Inhoud van deze uiteenzetting:
Wettelijke bepalingen Wat is een prioritair voertuig ? Wat mag je (niet) als bestuurder van een prioritair voertuig ? Welke houding mag je verwachten van de andere weggebruikers? In de praktijk… © Harry De Groote
Wettelijke basis : KB
01.12.75 – Wegcode
KB
15.09.76 – Personenvervoer per tram, premetro, metro, autobus en autocar
KB
15.03.68 – Technische eisen
COL
16/2006 – bestuurders prioritaire voertuigen © Harry De Groote
Wat is een prioritair voertuig? (Art 37§1 KB 01 december 1975) Voertuig uitgerust met : Één
of meerdere blauwe knipperlichten
Speciaal
geluidssignaal
…overeenkomstig de bepalingen van de technische reglementen van de auto’s en AHW of van de bromfietsen en motorfietsen)
© Harry De Groote
Wie mag met een prioritair voertuig op de OW komen? Ambulance
- MUG Lokale en Federale politie Brandweer Civiele Bescherming Militaire politie DOVO (ontmijningsdienst) Douane OCAD (terrorismebestrijding) Fluxys De Lijn, Telenet, Electrabel, Gaselwest …
ENKEL MITS INDIVIDUELE MACHTIGING ! © Harry De Groote
Blauwe
knipperlichten? Bijzonder geluidssignaal? Dringende opdracht? Wat mag? Wat mag niet? Wie beslist? Wie is aansprakelijk? … Veel vragen..! Kennen jullie de antwoorden..? © Harry De Groote
Blauwe knipperlichten: Art 37.2 KB 01 december 1975
De blauwe knipperlichten moeten gebruikt worden wanneer het prioritaire voertuig een dringende opdracht uitvoert
Ze mogen gebruikt worden bij de uitvoering van elke andere opdracht
© Harry De Groote
Speciaal geluidstoestel: Art 37.3 KB 01 december 1975
Het speciaal geluidstoestel mag slechts gebruikt worden wanneer het prioritaire voertuig een dringende opdracht uitvoert
© Harry De Groote
“Dringende opdracht”: In Nederland : bepaald per categorie van prioritair voertuig.
In België NIET WETTELIJK BEPAALD © Harry De Groote
© Harry De Groote
Schriftelijke vraag nr. 5-3345 van Anke Van dermeersch (Vlaams Belang) d.d. 5 oktober 2011 aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister Hulpdiensten - Niet-politieambtenaren - Gebruik sirenes en zwaailichten - Prioritaire opdracht - Juridisch sluitende omschrijving Vraag nr. 5-3345 d.d. 5 oktober 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) Naar aanleiding van de publicatie van het Activiteitenverslag 2009 en het Observatoriumrapport 2009 van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten, publiceerde de bijzondere commissie belast met de parlementaire begeleiding van het vast comité van toezicht op de politiediensten en de commissie belast met de parlementaire begeleiding van het vast comité van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten op 3 februari 2011 haar verslag uitgebracht door de heren Koenraad Degroote (Kamer) en Philippe Mahoux (Senaat). Daarbij werd het probleem besproken van het prioritair rijden door niet-politieambtenaren, in het bijzonder de aanbeveling die verband houdt met de voertuigen van de hulpdiensten die zich met sirene en blauwe zwaailichten in het verkeer begeven. Overeenkomstig artikel 37.2 van het Verkeersreglement mogen die voertuigen zich aldus in het verkeer begeven omdat zij een dringende en dus prioritaire opdracht vervullen. De technische details van de zwaailichten en sirenes zijn voldoende specifiek. Maar het begrip "prioritaire opdracht" werd door de wetgever niet gedefinieerd, zodat de hulpdiensten de sirenes en zwaailichten naar eigen goeddunken gebruiken. In het verleden zijn daardoor overigens ook reeds betwistingen ontstaan over het gebruik van zwaailichten door voertuigen van ministers. Heeft de geachte staatssecretaris reeds de nodige maatregelen genomen om het begrip "prioritaire opdracht" duidelijk af te bakenen, met een juridisch sluitende omschrijving? © Harry De Groote
Antwoord ontvangen op 21 november 2011 : Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden. Het begrip “dringende opdracht” wordt in de wegcode niet verder gedefinieerd. Maar dat betekent daarom nog niet dat bestuurders van prioritaire voertuigen (zowel politievoertuigen, voertuigen van hulpdiensten, enz …) naar eigen goeddunken zouden mogen beslissen of het gaat om een dringende opdracht. Zo bestaan er binnen bepaalde organisaties interne richtlijnen over het gebruik van de blauwe zwaailichten en/of het geluidstoestel in functie van de aard en het tijdstip van de dringende opdracht. Ook in de individuele vergunningen voor het voeren van prioritaire signalisatie worden de voorwaarden voor het gebruik ervan omschreven. Wat de dringende medische hulpverlening betreft, bestaat er een werkgroep in de schoot van Volksgezondheid die het statuut van de ambulances bekijkt, aangezien het niet duidelijk is of ambulances voor ziekenvervoer al dan niet kunnen ingeschakeld worden in de dringende medische hulpverlening en bijgevolg de prioritaire signalisatie nodig hebben. Het is duidelijk dat het gebruik van blauwe zwaailichten en het geluidstoestel moeten beperkt blijven om de betekenis ervan niet te ontwaarden. Zo niet, zullen de andere weggebruikers geneigd zijn om daarmee minder rekening te houden. Het komt uiteindelijk toe aan de rechtbanken om te oordelen of een prioritair voertuig dat werd geverbaliseerd of in een ongeval was betrokken, al dan niet een dringende opdracht vervulde. Een definiëring van het begrip “dringende opdracht” in de wegcode kan zowel richtinggevend als beperkend zijn, maar de concrete invulling ervan kan slechts gebeuren binnen de organisatie waarin de prioritaire voertuigen worden gebruikt, terwijl ook dan misbruiken mogelijk blijven. © Harry De Groote
Samengevat: Nietdringende opdracht
Dringende opdracht
Blauwe knipperlichten
MAG
MOET
Bijzonder geluidssignaal
MAG NIET
MAG © Harry De Groote
Wat mag een prioritair voertuig ?
© Harry De Groote
1. Overschrijden van de snelheidsbeperking… Art 59.13 KB 01 december 1975
De bepalingen van Art 11 en Art 22 quater gelden niet voor voertuigen gebruikt door bevoegde personen noch voor prioritaire voertuigen wanneer een dringende opdracht het rechtvaardigt
In die gevallen moeten de bestuurders van deze voertuigen evenmin de door het verkeersbord C43 opgelegde snelheidsbeperking in acht nemen + zonale geldigheid
© Harry De Groote
Wanneer de blauwe knipperlichten zichtbaar zijn op de foto, kan worden aangenomen dat de overtreding werd gepleegd in het raam van een opdracht. In ieder geval zal een procesverbaal worden opgesteld dat aan het bevoegde politieparket zal worden overgemaakt. De procureur des Konings zal het proces-verbaal zonder gevolg klasseren behoudens wanneer hij een onregelmatigheid vaststelt. Wanneer de blauwe knipperlichten niet zichtbaar zijn op de foto, stuurt de politiedienst die de vaststelling heeft gedaan een standaardformulier aan de korpschef van de politieagent die de overtreding heeft begaan. © Harry De Groote
2.Het rode verkeerslicht voorbij rijden… Art 37.4 KB 01 december 1975 Wanneer het verkeer door verkeerslichten wordt geregeld mag het prioritaire voertuig het rood licht voorbijrijden mits volgende 3 voorwaarden (cumulatief) 1. 2. 3.
speciaal geluidstoestel is in werking, na te hebben gestopt , en op voorwaarde dat zulks geen gevaar voor andere weggebruikers oplevert.
