Leerwerkplan leerjaar 2 2007 – 2008 2008
Handtekening instituutbegeleider
Naam student : Erik Postema Student nummer : 1006851 Klas : DLO2 metaal Opmerkingen werkplekbegeleider
Opmerkingen en eindoordeel instituutbegeleider -
Als je werkt aan B7 (reflectie) moeten er ook reflectieactiviteiten en reflectieproducten worden opgenomen! Bv.: STARR, ABCtje, stappen Korthagen, sterkte/zwakteanalyse.
-
Reflecteren doe je alleen over je eigen gedrag, dus als je zelf actief handelend bezig bent geweest – via reflectie sta je hier dan achteraf systematisch bij stil.
Inhoud: Inhoud: Opdracht 1 Opdracht 2 Opdracht 3 Opdracht 4 Opdracht 5
pagina 2 pagina 3 pagina 4 pagina 5 pagina 6
1
Opdracht 1 Bijbehorende competenties en gedragsindicatoren: B4 Organisatorisch competent B4.5 B6 Competent in het samenwerken met de omgeving. B6.1, 6.2, 6.4 Leervraag: Opdracht 1 Competentiegericht Competentiegericht leren Op dit moment zijn scholen bezig om competentiegericht onderwijs vorm te geven. -Wat is competentiegericht opleiden? -Op welke wijze wordt op mijn stageschool hieraan gewerkt? -Hoe verloopt dit proces en welke mensen spelen hierin een rol? -Wat is mijn mening over competentiegericht onderwijs in het algemeen en wat vind ik van de manier hoe hiermee wordt omgegaan op mijn stageschool? Opdracht per leervraag (wat ga ik concreet doen in deze periode) -Ik ga een omschrijving geven over competentiegericht opleiden. Op basis hiervan een vragenlijst voor het gesprek (volgende punt) maken. -Ik ga mijn stage docent vragen hoe ze op deze school hiermee bezig zijn en over specifiek mensen mee bezig zijn. Die kan ik dan eventueel ondervragen. -Ik geef mijn mening over al mijn bevindingen en maak hier een samenvatting van. Geplande tijd: 3e periode 10 uur Hoe toon ik aan dat ik eraan heb gewerkt en dat het zinvol was? -Ik ga verschillende leerkrachten en eventueel personen v.d. directie hun mening vragen over competentie gericht opleiden hun meningen verwerk ik in een verslag. -Verslag maken met hierin samenvattingen over gebruikte literatuur, vragenlijst, gesprek en eigen mening. “Op ontwikkeling gericht advies”. In te vullen door instituutsbegeleider:
2
Opdracht 2 Bijbehorende competenties en gedragsindicatoren: B1 Interpersoonlijk competent B1.1, 1.2, 1.4, 1.5 B2 Pedagogisch competent B2.1, 2.3 B3 Vakinhoudelijk en didactisch didactisch competent B3.2, 3.5, 3.7, 3.8, 3.9, 3.12, 3.13, 3.14, 3.14, 3.15, 3.17, 3.18, 3.20, 3.21 B4 Organisatorisch competent B4.1, 4.5, 4.6 B7 Competent in reflectie en ontwikkeling B7.2, 7.3, 7.6, 7.8 Leervraag: Opdracht 2 Ontwerpen & aanbieden van Leerstof Deel 1 Planmatig een voorbereiding voor onderdelen van een leerprogramma maken die je uitvoert met hulp van je begeleider. Deel 2 Begeleiden verschillende leerlingen bij verschillende soorten leerprocessen. Opdracht per leervraag (wat ga ik concreet doen in deze periode) 1a. Ik bereid een instructie voor en voer deze uit tijdens praktijkles. 1b. Ik wil nabespreken oa: -organisatie -aansluiting bij beginsituatie leerling -feedback geven aan leerling -aandachtspunten per fase -lesvoorbereiding voor verbetering vatbaar 1c. Verslag van elke uitvoering en nabespreking inclusief leerpunten. 1d. 3x stap a, b & c 2a. Assisteer leerlingen bij uitvoeren van practicumopdrachten. Bewaak voortgang en rapporteer bijzonderheden. Hierbij kan ik gebruik maken van: Situationeel begeleiden van (Kolb). Inschatten welk leergedrag (bekwaam/bereid) een ll. heeft. Zoek hierbij de juiste begeleidingsstijl. (begeleidingsplannetje opstellen). 2b. Conclusies trekken over het begeleiden oa: -wat valt op -feedback -hoe ga je in op vragen en opmerkingen. -hoe feedback geven 2c. 2x verslag van elke uitvoering, nabespreking & leerpunten.
3
Geplande Tijd: 3e periode 12 uur Hoe toon ik aan dat ik eraan heb gewerkt en dat het zinvol was? -Ik ga mijn begeleider vragen naar welke onderdelen van een leerprogramma behoefte is. Hiervoor ga ik dan een les (dag) voorbereiden. -3x lesvoorbereidingen. -3x ingevulde observatielijsten. (door werkplek begeleider) -3x eigen conclusie. -2x voorbereiding voor begeleiding bij practicum, -2x samenvatting van feedback van mijn werkpl.begel. + eigen conclusies. “Op ontwikkeling gericht advies”. In te vullen door instituutsbegeleider: Ik werk na de 3 gegeven les een STARR over lesgeven uit. Na de uitgevoerde begeleidingen reflecteer ik op mijn begeleiding m.b.v. een ABCtje.
4
Opdracht 3 Bijbehorende competenties en gedragsindicatoren: B1 Interpersoonlijk competent competent B2 Pedagogisch competent B4 Organisatorisch competent
B1.2, 1.3, 1.6, 1.7 B2.6, 2.7 B4.2, 4.5
Leervraag: Opdracht 3 Observeer 5x een klas of groep leerlingen. Iedere observatie kenmerkt zich door een thema. 1 Gedragspatroon observeren van een individuele leerlingen in de klas. 2 Leerverschil tussen leerlingen observeren 3 & 4 Een groep observeren gedurende ten minstens 2 lessen over sociale klimaat.(denk o.a. aan hun omgang met elkaar, taalgebruik waarden en normen). 5 Observeren in een (deelnemers en leerkracht) de regels en afspraken die er gelden en of iedereen zich hieraan houdt. Opdracht per leervraag (wat ga ik concreet doen in deze periode) periode) -Ik ga leerlingen observeren op hun gewenst of ongewenst gedrag. -Ik ga voor me zelf bekijken welke leerlingen in aanmerking komen -Ik ga de omgang met elkaar, taalgebruik, waarden en normen bestuderen (bekijken) -Ik ga na of de regels en afspraken die er gelden nageleefd worden -Voor elk thema maak ik van tevoren een observatielijst met punten waar ik speciaal op ga letten. Geplande tijd: 3e periode 12 uur Hoe toon ik aan dat ik eraan heb gewerkt en dat het zinvol was? -Ik ga van de 5 onderwerpen een verslag maken. “Op ontwikkeling gericht advies”. In te vullen door instituutsbegeleider:
5
Opdracht 4 Bijbehorende competenties en gedragsindicatoren: B6 Competent in het samenwerken met de omgeving. B6.2, 6.4 Leervraag: Opdracht 4 Hoe is werkplekleren van deelnemers van mijn stageschool geregeld. -Arrangeer een gesprek met iemand die een coördinerende taak heeft over de stageplekken voor mijn stageschool. Opdracht per leervraag (wat ga ik concreet doen in deze periode) periode) -Ik ga na hoe de stageplekken worden verworven. -Ik ga na hoe de contacten worden onderhouden met de stagebedrijven. -Ik ga uitzoeken hoe de stage is geregeld. -Ik zoek uit wie de verantwoordelijkheden hier voor heeft. -Ik ga tevoren een vragenlijst maken met gesprekspunten. Geplande tijd: 3e periode 3 uur Hoe toon ik aan dat ik eraan heb gewerkt en dat het zinvol was? -Ik ga de personen zoeken op de stage school die met dit onderwerp te maken hebben. Vervolgens zal ik dit of deze personen interviewen. - Van tevoren een vragenlijst maken met gesprekspunten. -Verslag maken van de informatie die voort komt uit dit gesprekken. “Op ontwikkeling gericht advies”. In te vullen door instituutsbegeleider:
6
Opdracht 5 Bijbehorende competenties en gedragsindicatoren: gedragsindicatoren: B5 Samenwerken met collega’ collega’s
B5.1, 5.2, 5.3, 5.6, 5.7
Leervraag: Opdracht 5 Organisatie v.d. stageschool a. Onderzoek de organisatie van je stageschool: -Uit welke afdelingen bestaat de school. -Hoe is de samenhang tussen de afdelingen vastgelegd. -Wie heeft welke bevoegdheden etc. Opdracht per leervraag (wat ga ik concreet doen in deze periode) -Ik voer hiervoor gespreken met: werkplekbegeleider, afdelingsleider etc. -Ik raadpleeg brochures en internet van de stageschool. -Verschillende afdelingen bezoeken. Geplande tijd: 3e periode 3 uur Hoe toon ik aan dat ik eraan heb gewerkt en dat het zinvol was? -Mijn bevindingen en gesprekken uitwerken en vastleggen in een verslag. -Schoolbrochure voor dit onderdeel toevoegen aan stage verslag. -Op web-side v.d. school zoeken naar dergelijke onderwerpen. “Op ontwikkeling gericht advies”. In te vullen door instituutsbegeleider:
7