FRATERS CMM 2/12
| Afscheid van Suriname | Historische dag in Namibië | ‘Geweldige ervaring’ | Protestantse gasten | Markant gebouw gesloopt | 50 jaar Colégio Padre Eustáquio
Inhoud
column van de algemene overste
4
rond frater andreas
Mission statement
Colofon
Barmhartigheid is van alle tijden en plaatsen.
Fraters CMM (voorheen Ontmoetingen) is het drie maandelijks contactblad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barm hartigheid (‘Fraters van Tilburg’ of ‘Fraters CMM’). Een abonnement is gratis (aanvragen via adres hieronder). ISSN 1574-9193
Barmhartigheid staat centraal in alle wereldgodsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en islam. De beweging van barmhartigheid heeft een spoor getrokken in de geschiedenis. De verschillende vormen waarin zij verschijnt, zijn uitdrukking van de samenleving waarin zij ontstond en van de spiritualiteit die haar draagt. De Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid is geworteld in de christelijke barmhartigheid.
Redactie: Rien Vissers (hoofdredacteur), frater Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, frater Lawrence Obiko, frater Ronald Randang, frater Jan Smits, Peter van Zoest (eindredacteur) Ontwerp en opmaak: Heldergroen www.heldergroen.nl Druk:
DekoVerdivas, Tilburg
Contact: tel.: fax: e-mail: website:
Fraters CMM, Gasthuisring 54 5041 DT Tilburg 013 5432777 (Rien Vissers) 013 5441405
[email protected] www.cmmbrothers.org
Een vrijwillige bijdrage als tegemoetkoming in de kosten is welkom op ING-bankrekening 106 85 17 t.n.v. Fraters CMM Tilburg
Foto omslag voor: Frater Laurenti Verhoeven neemt afscheid van een van zijn dierbaren in Suriname.
Verloren zoon, Rembrandt
2
Foto omslag achter: Mariabeeld op gevel Utrechts Conservatorium aan de Mariaplaats, gevestigd in het voormalige ziekenhuis St. Joannes de Deo (foto: Peter van Zoest).
5
afscheid van suriname
6
historische dag in namibië
10
kort nieuws
12
Van de redactie Vreugde en verdriet liggen soms dicht bij elkaar. Iedereen kan daarover meepraten. Ook in het congregationele CMM-leven is dit het geval. In deze editie van Fraters CMM komt dat verschil lende keren duidelijk naar voren. Zo is er verdriet over het vertrek van de fraters uit Suriname. Vanaf 1902 zijn 101 fraters er lange of korte tijd actief geweest. Op 19 februari vond het afscheid plaats in de Sint-Petrus en -Pauluskathedraal van de hoofdstad Paramaribo. Niet lang daarna, 3 maart, werd op hetzelfde Latijns-Amerikaanse continent met veel blijdschap in Belo Horizonte, Brazilië, het gouden jubileum gevierd van de lagere en middelbare school, het Colégio Padre Eustáquio. De feestvreugde werd drie dagen later echter overschaduwd door het overlijden van frater Sjaak Staats, de eerste directeur van deze onderwijsinstelling. Vreugdevol is aan de andere kant de oprichting op 11 februari 2012 van een nieuwe communiteit in Suai, Oost-Timor. Vanwege het overlijden van frater Aquiles Monteiro, werd de communiteit echter pas 1 maart betrokken. Hij overleed 9 februari op 27-jarige leeftijd. Vorig jaar begeleidde hij nog Oost-Timorese jongeren, die als ‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’ werden uitgezonden naar vorming sdagen in Nederland en de Wereldjongerendagen in Madrid in 2011. Na terugkeer openbaarde zich een ernstige ziekte die hem fataal werd. En dan was er op 21 april weer een dag vol blijde gebeur tenissen in Namibië. De CMM-regio bloeit er onverwacht op en frater Hermenegildus Beris kreeg een pauselijke onderscheiding. Soms loopt er maar een dun lijntje tussen vreugde en verdriet.
‘geweldige ervaring’
14
Protestantse gasten
Markant gebouw gesloopt
50 jaar Colégio Padre Eustáquio
19
15
17
In Memoriam
20
bronnen
23 3
Column
VAn de algemene overste
Zaterdag 21 april was een vreugdevolle dag voor de fratergemeenschap in Namibië. Een drievoudig feest: de professie van een achttal fraters, de uitreiking van een pauselijke onderscheiding aan frater Hermenegildus Beris en de inzegening van de nieuwe kapel van het fraterhuis in de hoofdstad Windhoek. Ik mocht er getuige van zijn. In oktober 2010 nam de congregatie officieel de leiding over van het Children’s Education Centre in Usakos, Namibië. Een straatkinderenproject dat hele maal past bij onze zending. Fraters CMM 1/11 berichtte erover. Je kunt enthousiast een project overnemen dat voorziet in een nood. Maar dat het vervolgens niet altijd lukt, hebben we de afgelopen tijd helaas moeten constateren. Intussen zijn er maatregelen genomen, zodat het project gelukkig wel voortgang kan vinden. Voor de nog kleine regio van Namibië was het een pijnlijke ervaring. Het tekent de kwetsbaarheid van de kleine gemeenschap daar, maar ook die van de congre gatie als geheel. Daarom was het goed om op die zaterdag te ervaren dat er hoop en perspectief is! Drie jongemannen legden op die dag hun eerste tijdelijke geloften af, terwijl vijf andere Namibische fraters hun geloften voor een jaar hernieuwden. Na de terugloop van het aantal missionarissen uit Nederland en België een hoopvol nieuw begin! Om nog een andere reden was het feest: de enige nog werkzame frater-missionaris uit Nederland, frater Hermenegildus Beris, werd de pauselijke onderschei ding ‘Pro Ecclesia et Pontifice’ uitgereikt. Een onder scheiding die hij meer dan verdiend heeft! Ruim veertig jaar heeft hij zich ingezet voor de kerk van Namibië: 4
als directeur van een katholieke middelbare school, als secretaris-generaal van de bisschoppenconferentie in Namibië, als kerkhistoricus die de kerkgeschiedenis van Namibië heeft beschreven, als docent aan het semina rie en als regionale overste van de fraters. Ten slotte was het feest omdat de nieuwe kapel van het fraterhuis aan de Jan Jonkerweg werd ingezegend door aartsbisschop Liborius Nashenda van Windhoek. Die fraaie en ruime kapel mogen we zien als een sym bool van de groei van de regio. De kapel is nu groot genoeg om de komende vijfentwintig jaar de uitbrei ding van het aantal fraters op te vangen: alle fraters van de regio kunnen er samen hun lief en leed uitzeg gen en uitzingen voor de God die al dat lief en leed voor lief neemt en die hen bemoedigt om in voor- en tegenspoed eensgezind de weg van barmhartigheid en broederschap te gaan.
frater Broer Huitema
rond frater andreas
Bliksemgebed De eerste algemene overste van de fraters, Franciscus Salesius de Beer, noemde kloosters wel de “bliksemafleiders van de duivel”. Ze waren bakens aan de horizon, hadden een ‘verheven’ positie in kerk en maatschappij en vormden met hun gebed een soort voorpost van de hemel, waar mensen in direct contact met God stonden. Maar het waren ook plaatsen waar kerkelijke en maatschappelijke conflicten in alle hevigheid zichtbaar werden en waar soms de bliksem insloeg. Ook de religieuzen zelf leken soms een soort wandelende bliksemafleiders vanwege hun intense verbinding met het hogere. Dat gevoel hadden mensen bijvoorbeeld bij frater Andreas: “Als men hem ergens ontmoette, kon men niet anders denken dan: hij is met God bezig”, vertelde een van zijn leerlingen. Het leven van frater Andreas was in stilte en gebed verankerd. Dat gebedsleven had allerlei aspecten: er was het ‘officie’ dat in die periode nog enkele uren per dag vulde. Er was de ‘stille tijd’ die streng gehandhaafd werd. Er waren het brevier- en rozenkransgebed waar frater Andreas een stille beoefenaar van was. Maar er was ook een cultuur van schietgebedjes. Op allerlei momenten zond een religieus een spoedberichtje naar de hemel: als hij met iets nieuws begon en als hij het afrondde, als hij iemand tegenkwam die in de problemen leek of als hij een plotselinge inval kreeg van de nabijheid van Christus of Maria. Die kleine gebedjes werden ook wel ‘bliksemgebedjes’ genoemd en dat verklaart mede de uitdrukking dat het klooster een bliksemafleider was. De meest populaire gebedjes bij de fraters waren: ‘Mijn Jezus barmhartigheid’ en ‘Sint Jozef zorg ...’ aangevuld met een gebedsintentie.
Toen later in de eeuw de telegraaf werd uitgevonden, raakte het beeld van de bliksemafleider uit de mode. Het werd vervangen door iets anders: de antenne! Kloosters waren een plaats waar hemelse signalen werden opgevangen en uitgezonden. Ook dat was een beeld waarin men frater Andreas herkende: want hij was een stille zender en ontvanger van God. Charles van Leeuwen
Kapel van internaat Ruwenberg in Sint-Michielsgestel, waar frater Andreas een halve eeuw onderwijzer was.
Op de internaten werden die schietgebedjes steeds meer gecultiveerd, zodat ze hun eigenheid verloren. Van de Christelijke Broeders namen de fraters de gewoonte over om een leerling telkens voor te houden: ‘Vive Jésus dans nos cœurs’ (‘Leve Jezus in onze harten’). Met dat gebed moest ieder werk beginnen en eindigen. Ook bij het opstaan werd dit gebed in de slaapzalen gezongen. De jongens werden dan geacht te antwoorden: ‘A jamais’ (‘Tot in eeuwigheid’). Erg populair werd dit op Ruwenberg, het internaat waar frater Andreas werkte, niet. Na enkele jaren werd het afgeschaft.
5
suriname
Frater Laurenti Verhoeven neemt afscheid van een van zijn dierbaren.
afscheid van Suriname De CMM-regio Suriname is opgeheven. Vanaf 1902 zijn 101 fraters lange of korte tijd actief geweest in het LatijnsAmerikaanse land dat in 1975 onafhankelijk werd van Nederland. Ze werkten voornamelijk in het onderwijs. Het begon met een weeshuis, dat tevens de basis vormde voor het ontstaan van een drukkerij en een bouwbedrijf. Op 19 februari vond in de Sint-Petrus en -Pauluskathedraal van de hoofdstad Paramaribo een druk bezochte plechtige afscheidsviering plaats. De eucharistie bij deze gelegenheid werd gecelebreerd door bisschop Wim de Bekker van Paramaribo. On der de aanwezigen bevonden zich mgr. Aloys Zichem, emeritus-bisschop van Paramaribo, de algemene CMMoverste frater Broer Huitema, de drie laatste fraters in Suriname, Johannes van Berkel, Lambertus Berkers en Laurenti Verhoeven, die respectievelijk 44, 42 en 51 jaar in Suriname hun sporen verdienden, en frater Guil laume Caubergh, die na 24 jaar in Suriname werkzaam te zijn geweest al was teruggekeerd naar België. 6
‘Prachtig resultaat’ Bisschop De Bekker bedankte in de viering de fraters voor hun grote inzet en voegde er aan toe: “Een werk is voltooid en met weemoed kijken ze terug, maar ook met nieuw elan kijken ze voorwaarts, rekening hou dend met hun leeftijd. Een prachtig resultaat hebben zij gevestigd in ons land en nu hebben lokale mensen hun taken overgenomen.” Hij noemde in dit verband de scholen, bouwbedrijf Timin/Remas, drukkerij Leo Victor, het Christoforusinternaat en het Christelijke
V.l.n.r. op de voorste bank de fraters Broer Huitema, Lambertus Berkers, Laurenti Verhoeven, Johannes Berchmans van Berkel, Guillaume Caubergh.
Wim de Bekker, bisschop van Paramaribo, tijdens zijn toespraak.
Beeld van de drukbezochte afscheidsviering in de kathedraal van Paramaribo met rechts vooraan de emiritus-bisschop van Paramaribo, Aloys Zichem.
‘Dubbel gevoel’ Pedagogisch Instituut, een oecumenische opleiding voor leerkrachten. De algemene overste, frater Broer Huitema, blikte in een toespraak terug op 110 jaar Fraters CMM in Suriname. “In december 1901 verzocht de toenmalige bisschop van Paramaribo, mgr. Wulfingh, aan de alge mene overste van de fraters, om fraters voor het jon gensweeshuis. Op dat verzoek werd welwillend gerea geerd. De overste schreef een brief aan alle fraters in Nederland waarin hij vroeg om geïnteresseerden voor deze missie. Negentig fraters reageerden en toonden interesse! Dat was toen zo’n tien procent van het to tale aantal fraters. Er was dus vanaf het begin veel be langstelling om te werken in Suriname. Of die zich alle om vrome motieven meldden en of er ook avonturiers tussen zaten, dat vermeldt de kroniekschrijver niet. Misschien was het wel een samengaan van beide!” Op 31 augustus 1902 kwamen de eerste vijf fraters aan: Augustinus van Dooren, Bertrandus Maane, Concordius van der Zanden, Julius van Beek en Theobaldus Elings. De laatste frater die naar Suriname vertrok was Guil laume Caubergh. “Hij was de eerste van het tweede honderdtal”, aldus frater Broer Huitema. “Helaas is het bij de eerste gebleven!”
“We denken met respect en eerbied, met hoogachting en waardering aan alle fraters die in dit mooie land hebben gewerkt”, sprak de algemene overste. “Ze hebben niet gewerkt omwille van zichzelf; nee, ze hebben de zending van de congregatie waar willen maken. Zoals onze Constituties dat aangeven: ‘door onderwijs en andere vormen van begeleiding mensen helpen, met name de jonge mens, in de wereld van morgen hun weg te vinden.’ In dankbaarheid mogen we terugzien op wat wij in Suriname hebben mogen geven én ontvangen.” Hij stak niet onder stoelen of banken met een “dubbel gevoel” naar het afscheid te zijn gekomen: “Aan de ene kant, een gevoel van dankbaarheid, aan de andere kant een gevoel van een zekere droefheid. Dankbaarheid voor 110 jaar aanwezigheid van de congregatie in Suriname, droefheid om het feit dat we als fraters afscheid moeten nemen van de Surinaamse gemeen schap. De laatste drie fraters zullen binnenkort Suriname verlaten, voorgoed. Het is een realiteit dat onze fratergemeenschap in Nederland sterk is teruggelopen; versterking van die kant is al vele jaren niet meer mogelijk. We hebben moeten leren leven met die beperking, die grote consequenties heeft. Helaas heeft het
7
niet zo mogen zijn dat Surinaamse jongeren tot onze gemeenschap zijn toegetreden. Dat betekent dat onze aanwezigheid in Suriname eindig is. Spoedig zullen de laatste drie fraters zijn vertrokken. Als fraterge meenschap spijt het ons zeer dat we niet langer onze diensten kunnen aanbieden aan de Surinaamse kerk en samenleving.”
‘Vruchtbaar’ Hij vervolgde: “Misschien moeten we niet te droevig zijn: de zaadjes die door de vele fraters de afgelo pen 110 jaar zijn gezaaid, hebben vrucht gedragen en worden vruchtbaar gemaakt door anderen. Het is ook waar: binnen de kerk hebben leken een veel prominen tere plaats ingenomen dan vroeger. We hebben er dan ook vertrouwen in, dat het werk van de fraters niet vergeefs is geweest, maar vrucht draagt via de vele leken die nu actief zijn binnen kerk en samenleving, ook hier in Suriname. Toch neemt dat niet weg dat we met enige droefheid afscheid nemen. Het is niet alleen een afscheid van het werk, het is ook een afscheid van de talloze vrienden die zijn gemaakt. En dat geldt in het bijzonder de drie fraters die zovele jaren in Suriname zijn geweest. Maar wie weet: ofschoon zij fysiek afscheid nemen van de vele vrienden hier, zullen ze misschien zich meer wagen aan de virtuele wereld van internet, Facebook, Twitter en wat al niet meer en met regelmatig Google-en contacten onderhouden!”
‘Dankbaarheid’ “Er is droefheid, maar die wordt overheerst door dank baarheid”, zo verzekerde frater Huitema zijn gehoor. “Dankbaarheid, op de eerste plaats aan God die vele fraters heeft geroepen om de dienst van barmhartig heid te beoefenen in de Surinaamse kerk en samen leving. 110 jaar lang hebben fraters zich kunnen en mogen inzetten, tot heil van de mensen tot wie ze waren gezonden. Dat was vooral op het terrein van onderwijs en opvoeding, maar ook in de bedrijven die door fraters zijn opgericht.” “Natuurlijk is niet alles in die 110 jaar goed gegaan. We hebben onze zending, onze missie vervuld, met alle beperkingen die we hadden, met al onze tekorten. Voor al die keren dat we tekort geschoten zijn, willen wij onze excuses aanbieden. We vragen u om verge ving voor de fouten die zijn gemaakt. We zijn vooral blij voor al die keren dat het wel is gelukt; dat we onze zending van barmhartigheid en broederschap waar hebben kunnen maken. En we hopen dat we na die 110 jaar iets goeds mogen achterlaten; iets waarop u verder kunt bouwen. En misschien mogen we ook zeggen: onze missie is voltooid en we hebben alle vertrouwen dat de huidige generatie en de volgende 8
in het voetspoor van Jezus Christus, barmhartigheid en broederschap zullen beoefenen. Onze missie is immers niet exclusief. Onze missie is niet anders dan wat voor iedere christen geldt: bouwen aan het koninkrijk Gods, bouwen aan het Rijk van God, gebaseerd op het evangelie. Oog en oor zijn voor elkaar, elkaar handen en voeten geven en zo elkaar genezing aanreiken, in geloof.” Frater Broer Huitema bedankte tot slot de Surinaamse gemeenschap, de beide aanwezige bisschoppen, Aloys Zichem en Wim de Bekker, en de vertrekkende fraters Johannes van Berkel, Lambertus Berkers en Laurenti Verhoeven. Peter van Zoest
Communiteit van de fraters, 1907 in Paramaribo.
Belgische frater Guillaume Caubergh blikt terug op afscheid van Suriname “In 2011 kwam er bericht dat de drie nog aanwezige fraters begin 2012 Suriname zouden verlaten. Door onze algemene overste werd ik, als oud-Surinaamse frater missionaris, uitgenodigd om bij dat afscheid aanwezig te zijn. Voor mij was dat ook een gelegenheid afscheid te nemen van mensen met wie ik mocht samenwerken of die ik leerde kennen tijdens mijn 24 jaren Suriname. Ik was wel benieuwd wat en wie ik zou terugzien. Op het eerste gezicht waren veel zaken nog hetzelfde als voorheen; nog steeds hartelijke mensen die je direct een thuisgevoel geven bij je medebroe ders. Het klimaat vroeg om iets meer tijd van aanpas sing. In de stad en op de wegen was het wel een stuk drukker geworden en kreeg je de indruk dat eenieder een auto had. Ik voelde er niets voor om weer achter het stuur te zitten in dit verkeer. Ik was benieuwd naar mijn oude werkplekken en de mensen die ik daar zou ontmoeten. Taman Putro, het internaat voor Javaanse kinderen waar ik de twee eerste jaren werkte, was al lang omgebouwd tot Asewa Otono, het vormingscen trum van het bisdom. Het functioneert nog net als tien jaar geleden. Een aantal faciliteiten is aanmerkelijk ver
beterd. Bij de afscheidsviering in de kathedraal kwam me een jongeman groeten: hij had op het internaat gezeten en bewaarde daar goede herinneringen aan. Het Catechetisch Centrum, waar ik vijf jaar mocht werken, is nu een onderafdeling van de Dienst voor Geloof, Cultuur en Communicatie van het bisdom Paramaribo. Slechts twee mensen die daar nu aan verbonden zijn, werkten voorheen op het Catechetisch Centrum. Op de Kennedystichting, het doveninstituut waar ik twaalf jaar algemeen directeur was, werd ik uit genodigd voor een ontmoeting met het bestuur. Ik sprak mensen met wie ik jarenlang mocht samenwerken. Men vertelde mij dat de school en het internaat nog goed draaiden. Bij een rondleiding op school en internaat zag ik veel nieuw personeel maar toch ook nog enkele oudgedienden. Bij alle ontmoetingen met oud-medewerkers en kennissen werden veel goede herinneringen naar voren gehaald. Ik hoorde heel veel dankbare woorden en meermaals werd gezegd hoe jammer men het vond dat de fraters Suriname verlieten. Dankbaar, in Suriname te hebben mogen wonen en dienstbaar te mogen zijn, vertrok ook ik weer richting België.”
Het oude fraterhuis Sint Alphonsus in de Wanicastraat, Paramaribo.
Foto boven: Paramaribo, 1923: de communiteit van de fraters bij gelegenheid van het bezoek van de algemene overste frater Eligius Eligh (midden, pal onder Heilig Hartbeeld).
Foto links: Paramaribo 1913: de fraters voor het eerst in witte toog bij gelegenheid van bezoek algemene overste pater Barnabas Verhoeven, midden rechts met zwarte toog, met naast hem frater Chrysologus Willems, generaal assistent. 9
namibië
historische dag in Namibië Zaterdag 21 april is voor de CMM-regio Namibië de boeken in gegaan als een historische dag. In aanwezigheid van de algemene CMM-overste, frater Broer Huitema, zegende aartsbisschop Liborius Nashenda van Windhoek de nieuwe kapel van het fraterhuis aan de Jan Jonker Road te Windhoek in, drie novicen deden hun eerste professie, vijf Namibische fraters hernieuwden hun tijdelijke professie en frater Hermenegildus Beris kreeg een pauselijke onderscheiding. Het pand aan de Jan Jonker Road, tevens het hoofd kwartier van de regio Namibië, is grondig gerenoveerd. De kamers van de fraters gingen op de schop, de keu ken en de refter werden uitgebreid en er verrees een nieuwe kapel. Door de toename van het aantal fraters in Namibië waren de bestaande gebedsruimte en refter te klein geworden voor regionale bijeenkomsten met alle fraters.
Verrassing
Ex- en interieur van de nieuwe kapel.
10
Drie novicen van de regio Namibië, de fraters Nestor Mwinoma Lita, Lawrence Banda en Juliano Mulenga, spraken na twee jaar noviciaat hun eerste tijdelijke professie uit in tegenwoordigheid van de algemene overste, frater Huitema. Tevens hernieuwden vijf Namibische fraters hun tijdelijke geloften. De regio Namibië maakt een gestage groei door. Rond het jaar 2000 was het aantal Nederlandse en Belgische fraters teruggelopen tot drie. Op dit moment zijn er twaalf fraters in de regio. Hoogtepunt van de dag was een plechtige eucharistieviering in de nieuwe kapel, gecelebreerd door aartsbisschop Nashenda. Tijdens de viering vonden de professies plaats. Aan het einde was er een verrassing voor de kleine honderd aanwezigen: frater Huitema reikte aan de regionale overste, frater Hermenegildus Beris, de pauselijke onderscheiding ‘Pro Ecclesia et Pontifice’ uit. De aartsbisschop sprak een bijzondere zegen uit over frater Hermenegildus. Mgr. Nashenda memoreerde diens bijzondere verdiensten voor de kerk van Namibië gedurende meer dan veertig jaar, waarvoor hij de onderscheiding kreeg. Hij was
Links boven: Aartsbisschop Liborius Nashenda van Windhoek (midden) tijdens de eucharistieviering. Links onder: Eerste tijdelijke professie van frater Lawrence Banda. Rechts boven: Frater Broer Huitema speldt frater Hermenegildus Beris de pauselijke onderscheiding op. Rechts onder: De fraters van de regio Namibië.
schooldirecteur, secretaris-generaal van de bisschoppenconferentie in Namibië, seminarie-docent en publiceerde onder meer de geschiedschrijving van de missie in Namibië, boeken over de geschiedenis van het bisdom Keetmanshoop en een boek over de geschiedenis van de congregatie van de Fraters CMM in Namibië.
‘Vreugde’ “Bij mijn aantreden als algemene overste in 2002, had ik nooit verwacht dat nu acht fraters hun professie zouden doen in Namibië”, sprak frater Broer Huitema tijdens de viering. “Het is niet slechts een dag van vreugde voor de regio, maar voor de hele congregatie.” Hij wees erop dat het tegenwoordig niet gemakkelijk is om te kiezen voor een leven als frater. “Veel mensen begrijpen het niet. En als een jongeman er voor gaat, weet hij amper welke uitdagingen hem wachten. Maar, zoals onze stichter Joannes Zwijsen heeft geschreven: we moeten vertrouwen op God.” Jonge fraters weten zich daarnaast gesteund door de gemeenschap waarin zij leven, aldus de algemene overste. “Onze broeder schap wortelt in het gemeenschapsleven en vanuit de gemeenschap treden we naar buiten om onze missie te vervullen. In de gemeenschap dienen en bemoedigen
wij elkaar en delen wij lief en leed. We bidden, eten en recreëren samen. En we corrigeren elkaar als dat nodig is. Deze ‘broederlijke correctie’ is belangrijk voor ons gemeenschapsleven”, hield hij de fraters voor. “Ga er onbevangen mee om. We bouwen echt geen gemeen schap op door dingen te verzwijgen. Integendeel, dat kan destructief zijn. Ik wil jullie aansporen als broeders open een eerlijk tegenover elkaar te zijn.”
Hoop De algemene overste besloot zijn toespraak met het uitspreken van de hoop “dat in regio Namibië de CMM-missie van broederschap en barmhartigheid mag groeien”, zo vatte hij samen. “We kunnen terugkijken op een traditie van vijftig jaar in Namibië, op het gebied van onderwijs. Zonder te overdrijven kan ik zeggen dat de fraters een grote bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van dit land door het verzorgen van goed onderwijs. Het is onze hoop en verwachting dat de komende generatie van de Namibische fraters deze traditie voortzet, zodat hun voorouders trots op hen kunnen zijn.” Peter van Zoest
11
kort nieuws
woonzorgcentrum Joannes Zwijsen in Tilburg, tekende het levensverhaal op van frater Sjaak Staats, die niet lang daarna, op 6 maart 2012, overleed. Ze schrijft in een toelichting: “Wat frater Staats een leven lang voor de jeugd, de toekomstige volwassenen, heeft gedaan, dwingt respect af. De ingetogen en bescheiden manier waarop hij dat vertelt, maakt de toehoorder nederig.” Bij de tekst is een foto afgedrukt van de frater bij een aquarium in het woonzorgcentrum. “Vissen verzorgen in het aquarium is nu nog mijn hobby”, vertelt hij. “De mooiste vissen zag ik op Curaçao. Op vrije zaterdagen ging ik met mijn medefraters altijd zwemmen tussen de koralen. Dat was een mooie, gezellige tijd, lang geleden.” Van Curaçao verhuisde hij naar Belo Horizonte, Brazilië, waar de fraters in 1962 het ‘Colégio Padre Eustáquio’ Frater Sjaak Staats. startten. Frater Sjaak werd er de eerste directeur van deze school. Dertien jaar had hij er de leiding van. “We begonnen met nul leerlingen”, blikt hij terug. “Toen we daar weggingen waren dat er achttienhonderd. Als je me nou zou vragen of ik ergens echt trots op ben, dan denk ik aan wat in Belo Horizonte is neergezet. Ja, dat was mooi. En nog steeds, want het heeft nu zelfs drieduizend leerlingen.” Na zijn terugkeer naar Nederland in 1981 en enkele verhuizingen, kwam hij naar woonzorgcentrum Krachtenbundel: de kracht van kwetsbaarheid is de titel Joannes Zwijsen. Hij besluit: “Vooruitkijkend weet ik dat van een uniek boekje met twintig levensverhalen van mijn lichaam steeds zwakker wordt. Na mijn hersenstam twintig mensen, opgetekend door medewerkers van infarct een paar jaar geleden, heb ik altijd pijn aan mijn twintig organisaties die actief zijn op het vlak van zorg en benen. Het lopen gaat steeds moeilijker. Ik zie op tegen begeleiding van mensen met een afstand tot maatschappij de tijd dat ik meer hulp nodig heb. Maar tot die tijd en arbeidsmarkt. De eind vorig jaar verschenen uitgave is zal ik, zolang ik kan, genieten van die mooie, kleurrijke een productie van Reëlle Communicatie in Valkenswaard onderwaterwereld in het aquarium. Het is goed zo. (www.reelle.nl). Inga de Bruijn, locatiesecretaresse van Als ik maar niet meer hoef te verhuizen.”
De kracht van kwetsbaarheid
Gouden jubileum St. Paul’s College, Windhoek Op 1, 2 en 3 maart 2012 waren ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum van het St. Paul’s College in Windhoek, Namibië, bijeenkomsten georganiseerd voor oud-leraren, oud-leerlingen, ouders en leerlingen van de voormalige school van de fraters. De officiële viering vond op 2 maart plaats in aanwezigheid van vier oud-directeuren, onder wie frater Hermenegildus Beris, overste van de CMM-regio Namibië. Ook in Nederland werd aandacht geschonken aan het jubileum. De fraters die in Namibië hebben gewoond en gewerkt werden op het generalaat in Tilburg uitgenodigd voor een feestelijk samenzijn. De algemene overste, frater Broer Huitema, constateerde in zijn toespraak dat in vergelijking met andere missiegebieden waar de fraters hebben gewerkt, Namibië meer oud-missionarissen heeft die nu nog leven dan welk ander gebied ook. Hij sprak zijn dankbaarheid uit voor wat de fraters door hun scholen, clubs, en andere activiteiten hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van het land. Hij toonde zich ook verheugd over de regelmatige instroom van jonge Namibi sche fraters, die rond het jaar 2000 is begonnen.
12
Terugblik op renovatie ‘dak van frater Andreas’ Hans Korthout van ‘J.P. Korthout Dakbeheer B.V.’ uit Udenhout, liet 25 april in een schrijven aan het gene raal bestuur weten met voldoening en trots terug te blikken op de renovatie van het koepeldak van de kapel van het CMM-generalaat in Tilburg. De gebedsruimte kampte al geruime tijd met hardnekkige vochtvlekken. Deze bleken te ontstaan door condens ten gevolge van een slechte isolatie en te weinig ventilatie in de dakc onstructie. Het Udenhoutse bedrijf adviseerde om het koepeldak grondig onderhanden te nemen. Er werd een ‘dampremmende’ laag aangebracht, de juiste isolatie en een nieuwe koperen dakbedekking die goed kan ventileren. Nadat de offerte was goedgekeurd werd half februari 2011 gestart met de werkzaamheden. Begin juni was de renovatie afgerond.
Het gerenoveerde koepeldak van de kapel van het generalaat. “Het leuke is”, zo schrijft Hans Korthout, “dat een bedrijf uit Udenhout, dat al meer dan 175 jaar bestaat, een dak maakt waar frater Andreas onder begraven ligt. Hij kwam zelf ook uit Udenhout.”
Nieuwe communiteit in Oost-Timor Op 11 februari 2012 werd in Suai, Oost-Timor, een nieuwe communiteit opgericht, genaamd: Mater Misericordia. De fraters hebben er het internaat ‘Padre Dewanto SJ’ van de jezuïeten overgenomen. In het nieuwe huis is ook tijdelijk het postulaat van de CMM-regio Oost-Timor gevestigd. Vanwege het overlijden van frater Aquiles Monteiro werd de communiteit pas op 1 maart 2012 betrokken. De gemeenschap bestaat uit de fraters Anselmus Weka Udjan (overste), Antonius Sipahutar (plaats vervangend overste/postulantenmeester) en Arcanjo Fereira (econoom).
Geassocieerden op retraite De geassocieerde CMM-leden en enkele kandidaat-leden waren op 27 en 28 april 2012 op retraite in Klaarland Bochholt. Zij werden begeleid door de fraters Wim Verschuren (vierde van links) en Jan Koppens (zesde van links), provinciaal CMM-overste van Nederland.
13
nederland
Esmee de Bekker (rechts) en Vera Terra, klaar voor hun vertrek naar ‘De Vuurhaard’ bij het Provinciehuis van Noord-Brabant in ’s-Hertogenbosch.
‘geweldige ervaring’ Op 1 en 2 maart 2012 waren Esmee de Bekker uit Sint Michielsgestel en Vera Terra uit Amsterdam, beiden 19 jaar oud, te gast in de Udenhoutse CMMcommuniteit ‘De Vuurhaard’. In het fraterhuis worden vluchtelingen opgevangen. Het bezoek van het tweetal was bedoeld als voorbereiding op een verblijf in Malawi, bemiddeld door de organisatie ‘Dare2Go’, het vroegere ‘Jongeren & Missie’. Ze berichten erover voor ‘Fraters CMM’. Van april tot juni 2012 gaan wij ontwikkelingswerk doen in Malawi bij de Broeders van Maastricht (F.I.C.). Zij zetten zich daar in voor de ontwikkeling van dorps gemeenschappen en voor kinderen met een handicap. Hier werken we op een kostschool met tweehonderd dove kinderen in de leeftijd van zes tot twintig jaar. Wij wonen dan samen met de zusters die verantwoor delijk zijn voor de dagelijkse zorg. Om ons hier goed op voor te bereiden wil Dare2Go dat wij ons kunnen inleven in een leefsituatie van anderen. We hebben ervoor gekozen om naar het fraterhuis ‘De Vuurhaard’ te gaan. Het heeft grote indruk gemaakt op ons hoe gastvrij de fraters waren. We kregen uitleg, we zijn meegenomen naar de Drunense Duinen en gingen naar een tentoonstelling over de geschiedenis van de fraters. We hebben respect gekregen voor hun manier van leven. Zeker ook omdat ze zich vrijwillig inzetten voor de vluchtelingen. Hiervan is het eetcafé een hartstikke mooi initiatief en we zijn blij dat wij daar een steentje aan bij hebben mogen dragen. Samen hebben wij met de vluchtelingen een vijfgangendiner gekookt, het was een fijne manier om in contact te komen met hen. Voor het eerst beseften wij hoe moeilijk vluchtelingen het hebben in Nederland. 14
’s Avonds konden we slapen bij fraters in Tilburg. Ook hier werden wij gastvrij ontvangen en kregen meteen een rondleiding door heel het huis. We kregen allebei een eigen slaapkamer en hebben nog lang met de fraters ervaringen uitgewisseld. Ze luisterden naar onze verhalen en wij vonden hun reisverhalen indruk wekkend. Vrijdag 2 maart stonden we heel vroeg op om mee te gaan bidden. We hebben nog nooit zo iets bijzonders meegemaakt en waren ontroerd toen we ineens hoorden dat er gebeden werd voor ons, dat ons niks overkomt in Malawi en dat we er een mooie tijd zullen hebben. Als dank voor al deze mooie ervaringen hebben we voor de avondmaaltijd in ‘De Vuurhaard’ gezorgd. We hebben gekookt met een aantal vluchte lingen voor de fraters en de rest van de vluchtelingen. We hebben ook nog tijd gehad om spelletjes te doen, zodat we nog lekker hebben kunnen lachen met elkaar. Wij vonden het mooi om te zien dat we de vluchte lingen aan het lachen maakten zodat ze even hun zorgen vergaten. Wij willen iedereen bedanken voor deze geweldige ervaring en we hopen dat ‘De Vuur haard’ nog lang blijft bestaan! Esmee de Bekker en Vera Terra
nederland
Protestantse studenten te gast Volgens een nog prille traditie ontvangen de fraters in Tilburg jaarlijks een groep studenten van de Pabo van de Driestar Hogeschool te Gouda. Deze opleiding tot leraar basisonderwijs heeft een protestantschristelijke grondslag. De studenten maken in Tilburg op het generalaat en bij de Elim-communiteit kennis met een katholieke gemeenschap van religieuzen die zich vanaf 1844 richt op onderwijs en opvoeding in gebieden over de hele wereld. Ewald Kloosterman en Rick Lekkerkerk blikken terug op het laatste bezoek van de studenten op 11 april.
Frater Edward Gresnigt houdt een inleiding voor de studenten over de Fraters CMM in de kapittelzaal van het generalaat.
In twee groepen die halverwege de dag wisselden, kregen wij, protestantse jongeren, een indruk van wat een frater is en hoe het met de fraters in Nederland en daarbuiten gesteld is. In het generalaat stond de infor matie over de fraters centraal. Hierdoor werd het voor ons duidelijk waar ze voor staan en hoe ze dat invullen. Prachtig was het om te zien hoe trots de fraters zijn op hun gemeenschap tijdens het rondleiden door het huis. Trots en betrokkenheid, maar ook heel veel eenvoud kwamen naar voren tijdens deze ontmoeting in het generalaat.
Goede gesprekken Naast de kennis die we vooral kregen in het generalaat, hebben we ook de praktijk gezien in de Elim-commu niteit. Daar werden we ook zeer gastvrij ontvangen door de fraters. Na een meditatieve introductie volgde een duidelijke uitleg over het leven van de fraters. De leefregel werd toegelicht, en ook de bijbel als inspira tiebron belicht. Aansluitend volgde een rondleiding door het fraterhuis, waarbij gesprek centraal stond. Zo waren er in meer
Frater Pieter-Jan van Lierop leidt de studenten rond in het Fratermuseum.
dere groepen goede gesprekken waarbij wederzijds contact en uitwisseling van geloofsbelevingen centraal stonden. Er werd gesproken van hart tot hart. Hierbij kwamen zowel verschillen als overeenkomsten aan het licht. Wij leerden vooral van de meditatieve en rustige, sobere levensstijl van de fraters in de Elim-communiteit. Ze leven in de maatschappij en leveren een actieve bijdrage aan de parochie. Maar toch staat meditatie en het op God gericht-zijn bij hen hoog in het vaandel. Wij als protestanten kunnen hier veel van leren. Voor we het weten worden we vaak opgeslokt door de waan van de dag en zijn stilte en meditatie aan ons hart voorbijgegaan.
Geest en daad Aan het einde van deze morgen werd een gebedsbij eenkomst gehouden. Samen zongen we nog wat liede ren uit de bundel die we bij ons hadden. Aansluitend werden de overeenkomsten tussen protestanten en katholieken op het bord gezet. Op belangrijke punten raken wij elkaar in geest en daad.
15
nederland
Echter op cruciale punten is er sprake van een verschil lende omgang met de bijbel. Ook loopt de kijk op het verlossingswerk van Christus uiteen.
Eerbied Bij de focus op overeenkomsten kwamen ook ‘vorm’ en ‘liturgie’ naar voren. Voor ons zijn dat ook aandachts punten en wij werden door de houding van de fraters beschaamd wat betreft de eerbied voor alles wat met
God en Zijn dienst te maken heeft. Aandacht voor de liturgie, de symboliek en de vieringen is waardevol en heeft veel goeds in zich. Met de reformatie zijn wij soms te veel hiervan kwijtgeraakt. Voor ons was het ook wel weer leuk om te horen dat een frater opmerkte ook van Luther geleerd te hebben. Zo worden we van beide kanten door elkaar aangescherpt. Jezus is voor de fraters het grootste voorbeeld dat ze volgen. Deze benadering van Jezus als voorbeeldfunctie, zien wij als eenzijdig, maar zet ons ook aan het denken. Tenslotte was Hij het die ons heeft voorgeleefd, die aandacht toonde voor armen, zwakken, ellendigen, zieken en hulpelozen. Zo mogen wij als arme en schuldige zondaren alleen onze redding zoeken in Hem, totdat Hij Zijn eeuwige zondaarsliefde uitstort in ons hart, en wij door het geloof, bewerkt door Zijn Geest, opnieuw een levende relatie met Hem hebben. Ewald Kloosterman en Rick Lekkerkerk
Foto links: Frater Joop van Dooremaal in gesprek met een van de studenten in het Fratermuseum. Foto onder: De studenten tijdens de gebedsdienst in de kapel van het generalaat.
16
nederland
‘Uitgeverij Zwijsen’, 1933
Markant gebouw Uitgeverij Zwijsen gesloopt In het voorjaar van 2012 werd het leegstaande gebouw gesloopt waar tot 2005 ‘Uitgeverij Zwijsen’ in was gehuisvest. Het kenmerkende pand langs de spoorlijn was een van de laatste restanten van de oude bebouwing op het kleine stukje Tilburg, waar de congregatie van de Fraters CMM tot wasdom kwam. Wat er nog van blijft is een deel van de oude kloostermuur die het domein van de fraters vroeger afschermde van de buitenwereld. Pal naast het generalaat van de fraters, tegenover het slooppand, startte in 2006 de bouw van het woon zorgcentrum Joannes Zwijsen. Het verving het 1974 in gebruik genomen gelijknamige kloosterverzorgingshuis. Op 26 maart 2009 vond de officiële opening plaats. Het complex is gebouwd door woningcorporatie TBV Wonen, in samenwerking met zorginstelling de Wever en de congregatie van de Fraters CMM. Op de vierde en vijfde verdieping zijn veertig appartementen voor fraters. Het woonzorgcentrum staat op historische grond, zoals Charles van Leeuwen, studiesecretaris van de Fraters CMM, met een PowerPoint-presentatie liet zien. “Lange tijd was dit gebiedje, ongeveer in het midden gelegen tussen de kernen van ’t Heike en ’t
Goirke, een onbebouwd stuk land gebleven, waar nog wat natuur en frisse lucht te vinden was. Daarom werd de plek in de volksmond ook wel ‘De Locht’ genoemd. Er lagen enkele uitspanningen en in 1829 verrees er in deze groene en rustige omgeving ook het eerste gasthuis (ziekenhuis, red.) van de zich snel ontwikkelende stad. De weg die ernaartoe leidde, heette dan ook al gauw ‘Gasthuisstraat’ en zou later ‘Gasthuisring’ worden genoemd. Naast het gasthuis, waar de verpleging in handen was van enkele katholieke zusters, werd in het voorjaar van 1845 een klein statig kloostertje gebouwd voor een nieuwe congregatie van fraters. Het was een mooie locatie voor een religieuze gemeenschap, niet ver van de zusters, tamelijk centraal gelegen en toch enigszins buiten.” 17
nederland
Links: Het generalaat van de fraters met ernaast de nieuwbouw van woonzorgcentrum Joannes Zwijsen. Midden en rechts: Restanten van de oude tuinmuur die het complex van de Fraters CMM omgaf, met Mariabeeld van frater André Boss (1902-1973).
Enorm complex De studiesecretaris schetste vervolgens de ontwikke lingen in de begintijd van de congregatie: “Al in sep tember van datzelfde jaar trokken de eerste drie fraters in het nog naar verf riekende pand. Er was niemand die toen kon voorzien wat er op datzelfde klooster terrein allemaal nog zou ontstaan. De fraters begonnen meteen al met de opvang van enkele weesjongens in hun huis. Na enkele jaren waren er zoveel weeskinde ren, wel dertig of veertig, dat er naast het klooster een apart weeshuis moest worden gebouwd. De jongens kregen van de fraters niet alleen onderwijs, maar werden ook aan het werk gezet in een kleine drukkerij en uitgeverij die ‘Drukkerij RK Jongensweeshuis’ werd genoemd en later tot de bekende ‘Uitgeverij Zwijsen’ zou worden omgedoopt. De fraters begonnen ook met onderwijs voor andere kinderen, maar hun scholen bouwden ze niet op deze buitenplaats maar midden in de stadskernen van onder meer ’t Heike en ’t Goirke. Het aantal scholen groeide snel en er ontstond dus behoefte aan onderwijzers. Zo begonnen de fraters in de spreekkamers van hun klooster met een kweek school, die al snel uitgroeide tot een opleiding met elk jaar wel vijftig kwekelingen, waarvoor een aparte vleugel en later een eigen gebouw werd ingericht.” Op het terrein verrees een grotere kapel en later ook een eigen kerk, de zogeheten Paterskerk. Ook kwam er een ambachts- en een zondagschool, om ook de werkende jeugd nog aanvullende scholing te bieden, en het eerste Tilburgse gymnasium. Het klooster had zich inmiddels ontwikkeld tot een enorm complex, waar honderdvijftig fraters woonden en zo’n twee honderd jongeren in de leer waren. Peter van Zoest
18
Achteraanzicht van het CMM-moederhuis met kerk, kapel en tuin met kerkhof (1925),
In 1846 werd de ‘Drukkerij RK Jongensweeshuis’ op gericht. In 1931-1933 bouwde de congregatie voor de drukkerij/uitgeverij in de Fraterstraat een fraai pand (zie pagina 17), ontworpen door de architect Constant Panis (1891-1972). De drukkerij/uitgeverij heette vanaf 1958 ‘Uitgeverij Zwijsen’. Tot 2005 bleef deze gevestigd in het kenmerkende gebouw. In dat jaar werden de bovenste vier verdiepingen betrokken van het nieuwe kantorengebouw ‘Het Laken’, gelegen op een steenworp afstand van de Fraterstraat. In het voorjaar van 2012 is het leeg staande oude gebouw gesloopt (zie foto onder).
brazilië
50 jaar
Colégio Padre Eustáquio In aanwezigheid van de algemene overste, frater Broer Huitema, werd op 3 maart 2012 in Belo Horizonte, Brazilië, het gouden jubileum gevierd van de lagere en middelbare school, het Colégio Padre Eustáquio. De eucharistieviering bij die feestelijke gelegenheid werd gecelebreerd door hulpbisschop Joaquim Giovanni Mol Guimarães van het aartsbisdom Belo Horizonte.
Bisschop Joaquim Giovanni Mol Guimarães geeft de algemene overste een warme Braziliaanse omhelzing tijdens de eucharistieviering.
Zo’n achtduizend mensen waren afgekomen op de jubileumviering, die tegelijkertijd ook een reünie was. Frater Nicácio Huiskamp stond, zoals hij dat nog dage lijks doet, bij de voordeur van de school om iedereen te begroeten. Verschillende bands, voornamelijk bestaan de uit leerlingen, oud-leerlingen en leraren, luisterden de viering muzikaal op.
‘Geest van de congregatie’ Frater Broer Huitema memoreerde in zijn jubileum toespraak dat de school vanaf het begin, in 1962, onder leiding van fraters heeft gestaan. De eerste helft van het bestaan hadden de fraters ook de dage lijkse leiding. “We denken hier met respect aan frater Inócencio (Sjaak) Staats. Hij was de eerste directeur; hij stond aan het begin van een vruchtbare ontwik keling van deze school. Als pionier heeft hij de basis gelegd van het huidige succes. Dat is doorgezet door zijn opvolger, frater Nicácio Huiskamp. De frater die alle leerlingen persoonlijk bij naam kende. Zo heeft hij duizenden leerlingen leren kennen. Hij heeft een be langrijk stempel op de school gedrukt. Als congregatie zijn we dankbaar voor zijn grote verdiensten voor de
Gasten tijdens de jubileumviering.
school. Door zijn sterk persoonlijke benadering heeft hij op een natuurlijke manier laten zien, dat een school veel meer is dan een plek waar academische prestaties worden geleverd, hoe belangrijk dat overigens ook is! Beide fraters hebben niet anders gedaan dan zich in de geest van de congregatie in te zetten voor de school, de leraren en de leerlingen. Na frater Nicácio werd er de eerste lekendirecteur benoemd. De mogelijkheden om een frater opnieuw te benoemen werden steeds beperkter, maar we mogen ons gelukkig prijzen dat de achtereenvolgende directeuren in de geest van de congregatie de school en de schoolbevolking hebben gediend.”
‘Trots’ De algemene overste dankte de lekendirecties die zich hebben ingespannen om de band met de congregatie te behouden en zorg te hebben voor leerlingen, leraren, onderwijsondersteunend personeel, administratieve en secretariële medewerkers, de technische staf, de bewakers en het kantinepersoneel. “Zij allen bepalen de sfeer van de school; gezamenlijk bepalen zij of leerlingen zich thuis voelen, op hun gemak,
19
IN MEMORIAM
geaccepteerd. En dat is mijn ervaring, al die jaren dat ik de school binnenloop, dat leerlingen een klimaat aantreffen waarin ze zich kunnen ontplooien, acade misch, religieus én als mens die op weg is naar vol wassenheid. Bij gelegenheid van dit jubileum wil ik u daarvoor dank zeggen en u van harte gelukwensen. We zijn trots op u en op uw voorgangers. En ik hoop dat u in dezelfde geest verder gaat.” Frater Broer Huitema feliciteerde en dankte tenslotte ook de fraters van de CMM-regio Brazilië en hun voorgangers. Hij besloot: “Vijftig jaar geleden zijn de fraters met Colégio Padre Eustáquio begonnen. Veel fraters uit Nederland en België hebben er hun beste krachten aan gegeven. Geleidelijk hebben de Nederlandse fraters zich terug moeten trekken uit de directe zorg voor de leerlingen en zich moeten beper ken tot een bestuurlijke inzet. We zijn echter blij dat nu, na vijftig jaar, opnieuw enkele fraters concreet betrokken zijn bij de school, zoals onze Braziliaanse fraters Alan Robert Aparecido Benevenuto en Craudeci Moreira en frater Damasus Dobat uit Indonesië.” Op 6 maart, enkele dagen na de jubileumviering, werden de feestelijkheden rond het jubileum over schaduwd door het overlijden in Tilburg van de eerste directeur van het Colégio Padre Eustáquio, frater Inócencio (Sjaak) Staats. Aan de vooravond van het gouden feest kreeg hij door leden van het generaal bestuur van de congregatie nog een mooie bos bloemen aangeboden.
Frater Nicácio Huiskamp met bezoekers van de jubileumviering.
20
Frater
William (W.C.J.) Verheijen Hij werd geboren te Goirle op 28 september 1925 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 29 augustus 1942. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1947. Hij overleed op 6 november 2011 in het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg en werd begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed ‘Huize Steenwijk’ in Vught. Via opleiding en vorming bij de fraters groeide frater William uit tot een man van de gemeenschap. Hij be haalde enkele akten en was werkzaam op basisscholen in ‘s-Hertogenbosch en ‘s-Gravenhage, later op Mavoscholen in Deurne en Oss. In 1964 deed de congregatie een beroep op hem om te gaan werken in Californië. Hij vertrok samen met enkele medebroeders naar de nieuwe stichting. Aan de Loyola University in Los Angeles behaalde hij achtereenvolgens een graad in wis- en natuurkunde, opvoedkunde en theologie. Zijn liefde ging uit naar wiskunde. Die bevlogenheid probeerde hij over te dragen aan de studenten van de ‘Santa Clara High School’ in Oxnard, waar hij meer dan dertig jaar werkzaam was. Nadat de communiteit van Oxnard was opgeheven, keerde frater William in 2002 terug naar Nederland. Hij werd lid van de communiteit in Reusel. In 2008 werd die communiteit gesloten en verhuisde hij opnieuw, nu naar woonzorgcentrum Joannes Zwijsen in Tilburg. Tijdens feestelijke gelegen heden konden Williams medebroeders rekenen op een puzzel van zijn hand. Langzaam maar zeker begon hij het leven los te laten. Hij keek er met voldoening op terug. Vrij onverwacht riep de Heer van het Leven hem op.
Frater
Frater
Aquiles (D.) Monteiro
Gummarus (J.A.) van Gils
Hij werd geboren te Fatulia, Oost-Timor, op 3 februari 1985 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tomohon op 30 april 2006. Hij legde zijn eerste professie af op 10 april 2008. Hij overleed op 9 februari 2012 in het ziekenhuis te Dili en werd begraven op het kerkhof van Santa Cruz in Dili.
Hij werd geboren te Made en Drimmelen op 16 augustus 1922 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 19 maart 1943. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1947. Hij overleed op 29 februari 2012 in de communiteit van Joannes Zwijsen in Tilburg en werd begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed ‘Huize Steenwijk’ in Vught.
Na zijn noviciaatstijd in Indonesië werd frater Aquiles in 2008 verplaatst naar Dili om daar te helpen zijn geboorteland Oost-Timor mee op te bouwen. Hij werd onderwijzer aan de op de basisschool van de parochie Becora en ging in Dili Portugees studeren, de offici ële taal van Oost-Timor. Vanwege zijn goede contac ten met de jeugd werd hij uitgekozen Oost-Timorese jongeren te begeleiden die als ‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’ werden uitgezonden naar vormingsdagen in Nederland en de Wereldjongerenda gen in Madrid in 2011. Teruggekeerd in Dili voelde hij zich ziek. Medisch onderzoek wees uit dat hij leed aan een ernstige nierziekte. Hiervoor werd hij maanden lang verpleegd in Surabaya, Indonesië, en in Dili. Op 7 februari verergerde zijn kwaal en op 9 februari over leed hij. Frater Aquiles was een geziene frater met wie men graag te doen had. Hij was bescheiden, vrolijk en humoristisch. Opdrachten voerde hij met enthousiasme en verantwoordelijkheidsgevoel uit. Toen hij ziek werd, aanvaardde hij zijn lot vol hoop op genezing en bleef tot het einde toe de blije frater die hij altijd is geweest. Wij vinden troost in de overtuiging dat frater Aquiles is als een graankorrel die in de aarde valt en sterft om duizendvoudig vrucht te gaan dragen.
Hij was een man van aanpakken binnen de communi teit van het Moederhuis in Tilburg en later in Goirle. In 1945 verhuisde hij naar ‘Huize De La Salle’ in Boxtel. Als surveillant zorgde hij drie jaar voor de jongens aan zijn zorgen toevertrouwd. In 1948 werd hij gevraagd zich in te gaan zetten op Curaçao. Daar werkte frater Gummarus op ‘Huize Scherpenheuvel’, waar jongens opgevangen werden, naar school gingen of een vak leerden. Een kwart eeuw zette hij zich in voor kans arme jongeren. Tien jaar lang was hij plaatsvervangend overste van de communiteit van Scherpenheuvel en regionaal bestuurslid. Eind 1995 keerde hij samen met zijn medebroeders, terug naar Nederland. Na drie jaar Udenhout werd hij lid van de communiteit Joannes Zwijsen in Tilburg. In beide plaatsen had hij een werk winkel. Hij vond er zijn weg, bracht humor. Langzaam namen zijn krachten af en in de laatste jaren kwam er een sluier over zijn geest. De laatste jaren werd frater Gummarus met liefde verzorgd in woonzorgcentrum Joannes Zwijsen. Hij was een man van gemeenschap en hartelijke relaties. Hij hield van zijn familie. Wij geloven dat God hem nu in liefde heeft ontvangen.
21
in memoriam
Frater
Frater
Sjaak (J.J.S.) Staats
Stefano (M.B.) Bulkens
Hij werd geboren te Hillegom op 21 januari 1923 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 29 augustus 1939. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1944. Hij overleed op 6 maart 2012 in het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg en werd begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed ‘Huize Steenwijk’ in Vught.
Hij werd geboren te Escharen op 23 oktober 1920 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 29 augustus 1941. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1946. Hij overleed op 30 maart 2012 in de communiteit van Joannes Zwijsen te Tilburg en werd begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed ‘Huize Steenwijk’ in Vught.
Nadat hij in 1943 zijn onderwijzersdiploma had be haald, werkte hij op enkele basisscholen in Tilburg en Zwolle. In 1951 werd frater Sjaak uitgezonden naar de Nederlandse Antillen. Hij kreeg de leiding toevertrouwd van het college in Willemstad. Na acht jaar werd hij verzocht te verhuizen naar een nieuwe stichting van de fraters in Belo Horizonte, Brazilië. In 1962 startten de fraters daar het ‘Colégio Padre Eustáquio’. Frater Sjaak werd er de eerste directeur. Dertien jaar leidde hij het college. Hij wist van aanpakken, samenwerken en on dernemen, voelde zich verantwoordelijk zowel voor het personeel als voor de kinderen aan zijn zorgen toever trouwd. Waar hij kon droeg hij ook bij aan de opbouw van zijn religieuze gemeenschap. Hij diende die als regionale overste, communiteitsoverste of als lid van het regionaal bestuur. Eind 1981 keerde frater Sjaak terug naar Nederland. Hij zette zich in voor onder meer missionair en sociaal werk en onderhield goede contacten met zijn familie en met zijn Braziliaanse vrienden. Een acute verslechtering van zijn gezondheid zorgde ervoor dat hij vanuit woonzorgcentrum Joannes Zwijsen opgenomen moest worden in het ziekenhuis, waar hij overleed. Frater Sjaak hoopte God van aange zicht tot aangezicht te kunnen ontmoeten. Mag hem dat nu gegeven zijn.
Na het noviciaat werd hij gevraagd om op diverse plaatsen - in meestal grote keukens - te gaan werken. In 1949 vertrok hij naar Suriname. Daar zette frater Stefano zich in voor zijn medebroeders en voor de jongens van het Bonifaas-internaat. In grote trouw en broederschap was hij aanwezig. Vier jaar lang was hij plaatsvervangend overste van de communiteit. Zijn optimistische levenshouding en zijn gulle lach zorgden ervoor dat men graag met hem van doen had. In 1992 keerde hij terug naar Nederland. Hij nam zijn intrek in de communiteit van Joannes Zwijsen. Ook daar was hij een man van de gemeenschap. Zijn glimlach en positieve instelling waren alom bekend en werden zeer gewaardeerd. De laatste tijd ging zijn gezondheid sterk achteruit. Veel waardering had hij voor verpleegkundigen en verzorgenden die hem hiel pen in deze fase van zijn leven. Langzaam brandde zijn levenskaars op. In grote eenvoud had frater Stefano geleefd, in grote eenvoud vertrouwde hij zich toe aan God die Liefde is. We zijn dankbaar dat we hem zeven tig jaar in ons midden mochten hebben. We vertrou wen hem toe aan de Barmhartige, die in Jezus liet zien dat de dood het einde niet is.
22
Bronnen
De dagagenda van Jezus Zwijsens praktisch Jezusbeeld Wat boeide Zwijsen vooral in Jezus? In de Gemeenzame Gesprekken herhaalt hij verschillende keren de volgende gedachte. “Wat deed Jezus op aarde? Hij zonderde zich van tijd tot tijd af om tot zijn barmhartige Vader te bidden, en hij besteedde zijn overige tijd tot welzijn van de medemens.” Het kan een simpele opmerking over tijdsbesteding lijken. Maar er blijkt meer aan de orde te zijn. Evenals voor Vincentius is voor Zwijsen het geliefde Jezusbeeld: Jezus onder de mensen als ‘de Barmhartige’, ‘de Menslievende’, ‘de Aanwezige’, ‘de Solidaire’. Die Jezus volgen betekent praktisch - zo zouden we kunnen zeggen - leven met twee handen: met de ene hand steeds verbonden met de Barmhartige zelf en met de andere hand in contact met kleinen en kwetsbaren, met eenzamen en armen, met mensen die in nood zijn. Alle stichters van ordes en congregaties van vroeger en nu hebben aandacht gevraagd voor een goede balans in het leven. Monniken kregen de aanwijzing mee: ‘Ora et Labora’, ‘Bid en Werk’. De Broeders van Taizé gebruiken als grondregel om tot een evenwichtig leven in deze wereld te komen: ‘Lutte et Contemplation’, ‘Strijd en Aanbidding’. In het spoor van Vincentius was de barmhartige liefde voor Zwijsen het ideaal. Maar een goede balans is ook hier beslissend. Daarom Zwijsens praktische aanwijzing tegen de eenzijdigheid: “ ... van tijd tot tijd dit ... en de overige tijd dat ...” Het gaat immers om de evangelische weg van barmhartigheid en dat is iets anders dan de weg van een driftig activisme. Zwijsen vroeg onze aandacht voor de dagagenda van Jezus. Hij beoogde daarmee onze persoonlijke levensharmonie te stimuleren en natuurlijk ook de duurzaamheid van onze weg van barmhartigheid te bevorderen. frater Harrie van Geene
23
Wij eren Maria, de geringe over wie de Machtige zich ontfermd heeft, als de beschermvrouwe van de congregatie: de Moeder van Barmhartigheid. (uit de leefregel van de Fraters CMM) Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid