontracten met een partij bui-

Als de afdekking niet langer voldoet aan de criteria voor “hedge accounting” (reële-waardeafdekkingsmodel), wordt de aanpassing van de boekwaarde van een gedekt rentedragend financieel instrument afgeschreven via de nettowinst of het nettoverlies over de periode tot de vervaldatum via een aanpassing aan de effectieve rentevoet. Veranderingen in de reële waarde van derivaten die aangewezen zijn als en in aanmerking komen als kasstroomafdekkingen en waarvan is aangetoond dat ze zeer effectief zijn met betrekking tot het afgedekte risico, worden in het eigen vermogen opgenomen als “niet in de resultatenrekening opgenomen meer- en minderwaarden” (zie “Geconsolideerde staat van de wijzigingen in het eigen vermogen”). Het niet-effectieve deel van de veranderingen in de reële waarde van de derivaten wordt in de resultatenrekening geboekt. Indien de verwachte toekomstige transactie leidt tot de opname van een niet-financiële actief of verplichting, worden de voorheen in het eigen vermogen geactiveerde winsten en verliezen overgedragen vanuit het eigen vermogen en opgenomen in de eerste waardering van de kostprijs van het actief of de verplichting. In het andere geval worden de in het eigen vermogen uitgestelde bedragen overgedragen naar de resultatenrekening en opgenomen als opbrengsten of lasten in de perioden waarin de afgedekte vaste toezegging of verwachte toekomstige transactie de resultatenrekening beïnvloedt. Hoewel bepaalde transacties met betrekking tot derivaten effectieve economische afdekking onder risicobeheerposities van Dexia verschaffen, komen ze niet in aanmerking voor “hedge accounting” overeenkomstig de specifieke regels in IFRS en worden ze bijgevolg behandeld als voor handelsdoeleinden aangehouden derivaten, waarbij toename of afname van de reële waarde in de resultatenrekening worden opgenomen. 1.19. Afdekking van het renterisico van een portefeuille Dexia heeft besloten om de door de EU bekrachtigde IAS 39 toe te passen omdat die de wijze waarop Dexia zijn activiteiten beheert beter weerspiegelt. Afdekkingsrelaties zijn bedoeld om het renterisico te beperken dat voortkomt uit de geselecteerde categorie van activa of verplichtingen die zijn aangewezen als de in aanmerking komende afgedekte posities. De entiteit voert een globale analyse van het renterisico uit. Deze bestaat uit een beoordeling van de vaste-renterisicopositie, rekening houdend met alle risico’s die voortkomen uit al dan niet in de balans opgenomen rubrieken. Bij deze globale analyse kunnen bepaalde componenten van het risico worden uitgesloten, zoals financiële-marktactiviteiten, op voorwaarde dat de risicopositie die uit de uitgesloten activiteiten voortvloeit voor elke individuele activiteit wordt gecontroleerd. De entiteit selecteert activa en/of verplichtingen die moeten worden opgenomen in de afdekking van het renterisico van de portefeuille. De entiteit definieert bij aanvang de af te dekken risicopositie, de duur van de tijdsband en de wijze Geconsolideerde jaarrekening

65

waarop en de frequentie waarmee ze testen uitvoert. Bij het selecteren van in de portefeuille op te nemen activa en verplichtingen past de entiteit constant dezelfde methode toe. Activa en verplichtingen worden op een cumulatieve basis opgenomen in alle tijdsbanden van de portefeuille. Wanneer ze uit de portefeuille worden verwijderd, moeten ze bijgevolg worden verwijderd uit alle tijdsbanden waarin ze een invloed hadden. De entiteit mag kiezen welke activa en/of verplichtingen ze in de portefeuille wenst onder te brengen, op voorwaarde dat deze in de globale analyse worden opgenomen. Direct opvraagbare deposito’s en spaarrekeningen kunnen in de portefeuille worden opgenomen met een geschatte verwachte vervaldatum en dit op basis van een gedragsstudie. De entiteit kan als afgedekte positie verschillende categorieën van activa of verplichtingen nemen, zoals voor verkoop beschikbare activa of portefeuilles van leningen. De afdekkingsinstrumenten zijn een portefeuille van derivaten. Een dergelijke portefeuille kan compenserende posities bevatten. De afdekkingsposten worden geboekt tegen hun reële waarde (inclusief opgelopen rentekosten of -opbrengsten), waarbij aanpassingen worden verwerkt in de resultatenrekening. De beoordeling van de effectiviteit bestaat erin na te gaan of aan de afdekkingsdoelstelling, namelijk de beperking van het renterisico, is voldaan. Inefficiëntie kan alleen voortkomen uit een te grote afdekking als gevolg van het feit dat er zich binnen de categorieën van activa of verplichtingen niet-contractuele gebeurtenissen voordoen. Een op het afgedekte renterisico gebaseerde herwaardering van elementen uitgevoerd tegen geamortiseerde kostprijs wordt in deze regel opgenomen. In geval van afdekking van voor verkoop beschikbare effecten items, wordt de herwaardering opgenomen onder de rubriek “Leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn”. 1.20. Materiële vaste activa Materiële vaste activa omvatten eigendom, machinerie, uitrusting en vastgoedbeleggingen. Alle eigendommen, machinerie en uitrusting worden opgenomen tegen historische kostprijs na aftrek van de gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen. De afschrijvingen worden berekend met behulp van de lineaire afschrijvingsmethode om de kostprijs van dergelijke activa af te schrijven tot hun restwaarde over hun geschatte gebruiksduur.

Uitgaven die de voordelen van vastgoed of vaste activa doen toenemen of uitbreiden, worden geactiveerd en daarna afgeschreven. Vastgoedbeleggingen zijn eigendommen die worden aangehouden met het oog op het realiseren van huuropbrengsten of een waardestijging. Voorts kan Dexia deels zelf gebruikmaken van bepaalde vastgoedbeleggingen. Indien de delen “voor eigen gebruik” afzonderlijk kunnen worden verkocht of afzonderlijk in lease kunnen worden gegeven volgens een financiële lease, worden die delen afzonderlijk geboekt. Als de delen “voor eigen gebruik” niet afzonderlijk kunnen worden verkocht, wordt de eigendom als een vastgoedbelegging beschouwd enkel en alleen als Dexia een onbelangrijk deel voor eigen gebruik aanhoudt. Vastgoedbeleggingen worden geboekt tegen kostprijs na aftrek van de gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen. Vastgoedbeleggingen worden lineair afgeschreven over hun gebruiksduur. De afschrijvingen van gebouwen die in operationele lease werden gegeven wordt geboekt als “afschrijvingen”, terwijl de afschrijvingen op andere activa die in operationele lease werden gegeven geboekt wordt onder “Overige netto-opbrengsten”. 1.21. Immateriële activa Immateriële activa bestaan voornamelijk uit intern gegenereerde en verworven software. De ten laste genomen uitgaven die verband houden met het onderhoud van computersoftware worden als kosten opgenomen op het moment dat ze worden gemaakt. Uitgaven die de voordelen van computersoftware doen toenemen of uitbreiden tot meer dan één jaar, worden gebruikt om de oorspronkelijke kostprijs van de software te verhogen. Kosten voor de ontwikkeling van computerprogramma’s die als activa worden geboekt, worden lineair afgeschreven over hun gebruiksduur vanaf het moment waarop de software kan worden gebruikt. Deze afschrijvingsperiode bedraagt doorgaans drie tot vijf jaar. Indien de boekwaarde van een actief groter is dan zijn geschatte realiseerbare waarde, wordt het actief afgeschreven tot zijn realiseerbare waarde. Meer- en minderwaarden op de vervreemding van immateriële activa worden bepaald op basis van hun boekwaarde en worden geboekt onder “Overige netto-opbrengsten”. Uitgaven die zorgen voor een verbetering of een toename van de voordelen worden geactiveerd en vervolgens afgeschreven.

Hierbij wordt uitgegaan van de volgende gebruiksduur:

1.22. Goodwill

- gebouwen (inclusief aanschaffingskosten en niet-aftrekbare belastingen): 20 tot 40 jaar;

1.22.1. Positieve goodwill

- computerapparatuur: 3 tot 6 jaar; - verbeteringen aan geleasde activa, materieel en meubilair: 2 tot 12 jaar; - voertuigen: 2 tot 5 jaar. De wisselkoersverliezen op verplichtingen aangegaan ter verwerving van een actief alsook de rente op specifieke of algemene kredieten ter financiering van de constructie van in aanmerking komende activa, worden onmiddellijk als kosten opgenomen. Indien de boekwaarde van een actief groter is dan zijn geschatte realiseerbare waarde, wordt het actief afgeschreven tot zijn realiseerbare waarde. Winsten en verliezen op de vervreemding van materiële vaste activa worden bepaald op basis van hun boekwaarde en worden opgenomen onder “Overige netto-opbrengsten”.

66


De goodwill vertegenwoordigt het positieve verschil tussen de kostprijs van een overname en de reële waarde van het aandeel van Dexia in de nettoactiva van de overgenomen dochteronderneming of geassocieerde deelneming op de datum van de overname. De goodwill die voortvloeit uit een overname die op of na 1 januari 2004 plaatsvindt, wordt als een immaterieel actief in de balans geboekt. De goodwill die voortvloeit uit overnames van dochterondernemingen die vóór 1 januari 2004 plaatsvonden en die op de overgedragen resultaten in het eigen vermogen in mindering werden gebracht, werd niet retroactief geactiveerd. Goodwill wordt toegerekend aan kasstroomgenererende eenheden om te onderzoeken of er sprake is van bijzondere waardevermindering. Kasstroomgenererende eenheden komen tot stand op basis van de volgende criteria: rechtspersoon, geografisch gebied en bedrijfssegment.

Veranderingen in het percentage van de participatie in volledig geconsolideerde bedrijven worden beschouwd als transacties met aandeelhouders. Bijgevolg vinden geen aanpassingen naar de reële waarde of aanpassingen van de goodwill plaats wanneer procentuele toenames of afnames plaatsvinden zonder verandering van de consolidatiemethode. Het verschil tussen de aankoop of verkoop van een nettoactiefwaarde en de aankoop- of verkoopprijs wordt direct in het eigen vermogen geboekt. Goodwill die per 1 januari 2004 bestond, blijft in dezelfde munt als die waarin de goodwill is geboekt onder Dexia GAAP. Nieuwe goodwill die na 1 januari 2004 ontstaat, wordt geboekt in de munt van de dochteronderneming. De boekwaarde van goodwill in de IFRS-openingsbalans komt overeen met de boekwaarde volgens Dexia GAAP op de datum van de overgang naar de nieuwe boekhoudprincipes. 1.22.2. Bijzondere waardevermindering op goodwill De boekwaarde van goodwill wordt aan het einde van het jaar herzien wanneer omstandigheden of gebeurtenissen aangeven dat er mogelijk onzekerheid bestaat over de boekwaarde. Er wordt een bijzondere waardevermindering geboekt wanneer de realiseerbare waarde van de activiteiten de boekwaarde niet ondersteund. 1.23. Overige activa Overige activa bestaan voornamelijk uit verworven opbrengsten (niet aan rente gerelateerd), vooruitbetalingen en andere handelsvorderingen. Ze omvatten ook verzekeringsproducten (herverzekering, te ontvangen verzekeringspremies enz.), bouwprojecten, voorraden en fondsbeleggingen in verband met verplichtingen uit hoofde van personeelsbeloningen. Deze overige activa worden geboekt tegen geamortiseerde kostprijs min, in voorkomend geval, een eventuele waardecorrectie voor waardevermindering of op basis van een geldende norm. Fondsbeleggingen worden geboekt in overeenstemming met de vereisten van IAS 19. 1.24. Lease-overeenkomsten 1.24.1. Een Dexia-vennootschap is de leasingnemer Financiële leasing is een lease-overeenkomst die nagenoeg alle risico’s en voordelen verbonden aan de eigendom van een actief overdraagt. Een operationele leasing is een lease-overeenkomst die geen financiële leasing is. Dexia sluit voornamelijk operationele lease-overeenkomsten af voor de huur van uitrusting of vastgoed. De in het kader van een leaseovereenkomst betaalde huurgelden worden lineair in de resultatenrekening geboekt over de duur van de lease. Wanneer een operationele leasing wordt beëindigd vóór de leaseovereenkomst verstreken is, worden eventuele bedragen die bij wijze van boete aan de leasinggever moeten worden betaald, opgenomen als kosten in de periode waarin de operationele leasing wordt beëindigd. Als de lease-overeenkomst nagenoeg alle risico’s en voordelen verbonden aan de eigendom van het actief overdraagt, wordt ze geboekt als een financiële leasing en wordt het daarmee verband houdende actief in de balans opgenomen. Bij het aangaan van de lease-overeenkomst wordt het actief geboekt tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen of tegen de reële waarde indien deze laatste waarde lager is, en wordt het actief afgeschre-

ven over zijn geschatte gebruiksduur. De desbetreffende huurverplichtingen worden als schulden en rentebetalingen geboekt volgens de effectieve-rentemethode. 1.24.2. Een Dexia-vennootschap is de leasinggever Wanneer aangehouden activa het voorwerp uitmaken van een financiële leasing, wordt de contante waarde van de leasebetalingen geboekt als een vordering. Het verschil tussen de brutovordering en de contante waarde van de vordering wordt geboekt als niet-ontvangen financieringsopbrengsten. Opbrengsten uit een leaseovereenkomst worden volgens de netto-investeringsmethode (vóór belastingen) geboekt over de looptijd van de lease-overeenkomst, wat een constant periodiek rendement weerspiegelt. 1.25. Verkoop- en terugkoopovereenkomsten en effectenleningen Effecten die worden verkocht in het kader van een gekoppelde terugkoopovereenkomst (“repos”) blijven in de jaarrekening opgenomen als voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa, voor verkoop beschikbare financiële activa of tot het einde van de looptijd aangehouden financiële activa. De bijbehorende verplichting wordt opgenomen in de rubriek “Schulden aan kredietinstellingen” of “Leningen en deposito’s van cliënten”, naargelang het geval. Het actief wordt in de toelichtingen opgenomen als zijnde in pand gegeven. Effecten die werden gekocht in het kader van verkoopovereenkomsten (“reverse repo’s”) worden geboekt als: - een verplichting om effecten terug te leveren (buiten balans) - “Leningen en voorschotten tussen banken” of “Leningen aan cliënten”, al naargelang het geval. Het verschil tussen de verkoop- en terugkoopprijs wordt behandeld als renteopbrengsten of -kosten en wordt over de duur van de overeenkomsten opgebouwd volgens de effectieve-rentemethode. Effecten uitgeleend aan tegenpartijen blijven in de jaarrekening opgenomen. Ontleende effecten worden niet in de jaarrekening opgenomen. Als ze worden verkocht aan derden, wordt de winst of het verlies opgenomen onder “Nettoresultaat uit handelsdoeleinden en afdekkingen” en wordt de verplichting om ze te leveren geboekt tegen reële waarde onder “Financiële verplichtingen – voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen”. 1.26. Ontleningen Ontleningen worden bij eerste opname geboekt tegen reële waarde, zijnde de opbrengst uit hun uitgifte, na aftrek van de transactiekosten. Daarna worden ontleningen geboekt tegen de geamortiseerde kostprijs en wordt een eventueel verschil tussen de netto-opbrengst en de aflossingswaarde opgenomen in de resultatenrekening over de periode van de leningen volgens de effectieve-rentemethode. Schulden worden in de jaarrekening opgenomen, maar eerder op basis van hun economische onderliggende kenmerken dan op basis van hun rechtsvorm. 1.27. Uitgestelde belasting op de winst Er wordt een voorziening aangelegd voor het volledige bedrag van de uitgestelde belasting op de winst, volgens de “liability”-methode,


67

op tijdelijke verschillen die ontstaan tussen de fiscale boekwaarde van activa en verplichtingen en hun boekwaarde in de jaarrekening. De voornaamste tijdelijke verschillen ontstaan uit de afschrijving van materiële vaste activa, de herwaardering van bepaalde financiële activa en verplichtingen inclusief derivaten, voorzieningen voor pensioenen en andere vergoedingen na pensionering, waardecorrecties voor waardeverminderingen op leningen en andere waardeverminderingen en voorzieningen voor overgedragen fiscale verliezen en, met betrekking tot overnames, uit het verschil tussen de reële waarde van de verworven nettoactiva en hun fiscale boekwaarde. De tarieven die bepaald of voldoende bepaald zijn op de balansdatum, worden gebruikt om de uitgestelde belasting op de winst te bepalen. De uitgestelde belastingsvorderingen worden opgenomen in zoverre het waarschijnlijk is dat er in de toekomst fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee de tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend. Er wordt een uitgestelde belastingsverplichting opgenomen voor tijdelijke verschillen die voortvloeien uit investeringen in dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en joint ventures, behalve wanneer er invloed kan worden uitgeoefend op het tijdstip waarop het tijdelijk verschil wordt afgewikkeld en wanneer het waarschijnlijk is dat het verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Uitgestelde belastingen in verband met de herwaardering tegen reële waarde van voor verkoop beschikbare investeringen en kasstroomafdekkingen die direct in het eigen vermogen worden verwerkt, worden eveneens direct in het eigen vermogen verwerkt en worden daarna samen met de uitgestelde winst of het uitgestelde verlies in de resultatenrekening opgenomen.

Volgens deze methode worden de kosten van het verstrekken van pensioenen als kosten geboekt in de resultatenrekening teneinde de normale kosten te spreiden over de diensttijd van werknemers. De netto opgebouwde niet-geboekte actuariële meer- en minderwaarden die de bandbreedte overschrijden (groter dan 10 % van de contante waarde van de brutoverplichting uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen of 10 % van de reële waarde van de fondsbeleggingen) worden in de resultatenrekening opgenomen over de gemiddelde resterende diensttermijn van de regeling. De toegezegde verplichting wordt na aftrek van de fondsbeleggingen opgenomen als een verplichting, tenzij de activa worden aangehouden door een entiteit van de Groep, in welk geval de activa bruto in de desbetreffende rubrieken van de activa worden geboekt. 1.28.1.2. Vaste bijdragen-pensioenregeling De bijdragen van Dexia aan deze vaste bijdragen-pensioenregelingen worden als kosten in de resultatenrekening geboekt in het jaar waarop ze betrekking hebben. De verplichting van Dexia is beperkt tot de bijdragen die Dexia bereid is namens de werknemer in het fonds te storten. 1.28.2. Andere verplichtingen na pensionering Sommige Dexia-bedrijven verschaffen vergoedingen voor medische kosten aan hun gepensioneerde werknemers. Het recht op die vergoedingen is doorgaans afhankelijk van het voortduren van het dienstverband van de werknemer tot de pensioengerechtigde leeftijd en de voltooiing van een minimale duur van het dienstverband. De verwachte kosten van deze vergoedingen lopen op over de duur van het dienstverband, waarbij wordt gebruikgemaakt van een methode die vergelijkbaar is met de methode voor toegezegd-pensioenregelingen.

1.28. Personeelsbeloningen

1.28.3. Andere langetermijnpersoneelsbeloningen

Verplichtingen voortvloeiend uit personeelsbeloningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de geschatte toekomstige uitstroom van kasmiddelen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de rentevoeten van bedrijfsobligaties met een rating AA waarvan de looptijd in de buurt komt van de looptijd van de daarmee verband houdende verplichting, en rekening houdend met actuariële en demografische veronderstellingen.

Dit omvat voornamelijk voorzieningen voor jubileumuitkeringen die werknemers ontvangen wanneer ze hier recht op krijgen.

De waardering van deze verplichtingen wordt uitgevoerd door bevoegde interne en externe actuarissen. Alle veronderstellingen en resultaten inzake waarderingen worden gecontroleerd en gevalideerd door een externe actuaris voor Dexia, dat verzekert dat alle berekeningen zijn geharmoniseerd en werden uitgevoerd conform IAS 19. 1.28.1. Pensioenregelingen Dexia heeft een aantal pensioenregelingen met een te bereiken doel (toegezegd-pensioenregeling) en met vaste bijdragen (toegezegdebijdragenregeling) over heel de wereld, waarvan de activa doorgaans in afzonderlijke verzekeringsmaatschappijen worden aangehouden. De pensioenregelingen worden doorgaans gefinancierd door bijdragen van werknemers en door de desbetreffende Dexia-bedrijven. 1.28.1.1. Pensioenregeling met een te bereiken doel (toegezegd-pensioenregeling) Voor toegezegd-pensioenregelingen worden de pensioenkosten geraamd volgens de “projected units credit”-methode.


1.28.4. Ontslagvergoedingen Een voorziening voor een ontslagvergoeding wordt alleen aangelegd wanneer Dexia zich ertoe verbonden heeft de tewerkstelling te beëindigen vóór de normale pensioneringsdatum of personeelsbeloningen biedt kaderend in een aanbod met het oog op vrijwillige afvloeiing. Dexia moet over een gedetailleerd formeel plan beschikken en geen realistische mogelijkheid om zich terug te trekken. 1.28.5. Op aandelen gebaseerde betalingen Aan de bestuurders en aan sommige werknemers worden aandelenopties toegekend. De kosten van de opties worden als kosten opgenomen op basis van de ontvangen diensten. De reële waarde van de opties wordt berekend op basis van waarderingstechnieken (model van Black-Scholes aangepast om rekening te houden met het vertrek van werknemers) en marktgegevens. Dexia past IFRS 2 toe sinds 1 januari 2004. In eigen-vermogensinstrumenten afgewikkelde aandelenoptieregelingen die na 7 november 2002 zijn uitgegeven en die op 1 januari 2004 niet onvoorwaardelijk waren toegezegd, worden als kosten geboekt. Dexia biedt ook een korting aan voor de kapitaalverhogingen die voor zijn personeel zijn gereserveerd. Deze korting wordt als kost geboekt aangezien deze aandelen gedurende een bepaalde periode geblokkeerd blijven.

1.28.6. Aanspraken van werknemers De aanspraak die werknemers hebben op jaarlijkse vakantie en vakantie wegens langdurig dienstverband worden geboekt wanneer ze aan werknemers toekomen. Er wordt een voorziening aangelegd voor de geschatte verplichting uit hoofde van de jaarlijkse vakantie en de vakantie wegens langdurig dienstverband in het kader van de diensten die de werknemers hebben geleverd tot op de balansdatum.

afdekking dienende verzekeringscontracten die een discretionairewinstdelingselement bevatten, worden door de Groep als volgt opgenomen: - als een verplichting ten belope van het aan de contracthouders gegarandeerde rendement; - als een afzonderlijke component van het eigen vermogen ten belope van dat element.

1.29. Voorzieningen voor risico’s en kosten Een voorziening is een verplichting van een onzekere omvang of met een onzeker tijdstip. Voorzieningen worden geboekt op basis van hun gedisconteerde waarde wanneer: - Dexia een bestaande in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft als gevolg van gebeurtenissen in het verleden; - het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen die economische voordelen inhouden vereist zal zijn om de verplichting na te komen en - het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat. Op voorzieningen voor verplichtingen om een lening toe te kennen wordt dezelfde methode toegepast als op waardeverminderingen van financiële activa tegen afgeschreven kostprijs. 1.30. Aandelenkapitaal en eigen aandelen 1.30.1. Kosten voor de uitgifte van aandelen Externe marginale kosten die direct toerekenbaar zijn aan de uitgifte van nieuwe aandelen, uitgezonderd aandelen die in het kader van een bedrijfscombinatie zijn uitgegeven, worden in mindering gebracht op het eigen vermogen na aftrek van enige daarmee verband houdende winstbelasting. 1.30.2. Dividenden op gewone aandelen Dividenden op gewone aandelen worden in het eigen vermogen opgenomen in de periode waarin ze worden aangegeven (dit wil zeggen dat wanneer de dividenden zijn goedgekeurd en de entiteit er niet langer vrij over kan beslissen). Dividenden voor het jaar die na de balansdatum worden aangegeven, worden vermeld in de toelichting als gebeurtenissen na de balansdatum. 1.30.3. Preferente aandelen Niet-aflosbare preferente aandelen waarbij het de bestuurders volledig vrijstaat dividenden aan te geven, worden als eigen vermogen opgenomen. 1.30.4. Ingekochte eigen aandelen Indien Dexia of zijn dochterondernemingen aandelenkapitaal van Dexia kopen of rechten verkrijgen om zijn aandelenkapitaal te kopen, wordt de betaalde vergoeding inclusief eventuele toe te rekenen transactiekosten na winstbelastingen in mindering gebracht op het totale eigen vermogen. Meer- en minderwaarden op de verkoop van eigen aandelen worden geboekt onder de rubriek “Eigen aandelen” in het eigen vermogen. 1.30.5. Verzekeringen met een discretionairwinstdelingselement De niet-gerealiseerde winsten en verliezen die betrekking hebben op activa die zijn opgenomen als beschikbaar voor verkoop en als

1.31. Fiduciaire activiteiten Activa en opbrengsten die hierop ontstaan, evenals de daarmee verband houdende verbintenissen om dergelijke activa terug te leveren aan klanten, worden niet in deze jaarrekening opgenomen indien Dexia optreedt in een fiduciaire hoedanigheid, zoals een gevolmachtigde, trustee of agent.

1.32. Reële waarde van financiële instrumenten De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld, of een verplichting kan worden afgewikkeld, tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde onafhankelijke partijen. De reële waarde wordt bepaald op basis van marktprijzen indien er een actieve markt (zoals een erkende effectenbeurs) bestaat, aangezien de reële waarde van een financieel instrument het best blijkt uit de marktprijzen. Voor een aanmerkelijk aantal van de door Dexia aangehouden of uitgegeven financiële activa en verplichtingen zijn er echter geen marktprijzen beschikbaar. Voor financiële instrumenten waarvoor geen marktprijzen beschikbaar zijn, wordt de reële waarde geschat aan de hand van de contante waarde of van andere schattings- en waarderingstechnieken die steunen op de markttransacties op balansdata. De waarden die worden verkregen uit de toepassing van deze technieken, worden aanzienlijk beïnvloed door de onderliggende veronderstellingen met betrekking tot zowel de bedragen als het tijdstip van toekomstige kasstromen en de disconteringsvoeten. Financiële instrumenten die opgenomen worden als aangehouden voor handelsdoeleinden, activa of verplichtingen die worden geboekt tegen hun reële waarde via resultatenrekening, voor verkoop beschikbaar, derivaten en andere transacties aangehouden voor handelsdoeleinden worden geboekt tegen hun reële waarde op basis van de eventueel beschikbare marktprijzen. Indien geen genoteerde marktprijzen beschikbaar zijn, wordt de reële waarde geschat op basis van waarderingsmodellen of gedisconteerde kasstromen. De reële waarde is gelijk aan de boekwaarde voor deze items. Als er geen genoteerde prijzen beschikbaar zijn voor financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden en voor verkoop beschikbare financiële activa, trachten de waarderingsmodellen zo precies mogelijk de marktomstandigheden op berekeningsdatum, alsook de wijzigingen in de kredietkwaliteit van de financiële instrumenten te weerspiegelen. Voor de andere posities worden bepaalde vereenvoudigende hypotheses toegepast: (a) Er kan worden verondersteld dat de boekwaarde van financiële instrumenten die binnen 12 maanden vervallen, hun reële waarde benadert. (b) Van de reële waarde van de niet-vastrentende financiële instrumenten wordt aangenomen dat ze in de buurt ligt van hun boekwaarde.


Naast voornoemde veronderstellingen zouden de volgende opmerkingen kunnen worden gemaakt met betrekking tot de reële waarde van kredieten en schuldvorderingen:

externe cliënten en waarvan de opbrengsten, resultaten of activa minstens 10 % van de opbrengsten, resultaten of activa van alle segmenten vertegenwoordigen, wordt afzonderlijk gerapporteerd.

(a) Indien mogelijk wordt de reële waarde van kredieten en hypotheken met een vaste rentevoet geschat door marktrentevoeten op moment van toekenning te vergelijken met actuele marktrentevoeten die op soortgelijke kredieten worden aangeboden.

3.1. Bedrijfssegmenten (primaire segmentatiebasis)

(b) Caps, floors en opties tot vervroegde terugbetaling worden mee in aanmerking genomen voor het bepalen van de reële waarde van kredieten en schuldvorderingen. (c) Voor de meeste kredieten en schuldvorderingen blijft de kredietwaardigheid stabiel over de looptijd. De ervaring wijst echter uit dat in een aantal portefeuilles de kredietwaardigheid tijdens de looptijd wijzigt. Voor deze portefeuilles hielden wij ook rekening met de meest recente kredietwaardigheid om de reële waarde te berekenen. 1.33. Geldmiddelen en equivalenten Binnen de context van het kasstroomoverzicht omvatten geldmiddelen en daarmee gelijkgeschakelde middelen met een resterende looptijd van minder dan drie maanden die zijn opgenomen in geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken, kredieten en voorschotten tussen banken, kredieten en voorschotten aan cliënten, voor handelsdoeleinden aangehouden financiële activa, voor verkoop beschikbare financiële activa en financiële activa van de volledige reële-waardeportefeuille. 1.34. Winst per aandeel De gewone winst per aandeel wordt berekend door de voor de gewone aandeelhouders beschikbare netto-opbrengsten te delen door het gewogen gemiddeld aantal gewone uitgegeven aandelen tijdens het jaar, exclusief het gemiddelde aantal door Dexia ingekochte en aangehouden gewone aandelen. Voor de verwaterde winst per aandeel wordt het gewogen gemiddelde aantal gewone uitgegeven aandelen aangepast op basis van de veronderstelling dat alle potentiële gewone aandelen die tot verwatering zullen leiden, zoals converteerbare schulden en aan werknemers toegekende aandelenopties, worden omgezet. Potentiële of voorwaardelijke aandelenuitgiftes worden als verwaterend behandeld wanneer de derivaten “in the money” zijn en hun omzetting in aandelen de nettowinst per aandeel zou verlagen.

2. Transacties met verbonden partijen Er is sprake van verbonden partijen als één partij zeggenschap kan uitoefenen over een andere partij of invloed van betekenis kan uitoefenen op het financieel en operationeel beleid van de andere partij. De hoofdmoedermaatschappij van de Groep is Dexia, een NV naar Belgisch recht. Relaties met volgens de methode van de vermogensmutatie verwerkte bedrijven worden gerapporteerd, alsook relaties met de bestuurders.

3. Segmentrapportering Een segment is een duidelijk te onderscheiden onderdeel van Dexia dat producten of diensten levert (bedrijfssegment) of dat producten of diensten levert binnen een bepaalde economische omgeving (geografisch segment) en dat een van andere segmenten afwijkend rendements- en risicoprofiel heeft. Over segmenten waarbij het merendeel van de opbrengsten afkomstig is uit de verkoop aan


De te rapporteren segmenten van Dexia worden gedefinieerd met behulp van de “managementbenadering”, en zijn die welke door het management worden beschouwd als segmenten die Dexia strategisch beheren en bedrijfsbeslissingen nemen. Dexia is als volgt georganiseerd: - Financiële dienstverlening aan de publieke sector, financiering van projecten en credit enhancement - Financiële dienstverlening aan particulieren - Financieel beheer en verzekeringen - Thesaurie en financiële markten - Niet-toegewezen. Het “niet-toegewezen” deel bestaat voornamelijk uit: - aandelenportefeuilles die niet aan andere segmenten kunnen worden toegewezen - overtollig aandelenkapitaal - gebouwen en andere materiële en immateriële vaste activa die niet aan andere metiers kunnen worden toegewezen - aandelenlease-activiteiten in Nederland - items die niet aan andere segmenten kunnen worden toegewezen. Dexia richt zich tot twee soorten cliënten: bedrijven en particulieren. Alle distributieactiviteiten in verband met deze twee markten vallen onder een specifiek metier (eerste en tweede metier). Bovendien vertonen sommige activiteiten raakpunten op basis van hun aard en zijn ze gemeenschappelijk voor alle commerciële metiers. Deze activiteiten (Vermogensbeheer, Fondsenbeheer en Verzekeringen) zijn gegroepeerd als een “productie- en servicecentra”-functie (derde metier). Ten slotte heeft Dexia een metier “Thesaurie en financiële markten” (vierde metier), waaronder alle marktactiviteiten en de daarmee verband houdende activiteiten vallen, zowel voor de metiers van de Groep als voor externe tegenpartijen. Relaties tussen de metiers, en met name tussen commerciële metiers, financiële markten en productie- en servicecentra, zijn onderworpen aan retrocessies en/of analytische overdrachten, beheerst door “service level agreements” op basis van normale commerciële voorwaarden en marktvoorwaarden. De resultaten van elk metier omvatten ook: - de winsten uit commerciële activiteiten, inclusief de beheerskosten van die activiteiten en het eigen vermogen van de Groep dat aan die activiteit wordt toegewezen op basis van op middellange en lange termijn uitstaande bedragen; - interest op economisch kapitaal: economisch kapitaal wordt aan de metiers toegewezen voor interne doeleinden, en het rendement op economisch kapitaal wordt gebruikt om de prestaties van elk metier te meten; - fundingkosten. Activa en verplichtingen van de segmenten bestaan uit bedrijfsactiva en -verplichtingen, die het merendeel van de balans uitmaken, maar omvatten geen items zoals belastingactiva en -verplichtingen. De Chief Operations & Technology Officer (COTO) beheert de voornaamste materiële en immateriële activa. Deze worden bijgevolg

toegewezen aan “Niet-toegewezen”, behalve wanneer ze direct door een commercieel of financieel metier worden beheerd. De grondslagen voor financiële verslaggeving van de segmenten zijn dezelfde als die welke in het overzicht van de belangrijkste gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving zijn beschreven. 3.2. Geografische segmenten (secundaire segmentatiebasis) Hoewel de bedrijfssegmenten van Dexia op wereldwijde basis worden beheerd, zijn ze actief in vier grote geografische gebieden, namelijk: - de eurozone (landen die de euro als munteenheid gebruiken); - de rest van Europa (Europese landen die niet tot de eurozone behoren); - de Verenigde Staten; - de rest van de wereld.

4. Effect van wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving als gevolg van eerste toepassing van IFRS 4.1. Data van de eerste toepassing Dexia heeft besloten alle door de Europese Commissie bekrachtigde IAS, IFRS, interpretaties van het SIC en interpretaties van het IFRIC toe te passen vanaf 1 januari 2004, met uitzondering van de volgende normen en interpretaties, die vanaf 1 januari 2005 worden toegepast: - IAS 32 en de daarmee verband houdende SIC-IFRIC en zijn aanpassingen; - IAS 39 en het daarmee verband houdende SIC-IFRIC en zijn aanpassingen; - IFRS 4. 4.2. Voorstelling Met het oog op de voorstelling heeft Dexia besloten de financiële activa en verplichtingen voor te stellen zoals ze omschreven staan in IAS 32&39 voor 2004 en 2005. Toch worden de financiële activa en verplichtingen gewaardeerd volgens Dexia GAAP in 2004 en IFRS in 2005, zoals is toegestaan krachtens IFRS 1. 4.3. Analyse van IFRS 1-opties 4.3.1. Bedrijfscombinatie Dexia heeft IFRS 3 “Bedrijfscombinaties” niet retroactief toegepast op bedrijfscombinaties die vóór 1 januari 2004 plaatsvonden. 4.3.2. Personeelsbeloningen Dexia heeft ervoor geopteerd alle cumulatieve actuariële meer- en minderwaarden op te nemen in de reserves op de overgangsdatum. 4.3.3. Cumulatieve omrekeningsverschillen Dexia heeft besloten om gebruik te maken van de volgende vrijstelling: de cumulatieve omrekeningsverschillen voor alle buitenlandse activiteiten worden geacht nihil te zijn op de overgangsdatum. 4.3.4. Op aandelen gebaseerde betalingen Sinds 1 januari 2004 past Dexia IFRS 2 “Op aandelen gebaseerde betalingen” toe op instrumenten die na 7 november 2002 werden toegekend.

5. Beleid inzake risicobeheer en afdekkingsactiviteiten Dit deel bevat informatie over de blootstelling van Dexia aan, en zijn beheer en beheersing van, inzonderheid de primaire risico’s die aan zijn gebruik van financiële instrumenten verbonden zijn: - het marktrisico is de blootstelling aan waarneembare marktvariabelen, zoals rentevoeten, wisselkoersen en aandelenmarkten; - het kredietrisico is het verliesrisico dat voortvloeit uit het in gebreke blijven van klanten of tegenpartijen en ontstaat uit kredietposities in alle vormen, inclusief het vereffeningsrisico; - het financierings- en liquiditeitsrisico is het risico niet in staat te zijn verschuldigde betalingen te verrichten op het moment dat die betalingen verschuldigd zijn, of niet in staat te zijn op de markt middelen te lenen, zonder of zelfs met zekerheidsstelling, tegen een aanvaardbare prijs ter financiering van feitelijke of voorgestelde verbintenissen. De notionele bedragen van bepaalde soorten financiële instrumenten verschaffen een basis voor vergelijking met in de balans opgenomen instrumenten, maar geven niet noodzakelijk een indicatie van de bedragen van de betrokken toekomstige kasstromen of van de actuele reële waarde van de instrumenten en geven bijgevolg evenmin een indicatie van de blootstelling van Dexia aan krediet- of prijsrisico’s. De derivaten worden gunstig (activa) of ongunstig (verplichtingen) als gevolg van schommelingen in de onderliggende rente, wisselkoersen of kredietrisico’s of in het onderliggende eigen vermogen rekening houdend met hun voorwaarden. Het totale contractueel of notioneel bedrag van beschikbare derivaten, de mate waarin instrumenten gunstig of ongunstig zijn, en bijgevolg de totale reële waarde van derivaten, kunnen aanzienlijk schommelen. Er werden veronderstellingen en technieken ontwikkeld om een consequente bepaling van de reële waarde te verschaffen voor de activa en verplichtingen van Dexia. Aangezien andere instellingen mogelijk andere methoden en veronderstellingen hanteren, kan de over de reële waarde verstrekte informatie echter niet noodzakelijk worden vergeleken met die van een andere instelling. In dit deel wordt ook informatie verschaft over het reglementair eigen vermogen van de Groep. 5.1. Marktrisico 5.1.1. Overzicht Het marktrisico is het verliesrisico dat ontstaat uit schommelingen in waarneembare marktvariabelen, zoals rentevoeten, wisselkoersen en aandelenmarkten. Het risico van koersbewegingen van effecten dat voortvloeit uit algemene factoren die verband houden met het aan kredieten en landen verbonden risico en uit gebeurtenissen die specifiek zijn voor individuele emittenten, wordt ook als marktrisico beschouwd. Dexia loopt voornamelijk een marktrisico als gevolg van handelsactiviteiten, die zijn geconcentreerd in het metier “Thesaurie en financiële markten” (TFM). Dit risico ontstaat uit marktmakeractiviteiten, ondersteuning van cliënten en eigen posities in aandelen, vastrentende waarden, rentedragende producten en posities in vreemde valuta. TFM neemt niet-handelsgebonden risicoposities in die ontstaan uit balans- en vermogensbeheeractiviteiten op korte termijn. Marktrisico’s ontstaan ook, zij het in veel beperktere mate, in andere metiers, voornamelijk als gevolg van de ondersteuning van bedrijfsactiviteiten van cliënten.


Het risicomanagement van de Groep (GRM) definieert de risicoregels, het kader en de controleprocedures, en fungeert als een onafhankelijke risicobeheereenheid voor marktrisico’s, kredietrisico’s en operationele risico’s. Elke hoofdentiteit van Dexia heeft haar eigen risico-eenheid die de risicoregels van de Groep operationeel toepast. Er worden marktrisicometingen toegepast op alle handelsactiviteiten, op posities in vreemde munten wanneer zij ontstaan, en op het renterisico in de bankboeken van alle metiers, met inbegrip van TFM.

bedoeld zijn om hun gemiddelde kasstromen en herzieningsgedrag te schatten. De structuur en de parameters van de replicatieportefeuilles worden ingesteld in overeenstemming met het over lange termijn waargenomen gedrag van de markt en de cliënten, en worden periodiek herzien. 5.1.3. Muntrisico Het muntrisico is het verliesrisico dat voortvloeit uit wisselkoerswijzigingen. Handelsgebonden

De voornaamste risicometingen en -controles met betrekking tot marktrisico zijn “value at risk” (VaR) en “stress test”. “Value at risk” drukt het potentiële verlies op de actuele portefeuille uit als gevolg van ongunstige marktontwikkelingen, uitgaande van een specifieke tijdshorizon voordat posities kunnen worden aangepast (bezitsduur van 10 dagen), en gemeten volgens een specifiek vertrouwensniveau (99 %), op basis van in het verleden vastgestelde marktontwikkelingen. “Stress test” wordt beoordeeld tegen een reeks potentiële toekomstige scenario’s gebruikmakend van “stressveranderingen” in marktvariabelen, die geregeld worden gecontroleerd. Waar nodig worden ook aanvullende controles toegepast om te grote concentraties te vermijden, rekening houdend met variaties in prijsvolatiliteit en marktdiepte en -liquiditeit. Deze omvatten controles op de blootstelling aan individuele marktrisicovariabelen, zoals individuele rentevoeten of wisselkoersen, en posities in de effecten van individuele emittenten (“emittentenrisico”).

Dexia is actief op valutamarkten en loopt een valutarisico als gevolg van deze handelsactiviteiten, die voornamelijk uitgaan van het metier “Thesaurie en financiële markten”. Deze handelsgebonden risico’s zijn onderworpen aan VaR-, stress- en concentratielimieten zoals beschreven onder 5.1.1.

5.1.2. Renterisico

5.1.4. Aandelenrisico

Het renterisico is het verliesrisico dat voortvloeit uit rentevoetwijzigingen. Dit risico wordt voornamelijk beheerd via de limietstructuur die hierboven onder 5.1.1 is beschreven. Voor alle rentegevoelige posities, of ze nu worden gewaardeerd op basis van de marktprijs dan wel onderworpen zijn aan “accrual accounting” (boekhoudkundige verantwoording op basis van het toerekeningsbeginsel), wordt de blootstelling aan rentevoetwijzigingen uitgedrukt als de impact van een verandering van één basispunt (0,01 %) in de rentevoeten op hun reële waarde. De rentegevoeligheid is één van de factoren die worden gebruikt in het “Value at Risk”-model. Niet-handelsgebonden Het renterisico is inherent aan veel van de ondernemingen van Dexia en ontstaat uit factoren zoals verschillen in tijdstip tussen contractuele vervaldagen of herzieningsdata van activa, verplichtingen en derivaten. De meeste niet-handelsgebonden renterisico’s op korte termijn worden geregistreerd bij het aangaan van een transactie en overgedragen aan een managementeenheid – voornamelijk de “Treasury Trading”-eenheid van het metier “Thesaurie en financiële markten” – waar ze worden beheerd binnen de marktrisicolimieten die onder 5.1.1 zijn beschreven. De margerisico’s die zijn besloten in voor particulieren bestemde producten blijven bij, en zijn onderworpen aan een aanvullende analyse en controle door de bedrijfseenheden waaruit die producten voortkomen. Veel cliëntenproducten hebben geen contractuele vervaldatum of direct aan de markt gekoppelde rente. Hun renterisico wordt op een samengevoegde basis overgedragen via “replicatieportefeuilles” – portefeuilles van doorlopende transacties tussen de bedrijfseenheid die die transacties aangaat en het metier “Thesaurie en financiële markten” of ALM-afdeling tegen marktrentevoeten die


Niet-handelsgebonden De rapporteringsmunt van Dexia is de euro, maar zijn activa, verplichtingen, opbrengsten en kosten luiden in vele verschillende munten, met belangrijke bedragen in Amerikaanse dollar (USD). De gerapporteerde winsten of verliezen worden op elke afsluitingsdatum omgewisseld in euro, wat de volatiliteit van de winst van Dexia uit wisselkoerswijzigingen, beperkt. Van tijd tot tijd gaat Dexia over tot proactieve afdekking van belangrijke verwachte winsten/kosten uit vreemde valuta (voornamelijk in USD) in overeenstemming met de instructies van de raad van bestuur van Dexia.

Het aandelenrisico is het verliesrisico dat voortvloeit uit wijzigingen in de niveaus van aandelenindexen en de waarde van individuele aandelen. Het metier “Thesaurie en financiële markten” is actief in belangrijke aandelenmarkten en loopt als gevolg daarvan een aandelenrisico. Deze risico’s zijn onderworpen aan VaR-, stress- en concentratielimieten zoals beschreven onder 5.1.1 en, in het geval van individuele aandelen, aan controles van het emittentenrisico zoals beschreven onder 5.1.5. 5.1.5. Emittentenrisico De waarde van verhandelbare activa – aandelen, obligaties en andere voor handelsdoeleinden aangehouden schuldinstrumenten – wordt beïnvloed door factoren die specifiek zijn voor individuele emittenten, alsook door algemene marktbewegingen. Die kunnen kortetermijnfactoren omvatten die de prijs beïnvloeden, maar ook meer fundamentele oorzaken, waaronder een ernstige financiële terugval. Als actief trader in aandelen en obligaties bezit het metier “Thesaurie en financiële markten” posities in verhandelbare activa die niet alleen worden opgenomen in VaR, maar die ook onderworpen zijn aan concentratielimieten die gelden voor individuele emittenten, inclusief posities die voortvloeien uit derivaten en materiële posities. 5.2. Kredietrisico Het kredietrisico vertegenwoordigt het verlies dat Dexia zou lijden als een cliënt of tegenpartij respectievelijk haar contractuele verplichtingen niet zou nakomen. Dit risico is inherent aan klassieke bankproducten – kredieten, krediettoezeggingen en andere voorwaardelijke verplichtingen, zoals kredietbrieven – en in verhandelde producten – derivaten zoals termijncontracten, swaps en opties, en

terugkoopovereenkomsten en transacties met betrekking tot het lenen en uitlenen van effecten. Dalingen van de marktwaarde van verhandelbare activa (effecten en andere voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen in verhandelbare vorm) die voortvloeien uit wijzigingen in de kredietkwaliteit van individuele verplichtingen, worden beschouwd als een marktrisico. Dat wordt hierboven toegelicht onder 5.1.1. Om een consequente en uniforme benadering met gepaste (onderlinge) controles te verzekeren, hebben alle entiteiten met aanmerkelijke kredietrisico’s onafhankelijke functies voor het beheer van het kredietrisico. Zij zijn verantwoordelijk voor de ratings van tegenpartijen en de beoordelingen van het kredietrisico. De hoogste beslissingsbevoegdheid op het vlak van kredietrisico, inclusief de beslissingsbevoegdheid inzake het aanleggen van waardecorrecties voor kredietverliezen, berust bij de kredietcomités op het niveau van de Groep. Dexia beheert en controleert concentraties van kredietrisico’s overal waar deze worden vastgesteld, met name bij individuele tegenpartijen en groepen en bij bedrijfssectoren en landen. Dexia legt limieten vast met betrekking tot zijn kredietpositie in zowel individuele tegenpartijen als groepen van tegenpartijen. Het risico van bankproducten wordt gemeten als het bedrag van de nominale waarde. Voor alle verhandelde producten wordt de kredietpositie gemeten voor interne risicobeheersdoeleinden, niet alleen op basis van de actuele vervangingswaarde van de contracten, maar ook op basis van potentiële toekomstige veranderingen in de vervangingswaarde (op basis van een “toevoeging” volgens producttype en looptijd), en kredietlimieten worden op die basis toegepast. Transacties met betrekking tot het lenen en uitlenen van effecten worden in de balans voorgesteld d.m.v. de waarde van zekerheden in geldmiddelen die werden geplaatst bij of werden ontvangen van tegenpartijen, terwijl transacties van (omgekeerde) terugkoopovereenkomsten worden voorgesteld d.m.v. de bedragen van de termijnverbintenissen. Dexia maakt actief gebruik van kredietderivaten om het aan banken verhandelde producten verbonden kredietrisico te dekken.

singsverplichtingen niet worden nagekomen) wanneer betalingen van rente, hoofdsommen of vergoedingen meer dan 90 dagen achterstallig zijn of wanneer insolventieprocedures zijn ingeleid of verplichtingen zijn geherstructureerd op basis van de voorwaarden van de concessionaris. Feitelijke kredietverliezen doen zich onregelmatig voor, zowel in termen van tijdstip als bedrag, en de kredietverliezen hebben gewoonlijk betrekking op transacties die in voorgaande verslagperioden zijn afgesloten. Teneinde het gemiddelde kredietverlies in de tijd te verantwoorden en om voor risico aangepaste prijsstelling aan te moedigen, gebruikt Dexia voor beheersdoeleinden het concept “verwacht verlies”. Een verwacht verlies is een op statistieken gebaseerde meting die bedoeld is om een beeld te geven van de jaarlijkse kosten die gemiddeld in de tijd zullen ontstaan uit posities die een waardevermindering ondergaan, en in functie van de kans dat de tegenpartij in gebreke blijft (bepaald door de rating van tegenpartij), actuele en vermoedelijke toekomstige blootstelling aan de tegenpartij en de vermoedelijke omvang van het verlies indien de tegenpartij in gebreke blijft. 5.3. Liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico is het risico dat de bank niet in staat is haar huidige of toekomstige financiële verplichtingen na te komen of niet in staat is dat op tijd te doen (solvabiliteits- of herfinancieringsrisico). De benadering van Dexia van het liquiditeitenbeheer is ervoor te zorgen dat het voor zover mogelijk altijd over voldoende liquide middelen kan beschikken om zijn verplichtingen op de vervaldag na te komen, zonder afbreuk te doen aan zijn vermogen om snel in te spelen op strategische marktopportuniteiten. Gelet op de omvang van de balans van Dexia, wordt het evenwicht tussen zijn werkmiddelen en de aanwending ervan nauwlettend in het oog gehouden. In de praktijk gaat de aandacht vooral naar twee aspecten: - De mate waarin de verwachte kredietproductie (op het vlak van de looptijd en het bedrag) in overeenstemming is met de beschikbare werkmiddelen;

Voorts maakt Dexia bij de verhandeling van derivaten op nietofficiële effectenbeurzen indien mogelijk gebruik van “master netting”-overeenkomsten, en heeft het in overeenstemming met algemene markttrends ook bilaterale overeenkomsten inzake zekerheidstellingen afgesloten met marktdeelnemers. Er is sprake van concentraties van het kredietrisico als cliënten zich toeleggen op soortgelijke activiteiten, of zich bevinden in dezelfde geografische regio of vergelijkbare economische kenmerken hebben, in die mate dat hun mogelijkheid om aan contractuele verplichtingen te voldoen op vergelijkbare wijze zou worden beïnvloed door wijzigingen in economische, politieke of andere omstandigheden. Bijgevolg worden stressmetingen gedaan om de impact van variaties in faillissementscijfers en in de waarde van activa te beoordelen, rekening houdend met de risicoconcentraties in elke portefeuille.

- De behoeften aan liquide middelen van de Groep, zelfs in moeilijke tijden.

Dexia beschouwt een vordering als een vordering die een waardevermindering heeft ondergaan indien de boekwaarde van de vordering groter is dan de contante waarde van de kasstromen die in toekomstige perioden daadwerkelijk worden verwacht – betalingen van leningsrente en geplande terugbetalingen van hoofdsommen, of andere verschuldigde betalingen, bijvoorbeeld op waarborgen, en inclusief de vereffening van zekerheidstellingen indien deze beschikbaar zijn. Leningen worden verder beschouwd als “non-performing” (d.w.z. leningen waarvan rente- en aflos-

De tweede kwestie wordt behandeld aan de hand van diverse scenario’s met extreme stress-situaties. Deze scenario’s worden dan vertaald in een reeks limieten en ratio’s. Die zorgen ervoor dat Dexia dankzij zijn reserve aan liquide middelen (met name voor de Credit Spread Portfolio) het hoofd kan bieden aan een algeheel tekort aan funding en een stress-situatie m.b.t. de deposito’s en tegelijkertijd zijn kredietactiviteit in stand kan houden. De liquiditeitspositie wordt opgevolgd en gecontroleerd gedurende een periode van één dag tot verscheidene maanden. Er wordt dan ook

De eerste kwestie die aan bod komt, is het jaarlijkse planningsproces. Elk jaar worden de voorspellingen m.b.t. de nieuwe kredietproductie vergeleken met het fundingvermogen. Het is de bedoeling te komen tot een aanvaardbare “liquidity gap profile” (liquiditeitsverschilprofiel) voor de Groep. Bovendien heeft de Groep besloten haar procedure inzake analytische boekhouding te verbeteren, om een beter beeld te geven van de fundingkosten van de transacties van de metiers, m.a.w. of zij funding vergen of voor funding zorgen. Het doel van dit soort van “interne markt” voor liquide middelen is te zorgen voor de juiste stimulans aan het metier om te komen tot een natuurlijke afstemming van het kredietvermogen op het fundingvermogen.


veel belang gehecht aan het voorspellen van de verwachte behoeften inzake liquide middelen in de voornaamste munten, en ook aan de raming van de reserve aan liquide middelen. Bijzondere aandacht gaat uit naar de buitenbalansliquiditeitsverbintenissen van de Groep. Gelet op het belang ervan vallen alle belangrijke aspecten die verband houden met de liquide middelen van de Groep onder de rechtstreekse bevoegdheid van het ALM-comité van de Groep, waarin alle leden van het directiecomité zetelen. 5.4. Kapitaaltoereikendheid 5.4.1. Kapitaaltoereikendheid tot 31 december 2004 De toereikendheid van het kapitaal van Dexia werd gecontroleerd aan de hand van, naast andere maatstaven, de regels en ratio’s die werden vastgelegd door het “Basel Committee on Banking Supervision” (“BIS-regels/ratio’s”). De BIS-ratio’s vergelijken het bedrag van het in aanmerking komend vermogen (in Totaal en “Tier” 1) met de totale risicogewogen activa (RWA’s). Hoewel Dexia zijn kapitaalratio controleert en rapporteert overeenkomstig de BIS-regels, zijn het de door de Belgische regelgevende instantie, de CBFA (Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen), vastgelegde regels die uiteindelijk bepalen welk vermogen vereist is ter ondersteuning van zijn activiteit. Dexia houdt zich aan alle regels inzake het reglementair of economisch vermogen (regulatory capital) voor alle verslagperioden. Het volgens BIS in aanmerking komend vermogen Het volgens BIS in aanmerking komend vermogen bestaat uit twee delen: Het Tier 1-vermogen, dat bestaat uit aandelenkapitaal, het agio, de overgedragen resultaten, inclusief de winst over het actuele jaar, het hybride kapitaal, de omrekeningen van vreemde valuta en de minderheidsbelangen, min de immateriële activa, de te ontvangen dividenden, de netto-longposities in eigen aandelen en de goodwill; het Tier 2-vermogen, dat bestaat uit het in aanmerking komende deel van de achtergestelde langetermijnschulden, min de achtergestelde schulden van en belangen in financiële instellingen. Het Tier 1-vermogen moet minstens 4 % en het totale in aanmerking komende vermogen moet minstens 8 % van de risicogewogen activa bedragen. De risicogewogen activa volgens BIS De totale risicogewogen activa bestaan uit drie elementen, namelijk het kredietrisico, de overige activa en het marktrisico, die hieronder worden omschreven. De kredietrisicocomponent bestaat uit al dan niet in de balans opgenomen vorderingen, die gewaardeerd worden volgens de hieronder beschreven en voorgeschreven formules en die volgens het type van tegenpartij en zekerheid worden gewogen tegen 0 %, 20 %, 50 % of 100 %. De minst riskante vorderingen, zoals vorderingen op OESO-overheden en door zekerheden in contanten afgedekte vorderingen, worden gewogen tegen 0 %, wat betekent dat geen vermogensondersteuning vereist is, terwijl de vorderingen die het meest riskant worden geacht, inclusief de niet door zekerheid afgedekte vorderingen op bedrijven en particulieren, worden gewogen tegen 100 %, wat betekent dat 8 % vermogensondersteuning vereist is. Niet voor handelsdoeleinden aangehouden effecten worden opgenomen als vorderingen, op basis van de nettolongpositie in de effecten van elke emittent, inclusief materiële posities en posities verkregen uit andere transacties zoals opties.


Vorderingen die voortvloeien uit transacties met derivaten omvatten niet alleen de actuele positieve vervangingswaarde (die in de onderstaande tabel wordt weergegeven onder de in de balans opgenomen activa), maar ook een “toevoeging” om hun potentiële toekomstig risico te weerspiegelen. Vermogen is vereist ter ondersteuning van marktrisico’s die ontstaan in alle voor handelsdoeleinden aangehouden posities in rentedragende instrumenten, vreemde munten en aandelen, inclusief de risico’s op individuele aandelen, en de verhandelde schuldverbintenissen zoals obligaties. Dexia berekent dit risico met behulp van een “value at risk”model dat door de CBFA (Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen) is goedgekeurd, waaruit het ter ondersteuning van de marktrisico’s vereiste vermogen wordt afgeleid. In tegenstelling tot de berekeningen voor het kredietrisico en de andere activa levert dit het vereiste vermogen zelf op, in plaats van het bedrag van de risicogewogen activa. Teneinde een totale kapitaalratio te berekenen, wordt het ter ondersteuning van marktrisico’s vereiste vermogen omgezet in een “RWA-equivalent” zodat het vereiste kapitaal 8 % van dit RWAequivalent beloopt, wat betekent dat het voor de marktrisico’s vereiste vermogen wordt vermenigvuldigd met 12,5. 5.4.2. Kapitaaltoereikendheid sinds 1 januari 2005 Dexia wordt als een conglomeraat beschouwd ten behoeve van de rapportering m.b.t. de kapitaaltoereikendheid, en het vereiste kapitaal is dan ook gebaseerd op de per 1 januari 2005 door de CBFA bekrachtigde richtlijn inzake conglomeraten. Verzekeringsmaatschappijen worden dan ook volledig geconsolideerd en worden dus met het oog op de kapitaaltoereikendheid niet langer onderworpen aan de vermogensmutatiemethode. Sinds 1 januari 2005 publiceert Dexia zijn jaarrekening overeenkomstig de door de EU bekrachtigde IFRS. De CBFA heeft gevraagd de toereikendheid van het conglomeraat te berekenen op basis van de IFRS-bedragen, waarbij voor Dexia de volgende belangrijkste aanpassingen van toepassing zijn: - Voor verkoop beschikbare reserves op obligaties en kasstroomafdekkingsreserves maken geen deel uit van het eigen vermogen; - Voor verkoop beschikbare reserves op aandelen worden toegevoegd aan het Tier 2-vermogen als ze positief zijn, met een procentuele verlaging, of worden in mindering gebracht op het Tier 1vermogen als ze negatief zijn; - Bepaalde IFRS-aanpassingen op achtergestelde schulden, minderheidsbelangen en schulden moeten worden teruggeboekt om de kenmerken van de verwerking van het verlies van die instrumenten te weerspiegelen; - Andere elementen (SPV, geactiveerde belastingen enz.) worden ook aangepast op basis van de vereisten van de CBFA; - Het aanvullend eigen vermogen en de risico’s van verzekeringsactiviteiten worden toegevoegd aan die van de bankactiviteiten. Voor publicatie- en rapporteringsdoeleinden heeft Dexia besloten een CAD-ratio (“Capital Adequacy Ratio” of kapitaaltoereikendheidsratio) te blijven geven conform de vroegere rapportering, en zal Dexia een CAD-ratio berekenen met de verzekeringsmaatschappijen die worden behandeld volgens de vermogensmutatiemethode, tot de Basel II-regels van kracht worden.

2 De voornaamste wijzigingen in de consolidatiekring en de lijst van de dochterondernemingen, de gemeenschappelijke dochterondernemingen en de geassocieerde deelnemingen 2.1. In vergelijking met 2004 dienen wij op de volgende aanpassingen te wijzen: A. In de consolidatiekring opgenomen respectievelijk uit de consolidatiekring gelichte ondernemingen De volgende maatschappijen werden in de consolidatiekring opgenomen volgens de methode van de integrale consolidatie: CBX IA 1 SARL CBX IA 2 SARL Dexia Credito Local Mexico SA de CV Dexia Investor Services Bank France SA Dexia Kommunalkredit Czech Republic Dexia Mexico Servicios SA de CV Eurco Finance Unltd (Ireland) FSA Services (Americas) Pty Ltd Funds Management Services Hoche SA De volgende maatschappijen die via volledige integratie werden geconsolideerd, werden uit de consolidatiekring gelicht: Artesia Bail Deelnemingsmaatschappij Halley Dexia Mahé Vendôme SA Dexia Partenaire France DH Constructif Beheer BV DVV Investments BV Eural Spaarbank NV IMMO 26 NV Legio Call Center Services BV LUFA SCI Quai de New York

De volgende maatschappijen die volgens evenredige integratie werden geconsolideerd, werden in de consolidatiekring opgenomen: Fintelect SA De volgende maatschappijen die volgens evenredige integratie werden geconsolideerd, werden uit de consolidatiekring gelicht: Nihil De volgende maatschappijen die via vermogensmutatie worden geconsolideerd, werden in de consolidatiekring opgenomen: Nihil De volgende maatschappijen die via vermogensmutatie werden geconsolideerd, werden uit de consolidatiekring gelicht: Cards Management Company Grand Canal Brokerage Investments Unltd Select Portfolio Servicing Inc.

B. Voornaamste wijzigingen in het participatiepercentage van de Groep

AusBIL

Van

Naar

68

63

C. Naamswijzigingen van de volgende vennootschappen DS Info SA (ex Sofca Investissements SA)

2.2. Lijst van de dochterondernemingen, de gemeenschappelijke dochterondernemingen en de geassocieerde deelnemingen 2.2.A. Lijst van de volledig in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen Naam

Zetel

Gehouden deel van het kapitaal (%)

Activiteitscode

Adinfo NV

Pachecolaan 44 B-1000 Brussel

51

34

Alex Finanz SA PLC

Fernando el Santo 20 E-28010 Madrid

100

41

Alfimava BV

Herengracht 539-543 NL-1017 BW Amsterdam

100

20

Artesia Administratiekantoor BV

Spuistraat 172 NL-1012 VT Amsterdam

100

18

Artesia Bedrijfsfinanciering BV


100

21

Artesia Beleggingsmaatschappij BV

Herengracht 541 NL-1017 BW Amsterdam

100

49

Artesia International Finance NV

Castorweg 22-24 Curaçao – Nederlandse Antillen

100

49


75

Naam

Zetel

Artesia Italia SRL

Studio Tributario Societario Via dei Giardini 7 I-20121 Milano 1180 NW Maple Street # 202 Issaquah, WA 98027 – USA 1013 Centre Road Wilmington, New Castle, 19801 Delaware – USA Herengracht 539-543 NL-1017 BW Amsterdam Herengracht 539-543 NL-1017 BW Amsterdam 1209 Orange Street Wilmington, New Castle, 19801 Delaware – USA 10a, boulevard Royal L-2449 Luxembourg Pachecolaan 44 B-1000 Brussel Sudermanstraat 5 B-2000 Antwerpen 3, avenue Claude Guillemin Site du BRGM F-45100 Orléans Level 23, Veritas House 207 Kent Street Sydney NSW 2000 – Australia 2, rue Nicolas Bové L-1253 Luxembourg Fernando el Santo 20 E-28010 Madrid Fernando el Santo 20 E-28010 Madrid Herengracht 539-543 NL-1017 BW Amsterdam Livingstonelaan 6 B-1000 Brussel Herengracht 539-543 NL-1017 BW Amsterdam Pietermaai 15, PO Box 564 Curaçao – Nederlandse Antillen 14-16, avenue Pasteur L-2310 Luxembourg Pietermaai 15, PO Box 564 Curaçao – Nederlandse Antillen 69, route d’Esch L-2953 Luxembourg Livingstonelaan 6 B-1000 Brussel PO Box 1984 GT Elizabethan Square Grand Cayman – British West Indies 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris Rue des Clarisses 38 B-4000 Liège Bisdomplein 3 B-9000 Gent

Artesia Mortgage Capital Corporation Artesia Mortgage CMBS Inc.

Artesia Multi Purpose I BV Artesia Multi Purpose II BV Artesia Properties Inc.

Artesialux Finance SA Artesimmo I NV Assurance Asset Management Cy AAMC NV Audit en Ingénierie Sociale Consulting SA

AusBIL Dexia Limited

BACOB Finance Luxembourg SA Bancoval SA Bancoval Activos SA Banque Artesia Nederland NV Belstar Verzekeringen NV Bewaarbedrijf Artesia Nederland NV BIL Invest NV BIL Lease SA BIL Part Investments NV BIL RE SA Brussels Business Center NV Canadian Global Funding

CBX IA 1 CBX IA 2 CEB Fin – DKB Fin SA CEVI NV

76



Activiteitscode

100

21

100

21

100

21

100

35

100

35

100

21

100

49

100

31

100

31

100

30

63

10

100

7

50,86

1

100

14

100

1

100

28

100

21

100

10

100

5

100

7

100

27

100

31

0

49

100

10

100

34

100

9

100

34

Naam

Zetel


Activiteitscode

CIGER SA

Rue de Néverlée 12 Parc Industriel de Rhisnes B-5020 Namur

100

34

CLFG Corp.

31 West 52nd street New York, NY 10019 – USA

100

47

CLF Patrimoniale

7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris

100

31

Copharma Industries United

International Financial Services Centre 6 George’s Dock IRL-Dublin 1

26,67

21

Cordius Advisory NV


100

14

Corona NV

Metrologielaan 2 B-1130 Brussel

100

28

Crediop Overseas Bank Ltd

PO Box 707 – West Bay Road Grand Cayman – British West Indies

100

1

Day Nominees Ltd

Garden Road 1 26F Bank of China Tower Hong Kong

100

10

DCL Asia Pacific Sydney

Level 23, Veritas House 207 Kent Street Sydney NSW 2000 – Australia

100

1

Dexia Asset Management Alternative Dublin Ltd

Fitzwilton Place IRL-Dublin 2

100

14

Dexia Asset Management Belgium NV

Koningsstraat 180 B-1000 Brussel

100

19

Dexia Asset Management France SA

Washington Plaza 40, rue de Washington F-75008 Paris Cedex 08

100

19

Dexia Asset Management Luxembourg SA

283, route d’Arlon L-1150 Luxembourg

100

19

Dexia Asset Management PTY Ltd


100

19

Dexia Asset Management SGO

40, rue de Washington F-75008 Paris

100

19

Dexia Australia PTY Ltd


100

47

Dexia Auto Lease NV

Livingstonelaan 6 B-1000 Brussel

100

5

Dexia Bail


100

5

Dexia Bank België NV


100

1

Dexia Bank Denmark A/S

Gronningen 17 DK-1270 Copenhagen

100

1

Dexia Bank Nederland NV

Piet Heinkade 55 Postbus 808 NL-1019 GM Amsterdam

100

1

Dexia banka Slovensko

Hodzova ul. 11 010 11 Zilina – Slowakije

78,98

1

Dexia Banque Internationale à Luxembourg SA

69, route d’Esch L-2953 Luxembourg

99,93

1

Dexia Banque Privée France SA

37, rue d’Anjou F-75008 Paris Cedex 08

100

1

Dexia BIL Asia Singapore Ltd

Raffles Place 9 HEX 22-01 Republic Plaza 048619 Singapore

100

50


77

Naam

Zetel

Dexia BIL Holding (Hong Kong) Ltd

Garden Road 1 26F Bank of China Tower Hong Kong Garden Road 1 26F Bank of China Tower Hong Kong 6 George’s Dock IRL-IFSC Dublin 1 Beethovenstraat 300 NL-1077 WZ Amsterdam 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris 1, rue Foucault F-75116 Paris 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris 51/F, Central Plaza 18 Harbour Road Wanchai, Hong Kong Via Venti Settembre 30 I-00187 Roma Via Venti Settembre 30 I-00187 Roma 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris Torre Hemicor Insurgentes Sur 826 Piso 10 Ala Sur CP 03100 Colonia de Valle Delegación Benito Juarez Mexico D.F. East North Street 15 Delaware 1991 19901 Dover – USA Livingstonelaan 6 B-1000 Brussel 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris Fernando el Santo 15 E-28010 Madrid Livingstonelaan 6 B-1000 Brussel 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris 1209 Orange Street Wilmington, New Castle 19801 Delaware – USA 6 George’s Dock IRL-IFSC Dublin 1 Pachecolaan 44 B-1000 Brussel 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris Koningsstraat 180 B-1000 Brussel Coconut Villa # 2 Jennifer’s Drive, PO Box 10211 APO Grand Cayman Georges Quai House 43 Townsend Street IRL-Dublin 2

Dexia BIL Nominees Ltd

Dexia Capital Ireland Ltd Dexia Certificaten Nederland NV Dexia CLF Banque SA Dexia CLF Immo SA Dexia CLF Regions Bail SA Dexia Corporate Services Hong Kong Ltd

Dexia Crediop per la Cartolarizzazione Dexia Crediop S.p.a. Dexia Crédit Local SA Dexia Credito Local Mexico SA de CV

Dexia Delaware LLC

Dexia Employee Benefits NV Dexia Epargne Pension SA Dexia Equities Espagna SA Dexia Factors NV Dexia Finance SA Dexia Financial Products Inc.

Dexia Financial Services Ireland Unltd Dexia Financière NV Dexia Flobail SA Dexia Fund Services Belgium NV Dexia Fund Services Cayman Ltd

Dexia Fund Services Dublin Ltd

78



Activiteitscode

80

10

100

1

100

49

100

21

80

1

100

10

100

5

100

1

100

49

70

1

100

1

100

1

100

49

100

20

100

25

100

11

100

15

100

20

100

21

100

13

100

10

100

5

100

11

100

13

100

13

Naam

Zetel


Activiteitscode

Dexia Fund Services France SA

39, rue d’Anjou F-75008 Paris

100

19

Dexia Fund Services Italia S.p.a.

Via Mesina 38 I-20154 Milano

100

47

Dexia Fund Services Singapore PTE Ltd

Raffles Place 42-01 9 Republic Plaza 048619 Singapore

100

36

Dexia Funding Netherlands NV

Atrium 7th floor Strawinskylaan 3105 NL-1077 ZX Amsterdam

100

49

Dexia Habitat SA


100

10

Dexia Holding Inc.


100

10

Dexia Hypothekenbank Berlin AG

Charlottenstrasse 82 D-10969 Berlin

100

1

Dexia Immo Lux Conseil SA


51

14

Dexia Insurance Belgium NV


99,63

28

Dexia Insurance & Pensions Services SA

2, rue Nicolas Bové L-1253 Luxembourg

100

25

Dexia Investments Ireland SA

6 George’s Dock IRL-IFSC Dublin 1

100

49

Dexia Investor Services Bank France SA

37, rue d’Anjou F-75008 Paris

100

1

Dexia Kommunalkredit Bank AG

Türkenstrasse 9 A-1092 Wien

50,84

7

Dexia Kommunalkredit Czech Republic

Krakovska 1366/25 CZ-11000 Praag

100

21

Dexia Kredietmaatschappij NV

Rue des Clarisses 38 B-4000 Liège

100

6

Dexia Lease Belgium NV


100

5

Dexia Lease Services NV


100

5

Dexia Life & Pensions SA


100

19

Dexia Location Longue Durée (1)


49

5

Dexia Management Services Ltd

4 Battle Bridge Lane Shackleton House, 2nd Floor UK-London SE1 2RB

100

36

Dexia Mexico Servicios SA de CV

Torre Hemicor Insurgentes Sur 826 Piso 10 Ala Sur CP 03100 Colonia de Valle Delegación Benito Juarez Mexico D.F.

100

41

Dexia Municipal Agency SA


100

1

Dexia Nederland Holding NV

Beethovenstraat 300 NL-Amsterdam

100

10

Dexia Nominees Hong Kong Ltd

Garden Road 1 26F Bank of China Tower Hong Kong

100

1

(1) Specifieke aandeelhoudersovereenkomst. Geconsolideerde jaarrekening

79

Naam

Zetel


Activiteitscode

Dexia Overseas Ltd

2, Jennifer’s Drive Grand Cayman – British West Indies

100

21

Dexia Participation Luxembourg SA


100

10

Dexia Prévoyance France SA

3, avenue Claude Guillemin Site BRGM F-45100 Orléans

67

30

Dexia Privatbank Schweiz AG

Beethovenstrasse 48 CH-8039 Zürich

100

1

Dexia Private Bank Jersey Ltd

Victoria Chambers 12 PO Box 12 Church Street St Helier JE 49NE Jersey – Channel Islands

100

1

Dexia Re SA


100

27

Dexia Sabadell Banco Local

Paseo de las 12 Estrellas 4 Campo de las Naciones E-28042 Madrid

60

1

Dexia Securities Belgium NV

Koning Albert II-laan 30 bus 55 B-1000 Brussel

100

11

Dexia Securities France SA

112, avenue Kléber F-75116 Paris

100

11

Dexia Securities France Holding SA

112, avenue Kléber F-75116 Paris

100

10

Dexia Securities Services NV

Beethovenstraat 300 NL-1077 WZ Amsterdam

100

1

Dexia Securities Services Custody NV

Keizersgracht 617 NL-1000 AV Amsterdam

100

19

Dexia Sofaxis

F-18020 Bourges Cedex

100

47

Dexia Trust Services Hong Kong Ltd

51/F Central Plaza 18 Harbour Road Wanchai – Hong Kong

100

1

Dexia Trust Services Singapore Ltd

Raffles Place 42-01 9 HEX22-01 Republic Plaza 048619 Singapore

100

21

Dexia Woonkredieten NV


100

6

Deximmo NV


100

31

DS Formation France SARL


100

47

DS Info SA (ex Sofca Investissements SA)


100

47

DS Services France


100

47

DVV Finance SA


100

7

Echo Dublin Unlimited


14,24

21

Ely Fund Managers Holding Ltd

Audrey House Ely Place UK-London EC1N 6SW

100

19

Ely Fund Managers Ltd


100

19

Ely Fund Managers (EBT) Ltd


100

47

Enterprise Co.

Queensgate House Grand Cayman – British West Indies

29

49

Eurco Finance Unlimited (Ireland)


100

28

80


Naam

Zetel

Eurco Ireland Ltd

International Financial Services Centre 6 George’s Dock IRL-Dublin 1 2, rue Nicolas Bové L-1253 Luxembourg International Financial Services Centre 6 George’s Dock IRL-Dublin 1 Neugasse 6 CH-8005 Zürich 2, rue Nicolas Bové L-1253 Luxembourg Steinengraben 22 CH-4003 Basel 180, rue des Aubépines L-1145 Luxembourg Steinengraben 23 CH-4200 Basel 69, route d’Esch L-2953 Luxembourg Shirley Street CIBC-Building Nassau Bahamas Commercial House 330 Commercial Street St Helier JE4 8YL Jersey – Channel Islands Herengracht 539-543 NL-1017 BW Amsterdam Liefdadigheidsstraat 15 B-1210 Brussel Koning Albert II-laan 30 bus 55 B-1000 Brussel 31 West 52nd street New York, NY 10019 – USA 31 West 52nd street New York, NY 10019 – USA 3 Bermudiana Road PO Box HM 1272 Hamilton – Bermuda 167 Macquarie Street Sydney – Australia 1 Angel Court UK-London 5, rue Thomas Edison L-1445 Strassen 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris 31 West 52nd street New York, NY 10019 – USA 31 West 52nd street New York, NY 10019 – USA 31 West 52nd street New York, NY 10019 – USA 31 West 52nd street New York, NY 10019 – USA PO Box 309 GT, Ugland House South Church Street, George Town Grand Cayman – British West Indies 31 West 52nd street New York, NY 10019 – USA

Eurcolux SA Eurco Re Ltd

Eurco Rück AG Eurco SA Experta AG Experta Corporate and Trust Services SA Experta Immobilien AG Experta Management SA Experta Trust Company (Bahamas) Ltd Experta Trust Services Jersey Ltd

Exploitatie Maatschappij Hereg BV Fidexis NV Fiduciaire Artesia NV Financial Security Assurance Holdings Ltd Financial Security Assurance Inc. Financial Security Assurance International Ltd

Financial Security Assurance Ltd Financial Security Assurance UK Ltd First European Transfer Agent SA Floral SA FSA Asset Management LLC FSA Administrative Services LLC FSA Capital Management Services LLC FSA Capital Markets Services LLC FSA Capital Markets Services Ltd

FSA Credit Protection Ltd


Activiteitscode

100

28

100

28

99,94

28

99,99

28

100

28

100

19

100

10

100

16

100

19

100

21

100

47

100

31

51

48

100

23

98,1

10

100

28

100

28

100

47

100

28

100

13

100

49

100

19

100

10

100

19

100

19

100

19

100

49


81

Naam

Zetel


Activiteitscode

FSA Global Funding Ltd (Cayman)

PO Box 1093 GT Compass Center 2nd Floor Crewe Road Grand Cayman – British West Indies

29

10

FSA Insurance Company


100

28

FSA International Credit Protection Ltd

PO Box 309 GT, Ugland House South Church Street, George Town Grand Cayman – British West Indies

100

28

FSA Portfolio Management Inc.


100

10

FSA Services (Americas) Pty Ltd


100

47

FSA Services (Australia) Pty Ltd

Veritas House, Level 23 207 Kent Street Sydney NSW 2000 – Australia

100

47

FSA Services (Japan) Inc.

Tokyo Ginko Kyokai Building 17th Floor 3-1, Marunouchi 1-chome, Chiyoda-ku Tokyo 100-0005 Japan

100

47

Funds Management Services Hoche SA

3, avenue Hoche F-75008 Paris

100

19

Fynergie NV


100

32

I.B. Finance SA


100

10

I Broker Europe SARL

12, rue Léon Thyes L-2636 Luxembourg

100

34

I-J Oever I BV


100

31

Immobiliengesellschaft Gartenstrasse AG

Bahnhofstrasse 23 CH-6301 Zug

100

32

Immorente NV


100

31

Independent Investment Management Ltd


100

19

L.A.B.N. NV


100

15

L.A.B.N. II NV


100

15

L.A.B.P.S. NV


100

15

L.A.B.S. NV


100

15

L.A.B.S. II NV


100

15

L.A.B.S. III NV


100

15

Labouchere Beheer BV


100

19

Labouchere Liquiditeitenfonds NV


99,99

13

Livingstone Building NV

Sudermanstraat 5 B-2000 Antwerpen

100

31

Logins NV

Generaal De Wittelaan 17 B-2800 Mechelen

100

34

Mandataria Treuhand AG

Bahnhofstrasse 23 PO 858 CH-6301 Zug

100

23

82


Naam

Zetel


Activiteitscode

Nederlandse Standaard Bank I.J.


100

21

Otzar Hashilton Hamekomi

3, Heftman Street Tel Aviv 64737 – Israël

65,31

1

Parfibank NV

Regentlaan 40 B-1000 Brussel

100

1

Parfipar SA

10a, boulevard Royal L-2449 Luxembourg

100

21

Particuliere Begeleiding en Advisering PBA BV

Oranje Nassaulaan 37 NL-1075 AK Amsterdam

100

6

Pembroke Asset Management Ltd


100

19

Pembroke Asset Management Nominees Ltd


100

21

Premier International Funding


0

10

R2Co.


29

49

Realex NV

Wetstraat 99-101 B-1000 Brussel

100

31

Securifund NV

22-24 Castorweg Curaçao – Nederlandse Antillen

100

21

SISL SA


100

10

SNC Sofcah


100

30

SNC Sofcap


100

30

SNC Sofim


100

47

Socimbal SA

Steinengraben 22 CH-4200 Basel

100

10

Sogeval NV


100

14

Soprex AG

Steinengraben 22 CH-4200 Basel

100

10

Transaction Services Corporation


100

47

Van De Walle Verzekeringen NV

Kortrijksesteenweg 203 B-9830 Sint-Martens-Latem

100

30

VDL – Interass NV

Poelstraat 153 B-9800 Deinze

100

30

WGH SA

Avenue de l’Expansion 7 B-4432 Ans (Alleur)

100

34

Windwiek BV


100

35

Andere dochterondernemingen

Drie vennootschappen van minder belang voor de consolidatie, waarvan de nominatieve vermelding ernstig commercieel nadeel zou kunnen berokkenen.

2.2.B. Lijst van de niet-volledig geconsolideerde dochterondernemingen Naam

Zetel

Alazee Corp.

De Castro Street 24 – Wickham Cay 1 Tortola – British Virgin Islands

Astris Finance

1730 K. Street, N.W., Suite 900 Washington, DC 20006-3845 – USA

Atrium 1

Koloniënstraat 40 B-1000 Brussel


Reden van uitsluiting

Activiteitscode

100

Te verwaarlozen belang

19

55


20

100


47


83

Naam

Zetel

Atrium 2

Koloniënstraat 40 B-1000 Brussel 283, route d’Arlon L-1150 Luxembourg Canada Court 14 Upland Road GY1 4LE St Peter Port Guernsey – Channel Islands Sint-Walburgepark 1 B-8360 Veurne 42, rue Lucien Burnotte B-6840 Neufchâteau 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris 1, rue Foucault F-75116 Paris Hondstraat 34 B-8970 Poperinge 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris 445 Park Avenue New York NY 10022 – USA UI. Sienna 39 PL-00-121 Warsaw 19 Karnigradska Sofia 1000 – Bulgaria UI. Sienna 39 PL-00-121 Warsaw 42 Dorobantilor street, 1st district 010573 Bucuresti, Romania Church Street 2-6 1427 St Helier JE4 2YN Jersey – Channel Islands Raffles Place 42-01 9 Hexx22 – 01 Republic Plaza 048619 Singapore 4, Battle Bridge Lane Shackleton House, Hay’s Galleria UK-London SE1 2GZ Grafenberger Allee 277-287 D-40237 Düsseldorf 76, rue de la Victoire F-75009 Paris 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris

Audit-Trust SA BIL Trust Guernsey Ltd

Boonefaes Verzekeringen NV Bureau Laveaux & Martin SPRL CLF Badger SA CLF Marne La Vallée SA Compagnie pour le Foncier et l’Habitat Deschuytter Verzekeringen NV Dexia Assuréco Dexia CLF Avenir Dexia CLF Développement Dexia CLF Energia Dexia CLF Energy Dexia CLF Organisation Dexia Editions SARL Dexia Global and Structured Finance LLC Dexia Kommunalkredit Bank Polska SA Dexia Kommunalkredit Bulgaria EOOD Dexia Kommunalkredit Polska Sp.z.o.o Dexia Kommunalkredit Romania SRL Dexia Nominees Jersey Ltd

Dexia Nominees Singapore PTE Ltd

Dexia Nominees (UK) Ltd

Dexia Rekord AG Dexint Développement Europrojet Développement SA

84




Activiteitscode

100

Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang

47

100 100

100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 75 50,84 100 100 100 100

Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang

47 21

30 30 10 10 31 30 22 20 20 20 20 20 45 20 1 1 49 1 21

100


21

100


21

100

In vereffening

30

100

Te verwaarlozen belang Te verwaarlozen belang

20

100

20

Naam

Zetel



Activiteitscode

Experta Secretaries Jersey Ltd

Church Street 2-6 300 St Helier JE4 8YL Jersey – Channel Islands

100


21

Experta Services Jersey Ltd


100


41

Experta Trustees Jersey Ltd


100


23

FCP Multimanagement SA


100


14

Finance Television BV

Hoogte Kadijk, F25 143 NL-1018 BH Amsterdam

75,50


21

Gemeentedienst van België CV

Aarlenstraat 53 bus 13 B-1040 Brussel

81,80

Onevenredige kosten

47

Global Bond Management SA


90


14

Guide Pratique de la Décentralisation

6, rue Barbès F-92300 Levallois-Perret

99,95


47

Investor Companion BV

Piet Heinkade 55 NL-1019 GM Amsterdam

100


47

Koffour (LUX) SA

180, rue des Aubépines L-1145 Luxembourg

100


7

Koffour (BVI) SA

De Castro Street 24 Wickham Cay 1 Tortola – British Virgin Islands

100


10

Lannage SA


100


47

Lirepa SA


100


10

Lothbury Nominees Ltd

Battle Bridge Lane Shackleton House UK-London SE1 2GZ

100


35

Luxembourg Global Asset Management SA


100


19

Luxemburger Kapitalanlagegesellschaft SA


100


14

Marais Investissements SARL

15, rue des Pyramides F-75001 Paris

99,80


21

MBS

Pontbeek 63 B-1731 Asse

100


47

Monko Property Ltd

Fitzwilton House Wilton Place IRL-2 Dublin

100


32

Rekord Management & Consulting AG

Weissbadstrasse 14 CH-9050 Appenzell

99,98

In vereffening

28

Rekord Finanzdienstleistung AG

Grafenberger Allee 277-287 D-40237 Düsseldorf

100

In vereffening

30

SISL UKCO Ltd

One Skill Street UK-London EC2Y 8HQ

99,99


10

US Fixed Income Fund Management Company SA


100


14

Valon SA


100


47

Andere dochterondernemingen

Twee vennootschappen van minder belang voor de consolidatie, waarvan de nominatieve vermelding ernstig commercieel nadeel zou kunnen berokkenen.


85

2.2.C. Lijst van de gemeenschappelijke dochterondernemingen waarop een evenredige consolidatie is toegepast Naam

Zetel

Arlinvest NV

Hamiltonpark 24-26 B-8000 Brugge Pacificatiestraat 39 B-2000 Antwerpen Ortega y Gasset 26 E-28006 Madrid Hamiltonpark 24-26 B-8000 Brugge Koning Albert II-laan 30 bus 2 B-1000 Brussel Livingstonelaan 6 B-1000 Brussel Marnixlaan 24 B-1000 Brussel Godecharlestraat 15-17 B-1050 Brussel

Finimmo NV Fintelect SA Himba NV Lex 2000 NV Sepia CVBA S.F. Management NV Vennootschap Leopoldruimte NV


Activiteitscode

49

19

50

16

50

20

99

31

50

31

50

25

48,31

14

50

31

2.2.D. Lijst van de gemeenschappelijke dochterondernemingen waarop geen evenredige consolidatie is toegepast Naam

Zetel

Inforum GIE

Aarlenstraat 53 B-1040 Brussel Koningsstraat 192 B-1000 Brussel

Rainbow ICT-Services ESV



Activiteitscode

50

Te verwaarlozen belang Onevenredige kosten

41

50

34

2.2.E. Lijst van de geassocieerde deelnemingen waarop de vermogensmutatiemethode wordt toegepast De steragentschappen van Dexia Bank worden in een afzonderlijke lijst opgenomen, deze kan bekomen worden op aanvraag. Naam

Zetel

Auxipar NV

Livingstonelaan 6 B-1000 Brussel Brugmannlaan 10 B-1060 Brussel Koning Albert II-laan 9 B-1210 Brussel Haachtsesteenweg 1442 B-1130 Brussel Chaussée d’Alsemberg 1021 B-1420 Braine-l’Alleud Godecharlestraat 15-17 B-1050 Brussel 59, boulevard Haussmann F-75008 Paris 37, rue d’Anjou F-75008 Paris Rue Sainte-Marie 5 B-4000 Liège Keizerinlaan 13-15 B-1000 Brussel Heistraat 129 B-2610 Antwerpen Türkenstrasse 9 A-1092 Wien

Aviabel NV Bank Card Company NV Banksys NV Bogey NV Conceptie en Coördinatie Leopold NV Crédit du Nord SA Financière Centuria SAS Immo Projets SA Isabel NV Justinvest Antwerpen NV Kommunalkredit Austria AG (Groep)



Activiteitscode

39,69

10

20

25

20,02

48

22,40

48

49

31

38,75

31

20

1

34

19

20,33

31

24

39

33,33

32

49

1

Naam

Zetel


Activiteitscode

Kommunalkredit Dexia Asset Management AG

Türkenstrasse 9 A-1092 Wien

49

19

Popular Banca Privada (Groep) SA

95, Edificio Torre Europa Paseo de la Castellana E-28046 Madrid

40

1

Promotion Leopold NV

Godecharlestraat 15-17 B-1050 Brussel

38

31

Rabot Invest NV

Heistraat 129 B-2610 Antwerpen

25

46

RAC Investment Corp. NV

Van Eycklei 1 B-2018 Antwerpen

25

31

SLF Finances SA

Rue Sainte-Marie 5 B-4000 Liège

27,99

43

SLF Immo SA


20,49

31

SLF Participations SA


20,57

19

XL Financial Assurance (1)

Cumberland House 1 Victoria Street Hamilton – Bermuda

12,9

28

(1) Er bestaat een specifiek akkoord met deze maatschappij waarin FSA een invloed van betekenis uitoefent.

2.2.F. Lijst van de geassocieerde deelnemingen waarop geen vermogensmutatiemethode wordt toegepast Naam

Zetel



Activiteitscode

Achatpublic.com SA

107, avenue Parmentier F-75011 Paris

22,13

te verwaarlozen belang

47

Bedrijvencentrum Regio Mechelen NV

De regenboog 11 B-2800 Mechelen

24,33


41

Belgian Olympic Travel NV

Bouchoutlaan 9 B-1020 Brussel

20


47

Compagnie Financière BIL SA & Cie Secs


100


39

Créatis SA

34, rue Nicolas Leblanc BP 2013 F-59000 Lille

25


1

Cypress Point


23


17

Dexia Fondelec Energy Efficiency

Office of Walhers Walker House, Mary Street PO Box 265 GT – George Town Grand Cayman – British West Indies

28,20


13

Europay Luxembourg SC

10, rue d’Activité L-5365 Munsbach

28,10


48

Flanders Expo NV

Maaltekouter 1 B-9051 Gent

42,11


47

Fonds Innovation Plus Nord-Pas-de-Calais


37,50


41

Immo-Croissance Conseils SA


33,33


14

Independent Minds Ltd

Audrey House, Ely Place UK-London EC1N 6SW

27,20


19

Istituto per il Credito Sportivo

Via Giovanbattista Vico, 5 I-00192 Roma

21,62


1

Le Monde Investisseurs

21 bis, rue Claude Bernard F-75005 Paris

35,75


10


87

Naam

Zetel

Luxesite SA

13, rue R. Stumper L-2557 Luxembourg 5, rue Guillaume Kroll L-1182 Luxembourg 1, boulevard Haussmann F-75009 Paris 11, avenue de la Porte-Neuve L-2227 Luxembourg Rue du Canal de l’Ourthe 9 boîte 3 B-4031 Angleur Stassartstraat 32 B-1050 Brussel 75, rue Saint-Lazare F-75009 Paris Stationstraat 172 B-1640 Sint-Genesius-Rode 37, rue Notre Dame des sept douleurs F-84000 Avignon Via Livorno, 36 I-00162 Roma Rue E. Dinot 34 B-5590 Ciney 72 sec Nanking E road 10F 104 Taipei Taiwan – China Astridlaan 37 B-8310 Assebroek

Macquarie European Infrastructure Fund Néracaise de Participations SA Société de la Bourse de Luxembourg SA Société Wallonne de Financement Complémentaire des Infrastructures Sofibru NV Sogama Crédit Associatif SOHR SPRL SNC du chapitre SPS – Sistema Permanente di Servizi Syneco Agence Conseil ASBL Truswell Securities Investment Trust Co. Ltd

Zakenkantoor Vandepitte – Leplae NV

Activiteitscode 1. Banken en kredietinstellingen 2. Privé-spaarkassen 3. Openbare kredietinstellingen 4. Agentschappen 5. Leasingmaatschappij 6. Hypothecaire kredieten 7. Financiering van ondernemingen d.m.v. participaties 8. Distributie van verbruikskredieten 9. Distributie van diverse krediettypes 10. Nemen van en beheer van participaties 11. Beursvennootschappen 12. Beveks, sicavs 13. Gemeenschappelijke beleggingsfondsen 14. Beheermaatschappij van beveks, sicavs 15. Factoring 16. Financieringsmaatschappij van infrastructuur en onroerend goed 17. Overige nevenactiviteiten i.v.m. de verdeling van specifieke financiële producten 18. Administratie m.b.t. financiële markten 19. Portefeuille- en vermogensbeheer, beleggingsadvies 20. Financiële engineering, consultancy, studie en financieel advies 21. Andere activiteiten binnen de financiële sector 22. Borgstellingsvennootschappen 23. Fiducieverrichtingen 24. Wisselkantoor 25. Verzekeringen Leven

88



26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50.

24,79 40,64 34 20,99 32 20 16,50 25,73 50 20,40 20 20

26


Activiteitscode

te verwaarlozen belang te verwaarlozen belang te verwaarlozen belang te verwaarlozen belang te verwaarlozen belang te verwaarlozen belang te verwaarlozen belang te verwaarlozen belang te verwaarlozen belang te verwaarlozen belang te verwaarlozen belang te verwaarlozen belang

41


Verzekeringen Niet-Leven Herverzekeringen Verzekeringsmaatschappijen – multibranche Agenten en makelaars in financiële producten Agenten en makelaars in verzekeringsproducten Onroerendgoedverrichtingen voor eigen rekening Onroerendgoedverrichtingen voor rekening van derden Gezondheid en sociale activiteiten Informatica Met bancaire activiteiten aanverwante activiteiten Overige aanverwante activiteiten Sanering, wegen en afvalbeheer Recreatie Telecommunicatie Transport Andere toeleveringsactiviteiten Energie Economische ontwikkeling Water Uitgifte van boeken en multimedia Studie-, onderzoeken ontwikkelingsactiviteiten Overige dienstverlening Productie, beheer en distributie van geïnformatiseerde betaalmiddelen Financieringsmaatschappij Merchant bank

13 19 11 16 16 22 30 41 46 47 19

30

3 Rapportering per bedrijfssegment en per geografisch segment Rapportering per bedrijfssegment (in miljoenen EUR)

Financiële dienstverlening aan de publieke sector, financiering van projecten en credit enhancement

Financiële dienstverlening aan particulieren

Financieel beheer en verzekeringen

Thesaurie en financiële markten

Niet toegewezen Centrale activa

Dexia

2 121 15 1 405

2 172 33 552

639 0 256

491 0 334

200 17 (227)

5 623 65 2 320

193 505 274

41 217 460

18 055 7

88 335 0

10 088 16

351 200 757

151 747

64 570

21 002

90 653

8 102

336 074

(84) 0 10 (11)

0 0 (38) (27)

0 0 (3) (4)

0 0 13 (5)

(374) (225) (191) (25)

(458) (225) (209) (72)

2 288 23 1 502

2 289 46 657

701 2 275

487 0 312

211 18 (51)

5 976 89 2 695

236 557 261

47 942 491

17 346 19

136 723 0

8 360 7

446 928 778

161 685

67 376

21 852

158 984

7 805

417 702

(111) 0 (49) (14)

0 0 (25) (35)

0 0 26 (4)

0 0 26 (9)

(427) (246) 17 (4)

(538) (246) (5) (66)

Bedrag op 31 december 2004 Resultaat waarvan nettoresultaat uit geassocieerde deelnemingen Nettoresultaat voor belastingen Activa Subtotaal van de activa (1) waarvan investeringen in geassocieerde deelnemingen Verplichtingen Subtotaal verplichtingen (2) Andere segmentinformatie Geactiveerde kosten Afschrijvingen Bijzondere waardeverminderingen (3) Andere niet-kaskosten (4) Bedrag op 31 december 2005 Resultaat waarvan nettoresultaat uit geassocieerde deelnemingen Nettoresultaat voor belastingen Activa Subtotaal van de activa (1) waarvan investeringen in geassocieerde deelnemingen Verplichtingen Subtotaal verplichtingen (2) Andere segmentinformatie Geactiveerde kosten Afschrijvingen Bijzondere waardeverminderingen (3) Andere niet-kaskosten (4)

(1) bevat: Kas en tegoeden bij centrale banken, Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen, Leningen en effecten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden, Leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn, investeringen in geassocieerde deelnemingen en andere activa specifiek voor verzekeringsmaatschappijen. (2) bevat: Schulden aan kredietinstellingen, Leningen aan en deposito’s van cliënten, Schuldpapier, Technische voorzieningen van verzekeringsmaatschappijen. (3) bevat: Bijzondere waardeverminderingen op materiële vaste activa en andere immateriële activa, Bijzondere waardeverminderingen op aandelen, Bijzondere waardeverminderingen op leningen en toegezegde kredietlijnen en Bijzondere waardevermindering op goodwill. Bijzondere waardevermindering op niet-toegewezen – Centrale activa in 2004 omvat een grote voorziening voor Legiolease vorderingen. (4) bevat: de kosten voor op aandelen gebaseerde betalingen, netto dotatie aan voorzieningen voor herstructurering, netto dotatie voor voorzieningen in het kader van IAS 19, verliezen voortvloeiend uit het omwisselen van activa.

Relaties tussen metiers, en met name tussen commerciële metiers, financiële markten en productie- en dienstencentra zijn onderworpen aan retrocessies en/of analytische overdrachten, beheerst door “service level agreements” op basis van normale commerciële voorwaarden en marktvoorwaarden. De resultaten van elk metier omvatten eveneens: – de winst uit commerciële activiteiten, inclusief de beheerskosten van die activiteiten en het eigen vermogen van de Groep dat aan die activiteit wordt toegerekend op basis van het op middellange en lange termijn uitstaande bedrag;

Rapportering per geografisch segment

Eurozone*

Rest van Europa

1 795 369 462 (444)

63 20 751 (8)

437 31 935 (6)

25 4 574 0

0 (37 935) 0

2 320 388 787 (458)

2 074 478 016 (510)

63 24 338 0

520 58 350 (28)

38 9 469 0

0 (61 412) 0

2 695 508 761 (538)

(in miljoenen EUR) Bedrag op 31 december 2004 Nettoresultaat voor belastingen Totaal van het actief Investeringen

– rente op economisch kapitaal: economisch kapitaal wordt aan de metiers toegerekend voor interne doeleinden, en de prestaties van elk metier worden gemeten op basis van het rendement op economisch kapitaal; – kosten van financiering. De Group Chief Operations & Technology Officer (COTO) beheert de voornaamste materiële en immateriële activa. Deze worden bijgevolg toegerekend aan “Niet-toegewezen – Centrale Activa”, tenzij ze rechtstreeks door een commercieel of financieel metier worden beheerd. USA

Rest van de wereld

Transacties binnen de geografische zone

Dexia

Bedrag op 31 december 2005 Nettoresultaat voor belastingen Totaal van het actief Investeringen * Landen die euro gebruiken.

Geografische reporting gebeurt volgens kostenplaats, zijnde het land van de onderneming die de transactie heeft geboekt en niet het land van de cliënten. Geconsolideerde jaarrekening

89

4 Belangrijke bestanddelen die deel uitmaken van het nettoresultaat Gerapporteerde bedragen zijn belangrijk en houden verband met ongebruikelijke transacties. Bijgevolg omvatten ze geen resultaten op de verkoop van effecten noch voorzieningen daarop of op cliënten. De voornaamste posten met betrekking tot het jaar 2004 zijn: – de winst op de verkoop van Kempen & Co (36 miljoen EUR); – het fiscaal verrekenbaar tegoed na de bijzondere waardevermindering van Dexia Securities France door Dexia BIL (35 miljoen EUR); – het fiscaal verrekenbaar tegoed na de bijzondere waardevermindering van Dexia Financière, dat 100 % van Dexia Bank Nederland bezit, door Dexia BIL (110 miljoen EUR); – de voorzieningen die door Dexia Bank Nederland werden geboekt (177 miljoen EUR). De voornaamste posten met betrekking tot het jaar 2005 zijn: – de winst op de verkoop van Eural (70 miljoen EUR); – binnen Dexia Bank Nederland, de door Aegon ontvangen betaling (218 miljoen EUR) en de voorziening voor bijzondere waardeverminderingen en voorzieningen (315 miljoen EUR) ter dekking van de Overeenkomst die door de heer Duisenberg werd afgesloten. Deze twee elementen zijn gesaldeerd in de risicokosten, wat resulteert in nettokosten van 97 miljoen EUR in het eerste kwartaal van 2005; – een positieve impact van 28 miljoen EUR in verband met de schikking van een belastinggeschil bij Dexia Bank België. Alle eenmalige posten worden in dit activiteitenverslag gerapporteerd op pagina 12.

5 Gebeurtenissen na balansdatum Er zal een brutodividend van 0,71 EUR per aandeel worden voorgesteld op de jaarlijkse vergadering van aandeelhouders van 10 mei 2006. Het dividend zal worden betaald op 24 mei 2006. Op 12 januari 2006 ondertekende Dexia een overeenkomst met Rathbone Investment Management Limited voor de verkoop van de bankdiensten aan particulieren van het Londense filiaal van Dexia BIL. Indien de bevoegde instanties hun goedkeuring geven, zal de transactie naar verwachting in april 2006 voltooid zijn. De financiële impact van deze transactie op de geconsolideerde jaarrekening van Dexia is niet materiaal. Het niet-bindende aanbod voor de aankoop van maximaal 75 % van de Roemeense bank Casa de Economii si Consemnatiuni (CEC) werd ingediend op 21 oktober 2005. Dexia zal elke ontwikkeling in de momenteel vertraagde privatisering van CEC op de voet blijven volgen. Op 4 januari 2006 gingen Dexia en Royal Bank of Canada over tot de aankondiging van de voltooiing van de joint venture om hun dienstverlening aan institutionele beleggers samen te voegen. De nieuwe vennootschap, RBC Dexia Investor Services, behoort tot de 10 grootste bewaarders ter wereld. RBC Dexia Investor Services heeft zijn hoofdkantoor in Londen en is de houdstermaatschappij die de strategische richting en het managementtoezicht zal verstrekken aan de werkmaatschappijen, RBC Dexia Investor Services Trust in Canada en RBC Dexia Investor Services Bank in Luxemburg. RBC Dexia Investor Services is een joint venture die voor 50 % in handen is van Royal Bank of Canada en voor 50 % in handen van

90


Dexia. Dexia zal 50 % van de joint venture consolideren volgens de proportionele consolidatiemethode vanaf 1 januari 2006. Dexia’s proportionele aandeel in de bijdrage van RBC zal tegen reële waarde worden geboekt in de geconsolideerde resultatenrekening van Dexia. Bijgevolg zal Dexia een nettoresultaat van meer dan 200 miljoen EUR boeken op zijn bijdrage van nettoactiva aan de joint venture, wat het aandeel van de winst vertegenwoordigt dat toerekenbaar is aan RBC’s belang in de joint venture, evenals 100 miljoen EUR aan immateriële activa.

6 Gerechtelijke procedures Dexia Bank Nederland – Het dossier Legiolease Achtergrond De moeilijkheden met betrekking tot de effecten-lease activiteiten van de voormalige Bank Labouchere (tegenwoordig Dexia Bank Nederland NV; hierna: “DBnl”) werden eind 2001 duidelijk tijdens de snelle en scherpe daling van de koersen op de Amsterdamse effectenbeurs. De waarde van de effecten die als onderpand fungeerden voor de door de bank verstrekte leningen bleek in een groot aantal contracten niet toereikend te zijn, als gevolg waarvan er in plaats van de winst waarop aanvankelijk gehoopt werd, mogelijkerwijs een restschuld dreigde te ontstaan. Verwezen wordt naar de gedetailleerde informatie vervat in de Rekeningen en Verslagen van het jaarverslag 2004 van Dexia (in het bijzonder pagina 6 en pagina’s 93 t/m 96) alsmede naar de in 2005 gepubliceerde Activiteitenverslagen. Overeenkomst met Aegon Op 11 februari 2005 werd overeenstemming bereikt tussen Dexia en Aegon, waarbij de twee partijen hun geschil beëindigden. Daartoe heeft Aegon ter finale kwijting een bedrag van 218 miljoen EUR aan Dexia betaald, met als doel te komen tot een aanvaardbare oplossing voor de effectenlease cliënten van DBnl die in de problemen waren geraakt, en meer gelden te reserveren teneinde cliënten, al dan niet vertegenwoordigd door een stichting, schadeloos te stellen. De Duisenberg-Regeling Op 29 april 2005 werd bekend dat bemiddeling door de heer Wim Duisenberg tot resultaten had geleid. Een schikking werd bereikt tussen DBnl en de Stichting Leaseverlies en de Stichting Eegalease, de Consumentenbond alsmede de Vereniging van Effectenbezitters, hierna “de Belangenorganisaties”. Deze schikking betreft zowel bepaalde, sinds januari 1997 beëindigde, contracten als bepaalde nog lopende contracten, en wel op de volgende wijze: - Cliënten met een restschuld krijgen twee derde van deze restschuld kwijtgescholden, echter onder aftrek van eventuele in het verleden behaalde winsten. - Cliënten die met een beroep op artikel 1:88 van het Nederlands Burgerlijk Wetboek (toestemming van de echtgenoot) voor het verstrijken van een bepaalde termijn nietigverklaring van hun contracten eisen, krijgen volledige kwijtschelding (d.w.z. 100 % van een eventuele restschuld), onder aftrek van eventuele in het verleden behaalde winsten. - Cliënten met een contract waarbij een restschuld niet tot de mogelijkheden behoort, krijgen 10 % van de restschuld kwijtgescholden over een eventuele restschuld bij vroegtijdige beëindiging, na het bereiken van een contractueel bepaald tijdstip.

- Cliënten die zijn ingegaan op het Dexia Aanbod wordt een extra mogelijkheid geboden bij onmiddellijke betaling van de restschuld; zij hebben recht op kwijtschelding van één derde van genoemde schuld. De bestaande “hardheidsclausule”, bedoeld om tot een oplossing te komen voor (mogelijke) sociale en financiële problemen van cliënten, blijft open voor alle cliënten. De criteria voor deze regeling zijn verruimd. Na een positieve respons van een overweldigende meerderheid van de bij de Stichting Leaseverlies en de Stichting Eegalease aangesloten leden met een effectenlease contract (respectievelijk 82 % en 78 % van de respondenten), is de schikkingsovereenkomst tussen DBnl en de Belangenorganisaties op 23 juni 2005 getekend. Als gevolg van deze Duisenberg-Regeling zijn de door de Belangenorganisaties gestarte collectieve procedures tegen DBnl geroyeerd. DBnl heeft aan alle betrokken partijen duidelijk gemaakt dat haar bereidheid om aan de Duisenberg-Regeling deel te nemen geen aanvaarding van verantwoordelijkheid inhoudt. De kosten en voorzieningen welke voor DBnl uit de DuisenbergRegeling voortvloeien zijn per kwartaal herberekend op basis van de geldende marktgegevens en het cliëntengedrag. De Duisenberg-Regeling is sinds oktober 2005 van kracht. De voorwaarden alsmede verdere informatie betreffende deze regeling zijn te vinden op www.dexialease.nl. Op 20 februari 2006 hebben cliënten met in totaal meer dan 95 000 afgesloten contracten een op de Duisenberg-Regeling gebaseerde schikking aanvaard. Dit aantal omvat niet de ongeveer 185 000 contracten van cliënten die reeds afstand van recht hadden gedaan (afstandsverklaring hadden getekend), en waarvan sommigen mogelijk ook van de Duisenberg-Regeling profiteren. Op 18 november 2005 hebben DBnl en de Belangenorganisaties een gezamenlijk verzoekschrift ingediend bij het Gerechtshof van Amsterdam om de Duisenberg-Regeling op basis van de recent geïntroduceerde Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade verbindend te verklaren. Indien het Hof dit verzoek inwilligt, zullen alle cliënten op wie de Duisenberg-Regeling van toepassing is, gebonden zijn aan deze regeling, tenzij cliënten van de zogenaamde optout mogelijkheid gebruik maken door binnen een zekere (door het Hof te bepalen) periode van tenminste drie maanden aangeven de regeling niet te aanvaarden. Vanaf 16 mei 2006 zal het Gerechtshof van Amsterdam DBnl, de Belangenorganisaties alsmede tegenstanders van dit verzoekschrift horen. Verweerschriften kunnen tot en met 14 april 2006 worden ingediend. Als gevolg van het indienen van genoemd verzoekschrift is een zeer groot gedeelte van de rechtszaken geschort tot het moment dat het Hof uitspraak doet. Algemene procedures Er is een aantal geschillen gerezen tussen DBnl en haar cliënten met betrekking tot effecten-lease producten. In eerdere jaarverslagen en kwartaal Activiteitenverslagen heeft Dexia hierover bericht. DBnl heeft nog steeds te maken met claims die gebaseerd zijn op beweerdelijk misleidende informatie/dwaling met betrekking tot effectenlease producten; het niet-vaststellen of het effectenlease product past bij een cliënt gezien diens beleggingservaring en doel-

stellingen alsmede zijn of haar financiële situatie (“zorgplicht”); het niet-verkrijgen van de toestemming van de echtgenoot; verkeerde en misleidende (mondelinge) mededelingen door tussenpersonen; ongevraagde wervende contacten (“cold calling”); huis-aan-huis verkoop; niet-bindende/ongeldige afstandsverklaringen met betrekking tot het Dexia Aanbod; alsmede schendingen van de Nederlandse Wet op het Consumentenkrediet. De geschillen zijn hetzij met individuele partijen, hetzij met stichtingen (Stichting Leaseleed). Zij worden voorgelegd aan verschillende rechtbanken of scheidsgerechten, met name de sectoren civiel en kanton van de rechtbanken, gerechtshoven, het Dutch Securities Institute (DSI) alsmede de Geschillencommissie Bankzaken. In eerdere verslagen en persverklaringen heeft Dexia het publiek op de hoogte gebracht van belangrijke ontwikkelingen. Deze informatie is te vinden op de website van Dexia, www.dexia.com. Op 31 december 2005 is DBnl in civiele procedures gedagvaard door cliënten van wie het aantal contracten minder dan 2 % uitmaakt van het aantal contracten met gerealiseerde of mogelijke verliezen. Een grote meerderheid van de contracten is in collectieve procedures betrokken. In 16 van dergelijke gevallen worden 674 cliënten vertegenwoordigd door Leaseproces BV, een commerciële organisatie die cliënten werft op basis van “no cure, no pay”. Op 20 februari 2006 hebben ongeveer 12 000 cliënten DBnl aangeschreven via Leaseproces BV, vooralsnog echter zonder gerechtelijke procedures aanhangig te hebben gemaakt. Dutch Securities Institute (DSI) In totaal hebben ongeveer 2 500 cliënten een klacht ingediend bij de Klachtencommissie van het DSI. Volgens de laatste schattingen zullen tenminste 1 750 cliënten niet-ontvankelijk worden verklaard op grond van verjaring. De resterende gevallen (maximaal 750) zijn opgeschort en zullen pas behandeld worden na de beslissing van het Gerechtshof van Amsterdam op het gezamenlijke verzoekschrift van DBnl en de Belangenorganisaties om de Duisenberg-Regeling verbindend te verklaren. Eind 2005 waren geen zaken meer in behandeling bij de Commissie van Beroep van het DSI. Depot Lease De Duisenberg-Regeling geldt niet voor een specifieke groep van oorspronkelijk 5 500 cliënten die effectenlease contracten in combinatie met effecten depots hebben afgesloten (“Depot Lease”). In april 2005 heeft DBnl ten behoeve van Depot Lease cliënten een aparte oplossing geïntroduceerd waarop thans op grote schaal door cliënten wordt ingegaan. Minder dan 12 % van de Depot Lease cliënten vecht echter de geldigheid van deze combinatie van producten voor een rechtbank aan. Ongeveer 300 cliënten daarvan zijn verenigd door de Stichting Leaseleed en procederen in een collectieve actie. Beoordeling Het doel van onderstaande publicatie is het verstrekken van de meest recente gegevens van de portefeuillestatus. Het wil lezers in staat stellen inzicht te krijgen in de risico’s welke verbonden zijn aan mogelijke credit defaults alsmede lopende en mogelijke toekomstige rechtszaken.


91

Portefeuille per 31 december 2005 Aantal contracten

Leenbedrag

Totaal uitstaande portefeuille

214 921

1 624,9

1 451,7

(173,2)

- Contracten met voldoende onderpand - Contracten zonder voldoende onderpand waarvan: - Contracten met aflossing - Contracten zonder aflossing waarvan: - Overeenkomst aanvaard* (en afstandsverklaring getekend) - Overeenkomst niet aanvaard

62 537 152 383

299,5 1 325,4

417,7 1 034,0

118,2 (291,4)

35 992 116 391

354,6 970,8

311,8 722,2

(42,8) (248,6)

66 255 50 136

546,4 424,4

409,2 313,0

(137,2) (111,4)

Aantal contracten

Leenbedrag

Totaal uitstaande portefeuille

500 390

4 865,6

5 187,5

321,9

- Contracten met voldoende onderpand - Contracten zonder voldoende onderpand waarvan: - Contracten met aflossing*** - Contracten zonder aflossing waarvan: - Overeenkomst aanvaard* (en afstandsverklaring getekend) - Overeenkomst niet aanvaard

273 768 226 622

2 219,8 2 645,8

3 590,4 1 597,1

1 370,5 (1 048,7)

56 008 170 614

686,6 1 959,2

497,3 1 099,8

(189,4) (859,3)

106 763 63 851

1 214,9 744,3

662,0 437,8

(552,9) (306,4)

(in miljoenen EUR, tenzij anders vermeld)

Zekerheid Overschot (+) of tekort (-) (onderpand) op onderpand

Contracten beeindigd voor 31 december 2005 (in miljoenen EUR, tenzij anders vermeld) **

Zekerheid Overschot (+) of tekort (-) (onderpand) op onderpand

* Het Dexia-Aanbod, de Duisenberg-Regeling of enige andere schikking. ** Alle contracten die sinds hun totstandkoming voldoen aan de effectenlease definitie, ongeacht de wijze waarop zij geëindigd zijn. *** Voornamelijk voortijdig beëindigde contracten.

Toelichting inzake Lernout&Hauspie (LHSP) Ingevolge de inbeschuldigingstelling van Dexia Bank die werd bekendgemaakt op 24 juni 2003 in het kader van het strafrechterlijk onderzoek dat werd geopend in 2001 ten laste van de voormalige managers van LHSP voor feiten die zouden zijn gepleegd tussen 2 juli 1999 en 1 september 2000 door Artesia Banking Corporation, werden vier burgerrechtelijke rechtszaken aanhangig gemaakt tegen Dexia Bank en Dexia NV in de Verenigde Staten, waaronder één class action en 3 individuele rechtszaken door voormalige houders van effecten van LHSP. De dagvaardingen werden in februari en maart 2004 aan Dexia NV betekend. Met betrekking tot de drie individuele rechtszaken hebben de tegenpartijen aanvaard om af te zien van de rechtszaak tegen Dexia NV, zonder evenwel af te zien van het recht om een nieuw verzoek in te dienen op basis van dezelfde feiten. Met betrekking tot de class action hebben de eisers eveneens hun intentie te kennen gegeven om af te zien van de rechtszaak tegen Dexia NV op grond van dezelfde voorwaarden. Een verzoek dat werd ingediend door Dexia Bank met het oog op het verwerpen van de eis zonder onderzoek ten gronde (motion to dismiss) werd verworpen krachtens een beslissing van 9 februari 2005. Een dergelijke motion to dismiss houdt in dat men aanvoert dat, ongeacht het pertinent karakter van de feiten zoals ze door de eiser worden aangevoerd, de eis hoe dan ook verworpen zou worden, bijvoorbeeld wegens verjaring. In 2005 werden vier nieuwe burgerrechtelijke vorderingen tegen Dexia Bank en/of Dexia NV ingesteld. – in juli 2005 dagvaardden de curatoren van Lernout & Hauspie 21 partijen, waaronder Dexia Bank, voor de handelsrechtbank van Ieper met het oog op een schadevergoeding voor de nettoschulden van LHSP in faillissement. – op 27 september 2005 stelde de Litigation Trustee voor de LHSP Litigation Trust een rechtsvordering tegen Dexia Bank Dexia Rekeningen en Verslagen 2005

en Dexia NV in bij de faillissementsrechtbank in Delaware. Deze vordering is in grote mate een kopie van de vordering van de Lernout&Hauspie-curatoren. – op 11 oktober 2005 diende een Belgisch privé-persoon een klacht in tegen Dexia Bank, Dexia NV en andere partijen uit naam van de kopers die van 28 april 1998 tot 8 november 2000 Lernout&Hauspie-aandelen kochten op de EASDAQaandelenmarkt. De rechtsvordering werd ingesteld in het District van Massachusetts. – op 8 november 2005 stelden 4 941 gewezen aandeelhouders van Lernout&Hauspie in België een burgerlijke vordering in tegen verschillende partijen, waaronder Dexia Bank, met het oog op een schadevergoeding voor hun verlies. Deze vorderingen zijn een logisch gevolg van het strafonderzoek en vormen niet echt een nieuwe ontwikkeling. Zowel Dexia NV als Dexia Bank bestrijden ten stelligste de gegrondheid van alle eisen tegen hen. Het jaarverslag 2005 van Dexia Bank bevat een meer gedetailleerde uiteenzetting over de zaak LHSP en de rechtszaken (www.dexia.be).

Successierechten Op 28 september 1999 openden de gerechtelijke instanties bij Dexia Bank een onderzoek naar mogelijke fraude in verband met successierechten. Dit onderzoek heeft geleid tot het in beschuldiging stellen van drie voormalige directeuren van Dexia Bank, waaronder een huidig lid van het Executief Comité van Dexia Bank (eind maart 2004). Deze tenlastelegging betekent echter niet dat de betrokken personen, in wie Dexia NV en Dexia Bank het volste vertrouwen blijven hebben, schuldig zijn. Er deed zich geen ingrijpende ontwikkeling voor in 2005.

7 Toelichtingen bij het actief van de geconsolideerde balans (in miljoenen EUR) 7.1. Geldmiddelen en equivalenten In het kasstroomoverzicht omvatten de geldmiddelen en equivalenten de volgende saldi met een resterende looptijd van minder dan 90 dagen:

a. Uitsplitsing volgens aard 31 dec. 2004

31 dec. 2005

Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen Leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn Leningen en effecten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden Leningen en effecten aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde

3 714 22 615 1 292 330 0

3 435 36 298 3 081 965 18

Totaal

27 951

43 797

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Verplicht aan te houden reserves (*) Andere

1 802 0

1 259 6

Totaal

1 802

1 265

b. Waarvan aan beperkingen onderworpen geldmiddelen:

(*) verplicht aan te houden reserves: verplichte reservedeposito’s die kredietinstellingen dienen aan te houden bij de Europese Centrale Bank of andere centrale banken.

7.2. Kas en tegoeden bij centrale banken 31 dec. 2004

31 dec. 2005

3

4

Aanschaffingsprijs

3 714

3 440

Totaal

3 717

3 444

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Contanten Tegoeden bij centrale banken, uitgezonderd verplichte reservedeposito’s Verplichte reservedeposito’s

576 1 336 1 802

485 1 696 1 259

Totaal

3 714

3 440

waarvan opgenomen in geldmiddelen en equivalenten

3 714

3 435

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Verworven rente

Uitsplitsing volgens aard (aanschaffingsprijs)

7.3. Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen Verworven rente op normale interbancaire leningen en voorschotten Verworven rente op interbancaire leningen en voorschotten die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan Aanpassingen reële waardeafdekking Terugbetalingswaarde, premie/korting en bijzondere waardeverminderingen

260

599

0 0 40 171

0 620 69 312

Totaal

40 431

70 531


93

a. Uitsplitsing volgens aard (terugbetalingswaarde, premie korting en bijzondere waardeverminderingen) 31 dec. 2004

31 dec. 2005

Nostro rekeningen Verkoopovereenkomst Leningen en andere voorschotten Leningen die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan Minus: Leningen die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan: specifieke bijzondere waardevermindering

4 355 18 077 17 739 1

2 329 42 746 24 236 1

(1)

0

Totaal

40 171

69 312

waarvan opgenomen in geldmiddelen en equivalenten

22 615

36 298

31 dec. 2004

31 dec. 2005

1 438

1 595

14

3

0

2 683

Terugbetalingswaarde, premie/korting en bijzondere waardeverminderingen

166 499

188 121

Totaal

167 951

192 402

b. Uitsplitsing van de kwaliteit Zie toelichting 7.16 Kwaliteit van financiële activa.

c. Uitsplitsing volgens looptijd en rentevoet Zie toelichting 12.4, 12.5 en 12.7.

d. Uitsplitsing van de reële waarde Zie toelichting 12.1.

7.4. Leningen en voorschotten aan cliënten Verworven rente op normale leningen aan cliënten Verworven rente op leningen aan cliënten die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan Aanpassingen reële waardeafdekking

a. Uitsplitsing volgens tegenpartij (terugbetalingswaarde, premie/korting en bijzondere waardeverminderingen)

Publieke sector Overige Leningen die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan Minus: Leningen die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan: specifieke bijzondere waardevermindering (1) Algemene

waardeverminderingsverliezen (2)

Totaal waarvan opgenomen in financiële leasing (1) bevat respectievelijk 265 en 178 miljoen EUR voor de effectenlease bij DBnl per 31 december 2004 en 31 december 2005. (2) bevat respectievelijk 236 en 174 miljoen EUR voor de effectenlease bij DBnl per 31 december 2004 en 31 december 2005.

94


31 dec. 2004

31 dec. 2005

91 323 75 010 1 661

112 275 75 799 1 473

(1 148)

(1 018)

(347)

(408)

166 499

188 121

3 000

3 132



d. Uitsplitsing van de reële waarde Zie toelichting 12.1.

7.5. Leningen en effecten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden 31 dec. 2004

31 dec. 2005

Verworven rente op kredieten en beleggingen aangehouden voor tradingactiviteiten

50

66

Aanpassingen reële waardeafdekking

60

(35)

Terugbetalingswaarde, premie korting

14 642

15 624

Totaal

14 752

15 655

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Publieke sector

1 252

2 900

Banken

7 495

9 275

Overige

5 895

3 449

Totaal

14 642

15 624

330 0

965 0

a. Uitsplitsing volgens tegenpartij (terugbetalingswaarde, premie/korting)

waarvan opgenomen in geldmiddelen en equivalenten waarvan opgenomen in financiële leasing

b. Uitsplitsing volgens aard (terugbetalingswaarde, premie/korting) 31 dec. 2004

Leningen Obligaties uitgegeven door publiekrechtelijke lichamen

31 dec. 2005

genoteerd

niet genoteerd

genoteerd

niet genoteerd

0

213

0

1 022

709

0

2 737

9

Andere obligaties en vastrentende instrumenten

9 278

554

9 881

922

Aandelen en niet vastrentende instrumenten

3 672

216

1 053

0

13 659

983

13 671

1 953

31 dec. 2004

31 dec. 2005

319

1 042

31 dec. 2004 Marktwaarde

31 dec. 2005 Marktwaarde

Opgenomen in obligaties uitgegeven door publiekrechtelijke lichamen

0

0

Opgenomen in andere obligaties en vastrentende instrumenten

5

901

Totaal

c. Schatkistpapier en andere in aanmerking komende waardepapieren

Schatkistpapier en andere in aanmerking komende waardepapieren

d. Effecten verpand in het kader van terugkoop-overeenkomsten met andere banken


95

e. Uitsplitsing volgens looptijd en rentevoet Zie toelichting 12.4, 12.5 en 12.7.

f. Uitsplitsing van de reële waarde Zie toelichting 12.1.

7.6. Leningen en effecten aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde 31 dec. 2005 Verworven rente op kredieten en beleggingen aangemerkt tegen reële waarde

50


(164)

Terugbetalingswaarde, premie korting

13 979

Totaal

13 865

a. Uitsplitsing volgens tegenpartij (terugbetalingswaarde, premie korting) 31 dec. 2005 Publieke sector

582

Banken

329

Overige

13 068

Totaal

13 979

waarvan opgenomen in geldmiddelen en kasequivalenten

18

waarvan opgenomen in financiële leasing

0

b. Uitsplitsing volgens aard (terugbetalingswaarde, premie korting) 31 dec. 2005

Leningen Obligaties uitgegeven door publiekrechtelijke lichamen Andere obligaties en vastrentende instrumenten Aandelen en niet vastrentende instrumenten Aan beleggingsfondsen gekoppelde verzekeringen Totaal

genoteerd

niet genoteerd

0 398 5 111 0 5 758

243 184 2 284 0 1

11 267

2 712

c. Schatkistpapier en andere in aanmerking komende waardepapieren Nihil.

d. Effecten verpand in het kader van terugkoop-overeenkomsten met andere banken 31 dec. 2005 Marktwaarde Opgenomen in obligaties uitgegeven door publiekrechtelijke lichamen Opgenomen in andere obligaties en vastrentende instrumenten

96


0 1 449

e. Uitsplitsing volgens looptijd en rentevoet Zie toelichting 12.4, 12.5 en 12.7.

f. Uitsplitsing van de reële waarde Zie toelichting 12.1. Op 1 januari 2005 paste Dexia voor het eerst IAS 39 toe, met inbegrip van de “fair value option”, die in juni 2005 gepubliceerd werd door de IASB. De Europese Commissie keurde deze aanpassing goed in november 2005. Dexia gebruikt de FVO vooral om inconsistenties in opname of waardering (ook “accounting mismatch” genoemd) die anders voortvloeien uit de opname van financiële activa of financiële verplichtingen of de waardering van winsten en verliezen erop op een verschillende basis, te elimineren of alleszins significant te verminderen. De FVO voor financiële activa wordt vooral gebruikt in de volgende situaties: 1) wanneer verplichtingen een discretionaire-winstdelingselement bevatten en uit hoofde waarvan vergoedingen worden betaald op

basis van het gerealiseerde en/of niet-gerealiseerde beleggingsrendement van een specifieke pool van activa van de verzekeraar. 2) De FVO wordt gebruikt als een alternatieve methode om de volabiliteit van winst of verlies te verminderen, wanneer a priori het risico bestaat dat de boekhoudkundige vereisten inzake dekking niet vervuld zullen zijn. Om de reële waarde te bepalen van niet-genoteerde financiële instrumenten aangewezen tegen reële waarde, worden de waarderingsmodellen gebruikt en de procedures gevolgd zoals bepaald door Group Risk Management. De waarderingstechniek is een “discounted cash flow model” waarbij de netto actuele waarde bepaald wordt door een rentevoet die gebaseerd is op beschikbare marktrentevoeten die gelden voor gelijkaardige effecten en voor emittenten met een gelijkaardige kredietrating.

7.7. Leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn 31 dec. 2004

31 dec. 2005

Verworven rente op normale leningen en effecten beschikbaar voor verkoop Verworven rente op leningen en effecten beschikbaar voor verkoop die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan Aanpassingen reële waardeafdekking Terugbetalingswaarde, premie korting en bijzondere waardeverminderingen

1 594 0 0 124 494

1 900 0 8 240 156 064

Totaal

126 088

166 204

a. Uitsplitsing volgens tegenpartij (terugbetalingswaarde, premie korting en bijzondere waardeverminderingen)

Publieke sector Banken Overige Leningen die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan Door publiekrechtelijke lichamen uitgegeven obligaties die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan Andere obligaties en vastrentende instrumenten die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan Bijzondere waardevermindering op aandelen en niet-vastrentende instrumenten Terugbetalingswaarde en premie korting Minus: Leningen en effecten beschikbaar voor verkoop die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan: specifieke waardevermindering Totaal waarvan opgenomen in geldmiddelen en equivalenten

31 dec. 2004

31 dec. 2005

45 284 25 228 53 320 0 0 419 511

61 122 46 485 48 070 0 0 124 592

124 762

156 393

(268)

(329)

124 494

156 064

1 292

3 081


97



d. Uitsplitsing volgens aard (terugbetalingswaarde, premie/korting) 31 dec. 2004

Leningen

31 dec. 2005

genoteerd

niet genoteerd

genoteerd

niet genoteerd

1 057

277

0

391

Obligaties uitgegeven door publiekrechtelijke lichamen

42 643

1 157

48 553

2 216


62 777

12 897

84 242

17 429

3 404

550

2 980

582

109 881

14 881

135 775

20 618

31 dec. 2004

31 dec. 2005

64

91

Verworven rente op tot einde looptijd aangehouden leningen en effecten die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan

0

0


0

0

Terugbetalingswaarde, premie/korting en bijzondere waardeverminderingen

2 755

3 126

Totaal

2 819

3 217

Aandelen en niet vastrentende instrumenten Totaal

e. Overdrachten tussen portefeuilles Nihil.

f. Converteerbare obligaties opgenomen in de portefeuille beschikbaar voor verkoop Geen posities van meer dan 50 miljoen EUR.

g. Uitsplitsing van de reële waarde Zie toelichting 12.1.

7.8. Leningen en effecten die tot einde looptijd worden aangehouden Verworven rente op normale tot op vervaldag aangehouden leningen en effecten

a. Uitsplitsing volgens tegenpartij (terugbetalingswaarde, premie/korting en bijzondere waardeverminderingen) 31 dec. 2004

31 dec. 2005

Overheid Banken Andere kredietnemers Leningen die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan Door publiekrechtelijke lichamen uitgegeven obligaties die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan Andere obligaties en vastrentende instrumenten die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan

1 789 126 840 0 0 0

1 900 451 775 0 0 0

Terugbetalingswaarde en premie korting

2 755

3 126

0

0

2 755

3 126

Minus: Tot einde looptijd aangehouden leningen en effecten die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan: specifieke waardevermindering Totaal

98




d. Uitsplitsing volgens aard (terugbetalingswaarde, premie/korting) 31 dec. 2004

Leningen Obligaties uitgegeven door publiekrechtelijke lichamen

31 dec. 2005

genoteerd

niet genoteerd

genoteerd

niet genoteerd

0

0

0

0

982

0

999

7


1 345

428

1 415

705

Totaal

2 327

428

2 414

712

2004

2005

-

757

n.v.t.

12

Boekwaarde op 1 januari

701

769

Aanschaffingen Vervreemdingen Aandeel in resultaat vóór belastingen Aandeel in belastingen Uitgekeerd dividend Wijziging van goodwill (zie hieronder) Aandeel in verlies en winst niet opgenomen in de resultatenrekening Omrekeningsaanpassingen Overige

36 (1) 95 (28) (47) 2 0 (6) 5

2 (40) 126 (36) (42) 0 2 10 (13)

Boekwaarde op 31 december

757

778

e. Uitsplitsing van de reële waarde Zie toelichting 12.1.

7.9. Investeringen in geassocieerde deelnemingen a. Boekwaarde

Boekwaarde op 31 december 2004 Effect van eerste toepassing van IAS 32&39 en IFRS 4


99

b. Positieve goodwill opgenomen in de boekwaarde 2004

2005

228

231

Wijziging in consolidatiekring (in)

1

0

Overdrachten

0

(2)

Overige

2

0

Aanschaffingswaarde op 31 december (A)

231

229

Gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde waardevermindering op 1 januari

(47)

(48)

Geboekt

(2)

0

Overdrachten

1

2

Gecumuleerde afschrijvingen en gecumuleerde waardevermindering op 31 december (B)

(48)

(46)

Netto boekwaarde op 31 december (A)+(B)

183

183

Aanschaffingswaarde op 1 januari

c. Opsomming van de belangrijkste geassocieerde deelnemingen op 31/12/05 Geassocieerde deelnemingen

Boekwaarde

Reële waarde van de deelneming

Verwijzing naar website

Crédit du Nord

441

746

www.groupe-credit-du-nord.com

Kommunalkredit Austria

118

402

www.kommunalkredit.at

SLF Finance SA

63

63

niet genoteerd

XL Finance Assurance

47

47

niet genoteerd

38

77

www.bancopopular.es/corporativo/corporativa.asp

707

1 335

Groupe Popular Banco Privada Totaal

100


7.10. Materiële vaste activa a. Netto boekwaarde Terreinen en gebouwen

Kantoormeubilair en andere uitrusting

Vastgoedbeleggingen

Totaal

Eigen gebruik Eigenaar

Eigen gebruik Financiële leasing

Eigen gebruik Eigenaar


Operationele leasing

1 015

2

1 297

3

34

1 257

3 608

Aanschaffingen

344

0

74

0

9

31

458

Vervreemdingen

(116)

0

(80)

0

(8)

(86)

(290)

Wijziging in consolidatiekring (uit)

(5)

0

(31)

0

0

0

(36)

Overdrachten

1

0

1

(2)

0

(15)

(15)

Omrekeningsaanpassingen

2

0

(1)

0

0

0

1

Overige

(7)

0

(1)

1

0

(54)

(61)

1 234

2

1 259

2

35

1 133

3 665

(238)

(1)

(1 018)

(2)

(15)

(819)

(2 093)

(25)

0

(92)

0

(5)

(57)

(179)

Terugname

0

0

1

0

0

0

1

Afgeboekt

8

0

71

1

4

85

169


0

0

0

0

0

0

0


1

0

16

0

0

0

17

(80)

0

2

0

0

133

55


0

0

1

0

0

0

1

Overige

(7)

0

(2)

0

0

6

(3)

Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen per 31 december 2004 (B)

(341)

(1)

(1 021)

(1)

(16)

(652)

(2 032)

Netto boekwaarde per 31 december 2004 (A)+(B)

893

1

238

1

19

481

1 633

Aanschaffingswaarde per 1 januari 2004

Aanschaffingswaarde per 31 december 2004 (A) Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen per 1 januari 2004 Geboekt

Overdrachten


101

Terreinen en gebouwen Eigen gebruik Eigen gebruik Eigenaar Financiële leasing Aanschaffingswaarde per 1 januari 2005

Kantoormeubilair en andere uitrusting Eigen gebruik Eigenaar


Operationele leasing

Vastgoedbeleggingen

Totaal

1 234

2

1 259

2

35

1 133

3 665

Aanschaffingen

413

0

89

0

16

20

538

Vervreemdingen

(78)

0

(42)

0

(5)

(1)

(126)


302

0

3

0

0

0

305


0

0

(5)

0

0

0

(5)

Overdrachten

67

(2)

(69)

(1)

0

(197)

(202)


0

0

6

0

0

0

6

Aanschaffingswaarde per 31 december 2005 (A)

1 938

0

1 241

1

46

955

4 181

(341)

(1)

(1 021)

(1)

(16)

(652)

(2 032)

(23)

0

(65)

0

(6)

(64)

(151)

0

0

0

0

0

2

2

13

0

36

0

3

1

53


0

0

(1)

0

0

0

(1)


0

0

3

0

0

0

3

(49)

1

42

0

0

151

145


0

0

(4)

0

0

0

(4)

Overige

(3)

0

(1)

0

0

0

(4)

(403)

0

(1 011)

(1)

(19)

(562)

(1 996)

1 535

0

230

0

27

393

2 185

Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen per 1 januari 2005 Geboekt Terugneming Afgeboekt

Overdrachten

Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen per 31 december 2005 (B) Netto boekwaarde per 31 december 2005 (A)+(B)

b. Reële waarde 31 dec. 2005 Reële waarde van de vastgoedbeleggingen Reële waarde bekomen via een onafhankelijke waardering Reële waarde niet bekomen via een onafhankelijke waardering

397 7 390

c. Kosten 31 dec. 2005 Geactiveerde kosten voor de constructie van materiële vaste activa

236

d. Contractuele verplichtingen met betrekking tot vastgoedbeleggingen op het einde van de periode 31 dec. 2005 Bestemd om vastgoedbeleggingen te kopen, te bouwen of te ontwikkelen

0

Bestemd voor herstelllingen, onderhoud en verbetering van vastgoedbeleggingen

0

Bedrag van materiële activa verpand als zekerheid voor verplichtingen

0

Bedrag van materiële activa met beperkte eigendomsrechten

0

Bedrag van beperkingen inzake realiseerbaarheid van vastgoedbeleggingen of de overmaking van baten en opbrengsten van vervreemding

0

Bedrag van verbintenissen in verband met de verwerving van materiële vaste activa (hoger dan 50 miljoen EUR)

0

102


7.11. Immateriële activa en goodwill Positieve goodwill

Intern ontwikkelde software

876

385

204

1 465

Aanschaffingen

16

7

93

116

Vervreemdingen

0

0

(18)

(18)


Andere immateriële activa (*)

Totaal


(33)

0

(2)

(35)

Overdrachten

(57)

0

(1)

(58)


802

392

276

1 470

Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen per 1 januari 2004

(347)

(270)

(151)

(768)

Geboekt (**)

(19)

(5)

(52)

(76)


17

0

1

18

0

1

1

2

Terugneming Vervreemding/afboeking

0

0

15

15

57

0

1

58

0

0

(2)

(2)


(292)

(274)

(187)

(753)


510

118

89

717

Positieve goodwill

Intern ontwikkelde software

802

392

276

1 470

Aanschaffingen

0

48

37

85

Vervreemdingen

0

(1)

(4)

(5)


7

0

0

7


0

0

(5)

(5)

(18)

30

43

55

0

0

2

2


791

469

349

1 609

Gecumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen per 1 januari 2005

(292)

(274)

(187)

(753)

Geboekt

0

(53)

(47)

(100)


0

0

2

2

Vervreemding/afboeking

0

1

3

4

18

(22)

(22)

(26)

0

0

(1)

(1)


(274)

(348)

(252)

(874)


517

121

97

735

Overdrachten Overige

(*) Andere immateriële activa omvatten ook aangekochte software. (**) Zie bijlage 11.14 voor positieve goodwill.


Overdrachten Omrekeningsaanpassingen

Overdrachten Omrekeningsaanpassingen

Andere immateriële activa (*)

Totaal

(*) Andere immateriële activa omvatten ook aangekochte software.


103

7.12. Belastingvorderingen 31 dec. 2004

31 dec. 2005

252

243

63

39

Belastingen lopend boekjaar

315

282

Uitgestelde belastingvorderingen (zie toelichting 9.2)

431

320

Totaal

746

602

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Overige activa

7 214

7 456

Overige activa specifiek voor verzekeringsactiviteiten

1 221

1 360

Totaal

8 435

8 816

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Verworven opbrengsten

376

237

Over te dragen kosten

81

58

vorderingen (1)

6 155

6 464

6

7

Belastingen: lopend boekjaar/voorafbetaald Bedrijfsbelastingen

7.13. Overige activa

a. Overige activa Uitsplitsing volgens aard

Overige

Fondsbeleggingen (2) Bouwprojecten

45

1

3

3

548

686

7 214

7 456

31 dec. 2004

31 dec. 2005

0

0

Aanschaffingswaarde en aandeel van herverzekeraars

1 221

1 360

Totaal

1 221

1 360

31 dec. 2004

31 dec. 2005

247

121

58

105

0

0

226

284

662

850

Verzekeringsactiva die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan

29

1

Specifieke bijzondere waardevermindering

(1)

(1)

1 221

1 360

Voorraden Overige activa Totaal (1) Hoofdzakelijk geldelijke waarborgen bij derivaten. (2) Zie toelichting 8.7 e.

b. Overige activa specifiek voor verzekeringsactiviteiten b.1. Verworven rente

b.2. Uitsplitsing volgens aard (aanschaffingswaarde en aandeel van de herverzekeraars) Aandeel van herverzekeraars in de technische reserves Vorderingen die voortvloeien uit directe verzekeringstransacties Nog uit te geven premies Geactiveerde

acquisitiekosten (1)

Overige verzekeringsactiva

Totaal (1) Voornamelijk FSA.

104


7.14. Voor verkoop aangehouden vaste activa Voor verkoop aangehouden materiële en immateriële activa Overige activa Totaal

31 dec. 2004

31 dec. 2005

22

35

0

1

22

36

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Deze rubriek omvat hoofdzakelijk gebouwen en bijkantoren in België aangehouden met het oog op verkoop. Het voornaamste hiervan per 31 december 2005, is een gebouw in Mechelen.

7.15. Leasing 1. Dexia als leasinggever

a. Financiële leasing

Bruto investering in de financiële leasing: Niet langer dan 1 jaar

910

680

Langer dan 1 jaar en niet langer dan 5 jaar

1 130

1 149

Langer dan 5 jaar

1 739

1 923

Subtotaal (A)

3 779

3 752

778

620

3 001

3 132

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Niet langer dan 1 jaar

747

534


968

1 024

Langer dan 5 jaar

1 286

1 574

Totaal

3 001

3 132

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Bedrag van voorwaardelijke leasebetalingen die tijdens de periode in resultaat werden opgenomen

94

101

Bedrag van oninbare financiële leasingvorderingen opgenomen in de waardecorrecties voor verliezen op verstrekte leningen op einde periode

13

11

Geschatte reële waarde van financiële leasing

–

3 144

Gecumuleerde waardecorrecties voor oninbare minimale leasingbetalingen

4

4

Onverdiende financieringsopbrengsten financiële leasing (B) Netto investering in de financiële leasing (A)-(B) De netto investering in de financiële leasing kan als volgt worden uitgesplitst:

b. Operationele leasing Toekomstige netto minimale leasebetalingen op grond van niet opzegbare operationele leasings worden als volgt uitgesplitst: 31 dec. 2004

31 dec. 2005


1

8


1

12

Langer dan 5 jaar

0

0

Totaal

2

20

Bedrag van voorwaardelijke leasebetalingen die tijdens de periode in resultaat werden opgenomen

2

9


105

2. Dexia als leasingnemer

a. Financiële leasing Betrokken bedragen zijn immaterieel – zie toelichting 7.10.

b. Operationele leasing Toekomstige netto minimale leasebetalingen op grond van niet opzegbare operationele leases zijn als volgt uitgepsplitst 31 dec. 2004

31 dec. 2005

10

10


8

15

Langer dan 5 jaar

1

1

19

26

31 dec. 2004

31 dec. 2005

0

0


Totaal

Bedrag van toekomstige minimale leasebetalingen te ontvangen op grond van niet opzegbare sublease overeenkomsten op balansdatum Lease en subleasebetalingen opgenomen als kost tijdens de periode: - minimale leasebetalingen

15

22

- voorwaardelijke leasebetalingen

0

2

- sublease betalingen

0

0

15

24

Totaal

7.16. Kwaliteit van financiële activa Normale leningen Verworven rente

Activa waarop bijzondere waardevermindering werd toegepast

31 dec. 2004

31 dec. 2005

31 dec. 2004

31 dec. 2005

31 dec. 2004

31 dec. 2005

260 1 438

599 1 595

0 14

0 3

260 1 452

599 1 598

64

91

0

0

64

91

1 594

1 900

0

0

1 594

1 900

Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen Leningen en voorschotten aan cliënten Leningen en effecten die tot einde looptijd worden aangehouden Leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn

Normale leningen Aanpassing reële waardedekking

31 dec. 2004

Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen Leningen en voorschotten aan cliënten Leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn

106


Totaal

n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Activa waarop bijzondere waardevermindering werd toegepast

Totaal

31 dec. 2005

31 dec. 2004

31 dec. 2005

31 dec. 2004

31 dec. 2005

620 2 683 7 983


0 0 257


620 2 683 8 240

Brutobedrag (aanschaffingswaarde en premie/korting) (A) Uitsplitsing van normale leningen en effecten

31 dec. 2004

31 dec. 2005

40 170

69 312

Normale leningen en voorschotten aan cliënten Normale leningen en effecten die tot einde looptijd worden aangehouden Normale leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn Normale financiële activa voor verzekeringsactiviteiten Normale andere rekeningen en vorderingen Normale overige activa Algemene waardeverminderingsverliezen op normale leningen (-)

166 333 2 755 123 832 1 192 6 153 542 (347)

188 074 3 126 155 677 1 360 6 460 674 (408)

Totaal

340 630

424 275

Normale leningen en voorschotten aan kredietinstellingen

Uitsplitsing van leningen en effecten waarop bijzondere waardevermindering werd toegepast

Brutobedrag (aanschaffingswaarde en premie/korting) (B)


31 dec. 2004

31 dec. 2005

Specifieke bijzondere waardevermindering Individuele basis (C) 31 dec. 2004

31 dec. 2005

Nettobedrag (B)+(C) 31 dec. 2004

31 dec. 2005

1

0

0

0

1

0

Leningen en voorschotten aan cliënten 1 661 Leningen en effecten die tot einde looptijd worden aangehouden 0 Leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn 930 Financiële activa voor verzekeringsactiviteiten 29 Andere rekeningen en vorderingen 2 Overige activa 7

1 473

(1 148)

(1 018)

513

455

0 716 1 5 12

0 (268) (1) (2) 0

0 (329) (1) (1) 0

0 662 28 0 7

0 387 0 4 12

Totaal

2 207

(1 419)

(1 349)

1 211

858

2 630

Brutobedrag (A)+(B) Normale leningen en effecten die waardeverminderingen hebben ondergaan Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen Leningen en voorschotten aan cliënten Leningen en effecten die tot einde looptijd worden aangehouden Leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn Financiële activa voor verzekeringsactiviteiten Andere rekeningen en vorderingen Overige activa Algemene waardeverminderingsverliezen op normale leningen Totaal

Specifieke bijzondere waardevermindering (C)

Nettobedrag (A)+(B)+(C)

31 dec. 2004

31 dec. 2005

31 dec. 2004

31 dec. 2005

31 dec. 2004

31 dec. 2005

40 171 167 994

69 312 189 547

0 (1 148)

0 (1 018)

40 171 166 846

69 312 188 529

2 755

3 126

0

0

2 755

3 126

124 762 1 221 6 155 549

156 393 1 361 6 465 686

(268) (1) (2) 0

(329) (1) (1) 0

124 494 1 220 6 153 549

156 064 1 360 6 464 686

(347)

(408)

0

0

(347)

(408)

343 260

426 482

(1 419)

(1 349)

341 841

425 133


107

8 Toelichtingen bij het passief van de geconsolideerde balans (in miljoenen EUR) 8.1. Schulden aan kredietinstellingen 31 dec. 2004

31 dec. 2005

790

498

0

273

Terugbetalingsbedrag en premie/korting

88 040

134 022

Totaal

88 830

134 793

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Gelopen rente Aanpassingen ingevolge reële-waardeafdekking

a. Uitsplitsing volgens aard (terugbetalingsbedrag en premie/korting)

Direct opeisbaar

5 459

9 584

Op termijn

32 447

45 139

Terugkoopactiviteit

24 561

46 333

Centrale banken

1 656

7 745

Andere schulden

23 917

25 221

Totaal

88 040

134 022

31 dec. 2004

31 dec. 2005

879

739

0

(97)


88 477

96 737

Totaal

89 356

97 379

31 dec. 2004

31 dec. 2005

b. Uitsplitsing naar looptijd en rentevoeten Zie toelichting 12.4, 12.5 en 12.7.

c. Uitsplitsing van de reële waarde Zie toelichting 12.1.

8.2. Leningen aan en deposito’s van cliënten Gelopen rente Aanpassing ingevolge reële-waardeafdekking


Direct opvraagbare deposito’s

40 403

44 094

Spaardeposito’s

3 257

1 992

Termijndeposito’s

39 578

41 345

2

3

83 240

87 434

Terugkoopactiviteit

2 115

4 558

Andere leningen

3 122

4 745

Totaal leningen aan cliënten

5 237

9 303

88 477

96 737

Andere deposito’s van cliënten Totaal deposito’s van cliënten

Totaal

108




8.3. Voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen Gelopen rente Aanpassing naar reële waarde

31 dec. 2004

31 dec. 2005

9

34

33

26

Aanschaffingswaarde en premie/korting

2 046

3 753

Totaal

2 088

3 813

31 dec. 2004

31 dec. 2005

1 879

3 449

74

54


Obligaties uitgegeven door openbare besturen Andere obligaties Terugkoopovereenkomsten

0

234

93

16

2 046

3 753

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Gelopen rente

0

113

Aanpassing naar reële waarde

0

129


0

17 780

Totaal

0

18 022

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Verplichtingen tegen reële waarde

0

12 768

Aan beleggingsinstellingen gekoppelde producten

0

5 012

Totaal

0

17 780

Aandelen Totaal



8.4. Verplichtingen aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde





109

Op 1 januari 2005 paste Dexia voor het eerst IAS 39 toe, met inbegrip van de “fair value option” (FVO), die in juni 2005 gepubliceerd werd door de IASB. De Europese Commissie keurde deze aanpassing goed in november 2005. Dexia gebruikt de FVO vooral om inconsistenties in opname of waardering (ook “accounting mismatch” genoemd) die anders voortvloeien uit de opname van financiële activa of financiële verplichtingen of de waardering van winsten en verliezen erop op een verschillende basis, te elimineren of alleszins significant te verminderen. De FVO voor financiële verplichtingen wordt vooral gebruikt in de volgende situaties: 1) wanneer verplichtingen een discretionaire-winstdelingselement bevatten en uit hoofde waarvan vergoedingen worden betaald op basis van het gerealiseerde en/of niet-gerealiseerde beleggingsrendement van een specifieke pool van activa van de verzekeraar; 2) bij FSA wanneer de hedge accounting vereisten niet vervuld zijn of wanneer het risico bestaat dat ze niet vervuld zullen zijn, wordt de FVO als een alternatief gebruikt om de volatiliteit van winsten en verliezen te verminderen.

De volgende twee types van verplichtingen aangegaan door FSA worden in de Fair Value Optie ondergebracht: 1) vastrentende verplichtingen op maat van klant doordat het in bijzondere mate ontwikkeld werd volgens de specifieke behoeften van de investeerder; 2) globale vastrentende verplichtingen aangegaan ter financiering. Voor beide type verplichtingen is de wijziging in kredietwaardigheid immaterieel daar het om AAA-gerangschikte en op maat geschreven verplichtingen gaat. Deze conclusie wordt bevestigd door een kwantitatieve analyse waarin bewezen wordt dat de contractuele marges niet gecorreleerd zijn met de kredietwaardigheid van FSA en gecorreleerd zijn met gelijkaardige schulden. Om de reële waarde te bepalen van niet-genoteerde financiële instrumenten aangewezen tegen reële waarde, worden de waarderingsmodellen gebruikt en de procedures gevolgd zoals bepaald door Group Risk Management. De waarderingstechniek is een “discounted cash flow model” waarbij de netto actuele waarde bepaald wordt door een rentevoet die gebaseerd is op beschikbare marktrentevoeten die gelden voor gelijkaardige effecten en voor emittenten met een gelijkaardige kredietrating.

8.5. Schuldpapier 31 dec. 2004

31 dec. 2005

2 523

2 507

0

686


142 846

172 492

Totaal

145 369

175 685

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Depositobewijzen

19 877

33 685

Spaarcertificaten van cliënten

12 031

7 367

Niet-converteerbare obligaties

110 938

131 440

Totaal

142 846

172 492

31 dec. 2004

31 dec. 2005

104

102

0

81


4 938

4 802

Totaal

5 042

4 985

Gelopen rente Aanpassing naar reële waarde




8.6. Achtergestelde en converteerbare schulden Gelopen rente Aanpassing naar reële waarde

110


a. Gelopen rente 31 dec. 2004

31 dec. 2005

0

0

Achtergestelde, niet-converteerbare schulden

86

83

Niet-achtergestelde, converteerbare schulden

2

2

Andere instrumenten die tot verwatering aanleiding geven

0

0

16

17

104

102

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Achtergestelde, converteerbare schulden

0

0

Achtergestelde, niet-converteerbare schulden

0

81


0

0

Andere instrumenten die tot verwatering aanleiding geven

0

0

Hybride kapitaalinstrumenten en terugbetaalbare preferente aandelen

0

0

Totaal

0

81

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Perpetuele achtergestelde schulden

1 045

1 027

Overige

3 302

3 194

Totaal

4 347

4 221

31 dec. 2004

31 dec. 2005


94

82

Totaal

94

82

31 dec. 2004

31 dec. 2005

497

499

Achtergestelde, converteerbare schulden

Hybride kapitaalinstrumenten en terugbetaalbare preferente aandelen Totaal

b. Aanpassing naar reële waarde

c. Uitsplitsing volgens categorie (terugbetaling waarde- en premie/korting) Achtergestelde, converteerbare schulden Nihil. Achtergestelde, niet-converteerbare schulden

Lijst beschikbaar op aanvraag.


Lijst beschikbaar op aanvraag.

Andere instrumenten die tot verwatering aanleiding geven Nihil. Hybride kapitaalinstrumenten en terugbetaalbare preferente aandelen

Hybride kapitaalinstrumenten en terugbetaalbare preferente aandelen

Dexia BIL gaf 2 hybride kapitaalinstrumenten uit: - Perpetuele schuld ten belope van 275 miljoen EUR tegen een intrestvoet van 6,875 %, vervroegde terugbetaling mogelijk op trimestriële basis vanaf 7 juli 2006. - Perpetuele schuld ten belope van 225 miljoen EUR tegen een intrestvoet van 6,821 %, vervroegde terugbetaling mogelijk op jaarlijkse basis vanaf 7 juli 2011. Het verschil tussen de boekwaarde en het totaal van de nominale waarden is het gevolg van de premie/korting die in rekening werd gebracht in de intrest marge.


d. Achtergestelde, converteerbare schulden in Dexia-aandelen Nihil.

e. Uitsplitsing volgens looptijd en rentevoeten Zie toelichting 12.4, 12.5 en 12.7.

f. Uitsplitsing van de reële waarde Zie toelichting 12.1.

8.7. Voorzieningen en andere verplichtingen a. Uitsplitsing volgens aard 31 dec. 2004

31 dec. 2005

Claims uit gerechtelijke procedures (1)

235

227

Herstructurering

195

176

Langlopende toegezegd-pensioenregelingen

495

549

51

45

Andere verplichtingen na pensionering Andere langetermijnpersoneelsbeloningen

46

46

Voorzieningen voor niet in de balans opgenomen kredietverplichtingen (2)

99

158

125

119

1 246

1 320

Overige voorzieningen (niet-verzekering) (3) Totaal (4)

(1) Claims uit gerechtelijke procedures omvatten voorzieningen voor werknemers, belastingen, administratieve en andere claims. (2) En waarvoor 89 en 145 miljoen EUR toe te schrijven zijn aan Dexia Bank Nederland (Legiolease Voorziening) respectievelijk in 2004 en 2005. (3) De overige voorzieningen bestaan hoofdzakelijk uit: een voorziening voor de liquidatie van Rekord, voorziening voor het herstellen van materieel vaste activa in zijn oorspronkelijke staat, verlieslatend huurcontract en een aantal voorzieningen voor immateriële gebeurtenissen. (4) Claims met de grootste risico’s worden in detail geanalyseerd in toelichting 6. Gerechtelijke procedures.

112


b. Uitsplitsing van bewegingen Claims uit Herstructurering gerechtelijke procedures

Op 1 januari 2004

Pensioenen en andere personeelsbeloningen

Voorziening Overige voor niet voorzieningen in de balans opgenomen kredietverplichtingen

188

163

607

18

162

Wisselkoersverschillen

(6)

0

0

(1)

0

Dotatie aan de voorzieningen

63

16

110

83

38

Teruggenomen niet-gebruikte bedragen

(41)

(2)

(10)

(1)

(17)

Aangewend tijdens het jaar

(20)

(49)

(77)

(1)

(35)

Wijzigingen in de consolidatiekring (in)

0

0

0

0

1

Wijzigingen in de consolidatiekring (uit)

(8)

0

(11)

0

(1)

Overdrachten

18

52

(55)

(1)

(21)

Andere bewegingen

41

15

28

2

(2)

235

195

592

99

125

Claims uit Herstructurering gerechtelijke procedures

Pensioenen en andere personeelsbeloningen

Op 31 december 2004

Op 1 januari 2005

Voorziening Overige voor niet voorzieningen in de balans opgenomen kredietverplichtingen

235

195

592

99

125

Wisselkoersverschillen

10

0

0

(1)

0

Dotatie aan de voorzieningen

37

17

110

8

64

Teruggenomen niet-gebruikte bedragen

(26)

(2)

(13)

(8)

(29)

Aangewend tijdens het jaar

(12)

(42)

(60)

(152)

(34)

Wijzigingen in de consolidatiekring (in)

0

0

0

0

1

Wijzigingen in de consolidatiekring (uit)

(8)

(4)

0

0

0

(13)

8

14

(1)

(4)

4

4

(3)

213

(4)

227

176

640

158

119

Overdrachten Andere bewegingen Op 31 december 2005

c. Uitsplitsing naar looptijd Zie toelichting 12.7.


113

d. Voorzieningen voor toegezegde pensioenregelingen 31 dec. 2004

31 dec. 2005

1 971 91 103 6 3 285 (105) 0 0 (6) (41) 0

2 307 106 101 6 2 93 (118) 0 0 (2) 0 (1)

13. Afwikkeling van de pensioenregeling

0

0

14. Wisselkoersverschillen

0

0

2 307

2 494

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Reële waarde van de fondsbeleggingen aan het begin van het jaar Verwacht rendement van de fondsbeleggingen Actuariële winst/(verlies) op fondsbeleggingen Werkgeversbijdragen Werknemersbijdragen Uitkeringen betaald uit pensioenregeling/onderneming Betaalde kosten Betaalde belastingen Betaalde premies Afwikkeling van de pensioenregeling Bedrijfscombinaties/desinvesteringen Wisselkoersverschillen

1 428 81 38 79 6 (105) 0 (1) (6) 0 (28) 0

1 492 72 54 85 6 (118) 0 (1) (2) 0 0 0

13. Reële waarde van de fondsbeleggingen aan het einde van het jaar

1 492

1 588

31 dec. 2004

31 dec. 2005

1 785 1 492 293 522 (241) 0 0

1 930 1 588 342 564 (273) 0 0

8. Netto verplichtingen (activa)

574

633

Bedragen in de balans 1. Verplichtingen 2. Activa

580 (6)

640 (7)

3. Netto verplichtingen (activa)

574

633

A. Variatie van de contante waarde van de brutoverplichting 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

Contante waarde van de pensioenverplichtingen bij opening Pensioenkosten van verstreken diensttijd Rentekosten Werknemersbijdragen Rechtzettingen Actuariële (winsten)/verliezen Uitkeringen betaald uit pensioenregeling/onderneming Betaalde kosten Betaalde belastingen Betaalde premies Nettotransfer in/(uit) (het effect van bedrijfscombinaties/desinvesteringen inbegrepen) Inperkingen van de pensioenregeling

15. Brutoverplichtingen bij jaarafsluiting B. Variatie van de fondsbeleggingen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

C. Bedragen geboekt in de balans Regelingen die volledig ongefinancierd zijn en regelingen die volledig of gedeeltelijk gefinancierd zijn 1. Brutoverplichtingen uit gefinancierde pensioenregelingen 2. Reële waarde van de fondsbeleggingen 3. Tekort (overschot) van gefinancierde pensioenregelingen 4. Brutoverplichtingen uit niet-gefinancierde pensioenregeling 5. Netto actuariële winsten (verliezen) niet in de balans opgenomen 6. Pensioenkosten van verstreken diensttijd niet in de balans opgenomen 7. Effect van limiet paragraaf 58(b)

114


D. Bestanddelen van pensioenkosten

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Bedragen geboekt in de resultatenrekening 1. Aan dienstjaar toegekende pensioenkosten 2. Rentekosten 3. Verwachte rendement op fondsbeleggingen 4. Verwachte rendement op restitutierechten 5. Afschrijving pensioenkosten van verstreken diensttijd incl. paragraaf 58(a) 6. Afschrijving netto actuariële (winst) verlies incl. paragraaf 58(a) 7. Effect van limiet paragraaf 58(b) 8. Geboekte actuariële (winst)/verlies door inperking 9. Geboekte actuariële (winst)/verlies bij bedrijfscombinaties/desinvesteringen 9A. Geboekte (winst)/verlies op inperking of vereffeningen ingevolge verkoop van een entiteit

91 103 (81) 0 3 6 0 0 0 (12)

106 101 (72) 0 2 7 0 (1) 0 0

10. Totale pensioenkosten geboekt in resultatenrekening

110

143

Reëel rendement op fondsbeleggingen Reëel rendement op fondsbeleggingen Reëel rendement op restitutierechten

119 0

126 0

543 122 0 59 20 0 (12) 0

574 143 0 63 22 0 1 0

574

633

E. Balansreconciliatie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Balansverplichting (activa) Pensioenkosten geboekt in resultatenrekening tijdens het boekjaar Bedragen geboekt in SORIE tijdens het boekjaar Werkgeversbijdragen tijdens het boekjaar Uitkeringen rechtstreeks betaald door onderneming tijdens het boekjaar Krediet voor terugbetalingen Nettotransfer in/(uit) (het effect van activiteitscombinaties/desinvesteringen inbegrepen) Correcties voor wisselkoersverschillen – (winst)/verlies

9. Balansverplichting (activa) jaareinde (1)+(2)+(3)-(4)-(5)+(6)+(7)+(8)

F. Hypotheses voor berekening pensioenlasten 31 dec. 2004

Europa

Verdisconteringspercentage

Inflatie

Verwacht rendement van fondsbeleggingen

Verwacht rendement op obligaties

Verwacht rendement op aandelen

Salarisstijgingen

4,50 % - 5,50 %

2,50 %

4,50 % - 6,85 %

4,50 % - 5,50 %

6,75 % - 7,50 %

2,50 % - 7,50 %

Zwitserland

3,00 %

1,00 %

3,75 %

1,67 % - 2,88 %

5,88 %

1,50 %

Verenigd Koninkrijk

5,25 %

2,50 %

7,17 %

5,25 %

8,25 %

4,00 %

31 dec. 2005

Europa

Verdisconteringspercentage

Inflatie

Verwacht rendement van fondsbeleggingen

Verwacht rendement op obligaties

Verwacht rendement op aandelen

Salarisstijgingen

4,00 % - 5,50 %

2,50 %

3,00 % - 6,00 %

4,00 % - 5,50 %

6,00 % - 7,00 %

2,50 % - 5,50 %

Zwitserland

2,50 %

1,00 %

3,11%

2,25 %

6,75 %

1,50 %

Verenigd Koninkrijk

4,75 %

2,50 %

6,58%

4,75 %

7,75 %

4,00 %

Commentaar op de hypotheses: Het verdisconteringspercentage is in principe gelijk aan het verwacht rendement op de obligaties uit de fondsbeleggingen. Voor het rendement op de aandelen wordt rekening gehouden met een risicopremie. Het verwacht rendement van de fondsbeleggingen is gebaseerd op het verwachte rendement van de portefeuille samengesteld uit obligaties en aandelen.


115

G. Reconciliatie met de jaarrekening Langetermijnverbintenissen

2004

2005

495

549

Uitstaande verbintenissen i.v.m. andere verplichtingen na pensionering

51

45

Uitstaande verbintenissen i.v.m. andere langetermijnpersoneelsbeloningen

46

46

Totale uitstaande verbintenissen geboekt in de jaarrekening

592

640

Totale verbintenissen berekend door actuarissen

574

633

18

7

Uitstaande activa vermeld in de rekeningen

6

7

Totale activa geanalyseerd door actuarissen

6

7

Totale activa in verband met te verwaarlozen pensioenregelingen

0

0

Uitstaande verbintenissen i.v.m. langlopende toegezegd-pensioenregeling

Totale verbintenissen in verband met te verwaarlozen pensioenregelingen

Zie toelichting 8.7 a

Zie toelichting 7.13 a

H. Concentratierisico Twee van Dexia’s fondsbeleggingen zijn verzekeringscontracten aangegaan met Ethias. De reële waarde van de fondsbeleggingen bedragen 1 016 miljoen EUR en 1 043 miljoen EUR respectievelijk voor 31 december 2004 en 31 december 2005.

e. Toegezegde-bijdragen pensioenregeling De bijdragen aan wettelijke pensioenstelsels zijn niet begrepen in deze bedragen. Het bedrag dat in 2004 en 2005 als kosten voor de pensioenregelingen met vaste bijdragen werd geboekt, beloopt respectievelijk 31 miljoen en 30 miljoen EUR.

8.8. Belastingverplichtingen Uitsplitsing volgens aard

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Verschuldigde inkomstenbelasting

215

241

Bedrijfbelastingen

112

86

Kortlopende belastingverplichtingen

327

327

Uitgestelde belastingverplichtingen (zie toelichting 9.2)

675

1 050

1 002

1 377

Totaal


8.9. Overige verplichtingen 31 dec. 2004

31 dec. 2005


4 509

4 883

Specifieke verplichtigen voor verzekeringsactiviteiten

1 874

2 340

Totaal

6 383

7 223

31 dec. 2004

31 dec. 2005

191

141

Uitgestelde opbrengsten

59

78

Subsidies

62

58

2 582

3 003

Overige toegekende ontvangen bedragen

529

536

Salarissen en sociale lasten (te betalen)

487

531

42

55

a. Overige verplichtingen

Gelopen kosten

Overige schulden

Uit te keren dividend aan aandeelhouders Bouwprojecten Overige verplichtingen Totaal

0

1

557

480

4 509

4 883

31 dec. 2004

31 dec. 2005

100

68

1 609

2 194

157

71

8

7

1 874

2 340

b. Verplichtingen specifiek voor verzekeringsactiviteiten

Schulden voor deposito’s van cessionarissen Schulden voortvloeiend uit directe verzekeringstransacties Schulden voortvloeiend uit herverzekeringstransacties Andere verzekeringsverplichtingen Totaal

8.10. Voor verkoop aangehouden langlopende verplichtingen Nihil.


117

9 Andere toelichtingen bij de geconsolideerde balans (in miljoenen EUR) 9.1. Derivaten (*) a. Analyse volgens aard 31 dec. 2005

Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden Derivaten aangewezen als reële-waardeafdekking Derivaten aangewezen als kasstroomafdekking Derivaten aangewezen als afdekking van een netto-investering in een buitenlandse entiteit Derivaten aangewezen als afdekking van het renterisico van een portefeuille Totaal

Actief

Verplichtingen

21 350

21 308

1 758

10 300

407

667

0

0

5 117

5 377

28 632

37 652

Actief

Verplichtingen

b. Detail van de derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden 31 dec. 2005 Notioneel bedrag Te ontvangen

Te leveren

81 817

79 483

1 488

1 998

Wisselkoersderivaten Intrestderivaten

873 693

886 592

19 051

18 443

Aandelenderivaten

17 345

11 570

715

817

Kredietderivaten

75 362

55 982

96

50

0

0

0

0

1 048 217

1 033 627

21 350

21 308

Actief

Verplichtingen

Grondstofderivaten Totaal

c. Detail van de derivaten aangewezen als reële-waardeafdekking 31 dec. 2005 Notioneel bedrag Te ontvangen Wisselkoersderivaten

Te leveren

41 181

41 982

735

1 802

152 828

153 499

1 023

8 498

Aandelenderivaten

0

0

0

0

Kredietderivaten

0

0

0

0

Grondstofderivaten

0

0

0

0

194 009

195 481

1 758

10 300

Actief

Verplichtingen

Intrestderivaten

Totaal

d. Detail van de derivaten aangewezen als kasstroomafdekking 31 dec. 2005 Notioneel bedrag Te ontvangen Wisselkoersderivaten

Te leveren

9 898

9 795

140

109

94 643

97 140

267

558

Aandelenderivaten

0

0

0

0

Kredietderivaten

0

0

0

0

Grondstofderivaten

0

0

0

0

104 541

106 935

407

667

Intrestderivaten

Totaal

(*) In 2004 werd IAS 32/39 niet toegepast voor management- noch voor rapporteringsdoeleinden, zodoende werden geen vergelijkbare gegevens gepubliceerd voor 2004, wat toegestaan is door IFRS 1. Voor vergelijking van notionele bedragen, refereren wij naar de informatie beschikbaar in het Jaarverslag 2004, toelichting 4.4. pagina 92.

118


e. Detail van de derivaten aangewezen als afdekking van het renterisico van een portefeuille 31 dec. 2005 Notioneel bedrag

Actief

Verplichtingen

Te ontvangen

Te leveren

2 533

2 667

87

60

Interestderivaten

416 799

414 417

5 030

5 317

Totaal

419 332

417 084

5 117

5 377

31 dec. 2004

31 dec. 2005

(244)

(730)

– Uitgestelde belastingverplichtingen

(675)

(1 050)

– Uitgestelde belastingvorderingen

488

372

– Afschrijving van netto uitgestelde belastingsvorderingen

(57)

(52)

31 dec. 2004

31 dec. 2005

-

(244)

Impact IAS 32&39 en IFRS 4

n.v.t.

(243)

Op 1 januari

(280)

(487)

37

(71)

– Rubrieken rechtstreeks toegerekend aan het eigen vermogen

0

(174)

– Effect van veranderingen in belastingtarief – resultatenrekening

0

(2)

– Effect van veranderingen in belastingtarief – eigen vermogen

0

7


(9)

16

– Wisselkoersverschillen

5

(19)

– Overige bewegingen

3

0

(244)

(730)

Wisselkoersderivaten

9.2. Uitgestelde belastingen a. Analyse

Netto uitgestelde belastingsvorderingen (-verplichtingen)

waarvan:

b. Bewegingen Op 31 december 2004

Bewegingen van het jaar – Resultatenrekening kost/opbrengst

Op 31 december


Uitgestelde belastinglatenties komende van balansactiva

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Kas, leningen en voorzieningen op leningen

34

(1 091)

Effecten

(16)

(1 854)

Derivaten

(38)

(1 108)

(7)

(16)

(175)

(186)

Overige activa en verplichtingen specifiek voor verzekeringsactiviteiten

(45)

(89)

Overige niet toewijsbare en niet toepasbare

(22)

(25)

(269)

(4 369)

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Investeringen in geassocieerde deelnemingen Materiële en immateriële activa

Totaal Uitgestelde belastinglatenties komende van balansverplichtingen Effecten

0

0

Derivaten

23

2 514

0

1 132

Voorzieningen

29

11

Pensioenen

94

105

Ontleningen, deposito's en uitgifte van obligaties

Overige activa en verplichtingen specifiek voor verzekeringsactiviteiten

38

46

Overdraagbare fiscale verliezen

331

311

Overdraagbare fiscale tegoeden

0

14

Wettelijke fiscaal vrijgestelde voorzieningen

(319)

(384)

Entiteiten met een specifiek belastingsregime

(216)

(197)

0

0

102

139

82

3 691

Onbepaald

Totaal

(2)

(2)

(50)

(50)

(52)

(52)

Belangen van derden, reserves van geassocieerden, eigen aandelen Overige niet toewijsbare en niet toepasbare Totaal

c. Vervaldatum van niet erkende uitgestelde belastingvorderingen Aard

Minder dan 1 jaar

1 tot 5 jaar

Langer dan 5 jaar

Tijdelijk verschil Overgedragen fiscale verliezen Totaal

120


0

0

0

9.3. Verzekeringscontracten A. Levensverzekeringscontracten Zoals toegelaten door IFRS 1 worden er voor 2004 geen vergelijkende bedragen gegeven. A.1. INKOMSTEN EN LASTEN Premie-inkomen Beleggingscontracten met DPF (1)

Verzekeringscontracten Particulieren 31 dec. 2005

Ondernemingen 31 dec. 2005

Particulieren 31 dec. 2005


Bruto ontvangen premies Afgestane premies aan herverzekeraars

285 (2)

259 (40)

1 841 0

209 0

Netto premies na herverzekering

283

219

1 841

209

(1) Discretionaire-winstdelingselement.

Schades Verzekeringscontracten

Beleggingscontracten met DPF

Particulieren 2005

Ondernemingen 2005

Particulieren 2005

Ondernemingen 2005

Betaalde schade bruto Schadereserves op 1 januari Schadereserves op 31 december Overgedragen schadereserves Deel herverzekeraars

(175) 24 (32) 1 2

(111) 7 (10) 0 13

(187) 0 (1) 0 0

(3) 0 0 0 1

Netto schadelast

(180)

(101)

(188)

(2)

Wijzigingen in technische reserves 1. Wijzigingen in reserves levensverzekeringen Verzekeringscontracten

Reserves leven op 1 januari Reserves leven op 31 december Overgedragen reserves leven Deel herverzekeraars in de reserves leven op 1 januari Deel herverzekeraars in de reserves leven op 31 december Deel herverzekeraars in overgedragen reserves leven Netto wijzigingen in de reserves leven


Particulieren 2005

Ondernemingen 2005

Particulieren 2005

Ondernemingen 2005

2 181 (2 296) (1) (47) 11 36

635 (710) (34) (46) 19 22

3 593 (5 466) 0 (1) 1 0

175 (386) 0 0 0 0

(116)

(114)

(1 873)

(211)

2. Wijzigingen in reserves winstdeelname Verzekeringscontracten


Particulieren 2005

Ondernemingen 2005

Particulieren 2005

Ondernemingen 2005

Reserves winstdeelname per 1 januari Reserves winstdeelname per 31 december Betaalde winstdeelname Overgedragen reserves winstdeelname Deel van de herverzekeraars in de reserves winstdeelname op 1 januari Deel van de herverzekeraars in de reserves winstdeelname op 31 december Deel van de herverzekeraars in de betaalde winstdeelname Deel van de herverzekeraars in de overgedragen reserve winstdeelname

2 (3) 0 0 0 0 0 0

4 (6) (1) 0 0 0 0 0

12 (21) 0 0 0 0 0 0

1 (2) 0 0 0 0 0 0

Netto wijzigingen in de reserves winstdeelname

(1)

(3)

(9)

(1)


121

Verliezen uit de toepassing van de toereikendheidstest van de verplichtingen (LAT) Nihil. A.2. ACTIVA EN PASSIVA Bruto reserves Verzekeringscontracten




2 296

710

5 466

386

Additionele reserves in toepassing van de resultaten LAT

0

0

0

0

Additionele reserves in toepassing van de correcties tengevolge van shadow accounting

5

15

44

4

Reserves leven local GAAP

Additionele reserves ingevolge resultaat van IAS 39 Totaal leven bruto reserves Schadereserves Overige technische reserves Totaal bruto reserves

Particulieren Ondernemingen 31 dec. 2005 31 dec. 2005

0

0

0

0

2 301

725

5 510

390

32

10

1

0

3

6

21

2

2 336

741

5 532

392

Deel herverzekeraars Verzekeringscontracten




Deel herverzekeraars in de reserves leven

11

19

1

0

Deel herverzekeraars in de schadereserves

2

2

0

0

Deel herverzekeraars in de overige technische reserves

1

0

0

0

14

21

1

0

Totaal deel herverzekeraars

Particulieren Ondernemingen 31 dec. 2005 31 dec. 2005

Discretionaire-winstdelingselement opgenomen in het eigen vermogen Contracten met DPF Particulieren Ondernemingen 31 dec. 2005 31 dec. 2005 Netto discretionaire-winstdelingselement opgenomen in het eigen vermogen

374

59

Contracten Brutobedrag

Herverzekeringsbedrag

Nettobedrag

6 584

94

6 490

Reconciliatie van wijzigingen in reserves leven

Reserves leven op 31 december 2004 FTA impact (IFRS 4 shadow adjustments)

30

0

30

2 370

(54)

2 424

38

0

38

Betaalde schadegevallen

(522)

(16)

(506)

Resultaten leven en dood

11

9

2

Toewijzing van technische interest

244

1

243

Overige wijzigingen

171

(3)

174

8 926

31

8 895

Additionele reserves aangelegd gedurende de periode Additionele reserves in toepassing van shadow accounting

Reserves leven op 31 december 2005

122


B. Verzekeringscontracten Niet-Leven B.1. INKOMSTEN EN LASTEN Premie-inkomen 2005 Uitgegeven premies bruto

367

Premies overgedragen aan herverzekeraars

(26)

Nettopremies na herverzekeraars (A)

341

Wijziging in bruto voorziening voor niet-verdiende premie (UPR)

(2)

Aandeel van herverzekeraar in voorziening voor niet-verdiende premie (UPR)

0

Wijziging in netto voorziening voor niet-verdiende premie (UPR) (B)

(2)

Totaal netto premie-inkomen (A)+(B)

339

Schadegevallen 2005 Betaalde schades bruto

(189)

Schadereserve op 1 januari

575

Schadereserve op 31 december

(600)

Transfer schadereserves Deel herverzekeraars Netto schadelast

0 10 (204)

Wijzigingen in overige reserves niet leven 2005 Overige reserves niet leven op 1 januari

16

Overige reserves niet leven op 31 december

(17)

Overgedragen overige reserves niet leven

0

Deel herverzekeraars in overige reserves niet leven op 1 januari

(1)

Overige herverzekeraars in overige reserves niet leven op 31 december

1

Deel herverzekeraars in overgedragen overige reserves niet leven

0

Nettowijzigingen in verzekeringsschulden

(1)

Verliezen uit de toepassing van toereikendheidstest van de verplichtingen (LAT) Nihil. B.2. ACTIVA EN PASSIVA Bruto Reserves 31 dec. 2005 Schadereserves Reserves voor interne schaderegelingskosten (ULAE)

543 28

Reserves voor premietekorten (niet-leven LAT) Voorgevallen maar niet gerapporteerd (IBNR) Totaal bruto schade

0 29 600

Overige technische reserves

17

Voorziening voor niet-verdiende premie (UPR)

85

Totaal bruto reserves

702


123

Deel herverzekeraars 31 dec. 2005 Deel herverzekeraars in schadereserves

83

Deel herverzekeraars in reserves ULAE

0

Deel herverzekeraars in IBNR

0

Deel herverzekeraars in totaal schadereserves

83

Deel herverzekeraars in overige technische reserves

1

Deel herverzekeraars in UPR

2

Totaal deel herverzekeraars

86

Reconciliatie van wijzigingen in schadereserves Brutobedrag

2005 Herverzekeringsbedrag

Nettobedrag

Schadereserves op 1 januari 2005

575

87

488

Betaalde premies vorige jaren

(46)

2

(48)

Wijziging schadegevallen vorige jaren

(82)

(16)

(66)

Passiva voor schadegevallen van dit jaar

153

10

143

Schadereserves op 31 december 2005

600

83

517

2004

2005

Evolutie schades Afloopdriehoek totale kosten (brutocijfers) Lopende jaar Vereffeningsjaar

Voorgaande

2001

2002

2003

2000

530

2001

379

196

2002

271

108

205

2003

227

68

118

207

2004

179

49

74

116

238

2005

156

38

59

69

121

124


253

9.4. Transacties met verbonden partijen A. Transacties met verbonden partijen Managers op sleutelposities

Entiteiten met gezamenlijk zeggenschap of invloed van betekenis op andere entiteit (1)

Dochterondernemingen

Geassocieerde deelnemingen

Joint ventures waarin de entiteit een deelnemer is

31 dec. 2004 31 dec.2005 31 dec. 2004 31 dec. 2005 31 dec. 2004 31 dec. 2005 31 dec. 2004 31 dec. 2005 31 dec. 2004 31 dec. 2005 Leningen (2)

0

1

74

316

0

2

153

193

18

16

Renteopbrengsten

0

0

3

6

0

0

2

5

1

1

Uitstaande deposito’s

2

16

144

344

2

23

59

95

18

38

Rentekosten

0

0

(2)

(5)

0

0

(2)

(2)

(1)

(1)

Overige inkomsten honoraria

0

0

0

0

0

0

(10)

(11)

0

0

Door de Groep verstrekte garanties en toegekende(3) verbintenissen

0

0

0

0

1

1

108

194

2

7

(1) We verwijzen naar de belangrijkste aandeelhouders van Dexia (2004-2005): Arcofin, Gemeentelijke Holding, Caisse des dépôts et consignations. (2) Leningen aan managers op sleutelposities worden tegen marktconforme voorwaarden toegekend. (3) Toegezegde niet-gebruikte kredietlijnen.

Er werden geen provisies aangelegd van kredieten toegekend aan verbonden partijen. De groep Dexia heeft geen investeringstransacties voor een bedrag groter dan 25 miljoen EUR aangegaan met verbonden partijen.

B. Compensaties managers op sleutelposities 31 dec. 2004

31 dec. 2005

Kortetermijnpersoneelsbeloningen

7

8

Vergoedingen na uitdiensttrediing

4

4

Andere langetermijnpersoneelsbeloningen

0

0

Ontslagvergoedingen

0

0

Op aandelen gebaseerde betalingen

1

1

Details per persoon worden in het Beheersverslag vermeld op p. 37.

Kortetermijnpersoneelsbeloningen bevatten salarissen, bonussen en andere beloningen. Vergoedingen na uitdiensttreding bevatten de vergoeding aan de huidige dienstperiode berekend in overeenstemming met IAS 19. Op aandelen gebaseerde betalingen bevatten de kostprijs van aandelenopties en de aan de managers toegestane korting bij kapitaalverhoging.


9.5. Effectisering Op niveau van Dexia Groep, heeft enkel Dexia Bank België drie effectiseringstransacties: Atrium-1, Atrium-2 en MBS. Dit laatste heeft twee compartimenten. De totale activa van deze transacties bedroegen per 31 december 2004 en 31 december 2005 respectievelijk 496 miljoen EUR en 332 miljoen EUR. Atrium-1 is een effectiseringstransactie van leningen voor sociale woningbouw overeenkomstig een langlopende kredietfaciliteit tussen BACOB (nu gefuseerd in Dexia Bank België) en Domus Flandria NV (de leningnemer) en gewaarborgd door het Vlaamse Gewest. De waarborg door het Vlaamse Gewest werd overgedragen aan een voor een bijzonder doel opgerichte entiteit (SPV). De transactie vertegenwoordigde oorspronkelijk een waarde van 188 miljoen EUR. Op 30 april 1996 werden twee soorten van vastrentende schuldbewijzen uitgegeven, beide met dezelfde Moody's-rating als de Vlaamse regering (aanvankelijk Aa2, nu Aa1). Per 31 december 2005 staat er nog 127,3 miljoen EUR uit. Atrium-2 is een effectiseringstransactie van leningen voor sociale woningbouw overeenkomstig een langlopende kredietfaciliteit tussen BACOB (nu gefuseerd in Dexia Bank België) en Domus Flandria NV (de leningnemer) en gewaarborgd door het Vlaamse Gewest. De waarborg door het Vlaamse Gewest werd overgedragen aan een voor een bijzonder doel opgerichte entiteit (SPV). De transactie vertegenwoordigde oorspronkelijk een waarde van 129,3 miljoen EUR. Op 19 juni 1997 werden twee soorten van vastrentende schuldbewijzen uitgegeven, beide met dezelfde

126


Moody's-rating als de Vlaamse regering (aanvankelijk Aa2, nu Aa1). Per 31 december 2005 staat er nog 91,7 miljoen EUR uit. MBS-3 is een effectiseringstransactie van Belgische hypothecaire woonkredieten. De transactie, waarvan het uitstaande bedrag oorspronkelijk 371,8 miljoen EUR beliep, werd gestart op 24 november 1997. Er werden 4 variabel rentende tranches van schuldbewijzen uitgegeven, namelijk 3 klassen van hogere rangorde (“senior”) (klasse A1 tot en met A3 en de rating Aaa/AAA van Moody’s en Fitch) en een klasse van lagere rangorde (“junior”) (klasse B en de rating A3/A van Moody’s en Fitch). Per 31 december 2005 staat er nog 39,8 miljoen EUR uit. Er staat 35,3 miljoen EUR uit onder Klasse A3 en 4,6 miljoen EUR onder Klasse B (momenteel met de rating Aa1/AA van Moody’s en Fitch). MBS-4 is een effectiseringstransactie van Belgische hypothecaire woonkredieten. De transactie, waarvan het uitstaande bedrag oorspronkelijk 272,7 miljoen EUR beliep, werd gestart op 25 november 1998. Er werden 4 variabel rentende tranches van schuldbewijzen uitgegeven, namelijk 3 klassen van hogere rangorde (“senior”) (klasse A1 tot en met A3 en de rating Aaa/AAA van Moody’s en Fitch), en een klasse van lagere rangorde (“junior”) (klasse B en de rating A3/A van Moody’s en Fitch). Per 31 december 2005 staat er nog 3,5 miljoen EUR uit. Er staat 67,8 miljoen EUR uit onder Klasse A3 en 5,6 miljoen EUR onder Klasse B (momenteel met de rating Aa1/AA van Moody’s en Fitch).

9.6. Overnames en overdrachten a. Belangrijkste overnames Er waren geen significante overnames in 2004 en 2005.

b. Belangrijkste overdrachten Jaar 2004 Eind september 2004 werd de groep Société Monégasque de Banque Privée (SMBP) verkocht. De groep Kempen werd verkocht in november 2004. Jaar 2005 Op 1 december 2005, heeft de Groep 100 % van het aandelenkapitaal van Eural Spaarbank NV overgedragen. De overgedragen activa en verplichtingen zijn de volgende:

Geldmiddelen en equivalenten

2004

2005

SMBP

Kempen

Eural

7

352

107


66

38

355


22

283

758


18

6

1 394

0

0

55

Overige activa

12

69

19


(5)

(251)

(22)


Leningen aan en deposito's van cliënten

(100)

(371)

(1 363)


0

0

(77)

Schuldpapier

0

0

(1 091)


(1)

(77)

(47)

Netto actief (1)

19

49

88

Opbrengsten uit verkoop (ontvangen geldmiddelen)

23

85

121

Veminderd: geldmiddelen en equivalenten in verkochte dochteronderneming

(7)

(352)

(107)

Netto kasinstroom bij verkoop

16

(267)

14

(1) Eural: inclusief 39 miljoen EUR niet in de resultatenrekening erkende winsten en verliezen (reserve beschikbaar voor verkoop).

9.7. Eigen vermogen Per aandelencategorie 2004

2005

671 745 919

660 445 892

1 145 261 366

1 107 469 030

0

0

Geen nominale waarde

Geen nominale waarde

1 175 224 180

1 145 261 366

Aantal uitgegeven aandelen

9 318 223

14 094 529

Aantal vernietigde aandelen

(39 281 037)

(51 886 865)

1 145 261 366

1 107 469 030

Aantal toegestane niet-uitgegeven aandelen Aantal uitgegeven aandelen en volstort Aantal uitgegeven aandelen en niet volstort Nominale waarde per aandeel Uitstaand op 1 januari

Uitstaand op 31 december Rechten, preferentie en beperkingen, inclusief beperkingen op de uitkering van dividenden en terugbetaling kapitaal Aantal ingekochte eigen aandelen (1) Aantal aandelen gereserveerd voor uitgifte onder aandelenopties en contracten voor de verkoop van aandelen

0

0

40 050 935

20 550 020

1 144 080

819 344

(1) Hoofdzakelijk aangekocht door Dexia NV en ook, in mindere mate, door Dexia Crédit Local ter afdekking van het aandelenoptieplan van 1999.


127

9.8. Op aandelen gebaseerde betalingen 31 dec. 2004

Aandelenoptieplans vereffend in Dexia-aandelen

Aantal opties Uitstaand aan het begin van de periode Toegekend tijdens de periode Opgegeven tijdens de periode Uitgeoefend tijdens de periode (2) Vervallen tijdens de periode Uitstaand aan het einde van de periode Uitoefenbaar op het einde van de periode

31 dec. 2005 (1)

43 256 166 10 184 074 0 (1 500 690) 0 51 939 550 7 572 859

Aantal opties (1) 51 939 550 10 184 922 (285 500) (5 386 628) 0 56 452 344 25 238 988

(1) De uitstaande opties omvatten ook de call-opties die in 1999 aan de medewerkers van DCL werden toegekend. (2) De gewogen gemiddelde uitoefenprijs voor 2004 en 2005 bedroeg respectievelijk 11,99 en 13,60 EUR per aandeel.

31 dec. 2004 Marge van de uitoefenprijs (EUR)

5.95 - 8.10 10.97 - 11.37 11.88 - 13.66 13.81 - 14.58 15.17 - 15.88 17.23 - 17.86 18.03 - 18.20

31 dec. 2005

Aantal uitstaande opties

Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (EUR)

Gewogen gemiddelde resterende looptijd (jaar)

Aantal uitstaande opties

Gewogen gemiddelde uitoefenprijs (EUR)

Gewogen gemiddelde resterende looptijd (jaar)

378 650 11 202 496 21 554 426 7 077 206 3 157 248 8 569 524 0

7,47 11,27 12,68 14,47 15,17 0 0

2,21 7,99 8,25 5,09 2,31 6,72

249 474 10 853 596 20 598 219 4 926 021 1 506 588 8 133 524 10 184 922

7,13 11,27 12,33 14,3 15,17 17,86 0

1,25 7,14 7,4 4,11 1,98 5,7 9,41

Aandelenoptieplannen vereffend in Dexia-aandelen Toekenningsdatum Aantal toegekende instrumenten Uitoefenprijs Aandelenprijs op de toekenningsdatum Looptijd (jaar) Voorwaarden voor onvoorwaardelijke toezegging Vereffening Reële waarde per toegekend instrument op toekenningsdatum Waarderingsmodel

Plan 2004

Plan 2005

23/07/04 10 184 074 13,56 13,47 10 jaar Zie noot 1 Dexia aandelen 1,95/1,83 Zie noot 3

30/06/05 10 184 922 18,03 18,21 10 jaar Zie noot 2 Dexia aandelen 2,16 Zie noot 3

(1) Het aandelenoptieplan 2004 bestond uit een subplan met voorwaarden voor onvoorwaardelijke toezegging over 4 jaar en een subplan met een onvoorwaardelijke toezegging. (2) In 2005 werd het aandelenoptieplan van Dexia wanneer mogelijk door de lokale wetgeving gewijzigd om de voorwaarden binnen de Groep te harmoniseren. De voorwaarden voor onvoorwaardelijke toezegging zijn: 40 % onmiddellijk, 20 % jaarlijks over de volgende 3 jaar. (3) Voor het aandelenoptieplan voor de medewerkers van Dexia, gebruikte Dexia de reële verkregen van een niet-verbonden derde partij.

31 dec. 2004

31 dec. 2005

In eigen-vermogensinstrumenten afgewikkeld In geldmiddelen afgewikkeld (1) Alternatieven voor afwikkeling

24 19 0

26 15 0

Totale uitgaven

43

41

In eigen-vermogensinstrumenten afgewikkeld (1) Alternatieven voor afwikkeling

91 0

99 0

Totale schulden

91

99

(1) Prestatieaandelen Plan FSA.

128


Prestatieaandelen toegekend bij FSA De prestatieaandelen worden toegekend krachtens het Equity Participation Plan van 1993. Dit Equity Participation Plan staat de discretionaire toekenning van prestatieaandelen door het Human Resources-comité van FSA aan topmedewerkers toe. Het ontvangen bedrag voor elk prestatieaandeel hangt af van het bereiken van bepaalde groeivoeten voor de gecorrigeerde boekwaarde (of, in geval van prestatieaandelen uitgegeven na 1 januari 2001, groeivoeten voor de gecorrigeerde boekwaarde en boekwaarde) per uitstaand aandeel over een periode van 3 jaar. Bij de keuze van de deelnemer op het ogenblik van de toekenning, kunnen de groeicijfers worden bepaald, al dan niet met inbegrip van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde winsten en verliezen op de Beleggingsportefeuille. Er is geen uitbetaling indien de samengestelde jaarlijkse groeivoet van de gecorr geerde boekwaarde (of, in geval van prestatieaandelen uitgegeven na 1 januari 2001, groeivoeten van gecorrigeerde boekwaarde en boekwaarde) per uitstaand aandeel lager is dan 7 %, en er is een uitbeFSA aandelen

taling tegen 200 % als de samengestelde jaarlijkse groeivoet minstens gelijk is aan 19 %. De uitbetalingspercentages worden geïnterpoleerd voor samengestelde jaarlijkse groeivoeten tussen 7 % en 19 %. In 2005 heeft FSA een nieuw 2004 Equity Participation Plan (het “2004 Equity Plan”) aanvaard dat een verderzetting is van het Incentive Compensation Program die voorheen aangeboden werd onder FSA’s Equity Participation Plan van 1993. Het 2004 Equity Plan voorziet in eenheden van prestatieaandelen die bestaan uit 90 % prestatieaandelen (verschaffen een betaling gebaseerd op FSA’s prestaties over een prestatiecyclus van drie jaar zoals hierboven beschreven) en uit 10 % Dexia NV. De Dexia NV aandelen is een vast plan waarbij FSA de aandelen verwerft en het betaalde bedrag boekt op de overlopende rekening als een voorafbetaalde kost. Dit bedrag is afgeschreven over de periode van dienstverlening zijnde 2,5 en 3,5 jaar. In het eerste kwartaal van 2005 heeft FSA voor 4,4 miljoen USD aandelen ingekocht welke afgeschreven worden over de werknemers wachtperiode.

Uitstaand aan het begin van de periode

Toegekend tijdens de periode

Verworven tijdens de periode

Opgegeven tijdens de periode

Uitstaand aan het einde van de periode

Aandelenprijs op datum van toekenning (in USD)

1 280 632 1 211 808

349 506 330 957

398 292 313 987

20 038 24 434

1 211 808 1 204 344

109,71 131,3

2004 2005

9.9. In eigen vermogen gepresenteerde minderheidsbelangen Per 1 januari 2004

488

- Uitgifte van geplaatst kapitaal - Dividenden - Wijziging van de consolidatiekring - Nettowinst over de periode - Overige

3 (62) (6) 69 (1)

Per 31 december 2004

491

Impact van de eerste toepassing van IAS 32&39 en IFRS 4

(57)

Per 1 januari 2005

434

- Kapitaalverhoging - Dividenden - Nettowinst over de periode - Wijziging van de consolidatiekring

717 (25) 55 (45)

Per 31 december 2005

Noot 1

Noot 2

Noot 3

Noot 4

1 136

(1) De wijziging van de consolidatiekring in 2004 omvat een afname als gevolg van de verkoop van Dexia Generali Santé voor -4 miljoen EUR en de aankoop van minderheidsbelangen in Particuliere Begeleiding en Advisering (PBA BV) voor -2 miljoen EUR. (2) Van dit bedrag van -57 miljoen EUR, kan -33 miljoen EUR als volgt worden verklaard: Dexia Crédit Local heeft contracten ondertekend voor de aankoop van de aandelen die in het bezit zijn van de bestuurders van Financial Security Assurance Holdings Ltd (FSA) tegen een prijs die gebaseerd is op een formule. De contracten omvatten de overige 2 % van FSA die niet in handen is van de Groep. Deze vaststaande toezegging werd op 1 januari 2005 gewaardeerd in overeenstemming met IAS 32 en werd in de cijfers van Dexia opgenomen als een schuld ten belope van 72 miljoen EUR. De minderheidsbelangen met betrekking tot deze schuld werden geannuleerd (33 miljoen EUR) en de restwaarde van de schuld werd onttrokken aan het eigen vermogen (39 miljoen EUR). Per 31 december 2005 bedroeg de waarde van de schuld 94 miljoen EUR, opgesplitst in minderheidsbelangen ten belope van 43 miljoen EUR en eigen vermogen van de Groep ten belope van 51 miljoen EUR. (3) Op 18 november 2005 gaf Dexia Crédit Local voor 700 miljoen EUR perpetuele, diep achtergestelde niet-cumulatieve schuldbewijzen uit. De Prospectus is op verzoek verkrijgbaar. De schuldbewijzen betalen op hun huidige hoofdsom een vaste rente van 4,3 % gedurende de eerste 10 jaar, en daarna, in de veronderstelling dat ze niet worden teruggekocht, de driemaandse Euribor-rente plus een marge van 1,73 % die elk kwartaal betaalbaar is. De betaling van de rente op de schuldbewijzen kan worden opgeschort of moet in bepaalde omstandigheden worden opgeschort. In bepaalde omstandigheden kan de hoofdsom worden verlaagd in overeenstemming met de voorschriften inzake Loss Absorption. De rente die op dergelijke data niet wordt betaald, is verloren en is bijgevolg niet meer verschuldigd en betaalbaar door de emittent. In toepassing van IAS 32, worden de schuldbewijzen in het eigen vermogen opgenomen, aangezien de betalingen van rente niet-cumulatief zijn en de emittent vrij kan beslissen over deze betaling. Aangezien deze schuldbewijzen werden uitgegeven door Dexia Crédit Local en niet rechtstreeks door Dexia NV, worden de schuldbewijzen in de jaarrekening van Dexia verwerkt als minderheidsbelangen. (4) De wijziging van de consolidatiekring in 2005 omvat de aankoop door FSA van de resterende minderheidsbelangen in FSA International Ltd voor 40 miljoen EUR, zonder impact op het eigen vermogen van de Groep, en de wijziging van de waarde van de verplichting met betrekking tot FSA voor 5 miljoen EUR (zie toelichting 2), die in mindering werd gebracht op de minderheidsbelangen. De impact van de herwaardering van de verplichting op het eigen vermogen van de Groep bedroeg -7 miljoen EUR. Geconsolideerde jaarrekening

129

9.10. Bijdrage volgens activiteit 31 dec. 2004 Banken en andere activiteiten I.


II.

Leningen en voorschotten

FSA

31 dec. 2005

Overige verzekeringen (*)

Totaal

Banken en andere activiteiten

FSA


Totaal

3 717

0

0

3 717

3 444

0

0

3 444

40 262

71

98

40 431

70 041

402

88

70 531

III.

Leningen en voorschotten aan cliënten 167 156

451

344

167 951

192 014

76

312

192 402

IV.

Leningen en effecten die voor 0

4 879

14 752

15 655

0

0

15 655

V.

Leningen en effecten aangewezen 0

0

0

0

7 848

257

5 760

13 865

108 738

9 924

7 426

126 088

140 133

15 857

10 214

166 204

looptijd worden aangehouden

2 819

0

0

2 819

3 217

0

0

3 217

VIII. Positieve nettowaarde van derivaten

20 640

76

3

20 719

28 426

201

5

28 632

0

0

0

0

1 659

0

0

1 659

674

76

7

757

724

47

7

778

1 591

2

40

1 633

2 129

27

29

2 185

567

12

138

717

581

13

141

735

631

71

44

746

520

74

8

602

7 060

925

450

8 435

7 226

1 205

385

8 816

22

0

0

22

36

0

0

36

363 750

11 608

13 429

388 787

473 653

18 159

16 949

508 761

aan kredietinstellingen

handelsdoeleinden worden aangehouden 9 873 als gewaardeerd tegen reële waarde VI.


VII.

IX.

Leningen en effecten die tot einde


X.


XI.


XII.


XIII. Belastingvorderingen XIV.

Overige activa

XV.


Totaal van het actief I.


88 805

4

21

88 830

134 768

0

25

134 793

II.

Leningen aan en deposito's van cliënten 83 473

5 875

8

89 356

96 858

0

521

97 379

III.

Voor handelsdoeleinden aangehouden 0

0

2 088

3 813

0

0

3 813

verplichtingen IV.


V.

Negatieve nettowaarde van derivaten

VI.


VII.

2 088

Schuldpapier

0

0

0

0

0

13 010

5 012

18 022

24 309

42

2

24 353

37 627

25

0

37 652

0

0

0

0

966

0

0

966

143 606

1 763

0

145 369

175 602

83

0

175 685

5 034

0

8

5 042

4 932

0

53

4 985

0

105

12 413

12 518

0

142

9 704

9 846

1 040

0

206

1 246

1 074

0

246

1 320

846

108

48

1 002

1 027

182

168

1 377

4 170

1 817

396

6 383

4 433

2 371

419

7 223

0

0

0

0

0

0

0

0

353 371

9 714

13 102

376 187

461 100

15 813

16 148

493 061

VIII. Achtergesteld en converteerbare schulden IX.


X.


XI.


XII.


XIII. Voor verkoop aangehouden langlopende verplichtingen Totaal van de verplichtingen

(*) De rubriek “Overige verzekeringen” omvat hoofdzakelijk Dexia Insurance Belgium Groep.

130


31 dec. 2004 Banken en andere activiteiten

FSA

Rentemarge 3 162 Dividenden 65 Nettoresultaat uit geassocieerde deelnemingen 63 Nettoresultaat uit handelsdoeleinden en afdekkingen 145 Nettoresultaat uit beleggingen 286 Netto provisies 1 057 Technische marge van de verzekeringsactiviteit 0 Overige netto-opbrengsten 32

140 0 1

Opbrengsten

Totaal

Banken en andere activiteiten

FSA

304 29 1

3 606 94 65

3 124 79 82

178 1 6

348 49 1

3 650 129 89

25 0 ( 3) 317 0

7 21 (6) (27) 4

177 307 1 048 290 36

163 410 1 138 0 87

6 8 (5) 329 0

(15) 84 39 (121) (15)

154 502 1 172 208 72

4 810

480

333

5 623

5 083

523

370

5 976

Personeelskosten Algemene- en administratiekosten Vergoedingen van het net Afschrijvingen Geactiveerde acquisitiekosten

(1 417) (822) (299) (210) 0

(44) (13) 0 (5) (50)

(82) (51) (54) (10) 0

(1 543) (886) (353) (225) (50)

(1 458) (888) (311) (231) 0

(45) (24) 0 (2) (55)

(83) (63) (55) (14) 0

(1 586) (975) (366) (247) (55)

Kosten

(2 748)

(112)

(197)

(3 057)

(2 888)

(126)

(215)

(3 229)


2 062

368

136

2 566

2 195

397

155

2 747

(213)

(12)

(1)

(226)

(31)

(20)

(1)

(52)

(1) (19)

0 0

0 0

(1) (19)

0 0

0 0

0 0

0 0

1 829

356

135

2 320

2 164

377

154

2 695

(305)

(80)

(44)

(429)

(467)

(104)

(31)

(602)

1 524

276

91

1 891

1 697

273

123

2 093

54

11

4

69

43

11

1

55

1 470

265

87

1 822

1 654

262

122

2 038

Waardevermindering op leningen en voorzieningen voor kredietverbintenissen Waardecorrrecties op immateriële en materiële activa Waardevermindering op goodwill Nettoresultaat voor belastingen Belastingen Nettoresultaat Aandeel van het minderheidsbelang Aandeel van de aandeelhouders van de moedermaatschappij


31 dec. 2005 Overige verzekeringen (*)

Totaal

(*) De rubriek “Overige verzekeringen” omvat hoofdzakelijk Dexia Insurance Belgium Groep.

De bijdrage aan de financiële staten is opgemaakt conform IFRS na eliminatie van saldi en transacties, opbrengsten en kosten binnen de Groep en komen daarom niet overeen met de gepubliceerde jaarrekening van FSA opgemaakt conform US GAAP of met DIB opgemaakt conform de Belgische boekhoudprincipes.


131

9.11. Wisselkoersen 31 dec. 2004

Australische Dollar Canadese Dollar Zwitserse Frank Tsjechishe Kroon Deense Kroon Euro Brits Pond Hongkongse Dollar Hongaarse Forint Israëlische Sjekel Japanse Yen Mexicaanse Peso Noorse Kroon Nieuw-Zeelandse Dollar Zweedse Kroon Singaporese Dollar Amerikaanse Dollar

AUD CAD CHF CZK DKK EUR GBP HKD HUF ILS JPY MXN NOK NZD SEK SGD USD

31 dec. 2005

Slotkoers

Gemiddelde koers

Slotkoers

Gemiddelde koers

1,7459 1,6416 1,5429 30,4640 7,4388 1 0,7051 10,5881 245,9700 5,8630 139,6500 15,0846 8,2365 1,8871 9,0206 2,2262 1,3621

1,6939 1,6170 1,5439 31,9064 7,4395 1 0,6795 9,7090 250,6258 5,5634 134,1192 14,0067 8,3676 1,8746 9,1259 2,1031 1,2466

1,6113 1,3728 1,5541 28,9839 7,4598 1 0,6852 9,1426 252,8001 5,4272 138,8567 12,5787 7,9807 1,7266 9,3909 1,9612 1,1790

1,6277 1,4991 1,5475 29,7804 7,4524 1 0,6831 9,6396 248,5968 5,5674 136,9703 13,4915 7,9999 1,7619 9,3017 2,0630 1,2395

10 Toelichting bij geconsolideerde buitenbalansposten (in miljoenen EUR) 10.1. Handel volgens standaardmarktconventies 31 dec. 2005 Te verstrekken leningen en aankopen van activa Te ontvangen fondsen en verkopen van activa

11 652 14 795

10.2. Waarborgen 31 dec. 2005 Gegeven waarborgen aan banken Gegeven waarborgen aan cliënten Ontvangen waarborgen van banken Ontvangen waarborgen van cliënten

82 958 22 677 49 957 65 873

10.3. Kredietlijnen 31 dec. 2005 Niet-gebruikte kredietlijnen verstrekt aan kredietinstellingen Niet-gebruikte kredietlijnen verstrekt aan cliënten Niet-gebruikte kredietlijnen bekomen van kredietinstellingen Niet-gebruikte kredietlijnen bekomen van cliënten

2 697 45 616 3 967 0

10.4. Andere verbintenissen 31 dec. 2005 Verzekeringsactiviteit – Gegeven verbintenissen Verzekeringsactiviteit – Ontvangen verbintenissen Bankactiviteit – Gegeven verbintenissen Bankactiviteit – Ontvangen verbintenissen

132


582 144 159 897 153 559 98 314

11 Toelichting bij de geconsolideerde resultatenrekening (in miljoenen EUR) 11.1. Renteopbrengsten – rentekosten 31 dec. 2004

31 dec. 2005

Renteopbrengsten

57 188

56 049

a) Renteopbrengsten op activa niet gewaardeerd tegen reële waarde

11 979

14 531

48

60

893

1 719


7 067

7 197


3 596

5 103


79

170

Rente op activa waarop een waardevermindering is geboekt

72

40

224

242

45 209

41 518

822

463

0

189

Derivaten

44 387

40 866

Rentekosten

(53 582)

(52 399)

a) Rentekosten op verplichtingen niet gewaardeerd tegen reële waarde

(8 741)

(11 199)


(1 885)

(3 126)


(1 826)

(2 018)

Schuldpapier

(4 772)

(5 786)

Kas en tegoeden bij centrale banken Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen

Overige b) Renteopbrengsten op activa gewaardeerd tegen reële waarde Leningen en effecten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden Leningen en effecten aangewezen tegen reële waarde


(249)

(261)

Rente op preferente aandelen en hybride kapitaalinstrumenten

0

0

Overige

(9)

(8)

(44 841)

(41 200)

(276)

(51)

b) Rentekosten op verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde Voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen Verplichtingen aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde

0

(318)

(44 565)

(40 831)

3 606

3 650

31 dec. 2004

31 dec. 2005


82

121

Leningen en effecten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden

12

2

Leningen en effecten aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde

0

6

94

129

Derivaten Nettorenteopbrengsten

11.2. Dividenden

Totaal


133

11.3. Nettoresultaat uit geassocieerde deelnemingen 31 dec. 2004

31 dec. 2005

Resultaat van geassocieerde deelnemingen, vóór belastingen

95

125

Aandeel van belastingen

(28)

(36)

Waardevermindering op goodwill

(2)

0

Totaal

65

89

FSA boekte in 2004 een bijzondere waardevermindering op goodwill voor haar “Select Portfolio Servicing” dochteronderneming en dat ten gevolge een lager rendement dan verwacht.

11.4. Nettoresultaat uit handelsdoeleinden en afdekkingen Netto wisselkoersresultaten Herwaardering van activa aan reële waarde

(1)

Herwaardering van verplichtingen aan reële waarde Wijziging in eigen risico's

31 dec. 2004

31 dec. 2005

150

67

76

2 452

0

522

0

0

Andere activiteiten voor handelsdoeleinden en afdekkingen (1)

(49)

(2 887)

Totaal

177

154

Alle ontvangen en betaalde rentes op activa, verplichtingen en derivaten worden in de rentemarge erkend zoals vereist door IFRS. Daardoor omvat de inkomsten uit handelsdoeleinden en van afdekkingen enkel de wijziging in de netto marktwaarde van de derivaten, de herwaardering van activa en verplichtingen in het kader van een afdekking en de herwaardering van de portefeuille aangehouden voor handelsdoeleinden. Deze rubriek bevat daardoor alle ineffectiviteit van de afdekkingsrelaties. De rubriek “andere activiteiten voor handelsdoeleinden en afdekkingen” bevat de resultaten van derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden, derivaten als afdekkingsinstrument en in geval de kasstroomafdekking is onderbroken, de totale kasstroomafdekkingsreserve die verband houden met deze derivaten. Deze rubriek omvat tevens het nettoresultaat van de afdekking van het interestrisico van een portefeuille. (1) De bedragen voor 2004 omvatten enkel de herwaardering van financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden daar IAS 39 nog niet van toepassing was.

134


11.5. Nettoresultaat uit beleggingen 31 dec. 2004

31 dec. 2005

79

61

421

592

0

0

37

37

1

0

Winsten op door de onderneming uitgegeven leningen en vorderingen Winsten op leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn Winsten op leningen en effecten die tot einde looptijd worden aangehouden Winsten op materiële vaste

activa (1)

Winsten op immateriële activa Winsten op verkoop van voor verkoop aangehouden vaste activa

0

0

Winsten op verplichtingen (2)

0

25

Overige winsten

0

0

Totale winst

538

715

Verliezen op door de onderneming uitgegeven leningen en vorderingen Verliezen op leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn Verliezen op leningen en effecten die tot einde looptijd worden aangehouden Verliezen op materiële vaste activa Verliezen op immateriële activa Verliezen op verkoop van voor verkoop aangehouden vaste activa Verliezen op verplichtingen (2) Overige verliezen

(6) (250) 0 (7) 0 0 (1) (2)

(48) (183) 0 (5) (1) 0 (23) 0

Totaal verlies

(266)

(260)

35

47

307

502

Netto waardevermindering Totaal verlies

(1) In 2004 bevatte de winst voornamelijk winsten uit de verkoop van materiële vaste activa (gebouwen) door Dexia Banque Privée France en Crediop terwijl in 2005 de winsten hun oorsprong vonden bij Dexia Bank België en Dexia Crédit Local. (2) Het resultaat van schuldbeheer bij Dexia Kommunalbank Deutschland.

Waardevermindering op effecten Specifiek risico

Totaal

Voorzieningen

Terugnemingen

0

0

0


(109)

144

35

Totaal

(109)

144

35

Op 31 december 2004 Leningen en effecten die tot einde looptijd worden aangehouden

Op 31 december 2005 Leningen en effecten die tot einde looptijd worden aangehouden

0

0

0


(37)

84

47

Totaal

(37)

84

47


135

11.6. Ontvangen en betaalde provisies 31 dec. 2004

31 dec. 2005

Ontvangen

Betaald

Netto

Ontvangen

Betaald

Netto

Beheer van beleggingsfondsen

359

(28)

331

380

(26)

354

Administratie van beleggingsfondsen

185

(12)

173

257

(36)

221

Verzekeringsactiviteit

43

(7)

36

38

(1)

37

Kredietactiviteit

87

(16)

71

71

(17)

54

Aankoop en verkoop van effecten

94

(17)

77

85

(19)

66

Aankoop en verkoop van beleggingsfondsen

68

(22)

46

92

(20)

72

131

(28)

103

133

(27)

106

Provisies aan niet-exclusieve makelaars (1)

29

(37)

(8)

38

(10)

28

Financiële technieken

21

0

21

29

(1)

28

Diensten met betrekking tot effecten, uitgezonderd bewaring

37

(7)

30

33

(10)

23

Bewaring

60

(19)

41

55

(11)

44

Emissies en plaatsingen van effecten

90

(10)

80

91

(24)

67

Private banking

28

0

28

31

0

31

Betalingsdiensten

Verrekening en afwikkeling

6

(12)

(6)

7

(12)

(5)

37

(12)

25

57

(11)

46

1 275

(227)

1 048

1 397

(225)

1 172

Overige Totaal

(1) De wijzigingen zijn toe te schrijven aan het feit dat onder IAS 39 de betaalde commissies als transactiekosten worden beschouwd en dus deel uitmaken van de eerste waardering van de financiële activa en -verplichtingen. Deze transactiekosten worden via de effectieve rentevoet opgenomen in de rentemarge.

11.7. Technische marge van de verzekeringsactiviteit Opbrengsten begrepen in de technische marge

31 dec. 2004

31 dec. 2005

3 645

3 763

Voorzieningen – tussenkomst van herverzekeraars

161

27

Wijzigingen in technische reserves – aandeel van de herverzekeraars

221

(5)

Overige technische opbrengsten

293

168

4 320

3 953

31 dec. 2004

31 dec. 2005

Ontvangen premies overgedragen aan herverzekeraars

(583)

(544)

Premies en betaalde bijdragen

(116)

(122)

Voorzieningen

(1 175)

(668)

Aanpassingen van de technische reserves

(2 125)

(2 375)

(31)

(36)

(4 030)

(3 745)

290

208

Premies en ontvangen bijdragen

Opbrengsten

Kosten begrepen in de technische marge

Overige technische kosten Kosten Totaal


11.8. Overige netto-opbrengsten 31 dec. 2004

31 dec. 2005

0

1

21

27

0

1

Overige opbrengsten

401

196

Overige opbrengsten

422

225

Bedrijfsbelastingen

0

(22)

Overige bankkosten

0

(2)

Overige kosten

(386)

(129)

Overige kosten

(386)

(153)

36

72

Bedrijfsbelastingen Huuropbrengsten Andere bankopbrengsten

Totaal

Overige opbrengsten en kosten omvatten bouwprojecten, IT en softwarediensten en andere niet-bancaire en niet-verzekeringsactiviteiten die door de Groep worden gegenereerd.

11.9. Personeelskosten 31 dec. 2004 Lonen en salarissen

31 dec. 2005

1 014

1 047

286

286

Pensioenkosten – toegezegde pensioenregelingen

78

100

Pensioenkosten – toegezegde bijdrageregelingen

31

Sociale zekerheid en verzekeringskosten

Andere verplichtingen na pensionering

30 (1)

7

0 41 (2)


43

Andere langetermijnpersoneelsbeloningen

16

3

0

(3)

68

82

1 543

1 586

Herstructureringskosten Overige kosten Totaal (1) Zie toelichting 8.7.e. (2) Zie toelichting 9.8.

31 dec. 2004 (Gemiddeld VTE)

31 dec. 2005

Volledig geconsolideerd

Proportioneel geconsolideerd

Totaal

Volledig geconsolideerd

Proportioneel geconsolideerd

Totaal

Management

476

1

477

497

1

498

Werknemers

19 143

3

19 146

19 363

3

19 366

24

1

25

26

1

27

19 643

5

19 648

19 886

5

19 891

Overige Totaal


(Gemiddeld VTE)

Frankrijk

België

Luxemburg

Italië

Spanje

Andere Europese landen

Management

85

286

65

4

2

27

21

8

498

Werknemers

2 424

10 433

3 184

268

208

2 149

524

176

19 366

0

7

0

0

2

4

7

7

27

2 509

10 726

3 249

272

212

2 180

552

191

19 891

31 dec. 2005

Overige Totaal

VS Andere nietEuropese landen

Totaal Dexia

11.10. Algemene- en administratieve kosten Bezettingsgraad Operationele leasing Honoraria Marketing, reclame en public relations Technologie- en systeemkosten

31 dec. 2004

31 dec. 2005

(119)

(100)

(48)

(87)

(155)

(117)

(61)

(88)

(134)

(143)

Softwarekosten en onderzoeks- en ontwikkelingskosten

(71)

(48)

Herstellings- en onderhoudskosten

(13)

(12)

(4)

(3)

Verzekeringen (behalve deze met betrekking op pensioenen)

(29)

(29)

Waardentransport

(23)

(44)

Bedrijfsbelastingen

(66)

(81)

Andere algemene- en administratieve kosten

(163)

(223)

Totaal

(886)

(975)

31 dec. 2004

31 dec. 2005

(56)

(65)

Herstructureringskosten andere dan personeel

11.11. Afschrijvingen Afschrijvingen op vastgoedbeleggingen Afschrijvingen op materiële vaste activa

(20)

(22)

Afschrijvingen op andere materiële activa

(87)

(60)

Afschrijvingen op immateriële activa

(62)

(100)

(225)

(247)

Totaal

138


11.12. Bijzondere waardeverminderingen op leningen en voorzieningen voor kredietverplichtingen Collectieve waardeverminderingen

31 dec. 2004 Dotatie

Terugname

Leningen

(46)

Krediet vermeerdering (collectieve reserve)

(12)

Totaal

(58)

31 dec. 2005 Totaal

Dotatie

Terugname

99

53

(175)

175

0

22

10

(6)

0

(6)

121

63

(181)

175

(6)

Specifieke waardeverminderingen

Totaal


Terugname

Verliezen

Recuperaties

Totaal

0

1

0

0

1

(298)

150

(51)

1

(198)

(1)

0

0

0

(1)

Verbintenissen

(83)

14

0

0

(69)

Credit enhancement (individuele reserve)

(22)

37

(37)

0

(22)

(404)

202

(88)

1

(289)

Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen Leningen en voorschotten aan cliënten Overige vorderingen

(1)

Totaal Specifieke waardeverminderingen

Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen Leningen en voorschotten aan cliënten


Terugname

Verliezen

Recuperaties

Totaal

0

1

0

0

1

(205)

193

(22)

2

(32)

Overige vorderingen (1)

(1)

1

0

0

0

Verbintenissen

(8)

8

0

0

0

(24)

10

(1)

0

(15)

(238)

213

(23)

2

(46)

Credit enhancement (individuele reserve) Totaal (1) Wordt samen gepubliceerd op de rubriek XIV. van het actief.

11.13. Bijzondere waardeverminderingen op materiële en immateriële activa 31 dec. 2004

31 dec. 2005

1

0

Bijzondere waardevermindering op onroerend goed, machines en uitrusting

0

1

Bijzondere waardevermindering op andere materiële activa

(1)

0

Bijzondere waardevermindering op voor verkoop aangehouden vaste activa

(1)

(1)

Bijzondere waardevermindering op bouwprojecten

0

0

Bijzondere waardevermindering op immateriële activa

0

0

Totaal

(1)

0

Bijzondere waardevermindering op vastgoedbeleggingen

Een bijzondere waardevermindering wordt aangelegd als aan alle criteria is voldaan. Een nazicht van de markten verkoopsvoorwaarden wordt op geregelde tijdstippen uitgevoerd en dat minstens eenmaal per jaar. Wanneer de verwachte verliezen bij verkoop lager liggen dan de bestaande waardevermindering wordt er overgegaan tot een terugname van de bijzondere waardevermindering.


139

11.14. Bijzondere waardevermindering op goodwill 31 dec. 2004

31 dec. 2005

(19)

0

31 dec. 2004

31 dec. 2005

(452)

(590)

37

(64)

(415)

(654)

6

43

Voorzieningen voor fiscale geschillen

(20)

9

Overige belastingen (B)

(14)

52

(429)

(602)

31 dec. 2004

31 dec. 2005

2 320

2 695

65

89

2 255

2 606

33,99 %

33,99 %

766

886

Belastingseffect van verschillende tarieven in andere landen

(33)

(52)

Belastingseffect van verworpen uitgaven

130

70

Belastingseffect van niet belastbare inkomsten

(180)

(112)

(77)

(138)

Belastingseffect van veranderingen in belastingtarief

(5)

0


7

0

(181)

(3)

Bijzondere waardevermindering op goodwill Per 31 december 2004 heeft Dexia de bestaande goodwill op de volgende maatschappijen volledig afgeschreven: - Kempen (9 miljoen EUR): onderneming verkocht in 2004; - Dexia Bank Nederland (7 miljoen EUR): ten gevolge de lease situatie (zie toelichting 6 op pagina 90); - Dexia Banque Privée France (3 miljoen EUR): herstructurering van de dochteronderneming.

11.15. Belastingen Inkomstenbelastingen lopend boekjaar Uitgestelde belastinglatenties Belastingen op het resultaat van het lopend boekjaar (A) Inkomstenbelastingen vorige boekjaren

Totaal (A)+(B)

Effectieve vennootschapsbelastingen De standaard belastingvoet toepasselijk in België voor 2004 en 2005 bedraagt 33,99 %. Het effectief groepsbelastingtarief bedraagt respectievelijk 18,40 % en 25,10 % voor 2004 en 2005. Het verschil tussen de twee tarieven kan als volgt geanalyseerd worden:

Nettoresultaat voor belastingen Winsten en verliezen van vennootschappen geboekt volgens de vermogensmutatiemethode Belastbare basis Toepasselijk belastingtarief op het einde van het boekjaar Theoretische vennootschapsbelastingen aan standaardbelastingvoet

Inkomsten belast aan verminderd tarief

Overige (1) Niet erkende actieve belastinglatenties (overdraagbare fiscale verliezen)

(12)

3

Belastingen op het resultaat van het lopend boekjaar

415

654

18,40 %

25,10 %

Effectief belastingtarief

(1) Omdat belastingvorderingen uit bijzondere waardeverminderingen op geconsolideerde aandelen, die aftrekbaar zijn (2004: -163; 2005: -17).


11.16. Winsten per aandeel Gewone winst per aandeel Gewone winst per aandeel is de verhouding van het nettoresultaat dat toekomt aan de aandeelhouders van de vennootschap tot het gewogen gemiddelde van het aantal uitstaande gewone aandelen gedurende de periode, met uitsluiting van het aantal gewone aandelen verworven door de Vennootschap die aangehouden worden als eigen aandelen. 31 dec. 2004

31 dec. 2005

Nettoresultaat toegerekend aan de aandeelhouders van de vennootschap

1 822

2 038

Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (in miljoenen)

1 119

1 091

Gewone winst per aandeel (uitgedrukt in EUR per aandeel)

1,63

1,87

Verwaterde winst per aandeel Verwaterde winst per aandeel wordt berekend door correctie van het gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen met het effect van verwatering ingevolge de uitoefening van alle aan het personeel toegekende aandelenopties. Met betrekking tot de aandelenopties werd het aantal aandelen dat zou kunnen worden verworven tegen reële waarde (vastgesteld als de gemiddelde aandelenprijs van de vernootschapsaandelen voor het financiële jaar) berekend, gebaseerd op de monetaire waarde van de onderschreven aandelenopties. Het hierboven berekend aantal aandelen wordt vergeleken met het aantal aandelen dat zou worden uitgegeven in de veronderstelling dat de aandelenopties worden uitgeoefend. Het nettoresultaat toegerekend aan de aandeelhouders van de vennootschap werd niet gecorrigeerd gezien er geen in Dexia-aandelen converteerbare financiële instrumenten zijn uitgegeven. 31 dec. 2004

31 dec. 2005

Nettoresultaat toegerekend aan de aandeelhouders van de vennootschap

1 822

2 038

Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (in miljoenen)

1 119

1 091

5

12

1 124

1 103

1,62

1,85

Correcties voor aandelenopties (in miljoenen) Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen als basis voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel (in miljoenen) Verwaterde winst per aandeel (uitgedrukt in EUR per aandeel)


141

12 Toelichtingen met betrekking tot het risicobeheer (in miljoenen EUR) 12.1. Reële waarde A. Uitsplitsing van de reële waarde A.1. Uitsplitsing van de reële waarde van activa Boekhoudkundige waarde

31 dec. 2005 Reële waarde

Verschil

Kas en tegoeden bij centrale banken Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen Leningen en voorschotten aan cliënten Leningen en effecten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden Leningen en effecten aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde Leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn Leningen en effecten die tot einde looptijd worden aangehouden Positieve waarde van derivaten Waarderingsverschillen van afdekking van het renterisico van een portefeuille Investeringen in geassocieerde deelnemingen Overige activa Voor verkoop aangehouden vaste activa

3 444 70 531 192 402 15 655 13 865 166 204 3 217 28 632 1 659 778 12 338 36

3 444 71 278 206 754 15 655 13 865 166 204 3 374 28 632 1 659 1 406 12 338 36

0 747 14 352 0 0 0 157 0 0 628 0 0

Totaal

508 761

524 645

15 884

Boekhoudkundige waarde

Reële waarde

Verschil

Schulden aan kredietinstellingen Leningen aan en deposito’s van cliënten Voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen Verplichtingen aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde Negatieve waarde van derivaten Waarderingsverschillen van afdekking van het renterisico van een portefeuille Schuldpapier Achtergestelde en converteerbare schulden Overige verplichtingen

134 793 97 379 3 813 18 022 37 652 966 175 685 4 985 19 766

133 129 97 106 3 813 18 022 37 652 966 172 098 4 948 19 760

(1 664) (273) 0 0 0 0 (3 587) (37) (6)

Totaal

493 061

487 494

(5 567)

A.2. Uitsplitsing van de reële waarde van verplichtingen

In overeenstemming met onze waarderingsregels komt de reële waarde van bepaalde rubrieken overeen met de boekhoudkundige waarde. Zie punt 1.32 van de waarderingsregels.

B. Uitsplitsing van de reële waarde van activa en verplichtingen geboekt tegen reële waarde B.1. Uitsplitsing van de reële waarde van activa Genoteerde marktprijs

Leningen en effecten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden Leningen en effecten aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde Leningen en effecten beschikbaar voor verkoop Positieve waarde van derivaten Waarderingsverschillen van afdekking van het renterisico van een portefeuille Totaal

31 dec. 2005 Model (met Model (geen waarneembare waarneembare marktprijzen en rentes) marktprijzen en rentes) (1)

Totaal

8 793

6 862

0

15 655

10 319 97 921 7 510

3 322 67 766 20 999

224 517 123

13 865 166 204 28 632

0

1 649

10

1 659

124 543

100 598

874

226 015

(1) Dit bedrag omvat ook de geamortiseerde kostprijs van de activa voor dewelke geen genoteerde marktprijs of model (met waarneembare marktprijzen en rentes) bestaat. De reële waarde kan ook bepaald worden op basis van interpolaties van genoteerde marktprijzen.

142


B.2. Uitsplitsing van de reële waarde van verplichtingen geboekt tegen reële waarde Genoteerde marktprijs

31 dec. 2005 Model (met Model (geen waarneembare waarneembare marktprijzen en rentes) marktprijzen en rentes) (1)

Totaal


3 509

304

0

3 813


5 012

13 010

0

18 022

11 425

25 770

457

37 652

Waarderingsverschillen van afdekking van het renterisico van een portefeuille 13

953

0

966

40 037

457

60 453


Totaal

19 959

(1) Dit bedrag omvat ook de geamortiseerde kostprijs van de activa voor dewelke geen genoteerde marktprijs of model met waarneembare marktprijzen en rentes bestaan zoals niet-genoteerde aandelen. De reële waarde kan ook bepaald worden op basis van interpolaties van genoteerde marktprijzen.

12.2. Kredietrisico's – Uitstaande bedragen a. Uitsplitsing van totale uitstaande positie van de Groep De uitstaande bedragen van de kredietrisico's dekken het risico van de tegenpartij in bevestigde risico's in de balans en buitenbalans. Men gaat ervan uit dat de uitstaande bedragen rekening houden met de waarborgen (behalve Dexia Bank België Groep) en de waardeverliezen. De uitstaande bedragen dekken alle dochterondernemingen waarin Dexia meerderheidsaandeelhouder is, behalve Dexia Insurance Belgium Group. Uitstaande bedragen per geografische regio 31 dec. 2004

31 dec. 2005

België

84 180

91 597

Frankrijk

81 740

89 040

Duitsland

37 210

38 694

Italië

48 190

57 171

9 150

8 268

72 590

99 165

5 490

7 014

Luxemburg Andere landen van de EU Rest van Europa Verenigde Staten en Canada

246 440

323 251

Centraal- en Zuid-Amerika

610

634

Zuidoost-Azië

610

1 502

2 440

4 829

21 350

20 836

610 000

742 001

31 dec. 2004

31 dec. 2005

45 750

59 340

303 170

375 275

25 010

26 778

9 150

14 933

112 850

132 226

9 150

15 093

Particulieren, zelfstandigen en KMO's

30 500

33 151

Financiële instellingen

69 540

79 155

4 880

6 050

610 000

742 001

Japan Andere

(1)

Totaal (1) Supranationale entiteiten zoals ECB inbegrepen.

Uitstaande bedragen per categorie van tegenpartij

Staten Lokale overheden Bedrijven Monolineverzekeraars ABS/MBS Projectfinanciering

Andere Totale uitstaande positie van de Groep


b. Verzekerde portefeuille van FSA We publiceren een gedetailleerde kijk op de verzekerde portefeuille van FSA, daar ze een groot deel van de uitstaande bedragen vertegenwoordigt.

1. Uitsplitsing per sector (totale netto uitstaande bedragen) 31 dec. 2004

31 dec. 2005

Pooled corporates

50 521

56 805

Woninghypotheken

26 232

21 018

Andere Asset-Backed

11 904

19 206

7 004

8 342

Asset-Backed (ABS)

95 661

105 371

Algemene verbintenissen

57 165

77 474

Nutsvoorzieningen

24 279

31 209

Niet-algemene fiscale verbintenissen

26 893

34 456

9 422

12 465

13 376

20 651

Gezondheidszorg

6 799

10 000

Huisvesting

5 600

6 434

MUNICIPAL

143 534

192 689

Totaal

239 195

298 060

31 dec. 2004

31 dec. 2005

AAA

61 694

72 891

AA

66 071

90 088

A

82 721

99 407

BBB

27 120

34 065

1 589

1 609

239 195

298 060

Uitstaande vorderingen consumenten

Transport Andere gemeenten

2. Uitsplitsing per shadow rating (totale netto uitstaande bedragen)

Non-investment grade Totaal

12.3. Verstrekte zekerheden

31 dec. 2005 Boekwaarde (1) van in pand gegeven financiële activa voor verplichtingen

Leningen en effecten

69 071

(1) Reële waarde-aanpassingen inbegrepen.

De activa worden vooral in pand gegeven tot waarborg van repo’s en schulden aan centrale banken. De terugbetalingswaarde van de repo’s bedraagt 50 901 miljoen EUR.

144


12.4. Renteherzieningsrisico: uitsplitsing volgens resterende looptijd tot de volgende rentevoetbepaling a. Actief

31 dec. 2005 Op zicht en direct opeisbaar

Minder dan 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 tot 5 jaar

Meer dan 5 jaar


Onbepaald Gelopen rente

Aanpassing Waardevermindering naar reële waarde

Totaal

3 421

19

0

0

0

0

4

0

0

3 444


11 406

23 400

8 972

21 000

4 486

48

599

620

0

70 531


13 108

31 866

37 504

37 191

66 886

2 992

1 598

2 683

(1 426) 192 402


27

7 856

3 753

2 554

849

585

66

(35)

0

15 655


55

6 197

1 283

29

703

5 712

50

(164)

0

13 865

577

66 199

17 055

9 337

59 328

3 897

1 900

8 240

0

98

876

1 060

1 092

0

91

0

0

3 217

9 867

18 765

0

28 632

1 659

0

1 659

778

0

778

Leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn Leningen en effecten die tot einde looptijd worden aangehouden Positieve waarde van derivaten Waarderingsverschillen van afdekking van het renterisico van een portefeuille Investeringen in geassocieerde deelnemingen Materiële vaste activa

(329) 166 204

2 185

0

2 185


735

0

735


654

(52)

602

Overige activa

578

5 421

19

5

6

Voor verkoop aangehouden vaste activa Totaal

29 172

141 056

69 462

71 176

133 350

2 782

0

7

(2)

8 816

40

0

0

(4)

36

20 408

14 175

31 775

(1 813) 508 761


145

b. Verplichtingen

31 dec. 2005 Op zicht en direct opeisbaar (*)

Minder dan 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 tot 5 jaar

Meer dan 5 jaar

Onbepaald

Gelopen Aanpassing rente naar reële waarde

Totaal


46 884

60 560

19 427

2 453

4 410

288

498

273 134 793


36 276

29 264

3 040

1 682

1 980

24 495

739

(97)

97 379


30

246

2 470

962

29

16

34

26

3 813


47

5 384

2 450

1 922

3 012

4 965

113

129

18 022

10 566

27 086

37 652

966

966

Negatieve waarde van derivaten Waarderingsverschillen van afdekking van het renterisico van een portefeuille Schuldpapier Achtergestelde en converteerbare schulden

684

52 017

25 961

52 659

40 809

362

2 507

5

309

754

1 039

1 629

1 066

102

686 175 685 81

4 985


9 846

9 846


1 320

1 320

Belastingverplichtingen Overige verplichtingen Totaal

1 377

1 377

1 996

1 028

193

43

65

3 888

10

85 922

148 808

54 295

60 760

51 934

47 623

14 569

0

7 223

29 150 493 061

(*) Direct opvraagbare deposito's zijn opgenomen in de kolom “direct opeisbaar” aangezien we hierin de resterende looptijd weergeven tot aan de volgende fixing van de rente en dat op wettelijke betaaldatum en niet via hypotheses over het waargenomen gedrag van cliënten. Deze oefening wordt wel uitgevoerd in de rentegevoeligheidsanalyse (zie toelichting 12.5 hieronder).

c. Netto positie

In de balans opgenomen sensitivity gap

31 dec. 2005 Op zicht en direct opeisbaar

Minder dan 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 tot 5 jaar

Meer dan 5 jaar

Onbepaald

(56 750)

(7 752)

15 167

10 416

81 416

(27 215)

De sensitivity gap opgenomen in de balans is afgedekt door derivaten.

12.5. Rentegevoeligheidsrisico Er wordt geen gemiddelde rente volgens activa en verplichtingen gepubliceerd, omdat Dexia een ruim afdekkingsbeleid heeft ontwikkeld via de afdeling ALM. De rentemarge is bijgevolg het resultaat van de ontvangen en de betaalde interest op transacties, verminderd met die op afdekkingsoperaties. Een relevantere risico-indicator is de Value at Risk (VaR) voor de activiteiten van Thesaurie en financiële markten en gevoeligheid voor ALMactiviteiten.

Activiteiten van Thesaurie en financiële markten De door Dexia berekende VaR meet het potentiële verlies dat mogelijk is met een waarschijnlijkheid van 99 % en voor een periode van 10 dagen. Value at Risk 10 dagen – 99 % Kapitaalmarkten FED Fixed income Effectisering

Treasury and Equities Equities Forex Money market

TFM-activiteiten Dexia Rekeningen en Verslagen 2005

Gemiddelde 2004

Maximum 2004

Gemiddelde 2005

Maximum 2005

7,8 1,6 1,7

16,5 2,9 2,1

6,2 1,1 1,2

14,1 2,8 2,0

11,1

21,5

8,5

18,9

2,5 1,3 19,3

5,4 3,3 34,0

0,9 2,0 19,8

5,5 4,6 31,0

23,1

42,7

22,7

41,1

27,2

46,2

26,9

38,5

De totale VaR van de TFM-activiteiten is verschillend van het totaal van de delen, vanwege de diversificatie van de risico's als alle activiteiten samen beschouwd worden. Het renterisico van de Credit Spread Portfolio is marginaal en is ook bij de hier berekende VaR van TMF inbegrepen.

ALM-gevoeligheid (1) De Basis Point Value (BPV) meet de verandering in de netto economische waarde in de balans wanneer de rentevoeten over de hele curve met 1 % stijgen. BPV Totaal

31 dec. 2004

31 dec. 2005

(205)

(209)

(1) Posities van verzekeringsmaatschappijen zijn uitgesloten.

Resterende looptijd van de portefeuille tot de volgende fixing van de rentedatum wordt bepaald via hypotheses over het waargenomen gedrag van cliënten en niet over de wettelijke betaaldatum (zie toelichting 12.4).

12.6. Gevoeligheid beursgenoteerde aandelen De Value at Risk (VaR) vertegenwoordigt de potentiële wijziging in marktwaarde, terwijl de Earnings at Risk (EaR) de impact op het boekhoudresultaat vertegenwoordigt als de VaR werkelijkheid wordt. De door Dexia berekende VaR meet het potentiële verlies met een betrouwbaarheidsinterval van 99 % en voor een periode van 10 dagen. De EaR is lager dan de VaR, omdat de meeste beursgenoteerde aandelen een positieve AFS-reserve hebben. Er worden waardeverminderingstesten uitgevoerd wanneer het verschil tussen de marktwaarde en de kosten hoger is dan 25 % en/of wanneer er een langdurige daling van de reële waarde is. De kolom -25 % vertegenwoordigt de waardevermindering die in het boekhoudkundig resultaat zou kunnen worden opgetekend indien de waarde met 25 % daalt.

a. Banken (ALM-portefeuille) Marktwaarde

VaR

% VaR

EaR

-25 %

31/12/2004

1 053

60

5,7 %

(2)

(20)

31/03/2005

1 128

61

5,4 %

(1)

(8)

30/06/2005

1 231

65

5,3 %

0

0

30/09/2005

1 332

69

5,2 %

(2)

(6)

31/12/2005

1 443

79

5,4 %

0

(10)

Marktwaarde

VaR

% VaR

EaR

-25 %

31/12/2004

1 196

55

4,6 %

(8)

(21)

31/03/2005

1 249

52

4,2 %

0

(36)

30/06/2005

1 315

52

3,9 %

0

(40)

b. Verzekeringsmaatschappijen

30/09/2005

1 511

56

3,7 %

0

(35)

31/12/2005

1 729

69

4,0 %

0

(51)


147

12.7. Liquiditeitsrisico: uitsplitsing volgens resterende looptijd (1) 31 dec. 2005 Uitsplitsing van brutobedrag en premie/korting Activa

Op zicht en Minder direct dan opeisbaar(2) 3 maand

Kas en tegoeden bij centrale banken 3 234 Leningen en voorschotten aan kredietinstellingen 10 986 Leningen en voorschotten aan cliënten 14 345 Leningen en effecten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden 706 Leningen en effecten aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde 48 Leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn 389 Leningen en effecten die tot einde looptijd worden aangehouden 0 Positieve waarde van derivaten Waarderingsverschillen van afdekking van het renterisico van een portefeuille Investeringen in geassocieerde deelnemingen Materiële vaste activa Immateriële activa en goodwill Belastingvorderingen Overige activa 1 798 Voor verkoop aangehouden vaste activa Totaal

31 506

3 maand tot 1 jaar

1 tot 5 jaar

Meer dan 5 jaar

Aanpassing naar reële waarde

Waardevermindering

Totaal

206

0

0

0

0

4

0

0

3 444

21 794

9 058

22 364

5 066

44

599

620

0

70 531

12 622

11 335

37 637

110 911

2 697

1 598

2 683

(1 426)

192 402

822

3 903

8 311

1 775

107

66

(35)

0

15 655

87

32

660

7 440

5 712

50

(164)

0

13 865

5 974

10 896

28 558

106 575

4 001

1 900

8 240

(329)

166 204

67

760

1 043

1 256

0

91 9 867

0 18 765

0 0

3 217 28 632

1 659

0

1 659

(52) (2) (4)

778 2 185 735 602 8 816 36

5 572

55

12

9

47 144

36 039

98 585

233 032

Onbepaald Gelopen rente

778 2 185 735 654 1 365 40

0 0

7 0

18 318

14 175

31 775

(1 813) 508 761 31 dec. 2005

Uitsplitsing van brutobedrag en premie/korting Verplichtingen

Schulden aan kredietinstellingen Leningen aan en deposito's van cliënten Voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen Verplichtingen aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde Negatieve waarde van derivaten Waarderingsverschillen van afdekking van het renterisico van een portefeuille Schuldpapier Achtergestelde en converteerbare schulden Technische voorzieningen van verzekeringsmaatschappijen Voorzieningen en andere verplichtingen Belastingverplichtingen Overige verplichtingen Voor verkoop aangehouden langlopende verplichtingen Totaal

Op zicht en direct opeisbaar(2)

Minder dan 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 tot Meer dan 5 jaar 5 jaar

54 281 37 606

44 272 27 052

19 440 2 990

4 771 2 135

10 971 2 461

287 24 493

498 739

18

255

2 464

965

37

14

34

26

3 813

47

305

2 457

5 533

4 473

4 965

113 10 566

129 27 086

18 022 37 652

148

10

0

9 846 1 320 1 377 7 223

0

0

0

0

47 407

14 569

63 250 1 326

50 031 1 671

362 1 066

0 0

0 0

0 0

0 0

0 0

2 073

1 229

123

44

67

51 048

78 024

69 711

273 134 793 (97) 97 379

9 846 1 320 1 377 3 677

22 935 639

107 495

Totaal

2 507 102

34 287 95

95 657

Gelopen Aanpassing rente naar reële waarde

966 966 686 175 685 81 4 985

1 627 5

(1) Resterende looptijd tot vervaldag. (2) Zichtrekeningen, spaarrekeningen worden hier gerapporteerd, zelfs al is de echte terugbetalingsdatum onbepaald.


Onbepaald

29 150 493 061

Op zicht en direct opeisbaar

Minder dan 3 maand

3 maand tot 1 jaar

1 tot 5 jaar

Meer dan 5 jaar

Onbepaald

(64 151)

(60 351)

(15 009)

20 561

163 321

(29 089)

Nettoliquiditeitsgap

Deze tabel houdt geen rekening met de liquiditeit noch met de mogelijkheid om het actief te herfinancieren zodat sommige opgenomen langlopende activa kunnen verkocht worden wanneer dit voor liquiditeitsredenen nodig wordt geacht.

12.8. Valutarisico

31 dec. 2005 EUR

Andere EU-munten

USD

Andere

Totaal

Totaal van het actief

262 926

45 635

175 419

24 781

508 761


260 233

48 337

176 085

24 106

508 761

2 693

(2 702)

(666)

675

0

Netto in de balans opgenomen positie

12.9. Verzekeringsrisico’s De verzekeringsactiviteiten worden in de groep Dexia uitgeoefend door FSA en de groep DIB (zie Boekhoudprincipes, punt 1.11). De risico's van FSA zijn voornamelijk kredietrisico’s en worden in nota 12.2.b geanalyseerd. FSA verzekert gewoonlijk enkel de “senior”-tranches van de uitgiften van asset backed activa, die een zeer laag percentage van niet-betaling en een belangrijke invorderingsgraad vertonen door het hoge niveau van de ontvangen waarborgen, de reserves aan liquide middelen, de aftrekbare bedragen of de beschermingen die de eerste verliezen dekken (zie bijlage over de ratings in toelichting 12.2.b). Vooraleer een gemeentelijke obligatie te verzekeren, ontvangt FSA een recht op de belastingontvangsten of een recht op de specifieke gemeentelijke inkomstenstromen die afkomstig zijn van basisoverheidsdiensten. De verzekerde portefeuille is gediversifieerd op basis

van de emittenten, in geografisch en industrieel opzicht en volgens het type van verkregen waarborgen. Om het risicoprofiel te beheren, verdeelt FSA ook het risico en de risicodekking over herverzekeraars die een zeer hoge rating hebben. De risicogevoeligheid mag dan ook als zwak worden beschouwd, wat ook kan worden afgeleid uit de statistieken over de verliezen van de voorgaande jaren. De groep DIB is actief op het vlak van verzekering leven (meer dan 85 % van de uitgegeven premies) en niet-leven en heeft geen belangrijke concentratie van risico's. Sommige risico's worden herverzekerd (zie toelichting 9.3). Gelet op de activiteiten van DIB, de herverzekering van een gedeelte van zijn risico’s en de omvang van zijn activiteiten ten opzichte van de totale activiteiten en risico’s van de groep Dexia, zal een wijziging van de verzekeringsvariabelen geen belangrijke weerslag hebben op de financiële situatie van de groep Dexia.

12.10. Uitsplitsing naar risicogewogen activa Risicogewogen activa Voor 20 % gewogen tegenpartijen Voor 50 % gewogen tegenpartijen Voor 100 % gewogen tegenpartijen Voor handelsdoeleinden aangehouden portefeuille Totaal

31 dec. 2004

31 dec. 2005

33 768 11 790 53 875 3 922

40 120 14 592 55 029 5 261

103 355

115 002


Reconciliatie vereist voor de eerste toepassing van IFRS (Dexia GAAP naar EU GAAP) Dexia – (A) Reconciliatie van de activa per 1 januari 2004 Per 31 december 2003 onder Dexia GAAP

Verschil Toelichtingen Per 1 januari 2004 onder EU GAAP

ACTIVA (in miljoenen EUR) I

Kas, tegoeden bij centrale banken en postcheque- en girodiensten

II

ACTIVA

1

4 488

I


(1 884)

1

27 812

II


III


3 010

1 478

5 977

(5 977)

29 696

Bij de centrale bank herfinancierbaar overheidspapier

III

Vorderingen op kredietinstellingen

IV

Vorderingen op cliënten

161 941

2 483

2

164 424

V

Obligaties en andere vastrentende effecten

115 351

11 006

3

126 357

A. Bankactiviteit en overige

101 719

Totaal IV+V+VI+VII

17 488

IV

0

V


1. Van publiekrechtelijke emittenten

38 269


2. Van andere emittenten

63 450

108 036

VI


B. Verzekeringsactiviteit

13 632

833

VII


VI

Aandelen en andere niet-vastrentende effecten

5 157

A. Bankactiviteit en overige

1 878

B. Verzekeringsactiviteit

3 279

(5 157)

18 182

4 5

18 182 0

VIII IX

Positieve waarde van derivaten Waarderingsverschillen van afdekking van het renterisico van een portefeuille

VII

Financiële vaste activa

1 443

A. Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast B. Andere ondernemingen 1. Bankactiviteit en overige

VIII

6

701

X

(252)

6

697

XII


1 811

(295)

7

1 516

XI


425

(425)

6 125

408

526

175

917

(917)


849

2. Verzekeringsactiviteit

68

Immateriële vaste activa

949

A. Oprichtingskosten en andere immateriële activa B. Consolidatieverschillen IX


XII

Eigen aandelen

XIII

Overige activa A. Bankactiviteit en overige B. Verzekeringsactiviteit

XIV

Overlopende rekeningen Totaal activa


232 717

6 533

Totaal XIII+XIV+XV+XVI

5 403

8

617

XIII

722

9

5 852

XIV

Overige activa

10

64

XV


18 003

(18 003)

349 888

822

350 710


Totaal activa

Toelichtingen bij de activa De onderstaande toelichtingen zijn bedoeld om de belangrijkste wijzigingen evenals speciale aandachtspunten te verklaren. 1.

2.

3.

De geldreserves bij de centrale bank zijn geherclassificeerd van de rubriek “III. Vorderingen op kredietinstellingen” (Dexia GAAP) naar de rubriek “I. Kas en tegoeden bij centrale banken” (EU GAAP). De toename is voornamelijk het gevolg van een herclassificatie van obligaties die waren geboekt onder de rubriek “V. Obligaties en andere vastrentende effecten” (Dexia GAAP) maar die niet waren genoteerd en die als leningen aan cliënten werden beschouwd overeenkomstig IAS 39. In mindere mate is de toename ook toe te schrijven aan leaseovereenkomsten die werden geherclassificeerd van operationele naar financiële leases (voorheen onder de rubriek “IX. Materiële vaste activa” volgens Dexia GAAP) en aan bepaalde voorzieningen voor kredietrisico, waaronder de algemene voorziening van Legiolease, die werden geclassificeerd onder de rubriek “VI.A. Voorzieningen voor risico’s en kosten, uitgestelde betalingen en belastinglatenties – voorzieningen voor risico’s en kosten” (Dexia GAAP) en die nu als bijzondere waardevermindering in mindering worden gebracht op de daarmee verband houdende activa. Leningen en effecten worden geclassificeerd onder verschillende rubrieken volgens Dexia GAAP: • II. Bij de centrale bank herfinancierbaar overheidspapier • V. Obligaties en andere vastrentende effecten • VI. Aandelen en andere niet-vastrentende effecten • VII.B. Financiële vaste activa – andere ondernemingen • XII. Ingekochte eigen aandelen Volgens EU GAAP worden leningen en effecten geboekt onder verschillende rubrieken: • IV. Leningen en effecten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden. • V. Leningen en effecten aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde: deze rubriek kan pas sinds 1 januari 2005 worden gebruikt, aangezien deze mogelijkheid alleen bestaat als IAS 39 van toepassing is. Deze rubriek omvat de aan beleggingsfondsen gekoppelde producten sinds 1 januari 2005. • VI. Leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn. Opmerking: In 2004 omvatte deze rubriek ook de inge-

kochte eigen aandelen die sinds 1 januari 2005 in mindering worden gebracht van het eigen vermogen. • VII. Leningen en effecten die tot einde looptijd worden aangehouden. 4.

Deze rubriek omvat voornamelijk de opgelopen rente en agio op derivaten, die volgens Dexia GAAP meestal worden geboekt onder “XIV. Overlopende rekeningen”. In 2004 werd er geen aanpassing naar reële waarde geboekt aangezien IAS 39 pas sinds 2005 wordt toegepast.

5.

Deze rubriek omvat de herwaardering naar reële waarde van de afdekking van het renterisico van een portefeuille en werd in 2004 niet gebruikt aangezien IAS 39 pas sinds 1 januari 2005 van toepassing is.

6.

Goodwill onder “VII.A. Financiële vaste activa Ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast” (Dexia GAAP) wordt nu geboekt onder “X. Investeringen in geassocieerde deelnemingen” (EU GAAP).

7.

De aanpassing is de herclassificatie van in lease gegeven activa van een operationele lease volgens Dexia GAAP naar een financiële lease volgens EU GAAP.

8.

Deze rubriek omvat de belastingvorderingen en uitgestelde belastingen die werden opgenomen onder “XIII. Overige activa” (Dexia GAAP) plus de aanpassingen van uitgestelde belastingen bij de eerste toepassing van EU GAAP.

9.

Overige activa omvatten voornamelijk verworven opbrengsten (niet aan rente gerelateerd), vooruitbetalingen en andere handelsvorderingen. Ze omvatten ook verzekeringsproducten (herverzekering, te ontvangen verzekeringspremies, enz.), onderhanden projecten in opdracht van derden, voorraden en activa die betrekking hebben op verplichtingen uit hoofde van personeelsbeloningen.

10. Volgens IFRS 5 omvat deze rubriek de voor verkoop aangehouden activa (voornamelijk een gebouw in Frankrijk dat in 2004 werd verkocht en een aantal “hub and spoke”-filialen in België). 11. De FTA is gewijzigd in vergelijking met de FTA die in de vorige activiteitenverslagen en het jaarverslag van 2004 werd gepubliceerd. De impact op de totale activa is kleiner dan 1 %. Wijzigingen in het eigen vermogen worden op pagina 158 toegelicht.


151

Dexia – (B) Reconciliatie van de verplichtingen en het eigen vermogen per 1 januari 2004 Per 31 december 2003 onder Dexia GAAP

Verschil

Toelichtingen Per 1 januari 2004 onder EU GAAP

PASSIVA EN EIGEN VERMOGEN (in miljoenen EUR)

VERPLICHTINGEN EN EIGEN VERMOGEN

I


68 088

145

II

Schulden aan cliënten

92 343

(7 264) 5 514

1 1

68 233

I


85 079

II


5 514

III


0

2

0

IV


0

3

0

VI


III

In schuldbewijzen belichaamde schulden

134 905

1 561

4

136 466

VII

Schuldpapier

IV

Overige passiva

4 108

1 819

5

5 927

XII


V

Overlopende rekeningen

20 886

(825)

6

20 061

VI

Voorzieningen voor risico's en kosten, uitgestelde 1 282

(142)

7

V


1 140

X


891

XI


10 010

IX

Technische voorzieningen van

belastingen en belastinglatenties A. Voorzieningen voor risico's en kosten B. Uitgestelde belastingen en belastinglatenties

644

C. Voorzieningen van verzekeringsondernemingen 10 153

247 (143)

8 9

verzekeringsmaatschappijen VII

Fonds voor algemene bankrisico's

1 793

(1 793)

VIII

Achtergestelde schulden en hybride

5 411

109

0 10

kapitaalinstrumenten

5 520

VIII


0

XIII


Totaal schulden

339 613

(772)

338 841


IX

Kapitaal

4 786

4 786

XIV

Geplaatst kapitaal

X

Uitgiftepremies

8 915

8 915

XV

Uitgiftepremies

XI


2 501

(2 320)

XVII


XII

Herwaarderingsreserves

8

0

XVI


XIV

Consolidatieverschillen

333

0

XVIII

XIVb

In mindering gebrachte goodwill

XV


(6 602)

Subtotaal

9 941

1 440

Omrekeningsverschillen (+/-)

(151)

151

11 381 0


Niet in de resultatenrekening opgenomen winsten en verliezen

Eigen vermogen van de Groep XVI

Belangen van derden

9 790 485

1 591 3

11

11 381

Eigen vermogen van de Groep

488

XX

Minderheidsbelangen

0

XXI


Totaal eigen vermogen Totaal passiva


10 275

1 594

11 869

349 888

822

350 710

Totaal eigen vermogen Totaal verplichtingen

Toelichtingen bij de verplichtingen en het eigen vermogen De onderstaande toelichtingen zijn bedoeld om de belangrijkste wijzigingen evenals speciale aandachtspunten te verklaren. 1.

7.

De wijzigingen zijn het gevolg van de samenstelling van voorzieningen voor personeelsbeloningen volgens IAS 19, de terugname van voorzieningen die niet conform IAS 37 waren en het feit dat sommige voorzieningen voor kredietrisico, waaronder de algemene voorziening van Legiolease, nu in mindering worden gebracht op de daarmee verband houdende activa – zie toelichting 2 bij de activa.

8.

Omvat over de rapporteringsperiode verschuldigde en verrekenbare belastingen die zijn geboekt onder “IV. Overige passiva” (Dexia GAAP), uitgestelde belastingen onder “VI. B. Voorzieningen voor uitgestelde belastingen en belastinglatenties” (Dexia GAAP) en uitgestelde belastingen als gevolg van wijzigingen in de grondslagen voor financiële verslaggeving, voornamelijk op de terugname van voorzieningen voor risico’s en kosten.

9.

Deze post werd beïnvloed op 1 januari 2005, toen alle verzekeringsproducten die de IFRS niet als dusdanig kwalificeert, werden geherclassificeerd als financiële verplichtingen. Voorzieningen voor aan beleggingsfondsen gekoppelde producten die in 2004 onder deze rubriek werden opgenomen, werden in 2005 overgedragen naar de rubriek “IV. Verplichtingen aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde” (EU GAAP).

De rubriek “II. Deposito’s van cliënten” (Dexia GAAP) omvat: • short-posities op rente die worden geherclassificeerd naar de rubriek “III. Voor handelsdoeleinden aangehouden verplichtingen” (EU GAAP); • bepaalde door FSA uitgegeven schulden die nu worden geboekt onder “VII. Schuldpapier” volgens EU GAAP.

2.

Deze rubriek kan pas sinds 1 januari 2005 worden gebruikt, aangezien deze mogelijkheid alleen bestaat als IAS 39 van toepassing is. Deze rubriek omvat: • de technische reserves van aan beleggingsfondsen gekoppelde producten sinds 1 januari 2005 – vergelijkbaar met toelichting 3 bij de activa; • de verplichtingen uit hoofde van in contracten besloten derivaten die niet (kunnen) worden opgesplitst; • de verplichtingen die worden aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening.

3.

Vergelijkbaar met toelichting 5 bij de activa.

4.

Uitgegeven premies en kortingen die zijn opgenomen onder “XIV. Overlopende rekeningen” en “V. Overlopende rekeningen” volgens Dexia GAAP worden nu volgens EU GAAP toegerekend aan de daarmee verband houdende activa en verplichtingen, met als voornaamste post “VII. Schuldpapier”. Deze rubriek omvat ook schulden uitgegeven door FSA zoals verklaard in toelichting 1 hierboven.

5.

6.

De toename is het gevolg van de herclassificatie van voorzieningen die volgens (Dexia GAAP) onder de rubriek “V. Overlopende rekeningen” werden geboekt en die nu onder deze rubriek worden geboekt. Verplichtingen van verzekeringsmaatschappijen (verzekeringsproducten) worden eveneens onder deze rubriek geboekt. Vergelijkbaar met toelichting 4 bij de activa.

10. De voornaamste impact is het gevolg van het feit dat de rubriek “VIII. Achtergestelde schulden en hybride kapitaalinstrumenten” (Dexia GAAP) niet de niet-achtergestelde maar de converteerbare schulden omvatte. 11. Het totale eigen vermogen volgens EU GAAP omvat het totale eigen vermogen van de Groep volgens Dexia GAAP, de aanpassingen naar aanleiding van de eerste toepassing van de EUregels (herclassificatie van “VII. Fonds voor algemene bankrisico’s” (Dexia GAAP) en andere aanpassingen voor een bedrag van -202 miljoen EUR ). Voor verdere toelichtingen verwijzen wij naar pagina 157 van dit verslag. 12. De FTA is gewijzigd in vergelijking met de FTA die in de vorige activiteitenverslagen en het jaarverslag van 2004 werd gepubliceerd. De impact op de totale verplichtingen is kleiner dan 1 %. Wijzigingen in het eigen vermogen worden op pagina 158 toegelicht.


153

Dexia – (C) Reconciliatie resultatenrekening per 31 december 2004

(in miljoenen EUR)

Per 31 december 2004 Verschil onder Dexia GAAP (zoals gepubliceerd)

I

Renteopbrengsten en soortgelijke opbrengsten

II

Rentekosten en soortgelijke kosten

III

Opbrengsten uit niet-vastrentende effecten

Toelichtingen Per 31 december 2004 onder EU GAAP

13 474

43 714

1

57 188

I

Renteopbrengsten

(10 445)

(43 137)

1

(53 582)

II

Rentekosten

94

III

Dividenden

65 177

IV

307 36

VI

Nettoresultaat uit geassocieerde deelnemingen Nettoresultaat uit handelsdoeleinden en afdekkingen Nettoresultaat uit beleggingen Overige netto-opbrengsten

64

30 65 177

2

307 36

3

V

X

IV

Ontvangen provisies

1 212

63

1 275

VII

Ontvangen provisies

V

Betaalde provisies

(190)

(37)

(227)

VIII

Betaalde provisies

VI

Resultaten uit financiële transacties

431

(431)

VII

Overige bedrijfsopbrengsten

343

(343)

(288)

288

791

(502)

5 392

230

(1 463) (870) (355) (50)

(78) (18) 2 0

(1 541) (888) (353) (50)

Waardecorrecties op immateriële en materiële vaste activa

(274)

49

(225)


2 380

185

2 565

X XXII

Overige bedrijfskosten Technische en financiële marge van verzekeringsactiviteit Nettobankproduct

VIII

IX

XI

Algemene beheerskosten A. Personeelskosten B. Overige beheerskosten C. Vergoeding van het net D. Uitgestelde aanschaffingskosten

4

XIII

XIV

Toevoegingen aan en terugnemingen uit het Fonds voor algemene bankrisico's Waardecorrecties op consolidatieverschillen van geïntegreerde ondernemingen

99

XIV

Afschrijvingen

XVI

Bijzondere waardevermindering op leningen en voorzieningen voor kredietverbintenissen

0

XVII


(19)

XVIII


(99)

0

7

114

2 320

XVII

Belastingen

(420)

(9)

(429)

XVIII

Aandeel in het resultaat op de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast

71

(71)

(15)

15

1 842

49

1 891

70

(1)

69

1 772

50

1 822

Aandeel van derden in het resultaat

XXI

Aandeel van de Groep in het resultaat


XIII

3

2 206


XII

(226)

Resultaat van de gewone bedrijfsuitoefening van de geconsolideerde ondernemingen

XX

XI

XV

25

Waardecorrecties op consolidatieverschillen

Opbrengsten Personeelskosten Algemene- en administratiekosten Vergoedingen van het net Geactiveerde acquisitiekosten

(44)

XIX

Technische marge van de verzekeringsactiviteiten

5

Correcties en terugnemingen van waardecorrecties op vorderingen en voorzieningen voor eventuele passiva en voor verplichtingen met een potentieel kredietrisico voor de buitenbalanstelling (229)

Correcties en terugnemingen van waardecorrecties op effecten met het karakter van financiële vaste activa, op participaties en aandelen in verbonden ondernemingen

IX

5 622

6 XII

289

8

Nettoresultaat voor belastingen XIX

Belastingen

Nettoresultaat Aandeel van minderheidsbelangen Aandeel van de Groep

Toelichtingen bij de resultatenrekening 1.

De rubriek “I. Renteopbrengsten” en “II. Rentekosten” omvatten volgens EU GAAP de rente op voor handelsdoeleinden aangehouden swaps , terwijl deze rente volgens Dexia GAAP op nettobasis werd opgenomen in de rubriek “VI. Baten uit financiële transacties”.

2.

De rubriek “IV. Nettoresultaat uit geassocieerde deelnemingen” wordt volgens EU GAAP opgenomen onder de opbrengsten, terwijl deze rubriek volgens Dexia GAAP werd gerapporteerd als opbrengsten onder de rubriek “XVIII. Aandeel in het resultaat op de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast”. Bovendien stond Dexia GAAP de afschrijving van goodwill toe, terwijl de IFRS dit niet langer toestaan: alleen waardeverminderingen op goodwill worden indien nodig geboekt.

3.

De rubriek “VI. Nettoresultaat uit beleggingen” omvat de nettowinsten en geïnde bedragen op langlopende beleggingen (rubriek XII. volgens Dexia GAAP) en de kapitaalresultaten op de verkoop van eigendommen (die volgens Dexia GAAP in rubriek IX werden opgenomen voor 30 miljoen EUR per 31 december 2004).

4.

De rubriek “IX. Technische marge van verzekeringsactiviteiten” verschilt van rubriek XXII. volgens Dexia GAAP omdat de financiële marge van verzekeringsmaatschappijen nu in de resultatenrekening gespreid wordt in de overeenkomstige rubriek die op de activiteit betrekking heeft.

5.

De impact op de algemene beheerskosten lijkt onbeduidend, maar bestaat uit compenserende posten die worden toegelicht in de aansluiting van Nettoresultaat – aandeel van de Groep in het resultaat 2004.

6.

De afschrijving en waardevermindering van materiële en immateriële activa werden samen geboekt onder rubriek IX. volgens Dexia GAAP, terwijl ze afzonderlijk worden gepresenteerd volgens IFRS GAAP: afschrijvingen en amortisaties worden opgenomen in het bedrijfsresultaat, terwijl waardeverminderingen worden opgenomen onder het Nettoresultaat voor belastingen.

7.

Netto dotaties aan de reserve voor algemene bankrisico's zijn niet meer toegestaan.

8.

De rubriek “XVIII. Waardeverminderingen op goodwill” volgens EU GAAP verschilt van rubriek XIV. volgens Dexia GAAP omdat goodwill niet langer wordt afgeschreven volgens EU GAAP; er wordt indien nodig alleen nog een waardevermindering voor geboekt. Volgens Dexia GAAP waren beide vereist.


155

Dexia – (D) Reconciliatie van het nettoresultaat – Aandeel van de Groep per 31 december 2004 31 dec. 2004 Totale impact op nettoresultaat - Aandeel van de Groep

Toelichtingen

50


0

Overige bestanddelen

50

Immateriële activa

103

1

Afschrijvingen negatieve goodwill

14

2


18

3

Opname van opbrengsten

(1)

Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke

(38)

4

(4)

5


(24)

6

Uitgestelde belastingen

(11)

7

Overige voorzieningen

Overige

(7)

Nettoresultaat – Aandeel van de Groep onder Dexia GAAP

1 772

Nettoresultaat – Aandeel van de Groep onder EU GAAP

1 822

Verschil tussen EU/Dexia GAAP

50

Toelichtingen 1.

Goodwill wordt niet langer afgeschreven conform EU GAAP (51 miljoen EUR). De oprichtingskosten werden in mindering gebracht op het beginsaldo van het eigen vermogen en worden niet langer afgeschreven (23 miljoen EUR). De afschrijving van software kan pas beginnen wanneer deze voor gebruik beschikbaar is (29 miljoen EUR).

2.

Omvat de afschrijving van negatieve goodwill op Dexia Kommunalbank Deutschland (15 miljoen EUR) alsook de niet afgeschreven goodwill op Kempen & Co (29 miljoen EUR) die conform EU GAAP in mindering wordt gebracht op het eigen vermogen en conform Dexia GAAP als kosten wordt opgenomen.

3.

De impact is het gevolg van het feit dat de afschrijving van gebouwen pas kan starten wanneer deze gebruiksklaar zijn en van de herclassificatie van operationele naar financiële leases. De bijzondere waardevermindering op een gebouw die in 2004

156


volgens Dexia GAAP werd geboekt is voor 10 miljoen EUR teruggeboekt conform EU GAAP. 4.

De impact in 2004 is voornamelijk het gevolg van de annulering van het gebruik van een voorziening voor herstructurering ten belope van 30 miljoen EUR die in 2004 werd aangelegd conform Dexia GAAP.

5.

De impact bestaat uit terugboekingen van in 2004 aangelegde voorzieningen die niet in overeenstemming waren met de IFRS (voornamelijk de AGDL-bepaling) en de annulering van terugboekingen van voorzieningen die niet werden beschouwd als zijnde in overeenstemming met de IFRS per 1 januari 2004.

6.

IFRS 2: lasten uit hoofde van aandelenopties en kortingen op kapitaalverhogingen.

7.

De aanpassing is het gevolg van de belastingimpact op de bovenvermelde aanpassingen.

Dexia – (E) Reconciliatie van het eigen vermogen per 1 januari en 31 december 2004 01/01/2004

31/12/2004

Totale impact op het eigen vermogen*

1 591

1 652


1 793

1 793

(202)

(141)

Immateriële activa

(64)

31


24

42

Opname van opbrengsten

(4)

(5)

Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke

(439)

(476)

Overige voorzieningen

183

179


104

92

(6)

(4)

9 790

10 464

11 381

12 116

1 591 (zie toelichting 1)

1 652

(in miljoenen EUR)

Overige bestanddelen

Overige Eigen vermogen onder Dexia GAAP Eigen vermogen onder EU GAAP Verschil tussen EU/Dexia GAAP * Inclusief nettoresultaat van het boekjaar – aandeel van de Groep.

1. Toelichting bij de aansluiting van het eigen vermogen per 1 januari 2004 Het eigen vermogen omvat het eigen vermogen volgens de door Dexia gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en de aanpassingen naar aanleiding van de eerste toepassing van de EU-regels. De voornaamste impact resulteert uit de herclassificatie van rubriek “VII. Fonds voor algemene bankrisico's” (Dexia GAAP) naar het eigen vermogen in 2004. De eerste toepassing van EU GAAP op 1 januari 2004 (met uitzondering van IAS 32&39 en IFRS 4) leidde tot een verhoging van het eigen vermogen (kapitaal en reserves) met 1 591 miljoen EUR, van 9 790 miljoen EUR volgens de vorige standaarden tot 11 381 miljoen EUR volgens de nieuwe standaarden. Deze verhoging vloeit voort uit (impact voor belastingen): Fonds voor algemene bankrisico's

+1 793 miljoen EUR

Verplichtingen uit personeelsbeloningen

-439 miljoen EUR

Terugname van niet-conforme voorzieningen

+183 miljoen EUR

Aanpassingen van materiële vaste activa

+24 miljoen EUR

Aanpassingen van immateriële activa

-64 miljoen EUR

Opname van opbrengsten Uitgestelde belastingen Overige aanpassingen

-4 miljoen EUR +104 miljoen EUR -6 miljoen EUR

Commentaren: Fonds voor algemene bankrisico's: +1 793 miljoen EUR Het bedrag wordt overgeboekt naar het eigen vermogen zoals vereist op grond van IAS 30.

Verplichtingen uit personeelsbeloningen: -439 miljoen EUR In 2003 werd een contract afgesloten met de actuaris Mercer om bepaalde regelingen te berekenen en alle personeelsbeloningen te herzien teneinde consistentie met de door andere actuarissen gebruikte berekeningsmethoden te verzekeren. Actuariële veronderstellingen aangaande disconteringsvoet, rendement op activa en inflatie per geografisch gebied werden op het niveau van de Groep geharmoniseerd. De voornaamste impact op het eigen vermogen resulteert uit het feit dat verplichtingen uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen worden berekend op basis van lokale wetgeving die geen rekening houdt met salarisverhogingen, terwijl IAS 19 deze wel in beschouwing neemt. Voor sommige voordelen die niet worden gewaardeerd volgens lokale GAAP zijn voorzieningen aangelegd. Voorzieningen voor ontslagvergoedingen werden herzien rekening houdend met het verwachte aantal werknemers die zullen ingaan op het door de onderneming aangeboden prepensioen. De Groep zal de corridor gebruiken teneinde de volatiliteit van de winsten verliesrekening te verlagen.

Terugname van niet-conforme voorzieningen: +183 miljoen EUR Deze aanpassing betreft hoofdzakelijk de terugname van de voorziening voor AGDL (Association for the Guarantee of Deposits) van Dexia BIL in Luxemburg voor een bedrag van 80 miljoen EUR. De resterende teruggenomen voorzieningen zijn voorzieningen voor onderhoud, reorganisatiekosten die niet in overeenstemming zijn met IAS 19 en 37, claims uit gerechtelijke procedures enz.


157

Aanpassingen van materiële vaste activa: +24 miljoen EUR

Uitgestelde belastingen: +104 miljoen EUR

Bepaalde door ondernemingen van de Groep aan cliënten toegekende leaseovereenkomsten werden geherclassificeerd van operationele naar financiële leases of omgekeerd, wat leidde tot een nettodaling van de materiële vaste activa en een toename van de leningen aan cliënten. De impact op het eigen vermogen bedraagt +33 miljoen EUR vóór belastingen. Er werd onderzocht of gebouwen een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan, wat leidde tot een bijzondere waardevermindering van 16 miljoen EUR. De afschrijvingsbasis van sommige materiële activa werd herzien, wat leidde tot een terugboeking van gecumuleerde afschrijvingen ten belope van 8 miljoen EUR. De Groep heeft gekozen voor de toepassing van de historische-kostprijsmethode voor haar activa, inclusief haar vastgoedbeleggingen, en zal deze bijgevolg in de toekomst niet herwaarderen via het eigen vermogen of de resultatenrekening.

De Groep besliste om haar uitgestelde belastingen in 2003 te berekenen op basis van IAS 12 binnen de door Dexia gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving. De uitgestelde belastingen zijn daarom het gevolg van de impact van een wijziging in de grondslagen voor financiële verslaggeving, voornamelijk toe te rekenen aan personeelsbeloningen en de terugname van voorzieningen die niet in overeenstemming waren met de IFRS. De aanpassing omvat eveneens een voorziening voor niet-uitgekeerde reserves van geassocieerde deelnemingen.

Aanpassingen van immateriële activa: -64 miljoen EUR Reorganisatiekosten werden geactiveerd en afgeschreven volgens de door Dexia gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving. Het nettobedrag van 44 miljoen EUR per 1 januari 2004 werd teruggeboekt aangezien dergelijke kosten niet kunnen worden geactiveerd volgens deze standaarden. Immateriële activa hebben voornamelijk betrekking op software. De door Dexia gehanteerde grondslag voor financiële verslaggeving was gebaseerd op IAS 38, wat verklaart waarom de resulterende aanpassingen niet materieel zijn.

Opname van opbrengsten: -4 miljoen EUR Deze aanpassing vloeit voort uit opbrengsten uit betaalkaarten geboekt over hun looptijd in één onderneming van de Groep. Het merendeel van deze opbrengsten, voornamelijk provisies, die voortvloeien uit de activiteiten van de Groep wordt al volgens het toerekeningsbeginsel geboekt over de looptijd van de onderliggende transactie.

158


2. Toelichting bij de aansluiting van het eigen vermogen per 31 december 2004 De aansluiting van het eindsaldo van het eigen vermogen kan voornamelijk worden verklaard door de toelichtingen bij de aansluiting van het beginsaldo van het eigen vermogen en de opmerking betreffende het resultaat van de rapporteringsperiode.

3. Aanpassing van voorheen gepubliceerde aansluiting Na een herziening werd de FTA gewijzigd in vergelijking met de FTA die in de vorige activiteitenverslagen werd gepubliceerd, en wel om de volgende redenen: • IAS 19: -60 miljoen EUR als gevolg van voordelen die voorheen niet waren geïdentificeerd en aanpassingen aan pensioenverplichtingen; • IAS 38: -19 miljoen EUR na een correctie van de begindatum van de afschrijving van intern ontwikkelde software; • IAS 12: +27 miljoen EUR aan uitgestelde belastingen om de bovenvermelde redenen.

Impact van de eerste toepassing van IAS 32&39 en IFRS 4 Dexia – (F) Reconciliatie van het actief per 1 januari 2005

(in miljoenen EUR)

Zonder IAS 32&39 en IFRS 4 31/12/2004

Impact van IAS 32&39 en IFRS 4

Toelichtingen

Met IAS 32&39 en IFRS 4 01/01/2005

3 717

0

40 431

2 874

1

43 305

167 951

1 596

1

169 547

I


II


III


IV


14 752

(4 698)

2

10 054

V


0

7 140

2

7 140

VI


126 088

688

3

126 776

VII


2 819

476

VIII


20 719

6 545

4

27 264

0

982

5

982

757

12

769

1 633

0

1 633

3 717

3 295

IX


X


XI


XII


717

0

717

XIII


746

(23)

723

XIV

Overige activa

8 435

258

8 693

XV


22

0

22

388 787

15 850

404 637

Totaal van het actief

Toelichtingen 1.

De toename van de rubrieken II. en III. is hoofdzakelijk toe te schrijven aan aanpassingen van reële-waardeafdekkingen en de herclassificatie van andere rubrieken.

2.

Unit-linked producten (3 300 miljoen EUR) die werden gerapporteerd onder “IV. Leningen en effecten die voor handelsdoeleinden worden aangehouden” worden nu gerapporteerd onder “V. Leningen en effecten aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde”. Geselecteerde obligaties werden geboekt als obligaties aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening teneinde de volatiliteit van sommige derivaten te neutraliseren.

3.

4.

5.

De toename van rubriek “VI. Leningen en effecten die voor verkoop beschikbaar zijn” is het gevolg van aanpassingen aan de marktwaarde die werden geboekt in de reserve “Beschikbaar voor Verkoop” of overgedragen resultaten in geval van reëlewaardeafdekking. Ingekochte eigen aandelen, die in 2004 in deze rubriek werden opgenomen, worden sinds 1 januari 2005 in mindering gebracht op het eigen vermogen. De toename van de rubriek “VIII. Positieve waarde van derivaten” is het gevolg van de waardering van derivaten op basis van de reële waarde op 1 januari 2005. De impact van de waarderingsverschillen uit de reële-waardeafdekking van het renterisico uit een portefeuille (voornamelijk leningen) wordt gerapporteerd onder rubriek IX.

6.

Wijzigingen van de voorheen gepubliceerde reconciliatie. De totale activa per 31 december 2004 zijn met 646 miljoen EUR afgenomen in vergelijking met de gegevens die in de vorige activiteitenverslagen zijn gepresenteerd. De voornaamste reden van deze afname is de presentatie van de onverdiende financieringsopbrengsten op financiële leases die in mindering werden gebracht op de activa in plaats van op de verplichtingen. Na een herziening werden een aantal andere herclassificaties geboekt. Per 1 januari 2005 waren de totale activa afgenomen met 1,3 miljard EUR als gevolg van de combinatie van de volgende drie redenen: • presentatie van de onverdiende financieringsbaten op financiële leases die in mindering werden gebracht op de activa; • homogene presentatie van uitgestelde belastingen in verband met bedrijven opgenomen in de belastingintegratie in Frankrijk; • herclassificaties. Verschillen in bepaalde rubrieken binnen de activa zijn voornamelijk het gevolg van herclassificaties in verband met verzekeringsproducten die in aanmerking komen als financiële activa en het gebruik van de mogelijkheid tot waardering tegen reële waarde door FSA.


159

Dexia – (G) Reconciliatie van de verplichtingen en eigen vermogen per 1 januari 2005

(in miljoenen EUR)

Zonder IAS 32&39 IFRS 4 31/12/2004


Toelichtingen

Met IAS 32&39 en IFRS 4 01/01/2005

VERPLICHTINGEN I


88 830

(1 359)

1

87 471

II


89 356

(2 290)

1

87 066

III


2 088

(19)

IV


0

12 209

1&2

12 209

V


24 353

11 638

3

35 991

VI


0

1 152

4

1 152

VII

Schuldpapier

145 369

(1 205)

1

144 164

VIII


5 042

235

1

5 277

12 518

(5 062)

1&2

7 456

2 069

IX


X


1 246

0

1 246

XI


1 002

222

1 224

XII


6 383

178

6 561

XIII


0

0

0

376 187

15 699

391 886

Totaal van de verplichtingen EIGEN VERMOGEN XIV

Geplaatst kapitaal

4 825

0

4 825

XV

Uitgiftepremies

8 993

0

8 993

XVI


0

(584)

(584)

XVII


(3 421)

681

(2 740)

XVIII


1 822

(1 822)

0

12 219

(1 725)

10 494

(103)

1 697

1 594

12 116

(28)

12 088

484

(45)

439

0

224

224

12 600

151

12 751

388 787

15 850

404 637



Eigen vermogen van de Groep XX

Minderheidsbelangen

XXI


Totaal eigen vermogen Totaal verplichtingen en eigen vermogen

160


Toelichtingen 1.

De wijzigingen in rubrieken I., II. en VII. zijn het gevolg van de impact van reële-waardeafdekkingen en herclassificaties. De voornaamste herclassificaties zijn toe te schrijven aan de eerste toepassing van IFRS 4 en aan het gebruik van de mogelijkheid tot waardering tegen reële waarde in de rekeningen van FSA conform EU GAAP per 1 januari 2005. In het vierde kwartaal van 2005 bekrachtigde de Europese Commissie de nieuwe aanpassing aan IAS 39 betreffende de mogelijkheid tot waardering tegen reële waarde. Bijgevolg was het mogelijk om verplichtingen aan te wijzen als verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening indien aan de voorwaarden van de aanpassing was voldaan. FSA besloot deze optie te gebruiken om de volatiliteit van zijn winst te beperken. Als gevolg hiervan worden een aantal bedragen die boekhoudkundig werden verwerkt onder rubriek “II. Leningen aan en deposito's van cliënten” en “VII. Schuldbewijzen” overgedragen naar rubriek “IV. Verplichtingen aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde”. IFRS 4 beschouwt sommige verzekeringsproducten als financiële verplichtingen indien ze niet voldoen aan de in IFRS 4 vermelde criteria. Voor deze verzekeringsobligaties worden bedragen in rubriek “IX. Technische voorzieningen van verzekeringsmaatschappijen” overgedragen naar rubriek “II. Leningen aan en deposito’s van cliënten”.

2.

In toepassing van IFRS 4 worden unit-linked producten (tak 23) beschouwd als financiële verplichtingen en overgedragen van rubriek “IX. Technische voorzieningen van verzekeringsmaatschappijen” naar rubriek “IV. Verplichtingen aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde”.

3.

De waarde van derivaten is gestegen daar ze op 1 januari 2005 worden gewaardeerd tegen reële waarde.

4.

Rubriek “VI. Waarderingsverschillen van afdekking van het renterisico van een portefeuille” is vergelijkbaar met rubriek IX. van de activa, behalve dat de afgedekte positie deposito's van cliënten zijn.

5.

Wijzigingen van de voorheen gepubliceerde aansluiting. De totale verplichtingen per 31 december 2004 zijn met 646 miljoen EUR afgenomen in vergelijking met de gegevens die in de vorige activiteitenverslagen zijn gepresenteerd, zoals toegelicht bij de activa. Per 1 januari 2005 veranderen de totale verplichtingen om de redenen die zijn vermeld voor de variatie van de totale activa. Binnen de verplichtingen zijn herclassificaties voornamelijk het gevolg van het gebruik van de mogelijkheid tot waardering tegen reële waarde, met name door FSA, en de opname van bepaalde verzekeringsproducten als financiële verplichtingen.


161

Dexia – (H) Reconciliatie van het eigen vermogen per 1 januari 2005 (in miljoenen EUR)

01/01/2005

TotaIe impact op eigen vermogen

(28)


0

Overige posten

Toelichtingen

(28)

Opname van opbrengsten Overige voorzieningen Catastrofe- en egalisatievoorzieningen (verzekeringsactiviteiten) Waardeaanpassingen aan activa en verplichtingen Waardering van verkoopsopties toegekend aan minderheidsbelangen Voorzieningen en bijzondere waardeverminderingen op financiële activa In contracten besloten derivaten Impact van reële-waardeafdekking, gewaardeerd tegen reële waarde en derivaten Ingekochte eigen aandelen Impact op reserve “Beschikbaar voor verkoop”

31

1

4

2

27

3

(162)

4

(39)

5

(210)

6

(45)

7

(1 126)

8

(584)

9

2 380

10

Impact op reserve “Kasstroomafdekking”

(133)

11


(169)

12

Overige

(2)

Eigen vermogen Zonder IAS 32&39 en IFRS 4 per 31 december 2004

12 116

Met IAS 32&39 en IFRS 4 per 1 januari 2005

12 088


(28)

Toelichtingen 1.

Wederbeleggingsvergoedingen moeten soms direct in het resultaat worden opgenomen of worden gespreid over de looptijd van de nieuwe lening afhankelijk van de voorwaarden van de nieuwe transactie. Conform Dexia GAAP werden de meeste vergoedingen gespreid. Conform EU GAAP moest een deel daarvan in het resultaat worden opgenomen en toegevoegd aan het beginsaldo van het eigen vermogen.

2.

De aanpassing houdt voornamelijk verband met voorzieningen die betrekking hebben op financiële producten die niet conform IAS 39 zijn.

3.

Deze voorzieningen moesten worden teruggeboekt overeenkomstig de vereisten van IFRS 4.

4.

Transactiekosten en provisies met betrekking tot leningen, effecten en schulden zijn geactiveerd voor een netto-impact van -29 miljoen EUR, waarbij de waarde van bepaalde schulden overeenkomstig de vereisten van IAS 32&39 is aangepast voor een bedrag van -133 miljoen EUR.

5.

De waardering van verkoopsopties toegekend aan minderheidsbelangen van FSA leidt tot de opname van een schuld van 72 miljoen EUR, waarvan 39 miljoen EUR in mindering wordt gebracht op het eigen vermogen en 33 miljoen EUR in mindering wordt gebracht op minderheidsbelangen.

6.

Deze rubriek omvat de impact van bijzondere waardeverminderingen van aandelen, de terugname van bijzondere waardeverminderingen als gevolg van waardering tegen de laagste waarde van de kostprijs en de marktwaarde, de terugname van risico's die verbonden zijn aan landen en algemene voorzie-

162


ningen, en het aanleggen van aanvullende specifieke en collectieve bijzondere waardeverminderingen. 7.

Sommige aangekochte activa en uitgegeven schulden omvatten in contracten besloten derivaten die zijn afgescheiden, met een impact op de reserves.

8.

Alle reële-waardeafdekkingen die bestonden op 31 december 2004 moeten als dusdanig worden beschouwd per 1 januari 2005. Macro-afdekkingsrelaties werden teruggeboekt op 1 januari 2005. Per 1 januari 2005 moeten alle afdekkingsrelaties worden aangewezen, gedocumenteerd en getest in overeenstemming met IAS 39. Op 1 januari 2005 bedroeg de impact van de reële-waardeafdekkingen +2,3 miljard EUR op leningen, +2,8 miljard EUR op effecten en -1,8 miljard EUR op schulden, of een netto-impact van +3,3 miljard EUR op het eigen vermogen. De impact van de waardering van derivaten tegen reële waarde en van de herwaardering van financiële instrumenten die zijn aangewezen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening bedraagt -4,4 miljard EUR, wat resulteert in een afname van het eigen vermogen met +1,1 miljard EUR vóór belastingen. De voornaamste impact is het gevolg van het feit dat Dexia in 2004 werd beheerd volgens de lokale GAAP en dat er pas sinds 1 januari 2005 sprake is van afdekkingsrelaties conform IAS 39.

9.

Ingekochte eigen aandelen worden sinds 1 januari 2005 in mindering gebracht op het eigen vermogen. Derivaten op ingekochte eigen aandelen worden gerapporteerd in dezelfde rubriek, wat verklaart waarom het bedrag van ingekochte eigen aandelen niet overeenstemt met het bedrag per 31 december 2004.

10. Deze aanpassing omvat de herwaardering (vóór belastingimpact) van aandelen en obligaties tegen marktwaarde op een afzonderlijke regel van het eigen vermogen. 11. De kasstroomafdekkingsrelaties die bestonden op 31 december 2004 blijven bestaan op 1 januari 2005 indien ze voldoen aan de criteria van IAS 39. 12. De impact van uitgestelde belastingen bestaat uit uitgestelde belastingen op aanpassingen van “beschikbaar voor verkoop” en aanpassingen van kasstroomafdekkingen die na belastingen worden gerapporteerd in een afzonderlijke rubriek van het eigen vermogen, en de belastingimpact op overige aanpassingen die de overgedragen resultaten beïnvloeden. 13. In vergelijking met gegevens die in vorige activiteitenverslagen werden gepresenteerd, is de totale impact op het eigen vermogen als gevolg van de eerste toepassing van IAS 32&39 en IFRS 4 afgenomen van 209 miljoen EUR tot -28 miljoen EUR. De voornaamste redenen voor deze afname van 237 miljoen EUR zijn (effecten vóór belastingimpact): - provisies op leningen en schulden worden geactiveerd (zie toelichting 4): -125 miljoen EUR; - aan minderheidsaandeelhouders toegekende puts (zie toelichting 5) werden in vorige activiteitenverslagen niet gewaardeerd. Op basis van verdere besprekingen en op de markt waargenomen praktijken besloot Dexia om deze tegen reële waarde op te nemen met een impact op het eigen vermogen van -39 miljoen EUR; - kwalificatie als reële-waardeafdekking van een renterisico van een portefeuille die voorheen werd beschouwd als een kasstroomafdekkingsrelatie: -149 miljoen EUR; - uitgestelde belasting: +116 miljoen EUR.


163

Verslag van het college van commissarissen over de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2005 Aan de aandeelhouders van Dexia NV Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit over de uitvoering van de controleopdracht die ons werd toevertrouwd. Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van Dexia en haar filialen met een balanstotaal van 508 761 miljoen EUR en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van 2 038 miljoen EUR (deel van de Groep) over het boekjaar afgesloten op 31 december 2005. Wij hebben eveneens de controle van het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening uitgevoerd. Deze geconsolideerde jaarrekening en betrokken jaarverslag worden opgesteld door de raad van bestuur. Onze verantwoordelijkheid is het formuleren van een opinie over deze geconsolideerde jaarrekening en betrokken jaarverslag op basis van onze controle.

Verklaring over de geconsolideerde jaarrekening zonder voorbehoud, met een toelichtende paragraaf Onze controles werden verricht overeenkomstig de normen van het Instituut der Bedrijfsrevisoren. Deze beroepsnormen eisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de geconsolideerde jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat, rekening houdend met de Belgische wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften voor geconsolideerde jaarrekeningen van genoteerde ondernemingen. Overeenkomstig deze normen hebben wij rekening gehouden met de administratieve en boekhoudkundige organisatie van het geconsolideerd geheel, alsook met de procedures van interne controle. Wij hebben de voor onze controles vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij hebben op basis van steekproeven de verantwoording onderzocht van de bedragen opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. Wij hebben de waarderingsregels, de

consolidatiegrondslagen, de betekenisvolle boekhoudkundige ramingen die de onderneming maakte en de voorstelling van de geconsolideerde jaarrekening in haar geheel beoordeeld. Wij zijn van mening dat deze werkzaamheden een redelijke basis vormen voor het uitbrengen van ons oordeel. Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2005 een getrouw beeld van de financiële toestand, van de resultaten, cashflows en van de evolutie in het geconsolideerd eigen vermogen van de onderneming en haar filialen voor het boekjaar dan eindigend in overeenstemming met de internationale normen voor financiële rapportering (“IFRS”) zoals aangenomen in de Europese Unie en wordt een passende verantwoording gegeven in de toelichting. Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel vestigen wij de aandacht op toelichting 6 van de geconsolideerde jaarrekening die bepaalde juridische risico’s met betrekking tot de aandelenleasing in Nederland beschrijft, waarvan de afloop momenteel onzeker is.

Bijkomende verklaring Wij vullen ons verslag aan met de volgende bijkomende verklaring die niet van aard is om de draagwijdte van onze verklaring over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen: • het jaarverslag over de geconsolideerde jaarrekening bevat de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de geconsolideerde jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de gezamenlijke in de consolidatie opgenomen ondernemingen worden geconfronteerd, alsook van hun positie, hun voorzienbare ontwikkeling of de aanmerkelijke invloed van belangrijke feiten op hun toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen evidente tegenstrijdigheden vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.

28 maart 2006 Het college van commissarissen,

164

PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren BCVBA, Vertegenwoordigd door

Mazars & Guérard Bedrijfsrevisoren BCVBA, Vertegenwoordigd door

R. Peirce

X. Doyen


Jaarrekening Balans. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 166 Buitenbalanstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167 Resultatenrekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168 Toelichting bij de jaarrekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169 Verslag van het college van commissarissen over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2005 . . . 186

Jaarrekening

165

Balans (vóór winstverdeling) ACTIEF (in duizenden EUR) Vaste activa I

Oprichtingskosten

II

Immateriële vaste activa

III

Materiële vaste activa B. Installaties, machines & uitrusting

18 209 687

18 799 949

20 174 401

22 178

4 835

4 353

727

1 002

1 835

3 151

2 165

1 878

624

418

234

1 676

1 504

E. Overige materiële vaste activa

159

68

137

0

3

3


18 183 631

18 791 947

20 166 335

A. Verbonden ondernemingen

18 183 621

18 791 937

20 166 335

1. Deelnemingen

16 366 361

16 318 162

16 530 358

1 817 260

2 473 775

3 635 977

10

10

0

10

10

0

505 303

724 962

767 969

C. Andere financiële vaste activa 2. Vorderingen en borgtochten in contanten Vlottende activa Vorderingen op meer dan één jaar

13 693

53 181

69 599

B. Overige vorderingen

13 693

53 181

69 599

1 711

24 988

2 040

A. Handelsvorderingen

20

298

235

B. Overige vorderingen

1 691

24 690

1 805

Geldbeleggingen

451 980

620 228

639 134

A. Eigen aandelen

408 092

577 823

364 195

B. Overige beleggingen

43 888

42 405

274 939

IX

Liquide middelen

26 371

11 194

21 093

X


11 548

15 371

36 103

18 714 990

19 524 911

20 942 370

VII

VIII

Vorderingen op ten hoogste één jaar

Totaal der activa

166

31/12/05

2 368

2. Vorderingen

V

31/12/04

C. Meubilair en rollend materieel F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen IV

31/12/03


PASSIEF (in duizenden EUR)

31/12/03

31/12/04

31/12/05

16 843 536

16 904 723

17 125 552

Kapitaal

4 786 164

4 825 428

4 887 585

A. Geplaatst kapitaal

4 786 164

4 825 428

4 887 585

II

Uitgiftepremies

8 914 668

8 992 910

9 137 128

IV

Reserves

1 509 777

1 390 262

1 330 559

474 446

478 616

482 543

Eigen vermogen I

A. Wettelijke reserve B. Onbeschikbare reserves

408 092

577 823

364 195

408 092

577 823

364 195

627 239

333 823

483 821

1 097 825

631 898

264 304

535 102

1 064 225

1 505 976

Voorzieningen en uitgestelde belastingen

14 683

23 248

31 698

A. Voorzieningen voor risico's en kosten

14 683

23 248

31 698

4. Overige risico's en kosten

14 683

23 248

31 698

Schulden

1 856 771

2 596 940

3 785 120

Schulden op meer dan één jaar

1 751 322

2 506 838

1 459 373

A. Financiële schulden

1 751 322

2 506 838

1 459 373

1 751 322

2 506 838

1 459 373

93 111

73 602

2 290 633

0

0

167 062

5 484

97

2 042 670

5 484

97

2 042 670

12 265

12 851

16 759

12 265

12 851

16 759

3 501

20 249

6 356

739

16 865

2 733

2 762

3 384

3 623

F. Overige schulden

71 861

40 405

57 786


12 338

16 500

35 114

18 714 990

19 524 911

20 942 370

31/12/03

31/12/04

31/12/05

0

20

26

483

483

483

0

0

19 000

– Zakelijke zekerheden gesteld op eigen activa

17

17

17

– Op termijn gekochte deviezen - te ontvangen

141 169

141 169

149 308

– Op termijn verkochte deviezen - te leveren

106 280

98 548

122 019

– Stock options

574 934

696 201

807 446

0

93 000

0

PM

PM

PM

1. Voor eigen aandelen D. Beschikbare reserves V V bis

VII

VIII

Overgedragen winst Resultaat van het boekjaar

5. Overige leningen IX

Schulden op ten hoogste één jaar A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen B. Financiële schulden 1. Kredietinstellingen C. Handelsschulden 1. Leveranciers E. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 1. Belastingen 2. Bezoldigingen en sociale lasten

X

Totaal der passiva

Buitenbalanstelling (in duizenden EUR) Diverse rechten en verplichtingen: – Persoonlijke zekerheden gesteld voor rekening van derden – Bankgarantie huur gebouw de Meeûssquare – Bankgarantie betreffende het bod tot aankoop van BCR

– Verplichting tot aankoop van Dexia Nederland Holding NV – Verbintenis t.a.v. Dexia Bank Nederland NV (zie punt 4.4. Buitenbalansrechten en -verbintenissen)

Jaarrekening

167

Resultatenrekening (in duizenden EUR)

I

II

31/12/03

31/12/04

31/12/05

Bedrijfsopbrengsten

344

238

108

D. Andere bedrijfsopbrengsten

344

238

108

Bedrijfskosten

(83 103)

(93 070)

(91 944)

B. Diensten en diverse goederen

(33 607)

(42 711)

(53 977)

C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

(13 676)

(20 526)

(24 793)

D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten,

(27 218)

(20 899)

(4 306)

(8 207)

(8 565)

(8 450)

(395)

(369)

(418)

op immateriële en materiële vaste activa F. Voorzieningen voor risico's en kosten G. Andere bedrijfskosten III

Bedrijfsverlies

(82 759)

(92 832)

(91 836)

IV

Financiële opbrengsten

663 134

1 242 457

1 697 485

A. Opbrengsten uit financiële vaste activa

654 370

1 234 113

1 683 894

B. Opbrengsten uit vlottende activa

6 874

7 810

11 193

C. Andere financiële opbrengsten

1 890

534

2 398

Financiële kosten

(37 284)

(54 163)

(115 351)

A. Kosten van schulden

(33 741)

(49 929)

(110 726)

(3 543)

(4 234)

(4 625)

543 091

1 095 462

1 490 298

V

C. Andere financiële kosten VI

Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening, vóór belasting

VII

Uitzonderlijke opbrengsten

1 236

0

0

B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa

1 236

0

0

(25 247)

(51 331)

(204)

0

(322)

(204)

B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa

(25 247)

(51 009)

0

IX

Winst van het boekjaar vóór belasting

519 080

1 044 131

1 490 094

X

Belastingen op het resultaat

16 022

20 094

15 882

(127)

(1 553)

(3 000)

16 149

21 647

18 882

Winst van het boekjaar

535 102

1 064 225

1 505 976

Te bestemmen winst van het boekjaar

535 102

1 064 225

1 505 976

VIII

Uitzonderlijke kosten A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa

A. Belastingen B. Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen XI XIII

Overgedragen winst van het vorige boekjaar

168

264 304

Te bestemmen winst van het boekjaar

1 505 976

Te bestemmen winst

1 770 280


Toelichting bij de jaarrekening 1 Voorstelling van de jaarrekening Dexia NV stelt zijn jaarrekening vóór winstverdeling voor.

2 Jaarrekening en rekeningstelsel Dexia NV, een financiële holding, is een vennootschap naar Belgisch recht waarvan de financiële instrumenten op een Belgische gereglementeerde markt mogen worden verhandeld, en is zodoende onderworpen aan het gemeen recht betreffende de jaarrekening dat is opgenomen in het Wetboek Vennootschappen en het bijbehorende uitvoeringsbesluit van 30 januari 2001. Het rekeningstelsel stemt inzake inhoud, voorstelling en nummering overeen met het rekeningstelsel bedoeld in het Koninklijk Besluit van 12 september 1983 (gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 4 augustus 1996). De rekeningen uit het rekeningstelsel die voor de onderneming niet relevant zijn, komen in de publicatie niet voor. De jaarrekening is opgesteld in duizenden EUR.

3.2.2. Immateriële vaste activa (rubriek II.) De aankoop van licenties en de externe kosten i.v.m. de ontwikkeling van de website van de groep Dexia worden geactiveerd onder de rubriek immateriële vaste activa voor een minimum bedrag van 495,79 EUR zijnde de aanschaffingswaarde per bedrijfsmiddel, of indien de levering wordt uitgevoerd in deelleveringen van minder dan 495,79 EUR, doch in totaal minstens 495,79 EUR bedragen. De in de activa geboekte immateriële vaste activa worden afgeschreven over maximum 5 jaar. De interne kosten voor de ontwikkeling en de exploitatie van de software en de website vallen volledig ten laste van het boekjaar waarin ze werden gemaakt.

3.2.3. Materiële vaste activa (rubriek III.) Er worden uitzonderlijke afschrijvingen geboekt teneinde de boekwaarde van de vaste activa af te stemmen op de gebruikswaarde ervan voor de onderneming, indien ze in waarde zijn verminderd of omdat de economische of technologische omstandigheden zijn veranderd. Als de uitzonderlijke afschrijvingen niet meer gerechtvaardigd zijn, worden ze teruggenomen.

3.2.4. Financiële vaste activa (rubriek IV.)

3 Waarderingsregels 3.1. Algemene regels 3.1.1. Wetgeving De waarderingsregels zijn conform het Koninklijk Besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek Vennootschappen. Indien de wet in een keuzemogelijkheid voorziet of een uitzondering toestaat, wordt in de waarderingsregels (zie verder) de gekozen optie of de toegepaste uitzondering vermeld.

3.1.2. Omrekening van deviezen in EUR De monetaire tegoeden, schulden, rechten en verplichtingen in deviezen worden omgerekend in EUR door de pariteiten van de EUR te kruisen met elk van de deviezen op basis van de gemiddelde indicatieve koers op de afsluitingsdatum. De niet-monetaire bestanddelen worden omgerekend in EUR door de pariteiten van de EUR te kruisen met elk van de deviezen op basis van de koers op de verrichtingsdatum. De opbrengsten en kosten in deviezen worden omgerekend in EUR door de pariteiten van de EUR te kruisen met elk van de deviezen op basis van de koers van de dag waarop de resultaten worden berekend.

De deelnemingen, aandelen en deelbewijzen worden in de balans opgenomen tegen hun aanschaffingswaarde of hun inbrengwaarde. De bijkomende aanschaffingskosten worden ten laste genomen van het boekjaar waarin de aanschaffing plaatshad. Waardeverminderingen worden geboekt indien een duurzame minderwaarde of waardeverlies vastgesteld wordt. Dit moet blijken uit de positie, de rentabiliteit of de vooruitzichten van de vennootschap waarin de aandelen en/of deelbewijzen worden aangehouden. De deelnemingen, aandelen en deelbewijzen kunnen ook worden geherwaardeerd. Daartoe moet hun waarde, vastgesteld op grond van hun nut voor de onderneming, op vaststaande en duurzame wijze uitstijgen boven hun boekwaarde. De vorderingen opgenomen onder de financiële vaste activa worden volgens dezelfde principes gewaardeerd als de schuldvorderingen op meer dan één jaar en op ten hoogste één jaar.

3.2.5. Schuldvorderingen op meer dan één jaar en op ten hoogste één jaar (rubrieken V. en VII.) De schuldvorderingen worden in de balans opgenomen tegen hun nominale waarde en er worden waardeverminderingen op toegepast indien de terugbetaling op de vervaldag onzeker is.

3.2.6. Geldbeleggingen en liquide middelen (rubrieken VIII. en IX.)

3.2. Activa

De tegoeden op rekening worden gewaardeerd tegen hun nominale waarde.

3.2.1. Oprichtingskosten (rubriek I.)

De effecten worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde, terwijl de bijkomende aanschaffingskosten van deze effecten ten laste van het boekjaar genomen worden.

De oprichtingskosten worden geactiveerd en lineair afgeschreven in jaarlijkse tranches van minstens 20 %.

Jaarrekening

169

Bij het afsluiten van het boekjaar maken de geldbeleggingen en liquide middelen het voorwerp uit van waardeverminderingen indien de realisatiewaarde lager ligt dan de boekwaarde.

Dexia NV, waarvan de maatschappelijke zetel in Brussel gevestigd is, beschikt over een vaste vestiging in Parijs en sinds 1 november 2004 ook over een vaste vestiging in Luxemburg.

Er worden aanvullende waardeverminderingen toegepast om rekening te houden met ofwel de evolutie van de realisatie- of marktwaarde, ofwel wisselvalligheden die gerechtvaardigd worden door de aard van de betrokken tegoeden.

Op 31 december 2005 is Dexia NV een grensoverschrijdende overkoepelende vennootschap waarvoor 226 personen werkzaam zijn in Brussel, Parijs en Luxemburg. Vanuit boekhoudkundig standpunt omvatten de maatschappelijke rekeningen van Dexia NV de rekeningen van Brussel, de maatschappelijke zetel van Dexia NV, alsook die van de vaste vestigingen in Parijs en Luxemburg.

De eigen aandelen die werden verworven om te worden vernietigd, worden echter gewaardeerd tegen hun aanschaffingsprijs want ze kunnen slechts vernietigd worden na goedkeuring door de algemene vergadering.

3.3. Passiva 3.3.1. Herwaarderingsmeerwaarden (rubriek III.) De deelnemingen en aandelen die deel uitmaken van de financiële vaste activa kunnen worden geherwaardeerd wanneer hun waarde, vastgesteld op basis van het nut voor de onderneming, op vaststaande en duurzame wijze uitstijgt boven hun boekwaarde. De herwaarderingsmeerwaarden worden in deze rubriek behouden tot de realisatie van de betrokken activa of tot de opneming in het kapitaal.

3.3.2. Voorzieningen voor risico’s en kosten (rubriek VII.) Bij de afsluiting van elk boekjaar spreekt de raad van bestuur zich voorzichtig, oprecht en te goeder trouw uit over de voorzieningen die moeten worden aangelegd tot dekking van alle verwachte risico’s of eventuele verliezen die tijdens het boekjaar of de vorige boekjaren zijn ontstaan. De voorzieningen in verband met de vorige boekjaren worden regelmatig herzien en in de resultaten opgenomen indien ze niet meer relevant zijn.

4.1. Balanstotaal (vóór winstverdeling) Het balanstotaal op 31 december 2005 beloopt 20 942 miljoen EUR, tegenover 19 525 miljoen EUR op 31 december 2004, d.i. een stijging van 7 %.

4.2. Activa Vaste activa 4.2.1. Oprichtingskosten Alle kosten die verband houden met de kapitaalverhogingen, werden op de actiefzijde geboekt onder de rubriek “Oprichtingskosten” en worden afgeschreven over een periode van 5 jaar. De nettoboekwaarde van de oprichtingskosten bedraagt 4,4 miljoen EUR. De oprichtingskosten omvatten de kosten voor de splitsing van het Dexia-aandeel, de honoraria die rechtstreeks verband houden met de kapitaalverhogingen en de uitgaven voor de aandeelhoudersplannen bestemd voor de medewerkers van de Groep, d.w.z. zowat 24 000 personen verspreid over de 25 landen waar de groep Dexia gevestigd is.

3.3.3. Schulden op meer dan één jaar en op ten hoogste één jaar (rubrieken VIII. en IX.)

4.2.2. Immateriële vaste activa

De schulden worden in de balans opgenomen tegen hun nominale waarde.

De immateriële vaste activa bedragen 1,8 miljoen EUR en hebben betrekking op de aankoop van software en de externe kosten i.v.m. de ontwikkeling van de website. Deze vaste activa worden lineair afgeschreven over een periode van 3 jaar.

3.4. Posten buitenbalanstelling De posten buitenbalanstelling worden opgenomen tegen de nominale waarde van de rechten en verplichtingen vermeld in het contract, of bij gebrek hieraan tegen hun geraamde waarde.

4 Toelichting bij de jaarrekening Dexia NV combineert het bezit van financiële deelnemingen met het beheer ervan, door de strategie uit te stippelen die door de groep Dexia moet worden gevolgd. Dit beleid, dat wordt toegepast door het directiecomité, leidde tot de oprichting van diverse directies binnen Dexia Holding, die op groepsniveau belast zijn met de coördinatie van diverse functies zoals algemene audit, deontologie en compliance, de leiding over de IT-systemen en -verrichtingen, strategische planning, consolidatie, de organisatie van het risicobeheer en de risicocontrole, communicatie en human resources.

170


4.2.3. Materiële vaste activa De materiële vaste activa, waarvan de nettoboekwaarde 1,9 miljoen EUR beloopt, hebben een bruto-aanschaffingswaarde van 10,6 miljoen EUR. De installaties, de machines en het meubilair dragen voor 2,9 miljoen EUR bij aan de bruto-aanschaffingswaarde en worden lineair afgeschreven over een periode van 10 jaar. Het bureau- en informaticamateriaal vertegenwoordigt een brutoinvestering van 4,6 miljoen EUR, lineair afgeschreven tegen 25 %, terwijl het rollend materieel, waarvan de bruto-aanschaffingswaarde 0,1 miljoen EUR beloopt, lineair wordt afgeschreven over een periode van 5 jaar. De overige materiële vaste activa hebben betrekking op de inrichting van de gehuurde kantoren aan de de Meeûssquare (bruto-aanschaffingswaarde: 3 miljoen EUR), waarvan de afschrijving lineair gespreid is over de duurtijd van het huurcontract.

De overige materiële vaste activa (0,003 miljoen EUR) hebben betrekking op een voorschot dat werd gestort in het kader van de bestelling van kantoormeubilair.

Vorderingen op verbonden ondernemingen Deze rubriek ter waarde van 3 636 miljoen EUR heeft betrekking op achtergestelde leningen die aan entiteiten van de Groep werden toegekend.

4.2.4. Financiële vaste activa Deelnemingen in verbonden ondernemingen De rubriek “Participaties”, die op 31 december 2004 16 318 miljoen EUR vertegenwoordigde, beloopt op 31 december 2005 16 530 miljoen EUR. Deze rubriek omvat de volgende deelnemingen: 6 497 miljoen EUR

100 % van Dexia Bank België NV, Brussel, België. Op 1 juli 2005 ging Dexia Bank België over tot de overname van Parfibank, waarvan Dexia NV op 22 februari 2005 64 % van het kapitaal had verworven voor een bedrag van 116,5 miljoen EUR. Ingevolge deze transactie kreeg Dexia NV 64 % toegewezen van de nieuwe aandelen die door Dexia Bank België werden uitgegeven. Daarnaast kocht Dexia NV op 30 juni en 30 september 2005 binnen de Groep respectievelijk 2 205 en 12 033 aandelen in van Dexia Bank België voor 0,1 en 0,5 miljoen EUR.

6 614 miljoen EUR

100 % van Dexia Crédit Local SA, Parijs, Frankrijk.

1 751 miljoen EUR

57,66 % in Dexia Banque Internationale à Luxembourg SA (Dexia BIL), Luxemburg.

1 279 miljoen EUR

99,99 % in Dexia Participation Luxembourg SA, Luxemburg, dat 42,26 % van Dexia BIL bezit.

284 miljoen EUR

10 % in Dexia Holding Inc., New York, VS, een holding die 98,1 % van Financial Security Assurance Holding Ltd bezit.

93 miljoen EUR

100 % in Dexia Nederland Holding NV, Amsterdam, Nederland. Conform zijn verbintenis, heeft Dexia NV 100 % van de aandelen van Dexia Nederland Holding NV teruggekocht van Dexia Financière NV op basis van een waardering van 93 miljoen EUR.

8 miljoen EUR

8,42 % van Dexia Financière NV, Brussel, België.

3 miljoen EUR

100 % in Dexia Habitat SA, Parijs, Frankrijk. Op 28 juni 2005 besloot de raad van bestuur van Dexia Habitat tot het vrijgeven van het saldo van het kapitaal waarop werd ingeschreven en dat slechts voor 25 % was vrijgegeven, wat tot een betaling van 2,2 miljoen EUR leidde.

1 miljoen EUR

99,99 % in Dexia Employee Benefits NV, Brussel, België.

PM

100 % in Dexia Management Services Ltd, Londen, Verenigd Koninkrijk.

Vlottende activa 4.2.5. Vorderingen op meer dan één jaar Overige vorderingen Sinds 2002 is de vaste vestiging van Dexia NV in Parijs de overkoepelende vennootschap van de fiscale integratiekring in Frankrijk, die op 31 december 2005 de volgende vennootschappen omvat: – CLF Badger – CLF Marne-la-Vallée Participation – CLF Patrimoniale – Compagnie pour le Foncier et l’Habitat – Dexia Assuréco – Dexia Bail – Dexia CLF Avenir – Dexia CLF Développement – Dexia CLF Energia – Dexia CLF Energy – Dexia CLF Immo – Dexia CLF Organisation – Dexia Crédit Local – Dexia Editions Locales de France – Dexia Finance – Dexia Flobail – Dexia Habitat – Dexia Municipal Agency – Dexia Sofaxis – Dexint Développement – Europrojet Développement – Floral – Guide pratique de la Décentralisation. Aangezien de door Dexia Crédit Local en zijn dochterondernemingen aangegane verbintenissen Dexia in staat stellen om via zijn vaste vestiging tijdelijke fiscale besparingen te verwezenlijken, werd overeengekomen dat de aldus door de vaste vestiging vrijgemaakte middelen worden geleend aan de dochterondernemingen van de fiscaal geïntegreerde groep die belastingbesparingen mogelijk hebben gemaakt. De in dit kader ter beschikking gestelde middelen worden hieronder voorschotten t.g.v. uitgestelde belastingen genoemd. De totale voorschotten t.g.v. uitgestelde belastingen die door de vaste vestiging werden toegekend en waarvan de contractuele vervaldag na 31 december 2006 ligt, belopen 36,6 miljoen EUR op 31 december 2005. De verkoop van Kempen & Co NV aan een groep van financiële beleggers en aan het management werd afgerond op 15 november 2004. In het kader van deze overeenkomst blijft de achtergestelde lening van 33 miljoen EUR, die eerder door Dexia NV aan Kempen & Co NV werd toegekend, behouden. De voorwaarden van deze achtergestelde lening werden gewijzigd om rekening te houden met het feit dat Kempen & Co NV nu onafhankelijk is en geen rating heeft.

Jaarrekening

171

4.2.6. Vorderingen op ten hoogste één jaar

4.3. Passiva

Handelsvorderingen

Eigen vermogen

De rubriek “Handelsvorderingen” heeft betrekking op voorschotten die werden gestort aan leveranciers (0,2 miljoen EUR).

Op 31 december 2005 bedroeg het eigen vermogen van de holding, rekening houdend met het resultaat over 2005 vóór de bestemming ervan, 17 125,6 miljoen EUR; het omvat de volgende componenten:

Overige vorderingen De maatschappelijke zetel heeft een fiscale schuldvordering op de Belgische fiscus voor een teveel aan voorafbetaalde belasting van 1,1 miljoen EUR voor 2005; daarbij komt nog een bedrag van 0,3 miljoen EUR voor de roerende voorheffing die werd afgehouden op de in 2004 geïnde dividenden van eigen aandelen. Het arbeidsreglement bepaalt dat bezoldigingen vooraf moeten worden betaald. Ze vertegenwoordigen op 31 december 2005 een schuldvordering van 0,3 miljoen EUR. Het saldo van 0,1 miljoen EUR bestaat uit diverse schuldvorderingen.

4.2.7. Geldbeleggingen Eigen aandelen Overeenkomstig de beslissing die tijdens de buitengewone algemene vergadering van 11 mei 2005 werd genomen, werden de eigen aandelen die op 6 mei 2005 in het bezit waren van Dexia NV, zijnde 51 886 865 aandelen die 813,6 miljoen EUR vertegenwoordigden, geannuleerd zonder vermindering van het vennootschapskapitaal. Ingevolge de door de buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering van 11 mei 2005 verleende machtiging, heeft Dexia NV vanaf 27 mei 2005 tot 31 december 2005 19 727 600 eigen aandelen ingekocht voor een totaalbedrag van 364,2 miljoen EUR. Deze eigen aandelen werden verworven met inachtneming van de limieten en voorwaarden bepaald bij artikel 620 van het Wetboek Vennootschappen en met het oog op de annulering die op de volgende buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders zal worden voorgesteld. Ze werden bijgevolg gewaardeerd tegen hun aanschaffingsprijs op grond van de waarderingsregel die door de raad van bestuur in aanmerking werd genomen. De bijkomstige aanschaffingskosten voor deze inkoop van eigen aandelen werden onmiddellijk ten laste genomen. Overige beleggingen In deze rubriek noteren wij een termijndeposito van maximum één maand ten belope van 274,8 miljoen EUR, alsook 16 479 911 VVPRstrips van Dexia voor een waarde van 0,1 miljoen EUR.

4.2.8. Liquide middelen Het beschikbare bedrag van de tegoeden op zichtrekening beloopt 21,1 miljoen EUR.

4.2.9. Overlopende rekeningen De over te dragen kosten belopen 0,6 miljoen EUR, terwijl de verworven opbrengsten 35,5 miljoen EUR bedragen. De verworven opbrengsten omvatten met name de proratabedragen van de rente van achtergestelde leningen die werden toegekend aan de entiteiten van de Groep (34,2 miljoen EUR), van de lopende deviezen- en renteswap met Dexia Crédit Local (0,7 miljoen EUR) en van de thesauriebeleggingen (0,4 miljoen EUR), alsook de rente van voorschotten t.g.v. uitgestelde belastingen (0,2 miljoen EUR).

172


4.3.1. Kapitaal Het kapitaal waarop is ingeschreven, beliep 4 887,6 miljoen EUR op 31 december 2005, tegenover 4 825,4 miljoen EUR op 31 december 2004. Deze toename met 62,2 miljoen EUR vloeit voort uit de volgende transacties: 1. Voorbehouden kapitaalverhoging voor de personeelsleden en medewerkers van de groep Dexia in het kader van het aandeelhoudersplan 2005 voor een bedrag van 40,4 miljoen EUR; 2. De uitoefening van warrants die werden toegekend aan het personeel voor een bedrag van 21,8 miljoen EUR. Op 31 december 2005 werd het kapitaal vertegenwoordigd door 1 107 469 030 aandelen, waarvan 661 407 587 aan toonder en 446 061 443 op naam. Het totaal aantal VVPR-strips van Dexia beloopt 653 205 567.

4.3.2. Uitgiftepremies Elke kapitaalverhoging gaat gepaard met een uitgiftepremie, zodat het bedrag van deze premies op 31 december 2005 uitkomt op 9 137,1 miljoen EUR.

4.3.3. Reserves en overgedragen winst De rubriek Reserves omvat de wettelijke reserve (482,5 miljoen EUR), alsook een onbeschikbare reserve voor eigen aandelen (364,2 miljoen EUR), die in de loop van het boekjaar 2005 wordt gestijfd door overdracht van de beschikbare reserve, en een beschikbare reserve van 483,8 miljoen EUR. De overgedragen winst, die rekening houdt met de verdeling van het boekjaar 2004, beloopt 264,3 miljoen EUR.

4.3.4. Resultaat van het boekjaar Op 31 december 2005 beliep de winst 1 506 miljoen EUR. Deze rubriek is het resultaat van de ontvangen dividenden van de operationele entiteiten van Dexia (1 569,7 miljoen EUR), de financiële resultaten (12,4 miljoen EUR) en de nettobelastingopbrengst (15,9 miljoen EUR), verminderd met de werkingskosten van de holding (-91,8 miljoen EUR) en de uitzonderlijke resultaten (-0,2 miljoen EUR).

Voorzieningen en uitgestelde belastingen 4.3.5. Voorzieningen voor overige risico's en kosten Als opvolger van Dexia Crédit Local aan het hoofd van de fiscale consolidatiekring in Frankrijk, heeft Dexia via zijn vaste vestiging t.a.v. de voormalige overkoepelende holding een verbintenis overgenomen die aanvankelijk door Dexia Crédit Local was aangegaan in het kader van een transactie met een fiscaal hefboomeffect die plaatsvond in Frankrijk en erkend werd door de Franse belastingoverheid. Deze transactie heeft m.b.t. het boekjaar 2005 een belastingbesparing opgeleverd van 7,1 miljoen EUR (onmiddellijke thesauriebesparing), die deel uitmaakt van het totaalbedrag van 18,9 miljoen EUR dat ver-

meld wordt in de nota “Belastingen over het resultaat”, alsook tot het aanleggen van een voorziening voor eenzelfde bedrag. Op 31 december 2005 bedroeg het saldo van deze voorzieningen 30 miljoen EUR. De verhuizing van de maatschappelijke zetel naar de Dexia Tower op het Rogierplein te 1000 Brussel is gepland voor het tweede halfjaar 2006. In deze context werd besloten een voorziening voor verhuiskosten van 0,1 miljoen EUR op de passiefzijde van de balans in te schrijven. Daarnaast werd ook een voorziening van 1,5 miljoen EUR aangelegd om de thans gehuurde gebouwen in hun oorspronkelijke staat te herstellen. De voorziening voor kosten voor de verhuizing van de Parijse vaste vestiging van 7-11, quai André Citroën naar de nieuwe kantoren in de Tour CBX in de Défense-wijk, blijft in de rekening behouden (0,1 miljoen EUR). Deze verhuizing was oorspronkelijk gepland voor 2005, maar werd uitgesteld tot 2007.

Schulden 4.3.6. Schulden op meer dan één jaar De financiële schulden op meer dan één jaar hebben betrekking op leningen die werden afgesloten bij vennootschappen van de Groep voor een bedrag van 1 459,4 miljoen EUR.

Overige schulden Zoals reeds werd verduidelijkt, is de Parijse vaste vestiging van Dexia NV de overkoepelende vennootschap van de fiscale consolidatiekring in Frankrijk. De vaste vestiging is dus als enige aan de Franse belastingoverheid de vennootschapsbelasting, de jaarlijkse voorheffing en de jaarlijkse forfaitaire belasting verschuldigd die de fiscale groep in Frankrijk moet betalen. Het feit dat voornoemde dochterondernemingen deel uitmaken van de fiscale consolidatiekring (zie “vorderingen op meer dan één jaar” hierboven) is zonder belang voor de fiscale situatie waarin zij verkeerd zouden hebben indien er geen sprake was van integratie, en de dochterondernemingen moeten derhalve hun bijdrage in de betaling van de vennootschapsbelasting van de fiscale consolidatiekring aan de vaste vestiging storten. Voor het jaar 2005 overschrijden de voorafbetalingen van de dochterondernemingen de geraamde belasting die ze aan de overkoepelende vennootschap verschuldigd zijn. Daarom heeft de vaste vestiging op 31 december 2005 een schuld van 3,2 miljoen EUR tegenover de dochterondernemingen die deel uitmaken van de Franse fiscale consolidatiekring. De nog te betalen dividenden voor het boekjaar 2004 belopen 19,7 miljoen EUR, terwijl het saldo van de verschuldigde dividenden voor de vorige boekjaren uitkomt op een bedrag van 34,9 miljoen EUR.

4.3.8. Overlopende rekeningen 4.3.7. Schulden op ten hoogste één jaar Schulden op meer dan één jaar die tijdens het jaar vervallen Een langetermijnlening van 167,1 miljoen EUR die met een vennootschap van de Groep was afgesloten, vervalt in 2006. Financiële schulden Deze schulden hebben betrekking op financieringen op korte termijn, aangegaan bij vennootschappen van de Groep voor een bedrag van 2 042,6 miljoen EUR, en op debetstanden op zichtrekening ten belope van 0,1 miljoen EUR. Handelsschulden De nog niet betaalde facturen van leveranciers belopen 4,3 miljoen EUR, terwijl de te ontvangen facturen een bedrag vertegenwoordigen van 12,5 miljoen EUR. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten Deze rubriek omvat: – de belastingen die de vaste vestiging in Parijs aan de Franse belastingadministratie verschuldigd is als overkoepelende holding van de Franse geïntegreerde fiscale groep (1,8 miljoen EUR). Zoals reeds werd verduidelijkt, is de Parijse vaste vestiging van Dexia NV de overkoepelende vennootschap van de fiscale consolidatiekring in Frankrijk. Deze vaste vestiging moet de vennootschapsbelasting, de Franse voorheffing en de forfaitaire belasting betalen die door de Groep verschuldigd is in het kader van de fiscale integratie, aangezien de belastingen die verschuldigd zijn door de ondernemingen die deelnemen aan de fiscale consolidatie, gestort moeten worden aan de vaste vestiging; – te betalen BTW (0,9 miljoen EUR); – schulden m.b.t. bezoldigingen en sociale lasten (3,6 miljoen EUR).

Het gaat uitsluitend om toe te rekenen kosten, die als volgt kunnen worden uitgesplitst: – financiële kosten voor deviezen- en renteswaps (3,8 miljoen EUR); – financiële kosten voor leningen bij vennootschappen van de Groep (30,3 miljoen EUR); – prorata van algemene kosten voor het boekjaar 2005 (1 miljoen EUR).

4.4. Buitenbalansrechten en -verbintenissen Dexia NV heeft belangrijke verbintenissen die buiten balans moeten worden vermeld: • Er is een bankwaarborg voor de huur van het kantoorgebouw aan de de Meeûssquare in Brussel, dat sinds 2000 de maatschappelijke zetel is van Dexia NV (0,5 miljoen EUR); • In het kader van het vaste bod tot aankoop van Banca Comerciala Romana (BCR) door Dexia NV, werd door ING Belgium een waarborg van 19 miljoen EUR uitgegeven ten voordele van AVAS (Authority for State Assets Recovery). Deze waarborg werd in januari 2006 geschrapt omdat Dexia NV niet als koper van BCR in aanmerking werd genomen; • De acquisitie van de Amerikaanse groep Financial Security Assurance werd gedeeltelijk gedekt d.m.v. een deviezen- en renteswap die met Dexia Crédit Local werd afgesloten voor een bedrag van 134,2 miljoen USD (113,8 miljoen EUR op 31 december 2005) tegen 141,2 miljoen EUR; • Er werden verschillende termijntransacties in USD afgesloten tot dekking van de stromen die voortvloeien uit leningen die in deze munt werden toegestaan en aangegaan: een aankoopverrichting op termijn voor 8,1 miljoen EUR en verschillende verkoopverrichtingen op termijn voor een totaal van 8,2 miljoen EUR; • Op 31 december 2005 beliep het aantal toegekende maar nog niet uitgeoefende warrants 55 903 030. Rekening houdend met de uit-

Jaarrekening

173

oefenprijs, genereert deze transactie een bedrag buiten balans van 807,4 miljoen EUR;

In 2005 werden tegen Dexia Bank en/of Dexia NV vier nieuwe burgerlijke vorderingen ingesteld:

• Op 5 december 2002 verbond Dexia NV er zich tegenover zijn dochteronderneming Dexia Bank Nederland NV en elke entiteit die zou zijn ontstaan uit de splitsing van Dexia Bank Nederland, met uitzondering van elke andere persoon, toe ervoor te zorgen dat Dexia Bank Nederland of de entiteiten op elk ogenblik in staat zouden zijn hun verbintenissen tegenover derden na te komen en hun activiteiten voort te zetten, met inbegrip van de instandhouding van hun relaties met de rekeninghouders en de overige cliënten; deze verbintenis had met name tot doel te beletten dat derden zouden worden benadeeld door de splitsing van Dexia Bank Nederland. De wijziging of de intrekking van deze verbintenis moest vooraf worden goedgekeurd door DNB (“De Nederlandsche Bank”). De verkoop van Kempen & Co NV aan een groep van financiële beleggers en aan het management was rond op 15 november 2004. In het kader van deze verkoop bevestigde Dexia NV in een brief van diezelfde datum zijn verbintenis t.a.v. Dexia Bank Nederland, dat voor 100 % een dochter blijft van Dexia, met uitsluiting van elke andere persoon. Naast de gebruikelijke waarborgen die aan de kopers worden gegeven en waaraan Dexia NV zich eveneens heeft gehouden, stelt Dexia NV Kempen & Co schadeloos voor de risico’s m.b.t. de aandelenleasecontracten die verkocht werden door Dexia Bank Nederland NV, het voormalige Labouchere, en heeft het zich ertoe verbonden Kempen & Co te vergoeden voor de schade die voortvloeit uit een beperkt aantal geïdentificeerde elementen;

– in juli 2005 dagvaardden de curatoren van Lernout &Hauspie 21 partijen, waaronder Dexia Bank, voor de handelsrechtbank van Ieper met het oog op een schadevergoeding voor de nettoschulden van LHSP in faillissement.

• Op 18 mei 2005 heeft Dexia NV 100 % van de aandelen van Dexia Nederland Holding NV teruggekocht van Dexia Financière NV op basis van een waardering van 93 miljoen EUR, onder voorbehoud van een clausule “inzake de terugkeer van de schuldenaar in beteren doen”, die wordt toegestaan aan Dexia BIL en aan Dexia Bank, de overige aandeelhouders van Dexia Financière, indien de waarde van Dexia Nederland Holding, met inbegrip van de participatie in Dexia Bank Nederland, opwaarts zou worden herzien als gevolg van gunstige beslissingen in het voordeel van Dexia Bank Nederland; • Ingevolge de inbeschuldigingstelling van Dexia Bank die werd bekendgemaakt op 24 juni 2003 in het kader van het strafrechterlijk onderzoek dat werd geopend in 2001 ten laste van de voormalige managers van LHSP voor feiten die zouden zijn gepleegd tussen 2 juli 1999 en 1 september 2000 door Artesia Banking Corporation, werden vier burgerrechtelijke rechtszaken aanhangig gemaakt tegen Dexia Bank en Dexia NV in de Verenigde Staten, waaronder één class action en 3 individuele rechtszaken door voormalige houders van effecten van LHSP. De dagvaardingen werden in februari en maart 2004 aan Dexia NV betekend. Met betrekking tot de drie individuele rechtszaken hebben de tegenpartijen aanvaard om af te zien van de rechtszaak tegen Dexia NV, zonder evenwel af te zien van het recht om een nieuw verzoek in te dienen op basis van dezelfde feiten. Met betrekking tot de class action hebben de eisers eveneens hun intentie te kennen gegeven om af te zien van de rechtszaak tegen Dexia NV op grond van dezelfde voorwaarden. Een verzoek dat werd ingediend door Dexia Bank met het oog op het verwerpen van de eis zonder onderzoek ten gronde (motion to dismiss) werd verworpen krachtens een beslissing van 9 februari 2005. Een dergelijke motion to dismiss houdt in dat men aanvoert dat, ongeacht het pertinent karakter van de feiten zoals ze door de eiser worden aangevoerd, de eis hoe dan ook verworpen zou worden, bijvoorbeeld wegens verjaring.


– op 27 september 2005 stelde de Litigation Trustee voor de LHSP Litigation Trust een rechtsvordering tegen Dexia Bank en Dexia NV in bij de faillissementsrechtbank in Delaware. Deze vordering is in grote mate een kopie van de vordering van de Lernout&Hauspie-curatoren. – op 11 oktober 2005 diende een Belgisch privé-persoon een klacht in tegen Dexia Bank, Dexia NV en andere partijen uit naam van de kopers die van 28 april 1998 tot 8 november 2000 Lernout&Hauspie-aandelen kochten op de EASDAQaandelenmarkt. De rechtsvordering werd ingesteld in het District van Massachusetts. – op 8 november 2005 stelden 4 941 gewezen aandeelhouders van Lernout&Hauspie in België een burgerlijke vordering in tegen verschillende partijen, waaronder Dexia Bank, met het oog op een schadevergoeding voor hun verlies. Deze vorderingen zijn een logisch gevolg van het strafrechtelijk onderzoek en vormen niet echt een nieuwe ontwikkeling. Zowel Dexia NV als Dexia Bank bestrijden ten stelligste de gegrondheid van alle eisen tegen hen. Een meer gedetailleerde verklaring m.b.t. de zaak Lernout&Hauspie en de betrokken geschillen is opgenomen in het jaarverslag van Dexia Bank van 2005 (www.dexia.be).

4.5. Resultatenrekening 4.5.1. Bedrijfsresultaat De overige bedrijfsopbrengsten hebben betrekking op aanwezigheidspenningen die aan Dexia NV werden betaald (0,1 miljoen EUR). De diensten en diverse goederen nemen toe met 11,3 miljoen EUR tot 54 miljoen EUR. Deze rubriek omvat de erelonen die de consultants, experts, revisoren en de dochterondernemingen van de Groep ontvingen voor hun prestaties, ten belope van 31,4 miljoen EUR, tegenover 27 miljoen EUR in 2004. De toename van de erelonen heeft te maken met de sturings- en controleopdrachten die worden uitgevoerd door de corporate teams van de groep Dexia, meer bepaald in het kader van Bazel 2. De oprichting van Dexia Corporate University leidde tot 1,1 miljoen EUR kosten. Dexia Corporate University levert hoogstaande opleidingsprogramma’s voor de medewerkers van de volledige groep Dexia. De logistieke kosten (huur van gebouwen en kantoorruimte, telecommunicatie, reiskosten, benodigdheden enz.) bedragen 14,4 miljoen EUR, tegenover 11,2 miljoen EUR in 2004; de toename van deze kosten is het gevolg van de evolutie van het personeelsbestand van Dexia NV. De druk- en reclamekosten i.v.m. de verspreiding van de informatie belopen 4,6 miljoen EUR, tegenover 2,3 miljoen EUR in 2004. De bijdrage aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen bedraagt 0,9 miljoen EUR en de emolumenten voor de bestuurders belopen 1,6 miljoen EUR. Het gemiddelde aantal personen dat rechtstreeks door Dexia wordt tewerkgesteld, steeg van 88 tot 118, wat de stijging van de loon-

kosten en sociale lasten van 20,5 miljoen EUR tot 24,8 miljoen EUR verklaart.

7,9 miljoen EUR en de overige rentekosten komen uit op 0,2 miljoen EUR.

Voor de personeelsleden is er een systeem voor een aanvullend rusten overlevingspensioen, waarvoor zowel werkgevers- als individuele bijdragen worden gestort aan een groepsverzekering. Voor sommige leden van het directiecomité is er eveneens een aanvullend stelsel zoals bepaald in artikel 39 van het Franse CGI, waarvan de bijdragen worden gestort aan een externe verzekeringsmaatschappij.

De overige financiële kosten bestaan uit provisies betaald aan de instellingen die de Dexia-dividenden uitbetalen (Dexia Bank, ING, Dexia BIL, Euro Emetteurs Finance), ten belope van 3,7 miljoen EUR, de kosten voor de effectendienstverlening (0,3 miljoen EUR) en de kosten in verband met de inkoop van eigen aandelen (0,3 miljoen EUR). De waardeverhoging van de dollar tegenover de euro leidt tot de tenlasteneming van een wisselverschil van 0,3 miljoen EUR.

De afschrijvingen op oprichtingskosten vertegenwoordigen 2,8 miljoen EUR, de afschrijvingen op immateriële vaste activa komen uit op 0,7 miljoen EUR, terwijl de afschrijvingen met betrekking tot materiële vaste activa 0,8 miljoen EUR bedragen.

4.5.2. Financieel resultaat De opbrengsten uit de financiële vaste activa omvatten de dividenden die werden uitgekeerd door de entiteiten van de Groep (1 569,7 miljoen EUR), alsook de ontvangen en te ontvangen rente op achtergestelde leningen (114,2 miljoen EUR). De opbrengsten uit vlottende activa omvatten de interest die gegenereerd wordt door de deviezen- en renteswap die werd afgesloten met Dexia Crédit Local (3,1 miljoen EUR), door de voorschotten op de uitgestelde belastingen (0,5 miljoen EUR), alsook door de thesauriebeleggingen (6,4 miljoen EUR). De achtergestelde lening aan Kempen & Co leverde 1,2 miljoen EUR aan interest op. De overige financiële opbrengsten zijn het resultaat van een indekkingsverrichting ten belope van 2,4 miljoen EUR. De betaalde en verschuldigde rente met betrekking tot leningen die door de entiteiten van de Groep werden toegekend, beloopt 102,6 miljoen EUR. De financiële kosten voor de deviezen- en renteswap die werd afgesloten met Dexia Crédit Local bedragen

4.5.3. Uitzonderlijk resultaat Rekening houdend met de verhuizing van de maatschappelijke zetel naar de Dexia Tower, die gepland is voor de tweede helft van 2006, moest een uitzonderlijke afschrijving van 0,2 miljoen EUR op materiële vaste activa worden geboekt, teneinde hun boekwaarde af te stemmen op hun gebruikswaarde voor de onderneming op 31 december 2005.

4.5.4. Belastingen op het resultaat De belastingen op het resultaat hebben betrekking op de Belgische belasting die verschuldigd is op het resultaat van het boekjaar (3 miljoen EUR). De belastingregularisaties (18,9 miljoen EUR) vinden hun oorsprong in het feit dat de vaste vestiging de overkoepelende holding is van de Franse fiscaal geïntegreerde groep. De belastingbesparingen die werden verwezenlijkt door de geïntegreerde groep, worden bij de vaste vestiging geboekt en als onmiddellijke winst van het boekjaar beschouwd.

4.5.5. Winst van het boekjaar De winst van het boekjaar 2005 bedraagt 1 506 miljoen EUR.

Jaarrekening

175

4.6. Staat van oprichtingskosten Bedragen

(in duizenden EUR) Nettoboekwaarde per 31/12/04

4 835

Mutaties tijdens het boekjaar: – Nieuwe kosten van het boekjaar (kosten van kapitaalverhoging) – Afschrijvingen

2 316 (2 798)

Nettoboekwaarde per 31/12/05

4 353

Waarvan kosten van oprichting of kapitaalverhoging, kosten bij uitgifte van leningen en andere oprichtingskosten

4 353

4.7. Staat van de immateriële vaste activa (licenties) Bedragen

(in duizenden EUR) Aanschaffingswaarde per 31/12/04

2 559

Mutaties tijdens het boekjaar: – Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa

1 543

Aanschaffingswaarde per 31/12/05

4 102

Afschrijvingen en waardeverminderingen per 31/12/04

1 557

Mutaties tijdens het boekjaar: – Geboekt

710


2 267


1 835

4.8. Staat van de materiële vaste activa Installaties, machines en uitrusting

Meubilair en rollend materieel

Overige materiële vaste activa

Activa in aanbouw en vooruitbetalingen

1 017

5 890

3 005

3

54 0

521 3

137 0

3 (3)

1 071

6 414

3 142

3


599

4 214

2 937

0

Mutaties tijdens het boekjaar: – Geboekt – Afgeboekt na overdracht en buitengebruikstellingen

238 0

696 0

68 0

0 0


837

4 910

3 005

0


234

1 504

137

3

(in duizenden EUR) Aanschaffingswaarde per 31/12/04 Mutaties tijdens het boekjaar: – Aanschaffingen – Overboeking van een post naar een andere Aanschaffingswaarde per 31/12/05

176


4.9. Staat van de financiële vaste activa 1. Deelnemingen en aandelen Bedragen

(in duizenden EUR) Aanschaffingswaarde per 31/12/04

16 394 418

Mutaties tijdens het boekjaar: – Aanschaffingen

212 196

Aanschaffingswaarde per 31/12/05

16 606 614

Waardeverminderingen per 31/12/04

76 256

Mutaties tijdens het boekjaar

0

Waardeverminderingen per 31/12/05

76 256


16 530 358

2. Vorderingen (in duizenden EUR) Nettoboekwaarde per 31/12/04 Mutaties tijdens het boekjaar: – Toevoegingen – Terugbetalingen – Wisselkoersverschillen Nettoboekwaarde per 31/12/05

Verbonden ondernemingen

Andere ondernemingen

2 473 775

10

920 625 0 241 577

0 (10) 0

3 635 977

0

Jaarrekening

177

4.10. Deelnemingen en maatschappelijke rechten in andere ondernemingen Hieronder worden de ondernemingen vermeld waarin de onderneming een deelneming bezit, alsmede de andere ondernemingen waarin de onderneming maatschappelijke rechten bezit ten belope van ten minste 10 % van het geplaatste kapitaal. Naam, volledig adres van de zetel en zo het een onderneming naar Belgisch recht betreft, het ondernemingsnummer

Maatschappelijke rechten gehouden door

Jaarrekening per

Muntcode

100,00

31/12/04

EUR

2 734 485

523 529

87 045 744

100,00

31/12/04

EUR

2 627 932

519 268

1 163 293

57,66

42,34

31/12/04

EUR

1 223 908

(281 052)

1

10,00

90,00

31/12/04

USD

2 691 136

10 109

Dexia Nederland Holding NV Beethovenstraat 300 NL-1077 WZ Amsterdam Gewone aandelen

50 000

100,00

31/12/04

EUR

380 607

(34 314)

Dexia Management Services Ltd Tuffon Street Westminster 55 UK-SW1P 3QF London Gewone aandelen

10 000

100,00

31/12/04

GBP

71

4

9 999

99,99

0,01

31/12/04

EUR

777

(223)

25 759

99,99

0,01

31/12/04

EUR

1 279 018

(5)

6 780 866

8,42

91,58

31/12/04

EUR

93 048

(606 053)

187 494

100,00

31/12/04

EUR

2 984

1

Dexia Bank België NV Pachecolaan 44 B-1000 Brussel BE 0403.201.185 Gewone aandelen Dexia Crédit Local SA 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris Gewone aandelen Dexia Banque Internationale à Luxembourg SA 69, route d’Esch L-2953 Luxembourg Gewone aandelen Dexia Holding Incorporated Park Avenue 350 New York, NY 10022, USA Gewone aandelen

Dexia Employee Benefits NV Livingstonelaan 6 B-1000 Brussel BE 0866.161.005 Gewone aandelen

de onderneming (rechtstreeks)

dochters

aantal

%

%

359 412 609

Gegevens geput uit de laatst beschikbare jaarrekening Eigen Nettoresultaat vermogen (+) of (-) (in duizenden munteenheden)

Dexia Participation Luxembourg SA 69, route d’Esch L-1470, Luxembourg Gewone aandelen Dexia Financière NV Pachecolaan 44 B-1000 Brussel BE 0479.551.271 Gewone aandelen Dexia Habitat SA 7 à 11, quai André Citroën F-75015 Paris Gewone aandelen

178


4.11. Geldbeleggingen: overige beleggingen (in duizenden EUR) Termijnrekeningen bij kredietinstellingen met een resterende looptijd of opzegtermijn van: – minder dan een maand – meer dan één maand en hoogstens één jaar Hierboven niet-opgenomen overige geldbeleggingen

Vorig boekjaar

Boekjaar

42 350

274 850

42 350

274 850

55

89

4.12. Overlopende rekeningen Boekjaar

(in duizenden EUR) Over te dragen kosten

610

Verkregen opbrengsten: intresten

35 493

4.13. Staat van het kapitaal a. Geplaatst kapitaal Bedragen (in duizenden EUR) Geplaatst kapitaal per 31/12/04

Aantal aandelen

4 825 428

Wijzigingen tijdens het boekjaar: – kapitaalverhoging voorbehouden aan het personeel en de medewerkers van de groep Dexia

40 392

9 159 207

– uitoefening warrants toegekend aan personeel

21 765

4 935 322

Geplaatst kapitaal per 31/12/05

4 887 585

b. Samenstelling van het kapitaal Bedragen (in duizenden EUR)

Aantal aandelen

4 887 585

1 107 469 030

Soorten aandelen • Aandelen zonder vermelding van nominale waarde die elk 1/1 107 469 030 van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen • Aandelen op naam of aan toonder – Op naam – Aan toonder

446 061 443 661 407 587

Jaarrekening

179

c. Eigen aandelen gehouden door

– de vennootschap zelf – haar dochters

Kapitaalbedrag (in duizenden EUR)

Aantal aandelen

86 999

19 727 600

3 613

819 344

Kapitaalbedrag (in duizenden EUR)

Aantal aandelen

0

55 903 030

246 532

0

0

55 903 030

d. Verplichtingen tot uitgifte van aandelen

Als gevolg van de uitoefening van inschrijvingsrechten: – Aantal inschrijvingsrechten in omloop – Bedrag van het te plaatsen kapitaal – Maximum aantal uit te geven aandelen

e. Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal Bedragen

(in duizenden EUR)

2 830 066

f. Aandelen buiten kapitaal Aantal aandelen

Daaraan verbonden stemrecht

Waarvan: – gehouden door de vennootschap zelf

0

0

– gehouden door haar dochters

0

0

4.14. Uitsplitsing van de schulden met een oorspronkelijke looptijd van meer dan een jaar, naargelang hun resterende looptijd Hoogstens één jaar

Meer dan één jaar, doch hoogstens 5 jaar

Meer dan 5 jaar

Financiële schulden

167 062

0

1 459 373

5. Overige leningen

167 062

0

1 459 373

Handelsschulden

0

0

0

Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen

0

0

0

Overige schulden

0

0

0

167 062

0

1 459 373

(in duizenden EUR)

Totaal


4.15. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten Boekjaar

(in duizenden EUR) Belastingen a) Vervallen belastingschulden b) Niet-vervallen belastingschulden c) Geraamde belastingschulden

0 957 1 776

Bezoldingen en sociale lasten a) Vervallen schulden ten aanzien van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid b) Andere schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten

0 3 623

4.16. Overlopende rekeningen Boekjaar

(in duizenden EUR) Toe te rekenen kosten: interesten

34 153

Toe te rekenen kosten: diensten en diverse goederen

961

4.17. Bedrijfsresultaten Andere bedrijfsopbrengsten (in duizenden EUR) Waarvan: exploitatiesubsidies en vanwege de overheid ontvangen compenserende bedragen

Vorig boekjaar

Boekjaar

0

0

104 88,4 140 271

134 110,8 194 038

11 994 3 928 4 573 31 0

14 905 4 414 5 397 77 0

9 528 (963)

8 700 (250)

364 5

404 14

0 0,2 406 16

0 0,1 91 2

Werknemers ingeschreven in het personeelsregister a) Totaal aantal op de afsluitingsdatum b) Gemiddelde personeelsbestand berekend in voltijdse equivalenten c) Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Personeelskosten (in duizenden EUR) a) Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen b) Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen c) Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen d) Andere personeelskosten e) Pensioenen Voorzieningen voor risico's en kosten (in duizenden EUR) Toevoegingen Bestedingen en terugnemingen Andere bedrijfskosten (in duizenden EUR) Belastingen en taksen op bedrijfsuitoefening Andere Uitzendkrachten en ter beschikking van de onderneming gestelde personen a) Totaal aantal op de afsluitingsdatum b) Gemiddeld aantal berekend in voltijdse equivalenten c) Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren d) Kosten voor de onderneming (in duizenden EUR)

Jaarrekening

181

4.18. Belastingen op het resultaat Boekjaar

(in duizenden EUR) Detail van rubriek X.A. Belastingen op het resultaat van het boekjaar

2 983

a) Verschuldigde of betaalde belastingen en voorheffingen b) Geactiveerde overschotten van betaalde belastingen en voorheffingen c) Geraamde belastingsupplementen

4 048 (1 065) 0

Belastingen op het resultaat van vorige boekjaren

17

a) Verschuldigde of betaalde belastingsupplementen

17

b) Geraamde belastingsupplementen of belastingsupplementen waarvoor een voorziening werd gevormd

0

Belangrijkste oorzaken van de verschillen tussen de winst voor belastingen en de geraamde belastbare winst Definitieve belaste inkomsten

1 491 238

Fiscale integratie in Frankrijk

PM

4.19. Belasting op de toegevoegde waarde en belastingen ten laste van derden (in duizenden EUR)

Vorig boekjaar

Boekjaar

0 0

0 0

4 550 99 819

5 615 105 064

De belasting op de toegevoegde waarde in rekening gebracht: 1. Aan de onderneming (aftrekbaar) 2. Door de onderneming De ingehouden bedragen ten laste van derden bij wijze van: 1. Bedrijfsvoorheffing 2. Roerende voorheffing

4.20. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen (in duizenden EUR)

Boekjaar

Persoonlijke zekerheden die door de onderneming werden gesteld of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen van derden

26

Waarvan: – Het maximumbedrag ten belope waarvan andere verplichtingen van derden door de onderneming zijn gewaarborgd

26

Termijnverrichtingen – Gekochte (te ontvangen) goederen

0

– Verkochte (te leveren) goederen

0

– Gekochte (te ontvangen) deviezen

149 308

– Verkochte (te leveren) deviezen

122 019

182


5 Financiële betrekkingen 5.1. Financiële betrekkingen met bestuurders Rechtstreekse en onrechtstreekse bezoldigingen en ten laste van de resultatenrekening toegekende pensioenen, voor zover deze vermelding niet uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking heeft op de toestand van een enkel identificeerbaar persoon. Aan bestuurders (in duizenden EUR)

6 705

5.2. Afgeleide financiële instrumenten niet gewaardeerd op basis van de reële waarde Schatting van de reële waarde voor elke categorie afgeleide financiële instrumenten die niet gewaardeerd zijn op basis van de waarde in het economisch verkeer, met opgave van de omvang en de aard van de instrumenten (in duizenden EUR) Deviezen- en renteswap: 1 contract

16 593

Op termijn gekochte deviezen: 1 contract

83

Op termijn verkochte deviezen: 8 contracten

(86)

5.3. Betrekkingen met verbonden ondernemingen en met ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat Verbonden ondernemingen Vorig boekjaar

Boekjaar


18 791 937

20 166 335

Deelnemingen

16 318 162

16 530 358

2 473 775 0

3 635 977 0

Vorderingen

43 666

36 619

Op meer dan één jaar Op hoogstens één jaar

20 181 23 485

36 599 20

Geldbeleggingen

42 350

274 850

Aandelen Vorderingen

0 42 350

0 274 850

Schulden

2 506 838

1 467 878

Op meer dan één jaar Op hoogstens één jaar

2 506 838 0

1 459 373 8 505

Belangrijke verplichtingen tot aankoop van vaste activa

93 000

0

Dexia Nederland Holding NV

93 000

0

1 234 113 4 773 0 49 849 2 302

1 683 894 9 927 0 110 558 3 121

(in duizenden EUR)

Vorderingen: – achtergestelde – andere

Financiële resultaten Opbrengsten uit financiële vaste activa Opbrengsten uit vlottende activa Andere financiële opbrengsten Kosten van schulden Andere financiële kosten

Jaarrekening

183

6 Sociale balans 6.1. Staat van de tewerkgestelde personen in 2005 A. Werknemers ingeschreven in het personeelsregister Voltijds (boekjaar)

Deeltijds (boekjaar)

96,2 167 404 12 480

20,4 26 634 4 652

1. Tijdens het boekjaar en het vorige boekjaar Gemiddeld aantal werknemers Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Personeelskosten (in duizenden EUR) Bedrag van de voordelen bovenop het loon (in duizenden EUR)

Totaal (T) of totaal in voltijdse equivalenten (VTE) (boekjaar) 110,8 194 038 17 132 113

(VTE) (T) (T) (T)

Totaal (T) of totaal in voltijdse equivalenten (VTE) (vorig boekjaar) 88,4 140 721 13 583 85

(VTE) (T) (T) (T)

Voltijds

Deeltijds

Totaal in voltijdse equivalenten

114

20

127,8

b. Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde duur Overeenkomst voor een bepaalde duur Vervangingscontract

99 12 3

19 1 0

111,9 12,9 3,0

c. Volgens het geslacht Mannen Vrouwen

72 42

13 7

80,7 47,1

5 106 3

6 14 0

9,5 115,3 3,0

Uitzendkrachten

Ter beschikking van de onderneming gestelde personen

Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen

0,1

0

Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren

91

0

2

0

2. Op de afsluitingsdatum van het boekjaar a. Aantal werknemers ingeschreven in het personeelsregister

d. Volgens de beroepscategorie Directiepersoneel Bedienden Andere

B. Uitzendkrachten en ter beschikking van de onderneming gestelde personen tijdens het boekjaar

Tijdens het boekjaar

Kosten voor de onderneming (in duizenden EUR)

184


6.2. Tabel van het personeelsverloop tijdens het boekjaar A. Ingetreden Tijdens het boekjaar

Voltijds

Deeltijds


a. Aantal werknemers die tijdens het boekjaar in het personeelsregister werden ingeschreven

36

2

37,2

b. Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde duur Overeenkomst voor een bepaalde duur Vervangingscontract

22 13 1

1 1 0

22,3 13,9 1,0

c. Volgens het geslacht en het studieniveau Mannen: secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs Vrouwen: secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs

2 1 15 1 1 16

0 0 2 0 0 0

2,0 1,0 16,2 1,0 1,0 16,0

Voltijds

Deeltijds


7

1

7,2

4 3

1 0

4,2 3,0

2 1 2 0 0 2

0 0 1 0 0 0

2,0 1,0 2,2 0 0 2,0

0 7

0 1

0 7,2

B. Uitgetreden Tijdens het boekjaar a. Aantal werknemers met een in het personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam b. Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde duur Overeenkomst voor een bepaalde duur c. Volgens het geslacht en het studieniveau Mannen: secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs Vrouwen: secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs d. Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst Afdanking Andere reden

6.3. Staat over het gebruik van de maatregelen ten gunste van de werkgelegenheid tijdens het boekjaar Maatregelen ten gunste van de werkgelegenheid Aantal betrokken werknemers Aantal

In voltijdse equivalenten

Bedrag van het financiële voordeel (in duizenden EUR)

137

130,8

467

3

3,0

0

Totaal voor het boekjaar

137

130,8

Totaal voor het vorige boekjaar

107

100,5

Structurele vermindering van de bijdragen voor sociale zekerheid Vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen Aantal werknemers betrokken bij één of meerdere maatregelen ten gunste van de werkgelegenheid

6.4. Inlichtingen over de opleidingen voor de werknemers tijdens het boekjaar

Aantal betrokken werknemers Aantal gevolgde opleidingsuren Kosten voor de onderneming (in duizenden EUR)

Mannen

Vrouwen

91

60

1 595

1 210

201

133 Jaarrekening

185

Verslag van het college van commissarissen over de jaarrekening afgesloten op 31 december 2005 Aan de aandeelhouders van Dexia NV Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit over de uitvoering van de controleopdracht die ons werd toevertrouwd. Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening, opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur van de vennootschap, over het boekjaar afgesloten op 31 december 2005, met een balanstotaal van 20 942 370 (000) EUR en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van 1 505 976 (000) EUR. Wij hebben eveneens de bijkomende specifieke controles uitgevoerd die door de wet zijn vereist. De jaarrekening en betrokken jaarverslag worden opgesteld door de raad van bestuur. Onze verantwoordelijkheid is het formuleren van een opinie over deze jaarrekening en betrokken jaarverslag op basis van onze controle.

Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud, met een toelichtende paragraaf Onze controles werden verricht overeenkomstig de normen van het Instituut der Bedrijfsrevisoren. Deze beroepsnormen eisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat, rekening houdend met de Belgische wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften met betrekking tot de jaarrekening. Overeenkomstig deze normen hebben wij rekening gehouden met de administratieve en boekhoudkundige organisatie van uw vennootschap, alsook met de procedures van interne controle. De verantwoordelijken van de vennootschap hebben onze vragen naar opheldering of inlichtingen duidelijk beantwoord. Wij hebben op basis van steekproeven de verantwoording onderzocht van de bedragen opgenomen in de jaarrekening. Wij hebben de waarderingsregels, de betekenisvolle boekhoudkundige ramingen die de onderneming maakte en de voorstelling van de jaarrekening in haar geheel beoordeeld. Wij zijn van mening dat deze werkzaamheden een redelijke basis vormen voor het uitbrengen van ons oordeel. Naar ons oordeel, rekening houdend met de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften, geeft de jaarrekening afgesloten op 31 december 2005 een getrouw beeld van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de vennootschap en wordt een passende verantwoording gegeven in de toelichting.

Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel vestigen wij de aandacht op het punt 1.b.6 van het jaarverslag dat bepaalde juridische risico’s met betrekking tot de aandelenleasing in Nederland beschrijft, waarvan de afloop momenteel onzeker is, alsook op toelichting 4.4 van de jaarrekening dat de verbintenis van de vennootschap jegens Dexia Bank Nederland vermeldt.

Bijkomende verklaringen en inlichtingen Wij vullen ons verslag aan met de volgende bijkomende verklaringen en inlichtingen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de jaarrekening te wijzigen: • het jaarverslag bevat de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee de vennootschap wordt geconfronteerd, alsook van haar positie, haar voorzienbare ontwikkeling of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op haar toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen evidente tegenstrijdigheden vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat; • onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, wordt de boekhouding gevoerd overeenkomstig de in België toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften; • wij dienen u geen enkele verrichting of beslissing mede te delen die in overtreding met de statuten of het Wetboek Vennootschappen zou zijn gedaan of genomen; • de resultaatsverwerking die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, stemt overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen; • overeenkomstig artikel 523 van het Wetboek Vennootschappen, dienen wij tevens verslag uit te brengen omtrent de vermogensrechtelijke gevolgen van de beslissingen van de raad van bestuur van 3 maart en 26 april 2005 met betrekking tot de vergoedingen van de gedelegeerde bestuurder en de voorzitter van de raad van bestuur, in welk verband wij van een strijdig belang werden op de hoogte gebracht. De inlichtingen met betrekking tot deze beslissingen zijn opgenomen in het verslag van de raad van bestuur in het onderdeel met betrekking tot de vergoedingen van de raad van bestuur en het directiecomité. Wij zijn van oordeel dat deze informatie voldoende is, en van die aard om de aandeelhouders omtrent de vermogensrechtelijke gevolgen van betrokken beslissingen in te lichten.

28 maart 2006 Het college van commissarissen,

186

PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren BCVBA, Vertegenwoordigd door

Mazars & Guérard Bedrijfsrevisoren BCVBA, Vertegenwoordigd door

R. Peirce

X. Doyen


Aanvullende gegevens Agenda van de gewone algemene vergadering van 10 mei 2006 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 188 Algemene gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 190


187

Agenda van de gewone algemene vergadering van 10 mei 2006 1 Mededeling van het beheersverslag van de raad van bestuur, de verslagen van het college van commissarissen met betrekking tot het boekjaar 2005, de geconsolideerde jaarrekening en het verslag van de voorzitter van de raad van bestuur over de werking van de raad en de interne controle. 2 Besluiten 1. Voorstel tot goedkeuring van de jaarrekening van het boekjaar 2005. 2. De winst van het boekjaar 2005 bedraagt 1 506 miljoen EUR. De overgedragen winst van het vorige boekjaar beloopt 264,3 miljoen EUR. De totale te bestemmen winst komt uit op 1 770,3 miljoen EUR. Voorstel om deze winst te bestemmen: – voor de wettelijke reserve ten belope van 6,2 miljoen EUR; – voor de beschikbare reserve ten belope van 250 miljoen EUR; – voor de betaling van een brutodividend van 0,71 EUR voor elk aandeel, met uitzondering van de eigen aandelen die de vennootschap op 5 mei 2006 zal bezitten en waarvoor de vergadering het dividendrecht annuleert overeenkomstig artikel 622 van het Wetboek Vennootschappen; – en om het saldo naar de overgedragen winst over te brengen. 3. Voorstel tot het verlenen van decharge aan de bestuurders. 4. Voorstel tot het verlenen van decharge aan de commissarissen. 5. Voorstel tot definitieve benoeming – voor een nieuw mandaat van bestuurder van vier jaar dat eindigt na afloop van de gewone algemene vergadering van 2010 – van de heer Dominique Marcel, die door de raad van bestuur van 7 juli 2005 voorlopig benoemd werd ter vervanging van de heer Thierry Breton, ontslagnemend. De heer Dominique Marcel heeft een diploma politieke wetenschappen en studeerde aan de Ecole Nationale d'Administration. Hij is financieel directeur bij de groep Caisse des Dépôts. Dominique Marcel is tevens lid van het directiecomité van de Caisse des dépôts et consignations, lid van de raad van toezicht van Accor en voorzitter van de raad van toezicht van de Compagnie des Alpes.

6. Voorstel tot definitieve benoeming – voor een nieuw mandaat van bestuurder van vier jaar dat eindigt na afloop van de gewone algemene vergadering van 2010 – van de heer Serge Kubla, die door de raad van bestuur van 17 november 2005 voorlopig benoemd werd ter vervanging van de heer Eric André, die overleden is. De heer Serge Kubla is actief in de nationale politiek. Hij is burgemeester van Waterloo sinds 1982 en tevens bestuurder van IP Trade en van de vzw “Les Amis du Musée Wellington”.

7. Voorstel tot definitieve benoeming als bestuurder van de heer Bernard Lux, voorlopig benoemd door de raad van bestuur van 17 november 2005 om het bestuurdersmandaat te beëindigen van de heer Elio di Rupo, ontslagnemend. Het mandaat van de heer Lux loopt ten einde na afloop van de gewone algemene vergadering van 2009.


De heer Bernard Lux is doctor in de toegepaste economische wetenschappen, en auteur van studies en wetenschappelijke artikels. Hij is rector-voorzitter van de universiteit van Bergen-Henegouwen. Bernard Lux is ook gewoon hoogleraar aan de Faculté Warocqué des Sciences économiques en federaal lid van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid.

8. Voorstel tot definitieve benoeming – voor een nieuw mandaat van bestuurder van vier jaar dat eindigt na afloop van de gewone algemene vergadering van 2010 – van de heer Axel Miller, die door de raad van bestuur van 17 november 2005 met ingang van 1 januari 2006 voorlopig benoemd werd ter vervanging van de heer François Narmon, ontslagnemend. De heer Axel Miller is licentiaat in de rechten. Na een loopbaan van 14 jaar als advocaat gespecialiseerd in financieel recht, fusies & overnames en internationaal handelsrecht, kwam hij in 2001 terecht bij de groep Dexia als General Counsel. In januari 2002 werd Axel Miller lid van het directiecomité van Dexia Bank en in januari 2003 werd hij voorzitter van het directiecomité van Dexia Bank en hoofd van het metier Financiële dienstverlening aan particulieren (Personal Financial Services). Axel Miller is sinds 1 januari 2006 gedelegeerd bestuurder van Dexia NV, lid van het directiecomité van Dexia Bank België en Dexia BIL en van het directorium van Dexia Crédit Local.

9. Voorstel tot benoeming van de heer Fabio Innocenzi tot bestuurder voor een periode van vier jaar die eindigt na afloop van de gewone algemene vergadering van 2010. De heer Fabio Innocenzi is Chief Executive Officer van Banca Popolare di Verona e Novara. Hij is tevens ondervoorzitter van Credito Bergamasco, van Banca Popolare di Novara S.p.A., van Banca Aletti & C. en van Banca per il Leasing – Italease S.p.A. De kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria die door de raad van bestuur werden aangenomen.

10. Voorstel tot vernieuwing van het bestuurdersmandaat van de heer Pierre Richard voor een periode van vier jaar die eindigt na afloop van de gewone algemene vergadering van 2010. De heer Pierre Richard studeerde af aan de Ecole Polytechnique en de Ecole nationale des Ponts et Chaussées. Algemeen directeur van de lokale openbare besturen – Ministerie van Binnenlandse Zaken van 1978 tot 1982. Adjunct algemeen directeur van de Caisse des dépôts et consignations van 1983 tot 1993. Voorzitter van Crédit Local de France van 1987 tot 1996. Medevoorzitter van de groep Dexia van 1996 tot 1999. In 1999 werd Pierre Richard gedelegeerd bestuurder en voorzitter van het directiecomité van Dexia NV. Sinds 1 januari 2006 is hij voorzitter van de raad van bestuur van Dexia NV. Hij is bestuurder bij Crédit du Nord, Le Monde, Air France/KLM, Generali France Holding en bij vennootschappen die tot de groep Dexia behoren.

11. Voorstel tot vernieuwing van het bestuurdersmandaat van de heer Gilles Benoist voor een periode van vier jaar die eindigt na afloop van de gewone algemene vergadering van 2010. De heer Gilles Benoist bezit een diploma in de rechten. Hij studeerde aan het Institut d'Etudes Politiques en de Ecole Nationale d'Administration. Hij werd in 1987 secretaris-generaal van Crédit Local de France en nadien lid van het uitvoerend comité van de Caisse des dépôts et consignations van 1993 tot 1998. Hij is thans voorzitter van het directorium van CNP Assurances. Hij is ook lid van het directiecomité van de groep Caisse des Dépôts en bestuurder van o.a. Caixa Seguros. De kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria die door de raad van bestuur werden aangenomen.

12. Voorstel tot vernieuwing van het bestuurdersmandaat van de heer Rik Branson voor een periode van vier jaar die eindigt na afloop van de gewone algemene vergadering van 2010. De heer Rik Branson is licentiaat in de economische wetenschappen. Hij oefende verschillende functies uit bij de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen tussen 1980 en 1989. Trad in 1989 toe tot de groep Arco en werd in 1992 voorzitter van het directiecomité. Hij is ook voorzitter van het directiecomité van Arcopar, Arcoplus, Auxipar en Arcosyn. Tevens is hij o.a. censor bij de Nationale Bank van België.

13. Voorstel tot vernieuwing van het bestuurdersmandaat van de heer Denis Kessler voor een periode van vier jaar die eindigt na afloop van de gewone algemene vergadering van 2010. De heer Denis Kessler bezit een diploma in de politieke wetenschappen, economische wetenschappen en de filosofie (Ecole des hautes études commerciales). Hij is algemeen directeur en voorzitter van de groep Scor. Thans is hij o.a. lid van de Conseil économique et social, Société d’Economie Politique en de raad van de Association de Genève. Hij is bestuurder bij o.a. BNP Paribas, Bolloré Investissement, Dassault Aviation en Cogedim. De kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria die door de raad van bestuur werden aangenomen.

14. Voorstel tot vernieuwing van het bestuurdersmandaat van de heer André Levy-Lang voor een periode van vier jaar die eindigt na afloop van de gewone algemene vergadering van 2010. De heer André Levy-Lang studeerde af aan de Ecole Polytechnique en is doctor in Business Administration van de universiteit van Stanford. Na zijn voorzitterschap van het directorium van Paribas, werd hij professor aan de universiteit Paris-Dauphine. Hij is bestuurder van Schlumberger, AGF, Institut Europlace de Finance, SCOR, Hôpital Américain de Paris en Institut des Hautes Etudes Scientifiques. Hij is lid van de raad van toezicht van Paris-Orléans. De kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria die door de raad van bestuur werden aangenomen.

15. Voorstel tot vernieuwing van het bestuurdersmandaat van de heer Gaston Schwertzer voor een periode van vier jaar die eindigt na afloop van de gewone algemene vergadering van 2010. De heer Gaston Schwertzer was lange tijd actief in de gassector en in het kader van vastgoedprojecten in Luxemburg. Bestuurder van Dexia BIL sinds 1984. Medestichter van BIL Participations, dat Luxempart werd. Thans is hij voorzitter van o.a. Luxempart Energie, Sichel, Presta-Gaz en Energus. Hij is gedelegeerd bestuurder van Audiolux. Is ook ereconsul van de republiek Nicaragua. De kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria die door de raad van bestuur werden aangenomen.

16. Voorstel tot vernieuwing van het bestuurdersmandaat van de heer Marc Tinant voor een periode van vier jaar die eindigt na afloop van de gewone algemene vergadering van 2010. De heer Marc Tinant is licentiaat en master in de economische wetenschappen. Hij was algemeen adviseur van het directiecomité van de Société Régionale d'Investissement de la Wallonie, vooraleer hij in 1991 tot de groep Arco toetrad. Thans is hij o.a. lid van het directiecomité van Arcofin, Arcoplus, Auxipar en Arcopar en bestuurder van Retail Estates.

17. Voorstel tot vernieuwing van het bestuurdersmandaat van de heer Brian Unwin voor een periode van vier jaar die eindigt na afloop van de gewone algemene vergadering van 2010. De heer Brian Unwin studeerde aan de universiteiten van Oxford en Yale. Hij was diplomaat en bekleedde verscheidene functies bij het Ministerie van Financiën en het kabinet van de Eerste Minister in Groot-Brittannië. Hij werd voorzitter van de Europese Investeringsbank in 1993 en is er

erevoorzitter sinds 2000. Thans is hij voorzitter van Assettrust Housing Ltd. Hij is eveneens voorzitter van o.a. het Europees centrum voor natuurbescherming. De kandidaat voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria die door de raad van bestuur werden aangenomen.

18. Voorstel tot bevestiging van volgende bestuurders in de hoedanigheid van onafhankelijke bestuurders in de zin van artikel 524 van het Wetboek Vennootschappen en ten behoeve van de procedure vastgelegd in genoemde bepaling. Deze bestuurders voldoen aan de onafhankelijkheidscriteria die in deze bepaling worden vooropgesteld en aan de andere onafhankelijkheidscriteria die door de raad van bestuur werden goedgekeurd: – Anne-Marie Idrac – Anne-Claire Taittinger – Gilles Benoist – Denis Kessler – André Levy-Lang – Gaston Schwertzer – Sir Brian Unwin – Fabio Innocenzi, op voorwaarde dat punt 9 van de agenda door de algemene vergadering wordt goedgekeurd. 19. Voorstel tot vernieuwing van de aanstelling van de vennootschap Mazars & Guérard BCVBA, bedrijfsrevisoren, vertegenwoordigd door de heer Xavier Doyen, tot commissaris voor een periode van drie jaar die eindigt na afloop van de gewone algemene vergadering van 2009. Voorstel om de emolumenten van het college van commissarissen voor de uitoefening van hun wettelijke opdracht inzake controle van de rekeningen vast te leggen op 200 000 EUR per jaar. 20. Voorstel om aan de bestuurders met ingang van 1 januari 2005 voor de uitoefening van hun mandaat een maximale totale jaarlijkse bezoldiging van 1 300 000 EUR toe te kennen. Voorstel om aan de raad van bestuur alle bevoegdheden toe te kennen om de praktische modaliteiten voor deze bezoldiging en de toekenning ervan uit te werken. 21. Voorstel tot goedkeuring – voor zover nodig – van de toekenning van 5 013 aandelen aan de werknemers van Financial Security Assurance Inc. (“FSA”) en van zijn rechtstreekse en onrechtstreekse dochters in de Verenigde Staten, verwezenlijkt in het kader van het aandeelhoudersplan 2005 van de groep Dexia, waarvoor de inschrijvingsperiode van 22 augustus 2005 tot 26 september 2005 liep, dit met het oog op de toepassing van het belastingstelsel bepaald in artikel 423 van de Internal Revenue Code.


189

Algemene gegevens 1 Benaming De vennootschap heet “Dexia”.

2 Zetel De zetel van de vennootschap is gevestigd te 1000 Brussel, de Meeûssquare 1 (RPR Brussel BTW BE 0458.548.296).

3 Rechtsvorm, oprichting, duur De vennootschap is een naamloze vennootschap naar Belgisch recht die een publiek beroep doet op het spaarwezen. Zij werd op 15 juli 1996 voor onbepaalde duur opgericht. De vennootschap heeft twee vestigingen, een in Frankrijk en een in Luxemburg.

4 Vennootschappelijk doel Artikel 3 van de statuten luidt als volgt: “De vennootschap heeft tot doel, zowel in België als in het buitenland: 1. het verwerven, het behoud, het beheren en het vervreemden, op om het even welke manier, van alle soorten deelnemingen in bestaande of nog op te richten vennootschappen en alle andere rechtspersonen, ongeacht hun juridische vorm, die werkzaam zijn als kredietinstelling, verzekerings- of herverzekeringsonderneming of die financiële, industriële, handels- of burgerlijke, administratieve of technische activiteiten uitoefenen, alsmede van alle soorten aandelen, obligaties, overheidsfondsen en alle andere financiële instrumenten, van welke aard ook; 2. het administratief, commercieel en financieel ondersteunen of beheren en het verrichten van alle studies ten behoeve van derden en in het bijzonder van de vennootschappen en alle andere rechtspersonen, ongeacht hun juridische vorm, waarin zij rechtstreeks of onrechtstreeks een deelneming bezit alsmede het toekennen van leningen, voorschotten, waarborgen of borgtochten, in welke vorm ook; 3. het uitvoeren van alle roerende, onroerende, financiële, industriële, handels- of burgerlijke verrichtingen, inclusief het verwerven, het beheren, het verhuren en het vervreemden van alle roerende en onroerende goederen, die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot de verwezenlijking van het doel van de vennootschap of die de verwezenlijking ervan kunnen bevorderen”.

5 Geschillen

DBnl heeft nog steeds te maken met claims die gebaseerd zijn op beweerdelijk misleidende informatie/dwaling met betrekking tot effectenleaseproducten; het niet-vaststellen of het effectenleaseproduct past bij een cliënt gezien diens beleggingservaring en doelstellingen alsmede zijn of haar financiële situatie (“zorgplicht”); het niet-verkrijgen van de toestemming van de echtgenoot; verkeerde en misleidende (mondelinge) mededelingen door tussenpersonen; ongevraagde wervende contacten (“cold calling”); huis-aan-huis verkoop; niet-bindende/ongeldige afstandsverklaringen met betrekking tot het Dexia Aanbod; alsmede schendingen van de Nederlandse Wet op het Consumentenkrediet. De geschillen zijn hetzij met individuele partijen, hetzij met stichtingen (Stichting Leaseleed). Zij worden voorgelegd aan verschillende rechtbanken of scheidsgerechten, met name de sectoren civiel en kanton van de rechtbanken, gerechtshoven, het Dutch Securities Institute (DSI) alsmede de Geschillencommissie Bankzaken. In eerdere verslagen en persverklaringen heeft Dexia het publiek op de hoogte gebracht van belangrijke ontwikkelingen. Deze informatie is te vinden op de website van Dexia, www.dexia.com. Op 31 december 2005 is DBnl in civiele procedures gedagvaard door cliënten van wie het aantal contracten minder dan 2 % uitmaakt van het aantal contracten met gerealiseerde of mogelijke verliezen. Een grote meerderheid van de contracten is in collectieve procedures betrokken. In 16 van dergelijke gevallen worden 674 cliënten vertegenwoordigd door Leaseproces BV, een commerciële organisatie die cliënten werft op basis van “no cure, no pay”. Op 20 februari 2006 hebben ongeveer 12 000 cliënten DBnl aangeschreven via Leaseproces BV, vooralsnog echter zonder gerechtelijke procedures aanhangig te hebben gemaakt. Dutch Securities Institute (DSI) In totaal hebben ongeveer 2 500 cliënten een klacht ingediend bij de Klachtencommissie van het DSI. Volgens de laatste schattingen zullen tenminste 1 750 cliënten niet-ontvankelijk worden verklaard op grond van verjaring. De resterende gevallen (maximaal 750) zijn opgeschort en zullen pas behandeld worden na de beslissing van het Gerechtshof van Amsterdam op het gezamenlijke verzoekschrift van DBnl en de Belangenorganisaties om de Duisenberg-Regeling verbindend te verklaren. Eind 2005 waren geen zaken meer in behandeling bij de Commissie van Beroep van het DSI. Depot Lease De Duisenberg-Regeling geldt niet voor een specifieke groep van oorspronkelijk 5 500 cliënten die effectenleasecontracten in combinatie met effectendepots hebben afgesloten (“Depot Lease”). In april 2005 heeft DBnl ten behoeve van Depot Lease cliënten een aparte oplossing geïntroduceerd waarop thans op grote schaal door cliënten wordt ingegaan. Minder dan 12 % van de Depot Lease cliënten vecht echter de geldigheid van deze combinatie van producten voor een rechtbank aan. Ongeveer 300 cliënten daarvan zijn verenigd door de Stichting Leaseleed en procederen in een collectieve actie. Beoordeling

Dexia Bank Nederland Er zijn een aantal geschillen gerezen tussen Dexia Bank Nederland NV (hierna DBnl) en haar cliënten met betrekking tot effectenleaseproducten. In eerdere jaarverslagen en kwartaal activiteitenverslagen heeft Dexia hierover bericht.

190


De tabel in toelichting 6 van de geconsolideerde jaarrekening op pagina 92 geeft de meest recente gegevens van de portefeuillestatus. Ze wil de lezers in staat stellen inzicht te krijgen in de risico’s welke verbonden zijn aan mogelijke credit defaults alsmede lopende en mogelijke toekomstige rechtszaken.

Lernout&Hauspie Ingevolge de inbeschuldigingstelling van Dexia Bank die werd bekendgemaakt op 24 juni 2003 in het kader van het strafrechterlijk onderzoek dat werd geopend in 2001 ten laste van de voormalige managers van LHSP voor feiten die zouden zijn gepleegd tussen 2 juli 1999 en 1 september 2000 door Artesia Banking Corporation, werden vier burgerrechtelijke rechtszaken aanhangig gemaakt tegen Dexia Bank en Dexia NV in de Verenigde Staten, waaronder één class action en 3 individuele rechtszaken door voormalige houders van effecten van L&H. De dagvaardingen werden in februari en maart 2004 aan Dexia NV betekend. Met betrekking tot de drie individuele rechtszaken hebben de tegenpartijen aanvaard om af te zien van de rechtszaak tegen Dexia NV, zonder evenwel af te zien van het recht om een nieuw verzoek in te dienen op basis van dezelfde feiten. Met betrekking tot de class action hebben de eisers eveneens hun intentie te kennen gegeven om af te zien van de rechtszaak tegen Dexia NV op grond van dezelfde voorwaarden. Een verzoek dat werd ingediend door Dexia Bank met het oog op het verwerpen van de eis zonder onderzoek ten gronde (motion to dismiss) werd verworpen krachtens een beslissing van 9 februari 2005. Een dergelijke motion to dismiss houdt in dat men aanvoert dat, ongeacht het pertinent karakter van de feiten zoals ze door de eiser worden aangevoerd, de eis hoe dan ook verworpen zou worden, bijvoorbeeld wegens verjaring. In 2005 werden tegen DBB en/of Dexia NV vier nieuwe burgerlijke vorderingen ingesteld: • in juli 2005 dagvaardden de curatoren van Lernout&Hauspie 21 partijen, waaronder Dexia Bank België, voor de handelsrechtbank van Ieper met het oog op een schadevergoeding voor de nettoschulden van LHSP in faillissement. • op 27 september 2005 stelde de Litigation Trustee voor de Lernout&Hauspie Litigation Trust een rechtsvordering tegen Dexia Bank België en Dexia NV in bij de faillissementsrechtbank in Delaware. Deze vordering is in grote mate een kopie van de vordering van de Lernout&Hauspie-curatoren. • op 11 oktober 2005 diende een Belgisch privépersoon een klacht in tegen Dexia Bank België, Dexia en andere partijen uit naam van de kopers die van 28 april 1998 tot 8 november 2000 Lernout&Hauspieaandelen kochten op de EASDAQ-aandelenmarkt. De rechtsvordering werd ingesteld in het District van Massachusetts. • op 8 november 2005 stelden 4 941 gewezen aandeelhouders van Lernout&Hauspie in België een burgerlijke vordering in tegen verschillende partijen, waaronder Dexia Bank België, met het oog op een schadevergoeding voor hun verlies. Deze vorderingen zijn een logisch gevolg van het strafrechtelijk onderzoek en vormen niet echt een nieuwe ontwikkeling. Zowel Dexia NV als Dexia Bank bestrijden ten stelligste de gegrondheid van alle eisen tegen hen. Een gedetailleerde verklaring m.b.t. de zaak Lernout&Hauspie en de betrokken geschillen is opgenomen in het jaarverslag van Dexia Bank België van 2005 (www.dexia.be). Successierechten Op 28 september 1999 stelde de gerechtelijke overheid bij Dexia Bank een onderzoek in met betrekking tot een eventuele fraude met successierechten. Dit onderzoek heeft geleid tot het in beschuldiging stellen van drie voormalige directeuren van Dexia Bank, waaronder een huidig lid van het Executief Comité van Dexia Bank (einde maart 2004). Deze inbeschuldigingstelling betekent echter niet dat de betrokkenen

daadwerkelijk schuldig zijn. Overigens behouden Dexia NV en Dexia Bank hun volledig vertrouwen in deze personen. Dexia is niet betrokken bij enig ander administratief, fiscaal, juridisch of scheidsrechterlijk geding dat een aanzienlijke weerslag kan hebben op zijn financiële toestand.

6 Vennootschappelijk kapitaal 6.1. Evolutie van het kapitaal tijdens het boekjaar 2005 De evolutie van het kapitaal is hieronder chronologisch weergegeven:

6.1.1. 11 mei 2005: wijziging van de vertegenwoordiging van het kapitaal ingevolge annulering en vernietiging van eigen aandelen De buitengewone algemene vergadering van de vennootschap van 11 mei 2005 besloot tot de annulering en vernietiging van 51 886 865 eigen aandelen zonder kapitaalvermindering en wijzigde aldus de vertegenwoordiging van het kapitaal van 4 825 428 200,53 EUR door het totaal aantal aandelen, na annulering, terug te brengen van 1 145 261 366 tot 1 093 374 501.

6.1.2. 30 juni 2005: Kapitaalverhoging – uitoefening van inschrijvingsrechten (Warrants “F1996”, “F1997”, “F1998”, “A1999”, “A2000”, “ESOP 2000”, “Share Plan Net 2000” en “ESOP 2001”) Bij notariële akte van 30 juni 2005 werd een eerste kapitaalverhoging via uitgifte van 2 639 235 nieuwe aandelen met VVPR-strip vastgesteld. Ze is het resultaat van de uitoefening van volgende categorieën van inschrijvingsrechten: a) 149 360 inschrijvingsrechten werden uitgeoefend door de begunstigden, waarvan 14 000 inschrijvingsrechten tegen 5,95 EUR (warrants “F1996”), 28 960 tegen 8,10 EUR (warrants “F1997”) en 106 400 tegen 11,27 EUR (warrants “F1998”). Deze opties waren door de raad van bestuur van Dexia NV op 6 juli 2000 uitgegeven in het kader van het toegestane kapitaal ten gunste van bepaalde medewerkers van de Groep (uitgifte van 76 350 warrants “F1996” die uitoefenbaar zijn tegen 59,45 EUR, 99 425 warrants “F1997” die uitoefenbaar zijn tegen 81 EUR en 100 190 warrants “F1998” die uitoefenbaar zijn tegen 112,67 EUR)(1). b) 502 915 inschrijvingsrechten werden door de begunstigden uitgeoefend, waarvan 399 645 inschrijvingsrechten tegen 13,81 EUR (warrants “A1999”) en 103 270 tegen 15,17 EUR (warrants “A2000”). Deze opties werden door de raad van bestuur van Dexia NV uitgegeven op 14 maart 2002 in het kader van een openbaar bod tot omruiling, teneinde de houders van aandelenopties uitgegeven in 1999 en 2000 door Artesia Banking Corporation NV (intussen gefuseerd met Dexia Bank België) de mogelijkheid te geven om de opties die hun in 1999 en/of 2000 aldus door Artesia Banking Corporation NV waren toegekend, om te ruilen tegen inschrijvingsrechten uitgegeven door Dexia NV en verdeeld in twee categorieën (warrants Dexia “A1999” in ruil voor de opties die in de loop van het boekjaar 1999 door Artesia werden uitgegeven, en Warrants Dexia “A2000” in ruil voor de opties die in de loop van het boekjaar 2000 door Artesia werden uitgegeven). (1) Aantal en uitoefenprijs vóór deling door 10.


191

c) 621 150 inschrijvingsrechten van de categorie warrants “ESOP 2000” werden door de begunstigden uitgeoefend tegen de prijs van 14,58 EUR. Deze opties werden door de raad van bestuur van Dexia NV van 30 mei 2000, in het kader van het Equity Stock Option Plan van Dexia voor het jaar 2000, uitgegeven ten gunste van bepaalde personeelsleden (kaderleden en leiders) van de Groep. d) 1 345 810 inschrijvingsrechten van de categorie warrants “Share Plan Net 2000” werden door de begunstigden uitgeoefend tegen 15,88 EUR. Deze opties waren uitgegeven overeenkomstig de beslissing van 31 mei 2000 van de buitengewone algemene vergadering van Dexia NV en de beslissing van de raad van bestuur van Dexia NV van 12 september 2000 ten gunste van de medewerkers van het agentennet van Dexia Bank België. e) 20 000 inschrijvingsrechten van de categorie warrants “ESOP 2001” werden door de begunstigden uitgeoefend tegen 17,86 EUR. Deze opties waren door de raad van bestuur van Dexia NV van 22 mei 2001 uitgegeven ten gunste van bepaalde personeelsleden en leiders van de vennootschap en van haar dochters, kleindochters en bijkantoren. Tengevolge van deze uitoefening is het kapitaal van de vennootschap gestegen van 4 825 428 200,53 tot 4 837 067 226,88 EUR, vertegenwoordigd door 1 096 013 736 aandelen.

6.1.3. 30 september 2005: Kapitaalverhoging – uitoefening van inschrijvingsrechten (Warrants “F1996”, “F1997”, “F1998”, “A1999”, “A2000” en “ESOP 2000”, “ESOP 2001”) Bij notariële akte van 30 september 2005 werd een kapitaalverhoging via uitgifte van 978 629 nieuwe aandelen met VVPR-strip vastgesteld. Ze is het resultaat van de uitoefening van volgende categorieën van inschrijvingsrechten: a) 154 772 inschrijvingsrechten werden door de begunstigden uitgeoefend in het kader van het optieplan beschreven in punt 6.1.2.a) hierboven, waarvan 5 000 tegen de prijs van 5,95 EUR (warrants “F1996”), 23 216 tegen 8,10 EUR (warrants “F1997”) en 126 556 tegen 11,27 EUR (warrants “F1998”). b) 336 807 inschrijvingsrechten werden door de begunstigden uitgeoefend in het kader van het optieplan beschreven in punt 6.1.2.b. hierboven, waarvan 242 255 tegen 13,81 EUR (warrants “A1999”) en 94 582 tegen 15,17 EUR (warrants “A2000”). c) 390 550 inschrijvingsrechten van de categorie warrants “ESOP 2000” werden door de begunstigden uitgeoefend in het kader van het optieplan beschreven in punt 6.1.2.c. hierboven tegen 14,58 EUR. d) 96 500 inschrijvingsrechten van de categorie warrants “ESOP 2001” werden door de begunstigden uitgeoefend in het kader van het optieplan beschreven in punt 6.1.2.d. tegen 17,86 EUR. Tengevolge van deze uitoefening is het kapitaal van de vennootschap gestegen van 4 786 589 720,53 tot 4 841 382 980,77 EUR, vertegenwoordigd door 1 096 992 365 aandelen.

6.1.4. 20 december 2005: Kapitaalverhoging voor de medewerkers van de groep Dexia (aandeelhoudersplan 2005) De kapitaalverhoging van 20 december 2005 past in het kader van het aandeelhoudersplan 2004 voor alle personeelsleden en medewerkers van de groep Dexia volgens dezelfde modaliteiten als voor de edities 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004 van de aandeelhoudersplannen van Dexia. In totaal werd ingeschreven op 9 159 207 nieuwe Dexia-aan-

192


delen met VVPR-strips, uitgegeven op 20 december 2005 in het kader van de editie 2005 van het aandeelhoudersplan. Tevens werden op 20 december 2005 189 772 inschrijvingsrechten (op een totaal van maximum 2 000 000, uitgegeven onder opschortende voorwaarde door de buitengewone algemene vergadering van de vennootschap van 12 mei 2004) uitgegeven ten voordele van de medewerkers die hadden ingeschreven op het aanbod dat de gratis toekenning inhield van 6 inschrijvingsrechten voor 10 aandelen waarop werd ingeschreven zonder disagio (modaliteit van het aanbod voor de medewerkers van de zelfstandige kantoornetten van Dexia Bank en DVV in België). Door de inschrijving op de kapitaalverhoging in het kader van het aandeelhoudersplan 2005 werden op 20 december 2005 in totaal 9 159 207 nieuwe aandelen met VVPR-strips uitgegeven, waardoor het kapitaal van de vennootschap van 4 841 382 980,77 op 4 881 775 083,64 EUR wordt gebracht (het saldo werd toegewezen aan een uitgiftepremierekening) en vertegenwoordigd is door 1 106 151 572 aandelen.

6.1.5. 30 december 2005: Kapitaalverhoging – uitoefening van inschrijvingsrechten (Warrants “F1996”, “F1997”, “F1998”, “A1999”, “A2000”, “ESOP 2000”, “ESOP 2001”, “ESOP 2002”) De laatste kapitaalverhoging van 2005, die bij notariële akte van 30 december 2005 werd vastgesteld, vloeit voort uit de uitoefening door de begunstigden van de 1 317 458 hieronder beschreven inschrijvingsrechten via de creatie van 1 317 458 nieuwe aandelen met VVPR-strips: a) 173 944 inschrijvingsrechten werden door de begunstigden uitgeoefend in het kader van het optieplan beschreven in punt 6.1.2.a hierboven, waarvan 27 000 tegen de prijs van 5,95 EUR (warrants “F1996”), 31 000 tegen 8,10 EUR (warrants “F1997”) en 115 944 tegen 11,27 EUR (warrants “F1998”). b) 222 343 inschrijvingsrechten werden door de begunstigden uitgeoefend in het kader van het optieplan beschreven in punt 6.1.2.b. hierboven, waarvan 146 715 tegen 13,81 EUR (warrants “A1999”) en 75 628 tegen 15,71 EUR (warrants “A2000”). c) 350 900 inschrijvingsrechten werden door de begunstigden uitgeoefend in het kader van het optieplan beschreven in punt 6.1.2.c. hierboven tegen 14,58 EUR (warrants “ESOP 2000”). d) 319 500 inschrijvingsrechten werden door de begunstigden uitgeoefend in het kader van het optieplan beschreven in punt 6.1.2.d. hierboven tegen 17,86 EUR (warrants “ESOP 2001”). e) 250 771 inschrijvingsrechten werden door de begunstigden uitgeoefend in het kader van het optieplan beschreven in punt 6.1.2.e. hierboven tegen 11,88 EUR (warrants “ESOP 2002”). Ingevolge deze kapitaalverhoging, werd het vennootschappelijk kapitaal op 4 887 585 073,42 EUR gebracht (het saldo werd toegewezen aan een uitgiftepremierekening), vertegenwoordigd door 1 107 469 030 aandelen. Ten slotte heeft de raad van bestuur van de vennootschap bij besluit van 3 maart 2005 beslist om onder de opschortende voorwaarde van hun effectieve toekenning een maximum van 10 000 000 inschrijvingsrechten (warrants “ESOP 2005”) uit te geven in het kader van het Equity Stock Option Plan 2005 van Dexia bestemd voor de personeelsleden (met inbegrip van de leden van de directieorganen van de Groep) van de vennootschap en haar Belgische en buitenlandse dochterondernemingen. De inschrijvingsprijs van deze opties werd vastgelegd op 18,03 EUR per inschrijvingsrecht.

6.2. Overzichtstabel van de inschrijvingsrechten (“warrants”) van Dexia (op 31 december 2005)

(in EUR)

van

tot

Aantal toegekende inschrijvingsrechten

Warrants “F1996”

5,95

3 sept 01

3 sept 06

763 500

709 500

54 000


8,10

27 mei 02

27 mei 07

994 250

798 776

195 474


11,27

29 mei 03

29 mei 08

1 001 900

643 400

358 500

Warrants “ESOP 2000”

14,58

30 nov 00*

31 dec 10*

5 915 000

2 080 300

3 834 700

Warrants “Share Plan Net 2000”

15,88

30 juni 05

30 juni 05

1 377 180

1 345 810 + 31 370 nietig

0


17,86

30 juni 04*

31 dec 11*

8 100 000

436 000

7 664 000

Warrants “Share Plan Net 2001 + Duitsland”

17,23

26 okt 06

26 okt 06

469 524

0

469 524

30 sept 05*

23 juli 12*

10 000 000

250 771

9 749 229

Uitoefenprijs

Uitoefeningsperiode

Aantal uitgeoefende inschrijvingsrechten

Aantal overblijvende inschrijvingsrechten

Inschrijvingsrechten toegekend in 2000


Inschrijvingsrechten toegekend in 2002 Warrants “ESOP 2002”

13,66/11,88** 13,66

2 450 000

11,88

7 299 229


10,97

31 okt 07

31 okt 07

495 096

0

495 096

Warrants “A1999”

13,81

1 mei 03*

31 juli 07*

1 994 406

903 085

1 091 321

Warrants “A2000”

15,17

1 mei 04*

31 juli 08*

1 597 184

274 670

1 322 514


11,37

30 sept 06*

24 juli 13*

10 000 000

0

10 000 000


13,37

31 okt 08

31 okt 08

299 676

0

299 676


13,56

30 sept 07*

24 juli 14*

10 000 000

0

10 000 000


15,77

30 okt 09

30 okt 09

184 074

0

184 074


18,03

30 juni 08*

29 juni 15*

9 994 950

0

9 994 950


18,20

29 okt 10

29 okt 10

189 972

0

189 972




55 903 030 * behoudens bijzondere voorwaarden. ** 13,66: Frankrijk / 11,88: Andere landen.


6.3. Vennootschappelijk kapitaal op 31 december 2005 Op 31 december 2005 bedroeg het vennootschappelijk kapitaal 4 887 585 073,42 EUR, vertegenwoordigd door 1 107 469 030 aandelen zonder nominale waarde, waarvan één derde aandelen op naam en twee derde aandelen aan toonder. De aandelen zijn genoteerd op Euronext Brussel, Euronext Parijs en de beurs van Luxemburg.

6.4. Kennisgevingen in het kader van de transparantiewetgeving Op grond van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in beursgenoteerde vennootschappen en krachtens artikel 5 van de statuten van Dexia NV, zijn de aandeelhouders verplicht de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen en Dexia kennis te geven van hun deelneming, voor zover deze participatie een drempel van 3 %, vervolgens 5 % of een veelvoud van 5 % overschrijdt. Voor de berekening van de participatiepercentages, bestaat de teller uit het aantal effectieve stemrechten en het aantal toekomstige, al dan niet potentiële stemrechten (voortvloeiend uit rechten en verplichtingen tot omzetting in of inschrijving op uit te geven effecten), in handen van de persoon die de verklaring opstelt. De noemer bestaat uit het aantal effectieve stemrechten en het aantal toekomstige, al dan niet potentiële stemrechten (voortvloeiend uit rechten en verplichtingen tot omzetting in of inschrijving op uit te geven effecten) van Dexia NV. Deze kennisgeving is eveneens verplicht in volgende gevallen: – bij overname of afstand van de controle van een vennootschap, die zelf een verklaring moet indienen; – bij elke daling van de stemrechten onder een van vermelde drempels. Als gevolg van de toepassing van het “Protocol betreffende het prudentieel toezicht op de groep Dexia” (zie supra – Corporate governance) heeft Dexia bovendien aan zijn belangrijke aandeelhouders gevraagd om vooraf en zo snel mogelijk de onderneming en de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen te informeren over elke hierboven vermelde transactie. Op basis van voornoemde bepalingen werd een verklaring ingediend. De participatie van Dexia NV (= eigen aandelen) was op 11 mei 2005 boven de drempel van 3 % gestegen (0,117 %).

194


7 Plaatsen waar de voor het publiek bestemde documenten kunnen worden geraadpleegd De statuten van de vennootschap liggen ter inzage op de griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel en op de zetel van de vennootschap. De verslagen over het boekjaar, de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening worden bij de Nationale Bank van België neergelegd. Deze documenten kunnen eveneens op de zetel van de vennootschap worden verkregen. De beslissingen inzake benoeming en beëindiging van het mandaat van de leden van de raad van bestuur worden in de Bijlage bij het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. De financiële berichten over de vennootschap, alsmede de oproepingen tot de algemene vergaderingen verschijnen in de financiële dagbladen, de kranten en tijdschriften.

8 Tijdschema voor de publicatie van de periodieke informatie – Datum van de gewone algemene vergadering voor het boekjaar 2005: 10 mei 2006; – Datum van de gewone algemene vergadering voor het boekjaar 2006: 9 mei 2007; – Datum van betaalbaarstelling van het dividend voor het boekjaar 2005: 24 mei 2006; – Halfjaarlijkse informatie: 5 september 2006.

Dexia NV de Meeûssquare 1 B-1000 Brussel Rekeningnummer: 068-2113620-17 RPR Brussel BTW BE 0458.548.296

In Parijs 7-11, quai André Citroën F-75015 Paris

In Luxemburg 69, route d’Esch L-2953 Luxembourg

Conceptie en lay-out Nord Compo 7, rue de Fives BP 123 F-59653 Villeneuve-d’Ascq Tel. +33 3 20 41 40 01

Druk Snoeck-Ducaju & Zoon – B-9000 Gent

Rekeningen en Verslagen Inhoud

Recommend Documents