Inhoud
4
Traditiegetrouw wierp Algemeen Directeur Eddie Jharap op oudejaarsdag – 31 december 2004 – een terugblik op het haast voorbije jaar. Er werd elkaar kracht en vertrouwen toegewenst voor de taken en uitdagingen van het komend jaar.
STAATSOLIE NIEUWS N o. 1 • maart 2005
En verder: De betrokkenheid van Staatsolie in de nationale elektriciteitsvoorziening heeft zich vertaald in een project voor de bouw van een centrale te Tout Lui Faut. De offertes zijn reeds binnen en medio dit jaar start de constructie.
• Huldiging jubilarissen. . . . . . . . . . . . . . 6
9
• Voortgang project Prestatiebeoordeling . . . . . . . . . . . . .
8
• Customer Appreciation 2005 . . . . . . . 16 • Saramacca Operations op weg naar ISO 9001:2000 certificaat. . . . . . 18
11
De van 7-9 maart in Suriname gehouden 2nd Caribbean Asphalt Conference is succesvol verlopen. Tijdens deze bijeenkomst is de Caribbean Asphalt Committee geïnstalleerd.
• Opleiding Petroleumtechniek zeer waardevol . . . . . . . . . . . . . . . .
21
• GIS ingevoerd bij Exploration & Field Evaluation. . . . . . . 22
Staatsolie en de Amerikaanse multinational Occidental Petroleum Corporation hebben op 1 februari een Memorandum of Understanding (MoU) ondertekend. Hiermee is een basis gelegd voor onderhandelingen voor een offshore productiedelingsovereenkomst.
17
• Olieweetjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
22
• Bedrijfsbezoeken . . . . . . . . . . . . . . .
23
• Personalia. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
20
Het ‘veldwerk’ van het 2D seismisch offshore onderzoek is eind januari afgerond. De verzamelde data moet nu worden verwerkt en geïnterpreteerd. Verwacht wordt de resultaten in het derde kwartaal van dit jaar binnen te hebben.
Redactioneel 25 Jaar Staatsolie Hiep hiep hoera. Op 13 december 2005 zal Staatsolie haar 25-jarig jubileumfeest vieren. De eerste stap die wij hebben gezet naar deze gebeurtenis is het laten ontwerpen van een speciaal vignet. Dit prachtig vignet van de hand van Max Ensberg prijkt reeds op de Staatsolie kalender van 2005 en wij zullen het dit jaar in alle nummers van Staatsolie Nieuws gebruiken. Uiteraard houden wij u op de hoogte van alle activiteiten die in het kader van dit zilveren jubileum georganiseerd zullen worden. Een zilveren jubileum en gouden sterren in ons vignet? Mogelijk omdat olie ook bekend staat als zwart goud? Enquete Wij hebben wat werk voor u. In deze editie is er een enquete bijgevoegd met een 9-tal vragen. Onze bedoeling is om na te gaan wat onze lezers vinden van dit bedrijfsinformatieblad en wat verbeterd kan worden.Wij vragen u om vijf minuten van uw tijd te besteden om deze enquete in te vullen en naar ons te faxen. Deze enquete kan ook ingevuld worden op onze website: www.staatsolie.com. Het nieuws Wij, de redactie, verkeren in de gelukkige omstandigheid dat er altijd veel nieuws is. Zoveel, dat wij in staat zijn met gemak een blad van 20 pagina’s – ons streven – te vullen. Deze editie hebben wij echter moeten uitbreiden naar 24 pagina’s, want wij vonden het toch wel belangrijk om een actueel verslag van de succesvolle 2nd Caribbean Asphalt Confer ence die Staatsolie in maart organiseerde, op te nemen. Bij het artikel Staatsolie als Electriciteitsleverancier zijn wij ook afgeweken van onze standaard format van maximaal 2 pagina’s per artikel. In een uitgebreid artikel van 3 pagina’s geven wij een step by step overzicht met betrekking tot de bouw van een electriciteitscentrale van 15 MW door Staatsolie. Met deze stap begeeft de organisatie zich op het gebied van energie-opwekking en zal zo een bijdrage leveren in het opheffen van het energietekort in Suriname. Wij wensen u veel leesplezier toe en kijken uit naar de ingevulde enqueteformulieren. De Redactie Widjai Jungerman
Redactie: Widjai Jungerman Kailash Bisessar Medewerkers aan deze editie: Bert Dijksman,Eddy Fränkel,Genia Madari, Projectgroep ISO Saramacca Operations, Projectgroep Prestatiebeoordeling,PZ-HRM
Uitgave: Staatsolie Maatschappij Suriname N.V. Dr. Ir. H.S.Adhinstraat 21,Flora, POB 4069 Paramaribo,Suriname Telefoon:499649 Fax:491105 Website:www.staatsolie.com E-mail:
[email protected]
Visie Het gezamenlijk met de employees, klanten en aandeelhouders, met behoud van de eigen identiteit, bouwen, uitbreiden en in stand houden van een nationale oliemaatschappij.
Missie De economische exploratie en productie van aardolievoorkomens in Suriname, de verwerking en verkoop van aardolie en daarvan afgeleide producten ten behoeve van de nationale en internationale markt. Het bevorderen van deelname van derden bij de uitvoering van aardoliewerkzaamheden op een zodanige wijze dat daaruit optimale opbrengsten voor de Staat worden verkregen. De voortdurende ontwikkeling van tech nische en managementexpertise, waarbij tevens de grootst mogelijke zorg besteed zal worden aan veiligheid, gezondheid en milieu.
Waarden Integriteit: wij zullen eerlijk staan tegenover onze employees, afnemers, leveranciers, aandeelhouders en de gemeenschap waarin wij werken. Klanten: wij zullen onze klanten de kwaliteitsproducten leveren die van ons worden verwacht. Employees: wij beschouwen onze employees als onze belangrijkste assets en zullen voortdurend in hun ontwikkeling investeren en zorgen voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden. Excellentie: wij zullen voortdurend streven naar continue verbetering in alles wat we doen. Productontwikkeling: wij zullen voortdurend streven naar ontwikkeling van nieuwe of alternatieve producten en/of diensten. Rendement: wij zullen een zodanig rendement op het geïnvesteerd kapitaal creëren, zodat groei kan worden gerealiseerd en aan de aandeelhouders een redelijk dividend kan worden uitgekeerd. Gemeenschapszin: wij zullen als waardig lid van de gemeenschap onze bedrijfsvoering baseren op principes van duurzame ontwikkeling. Voorts een sociaal-maatschappelijke bijdrage leveren die in overeenstemming is met de maatschappelijke positie van ons bedrijf.
Vormgeving en druk: Art Sabina Multi Media
Bronvermelding verplicht bij overname
Jharap bij terugblik 2004:
Door samen te Bouwen op Eigen Kunnen een lichtend voorbeeld voor Suriname blijven Traditiegetrouw wierp Algemeen Directeur Eddie Jharap op oudejaarsdag – 31 december 2004 – een terugblik op het haast voorbije jaar. Onder het genot van een drankje en vrolijke muziek, werd elkaar kracht en vertrouwen toegewenst voor de taken en uitdagingen van het komend jaar.
Foto:Marcel Kartodikromo
V
oordat Jharap zijn overzicht presenteerde, vroeg hij 1 minuut stilte in acht te nemen voor drie medewerkers, die ons in 2004 voorgingen als blijk van waardering voor de door hen geleverde bijdrage, en om de slachtoffers van de vloedgolf in ZuidOost Azië te gedenken. Jharap: “In 2004 is er veel gebeurd bij Staatsolie. Het grootste deel van onze plannen hebben we kunnen uitvoeren. Bij sommige activiteiten zijn de resultaten beter dan we verwacht hadden, terwijl bij andere wij minder gescoord hebben dan gepland was. Over het algemeen mogen we best tevreden zijn over de prestaties in het afgelopen jaar. In wezen kunnen wij onze activiteiten terugbrengen tot twee belangrijke doelstellingen. 1. Het streven naar een goed rendement uit de aardoliewinning ten behoeve van de gemeenschap en uitkering van een redelijk dividend aan de aandeelhouder; en 2. Zorgdragen voor de continuïteit van Staatsolie alsmede de verdere ontwikkeling van de aardoliesector in Suriname.
V
Het rendement Wat het bedrijfsresultaat betreft, is 2004 net iets beter geworden dan het
4
S T A A T S O L I E N I E U W S No. 1 • maart 2005
jaar daarvoor. Weer hoofdzakelijk, dankzij de sterke olieprijzen op de internationale markt. De gemiddelde barrelprijs voor Staatsolie was dit jaar US$ 28,40. Wij verwachten dit jaar af te sluiten met een bruto-omzet van US$ 116,5 miljoen. De winst vóór belastingen wordt geschat op US$ 56,1 miljoen. Uit dit bedrag zullen wij aan inkomstenbelasting US$ 19,2 miljoen betalen. In verband met de geplande bedrijfsinvesteringen stellen wij voor om 50 procent van de nettowinst, dat is US$ 13,4 miljoen, aan dividend uit te keren aan de Aandeelhouder. Wij hebben berekend dat de Staat over dit jaar in totaal US$ 38,0 miljoen aan directe inkomsten uit de aardoliewinning zal ontvangen.
Hoogtepunten 2004 • Omzet van ongeveer US$ 116,5 miljoen. • Geschatte winst vóór belastingenvan US$ 56 miljoen. • Een productie 4,1 miljoen vaten ruwe olie. • Ruim 4,4 miljoen vaten aan geraffineerde producten (Staatsolie Diesel, diverse soorten stookolie en asfaltbitumen) verkocht. • In de Staatsolie Raffinaderij zijn dit jaar 2,5 miljoen barrels ruwe olie verwerkt, iets meer dan de ontwerpcapaciteit. • Een recordaantal van 103 bronnen in productie genomen. • In vergelijking met 2003 een afname van 37 procent in het aantal incidenten met lichamelijk letsel als gevolg • Productiedelingsovereenkomsten gesloten met twee buitenlandse maatschappijen: Repsol YPF (Span je) en Maersk Oil (Denemarken). • Het International Ship and Port Facility Security (ISPS) certificaat ontvangen van de Maritieme Authoriteit Suriname (MAS) voor de havenfaciliteit van Tout Lui Faut Operations. • Bouw van een bushuis aan de Mr. J. Lachmonstraat. Daarnaast tal van donaties en sponsoringen aan verschillende groepen in de samenleving, totaal voor ongeveer US$ 350.000.
Continuïteit In het afgelopen jaar hebben wij US$ 36,5 miljoen geïnvesteerd. Het grootste deel hiervan ging naar het aardolieonderzoek en investeringen in nieuwe bronnen om het bestaande productieniveau te handhaven. In totaal zijn er 151 boringen uitgevoerd. Vierentwintig boringen waren bestemd voor exploratie en evaluatie en 127 putten werden geboord voor de olieproductie. Uit dit aantal van 127 boringen zijn uiteindelijk 103 producerende bronnen geïnstalleerd. Vier in Calcutta en 99 nieuwe bronnen in Tambaredjo. De geschatte jaarproductie over 2004 is 4,12 miljoen barrels, ongeveer 200.000 barrels minder dan het jaar
daarvoor. Per ultimo 2004 is de dagproductie 11.800 vaten, 1000 vaten meer per dag dan het vorige jaar. Er zijn nu 784 productiebronnen, waarvan 5 in Calcutta. Per ultimo van het jaar hebben wij in de twee velden Tambaredjo en Calcutta in totaal ongeveer 100 miljoen barrels aan bewezen reserves. Als we de olieproductie op het huidige niveau houden, zijn deze reserves rekenkundig toereikend voor nog ongeveer 20 jaar. De oliewinning moet echter ook economisch verantwoord zijn: de jaarlijkse investeringen moeten wij tenminste
Plannen voor 2005 en daarna in een notendop met rente kunnen terugverdienen. Wij maken ons nu wel zorgen over de economische haalbaarheid om de resterende reserves te produceren. De gemiddelde dagproductie in de nieuwe bronnen die wij boren is gedaald tot 25 barrels per dag. Door deze afname is de terugverdiencapaciteit heel zorgelijk geworden. Een ander punt van zorg is de constante stijging van de operationele kosten. Begin jaren tachtig – twintig jaar geleden – waren de operationele kosten rond US$12 per barrel. Een nieuwe bron kostte toen US$ 300.000. In de afgelopen jaren hebben wij de boor- en installatiekosten van nieuwe bronnen tot US$ 225.000 teruggebracht, maar de operationele kosten zijn nu opgelopen tot boven US$ 15 per barrel. Dit bedrag van US$ 15 per barrel is de verkoopprijs van onze olie die wij voor de lange-termijn planning gebruiken. Kort samengevat, als wij op korte termijn geen efficiëntieverhogende en kostenbesparende maatregelen treffen, is de continuïteit van Staatsolie in gevaar en is onze toekomst heel onzeker. We moeten nu niet zitten huilen, maar we moeten wakker worden uit de droom dat bij Staatsolie ‘the sky the limit’ is. Op alle niveaus moet er bespaard en bezuinigd worden. In de komende weken zullen wij samen de uitgavenbeperkende maatregelen bespreken en uitvoeren. Ik wil hiermee alleen de ernst van de situatie doorgeven en geen paniek veroorzaken. Behalve de ideeën over kostenvermindering zijn er ook plannen om het rendement op middellange termijn te verbeteren. Ik zal hier enkele noemen: 1. Er is een meerjaren exploratieprogramma opgesteld en in uitvoering genomen. Het doel is om binnen 2 tot 3 jaar nieuwe productiegebieden te vinden waaruit een hoger rendement per put gehaald kan worden. 2. Voor het zeeareaal hebben wij twee productiedelingscontracten getekend met respectievelijk Repsol YPF en Maersk Oil. In het kielzog van deze maatschappijen hebben wij het besluit genomen om ook zelf naar aardolievoorkomens in het zeegebied te zoeken. Bij succes in het zeegebied zullen
de financiële vooruitzichten beter zijn. Onze hoge overheadkosten zullen daarmee beter te dragen zijn. 3. De positieve ontwikkeling met de raffinaderij heeft ons gestimuleerd om de capaciteit te vergroten en producten met een hogere waarde te maken. Voorbereidende werkzaamheden waaronder een basic design zal in 2005 reeds worden uitgevoerd. 4. Om onze marketingpositie te verbeteren en meer naamsbekendheid in de regio te verkrijgen, hebben wij 30 procent van de aandelen van Ventrin Petroleum Company Limited in Trinidad verworven. 5. In het streven om het productenassortiment te vergroten, zijn wij een samenwerking met de EBS aangegaan om in 2005 elektriciteit als een nieuw product op de markt te brengen. 6. Bij continuïteit hoort ook aandacht voor het vraagstuk van de organisatieontwikkeling, de beheersing van de activiteiten en de invoering van moderne managementsystemen voor gezondheid, milieuzorg en veiligheid. Deze zaken alsmede de training en ontwikkeling van onze medewerkers, en de zorg voor een deugdelijk opvolgingsplan staan hoog op de prioriteitenlijst van actiepunten. 7. Voor 2005 hebben we een investeringsbudget van US$ 67 miljoen. Aan exploratie en productieontwikkeling zal US$ 48 miljoen worden uitgegeven. Aan verbeteringen van de Tout Lui Faut Operations en studies voor de raffinaderij zal US$ 3 miljoen worden besteed. Voor de power plant is US$ 16 miljoen uitgetrokken. Ik denk dat ik hiermee een goed beeld heb gegeven van de stand van zaken bij ons bedrijf. Het is niet de bedoeling geweest om afdeling voor afdeling te bespreken. De inbreng van elke persoon, elke afdeling, elke divisie en elk directoraat is even belangrijk. Er is veel meer olie in onze bodem te vinden. Ik heb hier de mogelijkheden en uitdagingen aangegeven voor het komend jaar. Ik ben er van overtuigd dat wij door samen te Bouwen op Eigen Kunnen een lichtend voorbeeld voor Suriname zullen blijven, en onze doelstellingen tot genoegen van alle stakeholders kunnen realiseren.” ▲
• Het kapitaalsbudget voor 2005 is circa US$ 67 miljoen, het operationeel budget ongeveer US$ 35 miljoen. • Doelstelling voor 2005 is een jaarproductie van 4,3 miljoen vaten ruwe olie; er zullen 100 nieuwe productiebronnen in het Tambaredjo-veld worden geboord. Het productiegebied en de verwerkingsfaciliteiten zullen wor den uitgebreid. • Het Calcutta-veld zal volgens het ‘natte model’ worden ontwikkeld, wat inhoudt dat in tegenstelling tot wat nu gangbaar is, er niet zal worden ingepolderd; ook zullen geen droge infrastructurele werken worden aangelegd. Op basis van de geschatte 146 productiebronnen die in het gebied zullen worden geboord, zal het boorprogramma in 3 jaren worden afgewerkt. • Bij de exploratieactiviteiten onshore zal de focus liggen op het Calcutta-, Caledonia-, Coronie- en Nickeriegebied. Deze activiteiten zullen zowel op eigen kracht als in samenwerking met andere internationale maatschappijen worden uitgevoerd. Staatsolie heeft voor deze activiteiten een budget van US$ 3 miljoen per jaar uitgetrokken. Offshore zal de focus liggen op de uitvoering van de gesloten productiedelingsovereenkomsten met Repsol YPF en Maersk Oil en mogelijke ontwikkeling van nearshore gebieden door het aangaan van Joint Ventures met geïnteresseerde oliemaatschappijen. Verder zullen er mogelijk nieuwe productiedelingsovereenkomsten worden aangegaan in andere blokken voor onze kust. • In 2004 is de studie voor uitbreiding van de raffinaderij afgerond. Er is voor gekozen om zodanige aanpassingen en uitbreidingen te plegen, waardoor de diversificatie van producten toeneemt en de verwerkingscapaciteit wordt verhoogd van 7.000 naar 10.000 vaten per dag. Het zal mogelijk worden premium diesel en kookgas te maken in hoeveelheden die de totale lokale markt kunnen voorzien. Het streven is om deze plannen in 2009 te verwezenlijken. • Staatsolie zal de komende periode een rol gaan spelen bij de opwekking van elektrische energie. De eerste stap is de bouw van een 15 MW centrale. De constructie zal in 2005 aanvangen en de centrale zal in 2006 operationeel zijn. De tweede stap zal zijn de bouw van een 40 MW centrale.
BOUWEN OP EIGEN KUNNEN
5
Huldiging jubilarissen
Blijvend inzetten voor maatschappij en land Tekst:Kailash Bisessar Foto’s:Ranu Abhelakh & Edward Troon
Zesendertig medewerkers hebben vorig jaar hun 1212jarig dienstjubileum gevierd. Op 17 december 2004 was een groot deel erbij voor de traditionele huldiging door de directie. Het werd een avond van lofuitingen, blijde gezichten en gezelligheid. Jubilarissen met hun gezinsleden
Z
oals het betaamt bij dergelijke gelegenheden, waren er eerst toespraken. Waarnemend Algemeen Directeur Marc Waaldijk feliciteerde een ieder met 24 jaar Staatsolie op 13 december. Hij merkte op dat Staatsolie in de loop der jaren een reputatie heeft opgebouwd om trots op te zijn . De jubilarissen hebben gedurende 1212 van de 24 jaren een substantiële bijdrage geleverd aan de verwerving van deze reputatie, aldus Waaldijk.
verandering die door de mensen van Marine Operations heel goed is verwerkt,” complimenteerde Waaldijk. In die periode zette de technologische ontwikkeling binnen Staatsolie zich voort. De voorbereidende studies van het raffinaderijproject waren volledig afgerond en het besluit was genomen het project uit te voeren. “Als we vandaag terugblikken, mogen we zeggen dat wat we ons hadden voorgenomen wij ook succesvol hebben afgerond.”
Omslag
Goede toekomst
De periode waarin deze jubilarissen in dienst kwamen (1991-1992) was er één van een belangrijke omslag. Er werden plannen in uitvoering gebracht die het fundament waren voor een nieuw tijdperk waarin Staatsolie versneld kon worden ontwikkeld. Zo werd toen de 55 kilometer lange pijpleiding SaramaccaTout Lui Faut aangelegd, waaraan zo’n 11 van de jubilarissen hebben meegewerkt. Op de avond van de huldiging was door Public Relations een mini-expo met foto’s van dat project opgezet. Waaldijk hield zijn gehoor voor dat met de ingebruikname van de pijplijn voor Staatsolie een nieuwe periode van technologie en efficiëntie in de crudetransport was aangebroken. De tankers moesten hun basis verleggen van Saramacca naar Tout Lui Faut en voortaan van daaruit naar Paranam varen. “Een grote
In de periode 1991-1992 had Staatsolie 350 mensen in dienst en een productie van ongeveer 4500 vaten olie per dag. 122 Jaar later zijn dat er 640 werknemers en een productie van 12.000 vaten per dag. Waaldijk blikte ook vooruit. Zo had hij het over opvoering van de productie in de komende vijf jaar en uitbreiding van de raffinaderij. Hij noemde verdere verhoging van de winbare oliereserves en omlaag brengen van de kostprijs de grootste uitdaging. “Met z’n allen zullen we ons moeten inzetten om ook bij lagere wereldmarktprijzen een goed rendement te behalen. Alleen dan zullen we in staat zijn onze voorgenomen ambitieuze plannen te realiseren en een goede toekomst voor ons nageslacht veilig te stellen. Ik ben ervan overtuigd dat we in staat zijn offers te brengen en díe maatregelen te
Z
6
S T A A T S O L I E N I E U W S No. 1 • maart 2005
nemen, die nodig zijn om tot grotere hoogten te stijgen teneinde onze doelen te bereiken.” Waaldijk ging ook in op de hernieuwde activiteiten in het zeegebied, de opwekking van elektrische energie en de fabricage van hoogwaardige producten. Allemaal zaken die een stevigere basis zullen creëren en de concurrentiepositie van Staatsolie verder zullen verbeteren.
Blijvende inzet Er was ook waardering voor de familie en gezinsleden van de jubilarissen. “Mede door jullie inzet en motivatie staat onze maatschappij klaar voor meerdere en grotere uitdagingen”, zei Waaldijk. “Voor realisatie hiervan wordt nog meer commitment gevraagd van onze medewerkers en meer steun en begrip van het gezin, de familie. Dat is erg belangrijk, want zonder deze ondersteuning zullen wij niet in staat zijn de voorgenomen grote plannen te realiseren.” Lloyd Read, voorzitter van de SWOS, en Stanley Marica, waarnemend president-commissaris van de RvC, hadden ook lovende woorden voor de jubilarissen. Beiden stonden in respectieve toespraken stil bij hun inzet en bijdrage aan de ontwikkeling van Staatsolie. Zij riepen de gehuldigden op zich te blijven inzetten en mee te helpen aan de het stuwen van het bedrijf naar grotere hoogten. In dezelfde trend sprak ook
Algemeen Directeur Eddie Jharap de jubilarissen toe. Jharap was uitlandig, maar kwam die vrijdagavond gelijk na terugkeer naar het hoofdkantoor, om de huldiging van de jubilarissen bij te wonen. “Blijf je inzetten voor de maatschappij en het land”, drukte Waaldijk de jubilarissen op het hart. “De gemeenschap, onze kinderen en familieleden kijken naar ons en hebben hoge verwachtingen. Wij zijn het voorbeeld en laten wij dit hoog in het vaandel houden.” ▲
naam
afdeling
Amelo Reinier Amierali Mohamed Bajnath Devanandpersad Bisessar Radjeshkoemar Bonoo Renaldo Bouterse Marlon Bruno Orlanda Cederburg Glenn Cheuk Alam Stilico Chotkan Hementkoemar Darson Glenn Dest Alfred Donopawiro-Pawiromoeljo Marijatie Dors Harold France Nevin Kasidin Jerrel Khedoe Radjeshkoemar Khoesial Soenildath Lieveld Clyde Monjok Priscilla Nabi Bidjaikoemar Nitiredjo Johannes Noordwijk Bogart Olieberg Patrick
Production Development Catharina Sophia & Josikreek Operations Production Development Drilling Heavy Equipment Maintenance Production Development Plant Security & Personnel Services Tout Lui Faut Production Development TA-58 Crude Treatment & Pipe Line Operations Utilities Marine Operations Well Completion & Well Servicing
Parmanand Erneste Pawirosentono Ambija Rajai Shantiprakash Ramsaroep Krishnadath Resodikromo Sadimoen Sairoen Neill Sariman Ricienne Tamat Giemoe Tjen A Tak Fernando Velland Lesley Volney Gerhardus Wajwakana Patricia
Production General Marine Operations Production Development Drilling Drilling Engineering & Construction Oil Movement Human Resources Management Plant Security & Personnel Services Saramacca Production Development Production Development Field Production Sarah Maria, Le Prevoyance & Broederschap Marine Operations Heavy Equipment Maintenance Plant Security & Personnel Services Tout Lui Faut Production Development Well Completion & Well Servicing Health Safety Environment Refinery Operations Utility Marine Operations Exploration & Production Data Management Heavy Equipment Maintenance Plant Security & Personnel Services Tout Lui Faut De jubilarissen kregen de bijbehorende onderscheidingen uitgereikt door de directieleden Marc Waaldijk en Ben Nuboer. Voor drie medewerkers die in 2004 zijn overleden,werd één minuut stilte in acht genomen. Vanuit links:E&P Directeur Nuboer, Wnd.Pres.Comm.Stanley Marica,Rvc-lid Jack Kross,Wnd.Algemeen Directeur Marc Waaldijk en SWOS Voorzitter Lloyd Read Voor de kinderen van de jubilarissen was er een verrassing:de kerstman had cadeautjes voor hen.
BOUWEN OP EIGEN KUNNEN
7
Derde fase project Prestatiebeoordeling nu aan de gang Tekst:Projectgroep
Het Project Prestatiebeoordeling is een van de verbeterthema’s van het Human Resources Management (HRM) Meerjarenplan. Dit plan is geschreven op basis van het herziene Strategisch Beleidsplan 2002-2005 van Staatsolie.
oofddoelstelling van het project is het meten en zodanig belonen van prestaties dat een gemotiveerd, ervaren, vaardig en flexibel medewerkersbestand wordt bevorderd; en de verdere ontwikkeling van het beoordelingssysteem. Het project is opgesplitst in vijf fasen, waarvan de eerste en tweede inmiddels zijn afgerond. Fase 1 betrof de voorbereiding, waarbij het erom ging de projectgroep op één lijn te brengen en bestudering van relevante documentatie. In fase 2 werd een quickscan uitgevoerd onder een 75-tal leidinggevenden om informatie te vergaren over bekendheid met en gebruik van missie, strategie, doelstellingen en HR-instrumenten. Deze informatie is belangrijk omdat de prestaties van de bedrijfsonderdelen moeten worden afgestemd op de missie, strategie en de bedrijfsdoelstellingen.
H
Fase 3 van het project – de verdere ontwikkeling van het prestatiebeoordelingssysteem – is nu aan de gang. Om de door ons voorgestane methodiek te toetsen, is ervoor gekozen om een pilotproject uit te voeren, waaraan hebben meegedaan een productieafdeling (Refining Operations) en een dienstverlenende divisie (ICT). De leidinggevenden van beide pilotgroepen – Carlos Hughes (Refining Operations) en Duncan Brunings (ICT) – zijn enthousiast over dit pro-
8
S T A A T S O L I E N I E U W S No. 1 • maart 2005
ject en vooral over de positieve spin-off van het afgelegde traject. Beiden zijn ook reeds bezig voort te bouwen op de bereikte resultaten. De pilot gaf ons informatie over de bruikbaarheid van de werkwijze, over de benodigde tijd per afdeling en over de benodigde ondersteuning aan de afdelingen vanuit de projectgroep. Bovendien kunnen de bereikte resultaten – de afdelingsprofielen – als model dienen voor de rest van het bedrijf. In de afdelingsprofielen zijn opgenomen: • Het algemeen doel en de specifieke doelstellingen van de afdeling. • De afdelingsresultaten. • De samenwerkingsverbanden die nodig zijn voor het behalen van de resultaten. • De benodigde competenties. De directie heeft na een presentatie van het resultaat van de pilot haar goedkeuring gegeven het project op deze manier voort te zetten en bedrijfsbreed uit te voeren.
Daarmee is een begin gemaakt op 19 oktober 2004 met een kick off presentatie die plaatsvond voor vier bedrijfsonderdelen. Inmiddels zijn deze presentaties voor alle afdelingen binnen Staatsolie gehouden. Per eind maart 2005 dienen alle afdelingsprofielen te zijn afgerond. Met deze input kan de projectgroep aan de slag met het vastleggen van kennis, vaardigheden en werkgedrag vereist per afdeling en per functie en de bijbehorende vaardigheids- en gedragsindicatoren (competenties). Deze activiteit zal tot juni 2005 duren. Fase 3 wordt afgesloten met de ontwikkeling van voorstellen tot aanpassing van het huidig beoordelingssysteem, hetgeen per september 2005 afgerond moet zijn. ▲
Staatsolie als elektriciteitsleverancier Bijdrage aan wegwerken tekort elektrische energie Tekst:Eddy Fränkel (Projectmanager)
beeld:Kailash Bisessar
Met een zekere regelmaat krijgen verwikkelingen op het gebied van de nationale elektriciteitsvoorziening aandacht in de media. De betrokkenheid van Staatsolie, die zich heeft vertaald in een project voor de bouw van een 15 megawatt (MW) centrale, wordt vaak genoemd. Ondertekening van het samenwerkingsprotocol tussen Staatsolie en EBS op 24 juni 2003. Algemeen directeur Eddie Jharap en Oemar Chiragally waarnemend directeur van EBS feliciteren elkaar.
p 24 juni 2003 tekenden Staatsolie en de N.V. Energie Bedrijven Suriname (EBS) een ‘Protocol voor Strategische Samenwerking’. Voor Staatsolie is dit protocol ingegeven door haar voornemen om in het kader van haar strategisch beleid elektrische energie op te wekken, hetgeen gekoppeld is aan een belangrijk element in het strategisch plan van Staatsolie, namelijk de productdiversificatie en verhoging van de capaciteit van de raffinaderij te Tout Lui Faut.
O
O Inzicht
Met de uitbreiding van de raffinaderij zullen ‘restproducten’ (residuen) beschikbaar komen, die uitermate geschikt zijn voor de opwekking van elektrische energie tegen een aantrekkelijke kostprijs. Al jaren geleden werd vastgesteld dat de groeiende vraag naar elektrische energie, het bouwen van nieuwe opwekfaciliteiten zou vereisen. Dit gegeven bracht Staatsolie tot het inzicht dat ze in de positie verkeert zelf een markt te creëren voor haar raffinaderijresiduen, alsmede een bijdrage te leveren in het wegwerken van het tekort aan elektrische energie in Suriname. Het door Staatsolie en EBS getekende protocol behelst de bouw van
De Bigi Krutu te Saramacca.
een 15 megawatt (MW) elektriciteitscentrale die een bijdrage zal leveren aan het opheffen van het tekort aan elektrische energie dat op korte termijn dreigt, alsmede de installatie van opwekcapaciteit voor de middellange termijn tot een totaal vermogen van circa 60MW. Met de bouw van de 15 MW centrale te Tout Lui Faut is de eerste fase ter invulling van het protocol ingeluid.
Bigi Krutu De voorbereiding van het project startte in 2003 met een haalbaarheidsstudie (Feasibility Study), waarin
Dieter Debusschere van de divisie Corporate Planning een voortrekkersrol vervulde. Het resultaat van de haalbaarheidsstudie werd op 8 november 2003 gepresenteerd aan de directies van Staatsolie en EBS in aanwezigheid van de Raden van Commissarissen van beide bedrijven en de minister van Natuurlijke Hulpbronnen en zijn staf. Op deze bijeenkomst, die op het EBS emplacement te Groningen (Saramacca) werd gehouden en die te boek is gegaan als de ‘Bigi Krutu’, werd de committering van alle aanwezige belanghebbenden verkregen.
BOUWEN OP EIGEN KUNNEN
9
Elektriciteitsleverancier Het oorspronkelijke uitgangspunt bij de opzet van het project was dat het een gezamenlijke onderneming van EBS en Staatsolie zou zijn. Partijen hebben zich tijdens de vele besprekingen beraden over de vorm van de samenwerking Er diende een keuze te worden gemaakt uit: 1. een Operationele Joint Venture, 2. een nieuwe naamloze vennootschap met een bepaalde aandelenverhouding tussen partijen en eventuele participatie van derden, of 3. een vorm waarbij Staatsolie de investering zou plegen en EBS de opgewekte energie tegen een bepaalde prijs afneemt. In oktober 2004 werd na intensieve besprekingen over de werkbaarheid van de verschillende opties gekozen voor de laatste vorm. Met dit besluit zal Staatsolie zich naast de Suralco, vestigen als een zogenoemde ‘Independent Power Produc er’ (onafhankelijke energieproducent) op de Surinaamse elektriciteitsvoorzieningmarkt.
Projectteam Voor de implementatie van het project – administratief ook wel bekend als ‘EBS-SOM HFO POWER PLANT WEST EPAR’ is een projectteam samengesteld. Het team staat onder leiding van Eddy Fränkel (Engineering & Construction), Projectmanager. Directeur Refining & Marketing Marc Waaldijk is Project Sponsor.
De overige projectteamleden zijn: Kenneth Roepnarain (Procurement) - Project Buyer Janice Gajadien (Legal Affairs) - Project Lawyer Karin Lie A Kwie (HSE) - Project Environmental Engineer Swammy Ramjiawan (Engineering & Construction) - Project Civil Engineer Marijke Sampono (Project Control Center) - Project Cost Control Narindra Baldew (Engineering & Construction) - Project Electrical Engineer
Als onderdeel van het project heeft het projectteam verschillende presentaties gehouden.Hier houdt André Samsin, superintendent Engineering & Construction,een presentatie voor functionarissen van de EBS en de bedrijven die zijn geselecteerd voor het uitbrengen van een offerte.Uiterst links:Kenneth MacDonald,manager Procurement.
Locatie en transmissielijn Met de EBS moest ook overeenstemming worden bereikt over de plaats waar de centrale zou komen te staan. Het oorspronkelijk uitgangspunt, zoals in het protocol vervat, was dat de centrale op Tout Lui Faut zou worden gebouwd. Op basis van berekeningen aan het elektriciteitsnet van groot Paramaribo (het ‘EPAR–net’) stelde de EBS echter vast dat als de centrale ten westen van het EPAR-net werd gebouw, dit tot een gunstigere net belasting zou leiden. Als opties voor een bouwplaats in het westen, werden twee locaties geïdentificeerd: de Chandieshawweg (Vijfde Rijweg) achter het Staatsolie Booster Station en Sarah Maria tegenover het Staatsolie emplacement. Beide locaties voldeden aan de technische randvoorwaarden, in deze de mogelijkheid tot aansluiting van de centrale op het EPARnetwerk en het voorhanden zijn van brandstof (crude oil). Om tot een weloverwogen keuze tussen deze twee locaties te komen werd, een milieueffectenstudie uit-
10
S T A A T S O L I E N I E U W S No. 1 • maart 2005
Kenneth Roepnarain,lid van het projectteam,en Kenneth Vasseur van het ingenieursbureau Concordia Consultants & Engineers,bezig met controle van de offertedocumenten.Concordia zal adviseren bij de beoordeling van de offertes.
gevoerd door het in Suriname gevestigd adviesbureau Caribbean Development Institute, tezamen met haar Trinidadiaanse partner Ecoengineering. Deze milieustudie wees uit dat Sarah Maria de voorkeur boven Chandieshawweg genoot. In augustus 2004 werd het besluit genomen om de centrale op Sarah Maria te bouwen. Met het invallen van de regens in het vooruitzicht, werd in oktober 2004 een aanvang gemaakt met het bouwrijp maken van de bouw locatie te Sarah Maria. Met inspanning van
de afdelingen Production Development en Engineering & Construction werd het bouwrijp maken van de locatie omstreeks eind december, vóór het invallen van de regens, voltooid. Het besluit om de centrale op Sarah Maria te bouwen bracht met zich mee dat ook een transmissie lijn voor het transport van de opgewekte elektrische energie naar Paramaribo moest worden gebouwd. Op basis van met de EBS overeengekomen uitgangspunten m.b.t. de te bouwen
transmissielijn, had Staatsolie tevens de financiering van de transmissieli jn veiliggesteld. Nadere uitwerking van het dossier van de transmissielijn bracht echter aan het licht dat de beschikbare financiering ontoereikend zou zijn voor de optie die uiteindelijk als technisch haalbaar werd geïdentificeerd. In maart 2005 werd het besluit genomen om de centrale, conform het oorspronkelijk plan, op Tout Lui Faut te bouwen.
Aanbesteding De centrale zal worden gebouwd onder een ‘EPC-Turnkey contract’, waarbij de contractor verantwoordelijk zal zijn voor het gehele traject van Engineering (ontwerp) van alle faciliteiten, Procurement (inkoop) van alle te installeren machines, apparaten en materiaal en Constructie van de centrale. Ook het testen en bedrijfsklaar opleveren (Turnkey) van de centrale behoort tot de verantwoordelijkheid van de contractor. Voor de selectie van de contractor is een zogenaamde ‘shortlist’ van gerenommeerde bedrijven, gespecialiseerd in de levering van diesel centrales, opgesteld. Op deze lijst staan Wärtsilä (Finland), MANB&W (Duitsland) en Energy International (Caterpillar, USA). De aanbesteding van zo’n project vindt plaats via verschillende tenderdocumenten waarin naast de technische specificaties van de te leveren installaties, ook de contractvoorwaarden die van kracht zullen zijn, worden vastgelegd. Voor het samenstellen van de tenderdocumenten werd gebruik gemaakt van de diensten van het in Suriname gevestigd ingenieursbureau Concordia Consultants & Engineers. Dit bureau zal tevens adviseren bij de beoordeling van de offerten.
Inrichting centrale De elektriciteitscentrale zal bestaan uit twee dieselgeneratoren, elk met een opwekcapaciteit van ca. 7,5 MW. De machines zullen geschikt zijn om te draaien op zeer zware stookolie, wat de mogelijkheid geeft behalve van de Staatsolie Raffinaderij te Tout Lui Faut, ook op de
regionale markt brandstof te betrekken. Naast de installatie van de dieselgeneratoren zullen alle benodigde gebouwen en installaties worden aangelegd. Hierbij valt onder meer te denken aan: - De powerhouse building. Dit wordt een uit staal opgetrokken gebouw, dat naast de dieselgeneratoren met hun hulpwerktuigen, ook de controlekamer en kantoorruimten zal herbergen. De powerhouse zal worden voorzien van een geluidsisolerend dak en muren, zodat wanneer de centrale op volle toeren draait, een normale conversatie op enkele meters afstand van het gebouw mogelijk is. - Electrical switchgear, die in verbinding zal staan met een nieuw te bouwen onderstation voor de levering van de opgewekte energie aan het EBS net. - Fuel treatment building, waarin de apparatuur voor de reiniging van de zware stookolie wordt opgesteld. - Radiatorkoelers voor de koeling van de dieselmachines, deze koelers leveren grote voordelen voor bedrijf en onderhoud ten opzichte van rivierwaterkoelers. - Na gebleken haalbaarheid, zal tevens en warmtekrachtkoppeling met de raffinaderij tot stand worden gebracht, waarbij uit de hete uitlaatgassen van de dieselmachines stoom ten behoeve van de raffinaderij zal worden opgewekt.
Transport dieselgeneratoren In de tenderdocumenten, die een integraal deel zullen vormen van het EPC-Turnkey contract, is opgenomen dat de dieselgeneratoren, die elk zo’n 140.000 kilogram wegen, via de rivier naar de bouwplaats dienen te worden vervoerd. De contractor zal een gedetailleerd transportplan op schrift dienen te stellen en dit ter goedkeuring aan het projectmanagement moeten voorleggen.
Milieu
gelegd dat de uitlaten (stacks) van de generatoren een hoogte van 21 meter dienen te hebben om zodoende te bewerkstelligen dat de concentraties van gassen zoals stikstofoxiden en roetdeeltjes op maaiveldniveau, de limieten zoals gesteld door de Wereld Bank, niet overschrijden.
Power Purchase Agreement De levering van elektrische energie door Staatsolie aan EBS zal in een ‘Power Purchase Agreement’ (PPA) worden vastgelegd. Beide bedrijven leggen nu de laatste hand aan het voltooien van de PPA. Deze overeenkomst voorziet in de verkoop van een energiehoeveelheid van honderd miljoen kilowattuur per jaar aan EBS. Dit komt erop neer dat de 15 MW centrale gedurende het gehele jaar door op een gemiddelde belasting van 11,4 MW zal draaien. Er wordt ernaar gestreefd de Power Purchase Agreement omstreeks eind maart 2005 te ondertekenen.
Status en tijdschema De tenderdocumenten voor de aanbesteding van het EPC-Turnkey Contract werden omstreeks eind november 2004 verstuurd. Op 15 december 2004 vond de verplichte plaatselijke aanwijzing plaats. De offerten werden op 15 februari 2005 ingeleverd. De streefdatum voor het ondertekenen van het EPC contract is gesteld op omstreeks eind april 2005. De contractor aan wie het contract wordt gegund, dient de centrale omstreeks eind 2005 gereed te hebben voor overname door Staatsolie. De verwachting is dat omstreeks juni 2005 de eerste activiteiten door de EPC-contractor merkbaar zullen zijn. Met de voltooiing van dit project zal Staatsolie een belangrijke bijdrage hebben geleverd om het tekort aan elektrische energie in Suriname op te heffen. ▲
De centrale zal voldoen aan milieueisen die door de Wereld Bank worden gehanteerd voor dit type projecten. Onder meer worden eisen opgelegd met betrekking tot luchten wateremissies en geluid. Zo is bijvoorbeeld in de milieustudie vast-
BOUWEN OP EIGEN KUNNEN
11
Tweede Caribische asfaltconferentie succes Tekst:Kailash Bisessar Beeld:Ranu Abhelakh & Edward Troon
De van 7-9 maart in Suriname gehouden 2nd Caribbean Asphalt Conference is succesvol verlopen. Met de installatie van de Asphalt Committee is verder inhoud gegeven aan het thema van deze conferentie: Better Roads Togheter. In werkgroepen werd gediscussieerd over de terms of reference van het Caribbean Asphalt Committee.
et is aan de belanghebbenden in de Caribische asfaltwereld duidelijk dat alleen gezamenlijk gewerkt kan worden aan betere wegen. De ruim 90 participanten uit 14 verschillende landen hebben gedurende drie dagen een 8-tal presentaties voorgeschoteld gekregen. Ook is er intensief gediscussieerd over het tot stand laten komen van het Caribbean Asphalt Committee: een overkoepelend orgaan waarin zo goed als alle belanghebbenden in de sector zijn vertegenwoordigd. Staatsolie heeft een bijzondere rol gespeeld bij het tot stand komen van dit comité, door de conferentie te organiseren en de terms of reference voor het comité te concipiëren.
H
Veranderlijkheid De 2nd Caribbean Asphalt Conference werd officieel geopend op 7 maart door minister Franco Demon van Natuurlijke Hulpbronnen. De minister toonde zich verheugd erover dat de conferentie in Suriname werd gehouden. Minister Demon merkte op dat in het Caribisch gebied de noodzaak voor betere en veiligere wegen groter wordt, gezien de toename van het verkeer en de asdrukken van het zwaar vervoer. Vandaar dat de laatste jaren er meer aandacht wordt besteed aan onderzoek en uitwisseling van informatie over transport
12
S T A A T S O L I E N I E U W S No. 1 • maart 2005
De conferentiegangers brachten ook een bezoek aan de Staatsolie raffinaderij waar ze onder andere de gang van zaken in het laboratorium konden aanschouwen.
gerelateerde onderwerpen, zoals het gebruik van wegverhardingsmateriaal. Marc Waaldijk, directeur Refining & Marketing van Staatsolie, gaf in zijn welkomstwoord de achtergrond aan waartegen de conferentie wordt gehouden, namelijk de extreme prijsveranderlijkheid van de petroleumsector in 2004. Hij noemde een aantal zaken die wereldwijd hun weerslag hebben gehad. “De veranderlijkheid heeft zich in 2005 voortgezet en we kunnen in de toekomst hogere prijzen verwachten, wat uit-
Waaldijk:“Het uiteindelijk doel is om te geraken tot een Caribische Asfalt Associatie...”.
Het Caribbean Asphalt Committee. Vanuit links:John St.Louis,Roy Marshall,Dennis Wever, Vincent Lashley, Wayne Wood, Errol Lynch,Errol Webster, Sam Murli en Dave Pierre.
eraard een negatieve invloed zal hebben op de kosten van wegenconstructie en -onderhoud.” Sterker staan Waaldijk zei dat de conferentie erop is gericht om de landen uit het Caribisch gebied samen te brengen met het doel hun kennis over het gebruik van asfaltbitumen en daarvan afgeleide producten te vergroten en om met elkaar hierover van gedachten te wisselen. “Het uiteindelijk doel is om te geraken tot een Caribische Asfalt Associatie, die de landen moet helpen en hervormen in het gebruik en de toepassing van asfalt.” Bitumen (oftewel asfalt) speelt in alle landen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van infrastructuur, merkte Waaldijk op. “Wij moeten de kwaliteit van onze wegen verbeteren en nieuwe technologieën ontwikkelen die zullen resulteren in een hogere efficiëntie en lagere kosten. Door alle belanghebbenden bij elkaar te brengen in een Caribische asfaltassociatie, zullen wij sterker staan en beter zijn voorbereid op het behalen van deze doelstellingen.” De conferentie is inderdaad vruchtbaar en productief geworden, zoals Waaldijk dat aan het eind van zijn welkomstwoord had gewenst. Het comité is geïnstalleerd, er is kennis gedeeld en er zijn contacten gelegd. De deelnemers hebben ook veldbezoeken gebracht aan de raffinaderij faciliteiten van Staatsolie, Rosebel Goldmines, de asfaltplant van Baitali en Zhong Da vergastte de enthousiaste participanten op een asfalteringsdemonstratie aan de Jozef
Israelstraat. Op de eerste avond was er een receptie waar de gasten nader kennis konden maken met elkaar. Bovendien kregen zij een prachtige opvoering van de Folkloristisch Ensemble Paramaribo onder leiding van Marlene Lie A Ling. De volgende Caribische asfaltconferentie wordt in 2006 gehouden op Trinidad. ▲
Nadat de deelnemers zich dinsdag 8 en woensdag 9 maart in werkgroepen hadden gebogen over het concept van de Term of Reference, werden in de plenaire zitting op de laatste dag voorstellen ter wijziging en aanvullingen naar voren gebracht. Na de aanpassingen werd het voorstel aangenomen. Voor het comité waren een aantal kandidaten voorgedragen en na stemming werden de volgende personen gekozen: Wayne Wood (voorzitter, Lake Asphalt-Trinidad), Errol Lynch (vicevoorzitter, Asphalt Processors-Barbados) en de leden: Roy Marshall (Jamaica), Vincent Lashley (Barbados), Dennis Wever (Aruba), Sam Murli (Suriname), Errol Webster (St. Kitts), John St. Louis (Grenada) en Dave Pierre (Trinidad). De leden zijn afkomstig uit de verschillende geledingen uit de asfaltbranche. Het comité heeft als voornaamste taak de organisatie van de derde Caribische asfaltconferentie en alles voorbereidingen voor de oprichting van de Caribbean Asphalt Association. Het comité rapporteert aan een commissie van toezicht, die bestaat uit: Marc Waaldijk (StaatsolieSuriname), Carmetta Wiggins (Asphalt Processors Inc.-Barbados) en Kenneth Allum (Petrotrin-Trinidad).
Vanuit links:Marlon Woelkens,Bouke Verduyn Lunel,Widjai Jungerman-Gangadin, Jenny Verwey-Kartopawiro,Aubrey Nai Chung Tong en Ellery Jones.
De tweede Caribische asfaltconferentie is gehouden in Hotel Torarica. Door Staatsolie is een organisatiecommissie ingesteld onder leiding van Ellery Jones (manager Marketing & Sales). De leden van deze commissie waren: Aubrey Nai Chung Tong, Bouke Verduyn Lunel, Marlon Woelkens, Widjai Jungerman-Gangadin en Jenny Verwey-Kartopawiro. Dit team heeft samen met een aantal goed gemotiveerde medewerkers ervoor gezorgd dat een kwalitatief hoogstaande organisatie is neergezet. De participanten waren afkomstig uit: Antigua, Aruba, Barbados, Curacao, Grenada, Jamaica, Mexico, Montserrat, Nederland, St. Kitts, St. Maarten, Suriname, Trinidad en de Verenigde Staten van Suriname.
BOUWEN OP EIGEN KUNNEN
13
Sponsors
Asfalteringsdemonstratie aan de Jozef Israelstraat door Zhong Da.
Om een evenement als de 2nd Caribbean Asphalt Confe rence tot in de puntjes te organiseren, moet er wel enige financiële armslag zijn. Vandaar dus dat er een sponsorship is gevormd door een aantal bedrijven. De sponsors van de conferentie waren: Staatsolie, Asphalt Processors Inc., Lake Asphalt of Trinidad and Tobago, Barbados National Oil Company, Barbados National Terminal Company Ltd., C.O. Williams, Zhong Da, Tjongalanga N.V., Suriname Contracting Group, Nalco en Baitali Group.
Opvoering van de Folkloristisch Ensemble Paramaribo onder leiding van Marlene Lie A Ling.
tijdens de breaks was er ruimte voor verstevigen van contacten en het voeren van discussies.
De conferentiegangers bij het bezoek aan Rosebel Goldmines.
Staatsolie had een mini-posterexpo tijdens de conferentie.
14
S T A A T S O L I E N I E U W S No. 1 • maart 2005
Minister Demon in zijn openingstoespraak: “In het Caribisch gebied de noodzaak voor betere en veiligere wegen groter...”
De presentaties In totaal zijn er acht presentaties gehouden tijdens de 2nd Caribbe an Asphalt Conference. Op 7 maart beet Staatsolie Algemeen Directeur Eddie Jharap de spits af. In zijn inleiding Staatsolie Corporate Perspectives, gaf hij de historie, ontwikkeling en toekomstperspectieven van Staatsolie en de nationale petroleumindustrie weer. Verder zijn de volgende presentaties gehouden: - Bitumen Manufacturing by Staatsolie, door Marlon Woelkens, Process Engineer bij Staatsolie. Hij gaf aan hoe asfalt wordt geproduceerd door Staatsolie, de verschillende soorten die worden gemaakt en de hoeveelheid die in Suriname wordt gemaakt. - API Performance Review, door Errol Lynch, Algemeen Directeur van Asphalt Processors Incorporated. Hij gaf een overzicht van de ontwikkelingen van zijn 6 jaar oude bedrijf. Lynch ging ook in op de noodzaak van het opleiden van deskundigen in de Caribische asfaltindustrie. - Performance Graded Bitumen Pavements, een technische uiteenzetting van toepassingen van asfalt onder verschillende omstandigheden door Bob Horan, Bitumenconsultant van het Amerikaanse SaLUT Inc. Horan Jharap tijdens zijn inleiding “Staatsolie Corporate Perspectives”. kreeg veel vragen vanuit de zaal. - Global Trends: Transport, Fuel Quality and Refining, door Paul Argyropoulos, World Fuel Conference Speaker. De inleider sprak over de globale ontwikkelingen op het gebied van raffinage, brandstofkwaliteit en -gebruik. - Paving, Test and Inspection, door Rino Tjong-A-Hung, Project Engineer van Sintec. Hij gaf een overzicht van Sintec en de projecten waarbij het bedrijf betrokken is, onder andere de rehabilitatie van het Surinaamse wegennet. Het asfalteren, inspecteren en testen is een gecombineerde activiteit van bitumen, asfalt, transport, mengsel en bodemgesteldheid, luidde de conclusie van deze inleider. - Caribbean Bitumen Overview, door Ellery Jones, Manager Marketing & Sales bij Staatsolie. Jones deelde informatie over de vraag en aanbod van bitumen in Suriname. Hij gaf ook een Jones geeft een overzicht van de bituminmarkt in de regio en de rest van de wereld. kort overzicht van de situatie in de wereld. - An Overview: Bituminous Emulsion Roadway Applications, with Emphesis on Chip Seals and Slurry Surfacing. In zijn tweede presentatie ging Bob Horan onder andere in op de terminologie in de asfaltwereld. Hij gaf ook inzicht in verschillende typen asfaltmengsels, hoe die worden gemaakt en gebruikt.
BOUWEN OP EIGEN KUNNEN
15
Customer Appreciation Evening
‘Wij stellen uw business zeer op prijs’ tekst:Kailash Bisessar
beeld:Edward Troon
De divisie Marketing & Sales heeft in januari de ‘customer appreciation evening’ georganiseerd. Het werd in de banketzaal van Torarica een vruchtbare en gezellige avond, waarbij niet alleen over zaken is gesproken. Dhr. Haukes van het gelijknamige aannemingsbedrijf.
e customer appreciation eve ning is een gelegenheid waarbij klanten in een ontspannen sfeer de directie, managers en medewerkers, die ervoor zorgen dat zij de geleverde producten op tijd en met de gewenste kwaliteit ontvangen, kunnen ontmoeten. De avond van 28 januari was dan ook uitgetrokken om klanten persoonlijk te ontmoeten, en de meeste genodigden waren er ook.
D
Jharap verwelkomt de ondernemer Van Alen.
Goede toekomst Verbeteren Algemeen Directeur Eddie Jharap gaf in zijn speech aan dat een van de doelen van de customer appreciation evening is dat Staatsolie haar kwaliteit en dienstverlening steeds willen verbeteren. Dus, naast de gezelligheid, werden opmerkingen en suggesties over de dienstverlening zeer op prijs gesteld. “In het kader van ons ISO9001:2000 kwaliteitscertificaat hebben wij in het afgelopen jaar enkele plooien gladgestreken. Als gevolg daarvan had het auditrapport van Det Norkse Veritas (DNV) van vorig jaar weinig aanmerkingen. Echter, de uitdaging om kwaliteit, service en rendement te verbeteren, blijft overeind.” Jharap gaf een overzicht van de verrichtingen van Staatsolie in 2004 onder andere op het gebied van productie (crude en raffinage), omzet, exploratie zowel op land als offshore en de opwekking van elektriciteit. Hij voerde ook aan dat de gemiddelde opbrengst uit onze Saramacca crude, vanwege haar samenstelling 16
S T A A T S O L I E N I E U W S No. 1 • maart 2005
Ellery Jones,manager M&S,en twee klanten.
Allan Williams van Altev Oilfield Services met zijn echtgenote in gesprek met Directeur Refining & Marketing Marc Waaldijk.
alsmede door de huidige configuratie van onze raffinaderij, ver achtergebleven is op de internationale prijzen van de lichtere oliesoorten.
“Hoewel wij de prijsverhogingen goed kunnen gebruiken”, zei de Algemeen Directeur, “is de marge voor onze olie niet evenredig gegroeid. Onze ruwe olie heeft namelijk geen gasoline en slechts zeventien procent dieselolie. Tachtig procent van onze productie wordt uitgemaakt door fuel oil. Van dit product is er een groot aanbod en voorts een flinke concurrentie van steenkool en gas.” Vanwege de specifieke kwaliteit van onze stookolie (fuel oil) heeft Staatsolie de laatste tijd lucratieve markten kunnen ontwikkelen. De vraag op dit moment is zelfs groter dan onze productie. Jharap: “Ondanks deze marktontwikkeling zullen wij aan onze lokale klanten een product van goede kwaliteit tegen een zeer concurrerende prijs blijven leveren.” Het aardoliepotentieel in Suriname is vrij groot en wij staan nog aan de beginfase. Jharap is ervan overtuigd dat met medewerking van klanten “wij zeker een goede toekomst tegemoet gaan. Wij stellen uw business zeer op prijs.” ▲
Links:ondertekening van het MoU door Algemeen Directeur Eddie Jharap en Chris Ball,Vice President van Occidental, in aanwezigheid van functionarissen van beide bedrijven. Onder:Jharap en Ball feliciteren elkaar na de ondertekening.
Memorandum of Understanding met Occidental getekend
tekst en beeld:PR Staatsolie
Staatsolie en de Amerikaanse multinational Occidental Petroleum Corporation hebben op 1 februari een Memorandum of Understanding (MoU) ondertekend. it memorandum biedt partijen de mogelijkheid de onderhandelingen voor een productiedelingsovereenkomst te kunnen aanvangen voor een nog nader te definiëren offshore blok. Het gebied waar Occidental belangstelling voor heeft, ligt 160-370 kilometer van de Surinaamse kust in waterdieptes van 2000 meter en meer. De MoU is het resultaat van contacten tussen beide partijen die dateren van december 2003. Door deze overeenkomst wordt er een bijzondere
D
stap gezet in de exploratie van diep offshore Suriname (waterdiepte groter dan 2000 meter) waarover totnogtoe bijzonder weinig data en informatie beschikbaar is. Het gebied waar Occidental Petroleum Company belangstelling voor heeft, ligt ten noorden van blok 30 waar Repsol YPF recent een seismisch onderzoek heeft uitgevoerd. Het door Occidental beoogd gebied ligt in de Exclusieve Economische Zone en zal de komende periode ‘verfijnd’ worden tot een blok. De MoU geeft partijen de gelegenheid om onder andere de juiste grenzen met elkaar overeen te komen. Occidental heeft van het gebied al een technische bureaustudie gedaan met seismische data die in 1999 is vergaard en wil op basis van een te sluiten productiedelingscontract (PSC) de exploratie continueren. Gestreefd wordt om over zes tot acht maanden een PSC te kunnen tekenen, wat voorafgegaan zal worden door de ondertekening van een
Heads Of Agreement (‘raamovereenkomst’) waarin een aantal sleutelelementen van een PSC zullen zijn verwerkt, zoals het minimumwerkprogramma tijdens de exploratieperiode. Occidental Petroleum Company is gevestigd in Los Angeles, California (VS) en is een van de grootste maat schappijen in de wereld op het gebied van exploratie en productie van aardolie en gas. In de VS is Occidental de grootste olieproducent in Texas en de grootste gasproducent in California. Buiten de VS heeft Occidental activiteiten gaande in Latijns-Amerika (Peru, Colombia en Ecuador), het Midden-Oosten, Pakistan en Rusland. ▲
BOUWEN OP EIGEN KUNNEN
17
Saramacca Operations op weg naar ISO 9001:2000 certificaat tekst:Projectgroep
Saramacca Operations van Staatsolie maakt zich klaar voor het ISO 9001:2000 kwaliteitscertificaat. Hiermee wordt verdere invulling gegeven aan het bedrijfsbreed invoeren van integrale kwaliteitszorg. a het behalen van het ISO 9001:2000 certificaat voor Tout Lui Faut Operations in december 2003, heeft de directie besloten om ook Saramacca Operations te laten certificeren volgens ISO 9001:2000 kwaliteitsnormen. De scope van de certificering van Saramacca Operations omvat de primaire processen “exploratie naar nieuwe olievoorkomens” en “productie van olie”. De ondersteunende diensten vallen ook binnen deze scope (zie tabel 1).
N
18
Voor de certificering van Saramacca Operations is een plan van aanpak opgesteld. Dit plan van aanpak is gebaseerd op een gapanalyse door een externe consultant, inzichten van de divisie Quality en het ISO Projectteam en de ervaringen opgedaan bij de certificering van Tout Lui Faut Operations. In hoofdlijnen worden de volgende stappen doorlopen voor de opzet en implementatie van een kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) volgens de ISO 9001:2000 norm voor Saramacca Operations. a. Goedkeuren plan van aanpak ISO certificering Saramacca Operations. b. Ontwikkelen en inrichten KMS. c. Implementeren en verbeteren KMS d. Auditeren en certificeren. Met de feitelijke start van het project Certificering Saramacca Operations is medio juli 2004 een aanvang gemaakt, door invulling te geven aan de projectorganisatie. In betrekkelijke stilte zijn een aantal van de stappen in dit certificeringstraject reeds gerealiseerd. In eerste instantie zijn managers, afdelingshoofden en diverse stafpersoneel van Saramacca Ope-
S T A A T S O L I E N I E U W S No. 3 • september 2004
Gestart in 1999 Staatsolie is in 1999 gestart met de implementatie van het ISO 9002:1994 kwaliteitsmanagementsysteem. In november 2000 werd hiervoor het certificaat ontvangen van het certificeringsbureau Det Norske Veritas (DNV) voor de divisie Marketing & Sales en de afdeling Refining Laboratorium. Vanwege het vervallen van de ISO 9002:1994 norm, moest het hercertificeren gebeuren volgens de nieuwe ISO 9001:2000 norm. Gekozen werd voor de gefaseerde invoering van de integrale kwaliteitszorg via certificering van Tout Lui Faut Operations met als scope: marketing, sales, refining, transport & distributie van diverse olieproducten, alsmede het uitvoeren van raffinaderij laboratoriumanalyses. Hierbij werden de ondersteunende diensten ook meegenomen. Tout Lui Faut Operations behaalde het ISO 9001:2000 certificaat in december 2003. Om verdere invulling te geven aan de integrale kwaliteitszorg besloot de Directie om ook voor Saramacca Operations een gedocumenteerd KMS op te zetten dat voldoet aan de eisen van de ISO 9001:2000 norm.
rations getraind in normkennis en procesmanagement. Tevens zijn voor de medewerkers Saramacca Operations awareness sessies verzorgd. In december 2004 heeft een externe consultant een documentatie-audit uitgevoerd. Het doel van een documentatie-audit is om de huidige stand van zaken te beoordelen rond het documenteren van het kwaliteitsmanagementsysteem. Voorts zijn de divisieprocesmodellen van Saramaccca Operations opgesteld en afgerond per eind januari 2005. De divisieprocesmodellen van het Financieel Directoraat zijn inmiddels ook aangepast respectievelijk opgesteld. De procesmodellen van het Algemeen
Directoraat zijn in februari afgerond. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan het aanpassen van de Staatsolie Quality Manual en de planning is dat deze in maart 2005 wordt goedgekeurd door de Directie. Hiermee zal dan de inrichtingsfase van het KMS formeel zijn afgerond en kan een begin worden gemaakt met de implementatie hiervan op Saramacca Operations. De streefdatum voor certificatie is ultimo februari 2006. De interne baseline audit (nulmeting) zal worden uitgevoerd in de periode 30 mei tot 10 juni, terwijl de externe baseline audit is gepland van 15 tot 19 augustus 2005. ▲
Stappenplan ISO-certificering Saramacca Operations A. Goedkeuren "Plan van Aanpak ISO Certificering Saramacca Operations" • Opstellen en accorderen van de scope. • Invulling geven aan de projectorganisatie; samenstellen van de stuurgroep, projectgroep en ISO divisie-teams.
B. Inrichten KMS, ontwikkeling en implementatie KMS-documenten • Detailinventarisatie van bestaande situatie Saramacca Operations. • Ontwikkelen en implementeren divisieprocesmodellen. • Inrichten processen, met name 'in place' brengen van de benodigde beheersmaatregelen, inclusief document control. • Operationeel maken en finaliseren procesmodellen Saramacca Operations. • Validatie procesmodellen door verantwoordelijke directeur. • Koppelen van Saramacca Operations procesmodellen aan het bestaande kwaliteitsmanagementsysteem; aanpassen Staatsolie Kwaliteitshanboek.
C. Implementatie en verbetering KMS • Effectueren van het kwaliteitsmanagementsysteem waarbij gewerkt wordt conform de procesmodellen. • Uitvoeren van verbeteringen (correctief en preventief).
D. Auditing & certificering • Uitvoering van eerste interne audit met daartussen het effectief nemen van maat regelen ter verbetering. • Uitvoering van baseline audit door DNV. • Certificatie audit door DNV.
Projectorganisatie Voor het certificeringstraject van Sarammacca Operations is een aparte projectorganisatie opgezet bestaande uit ISO Divisie teams, een ISO projectteam en een stuurgroep. De hoofdprocessen en de belangrijkste ondersteunende diensten voor Saramacca Operations zijn rechtstreeks in de projectorganisatie opgenomen terwijl de overige divisies via de coördinatoren van het Algemeen Directoraat en Financieel Directoraat zijn vertegenwoordigd. Hieronder een samenstelling van de diverse groepen. ISO Stuurgroep B. Nuboer, Directeur Exploratie & Productie (voorzitter) G. Sairas, Manager Production Operations B. Nandlal, acting Manager Exploration & Field Evaluation A. Kleiboer, Manager Technical Services W. Dwarkasing, Manager Engineering & Drilling M. Liakathoessein, acting Manager Quality H. Chin A Lien, Superintendent Crude Treatment & Pipeline Operations TA-58 I. Defares, Sr. HSE Advisor (was coördinator van het ISO Projectteam TLF Operations) ISO projectgroep H. Chin A Lien (voorzitter) I. Defares S. Ching Yong (vertegenwoordiger Algemeen Directoraat) D. Chandrikasingh (vertegenwoordiger Financieel Directoraat en ondersteuning bij de inrichting processen en document control) L. Read (vertegenwoordiger Quality divisie) B. Gonsalves (ISO divisieteam Technical Services) L. Mwakapisile-Arnon (ISO divisieteam Exploration & Field Evaluation) M. Sampono (ISO divisieteam Engineering & Drilling) P. Brunings (ISO divisieteam Production Operations).
BOUWEN OP EIGEN KUNNEN
19
Veldwerk seismisch onderzoek offshore goed verlopen tekst:Bert Dijksman (Exploration & Field Evaluation) Foto’s:Nohar Poeketie
Staatsolie doet na jaren weer aan exploratie in het zeeareaal. Het ‘veldwerk’ is eind januari afgerond. De verzamelde tweedimensionale seismische data moet nu worden verwerkt en geïnterpreteerd. Verwacht wordt de resultaten in het derde kwartaal van dit jaar binnen te hebben. p 30 januari werd het laatste meetpunt geregistreerd van het tweedimensionaal seismisch onderzoek dat werd uitgevoerd door Repsol YPF (blok 30), Maersk Oil (blok 31) en Staatsolie. De data is verzameld met behulp van het onderzoeksschip Polar Venturer van Fugro Geoteam.
O
Het onderzoek begon op 5 oktober vorig jaar in het blok 30, waarover Staatsolie en Repsol YPF een productiedelingsoverkomst hebben. In dit gebied zijn lijnen geschoten met een totale lengte van 4000 kilometer. Op 12 november startte het programma van Staatsolie, ongeveer 3400 kilometer over het oostelijk deel van het zeegebied. Begin december begon Maersk Oil in blok 31, waarbij ongeveer 5600 kilometer is geschoten. In totaal is dus langs 13.000 kilometer moderne tweedimensionale seismiek geregistreerd, wat de deelnemende bedrijven in staat zal stellen de diepe ondergrond gedetailleerd in kaart te brengen. Het onderzoek is uiterst gunstig verlopen. Er was een nauwe samenwerking met het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij en de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS). Het onderzoekschip werd vergezeld van een ondersteuningsvaartuig waarop vertegenwoordigers van de visserijgemeenschap, vissers tijdig konden informeren over de 20
S T A A T S O L I E N I E U W S No. 1 • maart 2005
Het onderzoekschip trekt een geluidsbron voort,die om de 10 tot 15 seconden een geluidsgolf de aarde instuurt. De echo’s worden opgevangen door duizenden uiterst gevoelige microfoons die in deze 6 km lange luisterkabel (streamer) zijn ingebouwd.
De Polar Venturer in volle zee.
plannen van de Polar Venturer. De MAS informeerde belanghebbenden waar in zee de gegevens vergaard zouden gaan worden, zodat het onderzoek ongestoord kon plaatsvinden. Tijdens het onderzoek hebben zich geen ongelukken voorgedaan dankzij de strenge veiligheidsregels die Fugro Geoteam hanteert. Behalve het vergaren van seismische data, zijn ook waterdieptemetingen verricht. Staatsolie en de MAS zullen op korte termijn over een bijgewerkte waterdieptekaart over een groot
deel van het zeeareaal beschikken. De verwerking (‘processing’) van de vergaarde gegevens vindt in het buitenland plaats. Verwacht wordt dat dit eind mei 2005 af zal zijn, waarna begonnen kan worden met het in kaart brengen van de diepe ondergrond (interpretatie). Naar aanleiding van deze kaarten kan besloten worden om nadere verkenningen uit te voeren met seismiek (tweedimensionaal of driedimensionaal) of verrichten van een exploratieboring. ▲
Diplomaopleiding petroleumtechniek zeer waardevol Tekst:Kailash Bisessar
De diplomaopleiding Petroleumtechniek – met Staatsolie als grootste sponsor – aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname is geëindigd. 38 Studenten, waaronder ook medewerkers van Staatsolie, hebben deelgenomen aan deze cursus. Er wordt met tevredenheid teruggeblikt. oor Staatsolie is deze opleiding “zeer waardevol” geweest, kijkt Ben Nuboer, directeur Exploratie & Productie, terug. Nuboer was voorzitter van de projectcommissie. “Er is een pool van goedopgeleide petroleumdeskundigen die sneller ingezet kunnen worden voor wat betreft de core busi ness.” Ter illustratie: drie geslaagden hebben emplooi gevonden bij Staatsolie en acht medewerkers – stafleden – hebben de cursus gevolgd.
V
Inzicht Over het algemeen beschouwd, mag de opleiding petroleumtechniek een succes worden genoemd, zegt Ewald Poetisi MSc, richtingscoördinator Delfstoffenproductie aan de Faculteit der Technologische Wetenschappen (FTeW). Het succes is niet alleen terug te zien in het aantal studenten dat de opleiding heeft gevolgd, maar ook op het “institutioneel” gebied. Poetisi: “De driehoek Staatsolie-TU Delft/TNOAdek heeft heel goed gewerkt. Hij is zeer te spreken over de samenwerking tussen de verschillende actoren in het project. “Het heeft ons inzicht gegeven in de manier hoe internationale samenwerkingsverbanden werken.” Nuboer noemt de samenwerking prettig en efficiënt. “Er was sprake van goed teamwerk.” Hij meent dat het project heeft voldaan aan de verwachtingen. Onder andere is de
Nuboer heeft in 2003 de opleiding met succes gevolgd. Hier bij de diploma-uitreiking met Algemeen Directeur Eddie Jharap.Op de achtergrond Ewald Poetisi.
samenwerking van Staatsolie met de Universiteit, TNO en TU Delft geconcretiseerd. Zelf heeft Nuboer de cursus in 2003 met succes gevolgd. “Een prima post-HBO-opleiding. Het niveau was goed en er waren professionele docenten. Er waren ook interessante discussies over uitdagingen van het Tambaredjo-olieveld, waardoor wij ideeën hebben kunnen opdoen.” Voldoende prikkels Maximaal 20 studenten konden aan een cursus meedoen. Het eerste jaar was er een grote toeloop van belangstellenden, maar bij de tweede en derde daalde het animo ietwat. Waaraan dat precies heeft gelegen, is voor Poetisi niet duidelijk. “Misschien dat mensen minder tijd over hebben voor verdere studie. Het is toch wel een vrij intensieve cursus geweest, waarvoor tijd moest worden vrijgemaakt door de studenten die een voltijdse baan hadden.” Voor personen die de opleiding hebben gehaald, zijn er voldoende prikkels om zich verder te specialiseren. Het diploma wordt namelijk 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Djotaroeno, D. Khoen Khoen, A Margaret, H. Mijland, A Moe Soe Let, K. Narsing, D Ramesar, D. Sakidjo, J. Toelsie, S Wirokromo, C. Alimoenadi, M. Amstelveen, M.
13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
erkend door TU Delft en TNO en bij verder studeren in Nederland of de VS kan vrijstelling worden verkregen voor bepaalde vakken. Drie afgestudeerden zijn naar het buitenland gegaan voor verdere studie. Poetisi is blij deel te hebben uitgemaakt van het project. “Ik heb ervaring opgedaan op managementniveau en gezien hoe zo een opleiding organisatorisch in elkaar zit. Het is de eerste keer dat een opleiding van zo’n gehalte in Suriname is georganiseerd. Dit project heeft de weg gebakend om andere projecten op dit niveau te ontwikkelen en uit te voeren.” ▲ Er zijn drie cursussen geweest, elk jaar één, vanaf 2002. De opleiding Petroleumtechniek is een gezamenlijk project geweest van Staatsolie, de Anton de Kom Universiteit, de Technologische Universiteit Delft (TUD) en het Nederlands Instituut voor Toegepaste Onderzoek (TNO-NITG). De colleges werden verzorgd door professoren van de TUD en professoren en docenten van TNO. Het project was een cadeau van Staatsolie in verband met haar 20-jarig bestaan. 36 personen hebben de opleiding helemaal gevolgd. Degenen die alle tentamens hebben gehaald, hebben een diploma gekregen. Zij die niet alle tentamens hebben gehaald of daar niet hadden deelgenomen, kregen een certificaat. In de eerste groep hadden twee personen zich teruggetrokken, vandaar dus het aantal van 36 in onderstaand tabel. K. Moe Soe Let was in 2002 bestgeslaagde, in 2003 was dat W. Paidin en in 2004 P. Goerdajal. De vetgedrukte namen zijn medewerkers van Staatsolie
Bhoendie, K. Chin A Lien, H. Emanuels, N. Graanoogst, F. Kandhai, R. Kartoredjo, H Mwakipesile, L. Nuboer, B. Paidin, W. Sheombarsingh Bissumbhar, R. Goerdajal, P.
25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
Mohan, A. Ori, R. Wonoredjo, M. Babel, G. Goenopawiro, K Jaggan, S. Ramdhan, M. Badal, P. De Vries, G. Madari, G. Ramkhelawan, A. Sairras, G.
BOUWEN OP EIGEN KUNNEN
21
GIS ingevoerd bij Exploration & Field Evaluation Tekst:Genia Madari (Geologist/E&FE)
Met de beëindiging van een zes weken durend coachingsprogramma en een slotpresentatie van de totnogtoe behaalde resultaten is formeel de implementatie van GIS binnen de divisie Exploration & Field Evaluation van Staatsolie een feit. De keuze voor implementatie van de GIS-applicatie betekent vergroting van de werkefficiëntie, het op gang brengen van een beter georganiseerde databeheer (met name geografische gegevens) en maximalisatie van het gebruik daarvan. Het project is uitgevoerd in de periode juli tot december 2004.
Geïntegreerd systeem GIS staat voor Geografisch Informatie Systeem. De GIS-applicatie is een softwarepakket waarmee voorheen verspreid opgeslagen geografische informatie nu centraal kan worden opgeslagen in een geïntegreerd systeem, een zogenoemde geodatabank. Met verschillende desktopmodules kan deze ruimtelijke data zichtbaar worden gemaakt in de vorm van interactieve kaarten waarbinnen elk object aan geografische coördinaten is verbonden. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk de coördinaten van een bepaalde testtank uit de kaart (digitaal) af te lezen. Door het linken met onze pro-
ductie- en exploratiedatabank EPISM, kan de actuele productiedata zichtbaar worden gemaakt in kaartvorm. Het is dus mogelijk productieputten met een bepaalde productie uit GIS op kaart op te vragen. De voordelen van zo’n databank zijn: minder fouten bij het invoeren van data (door niet meerdere malen in te voeren), vergroting van de toegankelijkheid tot data, er is veel minder tijd nodig voor het produceren van kaarten, er is een betere databewaking en het updaten is gemakkelijker. Dit resulteert in efficiëntie en uiteindelijk kostenreductie.
Implementatietraject Het project omvatte de levering en installatie van ESRI GIS software door GISSAT NV Suriname en ESRI Nederland, een trainingsessie verzorgd door deze bedrijven, een coachingsessie voor het gebruik en de toepassing van de software en de levering van een topografische referentielaag, de zogenaamde basemap. De uitvoering van dit project lag in handen van een projectgroep en een werkgroep samengesteld uit medewerkers van Exploration & Field Evaluation (E&FE), Production Engineering, Information Communication Technology (ICT) en GISSAT NV. De implementatie omvatte de aankoop van een GIS server en randapparatuur, de aankoop van vier licenties, training van de werkgroepsleden en ander personeel, opzetten van een Geodatabank en coaching
van de getrainde personen. In de Geodatabank is het mogelijk om bijvoorbeeld geografische g eg evens centraal te beheren en kaartprojecties centraal vast te leggen, terwijl het ook mogelijk is door het maken van koppelingen met EPISM live updates te doen. Tevens is het mogelijk rapporten te genereren. De Geodatabank is verdeeld in een onshore en offshore databank.
Resultaten en vervolg Er is een standaard basemap vervaardigd die gekoppeld is aan EPISM, waardoor het mogelijk is om velerlei soorten data in EPISM in kaart format op te vragen. Deze spe cialistische kaarten zijn gemakkelijk te manipuleren al naar behoefte. Veel verspreid gelegen data is centraal in de Geodatabank bijeengebracht. De centralisatie heeft dus ook als voordeel een betere bewaking van de data. Het is mogelijk data uit andere softwareprogramma’s efficiënter te importeren en exporteren naar en van GIS. Het werken in GIS zal verder uitgerold worden binnen de divisie E&FE, waarbij de rest van de medewerkers getraind zal worden. Het ligt in de bedoeling dat de vervaardigde basemap geperfectioneerd wordt en een standaardinstrument wordt waarin ook andere afdelingen, zoals Engineering, geactualiseerde data kunnen verwerken, tonen en met elkaar uitwisselen.▲
Olieweetjes Wereldoliereserves toegenomen tot 173,3 miljard ton De bewezen oliereserves in de wereld zijn in 2004 toegenomen met één procent tot 173,3 miljard ton.De olievoorraad zou bij het huidige verbruik voldoende zijn om de wereldvraag de komende vijftig jaar te dekken, aldus een rapport van de Duitse energienieuwsdienst EID.De toename is grotendeels te danken aan grotere reserves in Afrika. Vooral in Nigeria en Libië werden grotere olievoorraden gemeld. Alleen olievelden die economisch rendabel en met huidige productietechnieken winbaar zijn, zijn in het onderzoek meegenomen.Saudi-Arabië staat aan kop met 20,4 procent van de totale hoeveelheid.Canada neemt de tweede plaats in met 13,0 procent en op drie staat Iran met 9,9 procent gevolgd door Irak met 8,9 procent. Rusland was met 447,5 miljoen ton in 2004 de grootste olieproducent ter wereld. Het land zag zijn productie met 8,6 procent groeien en passeerde daarmee Saudi-Arabië,dat vorig jaar 437,5 miljoen ton produceerde. Beide landen leveren elk ongeveer 11 procent van de
22
S T A A T S O L I E N I E U W S No. 1 • maart 2005
wereldproductie. Analisten verwachten dat de Russische productie dit jaar minder sterk groeit. In de laatste maand van vorig jaar bedroeg de groei ten opzichte van december 2003 nog maar 2,6 procent. (ANP) ▲
IEA verwacht ook dit jaar hoge olievraag Het internationale energieagentschap IEA verwacht ook dit jaar een hoge olievraag. De vraag naar olie zal wel wat afzwakken ten opzichte van de recordvraag in 2004, aldus het agentschap. Het IEA verwacht dat de vraag dit jaar met 1,4 miljoen vaten per dag zal stijgen. Vorig jaar bedroeg de stijging 2,65 miljoen vaten per dag, de hoogste stijging sinds 1976. Het IEA vraagt zich in haar maandrapport over januari expliciet af of de huidige vraagprognoses voor olie opnieuw te conservatief kunnen zijn. Dat was vorig jaar ook het geval.Een enorme vraagtoename uit China en India,gekoppeld aan een sterk herstel in de VS,leidde tot een record hoge vraag,waaraan de raffinagecapaciteit niet kon voldoen. (Het Financieele Dagblad) ▲
Bedrijfsbezoeken Amerikaanse ambassadeur bezoekt Saramacca Operations Marsha Barnes, ambassadeur van de VS in Suriname, bracht op 14 januari een bezoek aan Staatsolie. Met de ambassadeur kwamen mee Thomas Walsh, Chief of Political-Economic Section van de ambassade en Rashidi Frangie, functionaris van de Political-Economic Section. Op het hoofdkantoor werden Barnes en haar functionarissen ontvangen door de directeuren Eddie Jharap, Marc Waaldijk en Iwan Kortram, en manager E&P Contracts Marny Daal. Na een presentatie van Jharap togen de gasten samen met hem naar Saramacca waar directeur E&P Ben Nuboer voor de ontvangst, presentatie en een rondleiding op het Sarah Maria complex en het veld zorgde. ▲ Ben Nuboer leidt Ambassadeur Barnes en de ambassadefunctionarissen Walsh en Frangie rond te Sarah Maria
Nederlandse parlementariërs komen kijken Op 23 februari was een Nederlandse parlementaire delegatie te gast bij Staatsolie Saramacca Operations. Algemeen directeur Eddie Jharap en Financieel Directeur Iwan Kortram hielden een presentatie, waarna de gasten het productieveld en de faciliteiten bezochten. Met de Nederlandse parlementariërs kwamen mee leden van de Nationale Assemblee, onder wie Arnold Kruisland, Radjkoemar Randjitsingh, Mahinder Jogi en Soecila Angoelal. DC Ghisaidoobe van Saramacca was er ook bij. ▲
De Nederlandse delegatie en haar Surinaamse begeleiders in de trainingszaal te Sarah Maria waar de presentaties werden verzorgd
Indiase minister van Buitenlandse Betrekkingen bij Staatsolie Op 16 februari kwam de Indiase minister van Staat van Buitenlandse Betrekkingen, Inderjit Singh, bij Staatsolie op bezoek. De bewindsman stond aan het hoofd van een delegatie die in Suriname was in verband met de tussentijdse staatshoofdenvergadering van de Caricom. Bij het bezoek aan Saramacca Operations werd de Indiase delegatie vergezeld door minister Geetapersad Gangaram Panday van LVV, DC Mandrachaldebie Ghisaidoobe van Saramacca en de ambassadeur van India in Suriname Om Prakash. Algemeen Directeur Eddie Jharap en Directeur Exploratie en Productie Ben Nuboer ontvingen de gasten. Na de lunch hielden Jharap en Nuboer een presentatie. Jharap belichtte de ontwikkelingen en toekomstperspectieven in de Surinaamse aardoliesector en bij Staatsolie. Nuboer ging hoofdzakelijk in op Minister Inderjit Singh (r) bekijkt een potje Saramacca Crude dat hij de ontwikkelingen en vooruitzichten van de olieproductie in Saramacca. Het van Jharap en Nuboer kreeg gehoor toonde zich bijzonder geïnteresseerd. Minister Singh zegde toe na te zullen gaan hoe India een (technische) bijdrage kan leveren aan verdere ontwikkeling van de Surinaamse aardolie-industrie, met name onshore. Vanwege het late uur en andere verplichtingen van de Indiase minister, ging de delegatie niet het veld in. Via de presentaties hadden de gasten door onder andere foto’s wel een goed beeld gekregen van de activiteiten en faciliteiten in het productieveld. ▲
BOUWEN OP EIGEN KUNNEN
23
Personalia (januari-februari 2005)
PROMOTIE
GEZINSUITBREIDING
NAAM
FUNCTIE
AFDELING
NAAM
KIND
AFDELING
Somai S.
Mechanic I
Maintenance Refinery
Tjokroredjo R.
Chafarel
Refining Operations Drilling
Amatkarso R.
Stores Assistant II
Procurement
Pirthipal S.
Ashmita
Lumsden S.
Sr. Mechnical Engineer
Engineering & Construction
Koster I.
Keith
Drilling
Sastroredjo W.
Nadia
Well Site
Cruden S.
Evita
Health Safety & Enivornment
JUBILARISSEN (1212 dienstjaren) OVERLEDEN
NAAM
AFDELING
DATUM
Noordwijk B.
Production Development
6 september
Resodikromo S.
Well Completion & Well Servicing
16 september
NAAM
AFDELING
Monjok P.
Human Resources Management
26 september
Dors H.
Marine Operations & Oil Movement
Lieveld C.
Marine Operations & Oil Movement
13 oktober
Bajnath D.
Production Development
17 oktober
HUWELIJK NAAM
GEHUWD MET
AFDELING
Rambaran Mishre V.
Ramdin R.
Information Communication Technology