FRATERS CMM 4/14
| Nieuwe besturen | Leven in een religieuze gemeenschap | Een bezinningsjaar voor religieuzen | ‘Een overdonderende bedevaart’ | ‘Gevangen ben ik, vrij zal ik zijn’ | Kerkgeschiedenis van Namibië
Inhoud
Gesprek met de algemene overste
4
Rond frater Andreas
5
Mission statement
Colofon
Barmhartigheid is van alle tijden en plaatsen.
Fraters CMM (voorheen Ontmoetingen) is het driemaandelijks contactblad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid (‘Fraters van Tilburg’ of ‘Fraters CMM’). Een abonnement is gratis (aanvragen via adres hieronder). ISSN 1574-9193
Barmhartigheid staat centraal in alle wereldgodsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en islam. De beweging van barmhartigheid heeft een spoor getrokken in de geschiedenis. De verschillende vormen waarin zij verschijnt, zijn uitdrukking van de samenleving waarin zij ontstond en van de spiritualiteit die haar draagt. De Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid is geworteld in de christelijke barmhartigheid.
Redactie: Rien Vissers (hoofdredacteur), frater Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, Nathalie Bastiaansen, Peter van Zoest (eindredacteur) Ontwerp: Heldergroen (www.heldergroen.nl). Opmaak en druk: DekoVerdivas, Tilburg Contact: Fraters CMM, Gasthuisring 54, 5041 DT Tilburg, tel.: 013 5432777 (Rien Vissers) fax: 013 5441405 e-mail: magazine@cmmbrothers.nl website: www.cmmbrothers.org Een vrijwillige bijdrage als tegemoetkoming in de kosten is welkom op IBAN: NL30INGB0001068517 - BIC: INGBNL2A
Foto omslag voor: Processie door Belo Horizonte, Brazilië met een beeld van pater Eustachius van Lieshout (zie pagina 11-13). Verloren zoon, Rembrandt
2
Foto omslag achter: Eiffeltoren, Parijs (foto: frater Ad de Kok).
Nieuwe besturen
6
8
Leven in een religieuze gemeenschap
Van de redactie “Ik heb me wel eens afgevraagd waarom mijn medebroeders en -zusters toch zo vriendelijk op me blijven reageren. Dat is heus niet omdat ik altijd zo aardig ben en zo briljant uit de hoek kan komen. Dat ze het met me uithouden komt omdat ze iets in me zien, daar zorgvuldig mee willen omgaan en willen beschermen. Wat dat precies is, is moeilijk te formuleren. Ik heb dat gevoel ook met de mensen met wie ik samenleef. Het heeft te maken met het mysterie dat elke mens toch uiteindelijk is, ook voor zichzelf.” Deze ontboezeming komt van frater Pieter-Jan van Lierop, lid van de communiteit van het CMM-generalaat in Tilburg. Hij geeft de lezers van Fraters CMM een inkijkje in het gemeenschapsleven van religieuzen. Deze editie verschijnt een kleine maand nadat het ‘Jaar van het Godgewijde Leven’ is geopend. Dit ‘religieuzenjaar’ wordt in de wereldwijde katholieke kerk gevierd tot en met 2 februari 2016. Het is de bedoeling dat ordes en congregaties zich in dit jaar bezinnen op hun betekenis voor kerk en samenleving. Ook de fraters CMM staan in dit jaar stil bij hun roeping en zending, zo meldt deze wintereditie. In dit nummer en komende afleveringen van Fraters CMM wordt in een nieuwe rubriek aandacht besteed aan congregationele activiteiten in het jaar. Zo blijft ook de brede kring op de hoogte van wat fraters doen om hun roeping en zending te verdiepen en hun religieuze leven van barmhartigheid en broederschap nieuwe impulsen te geven teneinde ‘de toekomst met hoop te omarmen’, zoals één van de doelstellingen van het jaar luidt.
Bezinningsjaar voor religieuzen
10
‘Een overdonderende bedevaart’
11
‘Gevangen ben ik, vrij zal ik zijn’
14
Kerkgeschiedenis van Namibië
16
Kort nieuws
20
IN MEMORIAM
22
‘Dichtbij is zijn genade’
23 3
gesprek
met de algemene overste
“2015 is door paus Franciscus uitgeroepen tot ‘Jaar van het Godgewijde Leven’. De Vaticaanse Congregatie voor de Instituten van Gewijd Leven en Sociëteiten van Apostolisch Leven publiceerde een rondzendbrief voor religieuzen met het oog op dit jaar. Het schrijven is gebaseerd op woorden van paus Franciscus, ontleend aan zijn toespraken en geschriften. De titel luidt: ‘Verheugt u’. Ik denk daar vaak aan in relatie tot de bekende woorden van Christus in het evangelie volgens Johannes: “Niet jullie hebben Mij uitgekozen; nee, Ik heb jullie uitgekozen en Ik heb jullie de taak gegeven eropuit te gaan en vrucht te dragen, vruchten die blijvend zijn” (Joh. 15,16). Natuurlijk is dit alles niet alleen van belang voor religieuzen! Het is relevant voor iedereen die zich een gelovig christen noemt.”
“De afgelopen maanden bezocht ik wereldwijd de verschillende gebieden waar fraters leven en werken. Daarbij zag ik steeds weer hoe belangrijk het is aandacht te schenken aan het communiteitsleven. De gemeenschap is het centrum van waaruit we leven. Wanneer daar de sfeer niet goed is, heeft dat ook naar buiten een negatieve uitstraling. En omgekeerd: een goed gemeenschapsleven heeft een positief effect op leven en werk van de fraters. Ons leven moet gevoed worden door een spiritualiteit van broederschap. Dit is de drijvende kracht van ons leven, in en buiten de gemeenschap. Daarbij komt het voor christenen aan op een gelééfde spiritualiteit! Er is veel gesproken en geschreven over spiritualiteit, ook in onze congregatie. En dat is en blijft van belang. Maar uiteindelijk gaat het om het in de praktijk brengen van wat je zegt. Ik zou iedereen hierin willen bemoedigen: blijf zoeken naar manieren om je spiritualiteit concreet te beleven. Doe het, stap voor stap. Het gaat erom onze overtuiging te concretiseren, zichtbaar te maken in ons gewone leven. Op deze manier nadenkend over onze spiritualiteit, vraag
4
ik ook aandacht voor onze levensstijl. De moderne wereld met al haar goederen en gemakken kan onze idealen naar de achtergrond dringen, terwijl we ze zo hard nodig hebben. Ze zijn noodzakelijk en nuttig in onze missie. Het is van belang een goede balans te vinden tussen onze idealen en wat de wereld ons te bieden heeft. Een geleefde spiritualiteit leidt tot een vreugdevol leven! Dat is ook de boodschap van de brief aan de religieuzen waarin paus Franciscus spreekt over: “de vreugde die Gods troost brengt aan allen”. Deze vreugde, zegt de paus, is geen prettige bijkomstigheid, maar een noodzaak, het fundament zelfs van menselijk leven. “De wereld kent vaak een gebrek aan vreugde. We zijn niet geroepen heldendaden tot stand te brengen of hooggestemde woorden te spreken, maar te getuigen van de vreugde, voortkomend uit de zekerheid dat we geliefd zijn, uit de overtuiging dat we zijn gered”, aldus de paus. Laten we dus steeds getuigen van de vreugde, eropuit gaan en vrucht dragen.” Rien Vissers
rond frater andreas
Het poortje Het hoort bij portiers dat ze goed naar mensen kijken. Ze hebben mensenkennis, oog voor detail en een scherpe herinnering. Dat maakt de aantekeningen van frater Maximianus Mermans (1891-1981), enkele jaren lang de bijportier van het moederhuis in Tilburg, tot een kostbaar geschrift.
