Jaarverslag 2012
2
J a a r v e r s l ag 2012
Inhoud
Bericht van de Raad van Toezicht 4 Voorwoord 6 1. Maatschappij 11 1.1 Maatschappelijke profilering 11 1.2 Maatschappelijke verantwoording 11 1.3 Maatschappelijke omgeving 15 2. Onderwijs 19 2.1 Onderwijsvisie 19 2.2 Prestatieafspraken en profilering 19 2.3 Instroom en matching 22 2.4 Studiesucces en onderwijsaanbod 23 2.5 Excellentie en kwaliteit 25 3. Research en valorisatie 28 3.1 Individuele kwaliteit 28 3.2 Kwaliteitszorg 29 3.3 Graduate Schools 30 3.4 Valorisatie 30 3.5 RUG Houdstermaatschappij BV 32 3.6 Contractactiviteiten 35
4. Internationalisering 37 4.1 Onderwijs 37 4.2 Mobiliteit 38 4.3 Strategische samenwerking 39 4.4 Ontwikkelingssamenwerking 40 5. Bedrijfsvoering 42 5.1 Personeelsbeleid 42 5.2 Gezondheidsbeleid 44 5.3 Duurzaamheid en milieu 46 5.4 Rechtsbescherming 48 5.5 Huisvesting 49 5.6 ICT-voorzieningen 50
Bijlagen 1 Persoonsgebonden toekenning 61 2 Bouwprojecten 62 3 Overzicht centrale instellingen RUG 64 4 Nevenfuncties leden college van bestuur 67 5 Nevenfuncties leden raad van toezicht 69 6 Samenstelling Centrale Organen 71 7 Stakeholders 73 Verkorte jaarrekening 2012 77 Accountantsverklaring 85
6. Financiën 54 6.1 Financieel beleid 54 6.2 Handhaving en controle 56 6.3 Notitie helderheid 57
Kerncijfers en kengetallen 87 Meer informatie 91 Lijst met afkortingen 92 Verklarende begrippenlijst 96 Colofon 100
4
J a a r v e r s l ag 2012
Bericht van de Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht heeft het afgelopen jaar intensief met het College van Bestuur van gedachten gewisseld over de verbetering van de studierendementen en onderwijsinnovatie. Het is bemoedigend dat de maatregelen die genomen zijn om de studeerbaarheid te verhogen ook in het jaar 2012 tot een significante verbetering van de studierendementen geleid hebben. De Raad is van mening dat de invoering van het bindend studieadvies en van de harde knip hierin een belangrijke rol gespeeld hebben.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs
De Raad is erg verheugd dat de door de RUG ingediende prestatieafspraken door de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) als zeer goed zijn beoordeeld. In de afspraken komen vele voorstellen voor onderwijsvernieuwing voor. Er vinden veel ontwikkelingen plaats op het gebied van de internationalisering van onderwijs en de invloed van de social media en andere digitale communicatiekanalen neemt sterk toe. In zo’n tijd is het van enorm belang de methodes van kennisoverdracht opnieuw goed door te denken. De Raad zal de ontwikkelingen op het gebied van distance en e-learning intensief blijven volgen. Belangrijk is dat de innovatieve voorstellen van de faculteiten zelf afkomstig zijn, de plek waar het onderwijs tot stand komt en wordt uitgevoerd.
28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering
De plannen die de RUG heeft voor de verdere ontwikkeling van het University College zullen naar de mening van de Raad een positieve uitstraling op het geheel van het onderwijs aan de RUG hebben. De invloed van een instituut dat excellente studenten de kans geeft hun talenten volledig te ontplooien kan niet onderschat worden.
54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Het profiel van de RUG is ook voor het grotere publiek helderder omlijnd. Dit komt vooral door de keuze voor de drie speerpunten, waarop de RUG zich wil onderscheiden: Healthy Ageing, Energy en Sustainable Society. De RUG positioneert zich hiermee als een onderwijs- en onderzoeksinstelling die zich niet alleen voor de wetenschap als zodanig inspant, maar die ook haar bijdrage wil
leveren aan de oplossing van de grote vraagstukken van onze tijd. Een dergelijke keuze is – als hij consequent en energiek doorgevoerd wordt – de beste basis voor een goed imago van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek van de RUG. De Raad heeft met interesse kennisgenomen van de uitkomsten van het imago-onderzoek bij de RUG en stimuleert de gewenste verbeteringen. De RUG zal in de naaste toekomst omvangrijke bedragen uitgeven aan nieuwbouwprojecten (Nijenborgh 4, ERIBA, Energy Academy). Dankzij de solide staat van haar financiën kan de RUG deze uitdaging aangaan. De gerealiseerde en geplande gebouwen zullen niet alleen vanwege hun functie, maar ook door hun vormgeving en energiezuinigheid, bijdragen aan het profiel van de RUG als moderne en toekomstgerichte instelling, die zich verantwoordelijk voelt voor haar omgeving. De Raad heeft kennisgenomen van de ingezette reorganisatie bij het KVI. Verder neemt de Raad kennis van het integreren van de Friese opleiding in een opleiding over meertaligheid. De uitdagingen die de RUG wil aangaan leggen een grote druk op de interne organisatie van de instelling. Beslissingen moeten goed, maar ook snel, voorbereid worden. Eenmaal genomen moeten ze snel en efficiënt uitgevoerd worden. De Rijksuniversiteit Groningen besteedt daarom veel aandacht aan de professionalisering van haar ondersteunende diensten. De Raad volgt dit proces met grote aandacht en heeft er kennis van genomen dat de RUG in het komend jaar de financiële functies en processen zal stroomlijnen door deze meer te concentreren. De Raad neemt met veel genoegen kennis van de verbetering van de positie van de RUG in verschillende rankings. Verder heeft de Raad de Jaarrekening 2012, Jaarverslag RUG 2012, Plandocument 2013 alsmede de Instellingsbegroting 2013 goedgekeurd.
5
J a a r v e r s l ag 2012
De Raad heeft per 1 september 2012 afscheid genomen van voorzitter R.J. Hoekstra. De Raad bedankt hem voor zijn grote inzet en lange staat van dienst. Hoekstra was sinds 1 februari 2004 lid van de Raad en sinds 1 mei 2008 voorzitter van de Raad. Ondergetekende is door de staatssecretaris van het Ministerie van OCW benoemd als opvolger in deze functie. Verder is dhr. J.G.M. Alders als lid van de Raad van Toezicht per 1 augustus voor een periode van vier jaar herbenoemd. Mw. A.A.M. Schaafsma is op 1 november 2011 herbenoemd voor een termijn van vier jaar. De opvolging van de afscheid nemende leden mw. G. Lycklama à Nijeholt en dhr. J. Oosterveld zal in 2013 plaatsvinden. De Raad heeft dhr. J. de Jeu per 1 januari 2012 als lid van het College van Bestuur verwelkomd. Hij is hiermee de opvolger van prof.dr. K. Duppen.
2 Inhoud
T.H.J. Joustra, voorzitter Raad van Toezicht
4 Bericht van de Raad van Toezicht 8 april 2013 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
6
J a a r v e r s l ag 2012
Voorwoord
In het jaar dat achter ons ligt, het jaar 2012, heeft de Rijksuniversiteit Groningen haar positie in het mondiale wetenschappelijk onderzoek en onderwijs verder verstevigd. Het is verheugend om te merken dat de RUG voor studenten steeds aantrekkelijker wordt. Dat geldt niet alleen voor Nederlandse studenten, maar ook voor buitenlandse. We hebben dit jaar 1500 buitenlandse studenten en promovendi uit niet minder dan 125 verschillende landen op onze universiteit kunnen verwelkomen en wat meer is: we zorgen ervoor dat die studenten en promovendi een vruchtbare studietijd doormaken in Groningen.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering
Uit de Internationale Studenten Barometer bleek in november dat de buitenlandse studenten de RUG de beste universiteit in Nederland vinden. Het overgrote merendeel van de buitenlandse studenten die aan de RUG studeert zegt volmondig ‘ja’ op de vraag of ze de RUG zouden aanbevelen bij vrienden in hun eigen land. Dat is een gegeven om trots op te zijn. Het zegt niet alleen veel over de docenten en onderzoekers aan onze instelling, maar zeker ook over het ondersteunend personeel en niet te vergeten over de studieverenigingen op de faculteiten, de sportverenigingen en de gezelligheidsverenigingen. De buitenlandse studenten hebben hoge waardering voor de kwaliteit van het onderwijs aan de RUG, maar ze voelen zich in Groningen ook thuis. De sfeer is open en vriendelijk, zonder betuttelend te worden. Ik denk niet dat ik er ver naast zit, als ik zeg: het lukt de RUG internationaal georiënteerd te zijn, zonder haar karakter van Groningse universiteit te verliezen. De RUG is een universiteit in een stad, een Hanzestad, die altijd midden in de wereld heeft gestaan, politiek, economisch en cultureel.
54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Niet minder belangrijk is dat de RUG ook onder Nederlandse studenten hoog gewaardeerd wordt. In de jaarlijkse Elsevier-enquête werden dit jaar 13 Groningse opleidingen als de beste opleidingen in het land aangewezen door de studenten. In de Keuzegids Universiteiten werd aan 10 RUG-opleidingen het kwaliteitszegel ‘Topopleiding’ toegekend, een prestatie die nog meer perspectief
krijgt, wanneer we beseffen dat in totaal slechts 59 opleidingen dit predicaat verwierven. Ook als werkgever is de RUG in trek bij onderzoekers, docenten en overige medewerkers. Het Amerikaanse vakblad The Scientist publiceert ieder jaar een lijst van de top 25 beste universiteiten en onderzoeksinstituten om te werken. Een van de slechts vijf nietAmerikaanse instellingen op die lijst is de RUG. In een wereld waarin de concurrentie voor goede medewerkers steeds feller wordt is dat een bemoedigend teken. Een universiteit is geen kennisfabriek. Een universiteit is een gemeenschap, die ernaar streeft mensen hun talent te laten ontwikkelen, als student, als onderzoeker en als docent. Zo bezien is het de universiteit meer te vergelijken met een topsportinstituut. En zoals alle instellingen weten, die talenten aan zich willen binden: daarvoor is enthousiasme nodig. Ik ben ervan overtuigd dat talentontwikkeling een conditio sine qua non is voor de wetenschapsbeoefening in een land of regio. De universiteit moet aanwezig zijn op scholen en in de openbare ruimte, zodat kinderen van jongs af aan besef krijgen van de ontplooiingsmogelijkheden die de wetenschap ze biedt. De RUG is aanwezig op scholen in haar regio, met tal van initiatieven: de College Carrousel voor scholieren in de groep 4 van het VWO, de examentrainingen voor scholieren in de hoogste groepen, de scholierenacademie en de Kinderuniversiteit, de zomercursus voor excellente scholieren van het Junior Honours College en – samen met de Hanzehogeschool (HG) – het wetenschapsknooppunt. Daarbij worden er nog talloze initiatieven ontplooid vanuit faculteiten en onderzoeksinstituten, te veel om allemaal op te noemen. Ook op het internet zorgt de RUG ervoor de aandacht van de jeugd te trekken, zoals ze ook aanwezig is op festivals en andere evenementen. De jongeren leren de universiteit zo te zien als een speelveld waarop ze
7
J a a r v e r s l ag 2012
hun energie kwijt kunnen en waarop ze hun talenten en vermogens kunnen ontwikkelen en aanscherpen. De scholierenacademie wijst ze de weg door verdiepende en uitdagende programma’s aan te bieden, die ze er een goed idee van geven welke eisen een wetenschappelijke opleiding stelt en welke ontplooiingsmogelijkheden ze biedt. Uiteraard houdt de zoektocht naar talent en de talentontwikkeling niet op bij de poort van de universiteit. Met het Honours College biedt de RUG haar studenten extra uitdagingen en mogelijkheden.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Een van de redenen dat studenten de RUG een aantrekkelijke universiteit vinden is dat de RUG goede sportvoorzieningen biedt. Sport en studeren horen samen. Daarbij heeft de RUG zowel oog voor de breedtesport als voor topsport. Studenten die topsportprestaties verrichten, kunnen rekenen op de steun van de RUG. De RUG maakt het voor ze mogelijk hun carrière als sporter te combineren met hun leven als student. Samen met de HG heeft de RUG op het sportcentrum een ‘Olympische wand’ gebouwd, een Wall of Fame, waarop de Olympiërs van beide instellingen met een inscriptie en een plaquette geëerd worden. Het verheugt de RUG zeer dat in het afgelopen jaar een van haar studenten, student medicijnen Epke Zonderland, het hart van heel sportminnend Nederland sneller heeft doen kloppen. Ook zeilster Philippine van Aanholt, die bedrijfskunde studeert aan de RUG, atlete Marit Dopheide, studente bewegingswetenschappen, en roeier Rogier Blink, student economie, hebben een bijzondere prestatie geleverd door deel te nemen aan de Olympische Spelen in Londen. Zonder ook maar één seconde te suggereren dat hun topprestatie het gevolg is van het topsportbeleid van de RUG, wil ik wel zeggen dat ik als voorzitter CvB er trots op ben, dat ze binnen de RUG de mogelijkheid hebben gevonden hun twee levens als sporter en student zo succesvol met elkaar te combineren. Al deze activiteiten dragen bij aan een sfeer waarin talent zich manifesteert. Dit blijft niet zonder resultaat. Acht van onze onderzoekers zijn in aanmerking gekomen voor een Starting Grant en twee voor een Advanced Grant van de European Research Council en aan maar liefst negen RUG-onderzoekers is een Vidi-subsidie toegekend door NWO. En wat te denken van de prestatie van het iGEM-team van het Groninger Biomoleculaire Wetenschap en Biotechnologie Instituut? De international Genetically Engineered Machine Foundation organiseert ieder jaar een competitie tussen
teams van studenten uit de gehele wereld. De Groningse studenten hebben daar jaar in jaar uit uitstekende resultaten geboekt. En dit jaar hebben ze alle andere universitaire teams verslagen en zijn ze met de Gouden Medaille van het iGEM terug naar Groningen gekomen. Hun vinding is een bacterie, die gebruikt kan worden om te controleren of vlees al dan niet bedorven is. Hun product zal toepassing kunnen verkrijgen in de voedselindustrie. Als u in de toekomst een stripje bij het vlees krijgt dat u van de slager of in de supermarkt koopt, dat verkleurt als uw vlees bederft: dan is dat te danken aan de studenten van het iGEM. Hun project kan een forse afname ten gevolge hebben van de hoeveelheden vlees die ten onrechte bij het afval terecht komen en draagt zo bij aan de verbetering van de duurzaamheid van onze wereld. Maar niet alleen het aanstormend talent is belangrijk voor een universiteit. Een universiteit doet er goed aan ook de banden met haar alumni te onderhouden. Alumni geven de universiteit op tal van manieren – meer of minder officieel – terugkoppeling over de aansluiting van het onderwijs op de beroepspraktijk. De afdeling Alumnirelaties & Fondsenwerving van de RUG heeft voor het tweede achtereenvolgende jaar van de Council for Advancement and Support of Education (CASE) een prijs gewonnen voor haar methode om alumni, docenten en onderzoekers met elkaar in contact te brengen. Het concept waarmee de RUG werkt is afkomstig van enkele prominente RUG-alumni die de ‘Gooise Alumnikring’ hebben opgericht. Later zijn ook alumnikringen in Amsterdam, Groningen, Den Haag en Twente opgericht en zijn er kringen in oprichting in New York, Washington, Londen, Singapore, Zürich en Hongkong. De Alumnikringen adopteren een bijzonder project of onderzoek en dragen aan dat project bij door ideeënuitwisseling en met financiële bijdragen. Per kring zal € 250.000 worden bijgedragen aan RUGprojecten. In het afgelopen jaar heeft de RUG haar naam als researchuniversiteit nog meer eer aangedaan dan in de voorgaande jaren. Onze instelling verkeert in dit opzicht duidelijk in een groeifase. In de Times Higher Education Ranking is de RUG dit jaar gestegen van plaats 134 naar plaats 89. We kunnen hieruit concluderen dat we voorlopen op de voornemens die de RUG in haar Strategische Plan geformuleerd heeft. In het Strategisch Plan hebben we afgesproken
8
J a a r v e r s l ag 2012
ernaar te streven in 2015 tot de top 100 van de wereld te gaan behoren in de belangrijkste ranglijsten. Dit betekent dat we de lat nog wat hoger kunnen leggen. Een realistisch doel voor de komende jaren zou een positie rondom plaats 70 kunnen zijn. In de gezaghebbende New York Times employability index plaatsen recruiters en CEO’s van grote internationale bedrijven de alumni van de RUG op plaats 81 van de wereld. Dat verbaast ons ook niet als we zien dat Mark Bolland, CEO van Mark & Spencer, en Roel Louwhoff, CEO van BT Operations, beiden afgestudeerd aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de RUG, tot de twee topmanagers van het jaar in het Verenigd Koninkrijk werden verkozen. Ook noemen we hierbij Bart Becht, voormalig CEO van Reckitt-Benckiser. Hij studeerde economie aan de RUG en werd nummer 46 in de wereldwijde top 100 van de Harvard Business Review als hoogst genoteerde CEO uit Nederland.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën
Maar de kwaliteit van het onderzoek aan de RUG komt niet alleen tot uitdrukking in de droge getallen van de rankings. Ze blijkt ook uit de vele belangrijke subsidies en uit grote opdrachten die RUGonderzoekers verwerven. Het is ondoenlijk deze allemaal langs te lopen. Ik wil slechts de aandacht vestigen op de uitnodiging die het Groningse ERIBA (European Research Institute for the Biology of Ageing) gekregen heeft om – samen met vier Russische instituten, het MIT en het Hubrecht Instituut – mee te werken aan de opzet van het Skolkovo Centre for Stem Cell Research (SCSCR) in Moskou. Het Skolkovo Centre wordt een nieuw instituut voor stamcelonderzoek. De uitnodiging is tot stand gekomen in een sfeer van hevige competitie tussen 130 consortia van topuniversiteiten op de wereld en het is zonder meer een bewijs voor de reputatie en de kwaliteit van het onderzoek van de groep van prof.dr. Peter Lansdorp dat de ERIBA deze strijd heeft kunnen winnen. Het is van enorm belang dat RUGonderzoeksgroepen meewerken aan grote consortia die wereldwijde uitstraling hebben. Het garandeert dat Groningen een van de knooppunten is en blijft, waarin de mondiale kennisvermeerdering gestalte krijgt.
61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Een instelling die leeft, bouwt. ERIBA heeft haar intrek genomen in een aan de eisen van haar onderzoek aangepast gebouw. De Energy Academy zal haar intrek nemen in een gebouw dat nog op de tekentafel ligt, maar zal voldoen aan de specificatie dat het
volledig energieneutraal is. Bouwen is namelijk altijd meer dan stenen aandragen en op elkaar stapelen. Bouwen is vormgeven. En vormgeven betreft niet alleen de ruimtelijke dimensie, maar ook en vooral de culturele dimensie waarin wij leven. Een universiteit hoort ook daarin haar idealen duidelijk te maken. En een belangrijk ideaal van de RUG is: de samenleving duurzaam maken. Maar de universiteit bouwt niet alleen aan gebouwen, ze bouwt ook aan het web van relaties dat mensen van over de gehele wereld verbindt in het streven onze kennis te vermeerderen, te doen stromen en in te zetten in projecten en ondernemingen die ons leven verbeteren en onze ecologische voetafdruk verminderen. Ik ben er daarom trots op dat onze universiteit gastheer was voor de derde ASEM-rectorenconferentie, die tot doel heeft de samenwerking tussen Europese en Aziatische universiteiten op het gebied van onderwijst te versterken. De conferentie stond dit keer in het teken van de vraag: zijn wij klaar voor een duurzame toekomst? Met de toekenning van een eredoctoraat aan aartsbisschop Desmond Tutu vanwege zijn bijzondere optreden als voorzitter van de Waarheids- en Verzoeningscommissie en zijn grote maatschappelijke verdiensten op het gebied van de gezondheidszorg heeft de RUG in mijn ogen een man geëerd die als geen ander getoond heeft en nog steeds toont hoe kennis, wetenschap, strijd tegen geweld en onrecht samen kunnen gaan. Helaas heeft ons het afgelopen jaar een droevig bericht bereikt. Op zondag 9 september 2012 is Folkert van der Woude overleden op 78-jarige leeftijd. Van 1994-1998 was hij rector magnificus van de RUG. Wij herinneren ons hem als een bijzonder aimabel bestuurder, die de basis heeft gelegd voor de vele contacten die de RUG met universiteiten in Azië en zeer in het bijzonder in Indonesië onderhoudt. Het wetenschappelijk onderzoek in Nederland staat nog altijd op een hoog niveau en neemt zelfs in betekenis toe. Een korte blik op de Essential Science Indicators leert ons, dat in de jaren tussen 2002 en 2010 de Nederlandse bijdrage aan het onderzoek op wereldschaal gegroeid is. Ik denk dat Nederland zichzelf met deze groei mag feliciteren, zeker tegen de achtergrond van de krimp van de middelen die door de overheid ter beschikking worden gesteld
9
J a a r v e r s l ag 2012
voor wetenschappelijk onderzoek. Klaarblijkelijk bestaat er in Nederland een zeer robuuste onderzoeksinfrastructuur en lukt het de Nederlandse onderzoekswereld steeds efficiënter met de steeds krapper wordende middelen om te gaan. De vraag is natuurlijk wel waar het schip de wal zal raken, maar voorlopig bevinden we ons klaarblijkelijk nog op volle zee. Een blik op diezelfde indicatoren leert ons ook, dat de bijdrage van het onderzoek van de RUG nog harder gegroeid is dan die van het Nederlands onderzoek in zijn geheel. De RUG draagt met andere woorden buitenproportioneel veel bij aan het internationale succes van het Nederlands onderzoek.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën
Deze opgaande lijn willen wij in de komende jaren uiteraard met kracht doorzetten. In mijn opinie is dat goed mogelijk. De onderzoekers van de RUG zijn goed vertegenwoordigd in tal van prominente internationale consortia. Het lukt de RUG de terugval in de overheidssubsidies voor een belangrijk deel te compenseren door onderzoek dat uit andere bronnen gefinancierd wordt. In de jaren tussen 2007 en 2011 is de bijdrage van het contractonderzoek en contractonderwijs aan het totaal van de inkomsten binnen de RUG gestegen van 16,5 procent tot 25,4 procent. Een geweldige prestatie. Het belangrijkste kapitaal waarover een instelling van wetenschappelijk onderzoek en onderwijs beschikt bestaat uit de energie en het enthousiasme waarmee haar medewerkers – van administrateur en pedel tot hoogleraar en onderzoeksdirecteur – werken aan het doel om onderzoek en onderwijs op topniveau te realiseren en om studenten een studietijd te bezorgen waarop ze in het vervolg van hun loopbaan met voldoening terugkijken. Het verheugt mij zeer dat ik in dit jaarverslag de boodschap kan brengen dat in het afgelopen jaar duidelijk is geworden: de RUG beschikt in nog ruimere mate over dit kapitaal dan we tot nu toe gedacht hebben. Ik heb er alle vertrouwen in dat ik volgend jaar de boodschap kan brengen dat we ons surplus aan kapitaal ook in 2013 goed aangewend hebben.
61 Bijlagen S. Poppema, voorzitter College van Bestuur 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
11
J a a r v e r s l ag 2012
1. Maatschappij
1.1 Maatschappelijke profilering
1.2 Maatschappelijke verantwoording
De Rijksuniversiteit Groningen is een internationale researchuniversiteit, geworteld in Noord-Nederland. Het onderzoeksprofiel is het resultaat van eigen beleidskeuzen, gevoed door internationale visitatie en peer review-oordelen. In het onderzoek zijn fundamenteel onderzoek en toepassingsgericht onderzoek nadrukkelijk verbonden. Het onderwijsaanbod in de bachelorfase is breed en gedifferentieerd, gericht op de verschillen in talent van studenten. De masters sluiten aan bij zowel het onderzoeksprofiel van de RUG als de behoeften op de arbeidsmarkt.
Universiteiten zijn complexe organisaties met gevarieerde taken. Het is niet eenvoudig de bedrijfsprocessen die er zich afspelen in een enkel woord te beschrijven of een eenduidig ‘product’ te noemen dat als gevolg daarvan wordt gegenereerd. De universiteit staat volledig ten dienste van de maatschappij en wordt grotendeels door haar gefinancierd. Als zodanig heeft zij een grote verantwoordelijkheid jegens de samenleving, waartegenover zij verantwoording op transparante wijze wil afleggen.
Centrale processen
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
De RUG verbindt zichzelf regionaal, nationaal en internationaal in duurzame netwerken. De bijdrage die de RUG levert als kennisinstelling wordt door stakeholders op waarde geschat. De alumni van de RUG zijn blijvend verbonden met de gemeenschap van de universiteit.
11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
De profilering van de RUG richt zich op maatschappelijke thema’s waar de RUG, vanwege haar onderzoeksprofiel, sterkten heeft en belangrijke bijdragen kan leveren. Deze thema’s sluiten zowel nationaal (de Topsectoren) als ook internationaal (de Grand Challenges van de EU) uitstekend aan. De RUG heeft op alle niveaus talentontwikkeling hoog in het vaandel. Zowel in onderwijs, onderzoek, bedrijfsvoering als in governance wil de RUG zich als duurzame instelling verder ontwikkelen. De variëteit aan disciplines biedt uitgebreide mogelijkheden voor onderzoekers, docenten en studenten om over de grenzen van de eigen vakgebieden innovatief samen te werken. Interdisciplinaire samenwerking is een wezenskenmerk van de RUG.
Bij de universiteit zijn drie centrale processen te omschrijven: 1. onderwijs: overdracht van kennis 2. onderzoek: verwerving van kennis 3. valorisatie: vermarkting van kennis Behalve bovengenoemde primaire processen zijn er bij de universiteit processen die onderwijs, onderzoek en valorisatie ondersteunen. Dat zijn zaken als human resources, arbo, huisvesting en milieubeleid. Deze komen aan de orde in hoofdstuk 5.
Onderwijs Hoewel alles draait om kennis, is de universiteit niet eenvoudigweg te beschouwen als een ‘kennisfabriek’. Het bestaan van academische instellingen is gebaseerd op de vrije en open toegang tot de immense corpus van kennis die de mensheid gedurende millennia heeft opgebouwd en voortdurend aan het uitbreiden is. Deze kennis is algemeen beschikbaar en is niet het product of de eigendom van één instantie of organisatie, maar behoort iedereen toe. Universiteiten, evenals andere scholen en educatieve instellingen, hebben de taak op zich genomen haar door te geven aan nieuwe generaties door middel van onderwijs.
12
J a a r v e r s l ag 2012
Onderzoek Op het gebied van onderzoek kan men wél zeggen dat universiteiten kennis genereren en toevoegen aan de bestaande corpus. Dat geldt vooral voor research-universiteiten, zoals de RUG. Behoudens beredeneerde uitzonderingen wordt de nieuwe kennis openbaar gemaakt en vrijelijk ter beschikking gesteld aan andere onderzoekers en belangstellenden, overal ter wereld. De wetenschap is enorm gebaat bij intensieve contacten tussen onderzoekers, uitwisseling van ideeën en gegevens. Met andere woorden, de universiteit zal de door haar geproduceerde kennis niet afschermen en alleen voor zichzelf houden, zoals commerciële ondernemingen zouden doen. Bovendien is wetenschappelijk onderzoek doorgaans fundamenteel van aard; praktische toepassing van het resultaat is niet altijd mogelijk en als dat gebeurt, ligt het meestal verder weg in de toekomst en is doorgaans indirect.
Valorisatie 2 Inhoud
28 3. Research en valorisatie
Directe toepassing van wetenschappelijke kennis die een universiteit heeft ontwikkeld, vindt daarentegen plaats bij valorisatie. Dat is het proces waarbij deze kennis wordt omgezet naar commercieel haalbare of maatschappelijk (direct) relevante producten, processen en diensten. De universiteit werkt dan veelal samen op basis van contractresearch, in projecten of consortia met ondernemingen, maatschappelijke instellingen en overheden. Ook komt het voor dat onderzoekers – vaak met ondersteuning van de universiteit – eigen bedrijven opzetten. Op deze wijze fungeren universiteiten als motor achter (technologische) innovatie en economische bedrijvigheid in de eigen regio en ver daarbuiten.
37 4. Internationalisering
Reikwijdte
4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs
42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Het resultaat van de processen die zich afspelen aan de universiteit is doorgaans moeilijk in alle essentie te kwantificeren, te kwalificeren of te concretiseren. Dat is een belemmering in het streven deze in hun totaliteit en op transparante wijze te verantwoorden tegenover het publiek. Een verantwoordingsverslag als het onderhavige bestrijkt slechts één kalenderjaar. Het kan bijgevolg slechts op onvolkomen wijze recht doen aan de langere tijdsduur die veel universitaire processen nodig hebben om tot gelding te komen.
De kortetermijnresultaten van het onderwijs kunnen bijvoorbeeld worden afgemeten aan het aantal behaalde diploma’s of uitvalpercentages, hetgeen in dit verslag ook gebeurt. Het onderwijs aan de universiteit heeft echter een veel belangrijker effect op de lange termijn. Afgestudeerden van nu zullen over enige tijd grote bijdragen aan de maatschappij leveren, bijvoorbeeld als chirurg, rechter of CEO van een internationale onderneming. Dat is mede de verdienste van de opleiding die aan de universiteit is genoten. Het maatschappelijke belang hiervan is evident, maar moeilijk meetbaar en strekt verder dan een enkel verslagjaar. Iets soortgelijks geldt misschien nog sterker voor het onderzoek, vooral als het fundamenteel-wetenschappelijk van aard is. Resultaten op korte termijn zijn te beoordelen in het aantal promoties, publicaties, prijzen of citaties in vaktijdschriften, zoals ook dit jaarverslag laat zien. Het grotere maatschappelijke belang ligt evenwel nog meer in bijvoorbeeld de ontwikkeling van alternatieve brandstoffen, de totstandkoming van de plastic zonnecel, de ontdekking van nieuwe medicijnen of bijdragen in de strijd tegen overgewicht. In het geval van valorisatie kan de output in menig geval direct worden aangetoond met financieel-economische gegevens, zoals omzet en winst. Maar ook hier zullen er geregeld gunstige effecten optreden die diffuus zijn en slechts na langere tijd (meer dan 1 jaar) merkbaar. De uitstraling van aan de universiteit gelieerde ondernemingen op (regionale) werkgelegenheid en andere economische bedrijvigheid laat zich in het kader van dit verslag niet vertellen in precieze cijfers. En een investering in innovatie wordt bovendien misschien pas na meer dan vijf jaar werkelijk significant en winstgevend.
Ketens en netwerken Bij elk van de drie primaire processen is de Rijksuniversiteit Groningen onderdeel van een keten van schakels die elkaar opvolgen. In het geval van onderzoek en valorisatie is er overigens dermate veel wederkerigheid en terugkoppeling, dat het wellicht beter is te spreken van een netwerk.
13
J a a r v e r s l ag 2012
Onderwijs Aan de RUG wordt een opleiding gevolgd door bachelorstudenten, masterstudenten, PhD-studenten en gaststudenten (veelal uit het buitenland). Daarvoor hebben ze een vwo-diploma, hbo-diploma (of een daaraan gelijkgesteld bewijs, bijvoorbeeld uit het buitenland) behaald. De meeste studenten verlaten de universiteit na hun masterdiploma en begeven zich vervolgens op de arbeidsmarkt. Een enkeling gaat door in de wetenschap.
>> EU-regionaal: samenwerking met Oldenburg en Bremen >> nationaal: met zusteruniversiteiten in Nederland, onder meer in de VSNU >> strategisch: U4-netwerk, met Uppsala, Gent en Göttingen >> Europees: Coimbra Group van klassieke universiteiten >> internationaal: samenwerkingsverbanden buiten Europa (zie ook hoofdstuk 4)
Valorisatie In het kader van life long learning (‘éducation permanente’) biedt zowel de RUG als de stichting AOG (Academische Opleidingen Groningen), die met de RUG gelieerd is, postacademische leergangen aan. Aparte vermelding verdient het programma van Studium Generale Groningen, een samenwerkingsverband van de RUG en de Hanzehogeschool Groningen. Het aanbod van lezingen, discussiefora, films en vormen van kennisoverdracht is ‘buitenacademisch’ en voor iedereen toegankelijk. 2 Inhoud
11 1. Maatschappij
Een nadere beschrijving van de samenwerking met instellingen ‘stroomopwaarts’ in de keten staat beschreven in hoofdstuk 2. De RUG ziet zowel de uitgaande mobiliteit van eigen studenten naar universiteiten in het buitenland als de komst van internationale studenten naar Groningen als een verrijking van het academisch leven. Daarom wordt dat gestimuleerd (zie ook paragraaf 4.2).
19 2. Onderwijs
Onderzoek
4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
In het wetenschappelijke onderzoek is er eerder sprake van een netwerk met interactie en uitwisseling dan een keten waarin de ene schakel steevast de andere volgt. Het onderzoeksklimaat staat of valt met de open, ongehinderde doorstroming van onderzoekers en ideeën tussen universiteiten, waarbij uiteindelijk iedereen gebaat is.
42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
De RUG is partner in diverse samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld: >> disciplinair: in diverse onderzoekscholen en -instituten, waaronder de toponderzoekschool NOVA (zie hoofdstuk 3) >> regionaal: met hbo-instellingen Hanzehogeschool Groningen, Stenden Hogeschool en Noordelijke Hogeschool Leeuwarden >> nationaal: samenwerking met Universiteit Twente, Wageningen UR en Radboud Universiteit Nijmegen
Ook als het gaat om valorisatie bevindt de RUG zich eerder in een netwerk dan in een keten. De partners zijn hier partijen uit het bedrijfsleven, andere universiteiten en overheden, in diverse consortia en centra. De kennis van de diverse deelnemende instanties wordt gebundeld, uitgebreid en herverdeeld. Het valorisatieprofiel van de RUG kenmerkt zich in 2012 door een verbinding tussen het fundamentele onderzoek en de toepassing daarvan in maatschappelijke thema’s. De RUG zorgt ervoor dat de combinatie tussen fundamenteel en toepassing op alle niveaus in het onderzoek manifest is. De omvang van het derdegeldstroomonderzoek en van de research funding vanuit de EU -kaderprogramma’s kent een jaarlijkse stijging van zo’n 10% per jaar. De verbinding in landelijke publiek-private netwerken (bijvoorbeeld TIFN, CTMM, BMM, CCC, EDGaR) is sterk, terwijl ook regionaal via instrumenten als Technologiecentra en Healthy Ageing Netwerk Noord-Nederland de verbinding met het MKB van belang is. Het in 2011 gestarte Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap (samen met UMCG en Hanzehogeschool) vervult een centrale rol in het vermarkten van kennisinitiatieven en in het opleiden van jonge mensen tot ondernemer. De RUG heeft voor vrijwel alle topsectoren innovatiecontracten getekend en speelt actief in op de Grand Challenges van de EU.
14
J a a r v e r s l ag 2012
Dilemma’s Zoals gesignaleerd is er een tijdsverschil (‘time lag’) tussen het moment waarop de primaire processen van de universiteit plaatsvinden en hun resultaten en effecten in de toekomst. Daarmee hangen bepaalde dilemma’s samen waarvoor de RUG zich gesteld ziet.
Onderwijs
2 Inhoud
De overheid en de maatschappij in het algemeen eisen niet zonder reden of noodzaak dat de universiteiten hun opleidingen efficiënter en met minder kosten inrichten. Het gevolg is dat het academische onderwijs schoolser lijkt geworden. Dat kan ten koste gaan van de ‘academische vrijheid’ en de eigen verantwoordelijkheid van de student. De universiteit wil niet alleen specifieke (vak)kennis en vaardigheden aanbieden, maar de student ook de mogelijkheid en tijd voor ontwikkeling geven, naast het reguliere studieprogramma. De RUG is van oordeel dat het moderne academische onderwijs, zoals ook in vele landen om ons heen, academisch inhoudelijk van topniveau kan blijven, hoewel het strakker geprogrammeerd zal worden.
onderzoek te versterken. Daarbij heeft de RUG er vertrouwen in dat alles wat aan de universiteit plaatsvindt vroeg of laat ten goede komt aan de maatschappij.
Valorisatie Valorisatie brengt de RUG in nauw contact met bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Dit leidt tot samenwerkingsverbanden en nieuwe bedrijvigheid, waarbij waardecreatie op basis van de aanwezige hoogwaardige kennis vooropstaat. Deze verwaarding van kennis initieert vele nieuwe producten en diensten waarmee de verdere ontwikkeling van de kenniseconomie gestalte krijgt, ten bate van de maatschappij als geheel. De belangen van de deelnemende partijen liggen niet op alle punten parallel. Maatschappelijke en commerciële partners zullen eerder dan de universiteit het kortetermijneffect of de directe winst nastreven. De RUG moet ervoor waken dat dergelijke samenwerking het zuiver wetenschappelijke onderzoek niet belemmert. Anderzijds kan veel onderzoek nu uitgevoerd worden, waar dat zonder inbreng van anderen onmogelijk zou zijn.
4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
Onderzoek
Concrete aandachtspunten
De resultaten van wetenschappelijk onderzoek zijn de ene keer direct naar de maatschappij te vertalen, maar de andere keer pas dertig of veertig jaar later. Soms richt het onderzoek zich op vragen die rechtstreeks vanuit de maatschappij aan de universiteit zijn voorgelegd, om een antwoord te geven op vaak complexe vraagstukken die in de samenleving leven. Het onderzoek kan echter ook volledig theoretisch gemotiveerd zijn en alleen indirect iets opleveren voor de maatschappij. Het directe en indirecte nut en daarmee de maatschappelijke waarde zijn niet eenvoudig meetbaar.
>> De bèta-medische sector krijgt veel aandacht, maar de middelen voor alfa- en gamma-onderzoek blijven beperkt. >> Er is een afname van de landelijke middelen voor competitief en ongebonden onderzoek. >> Het aantal studenten dat instroomt in de masteropleidingen lijkt af te nemen. >> In de regio waarin de RUG is gevestigd en geworteld is een krimp in de bevolking te constateren. Dat kan op termijn gevolgen hebben voor de universiteit. >> De economische omgeving van Noord-Nederland blijft in bepaalde economische sectoren achter bij de rest van Nederland.
42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Niet alle onderzoek bij de RUG gekoppeld is aan de speerpunten Healthy Ageing, Energy en Sustainable Society. Toch is de keuze voor deze thema’s enerzijds gebaseerd op de sterke punten in het onderzoekprofiel van de RUG, anderzijds op de grote mogelijkheden voor interdisciplinariteit en voor aansluiting op de agenda van de Topsectoren van Nederland en de Grand Challenges van de Europese Unie. Hiermee wordt beoogd de internationale positie en de wetenschappelijke en maatschappelijke impact van het Groningse
15
J a a r v e r s l ag 2012
1.3 Maatschappelijke omgeving De RUG staat midden in de maatschappij en is dé universiteit van het Noorden. Hoewel zij internationaal is georiënteerd, is zij tegelijk geworteld in de noordelijke samenleving. Die sterke verankering in de omgeving komt op velerlei manieren tot uitdrukking.
Stakeholders
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht
De RUG is een omvangrijke organisatie met 30.000 studenten, meer dan 100.000 alumni, meer dan 5.000 fte personeel, duizenden oudmedewerkers, relaties en overige betrokkenen (onder wie partners en familie van studenten en medewerkers). Daarbij heeft zij een breed scala van werkzaamheden, waarvan vele met sociale impact. Als gevolg daarvan zijn er vele categorieën stakeholders en doelgroepen te onderscheiden. De belangrijkste van deze zijn de stakeholders die blijk geven over veel potentieel, talent of ambitie te beschikken of reeds uitmuntende prestaties geleverd hebben: excellente studenten, toponderzoekers en topdocenten, maar ook alumni die een band met de universiteit blijven behouden. Een overzicht van stakeholders wordt gegeven in de bijlagen, samen met de wijze waarmee met afzonderlijke groepen wordt gecommuniceerd.
6 Voorwoord
Akkoord van Groningen 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën
Al sinds 2005 vormt het Akkoord van Groningen een structureel samenwerkingsverband tussen de gemeente Groningen en de belangrijkste kennisinstellingen van de stad: RUG, Hanzehogeschool Groningen en UMCG. Het gezamenlijke doel is de positie van Groningen als dé kennis- en innovatiestad van Noord-Nederland te ontwikkelen en te versterken. In het kader van het Akkoord werd ook de totstandkoming van het Confucius Instituut voor informatie over de Chinese taal en cultuur gefaciliteerd. Samen met externe partijen investeren de Akkoordpartners ook in huisvesting voor jongeren (onder wie internationale studenten), de ontwikkeling van het Zernike Science Parc, ict-voorzieningen en de campagne van Groningen als ‘City of Talent’.
61 Bijlagen
Universitair Medisch Centrum Groningen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Per 1 januari 2005 zijn RUG en AZG overgegaan tot de vorming van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), waarin de Medische Faculteit en het AZG zijn ondergebracht. Binnen de kaders
van het UMCG wordt een geïntegreerd beleid gevoerd ten aanzien van onderwijs, onderzoek, patiëntenzorg en specialistenopleiding. Voor 2012 is op 30 november 2011 het ingevolge artikel 12.21 van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek verplichte plandocument AZG-RUG vastgesteld door het Gemeenschappelijk Beleidsorgaan. Dit document regelt de onderlinge afstemming van de werkzaamheden op het gebied van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek en de daaraan gerelateerde patiëntenzorg en opleidingstaken.
Alumni Circa 110.000 alumni van de RUG vormen de ruggengraat van de fondsenwerving door het Ubbo Emmius Fonds. Steeds meer alumni doneren, zetten zich in, stellen hun kennis en netwerk beschikbaar om deuren voor hun alma mater te openen. Uit onderzoek blijkt dat met doneren aan de universiteit een grotere betrokkenheid bij onderwijs en onderzoek gaat ontstaan. De alumnikringen vormen hiervoor het bewijs.
Alumnikringen De alumnikringen zorgen ervoor dat het netwerk van interessante, invloedrijke alumni van de RUG groeit. In Nederland zijn er vijf alumnikringen. De Gooische Groningers hebben 95 schenkende leden en hebben besloten een fonds-op-naam ten behoeve van het ondersteunen van projecten van ERIBA op te richten. De Amsterdamse Groningers ondersteunen het onderzoek van prof.dr. Gerard Koppelman, dat zich richt op de genetische oorzaken van het ontstaan van astma bij jonge kinderen. De kring komt driemaal per jaar bijeen op doorgaans bijzondere locaties. In het najaar van 2012 was er een ontmoeting van zo’n 60 alumni in het Rijksmuseum te Amsterdam. De Haagse/Rotterdamse Groningers selecteerden in oktober 2011 hun adoptieproject. Het betreft het onderzoek naar de ontwikkeling van hybride zonnecellen van prof.dr. Maria Antonietta Loi. Deze kring kwam onder meer bijeen in het hoofdkantoor van Shell in Den Haag. De groeiambities van deze kring worden nog niet waargemaakt, maar de verwachting is dat een groeispurt zal worden ingezet. De Aduarderkring, de alumnikring van Noord-Nederland, kwam in 2012 driemaal bijeen. Deze kring steunt het onderzoek naar piëzoelektrische materialen van prof.dr. Beatriz Noheda. De kring heeft
16
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
J a a r v e r s l ag 2012
tevens het voornemen een bedrag bijeen te brengen voor het ontwikkelen van de Faculty Club in de voormalige Hanzesociëteit. In september 2012 werd in Deventer, met 10 founding members, de alumnikring Oost-Nederland opgericht. Als thuisbasis viel de keuze op Apeldoorn. De kring selecteert in januari 2013 een adoptieproject. Tijdens de oprichtingsbijeenkomst werd besloten gezamenlijk met circa 100 alumnivrienden € 250.000 bijeen te brengen. In het buitenland werden ook alumnikringen opgericht. In augustus 2012 besloten zeven alumni in Washington tot de start van een chapter met een steunproject, een paar dagen later volgende een groep prominente alumni in New York. In het najaar volgende initiatieven in Zürich, Parijs, Hongkong en Beijing. Met alumni in Singapore werd gezocht naar een ambitieuze voorzitter voor de kring. Eind van het jaar vertrok een van de bestuursleden van het Ubbo Emmius Fonds naar Singapore en hiermee was de vacature van kringvoorzitter vervuld. In augustus ontving de Rijksuniversiteit Groningen de Bronze Award voor concept van de alumnikringen. Deze prijs wordt uitgereikt in het kader van het Circle of Excellence Award Program, door het Council for Advancement and Support of Education (CASE). Het is de tweede keer dat de RUG in de prijzen valt. Een jaar eerder werd het Album Amicorum met een Silver Award vereerd.
Andere alumnirelaties Op diverse plaatsen in het buitenland werden doorgaans goedbezochte alumnirecepties gehouden. Het bezoek van leden van het College van Bestuur of een initiatief van Nuffic vormt doorgaans de aanleiding. Alumni zijn over het algemeen enthousiaste bezoekers. De Internationale Alumni Coördinator selecteerde en trainde opnieuw een groep van 30 alumni-ambassadeurs. Deze onlangs afgestudeerde alumni zijn de komende periode het aanspreekpunt in hun land. Met hen worden alumnibijeenkomsten georganiseerd. Alumni ontvangen als ze jarig zijn een verjaardagskaart van het Ubbo Emmius Fonds met een gedicht van een alumnus, ieder jaar een ander. Buitenlandse alumni ontvangen de Engelstalige variant. Alle schenkers ontvingen het korte jaarverslag van het Ubbo Emmius Fonds, ‘2011 in Vogelvlucht’. Matthijs Bierman, directeur van de Triodos Bank, werd in 2012 verkozen tot Alumnus van het Jaar. Hij betoonde zich een ware ambassadeur van de RUG. Hij was nauw betrokken bij de opening van het Academisch Jaar 2011-2012 en sprak geregeld voor groepen
studenten en alumni. Bierman werd na z’n verkiezing gelijk lid van de Alumnikring Gooische Groningers. Op de Allersmaborg werd in april 2012 een Topontmoeting gehouden over het thema ‘De bank, de bankier en ethiek’. Lex Hoogduin (hoogleraar Monetaire Economie en Financiële Instellingen aan de UvA en voormalig directeur van De Nederlandsche Bank) en drs. Koos Timmermans (vicevoorzitter van de Raad van Bestuur van ING Nederland) waren de sprekers.
Fondsenwerving In het voorjaar en in de kerstperiode werden belcampagnes onder alumni gehouden ten behoeve van de Junior Scientific Masterclass, MPDI van de Faculteit Medische Wetenschappen en ten behoeve van het Eric Bleumink Fonds, dat studenten en onderzoekers uit ontwikkelingslanden financieel ondersteunt. De resultaten van de campagnes waren opnieuw beter dan die in de voorgaande jaren. Een van de voornaamste redenen voor een beter resultaat is gelegen in het werven van partijen die bereid zijn de (deel-) resultaten uit fondsenwerving te matchen. Dit principe is in het buitenland erg bekend, maar wordt in Nederland door universitaire fondsenwervers nog niet toegepast. De Van der Meer Boerema Stichting verdrievoudigde het resultaat van de alumnidesk. Greenfield verdubbelde de bijdrage van het EBF aan een van de beursalen. Het aantal alumni dat het Ubbo Emmius Fonds structureel steunt met (jaarlijkse) donaties groeit aanzienlijk. Vooral door de alumnikringen (de leden tekenen een vijf jaar lopende notariële akte) kan het Fonds maandelijks stijgende bedragen incasseren. Ook het Eric Bleumink Fonds kent een groeiend aantal begunstigers. Het Fonds vergaarde in 2012 totaal bijna € 2,4 mln aan donaties en toezeggingen. Een welkome trend is dat giften steeds vaker worden verdeeld over meer jaren. Zo doneren de leden van alumnikringen nagenoeg altijd middels een notariële akte voor een periode van vijf jaar. Steeds vaker blijkt dat institutionele vermogensfondsen giften voor diverse jaren toezeggen. De RUG is blij met deze ontwikkeling, omdat het de afhankelijkheid van de conjunctuur vermindert. Circa 80% van de projecten waarvoor fondsen worden gevonden sluiten aan bij de maatschappelijke speerpunten van de RUG. In 2012 meldden twee particulieren dat zij hun nalatenschap zullen nalaten aan het Ubbo Emmius Fonds. Aanzienlijke giften werden ontvangen van Groningen Seaports, Stichting Equilibrio, Stichting
17
J a a r v e r s l ag 2012
Kinderpostzegels, de Noaber Foundation, Eleven Flowers Fund, Adessium Foundation, Van der Meer-Boerema Stichting, Koninklijke Smilde Fonds, Ana Dorothea Hingst Stichting en Shell.
Wetenschapswinkels
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
De Wetenschapswinkels van de RUG verrichten maatschappijgericht wetenschappelijk onderzoek in opdracht van verschillende (nonprofit) organisaties. Ook bemiddelen de Wetenschapswinkels voor onderzoeks- of onderwijsprojecten binnen hun netwerk op basis van de inhoud van de gestelde vragen. Wetenschapswinkels zijn gevestigd in meerdere faculteiten, zodat zij deskundig zijn in een breed scala van maatschappelijke kwesties en de mogelijke bijdrage van wetenschappelijk onderzoek aan de oplossing daarvan. Het betreft thema’s op de gebieden bètawetenschappen, talen, cultuur en communicatie, onderwijs, economie en bedrijfskunde, en geneeskunde en volksgezondheid. Verschillende maatschappelijke organisaties en bedrijven kunnen met hun vragen bij de Wetenschapswinkels terecht. Voorbeelden uit 2012 zijn: een onderzoek naar angst en depressie bij patiënten met de ziekte van Ménière; een handleiding om (goedkope) middelen te vervaardigen tegen huidziekten in tropische landen; verwerking bij lijders aan ME/CVS (chronische vermoeidheidssyndroom); een onderzoek van de verwerking van ballastwater.
19
J a a r v e r s l ag 2012
2. Onderwijs
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij
2.1 Onderwijsvisie
2.2 Prestatieafspraken en profilering
In 2012 is een nieuwe onderwijsvisie voor de RUG vastgesteld. Hierin staan vier thema’s centraal: 1. Ieder talent (h)erkend 2. Niveau en studiesucces 3. Grensvlak van wetenschap en maatschappij 4. Academische gemeenschap.
Innovatiefonds
Kernelementen in deze visie zijn als volgt: >> diverse talenten via differentiatie stimuleren en ontplooien, via matching en (zelf-)selectie >> een keus voor een opleiding maken >> duidelijke kaders stellen waarbinnen de student studeert en begeleid wordt >> wetenschappelijke actualiteit een prominente rol geven binnen het onderwijs >> de relatie van het onderwijs met het (internationale) beroepenveld helder invullen.
19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Internationalisering speelt hierbij een belangrijke rol. De RUG wil een internationale studie- en werkomgeving bieden waarin alle studenten en staf zich thuis voelen, die aansluit bij de snel globaliserende wereld en de internationale context van het onderzoek. Bovendien moet deze omgeving studenten en staf voorbereiden op het werken in een internationale omgeving en/of met mensen van verschillende culturele achtergronden. Om de onderwijsvisie uit te werken in concrete maatregelen en initiatieven heeft het College van Bestuur een adviescommissie ingesteld: de Universitaire Commissie Onderwijsagenda en -Strategie/UC-OAS.
Vooruitlopend op de prestatieafspraken heeft het College van Bestuur in 2012 een innovatiefonds van € 40 mln gecreëerd voor onderwijsinnovatie in faculteiten. In de zomer hebben alle faculteiten een innovatieplan voor de komende vier jaar opgesteld. De innovatieplannen moeten bijdragen aan de ambities van de RUG in de prestatieafspraken en de onderwijsvisie. Een commissie van deskundigen heeft het traject inhoudelijk begeleid en de plannen van feedback voorzien. In het najaar van 2012 zijn alle plannen goedgekeurd, waarna de faculteiten zijn gestart met de implementatie. In de uitwerkingsfase is er veel aandacht voor uitwisseling tussen faculteiten, evaluatie en monitoring van de plannen. Het College van Bestuur heeft de Universitaire Commissie voor het Onderwijs gevraagd hierin een rol te spelen.
Prestatieafspraken en profilering In 2012 is het hoofdlijnenakkoord (HLA) tussen VSNU en OCW gesloten, met afspraken om te komen tot verbetering en profilering van onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie. Op basis daarvan heeft de RUG in mei 2012 een profileringsdocument opgesteld met concrete plannen en ambities om tot de gewenste verbetering te komen. Belangrijk onderdeel daarvan is de prestatieafspraak, waarmee de RUG zich heeft gecommitteerd aan een aantal concrete ambities inzake het onderwijs, docentprofessionaliteit en overhead.
Ambitie en realisatie prestatieafspraken In de onderstaande grafieken is verloop, ambitie en realisatie van de prestatieafspraken opgenomen. Contacturen De indicator intensiteit is niet in het onderstaande overzicht opgenomen. De nulmeting en ambitie van de RUG hierbij is dat in de
20
J a a r v e r s l ag 2012
propedeutische fase van alle opleidingen minimaal 12 contacturen per week zijn geprogrammeerd. Bron voor deze prestatieafspraak zijn de Onderwijs- en Examenregelingen (OER) van de opleidingen. In 2013 wordt een format aan de OER toegevoegd die de monitoring vergemakkelijkt en verbetert. Sinds de invoering van het BSA is het minimum van 12 contacturen een harde eis in alle propedeuses. In 2012 was dit ook bij alle opleidingen het geval.
Selectieve Ambities Behalve de prestatie-indicatoren heeft de RUG in het profilerings document belangrijke ambities op het gebied van onderwijskwaliteit, talentontwikkeling, valorisatie en levenslang leren opgenomen. De beoordeling van de selectieve ambities van de RUG als ‘zeer goed’ door de reviewcommissie heeft voor een extra impuls gezorgd in de uitwerking en implementatie van de selectieve ambities.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
> Pilots met learning communities in 2 faculteiten en de uitbreiding naar 6 faculteiten. In 2013 start de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen met Learning Communities. In 2014 worden deze ook geïmplementeerd bij de Faculteit Medische Wetenschappen. Er is een netwerk opgezet waarbinnen betrokkenen, experts en geïnteresseerden ideeën, problemen en oplossingen uitwisselen. Begin 2013 is een RUG-kader voor de RUG-brede ontwikkeling vastgesteld, dat in de loop van 2013 wordt uitgewerkt met de faculteiten die in 2013 en 2014 met pilots beginnen. Verdieping wordt gezocht door naast de Communities op programmaniveau binnen clusters van vakken de didactische visie van Learning Communities te implementeren. Samen met studie- en studentenverenigingen wordt onderzocht welke rol zij in de ontwikkeling van Learning Communities kunnen spelen buiten de directe grenzen van de opleiding en faculteit.
42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
> Ontwikkelen van nieuwe instrumenten voor matching, selectie en begeleiding van studenten. In 2012 zijn verschillende projecten geformuleerd waarin onderzoek naar matching, selectie, keuze en voortgang wordt gedaan en nieuwe methoden worden ontwikkeld en uitgetest. De projecten hebben onder meer betrekking op nieuwe vormen van decentrale selectie, bredere implementatie van webklassen voor aanstaande scholieren, adaptief toetsen en de ontwikkeling van risicoprofielen. In 2012 heeft
de RUG besloten naast deze projecten in 2013 RUG-breed een pilot uit te voeren met welkomstgesprekken met aanstaande studenten als onderdeel van matching. > Projecten op het gebied van talentontwikkeling en academisch leiderschap. > Uitwerken en starten van een University College gericht op de 3 maatschappelijke speerpunten. In 2012 is gestart met de ontwikkeling van de contouren van een University College Groningen dat sterk binnen het instellingsprofiel van de RUG past. Dit wordt vormgegeven door een sterke koppeling aan de maatschappelijke speerpunten van de RUG en sterke aansluiting op de onderwijsvisie. In 2012 hebben een breed samengestelde curriculumcommissie, huisvestingscommissie en kadercommissie gewerkt aan het uitwerken van de kaders. Begin 2013 heeft het College van Bestuur besloten van het University College de tiende faculteit te maken en is er een Dean aangesteld. > Projecten waarin het gebruik van IT en AV wordt ingezet voor afstandsonderwijs, levenslang leren en onderwijsvernieuwing. In 2012 zijn de kaders voor de ontwikkeling vastgesteld. Ook zijn een stuurgroep en projectgroep ingesteld, bestaande uit faculteiten en experts die werken aan de invulling van de projecten. > Ontwikkeling Research Career start, met nadruk op integratie van begeleiding in researchmasters en PhD-trajecten. > Het opzetten van een stimuleringsfonds voor samenwerking en ondernemerschap en het ontwerpen van projecten.
21
J a a r v e r s l ag 2012
a a n deel st uden t en dat e xcel l en t ie t r a j ec t volgt
2 Inhoud
swi tch b in n en inst el l ing ja a r 1
10,0%
20,0%
9,0%
18,0%
8,0%
16,0%
7,0%
14,0%
6,0%
12,0%
5,0%
10,0%
4,0%
8,0%
3,0%
6,0%
2,0%
4,0%
1,0%
2,0%
0,0%
0,0% 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2008
2009
2010
2011
4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen
bach elor r en dem en t n a 4 ja a r
ui t va l ui t inst el l ing ja a r 1
80,0%
20,0%
70,0%
18,0%
60,0%
16,0%
50,0%
14,0%
40,0%
12,0%
30,0%
10,0%
20,0%
8,0%
10,0%
6,0%
0,0%
4,0% 2005
2006
2007
2008
77 Verkorte jaarrekening
2009
2010
2011
2,0% 0,0%
87 Kerncijfers en kengetallen
RUG
Ambitie
2005
2006
2007
22
J a a r v e r s l ag 2012
ba sisk wa l if ic at ie on derwi js ( b ko) *
2.3 Instroom en matching
100,0%
Scholierenacademie In de RUG-onderwijsvisie wordt de integrale lijn van kennismaking tot (zelf )selectie verwoord met meer aandacht voor matching van student en opleiding. Hierbij zijn de volgende stadia aan te wijzen: kennismaking, oriëntatie en studiekeus, zelfselectie, eventueel gevolgd door selectie. De RUG-Scholierenacademie speelt bij de eerste drie stadia een belangrijke rol door scholieren voorlichting te geven met een sterke focus op inhoud, via scholierencolleges en -symposia en webklassen. De mogelijkheden voor en eisen aan scholieren worden vanaf de eerste contacten duidelijk. In 2012 kwam er na een succesvolle pilot een vaste plek in het programma voor het Junior Honours College: een intensief programma van een week voor gemotiveerde en getalenteerde scholieren uit 5 en 6 vwo en tevens een voorproefje op het programma van de bacheloropleiding van het Honours College.
80,0%
60,0%
40,0%
20,0%
2 Inhoud
0,0% 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
4 Bericht van de Raad van Toezicht
Basisonderwijs
37 4. Internationalisering
In 2012 vierde de RUG-Kinderuniversiteit haar tiende verjaardag. Daarmee is zij de oudste van ons land. De tiende Kinderuniversiteit werd gegeven door prof. dr. Grietje Molema en ging over bloed. Meer dan 400 kinderen konden het college bijwonen. De Kinderuniversiteit maakt sinds 2011 deel uit van het Wetenschapsknooppunt Noord-Nederland. Het Wetenschapsknooppunt is een samenwerkingsverband van de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool Groningen, met als doel leerlingen van basisscholen in Noord-Nederland de kans te geven hun talenten op jonge leeftijd te ontplooien. In 2012 kenden de KNAW en het Platform Bèta Techniek een subsidie van € 276.000 toe aan het Knooppunt voor vier jaar.
42 5. Bedrijfsvoering
Doorstroming HBO-WO
6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie
54 6. Financiën RUG
Ambitie
61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening
* Het percentage BKO ligt in werkelijkheid hoger, omdat er in 2012 nog een registratiestuwmeer was. Dit is begin 2013 opgelost, waardoor het percentage
87 Kerncijfers en kengetallen
begin 2013 sterk toegenomen is.
De RUG werkt samen met de Hanzehogeschool Groningen (HG) bij de wederzijdse doorstroming tussen wetenschappelijk en hoger beroepsonderwijs. De instellingen kennen de zogenaamde Groninger Schakelgarantie om de wederzijdse doorstroming te optimaliseren. In 2011-2013 is er bovendien een gezamenlijk project Wederzijdse Doorstroming. Dit project is gericht op een nadere analyse van de aantallen studenten in de verschillende doorstroomroutes en van hun rendementen, versoepeling van de doorstroom van
23
J a a r v e r s l ag 2012
een hbo-bachelor naar een wo-masteropleiding, en verbetering van de informatievoorziening. Op 1 november 2012 is een eerste minisymposium gehouden met betrokkenen van de wederzijdse opleidingen vastgoed, economie & bedrijfskunde, en rechten, om te bespreken hoe het doorstroomtraject kan worden bevorderd.
Promotietrajecten HBO Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen (OCW) heeft met ingang van 2007 middelen ter beschikking gesteld voor promotievouchers voor docenten afkomstig uit het hbo. De RUG heeft voor de besteding van deze middelen een promotieovereenkomst gesloten met de Hanzehogeschool in de vorm van een derde werkdag (20 medewerkers) en vergelijkbare overeenkomsten met de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (10 promotietrajecten), Stenden (8) en Windesheim (16). In 2012 hebben weer twee promovendi van de Hanzehogeschool hun traject succesvol afgerond en zijn in totaal 17 hogeschoolmedewerkers gestart met een derdedag-promotietraject (12 bij de Hanzehogeschool, 2 bij de NHL en 3 bij Stenden). Tevens is er een uitgebreide evaluatie geweest van de opzet van de promotietrajecten met de Hanzehogeschool. Deze heeft geleid tot een continuering van de promotieovereenkomst met enkele aanpassingen in het promotietraject, zoals de invoering van een voorbereidend jaar voorafgaand aan de start van het traject.
2.4 Studiesucces en onderwijsaanbod Studiesucces Sinds 2008 voert het College van Bestuur structureel beleid om het studiesucces in de bachelor aan de RUG te verhogen. In het studiesucces is een duidelijk positieve trend te zien die ook in cohort 2010 wordt doorgezet. In 2012 zijn er verschillende maatregelen genomen om het studiesucces verder te verbeteren zoals: een uniforme jaarindeling, het verminderen van onderlinge concurrentie tussen vakken en regelmatig toetsen. De in 2012 geformuleerde innovatieplannen zullen ook de komende jaren een sterke impuls geven aan het studiesucces en de onderwijskwaliteit.
BSA
28 3. Research en valorisatie
De instellingsbrede invoering van het BSA in 2010 heeft het stellen van duidelijke eisen aan studenten ingezet. Dat heeft geleid tot een verhoging van niveau en studiesucces en de verbetering van de onderwijskwaliteit en de versterking van de betrokkenheid tussen student, docent en instelling. Na een positieve evaluatie in 2011 is de norm per collegejaar 2012 verhoogd van 40 naar 45 EC. De effecten van het BSA en aanverwante maatregelen op het studiesucces waren in collegejaar 2010-2011 groot. In 82% van de gevallen was het advies positief. Meer dan de helft van deze groep heeft de propedeuse in 1 jaar afgerond. Het resterende deel heeft gemiddeld 50 EC in het eerste jaar behaald. Ook in collegejaar 2011-2012 was het effect zeer positief. Gemiddeld haalden de studenten nog meer EC’s in het eerste jaar en ook het aantal studenten dat de propedeuse in 1 jaar haalde steeg licht.
37 4. Internationalisering
Uniforme jaarindeling
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs
42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Om de concurrentie tussen vakken en toetsen te minimaliseren en studenten eerder inzicht in hun studievoortgang te geven werkt de RUG sinds 2010 aan een kwartaalsysteem ter vervanging van het semestersysteem. In de randvoorwaarden bij de invoering van het BSA is vastgelegd dat de interne jaarindeling van faculteiten uniformer moet worden. In 2012 is besloten de jaarindeling verder te uniformeren en RUG-breed te gaan werken met vier blokken in plaats van een semesterindeling. Met deze uniforme jaarindeling wordt de concurrentie tussen vakken verkleind, worden studenten gefaciliteerd wanneer zij vakken buiten hun eigen opleiding kiezen en wordt een
24
J a a r v e r s l ag 2012
transparantere structuur aan alle – ook internationale – studenten geboden. Vanaf collegejaar 2013-2014 hanteren faculteiten en opleidingen de nieuwe uniforme jaarindeling.
Brede bachelor
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht
De RUG werkt aan een onderwijsmodel dat uitgaat van brede bacheloropleidingen en specialistische masteropleidingen. Brede bachelors bieden ruimte aan differentiatie en vergroten daarmee de keuzevrijheid van studenten om hun individuele belangstelling te volgen. Het onderwijs beoogt een opbouw van brede propedeuse naar postpropedeutische specialisatietrajecten en vervolgens een verdere specialisatie in de master. In 2012 zijn in de Faculteit Economie en Bedrijfskunde de brede bachelors gestart. In 2013 volgt de Faculteit Rechtsgeleerdheid. Ook in 2013 zal de brede bachelor Europese Talen en Culturen bij de Faculteit der Letteren een feit zijn. De Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen heeft enkele jaren geleden een brede bachelor Life Science and Technology ontwikkeld, die in 2005 de eerste studenten verwelkomde. De masteropleidingen zijn steeds nauw verbonden met het RUG-onderzoek, vooral met onderzoek dat bij uitstek de kracht van de RUG vertegenwoordigt. De RUG voert een beleid om het aandeel van de Engelstalige masters te vergroten.
Harde knip en bachelorthesis
61 Bijlagen
De harde knip is voor alle opleidingen van kracht geworden per 1 september 2012. Het College van Bestuur en faculteiten hebben vastgelegd dat 2012-2013 een overgangsjaar is, waarbij knelpunten voor individuele studenten een individuele oplossing mogen krijgen. De invoering is naar behoren verlopen en verschillende beleidsvoornemens en acties ten aanzien van programmering en toetsing zijn tegelijkertijd versneld in gang gezet. Voorbeelden zijn het programmeren van de bachelorthesis als vak en het verhelderen van taken en verantwoordelijkheden van examen-, opleidings- en toelatingscommissies. In het voorjaar van 2013 wordt een quick scan uitgevoerd, mede naar aanleiding van het tweede instroommoment. Hierover hebben studentgeledingen van Universiteitsraad en faculteitsraden hun zorgen uitgesproken.
77 Verkorte jaarrekening
Research Driven Education
87 Kerncijfers en kengetallen
De verwevenheid tussen onderwijs en onderzoek manifesteert zich door een afwisselende nadruk op de inhoud van het onderzoek of een
19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën
De RUG werkt ook aan de versterking van de verwevenheid van onderwijs en onderzoek door meer mogelijkheden voor een onderzoeksstage te scheppen bij de invoering van een minorruimte. De verbondenheid tussen de masteropleiding en het RUG-onderzoek is ook zichtbaar gemaakt: elke gespecialiseerde master wordt gedragen door goede onderzoekers en in de opbouw van het masterprogramma zijn onderzoek en onderzoeksvaardigheden prominent aanwezig.
Wetenschappelijke integriteit
6 Voorwoord 11 1. Maatschappij
nadruk op het onderzoeksproces. In 2011 zijn vier minimumkaders voor onderzoek in het bachelorcurriculum vastgelegd: 1. in het onderwijs komen actueel onderzoek en de resultaten daarvan aan bod 2. studenten reflecteren op en discussiëren over actueel onderzoek en onderzoek van medestudenten 3. in het onderwijs leert een student met toenemende complexiteit onderzoeksvaardigheden 4. studenten leren de onder 1-3 verworven kennis integraal te gebruiken in het uitvoeren van onderzoek, in ieder geval in het afsluitende bachelorproject.
In 2012 is de extra aandacht voor wetenschappelijke integriteit vertaald in concrete actiepunten, waaronder expliciete aandacht voor wetenschappelijke integriteit en wetenschappelijk handelen in het onderwijs (het zogenaamde preventiebeleid). Er is een plan opgesteld om de aandacht hiervoor te versterken in alle fasen van het universitaire onderwijs, namelijk bachelor, master en PhD. Het plan wordt in 2012 en 2013 uitgewerkt, waarna het in het collegejaar 2013-2014 zal worden geïmplementeerd.
NEXT Het begrip Career Services staat voor een doorlopende lijn van producten en diensten op het gebied van studiekeuzebegeleiding, studieloopbaanondersteuning en arbeidsmarktoriëntatie. De RUG heeft deze gebundeld en aangeduid als NEXT. Elke faculteit heeft een plan voor facultaire Career Services opgesteld. NEXT heeft servicepunten op centrale plekken in de binnenstad en op het Zerniketerrein; dit laatste gaat per 1 september 2013 van start. Studenten kunnen er terecht met al hun vragen en verschillende
25
J a a r v e r s l ag 2012
aanbieders van Career Services vinden er een podium voor hun aanbod. De Career-activiteiten worden ondersteund door een digitaal systeem, Career ConNEXT. In dit systeem kunnen studenten, alumni en werkgevers/bedrijven een profiel aanmaken of diensten en producten aanbieden. Daarnaast werkt NEXT aan digitale studieloopbaanmodules op maat, die studenten zelfstandig kunnen volgen in verschillende stadia van hun studieloopbaan.
UMCG
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Het ziekenhuisdeel van het UMCG verschaft de voor het klinisch onderwijs noodzakelijke faciliteiten en maakt het mogelijk de opleiding zodanig in te richten, dat deze voldoet aan de eindtermen van het ‘Besluit opleidingseisen arts’ in het kader van de BIGwetgeving. In 2012 zijn circa 430 studenten gestart met de klinische stages van de masteropleiding. Uit capaciteitsoverwegingen is een deel hiervan gerealiseerd in het Martiniziekenhuis en in perifere ziekenhuizen. Circa 150 studenten volgden de wetenschappelijke stage (20 weken) in het UMCG, terwijl ongeveer 80 studenten er een verpleegstage hadden. Het UMCG handhaafde de geïntegreerde wetenschappelijke opleiding (aio) en de opleiding tot medisch specialist (aios). De geïntegreerde opleiding omvat het zogenaamde agiko-model (assistent-geneeskundige in opleiding) tot klinisch wetenschappelijk onderzoeker. Op 23 oktober 2012 is de European Medical School OldenburgGroningen (EMS) officieel van start gegaan. Binnen de EMS werken het UMCG en de nieuwe medische faculteit van de Carl von Ossietzky Universität te Oldenburg samen op het gebied van de opleiding Geneeskunde. Het programma in Oldenburg leidt artsen op naar Gronings model. Per 1 oktober 2012 zijn de eerste 40 Duitse studenten met hun opleiding begonnen.
2.5 Excellentie en kwaliteit Honours College Excellentie wordt aan de RUG vormgegeven door het Junior Honours College voor scholieren, waarin kennismaking met de RUG en vooral haar Honoursprogramma’s centraal staat. Verder is er het Honours College, dat extra curriculaire trajecten aanbiedt voor alle studenten in de bachelor- en masterfase. Op dit moment werkt de RUG aan het uitbreiden van het Honours College met Bachelor Honourstrajecten die een grotere disciplinaire inhoud hebben. In 2012 kreeg het Honours College een goede beoordeling in de jaarlijkse Siriusaudit.
University College Groningen In 2012 zijn de voorbereidingen voor oprichting van het University College Groningen gestart. Deze bacheloropleiding zal een selectieve opleiding zijn voor gemotiveerde en getalenteerde studenten die zich willen ontwikkelen in de volle breedte van de wetenschappelijke deelgebieden alfa, bèta, gamma en medisch. De drie profileringspunten van de RUG – Healthy Aging, Energy en Sustainable Society – worden thematisch in het programma verweven. In de opleiding zal het didactische model van intensieve tutoring een belangrijke rol spelen.
Docentprofessionaliteit BKO & SKO In 2010 hebben het College van Bestuur en de faculteiten afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat binnen vijf jaar 80% van alle wetenschappelijke stafleden beschikt over een BKO. Dit streefcijfer is ook onderdeel geworden van de Prestatieafspraken van de RUG. Het is de ambitie van de RUG in het komende jaar kwaliteitseisen, eindkwalificaties en kaders voor de SKO uit te werken en het traject binnen de RUG aan te bieden. Ook zijn in de innovatieplannen twee facultaire initiatieven opgenomen die betrekking hebben op de ontwikkeling van de SKO. Verder wordt het BKS (Basis kwalificatie studiebegeleiding) voor studieadviseurs ontwikkeld.
26
J a a r v e r s l ag 2012
Docent van het Jaar verkiezing
Voortgang Quamatrix
Begin 2012 werd dr. Laura Batstra van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen verkozen als Docent van het Jaar 2011. Voorafgaand aan de verkiezing vond een onderwijsseminar plaats voor medewerkers en studenten over onderwijsinnovatie en best practices, waardoor nieuwe initiatieven en goede voorbeelden onder de aandacht gebracht werden van een breed publiek.
Quamatrix is het informatie- en documentatiesysteem dat de RUG gebruikt om overzicht te krijgen en te houden over de diverse evaluatieonderzoeken en daaraan gekoppelde acties. Het onderwijskwaliteitsverslag (gegenereerd vanuit Quamatrix), de aanbevelingen en verbeterplannen van faculteiten zijn in 2012 onderwerp van gesprek geweest tussen College van Bestuur en faculteiten in de Bestuurlijke Overleggen. Na evaluatie van Quamatrix in 2011 heeft het College van Bestuur in 2012 besloten, mede op advies van de Universitaire Commissie Onderwijs, het format van de rapportages aan te passen. De verbeteringen zorgen voor een eenvoudiger format, betere aansluiting op opleidings- en facultair niveau en een stimulans om de kwaliteitsprocessen te beschrijven in termen van de PDCA-cyclus. Na een pilot en evaluatie wordt dit vernieuwde format RUG-breed ingevoerd in 2013-2014.
Kwaliteitszorg Voorbereiding op Instellingstoets Kwaliteitszorg
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
De instellingstoets onderwijskwaliteit die in 2013 plaatsvindt, is in 2011 en vooral in 2012 nader voorbereid. De belangrijkste activiteiten waren: >> de herijking van de RUG-visie op onderwijs en kwaliteit >> actieplannen en nadere monitoring naar aanleiding van de uitkomsten van de facultaire audits >> de opstelling en invulling van een raamwerk voor de Kritische Reflectie RUG 2013 >> profilering en uitwerking van voorgeschreven items uit het protocol voor beoordeling binnen de faculteiten >> workshops en bijeenkomsten omtrent bijzondere aandachtsgebieden.
11 1. Maatschappij
Voortgang interne audits 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Als aanvulling op de andere, meer specialistische evaluaties is de RUG in 2011 gestart met een systeem van jaarlijkse, meer integrale audits in de vorm van peer review bij faculteiten. In 2011 en 2012 zijn alle faculteiten bezocht door auditcommissies. De bevindingen zijn vastgelegd in een auditrapportage, die het College van Bestuur heeft besproken met het betrokken faculteitsbestuur in het Bestuurlijk Overleg Voorjaar 2012. De vervolgacties van faculteiten zijn besproken in het Bestuurlijk Overleg Najaar 2012. Jaarlijks worden steekproefsgewijs enkele faculteiten bezocht door een auditcommissie.
28
J a a r v e r s l ag 2012
3. Research en valorisatie
De RUG heeft de ambitie zich op Europees niveau te positioneren als een top 100-onderzoeksuniversiteit. Kwantitatief moet het aantal promoties op termijn stijgen naar 500. De Graduate Schools vormen een belangrijk instrument om dit te verwezenlijken. Het aantal promoties zal ook bevorderd worden door een grotere internationale instroom van zowel master- als promotiestudenten.
(respectievelijk 9,6% en 9,4%). Voor de Veni lag de score net onder de 10% (namelijk 8,8%). Om het aandeel van de RUG in de Veni-, Vidi- en Vici-subsidies te verhogen is er in de afgelopen jaren beleid geformuleerd, waaronder het starten, dan wel uitbreiden van presentatietrainingen en schrijfworkshops.
EU Strategisch plan 2010-2015 In het strategisch plan 2010-2015 van de RUG zijn de belangrijkste doelstellingen van het onderzoeksbeleid in de komende jaren geformuleerd, alsmede de middelen om die doelen te bereiken. 2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht
3.1 Individuele kwaliteit
6 Voorwoord
De RUG heeft in 2012 in individueel onderzoekstalent geïnvesteerd door middel van scholarships voor researchmasterstudenten (Praediniusbeurzen), scholarships voor vrouwelijke toponderzoekers (Rosalind Franklin Fellowship Programma) en Honorary Scholarships voor externe Vernieuwingsimpuls aanvragers en voor alle European Research Council aanvragers.
11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
De RUG heeft in 2012 goed gescoord bij prijzen voor individuele topkwaliteit, van jong talent tot senior toponderzoekers, van Venisubsidies tot ERC Advanced Grants (zie bijlage 1). Toch heeft de RUG nog meer toponderzoekers nodig. Landelijk gezien heeft zij de ambitie het aantal Veni-subsidies, ERC Advanced Grants, Spinozapremies en veelgeciteerde onderzoekers te verhogen.
NWO In het persoonsgebonden Vernieuwingsimpulsprogramma van NWO, gericht op talentvolle en creatieve onderzoekers, behaalde de RUG in 2011-2012 bijna haar streefcijfer van 10% van het totaal aantal aan universiteiten en UMC’s toegekende Vidi- en Vici-subsidies
De European Research Council kende in 2012 in totaal 40 Starting Grants aan Nederlandse universiteiten toe, waarvan er acht naar Groningse onderzoekers gingen. Daarmee zat de RUG met 20% bij de best scorende Nederlandse universiteiten. In 2012 werden twee ERC Advanced Grants toegekend aan RUG-onderzoekers op een totaal van 28 toegekende subsidies aan Nederlandse universiteiten. Met een score van 7,1% behaalde de RUG een redelijk resultaat. In 2010 is er beleid geformuleerd om de bestaande VI-presentatietrainingen en schrijfworkshops uit te breiden voor de European Research Council persoonsgebonden subisidies.
UMCG Het UMCG heeft in 2012 een bedrag ad € 5,8 mln aan het onderzoek fonds UMCG beschikbaar gesteld. De decaan beoordeelt projecten, die uit dit fonds worden gefinancierd. In 2012 nam het UMCG deel in diverse landelijke initiatieven. Dit betreft vooral TI Pharma, TI Food & Nutrition, Parelsnoer, Center for Translational Molecular Medicine (CTMM) en het BioMedical Materials Program (BMM). Inmiddels zijn ook de voorbereidingen getroffen voor actieve deelname in het Topsectorenbeleid. In het kader van het Innovative Medical Devices Initiative NL (IMDI.nl) wordt invulling gegeven aan de twee Centres of Research Excellence (CoREs), met een grote UMCG-inbreng, te weten CMI-NEN (Centre for Medical Imaging) en SPRINT (Smart Mobility Devices with Improved Patient Prosthesis Interaction).
29
J a a r v e r s l ag 2012
Samen met het NKI heeft het European Research Institute on the Biology of Ageing (ERIBA) van het UMCG € 18,6 mln subsidie toegezegd gekregen in het kader van het nationale roadmapprogramma voor de bouw van een nationale onderzoekfaciliteit voor onderzoek van kanker en veroudering in muismodellen, de ‘Mouse Clinic for Cancer and Aging research (MCCA)’. Ook is ERIBA nauw betrokken bij een internationaal consortium van wetenschappelijke instituten die uitgenodigd zijn om een nieuw instituut voor stamcelonderzoek in Rusland (het Skolkovo Centre for Stem Cell Research) op te helpen zetten. Het UMCG en de RUG gaan samen met de Hanzehogeschool, noordelijke bedrijven en diverse Europese partners, een groot onderzoek doen naar gezondheidsvaardigheden van ouderen in het kader van Healthy Ageing, gezond en actief ouder worden. Hiervoor is door de EU een subsidie van € 3 mln toegekend, waarvan € 1,25 mln voor het Groningse deel. 2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht
Ten slotte is het project Life Lines voortgezet en heeft ERIBA (European Research Institute on the Biology of Ageing) verder vorm gekregen door het aantrekken van een aantal onderzoekcoryfeeën.
6 Voorwoord 11 1. Maatschappij
3.2 Kwaliteitszorg
19 2. Onderwijs
Het onderzoek van de RUG staat internationaal hoog aangeschreven. Daarom is het van vitaal belang de kwaliteit daarvan – alsmede de variatie daarin – te identificeren en aan te tonen waar zich de sterke en minder sterke punten in het Groningse onderzoek bevinden. Bovendien streeft de RUG naar verbetering van onderzoekmanagement en leiderschap. Daarbij legt zij met publieke rapportages conform het landelijke Standaard Evaluatie Protocol (SEP) rekenschap af aan overheid en maatschappij. Het onderzoek wordt eens in de zes jaar beoordeeld door een externe commissie (PRC). Daarnaast vinden tussentijds interne zelfevaluaties plaats die de basis vormen voor de zogenoemde midterm-reviews van het onderzoek.
28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Landelijk is in VSNU-verband en samen met NWO en KNAW een evaluatie gestart van het huidige SEP, dat geldig is tot 2016. Een
belangrijk discussiepunt is de onderbouwing van de maatschappelijke relevantie van het onderzoek. De RUG heeft actief bijgedragen aan de discussie en daarbij vooral ingezet op vereenvoudiging ter reductie van de administratieve belasting van het WP en professionalisering van de ambtelijke ondersteuning. Dat vormde mede aanleiding tot het besluit het huidige onderzoekinformatiesysteem te vervangen door een nieuw, gebruiksvriendelijker pakket met meer geavanceerde mogelijkheden voor ‘prefilling’ vanuit bestaande elektronische databases, publieke ontsluiting van de output via de website, het eenvoudiger genereren van SEP- en andere managementrapportages. Via het door de Bibliotheek RUG getrokken project ‘Etalage’ wordt in nauwe samenwerking met de meest betrokken centrale eenheden en de faculteiten gewerkt aan de implementatie in 2013.
Tussentijdse zelfevaluaties In het verslagjaar zijn tussentijdse zelfevaluaties in gang gezet voor alle onderzoekinstituten van het UMCG en FRG. Voor het UMCG betreft het de instituten GUIDE, BCN-Brain, het Kolff Instituut en SHARE, alsmede het eind 2012 nieuw opgerichte instituut Oncologie. Naar aanleiding van het eind 2009 verschenen rapport van de externe visitatiecommissie die het landelijk onderzoek in de Rechtsgeleerdheid heeft beoordeeld, is in 2010 een ingrijpende herijking van het onderzoek van de Faculteit Rechtsgeleerdheid in gang gezet. Dat heeft onder meer geleid tot het besluit het instituut CRBS op te heffen, en de 11 oude onderzoekprogramma’s om te vormen tot 6 nieuwe die ondergebracht zullen worden in het Groningen Centre for Law and Governance (GCL). GCL wordt daarmee het nieuwe facultaire onderzoekinstituut dat bij de volgende externe onderzoekvisitatie beoordeeld zal worden. De interne zelfevaluatie is aangegrepen voor een tussenbalans op de ingezette ingrijpende herinrichting van het onderzoek. De rapportages worden begin 2013 verwacht en zullen als gebruikelijk ter advisering voorgelegd worden aan de Universitaire Commissie voor de Wetenschapsbeoefening (UCW). De UCW heeft begin 2012 overwegend positieve adviezen uitgebracht over de midterm-review rapportages van de GMW-instituten Nieuwenhuis en GCS, alsmede die van de instituten URSI (Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen) en SOM (Faculteit Economie en Bedrijfskunde).
30
J a a r v e r s l ag 2012
Externe onderzoeksbeoordelingen In 2012 zijn de QANU-rapporten gepubliceerd van de externe visitatiecommissies die het landelijk onderzoek in de Physics, Biology en Psychology beoordeeld hebben. Deze zijn in te zien op de RUG-website. De bestuurlijke reacties erop zullen in de loop van 2013 geformuleerd worden. Daarnaast is in het verslagjaar een landelijke, externe onderzoekvisitatie Pedagogics and Education gestart, waartoe een zelfstudie is aangeleverd door het Nieuwenhuis Instituut van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen.
3.3 Graduate Schools
2 Inhoud
De RUG kent negen facultaire Graduate Schools, aan het hoofd waarvan het College in 2009 de Dean of Graduate Schools heeft benoemd. De voornaamste ambitie van de Groningen Graduate Schools is een betere kwaliteit van de opleiding van promovendi en het vergroten van het aantal promoties door een betere begeleiding van de promovendi.
4 Bericht van de Raad van Toezicht
Resultaten 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
In 2012 zijn de volgende resultaten bereikt: >> Het registratie- en volgsysteem voor promovendi (Hora Finita II) is vrijwel voltooid en verkeert in de pilotfase. >> Er is een nieuw promotiereglement opgesteld dat per 1 september 2013 wordt ingevoerd. >> Er zijn twee subsidies van het NWO Graduate Programme binnengehaald, namelijk voor de Graduate School Science (Synthetic Biology) en de Graduate School Medical Sciences (Behavioural and Cognitive Neurosciences). Daarnaast hebben de Graduate School Humanities (LOT) en de Graduate School Science (NRCSB) geparticipeerd in succesvolle landelijke aanvragen voor dit programma. >> Op 22 augustus is er een PhD Day georganiseerd door Gopher met ondersteuning van de Dean of Graduate Schools. Het thema van deze dag was carrièremogelijkheden na het promotietraject. >> In 2012 zijn er 436 promoties geweest, waarvan 19 met cum laude. Dit betekent een stijging met 37 ten opzichte van 2011 (399 promoties).
3.4 Valorisatie Onderzoek, onderwijs en valorisatie zijn bij de Rijksuniversiteit Groningen hecht met elkaar verweven. Deze verwevenheid brengt de RUG in nauw contact met het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Dit leidt tot samenwerkingsverbanden en nieuwe bedrijvigheid, waarbij waardecreatie op basis van de aanwezige hoogwaardige kennis vooropstaat. Deze verwaarding van kennis initieert vele nieuwe producten en diensten waarmee de verdere ontwikkeling van de kenniseconomie gestalte krijgt. In 2011 heeft de regering een begin gemaakt met een drastische wijziging van haar stimuleringsbeleid op dit gebied. De kansen en bedreigingen voor het Nederlandse bedrijfsleven, waarbij mondialisering en maatschappelijke uitdagingen als vergrijzing, toenemende grondstoffenschaarste, klimaatverandering en afnemende biodiversiteit sleutelwoorden zijn, zijn integraal onderdeel van het bedrijfslevenbeleid geworden. Dit beleid wordt gekenmerkt door een sectorale aanpak, de topsectoren, met meer vraagsturing door het bedrijfsleven, met minder subsidies en meer generieke lastenverlichting en meer ruimte voor ondernemers. De uitwerking van dit alles leidt tot grote veranderingen in de geschetste samenwerking tussen universiteit, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Als afgeleide hiervan is de financiering van onderzoek en ontwikkeling sterk veranderd. Om adequaat te kunnen werken op het gebied van valorisatie en ondernemerschap heeft de universiteit besloten de afdelingen Academische Zaken (Onderzoek & Beleid) en de Transfer & Liaison Groep op te doen gaan in een nieuwe eenheid voor support: Research & Valorisatie (R&V). De universiteit heeft met de RUG Houdstermaatschappij (RHM), met R&V, het Consortium voor Valorisatie en Ondernemerschap (CVO) en de Stichting Business Generator Groningen (SBGG) goede organisaties in huis om het cyclische en open proces van kennisoverdracht en publiek-private samenwerking te stimuleren. De vergaande samenwerking tussen RUG en UMCG in het Valorisatiecentrum is hierbij van groot belang. Zij zullen zich extra moeten inspannen om op de juiste wijze in te spelen op de nieuwe omgeving die met het nieuwe beleid wordt geschapen.
J a a r v e r s l ag 2012
31
In dit kader is het van belang te wijzen op het Consortium voor Valorisatie en Ondernemerschap (CVO) dat in 2011 is vormgegeven. Dit centrum bouwt voort op de in gang gezette ontwikkelingen van de afgelopen vijf jaar van samenwerking tussen RUG, UMCG en SBGG op het gebied van valorisatie. Deze samenwerking is in het CVO uitgebreid met de Hanzehogeschool, waarmee gezamenlijk een flinke impuls wordt gegeven aan het stimuleren van ondernemerschap en ondernemend denken en handelen bij studenten en medewerkers van deze organisaties. Het CVO heeft een subsidie van € 5 miljoen voor vier jaar ontvangen, maar door de partners, waartoe ook de Rabobank behoort, wordt zes jaar lang fors geïnvesteerd om van dit CVO een succes te maken.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht
De RUG heeft een breed netwerk van samenwerking met regionale, nationale en internationale partijen, waaronder het (inter)nationale bedrijfsleven, de provincies, het Samenwerkingsverband NoordNederland (SNN), het Akkoord van Groningen, de NOM, Energy Valley, het Healthy Ageing Netwerk Noord-Nederland (HANN), ministeries en de Europese Commissie. De afdeling Alumnirelaties en Fondsenwerving (A&F) van de RUG benadert belangrijke industriële
partners voor advisering bij kennisvalorisatie. Dit netwerk wordt benut om optimaal op het gewijzigde landschap van samenwerking onderzoek, onderwijs en valorisatie in te spelen. Het screenen van de organisatie op economische en maatschappelijke valoriseerbare ideeën en het scouten van partijen die daarin geïnteresseerd zijn, is dagelijkse werkelijkheid en blijft een belangrijke activiteit van het CVO.
Octrooien Het beleid met betrekking tot de benutting van kennis is in 2008 vastgelegd in de gezamenlijke Nota Valorisatie van RUG en UMCG, en is destijds breed bekend gemaakt door middel van de brochure De waarde van kennis. R&V begeleidt de indieningsprocedure van octrooien en beheert de gehele RUG/UMCG-octrooiportefeuille inclusief het RUG/UMCG-octrooifonds, terwijl voor SBGG het accent vooral op de commercialisatie ligt. Vanuit de dagelijkse praktijk is de behoefte ontstaan het staande octrooibeleid op een aantal punten nader in te vullen en aan te scherpen. Dit heeft in het najaar van 2011 geresulteerd in aanvullend octrooibeleid. RUG en UMCG hebben hierin bevestigd dat zij, als
6 Voorwoord eerst e in dien ingen va n oc t rooi a a nvr agen 1992-2012 11 1. Maatschappij 16
19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
RUG / AZG
14
AZG
12 RUG
10 8
42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen
6 4 2
87 Kerncijfers en kengetallen
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
0
77 Verkorte jaarrekening
32
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht
J a a r v e r s l ag 2012
organisatie, als (mede-)eigenaar/aanvrager zichtbaar wensen te zijn op alle octrooiaanvragen waarbij RUG/UMCG-(mede) uitvinders betrokken zijn, onafhankelijk van de financieringsbron. Daarnaast is bevestigd dat een marktconforme prijs dient te worden gehanteerd voor het overdragen van octrooirechten aan derden. Beide voorwaarden zijn gebaseerd op de landelijke VSNU/NFUuitgangspunten voor publiek-private samenwerkingsprojecten. Daarnaast bevat het aanvullende octrooibeleid afspraken over de verdeling van netto octrooi-inkomsten in bijzondere gevallen.
3.5 RUG Houdstermaatschappij BV
In totaal zijn er in 2012 50 projecten uit het screeningsproces naar voren gekomen. In 21 gevallen ging het om een ingevuld Invention Disclosure-formulier of soortgelijk document. Er zijn 13 octrooiaanvragen ingediend op naam van RUG en/of AZG (zie figuur), en 1 op naam van TI Food & Nutrition, deels gebaseerd op RUG-kennis.
De RHM initieert en acquireert bedrijvigheid, die ontstaat vanuit de RUG. De RHM brengt kennis, ervaring, ondernemerschap en een veelzijdig regionaal bedrijvennetwerk binnen het bereik van kansrijke jonge bedrijven.
Het monitoren van licentie- en verkoopcontracten is een taak van R&V die qua belang de komende jaren zal toenemen. Dat geldt zeker nu SGBB de afgelopen jaren succesvol is geweest in het afsluiten van diverse optie- en/of licentie- en/of verkoopovereenkomsten.
De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) is actief op het gebied van kennisvalorisatie. Naast onderwijs en onderzoek vindt kennisvalorisatie tevens plaats door kennis beschikbaar te stellen aan de samenleving. Dit gebeurt op diverse fronten, zoals contractonderzoek, verkoop of verlenen van licenties op patenten en het oprichten van bedrijven. De RUG Houdstermaatschappij BV (RHM) richt zich op het laatste. De RHM is een 100% dochter van de RUG.
In onderstaande lijst zijn de bedrijven per 31 december 2012 opgenomen, waarin wordt deelgenomen. Alle genoemde participaties komen voort uit de RUG of het UMCG of hebben een nauwe relatie met onderdelen van RUG en/of UMCG.
6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs
DEELNEMINGEN P er 31 decem b er 2012 Deelnemingen
Percentage AK
Kernactiviteit
Jaar van oprichting
28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Fondsen en fondsbeheer Kennis Conversie Fonds BV Noord Tech Venture CV NTV Beheer BV Carduso Capital BV
100,00 3,27 100,00 33,33
Investeren in technologiebedrijven Investeren in technologiebedrijven Voeren van beheer over andere bedrijven Investeren in technologiebedrijven
2005 2005 2005 2012
33
J a a r v e r s l ag 2012
vervolg - DEELNEMINGEN P er 31 decem b er 2012 Deelnemingen
Percentage AK
Kernactiviteit
Jaar van oprichting
RUG Houdstermaatschappij BV
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
ARGO BV Polyganics BV PolyVation BV KNN BV Pro Facto BV Biovec BV Science Plus Group BV GnTel BV Angteq BV Promotion Groningen CV Solenne BV Prima KennisPartner BV Nederland Rusland Centrum BV Talent & Career Center BV De Ontwikkelfabriek BV Diataal BV Target Holding BV
6,00 6,14 49,00 20,00 6,00 5,00 10,00 8,47 15,00 33,33 6,41 15,00 45,00 20,00 25,00 40,00 29,17
Advies gezondheidszorg, ouderenzorg Biodegradeerbare devices Polymeerchemisch onderzoek en advies Advies Milieu en economie Bestuurskundig en juridisch advies Gentherapy Cardiovascular diseases IT specials en science software Telecommunicatie diensten Pharm. en diagnostisch advies en onderzoek Onderzoek/ training bewegingswetenschappen Basismateriaal Zonnecellen Uitzendbureau voor studenten Begeleiding bilaterale contacten Loopbaanadvies IT toepassingen Taalvaardigheidstoetsen Data search- en opslagtechnologie
1998 1999 1999 2000 2000 2003 2003 2004 2005 2005 2005 2006 2007 2007 2009 2011 2009
11,30 6,84 13,27 7,31 10,20 25,35 20,00 8,70 28,35 33,33 16,00 11,05 28,51 6,58
Orgaantransplantatie devices Telecommunicatie diensten Drug delivery system Internet / Twitter-toepassingen Weefsel conservering technologie Food artikelen op basis van Teff Neuro endoscopisch device Geltechnologie voor drug targeting Therapie tegen boezemfibrillatie Studentenstartersfonds Baarmoederhalskanker therapie Stabiliseren van Peptiden Fiber matrices voor celonderzoek en -productie Matchmakingorganisatie in de lifesciences industrie
2005 2005 2007 2007 2007 2008 2008 2009 2009 2008 2009 2010 2011 2009
Kennis Conversie Fonds BV Organ Assist BV GnTel BV Biorion Technologies BV Elkoog BV Tispa Medical BV Berrnell Food Holding BV Neurendo BV InGell Technologies BV Nyken BV Square One BV Vicinivax Holding BV LanthioPep BV Nano Fiber Matrices BV Yinnoff BV
34
J a a r v e r s l ag 2012
3.6 Contractactiviteiten
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Omva ng con t r ac ton der zoek en - on derwi js
In 2012 is voor € 174,6 mln omgezet aan contractactiviteiten, waarvan € 167,6 mln betrekking heeft op contractonderzoek en € 7,0 mln op contractonderwijs. De jaarlijkse omzet uit contractactiviteiten is in 2012 fors toegenomen. Ten opzichte van 2011 is de totale omvang aan contractactiviteiten met € 23 mln gestegen.
200
Dat is vooral gerealiseerd door het UMCG-O&O (€ 15 mln), FWN (€ 8,5 mln) en de faculteiten GMW en FEB met ongeveer € 1 mln. De omzet van Letteren is met € 1,2 mln afgenomen. De overige faculteiten en eenheden zijn constant gebleven.
100
Ten opzichte van 2011 is er in 2012 bij alle financieringsgroepen een toename van inkomsten geweest. Het ging om inkomsten op projecten gefinancierd door bedrijven (€ 0,4 mln), stichtingen en collectebusfondsen (€ 1,1 mln) en ontvangsten van de overheid (€ 6,8 mln). Bij de overheid worden de bijdragen sinds 2012 gebundeld via het Agentschap.nl. Voorheen waren de nano-programma’s bij NWO ondergebracht. De inkomsten van de Europese Unie zijn in 2012 fors toegenomen met € 5,6 mln, mede door de bevoorschotting van ERC-grants. Dit geldt ook voor de inkomsten van tweedegeldstroomprojecten (NWO/STW), die zijn gestegen met € 7,3 mln. De inkomsten van contractonderwijs binnen de RUG zijn opnieuw toegenomen met € 0,8 mln. Daarnaast heeft de RUG al jaren een samenwerkingsverband met Freia/AOG, waar ook een deel van het contractonderwijs is ondergebracht. Dit samenwerkingsverband is bestuurlijk en beheersmatig geformaliseerd via de stichting AOG. De financieringsgroep overige is in 2012 licht toegenomen met € 1 mln. Het totaal bedraagt nu € 22,8 mln. Dit betreffen inkomsten van de verschillende topinstituten zoals Food & Nutrition, TI Pharma, BMM en CTMM bij UMCG-O&O.
150
50
0 2010
2011
2012
35
J a a r v e r s l ag 2012
In komst en 2012 ui t p roj ec t en con t r ac ton der zoek en - on derwi js ( b edr agen x € 1 m l n ) Bedrijven
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap Wijsbegeerte Rechtsgeleerdheid Letteren Economie en Bedrijfskunde Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Universitair Onderwijscentrum Ruimtelijke Wetenschappen UMCG - Sector O&O Wiskunde & Natuurwetenschappen Kernfysisch Versneller Instituut Centrale begrotingseenheden Overige begrotingseenheden Bestuurs en Beheersactiviteiten Fondsen en reserveringen
Stichtingen
Overheid
E.U.
Tweede Contract geldstroom onderwijs
0,3 0,7 0,5
0,3 1,4 0,8
0,1 0,8 1,5 0,8
0,3 1,1 0,2 3,1 1,5
1,2
2,4
0,5
2,6
8,8
0,2 12,8
0,9 28,0
0,1 10,1
3,6
2,0
10,6 0,1
11,0
4,3
0,8
48,8
25,7
0,1 0,3
12,8
17,7
11,3
Totaal
1,1
0,2 1,6
0,3 1,2 2,0 6,9 6,6
2,7
0,7
10,1
2,9
0,4 15,3
1,6 89,2
3,0 0,3
49,0 1,3
1,1 0,2
6,2 0,2
22,8
174,6
0,3
18,8 0,9
39,8
Overige
7,0
37
J a a r v e r s l ag 2012
4. Internationalisering
In het Strategisch plan (2010-2015) en in de Prestatieafspraken (2012) staan de hoge ambities van de RUG op het terrein van de internationalisering helder verwoord met concrete parameters: 5000 buitenlandse studenten in 2015, 20% internationale wetenschappelijke staf en 50% van de RUG-studenten doet een deel van de opleiding in het buitenland. De internationale samenwerking moet versterkt worden met een selectief aantal strategische partners. In 2012 werd hard gewerkt om deze ambities te realiseren, waarbij er veel concrete resultaten zijn te melden.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij
Ook het CvB besteedde veel aandacht aan internationalisering. De rector maakte in het voorjaar een ronde langs alle Faculteitsbesturen om specifiek de stand van zaken op het gebied van internationalisering te bespreken en vervolgacties af te spreken. Het resultaat hiervan was de tussentijdse evaluatie ‘RUG International Policy: State of Affairs’ (juli 2012) en een aantal nieuwe projecten.
4.1 Onderwijs
19 2. Onderwijs
Nieuwe projecten 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen
In september 2012 heeft het CvB besloten per 1 januari 2013 aan alle nieuwe internationale studenten in bachelor- of masterprogramma’s een gratis basiscursus Nederlands aan te bieden. Doel is de integratie te verbeteren en de mogelijkheden voor internationale studenten om stage of werk te doen in Nederland tijdens en na de studie te vergroten. Ook is het bestaande RUG-programma Marco Polo, met beurzen voor uitgaande studentenmobiliteit in aanvulling op het Erasmus/LLP-programma, uitgebreid met een budget voor stafmobiliteit (wetenschappelijk en ondersteunend personeel) voor de strategische doelen van internationalisering.
77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
In 2012 ging tevens het project Admissions van start, om het proces van toelating te stroomlijnen en de expertise te bundelen, opdat
de dienstverlening voor de internationale studenten versneld en verbeterd wordt. Hieraan gerelateerd werd een project Internationale marketing voorbereid, om de strategie en organisatie van de internationale marketing te versterken. Ook werden de projecten Summer Courses en International Classroom voorbereid, die begin 2013 van start zijn gegaan.
Engelstalig onderwijsaanbod In 2012 werd het Engelstalige onderwijsaanbod opnieuw uitgebreid: Op bachelorsniveau: BA English Language and Culture bij Letteren, bij FWN werden 10 Engelstalige bachelors voorbereid: Applied Mathematics, Applied Physics, Artificial Intelligence, Astronomy, Chemistry, Chemical Engineering, Computing Science, Industrial Engineering and Management, Mathematics, en Physics. De Engelstalige bacheloropleidingen bij FWN gaan per september 2013 van start. Op mastersniveau: bij Godgeleerdheid MA Christianity and Western Culture, MA Concealed Knowledge, MA Origins of Abrahamic Religions, MA Religion, Conflict and Globalization. Bij Letteren: MA European Integration, MA Global Governance, MA International Political Economy, MA International Security, MA Writing, Editing and Mediating. Bij Sociale Wetenschappen: MSc Educational Sciences, Visual Impairment: assessment and support. Bij Rechten: European Law: specialization Energy and Climate Law. Bij Economie en Bedrijfskunde: MSc Finance, MSc International Financial Management, MSc Marketing, MSc Supply Chain Management. En in voorbereiding voor een start in 2013: Information Science, Multilingualism, Theoretical and Descriptive Linguistics, Religion and the Public Domain. Tevens ging een aantal nieuwe ‘double degree’-opleidingen van start: Advanced International Business Management and Marketing, China and the World Economy, International and Development Economics, Sports Sciences, Development Planning and Infrastructure
38
J a a r v e r s l ag 2012
Management, Water and Coastal Management. De RUG beschikt over zowel het ECTS-label als het Diploma Supplement. In de internationale marketing wordt steeds meer online, met studiekeuzenetwerken, sociale media, ‘ranking sites’ en ‘representatives’ gewerkt.
Erasmus Mundus
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
In juli 2012 werden 10 nieuwe Erasmus Mundus actie 2-projecten gehonoreerd, waarin de RUG als partner deelneemt. Daarnaast werd de aanvraag van de RUG als coördinator voor mobiliteit met Zuid-Afrika goedgekeurd. De RUG coördineert daarmee momenteel twee projecten: Europlata (Argentinië) en EU-Saturn (Zuid-Afrika). De EM-projecten waarin de RUG deelneemt bestrijken de hele wereld: Azië (incl. China en Indonesië), Rusland, de Kaukasuslanden, de EU-grenslanden Oekraïne en Wit-Rusland, Afrika, en Latijns-Amerika. De projecten met Rusland en de EU-grenslanden (Oekraïne, WitRusland, de Kaukasus en Noord-Afrika) faciliteren ook uitgaande mobiliteit. Tot eind 2012 ontving de RUG in totaal 170 studenten, onderzoekers en stafleden met een EM actie 2-beurs. Met het grote aantal nieuwe projecten wordt de komende twee jaar een vergelijkbare instroom verwacht.
4.2 Mobiliteit
11 1. Maatschappij
Instroom 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Het totaal aantal internationale studenten aan de RUG in oktober 2012 was 4.013 (2.913 degree-studenten, 1.100 uitwisselingsstudenten: 699 eerste semester, 401 tweede semester), exclusief PhD-studenten. Hiermee is 15% van de totale studentenpopulatie internationaal. In oktober 2012 stroomden 1150 nieuwe internationale studenten in: een groei van 23 ten opzichte van 2011. De internationale instroom in de masteropleidingen blijft vrijwel stabiel, de internationale instroom in de bacheloropleidingen stijgt. Het aantal inkomende studenten uit de EU is 75%, met een sterke instroom uit Duitsland (53%). Van de nieuwe internationale instroom is 45% Duits. Na Duitsland zijn de landen van herkomst die in de top staan: China, Indonesië, Bulgarije, Roemenië, Groot-Brittannië, Griekenland en Saoedi-Arabië.
Uitstroom De uitgaande studentenmobiliteit (studie, stage en onderzoek) is in 2012 opnieuw gegroeid: 1002 ten opzichte van 879 in 2011. De RUG kreeg in 2012 opnieuw het op één na hoogste budget voor LLPErasmusmobiliteit van alle HO-instellingen in Nederland. Voor het eerst maakten 5 studenten gebruik van de mogelijkheid van een beurs voor uitgaande mobiliteit via het Erasmus Mundusprogramma: naar Oekraïne, Wit-Rusland, Servië (2x) en Macedonië. Via het Erasmus/LLP-programma gingen 551 studenten met een beurs voor studie naar het buitenland en 18 voor stage. Via het eigen RUGbeurzenprogramma Marco Polo gingen 433 studenten naar het buitenland: 150 voor stage, 42 voor onderzoek en 241 voor studie. De geregistreerde docentenmobiliteit via Erasmus/LLP en het RUG/IC-fonds is 56.
Beoordeling internationale studenten De RUG scoort op veel punten al een aantal jaren goed in de International Student Barometer (ISB): onderwijs, docenten, international offices, introductie & welkom, veiligheid, en aanbeveling bij medestudenten. In de laatste enquête van 2012 scoorde de RUG zelfs een eerste positie als ‘meest aanbevelingswaardige universiteit’ van Nederland. Op onderdelen als studieruimte, (online) bibliotheek, ‘virtual learning’, ‘finance office’, verenigingen, studieadvies, onderwijsorganisatie en sportfaciliteiten scoort de RUG het hoogst van alle deelnemende HO-instellingen in Nederland. Een verbeterpunt is met name de huisvesting van buitenlandse studenten. De komende jaren maakt de RUG hier samen met andere instanties in Groningen werk van.
Beurzenprogramma’s De belangrijkste beurzenprogramma’s in 2012 voor inkomende internationale studenten waren: Huygens/HSP (12), Netherlands Fellowship Programma/ NFP (15) waarvan 5 PhD beurzen, STUNED voor Indonesië (26), US loans-programma (16), het Ubbo Emmius beurzenprogramma van de RUG (1), beurzen via het Science Without Borders Programma van de Braziliaanse overheid, en een toenemend en aanzienlijk aantal beurzen via het Erasmus Mundus programma (170). Daarnaast stellen de meeste faculteiten eigen deelbeurzen beschikbaar voor talentvolle studenten (‘Talent Grants Programme’).
39
J a a r v e r s l ag 2012
4.3 Strategische samenwerking Europa In het U4-netwerk met Göttingen, Gent en Uppsala worden steeds meer gezamenlijke activiteiten ontwikkeld, onder meer summer en winter courses, een cursus international classroom, een strategisch leiderschapsprogramma voor U4-bestuurders, gezamenlijke PhD-trajecten en samenwerking tussen graduate schools.
Azië
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
In Japan werden nieuwe samenwerkingsovereenkomsten gesloten met de universiteiten van Tohoku en Tokyo. In Osaka startte het Dutch Studies Project met een module ‘Gateway to Europe’. Er waren wetenschappelijke symposia op het terrein van material sciences, laser technology en nuclear physics. Het International Training Project (ITP) gefinancierd met JSPS-middelen is beëindigd, evenals het succesvolle ICI/ECP-project Interfaces van de EU. Vervolgprojecten worden gepland. In Korea werden nieuwe overeenkomsten voor studentenmobiliteit gesloten met Korea University, Seoul National University, Yonsei University en Hankuk University. In China is de samenwerking versterkt en uitgebreid, onder meer via het Dutch Studies Centre met Fudan en het European Studies Centre met Tsinghua University. Het Groningen Confucius Instituut, gestart in 2011, organiseerde in haar tweede jaar Chinese taalcursussen op verschillende niveaus voor studenten en staf. Het verzorgde eveneens trainingen voor Nederlandse bedrijven die zaken doen met China. In Mongolië heeft de RUG een overeenkomst getekend met het Ministerie van Onderwijs om PhD-studenten uit Mongolië op te leiden met een beurs van het ministerie in Mongolië. In India neemt de RUG, sinds eind 2012, deel aan het project Svagata. EU, een Erasmus Mundus Actie 2-project (coördinatie door de Universiteit Gent). Doelstelling van het project is Indiase studenten kennis te laten maken met Europa. Dankzij dit project ontstaat nieuwe mobiliteit met instellingen uit India. Het gaat om bachelor- en masterstudenten, PhD-kandidaten, postdocs en stafbezoeken. In 2012 heeft de RUG de eerste stappen gezet om toe te treden tot het India Platform, een door de Universiteit Gent geïnitieerd en gecoördineerd netwerk van Europese en Indiase partners.
Latijns-Amerika In Latijns-Amerika werd de institutionele samenwerking met geselecteerde partneruniversiteiten in Brazilië, Mexico, Argentinië, Chili en Colombia uitgebreid. In november 2012 nam de RUG met de rector en een aantal wetenschappers deel aan de missie van het Koninklijk Huis en de ministeries van OCW en EVD naar Brazilië. Ook door deelname in Erasmus Mundusprogramma’s, aanwezigheid op onderwijsbeurzen en actieve deelname in de verschillende beurzenprogramma’s heeft de RUG haar naamsbekendheid en reputatie in deze landen versterkt. Ook weet de RUG een toenemend aantal talentvolle studenten en onderzoekers uit Latijns-Amerika te trekken.
Noord-Amerika Met de University of British Columbia in Vancouver (Canada) werden de eerste joint doctorate-projecten opgezet, vooral op het gebied van de medische wetenschappen en de natuurwetenschappen. Met Maryland (Verenigde Staten) werd een algemene Memorandum of Understanding (MoU) getekend.
Arabische landen Samen met de Energy Academy Europe sloot de RUG in 2012 opnieuw een belangrijke overeenkomst voor onderwijs en onderzoek in Saoedi-Arabië, dit keer met het King Abdullah Petroleum Studies and Research Centre (KAPSARC) in Riyad. Tevens sloot de RUG een vervolg-servicecontract af met de King Khalid University in SaoediArabië op het gebied van computer science. De introductie van het Groningse medisch curriculum aan de King Faisal University (KFU) verliep voorspoedig. Vele stafleden werden in 2012 opgeleid bij het UMCG in het geven van Problem Based Learning-onderwijs. Het nieuwe curriculum ging in september 2012 van start bij KFU en trekt veel belangstelling. Als initiatiefnemer en voorzitter van het Holland Arab Education Consortium (Groningen, Leiden, Maastricht, Twente en Wageningen) was de RUG opnieuw prominent aanwezig op onderwijsbeurzen in Saoedi-Arabië en Oman. Het aantal Saoedische studenten blijft onverminderd hoog. Met een jaarlijkse instroom van ongeveer 30 studenten telt de RUG ruim honderd studenten die Medicijnen en Tandheelkunde studeren met een beurs van het King Abdullah Scholarship Programma (KASP). Daarmee is KASP tevens het grootste externe beursprogramma aan de RUG.
40
J a a r v e r s l ag 2012
Asia Europe Meeting (ASEM) Op 25 en 26 september 2012 organiseerde de RUG, in nauwe samenwerking met de Asia-Europe Foundation (ASEF) en het ASEAN University Network (AUN), de derde ASEM Rectors’ Conference (ARC3), met als thema ‘Universities, Businesses and You: For a Sustainable Future’. De ARC3-conferentie vindt sinds 2008 tweejaarlijks plaats en is bedoeld als een platform voor discussies over onderwijs tussen universiteitsbestuurders uit ASEM-landen. Meer dan honderd rectoren en voorzitters van ruim 76 universiteiten uit Azië en Europa kwamen in Groningen bijeen om best practices te bespreken en aanbevelingen te doen voor intensivering van de Europees-Aziatische samenwerking. Hun aanbevelingen worden in mei 2013 in Maleisië voorgelegd aan de ministers van onderwijs uit Europa en Azië, tijdens de vierde ASEM Education Ministers’ Meeting.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs
Voorafgaand aan de ARC3 vond het eerste Asia-Europe Students’ Forum (AESF) plaats, getiteld ‘Are you Fit for the Future’. Studenten leveren een belangrijke bijdrage aan het ASEM-onderwijsproces. Tijdens het studentenforum discussieerden ze over de aansluiting tussen universitaire curricula en de arbeidsmarkt, alsmede over de noodzaak meer te investeren in vaardigheden zoals ondernemerschap. Belangrijk agendapunt was de jeugdwerkloosheid. Een conclusie van de conferentie was dat studenten na hun studie overal ter wereld aan de slag moeten kunnen.
4.4 Ontwikkelingssamenwerking
28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
De RUG nam in 2012 opnieuw deel aan een aantal projecten (NPT en NICHE) die het Ministerie van Buitenlandse Zaken financiert in ontwikkelingslanden. De RUG was in 2012 penvoerder van 5 NPTprojecten; in Mozambique, Uganda, Zuid-Afrika en Vietnam. Daarnaast was zij penvoerder van vier NICHE-projecten in Tanzania, Zambia en Mozambique. Verder is de RUG consortiumpartner in vijf projecten in Mozambique, Tanzania en Indonesië. De thema’s zijn e-learning, good governance, farmacie, ict, gezondheid en overheidsdecentralisatie. De NPT-projecten werden in 2012 vanwege de afloop van dit programma afgesloten.
In t er n at ion a l e p osi t ie RUG Jaar
ARWU
NTU
QS
THE
2009
112
103
138
-
2010
109
96
120
170
2011
103
90
115
137
2012
103
75
109
89
ARWU: Academic Ranking of World Universities (Shanghai) NTU: National Taiwan Ranking (voorheen HEEACT) QS: QS World University Rankings THE: Times Higher Education
Over ige r a n k ings 2012 New York Times Global Employability Survey Webometrics GreenMetric World University Ranking The Scientist Best Places to Work in Academia
81 77 53 24
42
J a a r v e r s l ag 2012
5. Bedrijfsvoering
5.1 Personeelsbeleid
Strategische HR-agenda
Personeelsbestand Aan het eind van 2012 bedroeg de personeelsbezetting van de RUG 3.634 fte. Dat cijfer is exclusief het aantal studentassistenten (163 fte) en de personeelsbezetting UMCG-O&O (1.469 fte eind 2012). Ten opzichte van eind 2011 is de bezetting van de RUG eind 2012 met 22 fte afgenomen. Dit is een lichte daling na verschillende jaren van een toename van het personeelsbestand. Ruim een derde (39%) van de fte’s betreft een dienstverband van tijdelijke aard; dit relatieve aandeel is licht gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. 2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
De salarislasten in 2012 bedroegen € 327,8 mln (inclusief UMCGO&O). Verder is weer gebruik gemaakt van arbeid door derden (waaronder ingeleende arbeidskrachten) voor € 2,7 mln. Vanuit de Sociale Werkvoorziening waren er medewerkers voor een bedrag van ruim € 0,5 mln bij de RUG gedetacheerd.
De RUG wil actief en doelgericht kunnen werken aan de ambities van het strategisch plan ‘Passion and Performance’. Daarom zijn de doelstellingen vertaald naar speerpunten voor het strategische HR-beleid. Dit heeft in 2010 geleid tot het document Strategische HR-agenda ‘Passion, People & Performance’ met een agenda voor de komende vijf jaren. Aan het begin van 2012 zijn de resultaten van de jaarlijkse strategische personeelsenquête (JSPE) bekendgemaakt. In 2011 is de nulmeting gehouden. De JSPE is een middel om de betrokkenheid van de medewerkers voor de strategische doelstellingen te peilen. Zijn de medewerkers bereid om een extra stap te zetten en voelen ze zich gewaardeerd? De resultaten van de JSPE worden gebruikt als feedback voor de besturen en voor terugkoppeling tijdens werkoverleggen. In 2012 zijn de plannen voor de thema’s van de Strategische HR-agenda uitgewerkt en uitgevoerd. Hieronder worden een aantal genoemd:
11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs
A a r d dienst ver ba n d ob p/ wp in f t e ’ s ein d 2011 en 2012, e xcl . UMCG- O&O
28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
2011
2012
obp wp
1413 815 2227
1391 802 2193
obp wp
subtotaal tijdelijk
208 1220 1429
184 1257 1441
totaal
3656
3634
vast subtotaal vast tijdelijk
>> Leiderschapsontwikkeling. Het programma leiderschaps ontwikkeling heeft als doel alle leidinggevenden en bestuurders te inspireren en toe te rusten voor hun leidinggevende rol. In 2012 zijn programma’s voor academisch leidinggevenden en voor obp-leidinggevenden uitgevoerd. Verdere plannen zijn ontwikkeld voor bestuurders. Het initiatief voor een leiderschapsprogramma voor bestuurders binnen het Europese netwerk U4 (Groningen, Göttingen, Gent en Uppsala) is in uitvoering genomen. Daarnaast worden in overleg met faculteitsbesturen specifiek maatwerkprogramma’s ontwikkeld. >> Performance management. Performance management verwijst naar een reeks van activiteiten om de prestaties van een medewerker, een groep of afdeling te ontwikkelen met als uiteindelijk doel de effectiviteit van de RUG als organisatie te verbeteren. Een van de activiteiten hiervoor is het voeren van
J a a r v e r s l ag 2012
43
jaarlijkse gesprekken om de cyclus van doelen stellen, uitvoeren, evalueren en opnieuw doelen stellen te bespreken. De uitvoering van een notitie voor een nieuwe geïntegreerde opzet van Resultaat & Ontwikkelingsgesprekken is ter hand genomen. In 2012 is de regeling R&O-gesprekken en het implementatieplan vastgesteld door het College van Bestuur. Vervolgens hebben alle eenheden lokale uitwerkingen van het implementatieplan gemaakt. De doelstelling is dat per 1 juli 2014 90% van het personeelsbestand (voor zover 1,5 jaar in dienst) minstens 1 R&O-gesprek heeft gehad.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
>> Talentontwikkeling WP. De talentontwikkeling van het wetenschappelijk personeel, in het bijzonder het stimuleren van het WP bij het verwerven van beurzen voor onderzoek, is in handen van de Dean Talent Development en zijn team. De initiatieven bij dit programma zijn gericht op het scouten van talent, het financieren van eigen onderzoek en het stimuleren van een cultuur waarbij onderzoekers initiatief nemen en elkaar support bieden. De Dean heeft het afgelopen jaar een compleet programma voor training, mentoring en support in samenhang ontwikkeld en alle reeds bestaande initiatieven binnen de RUG gebundeld. Samenwerking met alle faculteiten in de doorlopende leerlijn voor talentontwikkeling staat hierbij voorop.
>> Talentontwikkeling OBP: Talent Travel. Hieronder wordt verstaan het duurzaam inzetbaar zijn en blijven van medewerkers. Uitgangspunt van het project is dat medewerkers zelf verantwoordelijk zijn voor hun loopbaanontwikkeling. Het gewenste effect van de ontwikkelde plannen is meer bewustwording van het belang en de eigen verantwoordelijkheid. Het verwachte resultaat is dat medewerkers breder en duurzaam inzetbaar zijn, zowel voor de interne als de externe arbeidsmarkt. In 2012 zijn diverse evenementen voor leidinggevenden (de ‘Ja-maar show’) en voor de doelgroep (‘Talent Event’) georganiseerd. Verder zijn er digitale loopbaanscans mogelijk en kunnen medewerkers aanvullend een loopbaangesprek voeren. Andere projecten zijn in 2012 uitgewerkt, namelijk een projectenbank en een project om medewerkers tijdelijk andere werkervaring op te laten doen (Talent on tour). >> Diversiteit: meer vrouwen in hogere functies. De RUG gaat door met stimulerend beleid en is gericht op een beter bewustzijn van diversiteit. In 2012 is wederom een wervingscampagne opgezet voor 20 nieuwe Rosalind Franklin Fellowships. Dit is een speciaal loopbaantraject, gericht op de werving van talentvolle vrouwelijke wetenschappers.
11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs
vrouwen in hoger e ac a dem isch e f unc t ie s
28 3. Research en valorisatie
Streefcijfers 2014 – 2015
37 4. Internationalisering
realisatie 2012 excl. UMCG
realisatie 2012 incl. UMCG1
42 5. Bedrijfsvoering
Functie
54 6. Financiën
Hoogleraar
25%
245
57
19%
385
94
20%
UHD
35%
163
52
24%
211
71
25%
61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
1
man
vrouw
man
inclusief de hoogleraren UMCG t.l.v. Zorg : 28 m, 10 v en inclusief hoogleraren UMCG t.l.v. O&O-gelden: 112 m en 27 v.
vrouw
44
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht
J a a r v e r s l ag 2012
>> Organisatieverandering. – In 2012 is het CvB een discussie gestart met de faculteits besturen en met leden van de medezeggenschapsraden om de procedures en processen rondom organisatieverandering te verbeteren. Het is de bedoeling in 2013, 2014 en een gedeelte van 2015 te experimenteren met procedures uit de Reorganisatiecode en daarna te evalueren. – In 2012 is een aanvang gemaakt met de organisatieverandering/ reorganisatie rondom de financieel-economische functie. Het gaat om een professionaliseringstraject, waarbij de administratieve processen na standaardisatie worden geconcentreerd in een Financieel Shared Service Centrum. De scope van de huidige controlfunctie wordt verbreed van financial control naar management control. Alle financiële medewerkers zijn betrokken bij de ontwikkeling van het project. – E ind 2012 is tevens een aankondiging gedaan van een reorganisatie bij de Faculteit der Letteren, gericht op het afbouwen van een aantal kleine talenopleidingen en het reduceren van een teveel aan formatie ten opzichte van de onderwijsverplichtingen.
aan een activiteit van BALANS. In 2012 is het programma geëvalueerd en is onderzocht welke groepen medewerkers door BALANS worden bereikt en welke medewerkers niet. Dit moet in de toekomst leiden tot een gerichter programma-aanbod.
Verzuim Het ziekteverzuimpercentage bleef in 2012 nagenoeg gelijk aan dat in 2011.
6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0
6 Voorwoord
5.2 Gezondheidsbeleid
11 1. Maatschappij
0 2008
2009
2010
Preventieve gezondheidszorg 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
In het afgelopen jaar zijn weer diverse bewegings- en ontspanningscursussen en proeverijen georganiseerd, die goed gewaardeerd werden door de deelnemers. Er deden 329 medewerkers mee. Ontspanningsmassage, mindfulness en yoga waren met respectievelijk 97, 49 en 48 deelnemers de populairste activiteiten. Nieuw was dit jaar de cursus hartcoherentie, waarbij deelnemers zich leren ontspannen aan de hand van een biofeedbackmethode. In november 2012 trok de Brainmaintenance-week 215 belangstellenden. Vooral de workshops snellezen, geheugentraining en stembevrijding waren een groot succes. In 2012 zijn 204 individuele health checks uitgevoerd. Het BALANS-programma bestond verder uit medewerking aan de Week van de Gezonde Voeding samen met het Facilitair Bedrijf van de RUG, het stimuleren van Fietsen naar het Werk en een bijdrage aan de SPR-Sportdag. In totaal hebben zo’n 750 medewerkers deelgenomen
RUG Totaal verzuimpercentage
WP Verzuimpercentage
OBP Verzuimpercentage
2011
2012
45
J a a r v e r s l ag 2012
Ver zuimci j f ers RUG va n a f 20 07 2007
2008
2009
2010
2011
2012
RUG totaal
Verzuimpercentage
3,4
3,5
3,4
3,0
3,0
3,0
RUG totaal
Meldingsfrequentie
0,97
1,00
1,02
0,93
0,92
0,84
WP
Verzuimpercentage
1,9
2,2
2,0
1,9
1,9
1,8
WP
Meldingsfrequentie
0,59
0,62
0,69
0,60
0,61
0,56
OBP
Verzuimpercentage
5,2
5,1
5,2
4,6
4,5
4,6
OBP
Meldingsfrequentie
1,55
1,61
1,59
1,53
1,47
1,39
2 Inhoud
Veiligheid 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Steeds meer komt de focus te liggen op integrale veiligheid. Naast fysieke veiligheid (safety) is er veel aandacht voor beveiliging (security). Het CBRN1-project, een subsidie voor drie jaar van het Ministerie van OC&W, heeft de mogelijkheid geboden tot veel extra security-maatregelen. In 2012 is een aanzet gegeven om een e-learningtraject op te zetten voor het veilig werken in laboratoria en een grotere bewustwording te bewerkstelligen ten aanzien van CBRN-stoffen. Ook wordt de kwetsbaarheid van de geautomatiseerde informatiesystemen onderkend en is een plan ontwikkeld om deze systemen beter te beveiligen. De uitvoering vindt in 2013 plaats. Dit is het laatste jaar waarin de CBRN-gelden kunnen worden aangewend. Integrale veiligheid krijgt een steeds vastere vorm binnen vastgoedbeheer. Het doel is per object inzichtelijk te maken wat de gebouwgebonden risico’s zijn en welke wet- en regelgeving van toepassing is. Het RUG-crisisteam is in 2012 één keer bij elkaar geweest in verband met een legionella-calamiteit in de gebouwen van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde (CTM) aan de A. Deusinglaan. 1
Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire agentia.
Naar aanleiding hiervan is een legionellaprotocol opgesteld voor de hele universiteit. Ook is gestart met het opstellen van een calamiteitenprotocol voor de RUG-gebouwen aan de A. Deusinglaan met betrekking tot legionella en de inrichting van een specifiek crisisteam-RUG/UMCG. Het College van Bestuur van de RUG en de Raad van Bestuur van het UMCG zullen dit protocol in 2013 vaststellen. In november 2012 heeft het RUG-crisisteam een table-top crisisoefening gedaan. Ondanks de aandacht voor veiligheid vinden er ongevallen plaats. De AMD heeft 105 incidentmeldingen ontvangen, waarbij er in 71 gevallen sprake was van letsel. In enkele gevallen vond verwijzing naar medische zorg plaats, maar in geen van de gevallen was opname in het ziekenhuis noodzakelijk. Enkele incidenten hebben wel blijvend letsel als gevolg. Naast bovengenoemde incidenten werd bij de centrale meldkamer 25 keer gemeld dat iemand onwel was geworden.
Stralingsveiligheid De stralingsbeschermingseenheid (SBE) is in 2012 elf keer bijeengekomen. Veel tijd werd besteed aan de ontwikkeling van een digitaal kernenergiewetdossier dat zowel centraal als decentraal kan worden gebruikt. Eind 2012 was het dossier klaar voor implementatie
46
J a a r v e r s l ag 2012
in de organisatie. Daarnaast werd de complexvergunning aangepast in verband met de (tijdelijke) komst van een kleine versneller op het Kernfysisch Versneller Instituut. Op verzoek van het College van Bestuur werd in 2012 gestart met een aanscherping van het intern toezicht: naast reguliere audits werden ook onaangekondigde inspecties uitgevoerd.
2 Inhoud
De organisatie van erkende opleidingen tot stralingsdeskundige behoort tot de taken van de SBE. In 2012 werd besloten in samenwerking met het Wenckebach Instituut van het UMCG twee cursussen voor een medische doelgroep te organiseren. In het begin van het jaar verscheen in samenwerking met partners uit Nederland en Duitsland een rapport over de vergelijking van Duitse en Nederlandse opleidingen tot stralingsdeskundige, met het oog op wederzijdse erkenning van deze opleidingen. Een vervolgproject dat uit het EU-Leonardo da Vinci programma Transfer of Innovation gefinancierd moet worden, werd voorbereid. Hierin participeren in elk geval Duitsland, Nederland en België.
4 Bericht van de Raad van Toezicht
Laserveiligheid
6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
De stuurgroep Laserveiligheid is het afgelopen jaar vier keer bijeen geweest. In 2012 is de implementatie van de laserveiligheidsorganisatie binnen de RUG afgerond. Het ‘Handboek laserveiligheid RUG’ is als leidend document voor het werken met lasers door het College van Bestuur vastgesteld en in gebruik genomen. Voorrang is gegeven aan het operationaliseren van het onderwijsprogramma voor laserwerkers en lokaal toezichthouders en aan de werkzaamheden om een onvoorzien groot aantal (52) nieuw geïnventariseerde lasertoepassingen van een risico-inventarisatie te voorzien. Projecten met betrekking tot CE-markering zijn doorgeschoven naar 2013.
42 5. Bedrijfsvoering
Biologische veiligheid 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
De biologische veiligheidsfunctionarissen zijn in 2012 vier keer bijeengekomen. In 2012 zijn in totaal 8 nieuwe verantwoordelijke medewerkers aangesteld. In het verslagjaar hebben zich geen incidenten voorgedaan.
5.3 Duurzaamheid en milieu De RUG heeft zich ten doel gesteld duurzaamheid in alle op de universiteit van toepassing zijnde facetten te bevorderen. Dit betreft zowel onderzoek en onderwijs, als huisvesting, beheer en bedrijfsvoering. Het beleid richt zich onder meer op: >> een veilige en gezonde omgeving voor alle RUG-medewerkers, studenten en derden die in de gebouwen of op de terreinen van de RUG aanwezig zijn; >> preventie van milieubelasting van haar activiteiten; >> meten en registreren van relevante milieubelastende activiteiten; >> verbeteren van de energie-efficiëntie met 2% per jaar in de periode 2008 tot 2020; >> waarborgen van en communiceren over de veiligheid van aangrenzende terreinen toebehorend aan anderen; >> door middel van een jaarverslag en het actueel houden van de duurzaamheidwebsite, verantwoording afleggen over het door de RUG gevoerde milieubeleid; >> beperken van negatieve milieueffecten die het gevolg zijn van calamiteiten; >> actief betrekken van medewerkers, studenten en medezeggenschapsorganen bij de uitvoering van het milieubeleid. De RUG heeft zich verplicht aan diverse afspraken en overeenkomsten, zoals het COPERNICUS-handvest en de Meerjarenafspraak Energieefficiëntie. Het in 1993 door de RUG ondertekende COPERNICUShandvest heeft richtlijnen voor universiteiten om duurzame ontwikkeling in alle onderdelen van de instelling te integreren. Met de ondertekening van de MJA III heeft de RUG zich gecommitteerd aan een resultaatverplichting van 2% energie-efficiëntie per jaar gedurende de gehele looptijd (2005–2020), waarbij 2005 het referentiejaar is. Praktisch betekent dit dat in totaal een efficiëntieverbetering van 30% in 2020 moet worden gehaald ten opzichte van 2005. Hierbij wordt gekeken naar het gebruik van energie binnen de totale levensketen van een product: niet alleen het producerende bedrijf, maar ook klanten, toeleveranciers, distributeurs en andere bedrijven.
47
J a a r v e r s l ag 2012
Energie
Materiaalkeuze
Het energiebeleid past binnen het algemene milieubeleid van de RUG. Hierin wordt energiegebruik aangemerkt als een belangrijke milieubelastende activiteit (CO2-emissies). De doelstellingen vanuit deze visie en ambitie zijn als volgt: >> een cumulatieve kostenreductie van 10 miljoen euro (huidig prijsniveau) door energiebesparing, gedurende de looptijd van dit beleidsplan; >> uitvoering van de Meerjarenafspraak energie-efficiency; >> een energieprestatie die 10-15% beter is dan het wettelijke minimum in de nieuwbouw; >> het gebruik van 10% duurzame energie in 2020.
Verder wordt bij nieuwbouw de energiebelasting en de duurzaam– heid van de voorgestelde materialen vooraf getest door externe bureaus. De keuze voor energiezuinige en duurzame materialen wordt gestimuleerd. Het is echter van belang dat de investeringen in duurzaamheid rendabel zijn, omdat de overheidsgelden die de RUG onvangt in de eerste plaats zijn bedoeld voor onderwijs en onderzoek.
WKO
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs
De duurzaamheid in nieuwbouw van de RUG wordt met behulp van verschillende methoden gerealiseerd, zoals Warmte-Koude Opslag (WKO) en betonkernactivering. WKO in de bodem is een alternatief voor een conventionele koelinstallatie. Koude, in de winter in de vorm van koude buitenlucht of koud oppervlaktewater ruimschoots voorhanden, wordt opgeslagen in de bodem. De opgeslagen koude wordt in de zomer benut voor koeling van apparatuur en ruimten. In de zomer wordt de warmte die vrijkomt bij de opwekking van koude, in de bodem opgeslagen, om deze in de winter te kunnen aanwenden. Ook restwarmte, van bijvoorbeeld de warmtepomp of warmtekrachtinstallatie, kan opgeslagen worden en later worden hergebruikt. WKO wordt onder meer gebruikt op het Zernikecomplex en bij de Universiteitsbibliotheek.
28 3. Research en valorisatie
Betonkernactivering 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Betonkernactivering is een verwarmings- en koelingssysteem dat gebruik maakt van de gebouwmassa, meestal toegepast in de utiliteitsbouw. In de kern van de betonvloer worden watervoerende leidingen aangebracht. Water dat door gebruik wordt opgewarmd, wordt teruggebracht tot een temperatuur van 40 graden Celsius en vervolgens in de watervoerende leidingen van de vloeren geperst. Op deze wijze kan een eenvoudige en goedkope verwarming worden gerealiseerd. Omgekeerd kan koude lucht worden teruggevoerd. Dit principe wordt onder meer gebruikt in het nieuwe onderwijsgebouw van de medische faculteit.
Afval De RUG is de enige Nederlandse universiteit die iedere kilo geproduceerd afval weegt en de afvalstromen tot op gebouwdelen nauwkeurig in kaart brengt. Dit is een waardevol instrument om te komen tot een besparing. Daarbij scheidt de universiteit het afval in 28 deelstromen en een deel van het restafval wordt ingezameld met een elektrische afvalauto. Dat was een reden waarom de RUG als beste Nederlandse universiteit werd aangewezen in de GreenMetric World University Ranking. Vermeldenswaard zijn ook de ‘compactors’ op het Zerniketerrein. Deze op zonne-energie werkende afvalperscontainers voorzien voor honderd procent in hun eigen energiebehoefte. Ze persen het afval samen en kunnen zo tot vijf keer meer afval bevatten dan een gewone afvalbak. Door de verhoogde capaciteit behoeft de bak minder vaak geleegd te worden. Dat draagt bij aan een vermindering van de CO2-uitstoot en levert bovendien een besparing op van arbeidskosten.
Onderwijs en onderzoek Duurzaamheid heeft ook een belangrijke plaats in het onderwijs en onderzoek bij de RUG. Dat hangt samen met de maatschappelijke thema’s healthy ageing, energy en sustainable society. De RUG streeft naar verbetering van het milieuonderwijs en de ontwikkeling van nieuw onderwijs. Actiepunten in dit kader zijn onder meer: >> Een verbetering van de integratie en presentatie van bestaand en nieuw te ontwikkelen onderwijs dat is gerelateerd aan duurzaamheid. >> Verbetering van de externe presentatie van duurzaamheids– gerelateerd onderzoek in samenwerking met het Energy Delta Research Centre (EDReC). >> Facilitering van onderwijsprojecten vanuit expertisecentrum Instituut Voor Energie en Milieukunde (IVEM).
48
J a a r v e r s l ag 2012
>> Algemeen duurzaamheidsonderwijs toegankelijk maken via een aanbod van algemeen vormende vakken. >> Opzetten van minors in specifieke opleidingen en van nieuwe onderwijspilots bij onder meer Economie & Bedrijfskunde en UMCG-O&O. >> Continuering van nationale en internationale netwerken en bijdragen aan publicaties. >> Doorlopende aandacht voor duurzame bedrijfsvoering en duurzaam bouwen. >> Doorlopende aandacht voor veiligheid en arbo. >> Het waarborgen van het project duurzame ontwikkeling op lange termijn.
GreenMind Award In 2012 is op initiatief van de stuurgroep Duurzaamheid de prijsvraag GreenMind Award georganiseerd voor het duurzaamste idee van de universiteit. Belangrijkste eis was dat de maximale investering van € 100.000 in zeven jaar terugverdiend werd. In totaal kwamen 62 inzendingen binnen. Gezien de kwaliteit van de inzendingen werd besloten het prijzengeld uit te breiden van € 100.000 voor uitvoering van het winnende idee, naar € 100.000 voor de tweede en € 4000 voor de derde prijs. Het winnende idee ‘Bernoulliborg – the Sustainable Building’ is ingediend door twee aio’s, en beoogt een vergaande reductie van energieverbruik, afvalproductie en waterconsumptie bij de Bernoulliborg, door zowel technische als gedraggerelateerde maatregelen.
Overige initiatieven Symposium duurzaam congresseren Stuurgroep 2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
In 2010 heeft het College van Bestuur de Stuurgroep Duurzaamheid ingesteld. Het doel van de Stuurgroep is het College te adviseren over duurzaamheid in de bedrijfsvoering van de RUG. De Stuurgroep is samengesteld uit medewerkers en studenten, afkomstig uit zowel onderwijs en onderzoek als uit de bedrijfsvoering van de RUG. De prioriteiten van de Stuurgroep liggen vooral op het gebied van duurzame energievoorziening en energiebesparing.
11 1. Maatschappij
Maturiteitsscan duurzaamheid 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Op 15 november 2012 werd een workshop gehouden onder leiding van medewerkers van Ernst & Young en betrokkenen van de RUG. Hierin werd een maturiteitsscan duurzaamheid voor de RUG is uitgevoerd. Aanwezig waren een vertegenwoordiger van het College van Bestuur, medewerkers van de RUG uit diverse geledingen en externe stakeholders (studenten). De scan gold als nulmeting van alle duurzaamheidsinitiatieven bij de RUG. Daarbij markeerde deze de start van het traject om duurzaamheid te verankeren in de organisatiebrede strategie en activiteiten van de RUG (exclusief het UMCG).
Op 28 november 2012 werd door de stuurgroep Duurzaamheid in samenwerking met de Ubbo Emmius Colleghie van het Groningen Congres Bureau een seminar over duurzaam congresseren georganiseerd. De centrale vraag was hoe men een congres een duurzaam karakter kan geven. Het congres werd door circa 85 mensen bezocht.
GreenMetric Ranking In 2012 is door de RUG voor de eerste keer mee gedaan aan de UI GreenMetric Ranking. Met dit rankingsysteem worden universiteiten vergeleken op ‘duurzaamheid op de campus’ en ‘milieuvriendelijk management’. De ranking wordt opgesteld door Universitas Indonesia en werd in 2012 voor de derde keer opgesteld. In 2012 deden in totaal 215 universiteiten uit 49 landen mee. De RUG eindigde op plaats 53, waarmee zij de hoogste score behaalde van de vijf deelnemende Nederlandse universiteiten.
49
J a a r v e r s l ag 2012
Milieuprestatie-indicatoren
opzichte van 2005. Zoals uit bovenstaande tabel blijkt heeft de RUG ten opzichte van 1996 (vierde kolom: verandering 2012 t.o.v. 1996) een grote stap voorwaarts gemaakt in zowel energie-efficiency, 40% minder, vermindering van het waterverbruik (-64%) en afname van de afgevoerde afvalhoeveelheden (-41% en -56%) ten opzichte van 1996. Als 2005 als referentiejaar wordt genomen, dan nog zijn als goed te bestempelen de behaalde verbeteringen in energieefficiency (-6%), afname van niet-gevaarlijk afval en gevaarlijk afval met respectievelijk -4% en -23%. De waterconsumptie daarentegen is gelijkgebleven ten opzichte van 2005. Het niet dalen van de waterconsumptie kan verklaard worden uit het spoelen van waterleidingen in het pand A. Deusinglaan 1 ten gevolge van een legionellaprobleem en uit de continue doorstroming van vers water door de buitendierverblijven in de Linnaeusborg. Voor 2013 wordt een daling van de waterconsumptie verwacht door het aanbrengen van een waterrecycling installatie in de Linnaeusborg. In de bovenstaande berekeningen is de energieconsumptie van het Biologisch Centrum al buiten beschouwing gelaten.
De milieuprestatie-indicatoren (MPI’s) geven inzicht in de ontwikkeling van milieuprestaties in de tijd, zoals jaarverbruik (energie en water) en jaarproductie (afval). Sinds 1996 brengt de RUG deze stromen jaarlijks in beeld. De organisatie wordt zo geïnformeerd over de eigen milieuprestaties en de kosten die daarmee gemoeid zijn. In onderstaande tabel zijn de MPI’s vanaf 1996 opgenomen.
2 Inhoud
In bovenstaande tabel is als uitgangspunt gekozen voor 1996, omdat dit jaar als referentiejaar dient voor de MJA I-afspraken. Als referentiejaar voor de nieuwe afspraken, zoals gemaakt in de MJA III, geldt 2005. De meerjarenafspraken energie-efficiency zijn vrijwillige, maar niet vrijblijvende afspraken tussen overheid, bedrijfsleven en instellingen om de energie-efficiency te bevorderen. Met de MJA III conformeert de RUG zich aan een resultaatverplichting van 2% energie-efficiëntie per jaar gedurende de gehele looptijd (2005-2020) van de MJA III. Praktisch betekent dit dat in totaal een efficiëntieverbetering van 30% in 2020 moet worden gehaald ten
4 Bericht van de Raad van Toezicht M P I ’ s inclusief A . Deusingl a a n 1 (Com p l e x M edisch e We t ensch a pp en en Fa r m acie ) 6 Voorwoord 1996
2005
2012
Verandering 2012 t.o.v. 1996
11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie
Verandering 2012 t.o.v. 2005
17.880
22.688
27.512
+35%
+18%
5.221
6.168
5.463
+4%
-11%
Vloeroppervlak m2**
301.906
325.748
382.733
+28%
+22%
Energie in MPI Gj/m2
2,3
1,6
1,5
-40%
-6%
Water in MPI m3 /m2
1,24
0,5
0,5
-64%
0%
Niet-gevaarlijk afval in MPI kg/m2
4,31
2,7
2,8
-41%
-4%
Gevaarlijk afval in MPI kg/m2
0,34
0,22
0,17
-56%
-23%
Studenten Medewerkers*
37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening
* De aantallen medewerkers in 2005 en 2012 zijn exclusief het A. Deusinglaan 1 deel; **Vloeroppervlak is exclusief het Biologisch Centrum
87 Kerncijfers en kengetallen
50
2 Inhoud
J a a r v e r s l ag 2012
5.4 Rechtsbescherming
Onderzoeksethiek
In het studentenstatuut en de bijbehorende regelingen en gedragscodes zijn de rechten en plichten vastgelegd van studenten en medewerkers bij de RUG. De bescherming van de rechtspositie van studenten aan openbare universiteiten is ook bij wet geregeld.
De RUG staat voor professioneel wetenschappelijk handelen en ethisch verantwoord onderzoek en onderwijs. Zij zet zich in voor wetenschappelijke integriteit, want wangedrag in de wetenschap moet voorkomen worden. Daarnaast streeft zij naar ethisch verantwoorde keuzes in het onderzoek, waaronder een goed dierproefbeleid.
Centraal Loket Rechtsbescherming Studenten (CLRS)
Normen voor wetenschappelijke integriteit
Studenten die klachten hebben of hun rechten geschaad achten, kunnen op informele wijze hun zaak bespreken met een studieadviseur of een studentendecaan van het SSC. Bij collectieve klachten kunnen studenten zich ook gezamenlijk richten tot de faculteits- of universiteitsraad. Een formele procedure kan in werking worden gesteld door officieel een klacht, bezwaar- of beroepschrift in te dienen bij het Centraal Loket Rechtsbescherming Studenten (CLRS). Dat kan gaan om uiteenlopende gevallen, bijvoorbeeld onheuse bejegening door een RUG-medewerker of het niet tijdig beoordelen van een scriptie. Een klacht kan online worden ingediend bij het CLRS.
De kwaliteit van het onderzoek wordt getoetst aan de strengste internationale normen. Daarnaast handhaaft de RUG de gedragsregels van de Vereniging van Universiteiten (VSNU). Deze zijn opgenomen in de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening. Belangrijke waarden in deze gedragscode zijn zorgvuldigheid, betrouwbaarheid, controleerbaarheid en onafhankelijkheid. De RUG heeft ook een eigen Regeling Bescherming Wetenschappelijke Integriteit, hierin staat welke stappen ondernomen moeten worden wanneer wetenschappelijke normen zijn geschonden. Bij het onderwijs en onderzoek van de RUG zijn alle betrokkenen verantwoordelijk voor het voorkomen en signaleren van wetenschappelijk wangedrag. Onderzoekers, promovendi en studenten leren integer onderzoek doen en kunnen een klacht indienen wanneer ze incorrect handelen vermoeden. Bij hun aanstelling aan de universiteit verklaren onderzoekers de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening te kennen en zich daaraan te houden.
4 Bericht van de Raad van Toezicht
Bureau Vertrouwenspersoon 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie
Studenten en medewerkers van de RUG kunnen het Bureau Vertrouwenspersoon inschakelen wanneer ze met (seksuele) intimidatie, agressie, geweld en discriminatie (SIAGD) of ander ongewenst gedrag (waaronder stalking) of ongelijke behandeling te maken krijgen. Medewerkers kunnen ook contact opnemen met de vertrouwenspersoon wanneer ze tegen conflicten in de werksituatie aanlopen. De vertrouwenspersoon is onafhankelijk en heeft toegang tot alle noodzakelijke informatie.
37 4. Internationalisering
Klokkenluidersregeling 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Per 1 januari 2011 heeft de RUG een ‘klokkenluidersregeling’, die door het College van Bestuur op 14 december 2010 is vastgesteld. Een (vermoede) misstand kan worden gemeld door een medewerker, een student of iemand die (tijdelijk) binnen de muren van de universiteit werkzaamheden verricht. Deze melding kan plaatsvinden in de directe lijn, bijvoorbeeld bij de leidinggevende, maar er kan ook voor gekozen worden eerst vertrouwelijk te overleggen met de vertrouwenspersoon. De rechtspositie van een melder wordt beschermd.
Vertrouwenspersonen wetenschappelijke integriteit Vragen en klachten over wetenschappelijke integriteit kunnen in vertrouwelijkheid worden besproken met de vertrouwenspersonen wetenschappelijke integriteit. Het College van Bestuur heeft vier personen als vertrouwenspersoon op het gebied van wetenschappelijke integriteit benoemd.
Commissie Wetenschappelijke Integriteit Daarnaast heeft de universiteit heeft een speciale Commissie Wetenschappelijke Integriteit in het leven geroepen. Deze doet onderzoek wanneer schendingen van de wetenschappelijke integriteit worden vermoed, zoals vervalsing, plagiaat of de schending van rechten.
51
J a a r v e r s l ag 2012
Dierproevenbeleid Dierproeven zijn op dit moment noodzakelijk voor wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van medicijnen. Tegelijkertijd erkent de Rijksuniversiteit Groningen dat dieren een intrinsieke waarde hebben. Om die reden moeten onderzoekers van de RUG en het UMCG ook rekening houden met de belangen van dieren, en niet alleen met die van de mens en de wetenschap. Bij een belangenconflict tussen mens en dier moet een ethisch verantwoorde afweging worden gemaakt. Voordat ze van start gaan moeten alle onderzoeken waarin proefdieren worden gebruikt aan de Dierexperimentencommissie worden voorgelegd ter goedkeuring.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
Proefdierdeskundigen van de RUG en inspecteurs van de Voedsel- en Warenautoriteit controleren vervolgens het verloop van het onderzoek met proefdieren en zien erop toe dat onderzoekers en docenten de Wet op de dierproeven naleven. Daarnaast onderschrijft de RUG de Code Openheid Dierproeven. Hiermee komt de RUG tegemoet aan de maatschappelijke behoefte aan meer openheid over de inzet van proefdieren in wetenschappelijk onderzoek.
5.5 Huisvesting
11 1. Maatschappij
42 5. Bedrijfsvoering
Het huisvestingsbeleid van de RUG is vanouds gefundeerd op drie pijlers: strategie, kwaliteitsverbetering en concentratie van de huisvesting. Naar aanleiding van het Strategisch plan van de RUG is in 2011 begonnen met uitwerking van het onderwerp efficiënte bedrijfsvoering, specifiek toegepast op de huisvesting. Daarnaast komen de speerpunten terug in zowel de nieuwbouwprojecten (wat Healthy Ageing en Energy betreft) als in de duurzaamheid die in ontwerp en realisatie wordt nagestreefd.
54 6. Financiën
Strategisch middel
19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
voldoen. Het efficiënt benutten van alle gebouwen vraagt om een meer integrale benadering van onze totale vastgoedportefeuille. In dat kader zal ook de bestaande gebouwenvoorraad worden geïnventariseerd. In 2011 is hiermee een aanvang gemaakt, de resultaten volgen in de loop van 2013. De duurzaamheidsdoelstelling wordt vorm gegeven in huisvesting door extra aandacht voor energieopwekking (WKO’s), energiegebruik en duurzaamheid van gebruikt materiaal. In de bouwprojecten wordt in toenemende mate aandacht besteed aan energiebesparing en duurzaamheid. Zo is ERIBA gebouwd met gebruik van de Green Calc-berekening en worden voor de projecten die in ontwikkeling zijn specifieke duurzaamheidseisen geformuleerd (bijvoorbeeld het te behalen BREEAM-niveau of eisen ten aanzien van CO2-emissie).
Kwaliteitsverbetering Een kwalitatief hoogwaardige werkplek kan leiden tot productiviteitsverhoging en kan bijdragen aan het aantrekken en vasthouden van hoogwaardig personeel. De kwaliteit van de werkplek wordt hierbij mede beïnvloed door de omgevingskwaliteit, bebouwd en onbebouwd. In 2011 is gestart met een oriëntatie op andere mogelijkheden voor kantoorwerkplekken dan tot dusverre binnen de RUG gebruikelijk was. Naast de blijvende aandacht voor een goed toegeruste werk- of studieplek is het stimuleren van contact en kennisuitwisseling daarbij een belangrijk uitgangspunt. In het ERIBAgebouw is al een nieuw concept voor de combinatie van kantoor en laboratorium in de praktijk gebracht. In 2012 is het ERIBA-gebouw in gebruik genomen. De specifieke indeling van het gebouw waarbij flexibele werkplekken de boventoon voeren, leidt ertoe dat er voor meer mensen hoogwaardige werkplekken op minder vierkante meters kunnen worden gerealiseerd.
Concentratie
61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Huisvesting schept mede de voorwaarden om de doelstellingen van de universiteit te realiseren. Bij de nieuw gerealiseerde projecten van de afgelopen jaren stonden eigenschappen als uitstraling, ook in de architectuur tot uitdrukking komend, identiteit, duurzaamheid, energiebesparing, kwaliteit en levendigheid hoog op de lijst van eigenschappen waaraan de universitaire gebouwen moeten
Het bijeen huisvesten van verwante disciplines en functies binnen een beperkt aantal vestigingsgebieden is en blijft in het kader van efficiënte bedrijfsvoering een belangrijk uitgangspunt waarbinnen huisvestingsbeslissingen worden genomen.
52
J a a r v e r s l ag 2012
F in a ncier ing inve st er ingen in gebouwen ( b edr agen x € 1 m l n ) 2012
2013
2014
2015
2016
2017 t/m 2027
-102,4
-89,6
-107,4
-93,8
-80,7
-74,9
Rijksbijdrage
19,1
19,1
19,1
19,1
18,6
185,6
Algemene toewijzing
8,8
1,2
1,1
0,3
0,3
3,4
Overige inkomsten
2,8
3,3
0,3
0,9
0,9
8,2
17,9
41,4
6,9
7,2
14,0
89,5
-89,6
-107,4
-93,8
-80,7
-74,9
32,8
Beginstand
(extern en intern) Investeringen Eindstand 2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs
Financiering huisvesting in meerjarenperspectief De plannen inzake nieuw-, aan- en verbouw maken een essentieel deel uit van de instellingsbegroting. De RUG is zelf verantwoordelijk voor de huisvesting, uitgaven worden gedekt vanuit het investeringsfonds dat is opgebouwd uit de jaarlijkse rijksbijdrage, dotaties uit de centrale middelen en bijdragen van decentrale eenheden. De huidige financiële planning is gebaseerd op een verouderd investeringsprogramma. In 2013 zal dit programma aan de nieuwe inzichten aangepast worden.
28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
5.6 ICT-voorzieningen
42 5. Bedrijfsvoering
In 2012 zijn er meer selfservices voor medewerkers in productie genomen, waaronder de maandelijkse salarisspecificatie, afwezigheidsregistratie (verlof en ziekte) en buitenlandse reisdeclaraties in de vorm van gedigitaliseerde selfservices. De personeelsdossiers zijn ingescand en zijn nu door een nieuwe applicatie digitaal toegankelijk voor HR-medewerkers en bestuurders. De management dashboards zijn uitgebreid met functionaliteiten waarmee de progressie van de prestatieafspraken kan worden gevolgd. Het informatiebeveiligingsbeleid is vernieuwd en vastgesteld.
54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Met de implementatie van dit nieuwe beleid is een aanvang genomen. Vanuit het programma Webvernieuwing is de inrichting van de corporate website vernieuwd. Eind november werd de grootste verandering ingevoerd, zowel wat de vormgeving, de indeling en de inhoud betreft. Vormgeving en inhoudelijke opzet zijn vernieuwd. Ook is de informatie voor externe en interne doelgroepen van elkaar gescheiden, waarbij de vindbaarheid van informatie leidraad is. Studenten en medewerkers hebben een gepersonaliseerde werkomgeving gekregen, dat via Single Sign-On direct toegang biedt tot onder meer mail, agenda en de eigen intranetomgeving. Tevens is via de RUG-website een portal beschikbaar gekomen waar studenten en medewerkers software waarvoor de RUG een licentie heeft kunnen downloaden. In 2012 is ook een nieuw ESX-cluster met als naam ‘RUGcloud’ gerealiseerd. Het cluster, dat is verspreid over drie locaties, waarborgt maximale redundantie en houdt rekening met alle mogelijke uitvalscenario’s. Tot slot is in 2012 de access-laag van de RUGnet-infrastructuur afgerond. De afgelopen jaren zijn alle gebouwen van de RUG voorzien van een nieuwe netwerkinfrastructuur om de betrouwbaarheid van het netwerk te vergroten en tegemoet te komen aan de toegenomen vraag naar bandbreedte.
54
J a a r v e r s l ag 2012
6. Financiën
6.1 Financieel beleid Het doelmatig en doelgericht inzetten van de middelen is een van de taken van het universitaire management. De verantwoordelijkheid voor de inzet van middelen ten behoeve van onderzoek en onderwijs is door het College van Bestuur grotendeels gemandateerd aan de besturen en directies van faculteiten en eenheden. Twee belangrijke instrumenten die ingezet worden in de beheersing van financiële processen zijn begrotingen en verslagen.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs
Het financiële beleid schept een belangrijke randvoorwaarde voor de realisatie van de ambities van de RUG, met inachtneming van bedrijfseconomische principes zoals een gezonde ontwikkeling van de baten en lasten, een verantwoorde liquiditeitspositie en een adequaat buffervermogen. Op centraal niveau richt het zich onder meer op het monitoren van de financiële positie van de instelling en haar onderdelen, het verdelen van de rijksbijdrage en overige centrale inkomsten over de verschillende onderdelen van de universiteit, het beheer van de liquide middelen en niet in de laatste plaats: het zorgdragen voor een betrouwbare administratieve organisatie en interne controle om aan alle verantwoordingseisen te kunnen voldoen.
28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Belangrijk onderdeel van het financiële beleid op centraal niveau is ook het stimuleren van vernieuwingen op het terrein van onderzoek en onderwijs. Gemiddeld is hiervoor structureel € 10 mln per jaar beschikbaar. Intern is in 2012 voor de verdeling van de rijksbijdrage en overige centrale inkomsten over de faculteiten en eenheden een nieuw onderwijsbekostigingsmodel gehanteerd. Als bekostigingsparameters wordt het aantal inschrijvingen, het aantal graden en voor onderzoek het aantal promoties gebruikt. Dit model is afgeleid van het ministeriele bekostigingsmodel. In 2011 is bij de overgang naar dit nieuwe externe model de RUG een korting opgelegd. De opgelegde korting in het kader van de langstudeerdersmaatregel is in 2012 teruggedraaid, omdat
de maatregel is afgeschaft. Vanwege de lagere rijksbijdrage als gevolg van de opgelegde kortingen en andere bezuinigingen, zoals de geschrapte oploop van de alfa/gammamiddelen en kwaliteitsmiddelen en vanwege een negatieve stand in de centrale reserve van de RUG, is voor 2011 besloten tot een korting op de algemene inkomsten van de faculteiten en overige begrotingseenheden van € 11,6 mln. Deze korting loopt in de jaren 2012 en 2013 verder op: tot € 16 mln in 2012 en € 20 mln in 2013. Alleen de faculteiten Wiskunde en Natuurwetenschappen en Letteren waren er in hun deelplan 2012 nog niet in geslaagd om de opgelegde korting zo op te vangen dat er in meerjarenperspectief sprake was van een evenwichtige begroting. Beide faculteiten hebben een aantal aanvullende maatregelen geformuleerd. Hierbij gaat het om een combinatie van bezuinigingen en investeringen om de toekomstige inkomsten te vergroten. In overleg met het College van Bestuur is een aantal keuzes gemaakt en is de uitwerking van de maatregelen in gang gezet. De korting die binnen de instelling vanaf 2011 is verwerkt, is niet alleen bedoeld om de verminderde rijksbijdrage op te vangen, maar ook om voldoende centrale vrije beleidsruimte te creëren om in te kunnen spelen op het Topsectorenbeleid en de Strategische Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap ‘Kwaliteit in verscheidenheid’. De ontwikkelingen rondom de topsectoren leiden tot een andere programmering en verdeling van een deel van de onderzoeksgelden. In het najaar van 2012 zijn tussen het Rijk en de RUG concrete afspraken gemaakt over profilering en prestaties. Op basis van het profileringsdocument van de RUG heeft de instelling voor een periode van vier jaar € 8,9 mln per jaar aan voorwaardelijke financiering en € 4,0 mln per jaar aan selectief budget toegewezen gekregen. Deze middelen worden binnen de instelling ingezet om de prestatieafspraken te realiseren. Hierbij gaat het om
55
J a a r v e r s l ag 2012
resultaatsafspraken op het gebied van excellentie, instellingsuitval en switch, bachelorrendement, BKO, onderwijsintensiteit en overhead. Elke prestatie-indicator is intern vertaald naar het niveau van de individuele faculteit. Voor elke indicator is een ambitieniveau bepaald dat is afgeleid van de huidige indicatorwaarde conform de uitgevoerde nulmeting en waarbij rekening is gehouden met de te behalen prestatieafspraak op instellingsniveau. Elk van de negen faculteiten heeft een voorstel ingediend voor de maatregelen die voor de eigen faculteit het meest passend zijn. Op basis van goedgekeurde voorstellen wordt met ingang van 2013 het daarvoor geoormerkte budget toegekend. Monitoring van de voortgang en het resultaat van de geïmplementeerde plannen op de prestatie-indicatoren vindt minimaal twee keer per jaar tijdens de bestuurlijke overleggen plaats. Over de verdeling van het selectief budget, bedoeld om de realisatie van ambities en de profilering van de instelling te versnellen en te verbreden, heeft in 2012 nog geen besluitvorming plaatsgevonden. 2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Op bestuurlijk niveau gaat binnen de RUG op onderwijsgebied de aandacht verder uit naar excellentie in het onderwijs. Tevens is er aandacht voor het verbeteren van de efficiëntie in de bedrijfsvoering. De reorganisatie van de bibliotheken en van de HR zijn inmiddels afgerond. In 2012 is gestart met de reorganisatie van de Financieel Economische Functie binnen de RUG. Hiermee wil de universiteit de financieel-economische processen op een kwalitatief hoger niveau brengen om de bedrijfsvoering, gericht op het realiseren van de ambities op het terrein van onderwijs en onderzoek, optimaal te ondersteunen. De reorganisatie moet verder leiden tot een hogere efficiency en effectiviteit van de financiële functie en de financiële processen. Wellicht dat in de toekomst nog andere bedrijfsvoeringsprocessen worden bezien of en in hoeverre een grotere mate van efficiency en kostenreductie kan worden bereikt. Dit geldt ondanks het feit dat de uitkomsten van het benchmarkonderzoek van Berenschot naar de overhead van universiteiten voor de RUG gunstig zijn. Een en ander past in de keuze die de RUG heeft gemaakt om zich zowel in onderwijs, onderzoek, bedrijfsvoering als in governance als duurzame instelling verder te ontwikkelen.
Het succesvolle Rosalind Franklin Programma is gecontinueerd en in september 2012 is de vierde ronde van start gegaan. Sinds de start van het programma in 2003 hebben meer dan 50 excellente vrouwelijke wetenschappers een tenure track-positie aan de RUG verworven. De RUG zal naar verwachting in de komende jaren ook nog te maken krijgen met een daling van de inkomsten van de kant van het bedrijfsleven (de zogenaamde derde geldstroom). Bedrijven zullen als gevolg van de economische omstandigheden hun Research & Development-activiteiten vertragen of stoppen. In 2012 was er nog geen daling in de derde geldstroominkomsten. De inkomsten van bedrijven namen toe met € 0,4 mln.
Vermogenspositie en exploitatieresultaat De vermogenspositie van de RUG is ook in 2012 robuust te noemen. De solvabiliteitsratio per ultimo 2012 is licht gedaald tot 0,66. Het eigen vermogen is ten opzichte van eind 2011 met € 1,1 mln iets toegenomen en bedraagt € 448,8 mln. De balanswaarde van de gebouwen en terreinen per ultimo 2012 bedraagt € 392,2 mln, dit is € 10,3 mln lager dan eind 2011. De balanswaarde van de inventaris en apparatuur nam af met € 1,5 mln ten opzichte van 2011. Hier staat tegenover dat de algemene en bestemmingsreserve zijn toegenomen. In 2012 is de toename ten opzichte van 2011 € 0,7 mln. De bestemming van deze reserves ligt deels al vast. Een bedrag van € 10,3 mln is geoormerkt voor toekomstige investeringen in apparatuur, terwijl € 53,3 mln moet worden ingezet voor aangegane projectverplichtingen. Als gevolg van de nog steeds hoge investeringen in nieuw- en verbouw is de eindstand van de investeringsreserve in gebouwen ook in 2012 negatief (-/- € 89,6 mln). Wel is de stand ten opzichte van 2011 met € 12,3 mln verbeterd. Het totale exploitatieresultaat 2012 is positief en bedraagt € 1,1 mln. Het totale overschot van de negen faculteiten en het KVI bedroeg in 2012 € 1,0 mln, waarbij het UMCG-O&O 2012 afsloot met een positief resultaat van € 4,0 mln. De overige begrotingseenheden behaalden een overschot € 1,8 mln. Vijf van de negen faculteiten en het KVI hebben 2012 met een tekort afgesloten.
56
J a a r v e r s l ag 2012
Mede door de hoge afschrijvingslasten, hogere onderhoudskosten en heffingen is het resultaat op huisvestingactiviteiten negatief (€ 4,9 mln). De afschrijvingen zijn voor een deel hoger door de in 2009 doorgevoerde harmonisatie van de afschrijvingstermijnen (de zogeheten 2001-knip) en voor een deel door de verwerkte bijzondere afwaardering van vaste activa. Het resultaat op de fondsen en reserveringen was in 2012 positief en bedroeg € 3,3 mln. Genoemd bedrag is toegevoegd aan de fondsen en reserves. Voor alle nog bestemde middelen in de fondsen en reserveringen geldt dat zij in latere jaren tot uitgaven zullen leiden. Voor het merendeel gebeurt dit op basis van door faculteiten en eenheden ingediende plannen over thema’s die het College van Bestuur heeft geïnitieerd of waarvoor versterking gewenst is.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
De totale personeelslasten zijn in 2012 ten opzichte van 2011 per saldo met € 10,9 mln gestegen. De salarissen, inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering stegen met € 5,6 mln. Dit is voor een groot deel het gevolg van de wijzigingen in de bezetting. De pensioenlasten zijn als gevolg van de gestegen premies met € 2,2 mln toegenomen en de sociale verzekeringen en de zorgtoeslag tezamen eveneens met € 3 mln. De inhuur van personeel van derden nam beperkt toe met € 0,8 mln. De kosten voor scholing en loopbaanontwikkeling daalden in vergelijking met 2011 met € 0,9 mln. Hetzelfde geldt voor de functieen persoonsgebonden toelagen/uitkeringen (€ 0,5 mln). De gemiddelde personeelsbezetting is in 2012 met 36,7 fte gestegen tot 5238,4 fte (inclusief UMCG-O&O). De toename bij het wetenschappelijk personeel bedroeg 102,4 fte, maar bij het ondersteunend en beheerspersoneel was er een daling van 65,7 fte. Vooral het aantal promovendi met een aanstelling steeg aanzienlijk: met 99,9 fte tot 928,8 fte.
42 5. Bedrijfsvoering
Instellingsbegroting 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Bij de vergelijking van de cijfers uit de jaarrekening met die van de instellingsbegroting dient bedacht te worden dat de begroting 2012 is opgesteld op het salaris- en prijsniveau van 2011. Afwijkingen in de realisatie ten opzichte van de begroting zijn te herleiden tot loon- en prijsverschillen en tot verschillen als gevolg van nieuw beleid, bezuinigingen en wijzigingen in de omvang van de activiteiten. Over deze laatste (significante) afwijkingen leggen
de eenheden tweemaal per jaar verantwoording af in de besturingsrapportage per 30 juni en de eindejaarsanalyse.
6.2 Handhaving en controle Treasury Op 31 mei 2010 heeft de Raad van Toezicht het geactualiseerde treasurystatuut van de RUG goedgekeurd. In dit statuut zijn de spelregels ten aanzien van het treasurymanagement en het financieringsbeleid voor het College van Bestuur aangescherpt en verduidelijkt. Uitgangspunt daarbij is de strategische planvorming op het gebied van onderwijs en onderzoek alsmede toekomstige investeringen in het vastgoed, om zo het proces van sturen, beheersen en bewaken van toekomstige geldstromen mogelijk te maken. Het doel is een optimaal rendement binnen het risicobeleid van het College van Bestuur. In het statuut zijn de richtlijnen door de RUG bij het beleggingsbeleid, het financieringsbeleid, de participaties in rechtspersonen en leningen aan rechtspersonen vastgelegd. Verder wordt in de uitgangspunten van het statuut aangesloten bij de op 16 september 2009 door de Minister van OC&W vastgestelde ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’. Ten aanzien van beleggingen schrijft de Minister een minimale A-rating ten aanzien van kortlopende beleggings- en beleningsvormen tot en met drie maanden voor en verbiedt de aankoop van aandelen in de kader van beleggingen (speculeren). De RUG heeft in haar statuut beschreven dat de aankoop van aandelen (ter deelneming in) is voorbehouden aan de RUG Houdstermaatschappij BV in activiteiten die voortvloeien of ter ondersteuning dienen van de primaire processen van onderwijs en onderzoek bij de RUG. Sinds 1 oktober 2003 neemt de RUG op vrijwillige basis deel aan het zogenaamde schatkistbankieren bij het Ministerie van Financiën.
Aanbestedingen Bij de diverse projecten in de aan-, ver- en nieuwbouwsfeer binnen de RUG wordt door de centrale afdeling Vastgoed en Investeringsprojecten een gedragslijn in overeenstemming met de Europese regelgeving voor aanbestedingen gehanteerd. De
57
J a a r v e r s l ag 2012
externe bureaus die voor de directievoering op grote projecten worden ingeschakeld adviseren de RUG hierbij. In 2012 heeft het Inkoopberaad de directie Facilitair Bedrijf geadviseerd bij de aanbestedingen. Het Inkoopberaad is ingesteld naar aanleiding van een instellingsbreed onderzoek naar de bundeling van inkoop bij de RUG. In 2012 heeft het CvB besloten de formatie bij de nieuwe afdeling Inkoopmanagement binnen het Facilitair Bedrijf te vergroten. Zo kan het Inkoopdocument en het inkoopwerkplan met voldoende interne capaciteit worden gerealiseerd. In 2012 heeft het Facilitair Bedrijf diverse aanbestedingen afgerond. Dit betreffen aanbestedingen bij schoonmaak, uitzendpersoneel, post binnenland, kwaliteitsmeting, audiovisuele middelen, warme dranken, beveiliging, koffiebonenautomaten, werkplekapparatuur, telefonie (vast & mobiel) en draadloos netwerk (Wlan).
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht
6.3 Notitie helderheid Thema 1. Uitbesteding onderwijsprogramma’s: De RUG besteedt geen onderwijsprogramma’s van in het CROHO geregistreerde opleidingen uit aan private organisaties.
Thema 2. Investeren van publieke middelen in private activiteiten: De RUG besteedt geen middelen uit de Rijksbijdrage aan private activiteiten, behoudens aan activiteiten in het kader van kennisoverdracht en kennisvalorisatie.
Thema 4. Bekostiging van buitenlandse studenten: De RUG heeft in het kader van internationalisering uitwisselingsprogramma’s met Europese universiteiten (bijvoorbeeld Uppsala). Voor zowel de Nederlandse student als de buitenlandse student volgt de RUG bij haar onderwijsinspanningen volledig de uitgangspunten van de bekostigingsregelgeving. De RUG heeft in 2012 aan drie niet-EER studenten financiële ondersteuning uit het profileringsfonds, bedoeld in artikel 7.51 van de WHW, verleend.
6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs
Ui tgaven ui t p rof il er ingsfon ds 2012* Begunstigden
Aantal
Totaal verstrekte vergoedingen (x € 1.000)
28 3. Research en valorisatie EER-studenten 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering
niet-EER-studenten Grand totaal
852
1.571,1
3
5,5
855
1.576,6
54 6. Financiën *Uitgaande van het Profileringsfonds-oude-stijl in 2012. 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
58
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
J a a r v e r s l ag 2012
Thema 5. Eigen personeel ingeschreven voor initiële opleidingen:
Risicoparagraaf / in-control verantwoording
Bij de RUG volgt een bepaalde categorie medewerkers op de een of andere wijze een studie en verricht tevens werkzaamheden bij de RUG. Deze werkzaamheden zijn echter anders, dan bedoeld bij dit thema 5. Het gaat hier om bijvoorbeeld reguliere studenten die meestal voor een korte periode als student-assistent of oproepkrachtstudent OBP worden aangesteld om te assisteren bij het geven van onderwijs (practica) of bij het toezicht houden bij schriftelijk afgenomen tentamens. Conform de WOPI-afspraken worden deze studenten geregistreerd in de personeelsadministratie RUG. Verder betreft het personen met een nulaanstelling, stagiairs, enquêteurs en onderzoekers-in-opleiding. In 2012 ging het om de volgende aantallen: >> zaalwachten 87 >> student-assistenten 390 >> onbezoldigd 135 >> overig 58 >> studerende medewerkers 53
Governance
Alleen deze laatste categorie betreft reguliere personeelsleden die in het bezit zijn van een RUG-collegekaart. Aangenomen mag worden dat deze personeelsleden in hun vrije privé-tijd een opleiding aan de RUG volgen.
11 1. Maatschappij
28 3. Research en valorisatie
Verder beschikt de RUG over een noodfonds voor studenten. Aan dit noodfonds wordt jaarlijks € 1 per ingeschreven student gedoteerd. Deze middelen worden ten laste van de ontvangen collegegelden gereserveerd.
37 4. Internationalisering
Thema 8: Bekostiging van maatwerktrajecten:
19 2. Onderwijs
42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Binnen de RUG/UMCG bestaat vanaf voorjaar 2007 een specifiek maatwerkprogramma waaraan in het lopende academische jaar 100 Saoedi-Arabische studenten deelnemen. Het programma is ingericht op speciaal verzoek van het Ministerie van Hoger Onderwijs in SaoediArabië. Het bereidt Saoedische studenten voor op de opleiding tot arts of tandarts aan de RUG met het oog op de toekomstige beroepsuitoefening in de medische zorg in Saoedi-Arabië. Deze studenten ontvangen een beurs van de Saoedische overheid (King Abdullah Scholarship). De RUG organiseert geen andere maatwerktrajecten voor bedrijven of organisaties.
De regels, richtlijnen en afspraken die hebben te gelden in verband met een heldere besturings- en verantwoordingsfilosofie zijn onder meer neergelegd in het Bestuurs- en Beheersreglement van de universiteit. Hierin zijn, naast hetgeen al in de wet is geregeld, onder meer de formele posities van de Raad van Toezicht, het College van Bestuur en de faculteitsbesturen nader geregeld en uitgewerkt. Het betreft hier aangelegenheden omtrent het bestuur en beheer. Een aanvullend in-control statement heeft voor het College van Bestuur weinig meerwaarde. De Raad van Toezicht en het College van Bestuur hebben daarnaast uiteraard afspraken gemaakt over het te voeren financiële beleid. Deze afspraken zijn neergelegd in het treasurystatuut. Voor de leden van de Raad van Toezicht bestaat tevens een code of conduct. Verder laat het College van Bestuur zich bij zijn handelen leiden door de in VSNUverband afgesproken ‘Code goed bestuur universiteiten’.
Risico-, financierings- en verantwoordingsaspecten De RUG hanteert een inzichtelijke centrale planning en controlcyclus. De interne planning- en controlcyclus houdt in dat de instellingsbegroting gedurende het verslagjaar per halfjaar met een nauwkeurige actualisering en periodeafgrenzing wordt gemonitord. In concreto: het eerste halfjaar op basis van financiële kwartaalrapportages en het tweede halfjaar op financiële maand- en kwartaalrapportages op concernniveau. Dit om een tijdig bijsturen door het College van Bestuur mogelijk te maken. De liquiditeitsstromen binnen de instelling worden doorlopend gemonitord op basis van een gedetailleerde wekelijks geactualiseerde liquiditeitsplanning. Het College van Bestuur kiest ervoor de huidige bouwvolumes volledig met eigen middelen te financieren. Dit voorkomt externe financieringslasten, waardoor de beschikbare Rijksmiddelen maximaal voor onderwijs en fundamenteel onderzoek kunnen worden ingezet. Voor externe rentelasten ontvangt een universiteit immers geen compensatie van het Rijk. Voor een universitaire instelling als de RUG is als risico te identificeren de geplande ingrijpende veranderingen in de bekostiging door het
59
J a a r v e r s l ag 2012
Ministerie van OCW. Een significante structurele vermindering in de te ontvangen Rijksbijdrage zal ingrijpende gevolgen hebben op de bedrijfsvoering van de RUG. Daarnaast is voor de RUG een stabiele groei van de studenten aantallen van belang. Dit in verband met de noodzakelijke huisvestingsfaciliteiten alsmede de begrote inkomsten uit de (wettelijke) collegegelden. Voor de financiering van de nieuwbouw blijft de RUG haar eigen middelen aanspreken. Dit ter voorkoming van externe financieringslasten, waarvoor een universiteit geen bekostiging van het Rijk ontvangt.
Letter of Representation Het College van Bestuur van de RUG heeft op 8 april 2013 een zogeheten Letter of Representation aan de huisaccountant afgegeven. De Letter of Representation is een controlemiddel voor de externe accountant en is als gevolg hiervan gedocumenteerd opgenomen in de controledossiers van de huisaccountant.
Bijzondere gebeurtenissen In het afgelopen boekjaar hebben zich bij de RUG geen noemenswaardige bijzondere gebeurtenissen voorgedaan.
Topinkomens Klachtenbeleid
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
De universiteit heeft voorzien in de wettelijk voorgeschreven regelingen en procedures voor de behandeling van eventuele klachten en bezwaren. Het betreft niet alleen formele beroep- en bezwaarschriften op grond van de Algemene wet bestuursrecht, maar ook andere vormen van klachten. Als daarvoor gronden zijn, zoals gewijzigde wet- en regelgeving, worden de regels die binnen de universiteit gelden uiteraard aangepast. De RUG beschikt over het digitale Centraal Loket Rechtsbescherming Studenten dat op de website toegankelijk is.
11 1. Maatschappij
In het kader van de WOPT (Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens) is het volgende te melden. Gedurende het jaar 2012 heeft de RUG twee werknemers in dienst die gelijk dan wel hoger beloond wordt dan het volgens de Wet gestelde belastbaar toetsloon van € 194.000. In 2012 had de RUG wel voormalige werknemers waarbij een eenmalige reservering als gevolg van de beëindiging van het dienstverband heeft plaatsvonden. Ten aanzien van géén van deze voormalige werknemers geldt echter dat het in de Wet gestelde normbedrag ad € 194.000 of hoger aan eenmalige reservering (de overeengekomen ontslagvergoeding) én tevens de beloning tot aan beëindiging van het dienstverband in 2012 gezamenlijk is geëffectueerd.
19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie
Over zich t decl a r at ie s b e st uursl eden versl ag ja a r 2012 ( b edr agen in €)
37 4. Internationalisering
42 5. Bedrijfsvoering
Representatiekosten 1.089 1.089 1.089 Reiskosten binnenland 45 Reiskosten buitenland 901 179 Overig 392 58
54 6. Financiën
Poppema
Sterken
De Jeu
61 Bijlagen Totaal: 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
1.089 2.427 1.326
61
J a a r v e r s l ag 2012
Bijlage 1 Persoonsgebonden toekenning I. NWO - Vernieuwingsimpuls
Vici 2012
Veni 2012
Landelijk toegekend: 32 Vici-subsidies, waarvan 3 naar de RUG. Score 9,4%, conform streven.
Landelijk toegekend: 147 Veni-subsidies, waarvan 13 naar de RUG. Score 8,8%, streefcijfer van 10% niet gehaald.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij
dr. ing. Sander de Boer dr. Giorgos Gouridis dr. Tjakko van Ham dr. Tjisse van der Heide dr. Ivan J. Vera Marun dr. Kathrin Müller dr. Sanne Parlevliet dr. Michiel Rienstra dr. Stefania Salvadori dr. Jakub Szymanik dr. Sylvia Wenmackers dr. Megan K. Williams dr. Martin D. Witte
FWB FWN UMCG FWN FWN FWN GMW UMCG FWN FWN FWB FdL FWN
19 2. Onderwijs
Vidi 2012 28 3. Research en valorisatie
Landelijk toegekend: 94 Vidi-subsidies, waarvan 9 naar de RUG. Score 9,6%, conform streven.
37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
prof. dr. Sjoerd Beugelsdijk prof. dr. Frank J. Dekker dr. Sander van Doorn dr. Reinoud Gosens dr. ir. Hinke H. Haisma dr. Syuzanna R. Harutyunyan prof. dr. Matthias Heinemann dr. Hans Jonker prof. dr. Laura Spierdijk
FEB FWN FWN FWN FRW FWN FWN UMCG FEB
prof.dr. Herman de Jong prof.dr. Tineke Oldehinkel prof.dr. Sijbren Otto
FEB UMCG FWN
II European Research Council - Programma IDEAS 2012 Starting Grants In 2012 werden 8 ERC Starting Grants toegekend aan RUG-onderzoekers op een totaal van 40 toegekende subsidies in Nederland. Daarmee behoorde de RUG tot de best scorende Nederlandse universiteiten met 20%. prof.dr. Christian Keysers prof.dr. Maria Antonietta Loi dr. Ming Cao dr. Meike Stöhr prof.dr. Frank Dekker dr. Eugene Berezikov dr. Sander van Doorn prof.dr. André Aleman
UMCG FWN FWN FWN FWN UMCG FWN UMCG
Advanced Grants In 2012 werden 2 ERC Advanced Grants toegekend aan RUGonderzoekers, op een totaal van 28 toegekende subsidies in Nederland. Score 7,1%, streefcijfer van 10% niet gehaald. prof.dr. Raffaella Morganti prof.dr. Cisca Wijmenga
FWN UMCG
62
J a a r v e r s l ag 2012
Bijlage 2 Bouwprojecten Vestigingsgebieden
Hortuskwartier en Bloemstraat
De huisvestings- en bouwactiviteiten vinden plaats in vier concentratiegebieden:
Gedrags- en Maatschappijwetenschappen
Binnenstad Letteren, Rechtsgeleerdheid, Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap, Wijsbegeerte, College van Bestuur, Bureau van de Universiteit en de Universiteitsbibliotheek.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
In 2012 zijn de tellingen weer uitgevoerd, waarin de bezetting van de grote Collegezalen in het nieuw ingevoerde ‘5 slots rooster’ wordt gemeten. Deze tellingen geven informatie aan de roosteraars op basis waarvan de roostering nog efficiënter kan worden uitgevoerd. Verder wordt gewerkt aan de ontwikkeling van het University College van de RUG. Het University College is een nieuwe brede bacheloropleiding, gebaseerd op de drie speerpunten van de universiteit.
11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
In het kader van STEPP UP (het ‘nieuwe werken’) zijn plannen ontwikkeld voor een flexibelere kantooromgeving in de tuinvleugel van het Academiecomplex. Deze plannen worden in het voorjaar van 2013 gerealiseerd. Het gaat hier om een proeftuin die in de komende jaren, na evaluatie, in het Bureau zal worden gerealiseerd. Binnen dit concept wordt gewerkt met flexibele werkplekken en een lagere ruimtenormering dan tot dusver gebruikelijk. Op de ruimte die nu gebruikt gaat worden voor de proeftuin worden aanzienlijk meer werkplekken gerealiseerd dan in de standaard kantoorsituatie.
In het Hortuskwartier is gestart met de uitvoering van het Masterplan II van de Faculteit GMW. Het gaat hierbij om uitbreiding en renovatie van panden aan de Grote Rozenstraat. De panden aan de Grote Rozenstraat 19-27 zijn in 2011 gesloopt. In 2012 is de uitvoering van de nieuwbouw gestart. In de renovatie van de panden aan de Grote Rozenstraat zullen extra isolerende maatregelen worden uitgevoerd zodat het energieverbruik van de faculteit kan worden teruggedrongen.
Antonius Deusinglaan e.o. UMCG-O&O (Medische Wetenschappen) en Farmacie De eerste fase van de nieuwbouw (5400 m2) ten behoeve van onderzoeksfaciliteiten voor ERIBA (European Research Institute on the Biology of Ageing) is opgeleverd en in gebruik genomen. Daarnaast is een start gemaakt met de uitvoering van de tweede fase (3800 m2). Fase 2 wordt in het voorjaar van 2013 opgeleverd. Er vindt een herschikking plaats van de vrijkomende ruimten in de bestaande gebouwen van de RUG en het UMCG. De Antonius Deusinglaan zal op termijn verdwijnen en plaats maken voor de Vrydemalaan. De voorbereidingen om tot deze wegverlegging te komen zijn in gang gezet. De knelpunten in het Onderwijsgebouw bij de gevel zijn in 2012 aangepakt, waarmee de lekkages zijn opgelost.
63
J a a r v e r s l ag 2012
Zernikecomplex Wiskunde en Natuurwetenschappen, Economie en Bedrijfskunde, Ruimtelijke Wetenschappen, Kernfysisch Versneller Instituut (KVI), Donald Smits Centrum voor Informatietechnologie (CIT), Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG), Sportcentrum, boekenmagazijn van de Universiteitsbibliotheek, Facilitair Bedrijf en aan de universiteit gelieerde bedrijven op het gebied van hightech en informatietechnologie. Op het Zernikecomplex zullen de komende jaren de Energy Academy en de nieuwbouw ter vervanging van Nijenborgh 4 ontwikkeld worden. De Energy Academy wordt een zero-emission gebouw waarin onderwijs, onderzoek en kennisuitwisseling op het gebied van (duurzame) energie zal plaatsvinden. De nieuwbouwplannen benadrukken het duurzame karakter van de Energy Academy.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs
Nijenborgh 4 is een gebouw dat behoort bij de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen en is 40 jaar oud. Het voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. De installaties zijn aan het einde van de technische levensduur en de gevel lekt energie. Onderzoek in 2012 heeft uitgewezen dat, op basis van Total Cost of Ownership, (gefaseerde) nieuwbouw te verkiezen is boven een grootschalige renovatie. In deze afweging worden alle kosten van het project, inclusief beheer en sloop aan het einde van levensduur, meegenomen. In 2013 wordt het Programma van eisen voor de nieuwbouw vervolmaakt en zullen architect en adviseurs (via Europese aanbesteding) geselecteerd worden.
28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
De gemeente Groningen heeft in 2012 besloten geen tramtracé naar het Zernikecomplex aan te leggen. Hierdoor ontstaat er een nieuwe situatie op het Zernikecomplex. De RUG is in overleg met de gemeente, de HG en de bedrijven op het Zernikecomplex om te bezien welke andere maatregelen er voor de verkeersveiligheid en toegankelijkheid van het terrein nodig zijn.
De RUG, de HG en de bedrijven op het Zernikecomplex hebben voor het beheer van het Zernikecomplex hun krachten gebundeld en onderzoeken gezamenlijk welke maatregelen er in het kader van het parkmanagement gezamenlijk getroffen kunnen worden. De gemeente Groningen ziet af van een P&R-terrein vooraan op het Zernikecomplex. De eerdere planvorming is stopgezet.
Biologisch centrum Haren De RUG heeft zich teruggetrokken uit de gebouwen waar voorheen in Haren het Biologisch Centrum was ondergebracht. De gebouwen zijn in 2011 tijdelijk aan derden in beheer gegeven om leegstand en verpaupering te voorkomen. Het is de bedoeling om de komende jaren een nieuwe stedenbouwkundige visie voor de terreinen van het Biologisch Centrum en de Hortus Botanicus te ontwikkelen. De leegstaande panden van het Biologisch centrum in Haren zijn in gebruik gegeven aan de beheer- en huisvestingsorganisatie CareX die de gebouwen tot de voorgenomen sloop in 2020 op duurzame wijze zal beheren. CareX onderzoekt de mogelijkheden om door middel van zonne-energie, geothermiek en andere duurzame technieken het complex van 32.000 m bvo van stroom en warmte te voorzien.
64
J a a r v e r s l ag 2012
Bijlage 3 Overzicht centrale instellingen RUG Organogram Rijksuniversiteit Groningen Raad van Toezicht
College van Decanen
Universiteitsraad College van Bestuur
Managementberaad
Lokaal Overleg
2 Inhoud
Dienstraad
Bureau van de Universiteit
Universiteits bibliotheek
Dienstraad
Dienstraad
Facilitair Bedrijf
Centrum voor Informatie Technologie
Dienstraad
4 Bericht van de Raad van Toezicht KVI
6 Voorwoord
Dienstraad
11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienst wetenschap
Faculteit Rechts geleerdheid
UMCG/ Faculteit Medische Wetenschappen
Faculteit Wiskunde en Natuur wetenschappen
Faculteit der Letteren
Faculteit Economie en Bedrijfskunde
Faculteit Gedrags en Maatschappij wetenschappen
Faculteit Wijsbegeerte
Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen
42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen
Faculteitsbestuur
Faculteitsraad
Hiërarchische lijn Advieslijn
77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Medezeggenschapslijn
Graduate Schools
Basiseenheden
Onderzoekscholen Onderzoeksinstituten
NB.: voor de duidelijkheid is hier slechts één faculteit uitgewerkt
65
J a a r v e r s l ag 2012
I. BESTUUR
II. MEDEZEGGENSCHAP
College van Bestuur
Op grond van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) en het Kiesreglement hebben medewerkers en studenten van de RUG het actief en passief kiesrecht (als kiezer en als kandidaat) voor Universiteitsraad, faculteitsraad of dienstraad. Dit recht geldt ook voor medewerkers van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en daarmee vergelijkbare organisaties die binnen de RUG tewerkgesteld zijn.
Het College van Bestuur (CvB) is het hoogste bestuursorgaan van de Rijksuniversiteit Groningen. De drie leden, onder wie de Rector Magnificus, worden door de Raad van Toezicht benoemd, nadat de Universiteitsraad gehoord is. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht.
Raad van Toezicht De Raad van Toezicht (RvT) is het bij wet voorgeschreven orgaan van de Rijksuniversiteit Groningen dat toezicht houdt op het bestuur en beheer van de gehele universiteit. Aan de Raad van Toezicht zijn taken opgedragen als beoordeling en goedkeuring van het instellingsplan, het jaarverslag de begroting en het bestuurs- en beheersreglement. De leden worden benoemd door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Eén van de leden geniet het bijzonder vertrouwen van de universiteitsraad. Zelf is de RvT verantwoording schuldig aan de minister van OCW.
Universiteitsraad, faculteitsraad en dienstraad
4 Bericht van de Raad van Toezicht
De Universiteitsraad en de faculteitsraden bestaan voor de helft uit personeelsleden en voor de andere helft uit studenten. De leden van de Universiteitsraad en de faculteitsraden worden gekozen door en uit de geleding waartoe ze behoren: personeel of studenten van de RUG. Personeelsleden worden voor een periode van twee jaar gekozen, studenten voor één jaar. Bij vijf universitaire diensten zijn er dienstraden: het Bureau, de Bibliotheek, het FB, het CIT en het KVI. Zij bestaan uitsluitend uit personeelsleden, die worden gekozen door en uit de medewerkers van de betreffende diensteenheid.
6 Voorwoord
Lokaal Overleg
2 Inhoud
11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
In het Lokaal Overleg (LO) bespreken College van Bestuur en de vier tot dit overleg toegelaten werknemersorganisaties (AbvaKabo FNV, CNV Publieke Zaak, CMHF en AC/FBZ) zaken die van belang zijn voor de rechtspositie van het personeel, alsmede de regels voor het personeelsbeleid binnen de RUG, voorzover van belang voor de rechtspositie van het personeel. Het LO heeft een belangrijke stem bij personeelsplannen en reorganisaties, wanneer het sociaal plan moet worden vastgesteld.
66
J a a r v e r s l ag 2012
III. ADVIES Het College van Bestuur wordt geadviseerd door de volgende organen en commissies:
College van Decanen Het College van Decanen (CvD) heeft een adviserende functie. Het bestaat uit de voorzitters van de faculteitsbesturen (decanen) en staat onder voorzitterschap van de Rector Magnificus, die uit hoofde van zijn functie lid is van het College van Bestuur. Het CvD is eveneens belast met het toekennen van doctoraten en eredoctoraten.
Managementberaad
2 Inhoud
Het Managementberaad heeft een adviserende functie op het gebied van personeelszaken, financiën en facilities (waaronder ICT). Het bestaat uit de portefeuillehouders Middelen van de negen faculteitsbesturen en de directies van het Bureau van de Universiteit, het Kernfysisch Versneller Instituut (KVI), het CIT en de Universiteitsbibliotheek (UB).
4 Bericht van de Raad van Toezicht
Universitaire Commissie Functiebeperkte Studenten 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij
De Universitaire Commissie voor Functiebeperkte studenten (UCF) evalueert het huidige beleid van de RUG voor studenten met een functiebeperking en adviseert het CvB over wijzigingen in dit beleid.
19 2. Onderwijs
Universitaire Commissie Studentenbeleid
28 3. Research en valorisatie
De Universitaire Commissie voor het Studentenbeleid (UCS) adviseert, gevraagd of ongevraagd, het CvB, of door tussenkomst van het College, aan de Universiteitsraad en de faculteiten.
37 4. Internationalisering
Universitaire Commissie voor de Wetenschapsbeoefening 42 5. Bedrijfsvoering
De Universitaire Commissie voor de Wetenschapsbeoefening (UCW) is een onafhankelijke adviescommissie van het CvB.
54 6. Financiën
Universitaire Commissie voor het Onderwijs 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
De Universitaire Commissie voor het Onderwijs (UCO) adviseert het CvB, gevraagd en ongevraagd, over de onderwijsaangelegenheden van de RUG.
67
J a a r v e r s l ag 2012
Bijlage 4 Nevenfuncties leden college van bestuur
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Functie
Organisatie
Gehonoreerd
Voorzitter College van Bestuur Voorzitter van het Algemeen Bestuur Voorzitter Raad van Toezicht Voorzitter Lid Lid Voorzitter Stuurgroep Lid Raad van Advies Voorzitter Vicevoorzitter Lid Stuurgroep Lid Raad van Advies Lid Raad van Bestuur Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Advies Lid Adviescollege Lid Supervisory Board Lid Supervisory Board Lid Supervisory Board Lid Algemeen Bestuur Lid van het Bestuur Lid van het Bestuur Lid van het Bestuur Lid van het Bestuur Lid van het Bestuur Lid Voorzitter Stichtingsraad Lid
Stichting Academische Opleidingen Groningen Groninger Universiteitsfonds VSNU Stuurgroep Personeel en Organisatie Algemeen Bestuur VSNU Medisch Algemeen Bestuur VSNU Energy Academy Europe Energy Academy Europe Dagelijks Bestuur Stichting Ubbo Emmius Fonds Algemeen Bestuur Stichting Ubbo Emmius Fonds Sectorplan Sportonderzoek en -onderwijs 2011-2016 Hansa Energy Corridor Energy Delta Gas Research Stichting Energy Valley INCAS3 Zorggroep Leveste Middenveld Healthy Ageing Network Noord-Nederland Heroverweging medezeggenschap Topinstituut BioMedische Materialen LifeLines Carbohydrate Competence Center Groningen Confucius Instituut Nederlands Antilliaanse Stichting Klinisch Hoger Onderwijs Association Energy Delta Institute Association of Arab and European Universities Nederlandse Wetenschappelijke Instituten in het Buitenland European Medical School Oldenburg-Groningen Kernteam Bestuurlijk Platform Sensor Universe Stichting Behoud Groene Hortus M2i Materials innovation institute
nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja (*) ja (*) nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
68
J a a r v e r s l ag 2012
Functie
Organisatie
Gehonoreerd
Honorair Consul-Generaal Lid Lid Lid Lid
Republiek Korea Stuurgroep Akkoord van Groningen Netherlands Academy of Technology and Innovation Task Force Philips Ecostructuur Noord-Nederland Task Force Healthcare
ja* nee nee nee nee
Lid College van Bestuur Lid Raad van Toezicht Voorzitter Raad van Toezicht Vicevoorzitter van het Bestuur Voorzitter Raad van Commissarissen Lid van de Raad Vicevoorzitter Lid van het Bestuur Lid van het Bestuur Lid van het Bestuur Lid
Stichting LOFAR Stichting Openbaar Onderwijsgroep Groningen Stichting CMO Groningen RUG Houdstermaatschappij Raad van Afgevaardigden SURF Stichting Business Generator Groningen Stichting Academische Opleidingen Groningen Stichting CUBE050 Stichting Het Fonds Ondernemend Groningen VSNU Stuurgroep Governance en Financiën
nee ja nee nee nee nee nee nee nee nee
Rector Magnificus Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Advies Secretaris-penningmeester Bestuur Lid van het Bestuur Voorzitter Bestuur Macro-economisch adviseur Lid
Groninger Universiteitsfonds Groningen Confucius Instituut Stichting Nicolaas Mulerius Fonds Energy Delta Institute Eric Bleumink Fonds Theodoor Gilissen Services VSNU Stuurgroep Onderzoek en Valorisatie
nee nee nee nee nee ja nee
* honorering wordt door de RUG ontvangen.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
69
J a a r v e r s l ag 2012
Bijlage 5 Nevenfuncties leden raad van toezicht T.H.J. Joustra (voorzitter) Voorzitter Voorzitter Voorzitter Voorzitter Voorzitter Lid Lid Lid Lid President
Onderzoeksraad voor Veiligheid Dutch Milk Foundation Raad van Toezicht FORUM, instituut voor multiculturele vraagstukken Raad van Advies G4S Group Raad van Toezicht LSG-Rentray Raad van Advies Struik Food Group Bestuur Nationaal Groenfonds Raad van Toezicht Staatsbosbeheer Raad van Advies College Bescherming Persoonsgegevens Commissaris Development Company Greenport Venlo
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering
J.G.M. Alders Voorzitter Energie-Nederland Voorzitter Pensioenfonds Zorg en Welzijn Voorzitter Alderstafels Schiphol, Eindhoven en Lelystad Voorzitter Commissie Shared Vision KLM/Schiphol Voorzitter Overlegorgaan Infrastructuur en Milieu Voorzitter Raad van Toezicht Groninger Forum Voorzitter Raad van Toezicht Universitair Medisch Centrum Groningen Voorzitter Raad van Commissarissen Academische Opleidingen Groningen Contractonderwijs Voorzitter Raad van Toezicht Stichting TKI Biobased Economy Lid Raad van Commissarissen Lysias Consulting Group Lid Dagelijks Bestuur VNO-NCW Member Board Eurelectric Member Board Eurogas Ambassadeur Platform Biodiversity Ecosystems and Economy
54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
G. Lycklama à Nijeholt Voorzitter Voorzitter
Bestuur Stichting Fonds 1818 tot Nut van het Algemeen Raad van Toezicht Transparant, Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg
70
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
J a a r v e r s l ag 2012
J. Oosterveld Lid Lid Lid
Raad van Bestuur Barco, Kortrijk Board of Directors Cookson, Londen Board of Directors Candover, Londen
A.A.M. Schaafsma Rector Voorzitter Voorzitter
Willem Lodewijk Gymnasium Groningen Samenwerkingsverband voor christelijke VO-scholen in Groningen Stuurgroep SWV Passend Onderwijs VO Groningen (i.o.)
71
J a a r v e r s l ag 2012
Bijlage 6 Samenstelling Centrale Organen Raad van Toezicht
Managementberaad
T.H.J. Joustra, voorzitter J.G.M. Alders mw. G. Lycklama à Nijeholt J. Oosterveld mw. A.A.M. Schaafsma
J. de Jeu, voorzitter mw. J.C.H.G.M. Bottema, Facilitair Bedrijf W. Heinen, Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap per 1-1-2013 E.C.W. Dietrich, Letteren T. van Duinen, Economie en Bedrijfskunde mw. G. Groen, Ruimtelijke Wetenschappen mw. M. Hids-Kemper, Wijsbegeerte K.H.K.J. Jungmann, Kernfysisch Versneller Instituut tot 1-12-2012 C.G.M. Sterks, a.i. Kernfysisch Versneller Instituut per 1-12-2012 C.G.M. Sterks, Centrum voor Informatie Technologie A.J. Kee, Universitair Medisch Centrum Groningen – O&O mw. R.J. Landeweerd, Gedrags- en Maatschappijwetenschappen mw. M. Nieboer, Universiteitsbibliotheek mw. M.C. Buigel-de Witte, Rechtsgeleerdheid H.D. Veldhuis, Wiskunde en Natuurwetenschappen L. Verveld, Bureau van de Universiteit
College van Bestuur S. Poppema, voorzitter J. de Jeu, lid E. Sterken, rector magnificus 2 Inhoud
College van Decanen 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
E. Sterken, voorzitter M.V.B.P.M. van Hees, Wijsbegeerte H.A.L. Kiers, Gedrags- en Maatschappijwetenschappen J. Knoester, Wiskunde en Natuurwetenschappen G.H. van Kooten, Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap F. Kuipers, Universitair Medisch Centrum Groningen – O&O I. Hutter, Ruimtelijke Wetenschappen J.H. Garretsen, Economie en Bedrijfskunde J.B. Wezeman, Rechtsgeleerdheid mw. G.C. Wakker, Letteren
72
J a a r v e r s l ag 2012
Universiteitsraad
Studentenfractie
Presidium
Studenten Organisatie Groningen M. de Wit, voorzitter H.C. Raaphorst, vicevoorzitter W.G. van Ginkel M. Koopmans mw. D.Y. Saris J.W. Stoffer R. Swain
mw. H.J. Mast, voorzitter mw. D.Y. Saris, vicevoorzitter mw. A. Aarens, griffier
Personeelsfractie
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
D.J. Fokkinga, voorzitter E.H. van Leeuwen, vicevoorzitter A.H.M. de Baets B.A.A. Beijer J.R. Blaauw mw. K.E. Gardiner mw. E.F. de Jong mw. A. Kok mw. H.J. Mast R.J. van Ouwerkerk N. Petkov J. Visser
Groninger Studentenbond H.B. Bos, voorzitter
Calimero mw. B. Harkema, voorzitter mw. G.I.E. Wals, vicevoorzitter K. Tervooren mw. M. Peters
*Per 31 december 2012 tenzij anders vermeld
73
J a a r v e r s l ag 2012
Bijlage 7 Stakeholders* I. Informatievoorziening** Stakeholders Medium
intern
2 Inhoud
studenten alle medewerkers nieuwe medewerkers wetenschappelijk personeel hoogleraren bestuurders
4 Bericht van de Raad van Toezicht
alumni + relaties
6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
alumni algemeen alumni buitenland leden alumnikringen donateurs JSM donateurs EBF bestuursleden UEF alumni op sleutelposities partners nieuwe medewerkers
videomagazine Unifocus, brochures e.d. Unifocus, brochures, folders enz. introductie nieuwsbrief ‘Innovatieflits’ nieuwsbrief ‘Outline’ digitale nieuwsbrief ‘Post Europe’
alumnimagazine ‘Broerstraat 5’ online alumninetwerk (regionale) alumnikringen nieuwsbrief ‘International Newsletter’ (internationale) alumnikringen speciale nieuwsbrieven nieuwsbrief Junior Scientific Masterclass nieuwsbrief Eric Bleumink Fonds nieuwsbrief Ubbo Emmius Fonds nieuwsbrief ‘Outline’ introductie
42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen * Het gaat hier over het algemeen-universitaire (‘corporate’) niveau. Informatie die wordt verspreid door
77 Verkorte jaarrekening
afzonderlijke faculteiten en andere eenheden blijft buiten beschouwing. ** Informatievoorziening via de website en het interne netwerk is een wezenlijk en alom tegenwoordig
87 Kerncijfers en kengetallen
onderdeel van de ocmmunicatie. In dit overzicht wordt zij echter kortheidshalve niet vermeld.
74
J a a r v e r s l ag 2012
Stakeholders Medium
aspirant-medewerkers toekomstige medewerkers
advertenties
aspirant-studenten studiekiezers studiebrochures diverse voorlichtingsevenementen
ouders van aankomende studenten van huidige studenten
voorlichtingsdag ouders aankomende studenten ouderdag
pers en publiek
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij
algemeen + pers algemeen landelijk regionale pers algemeen internationaal
middelbare scholen
42 5. Bedrijfsvoering
- rectoren - decanen - docenten - leerlingen - leerlingen basisscholen
54 6. Financiën
business & community
19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
nieuwsbrief; persberichten, videomagazine Unifocus RUG-Jaarverslag brochure ‘Jaarbeeld’ brochure ‘Passion & Performance’ brochure ‘Facts & Figures’ wekelijks mediaoverleg brochures ‘Annual Review’, ‘Passion & Performance’
- bedrijfsleven + relaties - bedrijfsleven - geïnteresseerden
rectorenseminar digitale nieuwsbrief docentennetwerk Scholierenacademie Discovery (rondreizend lab) alfa-, bèta- en gammasteunpunten webklassen colleges Kinderuniversiteit
nieuwsbrief ‘Outline’ RUG-nieuwsbrief, RUG-persberichten Jaarverslag Dierexperimenten Jaarverslag Wetenschapswinkels
75
J a a r v e r s l ag 2012
II. Regulier overleg Stakeholders Gremium
studenten medewerkers werknemersverenigingen alumni alumni + relaties gemeente Groningen UMCG & Hanzehogeschool decanen scholen
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
U-raad en Faculteitsraad U-raad, Faculteitsraad en Dienstraad Lokaal Overleg alumnikringen Topontmoetingen Allersmaborg Akkoord van Groningen Akkoord van Groningen Decanendag
77
J a a r v e r s l ag 2012
Verkorte jaarrekening 2012
Algemeen De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (WJZ 2007/50507) welke nader is uitgewerkt in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving RJ660, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze richtlijn is met ingang van 1 januari 2008 geldend. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. De balans is opgesteld volgens het systeem van oplopende liquiditeit. In de Jaarrekening zijn de uitkomsten van vijf andere rechtspersonen geconsolideerd. Het betreft de Stichting Academische Opleidingen Groningen, Stichting University Guesthouse, Applied NanoSystems BV, Universitair Opleidingscentrum Groningen market BV en RUG Houdstermaatschappij BV.
Staat van baten en lasten De Staat van baten en lasten bestaat uit een totaaloverzicht van baten en lasten, alsmede specificaties naar 2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij
hoofdkostenplaatsen en opbrengsten- en kostencategorieën. De investeringen in apparatuur en gebouwen zijn verantwoord ten laste van de investeringsfondsen. Afschrijvingen komen ten laste van de Staat van baten en lasten en worden ten gunste van de investeringsfondsen geboekt. De baten en lasten zijn verantwoord volgens het prestatiebeginsel, hetgeen wil zeggen dat als de prestatie is geleverd, de opbrengsten dan wel de kosten als gerealiseerde baten c.q. lasten zijn verantwoord. Indien de daadwerkelijke ontvangst dan wel betaling nog niet heeft plaatsgevonden op verslagdatum dan is hiervoor een vordering c.q. schuld opgenomen. De Staat van baten en lasten over 2012 is als volgt:
19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening
Staat van baten en lasten (bedragen x € 1 mln) Rekening 2012 Baten Algemene inkomsten 384,5 Inkomsten van derden 228,4 Financiële baten 2,6 615,5 Lasten Personeelslasten 377,3 Overige lasten 237,1 614,4 Saldo baten en lasten 1,1
87 Kerncijfers en kengetallen De rekening 2012 sluit met een positief saldo van € 1,1 mln.
Rekening Begroting Begroting 2011 2012 2013 372,9 221,3 3,0 597,2
378,8 168,4 1,6 548,8
389,2 179,3 1,8 570,3
366,4 229,1 595,5 1,7
351,8 195,5 547,3 1,5
364,0 194,8 558,8 11,5
78
J a a r v e r s l ag 2012
De Staat van baten en lasten gespecificeerd naar opbrengsten en kostencategorieën is als volgt. Overzicht baten en lasten naar soort Baten Boekjaar Boekjaar Lasten Boekjaar Boekjaar 2012 2011 2012 2011
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht
Personeelslasten Algemene inkomsten - Lonen en salarissen 264,6 - Rijksbijdragen 330,1 325,9 - Sociale lasten 26,3 - Overige overdrachten - Pensioenpremies 36,9 - Collegegelden 54,4 47,0 - Wachtgelden 3,8 384,5 372,9 - Overige personele lasten 45,7 Inkomsten van derden 377,3 - Contractonderwijs 7,1 6,2 Materiële lasten - Contractonderzoek 167,5 145,4 - Afschrijvingen 37,9 - Overige baten 53,8 69,7 - Huisvestingslasten 40,5 228,4 221,3 - Overige instellingslasten 158,7 237,1 Financiële baten 2,6 3,0 Financiële lasten Totaal baten 615,5 597,2 Totaal lasten 614,4
6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
Het boekjaar 2012 is afgesloten met een positief resultaat van € 1,1 mln en is toegevoegd aan de bestemmingsreserve. Onderstaand een specificatie van de bestemming van het resultaat naar hoofdkostenplaatsen. Bestemming resultaat Resultaat Algemene Bestemmingsreserve Bestemmings reserve fonds Centrale Decentrale Decentrale reserve reserves reserves RUG regulier projecten
42 5. Bedrijfsvoering
77 Verkorte jaarrekening
Faculteiten Overige kostenplaatsen - Bestuur- en beheer - Ondersteunende eenheden - Overige eenheden - Verbonden partijen
87 Kerncijfers en kengetallen
1,1
54 6. Financiën 61 Bijlagen
0,9
2,3
-1,4
0,4 0,1 0,3 1,2 1,0 0,2 -1,7 11,8 -16,8 3,3 0,3 0,0
11,8
-13,4
2,4
0,3 0,3
260,8 23,3 34,7 3,9 43,7 366,4 44,2 38,2 146,7 229,1 595,5
79
J a a r v e r s l ag 2012
Kasstroom De korte termijn liquiditeiten zijn in 2012 toegenomen met een bedrag van € 34,3 mln. De kasstroom uit operationele activiteiten heeft voor € 1,1 mln betrekking op het resultaat, voor € 41,1 mln op afschrijvingen en mutaties voorzieningen en voor € 21,7 mln op mutaties in het werkkapitaal. De kasstroom uit investeringsactiviteiten heeft voor € -26,1 mln betrekking op investeringen in materiële vaste activa en voor € 5,2 mln op financiële vaste activa.
2 Inhoud
Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1 mln)
2012
2011
2010
Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten
63,9 -20,9 -8,7
68,1 -47,3 -0,1
61,3 -58,5 8,4
Mutatie liquide middelen
34,3
20,7
11,2
Overzicht bezoldigingen CvB / RvT (bedragen x € 1000) Voorzitter CvB
Rector magnificus
Lid CvB
4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij
2012 1/1- 31/12
2011 1/1-31/12
2012 1/1- 31/12
2011 1/3- 31/12
Belastbaar loon Werkg./werkn. bijdrage pensioen/FPU
201,9 35,2
188,8 49,8
167,4 28,1
129,7 27,3
Totalen
237,1
238,6
195,5
157,0
2012 1/1-31/12
2011 1/1-31/12
161,4 28,1
19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Aan de gezamenlijke leden van de Raad van Toezicht is in 2012 k€ 55,0 (2011 k€ 55,0) aan toelage betaald.
189,5
0,0
80
J a a r v e r s l ag 2012
Balans
De geconsolideerde balans per 31 december 2012 ziet eruit als volgt:
Balans per 31 december 2012 (bedragen x € 1 mln) ACTIVA PASSIVA 2012 2011 Vaste activa Materiële vaste activa 428,2 440,0 Eigen vermogen Financiële vaste activa 33,1 38,3 Totaal vaste activa 461,3 478,3 Vreemd vermogen Voorzieningen Vlottende activa Langlopende schulden Voorraden 1,8 0,8 Kortlopende schulden Vorderingen 72,6 81,3 Totaal vreemd vermogen Liquide middelen 140,1 105,8 Totaal vlottende activa 214,5 187,9 675,8 666,2
2012
2011
448,8
447,7
29,6 0,7 196,7 227,0
26,4 9,3 182,8 218,5
675,8
666,2
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht
Toelichting op de balans (bedragen x € 1 mln)
6 Voorwoord
Materiële vaste activa De materiële vaste activa wordt gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs minus de afschrijving. De afschrijvingstermijn voor het onroerend goed is gebaseerd op ministeriële voorschriften. De afschrijvingstermijn voor inventarissen en apparatuur is bepaald op de verwachte economische levensduur.
11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën
Gebouwen Werk in Totaal Inventaris en uitvoering onroerend en terreinen goed apparatuur
Totaal vaste activa
Verkrijgingsprijs t/m 2011 Afschrijvingen t/m 2011 Boekwaarde per 31/12/2011 Investeringen 2012 Desinvesteringen 2012 Afschrijvingen 2012
662,0 41,3 -300,9 361,1 41,3 17,1 0,8
703,3 -300,9 402,4 17,9
96,8 -59,2 37,6 8,2
800,1 -360,1 440,0 26,1
-28,2
-28,2
-9,7
-37,9
350,0
392,1
36,1
428,2
61 Bijlagen 42,1
77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
p wetenschappelijke boekwerken wordt niet afgeschreven en zijn als p.m. op de balans gewaardeerd. De O verkrijgingsprijs van de in bezit zijnde wetenschappelijke boekwerken bedraagt per ultimo 2012 ca. € 90 mln.
81
J a a r v e r s l ag 2012
Financiële vaste activa De deelnemingen in rechtspersonen zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. De overige Financiële vaste activa is gewaardeerd tegen reële waarde. Boekwaarde Investeringen Verstrekte Aflossingen Boekwaarde per / dotaties leningen / afwikkeling per 01/01/2012 2012 2012 2012 31/12/2012 Deelnemingen in rechtspersonen Leningen aan rechtspersonen Obligatieleningen / deposito’s
5,1 0,2 3,2 -0,1 0,1 -0,4 30,0 -5,0
5,3 2,8 25,0
38,3
33,1
0,1
0,1
-5,4
2 Inhoud
Voorraden De activiteiten van de RUG kunnen worden opgesplitst in BTW-plichtige en vrijgestelde activiteiten. Voor de uitvoering van beide activiteiten beschikt de RUG over enkele magazijnen. De voorraden worden gewaardeerd op verkrijgingsprijzen onder toepassing van de FIFO-methode (“first in, first out”) of lagere opbrengstwaarde. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. De voorraden zijn op de balans gewaardeerd voor € 1,8 mln (2011 € 0,8 mln).
4 Bericht van de Raad van Toezicht
Vorderingen
6 Voorwoord
31/12/2012 31/12/2011
19 2. Onderwijs
Debiteuren Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap inz. kasbeperkingen Studenten (inzake collegegelden) Overige vorderingen Overlopende activa
10,3 2,6 18,4 38,5 2,8
12,1 2,6 17,7 44,7 4,2
28 3. Research en valorisatie
72,6
81,3
11 1. Maatschappij
37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Vorderingen worden gewaardeerd tegen reële waarde. Op de vorderingen is een voorziening ad € 0,1 mln wegens dubieuze debiteuren in mindering gebracht.
82
J a a r v e r s l ag 2012
Liquide middelen 31/12/2012 31/12/2011 Kassen Banken Rekening courant Deposito’s (kortlopend) Verbonden partijen
0,2 25,4 4,4 108,4 1,7
0,2 11,4 6,4 86,4 1,4
140,1
105,8
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De liquide middelen staan ter vrije beschikking. Eigen vermogen Saldo Exploitatie Mutaties Saldo per saldo 2012 per 01/01/2012 2012 31/12/2012 2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
Algemene reserves Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsfonds (publiek) Bestemmingsfonds (privaat)
440,0 -11,8 4,8 0,7 11,8 1,5 0,1 1,4 0,3
428,2 17,3 1,6 1,7
447,7
448,8
77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
54 6. Financiën 61 Bijlagen
0,0
Voorzieningen Saldo D otaties Onttrekkingen Vrijval Saldo per 2012 2012 2012 per 01/01/2012 31/12/2012 Werkloosheidsuitkeringen Reorganisatie ADV-dagen WIA / ERD Ambtsjubilea Algemene personeelsvoorziening Profileringsfonds Milieurisico Overige voorzieningen
42 5. Bedrijfsvoering
1,1
2,4 -0,1 -0,1 2,6 -0,2 -0,2 0,6 0,1 -0,2 3,0 -0,7 3,8 0,3 -0,3 4,2 0,8 -0,4 1,4 1,6 -1,5 3,4 4,1 5,0 26,4
6,9
-2,7
-1,0
2,2 2,2 0,5 2,3 3,8 4,6 1,5 7,5 5,0 29,6
83
J a a r v e r s l ag 2012
Toelichting Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Ten behoeve van de lopende werkloosheidsverplichtingen is per ultimo 2012 een voorziening opgenomen van € 2,2 mln. Deze voorziening is gevormd op basis van een berekening van de verplichtingen inzake de oude werkloosheidsuitkeringen en de jaarlijkse lasten van de nieuwe werkloosheidsuitkeringen. De reorganisatievoorziening is gevormd ter dekking van kosten welke direct verband houden met een reorganisatie. De voorziening wordt getroffen indien per balansdatum een geformaliseerd reorganisatieplan aanwezig is en dat de verwachting voorhanden is dat de reorganisatie zal worden uitgevoerd.
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht
In de universitaire arbeidsvoorwaarden is opgenomen, dat medewerkers t/m 2004 onder bepaalde voorwaarden hun ADV-dagen mochten sparen om ze in de vorm van vroegtijdig vertrek te mogen opnemen. Gedurende deze periode loopt de bezoldiging door en zal de vervanging van deze medewerkers door de desbetreffende eenheden moeten worden geregeld. Voor de hieruit voortvloeiende financiële verplichtingen is in de jaarrekening de voorziening ADV-dagen opgenomen.
6 Voorwoord 11 1. Maatschappij
De voorziening WIA/ERD is in 2010 gevormd voor de verplichtingen voortvloeiend uit het eigenrisicodragerschap ten aanzien van de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), vallende onder de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA).
19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie
De voorziening Ambtsjubilea is gevormd voor de verplichtingen voortvloeiend uit de toekomstige jubileumuitkeringen van de huidige medewerkers. Waardering vindt plaats tegen contante waarde. Er is rekening gehouden met een disconteringsvoet van 4%.
37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën
De Algemene Personeelsvoorziening bestaat uit de voorziening verlofspaarregeling 50+ en de voorziening sociaal beleid UMCG O&O. Met ingang van 2007 hebben medewerkers van 50 jaar en ouder de mogelijkheid om maximaal 120 uur per jaar te sparen ten behoeve van de geleidelijke afbouw van de werktijd in de periode voorafgaand aan het pensioen. Voor de hiermee gepaard gaande vervangingslasten heeft de RUG een voorziening getroffen.
61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Het profileringsfonds is berekend op basis van de verplichtingen die de universiteit per balansdatum uit hoofde van deze regeling heeft.
84
J a a r v e r s l ag 2012
De voorziening milieurisico is met ingang van 2010 gevormd voor de verplichtingen voortvloeiend uit het verwijderen van aanwezige milieuvervuiling in gebouwen (asbest) op basis van de vigerende wetgeving. De omvang van de voorziening wordt vastgesteld op basis van de nominale waarde van de huidige ervaringscijfers en besluitvorming inzake milieusanering. Langlopende schulden 31/12/2012 31/12/2011
2 Inhoud
ABN-AMRO 0,7 UMCG / Eriba
0,8 8,5
9,3
0,7
Toelichting De langlopende schulden worden gewaardeerd tegen reële waarde. De langlopende schuld met betrekking tot de ABN-AMRO hangt samen met een tweetal leningen o/g inzake het Cultureel Studentencentrum Usva. Dit betreft een annuïteitenlening met een looptijd t/m 2019 en een lening met een looptijd t/m 2020. De rentevoet van beide leningen bedraagt 5%. Zekerheden zijn niet gesteld. Daarnaast is in 2010 een langlopende schuld opgenomen met betrekking tot het UMCG inzake Eriba. Deze schuld is in 2012 afgelost.
4 Bericht van de Raad van Toezicht Kortlopende schulden 31/12/2012 31/12/2011 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie
Onderhanden werk Gedeclareerde termijnen Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden inzake pensioen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
-46,3 52,1 8,8 12,6 3,6 17,2 148,7
-42,5 49,7 8,4 11,6 3,3 17,8 134,5
196,7
182,8
37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Toelichting Het onderhanden werk heeft betrekking op projecten die in opdracht van derden worden uitgevoerd en die op balansdatum nog niet gereed zijn. Het onderhanden werk is gewaardeerd tegen de direct toegerekende kosten van arbeid en materiaal met een opslag voor indirecte kosten van personele lasten. Gedeclareerde termijnen / ontvangen voorschotten worden in mindering gebracht op het onderhanden werk. Winstneming van door derden gefinancierde projecten is bepaald volgens de “completed-contractmethod”. Verwachte verliezen worden in de staat van baten en lasten opgenomen.
85
J a a r v e r s l ag 2012
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan het bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen
2 Inhoud
Bijgesloten samengevatte jaarrekening, bestaande uit de samengevatte balans per 31 december 2012, en de samengevatte winst-en-verliesrekening over 2012 met bijbehorende toelichtingen, zijn ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening van de Rijksuniversiteit Groningen per 31 december 2012. Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarrekening in onze controleverklaring van 8 april 2013. Desbetreffende jaarrekening en deze samenvatting daarvan, bevatten geen weergave van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden sinds de datum van onze controleverklaring van 8 april 2013. De samengevatte jaarrekening bevat niet alle toelichtingen die zijn vereist op basis van Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012. Het kennisnemen van de samengevatte jaarrekening kan derhalve niet in de plaats treden van het kennisnemen van de gecontroleerde jaarrekening van de Rijksuniversiteit Groningen.
4 Bericht van de Raad van Toezicht
Verantwoordelijkheid van het bestuur
6 Voorwoord
Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een samenvatting van de gecontroleerde jaarrekening in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in de toelichting.
11 1. Maatschappij
Verantwoordelijkheid van de accountant
28 3. Research en valorisatie
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de samengevatte jaarrekening op basis van onze werkzaamheden, uitgevoerd in overeenstemming met Nederlands Recht, waaronder de Nederlandse Standaard 810, “Opdrachten om te rapporteren betreffende samengevatte financiële overzichten” en het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012.
37 4. Internationalisering
Oordeel
42 5. Bedrijfsvoering
Naar ons oordeel is de samengevatte jaarrekening in alle van materieel belang zijnde aspecten consistent met de gecontroleerde jaarrekening van de Rijksuniversiteit Groningen per 31 december 2012 en in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in de toelichting.
19 2. Onderwijs
54 6. Financiën Groningen, 8 april 2013 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. drs. A.M.P. van den Belt RA
87
J a a r v e r s l ag 2012
Kerncijfers en kengetallen
Collegejaar
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij
2012-2013
2011-2012
Studenten Ingeschreven per 1 oktober (excl. extraneï en neveninschrijvingen aan actuele instelling) Totaal 27.345 27.962 Marktaandeel RUG 11,2% 11,2% Waarvan met buitenlandse nationaliteit 2.974 2.723 % met buitenlandse nationaliteit 10,9% 9,7% Ingeschreven studenten per inschrijvingsvorm Voltijd 26.602 27.052 Deeltijd 705 873 Duaal 38 37 Ingeschreven studenten per opleidingsfase Propedeuse-bachelor 8.265 8.936 Bachelor 10.330 11.007 Master 8.750 7.888 Instroom: eerstejaars-instelling RUG Bachelor Master Totaal Marktaandeel
2010-2011
2009-2010
2008-2009
27.509 11,2% 2.214 8,0%
26.678 11,3% 1.819 6,8%
25.082 11,3% 1.362 5,4%
26.548 931 30
25.786 863 29
24.261 787 34
9.397 10.732 7.380
9.771 11.015 5.822
9.309 9.726 2.679
5.424 717 6.141 9,9%
5.653 650 6.303 10,2%
5.390 581 5.971 9,5%
5.921 527 6.448 10,4%
5.317 463 5.780 10,4%
Buitenlandse gaststudenten
1.100
1.025
1.008
728
857
42 5. Bedrijfsvoering
Bekostiging bekostigde inschrijvingen RUG bekostigde graden RUG
17.453 n.b.
16.736 7.735
16.417 6.586
14.679 5.624
14.461 5.531
54 6. Financiën
Diploma’s behaald in collegejaar n.b. n.b. n.b. n.b. n.b.
4.487 4.717 12,9% 4.014 10,1%
4.461 3.699 11,9% 3.701 10,8%
3.931 3.276 11,9% 3.059 10,3%
3.761 3.178 12,1% 2.823 10,3%
19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Propedeusediploma’s Bachelordiploma’s Marktaandeel RUG Masterdiploma’s Marktaandeel RUG
88
J a a r v e r s l ag 2012
Kalenderjaar
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
2012
2011
2010
2009
2008
Onderzoek1 Inzet WP (fte, som alle drie geldstromen) Marktaandeel RUG Promoties Marktaandeel RUG Wetensch. Publicaties (incl. dissertaties) Marktaandeel RUG Subsidie toekenningen NWO (M€) Marktaandeel RUG (13 universiteiten)
1.833 n.b 436 n.b 6.352 n.b. n.b. n.b.
1.720 8,67% 399 10,42% 6.112 8,70% n.b. n.b.
1.701 8,99% 385 10,40% 6.228 9,05% 35,4 8,28%
1.479 7,96% 343 9,70% 5.396 8,26% 33,5 8,90%
1.406 7,87% 306 9,40% 5.638 8,53% 24,2 8,49%
Personeel in dienst RUG (excl. UMCG) WP Marktaandeel2 WP Met buitenlandse nationaliteit OBP Marktaandeel OBP Met buitenlandse nationaliteit Hoogleraren Marktaandeel hoogleraren UHD’s Marktaandeel UHD’s UD’s Marktaandeel UD’s Werknemer-promovendi Marktaandeel werknemer-promovendi Met buitenlandse nationaliteit Overig WP Marktaandeel overig WP Overig personeel Marktaandeel overig personeel
2.059 8,88% 704 1.575 9,24% 35 260 10,48% 195 9,53% 352 8,03% 690 8,47% 311 562 9,18% 562 9,18%
2.035 8,87% 655 1.621 9,42% 37 263 10,59% 203 9,91% 363 8,23% 624 7,69% 259 582 9,90% 582 9,90%
1.932 8,54% 572 1.688 9,62% 32 238 9,50% 218 10,50% 369 8,43% 553 7,18% 220 555 9,29% 555 9,29%
1.812 8,17% 478 1.627 9,35% 26 226 9,35% 223 10,98% 337 7,85% 505 6,74% 185 521 8,75% 521 8,75%
1.735 8,14% 401 1.573 9,36% 19 222 9,58% 217 10,78% 322 7,69% 508 7,09% 163 466 8,27% 466 8,27%
89
J a a r v e r s l ag 2012
Kalenderjaar
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht
2012
2011
2010
2009
2008
Personeel in dienst UMCG3 WP Met buitenlandse nationaliteit OBP Met buitenlandse nationaliteit Hoogleraren Werknemer-Promovendi4 Met buitenlandse nationaliteit
915 179 531 12 61 337 107
848 136 523 13 61 293 83
797 102 627 11 77 231 54
746 78 592 5 68 201 34
682 69 523 8 69 185 24
Overige promovendi Ubbo Emmius-bursalen Bernoulli-bursalen Nederlandse promotiestudenten Sandwich-bursalen
176 22 42 37
288 36 79 37
384 30 108 37
486 42 122 32
410 50 84 40
Door NWO bekostigd WP +OBP (fte) Marktaandeel door NWO bekostigd WP +OBP (13 univ.)
n.b. n.b.
n.b. n.b.
444,1 9,77%
405 9,18%
413 9,03%
6 Voorwoord 1
Onderzoekcijfers 2012 zijn nog voorlopig; cijfers 2008-2011 ontleend aan KUOZ-flex 2011 VSNU
11 1. Maatschappij
2
Marktaandelen personeel: % van landelijk totaal exclusief HOOP-gebied Gezondheid en exclusief student
19 2. Onderwijs
3
Uitsluitend medewerkers die financieel op de Onderwijs- en Onderzoeksbegroting van het UMCG drukken.
4
Inclusief MD/PhD’s
assistenten; bron: WOPI-flex 2012, VSNU/IR 29 apr 2013
28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
90
J a a r v e r s l ag 2012
Kerncijfers en kengetallen
2012
2011
2010
2009
2008
328,2 1,9 54,4 174,6 56,4
324,5 1,4 47,0 151,6 72,7
320,6 5,7 47,1 146,4 56,4
327,5 12,3 42,6 122,8 59,3
290,7 12,8 39,2 105,3 52,6
377,3 237,1 1,1
366,4 229,1 1,7
356,8 218,6 0,8
335,3 207,4 21,8
316,1 165,1 19,4
Vermogen (bedragen x € 1 mln) - Eigen Vermogen - Totaal vermogen - Solvabiliteitsratio
448,8 675,8 66%
447,7 666,2 67%
445,9 693,7 70%
445,1 608,9 73%
423,3 550,3 77%
11 1. Maatschappij
Liquiditeit (bedragen x € 1 mln) - Geldmiddelen - Beleggingen - Netto werkkapitaal - Current ratio (vlottende activa / kort vreemd vermogen)
140,1 25,0 42,8 1,1
105,8 30,0 35,1 1,0
85,1 30,5 29,1 1,0
73,9 30,5 42,4 1,1
60,8 35,0 47,1 1,1
19 2. Onderwijs
Kengetallen
2012
2011
28 3. Research en valorisatie
eigen vermogen Solvabiliteit totaal vermogen
x 100%
66%
67%
vlottende activa Liquiditeit (current ratio) kort vreemd vermogen
1,1
1,0
vlottende activa exclusief voorraden Liquiditeit (quick ratio) kort vreemd vermogen
1,1
1,0
0,2%
0,3%
Exploitatie (bedragen x € 1 mln) - Baten Rijksbijdrage (modeltoewijzing) Overige rijksbijdrage en overdrachten Collegegelden Contractonderzoek en -onderwijs Overige inkomsten - Lasten Personele lasten Overige lasten - Exploitatieresultaat
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
totaal resultaat Rentabiliteit (brutomarge) omzet
x 100%
91
J a a r v e r s l ag 2012
Meer informatie
Het ‘Jaarverslag 2011 Rijksuniversiteit Groningen’ legt verantwoording af over de belangrijkste feiten, resultaten en ontwikkelingen op het gebied van onderwijs, onderzoek, valorisatie, bedrijfsvoering en financiën. Het is eind juni 2013 gepubliceerd op de universitaire website: www.rug.nl/jaarverslag. Het jaarverslag wordt niet meer in gedrukte vorm ter beschikking gesteld. De samenstellers van het jaarverslag hebben gestreefd naar bondigheid, zonder de volledigheid te willen veronachtzamen. Waar nodig zijn er hyperlinks aangebracht naar relevante webpagina’s of documenten op het internet, die aanvullende informatie verschaffen. 2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
Perfectie is een moeilijk ideaal, dat niettemin het waard blijft na te streven. De lezer is van harte uitgenodigd commentaar te geven, tekortkomingen aan te wijzen of toevoegingen te suggereren. In een volgende editie van het jaarverslag kan de redactie daarmee haar voordeel doen. Ook vragen en andere opmerkingen zijn welkom.
11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Ons adres: Afdeling Communicatie RUG
[email protected] tel. 050-363 5445 Tot slot wordt de geïnteresseerde lezer geattendeerd op andere sites waar informatie met de status van (maatschappelijke) verslaggeving is te vinden: Prestatieafspraken 2012 http://www.rug.nl/about-us/who-are-we/strategy/ prestatieafspraak2012.pdf
Jaarbeeld 2011 Rijksuniversiteit Groningen Een algemeen overzicht gecombineerd met een journalistieke impressie van de belangrijke gebeurtenissen in 2011 en acht portretten van medewerkers. www.rug.nl/jaarbeeld Strategisch Plan 2010-2015 Rijksuniversiteit Groningen http://www.rug.nl/corporate/universiteit/strategie/strategischPlan. pdf Corporate brochure ‘Meet the University of Groningen’ http://www.rug.nl/corporate/universiteit/feitenEnCijfers/ corporatebrochure.pdf Jaarverslag Dierenexperimenteel Onderzoek http://www.rug.nl/umcg/research/animal-testing/ Jaarverslag Universiteitsbibliotheek www.jaarverslag.ub.rug.nl Jaarverslag Universiteitsmuseum http://www.rug.nl/science-and-society/university-museum/visitorinformation/jaarverslag-2012.pdf Jaarbericht Wetenschapswinkels http://www.rug.nl/science-and-society/science-shops/over-dewetenschapswinkels/jaarberichten/wwc26-2012.pdf Jaarverslag UMCG http://www.umcg.nl/SiteCollectionDocuments/UMCG/Publicaties/ Jaarverslag_UMCG280513_WEB%20DEFINITIEF.pdf
92
J a a r v e r s l ag 2012
Lijst van afkortingen
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
AESF Asia Europe Students’ Forum ADV Arbeidsduurverkorting AGIKO Assistent geneeskundige in opleiding tot klinisch onderzoeker AIO Assistent in opleiding AIOS Assistent in opleiding tot (medisch) specialist ALICE Artificial Intelligence and Cognitive Engineering AMD Arbo- en Milieudienst AOG Academische Opleidingen Groningen ARC ASEM Rectors’ Conference ARWU Academic Ranking of World Universities ASEAN Associaton of Southeast Asian Nations ASEF Asia European Foundation ASEM Asia Europe Meeting AUN ASEAN University Network AV audio- en visuele (hulpmiddelen) AZG Academisch Ziekenhuis Groningen AZIS Academische Zaken en Internationale Samenwerking (stafdienst) A&F Alumnirelaties en Fondswerving (stafdienst) BA Bachelor of Arts (academische titel) BALANS Leefstijlprogramma van de AMD/RUG (geen afkorting) BCN (Research School of ) Behavioural and Cognitive Neurosciences BKO Basiskwalificatie Onderwijs BKS Basiskwalificatie Studiebegeleiding BMM BioMedical Materials BREEAM BRE Environmental Assessment Method BSA Bindend Studieadvies BTW Belasting Toegevoegde Waarde bvo bruto vloeroppervlak BW Burgerlijk Wetboek
CATO CO2 Carbon Dioxide Capture, Transport and Storage CASE Council for Advancement and Support of Education CBN Centre for Behaviour and Neurosciences (onderzoekinstituut) CBRN Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire agentia CCC Carbohydrate Compentence Centre CEES Centre for Ecological and Evolutionary Studies (onderzoekinstituut) CEO Chief Executive Officer CIT (Donald Smits) Centrum voor Informatietechnologie CLRS Centraal Loket Rechtsbescherming Studenten CMI-NEN Centre for Medical Imaging CoREs Centres of Research Excellence cq. casu quo (in welk geval) CROHO Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs CRS Centre for Religious Studies CTMM Centre for Translational Molecular Medicine CUBE050 Creating and Upgrading Business and Entrepreneurship (in Groningen) CvB College van Bestuur CvD College van Decanen CVO Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap dr. doctor drs. doctorandus EAE EBF EC ECTS EDGAR EDReC EER
Energy Academy Europe Eric Bleumink Fonds European Credits (studiepunten) European Credits Transfer System Energy Delta Gas Researchprogramma Energy Delta Research Centre Europese Economische Ruimte
93
J a a r v e r s l ag 2012
EL&I Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (ministerie) ERIBA European Research Institute for the Biology of Ageing ERC European Research Council ESRIG Energy and Sustainability Research Institute Groningen EU Europese Unie
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie
FB FdL FEB FIFO FOM FRG FRW fte FWB FWN
Facilitair Bedrijf Faculteit der Letteren Faculteit Economie en Bedrijfskunde First In, First Out Fundamenteel Onderzoek der Materie (Stichting) Faculteit Rechtsgeleerdheid Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen fulltime equivalent Faculteit Wijsbegeerte Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen
GBB Groningen Biomolecular Sciences and Biotechnology (onderzoekinstituut) GCS Center for Social Complexity Studies GESP Groningen Energy and Sustainability Programme GIA Groningen Institute for Archeology GMW (faculteit) Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Gopher Groningen Organization for PhD Education and Recreation GRIP Groningen Research Institute for Pharmacy GUIDE Groningen University Institute for Drug Exploration
37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
HANN Healthy Ageing Network Noord-Nederland HBO Hoger Beroepsonderwijs HG Hanzehogeschool Groningen HLA Hoofdlijnenakkoord HO Hoger Onderwijs HOOP Hoger Onderwijs- en Onderzoeksplan HR Human Resources
ICT Informatie- en Communicatietechnologie iGEM international Genetically Engineered Machine competition IMDI Inovative Medical Devices Initiative ir. ingenieur ISB International Student Barometer IT Informatietechnologie ITM (Research) Institute of Technology and Management ITP International Training Project IVEM Centrum voor Energie- en Milieukunde JBI JSM JSPE JSPS
Johan Bernoulli Institute Junior Scientific Masterclass Jaarlijkse Strategische Personeelsenquête Japan Society for the Promotion of Science
KAPSARC King Abdullah Petroleum Studies and Research Centre KASP King Abdullah Scholarship Programme KFU King Faisal University KNAW Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen KUOZ Kengetallen Universitair Onderzoek KVI Kernfysisch Versneller Instituut k€ kilo-euro (100.000 euro) LLP LO LOFAR LOT
Lifelong Learning Programme Lokaal Overleg Low-Frequency Array radio telescope Landelijke Onderzoeksschool Taalwetenschap
MA MCCA MD MIT MJA MKB mln MPDI MPI
Master of Arts (academische titel) Mouse Clinic for Cancer and Aging research Medical Doctor (academische titel) Massachusetts Institute of Technology Meerjarenafspraak Midden- en Kleinbedrijf miljoen Medical and Pharmaceutical Drug Innovation Milieu Prestatie Indicatoren
94
MSc m€
J a a r v e r s l ag 2012
Master of Science (academische titel) miljoen euro (1.000.000)
NEXT (geen afkorting) afdeling voor carrièrebegeleiding NFU Nederlandse Federatie van UMC’s NHL Noordelijke Hogeschool Leeuwarden NICHE Netherlands Initiative for Capacity development in Higher Education institutions NKI Nederlands Kanker Instituut NOVA Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie Nuffic Netherlands Universities Foundation for International Cooperation NWO Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs
OBP OCW OER OV O&O
Ondersteunend en Beheerspersoneel Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ministerie) Onderwijs- en Examenreglement Openbaar Vervoer Onderzoek en Onderwijs
PDCA Plan-Do-Check-Act (of Adjust) PhD Doctor of Philosophy (graad) PRC Peer Review Commissie prof. professor PWC PriceWaterhouseCoopers P&R Park & Ride
28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
QANU Quality Assurance Netherlands Universities QS World University Ranking door het bedrijf Quacquarelli Symonds R&O Resultaat en Ontwikkeling R&V Research & Valorisatie RA registeraccountant RFF Rosalind Franklin Fellow RHM RUG Houdstermaatschappij RIE Risico-inventarisatie en -evaluatie RUG Rijksuniversiteit Groningen
RvT Raad van Toezicht SBE Stralingsbeschermingseenheid SBGG Stichting Business Generator Groningen SCSCR Skolkovo Centre for Stem Cell Research SHARE onderzoeksinstituut van RUG en UMCG SIAGD Seksuele Intimidatie, Agressie, Geweld en Discriminatie SEP Standaard Evaluatie Protocol SOG Studenten Organisatie Groningen SOM onderzoekschool Systems, Organization and Management SPR Sportvereniging Personeel Rijksuniversiteit/ Hanzehogeschool SPRINT Smart Mobility Devices with Improved Patient Prosthesis Interaction SSC Studenten Service Centrum StuNed Studeren in Nederland STW Stichting Technische Wetenschappen SURF Samenwerkende Universitaire Rekenfaciliteiten THE Times Higher Education (tijdschrift) TI Topinstituut TIFN Topinstituut Food & Nutrition TLG Transfer & Liaison Groep UB Universiteitsbibliotheek UCF Universitaire Commissie voor Functiebeperkte Studenten UCO Universitaire Commissie Onderwijs UCS Universitaire Commissie voor het Studentenbeleid UCW Universitaire Commissie voor de Wetenschapsbeoefening UC-OAS Universitaire Commissie Onderwijsagenda en -Strategie UD Universitair Docent UEF Ubbo Emmius Fonds UHD Universitair Hoofddocent UHG Universiteit-Hanzehogeschool Groningen (samenwerkingsverband) UK Universiteitskrant
95
J a a r v e r s l ag 2012
UMC Universitair Medisch Centrum (algemene aanduiding) UMCG Universitair Medisch Centrum Groningen UOCG Universitair Onderwijscentrum Groningen URSI Urban and Regional Studies Institute U-raad Universiteitsraad USVA Universitaire Stichting Vormingsactiviteiten U4 samenwerking universiteiten Gent, Groningen, Göttingen en Uppsala
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht
VNO-NCW werkgeversorganisatie (niet meer te beschouwen als afkorting) VO Voortgezet Onderwijs VSNU Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten Veni NWO-subsidie voor aankomende onderzoeker (geen afkorting) Vici NWO-subsidie voor gearriveerde onderzoeker (geen afkorting) Vidi NWO-subsidie voor gevorderde onderzoeker (geen afkorting) VWO Voortgezet Wetenschappelijk Onderwijs
6 Voorwoord
42 5. Bedrijfsvoering
WGA Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten WHW Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek WIA Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen WKO Warmte-Koude-Opslag WO Wetenschappelijk Onderwijs WOPI Wetenschappelijk Onderwijs Personeels Informatie WOPT Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens WP Wetenschappelijk Personeel
54 6. Financiën
ZIAM
11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Zernike Institute for Advanced Materials
96
J a a r v e r s l ag 2012
Verklarende begrippenlijst
alumnus Persoon die afgestudeerd of gepromoveerd is aan de universiteit/ bachelorrendement Het aantal of aandeel van studenten dat de bacheloropleiding tot een succesvol einde weet te brengen binnen de gestelde termijn. BALANS Programma ter bevordering van de gezondheid en fitheid van medewerkers bij de RUG. 2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht
basiskwalificatie Een bepaald niveau van behaalde vaardigheden en verworven kennis van zaken dat bijvoorbeeld een docent voor zijn of haar werk bereikt moet hebben.
6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs
Bernoulliborg Gebouw van de RUG op het Zernikecomplex, dat ruimte biedt aan de centrale afdelingen van de Faculteit Wiskunde en Natuurweten schappen en de afdelingen voor wiskunde, informatica en kunstmatige intelligentie.
28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
bindend studieadvies (BSA) Een mededeling van de instelling aan de student dat hij of zij de opleiding mag voortzetten of moet beëindigen (positief of negatief ).
42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Career services Het geheel van diensten die erop gericht zijn studenten (en soms ook alumni) te helpen bij het vinden van een baan of werk op de arbeidsmarkt. Broerstraat 5 Kwartaalblad van de RUG voor alumni en relaties, genoemd naar het adres van het Academiegebouw.
CareX Van oorsprong Gronings bedrijf dat leegstand in gebouwen (tijdelijk) wil verhelpen door zinvol maatschappelijk gebruik. College Caroussel Programma van een dag voor scholieren in 4 VWO om kennis te maken met wetenschap en universiteit. Het speelt zich af op vier locaties, gerelateerd aan de vier vwo-profielen. College van Bestuur Hoogste bestuursorgaan aan de universiteit. Confucius Instituut Samenwerkingsverband van RUG, Hanzehogeschool Groningen en de gemeente Groningen met de Communication University of China ter bevordering van de kennis over China. Het is onderdeel van een mondiaal netwerk, met steun van de Chinese overheid. CUBE050 Bureau dat student- en alumni-ondernemers van de Hanzehogeschool Groningen en de RUG en andere kennisintensieve ondernemers in de regio ondersteunt. dean Directeur van een onderdeel van de universiteit, anders dan een faculteit of diensteenheid, zoals het Honours College of de Graduate Schools. De functie is vergelijkbaar met die van een decaan. decaan Hoofd van het bestuur van een faculteit. Niet te verwarren met een studentendecaan.
97
J a a r v e r s l ag 2012
derde geldstroom Projectgebonden financiering, vaak van private instellingen maar ook van ministeries. docentenmobiliteit De mate waarin docenten in het kader van hun werkzaamheden korte of lange tijd in het buitenland verblijven. eerste geldstroom Financiering die direct afkomstig is van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Erasmus Mundus Een programma van de Europese Unie dat erop gericht is de academische samenwerking tussen Europa en de rest van de wereld te verbeteren. 2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
ERC Advanced Grant Onderzoekssubsidie van de European Research Council (van de EU) voor gevorderde onderzoekers van maximaal 3,5 mln euro voor 5 jaar. ERC Starting Grant Onderzoekssubsidie van de European Research Council (van de EU) voor aankomende onderzoekers van maximaal 2 mln euro voor 5 jaar. Europese Economische Ruimte (EER) Handelszone van de landen van de Europese Unie samen met Noorwegen en IJsland. Eric Bleumink Fonds (EBF) Fonds dat getalenteerde studenten en onderzoekers uit ontwikkelingslanden financieel steunt bij hun wetenschappelijke opleiding. Het wordt grotendeels gefinancierd door alumni van de RUG. European Research Council (ERC) Een organisatie die het wetenschappelijk onderzoek in Europa beoogt te bevorderen door middel van de financiering van excellente wetenschappers.
excellentietraject Een verzwaarde opleiding met toegevoegde onderdelen naast de reguliere studie, speciaal bedoeld voor getalenteerde en ambitieuze studenten. Faculteitsraad Medezeggenschapsraad voor het bestuur op facultair niveau, gekozen door en uit medewerkers en studenten van de betreffende facultair. fellowship beurs grant subsidie graduate school Organisatiestructuur die promovendi ondersteunt en begeleidt bij het volgen van (vervolg)onderwijs en het uitvoeren van onderzoek. harde knip Aanduiding om aan te geven dat de toegang tot het masteronderwijs slechts mogelijk is als het bachelordiploma gehaald is. Healthy Ageing Streven en beleid om mensen te begeleiden bij het ouder worden op een wijze die de mentale en lichamelijke fitheid bevordert. Honours College Onderwijsvorm die talentvolle en gemotiveerde studenten de kans biedt meer uit zichzelf te halen, door een programma naast reguliere bachelor- of masteropleiding. Hortuskwartier Gedeelte van de stad nabij het Noorderplantsoen, genoemd naar de voormalige hortus botanicus, waar de huisvesting van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen is geconcentreerd. Internationale Student Barometer Internationaal onderzoek onder studenten die aan een universiteit buiten hun land van herkomst studeren.
98
J a a r v e r s l ag 2012
Junior Honours College (JHC) Zomercursus voor getalenteerde leerlingen uit 5 vwo. Het programma van de JHC bereidt voor op het RUG Honours College voor bacheloren masterstudenten. Kinderuniversiteit Evenement waarbij kinderen van basisscholen een bezoek brengen aan de universiteit en een aangepast college mogen volgen. kwartaalsysteem Ook trimestersysteem genoemd, waarbij het onderwijsjaar is verdeeld in vier delen. Life Lines Onderzoeksprogramma bij het UMCG dat gedurende dertig jaar 165.000 inwoners behorende tot drie generaties in Noord-Nederland volgt. 2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord 11 1. Maatschappij
masteropleiding Tweede deel van de universitaire opleiding, volgend op het bachelordeel. minor Naast de hoofdstudie (‘major’) hebben studenten zich te verbreden door Algemeen Vormende Vakken (AVV) of bijvakken te kiezen, die samen een ‘minor’ kunnen vormen.
19 2. Onderwijs 28 3. Research en valorisatie
Milieuprestatie-indicator (MPI) Een aan de RUG ontwikkelde methode om de waarden van energieverbruik, afvalproductie en dergelijke te berekenen.
37 4. Internationalisering 42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën 61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
NEXT Afdeling bij de RUG voor carrièrebegeleiding van studenten. propedeuse Beginjaar van de bacheloropleiding, het eerste deel van een universitaire studie. Wordt afgesloten met een diploma. Quamatrix Informatie- en documentatiesysteem om overzicht te krijgen over evaluatieonderzoeken en vervolgacties
ranking Positie die verworven is een (internationale) ranglijst van een universiteit of specifieke onderdelen daarvan. rector magnificus Titel van de hoogleraar-directeur van de RUG, lid van het College van Bestuur, waarin ook de voorzitter van het CvB en de vicevoorzitter zitting hebben. Rosalind Franklin Fellowships Een prestigieus programma van de RUG dat erop gericht is getalenteerde, gepromoveerde vrouwelijke onderzoekers aan te trekken die streven naar een hoogleraarschap. Genoemd naar een belangrijke Britse chemicus. Scholierenacademie Onderwijs bij de RUG dat vwo-leerlingen uitdaagt om zich te verdiepen in extra lesstof en daarmee de stap van vwo naar de universiteit vergemakkelijkt. semestersysteem Indeling van het opleidingsjaar in twee delen. studentendecaan Persoon in dienst van de universiteit die studenten informeert en adviseert in allerlei voorkomende, vaak problematische situaties. studentenmobiliteit De mate waarin docenten in het kader van hun werkzaamheden korte of lange tijd in het buitenland verblijven. studierendement De mate waarin studenten hun opleiding met succes voltooien, binnen een gestelde termijn. Sustainable Society Het streven naar een samenleving die zich evenwichtig en duurzaam ontwikkelt is een van de drie speerpunten in de strategie van de RUG. De andere twee zijn Healthy Ageing en Energy.
99
2 Inhoud 4 Bericht van de Raad van Toezicht 6 Voorwoord
J a a r v e r s l ag 2012
tenure track Loopbaantraject of carrièrelijn voor wetenschappelijke medewerkers van de duur van ongeveer tien jaar. Bij succesvol verloop is een hoogleraarschap het vervolg.
Vidi Subsidievorm in het kader van de Vernieuwingsimpuls voor onderzoekers die na hun promotie al enkele jaren onderzoek hebben verricht.
tweede geldstroom Geldstroom die afkomstig is van zelfstandige publieke organisaties, zoals de NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek)
Veni Subsidievorm in het kader van de Vernieuwingsimpuls voor pas gepromoveerde onderzoekers.
Ubbo Emmius Fonds Organisatie die speciaal voor haar fondsenwerving is opgericht door de RUG, genoemd naar de eerste rector magnificus in 1614.
wetenschappelijke integriteit Wijze waarop onderzoek wordt uitgevoerd, met inachtneming van geschreven en ongeschreven regels van fatsoen en eerlijkheid, zoals het afwijzen van plagiaat.
Universiteitsraad Medezeggenschapsraad voor het bestuur van de gehele universiteit, gekozen door en uit medewerkers en studenten van de betreffende facultair.
wetenschapswinkel Bureau dat is gelieerd aan een faculteit. De wetenschapswinkels bemiddelen in vragen van non-profit organisaties naar specifieke kennis, zoals stage- en onderzoeksopdrachten voor studenten.
University College Brede driejarige bacheloropleiding met veel aandacht is voor humaniora, sociale wetenschappen, natuurwetenschappen en geneeskunde. Een centraal elemenent zijn leergemeenschappen.
Zerniketerrein of Zernikecomplex Uitgebreid gebied aan de noordelijke rand van de stad Groningen, waarin zich vele voorzieningen bevinden voor studenten, onderzoekers en ondernemingen.
11 1. Maatschappij 19 2. Onderwijs
U4 Samenwerkingsverband van de universiteiten Gent, Groningen, Göttingen en Uppsala.
28 3. Research en valorisatie 37 4. Internationalisering
valorisatie Het direct toepasbaar en economisch rendabel maken van (universitair) onderzoek voor de maatschappij (‘vermarkting’).
42 5. Bedrijfsvoering 54 6. Financiën
Vernieuwingsimpuls Een competitief programma dat talentvolle en creatieve onderzoekers een persoonsgebonden financiering biedt.
61 Bijlagen 77 Verkorte jaarrekening 87 Kerncijfers en kengetallen
Vici Subsidievorm in het kader van de Vernieuwingsimpuls voor senior onderzoekers die hebben aangetoond een eigen onderzoekslijn te kunnen ontwikkelen
Colofon Uitgave Afdeling Communicatie RUG Postbus 72 9700 AB Groningen Tel. 050 - 363 54 45 Fax 050 - 363 63 00
[email protected]
Redactie Gert Gritter, Communicatie Rutger Klein Nagelvoort, Academische Zaken Leo Wenneger, Financiële Administratie
Ontwerp Dorèl Extra Bold, Groningen
Fotografie Michel de Groot Jeroen van Kooten Elmer Spaargaren
Publicatie Groningen, juni 2013