OPLEIDINGSGIDS 2016
INHOUD TRAINEESHIP JEUGDZORGWERKER .................................................................................................................. 2 CURSUS VOOR MENTOREN .............................................................................................................................. 4 SCHOLINGSTRAJECT VAN PEDAGOGISCH MEDEWERKER NAAR AMBULANT WERKER OF BEGELEIDER PLEEGZORG ...................................................................................................................................................... 6 DIGITALE INTERVISIE ........................................................................................................................................ 9 TRAIN-DE-TRAINER DIDACTISCHE VAARDIGHEDEN ........................................................................................ 11 TRAIN-DE-TRAINER PERSOONLIJKE VAARDIGHEDEN ...................................................................................... 13 LEIDINGGEVEN AAN VERANDERING ............................................................................................................... 14 OMGAAN MET VERANDERING ....................................................................................................................... 15 BASISTRAINING BEROEPSCODE, BEROEPSETHIEK EN TUCHTRECHT ................................................................ 16 VERDIEPINGSCURSUS BEROEPSETHIEK ........................................................................................................... 17 BIJDRAGE HAKA NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DUURZAME INZETBAARHEID .......................................... 19 TRAINING VOOR MANAGERS IN DE JEUGDZORG ............................................................................................ 20
1
TRAINEESHIP JEUGDZORGWERKER WIE Het traineeship richt zich op de ontwikkeling van beginner (pas HBO-afgestudeerd met uitstroomprofiel Jeugdzorgwerker) naar de Standaard van Gevorderd professional. DOEL Het traineeship omvat een leer- en ontwikkeltraject, waarmee de startende jeugdzorgwerker (vanaf nu: trainee) zich – al werkend en lerend binnen de eigen organisatie – ontwikkelt. Het traineeship kan gezien worden als een samenhangend programma van leeractiviteiten zoals inwerken, training, scholing en begeleiding, gericht op de ontwikkeling van de trainee van starter naar ‘gevorderd professional’. De criteria waaraan een gevorderd professional moet voldoen, zijn vastgelegd in de standaard Jeugdzorgwerker ‘Gevorderd professional’. In de standaard is vastgelegd:
Welke competenties (20 in totaal) en taken (2 in totaal) de trainee aan het eind van het traineeship moet kunnen aantonen. Per competentie/taak: op welke beoordelingscriteria de trainee aan het eind van traineeship wordt beoordeeld.
DUUR Het traineeship heeft een duur van 1 tot 2 jaar, afhankelijk van de nog te ontwikkelen competenties. Elke drie maanden evalueert de trainee met zijn mentor en stelt hij waar nodig zijn doelen bij of stelt hij nieuwe doelen. INHOUD Het traineeship is een leer- en ontwikkeltraject dat door de organisatie zelf vraaggericht ingevuld kan worden. Wanneer een organisatie met het traineeship aan de slag gaat, maakt zij eerst een inventarisatie van het eigen leer- en ontwikkelaanbod. Ze brengt in kaart welke leer- en ontwikkelactiviteiten ze al biedt aan startende jeugdzorgwerkers en welke competenties starters met deze activiteiten verwerven. Dit geeft de organisatie ook inzicht in eventuele leemtes in het eigen leer- en ontwikkelaanbod; aan welke competenties wordt nog niet gewerkt door de starter? Deze inventarisatie wordt gemaakt met behulp van het raamwerk traineeship, een instrument waarmee organisaties voor elke taak uit het competentieprofiel in kaart brengen in hoeverre hun eigen leer- en ontwikkelaanbod voldoende is voor starters om zich te kunnen ontwikkelen naar het niveau van gevorderd professional. Na de inventarisatie ontwikkelt de organisatie het eigen traineeship. Het bestaande leer- en ontwikkelaanbod wordt – indien nodig – aangescherpt met aanvullende leer- en ontwikkelactiviteiten, gericht op de versterking van specifieke competenties. Het traineeship kan bestaan uit groepsgewijze (algemene) leeractiviteiten, maar ook uit specifieke individuele leeractiviteiten die aansluiten bij de specifieke leerbehoeften van een individuele trainee. Ook bij het ontwikkelen van het eigen traineeship is het raamwerk helpend; het raamwerk bevat per taak en daaraan hangende gedragsindicatoren, suggesties voor passende leer- en ontwikkelactiviteiten. Uitgangspunt van het traineeship is werkend leren; leren gebeurt in eerste instantie op de werkplek (met activiteiten als coaching, intervisie, werkbegeleiding) en daarnaast ook buiten de werkplek (training, cursus).
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Cliëntgebonden taken Contacten opbouwen en situatie verkennen Onderzoeken en ontwerpen (voor medewerkers BJZ en RvK) Plan van aanpak opstellen Organiseren van de zorg Verantwoorden van de zorg Ondersteunen van de opvoeding Interventies uitvoeren
2
1.8 2.1 2.2 3.1 3.2 3.3 4.1 4.1 4.3 4.4
Ingrijpen in crisissituaties Organisatiegebonden taken Een netwerk ontwikkelen Bijdragen aan beheer en beleid van organisatie Professiegebonden taken De eigen deskundigheid bevorderen De beroepsuitoefening professionaliseren en profileren In een systeemgerichte context: deskundigheidsbevordering van andere disciplines Overige competenties Omgaan met jeugdige en opvoeders in een gedwongen kader Omgaan met diversiteit Omgaan met vermoedens van geweld in huiselijke kring Omgaan met verbaal geweld (licht) agressief gedrag
Een vast onderdeel van het traineeship is het mentorschap. De mentor begeleidt de trainee om het leeren ontwikkelproces binnen de eigen organisatie vorm te geven. Er is een competentieprofiel voor de mentor en een cursus voor mentoren ontwikkeld. Hierin is aandacht voor het leren op de werkvloer en het begeleiden van trainees hierin. Een mentor is iemand met ruime ervaring in het vak en extra competenties op het gebied van begeleiden en coachen. STUDIEMATERIAAL In de elektronische leeromgeving is in diverse modulen theorie opgenomen. LEERDOELEN Uiteindelijk zal de trainee zich aan het eind van het traineeship moeten bewijzen als gevorderd professional. Tijdens het traineeship verzamelt de starter bewijsmateriaal waarmee hij aantoont dat hij zijn competenties heeft ontwikkeld. Dit bewijsmateriaal neemt hij op in een portfolio. Met het portfolio toont hij aan dat hij voldoet aan de beoordelingscriteria zoals beschreven in de standaard ‘Gevorderd professional’. Na het vullen van het portfolio heeft de starter de keus uit een proeve van bekwaamheid of een EVC om zijn portfolio te laten beoordelen. In het document Proeve van Bekwaamheid staat beschreven: Hoe het portfolio assessment in zijn werk gaat. Welke competenties met welk bewijsmateriaal moeten worden aangetoond. Hoe het portfolio beoordeeld zal worden. In welke contexten competenties mogen worden beoordeeld. De organisatie regelt zelf assessoren om de beoordeling uit te voeren en geeft zelf een certificaat. Het is ook mogelijk om het portfolio aan te bieden bij een erkend EVC aanbieder die vervolgens het assessment zal uitvoeren. De eisen zijn hetzelfde als voor het portfolio van de proeve van bekwaamheid. De EVC aanbieder heeft een handboek waarin is omschreven hoe de EVC procedure zal worden uitgevoerd en wat de kosten hiervan zijn. De EVC aanbieder zal een ervaringscertificaat geven waarin is beschreven over welke competenties de kandidaat voldoet. Bij het aantonen van alle competenties kan dit ervaringscertificaat worden verzilverd voor het branchecertificaat gevorderd professional.
3
CURSUS VOOR MENTOREN WIE De cursus Mentorentraining is bedoeld voor ervaren professionals in de zorg die zich binnen hun organisatie in de rol van mentor gaan richten op het begeleiden van (nieuwe) medewerkers. VOOROPLEIDING HBO DOEL Na deze training is de deelnemer in staat om op professionele wijze de rol van mentor in de organisatie in te nemen, waarbij het vormgeven van leren op de werkplek en begeleiden van functie naar functie een belangrijk onderdeel vormen. De opleiding heeft de volgende vijf kerntaken als uitgangspunt: 1. 2. 3. 4. 5.
Opstellen van het ontwikkelplan Begeleiden van het leerproces Overdracht van kennis en vaardigheden Beoordelen Werken in en bijdragen aan een arbeidsorganisatie
DUUR De training bestaat uit twee dagen en opdrachten in de elektronische leeromgeving. Er wordt naar gestreefd dat het totale traject in drie maanden kan worden afgelegd. Het volgen van de online module en het maken van de opdrachten kost vermoedelijk tussen de 24 en de 30 uur. Tezamen met het bijwonen van de trainingsdagen komt de totale tijdsinvestering op ongeveer 50 uur. INHOUD De training bestaat uit het volgen van een e-learningmodule en het bijwonen van twee praktijkdagen. De inhoud van de training is gebaseerd op taken zoals die zijn geformuleerd in het competentieprofiel ’Mentor in de jeugdzorg’. De e-learning bevat theorie over diverse onderwerpen waarbij zij opdrachten krijgen ter verwerking van de stof en ter voorbereiding op het oefenen van praktijkvaardigheden tijdens de praktijkdagen. De deelnemer stuurt online opdrachten in, waar hij vervolgens digitaal feedback op ontvangt. De volgende onderwerpen komen aan bod in de e-learningmodule:
het competentieprofiel van de mentor; professionalisering van de jeugdzorg en de plaats van het traineeship hierin; het traineeship; het ontwikkelplan; overdracht van kennis en vaardigheden: het leren op de werkplek; begeleiden van het leerproces: leerstijlen, gesprekstechnieken, STAR-methode, IJsberg van McClelland en reflecteren; overdracht van kennis en vaardigheden: coachen; beoordelen; proeve van bekwaamheid; werken in en bijdragen aan een arbeidsorganisatie; intervisie.
Tijdens de trainingsdagen wordt met name gediscussieerd en geoefend, waarbij de gemaakte opdrachten als uitgangspunt worden gebruikt.
4
STUDIEMATERIAAL In de elektronische leeromgeving is theorie opgenomen. De deelnemer krijgt hierover uitleg tijdens de introductiebijeenkomst. De e-learning bevat theorie over leerstijlen, begeleidingsmodellen, gespreksvoering en professionalisering. De deelnemer stuurt online opdrachten in, waar hij vervolgens digitaal feedback op ontvangt. LEERDOELEN Na het volgende van de training:
kent de deelnemer de kenmerken van een goed ontwikkelplan en kan hij de (nieuwe) medewerker begeleiden bij het opstellen ervan; kan de deelnemer effectief ondersteunen bij het formuleren van passende leerdoelen; kent de deelnemer zijn eigen leerstijl en die van de (nieuwe) medewerker en heeft hij inzicht in de vraag wat deze leerstijlen betekenen voor de begeleiding; kent de deelnemer het ijsbergmodel van McClelland en weet hij hoe en wanneer dit model is in te zetten; kent de deelnemer de belangrijkste regels voor het voeren van een effectief mentorgesprek en weet hij het mentorgesprek te structureren; kan de deelnemer leeractiviteiten en werkwijze afstemmen en afspreken voor het leren op de werkplek en kennisoverdracht; weet de deelnemer hoe hij effectiviteit kan omgaan met weerstand van de (nieuwe) medewerker; kan de deelnemer vaststellen welke consequenties veranderingen met zich meebrengen; weet de deelnemer op welke manier hij een bijdrage kan leveren aan het professionaliseringsbeleid (ook van functie naar functie); draagt de deelnemer de beleidsuitgangspunten en cultuurwaarden uit.
VOORWAARDEN Het minimum aantal deelnemers is 6, het maximum aantal deelnemers is 12. Bij minder dan 6 deelnemers gaat de cursus niet door. ACCREDITATIE De cursus is geaccrediteerd door Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) en levert 10,6 registerpunten op. KOSTEN De kosten voor deze cursus zijn bij open inschrijving € 375,00 euro pp. Bij een incompany training (max. 12 personen) bedragen de kosten € 3250,-.
5
SCHOLINGSTRAJECT VAN PEDAGOGISCH MEDEWERKER NAAR AMBULANT WERKER OF BEGELEIDER PLEEGZORG WIE Dit scholingstraject betreft een digitale cursus voor jeugdzorgprofessionals (pedagogisch medewerkers), gebaseerd op het principe van ‘leren op de werkplek’. DOEL In een digitale leeromgeving werkt u aan opdrachten die tijdens de beroepspraktijk uitgeoefend kunnen worden. Inhoudelijk wordt u geschoold in het ambulante werk. Het programma bestaat uit verschillende modules waar, in overleg, vrijstelling of maatwerk op kan worden toegepast. DUUR Het programma beslaat 22 dagdelen; u doorloopt het programma in ongeveer een half jaar. De totale studiebelasting betreft 88uur (3,4 uur per week). Onder begeleiding van een ervaren collega doorloop je het programma. Daarnaast is er begeleiding vanuit HaKa. De gedragswetenschapper en de mentor geven via voor gestructureerde formulieren feedback op de opdrachten. Alle gemaakte opdrachten en reflectie worden door de cursist toegevoegd aan een eigen portfolio. De toetsing vindt plaats aan het einde van het traject. Dit gebeurt door middel van een beoordeling van het portfolio. Daarnaast vindt er een eindgesprek met uw leidinggevende plaats (of door HaKa als dit niet mogelijk is) waarin u een plan maakt voor uw verdere ontwikkeling. De modules betreffen inhoudelijke opdrachten, veelal in combinatie met reflectie. Ook het volgen van werkbegeleiding en deelnemen aan een (interne) intervisiestructuur zijn onderdelen van het programma. INHOUD Bij aanvang van het programma wordt er een 360 graden feedback gedaan op basis waarvan de cursist een persoonlijk ontwikkelplan en planning maakt. Met deze opdrachten vult de kandidaat een portfolio dat door HaKa wordt beoordeeld. De cursus beslaat negen inhoudelijke onderwerpen met elk één of meerdere opdrachten en reflectie waardoor cursisten werken aan het vergroten van hun kennis en vaardigheden en inzicht krijgen in hun handelen: 1. Contextueel werken. Het doel van deze opdracht is om te leren over en te leren werken met de contextuele benadering. De opdracht bestaat uit het maken van een contextuele analyse van een gezin, hier een verslag van te schrijven en te reflecteren op het werken met de contextuele benadering. 2. Oplossingsgericht werken. Het doel van deze opdracht is vaardigheden te ontwikkelen om oplossingsgerichte gesprekstechnieken toe te passen. De opdracht bestaat uit het voeren van een probleemgericht gesprek en een oplossingsgericht gesprek. Vervolgens wordt er gereflecteerd op de ervaren verschillen bij beide gesprekspartners. 3. Netwerkanalyse. Deze opdracht bestaat uit het maken van een netwerkanalyse. Het doel van deze opdracht is om te leren het netwerk van de cliënt te analyseren zodat de sociale omgeving van de cliënt kan worden betrokken bij de hulpverlening. Naast het maken van de netwerkanalyse reflecteert de deelnemer, door middel van een concrete inbreng tijdens de mentorbegeleiding, op het werken met de sociale netwerkstrategie. 4. Beroepscode en tuchtrecht. Het doel van deze opdracht is om na te denken over de praktische gevolgen van het werken volgens de beroepscode, en rekening houdend met het tuchtrecht. De opdracht 6
bestaat reflectie na het volgen van een training over en/ of het bestuderen van de beroepscode door middel van zelfstudie. De reflectie richt zich op wat de beroepscode betekent voor het concrete handelen van de werker. 5. Intervisie. Het doel van de opdracht is om met regelmaat de uitvoering van het werk te bespreken met collega's door middel van casuïstiekbespreking. De opdracht bestaat uit het inbrengen van een casus uit de werkpraktijk en die te bespreken tijdens intervisie. Verder bestaat de opdracht uit reflectie over de eigen inbreng en de feedback van collega’s op de casus. De intervisie geschiedt volgens bestaande intervisierichtlijnen en methodiek zoals die worden gehanteerd binnen de organisatie. 6. Veiligheid. Het doel van deze opdracht is om bewust te worden van de eigen veiligheid en de veiligheid van de cliënt. De opdracht is tweeledig. Het eerste deel van de opdracht bestaat uit het maken van een veiligheidsanalyse om de veiligheid van de cliënt in het gezin in te kunnen schatten. Het tweede deel bestaat uit het maken van een agressie risico inschatting voorafgaand aan een huisbezoek om de eigen veiligheid in te kunnen schatten. Vervolgens wordt er gereflecteerd op het maken van de veiligheidsanalyse en het werken met de meldcode. 7. Hulpverleningsplan. Het doel van deze opdracht is om vaardigheden te ontwikkelen rond het maken van een kwalitatief goed hulpverleningsplan dat voldoet aan de criteria zoals die zijn gesteld door de organisatie. De opdracht bestaat uit het maken van een hulpverleningsplan door gebruik te maken van een van de formats met handleiding en uitleg die in de opdracht zijn opgenomen. 8. Observatie. Doel van de opdracht is om vaardigheden te ontwikkelen om op een methodische en gestructureerde wijze de communicatie en het gedrag in een gezin te kunnen observeren en analyseren. De beeldanalyse wordt (aan de hand van een schema basiscommunicatie) gemaakt om de onderlinge communicatie in een gezin te analyseren. 9. Werkbegeleiding. Doel van de opdracht is het ontwikkelen en het zich bewust zijn van een professionele, meerzijdig partijdige attitude. Hiertoe wordt kennis opgedaan over de attituderegels jzw alsook interne attituderegels. De mentor gaat mee op huisbezoek en observeert een cliëntgesprek. Tijdens de werkbegeleiding komt de attitude als onderwerp expliciet aan de orde. STUDIEMATERIAAL In de elektronische leeromgeving is theorie over de diverse inhoudelijke onderwerpen in verschillende vormen opgenomen. LEERDOELEN Na het volgen van deze training: Heeft de cursist kennis over contextueel werken en kan hij deze kennis toepassen. Is de cursist in staat oplossingsgerichte gesprekstechnieken toe te passen. Is de cursist in staat het netwerk van de cliënt te analyseren aan de hand van een netwerkanalyse. Heeft de cursist zicht op wat de beroepscode en het tuchtrecht betekent voor de uitvoering van het werk. Is de cursist in staat om feedback te geven en te ontvangen aan de hand van een ingebrachte casus. Is de cursist zich bewust van zijn eigen veiligheid en de veiligheid in het gezin. De cursist kan een inschatting maken van het risico op agressie voorafgaand aan een huisbezoek. Ook kan de cursist een analyse maken van de veiligheid in het gezin. Is de cursist in staat om een hulpverleningsplan te maken dat voldoet aan de eisen vanuit de organisatie. Is de cursist in staat een analyse te maken van de basiscommunicatie in een gezin. Is de cursist zich bewust van meerzijdig partijdigheid en weet hier juist mee om te gaan.
7
Randvoorwaarden voor het volgen van het traject zijn: Een beroepspraktijk waarbinnen ambulante opdrachten kunnen worden uitgevoerd; Een ervaren ambulante collega die feedback, begeleiding en werkbegeleiding kan verzorgen; Het kunnen meedoen aan een (interne) intervisiestructuur. VOORWAARDEN Het traject wordt in principe incompany aangeboden, maar kan ook als ‘particulier’ worden gevolgd. Als u het traject volgt als particulier dient u zelf zorg te dragen voor het voldoen aan bovengenoemde voorwaarden. Incompany deelname Indien u het traject incompany volgt, dienen er afspraken te worden gemaakt met uw werkgever over het verzorgen van werkbegeleiding door een ervaren collega, het kunnen volgen van intervisie en beoordeling door uw leidinggevende. Particuliere deelname Indien u het traject wenst te doorlopen als particulier moeten er afspraken worden gemaakt hoe u kunt voldoen aan de randvoorwaarden van het traject. In overleg kan HaKa voorzien in een eindbeoordelaar. Wij hebben geen mogelijkheid om te zorgen voor een werkbegeleider of intervisie(structuur). Wel kunnen wij digitale ondersteuning bieden tijdens het programma. Er is altijd overleg mogelijk in hoeverre maatwerk of vrijstelling van opdrachten mogelijk is. Het afronden van minimaal één van de opdrachten Intervisie of Werkbegeleiding is in ieder geval verplicht. ACCREDITATIE Deze cursus is geaccrediteerd voor de beroepsgroep Register Jeugdzorgwerkers (JZW). Na afloop van het traject ontvangt u een certificaat waarmee u uw behaalde punten voor de gemaakte opdrachten kunt gebruiken voor (her)registratie bij SKJ. Het gehele programma omvat 12,95 punten. Deze punten zijn als volgt verdeeld over de verschillende modules: Scholingstraject Puntentoekenning per module ID
Omschrijving
Aantal
Aantal
uren
punten
201651
Scholingstraject (planning en afsluiting)
2
0,3
203776
Contextueel werken
8
1,15
203777
Oplossingsgericht werken aan doelen
2
0,3
203778
Netwerkanalyse
4
0,6
203779
Beroepscode en tuchtrecht
2
0,3
203780
Intervisie (deels begeleid)
24
3,5
203781
Veiligheid
4
0,6
203782
Hulpverleningsplan
6
0,9
203783
Observatie
6
0,9
203784
Werkbegeleiding
30
4,4
KOSTEN Aan het volgen van het traject zijn kosten verbonden van €500,- p.p. Bij incompany wordt de cursus aangepast aan de situatie van de organisatie en wordt er een aparte prijs berekend.
8
DIGITALE INTERVISIE WIE De digitale intervisie is bedoeld voor cliëntondersteuners. DOEL Via de deze elektronische leeromgeving wordt er digitale intervisie aangeboden. Intervisie is een essentieel onderdeel voor de ontwikkeling van de cliëntondersteuner. Door te reflecteren leert de cliëntondersteuner om de eigen beroepshouding ter discussie te stellen en zo inzicht te krijgen in zijn/haar kwaliteiten en ontwikkelpunten. DUUR Elk digitaal intervisie traject heeft de duur van een jaar. INHOUD In deze digitale intervisieomgeving zijn de volgende modules (onderwerpen en hulpmiddelen) te vinden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Uitleg van de digitale intervisieomgeving Introductie intervisie Uitleg 'Naast de cliënt staan' 360º feedback Uitleg en format voor het opstellen van leerdoelen Uitleg en format voor het maken en vastleggen van afspraken en planning Handreiking van de intervisie methode met format voor inbreng van casuïstiek Uitleg reflectie en formats voor het leerverslag en het eindverslag
STUDIEMATERIAAL In de elektronische leeromgeving vind je de digitale intervisie tool. Bovendien vind je hierin theorie over SMART-leerdoelen, voorwaarden voor intervisie, de intervisiemethode, vragen stellen en reflectie. LEERDOELEN Na het volgen van de digitale intervisie:
Heb je kennis van het houdingsaspect ‘naast de cliënt’ Heb je 360 graden feedback gevraagd op je vaardigheden, kennis en houding over gedragsindicatoren uit het competentieprofiel van de cliëntondersteuner Heb je geleerd hoe je SMART leerdoelen opstelt Heb je kennis van de digitale intervisie methode en kun je deze toepassen Heb je zes digitale intervisie sessies gevolgd Heb je kennis over reflecteren Heb je gereflecteerd op je eigen handelen
VOORWAARDEN Alle informatie die gedeeld wordt binnen de intervisiegroep moet vertrouwelijk behandeld worden. Dit houdt in dat de informatie niet met derden gedeeld of besproken wordt. ACCREDITATIE Voor cliëntondersteuners die geregistreerd staan bij Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) geldt dat zij tien reflectiepunten per vijf jaar moeten halen voor het Kwaliteitsregister Jeugd. ( SKJ en registerplein hebben een verschillende punten telling waardoor het aantal punten niet met elkaar zijn te vergelijken). Voor cliëntondersteuners die bij het SKJ staan geregistreerd maar ook geregistreerd willen worden als cliëntondersteuner bij het Registerplein is de eis dat zij twaalf register uren per 5 jaar reflectie extra 9
moeten behalen waarin het houdingsaspect “naast de cliënt staan” met name aan bod komt. Dit onderdeel is te realiseren via deze omgeving. Cliëntondersteuners die niet bij het SKJ, maar wel als cliëntondersteuner bij het Registerplein geregistreerd staan, moeten 60 register uren reflectie per vijf jaar halen. Per afgerond intervisie traject wordt een certificaat uitgegeven met daarop de vermelde registerpunten. Om daadwerkelijk de registerpunten te krijgen moet dit worden toegevoegd aan het portfolio bij Registerplein.
Kosten De kosten voor digitale intervisie zijn € 45,- per jaar per deelnemer.
10
TRAIN-DE-TRAINER DIDACTISCHE VAARDIGHEDEN WIE Veel organisaties geven interne trainingen. Deze worden vaak verzorgd door medewerkers met ervaring of specifieke kennis. Zij beschikken over veel inhoudelijke kennis en weten de aansluiting met het werk goed weer te geven. Waar het echter in veel gevallen aan mist is didactische kennis. De trainerscursus didactische vaardigheden is bedoeld voor medewerkers die trainingen geven en hun vaardigheden op dat gebied verder willen ontwikkelen. VOOROPLEIDING HBO DOEL De cursus Trainersvaardigheden is bedoeld voor medewerkers die zicht willen krijgen op hun sterke en minder sterkte kanten als trainer en zich willen ontwikkelen op hun aandachtsgebied. In de training is veel aandacht voor persoonlijke effectiviteit en non-verbale communicatie. Hoe houd je de aandacht vast? Hoe ziet je non-verbale communicatie eruit? Hoe begeleid je een oefening en hoe bespreek je hem het beste na voor een optimaal leerrendement? DUUR De training bestaat uit twee dagen. De training wordt ondersteund door een elektronische leeromgeving. Dit betekent dat er naast de trainingsdagen ook tijd nodig zal zijn voor de opdrachten die digitaal worden gegeven. De afsluiting zal plaatsvinden met een toets. De toets is een uitgewerkte training volgens een format dat tijdens de training is behandeld. Het volgen van de e-learningmodule duurt, afhankelijk van de studiesnelheid van de cursist, ongeveer 4 uur. De trainingsdagen duren beide maximaal 8 uur. INHOUD De vragen concentreren zich rondom de volgende thema’s: -
Hoe maak ik een didactisch ontwerp voor een cursus/training? Hoe kan ik een training het beste vormgeven? Hoe kan ik voor een goede transfer naar de werkvloer zorgen? Hoe kan ik inspelen op verschillende leerstijlen? Hoe ontwikkel ik een format voor alle trainingen zodat zij voldoen aan gestelde criteria vanuit Cedeo en Registerplein.
In de training is veel aandacht voor persoonlijke effectiviteit en non-verbale communicatie. Hoe houd je de aandacht vast? Hoe ziet je non-verbale communicatie eruit? Hoe begeleid je een oefening en hoe bespreek je hem het beste na voor een optimaal leerrendement? STUDIEMATERIAAL De training bevat een e-learning, waarin de nodige theorie is opgenomen. De deelnemer begint met de elearning voorafgaand aan de eerste trainingsdag. Na de eerste trainingsdag selecteert de deelnemer een videofragment, dat als basis dient voor de tweede trainingsdag. . LEERDOELEN Na het volgen van de training is de deelnemer in staat: - Om de training te laten aansluiten bij competenties van het beroepsprofiel jeugdzorgwerker -
Om te gaan met verschillende leerstijlen
-
De voor- en nadelen van verschillende werkvormen te benoemen 11
-
cases, rollenspelen en oefeningen te ontwerpen een gebalanceerde opbouw van een programma te ontwerpen om een format voor trainingen te ontwikkelen zodat aan alle criteria van Registerplein en CEDEO wordt voldaan de beoogde lesstof over te brengen naar de werkvloer
VOORWAARDEN Het minimum aantal deelnemers is 4, het maximum aantal deelnemers is 7. Bij minder dan 4 deelnemers gaat de cursus niet door. KOSTEN De kosten voor de training zijn € 3750,-. ACCREDITATIE De cursus is geaccrediteerd door het Registerplein en levert 7,35 registerpunten op.
12
TRAIN-DE-TRAINER PERSOONLIJKE VAARDIGHEDEN WIE Veel organisaties geven interne trainingen. Deze worden vaak verzorgd door medewerkers met ervaring of specifieke kennis. Zij beschikken over veel inhoudelijke kennis en weten de aansluiting met het werk goed weer te geven. Om deze kennis goed te kunnen overdragen zijn persoonlijke trainersvaardigheden een belangrijk onderdeel. VOOROPLEIDING HBO DOEL De cursus Trainersvaardigheden is bedoeld voor medewerkers die zicht willen krijgen op hun sterke en minder sterkte kanten als trainer en zich willen ontwikkelen op hun aandachtsgebied. In de training is veel aandacht voor persoonlijke effectiviteit en non-verbale communicatie. Hoe houd je de aandacht vast? Hoe ziet je non-verbale communicatie eruit? Hoe begeleid je een oefening en hoe bespreek je hem het beste na voor een optimaal leerrendement? DUUR De training bestaat uit twee dagen. De training wordt ondersteund door een elektronische leeromgeving. Dit betekent dat er naast de trainingsdagen ook tijd nodig zal zijn voor de opdrachten die digitaal worden gegeven. De afsluiting zal plaatsvinden met een toets. De toets is een video opname van een training met een reflectieverslag. INHOUD De vragen concentreren zich rondom de volgende thema’s: -
visie op leren Persoonlijke uitstraling lichaamstaal persoonlijke kwaliteiten en valkuilen reflectie op u zelf als trainer persoonlijke leervragen oefenen met rollenspelen/video opnames
Aan de hand van de persoonlijke leervragen worden er opnames gemaakt en besproken tijdens de cursusdagen. Daarnaast zal er geoefend worden aan de hand van individuele leerdoelen en leervragen. VOORWAARDEN Het minimum aantal deelnemers is 4, het maximum aantal deelnemers is 7. Bij minder dan 4 deelnemers gaat de cursus niet door. KOSTEN De kosten voor deze training bedraagt €3750,-. In dit bedrag zijn de volgende onderdelen opgenomen: - Twee dagen training - Digitale leeromgeving met theorie en opdrachten - Individuele feedback per deelnemer op de ingeleverde opdrachten 13
LEIDINGGEVEN AAN VERANDERING WIE De cursus Leidinggeven aan verandering is bedoeld voor leidinggevenden die vorm willen geven aan ‘het nieuwe leiderschap’, gebaseerd op het nieuwe werken en dienend leiderschap. BESCHRIJVING Alle organisaties binnen de zorg hebben te maken met veranderingen. De overheid vindt dat lokale overheden beter in staat zijn om de zorg vorm te geven, omdat deze dichter bij de cliënt en de omgeving staan. Leidinggevenden hebben te maken met decentralisatie, inhoudelijke vernieuwing, meer integrale zorg, intensievere samenwerking in ketens en netwerken en met het nieuwe werken. INHOUD In de e-learning staan de volgende vragen centraal: Wat is het nieuwe werken? Welke veranderingen brengt het met zich mee? Welk nieuw leiderschap past hierbij? Verder is er – onder andere – achtergrondinformatie opgenomen over de laatste stand van zaken rondom de transitie. In de trainingsdagen worden de theorieën verder uitgediept en geoefend met bijbehorende leiderschapsvaardigheden. Als eindopdracht maakt de deelnemer een persoonlijk plan, dat door de ecoach van feedback wordt voorzien. Voor de start van de trainingsdag wordt er aan de deelnemers een kleine voorbereiding gevraagd.
14
OMGAAN MET VERANDERING WIE De cursus Omgaan met verandering is bedoeld voor (jeugd)zorgmedewerkers met een MBO- of HBO functie, die te maken hebben met de transitie. DOEL Deze training is bedoeld om mensen voor te bereiden op de veranderingen die de transitie met zich meebrengt. INHOUD Na de eerste trainingsdag krijgen de deelnemers de opdracht om een concept persoonlijk ontwikkelplan te schrijven en om een presentatie voor te bereiden. Verder gaan zij gedurende een halve dag hun werkzaamheden registreren. Wat wilden zij doen? Lukte dit ook of zag de ochtend er toch heel anders uit? Ook lezen zij de theorie die online wordt aangeboden. Deze theorie gaat over de volgende onderwerpen: De ijsberg van McClelland Leerstijlen Huis van werkvermogen Teamrollen Feedback Prioriteiten en grenzen stellen De deelnemer doet online een leerstijlentest en bekijkt wat zijn teamrol is door middel van de teamrollentest van Belbin. De training wordt afgesloten met een persoonlijk plan, waar deelnemers zelf mee verder kunnen. Op dit plan wordt via de digitale leeromgeving feedback gegeven door de trainer. Ten slotte is achtergrondinformatie te vinden over de competenties van de generalist, over wijkteams en een samenvatting van het profiel van de jeugdzorgwerker.
15
BASISTRAINING BEROEPSCODE, BEROEPSETHIEK EN TUCHTRECHT BESCHRIJVING Tijdens deze training gaat de deelnemer aan de slag met de beroepscode, beroepsethiek en het tuchtrecht van de jeugdzorgwerker. De training bestaat uit een E-learning module en een fysieke training. WIE De training Beroepscode, beroepsethiek en tuchtrecht is bedoeld voor jeugdzorgwerkers. DOEL Inzicht krijgen in werken volgens de professionele standaard volgens de beroepscode. Kennismaking met tuchtrecht en morele dillema’s. STUDIEBELASTING 8 uur (4uur e-learning, 4 uur training). INHOUD De training start met een e-learning module. Hierin krijgt de deelnemer een eerste kennismaking met de beroepscode JZW en het klacht- en tuchtrecht. Tevens wordt een fysieke bijeenkomst georganiseerd waarbij dieper in gegaan wordt op voorgaande onderwerpen en wordt er geoefend met morele dilemma’s. STUDIEMATERIAAL Het benodigde studiemateriaal is terug te vinden in de e-learning module. LEERDOELEN Na het volgen van de basiscursus zijn de volgende leerdoelen aangetoond: De deelnemer heeft kennis genomen van de beroepscode en het tuchtrecht. De deelnemer heeft kennis gemaakt met morele dilemma’s en weet hoe kennis van de beroepscode en het tuchtrecht de medewerker hierin kan ondersteunen. VOORWAARDEN Alle informatie die gedeeld wordt binnen de training moet vertrouwelijk behandeld worden. Dit houdt in dat de informatie niet met derden gedeeld of besproken wordt. ACCREDITATIE Deelnemers krijgen een certificaat van deelname van HaKa Content BV. De cursus is geaccrediteerd door Stichting Kwaliteitsregister (SKJ) en levert 2,5 registerpunten op. Kosten De kosten voor de training bedragen bij incompany €1250,-. Bij de open inschrijving bedragen de deelnamekosten € 115,-.
16
VERDIEPINGSCURSUS BEROEPSETHIEK BESCHRIJVING Tijdens deze verdiepingscursus krijgt de deelnemer een verdieping in het gebruiken van de beroepscode, klacht- en tuchtrecht in de dagelijkse praktijk. De tussenstap hierbij is het moreel beraad. De training bestaat uit een E-learning module en een fysieke training. WIE De verdiepingscursus Beroepsethiek is bedoeld voor jeugdzorgwerkers die de basistraining Beroepscode, beroepsethiek en tuchtrecht hebben afgerond. DOEL Een verdieping in het gebruiken van de beroepscode en klacht- en tuchtrecht in de dagelijkse praktijk. Een eerste stap maken naar: het belang inzien van een juiste manier van documenteren. Het hele proces van een ethisch dilemma wordt nagelopen. De tussenstap is een moreel beraad. STUDIEBELASTING 9 uur (5 uur e-learning, 4 uur training). INHOUD De training start met een e-learning module. Hierin krijgt de deelnemer een verdieping van de beroepscode JZW en het klacht- en tuchtrecht. Tijdens de training komen de volgende onderwerpen aan bod: Werkkaarten; Waarom hier gebruik van maken? Verdieping morele dilemma´s Moreel beraad met deelnemers a.d.h.v. gemaakte casus Verdieping beroepscode en tuchtrecht Professionele autonomie: (Handreiking professioneel statuut) STUDIEMATERIAAL Het benodigde studiemateriaal is terug te vinden in de e-learning module. LEERDOELEN Na het volgen van de verdiepingscursus zijn de volgende leerdoelen aangetoond: De deelnemer kan de begrippen de normatieve-, de autonome- en reflectieve professional plaatsen in de context van de professionalisering van de jeugdzorg en in relatie tot zijn eigen beroepspraktijk. De deelnemer heeft inzicht in het spanningsveld tussen de eigen autonomie en de context van de omgeving (o.a. cliëntsysteem, en de organisatie). De deelnemer heeft kennis van de beroepscode, kan deze gebruiken in het dagelijks werk en zijn handelen hieraan koppelen/verantwoorden. De deelnemer weet het verschil te benoemen tussen klacht- en tuchtrecht. De deelnemer kan bij lastige dilemma´s zijn keuzes verantwoorden op een objectieve wijze en is in staat om op professionele wijze verslaglegging (rapportage) te doen van een gebeurtenis c.q. interventie. VOORWAARDEN Alle informatie die gedeeld wordt binnen de training moet vertrouwelijk behandeld worden. Dit houdt in dat de informatie niet met derden gedeeld of besproken wordt.
17
ACCREDITATIE Deelnemers krijgen een certificaat van deelname van HaKa Content BV. De cursus is geaccrediteerd door Stichting Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) en levert 3,9 registerpunten op. Kosten De kosten voor de training bedragen bij incompany €1800,-. Bij de open inschrijving bedragen de deelnamekosten € 165,-.
18
BIJDRAGE HAKA NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DUURZAME INZETBAARHEID Duurzame inzetbaarheid van medewerkers wordt steeds belangrijker. Allerlei ontwikkelingen zorgen ervoor de mensen steeds vaker zullen wisselen van baan of als zelfstandig ondernemer aan de slag gaan/moeten. De volgende onderwerpen spelen hierbij een rol:
Professionalisering, hoe geef je dit vorm binnen organisaties Verhouding generalist en specialist Hoe omschrijf je specifieke competenties Vitaliteit Hoe bereidt je mensen voor op nieuwe werkzaamheden In kaart brengen van competenties en ontwikkelen op ontbrekende competenties Leiding geven op meer afstand Mensen motiveren en inzetten op de juiste kwaliteiten Mensen geschikt houden voor het werk en de arbeidsmarkt door zich blijvend te ontwikkelen Medewerkers hebben hierin een eigen verantwoordelijk, management moet deze verantwoordelijkheid stimuleren
Aanbod dat HaKa Nederland heeft op het gebied van duurzame inzetbaarheid 1. Training voor het middenmanagement gericht op het ontwikkelen van medewerkers, medewerkers voorbereiden op nieuwe taken en arbeidsomstandigheden, met medewerkers bespreken op welke manier zij een bijdrage kunnen leveren aan de organisatie doelen, begeleiden op afstand. 2. Training voor begeleiders van medewerkers om een portfolio samen te stellen t.b.v. een EVC 3. Training voor begeleiders op het gebied van algemene competentie ontwikkeling 4. Organisatie scan op het gebied van professionalisering 5. Ondersteuning bij het vormgeven van beleid 6. Coaching van management Alle trainingen worden in de vorm van blended-learning aangeboden. Tevens worden er in de elektronische leeromgeving opdrachten ingeleverd waar individuele feedback op wordt gegeven. Kosten In dit voorstel zijn nog geen kosten opgenomen. Op het moment dat er besloten wordt om van onze kennis en ervaring gebruik te maken kunnen hierover afspraken gemaakt worden.
19
TRAINING VOOR MANAGERS IN DE JEUGDZORG Hoe stimuleer ik professionals zodat de organisatiedoelen worden bereikt binnen de veranderende omgeving? Inhoud Deze training is ontwikkeld voor managers binnen de jeugdzorg. De kwaliteit van jeugdhulp is een veel besproken onderwerp. De overheid stelt eisen aan de kwaliteit van de hulp maar ook de samenleving wil weten of geleverde hulp/zorg aan bepaalde eisen voldoet. In de zorgsector is de kwaliteit/professionaliteit van de zorgverlener één van de belangrijkste middelen om goede kwaliteit te leveren. Zij zijn het gezicht van de organisatie. Uit onderzoek ( Meij 2012) blijkt dat de manager de belangrijkste rol heeft als het gaat om de motivatie en bevlogenheid van werknemers. Door de overheveling van taken naar de gemeente gaat er in de toekomst veel veranderen voor de organisaties en de professionals die werken binnen deze organisaties. Van de professionals worden andere competenties gevraagd, zij krijgen andere taken, gaan in andere teams werken en er zal meer autonomie van de werker gevraagd worden. Van de manager wordt gevraagd dat hij stuurt op de kwaliteit van de medewerkers, een aantal zaken durft over te laten aan de professionals en op afstand kan sturen op de kwaliteit. De manager zal meer te maken krijgen met het spanningsveld met ketenpartners, het wel of niet verkrijgen van aanbestedingen etc. De manager zal dus op een andere manier leiding gaan geven aan de professionals van de toekomst. Daarnaast heeft de manager te maken met een situatie waarin tevens een aantal mensen de organisatie moeten verlaten of die een andere functie gaan vervullen. De veranderingen gaan over: -
Het nieuwe werken De samenstelling van teams zullen veranderen Van medewerkers wordt meer autonomie verwacht Medewerkers werken op meer afstand Mobiliteit van medewerkers/duurzame inzetbaarheid Diversiteit in manier van professionaliseren van medewerkers Transparantie en kwaliteit Verantwoorden van zorg
Leerdoelen In deze tweedaagse training met ondersteuning van een digitale leeromgeving zullen de volgende onderwerpen aan bod komen: 1. Hoe bepaal ik op welke competenties de professionals zich moeten gaan ontwikkelen 2. Op welke manieren kunnen professionals deze competenties ontwikkelen, stimuleer ik medewerkers tot betere prestaties 3. Welke kaders zijn er nodig om de professional optimaal te kunnen laten functioneren
20
4. Welke vaardigheden heeft een manager nodig om professionals in hun kracht te zetten, ruimte voor talenten 5. Op welke manier verantwoord ik de geleverde diensten/zorg naar derden 6. Hoe ga ik om met medewerkers die niet mee willen/kunnen met de veranderingen Daarnaast zal er aandacht zijn voor vragen waar de manager mee te maken krijgt en invulling aan zal moeten geven; -
Hoe breng ik de visie van de organisatie inspirerend over op medewerkers, wat is mij eigen visie? Hoe breng ik medewerkers in balans? Hoe creëer ik ruimte om te excelleren? Ben ik het juiste voorbeeld voor de medewerkers?
In de digitale leeromgeving zal er aandacht zijn voor theorie en uitwisseling met elkaar. Tevens kunnen hier opdrachten worden ingeleverd en voorzien van feedback van de trainer. Tijdens de tweedaagse cursus zal er aandacht zijn voor visievorming, houding en het oefenen van vaardigheden. Vanuit de theorie zullen modellen en instrumenten worden aangereikt die de manager kan gebruiken in de praktijk.
Kosten De kosten voor deze training bedragen € 3550,- . In dit bedrag zijn de volgende onderdelen opgenomen: - Twee dagen training - Digitale leeromgeving met theorie en opdrachten - Individuele feedback per deelnemer op de ingeleverde opdrachten
21