FRATERS CMM 1/13
| Derde algemene vergadering | Missionair Servicecentrum Tilburg | ‘Nationale Jongerendagen’ | Humberto Wouters | Opening polikliniek | Don Bosco-scholen | Professie voor het leven
Inhoud
column van de algemene overste
4
rond frater andreas
Mission statement
Colofon
Barmhartigheid is van alle tijden en plaatsen.
Fraters CMM (voorheen Ontmoetingen) is het drie maandelijks contactblad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barm hartigheid (‘Fraters van Tilburg’ of ‘Fraters CMM’). Een abonnement is gratis (aanvragen via adres hieronder). ISSN 15749193
Barmhartigheid staat centraal in alle wereldgodsdiensten: hindoeïsme, boeddhisme, jodendom, christendom en islam. De beweging van barmhartigheid heeft een spoor getrokken in de geschiedenis. De verschillende vormen waarin zij verschijnt, zijn uitdrukking van de samenleving waarin zij ontstond en van de spiritualiteit die haar draagt. De Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid is geworteld in de christelijke barmhartigheid.
5
Redactie: Rien Vissers (hoofdredacteur), frater Edward Gresnigt, frater Ad de Kok, frater Lawrence Obiko, frater Ronald Randang, frater Jan Smits, Peter van Zoest (eindredacteur) Ontwerp en opmaak: Heldergroen www.heldergroen.nl Druk:
DekoVerdivas, Tilburg
Contact:
Fraters CMM, Gasthuisring 54 5041 DT Tilburg 013 5432777 (Rien Vissers) 013 5441405
[email protected] www.cmmbrothers.org
tel.: fax: e-mail: website:
Een vrijwillige bijdrage als tegemoetkoming in de kosten is welkom op ING-bankrekening 106 85 17 t.n.v. Fraters CMM Tilburg Foto omslag voor: Bisschop Ludovikus Simanullang OFM Cap van Sibolga opent de polikliniek ‘St. Lukas in Aek Tolang, Indonesië.
Verloren zoon, Rembrandt
2
Foto omslag achter: Het ‘Dansende Huis’ in Praag. Kantoorgebouw uit 1996, eigendom van de ING, ontworpen door de Tsjechische architect Vlado Miluni, samen met de Canadese architect Frank Gehry (foto: frater Ad de Kok).
Derde algemene vergadering
6
Missionair Servicecentrum
8
‘Nationale Jongerendagen’
11
Van de redactie Barmhartigheid doet wonderen. Dat blijkt uit het evangelie. Dat blijkt uit het werk van de fraters CMM die barmhartigheid hoog in hun vaandel hebben. En dan is er ineens, ‘als een wonder’ de nieuwe paus die in alles barmhartigheid uitstraalt. De Argentijnse kardinaal Jorge Mario Bergoglio wordt op 13 maart gekozen tot 265ste opvolger van Petrus en kiest de naam ‘Franciscus’. In het voetspoor van de heilige uit Assisi roept hij de kerk op om arm te worden en barmhartig de kant van de armen te kiezen. De wereldwijde beweging van barmhartigheid heeft er in het hart van de kerk een bondgenoot bij. “Voor mij, en dat zeg ik in alle bescheidenheid, is barmhar tigheid de krachtigste boodschap van de Heer”, sprak hij in de preek tijdens zijn eerste zondags mis als paus, 17 maart in een Vaticaanse parochiekerk. Aansluitend noemde hij in zijn Angelustoespraak op het Sint-Pietersplein barmhartigheid “het gezicht van God”, om er aan toe te voegen: “God houdt nooit op met vergeven. Barmhartigheid maakt de wereld minder koud.” Het mag dan ook geen wonder heten dat de nieuwe rubriek op pagina 23 in deze editie van Fraters CMM draait om ... barmhartigheid. ‘Dichtbij is zijn genade’, luidt de titel, ontleend aan de leefregel van de fraters. Drie jaargangen nam frater Harrie van Geene op deze plek de lezers mee naar ‘bronnen’ uit het werk van Joannes Zwijsen, stichter van de congregatie van de Fraters CMM. Met ingang van deze jaargang staat frater Wim Verschuren stil bij minder bekende kanten van barmhartigheid.
Humberto Wouters
14
Opening polikliniek
16
Don Boscoscholen
17
Professie voor het leven
19
Kort nieuws
20
22
‘Dichtbij is zijn genade’
23
In Memoriam
3
Column
VAn de algemene overste
Op zaterdag 2 maart was er een ontmoetingsdag van de Tilburgse ‘Regiogroep van barmhartigheid’. Binnen de landelijke Beweging van Barmhartigheid is een aantal ‘regiogroepen’ actief om mensen de gelegenheid te geven zich meer intensief te bezinnen op wat barmhartigheid nou eigenlijk is en hoe je dat in je leven gestalte geeft. Ik probeer zoveel mogelijk aan die bijeenkomsten deel te nemen. Voor ons, fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid, is barmhartigheid immers een ideaal dat wij binnen onze gemeenschap en binnen ons werk gestalte willen geven, wat overigens maar lukt met vallen en opstaan! Die zaterdag ging het in Tilburg over barmhartig zijn voor jezelf. En de stelling was, dat je eigenlijk niet barmhartig voor een ander kunt zijn als je niet barmhartig bent voor jezelf. Een uitdagende stelling. Vanuit het verleden is ons aangereikt dat we vooral onszelf moeten wegcijferen, onszelf moeten opofferen en onszelf volledig moeten geven voor de medemens. Nu is daar veel goeds uit voortgekomen, maar er schuilde een groot gevaar: dat men zichzelf vergat en daarmee de zorg voor de ziel verwaarloosde. Barmhartigheid werd een plichtmatig doen waar het hart uit verdween. En bij de echte barmhartigheid gaat het juist om een beweging van het hart. We luisterden naar het lied van Trijntje Oosterhuis: ‘Ken je mij? Wie ken je dan?’ Spontaan dacht ik bij die ‘je’ aan God en trok ik de parallel met die prachtige psalm 139: “Peil nu mijn hart o God, en ken mij, toets mij en weet wat er in mij omgaat. Ik ben toch niet op een doodlopende weg? Leid mij voort op de weg van mijn vaderen.” Maar die ‘je’ is ook ‘ik’. Ken ik mezelf? Wie ken ik dan?
Je eigen ziel doorgronden is misschien wel een levenslang proces dat je pas ten volle bereikt bij de voltooiing van je leven. Ik werd me op 2 maart weer eens bewust dat barmhartigheid begint bij de zorg voor mijn eigen ziel. En uiteindelijk doe ik de ander tekort als ik geen zorg heb voor mijn eigen ziel. En daarmee kom ik tekort aan barmhartigheid. Maar toch: om nu maar te wachten met barmhartig te zijn voor de ander totdat ik mezelf helemaal doorgrond, lijkt me ook niet handig. Dat duurt me te lang ... Misschien is het meer een samen optrekken: door de ander barmhartigheid aan te reiken, help ik ook mezelf. Door gewoon maar te doen, leer ik ook mezelf kennen. En door bewust zorg te dragen voor mijn eigen ziel, door bewust dat leerproces in te gaan, leer ik ook de grenzen van mijn barmhartigheid kennen en leer ik ontdekken wat écht barmhartig zijn is.
frater Broer Huitema
4
rond frater andreas
Alles en niets In de fraterregel van 1857 kom je vaak de woorden ‘volmaakt’, ‘geheel’ en ‘nauwgezet’ tegen. Als je koos voor een leven als frater, koos je ervoor om je geheel en al in te zetten voor de navolging van Christus. Je koos voor een leven van nauwgezetheid en, voor zover dit haalbaar was, van religieuze volmaaktheid. Frater Andreas was een frater die de voorschriften voor een volmaakt leven stipt naleefde. Dat was vaak een kwestie van ‘alles en niets’. In alles toegewijd blijven aan de medemens. In alles trouw blijven aan de regel. In alles vasthouden aan een houding van gebed en respectvolle aandacht. Het geloof tot in de kleinste details toepassen. De verhalen over frater Andreas gaan vaak over die wonderlijk kleine dingen waarin zijn geloof zichtbaar werd. Een van de gebruiken schreef voor dat de fraters, om hun ogen niet te ‘bederven’, niet zouden lezen in de volle zon. Frater Andreas nam dat voorschrift letterlijk. Als hij voor geestelijke lezing in de tuin wandelde, bleef hij keurig binnen de schaduwzone, ook als die maar klein was. Een van zijn leerlingen, de latere Tilburgse pastoor Boelaars, heeft hem eens zien brevieren op een paar vierkante meter, zonder ook maar één keer mis te stappen. En het stukje schaduw werd steeds smaller. Niets was frater Andreas te veel, niets was hem te weinig. Het ging in een fraterleven ook vaak om dat ‘niets’. Geen tijd onbenut laten. Niets veronachtzamen. Niets aan het toeval over laten. Niets verkeerd zeggen. Niets over het hoofd zien. Frater Maximianus zegt dat Frater Andreas zijn melkkannetje vaak wel twee of drie minuten boven zijn kop hield, om er toch het laatste druppeltje maar uit te halen. Frater Andreas liet zien dat een gelovig leven gaat om ‘alles’ en ‘niets’. Hij kon God in ‘alles’ en in ‘niets’ dank zeggen en trouw blijven.
Tuin Ruwenberg.
Charles van Leeuwen
5
INTERNATIONAAL
DERDE ALGEMENE VERGADERING Van 6 tot en met 11 januari 2013 werd in het generalaat van de Fraters CMM in Tilburg de derde algemene vergadering van de congregatie gehouden tijdens de zes jaar durende bestuursperiode van het in 2008 tijdens het generaal kapittel gekozen generaal bestuur. De Constituties van de congregatie voorzien in minimaal twee van dergelijke bijeenkomsten tussen twee generale kapittels. Evenals de twee vorige algemene vergaderingen was deze ontmoeting bedoeld als voorbereiding op het generaal kapittel van 2014, dat in het generalaat wordt gehouden. De eerste algemene vergadering vond in 2009 plaats in Igarapé, Brazilië. Naast het formele gedeelte van de bijeenkomst, werd het thema ‘Leiderschap in onze wereldwijde broederschap’ besproken met congrega tionele bestuurders. De tweede algemene vergadering werd in 2011 gehouden in Yogyakarta, Indonesië. Aansluitend stond daar het onderwerp ‘De vorming van een barmhartige broeder’ centraal voor oversten en vormingsleiders.
Ontwikkelingen Aan het begin van de derde algemene vergadering stond de algemene overste frater Broer Huitema stil bij het feit dat er dit keer geen vertegenwoordigers meer uit Californië, Suriname en België aanwezig waren, omdat deze drie CMMregio’s zijn opgeheven. Tijdens de eerste dag passeerden de ontwikkelingen 6
vanaf 2008 in regio’s, provincies en in de congregatie als geheel de revue. In de congregatie zijn nieuwe fra terhuizen (Joannes Zwijsen, Dili, Lembata, Banjarmasin, Tarakan, Molo) en scholen (Lembata, Banjarmasin, Tarakan, Mosocho) geopend en werd in Indonesië een polikliniek in gebruik genomen. De verwachting is, dat de Indonesische CMMprovincie in 2014 financieel zelfstandig zal zijn. Naast blijdschap over deze positieve ontwikkelingen is er in Indonesië grote bezorgdheid over de afname van roepingen tot het fraterleven en over het aantal fraters dat de congre gatie verlaat. In de rapportage van de Nederlandse CMMprovincie viel op dat sinds 2008 dertig fraters zijn overleden. De gemiddelde leeftijd is momenteel 77,5 jaar. Desondanks, zo luidt de conclusie, dragen de fraters naar vermogen bij aan de zending van de con gregatie, waarin barmhartigheid en broederschap een
Foto links: Deelnemers aan de algemene vergadering, bijeen in de kapittelzaal van het CMM-generalaat. Van links naar rechts: de fraters Andrea Sifuna (provinciale overste Kenia), Edward Gresnigt (plaatsvervangend algemene overste), Jan Koppens (provinciale overste Nederland), Silvino Belo (regionale overste Oost-Timor), Martinus Lumbanraja (algemeen bestuurslid), Ronald Randang (algemeen bestuurslid), Cristino Gemen (regionale overste Brazilië), Hermenegildus Beris (regionale overste Namibië), Broer Huitema (algemene overste), Lawrence Obiko (algemeen bestuurslid), Martinus Leni (provinciale overste Indonesië), John Grever (algemene econoom).
centrale plaats innemen. Een punt van zorg voor de toekomst is de bestuurbaarheid binnen provincie en communiteiten. Het thema van de lopende bestuurs periode, ‘Getuigen van barmhartigheid in een wereld wijde broederschap’, wordt in Kenia geaccentueerd door jaarlijks verwante bezinnende thema’s te presenteren. Hoogtepunten voor de provincie waren de ‘Summer School Spirituality’ in Nakuru, waaraan 24 fraters, inclusief 12 Keniaanse fraters deelnamen, de oplevering van twee appartementencomplexen op het terrein van de fraters aan de Rhapta Road in Nairobi die inkomsten genereren waardoor de Keniaanse pro vincie financieel meer onafhankelijk kan opereren, de opening van de St. Vincent de Paul internaatschool in Mosocho en de aanstelling van een financiële admini strateur. De regio’s Namibië en OostTimor staan beide met een behoorlijk aantal jonge fraters aan het begin van een nieuwe fase in hun geschiedenis. Veel fraters zijn nog bezig met hun studie en het zal nog een aan tal jaren duren voor ze ingezet kunnen worden in het werk van de congregatie. Brazilië zal voor de congre gatie in juli van dit jaar met de Wereldjongerendagen in Rio de Janeiro in de schijnwerpers staan. Nathalie Bastiaansen, die voor de congregatie het internationale jongerenwerk coördineert, presenteerde het program ma. Een honderdtal jongeren is onder leiding van zeven fraters in januari 2013 in zeven landen begonnen aan de voorbereiding op deelname aan de manifestatie. Het Colégio Padre Eustáquio van de Fraters CMM in Belo Horizonte zal de thuisbasis zijn voor de ‘ambassa deurs van een wereldwijde broederschap’, zoals de deelnemende jongeren genoemd worden.
Financiële situatie Indrukwekkend was tijdens de tweede dag van de algemene vergadering het overzicht van de congre gationele inspanningen om de financiële situatie van de verschillende regio’s en provincies te verbeteren. Vanuit elke regio en provincie werden initiatieven belicht die hier een bijdrage aan leveren. De alge mene econoom, frater John Grever, maakte aan de hand van grafieken duidelijk waarom het vanwege de
verminderde inkomsten van het hoofdbestuur nood zakelijk is dat regio’s en provincies financieel meer op eigen benen staan. De deelnemers aan de vergadering benadrukten wel dat de provincies en regio’s bij het verhogen van de eigen inkomsten en door fondsenwer ving altijd het werk voor de armen voor ogen zullen moeten blijven houden omdat dit de kern is van het charisma van de Fraters CMM. Ook het generalaat heeft maatregelen genomen om de financiële situ atie te verbeteren door onder meer de verhuur van een vleugel aan het Missionair Servicecentrum Tilburg (zie pagina 810) en andere instellingen die qua doelstelling aansluiten bij de missie van de congregatie.
Geschiedschrijving CMMstudiesecretaris Charles van Leeuwen sprak over zijn werk ten behoeve van de geschiedschrijving van de congregatie. Deze zal uit een dertigtal thematische hoofdstukken bestaan en is te volgen aan de hand van een aantal hoofdlijnen: ‘spiritualiteit van barmhartig heid en broederschap’, ‘zending’, ‘internationalisatie’, ‘successen en mislukkingen’, ‘creativiteit’ en ‘pioniers geest’. Tijdens het generaal kapittel van 2014 zal het eerste van twee delen van de geschiedenis van de congregatie in het Nederlands en Engels worden gepresenteerd.
Seksueel misbruik Frater Broer Huitema sprak tijdens de vergadering uit gebreid over de ontwikkelingen van de afgelopen drie jaar die zich in Nederland in verband met seksueel mis bruik in de congregatie hebben voorgedaan. Duidelijk werd dat het hem tot nu toe niet alleen veel tijd heeft gekost maar ook veel pijn heeft gedaan. Om mogelijk toekomstig misbruik door fraters te voorkomen werd al op de algemene vergadering van 2011 in Yogyakarta uitvoerig stilgestaan bij deze problematiek. Provincies en regio’s hebben protocollen ontwikkeld en zullen die indien nodig in de praktijk toetsen en tijdens het generaal kapittel van 2014 bekrachtigen. frater Edward Gresnigt 7
nederland
Missionair Servicecentrum Tilburg huurt vleugel generalaat
Vanaf begin januari 2013 is het ‘Missionair Servicecentrum Tilburg’ (MST) gehuisvest in een door reorganisatie vrijgekomen vleugel van het CMM-generalaat. Het MST werd in 1989 opgericht door twee congregaties: de Missionarissen van het Heilig Hart (MSC) en de Dochters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart (FDNSC). Het centrum wil de maatschappelijke positie verbeteren van mensen die om allerlei redenen in een sociaal isolement zijn geraakt: vluchtelingen en asielzoekers, dak- en thuislozen, werklozen en kansarme groepen. Omdat deze doelstelling naadloos aansluit bij de missie van de Fraters CMM, was de congregatie graag bereid het MST in een deel van het generalaat onderdak te verlenen. Foto links: Op 12 november 2012 werd in het generalaat van de Fraters CMM het huurcontract met het Missionair Servicecentrum Tilburg ondertekend door frater Edward Gresnigt, plaatsvervangend algemeen CMM-overste (links) en Anton van Opdorp, voorzitter van het MST.
Het MST telt negen betaalde medewerkers en 160 vrijwilligers. De organisatie biedt tegen geringe kosten taal, computer en creativiteitscursussen en fitness programma’s aan, waar zich op jaarbasis ruim duizend mensen voor inschrijven. Daarnaast kan een beroep worden gedaan op de expertise van het centrum voor wat betreft arbeidsbemiddeling en specifieke vluchte lingenondersteuning. Wekelijks krijgt het MST zo’n vijf tienhonderd mensen over de vloer. Dat zijn cursisten of bezoekers van de ‘Huiskamer’ een ‘vrije inloop’ die niet aan een activiteit van het MST deelnemen. “De vrij willigers zijn niet te onderscheiden van de bezoekers. Het loopt allemaal door elkaar”, zo is te lezen in het jubileum boek MST: het kloppende hart van Tilburg, dat in 2010 verscheen bij gelegenheid van het twintigjarig bestaan. “Een taaldocent kan een volgende dag cursist zijn bij een computerles en bovendien dringend verlegen zitten om 8
een financieel advies. Het kan gebeuren dat een vrouw die aanvankelijk wordt opgeslokt door haar eigen proble men, aanbiedt om een paar keer per week soep te koken voor de Huiskamer.” Het grootste deel van de MST bezoekers komt uit Nederland en Europa, gevolgd door Afrika. Van de buitenlanders zijn Somaliërs, Irakezen en Polen het sterkst vertegenwoordigd. Zo’n honderd Roma uit Roemenië zijn vaak te vinden in het MST.
Financieel draagvlak Het MST werd na de oprichting in 1989 ondergebracht in het MSCklooster aan de Bredaseweg in Tilburg. Vanaf 2007 was het centrum gevestigd in het ‘Huis van de Wereld’ aan de Spoorlaan in Tilburg, samen met de Stichting Nieuwkomers en Vluchtelingenwerk Brabant Centraal en het Centrum Ontwikkelingssamenwerking Brabant (dat intussen de naam ‘Switch’ draagt). Op 31 december 2012 hield het Huis van de Wereld op te bestaan en waren de drie organisaties genoodzaakt het voormalige bankgebouw te verlaten. Het MST kreeg onderdak in het CMMgeneralaat aan de Gasthuisring, hemelsbreed op een kilometer afstand van de vorige lo catie. De financiering van het MST verloopt via verschil lende kanalen. Niet alleen de congregaties die aan de
Foto links: Een honderdtal mensen van het MST trok vrijdagmiddag 14 december 2012 in een lange stoet vanuit het oude onderkomen in het Huis van de Wereld aan de Spoorlaan in Tilburg naar de nieuwe plek aan de Gasthuisring om de komende verhuizing in te luiden.
wieg van het centrum hebben gestaan dragen er aan bij, maar ook diverse fondsen en de gemeente Tilburg. Het MST streeft er naar om met behulp van nieuwe sponsors en donateurs een zo breed mogelijk financieel draagvlak te creëren om het voortbestaan te waarborgen.
‘Maatschappelijke aanlegsteiger’
De vleugel van het CMM-generalaat waar het MST is gehuisvest.
De ingang van het MST.
Beeld van de verbouwing van de CMM-bibliotheek waar het MST werd gehuisvest.
In de zogeheten ‘Spoorzone’, een ontwikkelingsgebied in het centrum van Tilburg waar het CMMgeneralaat ook deel van uitmaakt, wil het MST zich de komende tijd ontwikkelen tot een belangrijke “maatschappelijke aanlegsteiger”, zoals MSTdirecteur Rob van der Zwan, theoloog, het formuleerde in het jubileumboek. Hij legt uit: “Het MST verkeert op kruispunten en beweegt langs snijvlakken. Het organiseert dienstverlening zonder een instelling voor hulpverlening of onderwijs te worden. Het MST koestert een religieuze achtergrond waar ‘minder‘ of ‘anders’gelovigen zich juist welkom voelen. De activiteiten van het MST bestrijken verscheidene werkgebieden, die met elkaar verbonden zijn door één doelstelling. Het gaat om de ondersteuning en stimule ring van mensen in hun streven naar een beter sociaal perspectief en grotere maatschappelijke participatie. Activiteiten en cursussen zijn tevens middelen tot con tact, ontmoeting en participatie. Mensen hebben ver schillende relaties met het MST. Sommigen komen ‘iets halen’ (kennis, advies, hulp, gezelschap, aanspraak), anderen komen ‘iets brengen’ (inzet, kennis, vaardigheden). In deze zin is er afwisselend een dimensie van ‘hulpverle ning’, ‘ondersteuning’, van ‘onderwijs’, en van ‘ontmoeting’ aan de orde. Het is steeds minder vanzelfsprekend dat organisaties met religieuze wortels een prominente rol spelen in de samenleving. Hoewel er ook een katholieke nostalgie bestaat, doet het MST niet aan nostalgie. Daar is geen tijd voor. Met wekelijks honderden mensen over de vloer staat de actualiteit centraal. Elk mens doet ertoe en is meer dan de som van zijn of haar problemen. leder mens heeft talenten, ook al kost het soms tijd ze aan te boren, ze te zien of te waarderen. Uitgangspunt van het MST is daarom: werken vanuit een ideaal, niet vanuit een probleem. Denken en werken vanuit dit ideaal en niet slechts vanuit een probleem, is een drij vend motief voor heel het MST dat vrijwilligers en andere MSTbetrokkenen met elkaar verbindt in het dagelijkse werk.” 9
nederland
De eerste les in het nieuwe MST-onderkomen
MST-directeur Rob van der Zwan.
‘Missionair’ Over de betekenis van het woord ‘missionair’ in de naam van het centrum zegt Rob van der Zwan: “Elke tijd gaat op eigen wijze om met levensvragen. In de missionaire traditie van de congregaties waaruit MST is voortgeko men, ontstaat levensverdieping door een praktische en bezinnende betrokkenheid op God. In de huidige samen leving is dat geen weg die iedereen kan gaan. De levens beschouwelijke dimensie blijft belangrijk voor het MST en komt terug in een levensbeschouwelijk vormingsaanbod, waar mensen in alle vrijheid gebruik van kunnen maken. Het MST is geen kerk en heeft ook niet de intentie men sen naar een kerk te krijgen. God past bij ons niet door de voordeur, maar klinkt wellicht mee als het MST zijn idealen snijdt op de maat van de praktijk van alledag. Het MST sluit aan bij de humaniserende idealen van de christelijke traditie. Hetgeen is ervaren en beschreven door de congregaties, resoneert mee in de praktijk van alledag. In een tijd dat kerkelijke tradities niet vanzelf sprekend zijn, werkt het MST opgewekt op het snijvlak van tradities in een open en uitnodigende sfeer.” Pater Ton van Santvoord MSC, een van de oprichters van het MST formuleerde ruim twintig jaar geleden zijn visie als volgt: “lk denk dat dit centrum op de eerste plaats er is om simpel aanwezig te zijn daar waar mensen om iets vragen, daar waar het goed is, dat mensen ervan horen, iets horen van die verschillende vormen van cultuur en aanwezig zijn, iets horen van die verschillende manieren waarop mensen mens proberen te zijn.” Zuster Marie 10
Een Roma-vrouw maakt soep voor bezoekers van de Huiskamer.
Louise Beurskens FDSNC zei bij de opening van het MST in 1989: “We willen proberen om mensen tot hun recht te laten komen. We zullen hier in Nederland ook de dia loog moeten aangaan met andere godsdiensten en an dere levensovertuigingen, ook met hen die een religieloze overtuiging hebben. Een dialoog mag niet de bijbedoeling hebben om anderen voor onze visie te winnen. Ons han delen moet herkenbaar zijn als een uitdrukking van wat we geloven, hetgeen betekent inderdaad dienstbaar zijn en geen macht zoeken. Missionair bezig zijn heeft altijd te maken met grenzen oversteken. Het grensover schrijdende zal niet geografisch zijn, maar misschien veel meer: de grenzen van je eigen ik voorbijgaan om jezelf, je gemeenschap, te delen met de armen.” Rob van der Zwan constateert dat er in het huidige kerkelijke klimaat in Nederland niet veel ruimte bestaat voor de ‘missionaire beweging’ waar bij de oprichting van het MST sprake van was. Niettemin blijft het woord ‘missie’ voor de MST van wezenlijk belang: “De menselijke missie verbindt idealisme en praktische doelstellingen met elkaar. Het idealisme vormt een stootkussen voor de verhalen van alledag, voor de biografieën van het tekort. Het geeft ruimte om het goede in mensen los te maken en zo iets, nee veel, voor elkaar te kunnen betekenen.” Peter van Zoest
Info over het MST: www.rooihart.org
namibië
‘Nationale Jongerendagen’ Van 23 tot en met 25 augustus 2013 vinden in Namibië de eerste katholieke ‘Nationale Jongerendagen’ plaats. De Fraters CMM in Namibië en de Namibische ‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’, een internationaal CMM-jongerennetwerk, spelen een belangrijke rol in de organisatie van dit groots opgezette religieuze evenement. Nathalie Bastiaansen, die voor de Fraters CMM het internationale jongerenwerk coördineert, belicht het project.
Het initiatief om in Namibië nationale katho lieke jongerendagen te organiseren komt van de Namibische ‘ambassadeurs’. Na hun deelname aan de Wereldjongerendagen in Sydney (2008) kwamen frater Johannes Mateus, frater Paul Onyisi en Rhys Shadu Mbala, één van de ambassadeurs, op het idee om ook in het eigen land een grote jongerenmanifes tatie te organiseren. Het leek hen een goede manier om de Namibische jongeren iets te laten proeven van de sfeer van de Wereldjongerendagen. Veel jongeren hebben immers niet de kans om aan één van deze internationale religieuze evenementen deel te nemen. Het plan werd echter niet ten uitvoer gebracht. Na de deelname van de Namibische ambassadeurs aan de Wereldjongerendagen in Madrid (2011), werd het idee nieuw leven ingeblazen. Er zouden nationale jongerendagen moeten komen in Namibië, waar de ambassadeurs hun ervaringen, opgedaan tijdens de Wereldjongerendagen, kunnen delen met leeftijdgeno ten. Frater Johannes Mateus en ambassadeur Shadu Mbala schreven vervolgens een stappenplan om een en ander te realiseren. In augustus 2012 kregen Shadu Mbala en frater Paul Onyisi toestemming van aarts bisschop Liborius Ndumbukuti Nashenda van Windhoek om het evenement te organiseren.
Voorbereidingen In september 2012 zijn de voorbereidingen van de Nationale Jongerendagen van start gegaan. Op 29
De St. Mary’s Cathedral in Windhoek.
november 2012 kwamen ruim honderd genodigden samen in een parochiezaal bij de St. Mary’s Cathedral in de Namibische hoofdstad Windhoek, om de lan cering van het project bij te wonen. Aanwezig waren onder anderen aartsbisschop Nashenda, de secretaris generaal van de Namibische bisschoppenconferentie, jongerenpastores uit de verschillende bisdommen in Namibië, oversten van congregaties en leiders van jongerengroepen. Deze officiële presentatie was bedoeld om steun te krijgen van verschillende belanghebbenden in de kerk van Namibië, maar ook om potentiele sponsoren en vrijwilligers te bereiken. 11
namibië
Een bijeenkomst ter voorbereiding van de Nationale Jongerendagen. Van links naar rechts: frater Johannes Mateus, Peter Petrus (vice-voorzitter van de Namibische ambassadeurs), Rhys Shadu Mbala (ambassadeur), frater Paul Onyisi, Lukas Mosemendi OMI (parochiepriester van de St. Mary’s Cathedral in Windhoek).
De Nationale Jongerendagen hebben hetzelfde motto als de Wereldjongerendagen in Rio de Janeiro dit jaar: ‘Ga en maak alle volkeren tot mijn discipelen’ (Mt. 28,19). Aan het einde van de presentatie van het project zei frater Paul Onyisi: “Als je alleen droomt, is een droom alleen nog maar een droom, maar als je samen met anderen droomt, kan een droom werke lijkheid worden.” Ambassadeur Shadu Mbala zegt over het project: “De ambassadeurs in Namibië zijn niet bang om te luisteren naar wat hun geloof hen ingeeft en daarnaar te handelen. Vervuld van deze kracht van het geloof organiseerden we bijvoorbeeld in 2009 de eerste ‘Walk with Christ’, een pelgrimage die sindsdien elk voorjaar wordt gehouden. We zijn ook actief in vakantiekam pen voor weeskinderen en enkele ambassadeurs zijn geselecteerd voor verschillende leidinggevende taken in kerk en samenleving.” Door al deze activiteiten heb ben de aartsbisschop en de kerk in Namibië de ambas sadeurs leren kennen als buitengewoon toegewijde jonge mensen, en ze hebben er dan ook alle vertrou wen in dat deze inspirerende groep in staat is om een groots evenement als de Nationale Jongerendagen te organiseren. Shadu Mbala: “De ambassadeurs voelen zich zeer vereerd dat de kerk in Namibië het idee heeft overgenomen.” 12
Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap De katholieke Wereldjongerendagen vinden vanaf 1986 iedere twee of drie jaar steeds in een ander gastland plaats. De manifestaties zijn een initiatief van paus Johannes Paulus II. Vooruitlopend op de katholieke Wereldjongerendagen in Sydney (2008) begon de congregatie in de landen waar fraters ac tief zijn het project ‘Ambassadeurs van een wereld wijde broederschap’ om jongeren warm te maken zich in te zetten voor een wereldwijde ‘beweging van barmhartigheid en broederschap’ en zo het CMMcharisma bij jonge mensen meer bekendheid te geven. Een honderdtal jongeren sloot zich hierbij aan en trok naar de Wereldjongerendagen. Ook aan de manifestatie in Madrid in 2011 nam een honderdtal ‘ambassadeurs’ deel. Voor de komende Wereldjongerendagen, dit jaar in Rio de Janeiro zijn de voorbereidingen momenteel in volle gang.
Emilia Uupindi, voorzitter van de Namibische ambassadeurs, leest een tekst voor tijdens een bezinningsweekend van 1 tot en met 3 februari 2013, bij een kruiswegstatie op de berg Döbra, zestien kilometer ten noorden van Windhoek.
Tracy Kaapala en frater Kassian Niingo (één van de groepsleiders van de Namibische ambassadeurs) lezen een meditatieve tekst tijdens een bezinningsweekend van 1 tot en met 3 februari 2013 op de berg Döbra.
Organisatie De nationale katholieke jongerendagen worden georga niseerd onder de paraplu van de Namibische bisschop penconferentie. De organisatie kent drie niveaus. Er is een nationale commissie, bestaande uit jongeren pastores, twee ambassadeurs en de fraters Paul Onyisi en Johannes Mateus. Daarnaast opereert een centrale organisatiecommissie, die zorg draagt voor de logistiek. Hierin hebben twee ambassadeurs en frater Paul Onyisi zitting. Tenslotte zijn er verschillende subcommissies die zich bezighouden met onder andere fondsen werving, de inzet van vrijwilligers, logistiek, marketing, veiligheid, en eerste hulp. De meeste Namibische ambassadeurs zijn op een of andere manier behulp zaam in deze subcommissies. Daarnaast zetten ze zich in om de deelnemers aan de Nationale Jongerendagen inhoudelijk voor te bereiden. Dit brengt met zich mee dat sommige ambassadeurs gedurende dit jaar door heel Namibië reizen, om de deelnemers hierbij te assis teren. Zowel de ambassadeurs als de fraters vervullen een belangrijke rol in de organisatie van het religieuze evenement, maar zij kozen ervoor om achter de schermen te werken en niet in de publiciteit te komen. De organisatie staat officieel dan ook op naam van de Namibische bisschoppenconferentie. De fraters en ambassadeurs kozen voor deze opstelling omdat ze
“de verleidingen van erkenning en succes willen vermij den”, zoals Rhys Shadu Mbala het verwoordt. “Succes verblindt het verlangen om het werk van God goed te doen; men maakt er zijn eigen werk van”, zegt hij. “Echter, voor deze editie van Fraters CMM hebben we besloten om toch wat aandacht te besteden aan deze vrucht van het CMMjongerenproject ‘Ambassadeurs van een wereldwijde broederschap’.”
Sponsoren De Namibische ambassadeurs nodigen deelnemers aan het ambassadeursproject in andere landen uit deel te nemen aan het nationale evenement. Ook vragen zij de ambassadeurs in alle landen hen bij te staan met gebed en spirituele verbondenheid. Ook sponsoren zijn van harte welkom een bijdrage aan het welslagen van het evenement te leveren. Zij kunnen hiervoor contact opnemen met de centrale organisatie van het ambas sadeursproject, gevestigd in het generalaat van de Fraters CMM in Tilburg. Nathalie Bastiaansen
13
belgië
Frater Humberto Wouters aan het werk.
Humberto Wouters:
een lyrisch schilder Gemeenschapscentrum Tentakel in het Belgische Zonhoven herbergde van 22 februari tot en met 29 maart 2013 een tentoonstelling, gewijd aan het werk van frater Humberto Wouters (1920-1999). “Er zijn meer schilderende fraters geweest, waarvan sommige opmerkelijk goed waren”, aldus CMM -archivaris Rien Vissers, hoofdredacteur van ‘Fraters CMM’. “Maar het oeuvre van Humberto Wouters spant de kroon. De expositie in Zonhoven, bijna veertien jaar na zijn dood, is eigenlijk een simpele daad van rechtvaardigheid.” Frater Humberto Wouters woonde bijna zijn hele leven in zijn geboorteplaats Zonhoven, in Belgisch Limburg. Hij was enkele jaren als onderwijzer verbonden aan de normaalschool en als surveillant aan het juvenaat. Hij kreeg les van de schilder Gaston Wallaert (18891954) en werkte zelf jarenlang als tekenleraar. Als kunste naar ging hij opmerkelijk snel zijn eigen weg. Qua kleurgebruik was bij hem een ontwikkeling te zien, die vaker bij schilders voorkomt: aanvankelijk was hij daar 14
terughoudend in. Maar al na enkele jaren werden zijn kleuren uitbundiger. Zijn hele werk overziend, kun je Humberto Wouters niet anders noemen dan een groot colorist. Zijn manier van schilderen bewoog zich tussen abstractie en figuratie. Hij zocht daarin steeds zijn ei gen balans. Precies zo ging hij om met de religieuze en aardse aspecten in zijn werk. De critici schreven over zijn ‘sacrale aardsheid’. Daarbij bekwaamde Humberto zich in wat je zou kunnen noemen de kunst van het
Foto’s boven: Beeld van de expositie in gemeenschapscentrum Tentakel in Zonhoven. Foto’s rechts: Frater Humberto Wouters in zijn atelier.
Omslag boek Fernand Haerden.
weglaten. Hij vond zijn kracht deels in een bijna mini male combinatie van contouren en kleuren. Als je voor een doek van hem staat, lijkt het alsof zijn schilders kwast het linnen amper raakte. Zowel in toets als in lijnvoering was hij terughoudend. Alleen in de kleur stond hij zichzelf toe uitbundiger te zijn. Wie het geluk heeft gehad Humberto Wouters ooit te ontmoeten, ziet hierin een mooie parallel met zijn persoon. Wat een sympathieke en bescheiden man! Gedurende zijn
loopbaan als schilder was er regelmatig aandacht voor zijn werk, het werd vaak geëxposeerd. In 1980 ver scheen er een mooie monografie over hem, geschre ven door Fernand Haerden, eenvoudigweg getiteld: Humberto Wouters. Hopelijk blijft er ook in de toekomst aandacht voor deze lyrische schilder met zijn ingetogen en zuivere werk. Rien Vissers 15
Indonesië
Opening polikliniek ‘St. Lukas’ in Aek Tolang
Op 21 januari werd de nieuwe polikliniek ‘St. Lukas’ in Aek Tolang, Indonesië, officieel in gebruik genomen. De opening van de polikliniek, beheerd door een stichting van de fraters, werd voorafgegaan door een eucharistieviering, waarin Ludovikus Simanullang OFM Cap, bisschop van Sibolga, voorging. Frater Martinus Leni, provinciaal van de fraters in Indonesië, bericht. Naast de bisschop waren aanwezig het hoofd en de secretaris van het gebied MiddenTapanuli, het hoofd van de gezondheidsdienst in het gebied, het hoofd van de gezondheidsdienst van Pandan, de gemeente waar de fraters wonen, en het dorpshoofd. Van kerkelijke zijde woonden verschillende priesters, zusters, broe ders, fraters en leerlingen van de hogere en lagere middelbare school de plechtigheid bij. Speciale gast was Piet Prinse uit Nederland die een geldinzame lingsactie begon en daarmee een belangrijke financiële bijdrage leverde om de bouw van de kliniek mogelijk te maken. Hij raakte als buschauffeur nauw betrokken bij pelgrimages van Fraters CMM en Zusters SCMM naar plekken in Nederland en Frankrijk die voor beide congregaties van belang zijn en zet zich in voor het werk van de fraters in Indonesië.
Belangrijke taak In een toespraak zei de bisschop te hopen dat de polikliniek het toonbeeld mag zijn van een “instituut van liefde in een snel ontwikkelende wereld vol con currentie”. Ook de Indonesische CMMoverste, frater Martinus Leni, sprak de hoop uit dat in de polikliniek de mensen niet alleen met respect, maar vooral met liefde behandeld worden, en dat er een goede samen werking komt met de gezondheidszorg en andere klinieken in de regio. Het hoofd van MiddenTapanuli,
16
Raja Bonaran Situmeang, benadrukte dat voor de polikliniek een belangrijke taak is weggelegd om de gezondheidssituatie in het gebied te verbeteren. Frater Tarcisius Maweikere, voorzitter van het stich tingsbestuur van de polikliniek, blikte terug op het ontstaan ervan als klein gezondheidscentrum en de uitgroei tot een belangrijke voorziening waar jaarlijks meer dan dertienduizend mensen behandeld worden. frater Martinus Leni
Bisschop Ludovikus Simanullang OFM Cap van Sibolga opent de polikliniek met het doorknippen van een lint. Frater Martinus Leni (rechts) kijkt toe.
Indonesië
Klas SMA ‘Don Bosco’ in Manado.
Don Bosco-scholen:
geloof, wetenschap en broederschap De fraterscholen in Indonesië worden beheerd door de stichting ‘Don Bosco’. Deze vormt het schoolbestuur van kleuterscholen, basisscholen en lagere en hogere middelbare scholen. De fraters Antonius Kodoati en Rikardus Rumangun rapporteren over de Don Bosco-scholen in Tarakan, Manado en Tomohon.
SMA ‘Don Bosco’ in Tarakan De SMA (‘sekolah menegah atas’) ‘Don Bosco’ in Tarakan, een plaats op het gelijknamige eiland in de Indonesische provincie OostKalimantan, is een mid delbare school, met uitzicht op het volgen van hoger onderwijs en universitaire studies. De SMA van Tarakan werd opgericht op 15 september 1987 door de congre gatie van de Oblaten van de Onbevlekte Maagd Maria onder de naam ‘W. Poerwardarminta’ en werd be heerd door de stichting ‘Harapan Mulia’. Aanvankelijk gebruikte de school klassen van de basisschool als leslokalen, tot in 1998 er een nieuw gebouw gereed kwam. Er ontstonden contacten tussen bisschop Justinus Harjosusanto MSF van het bisdom Tanjung Selor, gelegen in het NoordOosten van Kalimantan met de Fraters CMM over het beheer van de katholieke scholen van het eiland Tarakan. Het resultaat van die contacten was dat frater Frans Kilat op 1 juli 2012 namens het schoolbestuur ‘Don Bosco’ van de fraters beheerder werd van de katholieke scholen in Tarakan en dat op 17 december de akte werd getekend van de
overdracht van de stichting ‘Harapan Mulia’ met alle scholen en verantwoordelijkheden aan het school bestuur ‘Don Bosco’. Op 18 december had de officiële overdracht van de scholen plaats en werd frater Andy Effruan hoofd van de SMA. De scholen kregen allemaal de naam ‘Don Bosco’.
Grote uitdaging Bij sommige van de oudleerlingen van de ‘oude’ SMA ‘W. Poerwardarminta’ was het nog niet doorgedron gen dat er structurele veranderingen hadden plaats gevonden en dat de scholen waren overgegaan naar de Fraters CMM. In een boekje, uitgegeven op 17 juni 2011, vraagt een oudleerling zich af: Waarom moest de SMA ‘W. Poerwadaminta’ uit de maatschappij van OostKalimantan verdwijnen? Hoe is die beslissing tot stand gekomen? De schrijver nodigt zijn mede oud leerlingen uit de SMA ‘W. Poerwadaminta’ in ere te herstellen. Dit streven van sommige oud leerlingen vormt een grote uitdaging voor de fraters. Wettelijk is er voor de congregatie geen probleem, maar een school moet ook gedragen 17
frater Yoseph Bille. Behalve als leiders zijn er diverse andere fraters als leerkracht verbonden aan de scho len. De fraters, met hun spiritualiteit van barmhartig heid en broederschap, brengen die geest ook in onze scholen. Het motto van de ‘Don Bosco’scholen is: ‘Fides, Scientia et Fraternitas’, ‘Geloof, Wetenschap en Broederschap’. Er wordt hard aan gewerkt om dit waar te maken. Generaal CMM-bestuurslid Lawrence Obiko met leerlingen van de basisschool in Tarakan.
worden door een gemeenschap, wil het onderwijs er succesvol zijn. Oudleerlingen kunnen zeer behulpzaam zijn om een school een maatschappelijk draagvlak te geven. Hopelijk vinden de fraters wegen om met de vereniging van oudleerlingen goed samen te werken. En vooral: hopelijk kunnen de scholen op Tarakan uit groeien tot goede kwaliteitsscholen, waar de CMM spiritualiteit van barmhartigheid en broederschap gekoesterd wordt. frater Antonius Kodoati
‘Don Bosco’ fraterscholen in Manado en Tomohon De stichting ‘Don Bosco’ van de Fraters CMM beheert al vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw ‘Don Bosco’scholen en enkele internaten in Manado en Tomohon. De fraters mogen trots zijn op hun scholen. Elk jaar studeren er veel leerlingen af, die aanzien ge nieten vanwege hun geloof, kennis en beschaving. Door de uitstekende schoolprestaties zijn de fraterscholen van Manado en Tomohon in grote delen van Indonesië bekend als goede scholen. Dit resultaat wordt bereikt door een goede samenwerking van fraters, leer krachten en schoolbestuur. Frater Dion Lamere is de voorzitter van het schoolbestuur, dat gevestigd is in Yogyakarta. In Manado heeft de stichting een filiaal dat geleid wordt door frater Rikardus Rumangun, die tevens bestuurssecretaris is. De econoom van de stichting is frater Emarius Gulö. Met uitzondering van de kleuterscholen, worden de fraterscholen geleid door een frater. Hoofd van de basisschool in Manado is frater Benediktus Jeujanan en van Tomohon frater Matias Hamsudin. De lagere middelbare school van Manado wordt geleid door frater Valerius Halawa en in Tomohon door frater Theodorus Hera. De hogere middelbare school van Manado staat onder leiding van 18
Nieuwe curricula Het handhaven en verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs vraagt om voortdurende aandacht en de schoolteams mogen niet te vlug tevreden zijn met de behaalde resultaten. In 2013 komen er nieuwe curricula voor het gehele basis en middelbaar onderwijs en de invoering hiervan brengt voor alle betrokkenen veel werk met zich mee. Er staan grote veranderingen op stapel die zorgvuldig begeleid moeten worden.
Vincentius Op 27 september wordt in de fraterhuizen en op de fraterscholen het feest gevierd van Vincentius. Deze heilige is de patroon van het werk van de fraters. In de maand september zijn er voor arme en marginale men sen activiteiten en acties in zijn geest. Leerlingen en leraren bezoeken de armen en verlichten hun lot. Ook arme leerlingen hebben een plaats op de ‘Don Bosco’ scholen en worden geholpen met de betaling van het schoolgeld. We hopen van harte dat de stichting ‘Don Bosco’ haar werk nog lang zal mogen doen en samen met de fraters en de schoolteams kwalitatief goede scholen mag opbouwen en in stand houden. Moge ‘Fides, Scientia et Fraternitas’ een leidraad zijn bij de uitvoering van onze schooltaken. frater Rikardus Rumangun
Klas SMA ‘Don Bosco’ in Manado.
kenia
Fraters feliciteren hun medebroeder Richard Gisemba.
Professie voor het leven Frater Richard Gisemba legde op 1 december 2012 tijdens een tweeëneenhalf uur durende eucharistieviering in Rangenyo zijn professie voor het leven af in de handen van de algemene CMM-overste frater Broer Huitema. De provinciale overste van Kenia, frater Andrea Sifuna, en frater Leo van de Weijer waren getuigen en ondertekenden mede de akte van de professie. Vanwege de grote belangstelling, vond de plechtigheid plaats buiten de parochiekerk van Rangenyo, niet ver van de CMMcommuniteiten van Mosocho, Oyugis en Sikri. In zijn toespraak tijdens de eucharistieviering zei frater Broer Huitema blij te zijn dat frater Richard er voor gekozen heeft de rest van zijn leven een frater van barmhartigheid te zijn. “Elke dag is een uitdaging meer en meer te worden wat we zijn: broeders van barmhartigheid, allereerst in de communiteit en ver volgens in de manier waarop we de mensen dienen”, sprak hij. De algemene overste richtte een speciaal woord van dank tot de ouders van frater Richard: “Zonder uw voorbeeld en toewijding zou hij deze stap niet hebben gezet.” De plechtigheid werd voorgegaan door de vicaris generaal van het diocees van Kisii en bijgewoond door vrijwel alle fraters in Kenia, verte genwoordigers van andere congregaties, collega’s en
leerlingen van St. Vincent de Paul Primary School in Mosocho, waar frater Richard onderwijzer is. frater Edward Gresnigt
Foto onder: Frater Richard Gisemba, omringd door zijn ouders, de algemene CMM-overste frater Broer Huitema, de provinciale overste van Kenia, frater Andrea Sifuna en familieleden na de professieplechtigheid.
19
kort nieuws
Tilburgse burgemeester bij inlooplunch Op 31 januari bracht de Tilburgse burgemeester Peter Noordanus een bezoek aan het fraterhuis van de Elim communiteit in zijn gemeente om er deel te nemen aan de ‘inlooplunch’. Hij sprak uitvoerig met gasten, vrijwilligers en initiatiefnemers. Aan het einde van zijn bezoek verraste hij iedereen met een roos. In 2009 is de Tilburgse Elim communiteit van de fraters begonnen met deze bijzondere service voor mensen die vaak alleen zijn en behoefte hebben aan wat aanspraak. Gasten komen uit heel Tilburg en hebben diverse etnische achtergronden. Aanvankelijk was er één keer per week een inlooplunch, maar vanwege de aanhoudend grote belangstelling werd in 2011 overgegaan tot een frequentie van twee keer wekelijks. Deelname is gratis, maar een vrijwillige bijdrage wordt op prijs gesteld. De activiteit wordt gedragen door de Frater Andreasparochie, Zusters SCMM en Fraters CMM en kan alleen plaatsvinden dankzij een grote groep vrijwilligers. Op iedere dinsdag en donderdag, de dagen van de inlooplunch, staat een grote banier voor het fraterhuis met de logo’s van de inlooplunch, de parochie en de deel nemende congregaties.
Banier van de inlooplunch voor het fraterhuis van de Elimcommuniteit in Tilburg.
De Tilburgse burgemeester Peter Noordanus (links) in gesprek met lunchgasten.
Een toegewijde frater
Frater Joseph Cosmas Mduge. 20
Aangespoord door wat hij van medebroeders las in Fraters CMM, zette de uit Tanzania afkomstige frater Joseph Cosmas Mduge, eerstejaars novice in Kenia, op papier hoe hij tegen het fraterleven aankijkt. “Door zijn geloften wijdt een frater zich volledig toe aan anderen. Hij opent zijn hart voor de wereld, heeft
een luisterend oor en zijn handen geopend. Dat kan hij alleen maar vanuit een gemeenschap met medebroeders die elkaar lief hebben. En die gemeenschap kan alleen maar bestaan dankzij de geloften. Deze geloften creëren een band tussen de fraters en maken dat ze wel en wee met elkaar kunnen delen. Door celibatair te leven kunnen ze er helemaal zijn voor elkaar. Door de gelofte van armoede zijn de fraters allemaal gelijk en kunnen zich in broederlijkheid volledig richten op hun gemeenschappelijk doel. Gehoorzaamheid maakt dat alle fraters trouw zijn aan hun opdracht om de christelijke geest door te laten dringen in de wereld.”
Door barmhartigheid uitgedaagd “Sion zei: ‘De Heer heeft mij verlaten, de Heer is mij vergeten.’ Zal een vrouw haar zuigeling vergeten, een moeder zich niet erbarmen over het kind van haar schoot? En zelfs als die het zouden vergeten; Ik vergeet u nooit! Kijk, in mijn handpalmen heb Ik u geschreven, en uw muren staan mij voortdurend voor ogen.” (Jes. 49,1416). Dit citaat uit het bijbelboek Jesaja raakt me zeer omdat je als frater CMM probeert te leven, geleid door de spiritualiteit van de congregatie in broederschap en barmhartigheid. Bij ‘barmhartigheid’ denken we soms aan woorden van troost, woor den die geruststellen, vrede brengen en plezierig klinken. Maar barmhartigheid kan ook een uitdaging zijn, die ons laat zien wie we zijn. Ik heb eens meegemaakt dat een meisje werd beschuldigd op school geld te hebben gestolen. Haar ouders konden deze beschuldiging niet verdragen en zetten hun kind thuis onder druk met beschuldigingen en straffen. Dit liep zo hoog op dat zij op het schoolterrein tot hun dochter riepen: “We zullen je doden! Het is beter dat dit kind dood is. Zij maakt haar ouders te schande.” Frater Aloysius Ungkang hoorde hoe die ouders hun kind behan delden en zag dat het flink geslagen was. Hij stapte op de ouders af en vroeg hen wie het kind had mishandeld. “Dat hebben wij gedaan”, zei de vader. Met een harde duidelijke stem antwoordde frater Aloysius: “Dan zijn jullie als ouders verantwoordelijk. Breng dit kind naar het ziekenhuis! Als zij sterft gaan jullie de gevangenis in.” Na deze woorden zakte de woede van de beide ouders. Ze gingen naar huis en de fraters zorgden dat het kind de nodige geneeskundige hulp kreeg en weer met haar ouders verzoend werd. Ik moest bij dit voorval denken aan de wapenspreuk van onze stichter, Joannes Zwijsen: ‘Mansuete et Fortiter’, ‘Zachtmoedig en sterk’. Sterk moet je ook kunnen zijn, vooral als de barmhartigheid je daartoe uitdaagt, zoals frater Aloysius meemaakte. frater Antonius Kodoati (Indonesië)
Een leerzame dag bij de fraters in Sigona De Keniaanse frater Samuel Amolo bericht over een studiedag op 9 september 2012 in het CMMnoviciaat in Sigona voor een parochiële jongerengroep uit Kikuyu die hij begeleidt. “We werden hartelijk ontvangen door de fraters”, zo schrijft hij. “Het was een leerzame dag, waarin de jongeren met fraters en elkaar van gedachten wisselden over hun rol in kerk en samen leving. De fraters toonden ons enkele films over mensen met hiv en aids.
Veel indruk maakte een video over een jongen, Nick, die geen benen en handen heeft en toch volop en vol overgave deelneemt aan de activiteiten van zijn ge loofsgemeenschap. Hij kan dat alleen doen omdat hij in zichzelf gelooft en zichzelf accepteert zoals hij is. De jongeren raakten ervan doordrongen dat je jezelf moet aanvaarden zoals je bent, dat je voor je rechten op moet komen en kansen moet grijpen om God te dienen en de kerk op allerlei manieren te ondersteunen. De fra ters hielden de jongeren voor dat ze de moeite waard zijn en dat ze ieder voor zich op hun eigen manier hun Schepper kunnen dienen. Vanuit dit zelfbewustzijn moeten ze zich voortdurend realiseren dat ze er niet zomaar op los moeten leven, maar dat ze een verplich ting hebben tegenover zichzelf en God om goed om te gaan met het leven dat ze gekregen hebben.” Jongeren van de parochiële jongerengroep leven zich tijdens de studiedag even uit in de tuin van het fraterhuis in Sigona. 21
in memoriam
Frater
Frater
Canisius (J.J.W.M.) Tra
Patrick (F.P.C.M.) Smolders
Hij werd geboren te Goirle op 14 september 1931 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 29 augustus 1949. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1954. Hij overleed op 28 december 2012 in de communiteit van Joannes Zwijsen in Tilburg en werd begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed ‘Huize Steenwijk’ in Vught.
Hij werd geboren te Tilburg op 6 november 1929 en trad in de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid te Tilburg op 29 augustus 1947. Hij legde zijn professie voor het leven af op 15 augustus 1952. Hij overleed op 17 januari 2013 in de communiteit van Joannes Zwijsen in Tilburg en werd begraven op het kerkhof van de fraters op landgoed ‘Huize Steenwijk’ in Vught.
Jozef was een van de jongste kinderen in het grote gezin. Hier rijpte zijn roeping om frater te worden, net als zijn oudere broer, frater Marius. Na zijn noviciaat deed hij werkervaring op als kleermaker en ziekenver zorger in Huize De La Salle in Boxtel en het internaat te Medemblik. In 1958 werd hem gevraagd naar het Moederhuis te Tilburg te komen en te werken in de kleermakerij. Frater Canisius bekwaamde zich in het vak van kleermaker. Na het behalen van het diploma ‘Meesterkleermaker’ in 1965, kreeg hij de leiding over de kleermakerij en het kledingmagazijn van de fraters. Liefst 47 jaar was hij in die taak dienstbaar binnen de fratergemeenschap. Hij was een man van de gemeen schap. Dertig jaar was hij lid van het communiteits bestuur. Frater Canisius was ook een familiemens en hij maakte ook vele vrienden. Hij was een religieuze man, die trots wilde zijn op zijn familie, zijn congregatie, zijn kerk. Nu hebben we hem uit handen moeten geven en hebben hem toevertrouwd aan God, Vader van ons allen. Mag frater Canisius voor ieder van ons een voor spreker zijn bij die we mogen noemen de Barmhartige.
Frater Patrick groeide op in Tilburg, waar hij op de basisschool de fraters leerde kennen en trad bij hen in. Als leraar was hij werkzaam op verschillende lagere scholen in Nederland. In 1961 werd hij uitgezonden naar Kongo, waar hij als leraar werkte tot 1975 toen de fraters vanwege de chaotische situatie dat land moesten verlaten. Na een kort verblijf in Nederland werd hij uitgezonden naar Namibië. Hij ging lesgeven aan de bekende middelbare school St. Joseph, waar fraters samen met anderen bouwden aan de generatie van toekomstige leiders in het land dat in 1990 onaf hankelijk werd. Als blijk van waardering voor zijn inzet ontving hij in 1997 de pauselijke onderscheiding ‘Pro Ecclesia et Pontifice’. Frater Patrick heeft de frater gemeenschap ook gediend als lid van het regionaal bestuur en als overste van de communiteit in Döbra, Namibië. In 1997 keerde hij naar Nederland terug. In woonzorgcentrum Joannes Zwijsen zette hij zich, tot daags voor zijn overlijden, onvermoeibaar in voor een minder valide medebroeder. Het leven van frater Patrick werd gekenmerkt door eenvoud, trouw, religio siteit én humor. De Moeder van Barmhartigheid heeft hem zeker al verwelkomd in het Licht van haar Zoon.
22
‘Dichtbij is zijn genade’
Dankbaarheid Mijn schoonzus Tina moest de laatste paar jaren van haar leven steeds meer inleveren. Haar wereld werd steeds kleiner en ze raakt steeds meer afhankelijk van anderen. In plaats van hierover te klagen en in zelfbeklag terecht te komen, werd zij steeds meer een mens. Ze was blij met alle aandacht die ze kreeg en kon dan van harte steeds weer “Dank je wel” zeggen. Het viel niet alleen mij op, maar iedereen die haar bezocht. Het was een feest om haar te bezoeken. En ze hield ons ook een spiegel voor.
Ik denk hier aan de mooie brochure van Piet van Breemen SJ, Leren leven met een dankbaar hart (1983), waarin hij zegt: “Dankbaarheid geeft de mens een po sitieve levensinstelling. Dankbare mensen zijn schone mensen, waar wij allemaal graag mee te doen hebben, die het leven gelukkiger en rijker maken hun eigen leven, én het leven van anderen die ook in moeilijke omstandigheden de moed niet verliezen, maar ook in de crisis kansen ontdekken en benutten. Ondankbare mensen maken zoveel ongenietbaar: ze werken verstik kend.” Ja, dankbare mensen kunnen genieten, blij zijn! Leven met een dankbaar hart, kun je dat leren? In het evangelie lezen we dat Jezus een dankbaar mens was: hij toonde zich dankbaar voor de grote en kleine
dingen van het leven: voor een beker water, voor vriendschap, voor de mensen die hem volgden. En soms bracht hij jubelend dank aan zijn Vader. De moeite waard daar aandachtig naar te kijken en over te mediteren. ‘Eucharistie’ betekent ‘dankzegging’. In die gesteldheid eucharistie vieren opent je hart en geest om in verwondering en dank naar het leven te kijken. En nog iets. Dorothee Sölle raadde aan om niet te gaan slapen voor je voor drie dingen God gedankt hebt. Probeer het maar eens. Je zult zien dat er iets met je gebeurt. Het leven wordt lichter en mooier en het maakt je milder en barmhartiger voor jezelf en anderen. frater Wim Verschuren
23
Waar nodig moeten wij bereid zijn, in de geest van evangelische vrijheid gevestigde vormen van dienstbaarheid te herzien of te verlaten. (uit de leefregel van de Fraters CMM)
Blad van de Congregatie van de Fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid