Afgiftekantoor: Brussel X P708417
oktober - november december 2008
M
A
G
A
Z
I
N
E
Inhoud Noteer alvast de datum van de 16de VRG-Alumnidag: 6 maart 2009
Editoriaal 2 Rechtsfaculteit scheert internationaal hoge toppen 3-7 Interview Annemie Roppe 8-10 Valknieuws 11-14 Memoires Roger Blanpain 15-16
foto K.U.Leuven
Alumniquiz 17-18
www.vrgalumni.be
Alumniprijs 2009 De Alumniprijs 2009 zal op vrijdag 6 maart 2009 uitgereikt worden aan de heer Ivo Mechels, woordvoerder van de verbruikersorganisatie Test-Aankoop. De laudatio zal worden uitgesproken door Peter Frans Anthonissen.
• Verantwoordelijke uitgever: Roger Blanpain, Klein Dalenstraat 46, 3020 Winksele •
Alumninieuws 19
E d i t o r i a a l
Beste lezer, Het is inmiddels weer herfst geworden. Een seizoen waar je als dichter weinig mee kan aanvangen, gewoon omdat er zo goed als niets rijmt op “herfst”. Gelukkig bestaat er ook een werkelijkheid buiten het poëtische die genoeg stof kan aanleveren voor een aantal boeiende artikelen in en rond onze faculteit. In het vorige nummer hebben we uitvoerig stilgestaan bij de rechtsbibliotheek. U kon toen lezen hoe de digitalisering steeds verder oprukt, wat allerlei nieuwe en boeiende juridische vragen tot gevolg heeft. Aangezien bibliotheken (ook al worden ze meer en meer virtueel) het laboratorium zijn voor iedere weldenkende jurist komt VRG-Alumni tussen in de financiering van de bibliotheek (Als lid mag u overigens gratis binnen, we beschermen dus ook vanuit onze kant uw koopkracht). Maar VRG-Alumni doet ook meer dan dat. Een deel van de inkomsten die we vergaren door uw lidgelden (waarvoor we u van harte blijven danken) storten we door naar initiatieven binnen de faculteit. Een van de projecten die ons nauw aan het hart ligt zijn de pleitwedstrijden. Ieder jaar participeert onze faculteit aan een reeks gerenommeerde wedstrijden waar het “aanstormende juridische talent” mag komen bewijzen hoe groot hun dossierkennis is, hoe perfect zij de wetgeving beheersen en natuurlijk ook hoe goed zij hun standpunt kunnen overbrengen op de jury. De spreekwoordelijke “man in de straat” zal zich allicht afvragen “waar dat allemaal voor nodig is”. Zoals we allemaal weten heerst er een perceptie bij onze niet-juridische medemensen dat de essentie van een jurist bestaat uit “het goed kunnen uitleggen”. Wat natuurlijk maar een deel van de waarheid is. Achter een vlotte uitleg moet een krachtig brein zitten dat complexe situaties kan analyseren, waarna een snelle synthese dient te volgen om tot een besluit te komen dat coherent is met de rest van het verhaal. Tot zover de afrekening met een populaire mythe. Er zijn overigens ook schitterende juristen die verbaal minder sterk zijn. En laten we tenslotte niet vergeten dat je als jurist ook een aantal andere capaciteiten moet hebben: een luisterend oor, een breed kader om alles in te plaatsen, en een goeie pen. Helaas zitten we met zijn allen te vaak achter ons bureau (wat voor sommigen aanleiding geeft tot een zeker omvang ter hoogte van het middel) maar ook dat is geen probleem. Enige “carrure” om stevig met beide voeten op de grond te staan is immers mooi meegenomen. Los van deze uitweiding over “Zijn en Fysionomie” van de “homo juridicus” leek het ons een zeer goed idee om even stil te staan bij het concept van pleitwedstrijden. In die setting hebben we immers een synthese van een aantal gedachten waar we als Alumnivereniging achter staan: – het gaat over kansen om de eigen capaciteiten op een hoger niveau te brengen; – het wordt ondersteund vanuit onze faculteit; – het zorgt zo voor de aanhoudende goede reputatie van kwaliteitsonderwijs aan onze Alma Mater. Verder treft u in dit nummer van het magazine een aantal klassieke rubrieken aan. Zoals gebruikelijk zorgen we voor een interview met een Alumnus, in dit nummer is dit Annemie Roppe. We houden u natuurlijk ook op de hoogte van het verdere reilen en zeilen aan onze faculteit. Tenslotte wensen we u een aangename lectuur van dit nummer. Het werd geschreven op een moment dat allerlei donkere wolken zich, conform het seizoen, samentrokken boven het economische landschap. Hopelijk loopt alles een stuk beter wanneer u dit leest, zodat de winterperiode als een “wit blad” een nieuw begin kan inluiden.
Bart Meulemans (Hoofdredacteur)
VRG-Alumni Bestuur Roger Blanpain, Robbie Tas, Dimitri Droshout en John-John Ackaert
2
Werkende leden Wim Bollen, Sofie Caeyers, Christoph Castelein, Omer Coenen, Paul Cooreman, De Grave Frédéric, Anne De Hondt, Mark De Zutter, Frank Fleerackers, Michel Looyens, Stefanie Martens, Bart Meulemans, Hans Smeyers, Bernard Tilleman, Karel Van de Velde, Christel Vanhaecke, Paul Van Orshoven, Barbara Van Speybroeck, Iris Van Tilborgh, Bart Verbelen.
Ereleden Academiejaar 2008-2009 Bevernage Carl (promotie 1967) • Clerens Gauthier (promotie 1986) • Ecker Marc (promotie 1980) • Geurts Eddy (promotie 1987) • Heymans Paul (promotie 1975) • Lommee Paul (promotie 1975) • Loontjens Alfons (promotie 1967) • Quisthoudt Jan (promotie 1983) • Van Campenhout Jo (promotie 1992) • Vande Maele JeanPierre (promotie 1978) • Verbeeck Egied (promotie 1998)
Redactieleden Roger Blanpain, Dimitri Droshout, Frank Hendrickx, Bart Meulemans (hoofdredacteur), Robbie Tas, Jacqueline Van Hal , Heidi Vanhorebeek, Iris Van Tilborgh, Heidi Vanhorebeek.
Leuven scoort in pleitwedstrijden
Een langdurige passie voor het pleiten: Rechtsfaculteit scheert internationaal hoge toppen Dat we in Leuven een geheim recept hebben om goede juristen te vormen weet iedereen. De resultaten hiervan kan u nog eens nalezen in het Alumniboek dat u een tijdje terug ontving. Het Alumniboek is, naar aloude traditie, een bloemlezing van “the right people on the right place”. Maar ook tijdens de studieperiode steken een aantal knappe koppen er ver bovenuit. Ieder jaar wordt een aantal studenten bevangen door een passie voor het pleiten. Maandenlang bestaat hun wereld enkel uit een ding: doorstoten naar de eindrondes van de belangrijkste internationale pleitwedstrijden. Een ambitie die we vanuit VRG Alumni graag helpen ondersteunen. VRG-Alumni sprak dan ook af met Sten Verhoeven en Govert Coppens (beiden actief binnen het Instituut voor Internationaal Recht, respectievelijk onder leiding van professor Jan Wouters, die de pleitwedstrijden al jarenlang coördineert en professor Hans Van Houtte) om meer te weten te komen over dit aanhoudende succesverhaal. Beiden namen zelf deel aan Jessup, en zijn dus uitstekend geplaatst om ons hierover meer te vertellen. Pleitwedstrijden zijn voor heel wat mensen nog een onbekend gegeven. Hoe is dat concept eigenlijk ontstaan?
Sten Verhoeven: Pleitwedstrijden zijn eigenlijk een Angelsaksisch fenomeen. In de Verenigde Staten en Groot-Brittannië bestaat er een traditie binnen de universiteiten om, in een aantal domeinen, het recht niet alleen te doceren maar ook om het effectief toe te passen in een fictieve setting. Sinds de jaren tachtig heeft onze universiteit, eerst nog wat aarzelend maar de laatste 10 jaar heel gericht, aan dit type van pleitwedstrijden deelgenomen. Er is ondertussen een eigen traditie ontstaan, zo doen we ieder jaar aan een drietal pleitwedstrijden mee. Wanneer je het over pleitwedstrijden hebt kan je moeilijk om “Jessup” heen. Deze Amerikaanse “moot court” staat internationaal hoog aangeschreven. Waarom is dat eigenlijk?
Govert Coppens: Alleen al de omvang van de competitie doet het hoofd een beetje duizelen. Vorig jaar namen er 500 teams deel, afkomstig uit alle continenten. De competitie wordt op zeer hoog niveau gevoerd. Het was oorspronkelijk een zuiver
Amerikaanse wedstrijd, maar het is dé wereldwedstrijd geworden. Sten Verhoeven: Dit gaat zeker op voor het domein van het internationaal recht. Maar daarnaast zijn we natuurlijk ook actief in een aantal andere wedstrijden. Op het Europese niveau denk ik dan bijvoorbeeld aan de ECLM (European Law Moot Court) waar we ook altijd mooie resultaten boeken. En dan is er ook nog de Willem C. Vis International Commercial Arbitration Moot, waar zo’n 200 teams aan deelnemen. Dit zijn de “Big three” op het vlak van de pleitwedstrijden. Daarnaast zijn er nog een aantal andere wedstrijden zoals Lachs, WTO en Pictet. Wat moet je als universiteit doen om te kunnen deelnemen aan deze wedstrijden?
Sten Verhoeven: Eerst en vooral moet je betalen om te kunnen deelnemen. En zodra dat inschrijvingsgeld betaald is kan je deelnemen. Vanaf dat punt heeft elke competitie eigen regels en principes. Gelet op het grote aantal teams dat deelneemt, werken de meeste wedstrijden met een “voorronde” systeem. Bij Jessup is er bijvoorbeeld een nationale voorronde. Dit heeft tot gevolg dat, wanneer er twee Belgische teams meedoen, er eentje noodgedwongen dient thuis te blijven. ECLM werkt dan weer met een regionale voorronde. Je bent bij een Jessup competitie dus nooit zeker of je je land mag vertegenwoordigen?
Govert Coppens: Dat klopt. Dat geeft qua timing aanleiding tot spannende momenten. In deze wedstrijd heb je een onderscheid tussen het schriftelijke deel waarin je een “memorial” moet schrijven, waarna pas het mondelinge deel volgt. Voor Jessup is de nationale ronde pas in februari, wat met zich meebrengt dat je al van eind september tot februari full time met die wedstrijd bezig bent. En dan moet je je dus eerst nog op nationaal vlak bewijzen voor je door kan gaan naar de eindronde in Washington. In de praktijk wil dat zeggen dat een en ander nog uitgevochten dient te worden in wedstrijd in Brussel, waar we doorgaans het team van Gent als tegenstander tegenkomen. Je weet bij dit soort ontmoetingen dat een van de twee onherroepelijk naar huis moet. Gelukkig is het zo dat we de afgelopen 10 jaar negen keer gewonnen hebben.
3
Leuven scoort in pleitwedstrijden
Anderzijds verhoogt deze succesratio natuurlijk de druk, je zult maar in het Leuvense team zitten dat het niet haalt… Maar we hebben het toch wel goed gedaan dit jaar?
Jessup 500 teams, deelnemers uit 80 landen. Wordt in 2009 voor de 50ste maal georganiseerd. De pleitwedstrijd draait om een internationaal publiekrechtelijk probleem waarbij een dispuut voor het Internationaal Gerechtshof wordt gesimuleerd
Sten Verhoeven: Dat klopt. Govert Coppens was de beste pleiter van ons team, daarnaast hadden we ook de beste memorial van alle deelnemende teams, waardoor we de Dillard Competition gewonnen hebben, wat impliceert dat we wereldwijd de beste waren in deze aparte competitie. In Jessup zijn we dit jaar doorgestoten tot in de kwartfinale. We waren op dat moment het enige team dat niet uit een Engelstalig land kwam. En ook op de andere wedstrijden hebben we het goed gedaan. En waarover ging de case dit jaar?
Sten Verhoeven: Over heel veel. Het ging in het bijzonder over het gebruik van interstatelijk geweld tegen een land dat er van verdacht werd om betrokken te zijn bij terroristische activiteiten. Een zeer actueel thema, met uitlopers naar onafhankelijkheidsbewegingen en schendingen van de mensenrechten. Govert Coppens: Al die elementen worden dan op een dergelijke manier gemixt dat je in eerste instantie denkt “dit is toch duidelijk”, maar hoe langer je er naar kijkt, hoe meer dimensies en nuances je er kan in ontManfred Lachs Space dekken. En wanneer je dan in de wettekLaw Moot Court sten duikt dan duiken er een heleboel inteZoals de titel het aangeeft ressante vragen op. Iedere maand dat je draait deze pleitwedstrijd er mee bezig bent zie je andere elementen rond het Internationaal en dimensies. Die cases worden zo geniRuimterecht. Deze wedstrijd bestaat aal opgesteld dat er altijd wel een stelsinds 1992. Deelnemers lingname mogelijk is langs beide kanten komen uit Europa, Noordvan het dispuut. America en Azië. Vorig Sten Verhoeven: Zo’n case is ongeveer jaar deden 50 teams mee. een achttal pagina’s lang, en daar werkt men in voorbereiding van de wedstrijd gedurende een vol jaar aan. Dit geeft meteen een van de belangrijke elementen aan: de beknoptheid in dit soort wedstrijden is van groot belang.
4
Zodra je de case hebt en je bent veilig door de nationale ronde moet je het opnemen tegen de “nationale kampioenen” van de andere landen. Hoe loopt dat precies?
Govert Coppens: De beste 100 teams bij Jessup mogen in april door naar Washington. De internationale ronde start met een voorronde waar je tegen 4 andere teams uitkomt op basis van een loting. Om zeker te zijn dat je doorgaat moet je alle vier je rondes winnen. Aan de hand van je resultaten wordt je ook gerangschikt, ons team was in die ranking zevende. En met die score mochten we dus meteen door naar de achtste finales. En dan volgt er een gewone uitschakelingswedstrijd, waarbij we uiteindelijk tot in de kwartfinale geraakt zijn. En toen kwamen we uit tegen een Indisch team. Het viel op dat dit team enorm getraind was, los van de voorsprong die zij hebben op basis van taal en een rechtstelsel dat gebaseerd is op de “common law”. Sten Verhoeven: Je voelt dat ook in de wedstrijd. De manier om met een zaak om te gaan is zeer competitief en gedreven. Binnen dit rechtsysteem is de juridische discussie nog veel meer “adversorial” dan in ons rechtstelsel. Hoe zit de quotering precies in elkaar? Je hebt enerzijds een schriftelijk deel en anderzijds een mondeling deel. Hoe brengt men dit samen in een score?
Sten Verhoeven: het mondelinge deel telt voor 2/3de van de punten, het schriftelijke deel voor de rest. In de beoordeling kijkt men naar de kennis van de rechtstak, kennis van de feiten maar ook hoe je omgaat met de rechters, hoe je omgaat met de vragen die gesteld worden, beleefdheid. Govert Coppens: Daarnaast kijkt men ook naar de manier hoe je recht en feiten aan elkaar knoopt, maar ook naar je time management. Dit is een van de moeilijkste elementen. Je moet die case brengen, je wordt onderbroken, maar toch moet je binnen je toegewezen tijd blijven. Het pleidooi is maar een topje van de ijsberg, de rechters kunnen je immers steeds vragen stellen, dus je moet het dossier volledig beheersen. En ondertussen tikt de klok genadeloos verder. Dus als je vier punten moet maken in je pleidooi en je komt door toelichtingen maar aan twee punten tegen het einde van je tijd dan wordt dit verrekend in je score.
Leuven scoort in pleitwedstrijden
Je pleit telkens met twee, dus de beschikbare tijd verdeel je dan onder elkaar en je zorgt daarnaast dat je nog tijd vrijhoudt om je “rebuttal” te doen zodat je na het verhaal van de tegenstrever nog even de puntjes op de i kan zetten. Ook daarmee kan je krachtig uit de hoek komen en scoren door de tegenstander te confronteren met onjuistheden. En als je tijd stopt, dan is je verhaal afgelopen. Welke omkadering is er vanuit de universiteit?
Sten Verhoeven: Dit is heel intensief, al gauw een uur of 4 begeleiding per week. We komen samen met de mensen, we analyseren casussen paragraaf per paragraaf, wat wil men weten, welke zijn de domeinen en argumenten. En dan moet je de memorial schrijven, waarbij men dit jaar tot op de laatste dag aan de memorial wijzigingen heeft aangebracht. Govert Coppens: Je moet dit ook compact houden, want er is een woordlimiet voor een memoriaal. Per woord “er over” krijg je strafpunten. Sten Verhoeven: Dat is ook een van de “gulden regels”: wees zo eenvoudig mogelijk en verfraai het niet te veel. Munt uit in beknoptheid maar zorg dat alles er in staat. Korte en duidelijke zinnen. Dus daar hebben we niet echt een taalachterstand. Voor het mondelinge deel moeten we wel extra aandacht geven aan de kennis van specifieke begrippen. Deelnemen aan pleitwedstrijden is een mooie zaak, maar hoe gaat het dan met de studies en de andere aspecten van je leven? Sinds de Bama-hervorming doorkruisen die wedstrijden toch je examens?
Govert Coppens: Het is je fulltime leven gedurende een maand of zeven. Je sociale leven is zeer beperkt. Je doet enkel dat en niets anders. En dan werden we na de deadline van januari geconfronteerd met de eerste examenperiode. Zelf ben ik op 16 januari beginnen te studeren voor een eerste examen op de 18de… Sten Verhoeven: Maar ook hier is er evolutie. Vanaf dit jaar wordt het gedaan in het kader van de meesterproef. In de plats van een thesis te schrijven kan je deelnemen aan de pleitwedstrijd. Het is dan ook een programma over twee jaar geworden. In het eerste jaar selecteren we de studenten die het nodige potentieel hebben. Ze krijgen dan een jaar training, en na dit jaar maken we de finale selectie. Wie niet geselecteerd wordt kan dan nog een thesis maken, de anderen nemen het jaar nadien deel aan de wedstrijd. En zodra de case in de derde week van september gepubliceerd wordt beginnen we er dan aan.
Wat voor mensen komen er af op de pleitwedstrijden en hoe selecteren jullie tussen de kandidaten?
Sten Verhoeven: Er komen speciale mensen op af. Mensen die in hun rechEuropean Law Moot tenstudies “iets anders” willen doen. Court Mensen die van uitdagingen houden en De focus ligt hier op die liever niet nog eens een seminariepEuropees Recht, waarbij aper schrijven. Mensen die “in hoofdzaak een procedure voor het voor goede punten” willen gaan doen dit Hof van Justitie wordt doorgaans ook niet, gelet op de samengesimuleerd. De 48 beste loop met de examens. teams (na wereldwijde Daarnaast moet het gaan over mensen die voorrondes) mogen het tegen elkaar opnemen. maandenlang toegewijd kunnen zijn aan dat ene aspect, die een goede talenkennis hebben en goede sociale vaardigheden. Je moet in een team kunnen werken. Het is niet omdat je briljant bent of goed kan pleiten dat je dit tot een goed einde kan brengen. Je leeft eigenlijk met elkaar, dus je moet gewoon goed zijn in samenwerken. Ook als je stressgevoelig bent is dit niet aan te raden. Om een voorbeeld te geven: toen ik deelnam heb ik ooit 36 uur achter elkaar achter een computer gezeten, samen met mijn vier andere collega’s in één ruimte. Na een tijd werk je op elkaars zenuwen, wat je ook doet. Wat zijn de belangrijkste zaken die je leert door deze ervaring? Het is zeer intensief, wat brengt je dit bij als persoon?
Govert Coppens: Je leert enorm veel over de rechtstak, maar dit is niet de hoofdzaak. Het is vooral het leren omgaan met een Willem C. Vis complexe zaak, snelle en diepe analyse, International Commercial omgang met teamleden, goed schrijven Arbitration Moot over een juridisch onderwerp binnen vastIn deze wedstrijd gaat het gelegde grenzen. over internationale Dit vormt je als jurist. En de sociale conhandelsgeschillen, met als tacten zijn natuurlijk ook zeer leuk. bijzonderheid dat het Weegt dat op tegenover wat je ervoor moet laten?
voorgelegde probleem dient opgelost te worden door arbitrage. 203 universiteiten uit 52 landen streden in 20072008 om de titel.
Sten Verhoeven: Als je Jessup doet heb je gewoon een gek jaar. Het komt voor dat je tot zeer laat werkt, dan naar een fuif gaat, even slaapt en dan meteen weer doorwerkt. Je werkt enorm hard, maar je maakt ook veel plezier als je met een goed team samenwerkt. Dit maakt het team ook zo belangrijk. Het blijft daarnaast ook een vorm van topsport. Vergelijk het maar met de Olympische Spelen. Zeker als je kan winnen tegen Cornell (die op hun beurt gewonnen hebben tegen Harvard en Oxford). Govert Coppens: Het is ook fenomenaal hoe de
5
Leuven scoort in pleitwedstrijden
case blijft fascineren, ook al ben je er al vijf maanden mee bezig. Je doet daarnaast ook mee om het zeer goed te doen natuurlijk. De mentaliteit is altijd: eerst Brussel overleven en dan naar Washington met de mentaliteit “om te winnen”. En wat na de pleitwedstrijd? Heeft dit een positief effect op carrières in de academische wereld of de praktijkwereld?
Govert Coppens: Je leert nuttige dingen voor allebei deze contexten. In de academische wereld ontwikkel je vaardigheden die nuttig zijn in het kader van het wetenschappelijk onderzoek en het schrijven van je doctoraat, in de praktijkwereld scherp je een aantal essentiële skills aan. Je leert ook overtuigend en specifiek schrijven. Je moet dan ook sterk de koppeling kunnen maken tussen de feiten en het recht, wat natuurlijk zeer nauw aansluit bij de praktijkwereld. Sten Verhoeven: Ik heb leren heel “to the point” te schrijven. Je leert jezelf te beperken tot de essentie: wat is hoofdzaak en wat is bijzaak. En dat is ook belangrijk als je doctoreert. En door wat je leert komen de meeste mensen dan ook goed terecht. Hoe zit het met de financiering? Moet je als student zelf de kosten dragen en is dit iets voor “the happy few”?
Sten Verhoeven: Het kost de studenten op zich niets, enkel hun maaltijden ter plaatse. De kosten worden betaald door de faculteit en door sponsoring, zoals de middelen die we ontvangen vanuit VRG-Alumni. Het budget van een pleitwedstrijd is per jaar ongeveer 20.000 €. En daar zit dan nog niet de kost van de academische begeleiding in verrekend. Wat gaat er door je heen na afloop van de wedstrijd?
Govert Coppens: Dat voelt zeer raar aan. Het is deels een zwart gat. Je kijkt dan terug waar je geraakt bent, maar ook wat je net niet gehaald hebt. Je denkt dan aan allerlei scenario’s zoals “hadden we dit.. of hadden we niet beter dat”. Maar na
6
maanden intense arbeid is het ook een gevoel van verlichting. En rond die tijd krijg je dan allicht ook mails over werkcolleges die moeten ingeleverd worden, waardoor je terug stevig met de voeten op de grond komt te staan. Af en toe verliest men dit wel eens uit het oog, waardoor er dan wel eens wat bemiddeling nodig is. Je kan niet én pleitwedstrijden doen én alle andere taken die aan een student worden opgelegd tegelijk uitvoeren. En daar zou in sommige gevallen iets meer begrip voor mogen zijn. De pleitwedstrijden zijn een uithangbord voor de faculteit. Wat kan er nog gebeuren om dit in ruimere kringen kenbaar te maken?
Sten Verhoeven: Onze faam gaat al heel ver. We hebben Erasmus-studenten die speciaal naar Leuven komen om deel te nemen aan de pleitwedstrijden. Hier krijgen ze de kansen die ze soms aan hun universiteit niet hebben. De internationale uitstraling is er al. In de pers krijg je hier echter niet veel respons op, zeker niet als je vergelijkt met Amerikaanse toestanden. Allicht zijn we een beetje te bescheiden. Govert Coppens: Daarnaast is er niet echt veel respons in de pers, zeker niet in tijden van politieke crisis. Het is pas wanneer we niet doorgaan dat de kranten blokletteren: “Gent veegt Leuven van tafel in pleitwedstrijd”, die ene keer dat we niet wonnen van Gent…
VRG-Alumni: Hoog tijd dus dat we met zijn allen gebruik maken van onze communicatiekanalen. Zeg het voort: onze faculteit heeft goede teams die meedraaien op wereldniveau. Het kan ook moeilijk anders, gelet op de kwaliteiten van onze faculteit. Wat dus de zoveelste reden is om vanuit de Alumnivereniging dit initiatief te steunen dankzij de lidgelden voor de vereniging, wat we dit jaar ook deden. VRGAlumni schonk 19.000 € aan de pleitwed strijden! Bart Meulemans
Alumni
in
de
De rechters in de nationale ronde. Professor Bossuyt, Olya Burlyuk en Freya Baetens.
kijker
Jessup competitie: na de overwinning in de nationale ronde in het Grondwettelijk Hof te Brussel
Wedstrijd
Team
Resultaten
ELSA Moot Court Competition (WTO)
Julie Vandeloo, Linda Poppe, Joseph Kariuki, Charlotte Van Haute
Derde plaats
Jessup
Katri Nousiainen, Govert Coppens, Jan Janssen, Przemyslaw Raj, Joos Roets
Kwartfinale (veertiende plaats), Winnaar Dillard Competition voor beste memorial
Pictet
Halve finale
Lachs Xiang
Mathieu Soete, Kai Teo Xiang
Tweede plaats, beste oralist: Kai Teo
Vis
Kathleen Crabbé, Glory Franke, Shabana Saleem, Wouter Verheyen
67ste plaats op 203, Glory Franke: Honorable Mention best individual oralist
Fernando Gonzalez Rojas (coach), Joos Roets, Katri Nousiainen, Govert Coppens, Prof. Blanpain, Jan Janssen, Przemyslaw Raj en Sten Verhoeven (coach).
7
Alumni
in
de
kijker
Interview met Annemie Roppe
Net voor de financiële crisis losbarste, benoemde Febelfin (de Federatie van de Belgische financiële instellingen) Annemie Roppe tot Directeur van het programma ‘Financiële Geletterdheid’. VRG-Alumni ging op visite bij de vrouw die indertijd op de barrikaden stond voor Leuven Vlaams en nu moet instaan voor de financiële emancipatie van ’s lands volk.
Welk soort student was u?
Achteraf gezien: nogal evenwichtig bezig én met het actieve studentenleven (betogingen voor Leuven Vlaams, deelname aan praesesverkiezingen met mijn lief tegen ‘de kliek’ van Mechelen geleid door Luc Van den Brande, bijwonen van volksvergaderingen) én – zeker na karnaval – met studeren (toch elk jaar geslaagd!). De politieke bewogenheid had ik van thuis uit meegekregen. (Nvdr.: de vader van Annemie Roppe was gouverneur van de provincie Limburg). Was de studies voor de rechten een bewuste keuze?
Inderdaad wel, alhoewel ik ook aan psychologie had gedacht. De doorslag werd gegeven door een uitspraak van mijn vader die zei dat: ‘Rechten toch niets was voor een meisje’, terwijl hijzelf die studie gedaan had en mijn oudste broer ook met rechten bezig was…Dat was nu nét de uitdaging die ik nodig had en… dat hij klaarblijkelijk goed door! Om hem een plezier te doen, heb ik uiteindelijk nog notariaat bij gedaan. Toen kon dat nog in hetzelfde eindjaar (1969). Aan welk vak/welke prof bewaart u de beste/slechtste herinnering en waarom?
8
Moeilijk kiezen… Bij Van Gerven deden we het eerste groepsexamen, wat mij enorm afremde en zenuwachtig maakte, terwijl dat voor anderen nu juist een pluspunt was. Bij Blanpain wonnen mijn lief en ik een weddingschap ivm het stoppen met roken, wat ons een fles champagne opleverde. Bij Van Hee kreeg ik de eerste kookrecepten op het examen, terwijl zelf koken mij écht niet interesseerde (toen niet en nu nog niet) en ik dus moeite had om gepast te reageren en bij Dillemans moest ik onmiddellijk een eigen huwelijkscontract kiezen
en verdedigen, terwijl ik daar nog niet aan toe was. Van Suy herinner ik me een bewogen halftime reis naar Berlijn en van Van de Putte herinner ik me dat zijn cursus nog steeds dezelfde was als die van mijn vader, die deze twee catechismussen (zoals wij ze noemden) – in tegenstelling tot mijzelf – rats vanbuiten kende! Zo is er van iedereen toch wel iets te vertellen! Hoe hebt u de overgang van het studentenleven naar het professionele leven ervaren? Was de aanpassing groot?
De aanpassing was zéér groot: het bewogen en gedreven studentenleven dat moest plaats ruimen voor het zeer sterk geregelde en regelmatige leven, het alleen aan een bureautje studeren dat werd vervangen door het leren van werkprocessen in een groep van ervaren werknemers, het hiërarchisch uitgebouwd systeem, soms zinvol, soms zinloos… Kan u kort het verloop van uw carrière schetsen na uw promotie?
Mijn eerste werkgever was de Kredietbank. Na een verkorte stage (1969-1970) in de Universitaire Ploeg (voor mannen was dat 3 jaar, voor vrouwen maar 1 jaar, want…’die bleven toch niet..’), kwam ik terecht bij de personeelsdienst waar aspecten van arbeidsrecht en sociaal recht tot mijn takenpakket behoorden. Nadien heb ik nog in organisatiediensten van de bank gewerkt, zowel in Gent als in Brussel, opleidng en vorming gegeven in Antwerpen, en – in het kader van de cliëntenindeling – de vermogensbenadering mee uitgebouwd. Ondertussen werd ik tot twee maal toe gedetacheerd naar een ministerieel kabinet, waar ik juridisch adviseur was. Op het federale kabinet van Sociale Zaken en Nederlandse Cultuur bestond mijn taak voornamelijk uit het voorbereiden van de ministerraad en was ik bezig met staatsrecht (tijd van het Egmontpact). Op het kabinet van het Brussels Gewest hield ik me bezig met sociale zaken. In 1993 werd ik secretaris-generaal van het BVICB (Belgische Vereniging voor Beleggingsinstellingen), een beroepsvereniging in de financiële sector. In 2003 werd ik gekozen als parlementslid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, waar ik voorzitter was van de Commissie Handels- en Economisch recht en lid was van meerdere commissies, o.m. van Financiën.
Alumni
in
In de loop van september van dit jaar (2008) werd ik aangesteld als Directeur Financiële Geletterdheid van Febelfin, met als opdracht dit programma uit te werken. Febelfin is de Belgische beroepsfederatie van de financiële sector (zie ook www.febelfin.be). Welke is de doelstelling van het programma?
‘Financiële geletterdheid’ houdt in: de bekwaamheid bevorderen bij de gewone man om gepaste keuzes te kunnen maken bij het beheer van de eigen geldzaken. Om een gepaste keuze te maken moeten twee voorwaarden vervuld zijn: enerzijds moet de informatie die het publiek krijgt klaar en duidelijk zijn, anderzijds moet het publiek opgeleid zijn om de informatie te begrijpen. Die tweevoudige taak zit in het programma vervat. De bedoeling van het programma is om de financiële wereld en het grote publiek dichter bij elkaar te brengen door vorming en informatie, zowel via onderwijs als via een gerichte benadering van de specifieke doelgroepen. Febelfin wil hierin een ondersteunende rol spelen naar de overheden en andere partijen, en dit zowel op Belgisch als Europees niveau. Het zal dit bijvoorbeeld doen door per doelgroep het niveau van geletterdheid vast te stellen, de bestaande initiatieven voor die doelgroep te inventariseren en bijkomende initiatieven te ontwikkelen in samenwerking met de overheid, niet-gouvernementele organisaties en de betrokken sector. De gloednieuwe webstekken www.mijngeldenik.be en www.monargentetmoi.be hopen daar ook toe bij te dragen. De opleiding van de bankadviseurs hoort niet onmiddellijk tot het programma; daar staat onze Febelfin Academy voor in. Is het programma een antwoord van Febelin op de huidige financiële crisis?
De huidige financiële crisis heeft zeker de nood aan financiële vorming bij de gewone man scherper gesteld. Maar reeds lang werd er in de sector nagedacht over mogelijkheden hieromtrent. Bij de bemiddelingsdiensten en de banken heerst al lang een algemeen aanvoelen dat er nood aan vorming is bij het grote publiek over de essentiële beginselen van geld- en risicobeheer. De minister van Financiën en de minister verantwoordelijk voor Consumentenzaken hebben hier vorig jaar ook al op gewezen. De CBFA heeft intussen een verdienstelijke poging ondernomen om het thema en haar intenties op haar webstek op te nemen. (www.cbfa.be). Op Europees vlak is het thema zowel door de OESO als door de Europese Com-
de
kijker
missie op de agenda geplaatst. De verschillende landen zullen door Europa dan ook nog sterker aangespoord worden om hieromtrent iets te doen. Hoe ziet een gemiddelde dag/week er voor u uit?
Van een gemiddelde werkdag kan ik nog niet spreken. De enkele weken die ik terug in het bedrijfsleven bezig ben, verschillen natuurlijk weer sterk van het politieke leven, waar alles bijna onverwacht, onregelmatig en onvoorspelbaar is. De regelmaat lijkt hier iets groter, al werd ik na enkele dagen al ten volle met de financiële crisis en de eraan verbonden wijzigingen in het financiële landschap geconfronteerd! Ook hier: veel vergaderingen, veel overleggen, veel bespreken en proberen om creatief te zijn in het vinden van de juiste mensen op de juiste plaatsen om mijn opdracht uit te bouwen. En ja, ’s morgens en ’s avonds de file trotseren, wat vanuit Hasselt niet altijd een evidente zaak is. Gelukkig kan er ook af en toe van thuis uit worden gewerkt. Ondertussen tracht ik toch ook tijd te maken voor mijn andere sociale activiteiten, zoals organiseren of deelnemen aan politieke vergaderingen (gemeenteraadslid in Hasselt), zingen in kathedraalkoor van Hasselt (ook lid van het bestuur), uitbouwen van project ‘Lucia’ rond kansarmoede in Limburg, mee zorg dragen voor geestelijke gezondheid via Similes (vereniging voor familieleden van psychiatrische patiënten), naast enkele andere bestuursmandaten. Mijn dagen en avonden zijn dus wel heel erg goed gevuld. Hebt u nog tijd om een goed boek te lezen?
Zelden. Maar dit weekend heb ik mij het boek van Geert Noels over “Econoschok ” aangeschaft. Boeken over economische of politieke thema’s genieten mijn voorkeur. Als échte ontspanning: af en toe een detectiveverhaal bij voorkeur van Donna Leon! Wat vindt u, nu u in de professionele wereld zit, van de stelling “Rechten: een polyvalente opleiding!”
Deze stelling klopt, inderdaad. Als men nagaat waar mensen met een diploma rechten overal in terecht kunnen komen, dan wordt die stelling wel ruim bewezen. Wat ervaart u, vanuit de dagelijkse praktijk, als een tekortkoming tijdens uw studies? Wat daarentegen, komt u daarentegen wel goed van pas?
9
Alumni
in
Het soms te weinig praktijkgericht zijn, te weinig stages, ook al is dat nu misschien wel helemaal veranderd. Eens afgestudeerd, heeft men immers helemaal geen idee over hoe het er in een bedrijf aan toe gaat, wat u ligt, en wat niet. De financiële wereld, een bank, kan vanop afstand erg saai lijken, terwijl daar heel wat variatie bestaat en ik daar toch de meest interessante functies heb kunnen uitoefenen. Wat mij wel goed van pas komt is het redeneren, het logisch denken, het gevarieerd denken ook, en het leren verwerken van grote hoeveelheden teksten die dan op een samengevatte manier toch bijblijven: het leren onderscheiden van hoofdzaken en details. Zou u opnieuw rechten gaan studeren als u kon herbeginnen?
Heel zeker!
Valknieuws
de
kijker
Wat is uw boodschap voor de rechtenstudenten van vandaag?
Goed studeren, maar niet enkel studeren! Ook deelnemen aan het sociale leven om zo zichzelf te leren kennen en te ontwikkelen, om zo op een evenwichtige manier voorbereid te zijn op het werkelijke leven en alzo de juiste beroepskeuzes te kunnen maken. Als u nu “for old times sake” een avond op stap gaat in Leuven, waar vinden wij u dan zeker terug?
In de Muntstraat, maar vermits ‘De Munt’ niet meer bestaat, bij ‘Amadee’: bruine kroeg, toffe patron en schitterende muziek! Van harte dank voor dit interview. Christel Van Haecke
China reis – VRG-Alumni In Dunhuang werden wij geconfronteerd met betoverende Boeddahbeelden in diepe grotten temidden van het spectaculair decor van de Oude Zijderoute. Zelfs de Gobi woestijn werd – per kameel – verkend. De geelkapmonniken van het Tibetaanse klooster in Xining (strekking Panchen Lama) verwelkomden ons als bedevaarders uit het verre westen en lieten een bijzondere indruk na.
Tussen 7 en 24 april weergalmde het Valklied in China. Onder leiding van de Grote Roerganger Roger Blanpain en China kenner Roel Nieuwdorp, brachten een 20-tal gemotiveerde en enthousiaste Alumni een bezoek aan het Rijk van het Midden. Het werd niet alleen een fascinerende cultuurschok maar ook en vooral een kennismaking met wat eens een superieure beschaving is geweest.
10
Naast de eerder klassieke bezoeken aan Bejing, waar we zelfs Pater Verbiest gingen groeten, en Shanghai dat zich zichtbaar ontpopt tot dé economische metropool van Azië, ging de tocht ook naar het avontuurlijke Noordwesten.
Het bezoek aan de terracotta krijgers in Xian, dat gedurende enkele eeuwen de politieke en culturele hoofdstad was van China, vormde evenwel het hoogtepunt van deze reis. De beelden die in 200 v Chr. werden opgesteld als bewakers van het graf van de eerste Chinese keizer, stralen onmiskenbaar een magische kracht uit op de bezoeker. De bijzonder goede sfeer in de groep, de kundige leiding van Mevr L. De Clerck, kortom het ganse programma op zich, hebben van deze reis een echte topper gemaakt, die in de annalen van onze faculteit zal geboekstaafd worden. China is bijzonder. Maar de bezoeker dient wel belangrijke concessies te doen op culinair en sanitair gebied. Dat heeft menig alumna moeten ondervinden. Herman NAEYAERT Alumnus 1970
V a l k n i e u w s
EXTERNE BEWEGINGEN
Nieuwe professoren Prof. dr. Ilse Samoy, docent, voor “Privaatrecht” (eerste jaar van de gezamenlijke bachelor in de rechten te Hasselt) Ilse Samoy (°1974) studeerde rechten te Namen en Leuven. Zij doctoreerde in 2005 aan de K.U.Leuven (promotor prof. Sophie Stijns) met een proefschrift over “De middellijke vertegenwoordiging”, een complex kernleerstuk uit het verbintenissenrecht. Zij is sinds oktober 2001 verbonden aan het Instituut voor Verbintenissenrecht (afdeling Privaatrecht) van de faculteit als aspirant van het FWO-Vlaanderen, waarna zij in 2005 postdoctoraal onderzoeker FWO-Vlaanderen werd met een project rond de Meerpartijenovereenkomsten. Zij doceerde gedurende de afgelopen academiejaren (20062008) “Personen-, familie- en familiaal vermogensrecht” aan de Kulak en de K.U.Brussel.
Prof. dr. Stefan Sottiaux, docent, voor “Staatsen administratief recht” (eerste bachelor rechten te Kortrijk) en “Publiekrecht” (eerste jaar van de gezamenlijke bachelor in de rechten te Brussel) Stefan Sottiaux (geboren 1976) studeerde rechten en filosofie in Antwerpen en Oxford (LLM). Hij doctoreerde in Antwerpen op een proefschrift met als titel “Terrorism and the Limitation of Rights, the European Convention on Human Rights and the United States Constitution” (promotor: prof. Marc Bossuyt). Tot dusver was hij gastdocent aan de UA en de UGent in het kader van het door hem opgerichte Interuniversitair centrum voor discriminatierecht. Hij is lid van een aantal redacties (Jaarboek Interuniversitair Centrum Mensenrechten, Tijdschrift voor Mensenrechten, Human Rights and International Legal Discourse). Tevens is hij advocaat.
Prof. dr. Piet Van Nuffel, docent (deeltijds) voor “Internationaal en Europees recht” (partim) (eerste jaar van de gezamenlijke bachelor rechten te Hasselt) Piet Van Nuffel (°1968) studeerde rechten aan de KU Leuven en behaalde, na een mandaat als Aspirant-FWO (1993-1997) en een aantal bijkomende jaren als assistent bij het Instituut voor Europees Recht, in 1999 een doctoraat te Leuven (promotor: prof. Koen Lenaerts) over de rechten van nationale overheden in het Europees recht, bekroond met de Collin-Prijs en de Emile Bernheim-Prijs (2000). In 1993 behaalde hij een LLM aan de Harvard Law School. Sedert september 2005 is hij deeltijds docent Europees recht aan de KUBrussel; sedert 2006 verricht hij diverse plaatsvervangingen in het Europees recht aan de KU Leuven. Hij is tevens Europees functionaris, eerst bij de Europese Commissie en, sedert een aantal jaren, als referendaris bij het Gerecht van Eerste Aanleg/Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxemburg.
Prof. dr. Cedric Ryngaert, docent (deeltijds) voor “Internationaal en Europees recht” (partim) (eerste jaar van de gezamenlijke bachelor rechten te Hasselt) Cedric Ryngaert (°1978) studeerde rechten in Leuven en doctoreerde als aspirant van het FWO in 2007 op een proefschrift over rechtsmacht in het internationaal recht (promotor: prof. Jan Wouters), waarbij de praktijk van de Europese Unie en haar lidstaten met deze van de V.S. in verscheidene rechtsdomeinen wordt vergeleken. Tijdens zijn mandaatsperiode werkte hij als Visiting Researcher aan de Harvard Law School (2005). Sinds 2007 is hij voltijds universitair docent internationaal publiek-
11
V a l k n i e u w s
recht aan de Universiteit Utrecht. Hij heeft aan de KU.Leuven in 2006-2007 en 2007-2008 verschillende plaatsvervangingen voor internationaalrechtelijke vakken vervuld.
Erasmus Mundi programma in Rotterdam en van een European Doctorate in Law and Economics. Hij is gasthoogleraar in zijn vakgebied in meerdere buitenlandse universiteiten.
Prof. dr. Roger Vandenbergh, buitengewoon hoogleraar, voor “Economic Analysis of Law” (master in de rechten; master of laws)
Prof. dr. Johan Du Mongh, docent (deeltijds) voor “Personen-, familie- en familiaal vermogensrecht” (2de bachelor rechten te Kortrijk en Brussel)
Roger Vandenbergh (°1952) studeerde Rechten te Antwerpen (1975) en doctoreerde aldaar over een economischrechtelijk onderwerp (1982). Hij werkte aanvankelijk op mededingings- en consumentenrecht, maar ontpopte zich weldra tot een actieve beoefenaar van de economische analyse van het recht. Hij kreeg leeropdrachten in dit vakgebied aan de universiteiten van Hamburg en Utrecht, en werd hoogleraar in Law and Economics aan de Erasmus Universiteit Rotterdam in 1998. Hij was in Rotterdam directeur van het Erasmus Programma in Law and Economics en is thans coördinator van het Erasmus Mundus Master in Law and Economics programma. Als voorzitter van de European Association in Law and Economics stimuleerde hij het onderzoek over rechtseconomie in heel Europa. Hij publiceerde niet alleen in vele internationale juridische tijdschriften maar ook in de economische toptijdschriften. Hij speelde een centrale rol in de organisatie van het
Opleidingsonderdelen die bijkomende werden toegewezen
12
“Fiscaal en arbeidsovereenkomstenrecht” (bachelor economie) aan de professoren Luc De Broe en Axel Haelterman; “Inleiding tot het economisch recht” (bachelor economie) aan de professoren Evelyne Terryn en Wouter Devroe; “Rechtsvergelijking” (partim) (gezamenlijke bachelor rechten te Hasselt) aan prof. Wouter Devroe; “Rechtsgeschiedenis” (gezamenlijke bachelor rechten te Brussel) aan prof. Jos Monballyu; een aantal vakken van de lerarenopleiding (Praktijkoriëntatie: de leraar gedrags- en maatschappijwetenschappen, Vakdidactiek maatschappijwetenschappen en filosofie, Concretisering thema’s uit de vakdidactiek maatschappijwetenschappen, Stage maatschappijwetenschappen en filosofie, Probleemgedrag en delinquentie op school) aan prof. Johan Deklerck.
Johan Du Mongh (°1970) studeerde rechten te Leuven en is advocaat. Zijn doctoraal proefschrift verdedigd aan de K.U.Leuven (2003, promotor prof. W. Pintens) met als titel “De erfovergang van aandelen”, werd bekroond met de F. Collinprijs 2004. Hij is sinds 1994 verbonden aan het Instituut voor Familiaal Vermogensrecht (afdeling Privaatrecht) te Leuven (eerst als assistent, dan als wetenschappelijk medewerker). Samen met prof. Pintens schreef hij de “Schets van het familiaal vermogensrecht” en is hij co-editor van de reeks Patrimonium. Herhaaldelijk trad hij op als plaatsvervanger. Hij doceerde gedurende de afgelopen academiejaren (2006-2008) “Personen-, familie- en familiaal vermogensrecht” aan de Kulak en de K.U.Brussel.
Bevorderingen Prof. dr. Randall Lesaffer (buitengewoon hoogleraar), prof. dr. Johan Put (hoogleraar), prof. dr. Vincent Sagaert (hoofddocent) en prof. dr. Yves Stevens (hoofddocent deeltijds)
Vaste benoemingen Prof. dr. Jeroen Maesschalck (docent), prof. dr. Evelyne Terryn (docent), prof. dr. Caroline Van Schoubroeck (hoofddocent deeltijds)
Werd toegelaten tot het emeritaat Prof. dr. Dirk Vanden Auweele (rechtsgeschiedenis)
V a l k n i e u w s
Afdeling Limburg organiseerde een geslaagde reünie van de promotie 1960 Onze promotiereünie op 11 oktober 2008 in Herckenrode/Melveren was een schot in de roos. André Corthouts, Franz Ver Berne en enkele andere Limburgers hebben voor een bewonderenswaardig interlustrum gezorgd. Proficiat, dat kon niet beter! Mooi weer, prachtige historische omgeving, overtuigende inleiding door André van het bezoek aan de abdij van Herckenrode en de oude en nieuwe omliggende gebouwen, toegelicht door ervaren en enthousiaste gidsen; welgekomen koffiepauze met Limburgse vlaaien, gezondheidswandeling in het natuurgebied met kruidentuin en indrukwekkend grote tiendenschuur. Meesterlijk gekozen, heerlijk bereid en smaakvol gepresenteerd menu voor het namiddagbanket in de rustige omgeving “Aen de Kerck van Melveren” te Sint-Truiden, gekruid met de verwachte spot door Jaak Deprez (met mijn ernstige e-mails nog wel) over het derde huwelijk van jaargenoot Wilfried Martens en een pittige inleiding van een rondvraag over het programma van het naderende gouden jubileum in 2010 van onze promotie, dat volgens algemene consensus in Leuven hoort gevierd te worden. Zoals reeds mondeling meegedeeld, verzoekt VRGAlumnivoorzitter Roger Blanpain alle deelnemers hun lidmaatschap voor 2008-2009 nu te betalen.
Reünie van de promotie 1963 Alweer 45 jaar is het geleden dat we Leuven verlieten om het elders te gaan waar maken. Op zaterdag 8 november 2008 verzamelden we voor de vijfde maal, deze keer in restaurant Arenberg te Heverlee, samen met ere-rector Roger Dillemans en Prof.em.Roger Blanpain (Prof. em.Walter baron Van Gerven was weerhouden in Berlijn). Zoals steeds was ook onze illustere studiegenoot en “redder des vaderlands” Jean-Luc Dehaene van de partij. Commentaar van een buitenstaander: “Ze zien er allemaal gelukkig en welvarend uit”. Hopelijk is dat bij onze volgende reünie ook nog zo. Lieve Van Bruystegem, Karel Lacquet en Peter Janssens
Hierbij gaat alvast de nog niet helemaal afgewerkte opname door Ulla De Scheemaecker van de groepsfoto van de aanwezige promotiegenoten, 20 van de 34 deelnemers. Het was een heel leuk weerzien, al dan niet met de echtgenoten, in een prettige studentikoze sfeer, bevorderd door gezang en het pianospel van Jan Valvekens. Aan allen heel, heel veel dank! Wim Rycken, ereadvocaat, VRG-jaarverantwoordelijke
V a l k n i e u w s
Reünie van de promotie 1978 Een stralende zaterdag 11 oktober 2008 bracht een zeventigtal licentiaten in de rechten samen die dertig jaren, geleden, in 1978, afstudeerden. De vijf jaarpresessen organiseerden nu voor de zesde maal deze jaarbijeenkomst. Eerste werden we in de Valk aan de Tiensestraat, ook in 1978 ons gebouw van de rechtsfaculteit, ontvangen door jaargenoot en decaan Paul Van Orshoven. In het auditorium Professor Van Hee, leidde hij ons in in de nieuwe wereld van de rechtenstudent van vandaag. Informatie over programma, examens, beoordelingen wisselden af met leuke anekdotes over toen en nu. Ook overliepen we de gilde van professoren die ons toen, al vaak vergrijsd in het vak, les gaven.
Er werden even gemijmerd over het luxueuze leslokaal van vandaag. Dat “toen” bespoten was met politieke slogans, affiches tegen aankoop van Mirages gevechtsvliegtuigen, oproepen tot revolutie, naast de aankondiging van stakingen tegen semestersystemen Het vragen half uurtje over het huidige wel en wee aan een faculteit (met semesterexamens) liep stevig uit, waarna we ons begaven naar de Faculty Club waar aperitief en wandelbuffet stonden te wachten. Het wandelbuffet werd even onderbroken om enkele jaargenoten toe te laten deel te nemen aan een panelgesprek. Jaargenoot Paul Geudens, politiek redacteur van de Gazet van Antwerpen, modereerde een debat tussen vier jaargenoten: een zittend magistraat (Johan Boon), een CEO (Luc Missorten), een diplomaat (Boudewijn Dereymaeker) en een woordvoerder (Moniek Delvou) over de evolutie van de media in de laatste dertig jaren. De advocaat was helaas door ziekte verhinderd… Nadien werd er nog tot in de vroege uurtjes samengezeten, en gebabbeld. Het leek wel of we maar een wekend weg waren weggeweest, en toch was het al dertig jaar geleden dat we ons ezelsvel ontvingen..
Bernard Mailleux, (preses 1e lic) Samen met : Marc Van Nuffel, ( preses 1e kan), Eric Monard (preses 2e kan), Mark Geyskens (preses 1e lic) Arnout Schotsmans ( preses 3e lic)
14
V a l k n i e u w s
Memoires Roger Blanpain: “Wat kan ik voor u doen?” “Wat kan ik voor u doen?” Beeld u even in dat dit magazine enkele maanden terug, aan een representatief staal van de Vlaamse bevolking, de vraag zou hebben voorgelegd op de cover van wiens memoires deze gevleugelde woorden het best tot hun recht zouden komen. Uw redactie acht het allerminst onwaarschijnlijk dat de naam van onze Alumnivoorzitter in de hogere regionen van de shortlist gefigureerd zou hebben. Wellicht bent u het zelfs met ons eens als we beweren dat er sprake zou zijn geweest van een onbetwiste eerste plaats ingeval dergelijke hypothetische steekproef beperkt zou zijn gebleven tot alumni van de Leuvense rechtsfaculteit. Ondertussen is de hypothese niet meer aan de orde, wegens achterhaald door de realiteit. Na de lectuur van het boek in één ruk te hebben voltooid, kan uw dienaar (helaas nog steeds geplaagd door een blauw oog dat hij opliep tijdens een hevige strijd onder redactieleden om het eerste exemplaar te bemachtigen) met de hand op het hart bevestigen dat het opschrift de lading meer dan dekt. Meer dan driehonderd bladzijden lang leidt Roger Blanpain de lezer op de hem eigen, begeesterende en vaak op bijzonder openhartige wijze langs zijn levenspad. Het blijkt duidelijk dat de goede raad die de jonge doctorandus destijds meekreeg van zijn mentor en leermeester Zeger Van Hee tot vandaag beklijft: “Rogers, ge moet zeggen wat ge denkt.” “Wat kan ik voor u doen?” verschaft de lezer een uniek insiderperspectief op het verloop van en de drijfveren achter een academische carrière die voortdurend in het teken stond en staat van een breed maatschappelijk engagement. Een eerste deel – “Van Dender tot Dijle” – vangt aan met de jeugdjaren te Geraardsbergen en de studies te Leuven en New York. Vervolgens komt de naar alle hoeken van de planeet leidende carrière aan de Leuvense universiteit uitgebreid aan bod. Het zal trouwens niet verwonderen dat hoogleraar Blanpain ook na het emeritaat actief blijft als tevoren. Halverwege het boek wordt de chronologische
aanpak verruild voor een thematische benadering. Deel twee beantwoordt de in de titel opgeworpen vraag uitvoerig. O.m. het Bosman arrest, de Badger case, de sociale BTW, de “apartheid” tussen arbeiders en bedienden, de strijd tegen het roken en zelfs de strafbaarheid van de Paus passeren de revue. Een derde en laatste deel – “Wat kunnen we samen doen?” – verhaalt o.a. over de legendarische reizen naar Genève met ondertussen precies veertig generaties studenten, over de door Roger Blanpain opgezette International Encyclopedia of Laws waaraan vandaag meer dan 1.200 auteurs uit heel de wereld meeschrijven, en nog (meerbepaald op blz. 299 tot en met 301) over de groei en bloei van VRG-Alumni. Bij dit alles krijgt de lezer nog een uit de kluiten gewassen voorwoord van de hand van minister van Staat Mark Eyskens, destijds studiegenoot in Leuven en de VS en immer sinds boezemvriend van Roger Blanpain. Daarin leren we o.a. dat onze voorzitter leidt aan “scribomanie”, hetgeen vrij verontrustend klinkt als zulk een bewering vloeit uit de gemeenzaam toch als erg accuraat en erudiet bekend staande pen van Mark Eyskens. Gelukkig blijkt het mee te vallen. Eyskens voegt er immers onmiddellijk geruststellend aan toe dat hij in hetzelfde bedje ziek is, waarna blijkt dat beiden slechts aangetast zijn door het virus van de “veelschrijverij”. Aangezien hun levenspaden ook na hun studies parallel bleven lopen, inclusief snijpunten op quasi alle cruciale momenten, kan het verhaal van de ene trouwens onmogelijk los van dat van de andere verteld worden. Dat levert de lezer het voordeel op dat het voorwoord van Minister van Staat Eyskens niet enkel de levensloop van Roger Blanpain inleidt, maar in feite tevens een verkorte versie van diens eigen, recentelijk verschenen memoires – “Mijn levens” – bevat. U krijgt dus twee boeken voor de prijs van één! “Wat kan ik voor u doen?” is zonder meer verplichte literatuur voor elke Leuvense jurist. Wij kijken alvast uit naar de aanvullingen die binnen enkele jaren ongetwijfeld zullen verschijnen.
15
V a l k n i e u w s
De bijgaande foto’s dateren van de boekvoorstelling en signeersessie tijdens de nocturne van de Antwerpse boekenbeurs op 6 november. De bijzonder feestelijke avond werd, naast tussenkomsten door auteur en inleider, opgeluisterd door een muzikaal intermezzo van de verzamelde kleinkinderen van de auteur en een gesmaakte interventie van Peter Frans Anthonissen (promotie 1979). De memoires van Roger Blanpain rolden begin oktober van de persen van uitgeverij Vanden Broele. Alumnileden genieten 10% korting op de reguliere aankoopprijs 28 euro. Exemplaren kunnen besteld worden middels een mailtje naar
[email protected]. Voor de flaptekst en een overzicht van markantste onderwerpen, kan u terecht op www.vrgalumni.be. Dimitri Droshout
Mevr. Lena Dubois, mevr. Mita Declercq met Prof. Roger Blanpain.
Prof. Van Houtte, mevr. De Keersmaeker met Prof. Roger Blanpain.
Prof. en mevr. Bo Coolsaet met Prof. Roger Blanpain.
Alumniprijs De raad van bestuur van VRG-Alumni Leuven heeft beslist haar jaarlijkse prijs op 6 maart toe te kennen aan Ivo Mechels, woordvoerder van de verbruikersorganisatie Test-Aankoop. De VRG-Alumniprijs wordt toegekend aan een alumnus van de rechtsfaculteit die zich maatschappelijk bijzonder onderscheiden heeft. Eerdere laureaten waren Jef Vermassen, Lieve Stappers (VZW Zebra) en procureur-generaal André Van Oudenhove.
16
Mechels krijgt de onderscheiding “voor de fervente wijze waarop hij de belangen van de consumenten verdedigt”. Voor hij midden van de jaren 90 aan de slag ging bij Test-Aankoop werkte hij een tiental jaren bij de CVP-Senaatsfractie en op de kabinetten van de ministers Karel Pinxten en Leo Delcroix. De laudatio zal worden uitgesproken door Peter Frans Anthonissen, gedelegeerd bestuurder van Anthonissen & Associates.
A l u m n i q u i z
Bent u klaar voor de Alumnidag? De grote triviale Alumniquiz Op 6 maart 2009 is het weer VRG-Alumnidag. Dé jaarlijkse gelegenheid om binnen de eeuwenoude muren van College De Valk nieuwe inzichten op te doen en vertrouwde gezichten terug te zien. Kennis opbouwen en kennis behouden is een van de belangrijkste eigenschappen die je kunt hebben in onze samenleving. Daarom hebben we ons best gedaan om een aantal algemeen gekende maar ook triviale feiten op te zoeken tot leer en vermaak. Op die manier kan u zelf bepalen in welke mate u al dan niet behoefte hebt aan specifieke opleiding, wat de keuze uit de veelheid van onderwerpen danig zal vergemakkelijken. Vraag 1: Laten we vrij klassiek beginnen met een cijfervraagje: “Hoeveel leden telt de Senaat op dit moment?” a) 71 b) 74 c) 85 d) 100 Vraag 2: Het Burgerlijk Wetboek staat vol met ludieke begrippen en concepten uit de tijd dat de wereld nog hoofdzakelijk in het teken stond van landbouw en veeteelt. Hopelijk mag dit nog lang zo blijven. Wat dacht u van deze vraag: “Wanneer wordt graan een roerend goed?” a) zodra het graan gemaaid is; b) zodra het graan gemaaid is en de vruchten afgescheiden; c) zodra het graan opgehaald is; d) zodra de openbare weg bereikt. Vraag 3: Nog een cijfervraagje. Hoeveel Ministers kan de regering maximaal hebben (de eerste minister inbegrepen)? a) 15 b) 17 c) 20 d) Dit is niet vastgelegd in de wet. Vraag 4: Strafrecht is belangrijk in deze vreemde tijden. Het vernielen, neerhalen, verminken of beschadigen van monumenten, standbeelden, schilderijen of welke kunstvoorwerpen ook, die in kerken, tempels of andere openbare gebouwen zijn geplaatst is een strafbaar feit. Maar welke straf staat hier op? a) vijftien dagen tot drie jaar gevangenis en geldboete van vijftig frank tot vijfhonderd frank;
b) gevangenisstraf van vijftien dagen tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig frank tot honderdduizend frank of met een van die straffen alleen; c) gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met geldboete van tweehonderd frank tot tweeduizend frank; d) acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig frank tot vijfhonderd frank. Vraag 5: Gelukkig is België een democratie. Daarom een vraagje omtrent de stemverrichtingen. De verleiding was groot om een vraag te stellen rond het rode kiespotlood, maar op de valreep kozen we toch voor iets anders, met name: “Mogen er zich in de nabijheid van een stemlokaal gewapende personen ophouden?” a) Ja, indien de gouverneur dit heeft toegestaan; b) Ja, indien de burgemeester dit heeft toegestaan; c) Ja, na opvordering door de voorzitter van het stembureau; d) Neen. Vraag 6: Wat heeft de wetgever in de hierna volgende zin proberen te omschrijven: “een permanente installatie bestemd voor vermaak of ontspanning, ter voortbeweging van personen, en aangedreven door een niet-menselijke energiebron”? Vraag 7: Juristen moeten van alle markten thuis zijn. Zo ook van de dierenmarkt. Het KB van 7 december 2001 bepaalt de “lijst van dieren die mogen gehouden worden”. Welk van de onderstaande dieren komt niet op die lijst voor? a) Degoe; b) Dzjoengaarse dwerghamster; c) Kameleon; d) Zwartstaartprairiehond; Vraag 8: Een lid van de politiediensten participeert in een sportactiviteit en er doet zich een ongeluk voor. Welk van de onderstaande sportactiviteiten voldoet aan de vereisten om eventueel in aanmerking te komen voor een arbeidsongeval? a) rugby b) biljarten c) paintball d) schietoefeningen
17
18
> 20 punten: het is glashelder waarom u destijds voor rechten gekozen hebt en niet voor Economie. 19 of 20 punten: we vermoeden dat u een strafbaar pleit gepleegd hebt waardoor u voortijdig in het bezit kwam van de juiste antwoorden. Indien u verzachtende omstandigheden kan inroepen verlaat u misschien net op tijd Leuven Centraal om naar de Alumnidag te komen < 18 punten: gelieve uw gegevens door te geven aan VRG Alumni, u mag op 6 maart 2009 het zelf komen uitleggen. < 11 en 14 punten: Niet slecht. U bent van harte welkom om op onze Alumnidag te komen controleren of er nog mensen zoals uzelf bestaan. < 10 punten: u komt tot de vaststelling dat het recht toch heel erg evolueerde, dat heel wat pittoreske begrippen niet meer in de wetgeving staan (exit moeskopperij, ook de “handel in Levantijnse bessen” staat niet meer in het Gerechtelijke Wetboek” en de regelgeving betreffende de “Koopvernietigende Gebreken bij Kleine Huisdieren” heeft haar landelijk karakter verloren. U besluit in te schrijven op de Alumnidag. < 7 punten: de Bama-hervorming heeft u duidelijk parten gespeeld. Herkansen kan! Bij voorkeur na 6 maart 2009. Ken uzelf 2 punten toe per goed antwoord.
Uw resultaat De antwoorden… Vraag 1: b) artikel 67 en 72 Grondwet (71 zonder de “senatoren van rechtswege”). Vraag 2: b) artikel 520 Burgerlijk wetboek. Vraag 3: a) artikel 99 Grondwet. Vraag 4: d) artikel 526 Strafwetboek. Vraag 5: c) artikel 109 Stemwetboek. Vraag 6: een “attractietoestel”, zie artikel 1 van het K.B. van 10 juni 2001 betreffende de uitbating van attractietoestellen. Vraag 7: c) bijlage 1 van het genoemde K.B. Vraag 8: d) artikel 4,2 Ministeriële omzendbrief GPI 37 van 9 april 2003 betreffende de sportactiviteiten in de politiediensten. Verder zijn ook vissen en schaken uitgesloten sporten… Vraag 9: c, 70 jaar, art. 383 Gerechtelijk Wetboek. De personen genoemd onder d) bereiken de pen-
sioenleeftijd op 67 jaar maar, mits toelating kunnen zij op post blijven zonder dat de leeftijd van 70 jaar mag overschreden worden, zie art. 40 Statuten van de Nationale Bank van België dd. 23 december 1998). Vraag 10: De kleuren die in beide assemblees worden gebruikt (rood voor de Senaat, groen voor de Kamer) zijn een afspiegeling van de kleuren die in het Britse Parlement worden gebruikt. Het Belgische Parlement heeft die kleuren overgenomen vanwege de democratische parlementaire traditie in het Verenigd Koninkrijk, en omdat de eerste echtgenote van onze eerste vorst, Leopold I, de prinses van Wales was. Het groen in het House of Commons gaat in de Engelse traditie terug tot de vroege middeleeuwen. De vorst (koning) liet zijn wetten stemmen in een weide (vandaar de groene kleur). Het rood van het House of Lords gaat nog verder terug in de geschiedenis, in het bijzonder op de Romeinse Senaat die oorspronkelijk in rood versierd was (bron: website van de Senaat).
Vraag 9: In welke functie geldt de hoogste pensioenleeftijd, verlengingen niet meegerekend? a) kaderleden b) universiteitsprofessoren c) magistraten bij het Hof van Cassatie d) leden van het Directiecomité, de Regentenraad of het College van Censoren van de Nationale Bank.
Vraag 10: Om af te sluiten wat rechtsgeschiedenis. De senaat vergadert in een interieur met rode zetels, de Kamer in een halfrond met groene zetels? Weet u ook waarom?
A l u m n i q u i z
A l u m n i n i e u w s
Alumninieuws Bent u recent getrouwd, heeft u nageslacht op de wereld gezet, bent u benoemd of onderscheiden en wilt u dit graag meedelen aan de juristengemeenschap… laat het ons weten, wij zorgen er dan voor dat het in deze kolommen op 14.000 exemplaren gedrukt wordt.
Overlijdens
Geboortes, huwelijken, overlijdens, benoemingen enz. van alumni kunt u meedelen op het volgend adres: VRG-Alumni, t.a.v. Jacqueline Van Hal, Klein Dalenstraat 46, 3020 Winksele, tel. 016/499 497 – fax 016/480 921, e-mail
[email protected].
Luc Boelens (promotie 1950) overleed op 2 maart 2008
Indien u een reünie plant met uw promotiejaar, kunt u dat ook op deze pagina laten weten.
Huwelijken Katherine Mortelmans (promotie 2000) huwde op 4 januari 2007 met Steven Overmeire Nicolas van den Broek (promotie 2006) huwde op 17 juli 2008 met Sarah Van den Brande Manu Vandenbulcke (promotie 1995) huwde op 8 augustus 2008 met Virginie Lietaer (promotie 1998) Roeland Verbist (promotie 2003) huwde op 29 augustus 2008 met Debby De Roover (promotie 1999)
Guy Gelders (promotie 1951) overleed op 2 december 2007 Baudouin Cols (promotie 1957) overleed op 21 februari 2008
Fernand Van den Broele (promotie 1953) overleed op 11 juni 2008 Piet Geysen (promotie 1950) overleed op 15 juni 2008 Karel Rimanque (promotie 1964) overleed op 20 juni 2008 Alphons Mercelis (promotie 1953) overleed op 7 juli 2008 Guido van Dievoet (promotie 1947) overleed op 11 juli 2008 Lamot Benoit (promotie 1954) overleed op 1 augustus 2008 Jacques Petit overleed op 5 augustus 2008 Rudy Ruelens (promotie 1978) overleed op 18 augustus 2008 Elisabeth Traen (promotie 1992) Tom Dewandre (promotie 1990)
Geboortes Chloé (26/12/2007), zusje van Auriane en dochtertje van Joris en Davina (promotie 2002) Heymans - Beukelaers Jasper (05/03/2008), zoontje van Steven en Katherine (promotie 2000) OvermeireMortelmans Sophie (19/04/2008), zusje van Eline en dochtertje van Wim (promotie 1996) en Nicole De Bus Noah (04/07/2008), zoontje van Kris en Kristien (promotie 2001) Van Boven – Van Dun Jonas (16/07/2008), zoontje van Sten en Sarah (promotie 2001) Loncke – Verhaeghe Daan (23/07/2008), zoontje van Dirk (promotie 1998) en Ingrid Van Craesbeek - Daerden Jack (30/08/2008), zoontje van Erik en Ellen (promotie 1999) Meert – Van Vlasselaer
Reünies De 2-jaarlijkse reünie van promotiejaar 1956 vindt plaats op 14 maart 1956. Contactpersoon: Roger Blanpain
Doctoraten Maandag 17 november 2008 Charlotte Declerck Literaire en artistieke eigendom in het familiaal vermogensrecht Promotor: Prof. dr. Walter Pintens Zaterdag 22 november 2008 Frederik Naert International Law Aspects of the EU’s Security and Defence Policy, with a Particular Focus on the Law of Armed Conflict and Human Rights Promotor: Prof. dr. Jan Wouters
19