Een uitgave uitgave van van de de GrootoudersGrootouders-en enSeniorenactie Seniorenactievan vande deGezinsbond Gezinsbond Een 19 maart 2010 nummer 4 17 december 2010 - nummer 4
INHOUD 3
gekleurd verleden
Een halve eeuw GAL Dit jaar werd Gerard Alsteens, beter bekend als GAL, zeventig en is hij vijftig jaar bezig als politiek tekenaar. Een prima aanleiding voor een overzichtstentoonstelling met meer dan honderd originele tekeningen. Bij vijftig van zijn werken geven evenveel journalisten, politici, schrijvers en kunstenaars commentaar. De tentoonstelling is nu nog heel eventjes te zien in De Loketten van het Vlaams Parlement in Brussel en reist straks het hele land rond.
oma-interviews
4-5
Johan Verminnen
6
herman van rompuy
7
interaktief
8
Voor data en locaties: www.curieus.be
Vertel me dat je kan léven zonder mij Het
had gesneeuwd en niet zo’n klein
beetje.
Maar
grootouders en senioren
laten zich niet door weersomstandigheden en treinperikelen tegenhouden, zo bleek op de ontmoetingsdag van op vrijdag
3
getrotseerd, De Factorij
in
december.
Eens
GOSA de kou
wachtte de aanwezigen in
Schaarbeek
letterlijk en
figuurlijk een warm onthaal, interessante gastsprekers én een muzikaal toetje door Johan
Verminnen.
Nationaal Voorzitter van de Grootouders- en seniorenactie GOSA, Willy Goemaere, verwelkomde de aanwezigen en groette ook wie er niet kon bijzijn, omwille van ziekte, mantelzorgtaak, kinderzorg of isolement. Hij drong aan op een krachtig signaal dat armoede bij ouderen, bij gezinnen en vooral bij gezinnen met kinderen aangepakt moet worden. Daarmee verwees hij naar het onderwerp waar Jan Vranken het later op de voormiddag over zou hebben. ”Armoede is niet alleen een verhaal van te weinig geld,
maar ook van vernedering, er niet bijhoren en eenzaamheid”, zei de voorzitter die iedereen opriep om de brug te slaan naar mensen in armoede. Maar voor Jan Vranken het woord kreeg, was Trees Dehaene, psychologe en oma, aan de beurt. Zij had het over de ’andere rol’ die je als oudere en als grootouder kan spelen. Ik ben oud ”Het lijkt vaak alsof we alleen meetellen als we consumeren, als je al die reis-, gezondheids- en andere beurzen ziet”, zo stelt Trees Dehaene vast. ”Maar we kunnen als ouderen ook nog wel iets anders betekenen.” Een ervaring met een van de kleinkinderen tijdens een herfstwandeling werd de rode draad door haar betoog. Toen het kind haar handje in oma’s hand nestelde, begon die spontaan een oud kinderliedje te zingen voor de vermoeide, kleine wandelaar: ’Geef me je hand, geef ze me allebei, en vertel me even dat je niet kan leven zonder mij.’
”Niet waar oma, ik kan wel leven zonder jou”, diende het kleine meisje haar van repliek. En eigenlijk, zo moest oma toegeven, heeft ze gelijk. ”Ik ben al ouder, en sta dus dichter bij de dood, en dan zal ze wel moéten kunnen leven zonder mij. Al moet ik liefst nog niet te vlug doodgaan.” milder voor onvolkomenheden ”Loslaten en verlies horen bij het leven, maar des te meer als je ouder wordt. We verliezen de motivatie om ons nog nieuwe evoluties eigen te maken, we moeten onze job opgeven en meteen ook onze collega’s, inkomen, structuur in de dag en het gevoel mee te tellen. Soms is er ook verlies van de partner, gezondheid, fysieke conditie, vrienden die sterven… Als kind moet je ook met elke stap voorwaarts, dingen achterlaten maar dan verlang je naar de volgende fase, je
Lees verder op pag. 2
Werkten mee aan dit nummer: An Candaele, Geert Van Hecke, Walter Leirman, Hilde Masui, Herman Van Rompuy, Ronny De Schuyter, Ils Verlaenen, Paul en Barbara Verstraete Coördinatie: Ronny De Schuyter Eindredactie: Jef Bergmans Lay-out: Anneke Joris ’Aktief’ is een uitgave van de Grootouders- en Seniorenactie van de Gezinsbond en verschijnt vier keer per jaar als bijlage bij de Bond. Troonstraat 125, 1050 Brussel, tel. 02507.89.45,
[email protected]
17 december 2010
2
Aktief
Vervolg van pag. 1
wil bij die grote mensenwereld horen. Voor ons ouderen is er geen volgende fase om naar uit te kijken. We zijn weggeschoven uit het centrum van het actieve leven en ervaren ook steeds meer dat we sterfelijke wezens zijn. Achterom kijkend vragen we ons af: wat heb ik van het leven gemaakt? Het antwoord kan bevredigend of ontgoochelend zijn. We hebben kansen benut, en andere niet genomen. En de tijd die ons rest is te kort om nog veel in te halen. Zoals het er voor jongeren op aankomt niet te blijven treuren om de kansen die ze niet gekregen hebben, moeten wij ouderen vrede proberen te hebben met de kansen die we lieten liggen. Ons leven ’omarmen’ met de mooie kanten én de tekorten. Dit is mijn leven en dit ben ik, en zo is het goed. Laat ons mild zijn voor de onvolkomenheid van wat geweest is, want onvolkomenheid is eigen aan ons mens-zijn. Het is ontnuchterend maar tegelijk bevrijdend: ik hoef niet perfect te zijn. Het besef van onvolkomenheid maakt ons ook mild tegenover anderen. Dat is voor mij de grote winst van ouder worden. Als we anderen minder beoordelen op hun prestaties komt de weg vrij voor het echte ontmoeten als persoon met de grote en kleine kanten. Als grootouder ervaar ik ook dat ik soms beter overweg kan met de ’ontwikkelingsbochten’ van opgroeiende kinderen, dan hun ouders. Grootouders kunnen belangrijke vertrouwenspersonen zijn en we kunnen beter relativeren omdat we het al eens meegemaakt hebben. We weten dat het meestal wel op zijn pootjes komt. Het besef dat de tijd die ons nog rest korter wordt, doet ons ook intenser leven. Je weet dat je nu aandacht moet hebben voor de mooie momenten.” Van op de zijlijn, maar verbonden ”’Dan moét ik wel kunnen leven zonder jou’, vindt mijn kleindochter. Zij herinnert me eraan dat de wereld ook verder draait zonder mij. De volgende generatie neemt over en is vaak niet veel met onze ervaring. Ze werken
Jan Vranken
Trees Dehaene
anders, hebben een andere mentaliteit en kunnen veel beter overweg met de nieuwe communicatiemiddelen die je nu op de werkvloer nodig hebt. Het is nu hun beurt om het waar te maken in een wereld die de onze niet meer is en wij moeten niet blijven schoonmoederen, maar onze plaats aan de zijkant innemen. Als ouderen leven we op een soort schiereiland. Op een zekere afstand, maar toch verbonden. Als kinderen, schoon-, klein- en stiefkinderen op zondag komen eten, geniet ik van de gesprekken, ook al kan ik niet meepraten. Ze hebben het over muziek die ik niet ken, de organisatie van hun huishouden die anders is dan het mijne, communicatie met vrienden aan de andere kant van de wereld via digitale weg. Wij ouderen maken ook gebruik van de mogelijkheden die mail en skype bieden, maar niet zoals zij. We moeten het van hen leren. En zo is het met tal van aspecten van die andere wereld. Ouderen hebben soms de indruk dat er alleen maar waarden verloren gegaan zijn, maar zoals we kunnen leren van andere culturen in de wereld, heeft ook elke generatie een andere cultuur die daarom niet minder waardevol is. De generatie na ons hecht minder belang aan respect voor gezag of beleefdheid, maar autonomie, loskomen van bevoogding, gelijkheid tussen man en vrouw, en aandacht voor de natuur en ecologie zijn ook waardevol. We hebben de indruk dat hun menselijke
Joie de mourir Mijn vader was zijn levenlang vol ’joie de vivre’ maar ook bang voor ’t stervensuur dat komen zou en waar hij niet aan denken wou. Maar ’k heb, toen ’t kwam, van hem geleerd dat – hoe hij zich ook heeft verweerd – je ’t hoofd moet buigen voor de dood. Wie rustig sterven kan is groot.
Willy Goemaere
relaties losser of oppervlakkiger zijn, maar mijn kinderen weten veel van elkaar en van vrienden. Soms worden banden zelfs nauwer onderhouden via de nieuwe communicatiemiddelen, alleen is dat onze wereld niet.” Rustpunt ”Mijn kleindochter hoopt dat ik nog niet te snel doodga. En niet alleen voor onze kleinkinderen kunnen we nog van betekenis zijn. Ouderen laten bijvoorbeeld zien dat de zin van het leven niet alleen aan presteren en productiviteit afgemeten kan worden. Als oudere zijn we ook meer beschikbaar. Een rustpunt voor de kleinkinderen in het jachtige leven. Voor sommige kinderen zijn de grootouders zelfs de enige constanten in hun leven. En grootouders die die rol om een of andere reden niet kunnen opnemen voor hun kleinkinderen, kunnen dat ongetwijfeld voor andere kinderen. Beschikbare volwassen zijn voor kinderen belangrijk. Ook de generatie na ons, die nog volop actief is, komt graag eens langs om te praten, stil te zijn of uit te huilen, om aanmoediging te vragen, zich te laten verwennen… Dat ik tijd heb voor dat soort dingen, is het grote voordeel van op pensioen te zijn. Daardoor kunnen we ook aandachtiger leven. Hoe anders kijk ik naar de kleinkinderen dan hun ouders, benomen als die zijn door werk en huishouden. De ontdekkingstocht van mijn kruipende kleinkind heb ik met veel aandacht gevolgd
Hilde Masui en Johan Verminnen
en er zeer van genoten. Ook voor de ruimere ’mensheid’, de mensen veraf, staat mijn hart meer open met ouder worden. Als we onze taak goed opnemen dan laten we wellicht de volgende generatie hoopvol achter en dan kan het lied aangepast worden: ‘geef me je hand… en vertel me even dat je wél kan LEVEN (met hoofdletters) zonder mij.” Over wat Jan Vranken vertelde over armoede zullen we het hebben in een latere Bond. Op pagina 3 leest u alvast hoe de Gezinsbond dat onderwerp op de agenda wil houden ook nu het jaar van de strijd tegen armoede naar het einde loopt. Moeder Verminnen Met de derde gast op de ontmoetingsdag – Johan Verminnen – leest u een interview op pagina 6 en 7 in dit katern. We halen uit het gesprek dat voormalig hoofdredacteur van De Bond Hilde Masui met de zanger had op de grootoudersontmoetingsdag toch één herinnering aan zijn moeder. ”Toen ik naar de kleuterklas ging en ’s middags met mijn zus langs de achterdeur thuiskwam, zat daar vaak een ‘vreemde’ vrouw aan de keukentafel. Terwijl moeder in de potten stond te roeren, vertelde de vrouw haar leven. En als ze vertrok leek het alsof er een groot gewicht van haar hart was gevallen. Mijn moeder gaf weinig commentaar, maar ze kon heel goed luisteren.” Met dat verhaal sloot Verminnen – zonder dat hij het wist – naadloos aan bij wat Trees Dehaene vertelde over beschikbaar zijn in tijd en in het hart, en het belang van er te zijn veeleer dan iets te doen. Johan Verminnen is een goed verteller, maar op de eerste plaats zanger. Hij zong in Schaarbeek over Brussel -zijn grote liefde-, over kijken naar het water aan zee waar ze met zijn zevenen een keer per jaar met de groene Daf van zijn vader naartoe reden, het prachtige liedje ’Vier hoog in de wolken’. En ’Laat me nu toch niet alleen’ een liedje dat ’van de mensen geworden is’ zoals hij dat noemt. Iedereen kan het lied meezingen maar haast niemand weet nog van wie het is. Mooier kan hij het zich als zanger niet dromen.
An Candaele Paul en Barbara Verstraete (illustratie)
Aktief
Tentoonstelling ’Gekleurd verleden’: Geen zwart-witverhaal
Tot 25 april 2011 loopt in de Gentse Kunsthal (Sint-Pietersabdij) de tentoonstelling ’Gekleurd verleden. Familie in oorlog’. De expo evoceert niet de geschiedenis van de oorlog, maar de geschiedenis van mensen in de oorlog. Met een audiogids wandel je door gekleurde vertellingen vol tegenstellingen, die het grote verhaal van WO II een menselijk gelaat geven. De tentoonstellingsmakers hebben de ambitie ”het stilzwijgen over de Tweede Wereldoorlog te doorbreken” en willen aanzetten ”tot nadenken over de wijze waarop Vlaanderen omgaat met zijn recente verleden.” Meteen is de lat hoog gelegd, maar hoe dan ook is duidelijk dat ’Gekleurd verleden’ geen vrijblijvend project is. Niet toevallig vind je op het einde van de tentoonstelling in een apart zaaltje een telebox waar de bezoeker zijn mening kan ventileren. Ik ben benieuwd wat dit aan materiaal zal opleveren, wat de mensen aan een automatische camera kwijt willen. Vooraleer je aan die babbelbox bent, kruip je in de huid van tien getuigen. Je wandelt van eiland tot eiland om het verhaal van een werkweigeraar, een joodse onderduiker, een dokter… te beluisteren. Ik blijf wat langer hangen bij het verhaal van Rika Demoen die actief was in de Dietse Meisjesscharen, een jeugdbeweging van het VNV. ”We zongen vooral Vlaamse liederen, geen Duitse of Engelse. Ik ken er nog veel, en die liederen ontroeren me nog altijd.” Ze woont in mijn geboortedorp en ik herinner me nu dat ze als een gedreven koorleidster altijd paraat stond bij 11-julivieringen en andere officiële plechtigheden. Tijdens de perspreview wandelt de 86-jarige doorheen de tentoonstelling aan de zijde van haar dochter. In het tweede luik van de tentoonstelling krijgen we duiding bij de getuigenissen door onder meer Bruno De Wever en Rudi Van Doorslaer. Beiden hebben als respectievelijk verantwoordelijke voor het Instituut voor Publieksgeschiedenis en het federale SOMA (Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij) met zichtbaar genoegen hun schouders gezet onder dit project. Bruno De Wever: ”Over de oorlog spreken we snel in stereotypen, letterlijk in zwart-wit: collaboratie en verzet. Wij willen met deze tentoonstelling een genuanceerd beeld brengen van dit veelkleurig verleden.”
Ronny De Schuyter Meer weten? Bij de tentoonstelling hoort een gelijknamig boek waarin je alle getuigenissen met het toegankelijk wetenschappelijk commentaar kunt nalezen. Uitgegeven bij Lannoo (165 blz., 29,95 euro)
Gezinnen De Kunsthal St.-Pietersabdij nodigt nadrukkelijk de kinderen en hun (groot)ouders uit: ”Voor kinderen van zes tot acht jaar is er ’Vertel eens...’ waarbij de kinderen in de tentoonstelling op zoek gaan naar de waardevolste schat van onze getuigen en hun oma of opa het vuur aan de schenen leggen. Voor kinderen van tien tot en met veertien jaar hebben we ’Stille getuigen’ ontwikkeld. Zij worden, gewapend met een opdrachtkaart vol kritische vragen, de tentoonstelling ingestuurd.”
Praktische info: Kunsthal Sint-Pietersabdij, Sint-Pietersplein 9, 9000 Gent. Telefonisch bereikbaar via 09 243 97 30. Nog meer info via www.gekleurdverleden.be. Toegangstickets aan 8 euro (reductietarief: 6,75 euro), audiofoon inbegrepen. Kinderen en jongeren tot en met 18 jaar kunnen gratis binnen. Open van dinsdag tot en met zondag van 10.00 tot 18.00 uur. Win! We hebben 25 duotickets voor ’Gekleurd verleden. Familie in Oorlog’. Schrijf of mail naar Gezinsbond-GOSA, Troonstraat 125, 1050 Brussel of via
[email protected]. Gelieve ’Gekleurd verleden’ te vermelden.
17 december 2010
3
17 december 2010
4
Aktief
”Geen enkel kleinkind komt nog bij mémé langs” ”Vier maanden geleden zat er een geboortekaartje tussen mijn post en ik kon maar niet denken van wie het kwam. Ik belde naar het nummer dat erop stond en kreeg een van mijn kleinzonen aan de lijn. Hij was papa geworden en ik wist zelfs niet dat er bij hen een baby op komst was…” Het zijn zulke kleine ‘signalen’ waar Mariette zich aan vastklampt, in de hoop dat ze toch weer wat meer contact krijgt met haar kleinkinderen. “Mijn kinderen hadden het moeilijk met mijn scheiding en van dan af zijn de contacten slechter geworden, ook met mijn kleinkinderen. Alleen mijn jongste dochter heeft me nooit laten vallen. Hopelijk wordt zij snel mama zodat ik nog eens echt een oma-gevoel kan hebben.”
aanvaarden. Zeker toen hun moeder er helemaal alleen voor stond en het niet zo breed meer had, namen ze steeds meer afstand. Eerst leefde ik van stempelgeld met daarbovenop een OCMW-uitkering. Na een ongeval kreeg ik een invaliditeitsuitkering en nu ben ik gepensioneerd.”
Uit de ouderweekbrochure 'Armoede treft 1 op 5 ouderen' foto: Layla Aerts (De persoon op de foto is niet dezelfde van het interview.)
Mariette heeft zes kinderen, evenzoveel kleinkinderen en al twee achterkleinkinderen. Kansen genoeg, zou je denken, om volop te genieten van de vreugde die jonge kinderen hun grootouders kunnen schenken. Maar dat geluk heeft ze nooit gekend. ”Als kind heb ik zelf weinig liefde gekregen. Mijn moeder was doodbraaf, daar niet van, maar mijn vader… Ik was dan ook nog jong toen ik trouwde. Niet uit liefde, maar om van huis weg te zijn. Door dat tekort aan liefde in mijn jeugd heb ik waarschijnlijk ook zelf mijn kinderen te weinig liefde kunnen geven. Na mijn scheiding zijn we steeds verder uit elkaar gegroeid. Met twee van de zes kinderen heb ik zelfs geen contact meer.”
Verwaterde relaties ”Vóór mijn scheiding had ik wel een goed contact met mijn kinderen en dus ook met de kleinkinderen die er toen al waren. Vroeger zagen we elkaar minstens één keer per maand. Daarna zijn die familiebezoeken wat verwaterd en kwamen mijn oudste dochters met hun kinderen alleen nog op feestdagen naar huis. Op Nieuwjaar was dat om hun centjes te komen halen, met Pasen raapten de kleinkinderen paaseieren in de tuin en ook op Moederdag kreeg ik telkens bezoek. Zeventien jaar geleden is dat allemaal veranderd. De kinderen hebben het me nooit kunnen vergeven dat ik zelf mijn relatie stopgezet heb. En ook een nieuwe relatie konden ze niet
Achterkleinkinderen Mariettes jongste kleinkind is nu twaalf jaar oud. Het oudste is intussen vierentwintig. Ze herinnert zich nog levendig de dag waarop ze hoorde dat ze voor het eerst oma zou worden. ”Ik keek daar enorm naar uit, want ik was er helemaal klaar voor. Mijn oudste kleinkinderen heb ik nog enigszins zien opgroeien, maar de andere helaas niet. Mijn zoon uit mijn eerste huwelijk zal bijvoorbeeld nooit zijn dochter van twaalf meebrengen wanneer hij bij mij komt eten. Hij is zelf ook gescheiden en in de week dat ik hem zie, verblijft dat meisje bij haar moeder.” De relaties met haar kinderen zijn zelfs zo verstoord dat Mariettes nauwelijks iets weet over haar achterkleinkinderen. ”Ik heb gehoord dat mijn oudste kleinzoon een dochtertje heeft. Dat meisje moet nu ongeveer vier jaar zijn, maar van haar geboorte heb ik nooit iets geweten. Ik verwacht van mijn kleinkinderen niet dat ze mijn deur platlopen, maar ze zouden toch minstens eens kunnen bellen of één keer per jaar op bezoek komen. Zelfs dat doen ze niet, behalve één kleinzoon die met Nieuwjaar iets van zich laat horen en van mij ook een verjaardagskaartje krijgt. Geen enkel kleinkind komt nog bij mémé langs en dat doet pijn, veel pijn.” Schuldgevoel Zoals zoveel oma’s en opa’s droomde Mariette er ook van om veel te doen met haar kleinkinderen. Ze als baby mogen verzorgen, er eens mee gaan
Aktief
wandelen als het mooi weer is, op uitstap gaan... Maar zulke ervaringen kan ze niet delen met andere grootouders. En naast die pijn is er nog het schuldgevoel tegenover haar eigen kinderen, waarmee ze na al die jaren als moeder blijft worstelen. ”Mijn kinderen hebben nu gelukkig allemaal hun eigen weg gevonden, maar door mijn relatieproblemen zijn ze wel opgegroeid tussen veel miserie. Als moeder ben ik tekortgeschoten en was ik veel te streng voor mijn kinderen. Maar waarom was ik zo streng? Er waren de problemen met mijn ex en dat werkte ik uit op de kinderen… Daar heb ik nu veel spijt van.” ”Ik denk dat het toch ook meespeelt, al kun je dat nooit met zekerheid zeggen, dat mijn kinderen minder om mij geven omdat ik nu een oma ben ‘met weinig geld’. Het is juist dat ik financieel niet veel kan geven, maar er is toch meer dan geld en cadeaus alleen? Het contact en de vriendschap tellen toch ook? Ik ben wel van het principe dat ik niet altijd de eerste stap moet zetten. Ik heb geprobeerd om mijn kleinkinde-
ren te geven wat ik kon, maar wat krijg ik ervoor terug…? Ik ben wel blij met dat geboortekaartje van mijn tweede achterkleinkind dat ik onlangs kreeg. Dat deed veel deugd. Maar waarom komt mijn kleinzoon zijn pasgeboren zoontje niet eens tonen? Of zouden we daarvoor te veel uit elkaar gegroeid zijn?” Oma voor de buurkinderen Negen jaar geleden kreeg Mariette er een nieuwe buurvrouw bij met op dat moment een baby’tje van één jaar oud. Het klikte zeer goed tussen haar en die jonge moeder, die er toen ook alleen voor stond. Het duurde dan ook niet lang tot ze de vraag kreeg of ze wilde komen oppassen, iets wat haar eigen kinderen haar nooit gevraagd hadden. “Ja, hoe groeit zoiets? Mijn buurvrouw kwam langs voor dit en voor dat, en op een bepaald moment had ze oppas nodig. Zo ben ik in dat gezin beetje bij beetje de oppasoma geworden, eerst voor één kindje en daarna ook voor de twee volgende. Nu is dat minder, want intussen is mijn buurvrouw hertrouwd. Maar vroeger gingen we bijvoorbeeld samen naar
”Om op mijn kleinzoon te passen, is ons huis te klein” Woensdagmiddag in De Zuidpoort, vlakbij de Gentse Heuvelpoort. Voor mij zit Inge met het fotoalbum van haar eerste kleinkind in de hand. ”Vanavond mag onze schoondochter eindelijk weer naar huis met haar baby’tje”, zegt deze fiere oma, die al tien jaar lid is van De Zuidpoort, een vereniging waar armen het woord nemen. ”Bij de geboorte van onze kleinzoon waren er problemen met de harttoontjes en de longetjes. Daarom moest hij nog zes weken in het ziekenhuis blijven. Maar ik ben al bijna elke dag op bezoek gegaan. Ik voel me toch zo gelukkig dat ik eindelijk oma geworden ben, want mijn geduld werd wel op de proef gesteld. De eerste maand lag het baby’tje nog in de couveuse, en ik kijk er enorm naar uit om hem voor het eerst te kunnen vastpakken.” Sabine Burgelman, groepswerkster bij De Zuidpoort, bevestigt hoe hevig Inge naar haar eerste kleinkind verlangde. ”We hebben het hier in de vereniging van dichtbij meebeleefd. Haar schoondochter heeft al een paar miskramen doorgemaakt en dat waren ook voor haar telkens zeer moeilijke momenten. Maar nu delen we allemaal in het prille geluk.” Bezige bij Oma Inge is een bezige bij. Naast haar inzet in De Zuidpoort draait ze ook nog mee in de Gentse Beweging van Mensen met een laag inkomen en kinderen. Én ze is betrokken bij de werkgroep Rond Punt van het OCMW. ”Daar help ik mee met allerlei activiteiten, zoals nu het sinterklaas- en nieuwjaarsfeest”, zegt ze daarover.
de speeltuin of ik zorgde voor haar jongste dochtertje wanneer ze de andere twee kinderen naar school deed of ging werken. Dat meisje is nu drie jaar en als ik ze op straat ’Mariette, Mariette’ hoor roepen, dan doet me dat toch wel iets. Veel cadeaus kan ik ze niet geven, want daar heb ik het geld niet voor. Maar bij de organisatie waar ik langsga voor voedsel en kleding, krijg ik soms ook speelgoed en kleertjes. Die geef ik dan aan de kinderen van mijn buren. Daar beleef ik veel plezier aan, al blijven het natuurlijk vreemde kinderen voor mij.” Mariettes jongste dochter woont in het buitenland en is vorig jaar getrouwd. Als er in dat gezin kinderen komen, zal ze haar uiterste best doen om daar wel een goed contact mee te hebben. ”Zij is mijn oogappel en nu ben ik aan het sparen om zeker op bezoek te kunnen gaan als er een geboorte is. Dan hoop ik nog eens echt oma te kunnen zijn.”
Geert Van Hecke
De voorbije tijd werd het voor deze kersverse oma helemaal druk met ’Arbeid voor allen! (maar niet te veel)’, een theatervoorstelling van het sociaal-artistiek theater Victoria Deluxe. Op een van de avondvoorstellingen van deze productie – een beklijvend stuk dat doet nadenken over werk en werkloosheid – kwam ik Inge tegen, in volle actie, niet op het podium maar in de wandelgangen. Samen met een paar collega’s gaf ze uitleg bij een arbeidsproject over het kweken van gezonde groenten. ”Ik weet wat het is om geen werk te hebben, ik heb het zelf genoeg meegemaakt”, zucht ze. ”Nu werk ik twee dagen in de week als PWA-ster. Ik doe tuinonderhoud of bij slecht weer ga ik poetsen. Dat geld komt dan bovenop mijn leefloon. Nu heb ik toch al wat meer geld dan toen ik in een arbeidszorgproject zat.” Spaarpotje Met al die activiteiten, zo vraag ik haar nog, zou ze het zien zitten om ook af en toe op haar kleinzoon te passen? ”Mijn schoondochter zal dat niet zo snel vragen”, antwoordt Inge resoluut. ”Ik heb er trouwens de plaats niet voor, want mijn man en ik wonen zeer klein behuisd. En dan zouden we nog van alles moeten kopen, zoals een kinderbedje, een box en speelgoed. Stel dat we die spullen nog in de kringwinkel vinden, waar moeten we dat allemaal gaan zetten? Ik zal dus heel graag voor mijn kleinzoon zorgen, maar dat zal dan wel bij mijn schoondochter thuis moeten zijn. Mijn man heeft ook een klein inkomen, net als ik. Maar we zijn gelukkig bijna door onze schulden heen. Dan hoop ik weer een spaarpotje te kunnen aanleggen, zodat er ook wat geld overblijft voor onze kleinzoon.”
G.V.H.
17 december 2010
5
Groei mee met je (klein)kind Een kind zet je wereld op zijn kop! Dat is zeker zo voor jonge ouders. Maar ook grootouders worden overstelpt door nieuwe emoties. Net zoals ouders vandaag erg bewust met hun kinderen omgaan, willen ook oma’s en opa’s iets betekenen in het leven van hun kleinkinderen. Wat grootouders nu echt betekenen voor hun kleinkinderen, hangt niet alleen af van hun keuzes en mogelijkheden, maar ook van die van de jonge ouders. En door dit samenspel van keuzes, zal elke grootouder-kleinkind relatie anders zijn. Het is over deze grootouder-kleinkind relatie dat de Gezinsbond een ’dossier’ maakte op de website www.groeimee.be. Het dossier ’grootouders, een groot hart voor kinderen’ bestaat uit herkenbare verhalen, leuke en minder leuke getuigenissen, boekentips,… Zeker de moeite om eens een kijkje te nemen op www.groeimee.be Naast dit dossier, vind je op deze website een heleboel informatie over de opvoeding van kleine en grotere kinderen. Tevens is er een kalender met interessante activiteiten in jouw buurt en de contactgegevens van de opvoedingswinkels.
I.V.
17 december 2010
6
Aktief
”Kerstmis bestaat nog, al zijn we allen wat meer alleen” Johan Verminnen
foto: Lieve Blancquaert
Een zachte oktoberzon verwarmt het oude boerenhuis in een rustige uithoek van Oost-Vlaanderen. We zitten aan een lange tafel -met zeven stoelen- vol cd’s en papieren en een plekje vrij voor twee koppen koffie. De rode stenen vloer vangt mooi licht van buiten. Guitigheid, ernst, weemoed, levenslust, muziek, de grote liefde, vechtlust, avontuur, kameraadschap, poëzie… dat en nog veel meer zit allemaal in een kleurig kluwen onder die sympathieke zangerskop van Johan Verminnen hier voor mij. In de lente wordt hij zestig. Veertig jaar succes op het podium heeft zijn tong niet gespleten, noch zijn hart op de verkeerde plaats geduwd. Ik luister naar de zanger als naar de wind in de bomen. Uw moeder, ’prinses van het Pajottenland’? ”Een mooiere titel kon ik haar niet geven. Het boek dat ik over haar en ons hele gezin schreef, was bedoeld als verjaardagscadeau toen ze 93 werd. In sep-
tember werd moeder 100. Ze lacht veel en zingt aldoor. Misschien is dat soms irritant voor de medebewoners van het rusthuis in Merchtem, maar ze is altijd goed gezind. ’’t Is goed dat je nog eens tijd gemaakt hebt voor je moeder. We zijn wij nog van belang!’ zegt ze als ik langskom, al is ze even later vergeten dat ik er was. Ik vertel in mijn programma’s altijd veel over mijn moeder omdat ze dat verdient. Er is maar één ding dat ik haar kwalijk neem; het lijkt alsof mijn vader niet geleefd heeft. Ze is dat vergeten. Mijn vader is twintig jaar geleden gestorven, hij was 75. Moeder is dat vergeten, door de ziekte die ze misschien heeft. Maar al de rest, ook wat ze vandaag is, koester ik. Mijn moeder wist van twee van haar zonen, dat daar iets speciaals mee was. Van mijn broer Bert die in het theater gewerkt heeft en tot veel knappe dingen in staat was, maar een moeilijke jongen en toch mijn mentor, die mij altijd opbouwend gestimuleerd heeft om mijn weg te gaan. Ik denk met een enorme weemoed en liefde terug aan hem, voor wie de wereld te moeilijk was. Toen ik aan mijn moeder moest gaan vertellen dat hij dood was, werd duidelijk hoe goed ze Bert kende. Ze zei ’Ach ja, hij kon hier zijn weg niet vinden.’ En over mij wist moeder ook dat men niet moest proberen van mij een loodgieter te maken. Ze zag mijn krabbels wel eens liggen op mijn bureautje die ze uit een soort curiositeit las en voelde dat ik niet het traditionele pad zou volgen. Ze accepteerde dat en steunde dat op haar eenvoudige manier. Ook in ’t begin van mijn carrière. ’Heb je al gegeten, heb je nog geld?’ als ik laat en moe thuiskwam. Terwijl ze zelf nauwelijks rondkwam, zou ze me nog geld toestoppen. Ze heeft me altijd gesteund. Eén keer per jaar kwam ze kijken. Dat kan ze nu niet meer. Een jaar geleden heb ik nog eens voor haar gezongen, in een tent met zevenhonderd man en moeder op de eerste rij. Maar ik zag: dat gaat aan haar voorbij. Zij was toen 99.” Uw vader was een Cardijn-man en trots op u? ”Misschien was hij wel trots op mij maar nooit in mijn aanwezigheid. Ik heb horen vertellen dat hij mij achteraf soms verdedigde. Ik was een tegendraadse jongen en wou altijd mijn eigen zin doen, maar dat moet een beetje in dit beroep, je hebt een stuk ’ego’ nodig anders doe je dat niet. Maar ik heb veel van mijn vader geleerd. Hij was een echte katholieke vakbondsman. Cardijn was zijn held. We hebben Cardijn ooit thuis op bezoek gehad. Wat ik van vader geleerd heb, kon ik goed gebruiken, toen we het statuut voor muzikanten en artiesten hebben gemaakt. Daar was jaren niks van in huis gekomen en ik koester vooral Frank Van den Broecke in mijn gedachten, met wie we die motor weer op gang kregen. Ik
ben er fier op dat ik de aanstichter ben geweest, om dit statuut met de hulp van vele anderen te verwezenlijken. Dat is het stukje van mijn vader in mij. Veel jongeren denken dat alles maar te plukken valt van het internet en dat wie de teksten, de muziek, het grafisch werk of welk ander kunstwerk ook, gemaakt heeft, niet meer moet vergoed worden. Daar zal ik mijn leven lang tegen strijden, ook omdat het mijn beroep is. Ook dat is mijn vader in mij. Ik zie hem nog met een kassei in de hand in de tijd van de schoolstrijd. Onstuimig, maar altijd rechtdoor. Dat vind ik fantastisch. Vader kon ook speels zijn. Hij was een heel goed danser. Hij heeft al mijn zussen leren walsen, daar was hij echt knap in. Tijdens de jaarmarkt, in het café De Nachtegaal, strooide men in het achterzaaltje zagemeel uit om beter te kunnen dansen op de tonen van het Decaporgel. Mijn vader danste er met de vrouwen tot hun trouwringen van hun vingers vielen…” Liefde voor onze landstalen en voor Brussel? ”Wij zijn tweetalig opgevoed, naar school geweest in de colleges in Brussel met Frans- en Nederlandstaligen en de nodige heibel die dat meebracht, maar ik had heel wat vrienden bij de Franstaligen. Voor mij zijn die twee talen iets natuurlijks. Ik denk dat ik een goede bewoner ben van de Brusselse agglomeratie. De enige Belgen die er nog overschieten dat zijn de Brusselaars, de Vlaamse Brusselaars die Frans kennen. Die Vlaming blijven maar tegelijkertijd de brug slaan naar die andere gemeenschap. Ik heb dat altijd gekund en heb steeds beter Frans leren spreken. Ik leer nu Duits om behoorlijk te kunnen converseren in het Duits met de Duitstalige gemeenschap, die ook auteursrechten betaalt in België. Het is een rijkdom, je eigen landstalen behoorlijk te kunnen spreken. Ik vind het zo triest als ik een Vlaamse journalist Frans hoor spreken met haken en ogen. Maar ja, ze hebben beter Engels dan Frans geleerd. Brussel, de stad van mijn wilde jaren, ik schreef er ooit een ’ode’ voor en welgemeend. Ik ben er voor mijn job nog heel vaak, maar als ik er weg ben, mis ik de stad niet. Brussel verandert continu. De plekken waar ik me vroeger thuis voelde zijn weg. Er zijn er andere, maar ik mis het niet. Door een boek te schrijven ’De laatste boot’ over een tocht met een vissersvaartuig, heb ik Oostende ontdekt. De wereld van de echte schippers, een milieu dat me niet meer loslaat. Als ik het niet meer zie zitten, trek ik naar dat kleine cafeetje op de kaai, waar de echte schippers komen en ik val daar in een
Aktief
warm nest omdat ik met hen die tocht gemaakt heb en ze mij aanvaard hebben. Zij vertellen in plat Oostends, dat ik versta maar niet kan spreken. Ik luister en dat vind ik formidabel.” Zestig worden, wijze leeftijd? ”Ik betrap er mij soms op dat ik reageer alsof ik nog achttien ben. Belachelijk. Roekeloos, terwijl je tot de relativering der dingen zou moeten geraakt zijn. Maar het zwart-witdenken is verminderd. De grijzen krijgen hun waarde. Ook als de mening van anderen kwetst, zie je ook in, waarom het zo is. Je achterhaalt veel dingen. Er is niets treurigs aan om 60 te worden. Er blijft het ver-
langen naar de jeugd, naar wat onontgonnen was, de grote ontdekkingstocht. Probleem met ouder worden vind ik dat je te veel reis achter de rug hebt. De angst om niet lang meer te genieten van de reis. Ik wil nog lang niet uit mijn werk stappen. Het is een sociale bezigheid. Het geeft mij kracht en ik vind het plezierig. Al zeggen sommige mensen dat ik mij te pletter werk. Ik ben een beetje pietje-precies. Jamais content. Ik eis veel van de mensen en van mezelf. Maar ik probeer rancune en bitterheid los te laten. Dat is verloren tijd. En wat heb ik geleerd op mijn boottocht? Het schip kan alleen varen met loyale mensen. Het vaart niet met een halve bemanning,
iedereen heeft elkaar nodig op de tocht en ook in mijn beroep. Ik kan niet zonder de technici, de muzikanten, Jeanine, die de platen verkoopt. Het is een familie en dat heeft mijn moeder mij geleerd. Een familie te zijn. We zijn samen op reis. We zijn nomaden. En denkend aan mijn ouders: wij waren en wij zijn een familie. Zoiets krijg je niet stuk... Ook nu bestaat Kerstmis nog, al wordt het nooit meer als voorheen, we zijn allen een beetje meer alleen.”
Hilde Masui We geven tien ‘best of’-albums weg. Zie pagina 11 in De Bond
Herman van Rompuy, voorzitter van de europese raad
Brief aan mijn kleinkinderen ren, als aan jullie moeder. We kregen er drie op drie jaar. Daarna kwam Thomas drie jaar later. Een enorme drukke tijd maar alles kwam terecht. We hebben veel geluk gehad. Te veel denk ik soms. Ik beleef jullie intrede in de wereld nog intenser en steeds komen er herinneringen op aan de ’tijd van toen’ en aan mijn eigen kindertijd. Hoe zouden mijn ouders hier allemaal tegenaan kijken? Ze zouden fier zijn als overgrootouders! Elke dag denk ik nog aan hen.
Liefste kleinzonen, Lander en Jasper, Het jaar loopt ten einde. Kerstmis is er binnenkort. De boom, het stalletje, het familiefeest zoals bij de meesten in Vlaanderen. Vijftien jaar lang kwamen wij met de familie van oma Geertrui samen bij ons in Rode. Nu zullen we met gans de groep in Brugge zijn, niet ver van ons huisje aan zee. Jullie zullen er natuurlijk bij zijn en jullie blijven daarna nog bij opa en oma in De Haan. De jongste jaren veranderde mijn leven vaak. Vandaag zeggen die titels jullie niets: Kamervoorzitter, Eerste Minister, Voorzitter van de Europese Raad. Later zal ik jullie daarover vertellen, als ik al lang op pensioen zal zijn. Maar de grootste verrassing was jullie komst op de wereld in 2008 en 2009. Enkele dagen na Jaspers geboorte werd ik Voorzitter van de Europese Raad! Jasper, je bent zo oud als het Verdrag van Lissabon. Vader zijn is een gunst maar grootvader worden is dat ook. Ik zal jullie zoveel liefde geven als aan onze eigen vier kinde-
Het voorbije jaar leerde jij, Lander, steeds meer woordjes stamelen en spreken. Je eigen ’willetje’ komt er steeds meer uit. Nu je meer kan zeggen ben je nog liever. En jij, Jasper; begon op je 11de maand te lopen. Koddig je frêle beentjes te zien richten en te zien stappen. Nu wandel je als een vrije jongen waarheen je wil. Ik liep ook vroeg en ik loop en stap nog steeds. Jullie zullen in Europa opgroeien, als iets natuurlijks. Jullie zullen veel meer reizen dan jullie ouders - en dat is al wat geweest – en zeker dan jullie grootouders. Ik zag voor het eerst de zee als ik acht jaar was. Mijn ouders hebben de oorlog gekend maar ik gelukkig niet. Ik ben een kind van de vrede. Jullie zijn kleinkinderen van dat groot vredeswerk dat de Europese Unie was en is. Samen met 500 miljoen: welvarend, goed beschermd, reizend en lerend. Natuurlijk zullen jullie ook moeten vechten voor jullie toekomst en tegenslagen kennen, maar daaraan denken jullie niet. De zorgeloze kinderjaren. Na nieuwjaar verhuizen jullie en jullie huis van nu zal ooit een verre herinnering zijn. Jullie papa en mama zullen jullie huis van nu ooit laten zien en vertellen
hoeveel ze erin gewerkt hebben om het gezellig te maken en hoe blij ze waren als ze met jullie van het moederhuis naar 'huis' gingen. Jullie zullen het zich niet meer herinneren maar zij zullen er jullie aan herinneren. Wellicht zal het nieuwe huis – dichter ook bij jullie grootouders – ook het huis van jullie jeugd zijn. Een vaste plaats in jullie leven.
17 december 2010
7
Langzaam Superguppie, de dartel rondhuppelende hond met de scherpe blik, is een bekend heerschap in de vrolijke verzenwereld van Edward van de Vendel. Ondertussen zit de Nederlandse schrijver aan vier bundels superguppie-gedichten en nog steeds prikkelt hij de lezer met zijn kijk op alledaagse dingen. Lees maar ’langzaam’, een kindervers voor alle leeftijden.
R.D.S. Dit zijn langzame dingen: de sneeuw bij windstil weer, stroop, en een slak. En vóór mij een meneer bij de kassa. Uit zijn zak haalt hij muntjes – maar welke? Ah, die ene. Of liever die andere? Nee nee. Misschien deze. Ohhhh, en dan wil ik wel snel en dan wil ik wel sjezen, maar ik moet natuurlijk proberen te leren wat het geheim is van dat soort meneren: dat ze zachtjes kunnen nietsen. Dat ze stilstaand kunnen fietsen.
Volgend jaar zal voor jullie grootvader een moeilijk jaar worden, maar ik zal ook met oma wat kunnen reizen: wellicht naar India, Zuid-Afrika en China. We zullen zien. Eind augustus zijn we weer allemaal samen in Frankrijk zoals vorig jaar in de verre Caraïben. Een onvergetelijke vakantie. Alles gaat voorbij maar alles blijft ook. Tegen volgende Kerstmis in 2011 zullen we met Europa weer verder staan. We zullen strompelen maar niet vallen. Jullie zullen alsmaar rechter gaan! Later zal ik jullie kunnen zeggen dat ik mee de Unie hielp recht houden, de mooiste verwezenlijking sinds eeuwen. We hebben elk een taak in het leven. De ene valt meer op dan de andere maar het komt er vooral op aan alles met overgave te doen en niet te veel met jezelf bezig te zijn. Het geluk ligt niet in het Ik of in het pakken maar in het Wij en in het geven. Hou deze brief bij voor veel later. Herlees hem dan en jullie zullen zeggen dat die grootvader van jullie dezelfde was als zoveel andere grootvaders. Veel groeten van jullie grootmoeder, de moeder van jullie moeder, zonder wie jullie er niet zouden zijn en die zielsveel van jullie houdt.
’Hoera voor superguppie!’ van Edward van de Vendel met tekeningen van Fleur Van Der Weel, Querido.
17 december 2010
8
Aktief
INTERAKTIEF In INTERAKTIEF surfen we met Prof. em. Walter Leirman, erevoorzitter Seniornet Vlaanderen, op de digitale snelweg.
WINDOWS VERSIE 7 TREK UW MIJLENLAARZEN AAN!
Het opstarten van de pc gaat nu duidelijk sneller, zeker in vergelijking met Vista. Onnodige programma’s en tierelantijntjes vallen weg, en binnen de minuut ben je startensklaar. Starten doe je best via klik op de startknop linksonder. Hiernaast zie je wat dit oplevert: • Boven de startknop heb je de fameuze zoekbalk: tik een zoekterm in en Enter! • Daarboven de meest gebruikte pro gramma’s die je met één klik kunt openen • Nieuw: de zogenaamde jumplists – directe ’springplanken’ naar bestan den. Je gaat bijv. op ’Word’ staan en krijgt rechts alle recent gemaakte docu menten, waar je direct naartoe kunt • Aflsuiten doe je direct via de gelijk namige knop • Naast de startknop zien we de beken de taakbalk. Die toont nu beschikbare en geopende programma’s i.p.v. vensters.
Wie in 2010 een nieuwe computer heeft gekocht wordt in bijna alle gevallen geconfronteerd met Windows 7 als besturingssysteem. Het hangt er dan maar van af of dit je eerste pc is, dan wel of je er voordien al één had. Was dat een Vista-pc, dan is er weinig aan de hand, want Win 7 is daar een broertje van. Had je XP of een nog oudere versie, dan is de overstap een hele hap!
Allicht de grootste vernieuwing: bibliotheken Het ordenen en snel terugvinden van mappen en bestanden is soms een nachtmerrie. Win 7 helpt nu met zogenoemde bibliotheken. De term is misleidend, want het zijn geen directe vindplaatsen maar ’toegangspoorten’, waarlangs we snel naar mappen en bestanden kunnen gaan. Standaard zijn er vier: documenten, afbeeldingen, muziek, video’s. Je kunt ook zelf bibliotheken bijmaken – zoals wij met ’Presentaties’ deden. Bovendien: als je een nieuwe foto of tekst wilt opslaan, krijg je steeds de kans om dat snel via de gepaste bibliotheek te doen.
Microsoft: ”Win 7 is zoveel beter” De fabrikant heeft het overal uitgebazuind: Win 7 is eenvoudiger, sneller, veiliger, herkent bovendien makkelijk nevenapparaten en laat een beter beheer toe van uw mappen en bestanden… Wij stonden zelf sceptisch, maar na 9 maanden gebruik moeten we de brigade van Bill Gates grotendeels gelijk geven. We overlopen even de grote pluspunten, naast enkele minnetjes. Snel starten en zoeken, met ook een vernieuwde taakbalk
Drie bruikbare versies Officieel zijn er 5, maar in de praktijk drie voor ieder beschikbare versies: de basisversie Home premium – die ruim volstaat voor uitgebreid thuisgebruik – de versie Professional die vooral zakelijke gebruikers bedient, en de versie ’Enterprise/Ultimate’ waarvan de naam geen uitleg behoeft. De Premium is op zichzelf verkrijgbaar vanaf ca 80 €, de Professional vanaf ca 115 €. Je kunt natuurlijk ook vanuit een bestaande XP of Vista gaan upgraden tegen een lagere prijs. Met twee MAAR’s: je moet bij Vista van een gelijkaardige versie vertrekken – dus minimum vanaf Premium
– en vanaf XP kan je alleen een ’schone installatie’ doen, die dus alles wat er op je pc staat uitwist. Onthoud ook dat je bij een dergelijke nieuwe installatie de meeste programma’s opnieuw moet installeren! Dat kost dus tijd én ook vaardigheid.
Enkele beperkingen en minpunten Vroeger werd samen met Windows zowel de Internet Explorer als de Mediaplayer standaard meegeleverd. De EU vond dat onterechte monopoliepraktijken, en eerst werd in Europa Win7 geleverd zonder die beide programma’s. Nu mogen ze het toch, maar wel daarbij aan de gebruiker de keuze latend om andere programma’s te gebruiken, zoals het veiliger Mozilla Firefox, dat wij al jaren met voldoening gebruiken. Je kunt ook hun ’Bing’ zoekmachine vervangen door het nog steeds betere Google. Ook Windows Mail wordt niet meer standaard meegeleverd. Een goede raad: haal Windows Live Essentials via Google binnen, en maak voor uzelf een Live ID of –paspoort aan. Dan krijg je er een degelijk antivirus- en firewall programma bij!
Hoe en waar leren we daarmee werken? Er is een ruim aanbod aan boeken, websites én cursussen over Win 7. Eén van de beste uitgevers is Visual Steps met zijn didactisch én visueel heel goed uitgewerkte basisboeken over Windows 7. En als online-cursus kunnen we gerust die van www.gratiscursus.be aanbevelen, met korte overzichtelijke lessen, en daarnaast ook een forum. En als je vragen hebt, ga dan naar het forum van www.snvl.be dat ook een aparte rubriek over Win 7 heeft.