Frater Maximianus kan zich de eerste keer dat hij frater Andreas aan de poort zag staan, nog goed herinneren: “Ik bekeek hem eens goed en werkelijk de eerste indruk die Zijne Eerwaarde op mij maakte, was alsof ik een heilige voor me zag. Ik zag hem daar voor de deur staan wachten met gebogen hoofd. Zijn lippen prevelend alsof hij bad en toch iedere voorbijganger met een vriendelijk lachje en opgewekte hoofdbuiging groetend.” Vriendelijk en opgewekt, het waren woorden die bij frater Andreas hoorden. Altijd was hij vriendelijk en opgewekt, nooit zou frater Maximianus hem anders zien. De bijportier moest frater Andreas dikwijls binnenlaten. Om de dag kwam hij om zich op de ziekenzaal te laten verzorgen voor zijn ontstoken en pijnlijke schouder. Die bezoekjes verliepen altijd op dezelfde wijze. “Was het silence dan passeerde hij met een vriendelijke hoofdbuiging, op recreatiedagen kreeg je altijd een hartelijk ‘dag frater’ van hem. Vroegen wij: ‘frater Andreas, hoe gaat ’t ermee?’ dan kon je altijd ’t zelfde antwoord verwachten: ‘o goed, heel goed’, al verging Zijne Eerwaarde naar het zeggen van de ziekenverzorger meermaals van pijn.” Eigenlijk kwam frater Andreas niet graag door de voordeur naar binnen. “In het begin was hij altijd zo bescheiden dat hij achter door het poortje” naar de ziekenzaal ging. Maar daarvoor moest hij ver omlopen en soms lang bij het poortje wachten. Dat ging alleen open als er iemand naar buitenkwam. Vandaar dat frater portier erop had aangedrongen dat frater Andreas voortaan bij de voordeur aanbelde. Hij moest niet bang zijn om te storen. Frater Andreas gehoorzaamde en frater Maximianus mocht hem een paar keer per week binnenlaten. Altijd weer was hij getroffen door “zijn
Archieffoto CMM-moederhuis in Tilburg: gang met voordeur. nederige, ingetogen wijze van lopen” en “zijn opgewekt gelaat”. Aan die houding en uitstraling zag je, dat frater Andreas een uitzonderlijk religieus was. Charles van Leeuwen
5
Internationaal
Nieuwe provinciale en regionale besturen Voor de periode 2014-2020 zijn de nieuwe besturen benoemd voor de CMM-provincies Indonesië, Kenia en Nederland en voor de regio’s Oost-Timor, Namibië en Brazilië. Dat gebeurde door de algemene overste Lawrence Obiko in het bijzijn van steeds één of meerdere generale bestuursleden. De benoemingen vonden steeds plaats met raadpleging van de bestuursleden die niet bij de werkbezoeken aanwezig konden zijn.
Nederland
Oost-Timor
Op 14 juni werd als afronding van het provinciaal kapittel van de CMM-provincie Nederland door de algemene overste een nieuw provinciaal bestuur benoemd. Provinciale overste: frater Jan Koppens; plaatsvervangend provinciale overste: frater Paul Damen; bestuurslid: frater Ad de Kok.
Op 5 juli beroemde de algemene overste tijdens het eerste kapittel van de regio Oost-Timor het nieuwe regionale bestuur. Regionale overste: frater Silvino Freitas Belo; plaatsvervangend regionale overste: frater Anselmus Weka Udjan; bestuursleden: frater Dominikus Samponu, frater Henrique de Fatima Marques.
Het provinciale bestuur van Nederland. V.l.n.r.: frater Paul Damen, frater Jan Koppens, frater Ad de Kok.
Indonesië Het provinciaal kapittel van CMM-provincie Indonesië vond plaats in Yogyakarta van 22 tot en met 29 juni 2014. Op 28 juni heeft de algemene overste een nieuw provinciaal bestuur benoemd. Provinciale overste: frater Martinus Mangundap; plaatsvervangend provinciale overste: frater Nikodemus Tala Lamak; bestuursleden: frater Daniel Telaumbanua, frater Lambertus Kato’o, frater Alfons Seran. Het provinciale bestuur van Indonesië. Boven v.l.n.r.: frater Martinus Mangundap, frater Nikodemus Tala Lamak, frater Daniel Telaumbanua. Onder v.l.n.r.: frater Lambertus Kato’o, frater Alfons Seran. 6
Het regionale bestuur van Oost-Timor. V.l.n.r.: frater Silvino Belo, frater Dominikus Samponu, frater Henrique de Fatima Marques, frater Anselmus Weka Udjan.
Kenia Tijdens het provinciaal kapittel van de CMM-provincie Kenia, van 25 tot en met 29 augustus werd op de slotdag het nieuwe provinciale bestuur benoemd door de algemene overste. Provinciale overste: frater James Ochwangi Nyakundi; plaatsvervangend provinciale overste: frater James Makovo; bestuursleden: frater Zaccheaus Oonje, frater Cosmas Atola Omwitakho, frater John Karungai.
zittende bestuur met zes maanden tot 1 maart 2015. De nieuwe regionale overste, frater Athanasius Onyoni, is lid van de provincie Kenia. In de tussenliggende periode zal hij zijn huidige verantwoordelijkheden aan het Oyugis Integrated Project overdragen aan zijn opvolger, de nodige documentatie voor een verblijfsen werkvergunning in Namibië aanvragen en verwerken en zich voorbereiden om op 1 maart 2015 zijn functie als regionale overste van de Fraters CMM in Namibië op zich te nemen. Tot 1 maart 2015 bestaat het bestuur uit: Regionale overste: frater Hermenegildus Beris; plaatsvervangend regionale overste: frater Paul Onyango Onyisi; bestuurslid: frater Paschalius Ghuwanga. Per 1 maart 2015 is het bestuur als volgt samengesteld: Regionale overste: frater Athanasius Onyoni; plaatsvervangend regionale overste: frater Paul Onyango Onyisi; bestuurslid: frater Paschalius Ghuwanga.
Brazilië
Het provinciale bestuur van Kenia. V.l.n.r.: frater Zaccheaus Oonje, frater James Makovo, frater James Ochwangi Nyakundi, frater Cosmas Atola Omwitakho, frater John Karungai.
Op 28 september 2014, heeft de algemene overste na beraadslagingen van de geprofeste fraters van de regio tijdens de vergadering van de CMM-regio Brazilië een nieuw regionaal bestuur benoemd. Regionale overste: frater Theo Adams; plaatsvervangend regionale overste: frater Damasus Dobat; bestuurslid: frater Domingos Tjeunfin.
Namibië Op 6 september vond de regionale vergadering plaats van de regio Namibië. Aan het eind daarvan verlengde de algemene overste de bestuursperiode van het
Het regionale bestuur van Brazilië. V.l.n.r.: frater Domingos Tjeunfin, frater Theo Adams, frater Damasus Dobat.
Het regionale bestuur van Namibië (tot 1 maart 2015). V.l.n.r.: frater Paschalius Ghuwanga, frater Hermenegildus Beris, frater Paul Onyango Onyisi. 7
NEDERLAnd
Leven in een religieuze gemeenschap Frater Pieter-Jan van Lierop maakt deel uit van de communiteit van het CMM-generalaat in Tilburg. Hij woont al meer dan vijftig jaar in religieuze gemeenschappen. In een medio dit jaar verschenen ‘Katern’ van de Beweging van Barmhartigheid met als thema ‘In gemeenschap’, deelde hij zijn ervaringen met een dergelijke samenlevingsvorm. Hij wil laten zien dat deze levenskeuze zinvol en inspirerend is.
Met broeders en zusters samenleven gebeurt meestal met mensen die je niet zelf hebt uitgekozen. Het heeft iets van een reisgezelschap. Maar dat heeft een kort bestaan en dan kunnen de relaties oppervlakkig blijven. In een kazerne of bejaardenhuis leef je ook wel min of meer samen, maar alleen voor zover het hoort bij je werk en voor zover je zin hebt in maatschap en vriendschap. Als je voor een broeder- of zusterschap gekozen hebt, heb je daar je thuis met alle gezamenlijkheid van dien en ben je een deel van ‘ons’. Je bent dan verantwoordelijk voor het geluk van je medebroeder of -zuster en komt in processen terecht waarin van je gevraagd wordt anderen te leren kennen, te waarderen en positief, opbouwend te benaderen. Bij een broeder- of zusterschap, ook wel genoemd een commune of communiteit, gaat het om het geloof dat onze verdeelde mensheid bedoeld is als één grote broeder- en zusterschap; je leeft als het ware vóór de realisering van de ideale toekomst uit en probeert met jouw vorm van leven aan te tonen dat het kán en zinvol is.
Beperkingen Als broeder of zuster te leven zou heel goed te doen zijn met volmaakte medemensen, maar die zijn er nu eenmaal niet. Ook in de broederschap kunnen relaties verslijten en babbelt men nog wel, maar kunnen gesprekken op enig niveau verstommen. De leden kunnen ‘institutionaliseren’, dat wil zeggen: zó gewend raken aan de voordelen van het leven in een communiteit dat, ondanks het verdampte idealisme, ze geen zin of moed meer hebben iets anders te proberen; hun eten is verzorgd, hun was wordt gedaan, de schoonmaak is geregeld. In onze streken vormen jonge mensen nog steeds broeder- en zusterschappen, maar de meeste zijn vergrijsd en vertonen de beperkingen van bejaardengemeenschappen. Het valt niet altijd mee de rijke ervaringen van de oudere groepsleden tot hun recht te laten komen. Bij sommige leden van een broeder- of zusterschap is een leven in wijsheid en overgave wat 8
in de knel geraakt en hebben zij, om zich te handhaven, een sterk ‘ego’ ontwikkeld, waar anderen zich aan schrijnen.
Fijngevoeligheid Levend in een religieuze broederschap, kan ik me heel goed voorstellen dat veel mensen heel tevreden op zichzelf leven in hun één-mans-huishoudentje. ‘Alléénleven’ heeft zijn eigen uitdagingen en rijkdom. Als je geen talent hebt om in een groep te leven, vraagt dat gedoe met die ander zoveel geduld en begrip en vooral zoveel intelligentie om het goede in je groepsgenoten te blijven zien. Het vraagt om moed om open te staan voor wat anderen allemaal meemaken en veel fijngevoeligheid voor het hart van anderen om met mededogen te kunnen zien waar zij het in hun ontwikkeling níet gehaald hebben en moeten blijven voorttobben met hun onhebbelijkheden en neiging tot dominantie. Het valt niet mee om eerbied te tonen voor de ander zoals hij is, zelfs voor zijn gebreken en tekorten, maar dat hoort er wel bij in een broeder- of zusterschap. Als je mensen niet aanvaard zoals ze zijn, kun je ze eigenlijk alleen maar de nek omdraaien (van jou mogen ze er immers niet zijn) of zelf de groep verlaten.
Worst Met het beeld voor ogen van een hondenkar, zou ik u graag een worst voor houden om u de aantrekkelijkheid van het leven in broeder- en zusterschap te laten zien, zodat u toehapt, of toch minstens met enige jaloezie naar mijn vorm van leven kijkt. Natuurlijk wilt u goed in uw vel zitten, erkend worden als een authentiek persoon, iets voor anderen betekenen, bemind worden, uitgroeien tot een tevreden, wijze mens. Op die weg doorgroeien, soms ervaren dat anderen me hier naar toe tillen en door mijn gebreken heen kijken, dat heb ik in mijn gemeenschap ervaren. Zonder mijn persoontje van zich weg te trappen, hebben zij mij een spiegel voorgehouden, soms via rechtstreekse ‘feed back’ en
Frater Pieter-Jan van Lierop bij het CMM-generalaat in Tilburg.
broederlijke vermaning, maar meestal toch door me de oude waarheid voor te leven, dat het ergerlijkste in de ander meestal ook je eigen fouten zijn.
Geïnspireerd Ik heb me wel eens afgevraagd waarom mijn medebroeders en -zusters toch zo vriendelijk op me blijven reageren. Dat is heus niet omdat ik altijd zo aardig ben en zo briljant uit de hoek kan komen. Dat ze het met me uithouden komt omdat ze iets in me zien, daar zorgvuldig mee willen omgaan en willen beschermen. Wat dat precies is, is moeilijk te formuleren. Ik heb dat gevoel ook met de mensen met wie ik samenleef. Het heeft te maken met het mysterie dat elke mens toch uiteindelijk is, ook voor zichzelf. Hoe dichter ik leef bij die onnoembare kern van anderen en mezelf, hoe meer er bij mij van doorglinstert, des te aangenamer is dit voor mijn levenspartners en wordt de groep erdoor geïnspireerd en verrijkt. Als je dit beseft ga je veel zorgvuldiger leven en kun je de concurrentie met anderen te boven komen. Je leven in broeder- en zusterschap wordt dan veel verantwoordelijker: verantwoordelijk voor het mysterie van de ander, die ander met gebreken en al … Je raakt door hem of haar ontroerd en er groeit verwondering voor het zijn van die ander en koester je dit met eerbied. Juist hierdoor
wordt jezelf als een ruwe diamant geslepen en glinsteren steeds meer je heldere facetten.
Diamant Kun je al dat goede ook niet in andere levens-settingen ervaren? Natuurlijk kan dat. Ik heb het echter in een broederschap ervaren. Wat daar zo aangenaam aan is, is dat je in een groep leeft. Als er iemand is die het helemaal met jou gehad heeft, zijn er nog anderen die niet ten einde adem met jou zijn. Ze kunnen je helpen verstoorde relaties opnieuw op te bouwen en je wat minder aan te stellen. De invloed van de groep wordt heilzamer naarmate de leden minder zoeken naar paarvorming of goede-maatjes-zijn-met-iemand, maar zonder bezittelijkheid gericht zijn op het geheel van de groep als een warm ’wij’. Ben ik er goed in, in leven in een broeder- of zusterschap? Ik vind zelf van niet, maar als ik er voor kwam te staan zou ik er onmiddellijk weer voor kiezen. Dan zou ik me weer onbevangen in dit ‘vangnet’ laten vallen, wetend dat ook ik geslepen kan worden tot een fonkelende diamant en samen met de leden van mijn groep een stralend collier mag vormen. frater Pieter-Jan van Lierop
9
Jaar van het Godgewijde Leven
Een bezinningsjaar voor religieuzen In de wereldwijde katholieke kerk wordt van 29 november 2014 tot en met 2 februari 2016 het ‘Jaar van het Godgewijde Leven’ gevierd. Paus Franciscus kondigde dit speciale jaar aan op 29 november 2013 aan tijdens een ontmoeting met religieuzen in Rome. Hij roept ordes en congregaties op zich in dit jaar te bezinnen op hun betekenis voor kerk en samenleving. Ook de fraters CMM staan in dit jaar stil bij hun roeping en zending.
De drie doelstellingen die paus Franciscus voor het Jaar van het Godgewijde Leven heeft gekozen zijn: dankbaar terugkijken naar het verleden, met passie in het heden leven en de toekomst met hoop omarmen. Op 11 februari dit jaar stond aartsbisschop José Rodrigues Carballo, secretaris van de Vaticaanse Congregatie voor de Instituten van Gewijd Leven en Sociëteiten van Apostolisch Leven, tijdens zijn bezoek aan religieuzen in Nederland hierbij stil (zie Fraters CMM 2/14). Hij wees erop dat de drievoudige doelstelling ook te vinden is in de eerste paragraaf van de apostolische brief Novo Millennio Ineunte van paus Johannes Paulus II. “Duc in altum!”, zo zei hij. “Deze woorden nodigen ons uit om met dankbaarheid aan het verleden terug te denken, met enthousiasme in het heden te leven en met vertrouwen de toekomst tegemoet te zien: ‘Jezus Christus is dezelfde gisteren en vandaag en voor altijd’ (Heb. 13,8). Leef in het heden met passie. Hernieuw je passie voor Christus en leef je religieuze leven met de passie van je eerste liefde. Het kan nog, zelfs als je oud en ziek bent. Omarm de toekomst met hoop. Stel je hoop op Hem, voor wie niets onmogelijk is.” Carballo wees op enkele initiatieven in dit bijzondere jaar voor de religieuzen. Er zal een bijeenkomst komen voor al diegenen die zich met vorming bezighouden. Daarnaast is er een bijeenkomst voor postulanten, novicen en tijdelijk geprofesten om elkaar te leren kennen. Er komt een internationaal congres over de theologie van het religieuze leven en een oecumenische bijeenkomst van katholieke en orthodoxe religieuzen.
10
Werkgroep Op 29 november 2014 zond de algemene CMMoverste, frater Lawrence Obiko, een brief aan de fraters en geassocieerden van alle communiteiten. Daarin liet hij hen weten dat met het oog op het religieuzenjaar een werkgroep in het leven is geroepen, bestaande uit de fraters Rofinus Banunaek en Niek Hanckmann, beiden lid van het generaal bestuur, frater Edward Gresnigt en CMM-studiesecretaris Charles van Leeuwen. De werkgroep zal zich laten inspireren door de apostolische exhortatie Evangelii Gaudium, De vreugde van het evangelie, en de rondzendbrief Verheugt u! van de Congregatie voor de Instituten van Gewijd Leven en Sociëteiten van Apostolisch Leven. Dit schrijven is gebaseerd op woorden van paus Franciscus, ontleend aan zijn toespraken en geschriften. Als eerste zullen voor de Werelddag van het Godgewijde Leven op 2 februari 2015 in vier talen inspirerende materialen worden aangeboden voor persoonlijk en gemeenschappelijk bezinnend en biddend gebruik. Peter van Zoest Internationaal logo van het Jaar van het Godgewijde Leven: ‘Godgewijd leven in de Kerk vandaag. Evangelie Profetie Hoop’.
Brazilië
Een ruim drie meter hoog bronzen beeld van pater Eustachius in Belo Horizonte dat in 2009 werd geschonken door zijn neef Jan van den Boomen.
‘Een overdonderende bedevaart’ Het was 30 augustus 71 jaar geleden dat Eustachius van Lieshout overleed in Belo Horizonte. De uit het Brabantse Aarle-Rixtel afkomstige pater is in 2006 zalig verklaard. Zijn stoffelijke resten worden bewaard in een gedachteniskapel die is verbonden met de parochiekerk in de Braziliaanse stad van de Congregatie van de Heilige Harten van Jezus en Maria, waar hij lid van was. Een zevenkoppige delegatie van familie en vrienden van de zalige woonde op zijn sterfdag een plechtigheid bij waarin werd bezegeld dat de kerk met de kapel door de paus is uitgeroepen tot ‘Heiligdom’. Onder hen bevond zich Jo van Schalen uit Gemert. “Een overdonderende bedevaart”, zo laat hij weten in een terugblik op de reis. Als ‘Padre Eustáquio’ heeft Huub van Lieshout in meerdere plaatsen in Brazilië met gebed en zegen, gekoppeld aan een tomeloze inzet en christelijke bevlogenheid, opzienbarende verbeteringen gerealiseerd in de kwaliteit van leven van miljoenen Brazilianen. Op het hoogtepunt van zijn missie in Poa, een voorstadje van São Paulo, kwamen in 1941 elke dag ruim 12.000 mensen uit heel het land naar hem toe. Veel genezingen werden aan hem toegeschreven en bezorgden hem de titel ‘Wonderdoener van Poa’. De toeloop naar Eustachius werd logistiek volslagen onbeheersbaar. Gedurende zes maanden werd hij daarom in een afgeschermde paterscommuniteit in ‘de luwte’ gehouden. Toen kreeg hij, onder strikte gedragsregels, een aanstelling als bouwpastoor van een nieuwe parochie in Belo Horizonte. Het was april 1942. Dankzij een strakke organisatie was de toeloop van mensen volledig onder controle en kon hij beginnen aan zijn opdracht. Hij heeft deze niet kunnen afmaken. Op 30 augustus 1943 stierf hij, slechts 52 jaar oud, aan vlektyfus.
Colégio Padre Eustáquio Dagelijks werd zijn graf op het gemeentekerkhof bezocht door grote aantallen mensen. Straten en gebouwen werden naar hem genoemd. Zo ook het door de
Fraters CMM gestichte Colégio Padre Eustáquio, waar aan 2400 leerlingen onderwijs wordt gegeven. Eén van de pioniers van de school, frater Nicácio Huiskamp, is nog steeds dermate betrokken bij het wel en wee van ‘zijn’ leerlingen, dat hij ze dagelijks ter begroeting opwacht bij de ingang van de school. In 1949 werd Eustachius herbegraven in ‘zijn’ kerk. Opnieuw stroomden massa’s mensen toe en vonden troost en genezing door hun gebed tot de pater. Op 15 juni 2006 is hij, in aanwezigheid van 70.000 uitzinnige Brazilianen in Belo Horizonte zalig verklaard. Een jaar later vond de pater zijn definitieve laatste rustplaats in een indrukwekkende marmeren graftombe, midden in een speciaal voor hem gebouwde gedachteniskapel bij de kerk van de paters. Ook nu nog schrijven miljoenen Brazilianen aan deze respectabele Brabander opmerkelijke verbeteringen toe met betrekking tot de kwaliteit van hun leven. De meest belangrijke pijlers waarop die kwaliteit betrekking heeft, zijn ‘gezondheid’, ‘vrede’ en ‘verzoening’. Ze vormen de basis van zijn gedachtengoed. En juist dat gedachtengoed is voor de eigenaar van het kerkcomplex in Belo Horizonte, de Congregatie van de Heilige Harten, de directe aanleiding geweest om voor 11
Brazilië
V.l.n.r.: Frater Nicácio Huiskamp, Jan van den Boomen, provinciaal Marcus Vinicius, Maria van den Boomen en partner Haitze de Jong, Will van den Boomen en partner Joke, Helena Wigmans uit Holambra en familielid Piet Smets.
Graftombe van pater Eustachius omringd door zingende mensen na de plechtigheid van de heiligdomsverklaring.
gehonoreerd door het aartsbisdom van Belo Horizonte met instemming van paus Franciscus. Kerk en gedachteniskapel heten officieel: ‘Heiligdom van Gezondheid en Vrede’.
Indrukwekkend Het sterfbed van Eustachius, nog steeds op dezelfde plaats in Hospital Alberto Cavalcanti in Belo Horizonte.
het complex de status van ‘Heiligdom’ aan te vragen. De paters zien in deze status, vergelijkbaar met pelgrimsoorden van het kaliber Lourdes, een krachtige stimulans voor het effectief uitdragen van dat gedachtengoed van pater Eustachius. De aanvraag werd 12
Door de overweldigende belangstelling kreeg de officiële ‘heiligdomsverklaring’ op 30 augustus 2014 een adembenemende uitstraling. In totaal woonden tenminste 22.000 Brazilianen gedurende de gehele dag één van de acht eucharistievieringen bij. Hoofdcelebrant tijdens de plechtige mis van de heiligdomsverklaring was aartsbisschop Walmor Oliveira de Azevedo van Belo Horizonte. Concelebranten waren de provinciale overste van de congregatie van de paters van de Heilige Harten, Marcus Vinicius, en zes bisschoppen en priesters. Ze werden omringd door
Processie door Belo Horizonte met een beeld van pater Eustachius, daags na de plechtigheid van de heiligdomsverklaring.
Het beeld van pater Eustachius wordt de kerk ingedragen aan het eind van de processie door de stad.
een grote groep acolieten en misdienaars. In heel de driebeukige kerk was geen meter meer onbezet. De viering was een aangrijpende aaneenschakeling van massaal en uitbundig gezongen moderne teksten, ondersteund met wuivende handen, wapperende muziekbladen, brandende kaarsen en zwaaiende vaandels. Onwerkelijk voor Europeanen, maar uiterst aandoenlijk en indrukwekkend.
een processie van de geestelijkheid, hun assistenten en de Nederlandse delegatie, naar een bronzen plaquette in de nabijheid van de voormalige begraafplaats van Eustachius. De aartsbisschop verrichtte de onthulling van een gedenkbord met daarop de gegevens van de heiligdomsverklaring en de personalia van alle betrokken geestelijken.
‘Viva padre Eustáquio’
De stoet verplaatste zich vervolgens naar het graf van de pater. De wit-marmeren graftombe van pater Eustachius is geplaatst in een verdiepte ruimte waardoor rondom een smalle gracht is ontstaan. Tussen de bloemenzee daarin stonden vier meisjes die gebruiksvoorwerpen van omstaanders aanstrijken aan de tombe. Een grote urn was tot de rand gevuld met geschreven gebeden. In dat decor gaf de aartsbisschop nog eenmaal zijn zegen aan de talrijke gelovigen. Daarmee eindigde de indrukwekkende plechtigheid en een voor ons overdonderende bedevaart. De op drie na grootste stad van Brazilië kan met gepaste trots verkondigen dat haar 4,7 miljoen burgers wonen in een uiterst druk bezochte bedevaartplaats. Met dank aan onze dorps- of streekgenoot: een gewone mens uit Aarle: Huub van Lieshout, een buitengewone mens in Brazilië: de zalige pater Eustachius.
Het eerste hoogtepunt in de viering was de voordracht door Marcus Vinicius van het officiële besluit, vastgelegd in een bisschoppelijk document en vergezeld van de pauselijke goedkeuring. De bekendmaking ontketende een oorverdovend gejuich, begeleid met een eindeloos herhaald “Viva padre Eustáquio”. Een omhelzing tussen aartsbisschop en provinciaal bezegelde de bekendmaking. In opgewekte muzikale stijl werd de bruisende viering voortgezet. Aan het eind ervan sprak Jan van den Boomen, een neef van pater Eustachius, in vloeiend Portugees een felicitatierede uit. In enkele zinnen bracht hij zijn dank, bewondering en respect onder woorden. Een daverend applaus maakte duidelijk dat hij bij de enthousiaste Brazilianen een gevoelige snaar had geraakt. Met een tweede hoogtepunt bereikte de viering een apotheose. Door een menselijke haag van tientallen vaandeldragers en geüniformeerde parochianen trok
Trots
Jo van Schalen 13
Brazilië
‘Gevangen ben ik, vrij zal ik zijn’ Op 24 september is in Brazilië het boek ‘Preso estou, livre serei’ (‘Gevangen ben ik, vrij zal ik zijn’) gepresenteerd van frater Henrique Cristiano José Matos. Plaats van handeling: het gevangeniscomplex van São Joaquim de Bicas op veertig kilometer afstand van Belo Horizonte. Het boek gaat over de pastorale praktijk in deze gevangenis. De drie units die meer dan vijfduizend gevangenen herbergen, liggen vlakbij het CMM-ontmoetingscentrum ‘Retiro Vicente de Paulo’, in Igarapé. De auteur bericht.
In het bijzijn van een delegatie van 25 gedetineerden, de directie van de gevangenis, vertegenwoordigers van justitie en de advocatuur, alsook de bisschop van Divinópolis en andere genodigden, onder wie fraters uit de CMM-regio Brazilië, werd een uitgebreid commentaar geven op de publicatie die uit drie hoofdstukken bestaat: de realiteit van de gevangenis; basiselementen van het justitiepastoraat; structuur en ontwikkeling van het pastoraal werk onder gedetineerden. Het betreft hier een boek dat met vele handen en hoofden is geschreven. Geen theoretische uiteenzetting, maar een getuigenis van de verkondiging van het evangelie in de specifieke realiteit van detentie.
Levensgroot drama In november 2009 is een begin gemaakt met dit pastoraal werk en in de loop der jaren is het uitgegroeid tot een gecoördineerde inzet met voornamelijk mensen uit de parochies van Igarapé en São Joaquim de Bicas, die in kleine groepjes wekelijks naar de verschillende afdelingen van de gevangenis gaan en direct contact onderhouden met de daar gedetineerden. Op 14 november 2011 is een servicecentrum in gebruik genomen ter ondersteuning van het werk. 14
Het gevangenissysteem van Brazilië is chaotisch. We worden direct geconfronteerd met een levensgroot drama dat letterlijk ten hemel schreit! Onze aanwezigheid heeft allereerst een humanitaire dimensie: het ontmoeten van mensen die aandacht en, in vele gevallen, steun nodig hebben. De staatsgevangenissen stellen zich allereerst ten doel de ‘veiligheid’ te garanderen, wat concreet betekent: zorgen dat de gedetineerde niet kan vluchten. Aan een mogelijk ‘herstel’ en ‘sociale reïntegratie’ wordt nauwelijks aandacht gegeven. En het is ook een harde (en onaanvaardbare) waarheid dat in Brazilië alleen armen in de gevangenis terechtkomen en er blijven! Een ijzeren discipline beheerst de verschillende sectoren van het systeem en de gevangenissen zitten overvol.
Totale verwaarlozing Met regelmaat komen we grote groepen gevangenen tegen die zich in een staat van totale verwaarlozing bevinden, verstoten door de familie en aan eigen lot overgelaten. We hebben hier te doen met de allerarmsten onder de armen: “Al wat gij gedaan hebt aan de minsten der mijnen, hebt gij aan Mij gedaan” (Mt. 25,40). De verschillende teams, waarin de grotere
groep is opgedeeld, geven duidelijk de voorkeur aan gevangenen die zich in een noodsituatie bevinden. En dat zijn er niet weinigen! De leeftijdsgroep van gevangenen tussen 19 en 30 jaar is verreweg de grootste, het merendeel vanwege drugs.
Barmhartigheid De religieuze inspiratie van ons werk is bepalend voor de kwaliteit van onze inzet. Centraal staat de beleving van de barmhartigheid: het ZIEN van de concrete persoon van de gedetineerde, BEWOGEN WORDEN door de situatie waarin hij of zij verkeert en IN BEWEGING KOMEN om zijn of haar toestand te verbeteren en daadwerkelijk te hulp te komen, zowel in materieel als in spiritueel opzicht. Deze evangelische dynamiek blijkt wonderlijk goed te passen in de realiteit van het gevangenissysteem en komt tegemoet aan een reële nood.
Grote uitdaging
ten opzichte van dit werk! De Braziliaanse bisschoppenconferentie heeft een goed georganiseerde sector voor het gevangenispastoraat op nationaal en regionaal niveau met richtlijnen en waardevol documentatiemateriaal. De grote opgave is die op diocesaan en plaatselijk vlak toe te passen, omdat immers iedere situatie eigen karakteristieken en (on)mogelijkheden heeft. Ondanks de vele barrières blijven we geloven in de evangelische kwaliteit van ons werk: “Ik was in de gevangenis, en gij hebt mij bezocht” (Mt 25, 36). frater Henrique Cristiano José Matos
Frater Henrique Cristiano José Matos aan het woord bij de presentatie van zijn boek. Links: Ana Ferreira da Silva, directielid van het gevangeniscomplex van São Joaquim de Bicas. Rechts: Reinaldo Aires Martins, Directeur Veiligheid van de gevangenis.
Pastoraat in de Braziliaanse gevangenis is een grote uitdaging. Obstakels zijn er aan alle kanten, intern en extern. Een specifieke moeilijkheid is de regelmatige wisseling van de gevangenisbevolking. Met opzet worden gevangenen frequent verplaatst naar andere afdelingen, met als motief te voorkomen dat er bendes worden gevormd binnen de gevangenis. Zodoende is continuïteit van persoonlijke begeleiding vaak uitermate moeilijk. Veel steun van directie en dienstdoend personeel is meestal niet te verwachten en zelfs in de plaatselijke kerkgemeenschap is dikwijls wantrouwen
Frater Henrique Cristiano José Matos signeert zijn boek. 15
Namibië
Kerkgeschiedenis van Namibië Aan het eind van een werkbezoek aan de CMM-regio Namibië van de algemene overste frater Lawrence Obiko en generaal bestuurslid Niek Hanckmann, werd op 7 september in het fraterhuis aan de Jan Jonker Road in Windhoek het vierde en laatste deel van een serie over de geschiedenis van de kerk van Namibië gepresenteerd. De titel luidt: ‘Making the Desert Bloom’, ‘Het tot bloei brengen van de woestijn’. De auteur, frater Hermenegildus, staat stil bij het vele werk dat verricht is om tot het schrijven van de kerkgeschiedenis van het Afrikaanse land te komen.
afgestudeerd aan de Loyola-Marymount University op een verhandeling, getiteld: Een internationaal staatsman uit Zuid-Afrika: Jan Smuts en de Volkenbond 19181936. Deze informatie bracht pater Nordkamp op het idee om mij te vragen een boek over de Namibische kerkgeschiedenis te schrijven. In 1996 zou de kerk haar honderdste verjaardag vieren en het zou passend zijn om een historisch overzicht te presenteren. Ik antwoordde dat het een aantrekkelijk idee was, maar de kerkgeschiedenis van Namibië zou beter kunnen gaan over de geschiedenis van de missie in het land. Om fouten te voorkomen zou ik daarom een aantal cursussen in missiologie gaan volgen. Ik begon navraag te doen en ontdekte dat een universiteit in de Verenigde Staten dergelijke cursussen aanbood. Ook een universiteit in Zimbabwe leek mogelijkheden te bieden. Toen ik nog niet besloten had wat te doen, ontmoette ik op een bijeenkomst in Windhoek professor Willem Zaayman van de Universiteit van Zuid-Afrika (UNISA). Ik legde hem mijn probleem voor en hij was ogenblikkelijk bereid mij te accepteren voor een mastercursus in Missiologie bij UNISA in Pretoria. Omdat de universiteit heel bekend is vanwege zijn ‘cursussen op afstand’, kon ik in Windhoek blijven en doorgaan met mijn werk. De voorbereidingen begonnen in 1993.
Drukke periode Bepaalde situaties in het leven verschijnen onverwacht, geheel ‘out of the blue’. Toen ik na een studieperiode van twee jaar en een voortgezet religieus vormingsprogramma van Los Angeles terug kwam, werd ik door frater Emericus Goossens, de regionale overste van Namibië, gevraagd om van hem de oprichting van een afdeling onderwijs van de ‘Namibian Catholic Development Commission’ over te nemen. Tijdens mijn rondreizen in Namibië om scholen en hostels te bezoeken was ik vaak in gezelschap van pater Bernhard Nordkamp, de vicaris-generaal van Windhoek. We spraken over veel onderwerpen en één ervan was mijn verblijf in de Verenigde Staten. Ik vertelde dat ik was 16
De titel van de thesis voor het behalen van de graad van Master in de Theologie was: Sociaalhistorische wortels van Rooms Katholieke Missies in SWA/Namibië. Nadat ik mijn masterdiploma behaald had, begon ik aan een drukke periode om mijn doctorstitel te behalen. Ik had professor Willem Zaayman als mijn begeleider. Hij was in Kavango, in Mashara en onder de Himbabevolking in de Kunene regio missionaris geweest. Elke tweede maanden vloog ik naar Pretoria voor mondelinge examens voor een panel van professoren. Daarna kreeg ik weer een lijst van boeken die ik moest bestuderen. Ondertussen bestudeerde ik de kronieken van alle
De algemene CMM-overste frater Broer Huitema reikt op 21 april 2012 in het fraterhuis aan de Jan Jonker Road te Windhoek, Namibië, aan de regionale overste, frater Hermenegildus Beris, de pauselijke onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice uit. Hij kreeg de onderscheiding vanwege zijn bijzondere verdiensten voor de kerk van Namibië gedurende meer dan veertig jaar. Hij was schooldirecteur, secretaris-generaal van de bisschoppenconferentie in Namibië, seminarie-docent en publiceerde onder meer de geschiedschrijving van de missie in Namibië, boeken over de geschiedenis van het bisdom Keetmanshoop en een boek over de geschiedenis van de congregatie van de Fraters CMM in Namibië.
missieposten, die trouw waren bijgehouden. Ik deed dat wanneer ik op deze staties voor een bezoek aan de scholen en hostels moest zijn. Het archief van het aartsbisdom van Windhoek vormde een prachtbron van informatie.
Berlijn Om op de hoogte te komen van het ontstaan van de Congregatie van de Missionarissen Oblaten van de Onbevlekte Maagd Maria (OMI) in Namibië en in het bijzonder de jaren vóór 1996 reisde ik naar Berlijn. Met de steun van de provinciaal van OMI in Duitsland kon ik bij een pastoor verblijven die aan de rand van OostBerlijn woonde. Het was 1993, slechts drie jaar na de val van de beruchte Berlijnse Muur en ik merkte duidelijk het grote verschil tussen het bloeiende West-Berlijn en het arme Oost-Berlijn. Zelfs de S-Bahn, de trein waarmee ik pendelde, stopte bij ‘Checkpoint Charlie’ en we moesten een stuk West-Berlijn in lopen omdat er nog geen verbinding was aangelegd. Vervolgens gingen wij door West-Berlijn naar Potsdam, waar de archieven van de Bondsrepubliek Duitsland waren gelegen.
Doctorstitel In Mainz bestudeerde ik de archieven van de OMIprovincie van Duitsland. Ik nam de gelegenheid waar om professor Krasenbrink OMI in Bingen te bezoeken. In datzelfde jaar vloog ik naar Rome om kennis te nemen van de archieven van het generalaat van OMI. Het was een aangename ervaring om al deze priesters en broeders in het kosmopolitische generalaat van OMI te ontmoeten. Ik werd heel goed geholpen. Tussendoor schreef ik in 1994 de congregationele geschiedenis van de regio Namibië vanwege haar gouden jubileum: Missie tussen woestijnen. Toen ik mijn plan voor het proefschrift had ingediend gaf de professor aan dat het boek te omvangrijk zou zijn wanneer ik het gehele land beschreef. Bovendien zou ik in 1996 niet op tijd klaar zijn. Daarom moest ik Keetmanshoop eruit laten en me tot het centrum, Owambo, Kavango en Caprivi beperken. In september 1996 behaalde ik mijn doctorstitel tijdens een feestelijke ceremonie. Mijn gasten waren frater Emericus, die me flink had geholpen, pater Nordkamp die om het werk had gevraagd, zuster 17
Namibië
Vervoer in de vroege missietijd. Imelda die als coördinator voor scholen en hostels mijn opvolger werd en de heer Boerrigter, de orgelbouwer en enkele anderen.
Eeuwfeest Omdat het eeuwfeest op 8 december 1996 gevierd zou worden, moesten we snel zijn om het proefschrift voor publicatie geschikt te maken. Met de hulp van mevrouw Ulrike Sievers, die toentertijd een computerbedrijf beheerde, realiseerden we de veranderingen in de twee proefschriften en een bedrijf in Cape Town drukte de boeken. Ze waren net op tijd klaar voor het eeuwfeest. Er werden voor het eeuwfeest nog drie boeken geschreven, een monografie over het onderwijs door zuster Claire HC, over de gezondheidszorg door zuster dr. Benita OSB en over de politiek door de heer Heinz Huncke, voorheen OMI. We konden onze diverse publicaties presenteren tijdens een academische zitting waar president Sam Nujoma bij aanwezig was. Tegenwoordig is mevrouw Ulrike Sievers de directeur van John Meinert Printing waar al mijn andere boeken zijn gedrukt.
Rome Nadat het rumoer van de feestelijke activiteiten was weggeëbd beloofde ik bisschop Antonio Chiminello van Keetmanshoop dat we een begin zouden maken met de geschiedenis van zijn bisdom. Het zou betekenen dat het onderzoek opnieuw moest beginnen. De Oblaten van St. Franciscus van Sales (OSFS) waren de missionarissen van het Zuiden. Daarom moesten we op zoek 18
gaan naar hun archieven. Tot 1949 was de Oostenrijkse provincie van OSFS verantwoordelijk voor de missie in Namibië. Daarom leidde mijn eerste reis naar Wenen, naar het provincialaat van OSFS, in Oostenrijk. Pater Konrad Haussler, de provinciaal en broeder Hans Leidenmuehler, de overste, waren zeer vriendelijk en behulpzaam. Maar vooral pater Willy Koegl, de archivaris, was zeer behulpzaam en legde professioneel uit waar het materiaal van Namibië gevonden kon worden. Ik heb een week van de gastvrijheid van de Oostenrijkse Oblaten genoten. We zijn ook nog naar Rome gevlogen om de archieven op hun generalaat te bestuderen. Pater Balducelli, de oud-generaal, was zeer actief geweest om orde in die archieven aan te brengen. We werden ijverig bijgestaan door de Amerikaanse pater Frank Blood, en pater Enriko Testa de voormalig algemeen econoom van de congregatie.
Missiestaties Enige tijd later reisde ik naar Troyes in Champagne, Frankrijk, waar de zusters Oblaten voor mij de archieven ter inzage openden. Pater Balducelli was de rector en ik verbleef bij hem elke ochtend en avond. Ik heb van hem veel over de ontwikkelingen in de congregatie geleerd. Thuis gekomen bestudeerde ik de archieven van het bisdom van Keetmanshoop, voor zover die voorradig waren en heb ze tevens geordend en gecatalogiseerd. Bisschop Antonio Chiminello was zo vriendelijk om een beveiligde ruimte voor de archieven te bouwen, die tot die tijd op een zolder hadden gelegen. Voor zover ze beschikbaar waren, bestudeerde ik de
kronieken van de missiestaties. De congregatie van OSFS had niet dezelfde verplichting wat betreft archieven als OMI had. De Zusters MSC gaven toestemming hun archieven te bestuderen. De pastoor van Rehoboth, pater Rebmann, hielp niet alleen met de kronieken van Rehoboth maar hij maakte ook grote tochten met mij langs de verschillende missiestaties. Uiteraard hebben we een aantal interviews met priesters, broeders en zusters uitgevoerd. Gewone boeken en artikelen vulden de hiaten.
Gouden jubileum De publicatie van het eerste boek vond plaats in 2001. Omdat het boek van 1996 te groot en te zwaar was om er handig mee om te gaan besloten we om de geschiedenis van Keetmanshoop in A5 formaat en in vier delen te publiceren. Tezelfdertijd vulde het fraterhuis zich langzaam op met kandidaten, postulanten en jonge fraters. Ik had niet zo veel tijd meer om te schrijven. Ter gelegenheid van het gouden jubileum van de regio Namibië bracht ik in 2009 een verbeterde en uitgebreide versie van het boek Mission between Deserts (Missie tussen woestijnen) uit. In dit stadium stonden de zusters SMIC op het punt hun gouden jubileum in Namibië en het eeuwfeest van hun congregatie te vieren. Ze vroegen mij toen om de geschiedenis van hun provincie te schrijven. Ik moest bisschop Philipp Pöllitzer OMI raadplegen, daar het de voltooiing van de geschiedenis van Keetmanshoop zou vertragen. De bisschop stemde ermee in en in 2012 werd de geschiedenis van de zusters SMIC Epiphania in Namibië afgerond. De laatste twee jaren zijn een gevecht geweest om voor het laatste boek tijd te vinden. Uiteindelijk konden we in 2014 deel 4 van Making the Desert Bloom (Het tot bloei brengen van de woestijn) presenteren. Omdat de stafleden van het geaccrediteerde Groot Seminarie St. Charles Lwanga gerekend worden universitair docent te zijn, voldeed ik met deze publicaties aan de eis om als docent regelmatig te publiceren.
Eerste priester in Kavango.
Zusters MSC in Okatana.
Kerk in Okatana.
Dank Ik wil dit verslag eindigen met mijn oprechte en welgemeende dank uit te spreken aan frater Emericus Goossens die gedurende dit gehele proces niet ophield om mij te ondersteunen en te helpen. Ook de andere fraters van de communiteit waren altijd bereid om mij te vervangen of weg te brengen en af te halen. Zodoende zou men kunnen zeggen dat het een CMMcommuniteitsproject geworden is. Op die manier wilden we samen een bijdrage leveren aan de lokale kerk van Namibië.
School in de open lucht.
Frater Hermenegildus Beris 19
Kort nieuws
De roeping van ‘Ambassadeur’ Ilke Ilke van Steekelenburg (23) was in 2008 één van de honderd jongeren die als ‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’ van deze internationale CMM-beweging deelnamen aan de Wereldjongerendagen in Sydney. Ze is ingetreden bij de Congregatie Dienaressen van de Heer en de Maagd van Matará, ook wel ‘blauwe zusters’ genoemd. Als kloosternaam koos zij zuster Maria van Jesse. Op zaterdag 18 oktober legde ze haar eerste geloften af in de Sint-Jan de Doperkerk in Wateringen. Momenteel verblijft ze in Italië om daar een filosofische en theologische opleiding te volgen. Ze volgde eerder Ilke van Steekelenburg (foto: Frank de Klerk). een opleiding tot verpleegkundige.
Indonesische generale bestuursleden in Nederland
Op16 november 2014 kwamen de fraters Benyamin Tunggu en Rofinus Banunaek aan in Nederland om hun taak in het generaal bestuur van de Fraters CMM op zich te nemen. Frater Benyamin werd tijdens het generaal kapittel op 5 juni 2014 gekozen als plaatsvervangend algemene overste en frater Rofinus als generaal bestuurslid. Ze hebben de procedure van vijf-en-een halve maand om voor drie jaar van de Immigratie- en Naturalisatiedienst een verblijfsvergunning te verkrijgen met succes doorlopen. Beiden wonen in het CMM-generalaat. 26 november: frater Rofinus Banunaek (links) is jarig en neemt in het CMM-generalaat de gelukwensen in ontvangst van frater Benyamin Tunggu.
Iconen van Barmhartigheid Op 5 juni werd tijdens het generaal kapittel in Tilburg het nieuwe CMM gebedenboekje Icons of Mercy, Iconen van Barmhartigheid, gepresenteerd. Het bevat gebeden in het Nederlands, Engels, Portugees en Bahasa Indonesia, die speciaal zijn bedoeld voor de kring rond de congregatie. “Elke dag opnieuw is voor ons een dag van gebed”, schrijft de algemene overste, frater Broer Huitema in zijn voorwoord. “Ons gebed zorgt ervoor, zoals onze leefregel zegt, ‘dat onze gelovige blik op de werkelijkheid in ons levend blijft’. … We kennen als fraters een rijke gebedstraditie en kunnen op veel verschillende gebedsteksten terugvallen. Dit kleine boekje voegt nog iets aan die traditie toe. Het zijn gebeden die de geest van onze gemeenschap weerspiegelen: onze manier van leven en werken, ons apostolaat, onze gezamenlijke beleving van het geloof, onze inzet voor barmhartigheid en broederschap. Sommige 20
gebeden zouden we elke dag kunnen bidden. Andere zijn vooral bedoeld voor bijzondere gedenkdagen zoals het titelfeest en stichtingsfeest van onze congregatie, de feesten van onze patroonheiligen Maria en Vincentius, de dagen waarop we onze stichter Joannes Zwijsen en onze eerbiedwaardige medebroeder frater Andreas van den Boer in het bijzonder gedenken, professiefeesten enzovoorts. … We hopen dat de gebeden in dit boekje ons helpen om ons geloof te delen en te verdiepen. We wensen dat ze onze beleving van gemeenschap sterker, hoopvoller en vreugdevoller maken.” Het boekje kost 10 euro en is verkrijgbaar bij het CMM-generalaat in Tilburg (generalboard@cmmbrothers.nl).
Kort nieuws
Voormalige kapelramen in tuin generalaat Sinds deze zomer prijken tegen een tuinmuur bij het generalaat twee gigantische ramen. Een opvallende vorm van glaskunst. De ramen werden begin 1974 vervaardigd voor de kapel van het fraterhuis Joannes Zwijsen in Tilburg, de directe opvolger van het oude moederhuis van de congregatie. Onbekend is momenteel wie de ramen heeft gemaakt. In de notulen van de Bouwcommissie van het nieuwe fraterhuis komen de ramen in de loop van 1973 enkele keren ter sprake. Men wil ramen die ‘gesluierd licht’ doorlaten. Later wordt nog opgemerkt dat ze ook moeten dienen als geluidswering. Dat zal gelukt zijn: de ramen zijn op sommige plaatsen vijf centimeter dik. De ramen zijn 2.84 meter hoog en 1.80 meter breed. Ze wegen 200 kilo en zijn gevat in roestvrij staal. De glasramen in de tuin Detail van één van de glasramen. van het generalaat.
Vrijwilligerswerk in Oyugis, Kenia Gretty Fokker (28), één van de ‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’, de CMMjongerenbeweging, vertrok eind september naar Oyugis, Kenia, om daar enkele maanden als vrijwilliger te werken voor het Oyugis Integrated Project (OIP) van de Fraters CMM. Het project is er op gericht om besmetting met hiv/aids te voorkomen en mensen te ondersteunen die gebukt gaan onder de gevolgen ervan. Gretty is huisarts in opleiding. Ze was actief op het gezondheidscentrum van OIP, waar laagdrempelig gezondheidszorg geboden wordt aan de bevolking. Half december 2014 keerde ze weer terug naar Nederland.
Jubilea in 2015 70 jaar frater
19 maart: frater Roberto Creemers, frater Valerius Ceresa, frater Aloysio Lijnen 29 augustus: frater Eugenius van Dongen, frater Sjaak Maas
65 jaar frater
19 maart: frater Laurenti Verhoeven, frater André de Veer 29 augustus: frater Piet Dilissen, frater Leopoldus Spreuwers, frater Wim Verschuren, frater Adriano van den Berg
60 jaar frater
29 augustus: frater Ad de Swart, frater Mart Kroezen, frater Linus Schoutsen, frater Wout van den Hout, frater René Segers
25 jaar frater
1 januari: frater Peter Ochieng Oywer 20 oktober: frater Dominic Kariuki
Getty Fokker. 21
In Memoriam
Uitreiking ‘Frater Cristino Gemen Award’ In een groot aantal landen wordt jaarlijks de ‘Week van de leraar’ gevierd om stil te staan bij het belang van het lerarenvak. Onderwijzend personeel wordt in deze week in het zonnetje gezet en leraren bezinnen zich op hun taak. Begin oktober was deze speciale lerarendag voor vijf katholieke scholen in de regio Belo Horizonte, Brazilië, aanleiding om een prijs uit te reiken voor het beste onderwijsinitiatief. Vanwege de grote verdienste van frater Cristino Gemen voor het onderwijs in deze regio werd de prijs naar hem vernoemd: ‘Prêmio de Educação Frater Cristino Gemen’. Vanuit de vijf scholen waren dertig projecten ingediend waaruit er tien genomineerd werden door de jury. Op vrijdagavond 3 oktober werden de prijswinnaars bekend gemaakt. Op het overdekte sportplein van het Colégio Padre Eustáquio, dat door de Fraters CMM is opgericht, waren zo’n vierhonderd leraren van de verschillende scholen verzameld. Ondanks gezondheidsproblemen kon ook frater Cristino zelf aanwezig zijn, wat door alle aanwezigen zeer gewaardeerd werd. De generale overste, frater Lawrence Obiko, en generaal bestuurslid frater Niek Hanckmann, die vanwege de regionale CMM-vergadering Brazilië bezochten, waren ook uitgenodigd. Tijdens de feestelijke prijsuitreiking bleek dat vijf van de tien genomineerden van het Colégio Padre Eustáquio waren, waaronder de eerste en tweede plaats.
V.l.n.r. Cássio Francisco de Lima, winnaar van de tweede prijs, Amália Ferreira Mendes, directeur van het Colégio Padre Eustáquio, frater Cristino Gemen met de symbolische cheque, behorende bij de prijs, Irmã Ana de Fatima Mendonça, directeur van het Colégio Santa Rita en juryvoorzitter. 22
Frater
Gustavus (N.G.) Menheere Hij werd geboren te Rotterdam op 24 december 1928 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 29 augustus 1947. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1951. Hij overleed op 12 november 2014 in de communiteit van de fraters te Zonhoven (België) en werd begraven op het kerkhof Zonhoven-Centrum. In de havenstad Rotterdam werd hij geboren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vond hij een veilig onderkomen in Tilburg, waar hij de fraters leerde kennen. In 1947 begon hij aan zijn noviciaat bij de fraters. Op 23-jarige leeftijd legde hij zijn geloften voor het leven af. De meeste jaren van zijn religieus leven diende hij zijn medebroeders en leerlingen door zijn vakbekwaamheid als kleermaker. Hij behaalde de titel van meesterkleermaker en coupeur, werd leraar aan het Hogere Technisch Instituut voor Kledingnijverheid. Op het Koninklijk Instituut voor Doven en Spraakgestoorden te Hasselt heeft hij vele jonge mensen mogen onderwijzen en begeleiden. In 1996 ontving hij de versierselen die behoren bij de ‘Zilveren medaille der Kroonorde’. Frater Gustavus was trots op die onderscheiding. Mede gelet op zijn leeftijd moest hij de activiteiten die hij, samen met anderen ondernam, stilaan loslaten. In 2008 verhuisde frater Gustavus vanuit Hasselt naar de communiteit van de fraters in Zonhoven. Dat moet voor hem een grote overgang geweest zijn: van zeer actief bezig zijn naar het leven in een rustige omgeving, van aandacht voor anderen naar zelf afhankelijk te zijn van de goede zorg verstrekt door personeel en medebroeders. In de vroege ochtend van 12 november voer zijn levensboot de Haven in van zijn Heer. Mag frater Gustavus nu rusten in Gods barmhartige liefde.
‘Dichtbij is zijn genade’ (UIT DE LEEFREGEL VAN DE FRATERS CMM)
Kom heilige Geest Persoonlijk heb ik ervaren, hoe belangrijk het is om een paar teksten of gebeden te hebben, die bij jou horen, die je steeds weer kunt bidden, die je helpen als je zelf geen woorden hebt. Voor mij is dat het ‘Veni Sancte Spiritus’, ‘Kom heilige Geest’. Ik bid het minstens één keer dagelijks, bij het opstaan. Maar ook soms door de dag.
Het is de pinksterhymne in onze liturgie. Sommigen noemen als auteur Stephen Langton, die in het begin van de dertiende eeuw bisschop van Canterbury was. Of paus Innocentius III, die het lied in de pinksterliturgie in Rome heeft opgenomen en gezorgd heeft voor een prachtige gregoriaanse melodie. De opbouw in tien coupletten is ook bijzonder: 1-2: smeekbede om de komst van de heilige Geest; 3-4: namen van de heilige Geest; 5-6: vervul ons met uw goddelijke barmhartigheid; 7-8: de werken van de geest; 9-10: bidden om de gaven van de Geest. Kom, heilige geest en zend uit de hemel een straal van uw licht.
Zonder uw toeneiging is er niets in de mens, is niets ongedeerd.
Kom, vader van de armen. Kom schenker van gaven. Kom, licht van de harten.
Was wat besmeurd is, besproei wat verdroogd is, genees wat gewond is.
Welwillendste trooster, innemende gast van de ziel, weldadige verkoeling.
Buig wat verstijfd is, koester wat verkild is, leid wat ontspoord is.
Bij het zware werk - rust. Bij gloed - koelte. Bij tranen - troost.
Geef aan uw gelovigen die op u vertrouwen uw zeven heilige gaven.
gelukschenkend licht, verzadig het diepste van het hart van wie in u geloven.
Geef het loon van de deugd. Geef een uittocht tot behoud. Geef bestendige vreugde.
Waarom is het Veni Sancte Spiritus mij zo dierbaar? Ik kan het bidden in alle levensomstandigheden, in verdriet en vreugde, in ernstige situaties, als de sleur van het leven benauwt, bij vreugdevolle gebeurtenissen, wanneer ik me schuldig en uitgeblust voel en wanneer ik me vol energie en vrij voel: altijd kan ik het in de mond nemen. Ik kan het bidden voor mijzelf, maar ook voor mensen die me dierbaar zijn of om wie ik me zorgen maak. Het verbindt me ook met mensen van wie ik weet dat ze het ook dagelijks bidden. Het Veni Sancte Spiritus geeft zo treffend de staat van ons mens-zijn weer. Wij zijn zo broos en kwetsbaar. En tegelijk zijn wij zo verlangend naar volheid van leven. Al deze bewegingen van ons hart komen in dit gebed aan bod. Het is één innige en hartstochtelijke bede om het licht en het vuur van de Geest, de her-schepper, de re-creator. Voor mij is het Veni Sancte Spiritus een lied van barmhartigheid. Wie doordrongen is van wat je in dit gebed zegt, beseft dat je dagelijks opnieuw barmhartigheid van God en medemensen nodig hebt om te kunnen leven. En dat besef spoort ons van binnenuit aan om zelf barmhartig te zijn en te proberen tot leven te brengen wat verkild is, te troosten wie verdriet heeft, op weg te gaan met wie de weg is kwijt geraakt. frater Wim Verschuren
23
Gods roeping gaat uit naar de persoon, maar in verbondenheid met allen. Samen beleven wij ons onderweg zijn.
(uit de leefregel van de Fraters CMM)
Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid