FRATERS CMM 1/15
| Broederschap en barmhartigheid beleven | In de voetsporen van de fraters | Sant’Egidio Antwerpen | Vorming in barmhartigheid | Eenheid in verscheidenheid
Inhoud
Gesprek met de algemene overste
4
Rond frater Andreas
5
Mission statement
Colofon
Barmhartigheid is van alle tijden en plaatsen.
Fraters CMM (voorheen Ontmoetingen) is het driemaandelijks contactblad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid (‘Fraters van Tilburg’ of ‘Fraters CMM’). Een abonnement is gratis (aanvragen via adres hieronder). ISSN 1574-9193
Barmhartigheid staat centraal in alle wereldgodsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en islam. De beweging van barmhartigheid heeft een spoor getrokken in de geschiedenis. De verschillende vormen waarin zij verschijnt, zijn uitdrukking van de samenleving waarin zij ontstond en van de spiritualiteit die haar draagt. De Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid is geworteld in de christelijke barmhartigheid.
Redactie: Rien Vissers (hoofdredacteur), frater Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, Nathalie Bastiaansen, Peter van Zoest (eindredacteur) Ontwerp: Heldergroen (www.heldergroen.nl) Opmaak en druk: DekoVerdivas, Tilburg Contact: Fraters CMM, Gasthuisring 54, 5041 DT Tilburg, tel.: 013 5432777 (Rien Vissers) e-mail:
[email protected] website: www.cmmbrothers.org Een vrijwillige bijdrage als tegemoetkoming in de kosten is welkom op IBAN: NL30INGB0001068517 - BIC: INGBNL2A
Foto omslag voor: Gretty Fokker met enkele medewerksters van het Oyugis Integrated Project in Kenia. Zie pagina 6-8. Verloren zoon, Rembrandt
2
Foto omslag achter: Wolkenlucht in de avond, Limoges, Frankrijk (foto: frater Ad de Kok).
Broederschap en barmhartigheid beleven
6
In de voetsporen van de fraters
9
Sant’Egidio Antwerpen
10
Van de redactie Wie nog geen vakantieplannen heeft gemaakt, moet snel kijken op pagina 9. In oktober is het mogelijk een ‘inspiratiereis’ te maken naar Kenia met als thema: ‘Werken van barmhartigheid: in de voetsporen van de Fraters van Tilburg’. De veertiendaagse bijzondere tocht door het Afrikaanse land wordt verzorgd door de katholieke reisorganisatie VNB. Aanleiding zijn de ervaringen van Gretty Fokker, die drie maanden werkte voor het Oyugis Integrated Project van de Fraters CMM in Kenia. Zij brengt uitgebreid verslag uit. In deze editie start een nieuwe rubriek: ‘Symbolen’. Tijdens het generaal kapittel van 2014 werd alle deelnemers gevraagd om een symbool te presenteren dat staat voor hun visie op de toekomst van de congregatie, hun missie, of hun persoonlijke religieuze leven. Dit leverde boeiende verhalen op, die als inspiratie kunnen dienen voor wie zich aangesproken voelen door het charisma van de Fraters CMM. Iemand die zich heel persoonlijk heeft laten inspireren door de spiritualiteit en het werk van de fraters is Joris de Wit. Hij loopt voor zijn studie stage bij communiteit De Vuurhaard in Udenhout, waar vluchtelingen tijdelijk worden opgevangen. Voor hem kreeg het woord ‘barmhartigheid’ dat de fraters hoog in hun vaandel hebben staan, een diepere betekenis. In het hart van deze editie schrijft hij over zijn bevindingen. Een aantal geassocieerde leden deed vanuit Nederland extra inspiratie op bij de Gemeenschap van Sant’Egidio in Antwerpen, zo is te lezen in een impressie van Christianne van de Wal. Kortom: dit nummer van Fraters CMM kan met recht ‘inspirerend’ genoemd worden.
‘Vorming in barmhartigheid ’
12
Bestuurshuizen in beeld
Eenheid in verscheidenheid
16
Vreugde!
17
14
Symbolen
18
Kort nieuws
19
In Memoriam
22
‘Dichtbij is Zijn genade’
23 3
gesprek
met de algemene overste
Tijdens mijn bezoeken aan de verschillende gebieden waar onze congregatie actief is, ontmoet ik medebroeders die getuigen van een diep doorleefde spiritualiteit. Ze zijn levende iconen van broederschap en barmhartigheid. Maar ook moet ik constateren dat jongere fraters ons verlaten. Daarbij vraag ik me af: hoe beleef je je geloften in goede en in kwade dagen? Hoe kun je die beleving verdiepen? Hoe blijf je staande als het moeilijk gaat? Een goede spirituele basis is noodzakelijk.
Jonge fraters zoeken een thuis in de congregatie. Vooral ook een thuis in spirituele zin. Vinden ze dat thuis niet, dan vertrekken ze. In hun zoekproces moet spiritualiteit dus voortdurend alle aandacht hebben. Daarbij zijn niet alleen de goede intenties van de jonge fraters van levensbelang. Ook de kwaliteit van de begeleiding is cruciaal. En dat allemaal ingebed in een ten diepste vreugdevol leven! Vreugde bij alles wat je meemaakt. De Schrift nodigt ons juist ook daartoe uit: “Gezegend is hij die op de Heer vertrouwt, en zich veilig weet bij Hem. Hij is een boom aan een rivier met wortels tot in het water. Hij heeft geen last van de hitte, zijn bladeren blijven groen. Een tijd van droogte deert hem niet, hij blijft vrucht dragen” (Jeremia 17, 7-8). Hoe blijven we trouw aan onze roeping wanneer we een moeilijke periode doormaken? Gelukkig zijn er inspirerende mensen, ver weg en dichtbij, wier levenshouding ons tot voorbeeld en steun kan zijn. De laatste tijd ervoer ik het zelf bij onze medebroeder frater Cristino Gemen, die op 4 januari op achtenzeventigjarige leeftijd in Belo Horizonte overleed. Ik was in het najaar enkele weken in Brazilië. Dagelijks heb ik hem opgezocht. Frater Cristino was erg ziek. Tegelijk bleef
4
hij tot het laatste moment toegewijd en vol vreugde. Hoewel hij doodziek was, gaf hij mij energie! Ik de vorige editie van Fraters CMM sprak ik al over het belang van ons communiteitsleven. Wanneer we elkaar als broeders ondersteunen, ontstaat een gemeenschapsleven dat getuigt van het evangelie en ten goede komt aan de fraters onderling en aan de omgeving waarin ze leven en werken. Onze leefregel wijdt inspirerende woorden aan de vorming van jonge fraters in de communiteit. Ik nodig alle fraters uit zich er blijvend door te laten inspireren. Uiteindelijk is vorming een levenslang proces. “Vooral het deelnemen aan het gewone leven van elke dag biedt mogelijkheden om geestelijk te groeien en zich een levensvorm persoonlijk eigen te maken. Van groot belang voor de vorming van een frater is de levenshouding van hen met wie hij samenwoont. Bij zijn confraters moet hij iets kunnen ervaren van wat authentiek geloof en evangelische inspiratie voor de verwezenlijking van zijn idealen betekenen” Constituties, 1,353-355 interview Rien Vissers
rond frater andreas
De driftkop Niet alle fraters van Ruwenberg waren zo geduldig en zachtaardig als frater Andreas. Neem frater Alexius Jansen, enkele jaren ouder dan Andreas. Hij stond bekend als driftig en werd daar door zijn medebroeders wel om geplaagd. De kroniek van het fraterhuis bevat een mooie tekening van zijn persoon, geschreven door frater Amatus Hosemans.
“Hij was maar klein van gestalte en op hem was een Engels gezegde van toepassing: ‘A little pot is soon hot’. Driftig in zijn werk, driftig in zijn spreken, gemakkelijk in lichterlaaie als het werk niet vlotte of iets hem tegenstond. Daar was hij zelf het best van overtuigd en na een bui van driftigheid, als we met hem lachten, lachte hij het meest. Hij zei wel eens: ‘Ik kan niet begrijpen hoe jullie de hele dag bij kinderen kunt zijn, zonder driftig te worden.’ Bij het herstellen van de Lourdesgrot had de directeur, frater Prudentius, een schapenkop laten aanbrengen die uit de rots stak. Dat hoorde er niet bij, vond frater
Alexius. Elke morgen als hij, zoals de meesten, even naar de grot ging om zijn dagtaak aan Maria te wijden, was die kop hem een ergernis. Op zekere morgen zag ik hem naar de grot gaan. Hij kon mij niet zien. In de rechterhand hield hij de rozenkrans. Dat was gewoon. Maar in de linker hield hij iets onder de toog verborgen. Bij de grot aangekomen, keek hij goed in het rond. Niemand zag hem, meende hij. En daar haalt hij van onder de toog een bijl tevoorschijn. Met beide handen pakt hij ze vast, heft ze in de hoogte en … daar vloog de schapenkop naar beneden. … Veel hebben wij hem ermee geplaagd, vooral toen na enkele dagen de schapenkop weer was aangegroeid.” “Oude baas, gij zijt nu in de hemel, terwijl wij met u lachen. Mogen wij ons hoofdgebrek zo vlijtig bestrijden, als gij het uwe hebt gedaan”, verzucht de kroniekschrijver. Bijna veertig jaar woonden frater Andreas en frater Alexius in één communiteit. Ze wedijverden in de bestrijding van hun gebreken. Hoe zouden ‘de heilige frater’ en ‘de driftkop’ met elkaar zijn omgegaan? Charles van Leeuwen
Lourdesgrot Ruwenberg.
5
kenia
Broederschap en barmhartigheid beleven Gretty Fokker (28), één van de ‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’, de CMM-jongerenbeweging, vertrok eind september 2014 naar Oyugis, Kenia, om daar enkele maanden als vrijwilliger te werken voor het Oyugis Integrated Project (OIP) van de Fraters CMM. Het project is er op gericht om besmetting met hiv/aids te voorkomen en mensen te ondersteunen die gebukt gaan onder de gevolgen ervan. Gretty is huisarts in opleiding. Ze was actief op het gezondheidscentrum van OIP, waar laagdrempelig gezondheidszorg geboden wordt aan de bevolking. Half december 2014 keerde ze terug naar Nederland. Hoe heeft ze haar tijd in Kenia beleefd?
paar keer in Kenia geweest, steeds enkele weken. De vriendschappen die in 2008 ontstonden konden verder groeien en er kwamen nieuwe goede contacten bij.
Verbondenheid Toen werd het 2014. Ik was volop bezig met mijn huisartsenopleiding. Een moment van reflectie … over anderhalf jaar zou ik klaar zijn en kon ik me als huisarts gaan vestigen. Maar dat idee waarmee ik ooit de geneeskundestudie begon was er nog steeds … ik wilde graag óók werken in Afrika, in ieder geval het één keer ervaren. En nadat ik met de toenmalige algemene overste frater Broer Huitema overlegd had, wist ik het: ik zou naar Oyugis in Kenia gaan om mee te werken op de gezondheidspost van de fraters. Gretty Fokker.
In 2007 sloot ik me aan bij de ‘Ambassadeurs’, allereerst voor een heel bijzondere reis naar de Wereldjongerendagen in Sydney, een jaar later, maar deze beweging bleek zo veel meer in petto te hebben. De voorbereidingen waren intensief, leerzaam, verdiepend en motiverend, en de reis zelf was geweldig. In drie weken ontstond een hecht gevoel van broederschap met mensen vanuit de hele wereld (Brazilië, Indonesië, Kenia, Namibië, Nederland). Er ontwikkelden zich sterke vriendschappen met jongeren van wie we eerst eigenlijk nog niet eens precies wisten hoe ze er uit zouden zien. We vierden, zongen, praatten en lachten samen. Die banden zijn ook na de reis blijven bestaan. We mailen en via Facebook houden we nog steeds contact met elkaar. Sindsdien ben ik een
6
OIP-gebouw.
Gretty Fokker met enkele OIP-medewerksters en één van hun kinderen.
Op 22 september kwam ik aan op Nairobi Airport en werd ik door een frater en drie ambassadeurs ontvangen. Het gevoel van verbondenheid was er meteen weer en dat zou in de komende weken alleen maar toenemen. Na een week vol bijzondere en warme ontmoetingen met ambassadeurs reisde ik door naar Oyugis en maakte ik kennis met het project. Ik stond versteld van de verscheidenheid aan activiteiten: kleermakerij, schoolfonds, bibliotheek, ondersteuning van de bevolking op velerlei manieren, en natuurlijk de medische afdeling. Daar zou ik bijna drie maanden gaan werken.
Gezondheidszorg De medische post is voor een groot deel gericht op de zorg voor hiv-geïnfecteerden. Zeventien procent van de plaatselijke bevolking is hiv-positief. Bij OIP kunnen mensen zich laten testen, krijgen ze voorlichting en worden ze indien ze besmet zijn opgenomen in het behandelprogramma. Ze krijgen regelmatig controles, persoonlijke aandacht en gratis medicatie. Ze worden eerst door de verpleegkundige gescreend. Vervolgens gaan ze langs bij de arts die medicatie voorschrijft en zo nodig besluit tot onderzoek. Daarnaast is er een zogeheten out-patients, de plek waar ik gewerkt heb, waar iedereen terecht kan voor
medische zorg. Ik merk aan de patiënten dat ze de zorg hier prettig en betaalbaar vinden. Allerlei klachten en ziektebeelden komen voorbij: malaria, buiktyfus, griep, hoofdpijn, astma, hoge bloeddruk, hiv, grote wonden die maanden nodig hebben om te genezen en ga zo maar door. De gezondheidszorg werkt in Kenia totaal anders dan in Nederland. Allereerst zijn er (bijna) geen verzekeringen, dus elk doktersbezoek, een laboratoriumtest of een medicijn kost de mensen geld. Maar veel patiënten hebben dat simpelweg niet. Bijna elke patiënt wordt naar het laboratorium verwezen, meestal om op malaria en buiktyfus te testen. Deze tests zijn eigenlijk niet heel betrouwbaar, maar we moeten het er wel mee doen. Er wordt nauwelijks lichamelijk onderzoek gedaan en bijna elke patiënt krijgt antibiotica mee voor een bacteriële infectie of om deze te voorkomen. De resistentie die hierdoor kan ontstaan en waar we in Nederland erg bang voor zijn, wordt in Kenia niet onderkend. Het is aan één kant heel begrijpelijk want mensen zijn hier door de algemene leefomstandigheden veel vatbaarder voor infecties, en je laat ze niet gemakkelijk de volgende dag terugkomen om te evalueren hoe het gaat. Maar het was ook soms frustrerend en heeft voor de nodige discussies gezorgd. Ik heb daar veel van geleerd en hopelijk hebben mijn gesprekspartners er ook wat van opgestoken.
7
Armoede Ik draaide elke werkdag spreekuur samen met een verpleegkundige. Door deze samenwerking konden we ervaringen en kennis heel makkelijk uitwisselen. Ik hoop dat een aantal dingen van me overgenomen wordt. Ik neem in ieder geval veel kennis mee terug naar huis. Het allermoeilijkste vond ik de armoede. Het is pijnlijk
Buurtkinderen. om te horen dat patiënten hun medicijnen niet kunnen betalen, of zich de laboratoriumtest van één euro niet kunnen veroorloven. Je zag patiënten terugkomen die vanwege de kosten niet naar het ziekenhuis gingen, waar we ze wel naar verwezen hadden voor behandeling of onderzoek. Dan probeer je maar zelf zo goed mogelijk te behandelen. Nadat ik echter het plaatselijk ziekenhuis bezocht had, leek het me ook beter om zo min mogelijk mensen naar het ziekenhuis te verwijzen, gezien de erbarmelijke omstandigheden daar.
Veel geleerd Het OIP is echt een goede steun voor de bevolking van Oyugis doordat het project zich richt op een integrale aanpak en mensen op vele vlakken ondersteunt. De
medewerkers stimuleren de mensen om zelfredzaam te zijn en proberen onder de bevolking netwerken te vormen voor onderlinge steun. Dit project levert een belangrijke bijdrage aan de verbetering van de zorg. De gezondheidspost is voor de mensen een verademing vergeleken bij het armoedige en drukke districtsziekenhuis of de duurdere alternatieven in de omgeving. Ik heb heel veel geleerd, op medisch vlak maar ook op persoonlijk vlak. Ik heb Kenia beter leren kennen en meer leren begrijpen van de Keniaanse culturen. Ik heb gezien hoe mensen met armoede omgaan, hoe hard mensen moeten worstelen om voldoende eten op het bord te krijgen, hoe sterk mensen kunnen zijn in moeilijke omstandigheden en hoe mensen leed kunnen dragen. Ik heb ook veel moois gezien: mensen die oprecht genieten van het leven en met vreugde hun geloof beleven. Mijn verblijf bij de fraters heeft ook veel voor me betekend. Ik mocht met hen meevieren: ’s ochtends in de eucharistie, ’s avonds in het avondgebed. Ik heb hun leven een aantal maanden mogen delen. Dit heeft me stevigere wortels gegevens in het geloof en mij als persoon sterker gemaakt. Ik heb me echt thuis mogen voelen in hun huis. Ik heb mijn ervaringen in Kenia een weekje mogen delen met mijn ouders. In een week tijd hebben zij alle projecten van de Fraters CMM in Kenia bezocht. Een reis die een diepe indruk bij hen achterliet. Naar aanleiding van onze ervaringen organiseert de VNB (Vereniging Nationale Bedevaarten) in oktober 2015 een ‘inspiratiereis’ naar Kenia met als thema: ‘Werken van barmhartigheid: in de voetsporen van de Fraters van Tilburg’. Tijdens deze reis worden veel projecten van de fraters bezocht, waaronder OIP. Je kunt proberen een ervaring te omschrijven in woorden, gesproken of op papier, maar de ervaring laten beleven werkt zoveel beter. Gretty Fokker
Eindejaarsontmoeting van de ambassadeurs in het Keniaanse noviciaat van de Fraters CMM te Sigona. 8
kenia
in de voetsporen van de fraters Van 9 tot en met 23 oktober organiseert de katholieke reisorganisatie VNB (Vereniging Nationale Bedevaarten) een ‘inspiratiereis’ naar Kenia met als thema: ‘Werken van barmhartigheid: in de voetsporen van de Fraters van Tilburg’. Aanleiding zijn de ervaringen van Gretty Fokker, één van de ‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’, de CMM-jongerenbeweging, die vorig jaar als vrijwilligster werkte voor het Oyugis Integrated Project (OIP) van de Fraters CMM in Kenia (zie pagina 6-8).
“Maak nu op een bijzondere manier kennis met Kenia”, zo is te lezen in een VNB-folder. “Een reis gericht op de werken van barmhartigheid in een Afrikaans land. Een land met prachtige landschappen, een kleurrijke cultuur en nog volop in ontwikkeling. Deze reis gaat verder dan een safari, we gaan beleven hoe Kenianen hun geloof vieren, hoe het lokale leven eruit ziet en hoe projecten het land vooruit proberen te helpen.”
‘Bijzondere ervaringen’ Tijdens de reis worden ook CMM-communiteiten en -projecten bezocht. “Zo vieren we samen met de fraters en de lokale bevolking”, aldus de VNB. “We bezoeken onder andere basis- en middelbare scholen, een gezondheidsproject, een theeplantage en mensen in hun eigen woonomgeving. Ook praten we met fraters
Bananenverkoop bij auto’s. die in Keniaanse gevangenissen werken en bezoeken we een aantal lokale heiligdommen en Keniaanse steden. Het wordt een betekenisvolle reis vol bijzondere ervaringen!” De reis gaat per bus door Kenia. Soms wordt gebruik gemaakt van minibusjes. De overnachtingen vinden plaats in eenvoudige hotels en in fraterhuizen. De eerste drie dagen verblijft het gezelschap bijvoorbeeld in het CMM-noviciaat in Sigona, niet ver van de Keniaanse hoofdstad Nairobi. In Oyugis vindt een kennismaking plaats met het CMM-gezondheidsproject aldaar. Van daaruit gaat de reis ook naar scholen van de fraters in Mosocho en Sikri. Verder staan op het programma, naast toeristische uitstapjes, bezoeken aan CMM-communiteiten in onder meer Molo en Nakuru. Ga voor meer informatie naar www.vnb.nl, ‘onze reizen’, ‘inspiratiereizen’. Peter van Zoest
Uitsnede VNB-brochure van de reis. 9
nederland
Ingang van het voormalige klooster van de Witzusters in de Kammenstraat te Antwerpen, waar de Gemeenschap van Sant’Egidio is gevestigd.
Een kijkje in de ‘keuken’ van Sant’Egidio Antwerpen Op 22 november 2014 brachten geassocieerde leden Frits Aarts, Betty Karhof, Henk en Trudy Mutsaers, Lex van der Poel, Nelleke Verstijnen en Henk en Christianne van de Wal, samen met generaal bestuurslid frater Niek Hanckmann een bezoek aan de Gemeenschap van Sant’Egidio in Antwerpen. Christianne van de Wal bericht erover. Frater Niek Hanckmann kent verschillende vrijwilligers van deze organisatie en had daarom tevoren de contacten gelegd. Filip Wieers, Sant’Egidio-medewerker van het eerste uur, ontving ons allerhartelijkst in een gastenkamer van het prachtige onderkomen. Hij vertelde over de oorsprong van het gebouw: een oud klooster van de Witzusters aan de Kammenstraat, dat daarna nog andere functies had en onder meer de Vincentiusvereniging herbergde. Deze vereniging heeft nog altijd een klein deel van het gebouw tot haar beschikking. Maar vooral onderhield Filip ons met een boeiend verhaal over de start van Sant’Egidio in België.
Lekengemeenschap De Gemeenschap van Sant’Egidio is een christelijke lekengemeenschap die in meer dan zeventig landen van alle continenten 60.000 leden telt. Die komen samen voor het gebed en knopen vriendschap aan met de armsten van de eigen stad. Op wereldschaal zet Sant’Egidio zich in voor de dialoog tussen godsdiensten en de vreedzame oplossing van conflicten. De gemeenschap ontstond in 1968 in Rome. Ze ontleent haar naam aan het kerkje van Sant’Egidio in de wijk Trastevere, waar ook nu nog het centrum van de gemeenschap is gevestigd. In de Lage Landen heeft Sant’Egidio haar centrum in Antwerpen, en zijn er gemeenschappen in Amsterdam, Apeldoorn, Nijmegen en Utrecht. Als jonge student ging Filip Wieers met Hilde Kieboom, stichteres van de Sant’Egidio-tak in België, 10
en andere belangstellenden naar Rome om daar de gemeenschap te bezoeken. Getroffen door wat hij daar zag, wat hij beleefde in de kerk met jongeren vanuit de hele wereld die zich inzetten voor de armen, was in hem en bij nog zeven enthousiaste mensen de drive geboren om in Antwerpen ook op zoek te gaan naar de marginalen van de stad. In de buurt van de haven ontmoetten de voortrekkers veel kinderen die verweesd en vervuild rondliepen, en kwamen ze in armzalige woningen terecht waar eenzame ouderen geheel aan hun lot waren overgelaten. Filip sprak over de vele daklozen als “de melaatsen van vandaag”, over het grote aantal nationaliteiten en alle problemen waarmee zij te kampen hebben.
Evangelie De gemeenschap kwam in 1994 in België van de grond en al spoedig werd een belangrijk onderdeel in het leven geroepen: ‘Kamiano’, het restaurant, waar de armen twee keer per week een warme maaltijd kunnen gebruiken. ‘Kamiano’ is de naam die pater Damiaan kreeg van de mensen op Molokai, één van de eilanden van Hawaii, waar hij onder de melaatsen werkte. Het restaurant is open voor de vele daklozen en armen op woensdag en zaterdag van 16.30 tot 19.30 uur. Maar liefst drie- tot vierhonderd mensen worden er steeds welkom geheten door vrijwilligers, die hun uiterste best doen om het de gasten naar hun zin te maken. Daarnaast is er ook het ‘Kamiano onthaal’ in het leven
geroepen, een inloophuis waar daklozen maandag-, dinsdag-, donderdag- of vrijdagochtend terecht kunnen voor een douche, een kopje koffie en een praatje. Daar probeert men de mensen terug op de rails te zetten, door hen in elk geval het gevoel te geven dat er iemand naast hen staat. ’s Avonds is er gebed in de Carolus Borromeuskerk, want het evangelie is geheel verweven in het patroon van de hulp aan de behoeftige mens. Tenslotte is in Antwerpen, als onderdeel van het gebouw aan de Kammenstraat, een opvanghuis voor ouderen opgezet, ‘Simon en Hanna’ geheten, waar een achttal alleenstaande ouderen geniet van rust, aandacht, de wetenschap dat ze de laatste jaren van hun leven mogen inkleuren met hun talenten, een eigen ruimte met spulletjes, goede maaltijden, contact met de buurt, enzovoorts.
Vrijwilligers Filip leidde ons rond door het gebouw en we waren diep onder de indruk van de uitstraling en van de wijze waarop de opvang is geregeld. De pretoogjes, glimlach, blijdschap van de aanwezige ouderen bevestigden de glans van dit initiatief. Er zijn maar liefst zo’n duizend vrijwilligers actief. Ze worden ingezet voor ‘Kamiano’, maar ook voor de ‘Scholen van Vrede’ waar kinderen worden opgevangen na school en begeleiding ontvangen voor huiswerk en waar allerlei activiteiten voor hen worden georganiseerd. Filip had talloze verhalen en anekdotes en we hingen aan zijn lippen toen hij vertelde hoe het een en ander georganiseerd werd, vooral met de kerstdagen. Die dagen zijn voor de daklozen heuse hoogtepunten van het jaar. Met honderden (zeven- tot achthonderd!) worden ze uitgenodigd voor een maaltijd aan prachtig versierde tafels in een kerk in Antwerpen. Maar ook de gevangenen worden bezocht: met tachtig vrijwilligers wordt een eetzaal in de gevangenis omgetoverd tot een kerstzaal waar de gedetineerden éénmaal per jaar op een speciale maaltijd worden onthaald. Filip maakte duidelijk dat de gemeenschap financieel rond komt door talloze giften van instanties, ordes en congregaties van religieuzen (zoals de Fraters CMM), een subsidie van de stad Antwerpen (één euro per maaltijd) en het ‘peter en meterschap’: men kan peter of meter worden door maandelijks een bedrag te doneren voor de maaltijden.
Handen uit de mouwen Na het boeiende verhaal van Filip was het de beurt aan Pascale Bemelmans die ons, en een groep theologiestudenten uit Nijmegen, uitlegde hoe de ‘Kamiano’ georganiseerd is en hoe het verstrekken van de maaltijden in zijn werk gaat. Ook liet zij ons weten hoe wij
Handen uit de mouwen: dekens klaarmaken voor daklozen. V.l.n.r: Betty Karhof, Trudy Mutsaers, Lex van der Poel, Henk Mutsaers, frater Niek Hanckmann. zelf de handen uit de mouwen zouden gaan steken. Maar vóór het zover was, leidde Filip ons rond in de kapel van het gebouw waar naast een paar iconen aan de wand ook een tafel was opgesteld met allerlei kruisen uit de hele wereld en een boek waarin de overleden daklozen en eenzamen met naam en kenmerkende eigenschappen worden beschreven. Het feit dat er die aandacht is, dat zij niet worden vergeten, doet zovele bondgenoten in eenzaamheid erg goed. Op 1 november worden de namen van de overledenen van het afgelopen jaar herdacht, en dat is ieder jaar weer een emotioneel moment. Toen was het ogenblik van daadkracht aangebroken. Eerst mochten wij in een opslagruimte gezamenlijk dekens in zakken doen, die als kerstcadeautjes aan daklozen en armen gegeven zullen worden. Daarna werden we twee aan twee in ‘Kamiano’ ingedeeld om de maaltijden te serveren, afval te sorteren, op te ruimen en met de aanwezigen te praten. De tafels werden voor steeds andere gasten door ons gedekt. Er was soep, lasagne en een toetje. Dit werk vormde het hoogtepunt van de dag, en we waren dan ook stuk voor stuk onder de indruk van de zo bijzondere en welkome aanwezigheid van de organisatie en de uitstraling van Sant’Egidio! Als er een dependance in Tilburg was wisten we het wel …
Dankbaar Na deze indrukwekkende middag gingen we huiswaarts, via een korte stop voor een warme hap in St. Job in ’t Goor naar het CMM-generalaat in Tilburg om aan te schuiven bij de verwelkoming van de Indonesische leden van het generaal bestuur. Onnodig te zeggen dat we frater Niek Hanckmann, elkaar en Sant’Egidio enorm dankbaar zijn voor deze bijzondere belevenis. Christianne van de Wal
11
nederland
Joris de Wit (rechts) met een vluchteling uit Benin en vrijwilligster Yvonne Boers in De Vuurhaard.
Vorming in barmhartigheid Joris de Wit loopt voor zijn opleiding aan de Fontys Hogeschool in Tilburg sinds november vorig jaar stage bij de vluchtelingenopvang in communiteit De Vuurhaard te Udenhout. Ook draaide hij mee bij de ‘inlooplunch’ van de Elimcommuniteit van de fraters in Tilburg. Wat heeft hem daartoe gebracht en hoe ervaart hij deze ‘vorming in barmhartigheid’? In december 2012 was ik 29 jaar, had een goede baan en niets te klagen. Toch miste ik iets en dit gevoel bleef knagen: wat wil ik nu echt met mijn leven? Het welbekende ‘dertigersdilemma’. Ik had altijd al veel interesse in alles wat met religie te maken had en wilde in mijn werk graag dienstverlenend zijn naar mensen die het echt nodig hebben. Toen ik de opleiding ‘Levensbeschouwelijk werker’ aan de Fontys Hogeschool in Tilburg ontdekte, wist ik dat deze mij op het juiste spoor zou brengen. De studie is niet enkel op het katholieke geloof georiënteerd, maar heeft ook aandacht voor andere religies en filosofie, passend bij de huidige multireligieuze samenleving.
Enorm complex In 2013 ben ik gestart in de deeltijdvariant en combineer deze met een parttime baan. In mijn stage bij De Vuurhaard wil ik ontdekken wat het betekent om te werken vanuit een katholieke spiritualiteit en roeping. Tevens doe ik ervaring op in het werken met een doelgroep die me aan het hart gaat. Voordat ik 12
aan mijn studie begon heb ik door het Midden-Oosten gereisd. In Irak en Israël heb ik veel meegekregen van de problematiek die daar speelt. Toen ik in de wereld van De Vuurhaard stapte, schrok ik in eerste instantie dan ook van de omstandigheden waarin veel uitgeprocedeerde vluchtelingen verkeren in Nederland. Deze mensen, vaak gevlucht uit oorlogsgebieden, hebben al zoveel meegemaakt en worden dan in een welvarend land als Nederland aan hun lot en aan de straat overgelaten. Het is te simpel om hier de bureaucratie en ellenlange procedures de schuld van te geven, want in de afgelopen maanden heb ik wel ontdekt dat de vluchtelingenproblematiek enorm complex is. Een oplossing is niet zomaar bedacht, maar gelukkig zijn er tot die tijd wel opvangplaatsen zoals De Vuurhaard. Hier kunnen de vluchtelingen in alle rust zichzelf voorbereiden op hun volgende stap: een nieuwe procedure of terugkeer naar het land van herkomst. Dat dit mooie werk voor de fraters en vrijwilligers niet altijd gemakkelijk is heb ik ook ontdekt.
Dilemma De vluchtelingenopvang gebeurt in samenwerking met VluchtelingenWerk en er worden duidelijke afspraken gemaakt over hoe lang iemand in De Vuurhaard mag verblijven. Maar wat doe je als iemand die termijn ruim overschrijdt en nog geen andere verblijfplaats heeft gevonden? Wat doe je als iemand moet vertrekken mede omdat hem ook wel wat nalatigheid verweten kan worden in het zorgdragen voor zijn eigen toekomst? Maar het sneeuwt buiten en ergens lijkt de vluchteling ook radeloos verloren te zijn geraakt in de Nederlandse bureaucratie. Dit zijn moeilijke dilemma’s, maar wel tevens de momenten waarop ik heb ontdekt hoe de spiritualiteit van de fraters een rol speelt in hun werk. Durven we de beslissing te nemen om de jongen de straat op te sturen, zodat hij wel voor zichzelf moet gaan zorgen. Misschien is dat net het zetje dat hij nodig heeft. Of dulden we dat hij nou net één van die weinige mensen is die misschien niet zo goed voor zichzelf kan zorgen en daar wat extra steun bij nodig heeft? Door op deze manier naar het dilemma te kijken vind ik dat je recht doet aan de persoon in kwestie. Er wordt gekeken naar wat het beste voor hem is. Het vraagt naast tijd ook lef om hier deze overwegingen te maken. Twee zaken waar het in de huidige maatschappij vaak aan ontbreekt en wat het werk van de fraters juist onderscheidend maakt.
Volgens mij is leven en werken vanuit barmhartigheid nu precies iets dat voor zin kan zorgen.
Kleine verhalen Ik raak enorm geïnspireerd en gemotiveerd door de barmhartigheid en passie die ik zie bij de fraters van De Vuurhaard en de Elimcommuniteit, maar ook bij vluchtelingen en bezoekers van de inlooplunch. Zo is er de vluchteling die vastberaden is om in de voetsporen van zijn vader het onrecht in zijn land van herkomst aan te pakken. Niet via de gewapende strijd, maar via de politiek. Maar ook inspirerend is de bezoeker van de inlooplunch die protesteert tegen het sluiten van ‘De Pollepel’ in Tilburg. Hij stond op tijdens de lunch en vroeg gepassioneerd aan de medebezoekers om steun om de sluiting van ‘hun eethuis voor iedereen’ te voorkomen. Ik denk dat het deze kleine verhalen zijn die de samenleving weer wakker kunnen schudden en mensen kunnen inspireren om betekenis te geven aan hun leven. Ik probeer dit soort verhalen dan ook een plaats te geven in de nieuwsbrief die ik tweewekelijks maak voor De Vuurhaard.
Barmhartigheid Naast mijn stage bij De Vuurhaard heb ik ook enkele weken meegedraaid bij de ‘inlooplunch’ van de Elimcommuniteit in Tilburg. Hier leerde ik nog een andere parallelle wereld in Nederland kennen, die van armoede en eenzaamheid. De fraters van Elim, in samenwerking met parochie Peerke Donders, hebben hier oog en aandacht voor mensen die anders vergeten worden. Sinds kort durf ik hier het stempel ‘barmhartigheid’ op te plaatsen. Een woord dat ik wel kende, maar nooit echt begreep. In De Vuurhaard wordt op elke donderdag door de fraters, vluchtelingen en vrijwilligers het ‘eetcafé’ georganiseerd. Iedereen is dan welkom om te genieten van het exotische eten dat de vluchtelingen en vrijwilligers samen klaarmaken. Na de maaltijd wordt de gasten een presentatie aangeboden door frater Ad de Kok. Hij vertelt daarin over de vluchtelingenproblematiek en het leven van de fraters. Door middel van een drieslag legt hij tevens uit wat barmhartigheid is: zien, geraakt worden en in beweging komen. Deze uitleg was een enorme eyeopener voor mijzelf en ontzettend leerzaam in het kader van mijn studie. In de opleiding is veel aandacht voor de worsteling die mensen ervaren rondom zingeving (of het gebrek daaraan) in het leven.
Banier van de inkooplunch voor het fraterhuis van de Elimcommuniteit in Tilburg.
Toekomst De gesprekken en ontmoetingen die ik tot nu toe heb gehad met verschillende fraters helpen mij enorm om mijn eigen weg te vinden als levensbeschouwelijk werker. Ik ben dan ook ontzettend dankbaar dat ik deze kans heb gekregen en hoop dat er na en naast mij nog velen anderen zich laten inspireren door de spiritualiteit die ten grondslag ligt aan het werk van de Fraters CMM. Joris de Wit
13
Bestuurshuizen in beeld
Bestuurshuis regio Oost-Timor De volgende twee pagina’s bevatten foto’s van het fraterhuis in Dili, van waaruit de CMM-regio OostTimor wordt bestuurd. Het is de vijfde aflevering van de in 2013 gestarte rubriek die congregationele bestuurshuizen belicht in de verschillende landen waar de fraters actief zijn.
Mariabeeld in de kapel.
Binnentuin.
Vergaderzaal. 14
Bestuurskamer.
Het fraterhuis in Dili.
Bibliotheek.
Binnentuin
Refter.
Kapel. 15
KENIA
Frater James Ochwangi Nyakundi.
Eenheid in verscheidenheid ‘Dat wij allen één mogen zijn’. Zo luidde het thema van de CMMprovinciedagen in Kenia van 28 tot 30 december. Fraters uit heel het land waren bijeengekomen in Nakuru om elkaar te ontmoeten en inspiratie op te doen. De vorig jaar augustus aangetreden provinciale overste van Kenia, frater James Ochwangi Nyakundi, sprak op de slotdag van de bijeenkomst zijn dank uit voor het vele werk dat verricht is door zijn voorgangers, de fraters Leo van de Weijer, Athanasius Onyoni en Andrea Sifuna. “Julie inspirerend leiderschap heeft onze provincie de kracht gegeven om recente problemen het hoofd te bieden”, benadrukte hij. Hierbij aansluitend greep de provinciale overste het thema van de bijeenkomst aan om te wijzen op het belang van saamhorigheid binnen de CMM-provincie van Kenia. “We kunnen niet zonder elkaar. Eenheid en samenwerking zijn belangrijk om sterk te staan.” Hij gaf aan dat de stabiliteit van de CMM-provincie onder druk staat doordat fraters te veel hun eigen gang gaan en daardoor de onderlinge broederschap ondermijnen. Uitgaan van ‘eenheid in verscheidenheid’ is volgens hem de oplossing om de problemen die hierdoor ontstaan het
hoofd te bieden. “We zijn niet hetzelfde; we hebben verschillende kleuren en we hebben verschillende culturen. We zijn allemaal verschillend, maar de sleutel tot het verlangen naar eenheid is te vinden door naar deze verschillen te kijken, deze verschillen te respecteren, van deze verschillen te leren en in en door middel van deze verschillen te groeien.”
Gemeenschapsleven Pater Angelus Njagi CM beklemtoonde in een lezing over het gemeenschapsleven eveneens het cruciale belang van eenheid onder de fraters. Hij betoogde: “Het leven van een frater in de communiteit waarin alle leden met elkaar zijn verenigd als een bijzondere familie in Christus, kan op een zodanige wijze worden omschreven dat het een wederzijdse ondersteuning is voor iedereen in het vervullen van de roeping van ieder afzonderlijk.”
Viering in de kapel van het fraterhuis in Nakuru tijdens de provinciedagen.
16
Jaar van het Godgewijde Leven
Vreugde! Medio januari ontvingen fraters en geassocieerde leden van de congregatie een eerste zending bezinningsmateriaal voor het Jaar van Godgewijde Leven. De congregatie wil tijdens het jaar elke twee maanden met een nieuw aanbod komen. De eerste aflevering van ‘Vreugde!’, zoals de reeks wordt genoemd, verscheen met het oog op de Werelddag van het Godgewijde Leven, 2 februari 2015.
“Als congregatie willen wij bijzondere aandacht schenken aan de oproep van paus Franciscus om ons nog nadrukkelijker bewust te zijn van onze unieke religieuze roeping en zending van broederschap en barmhartigheid”, zo schrijft de algemene overste frater Lawrence Obiko in een begeleidende brief. De congregatie gebruikt voor het religieuzenjaar een speciaal logo met het eigen beeldmerk erin verwerkt. Bovenaan prijkt het woord ‘Joy’, ‘Vreugde’, dat verwijst naar de apostolische exhortatie Evangelii Gaudium, De vreugde van het evangelie, waardoor de fraters zich in het jaar laten inspireren. Het bezinningsmateriaal verschijnt in het Nederlands, Engels, Indonesisch en Portugees en is ook te vinden op de website van de congregatie (www.cmmbrothers.org).
In de wereldwijde katholieke kerk wordt van 29 november 2014 tot en met 2 februari 2016 het ‘Jaar van het Godgewijde Leven’ gevierd. Paus Franciscus kondigde dit speciale jaar op 29 november 2013 aan tijdens een ontmoeting met religieuzen in Rome. Hij roept ordes en congregaties op zich in dit jaar te bezinnen op hun betekenis voor kerk en samenleving. Ook de fraters CMM staan in dit ‘religieuzenjaar’ stil bij hun roeping en zending.
vreugde, en zo jullie vreugde volkomen te maken” (Joh. 15,11). Vervolgens wordt geciteerd uit enkele boeken van het Oude Testament waarin vreugde centraal staat. Centraal in de uitgave staan acht passages uit de apostolische exhortatie Evangelii Gaudium. De lezer wordt gevraagd deze aandachtig te lezen en steeds twee zinnen te onderstrepen die het meest aanspreken. Daarover kan een gesprek met iemand worden gevoerd die hetzelfde gedaan heeft. Bij het materiaal zijn de volgende ‘vragen voor meditatie en uitwisseling’ gevoegd: “1. Denk na over de bronnen van vreugde in je persoonlijk leven. Wat geeft vreugde aan je leven? 2. Kun je enkele momenten benoemen waarop je de vreugde van het evangelie in het bijzonder hebt ervaren? 3. Hoe deel je je vreugde met je medebroeders en -zusters? Hoe delen zij hun vreugde met jou? 4. ‘God houdt van een blijmoedige gever’. Welke vreugde ervaar je in je werk en in je apostolaat?” Peter van Zoest
Citaten De eerste editie van Vreugde! opent met vier treffende korte citaten. “Eén woord wil ik jullie zeggen en dat woord is vreugde. Altijd is er, als mensen hun leven aan God wijden, vreugde!” (paus Franciscus). “Wees werkelijk blij en opgewekt in de Heer” (Vincentius). “Wees altijd blij, bidt zonder ophouden, dank God voor alles; dat is het wat God van u verlangt in Christus Jezus (Constituties CMM, I,183). “Dit alles heb Ik jullie gezegd om jullie deelgenoot te maken van mijn eigen
17
Symbolen
De bril van frater Theo Adams Tijdens het generaal kapittel van 2014 werd alle kapittelleden gevraagd om een symbool te presenteren dat staat voor hun visie op de toekomst van de congregatie, hun missie, of hun persoonlijke religieuze leven. Dit leverde een aantal boeiende verhalen op, waarvan in ‘Fraters CMM’ een selectie zal worden opgenomen, te beginnen in deze editie met de bijdrage van frater Theo Adams. Hij nam als plaatsvervangend regionaal overste van Brazilië deel aan het kapittel. Als je slechtziend bent, is een bril een heel belangrijk voorwerp in je leven. En als het donker is heb je meer licht nodig om te zien. Dat kun je ook op een spirituele manier bekijken: “Het Woord kwam naar ons. In het Woord was leven, en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.” Dit was niet meteen waar ik aan dacht toen ik als een zesjarige jongen mijn eerste bril kreeg. Er zouden er nog veel volgen. Het was een bril met sterke glazen: -6 aan de ene, en -9 aan de andere kant. Later liep dit op tot -14 en -18. In 1969, tijdens mijn studie aan de universiteit, nam ik lenzen. Het maakte me aan het huilen tot ik aan de lenzen gewend was. En ik heb ze ook vele malen verloren. Twintig jaar geleden ben ik gestopt met autorijden, omdat ik bijna een aantal ongevallen had veroorzaakt. Niet veel later onderging ik een oogoperatie waardoor ik beter veraf kon zien. Voor het lezen heb ik nu een leesbril. 18
Maar Jezus hielp me niet alleen om te zien, en door licht te brengen; Jezus stuurde me naar Siloam; Hij waste mijn ogen en ik begon te zien. Hij hielp mij ook om onderscheid te maken, en om de zaken van alle kanten te bezien. Hij leerde me om te zien met mijn hart, zelfs met mijn enigszins blinde ogen. Hij gaf me een familie die me een bril gaf en een congregatie die me lenzen gaf; een familie die mij liefde leerde en een congregatie die mij hielp om barmhartigheid te zien en te onderscheiden. Brillen en lenzen kunnen breken en kwijt raken. Liefde en barmhartigheid zal ik proberen te begrijpen en steeds meer in praktijk brengen, in relatie tot mezelf, mijn familie en mijn congregatie, voor de armen en de verweesde kinderen. Ik probeer hierin Jezus, Maria en Vincentius te volgen als mijn leermeesters. frater Theo Adams
kort nieuws
Barmhartigheid in Blongko Op 27 september 2014, het feest van Vincent de Paul, waren de leerlingen van de Frater Don Bosco Basisschool in Manado, Indonesië, in Blongko. Ze bezochten er de school van de H. Mariastatie. Na een gebedsdienst onder leiding van frater Stefanus Lau met als thema ‘Wees barmhartig zoals St. Vincent de Paul’, hield het hoofd van de basisschool, frater Yasintus Seran, een toespraak waarin hij zijn dank uitsprak voor de broederlijke ontmoeting tussen de leerlingen. Hij zei: “Door elkaar hier te leren kennen, kunnen we de onderlinge broederschap versterken. Broederschap opbouwen tegenwoordig is erg moeilijk. Maar we kunnen dat leren van Vincent de Paul, die zich volledig inzette voor broederschap van rijken en armen.” Na de dienst kreeg elk gezin in Blongko twee pakken rijst,
bakolie, zeep en andere producten. Er werd ook een bedrag van 4.000.000 Roepia’s (283 euro) gegeven als een concreet gebaar om voor de opbouw van de kerk in deze missiestatie te zorgen. Fion Dianomo, pastoor van de Verrijzenis van Christus-parochie was dankbaar voor dit bezoek aan zijn parochianen in Blongko. Hij zei: “Een bezoek aan de parochianen van deze missiestatie brengen was een juiste keuze, omdat ze behoefte hebben aan aandacht en hulp. De parochianen van Blongko voorzien in hun levensonderhoud door te vissen. We zijn dankbaar en positief gestemd en hopen dat door uw vriendelijkheid hier vandaag ook andere harten worden geraakt en hulp geboden wordt.” Na het overhandigen van de goederen en de donatie, werd het samenzijn informeel voortgezet.
Taken en verantwoordelijkheden van het generaal bestuur Op 10 november 2014 werden in een vergadering van het generaal bestuur de taken en verantwoordelijkheden van elk van de leden bepaald. Frater Lawrence Obiko is als algemene overste de voorzitter van het generaal bestuur. Hij is coördinator van alle generaal bestuurszaken en verzorgt de contacten met de provinciale en regionale oversten, met individuele fraters en geassocieerden, medewerkers, en met adviseurs en sponsors. Hij is ook coördinator van alle ontwikkelingen met betrekking tot de congregationele spiritualiteit. Frater Benyamin Tunggu is de plaatsvervangend algemene overste en de procurator. Hij coördineert vluchten en visa voor werkbezoeken en internationale bijeenkomsten. Hij is ook verantwoordelijk voor de coördinatie van alle aspecten van de religieuze en professionele vorming van de fraters. De coördinatie van de jaarlijkse Vincentiaanse pelgrimage valt eveneens onder zijn verantwoordelijkheid. Frater Rofinus Banunaek is de secretaris van het generaal bestuur. Hij is verantwoordelijk voor de congregationele gegevens. Frater Rofinus is ook de hoofdredacteur van het informatiebulletin Berichten van het generaal bestuur. Frater Niek Hanckmann is als bestuurslid verantwoordelijk voor het archief van het generaal bestuur en het persoonsarchief. Hij is ook coördinator van internationale bijeenkomsten. Frater John H. Grever is de generale econoom. Hij is verantwoordelijk voor het algemeen financieel beheer van de materiële goederen van de congregatie. Het generale bestuur. V.l.n.r.: Niek Hanckmann, Lawrence Obiko, Benyamin Tunggu, Rofinus Banunaek. 19
Afscheid van Trees Versteegen Op 11 januari 2015 nam Trees Versteegen afscheid van haar parochianen. Ruim zeven jaar is zij pastoraal werkster geweest in parochie Frater Andreas in Tilburg. In samenhang met haar pastorale taken verrichtte zij veel beleidsmatig werk. De afscheidsviering in de parochiekerk St. Lucas werd goed bezocht. Veel parochianen kwamen haar bedanken en alle goeds toewensen in haar nieuwe werk: het ondersteunen van diaconale projecten in het aartsbisdom Utrecht. Trees was en is ook nauw betrokken bij de Fraters CMM. Zo was zij enkele jaren pastoraal actief in de communiteit van Joannes Zwijsen in Tilburg. In nauwe samenwerking met fraters van de Elimcommuniteit zette zij diaconaal werk in Tilburg op. Een belangrijk voorbeeld daarvan is de ‘inlooplunch’ in deze communiteit. Ook was en is zij als adviseur betrokken bij het roepingenbeleid van de Nederlandse CMM-provincie.
Kort nieuws
De provinciale overste van Nederland, frater Jan Koppens, neemt afscheid van Trees Versteegen.
Beleidsvergadering generaal bestuur en staf Op 16 december 2014 en 20 januari 2015 waren de leden van het generaal bestuur en stafwerkers bijeen in respectievelijk Poppel, België, en in het generalaat in Tilburg voor een beleidsvergadering. Na een inleiding door studiesecretaris spiritualiteit Charles van Leeuwen over ‘Hoop’, sprak de algemene overste frater Lawrence Obiko in Poppel zijn diepe verlangen uit dat het motto van het generaal kapittel 2014, ‘Hoopvol en trouw de weg gaan van broederschap en barmhartigheid’, toonaangevend wordt voor de bestuursperiode 2014-2020. De deelnemers bogen zich over de aanbevelingen van het generaal kapittel voor de komende zes jaar. Spiritualiteit en vorming stonden centraal in de vergadering in Poppel. Internationale bijeenkomsten, vormingsprogramma’s, zomercursussen
Beeld van de vergadering in Poppel. 20
en reflectiematerialen zijn belangrijk om het congregationele charisma van broederschap en barmhartigheid alle aandacht te geven. Cruciaal daarbij is dat het evangelie moedig wordt beleefd, dat fraters met passie aan hun missie werken en royaal hun spiritualiteit met medebroeders, geassocieerden en medewerkers delen, zo werd vastgesteld. In de bestuursperiode vindt een drietal speciale gebeurtenissen plaats: 2015: Het ‘Jaar van het Godgewijde Leven’, waarin religieuze roeping en de geloften centraal staan; 2017: De herdenking van het leven en de dood van frater Andreas van den Boer (1917); 2019: Het 175-jarig bestaan van de congregatie. Het voornaamste onderwerp van de beleidsvergadering op het generalaat was een bespreking van de financiële aanbevelingen van het generaal kapittel en die van de leden van de Financiële Economische Commissie van het generaal bestuur, bestaande uit frater John H. Grever, frater Paul Damen, Jan Oerlemans, Jean Ramijsen en Jos van Oss. Een belangrijke uitkomst van de vergadering was om door te gaan financiële steun te verlenen aan de kernprojecten van de congregatie, zoals het Oyugis Integrated Project in Kenia, de Beweging van Barmhartigheid, de Worldwide Brotherhood, en het Kloosterhotel ZIN in Vught. Vanwege de teruglopende inkomsten van de congregatie, was er een discussie over de manier waarop provincies en regio’s financieel zelfvoorzienend kunnen worden en op welke wijze er gebruik kan worden gemaakt van subsidies en fondsenwerving.
Kort nieuws
Aanmoedigingsprijs voor De Vuurhaard Op 14 januari 2015 werd in Tilburg voor de vierde keer het ‘Gouwe Peerke’ uitgereikt. CMM-communiteit De Vuurhaard in Udenhout was één van de drie genomineerden. De prijs is in 2010 in het leven geroepen en wordt jaarlijks uitgereikt aan burgerinitiatieven die zich inzetten voor de zeven werken van barmhartigheid. Dit keer had de jury gekozen voor: ‘De hongerigen te eten geven’. In De Vuurhaard kunnen vluchtelingen tijdelijk onderdak vinden. Elke donderdag is er een ‘eetcafé’, waar plaats is voor veertig gasten. De vluchtelingen bereiden dan een uitgebreide maaltijd volgens receptuur van de landen waar ze vandaan komen. De gasten eten samen met de fraters en de vluchtelingen, waarbij informatie-uitwisseling plaatsvindt en contacten worden gelegd. Het Gouwe Peerke 2015 ging uiteindelijk naar het Tilburgse voedselproject ‘Geen honger in de wijk’, een initiatief vanuit Frater Ad de Kok van De Vuurhaard neemt de de parochie Frater Andreas dat mensen ondersteunt die aanmoedigingsprijs in ontvangst. onvoldoende geld hebben om eten te kopen. In het Peerke Donderspaviljoen in Tilburg-Noord ontvingen de initiatiefnemers van dit project een cheque van duizend euro. De Vuurhaard en ‘Het Kookpunt’ in Biest-Houtakker, ook genomineerd, kregen een aanmoedigingsprijs in de vorm van een cheque ter waarde van 250 euro.
Afscheid van Lourdes Nelleke Verstijnen, geassocieerd lid van de congregatie, ging bijna een kwart eeuw enkele keren per jaar met een groep vrijwilligers naar Lourdes om zieken en mensen met een beperking te begeleiden. Haar man Piet ging veertien jaar lang mee. De reizen werden mede mogelijk gemaakt door zorgverzekeraar VGZ, die cliënten in de gelegenheid stelde om tegen zeer gereduceerd tarief een bedevaart naar dit Franse Maria-oord te maken. Daar is nu een einde aan gekomen. “Afgelopen september zijn mijn man en ik voor het laatst mee geweest”, laat Nelleke weten. “In 1993 schreef ik een kort stukje in het ‘Lourdesboek’ dat elke pelgrim en vrijwilliger kreeg na afloop van de reis. Mijn gevoelens en ook die van Piet zijn al die jaren hetzelfde gebleven, zelfs versterkt!” De tekst van haar bijdrage luidt als volgt: “Weer ging ik mee naar Lourdes om de pelgrims te helpen. En evenals vorige jaren diep getroffen door al die saamhorigheid, vriendelijkheid en dankbaarheid. Al tijdens het vertrek ontstaat er een band die in de loop van de week alsmaar steviger wordt. Samen bidden, samen zingen, huilen, lachen en veel vertellen aan elkaar. Dan samen naar de grot … naar Maria … dicht bij elkaar, sprakeloos. En dan gebeurt iets binnen in je … pelgrims zeggen het … ‘Ik ben een ander mens geworden. Ik ben nog ziek, maar het is nu te dragen. Ik heb mijn zorgen aan Haar toe kunnen vertrouwen. Ik kan er weer voor jaren tegen.’” Nelleke verzucht: Nelleke Verstijnen steekt een kaars op in het Franse “Jammer, heel jammer dat VGZ gestopt is met deze Mariabedevaartsoord Lourdes. mooie reizen naar Lourdes! Mijn hart huilt!” 21
In Memoriam
Frater
Frater
Jan (J-B.A.) Damen
Cristino (H.J.F.) Gemen
Hij werd geboren te Amsterdam op 13 januari 1929 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 29 augustus 1949. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1954. Hij overleed op 2 januari 2015 in de communiteit van Joannes Zwijsen te Tilburg en werd begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed Steenwijk in Vught.
Hij werd geboren te ’s-Hertogenbosch op 27 april 1936 en trad in de Congregatie van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 29 augustus 1954. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1960. Hij overleed op 4 januari 2015 in Belo Horizonte, Brazilië, en werd begraven op de begraafplaats Parque da Colina aldaar.
De wieg van frater Jan stond in Amsterdam. Als kind liet hij al snel blijken dat hij van muziek hield. Graag kroop hij achter een piano om te genieten van de klanken die hij er aan kon ontlokken. Er ontwikkelde zich een roeping tot het religieus leven. In 1949 verliet hij Amsterdam en meldde zich aan bij de Fraters CMM. Frater Jan voelde zich echt thuis in een communiteit van medebroeders. Dienend was hij daar aanwezig. Hij mocht zijn muzikale talenten verder ontwikkelen. Hij behaalde diverse diploma’s en certificaten, waardoor hij bevoegd werd piano- en blokfluitles te geven. Hij bekwaamde zich in het orgelspel en kon zo dienstbaar zijn in de kapel van zijn communiteit of in parochiekerken. Zijn leven was niet vrij van dissonanten. Enkele malen moest hij door perioden van donkere nachten. Hij mocht zich in die perioden gesteund weten door velen. De laatste jaren van zijn leven, die hij doorbracht in woonzorgcentrum Joannes Zwijsen te Tilburg, probeerde hij zoveel mogelijk deel te nemen aan het communiteitsleven. Hij genoot van de momenten met medebroeders en geassocieerden. In alle rust en overgave, in grote dankbaarheid en vertrouwen gaf hij uiteindelijk zijn leven terug aan de Barmhartige.
22
Harrie zag het levenslicht in ’s-Hertogenbosch. Daar groeide zijn roeping tot het religieuze leven. Als novice nam hij in 1954 de kloosternaam Cristino aan. Na het behalen van zijn onderwijzersdiploma was hij werkzaam op diverse scholen in Tilburg. Hij was een geboren leraar. Zijn geestdrift moet opgevallen zijn bij de algemene overste, die hem in 1960 uitnodigde als één van de pioniers naar Brazilië te gaan. Hij deed een taalstudie Portugees, studeerde geografie en werd leraar in diverse steden. Aan het Colégio Padre Eustáquio te Belo Horizonte had hij zijn hart verpand. Hij had aandacht voor de vorming van jonge mensen, was actief in buitenschoolse activiteiten zoals voetbal, toneelspel en koorzang. Frater Cristino was ook actief binnen geloofsgemeenschappen in de wijde omgeving. Hij hield van de Brazilianen, van hun feesten en hun geloofsuitingen. Hij had speciale aandacht voor de zwakken, de uitgestotenen en behoeftigen. De congregatie vroeg hem in 2002 regionale overste te worden. Hij vervulde die taak gedurende twaalf jaar. Geruime tijd was frater Cristino ernstig ziek. Dokters en verpleegkundigen deden hun uiterste best en confraters en vrienden stonden steeds om hem heen. Uiteindelijk moest hij zijn leven uit handen geven. Hij stierf zoals hij geleefd had: vol vertrouwen op God en dankbaar naar allen die hem nabij waren. We mogen hem nu weten bij de Barmhartige.
‘Dichtbij is zijn genade’ (UIT DE LEEFREGEL VAN DE FRATERS CMM)
De weg die je gegaan bent Over de levensloop van de mens is veel geschreven. Zeker over de fasen of stadia die je op die weg kunt onderscheiden. In grote lijnen komt men tot de volgende indeling: de kindertijd - jongvolwassenheid - volwassenheid - levenswending (overgangsperiode) - middelbare leeftijd - late volwassenheid - vroege en hoge ouderdom. Je kunt hier jaartallen bij plaatsen, maar bij ieder verloopt het in de tijd toch anders.
Het meest bekend is ongetwijfeld de overgangsperiode rond de veertig. Ook als alles goed verloopt, komen de vragen: Is het dit nu allemaal? Wie ben ik eigenlijk? Waar gaat het nu eigenlijk om? Dat kan een heftige periode zijn met veel onzekerheid, onduidelijkheden, verlies van het jong zijn. We spreken niet voor niets over de midlifecrisis. Gelukkig meestal een groeicrisis. Maar er blijven ook mensen in hangen. Ze verliezen dan de lust, de smaak in het leven. Je kunt het ook als een reis zien, onderweg zijn, aankomen en weer verder moeten gaan. Onderweg blijkt het uitzicht soms helder en soms zit je in de mist. Soms zie je het doel duidelijk voor ogen en soms dwaal je rond. Soms heb je tochtgenoten en soms ben je alleen. Van je levensweg kun je niets overdoen. Je neemt het wel allemaal mee, vooral je kindertijd. Eén ding is zeker: de weg is niet recht en je loopt averij op. Je kunt je leven ook indelen aan de hand van momenten die je route bepaald hebben: een ontmoeting, een crisis, een diepe ervaring, een keuze die een ommekeer aan je leven gaf, een ziekte of ongeluk, dood van geliefden, de geboorte van je eerste kind. Hoogte- en dieptepunten. Vaak kiest de weg jou. Mensen en omstandigheden komen op je weg. En dan is er onder de levenslijn die je met feiten en ontmoetingen en keuzes kunt markeren, een nauwelijks zichtbare ontwikkeling: je groei op psychisch en spiritueel vlak. Daarvan zie je alleen de vruchten in iemands leven: mildheid, vrede, barmhartigheid, innerlijke vrijheid.
en vooruit te kijken op mijn leven. Elke dag maakte ik een lange wandeling door de prachtige bossen rond het klooster. Vaak liet ik dan een periode uit mijn leven de revue passeren: wie speelden daarin een rol; wat herinner ik me vooral, hoe maakte ik het toen, wat heeft toen grote invloed op me gehad? Mij viel op, dat sommige fasen in mijn leven maar kort duurden, maar wel wezenlijk op mijn levensweg zijn geweest. Zo ben ik maar drie jaar werkzaam geweest op het blindeninstituut Henricus in Grave. Een korte tijd die veel in mijn leven betekend heeft. Niet het minst door de ontmoeting met frater Theophaan Verhoeven, de directeur van Henricus. Voor mij als drieëntwintigjarige was hij een voorbeeld. Wekelijks ging ik met hem wandelen. Ik kan je aanbevelen om eens stil te staan bij de weg die je hebt afgelegd. Oude mensen hebben er behoefte aan om over hun leven te vertellen tegen iemand die het ook begrijpt en echt luistert. Het helpt ook om met onafgewerkte zaken in het reine te komen. En dan hebben we het nog niet gehad over wat je doorheen al die levensfasen op de been heeft gehouden en door moeilijke tijden heeft heen geholpen. Het Elimgebed van de Elimcommuniteit is mij dierbaar, omdat het juist helpt om met vertrouwen onderweg te blijven: “Bron van leven. Bron van liefde. Bron van inzet. Bron van troost. Bron van vreugde en erbarmen. Bron van inkeer. Bron van hoop. Bron van waken. Bron van delen. Bron van stilte en bestaan. Richt ons zoeken, wil ons dragen met uw zegenrijke Naam: IK ZAL ER ZIJN.” frater Wim Verschuren
Enkele jaren geleden heb ik me een maand teruggetrokken in een abdij. Ik voelde dat het nodig was terug 23
Als gemeenschap horen wij thuis midden in de werkelijkheid en de stromingen van de wereld. Daar wacht de Heer op ons. Dichtbij is zijn genade: verborgen maar daadwerkelijk. (uit de leefregel van de Fraters CMM)
Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid