FRATERS CMM 2/14
| Zonhoven | ‘Omarm DE toekomst met hoop’ | Uitdagingen voor scholen fraters | Generaal kapittel in beeld | Nieuw generaal bestuur | Het ‘doen’ heeft voeding nodig
Inhoud
column van de algemene overste
4
rond frater andreas
Mission statement
Colofon
Barmhartigheid is van alle tijden en plaatsen.
Fraters CMM (voorheen Ontmoetingen) is het drie maandelijks contactblad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barm hartigheid (‘Fraters van Tilburg’ of ‘Fraters CMM’). Een abonnement is gratis (aanvragen via adres hieronder). ISSN 1574-9193
Barmhartigheid staat centraal in alle wereldgodsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en islam. De beweging van barmhartigheid heeft een spoor getrokken in de geschiedenis. De verschillende vormen waarin zij verschijnt, zijn uitdrukking van de samenleving waarin zij ontstond en van de spiritualiteit die haar draagt. De Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid is geworteld in de christelijke barmhartigheid.
5
Redactie: Rien Vissers (hoofdredacteur), frater Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, frater Lawrence Obiko, frater Ronald Randang, Peter van Zoest (eindredacteur) Ontwerp: Heldergroen www.heldergroen.nl Opmaak en druk: DekoVerdivas, Tilburg Contact: tel.: fax: e-mail: website:
Fraters CMM, Gasthuisring 54 5041 DT Tilburg 013 5432777 (Rien Vissers) 013 5441405
[email protected] www.cmmbrothers.org
Een vrijwillige bijdrage als tegemoetkoming in de kosten is welkom op IBAN: NL30INGB0001068517 - BIC: INGBNL2A
Foto omslag voor: Het nieuwe generale bestuur in de tuin van het generalaat. V.l.n.r.: Rofinus Banunaek, Benyamin Tunggu, Lawrence Obiko, Niek Hanckmann.
Verloren zoon, Rembrandt
2
Foto omslag achter: Mozaïek Vincent de Paul en Louise de Marillac, gemaakt door Jean-Paul Tolno uit GuineeConakry, die in fraterhuis De Vuurhaard in Udenhout verbleef (foto: frater Ad de Kok). Het mozaïek bevindt zich in de hal van het fraterhuis.
Zonhoven
6
‘Omarm DE toekomst met hoop’
7
Uitdagingen scholen fraters
9
11
Generaal kapittel in beeld
12
Van de redactie De 51-jarige Keniaanse frater Lawrence Obiko is 5 juni op het generaal kapittel van de congrega tie gekozen tot algemene overste. Een histori sche gebeurtenis in de 170-jarige geschiedenis van de Fraters CMM: voor het eerst werd een niet-Europeaan in deze functie gekozen. Hij wordt in het nieuwe generale bestuur terzijde gestaan door twee Indonesiërs en een Nederlan der: de fraters Rofinus Banunaek, Benyamin Tunggu en Niek Hanckmann. “Hiermee wordt het internationale karakter van de congregatie ook op het hoogste bestuurlijk niveau tot uitdrukking gebracht”, zo is op pagina 16 te lezen in een eerste kort bericht over het kapittel. Fraters CMM ging niet lang daarna ter perse, waardoor een uitgebreide verslaglegging nog niet mogelijk was. Om niettemin alvast iets te proeven van wat er zich twee weken lang afspeelde op het generalaat in Tilburg, de locatie waar het kapittel werd gehouden, is in deze editie een fotoreportage van de bijeenkomst opgenomen, gemaakt door Franneke Hoeks, adviseur commu nicatie en beleid van de Zusters SCMM. De inmiddels oud-algemene overste, frater Broer Huitema, neemt op de volgende bladzijde afscheid in de vaste rubriek ‘Column van de algemene overste’. Vanaf de start in 2005 van Fraters CMM, de opvolger van Ontmoetingen dat sinds 1958 het contactblad was van de congre gatie, schreef hij in ieder nummer een column. De redactie verwelkomt de nieuwe columnist Lawrence Obiko, die vijf jaar deel uitmaakt van het team dat het blad draagt, en laat op deze plaats weten groot vertrouwen te hebben in hem als nieuwe algemene overste van de Fraters CMM!
Kort nieuws
Nieuw generaal bestuur
16
Het ‘doen’ heeft voeding nodig
IN MEMORIAM
17
Kort nieuws
21
22
‘Dichtbij is zijn genade’
23 3
Column
VAn de algemene overste
Op zaterdag 7 juni nam ik afscheid als algemene overste en droeg ik het stokje over aan frater Lawrence Obiko. In de twaalf jaar die ik als algemene overste de congregatie mocht dienen, is er veel gebeurd. Er is lief en leed gedeeld, vreugde en verdriet hebben elkaar afgewisseld. Naast alle lichtpunten hebben we met name de laatste zes jaar de schaduwkanten van medebroeders leren kennen.
Als ik echter de 24 jaar binnen het generaal bestuur overzie, dan overheerst een gevoel van dankbaarheid. Zoals ik in mijn afscheidswoord ook heb gezegd: ik voelde me gedragen: gedragen door medebroeders, gedragen door familie, medewerkers en vrienden, gedragen door God. Het was een taak die me gegeven werd, die me werd toevertrouwd. Maar dan vanuit de wetenschap dat ik het niet alleen hoefde te doen. Ik mocht de weg gaan met vele anderen, ik mocht me laten inspireren door vele mensen en door vele verhalen, ik mocht me laten leiden door de Barmhartige én door Schrift en constituties. Tegen al die mensen die mij tot steun zijn geweest en al die mensen die ik de afgelopen 24 jaar heb ontmoet, wil ik zeggen: dank je wel. Ik wil het nieuwe bestuur alle goeds toewensen. Het motto van het kapittel zal ook het motto zijn voor de komende zes jaar: ‘Hoopvol en trouw de weg gaan van broederschap en barmhartigheid’. Wat ik het nieuwe bestuur toewens is: wees trouw in je roeping, blijf een mens van hoop en ga. Ga de weg, de weg van barmhartigheid. Ga de weg van de broederschap. Ga de weg met God, ga de weg met je medebroeders, ga de weg met eenieder die je ontmoet en die je bij wil staan. Je kunt de weg niet alleen gaan: je hebt de ander - je medebroeders, je stafleden, je medewerkers,
4
je vrienden - nodig; je hebt de Ander nodig, God als de Barmhartige die weet dat je niet volmaakt bent; je hebt Jezus nodig als je Barmhartige Broeder die je nabij wil zijn en die met jou de weg gaat; je hebt Maria nodig als je Moeder van Barmhartigheid, die je af en toe troost biedt als het even niet meezit; je hebt Vincentius nodig, die je voorhoudt in welke richting de weg moet gaan: naar armen en ontheemden; je hebt Joannes Zwijsen, onze stichter, nodig: die je telkens weer voor wil houden wat onze oorspronkelijke inspiratie is en onze missie; je hebt de Schrift nodig om geestelijk en spiritueel gezond te blijven, je hebt de constituties nodig om je congregationeel op koers te houden. Ik ga iets nieuws beginnen. Ik weet nog niet wat op mijn pad komt maar ik heb alle vertrouwen in de toekomst. Ik wens jullie Gods zegen en het ga jullie allen goed!
frater Broer Huitema
rond frater andreas
Het patertje Met welke medebroeders trok frater Andreas op? Wat voor mensen waren dat? We weten veel over de communiteit van Ruwenberg. Zo is er een mooi portret van pater Jan Zweers (1848-1909), vriend en negen jaar overste van frater Andreas. We baseren ons op huisgenoot frater Amatus Hosemans.
“Monseigneur”, zei de huisknecht tot bisschop Zwijsen, “wat moet ik doen met die grote taart, die men stuurde?” “Wel, Jan”, zei de bisschop, “roep dat kleine patertje dat gisteren hier dineerde, die weet er wel weg mee.” Dat kleine patertje was pater Zweers. In 1872 priester gewijd, bleek hij een groot predikant. Bij zijn lijdensmeditaties stroomde de kerk vol. “Hij zal mij niet tot tranen roeren”, zei op Ruwenberg frater Nicasius. Met het voornemen ijskoud te blijven, ging hij naar de kapel. Maar onder de overweging was te zien, hoe hij stilletjes de tranen wegveegde, in de hoop dat niemand het merkte. Maar hij was betrapt!
Pater Zweers (links achter de tafel) en frater Andreas met leerlingen van Ruwenberg. Pater Zweers had een zeer nauwgezet geweten. Voorzichtig in zijn uitlatingen, streng voor biechtelingen zodra de liefde in het gedrang kwam, uiterst bezorgd in alles de regel te onderhouden en te doen onderhouden. Maar steeds kwam de zucht tot scherts naar boven. Guitenstreken zaten zo in zijn karakter, dat ze, zelfs bij ernstige zaken, als vanzelf gebeurden. Om die reden waren er fraters, die hem
niet serieus namen. Kwam hij met de bonnet op het altaar, dan gebeurde het wel, dat die bij het afgeven aan de misdienaar op het hoofd van deze laatste terecht kwam. Las hij het evangelie van Zaccheüs voor, dan kon men erop rekenen, dat hij de passage “daar hij klein van gestalte was”, wegliet. Als jong priester moest hij eens een aanbidding leiden. Hij droeg een stijve koorkap, die hem veel te groot was. Buiten de sacristie (was het per ongeluk?) bleef de koorkap staan, maar de celebrant stapte heel eerbiedig verder. Pater Superior De Beer, die een buitengewoon vertrouwen in hem stelde, had een moeilijke taak voor hem. In 1888 werd Zweers benoemd tot rector van Ruwenberg, waar sinds enige tijd verdeeldheid heerste. Er moest een wijze, voorzichtige overste komen en hij zag in Zweers de geschikte man. Al na enkele maanden zag men een merkwaardige verandering en na een jaar was Ruwenberg weer als vanouds de voorbeeldige communiteit. In 1897 werd pater Zweers plaatsvervangend overste van de congregatie. Het afscheid van Ruwenberg was onvergetelijk. Zelden waren kapel en refters feestelijker versierd. ’s Avonds zouden ook de priesters van het klein-seminarie en de geestelijken uit de omtrek komen. Tegen het begin van de voorstelling kwamen zij binnen. Zes zwarte heren droegen een baar, waarop een peperkoek van reusachtige afmeting lag. Die gaven ze ‘Hanneske’, want zo noemden ze hem, cadeau. Het feest slaagde in alle opzichten, wat het afscheid voor pater Zweers misschien nog zwaarder maakte. Charles van Leeuwen
5
België
Opening woonzorgcentrum in Zonhoven De Belgische fraters verhuisden 18 februari 2013 naar woonzorgcentrum ‘Het Dorpvelt’ in Zonhoven. Het verrees in de tuin van hun oude fraterhuis dat werd gesloopt en vervangen door een parkeerplaats. De fraters waren de eerste bewoners van het centrum, een onderdeel van de VZW (vereniging zonder winstoogmerk) Christelijke Woon- en Zorgcentra. Ruim een jaar later, op 24 maart vond de officiële opening plaats van het woonzorgcentrum.
Frater Guillaume Caubergh en de algemene CMMoverste frater Broer Huitema bij de opening van het woonzorgcentrum. De opening werd verricht door de algemeen directeur Sebastien Dudal van de VZW Christelijke Woon- en Zorgcentra. Hij sprak zijn dank uit naar de fraters voor de ruime en mooie plek in het midden van het dorp die door de VZW al tien jaar geleden werd gekocht. “Een huis bouw je met stenen; een thuis bouw je met je hart”, sprak hij. De algemeen directeur wenste de bewoners toe dat ze zich hier echt thuis zouden voelen.
Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen, schetste een beeld van de enorme snelle vergrijzing van de mensen in Vlaanderen. Hij liet weten blij te zijn met het feit dat ‘Het Dorpvelt’ als een ‘open systeem’ geen eiland in de samenleving is, maar dat met dit gebouw, waarin ook de Vlaamse overheid heeft geïnvesteerd, op een moderne wijze kan worden tegemoetgekomen aan concrete zorgvragen. De fraters Guillaume Caubergh en René Segers hebben momenteel zitting in de VZW Christelijke Woon- en Zorgcentra. Bij de opening van ‘Het Dorpvelt’ waren frater Guillaume Caubergh, de overste van de communiteit, het voltallige generale be stuur en de algemene econoom, frater John H. Grever, aanwezig.
Regio opgeheven De CMM-regio België werd op 1 augustus 2012 opge heven vanwege het sterk teruglopende aantal fraters. Sindsdien vallen de fraters in België rechtstreeks onder het generaal bestuur. De regio nam als kleinere bestuurlijke eenheid in 2002 al de plaats in van de in 1970 opgerichte Belgische provincie.
Geen eiland Het Dorpvelt is gebouwd door het bureau Holistic Architecture uit Hasselt en telt 68 bewoners, onder wie 9 fraters. Ook is er een afdeling voor een kort verblijf voor 5 personen, ‘De Passage’, en een dagver zorgingscentrum voor 15 personen, ‘De Schans’. Het gebouw is dusdanig ontworpen dat er veel daglicht binnenstroomt. Er zijn ruime terrassen en verschil lende wandelpaden. De Vlaamse minister van Welzijn, 6
Beeld van woonzorgcentrum ‘Het Dorpvelt’ (foto: Holistic Architecture - www.holisticarch.com).
Nederland
‘Omarm de toekomst met hoop’ Van 10 tot en met 13 februari 2014 bracht aartsbisschop José Rodríguez Carballo, secretaris van de Vaticaanse Congregatie voor de Religieuzen, een bezoek aan Nederland. Dat gebeurde op uitnodiging van de koepelorganisatie Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR). De congregatie is belast met toezicht op ordes en congregaties. Aartsbisschop Carballo sprak tijdens zijn verblijf in Nederland met bestuurders van de KNR, hogere oversten en met een delegatie van de Nederlandse bisschoppenconferentie. Hij bezocht verschillende kloosters. Frater Edward Gresnigt, plaatsvervangend algemeen CMM-overste, bericht over de inleiding van de aartsbisschop die hij hield tijdens een ontmoeting met hogere oversten in ’s-Hertogenbosch op 11 februari. Aartsbisschop Carballo maakte een balans op van het religieuze leven in Nederland. “Een pessimist zal ant woorden dat we in een chaotische situatie terecht zijn gekomen, in een ‘donkere nacht’ en dat de religieuzen van vandaag de dag de laatsten zijn. Een optimist zal de feiten niet ontkennen, maar ze in een ander perspectief plaatsen: ja, er is chaos, maar, zoals vóór de schepping van de wereld staat een nieuwe schepping op het punt om door te breken; ja, er is een ‘donkere nacht’, maar daarna zal nieuw licht schijnen, er groeit iets nieuws. Een realist tenslotte, zal vertellen dat we momenteel in een crisis zitten. Etymologisch gezien is het woord ‘cri sis’ nooit goed of slecht. Het is echter een moment van beslissingen nemen. Als je de juiste beslissingen neemt, is een crisis goed. De realist zal ook zeggen: het aantal neemt af, het apostolisch werk wordt afgesloten, en de religieuzen worden zwakker.” Aartsbisschop Carballo benadrukte dat het de taak van de religieuzen is om dit realisme te vertalen in hoop. “Het moment van de hoop is aangebroken”, sprak hij. “Hoop, niet in onszelf, maar hoop op God, voor wie niets onmogelijk is. Als religi euzen worden wij uitgedaagd door God om mannen en vrouwen van hoop te zijn.”
Roepingen Het aantal roepingen tot het religieuze leven verschilt sterk van land tot land. In sommige zijn veel roepingen, in andere weinig. Carballo riep de hogere oversten op om zich niet blind te staren op aantallen. “Religieus leven is niet voor velen weggelegd. Het moet eerst en vooral gericht zijn op Christus. Druk kandidaten op het hart om geen haast te maken en wijs er op dat ze een nieuwe invulling van hun leven niet meteen met een roeping tot het religieus leven moeten verwarren. Geef goede vorming: als mens en als christen! Vorming van het charisma is buitengewoon belangrijk. De meeste
Aartsbisschop Carballo spreekt de hogere oversten toe in ’s-Hertogenbosch. problemen in het religieuze leven hebben te maken met affectiviteit en seksualiteit. Daar moet veel aandacht aan worden besteed.”
Herontdekking De crisis waarin het religieuze leven in Nederland zich momenteel bevindt, is een uitnodiging om het te her ontdekken, zo betoogde Carballo. “Herontdekken is een creatief proces om daar te zijn waar we moeten zijn. Dit houdt in dat we in beweging moeten komen. Het kan ook een ‘wedergeboorte’ betekenen: dat ons cha risma hier en nu opnieuw tot leven moet komen. Dat betekent dat wij ons moeten afvragen: ‘Wat zou Jezus in deze tijd doen?’ We zijn als religieuzen geroepen tot radicalisme: religieus leven heeft toekomst als wij leven volgens het evangelie. We verkeren als religieu zen nu nog in de winter, maar dat seizoen is wezenlijk, want zonder winter is er geen lente. In deze win terperiode moeten we werken aan de oorsprong van ons bestaan. Een radicaal religieus leven leiden, betekent dat je ook je structuren moet herzien; bestuurlijke ‘fysieke’ structuren, maar 7
Nederland
‘Genadejaar’
Aartsbisschop Carballo in gesprek met religieuzen in ’s-Hertogenbosch. ook geestelijke structuren. Deze ‘herbronning’ houdt in dat we een reis naar onze wortels ondernemen en de tekenen van de tijd moeten verstaan. En daarvoor is voortgezette vorming heel belangrijk. De herontdekking van het fundament van ons religieuze leven bestaat uit drie elementen. Ten eerste: Jezus Christus moet in het middelpunt van ons leven staan. Ten tweede: we moeten ons concentreren op de fundamentele elemen ten van ons charisma. Ten derde: weet je gezonden! Religieus leven is niet voor onszelf, maar voor anderen! Ieder charisma, iedere roeping moet tot zending leiden.”
De aartsbisschop stond ook stil bij het ‘Jaar van het religieuze leven’ dat paus Franciscus heeft aange kondigd voor 2015. De doelstelling van het jaar is te vinden in de eerste paragraaf van de Apostolische Brief Novo Millennio Ineunte van paus Johannes Paulus II. “Duc in altum! Deze woorden nodigen ons uit om met dankbaarheid aan het verleden terug te denken, met enthousiasme in het heden te leven en met vertrouwen de toekomst tegemoet te zien: ‘Jezus Christus is de zelfde gisteren en vandaag en voor altijd’ (Heb. 13,8). Leef in het heden met passie. Hernieuw je passie voor Christus en leef je religieuze leven met de passie van je eerste liefde. Het kan nog, zelfs als je oud en ziek bent. Omarm de toekomst met hoop. Stel je hoop op Hem, voor wie niets onmogelijk is.” Carballo wees op enkele initiatieven in het bijzondere jaar voor de religieuzen. Er zal een bijeenkomst komen voor al diegenen die zich met vorming bezig houden. Daarnaast is er een bijeenkomst voor postulanten, novicen en tijdelijk geprofesten om elkaar te leren kennen. Er komt een internationaal congres over de theologie van het religieuze leven en een oecumenische bijeenkomst van katholieke en orthodoxe religieuzen. “De religieuzen in Nederland zouden 2015 moeten vieren als een ‘Genadejaar’ van de religieuzen”, aldus aartsbisschop Carballo. frater Edward Gresnigt
Paus Franciscus in gesprek met aartsbisschop Carballo en de prefect van de Congregatie voor de Religieuzen, kardinaal João Bráz de Aviz. 8
Kenia
Leerlingen van de St. Vincent de Paul Primary School in Mosocho, Kenia.
Uitdagingen voor scholen fraters Voor het behalen van zijn masterdiploma in de pedagogiek onderzocht frater James Ochwangi Nyakundi hoe het is gesteld met de scholen van de Fraters CMM in Kenia. De uitkomsten hiervan brengen onder meer de noodzaak aan het licht om de kwaliteit van het onderwijs voortdurend nauwgezet te bewaken teneinde het hoge peil te kunnen handhaven dat de fraters in de loop der jaren hebben ontwikkeld. De onderzoeker maakte een korte samenvatting van zijn bevindingen.
Het onderzoek spitste zich toe op de wijze waarop fraters hebben bijgedragen aan het tot stand brengen van het algemeen erkende kwalitatief hoogstaande onderwijs in hun scholen. Daarnaast is onderzocht hoe studenten, docenten en schoolleiders het onderwijs beoordelen en welke bedreigingen en uitdagingen er zijn voor het onderwijs van de fraters. Kwantitatieve gegevens werden verkregen uit enquêtes onder 12 docenten en 120 studenten van de door fraters opge zette scholen. Ander materiaal voor het onderzoek is afkomstig van drie schoolleiders, van de provinciale CMM-overste en uit diverse documenten.
Zeer belangrijke bijdrage Op basis van het vergaarde materiaal kan gesteld worden dat de fraters een zeer belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het bevorderen van kwalitatief goed onderwijs door het bieden van ondersteuning op financieel en materieel gebied. Zij hebben lesmateri alen en leermiddelen verstrekt, bibliotheken ingericht en kostscholen gesticht. Verder namen ze hun verant woordelijkheid ten aanzien van loopbaanontwikkeling van het onderwijzend personeel. Door zelf in het on derwijs actief te zijn, konden ze allerlei pedagogische methodes ontwikkelen en zich direct bezighouden met de problemen waarmee jongeren te kampen hebben.
Teruglopende inkomsten
Practicum op St. Justino Secondary School in Umoja, Kenia.
De belangrijkste uitdaging voor de scholen die onder toezicht staan van de Fraters CMM vormen de terug lopende inkomsten in de afgelopen jaren, waardoor er minder personeel is en een gebrek aan middelen. Hierdoor wordt het moeilijker om de minder bedeelde studenten te bereiken voor wie het onderwijs door de fraters is opgezet. De financiële ondersteuning van uit de congregatie is de afgelopen jaren met de helft teruggebracht. Hierdoor is de Keniaanse CMMprovincie genoodzaakt om zelf fondsen te wer ven. Dit wil nog niet goed van de grond komen. Een ander probleem dat aangepakt moet wor den is het tekort aan voldoende gekwalificeerd 9
Kenia
Leerlingen verlaten een naar de voormalig algemene CMM-overste genoemd schoolgebouw van de St. Vincent de Paul Primary School in Mosocho, Kenia.
personeel en het achterblijven van de professionele ontwikkeling van het onderwijzend personeel. De studie wees uit dat sommige leraren niet over de juiste kwalificaties beschikken. Ze hebben vaak een universitaire opleiding gevolgd, maar niet op onder wijsgebied. Daarom wordt aanbevolen dat de fraters er beter op moeten toezien dat er goed gekwalificeerd onderwijzend personeel is, teneinde de kwaliteit van het onderwijs te garanderen. Een andere aanbeveling die uit het onderzoek naar voren komt is dat er meer lesmateriaal moet komen en dat onderwijsfacilitei ten als bibliotheken en laboratoria verbeterd moeten worden. Hierdoor zal het ondersteunend personeel gemotiveerd worden om beter en professioneler te werken. Verder heeft de studie aan het licht gebracht dat schoolleiders en docenten minder gemotiveerd zijn in hun werk vanwege een te lage beloning. Een betere betaling zal er toe leiden dat de arbeidsmotivatie toe neemt. Als blijk van waardering zou een ondersteuning van de professionele ontwikkeling de motivatie nog meer kunnen versterken. Beter gemotiveerde leerkrach ten leiden tot beter onderwijs. Studenten ervaren de hoge kosten als belangrijkste obstakel voor het volgen van het kwaliteitsonderwijs op de scholen van de fraters. De studie beveelt daarom aan dat de congregatie meer moet doen om beurzen te verstrekken aan studenten. Een speciale aanbeveling in dit verband is dat de fraters zouden moeten onderzoe ken hoe hun scholen meer zelfvoorzienend en op den duur zelfs onafhankelijk kunnen worden van externe financiën.
10
Toekomst Het onderzoek heeft duidelijk laten zien met welke uitdagingen de fraters in Kenia op onderwijsgebied worden geconfronteerd. Maar het schetst ook perspec tieven en strategieën om deze het hoofd te bieden en de kwaliteit van het onderwijs ook in de toekomst te kunnen waarborgen! frater James Ochwangi Nyakundi
Frater James Ochwangi Nyakundi.
Kort nieuws
Stichting Communicantes naar generalaat Vanaf medio januari 2014 huurt de stichting Communicantes een deel van de oostvleugel van het CMM-generalaat aan de Gasthuisring in Tilburg. Naast het Missionair Servicecentrum Tilburg en de Internationale Organisatie voor Migratie is nu ook deze instelling die zich sterk maakt voor uitwisseling tussen de rooms-katholieke kerk in Nederland en de kerken en kerkgemeenschappen van Midden- en Oost-Europa in de voormalige bibliotheek van het generalaat ondergebracht. De stichting bemiddelt tussen projectaanvragers in de OostEuropese regio en subsidiegevers in Nederland, stimuleert pastorale en theologische samenwerking en informeert over kerkelijke ontwikkelingen. Respect, open dialoog, en we derzijdse verrijking staan daarbij centraal. De congregatie draagt de doelstellingen en het werk van Communicantes een warm hart toe en is daarom verheugd dat de stichting een van de huurders van het generalaatspand is geworden.
Zicht op de oostvleugel van het generalaat.
Piet Prinse koninklijk onderscheiden
Piet Prinse na het in ontvangst nemen van de koninklijke onderscheiding.
Op 25 april 2014 reikte burgemeester Albert van den Bosch in de Sint-Maartenskerk van Zaltbommel tien koninklijke onderscheidingen uit aan inwoners van zijn gemeente. Piet Prinse, die binnen de wereld wijde CMM-familie vooral bekend is als buschauffeur van de jaarlijkse tiendaagse St. Vincentiusbedevaart naar Frankrijk en de eendaagse ‘Zwijsentocht’ in Nederland en België, ontving de koninklijke onder scheiding van Lid in de Orde van Oranje Nassau. Hij kreeg deze van wege zijn vele vrijwillige activiteiten. Zo was hij scheidsrechter bij de gehandicaptensport, maakte hij hulpstukken voor hun wedstrijden en haalde op die manier ernstig gehandicapten uit hun isolement en gaf ze door de sport meer zelfvertrouwen en eigenwaarde. Voor chronisch zieke jongeren is Piet Prinse een bindende en stimulerende kracht en vervult hij wensen zoals een weekendje weg met de bus of een we kelijkse sportinstuif. Verder is hij actief voor de Stichting Nationaal Ouderenfonds Zomerzegels en verzorgt hij allerlei activiteiten voor ouderen. Voor de congregatie spande hij zich in om de bouw en inrichting van de St. Lukaspolikliniek van de Fraters CMM in Aek Tolang, Indonesië, financieel te ondersteunen. De algemene CMM-overste frater Broer Huitema woonde samen met de fra ters Edward Gresnigt, Ronald Randang en Martinus Lumbanraja van het generaal bestuur de uitreiking van de onderscheiding bij. 11
Internationaal
Generaal kapittel in beeld Op het CMM-generalaat in Tilburg vond van 23 mei tot en met 7 juni het generaal kapittel plaats. Kort daarop ging deze editie van Fraters CMM ter perse. In de volgende editie wordt uitgebreid verslag gedaan van deze bijeenkomst, tijdens welke voor het eerst in de geschiedenis van de congregatie een niet-Europeaan werd gekozen tot algemene overste. Op pagina 16 wordt het nieuwe generale bestuur kort voorgesteld. De volgende vier bladzijden laten alvast in beeld iets proeven van het generaal kapittel en van de afsluitende feestelijke bijeenkomst op 7 juni in Kloosterhotel ZIN in Vught met fraters, religieuze en zakelijke relaties van de congregatie, medewerkers en betrokkenen.
Bisschop Antoon Hurkmans van ’s-Hertogenbosch celebreert de openingsmis van het kapittel op 23 mei in de kapel van het generalaat.
Kaarsen vertegenwoordigen in de kapel van het generalaat gebieden waar de fraters actief zijn.
Frater Broer Huitema opent het generaal kapittel op 23 mei in de kapittelzaal.
Kapittelzaal met deelnemers aan het generaal kapittel.
12
Deelnemers aan het generaal kapittel bespreken onderwerpen in kleine groepjes.
De algemene overste van de lazaristen, Gregory Gay, hield 26 mei een inleiding.
Overleg in de tuin van het generalaat. Op de voorgrond een kunstwerk van Corry Ammerlaanvan Niekerk dat barmhartigheid en broederschap verbeeldt.
Archivaris Rien Vissers (achterin) leidt deelnemers aan het generaal kapittel rond in het CMM-archief.
13
Internationaal
De deelnemers aan het generaal kapittel na de keuze van het nieuwe generale bestuur met ondersteunende krachten.
Het nieuwe generale bestuur. V.l.n.r.: Rofinus Banunaek, Benyamin Tunggu, Lawrence Obiko, Niek Hanckmann.
Vier algemene oversten bijeen. V.l.n.r.: Harrie van Geene (1990-2002), Wim Verschuren (1978-1990), Lawrence Obiko, Broer Huitema (2002-2014).
Het nieuwe generale bestuur neemt felicitaties in ontvangst van frater Jan Verheijen in de communiteit van de fraters in woonzorgcentrum Joannes Zwijsen, Tilburg. 14
Felicitaties in Vught voor de nieuwe algemene overste.
De afscheidnemende leden van het generaal bestuur bijeen op 7 juni in Vught. V.l.n.r.: Martinus Lumbanraja, Ronald Randang, Edward Gresnigt, Broer Huitema.
Charles van Leeuwen, secretaris spiritualiteit en geschiedenis van het generaal bestuur presenteert in Vught de eerste twee delen van de nieuwe geschiedschrijving van de congregatie.
De nieuwe algemene overste spreekt in Vught de genodigden toe.
Frater Broer Huitema neemt in Vught afscheid als algemene overste. 15
Internationaal
Nieuw generaal bestuur Van 23 mei tot en met 7 juni vond op het generalaat van de Fraters CMM in Tilburg het generaal kapittel van de congregatie plaats. 29 fraters uit alle windstreken en één geassocieerd lid namen er aan deel. Na enkele dagen van voorbereidende beraadslagingen kwam het generaal kapittel op 5 juni bijeen voor de verkiezing van het nieuwe generaal bestuur voor de periode 2014-2020.
De nieuwe algemene overste: Lawrence Obiko.
Frater Lawrence Obiko (51), afkomstig uit Kenia, werd gekozen als algemene overste. Het is de eerste keer in de geschiedenis van de Fraters CMM dat de algemene overste van buiten Europa komt. Hiermee wordt het internationale karakter van de congregatie ook op het hoogste bestuurlijk niveau tot uitdrukking ge bracht. Naast de algemene overste werden drie nieuwe
bestuursleden gekozen: frater Benyamin Tunggu (49) uit Indonesië (tevens plaatsvervangend algemene overste), frater Rofinus Banunaek (38) uit Indonesië, en frater Niek Hanckmann (42) uit Nederland. Het motto van de congregatie van de Fraters CMM voor de komende zes jaar luidt: ‘Hoopvol en trouw de weg gaan van broederschap en barmhartigheid’.
Het nieuwe generale bestuur. V.l.n.r.: Niek Hanckmann, Lawrence Obiko, Benyamin Tunggu, Rofinus Banunaek. 16
Nederland
Tjeu van Knippenberg (rechts) in gesprek met een van de deelnemers aan de pelgrimstocht.
Het ‘doen’ heeft voeding nodig De afgelopen tien jaar zijn er vanuit de congregaties van de Zusters SCMM en de Fraters CMM pelgrimstochten georganiseerd in de voetsporen van Vincent de Paul, Louise de Marillac en Frédéric Ozanam. Oorspronkelijk waren deze reizen bedoeld voor zusters en fraters van genoemde congregaties. Later gingen ook religieuzen van andere, op Vincentiaanse spiritualiteit gerichte, congregaties mee. Nog later gingen ook mensen mee die geen lid waren van ordes of congregaties, maar daar wel nauw bij betrokken waren of op andere manieren een binding hadden met Vincentius en Louise. De leiding is elk jaar in handen van een team bestaande uit zusters SCMM, fraters CMM en een priester. Van 30 september tot en met 13 oktober 2013 vond de Vincentiaanse pelgrimstocht voor de vijftiende keer plaats. Tjeu van Knippenberg CM (Congregatie der Missie, of ‘lazaristen’) was voor de tweede maal geestelijk leider op deze bijzondere reis. Een gesprek met hem.
De Congregatie der Missie, de congregatie waar u in 1956 bent ingetreden, is door Vincent zelf in 1625 gesticht. Zou je kunnen zeggen dat uw leven zelf een pelgrimstocht is in de voetsporen van Vincentius? Het grootseminarie van de Congregatie der Missie was gevestigd in de plaats waar ik geboren ben en opge groeide, Helden Panningen. Zo raakte ik van huis uit vertrouwd met de lazaristen. Toen ik te kennen gaf priester te willen worden, lagen twee mogelijkheden voor de hand: priester van het bisdom Roermond of
missionaris zonder binding aan Nederland. Dat laatste werkte het sterkst op mijn fantasie. Ik was geboeid door spannende verhalen over missiegebieden en als kinderen zagen wij de toekomstige missionarissen wandelen en schaatsen en praten. Op weg naar school keken wij regelmatig over de muur van het seminarie dat ‘missiehuis’ werd genoemd. Daar liepen de studenten in groepjes op en neer en onze vraag was steeds ‘waar zouden ze het toch over hebben?’. Zo raakte ik als vanzelf in het 17
Nederland
Tjeu van Knippenberg is in 1937 geboren te Helden Panningen. Hij is opgeleid en tot priester gewijd bij de lazaristen. Hij werkte op hun kleinseminarie Wernhoutsburg. Vervolgens was hij werkzaam in de oecumene, in het ziekenhuispastoraat en in het woonwagenwerk. Aan de Rijksuniversiteit Utrecht deed hij onderzoek naar de oecumene in Nederland. Daarna was hij achtereenvolgens studentenpastor in Nijmegen, wetenschappelijk medewerker aan de Radboud Universiteit en hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg (nu: Tilburg University). Vanaf zijn emeritaat geeft hij cursussen en retraites in binnen- en buitenland, is hij actief in de Antonius van Paduaparochie in Nijmegen en stond hij daar mede aan de wieg van het Vincent de Paul Center. Hij schreef boeken, onder meer over geestelijke leiding en zielzorg: Tussen naam en identiteit (2000), Towards Religious Identity (2002) en Existentiële zielzorg (2008).
voetspoor van Vincent. Later, toen ik zelf in dat mis siehuis woonde, werd ik lid van een club die Vincent bestudeerde. Ik leerde hem kennen als een ongeloof lijk actief man die door alles heen zijn inspiratie niet verloor. Later is Vincent een beetje uit mijn directe gezichtsveld verdwenen, totdat ik in 2011 meeging met de pelgrimage. In alle religies wordt gesteld dat een pelgrimstocht ervaren wordt als een weg die gegaan wordt om thuis te komen. Een tocht naar binnen, kan niet zonder een tocht naar buiten. In hoeverre gaat dit voor u op? Een mens is altijd onderweg. Je kunt treuzelen of hard lopen, maar niet onderweg zijn is onmogelijk. Voor mij is een pelgrimstocht een gelegenheid om me meer bewust te worden van dat feit. Hoe ben ik onderweg? Waar ga ik naar toe? Wie zijn mijn weggenoten? Het bijzondere van onze pelgrimage is dat Vincent, Louise en Frédéric uitdrukkelijk tochtgenoten zijn. Wij zijn aanwezig op verschillende plaatsen waar hun leven zich afspeelde. Wij volgen die levens en al doende ga je met hen optrekken, krijg je het gevoel hen een beetje te kennen. Door op hun plekken te zijn is er de kans
Communie-uitreiking in de kerk van Folleville waar Vincent de Paul priester werd gewijd.
18
om met hen ‘van buiten naar binnen te gaan’. Voor mij werkte dat het sterkst in de kerk van Château L’Évêque. Vincent is daar ooit naartoe gekomen om zich priester te laten wijden. Wij staan en bidden op die eenvoudige plek. Een enthousiaste Dochter van Liefde vergezelt ons en vertelt. Met zijn dertigen mogen we even van buiten naar binnen gaan. Gaat de persoon Tjeu van Knippenberg mee op pelgrimsreis of is het de lazarist die de andere pelgrims bij de hand neemt en op weg gaat? Mijn bedoeling is om pelgrim te zijn samen met de anderen die deze tocht ondernemen. Ik ben erg blij dat frater Jan Koppens in Chartres begint met het herden ken van Louise en dat wij afwisselend daarin verder gaan. Zoals in onze parochie wil ik minstens even vaak kerkganger zijn als voorganger. Als ik gedurende de tocht een overweging houd, word ik minstens evenzeer geïnspireerd door wat in onze groep gebeurt als door kennis van de bijbel, Vincent of Louise. Het met elkaar onderweg zijn, geeft een steeds nieuw zicht op de oude bronnen. Deze keer was eenderde van de groep niet-religieus. Als dat al anders was, in welke zin dan? Ik heb geen pelgrimage van louter religieuzen meege maakt. Ik weet dus niet of de deelname van niet-religi euzen de tocht anders maakt. Wat ik wél weet, is dat ik het heel bijzonder vind dat de groep in vele opzichten gemengd is: vrouwen en mannen, leden van congre gaties en niet-leden, jongere en oudere mensen, uit Nederland en Indonesië, katholiek en protestant, zeker in hun geloof en tastend op zoek. De veelkleurigheid is een mooie kans om door verschillend gekleurde bril len te kijken naar Vincent en Louise. En dan zie ik nog af van het feit dat het verschil de groep spannender maakt. Alleen al de soorten verhalen en humor, de meer lachende en de meer ernstige gezichten, de spontane en terughoudende reacties maken de tocht tot een feest. Bent u nog altijd in staat om nieuwe kanten van Vincent te zien? Wordt u nog steeds opnieuw getroffen? Ik ben Vincent nog maar kort geleden opnieuw gaan ontdekken, dank zij de twee laatste pelgrimages. Voor het eerst kwam ik toen op cruciaal Vincentiaanse plaatsen, zoals Le Berceau. De aanwezigheid op de plekken waar Vincent en Louise leefden, combineerde ik met terugkijken naar de tijd dat ik lid was van de al genoemde Vincent studieclub. In het tijdschrift van het seminarie schreven wij over de spannende fasen van
Tjeu van Knippenberg draagt de mis op in het geboortehuis van Vincent de Paul, Le Berceau, Dax.
Lunch onderweg. Midden: frater Jan Koppens.
19
Nederland
Slotavond van de Vincentiaanse pelgrimstocht in Parijs.
Vincents leven. Wij nodigden André Dodin uit, toen de grote Vincentkenner in Parijs. Hij gaf een driedaagse en wij interviewden hem. Dat was een verrassende tijd van nieuwe kanten ontdekken. Daarna bleef het stil in mij rond Vincent. Maar enkele Nederlandse confraters, met name Gerard van Winssen en Sjef Sarneel, deden onderzoek en legden de resultaten daarvan neer in boekjes en artikelen over Vincent en Louise. Ik raak onder de indruk, leer opnieuw en word getroffen door de verrassend creatieve manier waarop deze zielsver wanten leefden, geloofden en liefde organiseerden. Bekend is dat Vincent, Louise en Frédéric veel werken hebben gestart die heden ten dage nog bestaan. In hoeverre is het volgens u mogelijk om naar de toekomst gericht Vincents werk te continueren? In Parijs hebben we het verhaal gehoord over Frédéric Ozanam, een student die, eeuwen na Vincent, diens werk wilde voortzetten. De Vincentius Vereniging die hij oprichtte heeft alleen al in Brazilië op dit mo ment 200.000 leden, allemaal mensen die, gezien of ongezien, betrokken zijn op medemensen die fysiek, materieel, psychisch of spiritueel geen goed thuis vinden. Sinds de tijd van Vincent en Louise en ook
20
sinds Frédéric Ozanam hebben er grote veranderingen plaatsgevonden op alle levensterreinen, zeker ook op het terrein van spiritualiteit en zorg. De verzorgings maatschappij (zoals wij onze vorm van samenleving tot voor kort noemden) geeft bepaalde garanties aan zieken en armen. Natuurlijk blijft er heel veel over dat niet door voorzieningen van de overheid wordt gedekt. Daar ligt voor de Vincentiaanse Familie een blijvende taak. Naar de toekomst toe wordt het steeds belang rijker om de twee pijlers van de Vincentiaanse spiritu aliteit in relatie tot elkaar te ontwikkelen: caritas en missie, anders gezegd: liefde en bezieling. Het doen heeft voeding nodig. Liefdewerken behoeven blijvende inspiratie. Daar waar een creatieve verbinding bestaat tussen de alledaagse zorg voor elkaar en de warmte van het evangelie komen Vincent en Louise in 2013 tot leven. Brigitte Lutters (foto’s: frater Ad de Kok) (met toestemming overgenomen uit De Heeriaan, contactblad van de Congregatie Dochters van Maria en Joseph (‘Zusters van de Choorstraat’), winter 2013.
Kort nieuws
Generalaat druk bezocht op Open Kloosterdag Op zaterdag 10 mei 2014 openden de fraters aan de Gasthuisring in Tilburg de deuren van het generalaat voor de zesde Open Kloosterdag 2014, georganiseerd door de koepelorganisatie Konferentie Nederlandse Religieuzen. Op de poster die in heel katholiek Nederland werd verspreid was een aantal foto’s te zien van de ‘open deuren’ van de bijna veertig religieuze gemeen schappen die aan de dag deelnamen. Daaronder ook de foto van CMM-gastvrouw Gaby Heymen die de deur van het generalaat open doet, die te zien was op de om slag van Fraters CMM 2/13. Tussen 14.00 en 17.30 uur kwamen groepen mensen binnen in het generalaat voor een praatje, een kop koffie en een rondleiding in het fratermuseum. Er werd een doorlopende PowerPoint pre sentatie getoond over het leven en werk van de fraters Frater Edward Gresnigt, plaatsvervangend algemeen wereldwijd. Ruim honderd mensen kwamen een kijkje nemen. Een aantal van hen nam deel aan de vespers van overste, geeft uitleg over de ‘Werken van barmhartigheid’. de communiteit. De gasten toonden zich geïnteresseerd, dankbaar voor de gastvrijheid en spraken hun bewonde ring uit voor wat de fraters doen en waar ze voor staan.
Het nieuwe generaal bestuur heeft op 9 juni frater John H. Grever herbenoemd als algemeen econoom voor de bestuursperiode 2014-2020. Hij volgde in die functie drie jaar geleden frater Louis de Visser op.
De Vlugge Slak Op 21 februari dit jaar overleed frater Joseph Tielemans. “Frater Joseph was een markante man die zich gedurende zijn lange leven op veel manieren dienstbaar maakte”, vertelt de congregationele archi varis Rien Vissers. “Zo was hij als een van de weinige fraters in het bezit van een rijbewijs voor een vracht auto. Hij liet ooit weten wel acht bestelbussen versle ten te hebben. Hij was intensief betrokken bij veelei sende verhuiswerkzaamheden rond de opheffing van fraterhuizen. Frater Joseph Tielemans was ook een man met veel humor. Daarvan getuigt ook het grote bord dat na zijn overlijden bij het archief werd afgeleverd. Daarop staat te lezen hoe frater Joseph zelf zijn ver huis- en sjouwwerk typeerde: ‘Bouw- en Sloopbedrijf B.V. De Vlugge Slak’.”
Bord in het archief van het generalaat. 21
In Memoriam
Nieuw leven voor communiebank Sinds enige tijd wordt een van de gangen van het generalaat van de Fraters CMM opgesierd door een communiebank. Deze bank hoorde vroeger bij de inven taris van de kapel van de kweekschool St. Stanislaus in Tilburg en was opgeslagen in een bijgebouw van het generalaat. De in 1850 opgerichte en in 1985 gesloopte kweekschool maakte deel uit van het complex rond het CMM-moederhuis. Tientallen jaren studeerden hier honderden jongens voor onderwijzer. Wanneer ze zeventien jaar oud waren, werden ze meestal novice bij de fraters en na een jaar noviciaat vervolgden ze hun studie aan de kweekschool. In de tweede helft van de negentiende eeuw namen de congregatie en ook de kweekschool snel toe in omvang. Tegen het eind van de eeuw moest er zelfs een nieuwe kweekschool worden gebouwd. In oktober 1897 werden kweekschool en ka pel ingewijd. Onbekend is wanneer de communiebank is vervaardigd en in de kapel geplaatst. Het houtsnijwerk toont een traditioneel schema van symbolische af beeldingen rond de eucharistie: de pelikaan die jongen voedt met het eigen bloed; korenaren en wijnranken; vier engelen met de tekst: ‘Ecce Panis Angelorum’, ‘Zie het Brood der Engelen’. Honderden kwekelingen en fraters knielden op deze bank om de communie te ont vangen. De communiebank staat nu dichtbij het grote corpus van de Gekruisigde, dat daar al tientallen jaren hangt. Vroeger hing het boven het altaar in de kapel van de kweekschool, zoals bijgaande foto laat zien.
Detail van communiebank.
Interieur kapel kweekschool met communiebank en corpus. 22
Communiebank met corpus in het generalaat.
Frater
Joseph (J.H.P.) Tielemans Hij werd geboren te Eindhoven op 11 oktober 1923 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid, te Tilburg, op 5 april 1942. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1947. Hij overleed op 21 februari 2014 in het St. Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg en werd begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed ‘Huize Steenwijk’ in Vught. Het Eindhovense gezin Tielemans-van de Water telde drie kinderen. Jozef was het tweede kind. Na de basis school en de Mulo in Eindhoven afgerond te hebben, vertrok hij naar Tilburg om in te treden in de congre gatie van de fraters en nam de naam frater Joseph aan. Hij werd gevraagd zich in te zetten voor zijn zieke medebroeders in het Moederhuis te Tilburg en later speciaal voor de juvenisten in Goirle, de jonge lui van Huize Nazareth in Tilburg en de kinderen van het Blindeninstituut St. Henricus te Grave/Nijmegen. Hij deed dat met grote inzet, aandacht en toewij ding. In de periode dat diverse fraterhuizen binnen de Nederlandse provincie gesloten werden, was het frater Joseph die er zijn sterke schouders onder zette. Hij kreeg de beschikking over een bestelbusje, waarmee hij vele goederen kon vervoeren en de verhuizingen mede tot een succes maakte. Ook buiten de congregatie was hij actief. Hij vervoerde duizenden dozen levensmidde len, speelgoed en kleding voor kansarmen in Roemenië. Frater Joseph was een man die zijn geestelijk leven voedde. Gezamenlijke gebedsmomenten binnen zijn communiteit waren hem heilig. Hij wist zich steeds in Gods handen. Nu frater Joseph gestorven is, weten we hem in handen van de Barmhartige. Mag hij nu ervaren dat zijn inzet voor velen rijkelijk beloond wordt.
‘Dichtbij is zijn genade’ (UIT DE LEEFREGEL VAN DE FRATERS CMM)
Wanneer breekt de morgen aan? Martin Buber (1878-1965) is een van die geestelijke denkers die blijven inspireren, ook ver over de grenzen van hun eigen spirituele traditie heen. Buber stamde uit het Oost-Europese jodendom. Hij vertaalde vertellingen uit het chassidisme, een uit Oost-Europa stammende orthodoxe joodse stroming. Op deze manier werd Martin Buber meer en meer de bemiddelaar tussen een bedreigde joodse wereld en de moderne tijd. Zijn werk wordt ook beschouwd als een grote bijdrage aan de christelijk-joodse dialoog.
In de loop van de tijd stuitte ik regelmatig op zijn vertellingen. Ze bieden een onverwacht, dikwijls bevrijdend perspectief. Alle mensen ‘van goede wil’ verstaan hem. Hebben we niet altijd behoefte aan zulke grensoverschrijdende mensen? De nu volgende kleine vertelling kan ik niet meer thuis brengen. Maar dat is niet erg. Ooit heb ik dit gelezen en vanaf die tijd dient het zich soms aan. Onverwacht, maar nooit zonder reden: “Wanneer breekt de morgen aan? Is dat het moment dat je uit de verte een hond van een schaap kunt onderscheiden? Nee, zei de rabbi. Is het als je uit de verte een dadelboom van een vij genboom kunt onderscheiden? Nee, zei de rabbi. Maar wanneer dan wel, vroegen de leerlingen. Het is: als je in het gezicht van een mens kunt kijken en daarin je broeder of zuster ziet. Tot dat moment is de nacht nog bij ons.”
Barmhartigheid en broederschap/zusterschap zijn de twee vleugels van dezelfde spiritualiteit. Ze kunnen elkaar niet missen. Werkelijk de ander als gelijkwaardig zien, wie het ook is, en zoals Jezus zegt, liefhebben als jezelf. Dat is de weg naar de nieuwe dag, een wereld van vrede. Dat is onmogelijk zonder barmhartigheid omdat we nu eenmaal allen imperfect, kwetsbaar zijn. Wanneer breekt de morgen aan? Als je het nieuws van dichtbij en veraf hoort en ziet, is het nog steeds geen nieuwe morgen en is de nacht nog bij ons. Maar toch, luister en kijk om je heen: dan zie je plekken en men sen waar het licht door de wolken is gebroken, ja, zie je mensen samen in het volle licht staan. Daar is het Pasen.
frater Wim Verschuren
23
Joannes Zwijsen wilde dat zijn volgelingen, met als voorbeeld Vincentius a Paulo, God zouden dienen in de medemens en hem daardoor tot God zouden brengen.
(uit de leefregel van de Fraters CMM)
Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid