3/11
| Uitdagingen voor religieuzen | Mantelzorg in broederschap | Bron van levend water | Weer thuis in Indonesië | Vincentiaanse Familie | Juniorendagen in Kupang | Kenia-actie 1
Inhoud
column van de algemene overste
4
rond frater andreas
Mission statement
Colofon
Barmhartigheid is van alle tijden en plaatsen.
Fraters CMM (voorheen Ontmoetingen) is het driemaandelijks contactblad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid (‘Fraters van Tilburg’ of ‘Fraters CMM’). Een abonnement is gratis (aanvragen via adres hieronder). ISSN 1574-9193
Barmhartigheid staat centraal in alle wereldgodsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en islam. De beweging van barmhartigheid heeft een spoor getrokken in de geschiedenis. De verschillende vormen waarin zij verschijnt, zijn uitdrukking van de samenleving waarin zij ontstond en van de spiritualiteit die haar draagt. De Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid is geworteld in de christelijke barmhartigheid.
Redactie: Rien Vissers (hoofdredacteur), frater Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, frater Lawrence Obiko, frater Ronald Randang, frater Jan Smits, Peter van Zoest (eindredacteur) Ontwerp en opmaak: Heldergroen www.heldergroen.nl Druk:
DekoVerdivas, Tilburg
Contact:
Fraters CMM, Gasthuisring 54 5041 DT Tilburg 013 5432777 (Rien Vissers) 013 5441405
[email protected] www.cmmbrothers.org
tel.: fax: e-mail: website:
Een vrijwillige bijdrage als tegemoetkoming in de kosten is welkom op ING-bankrekening 106 85 17 t.n.v. Fraters CMM Tilburg Fotoverantwoording: Foto omslag voor: Beeld Flashmob in Eindhoven, onderdeel actie scholieren Pleincollege Sint-Joris voor werk Fraters CMM in Kenia (zie pagina 18).
Verloren zoon, Rembrandt. 2
Foto omslag achter: Eibsee, Beieren, Duitsland (foto: frater Ad de Kok).
5
Uitdagingen voor religieuzen
6
Mantelzorg in broederschap
7
8
Kort nieuws
Van de redactie Als deze editie van Fraters CMM verschijnt, zijn jongeren uit Brazilië, Indonesië, Kenia, Namibië, Nederland, Tanzania en Oost-Timor in Tilburg. Alles bij elkaar honderd jonge mensen uit landen waar de fraters actief zijn, bereiden zich daar van 5 tot 13 augustus voor op de katholieke Wereld jongerendagen, die van 16 tot 22 augustus in Madrid plaatsvinden. Als ‘ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’ dragen ze op hun eigen wijze het charisma verder van de congregatie. De vorige Wereldjongerendagen in Sydney, van 15 tot 21 juli 2008, waren voor de Fraters CMM aanleiding om het internationale ambassadeursproject te starten. Doel: jongeren warm maken om zich in te zetten voor een wereldwijde ‘beweging van barmhartigheid en broederschap’. In het volgende nummer wordt uitgebreid verslag gedaan van de ambassadeurshappening. Deze Fraters CMM bericht over de laatste voorbereidingen van de groep Braziliaanse ambassadeurs. Daarnaast is er weer veel kort nieuws uit de steeds inter nationaler wordende congregationele wereld. Opvallend daarbij zijn verschillende berichten over bijeenkomsten waar stil werd gestaan bij de identiteit van het religieuze leven. Dat gebeurde op een bijeenkomst van hogere oversten in Rome, op een ontmoeting van tijdelijk geprofeste fraters in Indonesië en zelfs tijdens een retraite voor jongeren. Een Indonesische frater die jonge retraitanten begeleidde, werd geconfronteerd met het feit dat de motivatie van zijn roeping uitge zuiverd en verdiept moest worden. Kortom: het religieuze leven is voortdurend in beweging. ‘Water dat niet stroomt, bederft’, wordt wel gezegd. Zo is het ook met het religieuze leven. En daarom moeten barmhartigheid en broederschap in beweging blijven.
Bron van levend water
11
Vincentiaanse Familie
14
Weer thuis in Indonesië
12
Juniorendagen in Kupang
15
Kenia-actie Eindhovense scholieren levert 40.000 euro op
18
kort nieuws in memoriam
23
19
BRONNEN
3
Column
VAn de algemene overste
Op 1 juli sprak prof. dr. Annelies van Heijst haar rede uit, bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Zorg, Cultuur en Caritas aan de Universiteit van Tilburg. Ze belichtte ‘ontferming’ binnen de zorg in de Nederlandse samenleving. Een opmerkelijk onderwerp voor een professor die zich met wetenschap pleegt bezig te houden. Ontferming gaat over iets heel anders dan wetenschap, zou je zeggen. En het is bovendien een niet-alledaags woord dat weinig mensen nog maar in de mond nemen. De hoogleraar vindt dat er meer aandacht moet komen voor ‘ontferming’ in de zorg. Ze maakt zich zorgen. In de toegenomen professionalisering en de steeds verdergaande regelgeving schuilt het grote gevaar dat persoonlijke aandacht voor de patiënt naar de achtergrond verschuift. Het is een vaak gehoorde klacht. Professor Van Heijst pleit voor een meer ‘menslievende’ zorg, waarbij mensen zich over hun hulpbehoevende medemens ‘ontfermen’, dat wil zeggen dat ze ontvankelijk zijn voor de noden van de medemens en dat ze met liefdevolle aandacht de zorg verlenen. Haar pleidooi sluit goed aan bij een van de kernwoorden van de spiritualiteit van de congregatie: barmhartigheid. ‘Ontferming’ in de zorg betekent aandacht voor meer ‘barmhartigheid’ in die zorg. In feite gaat het om de grondhouding van waaruit wij ons werk verrichten en waarmee wij de ander tegemoet treden. In ieder van ons loert het gevaar, dat we de ander als een object gaan zien om onze behoeften te bevredigen. Werken vanuit een houding van ontferming, vanuit het perspectief van de barmhartigheid, voorkomt dat en daarom is het goed dat we daar aan worden herinnerd.
In het weekend na de rede van Annelies van Heijst had ik de beurt om de overweging te houden op het generalaat. Voor mij was het kernwoord: ‘deemoed’. Evenmin een alledaags woord. We gebruiken ook wel het woord ‘nederig’. In het evangelie lazen we die dagen dat Jezus ‘zachtmoedig en nederig van hart’ de mensen tegemoet trad. Die houding van deemoed lijkt me ook in de zorg een belangrijke grondhouding. Niet de hulpbehoevende mens moet zich klein maken om hulp te vragen, maar wíj maken ons klein en buigen ons respectvol naar die hulpvragende mens. Daarmee plaatsen wij niet onszelf in het centrum, maar de ander. Het zou goed zijn als in de opleiding tot zorgverlener, met het oog op meer barmhartigheid en ‘ontferming’ in de zorg, er aandacht zou zijn voor het ontwikkelen van deze grondhouding van deemoed. En niet alleen in de zorg trouwens ...
frater Broer Huitema
4
rond frater andreas
Een and’re jas Frater Andreas was een man van talen. Er ging geen dag voorbij of hij gebruikte er wel vier. De school van Ruwenberg waar hij werkte, was officieel tweetalig. De tijden waarin Nederlands en Frans werd gesproken, waren er strikt gereglementeerd. Frater Andreas had een bevoegdheid voor het Frans en het Duits: die talen kende hij zeer goed. Daarnaast was er natuurlijk het koorgebed dat nog grotendeels in het Latijn plaatsvond. Medebroeders beneden hem om het gemak waarmee hij van de ene taal naar de andere schakelde. Het was een gelukkig toeval dat op een gebied waar velen moeilijkheden ondervonden, er een zo talentvolle én geduldige medebroeder was. Dit is een verklaring waarom er veel herinneringen zijn aan frater Andreas als een ‘man van talen’. Bekend is dat hij bepaalde woorden en verhaaltjes in een klein schriftje opschreef om ze niet te vergeten. Ook was hij dol op woordspelingen, zo sprak hij wel spottend over zichzelf als een ‘and’re jas’. Hij was een geestdriftig vertaler en kon soms een paar dagen rondlopen met een onvertaalbare term om net zo lang te zoeken tot hij de precieze vertaling vond. Frater Andreas had een hekel aan vertaalfouten en andere zonden tegen de regels van de taal. Het feit dat een fraterleven zich in meer talen afspeelde, leidde natuurlijk tot diverse problemen. Jonge fraters die een bepaalde taal niet spraken, voelden zich geïsoleerd. Of ze misten de talenkennis om hun gevoelens zuiver uit te drukken. Een kleine anekdote vertelt hoe alert frater
Andreas was om ook dat soort communicatieproblemen op te lossen. Een jonge frater moest tijdens de middagrecreatie surveilleren bij een groep priesterstudenten en ontdekte dat een van de jongens zich misdroeg. Hij ging daarop naar frater Andreas om te vragen, hoe hij de boosdoener moest straffen. Volgens de gebruiken van de school spraken de fraters op dat uur van de dag Frans. Frater Andreas luisterde geduldig naar de jonge, opgewonden frater en antwoordde hem: “Vertel het me nog een keer, maar nu in het Nederlands. Ik denk dat je je in het Frans te sterk hebt uitgedrukt.” Frater Andreas liet zien dat het niet alleen om ‘het juiste woord’ ging, maar ook om ‘de juiste houding’ erachter. Het schakelen van de ene taal naar de andere kon een moment zijn om innerlijk te schakelen: van ergernis naar vergeving, van boosheid naar barmhartigheid, van het perspectief van mensen naar het perspectief van God.
Charles van Leeuwen
Een van de oudste foto’s van frater Andreas (zittend, derde van rechts) op Ruwenberg. 5
kort nieuws internationaal
Grote uitdagingen voor religieuzen wereldwijd
Religieuzen worden geconfronteerd met ongekend grote sociale en culturele veranderingen, die het noodzakelijk maken hun identiteit en profetische rol te herzien. Dat concludeerden 180 mannelijke en vrouwelijke hogere oversten van religieuze ordes en congregaties uit de hele wereld na een bijeenkomst van 25 tot en met 27 mei in Rome. De algemene overste van de Fraters CMM, frater Broer Huitema, en generaal bestuurslid Ronald Randang namen deel aan de halfjaarlijkse bijeenkomst van de Unie van Hogere Oversten (USG). Het driedaagse overleg was gewijd aan het profetisch karakter van het religieuze leven. Het thema luidde: ‘Identiteit en profetische betekenis van het godgewijde apostolisch leven’. De oversten spraken over onderwerpen als globalisering, secularisering, consumptiedrang en technologische vooruitgang, maar vooral ook over de toekomst van het religieuze leven.
‘Tekenen des tijds’ Pascual Chávez SDB, algemeen overste van de Salesianen van Don Bosco en voorzitter van de USG, benadrukte tijdens de bijeenkomst dat het getuigenis van religieuzen in de lange traditie van het godgewijde leven staat. “Maar tegelijk moeten religieuzen altijd gevoelig zijn voor de tekenen des tijds”, zo voegde hij er aan toe. De Amerikaanse religieuze Mary Lou Wirtz FCJM, algemeen overste van de Dochters van de Heilige Harten van Jezus en Maria en voorzitter van de Internationale Unie van Hogere Oversten (UISG), verklaarde: “Het religieuze leven staat voor grote uitdagingen bij de zoektocht naar een nieuwe identiteit en een nieuw bewustzijn in een veranderende wereld.” Zij onderstreepte dat religieuzen worden uitgedaagd om een krachtiger getuigenis af te leggen, om efficiënter onderling samen te werken en om leken meer te betrekken bij hun zending. Peter van Zoest (Bron: kerknet.be)
Pascual Chávez SDB, voorzitter van de Unie van Hogere Oversten. 66
nederland
Mantelzorg in broederschap ‘Mantelzorg’ is de zorg voor chronisch zieken, gehandicapten en hulpbehoevenden door naasten met wie ze een persoonlijke band hebben: familieleden, vrienden, kennissen en buren. Het betreft meestal langdurige zorg waar geen vergoeding tegenover staat. Ook in CMM-communiteiten vindt mantelzorg plaats. Henk van de Wal, geassocieerd lid van de Fraters CMM en werkzaam op het Tilburgse woonzorgcentrum Joannes Zwijsen, waar de fraters een communiteit hebben, bericht erover. Vroeger was het heel gewoon dat oudere mensen zo lang mogelijk thuis bleven wonen, begeleid en verzorgd door hun kinderen. Door nieuwe ontwikkelingen, de toenemende welvaart en het grotere aantal mensen dat nodig was voor het dragen van de economische vooruitgang, kwamen er verzorgings- en verpleeghuizen voor de oudere en hulpbehoevende mens. Nu de overheid steeds meer bezuinigingsmaatregelen oplegt, moeten deze huizen het doen met minder geld en dus minder personeel. Om de cliënten toch de nodige zorg en ontspanning te bieden, wordt daarom steeds meer een beroep gedaan op familie of kennissen: de mantelzorgers.
Extra aandacht Ook in woonzorgcentrum Joannes Zwijsen in Tilburg, waar een communiteit van oudere fraters is gevestigd, wordt steeds meer een beroep gedaan op mantelzorgers. Zo brengen fraters medebroeders die in een rolstoel zitten naar de kapel, de refter of de huiskamer. Er wordt een hand uitgestoken bij het verzorgen van de maaltijd op de verpleegafdeling, waar twee fraters wonen. In de huiskamer van een andere verpleegafdeling zijn fraters onderhoudend aanwezig op piektijden, als het personeel druk in de weer is om iedereen op bed te krijgen. Of enkele fraters van binnen en buiten de communiteit leggen bezoekjes af bij medebroeders die wat extra aandacht verdienen.
Wandeldriedaagse Een toenemend probleem is het ouder worden van de fraters. Dat maakt het steeds moeilijker om binnen de communiteit mantelzorgers te vinden. Toen het woonzorgcentrum op 24, 25 en 26 mei een ‘Wandeldriedaagse’ organiseerde, waaraan ook mensen in een rolstoel mogen deelnemen, had de fratercommuniteit een tekort aan helpende handen. We hebben toen een oproep gedaan aan fraters buiten onze communiteit om als begeleider deel te nemen. Daardoor konden zes fraters in een rolstoel deelnemen aan de Wandeldrie-
Beeld van de Wandeldriedaagse in Tilburg.
daagse, begeleid door zes fraters van de communiteit van Joannes Zwijsen, die van De Vuurhaard en van het generalaat. De twee uur durende wandelingen door Tilburg boden de mensen zo de mogelijkheid om eens buiten te komen en de dagelijkse gang van zaken te doorbreken. Tijdens de wandelingen was er een pauze met een kopje koffie of thee, een worstenbroodje of een ijsje. Een gezellig samenzijn met zang, opgeluisterd door een accordeonist en de uitreiking van rozen en welverdiende vaantjes, vormde de feestelijke afsluiting van de jaarlijkse Wandeldriedaagse.
‘Belangstellende zorg’ Deze aandacht voor elkaar, de zorg om onze medebroeders, heeft alles met de CMM-spiritualiteit te maken. “De liefde die onder ons heerst, brengen wij speciaal tot uiting in een belangstellende zorg voor onze zieke, oude en minder valide medebroeders”, zo is te lezen in de Constituties (I, 91). Voortdurend mogen we ons bewust zijn van de vraag uit Genesis 4,9 “Ben ik dan de hoeder van mijn broeder?”, zodat anderen kunnen ervaren: “zoals een mantel om mij heen geslagen, zo is mijn God ...” (Zo vriendelijk en veilig als het licht, Huub Oosterhuis). Henk van de Wal 7
kort kortnieuws nieuws
Frater beschrijft veranderende tijden Ter gelegenheid van zijn gouden feest op 29 augustus 2010 startte frater Henrique Matos met de publicatie in het Portugees van het driedelige boek Een religieus in veranderende tijden. Het laatste deel verscheen begin 2011. Hij beschrijft de radicale veranderingen die tijdens zijn leven in maatschappij, kerk en religieus leven hebben plaatsgevonden. De bekende Braziliaanse theoloog João Batista Libanio SJ schreef onlangs in een tijdschrift voor kerkgeschiedenis en in een theologisch periodiek een recensie over de uitgaven. Hij noemt het werk een “hymne van dankbaarheid van de auteur” en motiveert dit als volgt: “Hij die zo veel goeds en liefde heeft ontvangen, wil dit liefdevol aan zijn familie, vrienden en studenten teruggeven en
daardoor getuige zijn van de barmhartigheid van God. Frater Henrique schrijft over zijn grote erkentelijkheid jegens zijn familie, zijn congregatie en over belangrijke personen die voor zijn intellectuele en geestelijke ontwikkeling en voor zijn begrip van het religieuze leven verantwoordelijk zijn.”
Provinciemiddag in Tilburg In woonzorgcentrum Joannes Zwijsen, Tilburg, vond op 20 mei een CMM-provinciemiddag plaats voor fraters en geassocieerde leden uit Nederland. In zijn welkomstwoord zei de provinciale overste, frater Jan Koppens, dat het belangrijk is om in een ouder wordende gemeenschap elkaar vast te blijven houden en door te gaan met in elkaar te investeren. Jezus en Maria zijn hierbij de klassieke voorbeelden: “In het omgaan van Jezus met zijn leerlingen, in de manier waarop Hij aandacht had voor mensen, vooral de aan-de-kant-geschovenen, laat Hij ons zien waar het op aankomt: broeder/zuster zijn van de concrete mens die je ontmoet. Jijzelf bent dan niet zo belangrijk, zeker niet het centrum, maar je wordt
Broeder Isaac Majoor.
8
uitgenodigd de naaste te zijn/worden van de mens die je mag tegenkomen. Zo’n ontmoeting wordt een tijd van genade.” En over Maria: “Zij dient, is eenvoudig, heeft aandacht voor de noden van anderen, blijft trouw - ook in het lijden - en voedt zich binnen de gemeenschap door stilte en gebed.” De trappist Isaac Majoor, prior van de abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven in Berkel-Enschot en mededirecteur van Bierbrouwerij De Koningshoeven, was uitgenodigd om te spreken over het thema ‘Broederschap in een ouder wordende gemeenschap’. Reflecterend op zijn eigen beleving als ‘jonge’ 59-jarige religieus in een ouder wordende communiteit van zeventien broeders, hield hij de aanwezigen een spiegel voor. In tegenstelling tot het bedrijfsleven of de samenleving blijven religieuzen na hun 65ste ‘meedraaien’. Dat betekent ook elkaars lief en leed delen. Hij wees erop dat de congregatie veel heeft opgebouwd in Nederland en ver daarbuiten. Maar de realiteit van nu is dat ouder wordende fraters met medebroeders moeten samenleven voor wie ze niet gekozen hebben. De uitdaging is om onder deze nieuwe omstandigheden authentieke mensen te blijven en, gebaseerd op de religieuze traditie van barmhartigheid en broederschap, in het dagelijks leven van de communiteit vergeving en verzoening hoog in het vaandel te houden. “Om als religieus barmhartig in het leven te kunnen staan is een innerlijke houding van vergeving en verzoening essentieel”, aldus broeder Isaac.
Braziliaanse ‘ambassadeurs’ bijeen Met het oog op de katholieke Wereldjongerendagen in Sydney (15-21 juli 2008) begon de congregatie in de landen waar fraters actief zijn een ‘ambassadeursproject’ om jongeren warm te maken zich in te zetten voor een wereldwijde ‘beweging van barmhartigheid en broederschap’. In 2008 vond een voorbereidende ontmoeting van alle ambassadeurs plaats in Tomohon op het Indonesische eiland Sulawesi. Dit jaar komen de ambassadeurs bijeen in Tilburg aan de vooravond van de Wereldjongerendagen in Madrid, van 16 tot 22 augustus 2011. Het motto van het voorbereidingstraject van de ambassadeurs luidt: ‘Jezus ons kompas, onze weg naar barmhartigheid’. In Brazilië, Indonesië, Kenia, Namibië, Nederland, Tanzania en Oost-Timor zijn de voorbereidingen voor deze internationale ontmoeting afgerond. De veertien Braziliaanse ambassadeurs kwamen van 21 tot en met 23 april bijeen in Janaúba, onder leiding
van de fraters Adriano van den Berg, Albertus Geroda, en Evemar Gomez, één van de ambassadeurs in Sydney. De parabel van de barmhartige Samaritaan stond centraal. De bijeenkomst begon met een eucharistieviering op Witte Donderdag, waarna de groep reflecteerde over het optreden van Jezus die in alle nederigheid de voeten van zijn apostelen waste. Op de morgen van Goede Vrijdag stond bezinning op het lijden van Jezus centraal. Aan de hand van een presentatie van enkele activiteiten op het vlak van broeder- en zusterschap, verdiepten de jongeren zich in Jezus’ nederigheid en zijn onvoorwaardelijke liefde. Op het seminarie van Janaúba werden de Kruisweg en de Kruisverering gebeden. De zaterdagmorgen bood ruimschoots ontspanning en plezier. Er was gelegenheid om in een natuurmeertje bij de dam van Janaúba te zwemmen en daarna wat te eten.
De Braziliaanse ambassadeurs met begeleiders. In het midden: frater Adriano van den Berg en zittend bij zijn linkerhand: frater Albertus Geroda.
9
kort nieuws Indonesië
Retraites van en voor CMM Geassocieerd lid Lex van der Poel leidde van 11 tot en met 13 april een retraite voor de Tilburgse communiteit Joannes Zwijsen. Haar overwegingen hadden als thema: ‘Elia, een mens als wij’. Aan de hand van de verhalen uit de bijbelboeken Koningen volgden de deelnemers de levensweg van Elia. Een Godsontmoeting op de berg Horeb veranderde zijn leven radicaal. Frater Jan Koppens, CMM-provinciaal van Nederland, verzorgde in de Goede Week van 17 tot en met 20 april een retraite voor de fraters in Zonhoven, België. Inwonende zusters SCMM waren ook aanwezig bij de overwegingen die hij hield rond het centrale thema ‘Broederschap’. Hij benadrukte dat ondanks de vergrijzing, religieuzen binnen een communiteit en in de naaste omgeving nog steeds een roeping en een zending hebben. Na iedere overweging kregen de retraitanten de tekst mee om deze nog eens rustig te lezen en te bemediteren.
Waardering voor ZORG ‘Joannes Zwijsen’ Op 9 juni zijn tijdens het ‘Nationaal Gastvrijheidszorg Evenement’ in Ede de jaarlijkse ‘sterren’ bekendgemaakt. Meer dan tweehonderd zorgaanbieders - ziekenhuizen, verzorgings- en verpleeghuizen, GGZ-instellingen en zorgrestaurants - hebben meegedaan aan ‘Gastvrijheidszorg met Sterren 2011’. Het Tilburgse woonzorgcentrum ‘Joannes Zwijsen’ sleepte drie sterren in de wacht. De maximale score was vier sterren. De jury constateerde “dat paters, fraters, zusters en leken samen leven onder één dak, in een nieuw huis met rustige, brede en lichte gangen en een schitterende kapel”. De combinatie van het kloosterleven en het gewone leven “heeft hier geweldig vorm gekregen”, aldus de beoordeling. “Het restaurant hanteert ruime openingstijden, heeft rijkelijk voorziene buffetten van een goede kwaliteit.” ‘Joannes Zwijsen’ verrees bijna tweeënhalf jaar geleden op de plek naast het CMM-generalaat, waar een uit 1974 daterend klooster verzorgingshuis stond. Het moderne complex voor zowel religieuzen als leken, biedt alle zorg, behandeling en diensten voor ouderen onder één dak. De CMM-communiteit ‘Joannes Zwijsen’ is er ondergebracht. De religieuze achtergrond van het centrum komt onder meer ook tot uiting in de sfeervolle kapel met glas-in-loodramen. De ontmoetingsruimte heet ‘De Refter’. Hier vinden grotere activiteiten plaats. Tevens doet de ruimte dienst als restaurant. Er kan à la carte worden gegeten. Bewoners van het woonzorgcentrum kunnen een beroep doen op verschillende vormen van zorg, variërend van hulp bij het huishouden tot zeer intensieve zorg/ verpleging en begeleiding gedurende vierentwintig uur per dag. De bouw is ‘levensloopbestendig’: bewoners kunnen in het centrum blijven wonen, ook als de zorgvraag toeneemt. 10
Woonzorgcentrum ‘Joannes Zwijsen’ in Tilburg.
indonesië
Fontein op de Janiculum heuvel in Rome, naast de kerk van Sant’Onofrio kerk, met uitzicht over de stad
Bron van levend water ‘Civita Youth Camp’ is een bezinningscentrum voor jonge mensen in de Indonesische hoofdstad Jakarta. Frater Donatus Naikofi was in januari 2011 één van de begeleiders van een groep jongeren die in het centrum op retraite waren. De bezinningsdagen leerden hem met een nieuwe blik te kijken naar zijn roeping tot het religieuze leven. De naam ‘Civita’ is met zorg gekozen. ‘Ci’ betekent water en ‘vita’ betekent leven. Civita betekent dus: ‘levend water’. Op het terrein van Civita Youth Camp is een waterbron waarmee een grote vijver van water wordt voorzien. Het is een bron van leven voor veel vissen, bomen, vogels en mensen die van de frisse omgeving willen genieten.
Openheid In het Civita Youth Camp komen duizenden jongeren met veel verschillende achtergronden op retraite. Ze voelen zich er helemaal aanvaard, gewaardeerd en gerespecteerd als door God geschapen mensen. Het retraiteprogramma was gericht op geestelijke verdieping, met als uitgangspunt dat deelnemers en begeleiders de ruimte werd geboden zichzelf beter te leren kennen. Ervaringen, positieve zowel als negatieve, werden gedeeld. De openheid voor elkaar maakte het mogelijk negativiteit af te schudden en te leren licht te brengen aan de naaste. Zelf kwam ik er achter dat de motivatie van mijn roeping uitgezuiverd en verdiept moest worden. Tijdens de retraite heb ik daar een begin mee gemaakt door alleen datgene te zeggen wat ik zelf ten volle beleef.
een mislukte visvangst (Lc. 5,1-11), raakte zowel de retraitanten als mijzelf diep. Jezus nodigde Petrus uit zijn netten in diep water uit te werpen. Dat ‘diep water’ staat symbool voor de duistere diepten in onszelf. Als je dieper in jezelf gaat ‘vissen’ kom je onvermoede, soms beangstigende of moeilijk te plaatsen dingen tegen. Toch kun je dat avontuur met vertrouwen beginnen: Jezus vergezelt je immers in jouw boot. Je hoeft niet te schrikken als het negatieve in jezelf boven water komt. Petrus deed dat wel en voelde zich zó zondig en onwaardig dat hij zijn contact met Jezus wilde verbreken. Een dergelijk gevoel kan ons ook bekruipen maar als we goed luisteren horen ook wij Hem zeggen: “Wees niet bang. Voortaan zul je mensen vangen.” Civita heeft veel voor mij betekend. Ik heb er de bron van levend water ervaren en mijn leven werd erdoor verfrist. De retraite heeft me geopend voor het woord van Maria, onze Moeder van Barmhartigheid: “Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord” (Lc. 1,38). Hopelijk kan de bron van levend water in mijzelf ook stromen voor anderen en hen verfrissen. frater Donatus Naikofi
‘Wees niet bang’ Het verhaal uit het Lucasevangelie over Petrus, die gevraagd werd zijn netten opnieuw uit te werpen na 11
indonesië
Weer thuis in Indonesië Vanaf eind negentiende eeuw hebben tientallen Nederlandse fraters geleefd en gewerkt in overzeese gebieden. Velen raakten verknocht aan het ‘missieland’ dat hun nieuwe vaderland werd. Ze wilden nergens anders meer wonen. Eén van hen was frater Ludolf Bulkmans (1907-2000). Met hart en ziel hield hij van Indonesië. Frater Pieter-Jan van Lierop, die er zelf jarenlang werkte, beschrijft hoe frater Ludolf gedwongen het land moest verlaten en hoe hij wonderwel weer terug kon keren. Spoedig na de oprichting van de Republiek Indonesië, werd in 1951 bepaald dat elk schoolhoofd Indonesisch staatsburger moest zijn. Onmiddellijk vroegen de fraters die hoofd van de school waren dit staatsburgerschap aan, dat toen nog op een gemakkelijke manier te verwerven was. Frater Ludolf Bulkmans was geen schoolhoofd en bleef Nederlander. Dat heeft hij moeten bezuren, want eind jaren vijftig moesten álle leerkrachten Indonesisch staatsburger zijn. Frater Ludolf, voor wie lesgeven zoveel betekende in zijn leven en die helemaal thuis was in zijn standplaats Manado, Noord-Sulawesi, moest de school uit. Hij meldde zich aan voor naturalisatie en niet lang daarna deed hij met goed gevolg het examen voor het staatsburgerschap. Het was nu aan president Soekarno, om zijn handtekening te zetten onder het naturalisatiedecreet. Dat heeft jaren geduurd.
afscheid. Dertig jaar had hij zijn beste krachten gegeven aan de Indonesische jeugd; hij had er een wreed en onmenselijk Japans kamp van bijna vier jaar overleefd en daarna de vernielde fraterscholen, samen met zijn collega’s, weer opgebouwd.
Zeer pijnlijk afscheid Zijn huisgenoot, frater Florenciano Janssens, biologieleraar aan de hogere middelbare school in Manado, trof hetzelfde lot als frater Ludolf. Hij zou moeten repatriëren, maar hij had meer geluk dan zijn confrater. De medische faculteit van de staatsuniversiteit in Manado had bij de oprichting grote behoefte aan een vakbekwaam docent biologie. Op grond van zijn kennis en kunde ontving frater Florenciano een diploma, waardoor hij tijdelijk docent kon worden. Men had hem hard nodig. Een paar jaar heeft hij met veel plezier gewerkt op de medische faculteit. Toen hij genaturaliseerd werd, keerde hij terug naar de hogere middelbare school van de fraters, waar hij directeur van werd. Frater Ludolf zat veel thuis, verveelde zich en deed soms wat klusjes op school en in de parochie. Uiteindelijk werd er besloten dat frater Ludolf zou repatriëren op 7 februari 1961, om eventueel naar het voor hem nieuwe missiegebied Suriname te gaan. Het was een zeer pijnlijk 12
Frater Ludolf Bulkmans.
Frater Ludolf, zittend tweede van rechts. Zes paters en vier fraters in Manado op bezoek bij de Amerikanen, kort na de bevrijding.
Wonder Half augustus 1961, na enkele maanden verblijf in Nederland, gebeurde er echter een wonder. Frater Ludolf werd alsnog toegelaten tot het Indonesisch staatsburgerschap. Hij moest zich tot een Indonesische rechter richten om de zaak af te wikkelen. Maar juist in die tijd had Nederland geen diplomatieke banden met Indonesië, vanwege de kwestie Nieuw-Guinea. Frater Ludolf wendde zich tot de Indonesische ambassade in Bonn, waar de zaak helemaal afgewerkt kon worden. Op 12 september 1961 heeft hij ten overstaan van een consulair ambtenaar en twee getuigen de eed afgelegd op
Frater Ludolf bij zijn familie tijdens een verlof in 1947. Hij wordt toegesproken door de deken van Etten-Leur.
de Indonesische grondwet, gezworen dat hij alle wetten van Indonesië hoog zou houden en nakomen en dat hij voortaan geen ander staatsgezag zou erkennen dan dat van de Republiek Indonesië. Een half uur hierna kreeg hij zijn Indonesische paspoort. Op 14 september kon hij per vliegtuig van Duitsland naar Bangkok en van daar met een ander vliegtuig naar Jakarta. Daar werd hij hartelijk verwelkomd door bevriende families en de broeders waar hij logeerde. Op 7 oktober zette hij weer voet in zijn standplaats Manado. Eindelijk thuis!! frater Pieter-Jan van Lierop
Frater Ludolf Bulkmans met leerlingen tijdens een fietstocht door de bergen bij Manado.
13
nederland
Voorjaarsontmoeting
Vincentiaanse Familie Op 18 mei werd de halfjaarlijkse ontmoeting van de Nederlandse Vincentiaanse Familie gehouden in de aula van Huize Mater Misericordiae van de Zusters SCMM in Tilburg. Het programma was samengesteld door een stuurgroep, waarin zuster Renée Geurts SCMM, broeder Wim Luiten FIC en frater Ad de Kok CMM zitting hebben. De lazarist pater Wiel Bellemakers schetste als eerste spreker de ontwikkeling van de Congregatie van de Dochters der Liefde. Door op een inventieve manier rekening te houden met de wetten van de kerk en de staat was het voor Vincent de Paul mogelijk erkenning te krijgen voor een nieuwe vorm van religieus leven. Pater Bellemakers daagde de vijftig deelnemers uit om op een zelfde manier en met een zelfde creativiteit om te gaan met de sociale en economische noden van vandaag, als Vincent de Paul dat deed in zijn tijd.
Interactief De middag kreeg een interactief element door de vragen die de aanwezigen stelden, tijd voor persoonlijke bezinning en reacties in kleine groepen op de PowerPointpresentatie ‘Barmhartigheid: Tedere Kracht Krachtige Tederheid’, gebaseerd op het boek Eindelijk thuis: gedachten bij Rembrandts ‘De terugkeer van de verloren zoon’ van Henri Nouwen. frater Edward Gresnigt
‘Ieder mens telt’ De drie volgende sprekers lieten zien hoe ze, ingebed in de Vincentiaanse spiritualiteit, bewogen zijn door de armoede die ze in hun omgeving ervaren. Harrie Kiwitz, voorzitter van de voedselbank in Tilburg, belichtte de oorzaken van de armoede van mensen die bij de instelling aankloppen, zoals een grote financiële schuldenlast, echtscheiding en psychologische problemen. De voedselbank staat deze mensen bij in hun ergste noden en probeert plannen met hen te maken om er weer bovenop te komen. Betty Karhof, geassocieerd lid van de Fraters CMM en al jarenlang betrokken bij de Vincentiusvereniging in Tilburg, ziet in haar ‘Vincentshop’ de gevolgen van een verharding van de samenleving die vooral ouderen, alleenstaande moeders, verslaafden, gehandicapten en werkelozen treft. Het motto van de winkel is: ‘Ieder mens telt’. Ze vertelde dat de 36 vrijwilligers rond de klok werken om fondsen te verzamelen voor acties zoals een braderie en inzamelingen van kleding en speelgoed. Frans Koeman, architect, ondernemer en voorzitter van de Vincentiusvereniging schetste zijn ‘bekering’ naar de armen toen hij gevraagd werd het leiderschap van de organisatie in ’s-Hertogenbosch op zich te nemen. In het voetspoor van Vincent de Paul daagt hij de welgestelden en bekende personen van nu uit en boekt indrukwekkende resultaten om de armen goed te doen. 14
Devotielichtje in een van de vele gebedshuizen in Frankrijk, waar Vincent de Paul vereerd wordt (foto: frater Ad de Kok).
Indonesië
Deelnemers aan de juniorendagen.
Juniorendagen in Kupang In Kupang, de hoofdstad van de Indonesische provincie Nusa Tenggara, gelegen in het oosten van WestTimor, zijn van 27-31 maart ‘juniorendagen’ gehouden voor tijdelijk geprofeste fraters. Er waren vijftien cursisten, afkomstig van de communiteiten van Lembata, SoE, Banjarmasin, Tarakan, Gleno en Dili. Provinciaal bestuurslid frater Nikodemus Tala Lamak, zelf één van de sprekers tijdens de dagen, brengt verslag uit. In zijn inleiding bij de opening van de bijeenkomst benadrukte frater Yoseph Bille, voorzitter van de juniorencommissie, dat vruchten van het geloof ‘waarheid’ en ‘eerlijkheid’ zijn. Hij hield de fraters voor dat een echte gelovige steeds de waarheid zal spreken, eerlijk zal zijn, voor de waarheid zal strijden en zich ervoor zal opofferen. Hij nodigde de fraters uit tot volstrekte eerlijkheid.
Motivatie De CMM-provinciaal van Indonesië, frater Martinus Leni, bracht bij de start van de juniorendagen naar voren dat sinds vijf jaar het aantal roepingen tot het religieuze leven in Indonesië aan het teruglopen is. Ook bij de Fraters CMM zijn minder intredingen. Daar komt nog eens bij dat veel jonge fraters de congregatie verlaten. Hij voegde er aan toe dat 15
Glas-in-loodraam, CMM-generalaat, Tilburg: ‘Wees gegroet, koningin, moeder van barmhartigheid’.
sommige fraters meer bezig zijn met zichzelf en met modeverschijnselen dan met een leven als religieus. De provinciaal vroeg zich af of dit te maken heeft met de voortschrijdende globalisatie en riep de fraters op hier een tegenwicht tegen te bieden. Hij onderstreepte het belang van de juniorendagen. Ze bieden de jonge fraters de kans om de motivatie van hun roeping en het leven in de gemeenschap van de communiteit en de provincie opnieuw te overwegen. Hij sprak de hoop uit dat aan het eind van de dagen het CMM-engagement van de deelnemers versterkt zou zijn.
Sprekend over de roeping tot het religieuze leven, wees frater Martinus op de motivatie van de roeping. In dit verband belichtte hij speciaal de gelofte van zuiverheid. Die is de laatste tijd voor veel religieuzen een probleem geworden. Er zijn nogal wat fraters die om deze reden een verzoek indienen om uit te treden. Frater Martinus wees op de noodzaak de religieuze motivatie te versterken. “Leven we wel dicht genoeg bij arme, kleine en lijdende mensen om door onze verantwoordelijkheid voor hen onze roeping trouw te blijven?”, aldus frater Martinus.
Globalisatie
Solidariteit
Provinciaal bestuurslid frater Martinus Mangundap legde uit dat de juniorendagen plaatsvinden op initiatief van het provinciaal bestuur, ondersteund door het generaal bestuur. De juniorencommissie van de provincie heeft een programma samengesteld dat wordt gegeven in Kupang, Medan en Manado. Centraal staat de vraag welke invloed de globalisatie heeft op het religieuze leven. Frater Martinus sprak de hoop uit dat de fraters de kans grijpen om zich goed te bezinnen op de globalisatie. De resultaten van de bijeenkomst kunnen richtinggevend zijn voor hun werk en de beleving van hun roeping in de toekomst.
De aartsbisschop van Kupang, Peter Turang, sprak harde woorden tijdens de juniorendagen. Volgens hem kan het actieve religieuze leven van de fraters maar beter verdwijnen als het geen duidelijk doel heeft. “Communiteiten en zelfs de kerkgemeenschap worden er dan door vergiftigd”, sprak hij onomwonden. De aartsbisschop omschreef het religieuze leven als “een voertuig om het evangelie in de wereld te verkondigen, vooral in de onderwijswereld, opdat de leerlingen uitgroeien tot mensen die in staat zijn het sociale leven te bevorderen”. Centraal in het religieuze leven staat solidariteit, “de praktijk van de liefde”, aldus mgr. Peter Turang.
16
“Die solidariteit moet het religieuze leven doordesemen, zodat de religieus solidair kan zijn met andere mensen. Van wezenlijk belang daarbij is hun relatie met God. Van daaruit ontstaat respect voor de talenten en de eigenheid van anderen, en ware broederschap. Het religieuze leven dient gekenmerkt te worden door gastvrijheid, samenwerking en waardering voor de rol die de ander speelt. Dit alles maakt religieuzen blije mensen, die zich bewust zijn van hun identiteit.”
Relatie met God De toenemende invloed van de globalisatie op het fraterleven “is heel divers en wordt door fraters verschillend beoordeeld”, constateerde provinciaal bestuurslid frater Nikodemus Tala Lamak. “Moderne communicatiemiddelen hebben het communiteitsleven veranderd. Vroeger moest je wel direct contact met iemand opnemen; tegenwoordig gaat dat via sms-jes of een telefoontje, ook al zit je maar een kamer verder in het fraterhuis. Dat kan ten koste gaan van de broederschap in de communiteit. We beleven onze roeping in een wereld omringd door dingen die het leven gemakkelijk maken, maar die tegelijkertijd bekoringen kunnen worden.” “Hoe kunnen wij onze plaats vinden in deze globale, postmoderne wereld”, luidde de vraag van frater Nikodemus. Hij riep de fraters op het charisma en de spiritualiteit van de congregatie trouw te blijven, “door als barmhartige broeders te zorgen voor de armen, vooral voor de kansloze jeugd”.
Frater Yoseph Bille wees op de invloed van de globalisatie op het gebedsleven. “Bij gebed gaat het altijd om onze relatie met God”, beklemtoonde hij. “Het komt nogal eens voor dat het een routinekwestie wordt, die weinig aanspreekt en waardoor maar weinig tijd in die relatie wordt gestoken. God moet er treurig van worden, want juist in relatie met Hem kunnen wij onszelf zijn. Hij moet het dikwijls aanzien dat we Hem vergeten en steeds meer ‘van de wereld’ worden. En die globaliserende wereld verwijst zelden meer naar God. Zo groeien mensen weg van hun oorsprong en van hun bestemming. Het is een hele uitdaging voor ons om onze relatie met God in stand te houden en te versterken. Maar het is een groot geluk als we ervaren dat we daar vorderingen in maken, omdat we dan mogen leven, begeleid door onze God van liefde.”
Inspirerend Aan het einde van de ontmoetingsdagen formuleerde elke tijdelijk geprofeste frater een voornemen om in de komende tijd te verwerkelijken. Daarna was er voor hen de gelegenheid om de bijeenkomst te evalueren. Er klonken niets dan tevreden geluiden. De fraters waren zeer te spreken over het reünie-karakter van de dagen en de ruimte die er was voor uitwisseling van gevoelens en ervaringen. De inbreng van de inleiders werd als bijzonder inspirerend en motiverend ervaren. frater Nikodemus Tala Lamak
Links: frater Yoseph Bille, voorzitter van de CMM-juniorencommissie. Rechts: frater Martinus Leni, provinciale overste van Indonesië.
17
nederland
Kenia-actie
Eindhovense scholieren levert 40.000 euro op Pleincollege Sint-Joris in Eindhoven hield op 7, 8 en 9 juni een sponsoractie voor het Oyugis Integrated Project (OIP) van de Fraters CMM in Kenia. De school organiseert sinds 1991 iedere twee jaar een geldinzameling voor het OIP. De Stichting ‘Wilde Ganzen’ verhoogt steeds het opgehaalde bedrag. De activiteiten beogen de leerlingen verantwoordelijkheid bij te brengen voor kansarmen in de Derde Wereld. Dit keer bracht de actie 40.000 euro op, 10.000 euro meer dan in 2009. Meer dan de helft van de Kenianen in de streek rond de plaats Oyugis is besmet met hiv, het virus dat de dodelijke ziekte aids veroorzaakt. OIP is opgericht om aids te voorkomen, mensen met hiv te begeleiden, en aidsweduwen en -wezen op te vangen. De afgelopen jaren heeft de school via Kenia-acties onder andere bijgedragen aan de bouw van drie middelbare scholen, de inrichting daarvan en de aanschaf van het benodigde lesmateriaal. Er zijn slaapzalen gebouwd bij een internaat, met steun uit Eindhoven kwam er een bibliotheek en zijn er watertanks geplaatst in de regio. Dit jaar werd er geld ingezameld voor onder meer de inrichting van een slaapzaal van een internaat en de renovatie van huizen. Voorafgaand aan de actie bezocht generaal CMM-bestuurslid Lawrence Obiko, afkomstig uit Kenia, de school om de leerlingen te inspireren.
Pentatlon Op dinsdag 7 juni om 06.45 uur begon de ‘Kenia-actie 2011’ met een pentatlon door klas 1C (29 leerlingen) onder leiding van hun mentor Rob van der Laan, docent lichamelijke oefening. De pentatlon bestond uit 12 kilometer fietsen, 1 kilometer zwemmen, muurklimmen, 10 kilometer inline skaten, wederom 12 kilometer fietsen en als afsluiting een uur
Beeld van de ‘Flashmob’ in Eindhoven.
18
streetdance. Klas 1C haalde met deze actie het enorme bedrag op van 24.932,50 euro. Voor Rob van der Laan, die volgend jaar afscheid van de school neemt, was dit zijn zevende en laatste sponsoractie. De algemene CMM-overste, frater Broer Huitema, was op 8 juni aanwezig bij de ‘Kenia-avond’. Auto’s werden gewassen, pannenkoeken gebakken, er kon indoor worden gefietst en er was een loterij en een veiling. Een leerlingenband luisterde de avond op.
‘Flashmob’ Een andere activiteit voor Kenia was de uitvoering van de grootste flashmob van Nederland op 9 juni. (Een flashmob is een (grote) groep mensen die plotseling op een openbare plek samenkomt, iets ongebruikelijks doet en daarna weer snel uiteenvalt.) Ruim 1300 leerlingen voerden om 12.00 uur op het 18 Septemberplein in het centrum van Eindhoven op het nummer Waka Waka van Shakira een ingestudeerd dansje uit. Twee leerlingen, gaan deze zomer onder begeleiding naar Kenia om met eigen ogen te zien waarvoor de scholengemeenschap actie heeft gevoerd. Aan het begin van het nieuwe schooljaar zullen zij hun ervaringen delen met de leerlingen van Pleincollege Sint-Joris.
De leerlingen van 1c sportten een enorm bedrag bij elkaar.
kort nieuws
Opening internaat Oyugis De algemene overste, frater Broer Huitema, opende op 3 maart in Oyugis, Kenia, het internaatsgebouw ‘St. Vincent de Paul’. Dit jongensinternaat is grotendeels tot stand gekomen dankzij sponsoracties van Pleincollege Sint-Joris in Eindhoven, in samenwerking met de Stichting ‘Wilde Ganzen’. Het gebouw werd ingezegend door parochiepriester Martin Oyugi. Aidswezen die voorheen anderhalf uur per dag heen en weer naar school moesten lopen, verblijven nu in het internaat. De leerlingen spraken bij het officiële gedeelte van de opening hun dank uit voor de acties van de Eindhovense scholieren en lieten weten te hopen dat zij nog zouden zorgen voor bedden, matrassen en water- en elektriciteitsvoorzieningen. De sponsoractie op 7, 8 en 9 juni van Pleincollege Sint-Joris was hiervoor bedoeld (zie pagina 18).
Frater Broer Huitema onthult de gedenksteen van internaatsgebouw ‘St. Vincent de Paul’. Links van hem op de achtergrond: parochiepriester Martin Oyugi. Met fotocamera: generaal bestuurslid frater Lawrence Obiko. Links van hem: frater Leo van de Weijer, plaatsvervangend provinciale overste van Kenia.
5000 euro voor vluchtelingenopvang fraters In de ‘Vincentshop’, een onderdeel van de Vincentiusvereniging in Tilburg, worden tweedehands spullen verkocht die de Tilburgse samenleving schenkt. Alle inkomsten van de winkel worden na aftrek van kosten besteed aan projecten over de hele wereld, maar vooral aan armoedebestrijding in Tilburg. Op 21 mei had de Vincentshop een markt georganiseerd waarvan de opbrengst bestemd was voor twee goede doelen: de stichting ‘Broodnodig’ van de bekende Tilburgse ‘Pater Poels’, die velen van brood en levensmiddelen voorziet, en de vluchtelingenopvang van fraterhuis ‘De Vuur-
haard’ in Udenhout. De markt leverde voor het vluchtelingenwerk 5000 euro op. In een dankbrief aan bestuur en vrijwilligers van de Vincentshop schreven de Udenhoutse fraters: “Wij van De Vuurhaard zijn overdonderd door het geweldige resultaat van jullie markt. We zijn ons er van bewust dat jullie niet alleen mensen uit Tilburg een fantastische dienst bewijzen met jullie shop. Jullie kijken ook over de grenzen van Tilburg heen. Dit keer kwam De Vuurhaard in jullie blikveld. Dank daarvoor. Dank dat jullie zien, bewogen worden en in beweging komen.”
19
kort nieuws
Het kunstwerk ‘Transformatie’ met op de achtergrond de gebouwen van ZIN (foto: Jeroen Olthof).
Kunstwerk voor ZIN Op 25 mei vond op het terrein van bezinningscentrum ZIN in Vught de feestelijke onthulling plaats van ‘Transformatie’, een kunstwerk in cortenstaal, brons en beton van beeldend kunstenaar Jeroen Olthof. Hij werkte in 2010 in het gastatelier van ZIN en maakte toen kennis met de congregatie van de Fraters CMM. De fraters stonden tien jaar geleden aan de wieg van ZIN, het ‘klooster voor zingeving en werk’. Als dank voor zijn verblijf maakte hij het kunstwerk, dat mede mogelijk werd gemaakt door Uitgeverij Zwijsen, die voortkomt uit de congregatie.
Roepingenzondag in Oyugis, Kenia Op 15 mei waren er in de parochiekerk van Oyugis in Kenia twee eucharistievieringen waarin speciaal aandacht werd geschonken aan de 48ste ‘Roepingenzondag’ in de Rooms-Katholieke Kerk. Vier communiteiten, waaronder twee van de Fraters CMM, hadden samen met parochiepriester Martin Oyugi de liturgie van de dag voorbereid. De voorbeden voor beide vieringen waren voorbereid en werden in de vieringen gelezen door frater Vincent Odhiambo Oguok en een zuster. Tijdens de offerandes werden de gaven naar het altaar gebracht door frater Erick Nyakundi Nyamwaro en frater Philemon Ratemo. Na de homilies las frater Leo van de Weijer de boodschap voor van paus Benedictus XVI voor Roepingenzondag, met als thema ‘Bevorderen van roepingen in de plaatselijke kerk’. Hierin benadrukt de paus het belang van gebed voor roepingen. Daarna vertelde frater Leo over zijn eigen persoonlijke ervaring 20
in 1954 toen hij in de zesde klas van de lagere school zat. Op 19 maart, het feest van Jozef, ging hij voor een dag van gebed naar het Limburgse Smakt. Jozef, patroonheilige van roepingen, wordt daar vereerd. Hierna wist hij zich gesterkt om naar een school van de fraters te gaan, bedoeld voor jonge mensen met interesse voor het fraterleven. Na deze presentatie vroeg hij om enkele minuten stilte en persoonlijk gebed voor roepingen. Hij verzocht de aanwezigen ook thuis te bidden voor roepingen. Aan het eind van beide liturgieën stelden alle religieuzen zich aan de kerkgangers voor. Na de vieringen ontstond het idee een ‘Roepingengroep’ te vormen, waarin vertegenwoordigers van de vier communiteiten en de parochiepriester de handen ineen zouden kunnen slaan om interesse te wekken voor het religieuze leven.
in memoriam
Nieuw boek frater Hermenegildus Beris Frater Hermenegildus Beris heeft een nieuwe bijdrage geleverd aan de kerkgeschiedschrijving van Namibië. Voor de Missiezusters van Onze Lieve Vrouw Onbevlekte Ontvangenis beschreef hij de geschiedenis van de congregatie, die in 2012 vijftig jaar actief is in Namibië. Het werk is getiteld: Epiphania in Namibia: A History of the Missionary Sisters of Mary Immaculate in Namibia. Eerder al, in 1996, publiceerde hij de geschiedschrijving van de missie in Namibië, met speciale aandacht voor het aartsbisdom Windhoek en het apostolisch vicariaat Rundu, gevolgd door boeken over de geschiedenis van het bisdom Keetmanshoop, uitgekomen in 2001, 2003 en 2007. In 2009 verscheen van zijn hand een boek over de geschiedenis van de Fraters CMM in Namibië: Mission between deserts: History of the Fratres CMM in Namibia.
Frater Hermenegildus Beris met zijn nieuwe boek.
Frater
Optato (J.J.P.) van Oorschot Hij werd geboren te Eindhoven op 11 april 1921 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 29 augustus 1939. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1944. Hij overleed op 6 februari 2011 in de communiteit van Joannes Zwijsen te Tilburg en werd begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed ‘Huize Steenwijk’ in Vught. Frater Optato heeft lang in Oss gewoond en gewerkt als leerkracht in het basisonderwijs. Hij was een prettige onderwijzer voor de kinderen en een goede collega voor de andere onderwijzers. Naast zijn schooltaak is hij ook assistent groepsleider geweest aan het St. Nicolaas Instituut in Oss. Hij was een ware communiteitsmens, een man van relatie en broederschap. Tot in de laatste weken van zijn leven was hij, toen het bijna niet meer mogelijk was, toch aanwezig in de gemeenschap bij gebed, de maaltijden en ontspanning. Hij was een man met veel humor, ook zelfspot als het over zijn pijnen en lasten ging. De laatste jaren van zijn leven heeft hij veel geleden. Gelukkig bleef hij tot het einde toe helder van geest. Met geestkracht, humor en met een benijdenswaardig optimisme heeft hij dit traject volbracht tot vreugde van medebroeders en verzorgenden. Frater Optato was zeer gesteld op zijn familie. Hij was een gemakkelijke bewoner voor degenen die hem verpleegden of verzorgden. Altijd attent, bleef veel zelf doen, verraste hen graag, wilde hen niet meer belasten dan nodig was. Dit alles maakte hem een geliefd mens bij zijn familie, zijn medebroeders, zijn oud-leerlingen en zijn collega’s.
21
in memoriam
Frater
Frater
Ko (J.J.M.) Janssen
Jan (J.H.W.) Spaninks
Hij werd geboren te Zwolle op 15 december 1923 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 29 augustus 1940. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1945. Hij overleed op 26 mei 2011 in de communiteit van Joannes Zwijsen te Tilburg en werd begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed ‘Huize Steenwijk’ in Vught.
Hij werd geboren te Tilburg op 5 juli 1928 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 29 augustus 1946. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1951. Hij overleed op 13 juni 2011 in de communiteit van Joannes Zwijsen te Tilburg en werd begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed ‘Huize Steenwijk’ in Vught.
Frater Ko had een onderwijsloopbaan van 1944 tot 1983. Hij werkte als leraar in het basisonderwijs met name in Tilburg, Oisterwijk, Leeuwarden en Zwolle. Hij heeft zijn hele leven veel gelezen en gestudeerd. De geheimen van de kosmos hebben hem tot op hoge leeftijd geboeid. De wonderen van de techniek hadden voor hem een grote fascinatie. Hij observeerde het leven. Observatie gaf hem vaak meer genoegen dan participatie. De orde der dingen hield hem bezig. Hij zocht naar de zin en samenhang ervan. Frater Ko was een nauwgezet en plichtsgetrouw religieus. In de spiritualiteit van de congregatie leefde hij sober en eenvoudig, was vriendelijk en bescheiden en deed weinig beroep op zijn medebroeders. De congregatie was hem dierbaar. Dankbaar was hij voor de orde en de rust die woonzorgcentrum Joannes Zwijsen hem bood. Hij had een goede relatie met zijn familie in binnen- en buitenland. Geheel onverwacht is er een einde gekomen aan de levensreis van frater Ko. Graag hadden we hem langer in ons midden gehad. We geven hem nu uit handen in het geloof dat de Barmhartige naar hem heeft uitgezien om hem op te nemen in zijn grootste geheim, zijn Liefde die geen einde kent.
Frater Jan werd opgeleid als kleermaker, maar is in de congregatie vooral actief geweest als kok en verzorger van zieke en bejaarde medebroeders. De lange periode in Vught, waar hij de zorg had voor de huishouding van een kleine communiteit, beschouwde hij als de gelukkigste jaren van zijn leven. Frater Jan was een man van relaties en contacten. Hij was attent en maakte graag een praatje. Hij had een goede relatie met zijn familie. Frater Jan heeft in zijn leven veel met lijden te maken gehad. Zijn jeugd werd getekend door de ziekte van zijn moeder. Later bleek dat hij zelf lichamelijk niet sterk was. Hij onderging vele operaties en kon er uitvoerig over vertellen. De laatste drie jaren zijn voor hem fysiek en geestelijk zwaar geweest. Medebroeders, verzorgenden, familieleden en vrienden bezochten en bemoedigden hem. Toch heeft frater Jan die laatste weg grotendeels alleen moeten gaan. Hij was niet bang voor de dood, de laatste maanden verlangde hij er zelfs naar. Op tweede Pinksterdag is hij rustig, zittend in zijn stoel ingeslapen, verlost van alle pijnen, bevrijd van alle duisternis. Zijn gezicht straalde vrede uit, hij had zijn eindbestemming bereikt.
22
Bronnen
‘Salve Regina, Mater Misericordiae’ Een lied voor onderweg Het populaire beeld van Zwijsen is dat van een man, nuchter en praktisch. Het type van een manager, zouden we tegenwoordig zeggen. Hij was ongetwijfeld iemand met organisatietalent en met gevoel voor ‘networking’. Maar er is meer. Niet voor niets maakte Zwijsen ‘barmhartigheid’ tot sleutelwoord van zijn congregaties. Hij heeft als stichter zelf geleefd met ziel en zakelijkheid. En bij zijn volgelingen benadrukte hij ‘de zachte krachten’, met compassie als kernwaarde. Het seminariearchief vermeldt dat Zwijsen als seminarist in de liturgie als cantor fungeerde. De hymne Salve Regina moet hem wel bijzonder dierbaar zijn geweest. Hij gaf zijn zusters en fraters immers bewust Maria mee, precies als Moeder van Barmhartigheid, als patrones en beschermvrouwe. Waarmee maar gezegd wil zijn, dat hij ook oog en hart had voor nood en tranen, ook voor warmte en tederheid. Is het verwonderlijk dat de zusters en fraters in het spoor van Zwijsen, het Salve Regina als hun herkenningsmelodie ervaren en als de geliefde groet aan de Moeder van Barmhartigheid op hun levensweg? Zijzelf en de mensen voor wie ze zorg dragen, voelen zich bij de Moeder van Barmhartigheid geborgen. frater Harrie van Geene
23
Onze ontmoeting met de Heer heeft plaats in arbeid en rust, in zorg en vrede, in blijdschap en verdriet. (uit de leefregel van de Fraters CMM)
Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid 24