Colofon De Koerier is een periodiek, uitgebracht door de studievereniging voor Technische Natuurkunde “Johannes Diderik van der Waals”, in samenwerking met de Studenten Onderwijs Organisatie (STOOR). Beide zijn gevestigd aan de faculteit Technische Natuurkunde van de Technische Universiteit Eindhoven. De Koerier verschijnt zes maal per jaar en is te vinden in de Van-der-Waalskamer. De Koeriercommissie bestaat uit: Paul Janssen (voorzitter), Joep van Lieshout, Suze Verbruggen, Thomas Lemmens, Reinier van Mourik, Martin van Mourik, Don van der Drift, René Joosten, Arjen Monden en Tim Weekenstroo (STOOR). Kopij per e-mail naar
[email protected]. 2e editie, jaargang 50, december 2009 Ter informatie: dit is de laatste Koerier. Binnenkort is (de pilot van) ons nieuwe blad N! beschikbaar.
Inhoud 2. Redactioneel 3. Luide klanken 4. Mogen wij even STOORen? 5. De Uil door de jaren heen 7. Wiskunst 10. Actieve Leden Etentje 13. Kunst en kristallisatie 16. Kitebuggy 18. 6 Overschatte kunstobjecten 22. WiXi 2009 ‘Unknown City’ 25. Bowlingtoernooi 26. Toepassing van CFD bij het beheersen van luchtstromingen 28. Maarten in... 29. Met mama op Borrelexcursie 30. Hé, daar gaat mijn fiets! 32. Nuttige en leuke mysteriedag 33. Stagelopen in de hoofdstad van de wereld 35. Workshop Geluid 36. Over het weer 37. Kunst op de campus 42. Natuurkunst 44. High Dynamic Range Fotografie 46. Olympische kunst 47. Wetenschappelijk onderzoek naar kunst 49. Puzzel 51. Activiteitenagenda
1
Redactioneel
Luide klanken
Door Paul Janssen
Voorzitterspraat Door Gijs ten Haaf
2
Koerier 2, jaargang 50
H
ier is hij dan, mijn eerste Voorzitterpraat. We zijn inmiddels zeven weken bezig als bestuur van de mooiste vereniging van Eindhoven. Het voelt echter niet zo, nog steeds heb ik het gevoel dat we pas net begonnen zijn. Een dag is als een uur en een week is als een dag. De tijd trekt voorbij als een sneltrein en we zijn continu druk bezig om er een prachtjaar van te maken. Een extreem jaar kun je wel zeggen, niet alleen het jaar in aanloop naar het 50-jarig bestaan, maar ook het jaar waarin je dit blad waarschijnlijk voor het laatst in deze hoedanigheid zal lezen. Ook is dit het jaar waarin men voor het eerst een ledenpas moet tonen voor het binnentreden van de ‘Salon’ op donderdagmiddag. Het is jammer dat deze maatregel nodig is, want het is natuurlijk niet leuk om mensen te weigeren. Al helemaal als er dan ten onrechte in verschillende media beweerd wordt dat het systeem is ingevoerd om buitenlandse studenten te weren. De ware reden om het systeem in te voeren is om het authentieke karakter van de Borrel te behouden. De Borrel is nu weer gezellig druk in plaats van overvol. We kunnen weer genieten van ons speciaalbiertje zonder van elke kant aangestoten te worden. Voorafgaand aan dit jaar leek mij het leukste aan de voorzitterstaak het vertegenwoordigen van de vereniging. In de afgelopen anderhalve maand heb ik ook ervaren dat dit inderdaad zo is. Het vertegenwoordigen van vereniging en bestuur gaat op veel verschillende manieren. De ene keer is het heel serieus, zoals de verschillende keren dat ik de Cursor te woord heb gestaan over het pasjessysteem. Maar een andere keer mag je met volle overtuiging een verhaal houden over waarom een snoer kerstverlichting, met daarin verweven een op afstand bestuurbare Mariokart, symbool staat voor het jaar wat het tegenover je staande zusterbestuur tegemoet gaat. De momenten waar ik het meest van geniet zijn die waarop je tegen buitenstaanders mag vertellen wat er zo gaaf is aan onze vereniging. Zo hadden we afgelopen week als bestuur een Borrel georganiseerd voor onze gezinnen. Hierbij mocht ik natuurlijk het woord nemen om iets te vertellen over wat we nu eigenlijk doen. Als ik dan vertel over de vele activiteiten die we organiseren of over de meer dan honderd verschillende bieren in de ‘Salon’, ben ik weer eens te meer blij dat ik voorzitter ben van Van der Waals!
Van der Waals
Redactioneel
D
e Mona Lisa, de Aardappeleters, de Schreeuw, de Schepping: het zijn allemaal zeer bekende kunststukken die inmiddels diep geïntegreerd zijn in onze cultuur. Deze integratie eindigt niet bij de kunstzinnige aspiraties van andere kunstenaars of geïnteresseerden. Of de research van een geschiedkundige. Nee, deze strekt zich tot heinde en verre uit, tot diep in de onderzoekswereld van de huidige natuurwetenschappen. Het doemt op, op plaatsen waar je het niet helemaal zou verwachten. Vandaar het thema ‘Kunst’, die enkele verwevingen tussen kunst en techniek zichtbaar zal maken in tal van boeiende artikelen. Soms kunnen kunst en technologie niet zonder elkaar. Een uitstekend voorbeeld hiervan is de ‘wiskunst’: schilderijen, graphics en tekeningen met een vaak sterke wiskundige basis. Heeft Esher de wiskunde nodig gehad voor zijn tekeningen? Of was hij gewoon uiterst precies en talentvol? Lees hierover op pagina 7. Soms houdt de technologische toepassing niet op bij het concept of het idee, zoals bij Esher. Soms is er keiharde technologie nodig om het eindresultaat tot stand te brengen, zoals gebeurt in de wereld van de fotografie. Maak op pagina 44 kennis met termen als HDR en Tonemapping. Andersom kan het natuurlijk ook: er wordt veel onderzoek naar kunst verricht, zelfs op onze eigen faculteit! Bij de vakgroep TPM wordt gekeken naar zoutkristallen en vochttransport in kunstvoorwerpen (pagina 13). In de wereld der kunstrestauratie en –geschiedenis maakt men ook gretig gebruik van allerlei hippe natuurkundige principes. Lees hierover op pagina 47. Ik hoor het vaak in mijn directe omgeving op de universiteit: bèta’s en kunst lijken geen goede combinatie. Ze - de ‘bèta’s’ - vinden kunst niet ‘hard’ genoeg en daarom niet erg ‘boeiend’. Deze stelling wordt overigens gestaafd door onze top tien van deze Koerier: hierin staan de meest overschatte kunstvoorwerpen op een rijtje. De TU/e heeft trouwens maling aan deze houding die veel techneuten aannemen: de hele campus staat bomvol kunst. Samen met Gerard Verhoogt, conservator van de Kunstcommissie, heb ik een inspirerend wandelingetje gemaakt van het Auditorium naar N-Laag. Achter de kunststukken die iedere student natuurkunde bijna dagelijks tegenkomt op zijn of haar weg naar de collegezalen schuilen vaak grappige verhalen. Lees meer op pagina 37. Uiteraard mag het Van-der-Waalsproject Natuurkunst niet in dit rijtje ontbreken. Sterker nog, hier is een apart artikel aan gewijd. Lees meer over SOH-19 op pagina 42. Ook mooie, haast als kunst aandoende, fietsen moeten het ontgelden in deze Koerier. Lees het bloedstollende verhaal van Jeroen Geerts, over zijn gouden fiets, op pagina 30. Nu rest mij nog één ding te zeggen. Afgelopen periode zijn er veel vorderingen met de opvolger van de Koerier geweest: het nieuwe, faculteitsbrede blad genaamd N! (N-Faculteit). Daarom kan ik met grote waarschijnlijkheid zeggen dat dit de laatste Koerier is. Desalniettemin vind ik het uit de kunst, zo’n eerste Koerier uit eigen hand!
3
De Uil door de jaren heen (en in de kunst) Door Tim Weekenstroo
Mogen wij even STOORen? Door Tim Weekenstroo
H
et collegejaar is alweer negen weken oud als ik dit stukje schrijf. De eerste tentamens zijn afgenomen en voor sommigen zijn er nog een paar zware voor de boeg. Maar het thema van deze Koerier is ‘kunst’, dus heb ik besloten om dit stukje te wijden aan de schone kunst van het onderwijzen. Onlangs zijn namelijk de STOOR onderwijsprijzen voor het collegejaar 2008/2009 uitgereikt. De uislagen zijn hieronder te vinden.
Docent propedeuse 1. Bert Koopmans 2. Richard van de Sanden 3. Martijn Kemerink Instructeur propedeuse 1. Henk Swagten 2. Martijn Kemerink 3. Bert Koopmans
4
Instructeur postpropedeuse 1. Abhinav Sharma 2. Aart Blokhuis 3. Jan ten Thije Boonkkamp Practicumbegeleider postpropedeuse 1. Nicola Debernardi 2. Frans van Setten 3. Leo van IJzendoorn
Z
oals jullie waarschijnlijk wel weten is het logo van STOOR de uil, het teken van wijsheid. Maar de uil heeft door de eeuwen heen verscheidene betekenissen. In het stukje hieronder een beknopt overzicht. De uil behoorde in het oude Griekenland tot de godin Athena (1). Zij
2. De uil van Lilith die volgens complottheorieën over Illuminati te zien zou zijn in onder andere het één dollar biljet en ook in de plattegrond van terrein rond het Witte Huis. Voor leuk leesmateriaal kun je kijken op: http:// www.theforbiddenknowledge.com/. hardtruth/uspresidentasmasons.htm
Hopelijk mogen we met jullie hulp volgend jaar weer zulke mooie prijzen uitreiken! Mocht je nog vragen, klachten of suggesties hebben, schroom dan niet om contact met ons op te nemen. Kom in de pauze langs in de STOOR-kamer (Nl g0.04, tegenover Van der Waals), iedere pauze (12:30 – 13:45) is er iemand van ons aanwezig. Mail ons op stoor@tue. nl of spreek ons aan op de gang. Je kunt tegenwoordig ook met STOOR msn’en! Voeg ons toe:
[email protected]. Op onze website www.phys.tue.nl/stoor kun je een uitgebreide beschrijving lezen over wat STOOR allemaal doet. Daar vind je onder andere ook oude tentamens, oude presentaties van voorlichtingen, notulen van vergaderingen en oude nieuwsbrieven. Rest mij niets anders meer dan jullie veel leesplezier toe te wensen met deze Koerier.
Koerier 2, jaargang 50
1. De uil van Athena is nog steeds te zien op bijvoorbeeld het één euro muntstuk van Griekenland.
was de personificatie van de wijsheid. De uil is nog steeds verbonden met de Griekse stad Athene, zo is deze terug te vinden op het één euro muntstuk van Griekenland. Later kreeg de uil een slechtere naam. Omdat de vogel ‘s nachts actief is en overdag haast niets ziet, werd de uil geassocieerd met domheid en met slechte zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. Veel minder bekend is echter de veel eerdere Hebreeuwse Lilith (2)
(volgens sommigen de eerste vrouw van Adam), een vrouwelijke stormdemon die in verband gebracht werd met de wind. Zij zou ook drager zijn van ziekte en dood. Zoals jullie wel verwachten werd ook zij gesymboliseerd door een uil maar dan vooral door het krijsende geluid dat deze vogels kunnen maken. Op het internet dwalen verscheidene complottheorieën rond over het Witte Huis en de zogenaamde banden met demonen (en nog meer (zie ook figuur 2)). Zo zou Liliths uil te vinden zijn op het één dollar biljet maar ook in de plattegrond van het Witte Huis. In de Middeleeuwen werd het dier het symbool van Synagoge, de personificatie van het Jodendom. In de 16de en 17de eeuw werd het imago van de uil niet
STOOR
STOOR
Practicumbegeleider propedeuse 1. Ineke Wijnheijmer 2. Joris Keizer 3. Job Beckers
Docent postpropedeuse 1. Paul van der Schoot 2. Henk Swagten 3. Thijs Michels
5
Wiskunst Door Martin van Mourik
I
3. De hulpmiddelen van de uil. Tegenwoordig staat de uil weer in het teken van de wijsheid.
een uil ongeluk. Als hij ‘s nachts tegen het raam vliegt van een kamer waarin een ziek persoon ligt, dan duidt dit op een naderend sterfgeval. Tegenwoordig staat de uil (gelukkig) mede door Meneer de Uil van de Fabeltjeskrant weer bekend als wijs.
6
Eén van de dingen die eerst in me op zijn gekomen zijn fractals. Fractals zijn prachtige complexe figuren welke eigenlijk puur een wiskundige basis hebben. Neem bijvoorbeeld een van de beroemdste fraktalen, de Mandelbrot set. Het ziet
Een Mandelbrot fractal.
er heel ingewikkeld uit en dat is het ook, want je kunt eigenlijk oneindig ver inzoomen op de takken van dit figuur en je blijft steeds nieuwe figuren tegenkomen. Dit terwijl er een heel simpel wiskundig Koerier 2, jaargang 50
Dezelfde Mandelbrot fractal, maar dan tweeduizend keer uitvergroot.
algoritme voor is. De Mandelbrot set is in feite een set van complexe getallen c waarvoor z∞ niet divergeert, volgens zn+1 = zn2 + c, weergegeven in het complexe vlak. Kunst van oneindig hoge resolutie dat uit één regel wiskunde rolt. Ik kan hier verder over doorgaan (Newton fractals, natuurlijke fractals, iteratie fractals, etc.) maar kunst houdt hier eigenlijk op: ze zijn zeker esthetisch, maar missen de menselijke diepgang of boodschap, gezien het door computers wordt getekend. Dus ga ik maar kijken naar wiskunde in ‘echte’ kunst. Een van de vroegste voorbeelden van bewust gebruik van wiskunde in kunst is Oud-Egyptische architectuur. Egyptische piramiden en obelisken, bijvoorbeeld, zitten volgepropt met de gulden snede. Er zijn ook Egyptische tekeningen gevonden waarin wordt uitgelegd hoe Egyptenaren touwen met knopen gebruikten om de stelling van Pythagoras te beproeven. De Grieken waren ook dol op de gulden snede. Dit is terug te zien in bijna al hun
Thema ‘Kunst’
STOOR
veel beter. Het dier bleef gekoppeld aan bedrog en slechtheid. Uit deze periode zijn voorstellingen bekend van de uil met een bril of een brandende kaars. Deze benadrukken de domheid van de uil, die ondanks zijn hulpmiddelen niets ziet. (3) Opvallend is dat tegenwoordig juist de bril op een uil zijn wijsheid weerspiegeld. Bijvoorbeeld bij meneer de Uil van de Fabeltjeskrant. Maar ook heden ten dage staat de uil soms in een kwaad daglicht. Volgens volksgeloof brengt het geroep van
Uit deze cartoon blijkt dat spreekwoorden wel eens veranderen of in de vergetelheid raken. Maar misschien helpt de aangepaste versie van “wat baten kaars en bril als den uil niet zienen wil”.
k heb vrij weinig met kunst. Ik kan geen half uur voor een Mondriaan gaan staan om deze te analyseren en om vervolgens naar de volgende Mondriaan te gaan staan kijken. Waarschijnlijk ben ik onder natuurkundigen niet de enige die er zo over denkt. Gelukkig voor ons schijnt het dat er in veel kunst ook wiskunde aanwezig is, soms opzettelijk en soms onbewust. Ik heb de taak op me genomen om uit te gaan zoeken waar in kunst wiskunde terugkomt.
7
8
In de vroege Renaissance is het duidelijk dat wiskunde meer een rol ging spelen in kunst. Een subtiele, maar grote stap vooruit was dat het concept van perspectief voor het eerst een rol ging spelen. De Italiaan Filippo Di Ser Brunellesco, een kunstenaar en architect, heeft voor het eerst geometrisch vastgesteld hoe perspectief gebruikt moet worden om meer realistisch de derde dimensie in tweedimensionale schilderijen te krijgen. Je zou denken dat het niet al te ingewikkeld is om op de juiste manier gebruik te maken van perspectief, maar het gebrek aan perspectief in kunst voor het concept van Brunellesco en het gebruik van perspectief hierna is redelijk
zwart-wit. De Renaissance was een tijd van vernieuwing van wetenschap. Dit is ook terug te zien in de kunst van die tijd. Kijk bijvoorbeeld naar de tekeningen van Leonardo Da Vinci. Ook werd in beeldende kunst veel meer gebruik gemaakt van geometrische vormen, zoals driedimensionale polygonen. Eén van de bekendste voorbeelden van wiskunde (en andere wetenschappen) in kunst is Melancolia I van Albrecht Dürer. Deze tekening zit helemaal volgepropt met wetenschappelijke goodies. Zo zie je
bijvoorbeeld rechts achterin een magisch vierkant, waarbij niet alleen de kolommen en rijen opgeteld het getal 34 geven, maar ook de diagonalen, de vier kwadranten, de vier hoeken, en zelfs de hoeken van de 3x3 hokjes. Rond het begin van de twintigste eeuw werd wiskunde abstract, zo ook kunst. De hangende klokken van Salvador Dali zijn hier een voorbeeld van. Ook de Kubistische tekeningen van Picasso zijn mathematisch van aard. De bekendste wiskundige kunst van deze tijd is dat van M.C. Escher. Hij maakte gebruik van het wiskundig concept van Penrose-betegeling voor vele verschillende tekeningen, bijvoorbeeld ‘Reptiles’, om de ruimte volledig te vullen met enkele vormen. Ook speelde hij met perspectief om rare geometrische vormen te maken.
Reptiles door M.C. Escher, één van de bekendste wiskunsten van deze tijd.
in kunst te vinden (behalve met Escher, die was makkelijk). Mijn conclusie moet dus zijn dat, op enkele pogingen na, wetenschappers en kunstenaars elkaar gewoon niet kunnen begrijpen.
Ik heb toch best wat moeite moeten doen om goede voorbeelden van wiskunde
Quotes Paul J.: “Ja Thomas, misschien moet jij de afspraak met Tiny Verbruggen maken. Jij kent haar beter...“ In de Melancilia I van Albrecht Dürer zit een heleboel wiskunde.
Anneke over Don: “Heeft Don een vriendin?” *pauze* “Wat een lul!” Mark van der Heijden: “Ik denk dat die zwarte veel te groot is.” Anneke maakt een opmerking over de drie cent winst die op de BuEx Zuid-Korea is gemaakt. Leroy: “Zo duur ben jij niet.” Luuk tegen Sjak: “Waarom neem je het op voor Leroy?” Sjak: “Hij is een lekker ding.”
Het gebruik van perspectief in tweedimensionale schilderijen. Dit concept is voor het eerst toegepast door de Italiaan Filippo Di Ser Brunellesco.
Koerier 2, jaargang 50
Thema ‘Kunst’
Thema ‘Kunst’
architectuur. De periode na de Grieken en de Egyptenaren, tot aan de Renaissance, wordt gekenmerkt door een gebrek aan wiskunde in kunst. Mensen hielden zich immers minder met wiskunde bezig. Wel begonnen symboliek van getallen en geometrische vormen belang te krijgen. Twee objecten waren vaak symbool voor dualiteit (goed versus kwaad). Drie van iets was symbool voor absolute waarheid (dit kwam vaak voor in religie en mythologie). Gebruik van bepaalde vormen in kunst was ook symbolisch: cirkels, bijvoorbeeld, gaven iets goeds of heiligs aan. Een vierkant was symbool voor de mensheid.
Luuk: “Alleen Leroy trek je misschien met een poep-poster.”
9
Actieve Leden Etentje Door Focus en Akoestiek
I
10
Eerste gang: Quiche Lorraine magnifique Lorenz: We vingen het diner aan met een overheerlijke combinatie van afgebakken deeg, ‘spek van het rek’, gecombineerd met lekkere ham, overgoten met een delicaat sausje van gegratineerde kaas en opgeklopt ei, hetgeen een quiche très magnifiques maakt. Arjen: Voorafgaand aan het diner kwam er een sterke geur van gebakken eieren met spek uit de keuken. Het moet gezegd worden dat dit misschien wel het beste is van wat Focus in haar hele bestuursjaar heeft gepresteerd. Enige opmerking: hoewel de kwaliteit goed was, liet de kwantiteit duidelijk te wensen over. Tweede gang: Een eigenwijze bietengazpacho Luuk: Voor de amuse werd de soep geserveerd. De bietengazpacho werd geïnspireerd door een origineel recept
van Restaurant Moro uit Londen. Door de felrode kleur had het gerecht een zeer trendy uiterlijk. Het vleugje afwasborstel gaf het net dat beetje extra dat je mist bij een normale soep. De vele positieve reacties maken dit een aanrader voor elk volgend etentje. Anne: De zo aantrekkelijk aangeprezen bietengazpacho viel na het serveren meteen op door zijn zogenoemde “trendy felrode uiterlijk”. Een eerste tegenvaller van de velen die zouden komen, was de heerlijke geur die normaal gesproken van een met liefde bereide soep komt, die was namelijk geheel afwezig. Pas wanneer je neus de soep tot op een centimeter afstand was genaderd, was een vage grondachtige geur te bespeuren, die dan weer niet bijdroeg aan de aantrekkelijkheid van het gerecht. Na de eerste hap kwam de tweede tegenvaller: soep hoort niet koud te zijn, soep=warm. Daar ik normaal gesproken al geen fan van bietjes ben, net zo min als ik aarde lekker vind om te eten, valt een hap koude, gemalen, met ijs vermengde bietjesmoes nogal tegen. Zoals duidelijk mag zijn, zijn bietjes niet mijn lievelingsgerecht, maar nu ben ik niet te beroerd om mijn goede wil te tonen wanneer de chefs veel moeite in hun gerecht hebben gestoken. Echter na de vondst van stukjes afwasborstel in de soep, overtrof mijn gevoel voor smaak mijn gevoel van goede wil. De rest van de soep is dan ook, helaas voor de chefkoks, mooi felrood in zijn kom gebleven. Derde gang: Maquereau fumé met souris les pois verts Koen: Vóór het hoofdgerecht werd de amuse geserveerd. De maquereau fumé Koerier 2, jaargang 50
Vierde gang: Eendenborst met klassieke kriekensaus Leroy: De kern van het diner was natuurlijk het hoofdgerecht: eendenborstfilet in klassieke kriekensaus. Het vlees van dit wild gevogelte heeft een warme en vleesrijke smaak. De kriekensaus is naar oud familierecept, dat zijn oorsprong vond in de keuken van het Bourgondische hof. De saus en bijgeleverde kersen zorgen voor een nog intensere smaaksensatie van het geheel. Wanneer het gerecht samen met speciaal gekruide patatten, gebakken in een koekenpan, geserveerd wordt op een bedje van sla, geeft dit een kleurrijk en gezellig aangezicht. Smakelijk eten! Anneke: Ik ga niet proberen dit gerecht in een woord te omschrijven, want dan zou dit woord “koud” zijn. Dat zou het gerecht minder maken dan dat het was. Ondanks dat het koud was en de frietjes
misschien iets donkerder dan gepland, heb ik er enorm van genoten. Wat was mijn eendje toch lekker rosé, heerlijk zacht en het smolt gewoon op mijn tong. De kersjes sprongen vrolijk tegen mijn smaakpapillen en mijn mond werd gevormd tot een glimlach. Dankjewel Leroy en andere focuspersoontjes. Vijfde gang: Honing-kaneel parfait met blauwe bessen Jeroen: Het uiterst appetijtelijke nagerecht bestond uit een honing-kaneel parfait met blauwe bessen. De bereiding hiervan vond plaats in de tosti-diepvries. Omdat het koelvermogen van deze machine een beetje tegenvalt, was de hardheid van de parfait afhankelijk van de volgorde in hoogte van de taartvorm waarin deze in de diepvries had gezeten. Ook bleek na het serveren nog een emmer crème fraiche over te zijn en dit was geen inkoopfout. Echter, naar wij vernomen hebben, heeft het nagerecht verbluffend goed gesmaakt. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat een gerecht dat met liefde wordt bereid, beter is dan een exemplaar dat precies volgens recept door een fabriek uitgepoept wordt. Dorris: Parfait - ook wel stilstaand ijs genoemd- is een luxe ijssoort die zonder machine gemaakt kan worden. Parfait is een luchtige variant van roomijs en kan in verschillende smaken bereid worden. Over smaak valt uiteraard te twisten, maar deze parfait was met de juiste smaak bereid. Alleen over het ijsgehalte kan men twisten; waarschijnlijk is bij de bereiding de temperatuur van -20 graden niet bereikt. Niemand had echter tegen de tijd van deze gang nog in de gaten, hoe de structuur van parfait behoort te zijn. Men was dan ook zeer tevreden over de kwaliteit van dit nagerecht. Ook
Activiteiten
Activiteiten
eder jaar is het weer een hele happening wanneer het bestuur besluit haar actieve leden middels een diner te bedanken voor hun inzet gedurende het afgelopen bestuursjaar. Het oud-bestuur, Focus: ‘altijd scherp’, heeft op 16 september alle aanwezigen op een zes gangen diner getrakteerd. Ieder bestuurslid was hierbij verantwoordelijk voor één van de gangen. De opvolgers, destijds Kandi’s, van het zeskoppige Focus waren hierbij ook aanwezig en prikten een vorkje mee. Wat heeft Focus haar actieve leden voorgeschoteld? En wat vond Akoestiek hiervan? Alle highlights op een rij.
met souris les pois verts was een lust voor de neus en de ogen. De groene souris les pois verts gaf de amuse een natuurlijke schoonheid die lijnrecht tegenover de maquereau fumé stond. Door wat mint toe te voegen aan de maquereau fumé werden de zoete visgeuren naar boven gehaald. Gijs: Bij het lezen van de menukaart was me al duidelijk dat deze derde gang mij niet erg in de smaak zou gaan vallen. Het woord ‘maquereau’ deed me denken aan muffe vis en niets bleek later minder waar. De enige hoop die ik nog had, was dat we dan tenminste een flink bord voer zouden krijgen, omdat ik toch wel trek had gekregen na de mislukte vorige gang. Toen er echter een lepel met een hapje makreel werd geserveerd, was de teleurstelling groot. Al was ik ook wel weer blij dat ik niet een hele tijd boven een bord met zure visgeur hoefde te hangen.
11
Kunst en kristallisatie Door Leo Pel (vakgroep TPM) de blauwe bessen waren een smakelijke toevoeging. Zesde gang: Baristo’s choice à la Baileys Joep: Als afsluiter van het geweldige diner werd een heerlijke Barristo’s Choice geserveerd. Deze krachtige smaakvolle koffie werd verrijkt met een scheutje Baileys, wat voor een zeer romig geheel zorgde. Als finishing touch werd nog een toefje slagroom toegevoegd en dit geheel werd geserveerd in een echte Van-derWaalsmok. De perfecte afsluiter voor een zeer geslaagd ALE!
Mark: Het ALE werd inderdaad afgesloten met een, in mijn ogen, heuse topper. Echter, deze zogenaamde “Barristo’s Choice” viel mij, achteraf gezien, toch wat tegen. Kortweg gezegd is deze delicatesse me gewoon niet bijgebleven. Op de een of andere manier versterkten de verschillende facetten van het recept elkaar allerminst en leken ze elkaar op te heffen. Dit resulteerde in een, naar mijn gevoel, onafgerond ALE. De volgende keer beter!
H
et toerisme in Nederland, en vooral ook in Europa, is voor een belangrijk deel gebaseerd op ons cultureel erfgoed. Toeristen willen onze oude gebouwen en kunst zien. Daarnaast is het cultureel erfgoed van belang voor de identiteit van onze samenleving. Het in stand houden van erfgoed is dan ook belangrijk. Er zijn echter allerlei mechanismen die ons erfgoed aantasten. Het belangrijkste schademechanisme bij muren en muurschilderingen is
zoutkristallisatie. De poreuze structuur van steen maakt het mogelijk dat water, waarin wel of geen zouten opgelost zijn, kan binnendringen. Zoutoplossingen kunnen dus worden toegevoerd (dit gebeurt met name in gebieden aan zee) of het zout kan al aanwezig zijn. Door drogen en/of afkoelen gaan de zouten kristalliseren. Er worden relatief grote structuren (kristallen) gevormd die het materiaal als het ware van binnenuit kapot drukken.
Quotes Anneke: “Ik vond het heel leuk om met André Duif te spelen…” Arnout (over een docent van S&S): “Zou hij half Brits zijn ofzo? Die schrijven ook altijd zo aarslikkend.”
12
Joep (voorzitter Symposiumcommissie): “Ik wil ook een hamer tijdens de Symposiumvergadering.” Rob: “Tijdens de BuExvergaderingen sloeg ik altijd gewoon met m’n lul op tafel.” Sander van de Broek: “Vliegtuigen vouwen is eigenlijk hetzelfde als gehaktballen eten. Gewoon heel simpel.” Paul J., kijkend naar het aquarium: “Hé, er zitten allemaal oranje dingetjes in!” Erik H: “Ja, dat zijn de vissen.”
Koerier 2, jaargang 50
De Waag in Amsterdam waar vroeger in de XVII eeuw het metselaarsgilde was gevestigd. Hier bevinden zich unieke meesterproeven van metselwerk, welke worden aangetast door zouten. (foto B. Lubelli)
Thema ‘Kunst’
Activiteiten
Mark van der Heijden bij het zien van zijn foto’s in zijn voorstelstukje in Koerier 1: “Oh, da’s eigenlijk best wel lelijk. Deze worden natuurlijk ook opgestuurd naar alle sponsoren..!”
13
dat tot schade leidt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel restauraties alleen maar tot meer schade leiden. In Brühl hebben bijvoorbeeld vorige restauraties alleen maar aanleiding gegeven tot meer schade aan de muurschilderingen. Er is daarom behoefte aan meer inzicht in de schademechanismen. Binnen de groep Transport in Permeabele Media zijn we onder andere bezig met het bestuderen van deze schademechanismen aan kunstobjecten. Hierbij kijkt Leo Pel voornamelijk naar zoutkristallisatie en Henk Huinink kijkt daarnaast ook naar verflagen. Alison Heritage brengt ook een gedeelte van haar tijd bij de groep door. Zij is een conservator en richt zich met name op conservering van muurschilderingen. Het huidige onderzoek bij TPM aan kunstobjecten heeft een lange voorgeschiedenis. Eerst zijn we begonnen te kijken naar vochttransport door poreuze bouwmaterialen, zoals baksteen. Om dit in beeld te brengen maken we gebruik van NMR: magnetische kernspinresonantie. Echter bij bouwmaterialen zoals cultureel erfgoed kan geen gebruik worden gemaakt van een standaard medische scanner uit een ziekenhuis. Het probleem is namelijk
14
Het slot Augustusburg in Brühl nabij Keulen. Hier zijn de muurschilderingen sterk aangetast door zouten. (foto A. Heritage)
Koerier 2, jaargang 50
dat deze materialen veelal 1% tot 5% aan magnetische verontreinigingen bevatten, waardoor de relaxatietijden een factor tien tot duizend korter worden. Dit zorgt ervoor dat het signaal niet of nauwelijks detecteerbaar is met commercieel verkrijgbare apparatuur. Door apparatuur zelf te ontwikkelen voor een specifieke toepassing kan de NMR-techniek toch toegepast worden. Deze zelfbouw heeft geleid tot unieke opstellingen waarbij we het vocht in beeld kunnen brengen met een resolutie van millimeters in bouwmaterialen tot zelfs micrometers in verflagen. Later is hier de mogelijkheid aan toegevoegd om ook de verdeling van ionen te meten met een NMR-opstelling. Hierbij blijkt vooral het quadrupoolmoment van ionen problemen op te leveren voor de NMR-metingen. Tegenwoordig zijn we in het bezit van enkele unieke opstellingen waarmee we als één van de weinigen ter wereld simultaan het vocht- en ionentransport in beeld kunnen brengen. Hiermee kunnen we beter inzicht krijgen onder welke condities er zoutkristallisatie zal optreden, om zo de schademechanismen in kunstobjecten voor het eerst direct in kaart te brengen. Het doel is hierbij om tot effectievere methodes te komen om schade door zoutkristallisatie te voorkomen. Het verbeterde inzicht heeft onder andere geleid tot grote vooruitgang bij het bestrijden van schade, veroorzaakt door Na2SO4. Naast dit fundamenteel onderzoek naar de schademechanismen zijn we ook actief betrokken in verschillende projecten om zoutschade te verminderen of zelfs te voorkomen. In Europees verband wordt er bijvoorbeeld gewerkt aan ‘Desalination’. Hierbij wordt gekeken naar methodes om het zoutgehalte in kunstobjecten te verlagen door middel van ‘poulticing’. Dit
is een methode die vaak wordt gebruikt bij restauraties waarbij een kompres bestaande uit een combinatie van klei en cellulose wordt aangebracht. Het te behandelen object zal uit dit kompres eerst water opnemen en de zouten in het object zullen oplossen. Door nu het geheel te gaan drogen wordt er gehoopt dat de opgeloste zouten tezamen met het water uit het object worden gevoerd naar de kompressen. Door deze procedure een aantal maal te herhalen kan het zoutgehalte in het object worden verlaagd. In de praktijk blijkt deze methode vaak niet effectief te zijn. Uit NMR-metingen en modellering bleek dat de kompressen aan een aantal voorwaarden moeten voldoen om effectief te kunnen zijn. We hebben dan ook samen met TNO een nieuw type kompres ontwikkeld om de zouten te verwijderen uit de Waag in Amsterdam. Voor een succesvolle restauratie is het belangrijk om ter plekke informatie te verzamelen. Om deze reden wordt er binnen onze groep gewerkt aan de mogelijkheid om NMR metingen te doen op locatie en dit te gebruiken om een diagnose te stellen. Met NMR kunnen dan niet-destructieve metingen gedaan worden om bijvoorbeeld de vochtverdeling in het object te zien. Voor het aanbrengen van een magneetveld dat nodig is voor NMR wordt dan gebruik gemaakt van een hoefijzermagneet. De laatste jaren zijn al een aantal studenten bezig geweest deze mobiele opstelling operationeel te maken om binnenkort de eerste metingen in slot Brühl te doen. De verkregen inzichten met betrekking tot schade, veroorzaakt door vocht, kunnen dan gekoppeld worden aan het fundamenteel onderzoek in het lab.
Thema ‘Kunst’
Thema ‘Kunst’
Een goed voorbeeld van schade door zouten is te zien in de Waag in Amsterdam. Hier was het gilde van de metselaars gehuisd. Er bevinden zich unieke stukken metselwerk (XVIIe eeuw), welke het bewijs vormden van de vaardigheid van een meestermetselaar. In de loop der jaren is dit metselwerk beschadigd door zoutkristallisatie. De combinatie van zout dat al aanwezig was, plus (zout) water dat gedurende jaren is toegevoerd, leidt in eerste instantie tot de misschien bekende witte uitslag en later tot het afbrokkelen van stukken metselwerk (zie foto). Een ander voorbeeld zijn de muurschilderingen in het slot Augustusburg in Brühl nabij Keulen (zie foto’s). Op het eerste gezicht lijkt er niets aan de hand te zijn. Bij nadere inspectie blijkt echter dat de zouten net onder de verflaag kristalliseren en de muurschildering ernstig beschadigen door als het ware de verflaag van de muur te duwen. Dit zijn slechts twee ‘kleine’ voorbeelden, maar een stad als Venetië is één groot voorbeeld van zoutschade. In het geval van schade wil men graag maatregelen nemen om verdere degradatie te voorkomen. Een groot probleem is echter het tekort aan kennis aangaande het specifieke mechanisme
15
Kitebuggy
Na nog een kwartiertje oefenen en nog een kwartier wachten tot een karretje vrij kwam, ging ik het dan toch proberen. Vlieger de lucht in, rustig gaan zitten en daar ging ik dan. Eerst langzaam, maar ik ging steeds sneller, en sneller, en nog veel sneller. Waar moest ik kijken, naar de vlieger of waar ik reed? En waar was ik eigenlijk al? Was ik al bij het water? Geen idee! Wat moet ik doen? Remmen! Hoe moest ik ook alweer remmen? Ik ga nu wel héél erg hard! O ja, voeten in het zand! Na tientallen meters stond ik dan toch eindelijk stil. Wat een power! Wat
Door Tijn van de Ven
16
doen: vliegeren en rijden. Nu schrikken veel mannen bij ‘twee dingen tegelijk doen’ en dus werd maar eerst begonnen met het vliegeren. Mijn partner en ik beschouwden onszelf als de ‘lichtgeoefende’-vliegeraars, dus wij begonnen met een klein ‘superNASA-wing’-vliegertje. Na een paar harde landingen kregen we de slag te pakken. Af en toe slippend over het zand haalden we stoere toeren uit met onze wing. Om ons heen zagen we de vliegers al groter worden, dus wij vonden het ook tijd voor het volgende niveau. De instructeur had nog wel een leuk bovenmaats vliegertje liggen. Het bleek een maatje XXXL te zijn en na onze (twintig kilogram zwaardere) instructeur zo ongeveer in de verte hebben zien verdwijnen, een groot slipspoor nalatend, moesten wij lichtgewichten het bij nader inzien doen met een ‘normaal’ maatje L. Dit was alsnog tien keer gaver dan het eerste vliegertje: blijven staan werd echt een uitdaging en af en toe moesten de billetjes gebruikt worden als rem. Ondertussen zagen we al mensen op karretjes verdwijnen in de verte, maar onze beurt in een buggy zou nog wel komen.
Koerier 2, jaargang 50
een snelheid! Verdwaasd keek ik om me heen, waar ben ik, waar is mijn partner? Een meter of tweehonderd achter me
Quotes Anneke over haar promotieplannen met betrekking tot de posters op de wc: “Dan moet je meer vezels eten, want dan moet je meer poepen.” Rob komt de Van-der-Waalskamer binnen, zegt Anneke: “Wat zie jij er vrouwelijk uit, met je sjaal!” Sjak tegen Gijs: “Je ziet er wel geil uit zo met die kale achterkant.” Luuk tegen Sjak: “Ik ga echt niet jouw bal indrukken.” Jeroen: “Ik denk ik wel.”
Activiteiten
Activiteiten
D
aar stonden we dan om kwart over negen op Eindhoven Centraal, klaar voor een dag vol strand, wind en snelheid! Met een traytje cola en een doos die al bijna bezweken was aan de hoeveelheid chips, broodjes en roze koeken stapten we de trein in: klaar voor ons grote avontuur. Na een uurtje treinen kwamen we aan op Rotterdam Centraal. Iedereen was opgewekt, want we wisten dat we steeds dichter bij ons eindpunt kwamen waar ons heel wat spectaculairs te wachten zou staan. Maar eerst snel door naar de metro waar de OV-chipkaart getest kon worden: hoera, die werkt! In het half uurtje naar Spijkenisse hadden we tijd om lekker van de roze koeken te snoepen. De doos bevond zich intussen in een kritieke toestand: dus alles wat op is hoeft niet meer gesjouwd te worden. De doos bleken we later nog nodig te hebben. We kwamen aan in Spijkenisse en we moesten rennen om onze bus te halen. Yes, gelukkig precies op tijd! Een half uurtje bussen later werden we zo dicht mogelijk bij het strand afgezet. Maar toen bleek het toch nog een heel eind. Een kilometer of vier, minstens drie kwartier en een doos die nu echt geen doos meer is later, waren we er toch eindelijk: het winderige strand van Oostvoorne. Tijdens de lunch werd dan ook eindelijk duidelijk waar de doos, die geen doos meer was, nog meer voor gebruikt kon worden: als zandvrije zitplaats… Een uur later, om twee uur ’s middags kon het spektakel dan eindelijk beginnen: onze cursus kitebuggyen. Kitebuggyen: rijden in een karretje (de buggy) aangedreven door een vlieger (de kite). Je moet dus twee dingen tegelijk
zag ik hem lopen. Ondertussen had de instructeur vervelend nieuws: het was bijna vier uur, dus er moest langzaamaan begonnen worden met opruimen. Er was nog tijd voor één run. Deze keer ging het nog harder, maar ook met meer controle. Ik stoof over het vlakke zand, tot ik de duin te dichtbij zag komen en ik mijn voeten in het zand stak. Helaas, het was al voorbij. Het opruimen was zo gebeurd en na een laatste woordje van onze instructeur was het tijd om weer terug naar huis te gaan. We moesten weer kilometers lopen met spierpijn in onze benen, een half uur wachten omdat we de bus net gemist hadden, een half uur buszitten met een pijnlijke kont van het remmen, een half uur in de metro met dichtvallende ogen van vermoeidheid en tot slot nog een uur in de trein. Vermoeid, maar toch niet helemaal voldaan was ik eindelijk thuis. Twee uur was te kort voor deze gave vliegersport. De korte ritjes op hoge snelheid smaakten naar meer. Voorlopig kan ik er alleen maar van dromen, tot de volgende mogelijkheid zich weer voordoet en ik weer over het strand kan racen.
17
6 Overschatte kunstobjecten Door Thomas Lemmens
18
legendes zijn eraan opgehangen. Haar ogen zouden je overal volgen. Dus daar sta je dan, met je cameraatje, een half uur in de rij om dit wereldwonder te mogen aanschouwen. Groot is de teleurstelling als je dan eigenlijk vooraan staat. Je ziet, turend over de Japanners die stuk voor stuk in hun eentje op de foto willen met de Mona Lisa, een klein schilderijtje met een lelijk wijf erop. Echt waar, had Da
Vinci geen beter model kunnen vinden voor zijn meesterwerk? Ze wordt vaak mysterieus genoemd, maar ze ziet er gewoon uit alsof ze al drie dagen intro heeft gelopen. Wat een wallen, zeg! Daarnaast heeft Da Vinci zich er wel erg gemakkelijk vanaf gebracht met het schilderen van de achtergrond. De horizon aan de linker- en rechterkant kloppen niet eens met elkaar en lijken meer op een natuurtekeningetje van een tweedeklasser. In 1911 was het Louvre er bijna vanaf geweest, toen een Italiaan het meesterplan bedacht om zich in een bezemkast te verstoppen en rond sluitingstijd met de Mona Lisa onder zijn jas naar buiten te lopen. De Fransen kwamen er natuurlijk pas de dag erna achter. Helaas werd het schilderij twee jaar later teruggevonden, waardoor we er nu te pas en te onpas mee worden doodgegooid. 2. Venus van Milo We blijven nog even in het Louvre, want daar staat immers nog zo’n meesterwerk. Dat is het mooie aan het Louvre: enorme uitgestorven gangen, waar dagelijks drie mensen doorheen lopen en twee mierennesten: de Mona Lisa en de Venus van Milo. Ook hier barst het natuurlijk van de Japanners, die ook hier natuurlijk hun eigen kolonie aan het opbouwen zijn. Waarom zijn ze altijd minstens met zijn tienen bij elkaar? Misschien dat ze met zijn allen op ieder moment een mecha kunnen vormen zoals de Power Rangers. Hoe dan ook, daar Koerier 2, jaargang 50
staat ze dan: de Venus van Milo… Kapot. In het hele Louvre staan echt 300.000 beelden van hetzelfde slag (de meeste ook nog heel), maar deze is zogenaamd speciaal. Het enige wat er speciaal aan is, is dat het laken wat ze om heeft, op mysterieuze manier blijft zweven. Bovendien heeft ze nogal een prominent bouwvakkersdecolleté. Het enige wat nog ontbreekt, een tramp stamp. 3. De Schreeuw Doet Edvard Munch je een belletje rinkelen? Vast niet, want hij heeft welgeteld één bekend schilderij gemaakt: de Schreeuw. En nee, dat is niet dat standbeeld van Theo van Gogh. Hoewel, één? Nee, meneer vond het nodig dat er vier verschillende versies van gemaakt moesten worden. Moet je voorstellen dat Rembrandt vier Nachtwachten had gemaakt, of van Gogh vier Zonnebloemen.
Oh wacht, Van Gogh heeft maar liefst zeven keer de Zonnebloemen geschilderd. Erg creatief waren die expressionistische schilders blijkbaar niet. Het schilderij veroverde wereldwijde bekendheid en werd gebruikt in vele reclames. Absoluut dieptepunt is dat het masker van Scream gebaseerd werd op het schilderij. Inderdaad, binnen een eeuw werden de zielenroerselen van een man omgezet in een kitscherige horrorfilm. En nu weet je
Thema ‘Kunst’
Thema ‘Kunst’
1. Mona Lisa La Jaconde. Iedere dag drommen honderden toeristen samen voor dit onooglijk schilderijtje. Wellicht het bekendste schilderij ter wereld. Vele
19
20
4. Mondriaan Mondriaan is wellicht het bekendste exponent van De Stijl, een redelijke arrogante naam voor een stijl die voornamelijk uit felle kleurtjes en hoekige vormpjes bestond. Het zou later uitgroeien tot Ikea. Nu zijn jullie vast allemaal bekend met Mondriaan: zwarte lijnen met af een toe een vakje ingekleurd. Mondriaan heeft 25 jaar dezelfde onzin geschilderd en heeft er flink aan verdiend. Daarvoor wilde hij wel eens wat anders schilderen. Volgens kenners werd hij vanaf het moment dat hij zijn wereldberoemde schilderijen ging schilderen volwassen. Op Wikipedia staat een redelijke leuke beschrijving over hoe zijn schilderstijl veranderde in die 25 jaar. In het begin waren zijn lijnen grijs en de meeste vlakken ingekleurd. Rond 1920 werden zijn lijnen dik en zwart en werden maar een paar vakjes ingekleurd. Later liepen de lijnen niet alleen van kant naar kant, maar stopten ze op willekeurige plekken. Rond het midden van de jaren twintig draaide hij zijn schilderijen 45 graden, waardoor ze een diamantvorm kregen. In de jaren dertig werden zijn lijnen weer dunner en ging hij gebruik maken van dubbele lijnen. Ja, mensen, je kunt alleen maar stil worden van de creatieve groei die Mondriaan in die tijd heeft doorgemaakt. 5. No. 5 Dit is hem dan. Het duurste schilderij ooit verkocht. In 2006 werd er 140 miljoen dollar voor betaald door een anonieme bieder. Het is gemaakt door Jackson Pollock in 1948. Het is gemaakt op een stuk fiberboard, waarop dikke lage bruine en gele verf zijn gestrooid, waardoor het op een nest moet gaan
6. De Aardappeleters Natuurlijk mag crazy Vincent van Gogh niet in dit lijstje ontbreken. Zoals iedereen natuurlijk weet, heeft Vincent van Gogh in Nuenen gewoond. En Nuenen, dat is waar ik vandaan komt. Stuitend is dan ook dat De Aardappeleters vol onwaarheden staat. Allereerst hangt er een olielamp boven de tafel. Dit is onzin, want destijds was het vuur nog niet uitgevonden in Nuenen. Daar heeft mijn opa persoonlijk voor gezorgd door
twee varkens tegen elkaar aan te wrijven. Bovendien drinken ze koffie uit kopjes. Allereerst was het enige wat in Nuenen te drinken was modder en ten tweede dronken ze dat alle helemaal niet uit een bij elkaar passend servies. Gelukkig vertrok Vincent na twee jaar uit Nuenen om zich in Frankrijk te vestigen, waar hij vijf jaar later zelfmoord pleegde door zich door de linkertepel te schieten (hij miste zijn hart, maar stierf twee dagen later aan inwendige bloedingen). Hij verkocht gedurende zijn leven slechts één schilderij.
Quotes lijken. Inderdaad, het duurste schilderij is een stuk houtvezelplaat met dikke lagen verf erop. Het behoort tot het abstract expressionisme. Dit betekent dat je schilderij nergens op hoeft te lijken, je niet hoeft te kunnen schilderen en dat je snel klaar bent. Weet je wat de bijnaam van Pollock, de duurste artiest ooit, was? Jack the Dripper. Het op één na duurste schilderij, met een prijs van 137,5 miljoen dollar, is trouwens ook een abstract expressionistisch schilderij: Woman III van de Nederlandse Amerikaan Willem de Kooning.
Koerier 2, jaargang 50
Bart tijdens het Bierproeffestijn: “Perzikbier? Dat klinkt net alsof het door oma wordt gedronken. Of door een vrouw.” Bart, net na het maken van voorgaande opmerking: “Oma’s kun je toch niet rekenen tot vrouwen, da’s smerig!” Luuk tijdens het bestuursfunctierondje van de kennismakings-ALV: “Zeg Gijs, vertel nu eens concreet wat je hebt gedaan de afgelopen tijd.” Gijs: “Ehm, Arjen…” Arjen: “Ik ben secretaris en…” Anneke: “Die meidendag is superkut.” Paul over de raket in de Van-der-Waalskamer: “Ja, hij vliegt al in een baan om de aarde.”
Thema ‘Kunst’
Thema ‘Kunst’
ook waar de naam van de film vandaan komt.
21
WiXi 2009 ‘Unknown City’ Door Maarten van Drunen
22
doch gouden tactiek. Bij het eerste huis leidde dit al tot twee flessen rode wijn. Enkele huizen verder bedroeg onze bagage, naast onze rugzakken, vier flessen rode wijn, één fles witte wijn, kaas, wafels, peren en sinaasappels. Hiermee werd onze reis een stuk draaglijker en vrij eenvoudig (en aangeschoten) vonden we uiteindelijk de kampeerboerderij. Het avondeten was zeer lekker, kip kerrie in plaats van de gebruikelijke spaghetti. Daarna volgde een directe confrontatie met de andere bendes. Onze kennis over oorlogen en aanslagen werd
Een impressie van de GTA-quiz.
serieus getest in een heuse GTA-quiz. Het waren zeer pittige vragen, sommigen haast onmogelijk te beantwoorden. Uiteindelijk eindigden we daarom ook ergens roemloos in de middenmoot. De rest van de avond was vrij in te vullen. In mijn geval een avondje mexen, een geweldig bluf- en dobbelspel voor de onwetenden, dat ergens diep in de nacht eindigde. Het feit dat ik daar niet veel meer van weet, wil zeggen dat dit wel geslaagd zou moeten zijn geweest. Koerier 2, jaargang 50
(waarvan één met een erg coole borstelsnor!) meegenomen en mochten we enkele wapens uitproberen. Het bleek dat schieten met een revolver en een jachtgeweer behoorlijk moeilijk was (het was lastig om de geweren stil te houden en goed te richten) maar het was wel een leuke ervaring wat mij betreft. Ook mochten we kleiduif schieten! Iedereen genoot zichtbaar en dit ging een stuk beter.
Anne schiet de kleiduiven met het grootste gemak uit de lucht.
Onze begeleider was zeer onder de indruk van ons talent en fanatisme en bood Anne zelfs een contract aan, ‘omdat ze zo goed schoot voor een meisje’ of zoiets. Als het aan Anne gelegen had en als het geweer niet leeg geweest was, dan waren wij waarschijnlijk zijn laatste leerlingen geweest. Deze opgekropte woede moesten wij tijdens de terugweg in de bus dan ook veelvuldig van haar aanhoren - dit was overigens nadat Huub, Fiere en Margot door de commissie vergeten waren voordat ze uiteindelijk vermoeid en gefrustreerd in slaap viel. Overigens net zoals de rest van ons busje, gelukkig met uitzondering van de bestuurder. Want op WiXi gaan is voor stoere mensen die ‘s avonds geen slaap nodig hebben om bier
Activiteiten
Activiteiten
V
rijdag 16 oktober was het dan eindelijk zover. Na dagenlang uit te hebben gekeken naar de WiXi met het mysterieuze GTA-thema, brak de dag aan. Na eerst een geweldig computerpracticum te hebben moeten afwerken was de tijd gekomen. Om kwart voor één was onze groep aan de beurt. We waren klaar om te vertrekken. De WiXi-commissie dacht daar echter anders over en liet ons nog enkele uren wachten. Maar nadat alle busjes terecht waren, werden we meegenomen naar de ‘Salon’ om een instructie te bekijken. Na allerlei ingewikkelde plots, met mooie filmpjes trouwens, begreep ik eruit dat wij de Russen waren en dat we wraak moesten nemen op een andere bende. Toen konden we eindelijk vertrekken naar de ‘Unknown City’. Maar blijkbaar was deze plaats uit de opgegeven coördinaten net zo ‘unknown’ voor de commissie als voor ons, dus werden we maar gewoon ergens gedropt in België. We begonnen te lopen volgens een GPS die ineens toch werkte en al snel beseften we dat we een grote fout gemaakt hadden. Als Russen hadden we geen wodka, überhaupt geen alcohol, meegenomen. Hoe groot deze fout was bleek wel toen we aan een willekeurige Belgische vrouw vroegen of er misschien ergens een supermarkt in de buurt was. We werden in ons gezicht uitgelachen. De eerste serieuze tegenslag, hoe zouden we dit overleven? Maar als goedgeorganiseerde bende bedachten we een plan. Florian offerde zich op om overal maar gewoon aan te bellen. Hij probeerde met schitterende verhalen de noodzakelijke proviand voor onderweg te verkrijgen. Het bleek een doodsimpele,
De volgende ochtend werden we vervolgens bruut gewekt. Uiteraard veel te vroeg. Na een degelijk ontbijt met onder andere gekookte eieren werd ons medegedeeld dat we nu echt wraak moesten gaan nemen op een andere bende, de Rednecks, en dit moesten filmen. Waarom, geen idee, het zat zo ingewikkeld in elkaar dat ik het niet meer onthouden heb. Maar gelukkig hoeft in de wereld van GTA ook niet achter elke aanslag een fatsoenlijke reden te zitten. Na wat brainstormen hadden we een plan. Van onze bron hadden we namelijk vernomen dat de leider van de Rednecks zich met slechts twee bewakers ophield in een oude stacaravan achter de kampeerboerderij. Koen Schakenraad en Bart Klarenaar slopen zeer subtiel om de bewakers heen en vermoorden hen bruut. Hierbij moet overigens wel vermeld worden dat de rollen van de bewakers schitterend vertolkt werden. Vervolgens werd de leider in zijn slaap verrast en na talloze malen met een pollepel op zijn hoofd te zijn geslagen, maakte Koen er een definitief einde aan door een schot met een gigantisch mixerpistool. Overigens nadat hij de schok van een gigantische en gemeen uitziende spin in zijn haar te boven was gekomen. Want ook al worden Russen niet warm of koud van wapens, dood en verderf, spinnen zijn gewoon eng. En hij was echt dik. Maar hij heeft het, vooralsnog, overleeft. In tegenstelling tot de Rednecks dus. Al met al was onze wraak behoorlijk zoet. Hierna werden we opgepikt en weer terug naar Nederland gereden. Altijd weer fijn die overgang van ruwe betonplaten naar dat heerlijke gladde asfalt. We stopten echter niet in Eindhoven, maar bij een schietclub ergens in Limburg. Deze middag werden we aan de hand van twee ogenschijnlijke schiethelden
23
te drinken. Overigens kun je natuurlijk ook veel plezier hebben zonder bier!
Een snapshot van de zaterdagavond.
Activiteiten 24
Ontbijt op zondag in alle vroegte.
Koerier 2, jaargang 50
Van der Waals
Weer terug aangekomen in België werd er wederom een lekker avondeten bereid; vlees van de barbecue. Dit vormde een goede en lekkere basis voor weer een gezellige avond. Als eerste hadden we een kampvuur. Een paar pilsjes en slechte Limburgse liedjes verder zaten we echter alweer binnen. Dit keer besloot ik iets meer variatie in mijn bezigheden te brengen, na mijn ervaringen van de vorige avond. Naast mexen, deze keer een ander leuk dobbelspel, Pinokkio en weerwolven. Wat duurde dat lang! Nooit geweten dat een stel natuurkundigen bij elkaar over zo’n ogenschijnlijk makkelijk spel, zo’n lange doelloze discussie konden
produceren. Ik zal geen namen noemen, maar er waren wat mensen die het niet eens konden worden over het doel van het spel. Uiteraard was daar na afloop nog steeds geen overeenstemming over. Na twee leuke potjes was het tijd voor iets anders en na toch weer wat rondjes mexen en een ander gaaf spel, Machiavelli, was de tijd gekomen om te gaan slapen. Na de volgende ochtend iets langer te hebben mogen uitslapen, vertrokken we naar Mol om te gaan zwemmen. Het duurde even voordat we daar naar binnen konden, maar uiteindelijk was daar dan toch René die met de kaartjes aan kwam lopen. Helaas waren er wat glijbanen gesloten, maar gelukkig was de vetste en gevaarlijkste nog open: de wildwaterglijbaan. De Belgen bleken nog beter in het gedogen van de regels dan wij Nederlanders. Enkele uren, wonden en een bewusteloos Belgisch meisje later, was dit ook weer mooi geweest en vertrokken we weer richting Eindhoven. Met het Belgische meisje is het overigens goed afgelopen. In de ‘Salon’ borrelden we met zijn allen nog wat na, aten we wat en bekeken we met zijn allen de zeer creatieve wraakfilmpjes van de zaterdag terug. Een zeer leuke afsluiting van een mooi weekend wat mij betreft. Het was af en toe wat lang wachten, maar de commissie heeft zeker zijn best gedaan ons een leuk weekend te bezorgen, en zijn daarin geslaagd. Ik wil ze dan bij deze ook nog een keer bedanken voor de moeite: commissie bedankt! En natuurlijk hoop ik iedereen volgend jaar terug te zien bij het Lustrum-weekend, dat groter en gaver dan ooit beloofd te worden!
25
Toepassing van Computational Fluid Dynamics bij het beheersen van luchtstromingen Meerdere methodes om prestaties cleanroomontwerp te beoordelen
26
In de cleanrooms van producenten voor halfgeleiderapparatuur vinden vele activiteiten plaats: reiniging en transport van onderdelen, assemblage van de machines en het uiteindelijke vervoer van de machines wanneer ze voltooid zijn. Gedurende het fabricageproces zal op elk moment aan de cleanroomclassificaties, zoals de ISO-klasse, voldaan moeten worden. Mede aan de hand van de ISO-specificatie kan worden berekend welke hoeveelheid lucht in de cleanroom moet worden gebracht. Deerns onderzoekt met behulp van Computional Fluid Pynamics (CFD) waar en hoe deze lucht het beste kan worden ingebracht, en houdt daarbij zoveel mogelijk rekening met het dynamische gedrag in de cleanroom. Dit laatste gebeurt door diverse cleanroomontwerpen met elkaar te vergelijken en de uiteindelijke keuze uit te voeren op verschillende fases in de fabricage van een machine. Deerns gebruikt verschillende methodes om de prestaties van de cleanroomontwerpen te beoordelen. Eerst wordt gekeken naar het luchtsnelheidsprofiel, waaruit blijkt of er grote variaties in de snelheid voorkomen. Met behulp van vectorplots en stoomlijnen wordt bepaald of er ongewenste staande wervels of dode zones voorkomen. Tot slot wordt met zogeheten ‘tracergassimulaties’ een visualisatie van het stromingsprofiel verkregen.
Observatiepunten Deze manieren van beoordeling zijn evident wanneer de verschillen tussen de varianten erg groot zijn. Wanneer je twee varianten met minder uitgesproken verschillen met elkaar vergelijkt, is een kwantificering voor de prestatie van de variant gewenst. Ook hiervoor gebruikt Deerns verschillende methodes. Een ervan is gebaseerd op de tracergasconcentratie. Hierbij wordt een
aantal observatiepunten op een horizontaal vlak in de cleanroom gekozen waarvan de verandering in concentratie wordt bijgehouden in de tijd. De gemiddelde waarde van de observatiepunten geeft hierbij een maat voor de doorspoeling van de cleanroomcabine, terwijl de spreiding tussen de punten aangeeft in hoeverre de stroming uniform is. De variant met de hoogste doorspoeling met de laagste
Koerier 2, jaargang 50
spreiding heeft hierbij de voorkeur. Een tweede methode die Deerns gebruikt, is gebaseerd op de leeftijd van de lucht na het inbrengen in de ruimte. Deze methode gaat ervan uit dat,
τn V ⋅ 100 [% ] , τ n = [s] Φ 2 ⋅τ ε a = Airchange efficiency [-] εa =
V = Volume of room [m 3 ] Φ = Air amount [m 3 / s] τ = Average local mean age of the air [s]
wanneer er staande wervels in de cleanroom aanwezig zijn, de lucht een hogere leeftijd heeft. Met behulp van deze leeftijd wordt de ‘air change efficiency’ uitgerekend. Deze geeft, door middel van een volledige ‘laminaire downflow’, een maat voor de doorspoeling in vergelijking met de maximaal haalbare. Resultaten De door Deerns uitgevoerde CFDsimulaties geven duidelijkheid op zowel conceptueel niveau als bij gedetailleerde vraagstukken. Denk bij conceptueel niveau aan de manier waarop de lucht in de cleanroomcabines wordt gebracht en geretourneerd. Als gevolg van het transport van de machines in de cleanroom is een geperforeerde vloer niet altijd mogelijk, waardoor met CFD op conceptueel niveau kan worden gezocht naar een manier om dit te benaderen. Denk bij meer gedetailleerd niveau aan de optimale filterafmetingen en
filterlayout voor deze cleanrooms. Verder kan inzichtelijk worden gemaakt of upflows die kunnen ontstaan door de warmtelasten, onderdrukt kunnen worden met de hoeveelheid lucht die moet worden ingebracht. Ook kan meer duidelijkheid verkregen worden over de invloed die een geopende deur en eventuele openingen in de cleanroom hebben op de locatie van de retourroosters. Kritische houding Door de mogelijkheden van CFD krijgt Deerns meer inzicht in het cleanroomontwerp en de optimalisatie hiervan. Hoewel CFD een waardevolle bijdrage kan leveren, wordt er kritisch met de resultaten omgegaan. Bij het maken van een CFD-simulatie worden namelijk veel aannames en schattingen gemaakt. Om mogelijke fouten te minimaliseren, worden de CFD-modellen in een brede groep besproken met zowel de betreffende bedrijven (gebruiker, installateur) als binnen Deerns (ontwerpers). In samenwerking met een onafhankelijk bedrijf is er een studie uitgevoerd naar de gevoeligheid van het rekengrid in het CFDmodel op de verkregen resultaten. Dergelijke studies geven meer zekerheid over de correctheid van het model.
Advertorial
Advertorial
De productie van machines voor de halfgeleiderindustrie kent continu innovaties. Deze maken het mogelijk om de bestaande computerchips met ruim 40 procent per wafer te verkleinen- en dat met een drastische verkorting van de productietijd. Door dergelijke verbeteringen worden de eisen aan de omgeving waarin de machines worden opgebouwd ook steeds strenger. Hierdoor kunnen in de dynamische cleanrooms traditionele oplossingen niet zonder meer geïmplementeerd worden. Deerns) maakt daarom simulaties met CFD (Computional Fluid Dynamics) om het cleanroomontwerp te ondersteunen.
27
Met mama op Borrelexcursie Door Margriet Kruyen (de mama van Anneke)
D
Maarten in... 28
Koerier 2, jaargang 50
Bovendien kan men zich er zelfs voor aanmelden. Dit is een feestelijk gebeuren. Hun slogan is: wij geloven dat je alleen echt kunt van iets genieten dat met liefde is gemaakt. Daarom gebruiken we alleen milieuvriendelijk geteelde hop en gerst van de boeren uit ons eigen Limburg. Samen maken we het lekkerste bier volgens nieuwe traditie. Op de Toekomst! Er wordt dus zeer milieuvriendelijk gewerkt, maar hoe men dit kan verenigen met het feit dat er voor elke liter bier vijf liter water nodig is snap ik niet. (Misschien ben ik toch een dom vrouwtje?) Oh ja, ook belangrijk: het water komt uit een ‘eigen’ bron. Eindelijk is het moment aangebroken waarop we dan een rondleiding door de brouwerij krijgen. Nu moeten we toch echt een goede indruk krijgen van het hele proces. Ook hebben we nog even in de ijskoude kelder gekeken. Anneke; nu moet je me even helpen, waar was die ook alweer voor? Tot slot, eindelijk, het bierproeven (enkele glaasjes). Wat eraan ontbreekt zijn de bitterballen. Oh ja, aan de jongens die bijna mee naar Mechelen zijn gegaan: het etentje bij mij is nog steeds in de planning. Het was gezellig met jullie!!
Activiteiten
acht ik een gezellig en makkelijk uitje te hebben, zomaar en zonder extra kosten, blijkt dit een te vlotte conclusie. Vorige week kreeg ik dus een mailtje van mijn dochter Anneke: “het zou leuk zijn als jij een stukje schrijft over onze excursie naar de Gulpener Bierbrouwerij, de Borrelexcursie.” Nou, daar komt het dan: Zet ik net de emmer in de kast, belt Anneke “Mama, zou je het leuk vinden om ook naar Gulpen te komen? Verschillende mensen hebben afgebeld voor de excursie.” Mijn antwoord is een huisvrouw waardig: “Ja, ik kom. Ben net klaar met de ramen zemen”. (Hè, hoe kom ik daar nu weer bij? Normaal gooi ik gewoon de emmer met sop leeg, want dat poetsen komt wel een andere keer.) Oepsie, eerst goed in de kast kijken wat ik aantrek, dan kan Anneke weer tevreden over mij zijn. Op een terras in Gulpen zitten ze te wachten en ik stel al meteen voor om als begeleider op te treden. Bij de Gulpener Bierbrouwerij worden we ontvangen met koffie en een ‘lekker’ stukje vlaai. (Als het kan, de volgende keer graag met slagroom!) We krijgen een film te zien en een diapresentatie. Hierin wordt ‘precies’ verteld hoe het bier wordt gebrouwen. (Ik kan het echter nog steeds niet namaken hoor.) Wat opvalt aan de presentatie: het is een echt familiebedrijf. De hop wordt geplukt door werknemers en hun familie.
29
Hé, daar gaat mijn fiets! Door Jeroen Geerts
30
Vanuit de bus naar huis zag ik Luuk nog fietsen, wel jammer dat hij niet reageerde op mijn kloppen op de ramen in de bus. Het duurde echter niet lang voordat ik erachter kwam waar Luuk met zijn gedachten was verzeild geraakt. “Jeroen, ik zie hier bij de V&D iemand fietsen op een gouden kinderfiets”, vertelde hij mij telefonisch, zo’n 30 seconden nadat ik hem vanuit de bus had zien fietsen. “Wat?! Dan stap ik nu meteen uit en ren ik naar je toe!”, schreeuwde ik door de bus. Bij halte Diagnostisch Centrum stapte ik dan ook uit en al rennend besefte ik me dat dit geen gemakkelijke avond zou worden. Al gauw naderde ik Stratumseind en omdat het donderdagavond was had ik snel een politieman gevonden, welke ik vroeg hoe te handelen. Hij zei nonchalant dat ik maar even 112 moest bellen omdat hij er geen tijd voor had. Midden in de drukste uitgaansstraat van Eindhoven kreeg ik even later een vriendelijke dame aan de lijn die me vroeg wat voor hulp ik nodig had. Nadat ze mij had doorverbonden aan een meneer van politie Eindhoven en ik hem mijn telefoonnummer had gegeven, alsmede verteld had dat mijn fiets gestolen was, werd de verbinding verbroken; ik had geen bereik. Ter hoogte van de Irish Pub sprak ik twee agentes aan welke ik uitlegde wat er aan de hand was. Luuk belde me op om te zeggen dat hij de dief gevolgd was en dat ze zich nu in de Kleine Berg bevonden. Dit was buiten het aangewezen terrein van de twee politiedames, maar wel konden ze het een en ander voor me regelen. Luuk gaf een signalement af en zei de dief continu per fiets te blijven volgen (Luuk had overigens veel alcohol op, geen verlichting aan Koerier 2, jaargang 50
die had natuurlijk ook van een vriend of vijand kunnen zijn. Onder het genot van een chocoladereep die mijnheer de agent van zijn vrouw had meegekregen zaten we nog even na te kaarten, toen ook de politie die de dief had verhoord binnenkwam. Ze hadden een mooie boevenfoto bij, die duidelijk bekend over kwam bij één van de politiemannen. Ook hadden ze een nijptang in beslag genomen. “Die jat morgen wel weer een nieuwe tang bij de praxis”, aldus een jonge agent aan de andere kant van de balie. Uit navraag bleek dat de dief inmiddels weer vrijgelaten was en 150 euro boete mag overmaken. Ter vergelijk; drie keer parkeren zonder parkeerbonnetje is duurder. Op de vraag waarom een dergelijke boete zo laag is antwoordde de politie met: “Tja, daar gaan wij niet over hè. Waarschijnlijk gaat ‘ie morgen gewoon weer verder met zijn hobby”. Omdat Luuk en ik van begin tot eind met maarliefst dertien agenten te maken hadden gehad vroeg ik of er bij een dergelijke diefstal niet meer kosten worden gemaakt dan dat er opbrengsten zijn aan boetegeld. “Och, je moest eens weten”, was het antwoord. Het einde van het avontuur bestond uit het ophalen van mijn fiets uit de stalling van het politiebureau. Zoals te verwachten heeft de dief van mijn slot niet veel heel gelaten. De agent die mij de fiets gaf zei dat dit een vrij uitzonderlijk geval was en dat hij nog niet eerder mee had gemaakt dat een slachtoffer zijn eigen fiets had teruggevonden met de dief er nog op. Onderweg naar huis merkte ik dat er een niet alleen een behoorlijke slag in mijn wiel zit, maar dat er ook enkele spaken ontbreken. Misschien kan ik nog wel een schadevergoeding van de dief eisen. Nou ja, dat is een zorg voor later. Ik kan weer fietsen!
Van der Waals
Van der Waals
Y
es, we hadden gewonnen! Het was de avond van 22 oktober 2009 toen Luuk en ik in een goede bui uit café het Pandje liepen. We hadden met een gezellige groep mensen PSV zien winnen van een andere club, ik geloof dat ze uit zweden kwamen. Toen we op onze fiets wilden stappen om naar huis te gaan merkte ik op dat mijn fiets niet meer stond waar ik hem een paar uur eerder had achtergelaten. Luuk belde meteen Leroy op met de vraag of hij de fiets misschien voor de grap op een andere plaats had gezet. Het uiterlijk van mijn fiets was nogal omstreden door zijn goud gespoten kleur en felle oranje Van-der-Waalsstickers. Daarbij was het een kinderfiets en dit alles maakte het tot een leuk uitlachobject. Leroy leek het wel komisch te vinden dat mijn fiets er niet meer stond, maar zei dat hij er niets mee te maken had. Ook Lorenz wist van niets (hij lag al te slapen), vernamen we van zijn vriendin. Omdat ik in de twee-en-een-half jaar dat ik in Eindhoven woon al negen fietsen heb verloren (zes gestolen en drie onherstelbaar stuk), was ik niet erg enthousiast over de verdwijning van mijn bolide. Luuk en ik besloten dan ook om eerst in de buurt te kijken of er tussen alle geparkeerde fietsen een gouden kinderfiets stond. Het zou natuurlijk zomaar kunnen dat een dronkenman hem voor de lol om het hoekje had gezet. Na niets gevonden te hebben bedachten we naar het station te gaan om te kijken of er een fietsendief was met mijn fiets in de aanbieding. Helaas was ook dit niet het geval en we konden niets anders verzinnen dan het op te geven en naar huis te gaan.
en fietste al bellend tegen de rijrichting in). De agentes zorgden ervoor dat een aantal van hun collega’s richting de dief kwamen. Nog geen minuut later vernam ik van Luuk dat er inderdaad twee politieauto’s waren verschenen en dat de dief nu door een viertal politiemannen werd aangehouden. Hij zag de dief in een politieauto verdwijnen, terwijl mijn fiets op de bagagedrager van de cops terecht kwam. Luuk werd aangesproken door een agent om een korte verklaring af te leggen. Net als ik werd hij verzocht zich naar het hoofdkantoor van Politie Eindhoven te begeven om aangifte te doen en de fiets terug te krijgen. Onderweg van de Irish Pub naar het politiebureau werd ik, hoe ironisch, aangesproken door een alleraardigste donker uitziende mijnheer die een fiets probeerde te verkopen. Helaas voor hem had ik hierin geen trek. Net voordat ik even later bij het hoofdkantoor binnenliep zag ik een politieauto voorbij rijden met een gouden kinderfiets op zijn fietsrek. Mijn gouden kinderfiets. De agent aan de balie wees mij naar de wachtruimte waar Luuk mij reeds met een big smile zat aan te kijken. De tijd was snel gegaan en na elkaar verteld te hebben wat er allemaal was gebeurd konden we niet meer bijkomen van het lachen. De smerige fietsendief zat nu vast in een verhoorzaal en wij zaten triomfantelijk te wachten op het uitleveren van de fiets. Volgens de agenten kwam het bijster weinig voor dat iemand met zoveel plezier een aangifte kwam doen. Uiteraard moesten we nog wel even officieel aangifte doen en beide een verklaring afleggen. Tot mijn verbazing vond niemand het nodig om te controleren of het daadwerkelijk mijn fiets was. Wel heb ik een duidelijke omschrijving van de fiets gegeven, maar
31
Stagelopen in de hoofdstad van de wereld Door Ramon van Voornveld
Nuttige en leuke mysteriedag Door Rens Raijmakers
32
bedankt) werd het tijd wat minder nuttigs te gaan doen: midgetgolfen! Lekker gezellig een balletje slaan, ouwehoeren en ervoor zorgen dat het balletje niet tegen jou aan zou komen. (Niet alles was bij iedereen geslaagd, maar gezellig was het in ieder geval wel.) Een activiteit van onze studievereniging wordt natuurlijk maar op één goede manier afgesloten, namelijk door een bezoek te brengen aan de ‘Salon’. Na hier nog wat verder te hebben gepraat met iedereen die slim genoeg is geweest ook dit erg nuttige deel van de dag te bezoeken, was het ook weer tijd om afscheid te nemen en de trein naar huis te nemen. Al met al een zeer geslaagde dag als je het mij vraagt. Maar ik heb wel één puntje dat misschien handiger kan. Geef de eerstejaars een samenvatting van wie wat precies regelt en waar je met alles terecht kan.
Koerier 2, jaargang 50
Bij het lezen van de titel zal menig lezer niet meteen aan ‘München’ denken, toch is het voor de inwoners van München zo klaar als een klontje: München is de hoofdstad van de wereld. Van 1 september tot 1 december ben ik op externe stage naar het prachtige München geweest. Ik zal beginnen met een overzicht van mijn werk, en vervolgens wat melden over het sociaal-culturele aspect van mijn stage. Ik werk via FOM (Fundamenteel Onderzoek der Materie) op het MaxPlank Intituut voor Plasmafysica in Garching (ong. 15 km van het centrum van München) bij ASDEX Upgrade. ASDEX Upgrade is na JET (Engeland) de grootste tokamak van Europa. Een tokamak is een van de mogelijkheden om commerciële fusie-energie mogelijk te maken. In een tokamak wordt het hete fusieplasma (106 K) door een magneetveld bij elkaar gehouden, in een torusvormig reactorvat. Mijn onderzoek richt zich op zogenaamde Alfvén Eigenmodes (AEs). Een AE is een oscillatie van het magneetveld in de tokamak, veroorzaakt door snelle ionen in het plasma. Fysisch is dit vergelijkbaar met een transversale golf op een gitaarsnaar. De snaar kan gezien worden als het magneetveld; de vingers die de snaar aanslaan zijn de snelle ionen. Deze oscillaties van het magneetveld ten gevolge van de Alfvén Eigenmodes zijn in de orde van 10-3, of nog kleiner, ten opzichte van het ‘normale’ magneetveld. In mijn onderzoek werk ik aan de lokalisatie van deze AEs, met behulp van Electron Cyclotron Emissie (ECE).
Een elektron zal in een magneetveld een Larmorprecessie om de veldlijn uitvoeren, met een frequentie die afhankelijk is van de magnetische veldsterkte. In een tokamak varieert het magneetveld als functie van de straal in het reactorvat. Het toroidale magneetveld in de tokamak wordt namelijk opgewekt door spoelen, zoals weergegeven in de schematische afbeelding van de tokamak. Ten gevolge van de Wet van Ampère is het magneetveld aan de binnenkant van de torus hoger dan aan de buitenkant en heeft deze een
In de tokamak heerst, dankzij de spoelen, een straalafhankelijk magneetveld.
1/r afhankelijkheid. Hierdoor varieert de precessiefrequentie van de elektronen ook. Door met filters en dergelijke een bepaald frequentiebereik te selecteren kan dus op een bepaalde straal het magneetveld gemeten worden. Het systeem waar ik mee werk heeft zestig kanalen en meet
Stageverslag
Activiteiten
A
ls verse eerstejaarsstudenten op de TU/e binnen komen wandelen is niet altijd even makkelijk. Natuurlijk zijn je contacten met andere eerstejaars snel gelegd, maar het moordende tempo in de colleges verrassen je en het doolhof van instanties lijkt bijna net zo moeilijk als kwantummechanica. STOOR, de P-raad, het faculteitsbestuur, de studievereniging zelf en nog velen anderen die ik nu maar even achterwege laat. Wat al die organisaties doen voor jou en waar jij je mening kan laten horen, daar heb je dan ook totaal geen besef van. Gelukkig was daar de Mysteriedag voor Eerstjaars. Van der Waals organiseerde deze dag samen met de andere organisaties binnen de faculteit om ons, de eerstejaars, een beetje meer thuis te brengen in alle organisaties. Het ging allemaal wat snel, maar aan het eind van de dag weet je wel eindelijk waar je jezelf ziek moet melden als je echt niet naar je tentamen kan, waar je terecht moet als je klachten hebt over de lesmethoden van docenten, of wat dan ook. Als je deze dag gemist hebt is het misschien een goede oplossing de Van-der-Waalskamer binnen te lopen en ‘bestuur!’ te roepen. Bovendien kregen we na deze informatie met een groepje van ongeveer acht personen (bijvoorbeeld zes eerstejaars, een bestuurslid van de studievereniging en een lid van STOOR) een lijstje met enkele stellingen om zo even te bespreken hoe goed de aanpak op de TU/e nou eigenlijk is. Allemaal heel nuttig, maar na deze nuttige ochtend was het tijd geworden om wat leuks te gaan doen. Na eerst wat te eten (Van der Waals en Akoestiek,
33
rondom München is ook prachtig. Zo heb ik bijvoorbeeld een kasteel van König Ludwig, genaamd Neuschwanstein bezocht. Dit sprookjesachtige paleis ligt aan de voet van de Alpen, met prachtig uitzicht op enerzijds een meertje (in het dal) en anderzijds een prachtige bergachtige omgeving. In Beieren staat een biertje en een hapje centraal. Een biertje is hier natuurlijk minimaal een halve liter, en het eten is het liefst ‘vet en veel’. Van een beetje chauvinisme is de gemiddelde Beier ook niet vies. Wat dat betreft vind ik München een soort kruising tussen Brabant en Amsterdam: de gezelligheid en Bourgondische levenswijze van Brabant, gemengd met de zelfingenomenheid van een geboren en getogen Amsterdammer. Maar er moet gezegd worden, men mag terecht trots zijn op Beieren en München. Een goede sfeer, een prachtige omgeving, en per vierkante kilometer de meeste brouwerijen ter wereld: wat kan een mens zich nog meer wensen…
Een kleine sfeerimpressie van het Oktoberfest: heerlijk, zo’n ‘mass’ bier.
Een luchtfoto van het sprookjesachtige kasteel Neuschwanstein.
34
Koerier 2, jaargang 50
Workshop Geluid Door Anne van Gorkom
M
uziek maken is een kunst, maar de Akoestiek van een ruimte is heel belangrijk om iets goed te laten klinken. Dit zal weinig lezers raar in de oren klinken. Tijdens de lezing over geluid vertelde Ir. Constant Hak ons alle in’s & out’s over Akoestiek en geluidskwaliteit. Deze ingenieur werkt op een vrij onbekende plaats op het TU/e terrein: het Akoestisch lab. Hier onderzoekt hij de eigenschappen van verschillende materialen om modellen te maken van alle ruimtes waarvan hij de Akoestiek wil verbeteren en de ruimte zogezegd “goed wil laten klinken”. In een schaalmodel kan dan de gehele Akoestiek van een gebouw worden doorgemeten en geoptimaliseerd. Probleem is echter dat er voor het schaalmodel nieuwe materialen moeten worden gezocht met dezelfde eigenschappen als de materialen die in het gebouw gebruikt gaan worden. Die materialen kunnen namelijk niet direct gebruikt worden in het model, op die schaal zijn de eigenschappen van dat materiaal immers anders. Natuurlijk zoekt hij zoveel mogelijk naar doodgewone stoffen die makkelijk te verkrijgen zijn en toch evengoed klinken als het originele materiaal. Zo is Ir. Constant Hak steeds weer op zoek naar een materiaal dat dezelfde eigenschappen heeft als koper, fluweel of wat hij dan ook wil gebruiken in zijn nieuwe gebouw. Steeds meet hij willekeurige stoffen door; eierdozendopjes, watjes, laagjes katoen, je kunt het zo gek niet bedenken of het heeft een belangrijke eigenschap waarnaar hij zoekt. Alles voor de Akoestiek!
Ook al hebben de meeste lezers (en bezoekers van de lezing) nog nooit van het Akoestisch lab gehoord, laat staan van Ir. Constant Hak, toch hebben hij en zijn collega’s al een hele reeks publicaties op hun naam staan en hebben ze meegewerkt aan de bouw en vorming van de beste concertzaal van de wereld qua Akoestiek: het Philips Muziekcentrum. Hij is, geheel volgens logica natuurlijk, nog nooit langs geweest bij de Van-der-Waalskamer, aangezien aan de Akoestiek daar weinig meer te verbeteren valt. Na deze interessante lezing, die overigens erg goed klonk, gingen we zelf aan de slag: in de ‘Salon’ werd een workshop percussie gegeven. Met grote trommels, Braziliaanse versies van djembes, rinkelbelletjes enz. kon iedereen zich lekker uitleven en zich te goed doen aan de mooie Akoestiek. Iedereen kreeg een verschillende trommel en alle groepen kregen een eigen ritme aangeleerd. Degenen die het snel doorhadden en bij wie hun getrommel dus binnen afzienbare tijd goed klonk, stonden al snel mee te swingen op het ritme dat ze moesten spelen op hun instrument. Toen ook degenen die iets meer moeite hadden met hun ritme het een beetje doorhadden, werden alle ritmes tegelijk gespeeld en vervolgens werden er allerlei variaties bedacht. Zo werden er uitstapjes gemaakt naar funk en salsa en kreeg iedere groep een ‘moment van glorie’ door een eigen solo. Volgens de zeer enthousiaste man die de workshop kwam geven, waren we een getalenteerde groep en klonk ons samenspel erg goed. Een mooie samenvatting van de dag kun je dus ook verwoorden als: Akoestiek: Klinkt goed!
Activiteiten
Stageverslag
dus op zestig posities. De intensiteit van dit signaal bevat de oscillaties ten gevolge van de Alfvén Eigenmodes. Met behulp van ECE heb ik zodoende meerdere AEs kunnen lokaliseren, en de evolutie in de tijd kunnen volgen. Op mijn werk wordt echter niet alleen maar keihard gewerkt. Met mijn twee Nederlandse begeleiders, Ivo Classen en Jurrian Boom (oud Chaos) valt gelukkig altijd wat te lachen, en de lokale bevolking heeft me inmiddels ook ingewijd in de Beierse rituelen. Ze spelen hier een kaartspel, Schafkopf , met aparte Beierse kaarten dat voor het nodige vertier zorgt, en vrijdagochtend beginnen we rond 9 uur met een traditioneel Beiers ontbijt: Weisswurst met Brez’n en zoete mosterd. Al met al heb ik het prima naar mijn zin hier, ondanks het ontbreken van een Nintendo Wii en een bestuur om het leven zuur te maken. Naast dit interessante en maatschappelijk verantwoorde onderzoek heeft München veel meer te bieden. Wellicht voor velen bekend is het Oktoberfest: twee weken (drie weekenden) staat de stad ter beschikking voor locals, en vooral hordes toeristen, die gezamenlijk ongeveer 7 ML bier achterover drukken. Buiten dit volksfeest is München ook een zeer aangename stad. Veel mooie (gerenoveerde) gebouwen, en een gezellige sfeer. De omgeving
35
Kunst op de campus Door Paul Janssen
Over het weer Door Reinier van Mourik
36
logischer als je de geschiedenis van het liedje opgraaft: het liedje gaat over de tocht naar de Hemel met goede en kwade engelen. De timmerman is dan Jezus. Dat we dat vroeger zongen! Zo hebben veel andere liedjes een bijzondere betekenis. Kortjakje is bijvoorbeeld een prostituee, Hop Marjanneke gaat over het 18e-eeuws Frankrijk en twee emmertjes water halen gaat over seks! Ook Alfred J. Kwak is beladen met volwassen thema’s die je als kind niet ziet, zoals de kraaienpartij van Dolf de Nazi’s weerspiegelt. Het was rond dit moment dat we ons afvroegen hoe we hierop kwamen en concludeerden dat ons gesprek begon met het weer! Ondertussen was ons oorspronkelijke doel van het opzoeken van de betekenis van “Ig” in Ignobel niet gehaald. Maar wel hebben we meer geleerd dan het vrijdagmiddagcollege Polymeerfysica zou bijbrengen.
Een artist impression van de kraaienpartij in Alfred J. Kwak.
Koerier 2, jaargang 50
E
enieder die aan de TU/e studeert of werkt is het al eens opgevallen: wat staan er toch veel kunstvoorwerpen op de campus. Soms staan ze pontificaal in het zicht en vallen ze bij het eerste bezoek aan het universiteitsterrein al op. Soms loop of fiets je er honderden keren langs voordat ze je opvallen. Waar komt al dit werk vandaan? Wie beheert dit? Waarom staat het hier? En wat is er allemaal op de campus te vinden? Ik heb samen met Gerard Verhoogt, conservator van de kunstcollectie en secretaris van de Kunstcommissie TU/e, een kort wandelingetje van het Auditorium naar N-laag gemaakt. De kunstcollectie Het is een prachtige, zonnige middag als ik Gerard op zijn kantoor in het Auditorium ontmoet. Meteen krijg ik twee boeken en een dvd’tje in mijn handen geduwd, waarna we onze weg naar buiten vinden. Eenmaal zittend op een bankje begint Gerard te vertellen over de begindagen van de toenmalige Technische Hogeschool Eindhoven. De eerste gebouwen die op de prille campus gebouwd zijn waren het Hoofdgebouw, Vertigo en Potentiaal. De aannemer, van Embden, heeft er toen voor gekozen om een kunstcollectie in te stellen. Daarbij maakte zij gebruik van de één-procentregeling. Deze regeling hield in dat één procent van de kale bouwsom besteedt moest worden aan kunst. Dat was een regeling die gold voor alle gebouwen van de overheid. Die ene procent is toch
een enorme som geld. Voordat het geld werd uitgegeven is men destijds veel jonge kunstenaars afgeweest en is er veel werk aangeschaft. Dat is kort gezegd de eerste wijze waarop de collectie tot stand is gekomen. Hiernaast zijn een aantal kunstobjecten geschonken door aannemers en heeft de universiteit zelf aankopen gedaan. Dit laatste gebeurt dan in de praktijk door de Kunstcommissie. Ook komt het voor dat faculteiten ter gelegenheid van bijvoorbeeld een lustrum een kunstwerk aan de universiteit schenken. Een mooi voorbeeld hiervan is het project Natuurkunst. Dat betekent dat er dus geen controle op de collectie is: iedereen kan dingen aanschaffen en wát er dan gekocht wordt is een kwestie van smaak van de betrokkenen. De gebouwen van de TU/e zijn nu overigens niet meer openbaar, maar eigendom van de universiteit, waardoor de TU/e nu geen verplichtingen meer heeft betreffende het op peil houden van de kunstcollectie. Dit doet de kunstcommissie nu. Zij hebben echter geen groot budget. Le Corbusier – ‘Le Poème Électronique’ Na deze verhelderende uitleg verlaten we ons bankje om ons richting het dichtstbijzijnde kunstobject te begeven. Het betreft ‘Le Poème Électronique’, dat afgebeeld staat op de desktopachtergrond die iedere eerstejaars op zijn gloednieuwe laptop aantreft. Het beeld is gemaakt door de Zwitserse architect Le Corbusier ter
Thema ‘Kunst’
Van der Waals
M
en benoemt oppervlakkige en weinig inhoud hebbende gesprekken het over koetjes en kalfjes hebben, of over het weer. Maar het werkelijk hebben over het weer blijkt te kunnen leiden tot zeer interessante gesprekken. Tijdens de lunch keken een aantal leden het journaal, waar het weerbericht een zachte vrijdagmiddag, zo in november, voorspelde. Opdat het heel erg warm kan zijn in november, werd gereageerd dat het ook heel koud kan zijn. Zó koud dat zelfs het bier dat buiten staat in Wintelre bevriest en met de kachel opgewarmd moet worden eer het gedronken kan worden. In Wintelre is dit blijkbaar het criterium voor ‘koud zijn’. Met cola kan het ook, maar B-merk cola schijnt te bevriezen bij lagere temperaturen dan gewone. Voor het classificeren van geschikte dranken voor temperatuurmeting wilde Arjan Klessens graag de Ignobel prijs winnen (de prijs voor onderzoek dat eigenlijk nergens over gaat). Een andere winnaar van deze prijs heeft onderzoek gedaan naar necrofiele homofiele eenden, waarbij het wel erg toevallig is dat iemand met affiniteit voor het veld getuige zou zijn van een eend die doodgaat waar een dergelijke eend bij is. Ook merkte men op dat dit typisch is voor eenden, die toch wel brutale beesten zijn. Zwanen zijn minstens net zo erg. Er is trouwens een kinderliedje dat over zwanen gaat: “Witte zwanen, zwarte zwanen, wie gaat er mee naar Engeland varen? …” Daarin is een sleutel gebroken, maar wie maakt hem ook alweer, de ijzerman? Dat gaan we even op internet opzoeken! Tot onze verbazing was het de timmerman en dat is een stuk
37
met een abstract gegeven, groei. Deze verbintenis is weegegeven door een grillig groeisel dat vermengd is met de hand (die vroeger dus uit het water kwam).
38
Shinkichi Tajiri – ‘Seed no. 4’ We lopen door naar het beeld Seed no. 4 van de kunstenaar Shinkichi Tajiri. Gerard vertelt over het levensverhaal van deze man. Hij is, als kind van zijn Japanse ouders, geboren in Los Angeles in 1923 en had daar een normale jeugd. Tot Pearl Harbor. Deze aanval van het Japanse leger had enorme gevolgen voor de honderdtwintigduizend Amerikanen van Japanse origine. Velen werden zonder vorm van proces of beschuldiging in kampen gezet, compleet met wachttorens en omheining.
Met de zwangere zaadbollen op de hoge stengel combineert hij het mannelijke en het vrouwelijke in één beeld. Tegenwoordig staat dit kunstwerk tussen de Zwarte Doos en Vertigo.
Na een zeer zware tijd in het Amerikaanse leger besloot hij Amerika voorgoed de rug toe te keren. Hij vertrok naar Europa omdat hij de de discriminatie van Japanners door Amerikanen zat was. “The hell with America!” Hij ontwikkelde zich tot een veelzijdig kunstenaar. Tot de jaren zestig maakte Tajiri voornamelijk beelden over de oorlog. Toen hij in ’57 zijn eerste dochter kreeg veranderde zijn stijl. Hij werd gefascineerd door het leven, de dood, geboorte en groei. Het beeld ‘Seed no. 4’, dat op de campus van de TU/e staat is zeer kenmerkend voor deze latere periode. Het maakt deel uit van een hele serie ‘Seeds’.
Koerier 2, jaargang 50
vijver
voor
het
Piet Killaars - Wording Op weg naar het Hoofdgebouw komen we eventjes later aan bij ‘Wording’, wat een geschenk is geweest van één van de aannemers. In 1968 is het door Piet Killaars speciaal voor de TU/e gemaakt. Vanwege Killaars’ fascinatie voor de natuur stond het destijds in de vijver voor het Hoofdgebouw, welke bij de renovatie van de campus gedempt is. Het beeld verbindt een concreet gegeven, een hand,
Gerrit van Bakel – ‘Tarim Machine’ en ‘Voorlopige Regenboogmachine (zonder theorie)’ We lopen verder naar binnen en betreden de hal van het Hoofdgebouw. In deze ruimte bevinden zich onder meer twee kunstwerken van Gerrit van Bakel, een kunstenaar afkomstig van het platteland. Eén ding is zeer kenmerkend voor deze man: hij had een hekel aan dingen mooier maken dan ze zijn. Hij is ook van mening dat, door de stroomversnelling waar de maatschappij sinds de jaren zestig in verzeild raakte, er geen tijd is om je aan te passen. “De techniek gaat zo snel dat er geen harmonie, geen aanpassing aan nieuwe gegevens, kan plaatsvinden” stelde Gerrit van Bakel in 1980. Het symbool voor deze alsmaar versnellende cultuur is het snelheidsrecord met de auto. Toen dat gevestigd werd
Thema ‘Kunst’
Thema ‘Kunst’
gelegenheid van de wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel. Philips had toen een expositie van haar beste producten in een gebouw waarvan de ingang erg veel leek op de uitgang. Toen is voor de duidelijkheid ‘Le Poème Electronique’ bij de ingang geplaatst. Na de tentoonstelling heeft het beeld bij Philips in Eindhoven gestaan, totdat de Matildelaan werd verbreed. Philips wilde het beeld weg doen, maar toen heeft de TU/e het beeld laten verhuizen naar de campus. Om dit te verwezenlijken is het beeld trouwens in twee stukken gezaagd, omdat het te hoog was om onder de viaducten door te kunnen rijden. Hieropvolgens is het op de TU/e opnieuw in elkaar gezet en wederom in de originele kleuren geverfd.
‘Wording’ in de Hoofdgebouw.
Oswald Wenckebach – ‘De technische student’ We lopen verder, op weg naar de hal in het Hoofdgebouw. Vlak voor de ingang, terwijl ik al bezig ben de draaideur te overleven, houdt Gerard me plotseling staande. Ik stond op het punt zomaar voorbij het allereerste beeld van de kunstcollectie te lopen. Het betreft ‘De technische student’ van Oswald Wenckebach, dat naast de draaideur van de ingang van het Hoofdgebouw staat. De latere beelden van Wenckebach hebben een kenmerkende milde ironie en een strakke, gestileerde vormgeving. Dit is ook het geval met ‘De student’, die quasi achteloos op zijn bul leunt.
39
kunnen voltooien. Achter de ‘Voorlopige Regenboogmachine (zonder theorie)’ schuilt ook een semiwetenschappelijk natuurkundig verhaal. Begin jaren tachtig legde van Bakel contact met fysici op de TU/e, omdat hij meer aansluiting zocht bij de wetenschappen. Hij probeerde namelijk de kleurenleer van Goethe en de wetenschappelijke natuurkundige benadering van Newton tot één geheel te brengen. Van deze theorie zijn overigens alleen aantekeningen overgebleven.
40
kwam hij op het idee om dan maar, als een soort satire, de langzaamste machine ter wereld te ontwerpen. Hiervan staan er twee in de hal van het Hoofdgebouw: de ‘Tarim Machine’ en de ‘Voorlopige Regenboogmachine (zonder theorie)’. Beide machines verrichten arbeid op basis van het principe van het verschil in temperatuur tussen de dag en de nacht. De ‘Tarim Machine’ heeft als basis een lang hydraulisch systeem, gevuld met olie. De olie zet overdag uit, waardoor het via een indrukwekkend aandrijfmechanisme, bestaande uit diverse tandwielen en kettingen, de steunpunten rond laat draaien. De machine is ontworpen om in iedere mogelijke positie op eenzelfde manier voort te kunnen bewegen, doordat hij altijd op zijn ‘pootjes’ terecht komt. Dit gaat overigens niet snel. In de woestijn, waar het temperatuurverschil tussen dag en nacht erg op kan lopen, zou de machine in theorie één centimeter per jaar kunnen verplaatsen. De ‘Voorlopige Regenboogmachine (zonder theorie)’ gaat de hoogte in: hoe warmer het is, hoe hoger de regenboog zou moeten reiken. Deze machine is
echter een niet-werkend proefmodel, en de ‘Definitieve Regenboogmachine (met theorie)’ zou drie keer zo groot moeten worden. Van Bakel heeft dit echter nooit
Een fragment van het schetsontwerp van de ‘Voorlopige Regenboogmachine’.
Koerier 2, jaargang 50
Margot Zanstra – ‘Turbulentie’ Tenslotte lopen we naar onze thuisbasis N-laag om het laatste kunstwerk te bekijken: ‘Turbulentie’. Dit kunstwerk is gemaakt door Margot Zanstra, van origine een balletdanseres. Na haar danscarrière wilde ze toch iets met haar handen maken en begon ze met het maken van kleine beelden. ‘Turbulentie’ is het eerste beeld dat een prijs won. Het
Hiermee komt een einde aan onze korte, doch zeer informatie wandeling. Gerard wil me verder nog meegeven dat binnenkort het eerste digitale kunstwerk tentoongesteld wordt. Deze digitale video, genaamd ‘Eindhoven’, draait van 3 december tot half januari in de Beeldbank. Mocht je meer willen weten over de kunstcollectie van de TU/e, dan kun je terecht op: www.tue.nl/kunstbezit.
Een foto van het meest geniale kunstwerk op de campus van de TU/e. Meer informatie op pagina 42.
Thema ‘Kunst’
Thema ‘Kunst’
De ‘pootjes’ aan de op molenwieken gelijkende raden kunnen een verplaatsing van één centimeter per jaar bewerkstelligen.
beeld voor de ingang van N-laag is een replica, vervaardigd door de werkplaats van de faculteit. Het beeld wordt gekenmerkt door een mooie balans en symmetrie, terwijl het toch speels blijft. Dat laatste ontbreekt vaak bij beelden met abstracte wiskundige vormen, maar is bij haar heel erg leuk aanwezig.
41
Natuurkunst Door Taco Vader
42
De jaren erna nam het project langzaam gestalte aan. Een kunstenaar, Alex Vermeulen, werd gevraagd het ontwerp professioneel te maken. Uiteraard kostte dit alles geld, dus moest er flink wat sponsoring worden geregeld. Sponsors komen niet zomaar, dus moest er behoorlijk wat aan promotie worden gedaan. En promotie werkt het beste als het kunstwerk groots wordt opgezet. Zo spiraliseerde alles groter en groter, zodat er een aparte stichting moest worden opgericht. Op die manier zou Van der Waals niet spontaan failliet gaan als de financiering niet gehaald werd. Er werd een locatie gekozen en uiteindelijk groeide de stichting uit naar zo’n twintig man. Het uiteindelijke ontwerp was een vijver met 88 drijvende eieren. Ieder ei draagt een speciaal ontworpen zonnepaneel en alle opgewekte stroom wordt naar de centrale kolom gevoerd. Hier wordt wisselstroom door een spoel gestuurd, zodat er een wisselend magnetisch veld ontstaat. In de centrale figuur zit een grote koperen ring, waar
mankementen boven water. Zo brandde de spoel nog dezelfde dag door en bleken de ankers van de eieren niet bestand tegen het water. Al deze en nog veel meer tegenslagen (vraag me er maar eens naar tijdens een Borrel, als je de tijd hebt) hebben ervoor gezorgd dat tot op de dag van vandaag nog natuurkundestudenten aan het klussen zijn in en om de vijver. Met vereende krachten gaat het zeker lukken om dit verhaal tot een happy end te brengen. Voor iedereen die de epische strijd in detail wil nalezen verwijs ik graag naar almanakken Attractie, Gat, Echo, Leeg, Transparant, Go with the Flow, Paradox, Zwaar, de website www. natuurkunst.nl of het bijbehorende prachtige boek Sun Enlightenment.
De opening van States of Humanity 19 States of Nature, was ronduit spectaculair te noemen.
Koerier 2, jaargang 50
Thema ‘Kunst’
Thema ‘Kunst’
W
ie over het Limbopad langs de Zwarte Doos fietst, ziet aan zijn rechterhand het grootste kunstwerk van de hele TU/e: States of Humanity 19 States of Nature, in de volksmond ook wel bekend als Natuurkunst. De vijver met eieren en de zwevende figuur is niet te missen. De aanblik bezorgt menig natuurkundestudent een trots gevoel. De jongere generaties, onbekend met de lange geschiedenis van het kunstwerk, herkennen dit misschien niet. Vandaar dat ik graag vertel hoe dit project begon en eindigde bij Natuurkundestudenten. Het verhaal van Natuurkunst begint op een dropping, 17 februari 2000. Dit was het jaar van het 8e lustrum van Van der Waals en het bestuur wilde een stunt neerzetten. Iets permanents, iets indrukwekkends, iets wat de algehele gaafheid van de vereniging zou uitstralen. Naar goed gebruik werd er gebrainstormd met ladingen Winterbier (of Kasteelbier, de geschiedenis is hierover wat mistig). Na allerlei ideeën als het Grootste Biertje ter Wereld kwam men op het idee een soort zonne-thermometer te maken – een UFO die dankzij zonnepanelen hoger ging zweven als de zon harder scheen. Een kunstwerk vanuit Natuurkunde, de naam Natuurkunst was gauw gevonden. De dag na de dropping werden schetsjes, die zowaar waren gemaakt, bij elkaar geveegd. Het zaadje was geplant, maar ze hadden nog geen idee wat ze hiermee in gang zetten.
door het wisselende magneetveld een gigantische stroom wordt opgewekt. Deze wekt weer een tegengesteld veld op, dat de figuur omhoog stuwt. Hoe meer zon, hoe meer hoogte: een perfect samenspel tussen natuur en techniek. 12 september 2006 was het grote moment aangebroken: States of Humanity 19 States of Nature werd officieel geopend. Met vuur- en muziekshows en verscheidene speeches werd de kroon op jaren inspanning gezet en was het harde, harde werk klaar. Van trots zwol N-laag op tot drie keer zijn normale formaat, een ongekende prestatie was verricht, een ambitieus idee was tot een geslaagd einde gebracht. Dat dachten we tenminste. Helaas kwamen er nog verscheidene
43
High Dynamic Range Fotografie Door Don van der Drift
44
mate afgeweken kan worden. Stel dat de lichtintensiteit van het nulpunt is gelijk is aan 1. Dan kan met een 12-bits (tegenwoordig hebben dure camera’s 16bits CCD’s) een lichtbereik van -2048 tot +2047 vastgelegd worden (of -32768 tot +32767). Dit is voor een binnenhuisfoto of een flink bewolkte dag voldoende. Binnen is het felste licht ongeveer duizend tot vijfduizend maal zo sterk ten opzichte van het nulpunt, maar schaduwen zijn daarentegen soms wel meer dan tienduizend maal zo donker. Met een normale camera, gebruikt door de gemiddelde gebruiker, is dit voldoende, maar niet voor de kunstenaars onder ons. Als je dus echt zoals de oude kunstenaars de helderste luchten wilt vastleggen, maar tegelijkertijd de geheimen vanuit de schaduwen wilt laten zien, zal je dus je lichtbereik moeten vergroten. Helaas is er op het moment van schrijven nog geen CCD beschikbaar die dit allemaal kan en daarom is er een truc bedacht om dit probleem te omzeilen: High Dynamic Range fotografie. Door een serie van drie, vijf of meer foto’s te maken die variëren van sterk onderbelicht tot sterk overbelicht, waarin je dus zowel het helderste object uit je plaatje als de diepste schaduwen hebt vastgelegd, kun je door deze te combineren het hele lichtbereik vastleggen in een nieuw digitaal fotoformaat. Een HDR foto heeft een bereik van 32 bits per kleur. Dit komt overeen met een bereik van -2.147.483.648 tot +2.147.483.647 aan lichtgradaties. Ruim voldoende om Koerier 2, jaargang 50
Thema ‘Kunst’
Thema ‘Kunst’
K
unst is een bespeling van je zintuigen. En al eeuwen lang proberen kunstenaars, met name de beeldend kunstenaars, je iets voor te schotelen waar je naar kunt blijven kijken. Eén van de kunstvormen die bij uitstek je ogen probeert te leiden langs de verschillende facetten van het kunstobject is fotografie. Met fotografie kun je in seconden doen waar Rubens en Rembrandt maanden over deden. Alleen konden deze twee bekende schilders iets, wat met fotografie nooit heeft gekund. Althans, tot voor kort. Het vastleggen van het licht in een schilderij kan gedaan worden met behulp van alle mogelijk denkbare verftinten. Hoe helder en licht de lucht ook is en hoe donker de schaduwen op de grond, een schilder is in staat om zowel de objecten in de schaduw als het wolkenspel in de lucht vast te leggen in één schilderij. Fotografie daarentegen heeft altijd te kampen met het beperkte lichtgevoeligheidsbereik van origineel de gevoelige plaat en tegenwoordig de CCD. Oftewel, de objecten in de schaduw zijn zichtbaar en de lucht maximaal wit, of de wolken zijn zichtbaar maar vrijwel al het andere is donker tot puur zwart. Deze beperking komt voort uit het feit dat met een (digitaal) fototoestel een punt bepaald wordt dat als middelste waarde voor de witbalans wordt genomen. Dit is dan je 0-waarde. Bij dit nulpunt hoort een lichtintensiteit waarvan voor het donkerste en lichtste punt in een bepaalde
een heldere lucht en donkere schaduw te combineren. Die kunnen op een heldere dag namelijk een factor één tot honderd miljoen schelen. Maar wat dan? Een beeldscherm van een PC en het standaard JPG bestand wat je graag opstuurt naar je vrienden heeft maar een diepte van 8 bits per kleur. Dus we zullen het beest van 32 bits terug moeten brengen naar 8 bits. 4 miljard gradaties naar enkel 256… Deze stap in het proces heet Tonemapping en hier is waar de digitale kunstenaar zich laat zien. Er zijn talloze manieren om deze compressie te doen met nog veel meer mogelijke opties die deze met zich meebrengen. En een uitleg hiervan zou een jaargang aan Koeriers kunnen vullen. Dus geniet van de foto’s bij dit artikel en als het je leuk lijkt je hierin meer te verdiepen raad ik je de volgende inspirerende site aan: www. stuckincustoms.com.
45
Olympische kunst Door Arjen Monden
A
er zeker van te zijn dat de constructie zijn eigen gewicht en dat van 60.000 bezoekers aankan, zijn veel verschillende mathematische modellen gemaakt. Het uiteindelijke ontwerp was een van de weinige stabiele mogelijkheden. Ook de Spelen van 2004 werden geopend met een waar kunststuk. De Spelen vonden plaats in Athene, wat de Grieken de mogelijkheid gaf om iets met de geschiedenis van de Olympische gedachte te doen. Om symbolisch van het verleden naar het heden te gaan werd een vuurpijl vanaf een videoscherm in een vijver geschoten, in deze vijver werden de Olympische ringen ontstoken en daarmee het Olympisch vuur. Het aansteken van het Olympisch vuur bij de opening van de Spelen is ingevoerd in 1928, bij de Spelen in Amsterdam. Maar omdat de grootte van de vlam een gevaar opleverde, ontstak niet een atleet, maar een medewerker van een gasbedrijf de vlam.
46
Koerier 2, jaargang 50
I
n eerste instantie denk je bij schilderijen van Rembrandt en Van Gogh niet meteen aan technologisch onderzoek. Om de eigenschappen van bijvoorbeeld de verf te bepalen, worden echter tegenwoordig op relatief grote schaal schilderijen onderzocht met moderne apparatuur. Ook het restaureren wordt steeds minder handmatig en steeds meer machinaal uitgevoerd. Eén van de manieren om onderzoek te doen naar een schilderij, zonder het te beschadigen, is met behulp van infraroodstraling. Het was en is gebruikelijk om eerst met houtskool of grafiet een schets te maken, en dat vervolgens over te schilderen met verf. Aangezien houtskool en grafiet nagenoeg helemaal uit koolstof bestaan, wat resoneert bij IRfrequenties, kun je die schetslagen dus vrij gemakkelijk zichtbaar maken. Hierdoor is aan het licht gekomen dat bij het echte schilderwerk de kunstenaar zich vaak op sommige punten toch bedacht heeft. Er zijn dan bijvoorbeeld nog wat figuurtjes toegevoegd of een boompje weggelaten in de uiteindelijke afbeelding. De pigmenten in de verf van een schilderij gaan op een karakteristieke wijze fluoresceren wanneer ze blootgesteld worden aan ultraviolette straling. De kleur en intensiteit van dit gefluoresceerde licht geven dus een indicatie van de gebruikte materialen. UV licht is vooral belangrijk om de echtheid van een schilderij vast te stellen, omdat de autofluorescentie van een doek toeneemt met de tijd. Hierdoor
valt nauwkeurig te bepalen welke delen er later overheen zijn geschilderd. Nieuwe schilderijen lichten dus ook veel minder op dan eeuwenoude werken wanneer je er UV-licht op schijnt. Op deze manier is een vervalsing gemakkelijk te vinden. Een andere vorm van EM-straling waaraan schilderijen voor onderzoek worden blootgesteld is röntgenstraling. Door de loodhoudende deeltjes in oude verf kun je oude verflagen hiermee zichtbaar maken. Zo kun je zien wat er eventueel overgeschilderd is en hoe het doek er origineel uit zag. Een vrij recent ontwikkelde variant op de conventionale röntgenbestraling is de röntgenfluorescentiespectroscopie met synchrotronstraling. Hierbij wordt met behulp van synchrotronstraling röntgenstraling opgewekt met een breed frequentiespectrum. Door vervolgens naar de fluorescentie van het schilderij te kijken kun je dan weer onderliggende lagen bekijken. Het komt regelmatig voor dat men ontdekt dat een schilderij is overgeschilderd. Vooral bij de wat minder welvarende schilders als Van Gogh is dat het geval, omdat ze makkelijk geld konden besparen door een doek te recyclen. Bovenstaande onderzoeksmethodes kunnen aangewend worden om veranderingen gedurende de afgelopen eeuwen aan schilderijen in kaart te brengen. Soms wil je echter het schilderij juist doelbewust bewerken, bijvoorbeeld omdat het vernis aan het verkleuren is of omdat er schimmel op het doek zit.
Thema ‘Kunst’
Thema ‘Kunst’
ls een land de mogelijkheid krijgt de Olympische spelen te organiseren trekt het meestal alles uit de kast om zich zo goed mogelijk te laten zien. Er wordt dan ook vaak kunst gebruikt om de grootsheid van het organiserende land aan te tonen. De Spelen van 2008 waren hier een goed voorbeeld van. China heeft bij de opening een show neergezet waar duizenden dansers synchroon de Chinese cultuur uitbeeldden. Dit alles speelde zich af in het Vogelnest (zie foto), het stadion dat speciaal voor de Spelen ontworpen werd door het Zwitsers architectenbureau Herzog & de Meuron. Het ontwerp van het stadion is gebaseerd op keramische kunstwerken uit de OudChinese cultuur. Het stadion bestaat uit twee afzonderlijke constructies en is ontworpen om aardbevingen te kunnen weerstaan. De structuur van de stalen balken lijkt random, maar in feite is het stadion vrijwel geheel symmetrisch. Om
Wetenschappelijk onderzoek naar kunst Door René Joosten
47
reinigen van schilderijen worden korte laserpulsen (orde nanoseconde) gebruikt om beschadiging van het oppervlak tot een minimum te beperken. Aangezien verontreinigingen vooral organisch van aard zijn met covalente bindingen met een bindingsenergie tussen 3,5 (C-H) en 6,29 eV (C-C), ligt de benodigde golflengte tussen de 200 en 350 nm. Hiervoor wordt dan ook een kryptonfluoride excimeerlaser met een golflengte van 248 nm gebruikt. Natuurlijk is het ook mogelijk deeltjes te verwijderen door thermische verdamping, dus met IR lasers, maar dat levert meer schade aan het schilderij op. Er wordt tijdens een
restauratie continu gemonitord hoeveel en wat de laser heeft weggeëtst. Dit wordt gedaan door het fluorescentiespectrum te bestuderen van het plasma dat ontstaat door het weggeëtste materiaal. Zo blijkt maar dat zelfs binnen de kunstgeschiedenis ruimte is voor keiharde natuurkundige principes. Het technisch onderzoek naar schilderijen is de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt en er zullen in de toekomst ongetwijfeld nog veel interessante ontdekkingen gedaan worden.
Puzzel
48
Linksboven is het werk ‘Grasgrond’ van Vincent van Gogh weergegeven. Dit schilderij is in 1887 in Parijs door van Gogh geschilderd en is momenteel in bezit van het KröllerMüller Museum in Otterlo. Vorig onderzoek had al vaag het bestaan van de contouren van een hoofd aangetoond. In bovenstaande afbeelding is de reconstructie door middel van röntgenstraling weergegen. Tevens zijn onderzoekers in staat geweest de gebruikte kleuren te achterhalen, door het meten van de aanwezigheid van kwik en antimoon welke gebruikt werden in verfpigmenten.
Doorgaans moet een schilderij twee tot drie keer per eeuw worden ontdaan van vervuiling. Voor lichte verontreinigingen is er inmiddels veel ervaring opgedaan om dit met de hand aan te pakken. Maar als de aanslag te sterk hecht aan de onderliggende verflaag, of als het vernis te ver is uitgehard, staan restaurateurs machteloos met hun handwerk. Tegenwoordig kan men met lasers deze verontreinigingen,
of zelfs, indien gewenst, een hele verflaag verwijderen. Het schoonmaken van beelden gebeurt al langere tijd met lasers, maar de technologie om schilderijen met lasers te reinigen bestaat nog maar enkele jaren. De uitdaging bij schilderijen is het feit dat de verf en ook het doek erg gevoelig zijn voor laserlicht, anders dan bij de meeste materialen die voor sculpturen worden gebruikt. Voor het Koerier 2, jaargang 50
Vorige puzzel Tevreden keek ik toe hoeveel mensen in de Van-der-Waalskamer en elders de puzzel uit de vorige Koerier aanpakten, bediscussieerden en in veel gevallen ook oplosten. Er werd gesteld dat je in een gameshow voor drie deuren stond, waar er achter één een prijs stond. Door middel van twee vragen moest je er achter komen achter welke deur de prijs stond, maar op de twee vragen werd geantwoord met blauw of geel. Het was onbekend welke van de twee kleuren ‘ja’ betekende. Verschillende oplossingen zijn ingeleverd, maar de simpelste twee vragen zijn de volgende: 1. Als ik zou vragen of de prijs achter deur 1 staat, zou je dan blauw tonen?
2. Als ik zou vragen of de prijs achter deur 2 staat, zou je dan blauw tonen? De antwoorden zijn dan onafhankelijk van of blauw of geel nu ‘ja’ betekent:
Goede antwoorden (vragen eigenlijk) zijn ontvangen van Martin van Mourik, Taco Vader, team FNA o.l.v. Geerit Kruis, Steven Brouwer de Koning (Intermate) en Huub Jansen. Uit eerlijke loting is gebleken dat Martin van Mourik drie Borrelbonnen wint!
Thema ‘Kunst’ en Puzzel
Thema ‘Kunst’
Door Reinier van Mourik
49
Overigens dachten veel mensen bij het lezen van de eerste alinea van de puzzel dat het uit ging komen op een andere, bekendere en eveneens interessante puzzel, waarin je een van de drie deuren kiest waarna de presentator een geit laat zien achter een van de andere deuren en vervolgens vraagt of je je keuze wilt herzien. Gevraagd wordt of wisselen je kansen vergroot om de prijs te winnen. Voor degenen die hem nog niet kennen: denk erover na, of zoek ‘Monty Hall problem’ op Wikipedia.
Puzzel
Wat is nu het kleinste aantal pepernoten waaruit de oorspronkelijke stapel heeft kunnen bestaan? Stuur je oplossing voor 9 januari op naar
[email protected]. De winnaar ontvangt drie Borrelbonnen.
50
In zo’n jong bestuur was het vertrouwen er natuurlijk nog niet
Activiteitenagenda 9 december,
Rimboe N-feest Kom jezelf een avondje uitleven met je studiegenoten op het N-feest. Deze keer is het thema ‘rimboe’. Dus trek je rimboe-outfit aan!
15 december, Symposium ‘Geophysics: giant events changing the climate’ Dit symposium gaat over de atmosferische, oceanische en seismische effecten van onze aarde om de klimaatveranderingen in een wijder perspectief te kunnen plaatsen. 16 december,
Kerstdiner In verband met het naderende Kerstmis zal ‘Akoestiek, klinkt goed!’ een overheerlijk kerstdiner organiseren.
23 december, Diploma-uitreiking propedeuse, bachelor en master Kom om 16.00 uur naar de Blauwe Zaal en de naborrel om iedereen te feliciteren. KerstBorrel Ondanks de vakantie staan de Borreltenders weer klaar voor jou en mij! Vergeet niet een kerstmuts op te zetten. Let op: dit is een woensdag. 4 januari,
Nieuwjaarsduik Vier het begin van het nieuwe jaar met een verfrissende duik, gewoon in Eindhoven.
6 januari,
Vakgroeplezing CQT De studiegerichte commissie XL organiseert een vakgroeplezing waarin iemand van de vakgroep CQT vertelt over zijn werk. Ook deze keer weer met gratis lunch.
Pokertoernooi Zet je pokerface op en kom naar Van der Waals om serieus te cashen.
11 januari,
Excursie EPZ De studiegerichte commissie XL organiseert een excursie naar de kernenergiecentrale in Borssele.
3 februari,
Lunchlezing De studiegerichte commissie XL organiseert een lunchlezing. Het onderwerp wordt te zijner tijd bekend. Kijk op www.vdwaals.nl/agenda.php voor een compleet overzicht.
Koerier 2, jaargang 50
Activiteitenagenda
Nieuwe puzzel Zoals traditie is bij Van der Waals zijn de bestuursleden pepernoten gaan strooien bij colleges. Vier bestuursleden verkleedden zich als Piet, rustten zich uit met grote hoeveelheden snoepgoed en bestormden de collegezalen. Toen ze klaar waren met strooien kwamen ze terug bij Van der Waals met nog een groot aantal pepernoten over. Aangezien ze zelf ook van pepernoten houden besloten ze de pepernoten te verdelen, maar waren te bekaf om dat meteen te doen. Dus hebben ze de pepernoten opgeborgen in de ’Salon’ en besloten om de pepernoten aan het eind van de dag te verdelen.
volledig, dus de Pieten wantrouwden elkaar of zo’n verdeling wel eerlijk zou gaan. Dus bedacht één van de Pieten een idee om zijn deel van de pepernoten alvast in te slaan. Hij riep een slap excuus en liep naar de ‘Salon. Daar telde de Piet de pepernoten en wilde een kwart van de pepernoten meenemen. Omdat het aantal niet precies deelbaar was door vier at hij de rest, drie pepernoten, op en nam een kwart van de nu wel door vier deelbare stapel in zijn wijde Pietenpak mee naar Van der Waals. Een andere Piet had daarna hetzelfde idee. Ook hij liep naar de ‘Salon’ en wilde het kwart waar hij recht op had meenemen. Dus ook hij deelde de stapel (waarvan hij dus niet wist dat die kleiner was geworden) door vier, en ook hij moest drie pepernoten opeten zodat de stapel deelbaar zou zijn door vier en hij een kwart mee kon nemen. Ook de derde en vierde Pieten deden dit op hun beurt; ook zij beiden hielden drie pepernoten over bij het door vier delen van de steeds kleiner wordende hoop pepernoten. Aan het eind van de dag verdeelden de Pieten de overgebleven pepernoten en ditmaal was de stapel netjes deelbaar door vier.
51
Activiteitenagenda en advertentieindex
4 februari, Borrelexcursie Café België De Borrelcommissie organiseert een excursie naar Café België in Utrecht, waar men nog meer bieren dan op onze eigen Borrel in het assortiment heeft.
52
6 februari,
Lachcursus Het dispuut i.o. ‘Absoluut: Altijd Positief!’ wil haar positieve instelling uitdragen naar de rest van de vereniging en organiseert een lachcursus.
11 februari,
Vakgroeplezing FNA De studiegerichte commissie XL organiseert een vakgroeplezing waarin iemand van de vakgroep FNA vertelt over zijn werk. Zoals gebruikelijk met gratis lunch.
... 17 maart,
Lezing Robbert Dijkgraaf Van der Waals organiseert samen met Studium Generale een geweldige lezing. Robbert Dijkgraaf is dé man op het gebied van de snaartheorie. Na afloop van de lezing, welke plaats zal vinden in de Blauwe zaal in het Auditorium, is er speciaal voor Van-der-Waalsleden de mogelijkheid om samen met Robbert Dijkgraaf te genieten van een informele lunch. Zorg dat je er bij bent!
Kijk op www.vdwaals.nl/agenda.php voor een compleet overzicht.
Advertentieindex Binnenwerk Deerns (advertorial) 24 en 25
Kaft ExxonMobil ALL Options ASML
binnen voor binnen achter buiten achter
Koerier 2, jaargang 50