UITGAVE OKTOBER 2000
INHOUD
Inhoud
2
Voorwoord
3
Inleiding
4
Schema
5
Naar een digitaal beeld
6
De verschillende mogelijkheden Digitaal fotograferen
6 9
Vergelijking
9
De beeldchip
10
Werking van de beeldchip
11
De beeldprocessor
12
Pixels
12
Resolutie
12
Opslag van het beeld
14
Bestandsformaten
14
De grootte van afbeeldingen
15
De digitale camera
16
Hard –en software
18
Hardware
18
Opslagmedia
20
Software
21
Uitvoer
24
De printer
24
Uitschieten op film
25
Papiersoorten
25
Overzicht
26
Toepassingen
27
Sponsors
28
Colofon
28
2
3
VOORWOORD Deze Reader is een samenvatting van de lezing op de Digidag. Digidagen zijn presentatiedagen over digitale technieken voor amateur-fotografen en fotografiecursisten. Ze zijn ontwikkeld door XLmediastudio in opdracht van de Stichting Beeldende Amateurkunst (SBA), speciaal om in Centra voor de Kunsten plaats te vinden. Een elektronische versie van deze Reader is te vinden op de CDigidag, de Digidag cd-rom. Op deze cd-rom staat een selectie van software (demo's, shareware en freeware) rond digitale beeldbewerking –en verwerking, zoals een demo van het op de Digidag gebruikte beeldbewerkingprogramma PhotoDeluxe. Reader en CDigidag sluiten aan op de inhoud van de Digidag. Hier en daar is de tekst van de Reader wat verder uitgebreid. De demonstraties van de Digidag zijn niet opgenomen. De Reader is dan ook primair bedoeld om nog eens na te lezen hoe de verschillende onderdelen in elkaar passen. De Reader zal steeds worden aangepast en uitgebreid met de laatste informatie. De nieuwste tekst is altijd te lezen op de website www.digidag.nl Daar kunnen ook vragen gesteld worden over de Reader, de Digidag of de CDigidag.
4
INLEIDING Digitaal fotograferen, digitale fotografie, de digitale doka, computerfotografie. Allemaal termen waarmee de amateur-fotograaf de laatste tijd wordt geconfronteerd. En dat roept vragen op: gaat de traditionele fotografie verdwijnen? Kun je straks geen ‘normale’ films meer krijgen en foto’s laten afdrukken? Velen denken dat het bewerken van foto’s nieuw is. Slechts de gebruikmaking van moderne instrumenten zoals de computer is nieuw. Beeldbewerking is zo oud als de fotografie. Onderstaande foto van Rejlander werd in 1858 (!) gemaakt. Maar liefst 32 negatieven werden voor de uiteindelijke afdruk gebruikt.
De Digidag vormde een kennismaking met de mogelijkheden, de actuele stand van zaken en een verwachting van de toekomst. Digital Imaging zoals het heet zal als instrument nooit de traditionele fotografie vervangen, maar zal er wel naast komen te staan als volwaardig toegevoegd instrument om beelden te produceren. Dat digital imaging nieuwe perspectieven opent staat vast. Het blijft echter de fotograaf die daar invulling aan zal moeten geven. Immers met welke gereedschappen ook gewerkt wordt: de fotograaf zal ze hanteren. Of het op dit moment raadzaam is om het digitale pad op te gaan is natuurlijk heel persoonlijk. Dat hangt ook af van doel, wensen en budget. De Digidag en alle informatie er omheen probeert slechts duidelijkheid te scheppen. De keuze moet je zelf maken.
5
SCHEMA In onderstaand schema kun je zien hoe vanuit verschillende richtingen foto’s en beelden digitaal en analoog terechtkomen in het computersysteem, daarin bewerkt en verwerkt worden en uiteindelijk hun bestemming of toepassing vinden.
Fotograferen
Analoge camera
Digitale camera
Internet
Floppy
Film
Photo CD
Floppy
Afdruk
Filmscanner
Digitale foto Flatbedcanner
Beeldbewerking Cd-rom
Floppy Computersysteem Output
Presentatie
Internet
E-mail
Dia
Print
Drukwerk
6
NAAR EEN DIGITAAL BEELD Er zijn verschillende mogelijkheden om een digitaal beeld te verkrijgen dat met behulp van de computer verder bewerkt en verwerkt kan worden. Het schema op de vorige pagina geeft die mogelijkheden weer. Op de eerste plaats kun je digitaal fotograferen met een digitale fotocamera of een digitale videocamera waarmee je ‘stills’ of foto’s kunt maken. De aldus verkregen beelden worden tijdelijk digitaal opgeslagen op een floppy, een geheugenkaart of ander medium dat in de camera zit. Een andere methode is een bestaand, analoog beeld in de vorm van dia, negatief of afdruk om te zetten naar een digitale vorm. Dat kan op verschillende manieren en op verschillende kwaliteitsniveaus. Het uiteindelijke doel en gebruik alsmede beschikbare budget bepalen hier de mogelijkheden. Sommige methodes kunnen heel gemakkelijk en tegen relatief lage kosten zelf worden uitgevoerd. Voor meer specialistische zaken kun je beter naar de fotowinkel stappen.
De verschillende mogelijkheden Flatbedscanner; zelf doen; voor foto’s en plaatjes
Dit apparaat werkt ongeveer als een kopieermachine: het origineel wordt met de beeldzijde op een glasplaat gelegd, waarna een lamp de afbeelding scant (aftast). Het gescande beeld wordt door de software omgezet naar digitale vorm. De flatbedscanner is in principe uitgerust voor het scannen van ‘opzichtmodellen’: foto’s dus. Wil je dia’s of doorzichtmodellen scannen dan zul je een losse module moeten aanschaffen die dat mogelijk maakt of een speciale scanner voor dia’s. Een scanner is altijd gekoppeld aan de computer, zodat de gescande beelden meteen kunnen worden opgeslagen. Scanners variëren in kwaliteit, snelheid en prijs. De kwaliteit wordt meestal bepaald door de resoluties die kunnen worden gescand, de grootte van het scangebied en de meegeleverde software. Voor wie veel en vaak afbeeldingen scant kan de snelheid ook een rol spelen bij de keuze. Leveranciers van uitstekende scanners voor fotografie zijn: zijn Hewlett Packard; Agfa; Umax.
7
Scanners worden in verschillende resoluties aangeboden. Voor normaal gebruik is een scanner met een resolutie van 600 x 1200 dpi (dots per inch) voldoende. Kijk altijd naar de optische resolutie waarde van een scanner: dit is de werkelijke resolutie. Andere waarden worden met software erbij berekend. Filmscanner; zelf doen; voor negatieven en dia’s De filmscanner, de naam zegt het al, is speciaal bedoeld voor het scannen van negatief –en positieffilm. Er zijn scanners voor alle filmformaten, en de meest populaire scanners kunnen dan ook kleinbeeld en APS moeiteloos scannen. Voor de middenformaat en grootbeeld filmmaten is vaak een grotere en duurdere scanner nodig. Ook hier geldt dat kwaliteit, snelheid en meegeleverde software sterk bepalend zijn voor de prijs. Toonaangevend, maar niet goedkoop, zijn Nikon scanners met Silverfast software. Voor amateurgebruik voldoen andere merken ook heel goed. Bijzonder is de HP PhotoSmart S20 scanner, die voor een redelijke prijs niet alleen negatieven en dia’s scant maar ook foto’s tot en met 13 x 18 cm aan kan, waardoor een flatbed-scanner eigenlijk overbodig is.
Downloaden van Internet; zelf doen.
Wanneer je over een Internetaansluiting op je computer beschikt dan kun je op eenvoudige wijze plaatjes en foto’s die je op het Internet tegen komt in je eigen computer krijgen door ze te downloaden of simpeler via kopiëren en plakken. De kwaliteit van de afbeeldingen kan nogal wisselen. In het algemeen zijn grotere bestanden beter bruikbaar dan kleine bestanden. Denk er ook om dat op veel foto’s auteursrecht zit, en dat je de afbeeldingen niet zomaar mag gebruiken.
8
Er zijn op het Internet speciale zoekmachines die voor je op zoek gaan specifieke foto’s of afbeeldingen op zelf aan te geven criteria. Kijk maar eens bij www.altavista.com of bij www.corbis.com Diskette; via de fotowinkel; voor foto’s. De meeste fotozaken bieden de mogelijkheid om tegen extra betaling je foto’s op een diskette van 3,5” (een floppy) weg te laten schrijven. Zo heb je dus je fotowerk in analoge en digitale vorm tegelijk. Hoef je zelf dus niet meer te scannen. Nieuw is de Kodak Picture CD waarbij je foto’s direct op een Cd-rom gezet worden klaar om in je beeldbewerkingsoftware of andere applicatie te gebruiken
PhotoCd; via de fotowinkel; voor negatieven en dia’s. Het meest onbekende maar een van de beste mogelijkheden je negatieven en dia’s digitaal te krijgen is de PhotoCD. Een exclusief product van Kodak waarbij met speciale apparatuur negatieven en dia’s in een aantal verschillende resoluties worden gescand en vervolgens weggeschreven naar een CDrom Er is een PhotoCD voor amateur-gebruik en een voor professioneel gebruik. Er kunnen ongeveer 100 kleinbeeldnegatieven of dia’s op een CD en dat hoeft niet in een keer. Je kunt telkens weer laten bijschrijven totdat de CD vol is. Alle bekende fotobewerkingssoftware kan de informatie van de PhotoCD lezen. Je betaalt eenmalig een bedrag voor de CD en vervolgens ongeveer fl. 1,50 voor elke dia of negatief dat je erop wilt hebben. De PhotoCD kun je bij de meeste fotozaken laten maken. Voor professionele toepassingen zoals nog hogere resoluties en scans van grote negatieven of dia’s is er de Pro PhotoCD Samenvattend is het digitaliseren van een analoog beeld (negatief, dia of afbeelding) eenvoudig zelf of via de fotowinkel te doen. De kwaliteit is afhankelijk van de methode, waarbij PhotoCD met kop en schouders boven de andere methodes uitsteekt. Bedenk dat een goed gescand negatief of een goed gescande 13 x 18 foto nog steeds een kwalitatief veel beter beeld oplevert dan een foto met een gangbare digitale fotocamera. Dat de kwaliteitsniveaus de komende tijd dichter bij elkaar komen te liggen is te verwachten, maar de termijn waarbinnen dat plaats vindt is onbekend. Prijs en kwaliteit in aanmerking nemend zijn een flatbedscanner en de PhotoCD de beste optie voor de amateur die met digitaal wil starten.
9
DIGITAAL FOTOGRAFEREN Digitaal fotograferen is fotograferen zonder film. Met een digitale foto -of daarvoor toegeruste videocamera kun je fotograferen net zoals dat met analoge camera’s kan. Steeds meer fabrikanten brengen naast een ‘normaal’ camera assortiment ook een digitaal segment op de markt. Er zijn merken die van een type camera zowel een analoge als ook een digitale uitvoering produceren, en merken die uitsluitend een digitaal assortiment produceren zoals Sony. Met de digitale Mavica camera van Sony (fotograferen op een floppy), is de digitale fotografie eigenlijk haar opmars onder de consumenten begonnen. Of een digitale camera beter is dan een analoge camera is eigenlijk geen punt van discussie. Vergelijken kan wel, maar in feite zijn het beide gereedschappen voor de fotograaf die ingezet kunnen worden afhankelijk van de mogelijkheden, eisen en toepassingen. Nog steeds is de kwaliteit van het uiteindelijke beeld bepalend.
Vergelijking De digitale camera heeft een aantal specifieke voordelen ten opzichte van een analoge camera. §
§
§
§
Je hebt geen film nodig. De foto’s die je maakt worden opgeslagen op een floppy of op een geheugenchip die je later in je computer weer kunt uitlezen, leeg maken en hergebruiken. Zuinig zijn met materiaal is dus niet meer nodig!. Vrijwel elke digitale camera is voorzien van een beeldschermpje voor het maken van de compositie, maar waar je ook even kunt kijken of je foto gemaakt is zoals je dacht. Niet goed: wissen en opnieuw beginnen. Een digitale camera werkt met technologie uit zowel fotografie als video. Contrastbeheersing alsmede correcties voor diverse lichtsoorten is veel eenvoudiger dan bij analoge fotografie. De mogelijkheden voor bewerking van beelden, zoombereik van het objectief alsmede het toevoegen van geluid bij je foto’s, zijn plezierige extra’s
Nadelen zijn er echter ook, en die liggen voornamelijk op het gebied van de uiteindelijke kwaliteit van de foto. Die kwaliteit hangt nauw samen met de Beeldchip of CCD die in de digitale camera gebruikt wordt en die dus de rol van het negatief of
10
dia moet overnemen. Ook de software die in de camera gebruikt wordt om alle gegevens te verwerken speelt een belangrijke rol. Daarnaast is kennis van verwerking en uiteindelijk weer reproduceren van de digitale informatie op papier onontbeerlijk om tot goede resultaten te komen. Ook hierin gaan de ontwikkelingen snel. Fabrikanten gaan er steeds meer toe over om kwaliteitsverbeterende elementen toe te voegen aan hun camera’s en de toegepaste software. Zo maakt Sony op dit moment al gebruik van Carl Zeiss objectieven en worden beeldchips gebruikt die op verschillende ISO-waarden kunnen worden belicht. Echter, de hoeveelheid informatie die door de beeldchip kan worden geregistreerd kan in de consumentensector nog steeds niet volledig concurreren met een negatief of dia. Hier geldt in het bijzonder dat de prijs de kwaliteit bepaalt.
De beeldchip Het is al even ter sprake gekomen: de beeldchip in de digitale camera is de vervanger van de film. Die beeldchip of CCD (Charged Coupled Device) is een lichtgevoelig elektronisch element dat de lichtstralen die door een onderwerp worden weerkaatst opvangt. Op de beeldchip zitten een groot aantal lichtgevoelige cellen vergelijkbaar met de korrels van de film. Net als bij de conventionele film wordt door de inwerking van licht een proces geactiveerd. Bij film is dat een chemisch proces, bij de beeldchip een elektronisch. De lichtgevoelige cellen zijn keurig in een rasterwerk geplaatst in een rechthoekige verhouding. Elke cel die op het rasterwerk zit wordt in de praktijk een pixel genoemd. Elke pixel kan informatie bevatten over kleur en helderheid. De grootte van de beeldchip is afhankelijk van het aantal pixels die er op zitten. Hoe meer pixels, hoe meer informatie de beeldchip kan registreren. Hoe meer informatie er beschikbaar is, hoe beter in het algemeen de kwaliteit van de uiteindelijke foto. Wanneer op de beeldchip bijvoorbeeld 1152 pixels in de breedte en 872 pixels in de hoogte zitten dan kan die beeldchip een beeld registreren dat in totaal 1152 x 872 = 1.004544 pixels groot is. Men noemt dit ook wel 1 Mega-pixel. Is dat veel? Dat hangt af van de toepassing van de foto. Voor een pasfoto is het ruim voldoende; voor een poster van 50 x 70cm is het niet zo veel. Voor een inktjetprint van 20 x 25cm heb je toch wel minimaal 2000 x 1600 pixels nodig. Een 100 ISO kleinbeeld dia bevat informatie die vergelijkbaar is met 13 Mega-pixel.
11
Werking van de beeldchip In de illustratie is schematisch weergegeven hoe de beeldchip werkt.
Licht
licht
CCD-chip CCD chip
elektronen Elektronen Tijdelijke opslag (analoog)
beeldprocessor
Tijdelijke opslag (digitaal)
De elektronen die op de beeldchip of CCD zitten worden geactiveerd door de inwerking van het licht en verplaatsen zich naar de tijdelijke opslag. Hoe meer inwerking van licht hoe meer elektronen zich verplaatsen. In de tijdelijke opslag is de informatie nog steeds analoog. Pas wanneer de informatie door de beeldprocessor is gegaan wordt de informatie omgezet van analoog naar digitaal. De digitale informatie wordt dan (tijdelijk) opgeslagen op een floppy, Memory Stick of anderszins. Nadat de digitale informatie is overgezet van het tijdelijke opslagmedium naar de computer, kunnen er verschillende bewerkingen op worden toegepast en kan de informatie weer omgezet worden naar bijvoorbeeld een afdruk op papier, een dia of negatief. Het beeld is dan weer analoog geworden.
12
De beeldprocessor Aan de beeldchip is de beeldprocessor verbonden: een kleine computer die de analoge informatie zodanig bewerkt dat er een bruikbaar digitaal beeld ontstaat. § § § §
De beeldprocessor vertaalt dus de analoge informatie naar digitale informatie. Tegelijkertijd berekent de processor de optimale helderheid, contrast en kleurweergave. De grote hoeveelheid informatie moet transportabel gemaakt worden. Daartoe worden speciale compressietechnieken uitgevoerd. Tevens houdt de processor rekening met opdrachten die door de gebruiker zijn ingegeven, zoals tegenlichtcorrectie, kleuraanpassing, geluidstoevoeging enz.
Beeldchip en beeldprocessor zijn de onderdelen die de film en het daaraan gekoppelde ontwikkelproces vervangen. De kwaliteit van zowel de chip als de processor zijn van grote invloed op het uiteindelijke resultaat.
Pixels Pixel is een afkorting van het Picture Element, waarmee wordt bedoeld: het elementaire deeltje van een digitale afbeelding. Elke digitale afbeelding is samengesteld uit pixels die de eigenlijke beeldinformatie bevatten zoals kleur, intensiteit en contrast. Hoe meer pixels een afbeelding bevat hoe meer informatie er beschikbaar is hoe beter in het algemeen de kwaliteit van het beeld. Pixels zijn in de digitale fotografie en digitale beeldbewerking de eenheden waarmee gewerkt wordt bij zowel de input als de output. Voldoende kennis over de invloed van het aantal pixels is essentieel in het digitale traject.
Resolutie De resolutie is de grootheid die in hoge mate de kwaliteit van een digitale afbeelding bepaalt zowel bij de opname, het scannen en het printen. Met de resolutie wordt bedoeld de dichtheid van het aantal pixels per eenheid. Bij het scannen en printen wordt de resolutie aangeduid in pixels per inch (1 inch = 2,54 cm). Men spreekt dan ook vaak van DPI = dots per inch, waarbij een dot gelijk is aan een pixel. Bij digitale camera’s wordt met de resolutie het totaal aantal pixels bedoeld waaruit de opname is samengesteld. Samenvattend kun je stellen: hoe meer pixels een opname of afbeelding bevat, hoe groter of hoger de resolutie is en hoe meer informatie er beschikbaar is. De verschillende resoluties die zijn toegepast bij het oog geven een duidelijk inzicht van de toename van de kwaliteit bij een hogere resolutie. De illustraties op de volgende pagina’s maken dat duidelijk. Van de foto is het rode gedeelte uitvergroot en weergeven in verschillende resoluties.
13
A = 3 pixels/inch; 9 x 7 pixels = 63 B = 5 pixels/inch; 16 x 13 pixels = 208 C = 9 pixels/inch; 30 x 25 pixels = 750 D = 18 pixels/inch; 60 x 50 pixels = 3000 E = 36 pixels/inch; 125 x 100 pixels = 12500 F = 72 pixels/inch; 250 x 200 pixels = 50000
A
B
C
D
E
F
14
Opslag van het beeld Het uiteindelijke digitale beeld wordt in eerste instantie opgeslagen in het geheugen van de camera, nadat de beeldprocessor zijn werk heeft gedaan. Hoe hoger de resolutie bij de opname hoe groter het informatiebestand dat moet worden opgeslagen. Het geheugen van een digitale camera is meestal uitneembaar en/of inwisselbaar. Afhankelijk van de capaciteit van de Memory Stick, floppy of geheugenkaarten, en de hoogte van de gekozen resolutie kunnen er veel of weinig digitale beelden tijdelijk worden opgeslagen. De beeldprocessor hanteert hiervoor een aantal vernuftige compressietechnieken: alle informatie wordt zo klein mogelijk ingepakt zodat deze gemakkelijk op het uitneembare geheugen past. Nadat de gecomprimeerde informatie naar de computer is overgebracht, kan met uitpakken worden gestart en wordt de uiteindelijke opname weer zichtbaar.
Bestandsformaten Een beeldbestand dient te worden opgeslagen of weggeschreven op een wijze zodat straks softwareprogramma’s met de bestanden verder kunnen werken. Dat wegschrijven in een bepaald bestandsformaat kan op verschillende manieren plaats vinden. Meestal wordt een bestandsformaat gebruikt dat de hoeveelheid informatie comprimeert (samendrukt) zodat er minder geheugen ruimte noodzakelijk is. Compressietechnieken worden overal daar toegepast wanneer de grote digitale bestanden getransporteerd moeten worden van het ene naar het andere medium of bij opslag dan wel archivering. De meest gebruikte compressieformaten voor beeldopslag zijn: JPEG en TIFF, waarbij vooral het JPEG formaat breed wordt toegepast. Het TIFF (Tag Image File Format) bestandsformaat is eigenlijk een opslagformaat dat met behulp van LZW compressie verkleind kan worden opgeslagen zonder kwaliteitseisverlies. Hierdoor is het TIFF-bestandsformaat het meest ideale formaat voor uitwisseling tussen camera en computer. Alle beeldbewerking -en grafische software kan het TIFF bestandsformaat lezen. JPEG (Joint Photographic Experts Group) is de meest toegepaste compressietechniek in de digitale fotografie en beeldbewerking. Bij de opname, maar ook bij versturen van digitale beeldbestanden kan gekozen worden uit diverse kwaliteitsniveaus van compressie. Hoewel bij compressie altijd in meer of mindere mate aan kwaliteit wordt ingeboet zorgt de JPEG compressie voor een enorme verkleining van de grootte van het digitale bestand. De JPEG compressietechniek werkt als volgt: er wordt gekeken naar een gebied van 8 x 8 pixels in een afbeelding. Aan pixels met een kleine kleurafwijking wordt een identieke gemiddelde kleurwaarde toegekend. Hierdoor wordt de hoeveelheid verschillende kleuren in de afbeelding aanmerkelijk teruggebracht. De kleurwaarde
15
van elke pixel afzonderlijk hoeft dus niet meer te worden opgeslagen, maar men kan volstaan met de coördinaten van de nog aanwezige kleuren in de afbeelding. JPEG is bij uitstek een geschikt formaat om bij e-mail van afbeeldingen te gebruiken. De bestanden worden zodanig verkleind dat een snelle verzending (en ontvangst!) mogelijk is. Afhankelijk van het doel van de afbeelding (op het scherm, printen of fotoafdruk) dient de bestandsgrootte te worden aangepast.
De grootte van afbeeldingen Digitale bestanden opgenomen door de camera of verwerkt in een beeldbewerkingprogramma kunnen grote afmetingen aannemen. Vooral in het begin is het moeilijk te doorgronden hoe bestandsgrootte, compressietechniek, opnameresoluties en kwaliteit met elkaar samenhangen. Binnen het bestek van deze reader zou het te ver voeren om uitgebreid deze materie te bespreken. Een aantal handreikingen echter kunnen je al snel verder helpen. De belangrijkste daarvan tref je aan op de CDIGIDAG-Cd Rom: de scan-u-lator. Een eenvoudig programmaatje dat je in staat stelt de scanresolutie te bepalen van afbeeldingen. Om bijvoorbeeld een kwalitatief prima inktjet print te maken van 20 x 25 cm heb je een opname resolutie van 2000 x 1600 pixels nodig. Wanneer je deze aantalen vermenigvuldigt kom je op een beeldresolutie van 2000 x 1600 = 3.200.000 pixels. Het beeld is dus opgebouwd uit 3,2 Megapixel. Om de grootte van het beeldbestand te verkrijgen moet je dit getal vermenigvuldigen met drie (voor de drie bytes informatie van de rode, groene en blauwe inhoud per pixel). Het beeldbestand heeft dus een grootte van 9.600.000 bytes of 9.6 Mb. Wanneer je de werkelijke grootte van het bestand in dit voorbeeld wilt verkleinen met bijvoord de JPEG compressie dan kun je onderstaande tabel zien hoe groot de gecomprimeerde bestanden worden. Compressiemethode
Factor
Bestandsgrootte
Geen compressie JPEG Hoge kwaliteit JPEG Normale kwaliteit JPEG Lage kwaliteit
1 1/5 1/10 1/20
9,6 Mb 1,9 Mb 0,9 Mb 0,5 Mb
Je kunt zelf met een bestand eens uitproberen hoe groot nu het daadwerkelijke kwaliteitsverlies is op het beeldscherm en bij printen op papier. Wel is het belangrijk om te weten dat wanneer een bestand eenmaal JPEG compressie heeft ondergaan je dat niet nog eens moet doen: dan krijg je namelijk wel aanmerkelijk zichtbaar kwaliteitsverlies.
16
De digitale camera Het aantal digitale camera’s dat te verkrijgen is neemt dagelijks toe. Geen enkele camerafabrikant kan het zich nog veroorloven niet in de race mee te doen. Gevolg is dat er in zeer hoog tempo nieuwe camera’s op de markt komen met steeds weer betere specificaties en voor steeds voordeligere prijzen. Wat je vandaag koopt is morgen al weer verouderd en de helft goedkoper. Het tijdstip voor instap in het digitale traject moet je dan ook laten afhangen van het doel. De aanschaf van een digitale camera is eigenlijk de moeilijkste stap, omdat juist op dit terrein de ontwikkelingen elkaar snel opvolgen. Op dit moment kunnen de digitale camera’s onderverdeeld worden in 3 categorieën: § § §
de consumenten camera de prosumer camera de professionele camera
De professionele camera is eigenlijk voornamelijk bedoeld voor journalistieke -en studiofotografie. Deze is zowel leverbaar in kleinbeeld als middenformaat en grootformaat met verwisselbare achterwanden voor bedragen die starten bij fl. 12.000 tot fl. 250.000. In elk geval niet het type camera dat de amateur-fotograaf in eerste instantie zal overwegen aan te schaffen. Toch zullen zich in dit segment interessante ontwikkelingen voordoen. Nikon heeft met de introductie van de digitale F100: de D1, de toon gezet, waardoor de tot op dat moment populaire Kodakcamera’s op basis van Canon Eos1en Nikon F4 met 50% in prijs gedaald zijn! Alle andere bekende merken waaronder Canon, Pentax, Contax enz. hebben nu ook digitale reflexen in de markt gezet. Bedenk wel dat dit allemaal professionele apparaten zijn, veelal afgeleid van het analoge topmodel van een merk. Prijzen vanaf fl. 6500,- voor een body. De consumenten camera is op dit moment erg populair, betaalbaar en levert aanvaardbare kwaliteit voor tal van toepassingen. In korte tijd heeft de digitale consumentencamera als ‘erbij’ camera of als plaatsvervanger van de Polaroidcamera de markt veroverd. Voor toepassingen op Internet of beeldschermpresentatie levert de camera voldoende kwaliteit om snel en zonder veel nabewerking digitale beelden te produceren. Van het printen moet nog niet te veel worden verwacht. De eenvoudige typen met weinig resolutie leveren afdrukken tot en met 10 x 15
17
cm van aanvaardbare kwaliteit. Wil je meer dan zul je moeten kijken bij de prosumer camera’s. De prosumer camera is eigenlijk de digitale camera voor de meer serieuzere amateur-fotograaf die hoge eisen stelt aan bediening, fotografische mogelijkheden zoals objectieven, diafragma en sluitertijden instellingen, iso-waarden, flitstechniek enz. Ook bedrijfsmatig worden dergelijke camera’s veelvuldig toegepast. De printkwaliteit is tot het niveau van 20 x 30 cm goed te noemen en met de juiste materialen en kennis in huis voor het printen, zijn uitstekende resultaten te bereiken. De prijzen vallen echter niet mee, maar ook hierin gaan de ontwikkelingen snel: een uitstekende camera is verkrijgbaar voor rond de fl. 2000,-. En de verwachting is dat de prijzen nog wel verder zullen dalen naarmate het gebruik toeneemt. Belangrijke aspecten om op te letten bij het vergelijken van camera’s onderling zijn: 1. De grootte van de beeldchip: deze wordt aangeduid in inch en staat voor de lengte van de beelddiagonaal. Hoe meer inches, hoe langer de diagonaal, hoe groter de oppervlakte van de beeldchip, dus hoe meer informatie de beeldchip kan bevatten. Dit hangt nauw samen met het aantal pixels. 2. Het aantal pixels hangt samen met de oppervlakte van de beeldchip. Hoe meer pixels, hoe beter de kwaliteit van de opname. Komen er voldoende mogelijkheden voor die je bij jouw manier van fotograferen nodig hebt zoals bijvoorbeeld: 3. macro-opname mogelijkheid 4. snelheid van opnames 5. autofocus bij sportfotografie 6. Welke opslagmethode heeft een camera. Bedenk dat een floppy het meest voordelige opslagmedium is, maar dat uitneembaar geheugen in de vorm van bijvoorbeeld de Memory Stick veel meer informatie kan bevatten op een veel kleiner oppervlak.
18
HARD –EN SOFTWARE Hardware Nu het beeld in digitale vorm is opgenomen en opgeslagen kan het in een computer verwerkt en bewerkt worden. Met een computer wordt meestal een kast en een monitor bedoeld en nog wat randapparatuur. We spreken ook wel van een systeem. Er komt nogal wat bij kijken voordat een computersysteem geschikt is voor digital imaging. Het moet in elk geval voldoen aan de minimale systeemeisen. Deze zijn aan voortdurende verandering onderhevig: steeds komen er nieuwe, snellere en goedkopere systemen of onderdelen van systemen op de markt. Een computersysteem moet je dan ook kopen op het moment dat je het nodig hebt. Vervolgens kun je het eerste jaar maar beter niet meer aan prijsvergelijking doen. Elk systeem is opgebouwd uit een aantal vaste onderdelen. Die zijn achtereenvolgens: De processor Het eigenlijke brein van het systeem. De processor rekent alle opdrachten door die ontvangen worden vanuit programma’s (software) en stuurt ook allerlei apparaten aan. De snelheid waarmee een processor werkt wordt uitgedrukt in Mhz (Megahertz). Hoe hoger de waarde, hoe sneller de processor zijn werk doet, maar ook hoe hoger de prijs. Een processor met een snelheid van 133Mhz is minimaal aan te bevelen. Meestal zit er in een systeem één processor maar ook systemen met 2 processoren zijn mogelijk. De processor is vaak van het type Pentium of Celeron. Verder moet er in een systeem voldoende plaats zijn waar de processor zijn werk tijdelijk kan opslaan of parkeren. Het intern geheugen Dit is de plaats waar de processor allerlei werk kan opslaan. Hoe groter dit geheugen hoe sneller de processor zijn werk kan doen en hoe sneller de resultaten zichtbaar zijn. Intern geheugen is uit te breiden en wordt aangeduid met Mb (Megabyte). Voor beeldbewerking is 64 Mb aan intern geheugen voldoende. Harde schijf Elk systeem is ook uitgerust met een harddisk of harde schijf waar informatie opgeslagen kan worden. De grootte van een harde schijf wordt aangeduid in Gb (Gigabyte). Hoe groter het aantal Gb hoe meer informatie de schijf kan bevatten. In de praktijk blijkt dat software steeds meer ruimte op de harde schijf nodig heeft. Zeker voor fotobewerking is een schijf met veel Gb aan ruimte aan te bevelen. Foto’s nemen grote hoeveelheden aan Mb in beslag. Een harde schijf van 3Gb is wel minimaal
19
vereist. Werk dat klaar is kun je ook op externe schijfruimte opslaan. In het hoofdstuk ‘opslagmedia’ staat hierover alle informatie. Cd-rom speler Eigenlijk onmisbaar en tegenwoordig standaard op elk systeem. Handig om snel software te kunnen installeren en PhotoCD te kunnen lezen. In combinatie met een cd-writer kun je ook je eigen cd-roms maken (branden). Dat is weer handig als je veel informatie wilt archiveren of wilt versturen. Opvolger van cd-rom is DVD met weer bredere toepassingen onder andere op het gebied van digitale video en nog meer opslagcapaciteit. Monitor Elk systeem is verder uitgerust met een monitor of beeldscherm. Is voor gewone tekstverwerking, internettoepassingen enz. een kleine monitor voldoende, voor beeldbewerking moet je beschikken over een goede kwaliteit monitor die uitstekend details kan weergeven in zoveel mogelijk kleurschakeringen. Vergeet niet dat beeldbewerking vaak een precies karwei is waarbij lange tijd naar het beeldscherm wordt getuurd. Een goede kwaliteit beeldbuis, en voldoende grootte van het scherm is daarbij essentieel. Niet alleen voor plezierig werken maar ook met betrekking tot de ogen. Een scherm met diagonaal van 17” inch is aan te bevelen. Verder is het handig wanneer de monitor nauwkeurig kan worden afgesteld wat betreft kleur, contrast en helderheid. De print moet straks immers dezelfde kleuren vertonen als op de monitor. Grafische kaart Verder zit er in elk systeem een stukje elektronica dat zorgt dat de digitale informatie ook in goede kwaliteit op het beeldscherm komt. De grafische kaart vertaalt de digitale informatie weer naar analoge informatie die met het oog is waar te nemen. De snelheid en kwaliteit van dat vertalen hangt onder meer af van het geheugen dat zo’n grafische kaart heeft. 8Mb is in dit geval voldoende. Bovengenoemde onderdelen zitten, met uitzondering van het beeldscherm, allemaal ingebouwd in de computerbehuizing. Daarnaast kun je het systeem nog uitbreiden met bijvoorbeeld een of meerdere scanners, printers of externe opslagmedia zoals MO (Magneto-optical), Zip drive enz. De hierboven aangegeven specificaties zijn minimale systeemvereisten voor digital imaging. Uiteraard worden systemen voortdurend verbeterd, sneller en goedkoper. Zo zal de informatie die u nu leest snel verouderd zijn.
20
Opslagmedia Digital imaging vraagt veel geheugenruimte. Dat geldt voor de verwerking en de bewerking, maar ook voor de opslag. Immers je wilt je digitale beelden wel bewaren om er later nog eens iets mee te doen of om ze mee te kunnen nemen naar een andere computer. Zolang een digitale foto in bewerking is wordt meestal gebruik gemaakt van de interne harde schijf van de computer als tijdelijke opslag. Permanente opslag op de harde schijf heeft tot gevolg dat deze snel vol raakt waardoor programma’s voor fotobewerking trager gaan werken omdat de tijdelijke opslag vol raakt. Bij een fatale storing of crash van de harde schijf is alle opgeslagen informatie verloren. Om die problemen te voorkomen is het aan te bevelen om ‘werk in uitvoering’ te kopiëren naar een extern opslagmedium( back-up). Een dergelijk medium is ook bruikbaar voor transport of permanente opslag. Bij de digitale camera’s zijn de meest toegepaste opslagmedia de 3,5” floppy; Memory Stick, en de flashcard. Aan computersystemen worden vaak media verbonden die zowel informatie kunnen lezen als ook schrijven. Bekende voorbeelden hiervan zijn Zip en Jaz-drive, cd-recordable en rewritable, MO (Magneto Optical), DVD en tape. De 3,5” inch floppy hoort ook nog in het rijtje, maar de opslagcapaciteit is met 1,44 Mb niet erg groot. De overige media kunnen tot 5 Gb (DVD) aan informatie bevatten en de mogelijkheden nemen nog steeds toe. Het meest bedrijfszekere en ook voor archivering minst kwetsbare systeem is MO. Meest voordelige systeem is cd. Het schema geeft de meest voorkomende systemen en hun capaciteit weer. §
CD-recordable (650Mb)
§
3,5 inch Floppy (1,44Mb)
§
DVD-recordable (3 - 5Gb)
§
ZIP-drive (100/250Mb)
§
Clik-drive (40Mb)
§
JAZ-drive (1 - 2Gb)
§
LS-drive (120Mb)
§
MO-disk (128 - 5200Mb)
§
Syquest (40Mb - 1,5Gb
§
Tape’s (50Mb t/m 70Gb)
21
Software Om een computer en de daaraan verbonden randapparatuur te kunnen laten functioneren is z.g. software nodig. Software zijn programma’s in een taal geschreven die zowel de gebruiker als de computer begrijpt en die de computer de opdrachten van de gebruiker laat uitvoeren. De software kan ruwweg in een paar categorieën worden onderverdeeld. §
Besturingssoftware
§
Software voor beeldbewerking
§
Software voor randapparatuur
§
Hulpprogramma’s
Besturingssoftware Hieronder wordt verstaan programma’s die de computer de elementaire handelingen laat uitvoeren zoals communiceren met de apparatuur, verbindingen met bijvoorbeeld Internet. Besturingssoftware creëert een werkomgeving van waaruit de gebruiker naar allerlei andere software kan stappen. Ook het aanbrengen van allerlei persoonlijke voorkeuren is mogelijk. Meest bekende software in deze categorie is Windows van Microsoft in de uitvoeringen 95; 98 en NT en binnenkort 2000 voor het PC platform. Het programma OS-9 is beschikbaar voor het Apple-Macintosh platform. Zonder besturingssoftware kunnen computer en randapparaten niet functioneren. Software voor beeldbewerking Programma’s voor beeldbewerking zijn natuurlijk onontbeerlijk voor digital imaging. In feite heb je maar één programma nodig waarmee je alle beeldbewerking kunt doen. Vaak krijg je bij de aanschaf van bijvoorbeeld een scanner een softwarepakket bijgeleverd. Er zit bij het besturingsprogramma Windows al standaard een klein beeldbewerkingprogramma: Microsoft Photo-editor, ingebouwd. Welke software je denkt nodig te hebben hangt ook sterk af van de toepassingen voor je bewerkte foto’s. Wanneer je afbeeldingen op het Internet wilt zetten dan is het handig dat je software dat alvast kan voorbereiden. Maak je vaak werk dat in druk moet verschijnen dan moet je niet alleen veel kennis hebben van bijvoorbeeld ‘kleurmanagement’, maar moet je ook software hebben die dat aan kan. Kortom: de keuze voor een pakket is niet altijd eenvoudig. Meteen een duur en ingewikkeld pakket aanschaffen waarbij het maanden duurt voordat je de elementaire werking een beetje door hebt kan nogal remmend op je creativiteit werken. Beter is het om eenvoudig te starten met software die snel te begrijpen is, vergezeld gaat van een duidelijke handleiding. Misschien geef je de voorkeur
22
aan een Nederlandse in plaats van Engelse versie. Daarbij is het mooi meegenomen als een dergelijk pakket niet te kostbaar is. Mocht het je niet bevallen, dan heb je in elk geval niet veel geld verloren. Bij fotografen die aan beeldbewerking doen (maar ook daar buiten) is Adobe Photoshop het toonaangevende programma waarmee gewerkt wordt. Een volledige, nieuwe, legale versie in het Nederlands kost echter al snel rond de fl. 2000,- De mogelijkheden van het programma zijn zo uitgebreid dat ook veel ervaren gebruikers zelfs na jaren werk niet alle handigheidjes, aanpassingsmogelijkheden en bewerkingen kennen. Zeker voor iemand die pas begint en het niet beroepsmatig nodig heeft is Photoshop een pittig stuk software. Er is echter ook een simpelere versie van Photoshop op de markt: PhotoDeluxe Deze software komt van dezelfde fabrikant (Adobe), werkt met dezelfde gereedschappen en mogelijkheden van Photoshop maar mist de specialistische mogelijkheden. In de praktijk blijkt dat dit programma dat minder dan 10% van de aanschafprijs van PhotoShop kost, zeker voor starters, in ruime mate voldoet. Het is een simpele manier om kennis te maken met fotobewerking. Mocht je later meer willen dan is de overstap naar het professionelere Photoshop eenvoudig. Maar er zijn nog talloze andere softwarepakketten op de markt. Sommigen zijn gratis: dat heet freeware. Meestal kun je een dergelijk programma downloaden van Internet. Er zijn ook zogenaamde shareware programma’s: die kun je tegen een kleine vergoeding blijvend gebruiken. Sommige shareware programma’s zijn ‘trial’-versies, net als de proefversies van de duurdere programma’s. Met een trialversie kun je het programma gedurende een bepaalde periode, meestal 30 dagen, volledig gebruiken. Daarna stopt de werking en moet je al of niet besluiten een ‘echte’ versie aan te schaffen. Alle programma’s werken ongeveer volgens hetzelfde principe en maken vaak deel uit van grotere pakketten voor desk top publishing. De software wordt regelmatig aangepast (geupdate) en je kunt voor de wat grotere pakketten ook allerlei extra mogelijkheden aanschaffen, de zogenaamde plug-ins. De meest gangbare software voor beeldbewerking staat in het overzicht, waarbij het zeer wel mogelijk is dat er inmiddels van enkele programma’s weer nieuwere versies zijn verschenen. §
The Gimp ‘freeware’
§
PaintShop Pro 6.0 fl.300,-
§
Adobe PhotoDeluxe 4.0 home edition fl. 135,-
§
Micrografx Windows Draw 6.0 fl. 129,-
§
Micrografx Picture Publisher 8 fl. 300,-
§
Corel Painter 6 fl. 915,-
§
Adobe Photoshop 6.0 fl. 1927,-
23
Software voor randapparatuur Om de aangesloten randapparatuur van een computersysteem goed te laten functioneren zijn ook afzonderlijke besturingsprogramma’s nodig. Deze worden altijd met het apparaat meegeleverd en het wordt steeds eenvoudiger apparaten aan te sluiten en de benodigde software te installeren. Het zogenaamde Plug & Play principe is steeds meer van toepassing. Wel is het zaak de software steeds bij te houden. Aangepaste versies (drivers) zijn steeds gratis op het Internet op te halen. Zo blijven je scanners en printers optimaal functioneren.
Hulpprogramma’s Het computersysteem kan in principe zijn werk doen als er besturingsoftware, software voor beeldbewerking en programmatuur voor de randapparaten is. Naar wens kun je de software nog uitbreiden met allerlei hulpprogramma’s zoals bijvoorbeeld een rekenprogramma voor het maken van de juiste scan. Of programma’s waarmee je plaatjes kunt archiveren, een bewegend fotoboek kunt maken, een presentatieprogramma enz. Bedenk echter dat er van elk type programma vele soorten op de markt zijn. Zet ze niet allemaal op het systeem, maar maak keuzes. De harde schijf is zo vol!
Op de CDigidag staan verschillende mogelijkheden om met software voor beeldbewerking aan de slag te gaan. Ook een scala aan hulpprogramma’s is op de Cd te vinden, zodat je eens kunt rondkijken wat er allemaal voorhanden is.
24
UITVOER De printer De uiteindelijke bewerkte beelden kun je ook weer op papier of film krijgen, maar je kunt ook allerlei ander toepassingen bedenken, waarover later meer. De meest voor de hand liggende mogelijkheid is het printen van een bewerkte foto. Daarvoor moet je aan je computersysteem een printer hebben aangesloten. Printers worden grofweg in 3 types geleverd: §
inkjet/bubblejet printer
§
laserprinter
§
dye-sublimation printer
Het laatste type is meer voor professionele fotolaboratoria geschikt vanwege de speciale techniek en de hoge aanschafprijs van zowel printer, inkten en papier. Wel een printer om eens een keer een mooie bewerkte foto op te laten afdrukken. Voor thuisgebruik komen de overige types het meest in aanmerking, waarbij de laserprinter op dit moment voornamelijk nog voor zwart/wit afdrukken wordt ingezet. Blijven eigenlijk de inktjet en bubblejet printers over als meest geschikte mogelijkheid om foto’s te printen. Kwaliteit, snelheid en prijs zijn bij de laatst genoemde groep de criteria waar het om draait. Toonaangevende merken op het gebied van kleurenprinters zijn Hewlett Packard, Epson en Canon. De printer is in het hele systeem feitelijk de laatste schakel. Hier worden de digitale beelden weer omgezet naar een tastbare foto op papier. Hier komen dan ook vaak de grootste problemen en misverstanden voor. In principe kun je er vanuit gaan dat wil je perfecte kleurenafdrukken uit een printer krijgen, deze ingericht moet zijn voor het verwerken van foto’s. Speciale software en aanpassingen in het apparaat zelf zorgen daarvoor. De resolutie (ofwel: het aantal beeldpunten dat kan worden geprint) is zeer bepalend voor de kwaliteit van de foto. Een foto in de maat 20 x 25 cm printen kost tijd. Zeker wanneer de resolutie hoog is. §
Verwacht van de meeste kleurenprinters geen topsnelheden.
§
Een goede fotoprinter is vaak minder geschikt om je brieven te printen. Andersom komt ook voor.
§
De inkten die gebruikt worden zijn (nog) niet goed houdbaar.
§
Inkten zijn duur en raken snel op.
§
Om echte fotokwaliteit te printen is ook goed papier nodig
§
Goed papier is niet goedkoop.
25
De kosten per afdruk zijn niet gering wanneer je besluit je foto’s via je inkjetprinter af te drukken. Geen rekening houdend met de aanschafprijs van de printer en de afschrijving kost een A4 print afgedrukt op een goede kwaliteit inktjetpapier tussen de fl. 5,- en fl. 7,50 per stuk.
Uitschieten op film Naast het printen van je digitale beelden kun je ze ook weer ‘terug’ laten zetten op normaal filmmateriaal. Dat heet uitschieten. Daarvoor moet je het digitale bestand aanleveren bij een vaklaboratorium dat ingericht is voor het uitschieten van digitale beelden op film. Met behulp van een speciale camera worden je digitale beelden dan weer op negatief -of diamateriaal gefotografeerd waarna ze weer geschikt zijn om af te drukken of te projecteren. Deze techniek is heel handig voor het maken van tekstdia’s of landkaartjes bij diavoorstellingen. De kosten liggen rond de fl. 10,- per uitgeschoten negatief of dia kleinbeeld. Voor tekstdia’s te maken is het programma PowerPoint van Microsoft zeer geschikt.
Papiersoorten De papiersoorten waarop kan worden afgedrukt nemen met de dag toe. Steeds meer fabrikanten brengen speciale printpapieren voor foto’s op de markt. De laatste tijd zijn vooral traditionele fotopapierfabrikanten zoals Agfa en Ilford op dit terrein zeer actief. Het is net zo als met conventionele fotopapieren: zelf uitproberen van de vele soorten is de enige manier om een papier te vinden dat voldoet aan je wensen en aanspreekt. De karakters van de materialen lopen nogal uiteen. Zo zijn er speciale papieren voor technisch werk of voor portretten, voor duurzaam printen en voor snelle beoordeling. De afstemming van monitor, beeldbewerkingssoftware, printerinstellingen, inkten en papiersoort is in het traject van digital imaging zeer belangrijk. Immers wat je op je beeldscherm ziet moet ook uiteindelijk op je afdruk te zien zijn. Het volstaat bijna nooit om uitsluitend de standaardinstellingen aan te houden. Je moet altijd specifieke instellingen als contrast, papiersoort enz. af stemmen op je eigen werkmethode. Voor het printen zijn verschillende soorten papier te verkrijgen. Voor het printen van foto’s zijn twee typen papier in omloop met elk zo hun voor –en nadelen. In de tabel kun je zien welke. Die typen zijn: Resin Coated Paper en Cast Coated Paper. Met welk type je te maken hebt kun je met enkele eenvoudige proefjes ontdekken. Het Resin Coated Paper gedraagt zich nog het meest als conventioneel fotopapier. Op de volgende pagina tref je een overzicht aan. De ontwikkelingen op het terrein van papier en inkt zullen de komende tijd nog doorgaan. Er wordt door een aantal fabrikanten naarstig gezocht naar mogelijkheden de houdbaarheid en de kleurechtheid te vergroten. Het kiezen van een papiersoort dient zorgvuldig te geschieden.
26
Resin Coated Paper
Cast Coated Paper
Voordelen
Voordelen
De Resin Coated of RC basis wordt ook bij conventionele fotopapieren gebruikt, waardoor de print aanvoelt als een echte foto. Goede lichtstabiliteit.
Snel drogend omdat de inkt door de papierbasis wordt opgenomen.
De RC basis staat borg voor waterbestendig. Het papier zal bij nat worden geen oneffenheden achterlaten zoals bij gewoon papier. RC papier is beter bestand tegen scheuren en kreuken De polymeerlaag en niet de papierbasis neemt de inkt op zodat de glans behouden blijft. De polymeerlaag beschermt tegen krassen. Nadelen De drager neemt de inkt langzamer op dan de drager van een Cast Coated Paper waardoor je een andere printerinstelling moet hanteren. Kijk hiervoor altijd in de gebruiksaanwijzing van de papierfabrikant. Grote inktpunten zoals bijvoorbeeld zwarte pigment mogen niet doordringen tot de drager.
Makkelijk inzetbaar op verschillende printers en onder verschillende printerinstellingen doordat er bijna geen wisselwerking is tussen de inkt en de absorptielaag. Zelfs grote inktpunten zullen worden opgenomen in het papier.
Nadelen Net als bij gewoon papier zal cast coated papier oneffenheden vertonen op de achterkant als een te grote hoeveelheid inkt wordt gebruikt. Minder glanzend doordat de inkt wordt opgenomen door de papierbasis. Slechte lichtstabiliteit Lijkt niet echt op een ‘foto’.
De ontvangende drager is volledig watervast: de inkt loopt er niet af. De papierbasis is niet volledig watervast waardoor oneffenheden kunnen optreden zoals dat bij gewoon papier het geval is wanneer het nat wordt. Zelfs als de print droog is, blijven de oneffenheden zichtbaar.
De polymeer absorptielaag is niet helemaal watervast.
27
TOEPASSINGEN Digitale beelden kun je natuurlijk op verschillende terreinen en op verschillende manieren gebruiken. In de presentatie waren daar allerlei voorbeelden van te zien. De voornaamste toepassingen staan hier nogmaals onder elkaar. §
afdruk
§
drukwerk
§
tekstdocument
§
Internet
§
multimedia presentatie
§
kunst
Welke toepassing je ook wilt gebruiken, het is altijd raadzaam bij de beeldbewerking daar alvast rekening mee te houden. Het is namelijk bepalend voor de grootte van de bestanden, het aantal kleuren dat beschikbaar is en het soort compressie dat nodig is. Net als in de analoge fotografie, waar je een negatief of dia als uitgangspunt hanteert, moet je bij digital imaging ook een bronbestand gebruiken als vertrekpunt voor alle verdere bewerking en verwerking. Zo kun je immers altijd weer terug grijpen naar je origineel.
28
De Digidagen komen tot stand met medewerking van:
De Digidagreader werd samengesteld in opdracht van de Stichting Beeldende Amateurkunst door XLmediastudio.
Copyright 2000 © XLmediastudio e
2 uitgave oktober 2000 Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de samensteller en auteursrechthebbende op enigerlei wijze worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt, d.m.v. druk, fotokopie, microfilm, elektronische scans of op welke andere wijze ook.
29