© Harry De Groote
3.Vrijstelling gordelplicht… (gewijzigd 01.03.2014)
Art 35.2.1. 3° KB 01 december 1975 Worden vrijgesteld van draagplicht van veiligheidsgordel, De bestuurder en passagiers van prioritaire voertuigen, bedoeld in Art 37, - wanneer hij personen vervoert die een potentiële bedreiging vormen, of - in de onmiddellijke omgeving van de plaats van de interventie De passagiers van prioritaire voertuigen, bedoeld in Art 37, - wanneer ze de persoon verzorgen die wordt vervoerd © Harry De Groote
4a. Busstroken Art 72.5 KB 01 december 1975
Rijweg aangeduid met verkeersbord F17 en rijstrook afgebakend met brede onderbroken strepen waarin het woord “BUS” aangebracht
De prioritaire voertuigen mogen in deze rijstrook rijden wanneer hun dringende opdracht het rechtvaardigt
© Harry De Groote
4b. Bijzonder overrijdbare bedding Art 72.6 KB 01 december 1975
Brede witte doorlopende strepen of de markering bedoeld in Art 77.8 bakenen de bijzondere overrijdbare bedding af die voorbehouden is aan voertuigen van geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer
De prioritaire voertuigen mogen op deze bedding rijden wanneer hun dringende opdracht het rechtvaardigt
© Harry De Groote
5. Doorbreken van stoeten, … Art 59.14 KB 01 december 1975
De bepalingen van Art 40 bis en Art 41 gelden niet voor prioritaire voertuigen wanneer een dringende opdracht het rechtvaardigt
Art 40 Bis – Wegcode -Breken van een groep kinderen, scholieren, personen met een handicap en bejaarden
Art 41 – Wegcode -Breken van een militaire colonne -Breken van een stoet of een processie -Breken van een groep voetgangers -Breken samenkomst (cultureel, sportief, toeristisch.) -Breken van een wielerwedstrijd of een niet-gemotoriseerde sportwedstrijd of –competitie © Harry De Groote
6. Voetgangerszone, speelstraten, … Wegen voor voetgangers, fietsers, ruiters
MAX 30 km/u
(Art 22 quinquies WC)
Voetgangerszone (Art 22 sexies WC)
Speelstraten (Art 22 septies WC)
Wegen voor landbouwvtgn, voetgangers, fietsers, ruiters
STAPVOETS
STAPVOETS
MAX 30 km/u
(Art 22 octies WC)
© Harry De Groote
7. Rijden op de pechstrook Art 9.7. KB 01 december 1975 Het is verboden op de pechstrook te rijden behalve : 1° voor de prioritaire voertuigen die een dringende opdracht uitvoeren; 2° voor personen of diensten opgeroepen door het openbaar ministerie of door de federale of lokale politie, om zich bij sterk vertraagd of stilstaand verkeer naar de plaats van een incident langs of op de autosnelweg of autoweg te begeven; 3° voor takelwagens, om zich vertraagd bij sterk of stilstaand verkeer, naar de plaats van een incident langs of op de autosnelweg of autoweg te begeven.
© Harry De Groote
8. Autosnelwegen KB 01.12.75 – Art. 59.10. Voor zover de behoeften van de dienst of van hun opdracht het rechtvaardigen, gelden de bij artikel 21 voorgeschreven regels voor toelating en verkeer op autosnelwegen niet voor de ambtenaren en beambten belast met een opdracht van politie, van toezicht of van beheer van de autosnelweg en voor de bestuurders van het materieel van de administratie.
Artikel 21. Verkeer op autosnelwegen 21.4.
Op autosnelwegen is het verboden : 1° de dwarsverbindingen te gebruiken; 2° te keren; 3° achteruit te rijden of te rijden in de tegenovergestelde rijrichting; 4° een voertuig te laten stilstaan of te parkeren, behalve op de parkeerstroken, aangewezen door het verkeersbord E9a © Harry De Groote
© Harry De Groote
Verplichting van andere weggebruikers t.o.v. prioritaire voertuigen Prioritaire voertuigen
© Harry De Groote
Wat moet een weggebruiker doen wanneer een prioritair voertuig nadert met de blauwe knipperlichten in werking? © Harry De Groote
Art 38 KB 01 december 1975
Zodra het speciaal geluidstoestel het naderen van een prioritair voertuig aankondigt, moet elke weggebruiker onmiddellijk de doorgang vrijmaken en voorrang verlenen; zo nodig moet hij stoppen.
© Harry De Groote
JE BENT EEN PRIORITAIR VOERTUIG MET EEN DRINGENDE OPDRACHT VAN ZODRA JE BLAUWE KNIPPERLICHTEN IN WERKING ZIJN, MAAR PRIORITEIT AFDWINGEN KAN JE ENKEL MET HET BIJZONDER GELUIDSSIGNAAL !! © Harry De Groote
Moet een tram, pre-metro, trolleybus,… voorrang verlenen aan een prioritair voertuig? © Harry De Groote
15 SEPTEMBER 1976. - KONINKLIJK BESLUIT houdende reglement op de politie van personenvervoer per tram, pre-metro, metro, autobus en autocar Art. 27. § 1. Wanneer een spoorvoertuig de rijbaan gebruikt dient de bestuurder zich te gedragen naar het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer wat de verkeerslichten betreft en naar de specifieke signalisatie vermeld in artikel 6 van dit politiereglement (specifieke seinen). De bestuurder van een autobus of autocar dient zich evenwel volledig te gedragen naar het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer. § 10. Zodra het speciaal geluidstoestel het naderen van een prioritair voertuig aankondigt, moet de bestuurder van een spoorwegvoertuig onmiddellijk de doorgang vrijmaken en voorrang verlenen, zo nodig moet hij stoppen. © Harry De Groote
WAT NU ???
© Harry De Groote
Noodtoestand als ‘rechtvaardigingsgrond’ Rechtvaardigingsgrond, in het Belgisch en Nederlands strafrecht, is die omstandigheid waardoor een gedraging, die normaal gesproken een strafbaar feit zou hebben ingehouden, haar wederrechtelijk karakter verliest. De gedraging is dan niet langer in strijd met de wet en aldus is er geen sprake van een strafbaar feit. Noodtoestand Deze omstandigheid is niet bij wet bepaald. De noodtoestand is de situatie waarin een persoon verkeert, die, geconfronteerd met een ernstig en dringend gevaar, de bepalingen van de strafwet schendt om zo hoger gestelde belangen te vrijwaren. Voorbeeld: deur intrappen van brandend huis om inwoner te gaan redden.
3 cumulatieve voorwaarden (dus gelijktijdig aanwezig!)
ernstig en ogenblikkelijk gevaar • er bestaat geen andere weg om het gevaar te vermijden • het geschonden belang moet een geringere waarde hebben dan het te vrijwaren belang •
© Harry De Groote
Wat als het fout gaat? Wie is aansprakelijk? © Harry De Groote
Ongeval ? • Steeds stoppen (vluchtmisdrijf!) • HC100 inlichten – Geef nodige info • Indien mogelijk iemand t/p laten (SAH?) • Europees aanrijdingsformulier • Dienstverantwoordelijke verwittigen! • Debriefing op dienst (FIST?)
© Harry De Groote
WIE IS VERANTWOORDELIJK ?
Bestuurder Prioritair Voertuig
Jurisprudentie Rechtspraak Rechter heeft eindbeslissing
Andere weggebruiker © Harry De Groote
Man sterft na crash in ambulance Rechter behandelt dodelijk ongeval in Herselt De rechter in Turnhout behandelde donderdag het aansprakelijkheidsdossier tegen Henri G. uit Hulshout. De man is ambulancier bij de Hulshoutse Ambulancedienst en botste in 2001 met zijn voertuig tegen een boom. De bejaarde zieke die hij vervoerde overleed zes weken later in het ziekenhuis. De ambulance crashte op zaterdagavond 24 november 2001 op de Provinciebaan. Bestuurder Henri G. (49) en begeleider T.T. (42) hadden net voordien een patiënt opgepikt in een bejaardentehuis in Herselt. De patiënt had een bekkenbreuk opgelopen en moest naar het ziekenhuis. Op de Provinciebaan, in een flauwe bocht, liep het mis. Henri G. verloor de controle over het stuur, botste tegen een boom en kwam in de gracht tot stilstand. Bij het ongeval raakten de drie personen zwaargewond. Patiënt M.H. (87) overleed zes weken nadien. De politierechter in Turnhout legde de verantwoordelijkheid voor M.H.'s dood bij Henri G. en veroordeelde de man onder meer tot een rijverbod. G. betwist dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de dood en het ongeval en ging in beroep. ,,De bejaarde kan ook aan de gevolgen van waterophoping in de longen gestorven zijn'', aldus meester Kathleen Bynens, die G. verdedigde. ,,Ik betreur het daarom dat na het overlijden geen autopsie is uitgevoerd. Ik had de politierechter gevraagd om na te gaan of dit alsnog, na opgraving van het lichaam, zou kunnen gebeuren, al begrijp ik dat dit een bizar verzoek is. Overigens was de zichtbaarheid die avond bijna nihil. Omwille van de nacht van duisternis was de openbare verlichting gedoofd.'' De advocate vroeg de vrijspraak en, indien G. toch veroordeeld zou worden, geen effectief rijverbod op te leggen: ,,Zijn firma heeft vooral ziekenhuizen en bejaardentehuizen als klant. Als hij zijn rijbewijs tijdelijk moet inleveren, kan hij niet uitrukken en zullen zijn klanten een nieuwe ambulancedienst zoeken.'' Openbaar aanklaagster Inge Delissen vroeg het vonnis van de politierechter te bevestigen en de aansprakelijkheid voor M.H.'s dood toch bij Henri G. te leggen. ,,De feiten deden zich voor in Herselt, beklaagde is zelf van Hulshout'', aldus Delissen. ,,H. verklaart zelf dat hij al twintig jaar voor ziekenhuizen en bejaardentehuizen in de streek opdrachten uitvoerde. Hij kende de verkeerssituatie ter plaatste perfect.'' Vonnis op 18 december. Alain DECORTE © Harry De Groote
Bedankt voor uw aandacht! Nog vragen? Contacteer me gerust:
[email protected] GSM : 0495 15 16 11
© Harry De Groote