Naar toekomstscenario’s voor de Nederlandse universiteiten deelrapport oktober 2013
Maken individuele online courses de collegezalen overbodig?
Zal het talent van morgen in Nederland leren, wonen en werken?
Wie wil het onderzoek in de toekomst betalen?
Wordt de universiteit deel van urbane kennisclusters, academische bedrijvenparken, uitgestrekte metropolen?
Blijft het hoger onderwijs toegankelijk voor iedereen?
VOORWOORD
INHOUD
Februari 2013 zijn de VSNU en het Rathenau Instituut het project “Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten” gestart. Beide organisaties waren tot de conclusie gekomen dat voor de universiteiten een nieuwe periode aanbreekt. Terwijl de samenleving snel verandert, nemen de verwachtingen over de universiteit toe. Dat vraagt om een lange termijn visie op de positie van de universiteit zelf, op de wetenschappelijke kennisfunctie en op haar relaties met de stakeholders.
1. 2. 3. 4. -
In de eerste fase is een verkenning gehouden van de belangrijkste ontwikkelingen in de komende 10-15 jaar. Dit mondde uit in een retraite in juni 2013 met universiteitsbestuurders en stakeholders.
Project Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten Fase 1: Verkenning via interviews en literatuur Fase 2: Retraite Duin & Kruidberg 2013 Analyse van 20 ontwikkelingen rond 3 thema’s: Het nieuwe studeren: MOOCs, mondiale studentenmarkt, onderwijsfinanciering Europa, globalisering en het belang van kennissteden Onderzoek, industriële R&D 4. Twee onzekerheden voor de toekomst 5. Agenda voor fase 3
Dit document is de opstap naar de volgende fase waarin de resultaten van de verkenning en de retraite uitgewerkt worden in vier scenario’s voor de Nederlandse universiteiten. Het document is een uitnodiging om mee te denken. In vervolg op de retraite analyseren we drie centrale thema’s voor de universitaire toekomst en identificeren twee kernonzekerheden. Deze zullen het skelet vormen van de scenario’s. Aan het eind vind u een agenda voor deze fase 3. Net als in Duin en Kruidberg gaan we in gesprek. Met experts op het gebied van hoger onderwijs en onderzoek. En in regiobijeenkomsten met stakeholders. U bent van harte uitgenodigd mee te denken en mee te doen.
Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten
COLOFON Oktober 2013 Dit rapport is een uitgave van het Rathenau Instituut en de VSNU. Auteurs: Patricia Faasse, Barend van der Meulen Meer informatie kunt u vinden op www.rathenau.nl en www.vsnu.nl/toekomststrategie 2
Inleiding PROJECT TOEKOMST NEDERLANDSE UNIVERSITEITEN •
•
•
Universiteiten vervullen een sleutelrol in een internationale kennissamenleving. Hun toekomst wordt in toenemende mate beïnvloed door externe ontwikkelingen. Dat vergroot de onzekerheid en het belang voor toekomstgerichte strategieontwikkeling. Centrale vraag: Hoe kunnen universiteiten in de toekomst hun wetenschappelijke kennisfunctie optimaal uitoefenen? De toekomst is niet te voorspellen. Scenario’s verhelderen de kritische onzekerheden en helpen universiteiten en hun stakeholders strategische opties te formuleren om de internationaal sterke positie van Nederlandse universiteiten verder te ontwikkelen.
•
We maken scenario’s van de omgeving van de Nederlandse universiteiten. Geen “Global Trends 2025” die de hele wereld beschrijven. Geen “Universities of the Future” die al aangeven hoe de universiteiten moeten reageren.
•
Nederlandse universiteiten zijn deel van het internationaal hoger onderwijs en onderzoek. De scenario’s laten zien hoe dit “veld” zich ontwikkelt in relatie tot o.m. maatschappelijke ontwikkeling, economische dynamiek, nieuwe technologie en internationale verhoudingen.
Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten
•
In deze fase verdiepen we de analyse van de ontwikkelingen, en leggen verbindingen tussen de ontwikkelingen.
•
De resultaten kunnen gebruikt worden in strategische discussies binnen universiteiten, tussen universiteiten onderling en tussen universiteiten en hun stakeholders.
HET TRAJECT 2013: Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 2014: Januari Februari Maart April Mei Juni
Verkenning via interviews en literatuur Duin en Kruidberg retraite 2013 Scenario ontwikkeling en Expertsessies
Regiobijeenkomsten met stakeholders Strategische visieontwikkeling Duin & Kruidberg retraite 2014 3
Fase 1: Verkenning via interviews en literatuur Literatuur (selectie)
Interviews (selectie) •
Paul Schnabel (oud-directeur CPB): “Het in balans brengen van maatschappelijke vraag en studiekeuzes van jongeren is een uitdaging voor de toekomst.” Alexander Rinnooij Kan (Universiteit van Amsterdam): “De war on talent is volop gaande. Nederland moet zich daarin staande houden.”
• • • • • • • •
Jan Versteeg (Nederlands ambassadeur in Athene): “In Griekenland dreigt bloedarmoede. Universiteiten kunnen verdergaande polarisatie in Europa voorkomen.”
• • •
Herman Wijffels (Universiteit Utrecht): “Universiteiten zouden de voorhoede moeten vormen voor de vernieuwing van de samenleving.” Ton Jonker (Amsterdam Economic Board): “Op mondiale schaal is Nederland één stad.”
• • • • •
Global trends 2030; Alternative worlds. National Intelligence Council USA 2012 The Next 100 Years: A forecast for the 21st Century, George Friedman Futures of technology in Africa. STT 2010 Our future looks like this. STT 2008 The Shell Global scenario’s to 2025. Shell 2005 Four futures of Europe. Ruud de Mooij en Paul Tang, CPB 2003 The Netherlands of 2040. CPB 2010 Research Universities and the Future of America: Ten Breakthrough Actions Vital to Our Nation's Prosperity and Security. National Research Council Washington 2012 An avalanche is coming. Higher education and the revolution ahead. Michael Barber ea. IPR London 2013 The shape of things to come: higher education global trends and emerging opportunities to 2020. British council 2012 University of the future. A thousand year old industry on the cusp of profound change. Ernst & Young Australia 2012 Public no More, a new path to excellence for America’s public universities. Cary C. Fethke, Andrew J. Policano 2012 Metropoolregio Amsterdam 2025. Amsterdam Economic Board 2012 Havenvisie 2030. Port compass. Direct the future start today. Havenbedrijf Rotterdam 2011 Brainport 2020. Eindhoven 2011 Delft 2030 Stadsvisie Delft. Gemeente Delft 2009 Vier vergezichten op Nederland. Productie arbeid en sectorstructuur in vier scenario’s tot 2040. CPB 2004 Voor meer literatuur: www.vsnu.nl/toekomststrategie
Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten
4
Fase 2 Retraite Duin & Kruidberg 2013 Bestuurders en stakeholders universiteiten verkennen 20 impactvolle ontwikkelingen en gaan aan de slag met toekomstverkenningen “De snelle veranderingen vragen om flexibiliteit van de universiteit”
Plenaire discussies met o.a. Gerdi Verbeet, Jet Bussemaker, Alexander Klöpping, Pauline van der Meer Mohr en Paul Schnabel.
Workshops met Casper van Ewijk, Henk de Bruijn, Lorike Hagdorn, Ewald Breunesse, Timo Kos, Cecile Hoareau, Alexandra ten Heijer, Jan Versteeg.
“Om internationaal te concurreren is een nauwe verbinding tussen onderwijs en onderzoek nodig”
“Universiteiten moeten de student nog meer centraal stellen” Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten
Uitgebreide impressie van Duin & Kruidbergretraite via online magazine
5
Van 20 ontwikkelingen naar 3 thema’s en 2 onzekerheden 20 impactvolle ontwikkelingen • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
MOOCs Globale welvaartstoename Studentenaantallen Onderzoeksbekostiging Europeanisering Duurzaamheid Globalisering Industriële R&D Urbanisering Brain Mobility Democratisering van Kennis Studiefinanciering Vergrijzing Toename Mobiliteit Regionalisering Technologische Innovatie Machtsverschuiving West naar Oost Digitale Technologie Financiële crisis Overgang naar exponentiële wereld
We are living in quite turbulent times. We all know that. I think more critical to understand, to accept, are these tectonic shifts, the gravitational forces. The rise of the east, the emerging markets, versus the west. The plethora of technologies, the disruptions, the opportunities we literally see on a day to day basis; the aging population; the scarcity of resources. Each of these is massive in itself and they are all happening together. We are living in very volatile periods. This will have new demands on leadership. While there is a lot of volatile and short time changes you got to keep a long term lense. [Dominic Barton, McKinsey] •
•
•
Er zijn twintig ontwikkelingen die de toekomst van de universiteiten bepalen. Hoe het hoger onderwijs eruit zal zien, welke studenten zij op zal leiden, wat voor onderzoek de universiteit doet, de ruimte voor fundamenteel onderzoek, de bijdrage aan innovatie, de verwachtingen van de omgeving. De twintig ontwikkelingen hangen met elkaar samen. In de discussies tijdens Duin & Kruidberg 2013 komen drie grotere thema’s naar voren: 1. De ontwikkeling van nieuwe onderwijsvormen door ICT, Massive Open Online Courses (MOOCs), de sterke groei van de mondiale studentenmarkt en studiekosten; 2. Sociaal-geografische en economische dynamiek: globalisering, europeanisering, en de ontwikkeling van kennissteden; 3. Bekostiging van onderzoek, de dynamiek van industriële R&D en maatschappelijke innovatie. Twee onzekerheden komen in alle discussies terug: 1. Hoe competitief wordt de omgeving waarin universiteiten opereren? 2. Hoe “publiek” cq “privaat” wordt het value network van de universiteiten?
Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten
6
Thema 1: ‘het nieuwe studeren’ (‘de nieuwe student’) De mondiale studentenmarkt groeit van 160M studenten in 2010 naar 270 M studenten in 2025 – elke werkdag een nieuwe universiteit. Massive Open Online Courses, low cost onderwijs van het hoogste niveau, toegankelijk voor iedereen, kunnen het traditionele hoger onderwijsmodel op zijn kop zetten. Maar er zijn ook trends die daar tegenin gaan.
Trends • MOOCs markt: er is concurrentie tussen verschillende netwerken van universiteiten, non-profit instellingen, venture capital en bedrijven: Publiek vs. Privaat. • Studiekosten: er is verschuiving van publieke financiering naar private investeringen. • Studieschuld in de VS is in 2012 opgelopen tot meer dan 1 Biljoen $ (“next bubble?”) • In Europa zien we een herwaardering van het collegemodel, het Bildungsideaal en een nadruk op social responsibilities van studenten. Mogelijke ontwikkelingen van MOOCs 1. MOOCs als disruptive innovatie: mondiale prijscompetitie met beperkt aantal private winnaars 2. SP(ecial)OOCs in groeimarkt: segmentatie, differentiatie, fragmentatie 3. MOOCs als leerboek 2.0: universiteiten blijven lokaal Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten
De belangrijkste spelers in het MOOC veld (voorjaar 2013)
7
Thema 2: Europa, globalisering en kennissteden
(1)
“De grote paradox voor de toekomst van steden in onze tijd, ondanks het verdwijnen van afstand en het dalen van vervoerskosten, is dat de nabijheid van de stad waardevoller is dan ooit….De magie van steden is dat slimme mensen daar van elkaar leren en profiteren van de enorme kansen voor intelligente mensen.. [Edward Glaser Prof. Urban Economics] Opvallend is dat mondiaal de economisch zwakke regio’s zeer sterke urbane kennisclusters hebben. De economische opkomst van China, Singapore, India, Midden Amerika gaat nog niet gepaard met een leidende rol in kennis. Zullen de mondiale kennisposities ook verschuiven, of zijn de sterke kennisposities de nieuwe drivers voor economische ontwikkeling?
2012 ranking urbane kennisclusters 1. Southern California Megaregion 2. Greater Boston 3. New York, Newark Bridgeport 4. Indiana 5. Randstad Game Changers 1. Crisis prone Global Economy 2. Governance Gap 3. New conflicts 4. Regional instability Global Trends 2030: Alternative worlds, NIC 2012
Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten
8
Thema 2: Europa, globalisering en kennissteden Trends • 2025 – Global Cities zijn London, New York, Tokyo, Singapore, Shanghai, Beijing • Opkomst van nieuwe metropolen in Azië en Zuid Amerika • Nieuwe technologieën creëren hypercompetities waarin topbedrijven elkaar snel afwisselen. Economische sterktes van landen en regio’s zijn daardoor onzeker. • Kennis is een nieuwe pilaar van de Europese Unie: De Europese ruimtes voor onderzoek, hoger onderwijs en innovatie ontwikkelen zich gestaag. • Noord-West Europa is economisch (nog) relatief sterk. Er is economische en demografische aanzuiging vanuit Zuid Europa en Oost Europa • Het Europese dilemma: brain drain vs. sociale cohesie wordt steeds sterker
(2) Global City Network 2025
Relatieve groei van consumptie laat economische verschuiving zien van “West” naar “Oost”
Mogelijke ontwikkelingen Europa 1. Noord West Europa is weer sterke speler, met sterke urbane kennisclusters in een hypercompetitieve, instabiele wereld 2. Noord West Europa is een dicht netwerk van kennissteden in politiek en economisch stabiele wereld 3. In een gedesintegreerd, verzwakt Europa concurreren urbane regio’s vooral onderling en zijn er nieuwe kansen voor Oost en Zuid Europa Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten
Global Trends 2030: Alternative worlds, NIC 2012
9
Thema 3: Onderzoek, industriële R&D, maatschappelijke innovatie Financiering van onderzoek komt steeds terug als belangrijke driver voor de toekomst van de universiteit. De trendanalyse laat zien dat de eerste geldstroom relatief groot blijft. Veel onzekerder is de ontwikkeling van de andere geldstromen. Daarnaast zien we dat aan de financiering steeds meer eisen worden gesteld. Welke eisen dat zijn, is waarschijnlijk sterk afhankelijk wat we van het universitair onderzoek verwachten: alleen opbouw van wetenschappelijke kennis of ook bijdragen aan allerlei maatschappelijke en economische doelen?
Trends • Toename financiering vanuit Europese Unie • Toename van contractfinanciering • Onderzoek wordt ook internationaal steeds meer georganiseerd in consortia, netwerken en centre of excellence: PPS constructies – kenniscocreatie – open innovatie • Internationale trend: financiering van onderzoek rond “Grand Challenges” gericht op maatschappelijke innovatie • Globalisering van industriële R&D leidt tot globale spreiding van development : daar waar markten zijn komen nieuwe “design en development vestigingen” • Industrieel research wordt juist geconcentreerd. Drivers zijn toegankelijkheid universiteiten, talent, overheidsbeleid, risicodeling Mogelijke ontwikkelingen fundamenteel onderzoek 1. Fundamenteel onderzoek wordt ingebed in PPS consortia op Europese en soms internationale schaal met contractpartners. 2. Sterke Europese Unie zorgt voor ruime middelen voor fundamenteel onderzoek gericht op Grand Challenges 3. Economische crisis leidt tot afname van onderzoeksmiddelen in Europa. Fundamenteel onderzoek vooral nationaal gefinancierd Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten
Trendanalyse financiering onderzoek
1e geldstroom
Contractfinanciering
1985
1990
1995
2000
2005
2010
2015
2020
10
2025
Onzekerheid 1: Hoe competitief is de omgeving waarin universiteiten opereren? (1) Elk van de thema’s kent onzekerheden. Trends kunnen elkaar versterken of juist tegenwerken. Twee onzekerheden komen steeds terug. De eerste is of de belangrijkste resources voor universiteit makkelijk beschikbaar zijn, of dat deze schaars zijn. Het gaat zowel om human resources (studenten, staf) en financial resources, maar ook om reputational en relational resources: met wie kan en wordt er samengewerkt. TRENDS • Globalisering leidt tot bedrijven die mondiaal strategische partners zoeken voor excellent onderzoek en toegang tot PhD’s. we zien mondiale competitie met andere research universities in top 200 (top 50) • Globalisering leidt tot mondiale concurrentie tussen ‘global cities’ en metropole stedelijke agglomeraties met kennis als belangrijke asset. • •
•
•
ONZEKER IS • Omvang en aard van globaliseringsstrategieën verschilt echter per bedrijf(stak). De verandering is niet uitgekristalliseerd. •
Het is onzeker in hoeverre mondiale concurrentie ertoe zal leiden dat universiteiten mondiaal opereren of vooral voor de eigen regio zullen werken.
Technologische ontwikkelingen leiden tot hypercompetities, waarbij leidende posities instabiel zijn. We zien de opkomst van “Battle for the Brains” van Master student tot Professor, daar waar talent schaars is.
•
De mondiale studentenmarkt groeit naar 270 miljoen studenten in 2025. Dat wil zeggen dat hoger onderwijs een schaars goed wordt als 270 miljoen 18-22 jarigen inderdaad willen gaan studeren. Massive Open Online Courses zijn een mogelijke disruptive innovation.
•
Het is onzeker of en op welke manier universiteiten onderdeel worden van deze hypercompetities Onzeker is wat de omvang, intensiteit en schaal zal zijn van de verschillende “battles”. Het is goed mogelijk dat de strijd alleen in bepaalde niches plaatsvindt. De groei van hoger onderwijs biedt ruimte voor differentiatie, segmentatie en nieuwe business modellen.
Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten
•
•
Het is onzeker hoe MOOCs nieuwe marktsegmenten en nieuwe onderwijs business modellen creëren. Eén mogelijkheid is dat MOOCs een tekort aan docenten opvangen en kosten sterk reduceren. 11
Onzekerheid 1: Hoe competitief is de omgeving waarin universiteiten opereren? (2) Vijf hoofdvragen 1. Hoe ontwikkelen zich de “markten” voor Ba, Ma, PhD, postdoc, staff, public funding, PPnetworks, “life experience”, knowledge? 2. In hoeverre is er sprake van marktsegmentatie, differentiatie en stratificatie? 3. Wat is de geografische schaal van de markten: regionaal, nationaal, Europees, mondiaal? 4. Hoe competitief zijn de markten? 5. In hoeverre leiden prestaties op de ene markt tot voordeel op de andere markt? Leiden goede onderwijsprestaties tot meer onderzoeksfinanciering. Leidt onderzoeksfinanciering tot meer samenwerking in publiek private netwerken?
Twee extreme posities 1. De omgeving van universiteit is een globale omgeving die gekenmerkt wordt door hypercompetitiviteit waarbij competitieve voordelen op basis van nationaliteit, onderwijsreputatie, onderzoeksrankings en samenwerkingsverbanden vluchtig zijn. Snelle technologische ontwikkelingen bieden mogelijkheden voor nieuwe spelers om nieuwe onderwijsvormen aan te bieden, nieuwe onderzoeksgebieden te ontwikkelen en met nieuwe bedrijven allianties aan te gaan. Wat nu een sterke regio is, is dat over vijf jaar misschien niet meer. 2. Mondiaal zijn er sterke economische en politieke regio’s die elkaar in evenwicht houden. Deze internationale stabiliteit heeft gezorgd voor stabiele, lokale en regionale kennismarkten. Deze zijn gesegmenteerd naar niveau, naar onderzoeksgebieden en type onderzoek (fundamenteel, strategisch, toegepast) De competitie is daardoor laag.
Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten
12
Onzekerheid 2: Hoe “publiek” cq “privaat” is het value network van de universiteiten? (1) Universiteiten opereren in (complexe) netwerken van organisaties, die waarde voor de universiteit creëren en waarbinnen de universiteit waarde creëert door kennisontwikkeling en -overdracht. Deze netwerken zijn bepalend voor de eisen die aan onderzoek en onderwijs worden gesteld. Voor wie wordt waarde geproduceerd? Welke waarde(n) worden aan de kennis gekoppeld? De tweede onzekerheid is of de prestaties van universiteiten worden gewaardeerd als publiek goed dat bijdraagt aan de kwaliteit van de samenleving. Of worden private voordelen van onderwijs en onderzoek benadrukt. TRENDS • Van studenten wordt internationaal een steeds hogere eigen financiële bijdrage aan onderwijs gevraagd. In Amerika is de totale studieschuld groter dan 1 biljoen $. • Internationale mobiliteit van studenten en mogelijkheden van MOOCs leiden tot fenomenen als “course-shoppen” , tourist-studenten, studie als life-experience. • Bij huidige trends blijft overheid grootste deel van onderzoek financieren, maar sterke groei in contractonderzoek, Europese financiering. • •
•
•
ONZEKER IS • Onzeker is of dit doorzet of dat de verwachte “student loan bubble” de trend stopzet. •
•
Vergroting van autonomie van universiteiten leidt tot druk op meer contractfinanciering: Van universiteiten wordt steeds explicieter een bijdrage verwacht aan grote maatschappelijke vraagstukken (Grand Challenges): Er is een internationale trend naar PPS, consortia en EITachtige constructies voor organisatie onderzoek
•
Het geografisch speelveld van universiteiten wordt steeds breder: van stad tot mondiaal.
•
Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten
Onzeker is wat het effect is of nationaal-specifieke onderwijssystemen een rem zetten op mobiliteit of juist er onder bezwijken. Onzeker is of de groei van BRICS en van nieuwe rijken leidt tot nieuwe private foundations ? Leidt nadruk op consortia tot grotere rol van bedrijven in publieke financiering? Gaan bedrijven zelf meer financieren”? Onzeker is of overheden zich als klant gaan gedragen.
•
Onzeker is of de arrangementen hiervoor succesvol zijn? En als dat zo is, wat zijn dan Grand Challenges 2025?
•
Onzeker is of universiteiten onderscheidend blijven in deze consortia? Onduidelijk is of dit ook leidt tot significant meer private R&D-financiering Onzeker is wat blijvend publiek domein van de universiteit is: stad, regio, land, Europa, mondiaal, sectoren, … 13
Onzekerheid 2: Hoe “publiek” cq “privaat” is het value network van de universiteiten? (2) Vijf hoofdvragen 1. Is onderwijs een maatschappelijke of een private investering? 2. Wordt wetenschappelijke kennis gezien als publiek goed, als oplossing voor maatschappelijke vraagstukken of ondersteuning van eigen industrie? 3. Hoe sterk blijft of wordt de positie van overheden in de value networks van universiteiten? 4. Welke verwachtingen hebben andere stakeholders in het value network van universiteiten? 5. In hoeverre leiden (verwachtingen van) publieke en private prestaties van universiteiten ook tot financiering?
Twee extreme posities 1. De universiteit opereert in public value networks waarin de nadruk ligt op diffuse publieke kennisfuncties, op de maatschappelijke opbrengst van onderwijs, op onderzoek voor vraagstukken als duurzaamheid, veiligheid, volksgezondheid en waarin kennis als een publiek goed gezien wordt. Via stichtingen en private schenkingen is er ook privaat geld beschikbaar voor deze publieke kennisfuncties. 2. De universiteit opereert in value networks met sterke, veeleisende contractpartners die verwachten dat de kennisontwikkeling en – overdracht directe waarde heeft voor hunzelf en ook bereid zijn daarvoor te betalen. Ook overheden stellen zich op als contractpartner en aan publieke financiering worden concrete prestatiedoelen gekoppeld.
Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten
14
Agenda fase 3: Naar toekomstscenario’s voor de Nederlandse universiteiten • • •
De ontwikkelingen en onzekerheden laten veel mogelijke toekomsten voor de Nederlandse universiteiten zien. Met de twee onzekerheden kunnen we die terugbrengen tot vier scenario’s Met experts uit de wereld van wetenschap, hoger onderwijs, innovatie en beleid werken we vier scenario’s uit. Zo zorgen we er ook voor dat de verschillende kennisfuncties van de universiteit terugkomen in de scenario’s Tijdens regiobijeenkomsten bespreken universiteiten en hun stakeholders de scenario’s. Zo worden strategische opties duidelijk. Maatschappij legt de nadruk op publieke waarde van onderwijs en onderzoek
Scenario 4
Scenario 1
Stabiele-lokale omgeving met weinig concurrentie
Nederlandse universiteiten
Hypercompetitieve mondiale omgeving waarbij competitieve voordelen zeer vluchtig zijn.
Scenario 2
Scenario 3 Kennis wordt als privaat goed gezien
Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten
15