Informatievergadering Bestuur en Beheer 27 augustus 2013 Orgaan: Locatie: Datum: Aanvang:
Informatievergadering Beheer/Bestuur Julianastraat 34, 5251 ED Vlijmen dinsdag 27 augustus 2013 19:30 uur
1.
Opening
2.
Vaststelling van de agenda Stukken Agenda bestuur en beheer 20130827
3.
Spreekrecht Samenvatting Volgens het Reglement van Orde kunt u inspreken of meespreken over agendapunt 5 t/m 7 . U meldt dit uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering bij de raadsgriffier, onder vermelding van het onderwerp.
Stukken In- en meespreken voor informatievergaderingen
4.
Besluitenlijst van dinsdag 28 mei 2013 Stukken besluitenlijst Bestuur en Beheer 20130528
5.
Eerste wijziging GR Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Stukken RV 1e wijziging GR OMWB 20130917.pdf
BIJL Aanbiedingsbrief OMWB 20130917.pdf
TI Besluit 1e wijzing GR OMWB 20130917.pdf
6.
Gemeenschappelijke regeling Hart van Brabant Stukken RV GR Hart van Brabant 2013 20130917.pdf
BIJL Aanbiedingsbrief GR HvB 20130917.pdf
TI GR Hart van Brabant 20130917.pdf
7.
Jaarstukken 2012 en ontwerpbegroting 2014 GR Hart van Brabant Stukken RV Jaarstukken 2012 begroting 2014 Hart van Brabant 20130917.pdf
BIJL Aanbiedingsbrief jaarrapport 2012 begroting 2014 HvB.pdf
TI Jaarstukken 2012 begroting 2014 Hart van Brabant.pdf
8.
Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen Stukken RV Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917
BIJL Planning bestemmingsplannen Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 20130917.pdf
TI Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917
TI Staat van Bedrijven Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917
TI Conceptplanregels Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917
TI Conceptverbeelding Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917
TI Conceptverbeelding touwslager Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 20130917
TI Grondruil Touwslager Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen20130917
TI Grondruil Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917
TI intrekkingsverklaringen Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917
9.
Rondvraag
10.
Sluiting
Agenda bestuur en beheer 20130827 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9621#
Oproeping voor de openbare informatievergadering Bestuur en Beheer van de raad van de gemeente Heusden te houden op 27 augustus 2013 om 19.30 uur, in de raadszaal van het gemeentehuis Vlijmen. Voorzitter: Dhr. R. Boersma AGENDA BESTUUR EN BEHEER 1.
Opening
2.
Vaststelling van de agenda
3.
Spreekrecht Volgens het Reglement van Orde kunt u inspreken of meespreken over agendapunt 5 t/m 7 . U meldt dit uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering bij de raadsgriffier, onder vermelding van het onderwerp.
4.
Besluitenlijst van dinsdag 28 mei 2013
5.
Raadsvoorstel 8 Eerste wijziging GR Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant
6.
Raadsvoorstel 9 Gemeenschappelijke regeling Hart van Brabant
7.
Raadsvoorstel 10 Jaarstukken 2012 en ontwerpbegroting 2014 GR Hart van Brabant
8.
Raadsvoorstel 15 Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen
9.
Rondvraag
10.
Sluiting
Heusden, Namens de agendacommissie, Mw. drs. E.J.M. de Graaf .
Einde bijlage: Agenda bestuur en beheer 20130827
Terug naar het agendapunt
In- en meespreken voor informatievergaderingen (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9622#
Inspreken of meespreken bij de informatievergadering? U kunt inspreken over een onderwerp op de agenda aan het begin van de vergadering. Een andere mogelijkheid is om tijdens de vergadering aan tafel te zitten en mee te spreken over het onderwerp. In beide gevallen meldt u dit uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering bij de raadsgriffier. De volgende regels uit het Reglement van Orde gelden: Artikel 27. Aanmelding voor deelname (meespreken) 1. Belanghebbenden kunnen zich aanmelden voor de informatievergadering om deel te nemen aan de informatievergadering. Een belanghebbende kan zich laten vertegenwoordigen door een ander die namens hem spreekt. Meespreken is niet toegestaan bij de behandeling van bestemmingsplannen en daarmee vergelijkbare plannen. Bij onderwerpen die geagendeerd zijn op grond van artikel 13, negende lid, is meespreken alleen toegestaan wanneer de agendacommissie hiertoe heeft besloten. 2. Daartoe dienen zij zich tenminste 24 uur vóór de aanvang van de vergadering aan te melden bij de griffier onder vermelding van naam, adres, telefoonnummer alsmede het geagendeerde voorstel of onderwerp waarover men aan de informatievergadering wenst deel te nemen. Artikel 28. Behandelingstijd 1. De deelnemers aan de informatievergadering houden zich aan de aanwijzingen van de voorzitter aangaande de behandelingstijd. 2. Na het verstrijken van de behandelingstijd sluit de voorzitter het betreffende voorstel of onderwerp af door het oordeel van de vergadering over het onderwerp of voorstel samen te vatten. Artikel 29. Spreekrecht (inspreken) 1. Bij de behandeling van het agendapunt “Spreekrecht” is er voor belanghebbenden of hun vertegenwoordiger(s) gelegenheid om het woord te voeren over een voorstel of onderwerp dat op de agenda staat. Een inspreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. Gedurende maximaal dertig minuten is er gelegenheid om in te spreken. Als er meer dan zes sprekers zijn, verdeelt de voorzitter het inspreekhalfuur evenredig over de sprekers. De voorzitter van de vergadering kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximumduur van de spreektijd. 2. Belanghebbenden of hun vertegenwoordiger(s) kunnen niet het woord voeren over: a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep bij de rechter openstaat, of heeft opengestaan; b. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen; c. een klacht die ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend. 3. Inspreken bij de behandeling van een bestemmingsplan en daarmee vergelijkbare plannen is uitsluitend toegestaan in de vorm van een mondelinge toelichting op een eerder ingediende zienswijze. Deze zienswijze moet als zienswijze zijn aangeduid in het raadsvoorstel of de daarbij behorende stukken. 4. Inspreken bij onderwerpen die geagendeerd zijn op grond van artikel 13, negende lid, is alleen toegestaan wanneer de agendacommissie hiertoe heeft besloten. 5. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit tenminste 24 uur vóór aanvang van de Informatievergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het voorstel of onderwerp waarover hij het woord wil voeren. 6. De voorzitter van de informatievergadering geeft het woord op volgorde van aanmelding. De
voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering. 7. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter van de informatievergadering hem dit heeft verleend. De voorzitter van de informatievergadering of een raadslid of een fractieondersteuner, doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger. In- of meespreken is alleen mogelijk bij informatievergaderingen, en niet bij de vervolgbehandeling van het onderwerp in de raadsvergadering.*
*tenzij een onderwerp rechtstreeks, dus zonder voorafgaande behandeling in de informatievergadering, aan de raad wordt voorgelegd.
Einde bijlage: In- en meespreken voor informatievergaderingen
Terug naar het agendapunt
besluitenlijst Bestuur en Beheer 20130528 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9722#
Besluitenlijst informatievergadering Bestuur
en Beheer
(Voor meer informatie over deze vergadering kunt u het audioverslag raadplegen op onze website)
Vergadering Voorzitter Plaats Deelnemers
28 mei 2013 Dhr. R. Boersma Vlijmen Raadsleden Mevr. mr. J.E.P. Pijnenburg (HeusdenEén) Dhr. A.J.L. van Delft , Dhr. ing. A.P.M. van den Hoven (Gemeentebelangen) Mevr. M. de Wild, Dhr. R. Heesbeen (PvdA) Mevr. A.T.E. Muskens-de Bont, Dhr. Drs. J.J. G. Levink (CDA) Dhr. T.M. de Laat, Dhr. R.P.J. Broos (D.M.P. Heusden) Mevr. A.C.A. Couwenberg (VVD) Dhr. drs. P.C.M. Verboven (GroenLinks) Dhr. J. W. Vonk (D66) Dhr. F.A. van der Lee (Heusden Transparant) Griffier Mevr. drs. E.J.M. de Graaf
Fractieondersteuners Dhr. X.B. Buisman (Heusden Eén) Mevr. M. J.H. Stevens (GroenLinks) Dhr. H.P.J. van de Beek (D66) Dhr. H.J. Kleian (Heusden Transparant) Portefeuillehouders Dhr. drs. J. Hamming Dhr. W.A. van Engeland Dhr. C.A.M. van Bokhoven Mevr. drs. M. Mulder Dhr. dr. M.G.M. van der Poel Ambtenaren Dhr. G. van Kleef (5) Dhr. C. Hamers (7) dhr. T. van der Heijden (VD2 Advies), Mevr. S. Lahpor, dhr. R. Flipsen(11)
A (A-lijst) = besluitvorming zonder bespreking in raadsvergadering B (B-lijst) = besluitvorming na bespreking in raadsvergadering V (vóór) = toezeggingen door de portefeuillehouder met actie vóór de raadsvergadering L (langere termijn) = toezeggingen door de portefeuillehouder met actie op langere termijn Nr Agendapunt
2. 3. 4. 5.
Vaststelling agenda Spreekrecht Besluitenlijst van 5 maart 2013 Raadsvoorstel 7 op 25 juni 2013
Eerste Bestuursrapportage
V V
V V V V 6.
Raadsvoorstel 16
7.
Raadsvoorstel 9
8.
Raadsvoorstel 7
Wijziging GR Veiligheidsregio Begroting 2014 Omgevingsdienst Midden- en WestBrabant Wijziging gemeenschappelijke
vastgesteld geen insprekers vastgesteld Sprekers: Broos (D.M.P. Heusden), vd Lee (Heusden Transparant), Verboven (GroenLinks), vd Hoven (Gemeentebelangen), Couwenberg (VVD), Muskens (CDA), wethouder Mulder, v Kleef (ambtenaar), wethouder v Engeland Toezeggingen wethouder: -Het antwoord op de vragen wie de beveiliging regelt van digiNota wordt schriftelijk beantwoord. - Indien de in de informatievergadering gegeven antwoorden nog aanvulling behoeven, wordt inzicht in de huuropbrengsten van het Archief toegestuurd -Kosten voor RUD-vorming incidenteel worden schriftelijk uitgelegd. -De vraag van het CDA naar opsplitsing van het renteresultaat wordt schriftelijk beantwoord. -Vragen en antwoorden CDA over reactie op opmerkingen provincie worden toegestuurd. -De vraag hoeveel de besparing is op onderhoud wegen wordt schriftelijk beantwoord.
A A
V A
Sprekers: vd Hoven (Gemeentebelangen), Stevens (GroenLinks), Vonk (D66), Broos (D.M.P. Heusden), burgemeester Hamming, Hamers (ambtenaar) Schriftelijke uitleg over de transitiekosten
Regeling Streekarchief Langstraat Heusden Altena 9.
Raadsvoorstel 8
A
Begroting 2014 GR Streekarchief Langstraat Heusden Altena 10.
11.
12.
Raadsvoorstel 17
A
Begroting 2014 en meerjarenbegroting 2015-2016 Stadsgewest ’sHertogenbosch Nadere toelichting Exploitatieplan en bestemmingsplan Centrum Vlijmen Rondvraag
L L
Vastgesteld op: dinsdag 27 augustus 2013
Mevr. drs. E.J.M. de Graaf Griffier
Sprekers: vd Hoven (Gemeentebelangen), burgemeester Hamming
Sprekers: R. Flipsen (ambtenaar), vd Hoven (Gemeentebelangen), vd Lee (Heusden Transparant), vd Dungen (Heusden Eén), vd Heijden (VD2 Advies), Couwenberg (VVD), Levink (CDA), Vonk (D66), Kleian (Heusden Transparant) - n.a.v. de besluitenlijst constateert de heer van den Hoven dat de toegezegde antwoorden niet zijn toegestuurd. Wethouder van Bokhoven antwoordt alsnog mondeling. -Is voldoende gecommuniceerd over activiteiten van Grolsch in Heusden? Vraag wordt schriftelijk beantwoord. -Bewegwijzering fietspad spoortracé richting Drunen is onduidelijk: wethouder van Bokhoven laat ernaar kijken.
Einde bijlage: besluitenlijst Bestuur en Beheer 20130528
Terug naar het agendapunt
RV 1e wijziging GR OMWB 20130917.pdf (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9614#
000714048 00355819 Onderwerp
1e wijziging GR gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst
Raadsvoorstel Inleiding In 2012 is er door 26 gemeenten en de Provincie Noord-Brabant besloten om een gemeenschappelijke regeling aan te gaan voor de oprichting van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (hierna OMWB). Begin 2013 trad ook de gemeente Heusden toe tot de regeling. Inmiddels is er een voorstel voor een eerste wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (hierna de regeling). Daarover gaat dit voorstel. Feitelijke informatie Bij de start van de procedure voor het aangaan van de gemeenschappelijke regeling (medio 2012) waren enkele feiten, zoals de vestingplaats en de aanwijzing van de archiefbewaarplaats, nog niet bekend. Hierdoor kon dit nog niet in de regeling worden opgenomen. Ook was het door de tijdsdruk om de dienst voor 1 januari 2013 op te richten evenmin mogelijk in te gaan op de reeds bestaande voorstellen van de deelnemers tot het aanpassen van de regeling. Om die reden werd besloten en toegezegd, dat al die zaken zouden worden meegenomen in een procedure tot de eerste wijziging van de regeling, die in de loop van 2013 in gang zou worden gezet. In het bijgevoegd ontwerpbesluit, waarin door het dagelijks bestuur van de OMWB wordt verzocht in te stemmen met de eerste wijziging van de gemeenschappelijk, zijn deze aanpassingen verwerkt. Omdat het hier een regeling betreft die is aangegaan door het college zal ook het wijzigingsbesluit door het college genomen moeten worden. Op grond van artikel 51 lid 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen kan het college echter pas tot een wijziging besluiten nadat zij daartoe de toestemming van de gemeenteraad heeft gekregen. Deze toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of in het algemeen belang. In het ontwerpbesluit tot wijziging van de regeling zijn naast enkele tekstuele verbeteringen de volgende aanpassingen verwerkt: 1. Aan artikel 2, lid 2 is de vestingplaats “Tilburg” toegevoegd; 2. Aan artikel 2 lid 3 is op verzoek van een deelnemer expliciet de zin toegevoegd, dat door het aan gaan van de gemeenschappelijke regeling geen bevoegdheden worden overgedragen aan de OMWB; 3. In lid 2 en 3 van artikel 13 is vastgelegd dat het aangewezen lid van het algemeen bestuur een informatie- en verantwoordingsplicht heeft aan de gemeenteraad, onderscheidenlijk provinciale staten; 4. Omdat het dagelijks bestuur van de OMWB uit 7 leden bestaat is artikel 14 van de regeling daarop aangepast; 5. De termijn voor het indienen van zienswijzen op de ontwerpbegroting is op uitdrukkelijk verzoek van enkele medewerkers verlengd van 6 naar 10 weken. Deze termijn sluit aan bij de termijn die ook wordt opgenomen in het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Gebleken is dat een termijn van 6 weken te kort is om de vereiste besluitvorming via de gemeenteraden en de provinciale staten tijdig te laten verlopen; 6. Bij het opzetten van de financiële structuur van de OMWB en tijdens de gesprekken met kredietinstellingen over het aantrekken van een geldlening ter dekking van de transitie begroting, is de opmerking gemaakt dat in de gemeenschappelijke regeling van de OMWB een expliciete bepaling ontbreekt. Het betreft een bepaling waarin is vastgelegd dat de deelnemers, zowel tijdens het functioneren van de dienst als bij de liquidatie, aansprakelijk zijn voor de verplichtingen die door de OMWB worden aangegaan. In het verleden heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een circulaire van 8 juli 1999 aan dit onderwerp aandacht besteed en heeft het
1
000714048 00355819 Onderwerp
1e wijziging GR gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst
ministerie voorgesteld om in bestaande en in nieuwe gemeenschappelijke regelingen daartoe strekkende bepalingen op te nemen om de kredietverleners op deze punten zekerheid te verschaffen. In de circulaire is een modelbepaling opgenomen die ook in de gemeenschappelijke regeling van de OMWB opgenomen had moeten worden. Dat is niet gebeurd en moet alsnog plaatsvinden omdat de kredietverleners die voorwaarden stellen bij het verstrekken van middelen aan de OMWB. In het wijzigingsbesluit zijn deze bepalingen meegenomen in een nieuw artikel 30a en in een derde lid, dat aan artikel 31 is toegevoegd. 7. In artikel 32 lid 2 is vastgelegd, dat de archiefbewaarplaats van het regionaal archief in Tilburg gebruik zal worden voor het bewaren van over te brengen archiefbescheiden. Afweging Met de voorgestelde wijzigingen van de gemeenschappelijke regeling kan worden ingestemd. Inzet van Middelen Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel. Risico's Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel. Procedure Na uw toestemming kunnen wij het wijzigingsbesluit nemen en toesturen aan de OMWB. Daarnaast zal door de gemeente, conform artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, op de gebruikelijke manier zorg worden gedragen voor de bekendmaking van de regeling en de opname in het register. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden, de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
2
000714048 00355819 Onderwerp
1e wijziging GR gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 10 september 2013; gezien het voorstel van het college van 6 augustus 2013,
gelet op de beraadslaging;
besluit: het college van Heusden toestemming te verlenen tot het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant overeenkomstig het conceptbesluit 00.011.312.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
3
Einde bijlage: RV 1e wijziging GR OMWB 20130917.pdf
Terug naar het agendapunt
BIJL Aanbiedingsbrief OMWB 20130917.pdf (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9613#
Einde bijlage: BIJL Aanbiedingsbrief OMWB 20130917.pdf
Terug naar het agendapunt
TI Besluit 1e wijzing GR OMWB 20130917.pdf (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9612#
Einde bijlage: TI Besluit 1e wijzing GR OMWB 20130917.pdf
Terug naar het agendapunt
RV GR Hart van Brabant 2013 20130917.pdf (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9617#
000676839 00348956 Onderwerp
Gemeenschappelijke Regeling Hart van Brabant 2013
Raadsvoorstel Inleiding In de regio Hart van Brabant (HvB) werken op dit moment acht gemeenten (Tilburg en omliggende gemeenten) samen op basis van de Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Overleg Midden-Brabant. In december 2012 is Heusden een samenwerkingsovereenkomst voor een jaar met deze regio aangegaan. Doel van de bestuurlijke samenwerking is via een brede en integrale regionale aanpak de slagkracht van de regio te vergroten en beter in te spelen op de aanstaande decentralisatie van overheidstaken. Door de regio is de nieuwe Gemeenschappelijke Regeling Hart van Brabant opgesteld en toegezonden. Voor het aangaan van een gemeenschappelijke regeling is financiering en toestemming van u nodig (volgens artikel 1, lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.) Dit voorstel voorziet hierin. Voor de jaarstukken 2012 en de ontwerpbegroting 2014 Hart van Brabant verwijzen wij u naar een separaat raadsvoorstel met kenmerk 00353002. Dat voorstel is geschreven vanuit de aanname dat u instemt dit voorstel. Feitelijke informatie Samenwerkingsovereenkomst Hart van Brabant Sinds een aantal jaren participeert Heusden in de regio HvB op het gebied van Arbeidsparticipatie en Economische zaken/Recreatie&toerisme. Zo maakt de gemeente Heusden inmiddels onderdeel uit van de Leisure Kansenkaart waardoor ook onze potentiële ontwikkellocaties maar ook andere toeristische potenties zichtbaar zijn geworden. Voor arbeidsparticipatie geldt dat we in deze regio concrete projecten uitvoeren op het gebied van jeugdwerkloosheid. Bovendien is Baanbrekers een belangrijke partner voor de Diamant groep, het werkbedrijf in Tilburg en een aantal omliggende gemeenten. Maar ook vanuit het sociaal akkoord wordt er op aangedrongen om zaken op de schaal van de arbeidsmarktregio (i.c. De Langstraat en in het verlengde hiervan Hart van Brabant) uit te gaan voeren. Eind 2012 is de samenwerking verder geconcretiseerd omdat we zowel aanknopingspunten zien in de (economische) agenda‟s van HvB als van het samenwerkingsverband Midpoint Brabant dat in de regio van kracht is. Hiervoor is een samenwerkingsovereenkomst ondertekend die op 1 januari 2013 is ingegaan en een looptijd heeft van één jaar. Vanuit deze zogenaamde triple-helix-agenda werken overheden, ondernemers en onderwijsinstellingen samen aan stimuleringsprogramma‟s voor onder meer de vrijetijdseconomie, zorg, logistiek en aerospace & maintenance. Bovendien zien zowel de regio als wij mogelijkheden om concreter samen te werken aan de realisatie van de werkagenda van HvB. Met de gemeenten Loon op Zand en Waalwijk, die al geruime tijd participeren in HvB, werkt Heusden sinds een paar jaar samen in De Langstraat. Deze samenwerking wordt steeds verder verbreed en verdiept. Zoals in de eindrapportage “Veerkrachtig bestuur in Brabant” is aangegeven, moet De Langstraat beeldversterkend gaan werken voor de regio HvB. Ook de gemaakte keuze voor deelname in de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant past uitstekend in het groeimodel van onze samenwerking in De Langstraat en, in het verlengde hiervan, bij een formele toetreding tot de regio HvB . Naast de samenwerking met de regio HvB participeert Heusden ook in het ruimtelijk economische samenwerkingsverband „5 Sterren Noordoost Brabant (5*NOB)‟. Vanuit De Langstraat, als krachtige magneet tussen twee regio‟s en gesteund door de conclusies van de adviescommissie „Krachtig Bestuur in Brabant‟, nemen we in beide regio‟s bewust onze verantwoordelijkheid bij realisatie van de regionale agenda‟s. Van samenwerkingsovereenkomst naar gemeenschappelijke regeling Formeel is Heusden op dit moment nog louter agendalid (Heusden ontvangt informatie maar is nog geen stemgerechtigd deelnemer) van de regio HvB. Inmiddels is de bestaande gemeenschappelijke regeling
1
000676839 00348956 Onderwerp
Gemeenschappelijke Regeling Hart van Brabant 2013
behoorlijk aangepast. De aanbevelingen uit de notitie „Governance Regio Hart van Brabant & Midpoint Brabant‟ zijn erin verwerkt. Maar het meest essentieel voor Heusden is het feit dat onze gemeente als volwaardig lid in de gemeenschappelijke regeling wordt opgenomen. Door toetreding en vaststelling van de gemeenschappelijke regeling wordt de positie van de gemeente Heusden in HvB officieel en kan worden gewerkt aan concretisering van de domeinen waaraan Heusden deelneemt. De regeling die nu voorligt, is overigens bestuurskundig en juridisch getoetst door de universiteit van Tilburg. Dit is in overeenstemming met het advies afkomstig uit de radendag. Planning De planning van het Algemeen Bestuur (AB) van de regio HvB is erop gericht om in haar vergadering van 19 september 2013 vast te stellen dat de nieuwe Gemeenschappelijke Regeling door de colleges van de negen samenwerkende gemeenten kan worden aangegaan. Inmiddels hebben zeven van de negen raden van de samenwerkende gemeenten hun colleges al akkoord gegeven om deze nieuwe Gemeenschappelijke Regeling aan te gaan. Afweging Met name vanuit de gedachte om De Langstraat beeldversterkend te laten werken voor de regio HvB, ligt ook toetreding van Heusden tot deze regio voor de hand. Een gezamenlijke ambitie die ook ten grondslag heeft gelegen aan de keuze voor deelname aan de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. Inzet van Middelen Deelname aan de gemeenschappelijke regeling Hart van Brabant leidt tot een structurele financiële verplichting. In de voorjaarsnota 2013 zijn middelen opgenomen om aan deze verplichting te voldoen. Daarbij is uitgegaan van een bijdrage aan de regio HvB en de regio 5*NOB van € 150.000 tezamen. De bijdrage aan de regio HvB is op basis van de ontwerpbegroting 2014 € 75.000. Deze bijdrage past in beginsel binnen de middelen die in de voorjaarsnota 2013 zijn opgenomen. De Heusdense bijdrage voor 2015 en verder is niet in de ontwerpbegroting van HvB opgenomen. Vooralsnog is het de gedachte om de bijdrage voor 2015 en verder aan te passen als de aard en inhoud van de samenwerking daar aanleiding toe geven. Kortom, de hoogte van de bijdrage wordt afhankelijk gesteld van de mate waarin Heusden participeert in de regio HvB en Midpoint. Vanuit de bepaling in de Gemeenschappelijke Regeling dat elke gemeente bijdraagt op basis van haar inwonertal en de onduidelijkheid over de Heusdense bijdrage vanaf 2015 kan zich de vraag voordoen in hoeverre Heusden met toetreding tot de Gemeenschappelijke Regeling „‟een blanco cheque” tekent. Dit is in onze optiek niet het geval. Ten eerste niet omdat we zo niet met elkaar samenwerken. Zaken worden in goed overleg in het AB met elkaar afgestemd. Zo ook de omvang en de inhoud van de samenwerking met Heusden. Maar belangrijker nog, ook formeel niet, want Heusden kan in een uiterste geval altijd uit de regeling stappen als de voorgestelde hoogte van de inwonersbijdrage daartoe aanleiding geeft. Hiertoe zijn duidelijke bepalingen opgenomen in de nieuwe Gemeenschappelijke Regeling. Over de definitieve hoogte van de bijdrage aan 5*NOB bestaat op moment van schrijven nog geen duidelijkheid. Het ligt in de lijn der verwachting dat hierover wel duidelijkheid bestaat op het moment dat dit voorstel wordt behandeld in de informatievergadering. Wij gaan er daarom vooralsnog vanuit hierop een mondelinge toelichting te kunnen geven tijdens de behandeling van dit voorstel in de informatievergadering. Risico's Alhoewel wij het als een meerwaarde zien om zowel in HvB als 5*NOB te participeren, kan dit misschien bij sommige partners als minder betrouwbaar worden ervaren, of worden gezien als een aanloop naar een „definitieve‟ overstap naar HvB. Hiervan is echter op dit moment geen sprake. Instemmen met de Gemeenschappelijke Regeling Hart van Brabant zorgt in zekere zin voor een budgettair risico. Als de
2
000676839 00348956 Onderwerp
Gemeenschappelijke Regeling Hart van Brabant 2013
definitieve bijdrage aan 5*NOB hoger is dan € 75.000,- dan zijn er onvoldoende middelen beschikbaar om aan de verplichtingen van beide regio`s te kunnen voldoen. Ook is op dit moment nog niet duidelijk hoe hoog de bijdrage voor Heusden in 2015 en de daarop volgende jaren wordt. Procedure Het AB heeft op 18 april 2013 ermee ingestemd om de nieuwe Gemeenschappelijke Regeling voor te leggen aan de raden met het verzoek om toestemming te verlenen aan de respectievelijke colleges tot het aangaan van deze gemeenschappelijke regeling, onder gelijktijdige intrekking van de huidige Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Overleg Midden Brabant (de voorloper van Hart van Brabant). Omdat Heusden geen onderdeel uitmaakt van de Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Overleg Midden Brabant, is intrekking hiervan niet van toepassing op Heusden.
Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden, de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
3
000676839 00348956 Onderwerp
Gemeenschappelijke Regeling Hart van Brabant 2013
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 17 september 2013; gezien het voorstel van het college van 13 augustus 2013;
gelet op de beraadslaging;
besluit: -
volgens artikel 1, lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen het college toestemming te geven om toe te treden tot de Gemeenschappelijke Regeling van Hart van Brabant.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
4
Einde bijlage: RV GR Hart van Brabant 2013 20130917.pdf
Terug naar het agendapunt
BIJL Aanbiedingsbrief GR HvB 20130917.pdf (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9616#
3"1°2
0
oo}o
REGIO HRRT~~H~~ URn 8RR8Rllf' hh~
-lL-
Gemeente Heusden Tilburg, 29 april 2013
onderwerp: bij/agen: kenmerk:
Jaarrapport 2012 en gemeenschappelijke
regeling
3 BK/jh/2013-13
Geachte raad, Namens het algemeen bestuur van Regio Hart van Brabant bieden wij u graag de volgende, bijgevoegde, stukken aan: • het ontwerp jaarrapport 2012 met daarin jaarrekening en jaarverslag; • de goedkeurende accountantsverklaring jaarrekening 2012; • de nieuwe gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant. Jaarrapport 2012 Het algemeen bestuur van Regio Hart van Brabant heeft in haar vergadering van 18 april 2013 besloten in te stemmen met het ontwerp jaarrapport 2012 en heeft de algemene reserve na bestemming bepaald op € 18.043,-. Tevens is het voorstel om € 129.348,- toe te voegen aan de reserve werkagenda en hiervan € 66.000,- toe te voegen aan de begroting van 2013 conform besloten. De toevoeging aan de begroting 2013 geschiedt conform het overhevelingsvoorstel jaarrapport onder 'overige gegevens'.
dat daartoe is opgenomen in het
Het algemeen bestuur heeft voorts besloten de raden van de acht deelnemende gemeenten het ontwerp jaarrapport toe te sturen voor het verkrijgen van zienswijzen. De gemeente Heusden, waarmee in december 2012 een samenwerkingsovereenkomst is gesloten die op 1 januari 2013 inging, ontvangt het jaarrapport 2012 uitsluitend ter informatie. Hierbij vragen wij de raden van de acht deelnemende gemeenten dan ook graag hun mening over de inhoud van het ontwerp jaarrapport 2012 aan het algemeen bestuur kenbaar te maken. Het algemeen bestuur ziet graag uiterlijk 15 juni uw reactie tegemoet om daarna definitief te kunnen besluiten over de vaststelling van de jaarrekening en deze vervolgens, conform de bepalingen in de Wgr, toe te kunnen sturen aan Gedeputeerde Staten. Accountantsverklaring Bijgaand treft u de goedkeurende accountantsverklaring aan over de jaarrekening 2012. Op verzoek van de accountant wordt geen door hem ondertekende verklaring verzonden. De ondertekende verklaring is wel in ons bezit. Loon op Zand Oisterwijk Tilburg Waalwijk POSTAORESpostbus 90154, 5000 LG Tilburg ""0'"0''' Reitseplein 1, 5037 AA Tilburg (Het Corpac TEL013- 594 42 83 FAX013- 4686215 'MA>Linfo@regio·hartvanbrabant.nl WEB www.regio·hartvanbrabant.nl
Huis)
werken samen Dongen Gilze en Rijen Goirle Heusden Hilvarenbeek
REGIO HART UAn 8RA8AnT Nieuwe gemeenschappelijke regeling Als derde bijlage treft u een nieuwe gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant aan. Het algemeen bestuur heeft besloten deze nieuwe regeling voor te leggen aan de colleges en raden van de negen beoogde deelnemende gemeenten aan deze gemeenschappelijke regeling, dus inclusief de gemeente Heusden. Het verzoek aan de colleges is hun gemeenteraad te vragen toestemming te verlenen tot het aangaan van deze gemeenschappelijke regeling, onder gelijktijdige intrekking van de huidige gemeenschappelijke regeling Regionaal Overleg Midden-Brabant. Het besluit van de gemeenteraden tot het verlenen van toestemming aan hun colleges dient gelijkluidend te zijn. De nieuwe gemeenschappelijke regeling verschilt tekstueel behoorlijk van de huidige gemeenschappelijke regeling. Het algemeen bestuur doet u derhalve graag de suggestie om deze niet zozeer op detailniveau te vergelijken met de huidige regeling, als wel deze te beoordelen in zijn nieuwe voorgestelde vorm op de vraag of deze wat u betreft recht doet aan de aard en het karakter van de intergemeentelijke samenwerking in onze regio. In de nieuwe gemeenschappelijke regeling zijn de aanbevelingen verwerkt uit de notitie 'Governance Regio Hart van Brabant & Midpoint Brabant'. Deze notitie is opgesteld door een werkgroep die in opdracht van het algemeen bestuur heeft gekeken naar verbetermogelijkheden op dit terrein. De werkgroep kreeg deze opdracht in het kader van de inhoudelijke discussie die hierover met u is gevoerd op de Hart van Brabant Radendagen. De notitie hebt u eerder ontvangen ter voorbereiding op de tweede Hart van Brabant Radendag van 6 april jongstleden. U zlet de veranderingen in de regeling vooral terug in explicietere begripsomschrijvingen, bepalingen ten aanzien van besluitvorming en omschrijving van bestuurlijke en ambtelijke taken en bevoegdheden. Daarnaast is bij het formuleren van de nieuwe gemeenschappelijke regeling nadrukkelijk aandacht besteed aan de democratische legitimatie van de regionale samenwerking. U ziet dit in de regeling terug in uitgebreidere en concretere afspraken over informatie- en verantwoordingsplicht van het algemeen en dagelijks bestuur. Bovendien is de introductie van de mogelijkheid om een Verenigde Vergadering bijeen te roepen een belangrijk verschil met de huidige regeling. Ten slotte is bij het opstellen van de nieuwe gemeenschappelijke regeling op twee manieren invulling gegeven aan de suggestie van verschillende raadsleden om gebruik te maken van de (bestuurskundige en juridische) kennis van de Universiteit van Tilburg. In de eerste plaats zijn de aanbevelingen verwerkt uit het paper van dr. Tamara Metze 'Het kloppende democratische Hart van Brabant'. Zij schreef het stuk voor de tweede Hart van Brabant Radendag. U ontvangt dit stuk nog via uw griffie, samen met het verslag van deze Radendag. Ten tweede is de regeling juridisch getoetst door de universiteit van Tilburg. Ontwerpbegroting 2014 Graag informeren wij u verder dat de ontwerpbegroting 2014 nog onderhanden is. De later dan gebruikelijke aanlevering van de ontwerpbegroting hangt samen met het streven van het algemeen bestuur om bij het opstellen van de begroting zoveel mogelijk rekening te houden met de informatieuitwisseling die hierover heeft plaatsgevonden op de Radendag van 6 april jongstleden. Bovendien wordt nadrukkelijk inhoudelijke inbreng opgevraagd bij de portefeuillehouders. Zo wordt de colleges van de deelnemende gemeenten, samen met een afschrift van dit schrijven aan u, een concept aangereikt van de regionale agenda voor 2014. Via behandeling in de colleges wordt de portefeuillehouders gevraagd hun zienswijzen op deze agenda in het portefeuillehoudersoverleg in te brengen dat tijdens de eerstvolgende Hart van Brabantdag op 30 mei aanstaande plaatsvindt. Het algemeen bestuur streeft ernaar u de ontwerpbegroting voor 2014 voor het zomerreces aan te bieden voor het verkrijgen van zienswijzen. De nieuwe gemeenschappelijke regeling biedt ruimte voor het maken van afspraken voor de toekomst over een geschikt en werkbaar aanlevermoment bij de raden van de ontwerpbegroting door het algemeen bestuur.
REGIO HART UAn 8RA8AnT Ten slotte Concreet wordt u nu gevraagd: uiterlijk 15 juni uw zienswijzen kenbaar te maken aan het algemeen bestuur van Regio Hart van Brabant over de inhoud van het ontwerp jaarrapport 2012; uw college van burgemeester en wethouders, bij het verzoek daartoe, toestemming te verlenen tot het aangaan van de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant, onder gelijktijdige intrekking van de gemeenschappelijke regeling Regionaal Overleg MiddenBrabant. Wij vertrouwen erop u voldoende te hebben ge·informeerd. Met vriendelijke groet,
Mr. P.G.A. Noordanus Voorzitter Regio Hart van Brabant
S.P.F. Kapitein Programmamanager Regio Hart van Brabant
Einde bijlage: BIJL Aanbiedingsbrief GR HvB 20130917.pdf
Terug naar het agendapunt
TI GR Hart van Brabant 20130917.pdf (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9615#
REGIO HART UAn BRABAnT Gemeenschappelijke
Regeling
Regio Hart van Brabant
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk, ieder voor zover hun bevoegdheid betreft; Overwegende dat: 1) zij op verschillende terreinen gemeenschappelijke belangen hebben en dat zij ter behartiging van deze belangen wensen samen te werken, in het besef dat: • aard, schaal en mate van samenwerking per taak en/of beleidsterrein verschillend kunnen zijn; deze regeling onverlet laat de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van elke afzonderlijke gemeente om ook buiten deze regeling samenwerking te zoeken en regelingen te treffen; 2) zij (met uitzondering van de gemeente Heusden die op dat moment nog geen deelnemer was in de gemeenschappelijke regeling) op 11 november 2009 een intentieverklaring hebben ondertekend waarin zij uitspraken nadere afspraken te willen maken over verdere samenwerking, zowel inhoudelijk als organisatorisch; 3) deze intentieverklaring o.a. heeft geleid tot de vaststelling van een agenda voor de regio door vertegenwoordigers uit bedrijfsleven, kennisinstellingen en de gemeenten enerzijds en tot een agenda die gaat over publieke samenwerkingsopgaven en het overheidsdeel van de triple helix samenwerking (onderwijs, ondernemers en overheid) anderzijds; 4) de samenwerkende gemeenten Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk, handelend ter uitvoering van een besluit van het algemeen bestuur van 24 september 2012, op 13 december 2012 een samenwerkingsovereenkomst tekenden met de gemeente Heusden om de samenwerking met deze gemeente via een groeimodel gedurende het jaar 2013 op beide onder 3) genoemde agenda's nadrukkelijk te versterken; 5) het Algemeen Bestuur op 7 februari 2013 besloot de voorstellen voor verbetering de governance structuur van de publieke samenwerking binnen onderhavige gemeenschappelijke regeling te willen doorvoeren, zoals opgetekend in de notitie 'Governance Hart van Brabant & Midpoint Brabant';
van
6) als gevolg van deze veranderingen de gemeenschappelijke regeling Regionaal Overleg Midden-Brabant dient te worden vervangen door een nieuwe gemeenschappelijke regeling; 7) de gemeenteraden van de gemeenten die deze nieuwe gemeenschappelijke regeling aangaan, hun colleges van burgemeester en wethouders toestemming hebben verleend tot het aangaan ervan;
gelet op de Wet gemeenschappelijke
regelingen;
besluiten: de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant aan te gaan, onder gelijktijdige intrekking van de gemeenschappelijke regeling Regionaal Overleg Midden-Brabant en eerstgenoemde regeling komt te luiden als volgt:
2
Hoofdstuk 1. Algemene
bepalingen
Artikel 1. Begrippen In de gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder: a. regeling: de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant; b. openbaar lichaam: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 3 van deze regeling; c. deelnemende gemeente: een aan deze regeling deelnemende gemeente; d. Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant; e. inwonertal: het aantal inwoners van een deelnemende gemeente volgens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers; f. Wgr: de Wet gemeenschappelijke regelingen; g. portefeuillehouder: lid van een college van burgemeester en wethouders van een deelnemende gemeente, verantwoordelijk voor een bepaald beleidsterrein; h. portefeuillehoudersoverleg: vergadering van de portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten; i. algemeen bestuur: vergadering van de burgemeesters van de deelnemende gemeenten; j. programmamanager: eerst aangewezen beleidsadviseur van het algemeen bestuur; k. kring gemeentesecretarissen: vergadering van gemeentesecretarissen van de deelnemende gemeenten; 1. Hart van Brabantdag: vier maal per jaar gehouden dag waarop alle portefeuillehoudersoverleggen en een vergadering van het algemeen bestuur en kring gemeentesecretarissen plaatsvinden; m. Hart van Brabant Radendag: twee maal per jaar, eenmaal in het voorjaar en eenmaal in het najaar, gehouden dag waarop de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten door het algemeen bestuur worden uitgenodigd voor een bijeenkomst met informatie-uitwisseling als doel; n. bestuurlijk opdrachtgever: opdrachtgever van een Hart van Brabant project namens de portefeuilehouders van de deelnemende gemeenten in de per project samen te stellen driehoek: bestuurlijk opdrachtgever - ambtelijk opdrachtgever ambtelijk projectleider; o. ambtelijk opdrachtgever: opdrachtgever van een Hart van Brabant project namens de deelnemende gemeenten in de per project samen te stellen driehoek: bestuurlijk opdrachtgever - ambtelijk opdrachtgever - ambtelijk projectleider; p. ambtelijk projectleider: projectleider van een Hart van Brabant project namens de deelnemende gemeenten in de per project samen te stellen driehoek: bestuurlijk opdrachtgever - ambtelijk opdrachtgever - ambtelijk projectleider; q. ambtelijk coordinator: ambtelijk ondersteuner van een portefeu iIlehoudersoverleg; r. triple-helix samenwerking: samenwerking tussen onderwijs, ondernemers en overheid gericht op versterking van de regionale economie, belegd in de stichting 'Midpoint Brabant'. Artikel 2. Doelstelling De regeling heeft als doel om vanuit het beginsel van autonomie van het lokale bestuur: een overlegstructuur in te stellen en in stand te houden, die dient om de samenwerking tussen de deelnemende gemeenten vorm te geven; rechtens verantwoording af te kunnen leggen over de besteding van (subsidie)gelden die door andere overheden, instellingen en/of bedrijven met het oog op die samenwerking worden toegekend; samen te werken om regionale opgaven te identificeren en op basis daarvan gezamenlijk beleid op te stellen en gezamenlijke projecten te definieren, te initieren en uit te voeren, dan wel projecten ter uitvoering op te dragen, aan te bieden of aan te besteden aan gelieerde- en derde partijen, waaronder Midpoint Brabant.
3
Hoofdstuk 2. Openbaar Artikel 1. 2. 3. 4.
lichaam, taken en bevoegdheden
3. Openbaar lichaam en bestuursorganen Er is een openbaar lichaam, genaamd 'Regio Hart van Brabant.' Het is gevestigd te Tilburg. Het omvat de aan de regeling deelnemende gemeenten. Het bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.
Artikel 4. Taken 1. De Regio Hart van Brabant heeft als taak: a. te voorzien in een gestructureerd overlegplatform tussen de deelnemende gemeenten i. dat erop gericht is elkaar te informeren over gemeentelijke activiteiten die voor de regio van belang zijn of kunnen zijn; ii. dat naast informatie-uitwisseling ook is gericht op de afstemming, bijvoorbeeld strekkend tot aanbeveling van beleid dat gemeenten gemeenschappelijk zouden kunnen voeren, of aanbeveling van maatregelen waarvan vastgesteld wordt dat het in het belang van de regio wenselijk is als de individuele gemeenten die nemen; iii. betreffende projecten die gemeenten gezamenlijk en eventueel met andere partners kunnen ontwikkelen en uitvoeren. b. de door andere overheden, met het oog op de uitvoering van in het kader van deze regeling overeengekomen samenwerkingstaken van twee of meer deelnemende gemeenten toegekende subsidiegelden te besteden en over die besteding overeenkomstig artikel 25 van deze regeling verantwoording af te leggen aan de subsidieverlener. 2. Ter uitvoering van de in het eerste lid genoemde taken bevordert de Regio Hart van Brabant: a. de totstandkoming en coordinatie van vakinhoudelijke overlegstructuren als bedoeld in artikel 19 van deze regeling tussen portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten; b. het bewaken van de continu"iteit van de overlegstructuren; c. het zorgdragen voor een samenhangende communicatie en verslaglegging; d. het fungeren als aanspreekpunt voor derden over zaken die de intergemeentelijke samenwerking betreffen; e. het maken van afspraken ten aanzien van portefeuilleoverstijgende zaken. 3. De taken als bedoeld in het eerste lid worden vermeld in de strategische agenda die een maal per vier jaar, in het jaar na de gemeenteraadsverkiezingen, wordt vastgesteld. Het algemeen bestuur stelt de strategische agenda op en legt deze voor het verkrijgen van zienswijzen voor aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten. Vervolgens wordt jaarlijks door het algemeen bestuur een werkplan met bijbehorende begroting opgesteld en voorgelegd aan colleges en raden van de deelnemende gemeenten, om hun zienswijzen te verkrijgen. Ten behoeve van het opstellen van de strategische agenda en het jaarlijkse werkplan raadpleegt het algemeen bestuur de portefeuillehoudersoverleggen. Artikel 5. 8evoegdheden 1. Aan het openbaar lichaam worden bij het aangaan van deze regeling de bevoegdheden overgedragen tot regeling, bestuur en beheer van de uitvoering van de taken als bedoeld in artikel 4. 2. Tot de bevoegdheden horen uitsluitend de bevoegdheden die bij of krachtens de wet zijn toegekend aan de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten, voor zover deze betrekking hebben op vervulling van de taken als bedoeld in artikel 4. 3. Alle bevoegdheden in het kader van deze regeling, die niet aan een ander bestuursorgaan zijn opgedragen, behoren aan het Algemeen Bestuur.
4
Hoofdstuk 3. Algemeen en werkwijze
bestuur, dagelijks
bestuur en voorzitter,
samenstelling
Artikel 6. Samenstelling algemeen bestuur en voorzitterschap 1. De burgemeester van elke deelnemende gemeente is lid van het algemeen bestuur en wordt, bij verhindering of afwezigheid, vervangen door zijn plaatsverva ng er. 2. De burgemeester van de gemeente met het hoogste inwonertal is voorzitter van het algemeen bestuur, de burgemeester van de gemeente met het op een na hoogste inwonertal is vicevoorzitter en de burgemeester van een van de overige deelnemende gemeenten is bestuurlijk secretaris. 3. De voorzitter en de programmamanager ondertekenen de stukken die van het algemeen bestuur uitgaan. 4. Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar of arbeidscontractant in dienst van het openbaar lichaam dan wel van een van de aan de regeling deelnemende gemeenten, met uitzondering van de bijzondere ambtenaren van de burgerlijke stand en onderwijzend personeel. 5. De voorzitter van de kring gemeentesecretarissen is als adviseur aanwezig bij de vergaderingen van het algemeen bestuur. 6. De door het algemeen bestuur benoemde programmamanager is aanwezig bij de vergaderingen van het algemeen bestuur en fungeert als ambtelijk secretaris. Artikel 7. Yergaderingen 1. Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks tenminste vier keer, en voorts zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt dan wel minimaal twee leden daartoe schriftelijk onder opgave van redenen verzoeken. 2. Voor het bepalen van het tijdstip van de vergaderingen en het oproepen van de leden zijn de artikelen 19 en 20 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. 3. De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar. De vergadering wordt in beslotenheid gehouden indien tenminste een vijfde deel van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. Artikel 8. Besluitvorming 1. Elk lid van het algemeen bestuur heeft in de vergadering een stem. 2. De leden afkomstig uit gemeenten die niet deelnemen aan een bepaalde samenwerkingstaak als bedoeld in artikel 4 van de regeling, onthouden zich bij besluitvorming over deze taken van stemming. 3. Met betrekking tot het quorum, de wijze van stemmen en de handhaving van de orde in de vergadering zijn de artikelen 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing, behoudens het bepaalde in het vierde lid. 4. Besluiten met betrekking tot de samenwerkingstaken als bedoeld in artikel 4 worden, onverminderd het bepaalde in het tweede lid van dit artikel, bij absolute meerderheid van stemmen genomen. Onder absolute meerderheid wordt meer dan de helft van het totaal aantal stemgerechtigde leden verstaan. Artikel 9. Oagelijks bestuur 1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, de vice-voorzitter en de bestuurlijk secretaris, zoals aangewezen in artikel 6. 2. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of tenminste twee leden van het dagelijks bestuur dit, onder opgave van de te behandelen onderwerpen, aan de voorzitter verzoeken. 3. Het dagelijks bestuur bereidt de vergaderingen van het algemeen bestuur voor in samenspraak met de programmamanager. 4. Artikel 56 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing op de vergaderingen van het dagelijks bestuur.
5
Artikel 10. Voorzitter 1. De voorzitter van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur leidt de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. 2. De voorzitter van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur vertegenwoordigt het lichaam in en buiten rechte. 3. De voorzitter van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur draagt zorg voor de uitvoering van de genomen besluiten.
6
Hoofdstuk 4. Bevoegdheden
van de bestuursorganen
Artikel 11. Verdeling van de bevoegdheden 1. Ten aanzien van de bevoegdheden van het bestuur van het openbaar lichaam zijn van overeenkomstige toepassing de regels welke bij of krachtens de Gemeentewet zijn gesteld voor de verdeling van de bevoegdheden van de gemeentebesturen over de gemeentelijke bestuursorganen en voor de uitoefening van die bevoegdheden, evenals voor het toezicht daarop, tenzij daarvan bij of krachtens de Wgr is afgeweken. 2. Het algemeen bestuur is opdrachtnemer van de colieges van de deelnemende gemeenten en via deze van de raden. Het algemeen bestuur is opdrachtgever van het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur ls opdrachtgever van de programmamanager. 3. Het algemeen bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van een strategische agenda voor de regio. Dit gebeurt elke vier jaar, in het jaar na de gemeenteraadsverkiezingen. Het algemeen bestuur raadpleegt voor het opstelien van die kader stellende agenda de portefeuillehouders en gemeenteraden en biedt de agenda vervolgens voor het verkrijgen van zienswijzen aan die gemeenteraden aan. 4. Het algemeen bestuur is verantwoordelijk voor de jaarlijkse oplevering van een begroting met actuele uitvoeringsagenda. Het algemeen bestuur bepaalt hierin de besteding van het budget. Het algemeen bestuur vraagt voor het opstellen van de begroting de portefeuillehoudersoverleggen voorstellen te doen voor actualisatie van de uitvoeringsagenda. Het algemeen bestuur haalt voor het vaststellen van de begroting de zienswijzen op van de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten. S. Het algemeen bestuur is bevoegd om per project in de strategische agenda een projectopdracht vast te stelien. Dit gebeurt op basis van projectvoorstellen die door de portefeuillehoudersoverleggen worden gedaan. Tevens wordt per project, bij vaststelling van deze opdracht, een regionaal bestuurlijk en ambtelijk opdrachtgever van het project benoemd, evenals een ambtelijk projectleider. 6. De gemeentelijke overheden participeren vla deze gemeenschappelijke regeling voor eenderde deel in het triple helix samenwerkingsverband van de stichting Midpoint Brabant. Het algemeen bestuur integreert de Midpoint Brabant agenda, voor zover het de overheidsinbreng betreft, in de strategische agenda en in de jaarlijkse begroting met uitvoeringsagenda van Regio Hart van Brabant en bepaalt daarmee ook de hoogte van de ftnanclele bijdrage van de overheid aan Midpoint Brabant. Het algemeen bestuur bepaalt welke vertegenwoordigers namens de overheid zitting nemen in het bestuur van Midpoint Brabant. 7. Het algemeen bestuur is verantwoordelijk voor de benoeming, schorsing en het ontslag van de programmamanager, op voordracht van de Kring Gemeentesecretarissen. Het algemeen bestuur stelt benoeming, schorsing, ontslag en beoordeling vast. Art. 12. Verordeningen, dienstverleningsen/of sa menwerkingsovereenkomsten Het algemeen bestuur is bevoegd verordeningen, dienstverleningsen/of samenwerkingsovereenkomsten vast te stellen die noodzakelijk zijn voor de realisering van de in artikel 2 aangehaalde doelstellingen en de uitvoering van de in artikel 4 genoemde taken. Artikel 13. Dienstverlening 1. Het algemeen bestuur is bevoegd om aan niet aan de regeling deelnemende gemeenten toe te staan, gebruik te maken van diensten van het openbaar lichaam. 2. Het gebruik en de daartoe strekkende voorwaarden, zoals bedoeld in het eerste lid, worden vastgelegd in een overeenkomst.
7
Hoofdstuk 5. Informatie
en verantwoording
Artikel 14. algemeen en dagelijks bestuur ten opzichte van de raden 1. Het algemeen en dagelijks bestuur geven aan de colleges van burgemeester en wethouders en de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten, gevraagd of ongevraagd, alle inlichtingen die voor een beoordeling van het door het bestuur te voeren beleid nodig zijn, indien het verstrekken daarvan niet in strijd is met het openbaar belang. Onder ongevraagde aanlevering wordt tenminste de actieve verstrekking verstaan van een: a. vierjaarlijkse strategische agenda; b. jaarlijkse begroting met uitvoeringsagenda. 2. Het algemeen en dagelijks bestuur geven aan de colleges van burgemeester en wethouders en de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten, gevraagd of ongevraagd, alle inlichtingen die voor een beoordeling van het door het bestuur gevoerde beleid nodig zijn, indien het verstrekken daarvan niet in strijd is met het openbaar belang. Onder ongevraagde aanlevering wordt tenminste de actieve verstrekking of openbaarmaking verstaan van: a. een financieel jaarverslag; b. een inhoudelijk jaarverslag; c. een halfjaarlijks verslag van de voortgang van projecten; 3. Het algemeen en dagelijks bestuur organiseren ten behoeve van informatieuitwisseling twee maal per jaar, eenmaal in het voorjaar en eenmaal in het najaar, een radendag waarop alle gemeenteraadsleden van de deelnemende gemeenten worden uitgenodigd. De radendag is primair bedoeld voor raadsleden, maar collegeleden en gemeentesecretarissen van de deelnemende gemeenten kunnen eveneens aanwezig zijn. Op de radendag in het voorjaar wordt informatie uitgewisseld met betrekking tot de op te stellen begroting met uitvoeringsagenda voor het daaropvolgende kalenderjaar. 4. Het algemeen en dagelijks bestuur verzorgen ten behoeve van meningsvorming een online omgeving waarin raadsleden met elkaar kunnen dtscussleren over regionale thema's. 5. Een verzoek om inlichtingen door een of meer leden van de gemeenteraad van een van de deelnemende gemeenten dient schriftelijk te worden ingediend bij het algemeen bestuur en kan onder meer omvatten: a. persoonlijke en mondelinge toelichting door de voorzitter of een van de andere leden van het algemeen bestuur in een gemeenteraads- of commissievergadering. b. aanlevering van de verslagen van vergaderingen van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de portefeuillehoudersoverleggen. Artikel 15. leden algemeen bestuur ten opzichte van de colleges en raden 1. Een lid van het algemeen bestuur verstrekt alle inlichtingen die door het college dan wel de gemeenteraad van de gemeente die hijjzij vertegenwoordigt, of een of meer leden daarvan, worden verlangd, voor zover het verstrekken daarvan niet in strijd is met het openbaar belang. 2. Een lid van het algemeen bestuur is verantwoording verschuldigd aan het college van burgemeester en wethouders, evenals aan de gemeenteraad van de gemeente die hijjzij vertegenwoordigt, voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid. Artikel 16. Dagelijks bestuur en voorzitter ten opzichte van het algemeen bestuur 1. De leden van het dagelijks bestuur zijn, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde bestuur. 2. Zij geven ongevraagd aan het algemeen bestuur alle informatie die voor een
8
julste beoordeling van het door het dagelijks bestuur te voeren en gevoerde bestuur nodig is. 3. Zij geven, tezamen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur, wanneer dit bestuur of een of meer leden daarvan hierom verzoekt, alle gevraagde inlichtingen. 4. Het bepaalde in het eerste tot en met derde lid is van overeenkomstige toepassing op de voorzitter voor het door hem gevoerde bestuur. Artikel 17. Vergoeding De leden van het algemeen en dagelijks bestuur ontvangen voor hun werkzaamheden geen vergoeding. Artikel 18. Verenigde Vergadering 1. Indien tenminste drie raden van de deelnemende gemeenten besluiten dat het, in het kader van de informatie- en verantwoordingsplicht van het algemeen bestuur, noodzakelijk is dat er een vergadering van alle raden van de deelnemende gemeenten bijeenkomt, dan is het algemeen bestuur gehouden deze zogenaamde Verenigde Vergadering bijeen te roepen. 2. Het verzoek om het bijeenroepen van de Verenigde Vergadering door drie of meer raden van deelnemende gemeenten dient schriftelijk te worden ingediend bij de voorzitter van het algemeen bestuur. De voorzitter is ervoor verantwoordelijk dat de oproeping voor de Verenigde Vergadering binnen acht weken na ontvangst van het verzoek neer is gelegd bij de griffie van elke deelnemende gemeente. 3. Ieder gemeenteraadslid van elke deelnemende gemeente is lid van de Verenigde Vergadering. Leden kunnen zich niet laten vervangen. 4. De voorzitter van het algemeen bestuur is tevens voorzitter van de Verenigde Vergadering. De programmamanager vervult de rol van ambtelijk secretaris. 5. Voor het bepalen van het tijdstip van de vergaderingen en het oproepen van de leden zijn de artikelen 19 en 20 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. 6. De Verenigde Vergadering is openbaar. De vergadering wordt in beslotenheid gehouden indien tenminste een vijfde deel van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. 7. De Verenigde Vergadering doet uitspraken over kwesties die zij van regionaal belang acht. Elk lid van de Verenigde Vergadering heeft daarbij in de vergadering een stem. 8. De leden afkomstig uit gemeenten die niet deelnemen aan een bepaalde samenwerkingstaak als bedoeld in artikel 4 van de regeling, onthouden zich bij besluitvorming over deze taken van stemming. 9. Met betrekking tot het quorum, de wijze van stemmen en de handhaving van de orde in de vergadering zijn de artikelen 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing, behoudens het bepaalde in het tiende lld. 10. Besluiten met betrekking tot de samenwerkingstaken als bedoeld in artikel 4, worden, onverminderd het bepaalde in het negende ltd van dit artikel, bij absolute meerderheid van stemmen genomen. Onder absolute meerderheid wordt meer dan de helft van het totaal aantal stemgerechtigde leden verstaan.
9
Hoofdstuk 6. Portefeuillehoudersoverleggen Artikel 19. Portefeuillehoudersoverleggen 1. Het portefeuillehoudersoverleg voorziet in een inhoudelijk overlegplatform tussen de deelnemende gemeenten, per regionaal gedefinieerde beleidsportefeuille. Het overleg is gericht op: a. informatie-uitwisseling over gemeentelijke activiteiten die voor de regio van belang zijn of kunnen zijn; b. afstemming, bijvoorbeeld strekkend tot aanbeveling van beleid dat gemeenten gemeenschappelijk zouden kunnen voeren, of aanbeveling van maatregelen waarvan vastgesteld wordt dat het in het belang van de regio wenselijk is als de individuele gemeenten die nemen; c. het ontwikkelen van voorstellen voor projecten die gemeenten gezamenlijk en eventueel met andere partners kunnen uitvoeren; d. het monitoren van de voortgang van regionale projecten waarvan de portefeuillehouders bestuurlijk opdrachtgever zijn. Het algemeen bestuur stelt portefeuillehoudersoverleggen op onderscheiden beleidsportefeuilles in. 2. Per deelnemende gemeente neemt in beginsel een lid uit het college van burgemeester en wethouders, zijnde de betreffende portefeuillehouder, deel aan het portefeuillehoudersoverleg. Dit lid kan zich laten vertegenwoordigen door een plaatsvervangend lid uit het college. 3. Het portefeuillehoudersoverleg wijst een voorzitter aan uit zijn midden. De voorzitter stelt de agenda voor het overleg op en draagt zorg voor het tenminste agenderen van de projecten die zijn opgenomen in de strategische agenda en de daarvan afgeleide jaarlijkse begroting met uitvoeringsprogramma. 4. De voorzitter van het portefeuillehoudersoverleg kan zich doen vergezellen door een of meer ambtenaren. De ambtenaren hebben in de vergadering een ondersteunende rol. 5. Het portefeuillehoudersoverleg kan besluiten bestuurders, vertegenwoordigers of personen werkzaam bij of voor niet aan de regeling deelnemende gemeenten of andere publiek- of privaatrechtelijke rechtspersonen, in daarvoor in aanmerking komende overleggen toe te laten ten behoeve van advies en toelichting. 6. Het portefeuillehoudersoverleg vergadert jaarlijks tenminste vier keer, en voorts zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt dan wel minimaal twee leden daartoe schriftelijk onder opgave van redenen verzoeken. 7. Het portefeuillehoudersoverleg is verantwoordelijk voor het doen van projectvoorstellen aan het algemeen bestuur en wijst uit haar midden een portefeuillehouder aan die als bestuurlijk opdrachtgever zal fungeren voor het betreffende project. Het projectvoorstel dat ter vaststelling wordt aangeboden aan het algemeen bestuur omvat daarnaast een voorstel voor een ambtelijk opdrachtgever en een ambtelijk projectleider. Het portefeuillehoudersoverleg treedt voor afstemming van de projectopdracht en de bemensing in overleg met de programmamanager, die ten behoeve daarvan in overleg kan treden met de kring gemeentesecretarissen. 8. De bestuurlijk opdrachtgever van een project rapporteert in elk portefeuillehoudersoverleg over de voortgang van het project en halfjaarlijks aan het algemeen bestuur en wordt daarbij ondersteund door de ambtelijk opdrachtgever en ambtelijk projectleider. 9. Portefeuillehouders vervullen, op voordracht van het algemeen bestuur, de rol van overheidsvertegenwoordiger in de stuurgroepen die Midpoint Brabant per programma opricht en kunnen vanuit die hoedanigheid, samen met stuurgroepleden die onderwijs en bedrijfsleven vertegenwoordigen, opdrachtgever zijn van Midpoint Brabant-projecten. Betreffende portefeuillehouders zijn daarmee verantwoordelijk voor terugkoppeling aan de collega-portefeuillehouders in elk portefeuillehoudersoverleg over de voortgang van Midpoint Brabant-projecten en de afstemming met Regio Hart van Brabant-projecten.
10
10. Ten behoeve van informatievoorziening zijn portefeuillehouders verantwoordelijk voor het verzorgen van rapportage over de overlegresultaten uit het portefeuillehoudersoverleg en over de voortgang van regionale projecten uit de portefeuille aan de eigen gemeenteraad, danwel de van toepassing zijnde raadscommissie. 11. Voor de resultaten van het portefeuillehoudersoverleg is, voor zover het regionale project- en beleidsvoorstellen betreft en voor zover het overlegresultaten betreft die ftnanclele consequenties hebben, besluitvorming door het algemeen bestuur nodig voor het maken van een integrale programmatische afweging. Indien en voor zover betreffende besluitvorming de met de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten in het strategisch werkprogramma en de jaarbegroting afgestemde kaders te buiten gaat, is tevens besluitvorming nodig door de organen van de deelnemende gemeenten wier bevoegdheden het betreft. Zonder een zodanige besluitvorming worden de deelnemende gemeenten niet door het overlegresultaat gebonden. 12. Artikel 17 is op de portefeuillehoudersoverleggen van overeenkomstige toepassing.
11
Hoofdstuk 7. Ambtelijke
ondersteuning
Artikel 20. Programmamanager 1. Het algemeen bestuur draagt de programmamanager op de rol van eerste beleidsadviseur aan het algemeen bestuur te vervullen en verstaat daaronder: a. de functie van ambtelijk secretaris te vervullen voor de vergaderingen van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur; b. de co6rdinatie van de jaarlijkse organisatie van vier Hart van Brabantdagen en twee radendagen en daartoe vier voorbereidende overleggen van de kring gemeentesecretarissen en vier voorbereidende overleggen van de ambtelijke co6rdinatoren voor te bereiden en te organiseren, respectievelijk twee voorbereidende overleggen met de griffiers van de deelnemende gemeenten voor te bereiden en te organiseren; c. de co6rdinatie van de werkzaamheden -door de ambtelijk co6rdinatoren van de deelnemende gemeenten- die verband houden met de ambtelijke ondersteuning van de portefeuillehoudersoverleggen; d. het voeren van programmamanagement gericht op realisatie van de doelen uit de strategische agenda en de daarvan afgeleide jaarlijkse begroting met uitvoeringsprogramma, hetgeen inhoudt dat: i. de samenhang van projecten met de strategische agenda wordt bewaakt; ii. de samenhang en afstemming tussen projecten uit de agenda worden bewaakt; iii. gevraagd en ongevraagd inhoudelijk advies wordt gegeven aan bestuurlijke en ambtelijke opdrachtgevers en projectleiders; iv. procesmanagement wordt gevoerd ten behoeve van de inzet van projectleiders en in afstemming met deze en met de ambtelijke opdrachtgever (externe) opdrachten worden verstrekt en facturen worden betaald; v. afwijkingen van projectopdrachten en daarin vastgelegde afspraken over taakverdeling, governance en financien aan het algemeen bestuur worden gerapporteerd; e. het geven van organisatorisch en financieel advies bij de totstandkoming van de jaarlijkse begroting met uitvoeringsprogramma en de totstandkoming van het inhoudelijk en financieel jaarverslag; f. het geven van aanstellingsadviezen bij de voordracht van projectleiders door portefeuillehoudersoverleggen aan het algemeen bestuur; g. het gevraagd en ongevraagd geven van advies met betrekking tot het functioneren van de regeling. 2. Het algemeen bestuur gaat een dienstverleningsovereenkomst betreffende het programmamanagement aan met de gemeente waar de programmamanager in dienst is. 3. De gemeente waar de programmamanager in dienst is draagt zorg voor alle reguliere werkgeverslasten betreffende de programmamanager en voor vervanging bij diens afwezigheid vanwege ziekte of om andere redenen. Tevens draagt betreffende gemeente, op basis van een dienstverleningsovereenkomst met Midpoint Brabant, zorg voor een adequate werkplek met alle bijbehorende randvoorwaarden (inclusief automatisering, telefonie, postverwerking, repro, beheer lopend archief) op locatie bij Midpoint Brabant en voor de inhuur van een management assistent die in dienst is bij Midpoint Brabant. 4. De werkzaamheden ten behoeve van het voeren van de flnanclele administratie, advies bij het opstellen van de ontwerpbegroting en jaarrekening, controle van de jaarrekening, evenals het beheer van de vermogenswaarden, worden door de programmamanager, op basis van een door hem te sluiten dienstverleningsovereenkomst, opgedragen aan een deelnemende gemeente of aan een derde.
12
5.
De bewaring van statische archiefbescheiden geschiedt conform de dienovereenkomstige bepalingen van de Gemeentewet of Archiefwet 1995 en wordt door de programmamanager, op basis van een door hem te sluiten dienstverleningsovereenkomst, opgedragen aan een deelnemende gemeente.
Artikel 21. Kring gemeentesecretarissen 1. De gemeentesecretaris van elke deelnemende gemeente is lid van de kring gemeentesecretarissen en wordt vervangen door zijn plaatsvervanger bij verhindering of afwezigheid. 2. De gemeentesecretaris van de gemeente met het hoogste inwonertal is in beginsel voorzitter van de kring gemeentesecretarissen. 3. De voorzitter stelt de agenda voor het overleg op en draagt zorg voor het tenminste agenderen van de projecten die zijn opgenomen in de strategische agenda en de daarvan afgeleide jaarlijkse begroting met uitvoeringsprogramma. 4. De programmamanager is adviseur van de kring gemeentesecretarissen en woont in die hoedanigheid de vergaderingen bij. De programmamanager verzorgt de praktische organisatie van het overleg en de voorbereiding ervan. 5. De kring gemeentesecretarissen komt tenminste acht maal per jaar bijeen, en voorts zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt dan wel minimaal twee leden daartoe schriftelijk onder opgave van redenen verzoeken. Vier maal per jaar dient de vergadering ter voorbereiding op de vergadering van het algemeen bestuur tijdens de Hart van Brabantdag. 6. De kring gemeentesecretarissen kan besluiten bestuurders, vertegenwoordigers of personen werkzaam bij of voor niet aan de regeling deelnemende gemeenten of andere publiek- of privaatrechtelijke rechtspersonen, in daarvoor in aanmerking te nemen overleggen toe te laten voor advies en toelichting. 7. De kring gemeentesecretarissen onderhoudt via de vergadering structureel contact met de programmamanager. Dit contact vormt een informeel sturingsinstrument in de opdrachtgevers- en opdrachtnemersrelatie tussen respectievelijk algemeen bestuur en programmamanager. 8. De kring gemeentesecretarissen richt zich in de sturing op advies over voorstellen met organisatorische en personele consequenties voor de gemeentelijke organisatie, hetzij met betrekking tot Regio Hart van Brabant, hetzij Midpoint Brabant. Zulks ongeacht of het belelds- of projectvoorstellen betreft, of uitvoering. De leden van de kring gemeentesecretarissen bewaken tevens de naleving van de in deze gemeenschappelijke regeling vastgelegde afspraken over governance, zowel binnen de eigen gemeentelijke organisatie als binnen het samenwerkingsverband Regio Hart van Brabant. 9. Gemeentesecretarissen doen op verzoek van de programmamanager of portefeuillehoudersoverleg aan het portefeuillehoudersoverleg voorstellen voor de ambtelijke bezetting van projecten. 10. Artikel 17 is op de kring gemeentesecretarissen van overeenkomstige toepassing.
13
Hoofdstuk 8. Financiele bepalingen Artikel 22. Begroting 1. Het begrotingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Het algemeen bestuur stelt jaarlijks uiterlijk op 1 juli, nadat de raden van de deelnemende gemeenten overeenkomstig artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen hun zienswijze naar voren hebben kunnen brengen, de begroting voor het komende kalenderjaar vast. 3. De begroting gaat vergezeld van een duidelijke toelichting en van een meerjarenraming voor het betreffende begrotingsjaar en de drie daarop volgende jaren. 4. De begroting vermeldt de door elke deelnemende gemeente verschuldigde bijdrage voor het begrotingsjaar. 5. Het algemeen bestuur neemt in de begroting van Regio Hart van Brabant de begroting op van Midpoint Brabant ter bepaling van de hoogte van de overheidsbijdrage aan deze stichting. 6. Het algemeen bestuur, maakt ter realisatie van artikel 22, lid 5, afspraken met het bestuur van Midpoint Brabant over tijdige aanlevering aan Regio Hart van Brabant van een door het stichtingsbestuur vastgestelde eigen begroting van Midpoint Brabant. 7. Na de vaststelling van de begroting zendt het algemeen bestuur de begroting aan de raden van de deelnemende gemeenten, die ter zake bij Gedeputeerde Staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen. 8. Het algemeen bestuur zendt de begroting binnen twee weken na de vaststelling, met inachtneming van het gestelde in artikel 34 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, aan Gedeputeerde Staten. 9. Op besluiten tot tussentijdse wijziging van de begroting is het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. Artikel 23. Kostentoerekening 1. De deelnemende gemeenten dragen de kosten van de Regio Hart van Brabant, voor zover die niet uit andere middelen wordt gedekt. De kosten van de Regio Hart van Brabant worden door de deelnemende gemeenten gedragen naar rato van het inwonertal. Voor de berekening van het aandeel van iedere gemeente wordt uitgegaan van het inwonertal volgens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat, waarvoor de bijdrage verschuldigd is. 2. De deelnemende gemeenten dragen de kosten verbonden aan het overheidsaandeel in Midpoint Brabant voor zover die niet uit andere middelen worden gedekt. De kosten van Midpoint Brabant worden door de deelnemende gemeenten gedragen naar rato van het inwonertal. Voor de berekening van het aandeel van iedere gemeente wordt uitgegaan van het inwonertal volgens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat, waarvoor de bijdrage verschuldigd is 3. Van de kosten van de Regio Hart van Brabant maken in ieder geval deel uit de salariskosten en overige uit de rechtspositie voortvloeiende kosten ter zake van de functionarissen als bedoeld in artikel 20 van deze regeling. Evenals het aan hen toe te rekenen aandeel in de vaste organisatie- en huisvestingskosten van de organisatie door wie zij zijn aangesteld of gecontracteerd. Tevens maken hiervan deel uit de directe kosten, uitgezonderd de vaste organisatie- en huisvestingskosten, verband houdende met het opstellen van de ontwerpbegroting en -rekening, het voeren van het financieel beheer van Regio Hart van Brabant en het bewaren van archiefbescheiden.
14
Artikel 24. Voorschotbetaling 1. De deelnemende gemeenten betalen in het begrotingsjaar bij wijze van voorschot voor 1 februari telkens het aandeel als bedoeld in artikel 23, eerste en tweede lid van deze regeling aan Regio Hart van Brabant. 2. Bij overschrijding van de in het eerste lid van dit artikel genoemde termijnen wordt over het verschuldigde bedrag een rente in rekening gebracht naar het percentage dat de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten dan in rekening brengt voor de rekening-courant kredieten. 3. Wanneer het algemeen bestuur vaststelt dat een gemeenteraad van een deelnemende gemeente niet bereid is het aandeel als bedoeld in artikel 23, eerste en tweede lid van deze regeling op te nemen in de begroting van die gemeente, kan het algemeen bestuur aan Gedeputeerde Staten verzoeken over te gaan tot toepassing van artikel 194 van de Gemeentewet. Artikel 25. Rekening 1. Het algemeen bestuur stelt jaarlijks, uiterlijk op 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft, nadat de raden van de deelnemende gemeenten overeenkomstig artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen hun zienswijze naar voren hebben kunnen brengen, het jaarrapport vast. 2. Het jaarrapport omvat, naast een jaarrekening met een overzicht van de baten en lasten over het begrotingsjaar, ook een inhoudelijk jaarverslag. 3. Het algemeen bestuur voegt daarbij een verslag van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, evenals wat het algemeen bestuur verder voor zijn verantwoording nodig acht. 4. Na de vaststelling van het jaarrapport zendt het algemeen bestuur dit aan de raden van de deelnemende gemeenten, die ter zake bij Gedeputeerde Staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen. 5. Het algemeen bestuur zendt het jaarrapport binnen twee weken na de vaststelling, met inachtneming van het gestelde in artikel 34 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, aan Gedeputeerde Staten. 6. Een batig saldo wordt uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten op basis van het bepaalde in artikel 23 van deze regeling. Een nadelig saldo wordt ten laste gebracht van de deelnemende gemeenten op basis van het bepaalde in artikel 23 van deze regeling. 7. In afwijking van het gestelde in het zesde lid kan een batig saldo worden bestemd voor dekking van de kosten van het uitvoeringsprogramma van het daarop volgende kalenderjaar, danwel voor de vorming van of toevoeging aan een algemene reserve. Tevens kan een nadelig saldo geheel of gedeeltelijk ten laste worden gebracht van de algemene reserve. Deze reserve mag ten hoogste omvatten 10 procent van de begroting van het jaar, volgend op het jaar waarop de rekening betrekking heeft.
15
Hoofdstuk 9 Toetreding,
uittreding,
wijziging,
opheffing
Artikel 26. Toetreding 1. Een gemeente kan toetreden tot de regeling indien daartoe door de deelnemende gemeenten wordt besloten bij unanimiteit, middels gelijkluidende besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders en de raden. 2. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de toetreding en kan hieraan voorwaarden verbinden. Artikel 27. Uittreding 1. Een aan de regeling deelnemende gemeente kan uit de regeling treden door daartoe strekkende besluiten van het college van burgemeester en wethouders de raad van die gemeente. Deze besluiten worden direct ter kennis van het algemeen bestuur gebracht. 2. Voor uittreding als bedoeld in het eerste Iid geldt een opzegtermijn van een kalenderjaar. 3. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de uittreding en kan hieraan voorwaarden verbinden.
en
Artikel 28. Wijziging van de regeling 1. De regeling kan worden gewijzigd indien daartoe wordt besloten bij unanimiteit, middels gelijkluidende besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders en de raden van de deelnemende gemeenten. 2. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de wijziging van de regeling. Artikel 29. Opheffing 1. Deze regeling kan worden opgeheven indien daartoe wordt besloten bij unanimiteit, middels gelijkluidende besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders en de raden van de deelnemende gemeenten. 3. Ingeval van opheffing van de regeling besluit het algemeen bestuur tot Iiquidatie en stelt het daarvoor een liquidatieplan op. Hierbij kan van de bepalingen van deze regeling worden afgeweken. 4. Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur - nadat de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten hun zienswijzen hebben kunnen inbrengen vastgesteld. 5. Het Iiquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten tot deelneming in de financiele gevolgen van de opheffing. Het voorziet ook in de gevolgen van de opheffing voor de in artikel 20 bedoelde functionarissen.
16
Hoofdstuk 10. Overgangs-
en slotbepalingen
Artikel 30. Overgangsbepaling De eerste aanwijzing van leden van het algemeen bestuur vindt plaats uiterlijk weken na de dag van in werking treden van de regeling.
acht
Artikel 31. Toezending aan Gedeputeerde Staten en aan de gemeenten; inwerkingtreding; duur 1. Het coilege van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg draagt zorg voor de toezending van de regeling aan Gedeputeerde Staten als bedoeld in artikel 26 Wgr en aan de besturen van de deelnemende gemeenten. 2. De regeling geldt voor onbepaalde tijd. 3. Deze regeling, evenals een wijziging daarvan, treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin inschrijving in het register als bedoeld in artikel 27, tweede lid Wgr heeft plaatsgevonden. 4. De colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten verrichten de in het derde lid bedoelde inschrijving op de dag, welke daartoe zal worden bepaald in het bericht waarbij Gedeputeerde Staten mededeling doen van hun besluit tot goedkeuring van de regeling. Artikel 32. Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als 'gemeenschappelijke Brabant.' Artikel 33. Slotbepaling In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet,
regeling Regio Hart van
beslist het algemeen bestuur.
***
17
Toelichting
op de gemeenschappelijke
regeling
Regio Hart van Brabant
Algemeen Regio Hart van Brabant Regio Hart van Brabant is het publieke samenwerkingsverband van de gemeenten Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk. In november 2009 kreeg de regionale samenwerking een stevige impuls. De samenwerking tussen de gemeenten onderling, binnen wat destijds Regionaal Overleg Midden-Brabant (ROM) heette, werd geconcretiseerd middels een strategische agenda. Deze werd in 2011 definitief vastgesteld. Daarnaast werd de (triple-helix) samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs doorontwikkeld en ge'institutionaliseerd in de (privaatrechtelijke) stichting Midpoint Brabant. De agenda van de samenwerkende gemeenten omvat enerzijds algemene publieke samenwerkingsopgaven en anderzijds het gemeentelijke aandeel in de triple helix agenda van Midpoint Brabant. De focus binnen het platform voor overleg en informatie-uitwisseling dat ROM was kwam sindsdien meer te liggen bij het gezamenlijk formuleren van beleid en het ontwikkelen en opzetten van initiatieven in de vorm van projecten om dat beleid te realiseren. De verschoven focus van het samenwerkingsverband geeft aanleiding tot actualisatie van de gemeenschappelijke regeling. Met de nieuwe regeling wordt meer ruimte geschapen om regionale opgaven te identificeren en op basis daarvan gezamenlijke projecten te definieren, te inltleren en richting uitvoering te brengen. Met de voorgestelde gewijzigde regeling wordt tevens de naam van het Regionaal Overleg Midden-Brabant (ROM) aangepast naar Regio Hart van Brabant. In de nieuwe regeling is, rekening houdend met de geldende Wet gemeenschappelijke regelingen waaronder dit samenwerkingsverband opereert, tevens zeer nadrukkelijk aandacht besteed aan het doorvoeren van noodzakelijke voorstellen ter verbetering van de governance en de democratische legitimatie richting gemeenteraden van de deelnemende gemeenten. Midpoint Brabant Midpoint Brabant is het (privaatrechtelijk) samenwerkingsverband van onderwijs, ondernemers en overheid. Via de economische ontwikkelingsprogramma's van Midpoint Brabant onderscheidt de regio zich als de regio van 'Social Innovation'. De overheid is een van de drie participanten in voormeld samenwerkingsverband en organiseert deze rol via Regio Hart van Brabant. Midpoint Brabant fungeert hiermee als uitvoeringsorganisatie voor de deelnemende gemeenten in dit samenwerkingsverband. 'Social Innovation' werkt het beste als de samenwerkende partners ook zichzelf hebben georganiseerd en hun agenda op orde hebben. De '0' van overheid heeft dit geregeld in de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant. Relatie Regio Hart van Brabant - Midpoint Brabant Min of meer vergelijkbaar met hoe dat diverse andere regio's is geregeld, zijn intergemeentelijke samenwerking enerzijds en triple-helix samenwerking anderzijds, in nauwe samenhang met elkaar, maar in separate rechtspersonen georganiseerd. Voor alle projecten die Regio Hart van Brabant ter hand neemt geldt dat het opdrachtgeverschap bij de overheid ligt. Voor alle projecten van Midpoint Brabant geldt dat het projecten zijn
18
waarbij het opdrachtgeverschap overheid.
bij de triple helix ligt; bij onderwijs,
ondernemers
en
Ongeveer de helft van de projecten van Regio Hart van Brabant betreft projecten die de overheidsbijdrage aan de triple helix programma's van Midpoint Brabant vormen. De Midpoint Brabant programma's zijn hiermee verzekerd van eenduidige ondersteuning door de regiogemeenten. De andere helft betreft projecten op het vlak van algemene publieke samenwerkingsopgaven, zoals de regionale sociale agenda. Deze wijze van organiseren veronderstelt overigens niet dat de samenwerkende gemeenten geen triple-helix contact aangaan bij de projecten waarvan zij enig opdrachtgever zijn. Integendeel, bedrijfsleven en onderwijs zijn in veel gevallen natuurlijke samenwerkingspartners. Het betekent wel dat tussen Regio Hart van Brabant en Midpoint Brabant goede en regelmatige afstemming nodig is. Niet voor niets zijn de bureaus van beide rechtspersonen op dezelfde locatie ondergebracht. Het betekent ook dat er projecten zijn waarvan de overheid opdrachtgever is, die voor de uitvoer het beste ondergebracht kunnen worden bij Midpoint Brabant. Dit geldt met name voor projecten die expliciet gericht zijn op het stimuleren van de regionale economie en waarbij triplehelix samenwerking een noodzakelijke voorwaarde is. Deze projecten zullen, onder opdrachtgeverschap van de overheid, gereed gemaakt moeten worden voor uitvoer, alvorens ze ondergebracht kunnen worden bij Midpoint Brabant. Rechtspersoonlijkheid In het voorjaar van 1998 heeft een aantal gemeenten in Midden-Brabant, tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Brabant, besloten tot het aangaan van een nieuwe regeling.
na het besluit Midden-
Deze gemeenschappelijke regeling Regionaal overleg Midden-Brabant (ROM) werd aangegaan door de colleges van burgemeester en wethouders en was op de eerste plaats bedoeld om te fungeren als overlegplatform voor de deelnemende gemeenten. Eind 2000 is de regeling gewijzigd en per 1 februari 2001 trad de wijziging in werking. Deze gemeenschappelijke regeling kende aanvankelijk alleen een 'Iichte' constructie (zonder openbaar lichaam). Er was uitsluitend een gemeenschappelijk orgaan dat verantwoordelijk was voor het creeren en in stand houden van een overlegstructuur (portefeuillehoudersoverleggen). In 2000 bleek deze beperkte setting niet meer houdbaar. Vanwege het beheer van budgetten en de besteding van subsidiegelden en de verantwoording daarover, was het noodzakelijk dat de regeling (tevens) rechtspersoonlijkheid zou verkrijgen. Dit werd per 1 februari 2001 gerealiseerd door een wijziging van de regeling waarbij een openbaar lichaam werd ingesteld. In 2003 vond de laatste wijziging plaats. Daarbij werd artikel 4, eerste lid sub c. geschrapt. I.v.m. de invoering van het BTW-compensatiefonds was er geen noodzaak meer tot uitvoering van de regionale Milieuwet. In 2013 wordt vanwege genoemde veranderde omstandigheden en een noodzaak tot doorvoer van verbeteringen in de governance en democratische legitimatie van het samenwerkingsverband een verzoek gedaan door het algemeen bestuur aan de raden tot het verlenen van toestemming voor het aangaan van een nieuwe gemeenschappelijke regeling, onder intrekking van de oude. Uitgangspunten De uitgangspunten van Regio Hart van Brabant zijn: 1. Het fungeren als overlegplatform ten behoeve van het uitwisselen van informatie, afstemmen en samenwerken om regionale opgaven te identificeren en op basis daarvan gezamenlijke projecten te definieren, te initieren en uit te voeren;
19
2.
De vakinhoudelijke inbreng in het overleg blijft behoren tot de verantwoordelijkheid van de betrokken gemeenten zelf.
Algemeen bestuur Het algemeen bestuur heeft primair een co6rdinerende en initierende taak. Het algemeen bestuur schept de voorwaarden voor de totstandkoming en het in stand houden van een goed functionerende overlegstructuur. Het algemeen bestuur bewaakt de contlnurteit van het overleg, is verantwoordelijk voor de externe communicatie en fungeert als algemeen aanspreekpunt voor derden over zaken die de intergemeentelijke samenwerking betreffen. Het algemeen bestuur maakt daarnaast afspraken voor portefeuilleoverstijgende zaken. Daarnaast heeft het algemeen bestuur tot taak om verantwoording af te leggen over de besteding van subsidiegelden waarbij verantwoording door een regionale overheid met rechtspersoonlijkheid als eis wordt gesteld.
Porteteuittenoudersoverteqqen Binnen de portefeuillehoudersoverleggen vindt vakinhoudelijk overleg plaats. In de regeling is bepaald dat dit overleg de inhoudelijke voorbereiding vormt die kan leiden tot besluitvorming door het algemeen bestuur en/ of tot besluiten van de bevoegde bestuursorganen van de deelnemende gemeenten waardoor deze gemeenten kunnen worden gebonden. Programmamanagement en vakinhoudelijke inbreng Het bestuur en de portefeuillehoudersoverleggen worden ondersteund door het programmamanagement. De beleidsinhoudelijke voorbereiding en ondersteuning portefeuillehoudersoverleggen wordt verzorgd door beleidsambtenaren van de deelnemende gemeenten zelf.
van de
Organisatie De Regio Hart van Brabant is een platform voor informatie-uitwisseling en afstemming, en een basis van waaruit concrete projecten kunnen worden opgestart. In die gevallen waarin een subsidie wordt toegekend voor een samenwerkingstaak als bedoeld in artikel 4 eerste lid onder b, zal het algemeen bestuur van de Regio Hart van Brabant verantwoording afleggen over de besteding van de subsidiegelden.
20
Artikelsgewijze
toelichting
Artikel 3 Openbaar lichaam en bestuursorganen Met dit artikel wordt het openbaar lichaam ingesteld, in casu feitelijk bestendigd waardoor er sprake is van een overheidslichaam met rechtspersoonlijkheid. Artikel 4 Taken De taak tot het besteden van subsidiegelden en de verantwoording daarover wordt uitgeoefend in die gevallen waarin een subsidieverlener ten behoeve van een concrete samenwerkingstaak slechts subsidie wenst te verlenen aan een krachtens publiekrecht ingestelde regionale rechtspersoon. Met andere woorden: indien een subsidieverlener (bijvoorbeeld Rijk of provincie) bereid is om een samenwerkingstaak van twee of meer deelnemende gemeenten te subsidteren door verstrekking van die subsidie aan die gemeenten zelf, dan is er geen taak voor het algemeen bestuur op grond van artikel 4 eerste lid onder b van deze regeling. Artikel 7 Vergaderingen Tweede lid: de verwijzing naar de artikelen 19 en 20 van de Gemeentewet betreft de oproeping voor de vergadering en het vergaderquorum: de vergadering wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is. Derde lid: in tegenstelling tot de vergaderingen van het gemeenschappelijk orgaan, eist art. 22, derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen dat de vergaderingen van het algemeen bestuur in beginsel openbaar van karakter zijn. Artikel8 Besluitvorming In het derde lld wordt verwezen naar artikelen van de Gemeentewet: deze artikelen hebben betrekking op oproeping, vergaderquorum, immuniteit voor datgene wat in de vergadering wordt gezegd, ordehandhaving, stemming en stemquorum. Uitgangspunt is dat besluiten genomen worden op basis van absolute meerderheid. Bij een even aantal stemgerechtigde leden betekent dit dat wordt uitgegaan van de helft plus 1. Bij een oneven aantal stemgerechtigde leden geldt dat de helft plus 112 de absolute meerderheid vormt. Artikel 9. Dagelijks bestuur Aan het dagelijks bestuur zijn in deze gemeenschappelijke regeling geen specifieke taken of bevoegdheden toegedacht, behoudens het bepaalde in artikel 9, lid 3 en artikel 11, lid
2. Artikel 12 Verordeningen, dienstverlenings- en/of samenwerkingsovereenkomsten Uit artikel 5 volgt dat verordeningen, dienstverlenings- en/of samenwerkingsovereenkomsten alleen vastgesteld kunnen worden voor taken die in artikel 4 aan het algemeen bestuur zijn opgedragen. Ter uitvoering van gesubsidieerde taken als bedoeld in artikel 4 eerste lid onder b kan het bijvoorbeeld nodig zijn om in een verordening regels te stellen voor de toekenning van subsidies, het stelien van voorwaarden daarbij en het afleggen van verantwoording daarover. Artikel 11 legt hiervoor de basis. Indien een verordening, dienstverlenings- en/of samenwerkingsovereenkomst gaat over een uitvoeringstaak waarin niet door alle aan het Hart van Brabant deelnemende gemeenten wordt geparticipeerd, dient deze zodanig te worden geredigeerd dat deze alleen geldt voor de gemeenten die wel in de betreffende taak deelnemen.
21
Artikel 13 Dienstverlening Dit artikel biedt de mogelijkheid om eventueel overeenkomsten aan te gaan met gemeenten die niet aan de regeling deelnemen, maar die wel wensen aan te sluiten bij een uitvoeringsproject van deelnemende gemeenten. Besluitvorming hierover vindt uiteraard plaats in overeenstemming met het gestelde in artikel 8. Artikelen 14 t/m 16 informatie en verantwoording Deze artikelen regelen de informatie- en verantwoordingsplicht die uit een oogpunt van democratische legitimatie aan het functioneren van het bestuur worden gesteld en die verplicht is op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Artikel 18. Verenigde Vergadering Besluiten die worden genomen in de Verenigde Vergadering hebben uitsluitend, maar wel grote, bestuurlijk-politieke betekenis. Er gaat een belangrijke signaalwerking vanuit naar de bestuursorganen die gerekend worden tot deze gemeenschappelijke regeling (algemeen bestuur en dagelijks bestuur) en naar de portefeuillehoudersoverleggen. Uitgangspunt is dat besluiten genomen worden op basis van absolute meerderheid. Bij een even aantal stemgerechtigde leden betekent dit dat wordt uitgegaan van de helft plus 1. Bij een oneven aantal stemgerechtigde leden geldt dat de helft plus V2 de absolute meerderheid vormt. Artikel 19 Portefeuillehoudersoverleggen Het tweede lid bepaalt dat in beginsel een lid van het college van burgemeester en wethouders, te weten de betreffende portefeuillehouder, aan het overleg deelneemt. Tegen ad hoc deelname aan het overleg door meerdere leden uit een college bestaat geen bezwaar. De portefeuillehoudersoverleggen analyseren zelf welke kansen en bedreigingen op hun terrein zich voordoen. En zo ja, welke intergemeentelijke aanpak daarbij past. De overleggen worden vakinhoudelijk gesteund door inbreng van de gemeenten zelf. Artikelen 20 en 21 Ambtelijke ondersteuning Deze artikelen regelen de ambtelijke ondersteuning. opgenomen in een dienstverleningsovereenkomst.
Nadere bepalingen zijn/worden
In aanvulling op hetgeen gesteld is in artikel 21 hebben gemeentesecretarissen de inspanningsverplichting om twee interne co6rdinatoren aan te stellen om de communicatie tussen Regio Hart van Brabant en Midpoint Brabant enerzijds en de deelnemende gemeenten anderzijds goed te doen verlopen. Gemeentesecretarissen dragen ten eerste zorg voor de benoeming van een interne Hart van Brabant co6rdinator binnen de eigen organisatie. De Hart van Brabant co6rdinator verzorgt, in opdracht van de gemeentesecretaris, ambtelijke ondersteuning aan het college van burgemeester en wethouders voor aangelegenheden die de regionale samenwerking betreffen zoals bedoeld in deze gemeenschappelijke regeling. De interne Hart van Brabant co6rdinator vormt daarnaast een praktisch aanspreekpunt voor de programmamanager en ziet, in opdracht van de gemeentesecretaris, mee toe op de praktische ambtelijke invulling van de taken en bevoegdheden die volgen uit deze gemeenschappelijke regeling en de strategische agenda, de jaarlijkse begroting met uitvoeringsprogramma en projectopdrachten die eruit voortvloeien. Gemeentesecretarissen dragen ten tweede zorg voor de benoeming van een interne Midpoint Brabant co6rdinator binnen de eigen organisatie. De Midpoint Brabant co6rdinator verzorgt, in opdracht van de gemeentesecretaris, ambtelijke ondersteuning aan het college van burgemeester en wethouders voor aangelegenheden die de regionale samenwerking in triple helix verband betreffen zoals belegd bij de stichting Midpoint
22
Brabant en vastgelegd in de stichtingsstatuten. De interne Midpoint Brabant coordinator vormt daarnaast een praktisch aanspreekpunt voor de programmadirecteur van Midpoint Brabant en ziet, in opdracht van de gemeentesecretaris, mee toe op de praktische ambtelijke invulling van de taken en bevoegdheden die volgen uit de stichtingsstatuten en het strategische programma, de jaarlijkse begroting met uitvoeringsprogramma en projecten die eruit voortvloeien. Artikelen 22 t/m 25 Financien Deze artikelen regelen de vaststelling van de begroting, de kostentoerekening naar rato van het inwonertal, de voorschotbetaling en de vaststelling van de rekening. Er is tevens een inspraakregeling opgenomen voor de raden van de deelnemende gemeenten bij de vaststelling van de begroting en de jaarrekening. Deze regeling waarbij de gemeenteraden - verplicht - in de gelegenheid moeten worden gesteld om een zienswijze kenbaar te maken is ontleend aan artikel 35 derde lid van de Wgr. Artikel 23 Kostentoerekening Alle deelnemende gemeenten worden geacht deel te nemen aan de uitvoering van alle in artikeld genoemde taken, tenzij hierover in de strategische werkagenda of de jaarlijkse begroting expliciet andere afspraken zijn gemaakt. Zo kan het voorkomen dat met betrekking tot de samenwerkingstaken als genoemd in artikel 4 in wisselende samenstelling van gemeenten wordt samengewerkt. Een eventueel nadelig financieel resultaat van de uitvoering van de taken als genoemd in artikel 4 komt voor rekening van de aan de betreffende taak deelnemende gemeenten en kan niet leiden tot een financlele verplichting voor gemeenten die niet aan de betreffende taak deelnemen. Zo een nadelig financieel resultaat behoort dan ook niet tot de 'kosten van de Regio Hart van Brabant' als bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel. Het bepaalde in artikel 23 laat onverlet dat door Regio Hart van Brabant ook met nietdeelnemende gemeenten kan worden samengewerkt en dat daarvoor door het algemeen bestuur op maatwerkbasis afspraken gemaakt worden over kostentoedeling. Deze afspraken worden vastgelegd in een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 13, lid 2. Artikel 30 Toezending aan Gedeputeerde Staten en aan de gemeenten; inwerkingtreding: gelding . Artikel 26 Wet gemeenschappelijke regelingen verlangt dat in de gemeenschappelijke regeling een deelnemende gemeente wordt aangewezen - als 'penvoerende gemeente' om (onder andere) de regeling naar het provinciebestuur te zenden.
23
Einde bijlage: TI GR Hart van Brabant 20130917.pdf
Terug naar het agendapunt
RV Jaarstukken 2012 begroting 2014 Hart van Brabant 20130917.pdf (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9620#
000699697 00353002 Onderwerp
Jaarstukken 2012 en ontwerpbegroting Hart van Brabant 2014
Raadsvoorstel Inleiding In de regio Hart van Brabant (HvB) werken op dit moment acht gemeenten (Tilburg en omliggende gemeenten) samen op basis van een gemeenschappelijke regeling Regionaal Overleg Midden-Brabant. In december 2012 is Heusden een samenwerkingsovereenkomst voor een jaar met deze regio aangegaan. Doel van de bestuurlijke samenwerking is via een brede en integrale regionale aanpak de slagkracht van de regio te vergroten en beter in te kunnen spelen op de aanstaande decentralisatie van overheidstaken. Door de regio zijn de volgende stukken toegezonden waarover u in dit voorstel nader wordt geadviseerd: het ontwerpjaarrapport 2012 met daarin de jaarrekening en het jaarverslag; goedkeurende accountantsverklaring bij het jaarrapport 2012; ontwerpbegroting 2014. Voor de nieuwe Gemeenschappelijke Regeling Hart van Brabant 2013 verwijzen wij u naar het separate raadsvoorstel met kenmerk 00348956, ook voor uw vergadering van 17 september 2013. Hierin wordt voorgesteld om ons toestemming te geven toe te treden tot deze Gemeenschappelijke Regeling. In het vervolg van dit voorstel zijn wij er vanuit gegaan uw toestemming hiervoor te hebben. Feitelijke informatie Benadering Alhoewel Heusden op dit moment dus formeel nog geen onderdeel van de Gemeenschappelijke Regeling van Hart van Brabant uitmaakt, is Heusden wel bij de voorbereiding van de ontwerpbegroting betrokken geweest als agendalid van het Algemeen Bestuur (AB). Ook wordt u als zodanig en als beoogd toekomstig deelnemer van de gemeenschappelijke regeling momenteel in de gelegenheid gesteld om uw zienswijzen op de begroting kenbaar te maken.. Jaarrapport Het AB van HvB heeft in haar vergadering van 18 april 2013 ingestemd met het jaarrapport en besloten deze ter besluitvorming toe te zenden aan de colleges en de raden van de aangesloten gemeenten. De goedgekeurde accountantsverklaring 2012 is bij de stukken gevoegd. Omdat Heusden nog geen onderdeel van de gemeenschappelijke regeling uitmaakt maar enkel voor 2013 een samenwerkingsovereenkomst met HvB heeft gesloten, kunnen het ontwerpjaarrapport en de bijbehorende accountantsverklaring voor kennisgeving worden aangenomen. Ontwerpbegroting 2014 Opbouw ontwerpbegroting De ontwikkeling die de samenwerking in regio HvB vanaf 2012 heeft doorgemaakt, heeft ervoor gezorgd dat de begroting voor 2013 in een andere vorm werd opgesteld. Deze begroting is opgebouwd rondom een zevental portefeuilles. Elke commissie die binnen de intergemeentelijke samenwerking al bestond in de vorm van een zogenaamd „portefeuillehoudersoverleg‟ werd in deze begroting afzonderlijk opgenomen. De volgende portefeuilles werden onderscheiden: Algemeen Bestuur, Arbeidsparticipatie, Economische Zaken Recreatie & Toerisme, Milieu & Afval, Maatschappelijke Ontwikkeling & Jeugd, Jeugdgezondheidszorg, Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting en Verkeer & Vervoer. De voor 2013 geprioriteerde projecten uit de werkagenda van de regio zijn voor het eerst in de begroting voor 2013 opgenomen onder deze portefeuilles. Door onder meer de discussie over governance en democratische legitimatie die onlangs is gevoerd en vanuit de aanbevelingen voor verbeteringen die in de nieuwe gemeenschappelijke regeling zijn overgenomen, kent de ontwerpbegroting voor 2014 een iets andere opzet dan die van 2013. Het gevolg van
1
000699697 00353002 Onderwerp
Jaarstukken 2012 en ontwerpbegroting Hart van Brabant 2014
de veranderingen in de nieuwe gemeenschappelijke regeling is dat de begroting van Midpoint Brabant inmiddels integraal is opgenomen in die van de regio HvB. Hiermee kan de overheidsbijdrage aan het triple helix samenwerkingsverband (samenwerkingsverband waarin de zogenaamde 3 O‟s (overheid, ondernemers en onderwijs) samenwerken) worden vastgesteld. Daarnaast is hiermee invulling gegeven aan de wens om het totale regionale samenwerkingsprogramma zichtbaar te maken. De onderlinge samenhang, met bijbehorende kosten, tussen de activiteiten van de regio HvB en die van Midpoint Brabant wordt hierdoor ook inzichtelijk. Verder zijn er op ons advies diverse aanpassingen/aanvullingen doorgevoerd, ten gunste van Heusden. Zo is in de ontwerpbegroting een aantal, voor Heusden belangrijke, programma‟s opgenomen zoals Metal valley, Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat en de Poort van Heusden. Proces ontwerpbegroting De ontwerpbegroting 2014 ligt later voor bij de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten dan gebruikelijk. Het Algemeen Bestuur heeft er namelijk naar gestreefd zoveel mogelijk rekening te houden met de informatie-uitwisseling met raadsleden die plaatsvond tijdens de Hart van Brabant Radendag van 6 april 2013 en tijdens de Dialoogconferentie van 22 mei 2013. Afweging Omdat Heusden nog geen onderdeel van de gemeenschappelijke regeling uitmaakt maar enkel voor 2013 een samenwerkingsovereenkomst met HvB heeft gesloten is ons voorstel om het ontwerpjaarrapport en de bijbehorende accountantsverklaring voor kennisgeving aan te nemen. Voor de ontwerpbegroting HvB 2014 geldt dat u de mogelijkheid heeft om uw zienswijze kenbaar te maken, voordat het AB de begroting vaststelt. Het voorstel is om als zienswijze kenbaar te maken dat u instemt met de ontwerpbegroting, onder de voorwaarde dat de structurele bijdrage voor Heusden maximaal € 75.000,(voor zowel HvB als Midpoint) per jaar bedraagt. Inzet van Middelen De Heusdense bijdrage aan de regio HvB bedraagt voor 2014 in zijn totaliteit € 75.000,-, op basis van de ontwerpbegroting. In de voorjaarsnota 2013 zijn middelen opgenomen om aan deze verplichting te voldoen. Daarbij is uitgegaan van een bijdrage aan de regio HvB en de regio Noordoost Brabant van € 150.000,tezamen. Deze bijdrage past in beginsel binnen de middelen die in de voorjaarsnota 2013 zijn opgenomen. Over de definitieve hoogte van de bijdrage aan de regio Noordoost Brabant bestaat op moment van schrijven nog geen duidelijkheid. Voor de verdere financiële consequenties hiervan wordt verwezen naar het separate voorstel “Gemeenschappelijke regeling Hart van Brabant”. Risico's Alhoewel in de voorjaarsnota 2013 de middelen zijn opgenomen om aan de verplichting overeenkomstig de ontwerpbegroting 2014 te voldoen, is de vaststelling van de begroting uiteindelijk voorbehouden aan het AB. Mede afhankelijk van eventueel ingekomen zienswijzen, kan het AB de begroting gewijzigd vaststellen. Alhoewel er draagvlak lijkt te zijn voor de bijzondere positie die Heusden in deze inneemt, bestaat het risico dat er discussie ontstaat over de hoogte van de Heusdense bijdrage. Daarom wordt voorgesteld om in een zienswijze richting HvB aan te geven dat u instemt met de ontwerpbegroting Hart van Brabant 2014 onder de voorwaarde van een maximale bijdrage van € 75.000,- (voor zowel HvB als Midpoint).
2
000699697 00353002 Onderwerp
Jaarstukken 2012 en ontwerpbegroting Hart van Brabant 2014
Procedure Na besluitvorming wordt het AB van HvB hierover geïnformeerd. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
3
000699697 00353002 Onderwerp
Jaarstukken 2012 en ontwerpbegroting Hart van Brabant 2014
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 17 september 2013; gezien het voorstel van het college van 13 augustus 2013, gelet op de beraadslaging;
besluit: -
als agendalid kennis te nemen van het jaarrapport 2012 en controleverklaring jaarrekening 2012 Regio Hart van Brabant;
-
in te stemmen met de ontwerpbegroting 2014 Regio Hart van Brabant;
-
als zienswijze bij het Algemeen Bestuur van de Regio Hart van Brabant kenbaar te maken dat u instemt met de ontwerpbegroting, onder de voorwaarde dat de bijdrage voor Heusden maximaal € 75.000,- (voor zowel HvB als Midpoint) bedraagt.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
4
Einde bijlage: RV Jaarstukken 2012 begroting 2014 Hart van Brabant 20130917.pdf
Terug naar het agendapunt
BIJL Aanbiedingsbrief jaarrapport 2012 begroting 2014 HvB.pdf (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9619#
3"1°2
0
oo}o
REGIO HRRT~~H~~ URn 8RR8Rllf' hh~
-lL-
Gemeente Heusden Tilburg, 29 april 2013
onderwerp: bij/agen: kenmerk:
Jaarrapport 2012 en gemeenschappelijke
regeling
3 BK/jh/2013-13
Geachte raad, Namens het algemeen bestuur van Regio Hart van Brabant bieden wij u graag de volgende, bijgevoegde, stukken aan: • het ontwerp jaarrapport 2012 met daarin jaarrekening en jaarverslag; • de goedkeurende accountantsverklaring jaarrekening 2012; • de nieuwe gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant. Jaarrapport 2012 Het algemeen bestuur van Regio Hart van Brabant heeft in haar vergadering van 18 april 2013 besloten in te stemmen met het ontwerp jaarrapport 2012 en heeft de algemene reserve na bestemming bepaald op € 18.043,-. Tevens is het voorstel om € 129.348,- toe te voegen aan de reserve werkagenda en hiervan € 66.000,- toe te voegen aan de begroting van 2013 conform besloten. De toevoeging aan de begroting 2013 geschiedt conform het overhevelingsvoorstel jaarrapport onder 'overige gegevens'.
dat daartoe is opgenomen in het
Het algemeen bestuur heeft voorts besloten de raden van de acht deelnemende gemeenten het ontwerp jaarrapport toe te sturen voor het verkrijgen van zienswijzen. De gemeente Heusden, waarmee in december 2012 een samenwerkingsovereenkomst is gesloten die op 1 januari 2013 inging, ontvangt het jaarrapport 2012 uitsluitend ter informatie. Hierbij vragen wij de raden van de acht deelnemende gemeenten dan ook graag hun mening over de inhoud van het ontwerp jaarrapport 2012 aan het algemeen bestuur kenbaar te maken. Het algemeen bestuur ziet graag uiterlijk 15 juni uw reactie tegemoet om daarna definitief te kunnen besluiten over de vaststelling van de jaarrekening en deze vervolgens, conform de bepalingen in de Wgr, toe te kunnen sturen aan Gedeputeerde Staten. Accountantsverklaring Bijgaand treft u de goedkeurende accountantsverklaring aan over de jaarrekening 2012. Op verzoek van de accountant wordt geen door hem ondertekende verklaring verzonden. De ondertekende verklaring is wel in ons bezit. Loon op Zand Oisterwijk Tilburg Waalwijk POSTAORESpostbus 90154, 5000 LG Tilburg ""0'"0''' Reitseplein 1, 5037 AA Tilburg (Het Corpac TEL013- 594 42 83 FAX013- 4686215 'MA>Linfo@regio·hartvanbrabant.nl WEB www.regio·hartvanbrabant.nl
Huis)
werken samen Dongen Gilze en Rijen Goirle Heusden Hilvarenbeek
REGIO HART UAn 8RA8AnT Nieuwe gemeenschappelijke regeling Als derde bijlage treft u een nieuwe gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant aan. Het algemeen bestuur heeft besloten deze nieuwe regeling voor te leggen aan de colleges en raden van de negen beoogde deelnemende gemeenten aan deze gemeenschappelijke regeling, dus inclusief de gemeente Heusden. Het verzoek aan de colleges is hun gemeenteraad te vragen toestemming te verlenen tot het aangaan van deze gemeenschappelijke regeling, onder gelijktijdige intrekking van de huidige gemeenschappelijke regeling Regionaal Overleg Midden-Brabant. Het besluit van de gemeenteraden tot het verlenen van toestemming aan hun colleges dient gelijkluidend te zijn. De nieuwe gemeenschappelijke regeling verschilt tekstueel behoorlijk van de huidige gemeenschappelijke regeling. Het algemeen bestuur doet u derhalve graag de suggestie om deze niet zozeer op detailniveau te vergelijken met de huidige regeling, als wel deze te beoordelen in zijn nieuwe voorgestelde vorm op de vraag of deze wat u betreft recht doet aan de aard en het karakter van de intergemeentelijke samenwerking in onze regio. In de nieuwe gemeenschappelijke regeling zijn de aanbevelingen verwerkt uit de notitie 'Governance Regio Hart van Brabant & Midpoint Brabant'. Deze notitie is opgesteld door een werkgroep die in opdracht van het algemeen bestuur heeft gekeken naar verbetermogelijkheden op dit terrein. De werkgroep kreeg deze opdracht in het kader van de inhoudelijke discussie die hierover met u is gevoerd op de Hart van Brabant Radendagen. De notitie hebt u eerder ontvangen ter voorbereiding op de tweede Hart van Brabant Radendag van 6 april jongstleden. U zlet de veranderingen in de regeling vooral terug in explicietere begripsomschrijvingen, bepalingen ten aanzien van besluitvorming en omschrijving van bestuurlijke en ambtelijke taken en bevoegdheden. Daarnaast is bij het formuleren van de nieuwe gemeenschappelijke regeling nadrukkelijk aandacht besteed aan de democratische legitimatie van de regionale samenwerking. U ziet dit in de regeling terug in uitgebreidere en concretere afspraken over informatie- en verantwoordingsplicht van het algemeen en dagelijks bestuur. Bovendien is de introductie van de mogelijkheid om een Verenigde Vergadering bijeen te roepen een belangrijk verschil met de huidige regeling. Ten slotte is bij het opstellen van de nieuwe gemeenschappelijke regeling op twee manieren invulling gegeven aan de suggestie van verschillende raadsleden om gebruik te maken van de (bestuurskundige en juridische) kennis van de Universiteit van Tilburg. In de eerste plaats zijn de aanbevelingen verwerkt uit het paper van dr. Tamara Metze 'Het kloppende democratische Hart van Brabant'. Zij schreef het stuk voor de tweede Hart van Brabant Radendag. U ontvangt dit stuk nog via uw griffie, samen met het verslag van deze Radendag. Ten tweede is de regeling juridisch getoetst door de universiteit van Tilburg. Ontwerpbegroting 2014 Graag informeren wij u verder dat de ontwerpbegroting 2014 nog onderhanden is. De later dan gebruikelijke aanlevering van de ontwerpbegroting hangt samen met het streven van het algemeen bestuur om bij het opstellen van de begroting zoveel mogelijk rekening te houden met de informatieuitwisseling die hierover heeft plaatsgevonden op de Radendag van 6 april jongstleden. Bovendien wordt nadrukkelijk inhoudelijke inbreng opgevraagd bij de portefeuillehouders. Zo wordt de colleges van de deelnemende gemeenten, samen met een afschrift van dit schrijven aan u, een concept aangereikt van de regionale agenda voor 2014. Via behandeling in de colleges wordt de portefeuillehouders gevraagd hun zienswijzen op deze agenda in het portefeuillehoudersoverleg in te brengen dat tijdens de eerstvolgende Hart van Brabantdag op 30 mei aanstaande plaatsvindt. Het algemeen bestuur streeft ernaar u de ontwerpbegroting voor 2014 voor het zomerreces aan te bieden voor het verkrijgen van zienswijzen. De nieuwe gemeenschappelijke regeling biedt ruimte voor het maken van afspraken voor de toekomst over een geschikt en werkbaar aanlevermoment bij de raden van de ontwerpbegroting door het algemeen bestuur.
REGIO HART UAn 8RA8AnT Ten slotte Concreet wordt u nu gevraagd: uiterlijk 15 juni uw zienswijzen kenbaar te maken aan het algemeen bestuur van Regio Hart van Brabant over de inhoud van het ontwerp jaarrapport 2012; uw college van burgemeester en wethouders, bij het verzoek daartoe, toestemming te verlenen tot het aangaan van de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant, onder gelijktijdige intrekking van de gemeenschappelijke regeling Regionaal Overleg MiddenBrabant. Wij vertrouwen erop u voldoende te hebben ge·informeerd. Met vriendelijke groet,
Mr. P.G.A. Noordanus Voorzitter Regio Hart van Brabant
S.P.F. Kapitein Programmamanager Regio Hart van Brabant
REGIO HART UAn 8RA8AnT Gemeente Heusden T .a.v. de gemeenteraad Postbus 41 5250 AA VLlJMEN Tilburg, 19 juli 2013
onderwerp: bijlagen: kenmerk:
Ontwerpbegroting 2014 1 BKljh/2013-21
Geachte raad, Namens het algemeen bestuur bieden wij u de ontwerpbegroling 2014 van Regio Hart van Brabant aan. Graag ontvangt het algemeen bestuur uw eventuele zienswijzen. Uw college van burgemeester en wethouders ontvangt deze ontwerpbegroting eveneens, evenals een afschrifl van deze brief aan u. Uw college kan u op deze manier adviseren. Totstandkoming Ontwerpbegroting regio Hart van 8rabant In de brief die wij u op 29 april jl. stuurden en waarmee we u het ontwerp Jaarrapport 2012 en de nieuwe Gemeenschappelijke Regeling Regio Hart van Brabant aanboden, kondigden we al aan dat u de ontwerpbegroting 2014 dit jaar later dan gebruikelijk zou ontvangen. De later dan gebruikelijke aanlevering van de ontwerpbegroting hangt samen met het streven van het algemeen bestuur om bij het opstellen van de begroling zoveel mogelijk rekening le houden met de informalie-uitwisseling die hierover heeft plaatsgevonden op de Radendag van 6 april jongslleden. Daarnaast is nadrukkelijk inhoudelijke inbreng opgevraagd bij de portefeuillehouders. 20 is de colleges van de deelnemende gemeenten een regionale agenda voor 2014 voorgelegd waarvan de begroting zou worden afgeleid. Via behandeling in de colleges is de portefeuillehouders gevraagd hun zienswijzen op deze agenda in het regionale portefeuillehoudersoverleg in te brengen tijdens de Hart van Brabanldag op 30 mei jongstleden. Op deze Hart van Brabanldag besloot het algemeen bestuur de programmamanager de opdrachlle geven een ontwerpbegroting op te slellen afgeleid van de regionale agenda, hierbij rekening le houden mel de input van de Radendag en de Hart van Brabantdag en ceze vervolgens eind juni schriftelijk voor te leggen aan de leden van het algemeen besluur. Een en ander om de ontwerpbegroting vervolgens, onder voorbehoud van het verwerken van de inhoudelijke suggesties, aan de gemeenteraden loe te sturen. Op 21 juni is de begroting conform deze afspraak voorgelegd aan de leden van het ab. Desgewenst konden de leden van het ab de begroting in hun college bespreken om zo nogmaals de portefeuillehouders te betrekken bij de totstandkoming ervan. Op de afgesproken deadline van 8 juli jl. was van alle ab-Ieden/colleges een reactie ontvangen. De reacties zijn zoveel mogelijk integraal verwerkt in hel stuk dat u vandaag wordl aangeboden. :'OOI"Op Zand
Oiste'w Ik "lIbvg Postbus 90'54, 5000 lG Tilburg Re:tsepleon" 5037 AA Tllburg (Het (orpac ~Uts) 013 5944283 0'3 4686215 info@reglo·hartvanbrabant.nl www.regio·hartvanbrabant.nl
werken samen '" r'I..,en Grlze en RIJen GOlrie rleusden l,lvarenbeek
REGIO HART UAn 8RA8AnT
Vervolg proces Het ab ls voornemens de ontwerpbegroting op de Hart van Brabantdag op 19 september aanstaande te bespreken en zo mogelijk vast te stellen, rekening houdend met uw zienswijzen. Wij ontvangen daarom graag uiterlijk 16 september aanstaande uw reactie.
Na de vaststelling van de begroting 2014 zendt het ab de begroting aan de provincie Noord-Brabant die als toezichthouder optreedt. T evens wordt de vastgestelde begroting aan u toegezonden, waarna u op grond van de Wet Gemeenschappelljke Regelingen nog de mogelijkheid heeft bij Gedeputeerde Staten uw zienswijzen naar voren te brengen. Oe provincie Noord-Brabant is middels een brief van het algemeen bestuur ge'informeerd over het feit dat de begroting dit jaar later wordt toegezonden. Gemeenschappelijke regeling In haar vergadering van 19 september aanstaande is het ab tevens voornemens vast te stellen dat de nieuwe gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant door de colleges van de negen samenwerkende gemeenten kan worden aangegaan onder gelijktijdige intrekking van de oude gemeenschappelijke regeling ROM. Het Iigt in de lijn der verwachting dat vastgesteld kan worden dat de nieuwe Gemeenschappelijke Regeling kan worden aangegaan nu de raden van zeven van de negen samenwerkende gemeenten hun colleges reeds akkoord hebben gegeven op het aangaan ervan. Bij twee gemeenten moet de nieuwe gemeenschappelijke regeling nog in de raad worden besproken. De nieuwe gemeenschappelijke regeling bevat, zoals bekend, veel aanscherpingen op het vlak van de governance en de democratische legitimatie van de regionale samenwerking. Ook biedt de regeling ruimte voor het maken van afspraken voor de toekomst over een geschikt en werkbaar aanlevermoment bij de raden van de ontwerpbegroting door het algemeen bestuur. U ontvangt hiertoe nog een voorstel dat besproken kan worden op een volgende Hart van Brabant Radendag. Nieuwe opzet Oe nieuwe naam en de nieuwe regeling markeren het proces dat de regio de afgelopen jaren heeft doorlopen. In 2010 kreeg de regionale samenwerking een stevige impuls. Oe samenwerking tussen overhetd, bedriitsleven en onderwijs binnen 'Oe Ideale Connectie' werd doorontwikkeld en ge'institutionaliseerd ln Midpoint Brabant. De samenwerking tussen de gemeenten onderling werd geconcretiseerd, binnen Regio Hart van Brabant, rniddels een gezarnenlijke werkagenda die in 2011 werd vastgesteld. Uit de werkagenda volgden concrete projecten waarvoor rnet de uitvoering werd gestart in de tweede helft van 2012. Over de eerste resultaten hiervan is verslag gedaan in het Jaarrapport 2012. De ontwikkeling die de sarnenwerking In Regio Hart van Brabant doorrnaakt, maakt dat een begroting in de vorrn zoals deze tot en rnet 2012 werd opgesteld, niet meer voldoet. Om die reden werd voor het begrotingsjaar 2013 een begroting opgesteld in een andere vorm. Het werd een begroting die was opgebouwd rondom een zevental portefeuilles. Elke comrnissie die binnen de intergemeentelijke samenwerking al bestond in de vorm lIan een zogenaarnd 'portefeuillehoudersoverleg' werd in deze begroting afzonderlijk opgenomen: Algerneen Bestuur, Arbeidsparticipatie, Economische Zaken _ Recreatie & Toerisrne, Milieu & Afval, Maatschappelijke Ontwikkeling & Jeugd, Jeugdgezondheidszorg, Ruirntelijke Ordening & Volkshuisvesting, Verkeer & Vervoer. De voor 2013 geprioriteerde projecten uit de werkagenda van Regio Hart van Brabant werden in deze begroting opgenornen onder deze portefeuilles. Mede als gevolg van de discussie over governance en democratische legitimatie die in het jaar 2013 wordt gevoerd en de aanbevelingen voor verbeteringen op dat vlak die werden overgenornen en verwerkt in een nieuwe gerneenschappelijke regeling, kent de begroting voor 2014 een iets andere opzet dan die van 2013. Gevolg van de lIeranderingen in de gemeenschappelijke regeling is dat de begroting van Midpoint Brabant nu integraal wordt opgenornen in die lIan Regio Hart van Brabant. Zulks met als doel orn de overheidsbijdrage aan het triple helix samenwerkingsverband te kunnen vaststellen. Oaarnaast wordt hierrnee invulling gegeven aan de wens orn het totale regionale
REGIO HART UAn 8RA8AnT samenwerkingsprogramma zichtbaar te maken, alsook de onderlinge samenhang tussen de activiteiten van zowel Regio Hart van Brabanl als van Midpoint Brabant en de bijbehorende kosten. Het gevolg van de integrale presentatie van de begrotingen van Regio Hart van Brabant en van Midpoint Brabant is dat een indeling in (publieke) bestuursportefeuilles niet meer voldoet. Een presentatie die is afgeleid van de inhoudelijke opgaven en de daarbij horende regionale ambities is in dit stadium van de ontwikkeling van de regionale samenwerking het meest geschikt. Mldpoint Brabant Midpoint Brabanl volgt omtrent haar begroting, als zelfstandige stichting, een eigen afstemmingsproces met de stuurgroepen en besluitvormingsproces binnen haar dagelijks bestuur. Dit geldt ook voor de financiele verantwoording achteraf. Vanzelfsprekend wordt u, evenals dit jaar, wel een Jaarrapport toegezonden waarin Midpoint Brabant financieel en inhoudelijk verslag zal doen over het huidige boekjaar. De begroting van Midpoint Brabant is in die van Regio Hart van Brabant opgenomen als Inhoudelijke onderbouwing voor de bepaling van de hoogte van de overheidsbijdrage. Het Algemeen Bestuur van Regio Hart van Brabant stelt dus straks, rekening houdend met uw zienswijzen, twee dingen vast: haar eigen begroting: de begroting van Regio Hart van Brabant; de hoogte van de bijdrage van de overheid aan de stichting Midpoint Brabant. Ten slotte Concreet wordt u nu gevraagd uiterlijk 16 september a.s. uw zienswijzen kenbaar te maken aan het algemeen bestuur van Regio Hart van Brabant over de inhoud van de ontwerpbegroting. Wij vertrouwen erop u voldoende te hebben ge'informeerd. Met vriendelijke groel,
Mr. P.G.A Noordanus Voorzitter Regio Hart van Brabant
S.P.F. Kapitein Programmamanager Regio Hart van Brabanl
Einde bijlage: BIJL Aanbiedingsbrief jaarrapport 2012 begroting 2014 HvB.pdf
Terug naar het agendapunt
TI Jaarstukken 2012 begroting 2014 Hart van Brabant.pdf (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9618#
InHOU[]SOPGAUE
JAARUERSLAG
3
Programmauerantwoording
3
Paragrafen
23
JAARREHEnlnG
26
8alans per 31 december
26
Programmarekening
28
Grondslagen uoor waardering en resultaatbepaling 2012
30
Toelichting op de balans per 31 december..
31
Toelichting op de programmarekening
3~
2012
Uaststell ingsbes luit
OUERIGE GEGEUEnS Algemene reserue, uoorstel resultaatbestemming
3?
38 38
Jaaruerslag Programmauerantwoording 1. Vooraf In deze Programmaverantwoording samenwerkingsverband
wordt inhoudelijk
verslag gedaan van de resultaten
Regio Hart van Brabant. In 2012 werkten acht gemeenten
naam: Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Hilvarenbeek, samenwerkingsverband
loon op Zand, Oisterwijk,
heet officieel via de gemeenschappelijke
Tilburg, Waalwijk.
•
Peter Noordanus,
burgemeester
•
Nol Kleijngeld, burgemeester
Simone Dirven-van Aalst, burgemeester
•
Jan Boelhouwer, Machteld
Ryan Palmen, burgemeester
•
Wim Luijendijk, burgemeester
•
Hans Janssen, burgemeester
•
van Dongen (bestuurlijk
secretaris);
van Gilze en Rijen (Iid);
Rijsdorp, burgemeester
De samenwerkende wethouders portefeuillehoudersoverleggen:
was in 2012 als volgt samengesteld:
van Waalwijk (vice-voorzitter);
burgemeester
•
Een officiele naamswijziging
van Tilburg (voorzitter);
•
•
Het
regeling nog steeds Regionaal Overleg
Midden-Brabant (ROM), maar deze naam wordt in de praktijk niet meer gebruikt. volgt bij aanpassing van de gemeenschappelijke regeling in 2013. Het algemeen bestuur van Regio Hart van Brabant
van het publieke
samen onder deze nieuwe
van Goirle (Iid);
van Hilvarenbeek
(Iid);
van Loon op Zand (Iid); van Oisterwijk
(Iid).
in de regio waren in 2012 verenigd in een zestal
Arbeidsparticipatie;
•
Economische Zaken, Recreatie & Toerisme;
•
Milieu & Afval;
•
Maatschappelijke
•
Ruimtelijke
•
Verkeer & Vervoer.
Ontwikkeling
& Jeugd, Jeugdgezondheidszorg;
Ordening & Volkshuisvesting;
Hoofdstuk 2 van dit verslag geeft een beeld van de resultaten van hun inspanningen. Er ligt een nadruk op de programma's en projecten die in 2012 onderdeel waren van de begroting van Regio Hart van Brabant. In dit hoofdstuk eerst een beeld van de aanloop naar deze resultaten en de wijze waarop een en ander is georganiseerd.
1.1 Van impuls naar concrete werkagenda 2010 was het jaar waarin de regionale samenwerking impuls kreeg. De samenwerking
in het Hart van Brabant in alle opzichten een stevige
tussen overheid, bedrijfsleven
en onderwijs
binnen 'De Ideale Connectie'
werd
doorontwikkeld en gemstitutionafiseerd in de stichting Midpoint Brabant, onder meer door installatie van een Regional Development Board met kopstukken uit bedrijfsleven, onderwijs en overheid. De samenwerking tussen de gemeenten
onderling
in het Regionaal Overleg Midden-Brabant
Hart van Brabant en er werd besloten strategische geven. De werkagenda
werkagenda
(ROM) werd omgevormd
voor de samenwerkende
is in 2011 opgesteld door Royal Haskoning, na gesprekken
gemeenten
naar Regio vorm te
met colleges, coi:irdinerende
ambtenaren en Midpoint Brabant. De agenda is in de colleges en raden van alle acht gemeenten behandeld overgenomen. In december 2011 was de behandeling van de agenda in de laatste gemeenten aan de orde, zodat begin 2012 met de uitvoer van de agenda gestart kon worden.
en
1.2 Van werkagenda
naar projecten
In 2011 is eveneens de concretisering prioritaire
projecten
benoemd.
van de werkagenda
naar projecten gemaakt. In totaal zijn in 2011 twaalf
Hier zijn in de loop van 2012 een aantal prioriteiten
bijgekomen
met het oog op
de uitvoering van de begroting 2013. De helft van de prioriteiten betreft projecten die de overheidsbijdrage aan de triple helix programma's van Midpoint Brabant vormen. De programma's Logistic Cities, Leisure Boulevard, Care Avenue en Aerospace & Maintenance ondersteuning
door de regiogemeenten.
samenwerkingsopgaven,
Cluster zijn hiermee verzekerd van eenduidige
De andere helft betreft
projecten op het vlak van algemene publieke
zoals de regionale sociale agenda.
1.3 Van projecten naar projectstructuur ... In 2011 is na het opstellen van de werkagenda bestuurlijk
tevens de eerste stap gezet om per prioritair
trekker aan te wijzen en een ambtelijk
opdrachtgever.
De ambtelijke
project een
opdrachtgevers
zijn allen
functionarissen op directieniveau. Bestuurder en ambtenaar verstrekken vervolgens een projectopdracht een projectleider die benoemd zal worden op basis van een door hen opgesteld startdocument. De projectleider
schrijft vervolgens
mindere mate voor allopende prioriteiten bestuurlijk
uit de werkagenda trekker, ambtelijk
een projectplan. trajecten.
Dit laatste geldt uitsluitend
voor nieuwe projecten
Een en ander heeft in 2012 geresulteerd
en de benoeming opdrachtgever,
projectleider.
en in
in een matrix met daarin alle
door het Algemeen Bestuur per prioriteit
ambtelijk
aan
Voordracht
van de 'driehoek'
van de namen van
bestuurders gebeurde zo veel mogelijk in samenspraak met de portefeuillehouders, van ambtenaren gebeurde zo veel mogelijk via de Kring Gemeentesecretarissen.
voordracht
van de namen
1.4 ...En naar overall programmasturing Eind 2011 werd door de samenwerkende gemeenten de Programmamanager Hart van Brabant aangesteld. Tevens werd bij Midpoint Brabant een management assistente aangesteld waar deze parttime (16 uur per week) beroep op kan doen. De Programmamanager en managementassistente zijn gehuisvest op dezelfde locatie als Midpoint Brabant. Zodoende kan dagelijkse afstemming met Midpoint Brabant optimaal plaatsvinden. De programmamanager
verzorgt vanuit dit compacte programmabureau
programmasturing. Hij vervult de rol van eerste beleidsadviseur rol in 2012 verantwoordelijk gesteld voor: het ambtelijk bestuur),
secretariaat
van de vergaderingen
de dagelijkse overall
aan het algemeen bestuur en werd vanuit die
van algemeen bestuur (en eventueel
dagelijks
de coordinatie op de jaarlijkse organisatie van vier Hart van Brabantdagen en op termijn twee Radendagen en het daartoe (inhoudelijk) organiseren van vier voorbereidende overleggen van de Kring Gemeentesecretarissen
en vier voorbereidende
overleggen van de ambtelijke
coordinatoren,
respectievelijk twee voorbereidende overleggen met de griffiers van de deelnemende gemeenten, de coordinatie op de werkzaamheden -door de ambtelijk coordinatoren van de deelnemende gemeenten- die verband houden met de ambtelijke ondersteuning van de portefeuillehoudersoverleggen, het voeren van programmamanagement gericht op realisatie van de doelen uit de strategische en de daarvan afgeleide jaarlijkse begroting met uitvoeringsprogramma. Het voeren van programmamanagement, zoals bij het laatste gedachtestreepje geconcretiseerd. Hieronder wordt verstaan dat: de samenhang van projecten met de strategische agenda wordt afstemming tussen projecten uit de agenda wordt bewaakt; gevraagd en ongevraagd inhoudelijk opdrachtgevers en in afstemming verstrekt
en projectleiders;
met deze en met de ambtelijke
en facturen worden
afwijkingen
genoemd, werd in 2012
bewaakt; de samenhang en
advies wordt gegeven aan bestuurlijke
procesmanagement
agenda
en ambtelijke
wordt gevoerd in de richting van projectleiders
opdrachtgever
(externe) opdrachten
worden
betaald;
van projectopdrachten
en daarin vastgelegde afspraken over taakverdeling,
en financien aan het algemeen bestuur worden gerapporteerd;
governance
organisatorisch
en financieel advies bij de totstandkoming
uitvoeringsprogramma gegeven;
en de totstandkoming
van de jaarlijkse
van het inhoudelijk
advies gegeven wordt bij de aanwijzing van projectleiders
begroting
en financieel jaarverslag wordt
door portefeuillehoudersoverleggen;
en tenslotte dat gevraagd en ongevraagd advies gegeven wordt met betrekking van de gemeenschappelijke regeling.
1.5 Programmasturing Het compacte programmabureau netwerksamenwerkingsverband.
met
tot het functioneren
in netwerksamenwerkingsverband moest in 2012 gaan functioneren
als een spin in het web van een
Het doel was om met weinig overhead en weinig mensen op de loonlijst van
Regio Hart van Brabant veel voor elkaar te krijgen. Om dit mogelijk te maken werden binnen alle samenwerkende
gemeenten
zogenaamde interne Hart van Brabant coordinatoren
Hart van Brabant coi:irdinatoren
vormen een praktisch aanspreekpunt
benoemd.
ambtelijk ondersteuner van het college van burgemeester en wethouders bij hun gemeente eigen gemeentesecretaris voor zaken die de regionale samenwerking betreffen. Daarnaast hadden de portefeuillehoudersoverleggen coi:irdinator.
Deze verzorgt de ambtelijke
portefeuillehoudersoverleg
Deze interne
voor het programmabureau
in de meeste gevallen al een zogenaamde
ondersteuning
van de bestuurlijk
en zorgt daarmee voor (agenda technische)
voorzitter
voorbereiding
en zijn
in opdracht van de
ambtelijke
van het voor het overleg en
coi:irdinatie op de ambtelijke uitwerking van de uitkomsten van het overleg. In de gevallen waarin dat nog niet zo was, ofwaarin vervanging aan de orde was, werd de coi:irdinator in 2012 benoemd. Het programmabureau
Regio Hart van Brabant organiseerde
in 2012 een viertal zogenaamde
coi:irdinatorenoverleggen per jaar waarbij zowel de interne Hart van Brabant coordinatoren als de ambtelijk coi:irdinatoren van de portefeuillehoudersoverleggen aanwezig waren. Een en ander ter voorbereiding op de eerstvolgende dag.
Hart van Brabantdag en ter onderlinge
afstemming
van de agenda's van de overleggen op die
1.6 Naast organisatie ook financiele middelen Met alle zojuist beschreven doorgevoerde maatregelen werd de basis gelegd voor een organisatie die de uitvoering van de strategische werkagenda (en van het jaarlijks daarvan af te leiden uitvoeringsprogramma
met
bijbehorende begroting) aan moet kunnen. Omdat er tot en met 2011, op basis van de marginale bijdrage van de deelnemende gemeenten van bruto 0,45 cent per hoofd van de bevolking, na aftrek van de apparaatskosten nagenoeg geen werkbudget overbleef voor uitvoering van de werkagenda, werd in 2012 op advies van het programmabureau door het Algemeen Bestuur besloten om naast de zogenaamde 'reserve Sociale Innovatie en Werkagenda' ook de 'vrijgevallen reserve BWS (Besluit Woninggebonden Subsidie)' te gaan besteden aan realisatie van de werkagenda. Het betrof een bedrag van in totaal ongeveer € 0,9 mln. Een deel van dat bedrag kwam via een wijziging van de begroting van 2012, die eveneens werd doorgevoerd, al in datzelfde [aar ter beschikking voor de uitvoer van projecten, maar het grootste deel komt beschikbaar in 2013. Daartoe werd in 2012 voor het eerst een programmabegroting voor het jaar 2013 geschreven die, in vergelijking met de jaren ervoor, een veel uitgebreidere onderbouwing geeft voor de activiteiten die ondernomen zullen gaan worden en die volgens de geldende tijdslijnen uit de gemeenschappelijke 15 juli bij de toezichthouder van regionale samenwerkingsverbanden (de provincie Noord-Brabant) aangeleverd. Vanwege de tijdige aanlevering kwam het verscherpte op de regio van toepassing had verklaard te vervallen.
regeling op werd
toezicht dat de provincie tot dat moment
De begroting voor 2013 werd door het Algemeen Bestuur vastgesteld met uitzondering van de meerjarenbegroting. Zulks omdat een aantal gemeenteraden, middels het geven van het gevoelen over de begroting, kenbaar maakte dat er nog niet voldoende deelnemende gemeenten in de jaren na 2013.
onderbouwing
was voor een oplopende
bijdrage van de
Met de begroting
2013 werd tevens een aangepaste Gemeenschappelijke
Regeling ter vaststelling
aan de
gemeenteraden aangeboden. Oe aanpassingen betroffen met name verandering van de naam naar regio Hart van Brabant en de creatie van meer ruimte voor de uitvoer van projecten uit de werkagenda. Ofschoon de nieuwe Gemeenschappelijke gemeenten
Regeling in een meerderheid
werd aangenomen,
van de gemeenteraden
werd deze niet door het AB vastgesteld
van de deelnemende
omdat dit een unaniem onderschrijven
van de regeling van belang vindt voor het draagvlak van de regionale samenwerking. in 2012 daarom nog op basis van de oude, nog geldende, gemeenschappelijke dialoog met de gemeenteraden vaststelling aangeboden.
hierover, opnieuw
Samenwerking
geschiedt
regeling ROM. In 2013 wordt, na
een aangepaste gemeenschappelijke
regeling ter
2. Resultaten Alles overziend was er gedurende de laatste vijf maanden van 2012, op basis van de begrotingswijziging voor 2012, werkbudget beschikbaar voor de uitvoer van programma-activiteiten en projecten. En werd met die uitvoer gestart op basis van de geldende gemeenschappelijke
regeling ROM. Er werden zodoende
vermeldenswaardige resultaten geboekt op de organisatie van het apparaat (paragraaf 2.1), de reguliere programma-activiteiten (paragraaf 2.2), op projecten die via de begrotingswijziging begroot waren in 2012 (paragraaf 2.3) en op projecten
die af gefinancierd
waren via andere dekkingsbronnen
(paragraaf 2.4).
2.1 Apparaat Het programmabureau
en de daarmee gepaard gaande apparaatskosten
weken op onderdelen
licht af van de
begroting, maar bleven in zijn totaal binnen het voor 2012 begrote bedrag. Als vermeldenswaardig kan hier nog opgemerkt worden dat een relatiebeheersysteem werd aangeschaft in samenwerking Midpoint
Brabant en dat de kosten daarvan werden gedeeld. Het relatiebeheersysteem
de komende jaren worden gebruikt bestuurlijke
contacten,
contacten
en zal in belang toenemen uit het bedrijfsleven
resultaat met
kan door beide partijen
naarmate het verder gevuld wordt met
en contacten
uit het onderwijs.
Het systeem wordt door
Regio Hart van Brabant in eerste instantie vooral gebruikt voor het aanschrijven van bestuurders ambtenaren met uitnodigingen en vergaderstukken voor de Hart van Brabantdagen.
en
2.2 Reguliere programma-activiteiten Tot de reguliere programma-activiteiten
rekenen we de organisatie
Radendagen. Daarop wordt in deze paragraaf een toelichting vergaderingen
van de Districtelijke
van de Hart van Brabantdagen
gegeven. Evenals op de integratie
Driehoek en het Dagelijks Bestuur van Midpoint
en
van de
Brabant op de Hart van
Brabantdagen en op de trajecten in het kader van governance en democratische legitimatie die uit de eerste Radendag voortvloeiden. Daarna volgt een toelichting op de verschillende communicatie-uitingen die werden ontwikkeld.
Tenslotte gaan we in op het traject 'Veerkrachtig
Bestuur in Brabant', dat weliswaar
een
incidenteel project betreft dat niet is ingezet door regio Hart van Brabant zelf, maar dat wel om facilitering door het programmabureau vraagt en in die zin in 2012 tot de reguliere programma-activiteiten gerekend mag worden. In lijn met de eerste aanbevelingen die volgen uit dit traject is de regionale samenwerking uitgebreid met de gemeente Heusden die op basis van een samenwerkingsovereenkomst toetreedt tot het verband. Ook hierop een korte toelichting.
2.2.1 Hart van Brabantdagen In 2012 werden conform planning vier Hart van Brabantdagen georganiseerd. Ze vonden achtereenvolgens plaats in maart Tilburg (Audax Textielmuseum), in mei in Waalwijk (gemeentehuis), in september in Oisterwijk (Tiliander) en in december in Hilvarenbeek Groenedaal). Op de Hart van Brabantdagen hebben portefeu ill ehou d ersoverleggen plaatsgevonden:
(Landgoed steeds alle
Arbeidsparticipatie, Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting, Verkeer & vervoer, Milieu & Afval, Economische Zaken, Recreatie & Toerisme Jeugd, Jeugdgezondheidszorg Ontwikkeling.
en Onderwijs
& Maatschappelijke
Daarnaast vonden telkens de vergaderingen Bestuur. Beide vergaderingen
plaats van de Kring Gemeentesecretarissen
werden steeds inhoudelijk
hierop werden vier vergaderingen
van de Kring Gemeensecretarissen
georganiseerd
ter voorbereiding
vergaderingen
van het AB belegd ter behandeling
Op de Hart van Brabantdagen evenals een inhoudelijke uitgenodigd
op de Hart van Brabantdagen.
en vier coordinatoren
In aanvulling
overleggen
Tenslotte werden een aantal extra
van de begroting
wordt telkens een netwerklunch
en het Algemeen
door het programmabureau.
en gemeenschappelijke
regeling.
gehouden voor alle aanwezige bestuurders,
plenaire sessie. Tijdens deze sessie werden steeds (veelal) externe sprekers
die actuele onderwerpen
Brabantdagen
voorbereid
kwamen toelichten.
De kosten voor de organisatie
van de Hart van
bleven binnen begroting.
2.2.2 Vergaderingen
DB Midpoint
Brabant en Districtelijke Driehoek
Bij wijze van proef en om reden van diverse gezamenlijke Bestuur van Regio Hart van Brabant vergaderde
agendapunten
met de vergadering
het Dagelijks Bestuur van Midpoint
eveneens op de Hart van Brabantdag, tijdens een ontbijtsessie
voorafgaand
van het Algemeen
Brabant in september
aan de vergadering
van het
Algemeen Bestuur van Regio Hart van Brabant. Omdat dit goed en efficlent bleek te werken is besloten de vergaderingen van het DB van Midpoint Brabant vanaf 2013 structureel op de Hart van Brabantdagen te integreren. In lijn met het idee om de vergaderingen
van het DB van Midpoint
Brabant te integreren
op de Hart van
Brabantdagen, ontstond hetzelfde idee voor de bijeenkomsten van de Districtelijke Oriehoek. De Districtelijke Driehoek is het overleg waarin de burgemeesters van Hart van Brabant samen met de politie en het Openbaar Ministerie
afspraken maken over veiligheid en de aanpak van criminaliteit.
Deze vergaderingen
vinden vanaf
december 2012 plaats op de Hart van Brabantdag.
2.2.3 Radendagen Een nieuw fenomeen 2012 ge"introduceerde oktober
in de regionale samenwerking Hart van Brabant-Radendagen.
zijn de in Op 27
2012 vond de eerste Radendag plaats in het Koning
Willem 11stadion in Tilburg. Met een opkomst van ongeveer 90 raadsleden en bestuurders was het een goed bezochte eerste bijeenkomst in zijn soort. Radendagen hebben in dit stadium
geen
besluitvormend
officiele karakter.
status
en
Oe bedoeling
daarmee
geen
van deze dagen is
dialoog voeren en informatie uitwisselen. De Radendag werd georganiseerd door het programmabureau in opdracht van het Algemeen Bestuur. Voor de organisatie werd nadrukkelijk samenwerking gezocht met een werkgroep van griffiers van de samenwerkende gemeenten in de regio. Oe eerste Radendag stond in het teken van vorm (de wijze waarop de regionale samenwerking is georganiseerd) en inhoud. In algemene zin kon geconcludeerd worden dat breed draagvlak bestaat voor regionale samenwerking. Algemeen werd erkend dat er verschillende kansrijke economische sectoren aanwezig zijn in de regio die met strategische, maar ook met operationele samenwerking verder versterkt kunnen worden. Bij de governance en de wijze waarop de betrokkenheid van de raden bij de regionale samenwerking wordt georganiseerd werden nog wel kritische kanttekeningen geplaatst. Oe organisatiekosten
voor de Radendag bleven binnen het daarvoor begrote bedrag.
2.2.4 Governance en verbetering In lijn met de uitkomsten
legitimatie
van de Radendag gaf het Algemeen Bestuur een werkgroep
drie gemeentesecretarissen, coordinator
democratische
een vertegenwoordiger
van Midpoint
van de gemeente Tilburg en de programmamanager
Hart van Brabant als Midpoint
de opdracht
de governance
Brabant onder de loep te nemen en met verbetervoorstellen
Algemeen Bestuur. De werkgroep Brabantse regio's.
van griffiers,
Tilburg University, gekeken worden naar mogelijkheden
met gebruikmaking
tot verbetering
Hiertoe werd een opdracht verstrekt
aan de Tilburg School of Politics and Public Administration. eerste helft van 2013 verwacht Regeling.
en meegenomen
van zowel Regio te komen aan het
is in 2012 gestart met onder meer een korte benchmark
Oaarnaast zal, onder leiding van een werkgroep de regionale samenwerking.
bestaande uit onder meer
Brabant, de interne Hart van Brabant
bij de andere
van specialistische
van de democratische
kennis van
legitimatie
aan dr. Tamara Metze, universitair
De uitkomsten
in de voorstellen
van beide trajecten
van
docent
worden in de
voor een aangepaste Gemeenschappelijke
2.2.5 Brochure Regio Hart van Brabant heeft als samenwerkingsverband is Midpoint
Brabant. Niettemin
is het belangrijk
weinig profileringsdoelstelling.
Het merk van de regio
om het verhaal van de intergemeentelijke
samenwerking
op
orde te hebben en te kunnen vertellen. Met name in bestuurlijke kringen en bijvoorbeeld bij lobby bij hogere overheden. In 2012 werd voor deze PR-doeleinden een uitgebreide brochure ontwikkeld en uitgegeven. De brochure omvat in fullcolour
opgemaakte
boekvorm
Voor de brochure zijn ook (soms internationale)
een wervende
kopstukken
versie van de werkagenda
uit bedrijfsleven
met hun pleidooi het nut en de noodzaak van goede intergemeentelijke
en onderwijs
samenwerking
van de regio.
gemterviewd
die
ondersteunen.
De brochure werd op 31 mei 2012, tijdens een door Regio Hart van Brabant in samenspraak
met de provincie
Noord-Brabant georganiseerd bezoek van de Commissaris der Koningin Wim van de Donk en gedeputeerden Bert Pauli en Brigitte van Haaften, aan de provincie Noord-Brabant aangeboden. Zulks bij wijze van antwoord op de oproep van de CdK om te laten zien dat de regio niet het 'Gat van Brabant', maar 'het Hart van Brabant' is. Mede in samenhang met de inhoudelijke dialoog over de stand van zaken van de samenwerking, leverde dit complimenten op vanuit het Provinciehuis over de stappen die de regio in korte tijd weet te maken. Het positieve oordeel over de regionale samenwerking in Hart van Brabant zou later dat jaar nog op formelere wijze onderstreept worden in het rapport van de commissie Huijbregts die de regio op bestuurskracht onderzocht (zie hiervoor de paragraaf 2.2.8 Veerkrachtig Bestuur in Brabant). Oe kosten voor de productie van de brochure overschreden
het daarvoor begrote bedrag. De verklaring
hiervoor is tweeledig. De brochure moest onder grote tijdsdruk tot stand komen. Daardoor waren meer kosten gemoeid met uitbesteding dan vooraf voorzien. Daarnaast was een separaat bedrag begroot voor de ontwikkeling van een huisstijl, Oe ontwikkeling hiervan was nodig voor de brochure, maar had nog niet plaatsgevonden bij aanvang van het productieproces van de brochure. De ontwikkeling van de huisstijl werd daarmee grotendeels onderdeel van de productie van de brochure. De kostenoverschrijding op de productie van de brochure valt nagenoeg weg tegen de onder-uitputting huisstijl.
van het budget voor de ontwikkeling
van de
2.2.6 Website Afgezien van de brochure werd in 2012 een eigen website ontwikkeld, (www.regio-hartvanbrabant.nl) vooral ook een bestuurlijk
gebouwd en gevuld. De website
ging in het najaar van 2012 online. De website is naast een digitale brochure, platform
waarop publicaties te vinden zijn en vergaderstukken
voor de Hart van
Brabant Radendagen. In 2012 werd met behulp van de website de overgang in gang gezet van aanlevering email van alle vergaderstukken voor alle portefeuillehoudersoverleggen (waardoor sommige secretariaten overspoeld werden met stukken voor verschillende op dit platform. In pdf-forrnaat, kunnen worden.
overleggen),
zodat ze ter vergadering
per
naar het beschikbaar stellen van de stukken
op de tegenwoordig
alom gebruikte
tablets bekeken
Het is de bedoeling om de website zoveel mogelijk interactiefte zichtbaar gemaakt die worden verstuurd
met #HartvanBrabant
maken. Daarom zijn op de website alle tweets en is er een forum waarop leden (raadsleden,
burgemeesters, wethouders) met elkaar van gedachten kunnen wisselen over actuele onderwerpen. gebruik van het forum is in 2012 nog minimaal en zou verder gestimuleerd kunnen worden. De productiekosten
Het
voor de website bleven binnen het daarvoor begrote bedrag.
2.2.7 Ontwikkeling Met de naamswijziging
Huisstijl en standaardproducten
die in 2012 werd doorgevoerd
Regio Hart van Brabant werd de ontwikkeling
van Regionaal Overleg Midden-Brabant
gemarkeerd
binnen de regio en binnen Brabant, stevig verankerd
die de regionale samenwerking
en gezamenlijk
(ROM) naar
doormaakt
naar een,
als nodig gevoeld verband, dat op tastbaar
resultaat is gericht. Daarbij hoort ook een doelmatige, maar wat meer tot de verbeelding sprekende, huisstiji. Deze huisstijl is in 2012 ontwikkeld en vormde de basis voor de brochure en de website, maar ook voor de productie
van standaardproducten
zoals, visitekaartjes,
briefpapier
en enveloppen.
De productie
hiervan vond
plaats binnen het daarvoor gestelde budget.
2.2.8 Veerkrachtig In 2012 onderzoeken van gemeenten
Brabants bestuur
de Vereniging van Brabantse Gemeenten
en de provincie Noord-Brabant
om de Brabantse ambities mede te realiseren en het groeiende takenpakket
het vermogen adequaat te
vervullen. De daartoe ingestelde commissie Krachtig Bestuur, heeft alle gemeenten in Regio Hart van Brabant afzonderlijk gescreend middels een bestuursscan. Daarnaast is er een regioscan afgenomen. Ten behoeve van de regioscan besloot het Algemeen Bestuur burgemeester Nol Kleijngeld aan te wijzen als bestuurlijk trekker namens Regio Hart van Brabant, ambtelijk ondersteund door het programmabureau. In 2012 zijn bestuurlijk
en ambtelijk
gesprekken gevoerd met de provincie,
is materiaal aangeleverd ten behoeve
van het deskresearch voor de regioscan, is de regionale vragenlijst ingevuld en in het AB afgestemd en is in samenwerking met de provincie het zogenaamde regiogesprek georganiseerd. Bij dat gesprek zijn ook de ondernemers en het onderwijs betrokken. De commissie heeft de opgedane kennis en de waarnemingen
verwerkt
tot voorlopige
aanbevelingen
voor
Regio Hart van Brabant. Op woensdag 21 november 2012 heeft de commissie de voorlopige aanbevelingen voor de regio aangeboden aan Gedeputeerde Staten en de VBG. Ze stelt in het positieve rapport dat de huidige strategische samenwerking een goede uitgangspositie voor toekomstige ontwikkelingen biedt en dat de regio compact en slagkrachtig is. Positief noemt de commissie ook het bestuurlijk draagvlak bij de deelnemende gemeenten
voor samenwerking
gemeenten
hebben elkaar gevonden in gemeenschappelijke
op strategisch terrein op de schaal van de Regio Hart van Brabant. De
plannen zijn omgezet in een werkagenda tijd een grote inhaalslag gemaakt.
doelen, belangen en acties. De gezamenlijke
en er is een fonds voor regionale ontwikkeling.
Er is, al met al, in korte
Als aanbevelingen geeft de commissie de volgende zaken mee. De samenwerking met West- en ZuidoostBrabant moet worden geintensiveerd. Aandacht voor het onderscheidend vermogen van de regio is daarbij van belang. Regiogrenzen moeten sowieso als fluide worden gezien. De commissie wijst daarnaast op het belang van het voeren van een tweesporenbeleid: de regio moet verder gaan met de uitvoering van de werkagenda op tactisch en operationeel
niveau, maar moet ook aandacht besteden aan het bepalen van de lange termijn
strategie. Verder is naar voren is gekomen dat gemeenteraden nog te weinig betrokken worden bij regionale ontwikkelingen. Om democratische zeggenschap en verantwoordelijkheid beter te borgen, beveelt de adviescommissie
aan om het onderwerp
governance
extra aandacht te geven. Tenslotte zou binnen de regio
samenwerkingsverband De Langstraat beeldversterkend moeten kunnen gaan werken voor de regio als geheei. De gemeente Heusden moet in dit verband de ruimte krijgen zich aan te sluiten bij Regio Hart van Brabant.
2.2.9 Samenwerkingsovereenkomst Veel van de aanbevelingen
gemeente
van de commissie Huijbregts
Hart van Brabant zelf ook als verbeterpunt
Heusden
(zie voorgaande
paragraat) zijn in lijn met wat Regio
onder de aandacht heeft. Zo was eerder in 2012 reeds een
werkgroep
geinstalleerd
legitimatie
te kijken (zie paragraaf 2.2.4). Ook de concrete invulling van een andere aanbeveling
van de gemeente
om naar verbetermogelijkheden
op het gebied van governance
en democratische
Heusden bij Regio Hart van Brabant- zat in de pen. Met de aanbevelingen
kreeg de concretisering tussen de gemeente
ervan een extra boost, hetgeen resulteerde
-aansluiting
van de commissie
in een samenwerkingsovereenkomst
Heusden en Regio Hart van Brabant die op 13 december 2012 werd ondertekend
de Hart van Brabantdag. gefaciliteerd.
De totstandkoming
Doel van de bestuurlijke
samenwerking
van de overeenkomst
tijdens
werd vanuit het programmabureau
is via een brede en integrale regionale aanpak de slagkracht van de
regio te vergroten en beter in te kunnen spelen op de aanstaande decentralisatie van overheidstaken. De gemeente Heusden en Regio Hart van Brabant zijn de samenwerking aangegaan omdat ze aanknopingspunten
zien in de economische
agenda van het samenwerkingsverband
Midpoint
Brabant dat in
de regio van kracht is. Daarnaast zien de beide partijen mogelijkheden om concreter samen te werken aan de realisatie van de werkagenda van de Regio Hart van Brabant met naast economische ook algemene publieke opgaven, bijvoorbeeld arbeidsmarkt.
op het gebied van infrastructuur
De samenwerkingsovereenkomst
en
gaat in op 1 januari 2013
en heeft een looptijd van 1 jaar. De overeenkomst
vormt
hiermee een eerste stap in de verder te verdiepen samenwerking. Beide partijen werken de participatie Heusden in 2013 via een groeimodel
van
uit. Aan de hand van
een evaluatie wordt aan het einde van het jaar bepaald in hoeverre de samenwerking meer geformaliseerd kan worden tot volwaardige deelname van Heusden aan de Regio Hart van Brabant.
2.3 Projecten uit de Hart van Brabant begroting 2012 Voor het uitvoeringsprogramma
van het jaar 2012 zijn, vanwege het feit dat pas na een begrotingswijziging
voor dat jaar middelen beschikbaar kwamen en er toen nog vijf maanden resteerden, een achttal projecten voor uitvoering geprioriteerd. Bij sommige projecten gold dat voorzien werd dat er start mee gemaakt zou worden en dat ze zouden doorlopen
in 2013. Hiermee is in het volwaardige
begroting van 2013 rekening gehouden. project uit de regiobegroting.
Onderstaand
uitvoeringsprogramma
allereerst een toelichting
en de
op de behaalde resultaten
per
2.3.1 Projectplannen
Leisure
Op leisure gebied hebben de samenwerkende nauw met elkaar samenhangen programma
gemeenten
zich gecommitteerd
tot een drietal projecten
en die gezien kunnen worden als de overheidsbijdrage
Leisure Boulevard dat onderdeel
is van Midpoint
die
aan het triple helix
Brabant. Het gaat om de projecten:
Ontsluiting
Leisure Boulevard, Leisure Loket en Kansenkaart Leisure.1 Bij het project "Ontsluiting Leisure Boulevard" gaat het om de realisatie van een levensechte, herkenbare en verbindende
boulevard van Heusden, via Waalwijk
Tilburg naar Hilvarenbeek.
en
Het betreft zowel de
weginfrastructuur (onder meer de N261), het (hoogwaardig) openbaar vervoer als ook andere invullingen
om de bereikbaarheid
van het gebied optimaal
te faciliteren, zoals de koppeling van openbaar vervoer op personenvervoer. De realisatie van die verbinding moet bijdragen aan een betere concurrentiekracht vestigingsklimaat
voor ondernemers
en
en werknemers.
Daarnaast dient de verbinding de aantrekkingskracht toeristen en recreanten te versterken. De Kansenkaart Leisure vormt een praktisch instrument
om te zien hoe en waar recreatieve
voor
en toeristische
mogelijkheden in de regio kunnen worden ontwikkeld/verbeterd. Bij deze kaart hoort een rapport als toelichting, waarin de randvoorwaarden zijn gedefinieerd voor nieuwe vormen van leisure aanbod. Hierin worden de gemeenten
aanknopingspunten
geboden voor concrete vervolgstappen
binnen de eigen
gemeentegrenzen, voor wat betreft de fysieke ruimte, met aandacht voor ontsluiting, bereikbaarheid mogelijkheden. Hierdoor moet het gemakkelijker worden om ontwikkelingsplekken te koppelen aan ontwikkelingsconcepten
en ondernemers
die deze wensen te realiseren.
Het Leisureloket van Hart van Brabant is het aanspreekpunt adviseren en wegwijs te maken in kansen en mogelijkheden de regio. Het Leisureloket
en OV
draagt bij aan de ontwikkeling
voor de Leisure-ondernemer met als doel te voor recreatieve en toeristische activiteiten binnen
van kennis op het gebied van leisure en
vrijetijdseconomie binnen Hart van Brabant. Het loket informeert en adviseert recreatie-ondernemers over procedures als bestemmingsplannen, benodigde vergunningen en de haalbaarheid van plannen bij het vestigen of uitbreiden van recreatieve activiteiten. Vanwege de onderlinge samenhang tussen de projecten is ervoor de duidelijkheid voor gekozen dat een bestuurlijk duo de drie projecten trekt en er een bestuurlijke stuurgroep is voor alle projecten. Hiervoor werden in 2012 middels besluit van het AB benoemd: Bestuurlijk trekkers: burgemeester Eijkeren Bestuurlijke
stuurgroep:
Janssen, burgemeester Ook in het ambtelijk
Hilvarenbeek
burgemeester
Ryan Palmen, wethouder
Hilvarenbeek
Ryan Palmen, burgemeester
Loon op Zand Wim Luijendijk, wethouder
opdrachtgeverschap
voor de projecten
Loon op Zand Ruud van Oisterwijk
Hans
Loon op Zand Ruud van Eijkeren
is een duidelijke
lijn gebracht. Ook hier is een duo
ingericht van de gemeentesecretarissen van Hilvarenbeek en Loon op Zand. De twee projecten met elkaar samenhangen zijn daarbij bij een ambtelijk opdrachtgever ondergebracht.
die het meest
Ambtelijk opdrachtgevers: gemeentesecretaris Hilvarenbeek Marty Horeman (Ontsluiting Leisure Boulevard), gemeentesecretaris Loon op Zand Monique van Bavel (Kansenkaart Leisure en Leisureloket) Er is in de persoon van Liesbeth Trip een projectleider
geworven en aangesteld en een startdocument
geschreven voor alle drie de projecten
dat eveneens is vastgesteld
verschijnen
Leisure Boulevard ' Dreamport
Midpoint
van het ambitiedocument
Brabant benadrukte
bestuurlijke
stuurgroep
noodzaak tot snelle oplevering
in samenspraak
dat in 2012 onder leiding van de projectleidster
2025' en de in het verlengde hiervan door
van de Kansenkaart, besloten opdrachtgevers
met de programmamanager
ander heeft geleid tot een aanbestedingsprocedure
oor het AB. Naar aanleiding van het
tot het prioriteren
en
van dit project. Een en
waarbij uit drie externe bureaus een bureau werd gekozen
is gestart met de productie
Oplevering van de Kansenkaart wordt begin 2013 voorzien.
van de Kansenkaart Leisure.
Het gevolg van de prioritering
en van het concreet starten met het project Kansenkaart Leisure in plaats van
met het schrijven van projectplannen
is dat er meer kosten zijn gemaakt in 2012 dan begroot.
Dit omdat in
2012 nog geen (start van) realisatie van projecten was voorzien, maar slechts het schrijven van een plan voor de realisatie. De leisure projecten
zijn projecten
die doorlopen
in 2013 en waarvoor
zijn begroot. In zijn totaliteit wordt voorzien dat de kosten voor de drie projecten kosten blijven die daarvoor zijn begroot in 2012 en 2013 samen.
ook in dat jaar middelen
samen binnen de totale
2.3.2 Onderzoek Slow Food/ Slow Recreatie De slow food beweging beoogt de culturele of traditionele keuken te behouden en daarmee ook het oorspronkelijk gebruik van gewassen, zaden, dieren en landbouwgebruiken van een regio. Het gebruik van diverse traditionele, hoogwaardige producten van kleine producenten (boeren, vissers, slagers, tuinders, enz) staat centraal. Door middel van gezamenlijke maaltijden, proeverijen en educatieve projecten probeert slow food consumenten,
koks en (detail)handel
te interesseren
voor de smaak van deze producten.
Omdat de regio Hart van Brabant in het gebied tussen Tilburg en Turnhout
(in en rondom Hilvarenbeek
en
Goirle, maar ook in en rondom Oisterwijk) een uitstekende omgeving biedt voor de vestiging van slow food concepten gekoppeld aan recreatieve voorzieningen en eventueel innovatieve zorgconcepten en deze ingepast kunnen worden
in een waardevolleisure
landschap wordt reden gezien een onderzoek te doen naar de kansen
voor ontwikkeling en vestiging deze concepten. Voor dit onderzoek was budget vrijgemaakt Er was voorzien dat het van 2012 zou doorlopen in 2013. Het onderzoek
is nog niet gestart in 2012. Omdat de overtuiging
biedt voor dergelijke cofinanciering
concepten
in aanmerking
onverminderd
in 2012 en in 2013.
aanwezig is dat de regio kansen
en omdat het een mogelijk Interreg project zou kunnen betreffen
zou kunnen komen wordt voorgesteld
dat voor
het bedrag dat voor dit onderzoek voor
2012 beschikbaar was met hetzelfde doel over te hevelen naar 2013.
2.3.3 Visie Aerospace & Maintenance Het project
I
Gate 2 Aerospace & Maintenance'
Campus
betreft
de realisatie van een campus op de Ericsson locatie in
de gemeente Gilze en Rijen door regionaal triple helix samenwerkingsverband Midpoint Brabant. Voor een succesvolle realisatie van dit project is het scheppen van de juiste randvoorwaarden door de overheid van belang. Vandaar dat de samenwerkende
gemeenten
Campus in hun strategische werkagenda doordachte visie op campusontwikkeling
hebben opgenomen. op deze locatie.
In 2012 zijn bestuurlijk
trekker (wethouder
in Hart van Brabant het project Aerospace & Maintenance Een belangrijke
Rolph Dols van de gemeente
randvoorwaarde
is een
Gilze Rijen) en ambtelijk
opdrachtgever (Hoofd Afdeling Economie & Arbeidsmarkt van de gemeente Tilburg) bij besluit van het AB benoemd om sturing te geven aan dit project. In samenspraak met de programmamanager is een startdocument opgesteld dat eveneens is vastgesteld door het AB. Vervolgens is op basis van het startdocument
als arnbtelijk
projectleider
Ron Askamp van de gemeente Gilze Rijen benoemd. Onder aansturing van deze driehoek en in afstemming met is de opdracht verstrekt aan een
het programmabureau
extern bureau om de campusvisie op te leveren. Deze visie, die van belang is voor de verdere ontwikkeling van deze locatie tot een volwaardige campus, en waarbij rekening is gehouden met de huidige vestiging van Ericsson en de omliggende gebieden (horecagelegenheid Wokplaza, de voormalige hockeyvelden en het gebied ten oosten van de Ericsson locatie), is intussen opgeleverd
bestemmingsplannen
Daarnaast kan op basis van de campusvisie met de eigenaren van het vastgoed en de gronden model vormgegeven
en
kan door zowel de gemeente Gilze Rijen als door Midpoint Brabant worden ingezet bij het vormgeven van voor het gebied, respectievelijk om te sturen op het binden van gewenste bedrijvigheid. worden voor gezamenlijke
De kosten voor ontwikkeling
deelname aan de ontwikkeling
eventueel
en exploitatie.
van de campusvisie zijn ruim binnen de daarvoor begrote kosten gebleven.
een
2.3.4 Planvorming civiel medegebruik
luchtmachtbasis
In 2012 is in Gilze en Rijen het Rotary Wing Training Centre (RWTC) gestart. Dit is een gezamenlijk
initiatief
van
de World Class Aviation Academy (WCAA) en Gate 2 BV. WCAA is 100% dochter van ROC West Brabant en Gate 2 BV is opgericht
door de gemeenten
Gilze en Rijen en Tilburg. De gemeente
Tilburg en de provincie
Noord-
Brabant hebben het project met een Samen Investeren subsidie en met cofinanciering mede mogelijk gemaakt. Launching customer van RWTC is Boeing, dat zijn opleidingen van de VS naar Gilze en Rijen heeft verhuisd. Het RWTC moet op zijn beurt gezien worden als Launching Customer van Gate 2, Aerospace & Maintenance Campus. Daarnaast zijn reeds andere kleinere bedrijven op de locatie neergestreken. De focus ligt op het bieden van faciliteiten voor het onderhoud aan helikopters en andere niet-Iandingsbaan gebonden luchtvaart activiteiten
en onderhoudsactiviteiten
bedrijvigheid
in het algemeen. Verdere uitbouw
van de (onderwijs-)activiteiten
op de locatie kan een grote impuls krijgen door de mogelijkheid
tot civiel medegebruik
luchtmachtbasis, bijvoorbeeld van de overcapaciteit van de nieuwe state of the art onderhoudsruimte faciliteiten van de basis voor het accommoderen van vliegeropleidingen. Voor het onderzoek naar de mogelijkheden
tot civiel medegebruik
en van de en van
was in 2012 een bedrag beschikbaar voor de
inhuur van externe kennis/capaciteit. In de praktijk bleek inhuur van die capaciteit niet nodig. Met de inzet van capaciteit bij Defensie en Midpoint Brabant, waar nodig praktisch ambtelijk ondersteund en bestuurlijk ondersteund
met lobby en ontvangsten
van minister en staatssecretaris,
werd mogelijk door het mooie lobbyresultaat
is het onderzoek gestart. Een en ander
dat werd behaald toen Defensie een verklaring
waarmee ze aangaf open te staan voor dit onderzoek. vervolg onder aansturing van Midpoint Brabant.
Het rapport
is intussen opgeleverd.
ondertekende
Het project krijgt een
2.3.5 Regionale Ruimtelijke Visie De Ruimtelijke
(Structuur)visie
Hart van Brabant is de ruimtelijke
vertaling van de Werkagenda
Brabant en geeft een lange termijn visie op de regio. Oplevering van de (structuur)visie Start van het project was voorzien in 2012. Op basis van een bestuurlijk
besluit in november
2009 van de acht samenwerkende
Hart van
was voorzien in 2013.
gemeenten
in Regio Hart
van Brabant om tot een regionale ruimtelijke structuurschets te komen is in het najaar van 2010 het 'basisdocument voor de ruimtelijke structuurschets Hart van Brabant' gereedgekomen en aan de verschillende colleges aangeboden ter kennisname. Het basisdocument is een discussiestuk en als zodanig een 'eerste bod' van de acht Hart van Brabant-gemeenten aan andere partners in de regio. Het is een dynamisch werkdocument dat zowel inhoudelijk als tekstueel verder uitgewerkt, ingevuld en afgestemd moet worden. In 2012 is volgens planning in het uitvoeringsprogramma
voor
dat jaar gestart met het vervolg op het basisdocument. Het vervolg moet in 2013 leiden tot de oplevering van de Ruimtelijke (Structuur)visie Hart van Brabant. Voor de totstandkoming van het stuk wordt afstemming gezocht met partners, zoals andere overheden en Midpoint Brabant. Het resultaat is de doorontwikkeling van het basisdocument van de ruimtelijke structuurschets
tot een door verschillende
partners in de regio
gedragen ruimtelijke visie (met concreet uitvoeringsprogramma) van de regio Hart van Brabant (inclusief kansenkaarten voor toerisme, groen en milieu als onderleggers). Het betreft een verbeelding
waarop de ruimtelijke
ambities na een integrale
afweging in totaliteit zijn opgenomen. De verbeelding is in tekst toegelicht. Bij de visie is een uitvoeringsprogramma voor de komende jaren voor de ruimtelijke In de ruimtelijke
(structuur)visie
De regionale werkagenda
projecten
opgenomen.
Hart van Brabant wordt ingegaan op die opgaven die regionaal van belang zijn.
is daarbij het kader op hoofdlijnen.
Gedurende de verdere doorontwikkeling
structuurschets wordt eveneens bepaald welke (formeel juridische) Hart van Brabant wordt gegeven.
status aan de Ruimtelijke
van de
(Structuurvisie)
In 2012 zijn voor dit project, middels een AB besluit, wethouder Sjef Verhoeven van de gemeente Goirle aangewezen als bestuurlijk trekker en Michel Tromp, gemeentesecretaris gemeente Goirle, als ambtelijk opdrachtgever.
In afstemming
met het programmabureau
en voortbordurend
op de situatie zoals deze al was
is Liesbeth Trip benoemd als ambtelijk projectleider. Er heeft een aanbesteding plaatsgevonden waaruit een extern bureau gekozen is dat de visie moet gaan opleveren. Eind 2012 lag er reeds een conceptvisie, maar deze is door de projectdriehoek
nog niet geschikt bevonden om aan te bieden aan het portefeuillehoudersoverleg
en daarna aan het AB. Aangezien oplevering
was voorzien in 2013 levert dit geen vertraging
op in de
projectplanning. En ofschoon in jaarschijf 2012 de kosten hoger uitvielen dan begroot, wordt voorzien dat de totale kosten voor dit project binnen begroting blijven.
2.3.6 Vitaal Leisure Landschap Bijzondere aandacht krijgt de ontwikkeling
van het platteland
zich hier onder meer mee bezig hielden, in 2012 opgehouden
nu de reconstructie-
en gebiedscommissies,
zijn te bestaan. Voorgenomen
die
werd om op basis
van een in 2012 bij de provincie in te dienen bidbook, waarin de grote waarde van landschapskwaliteit
voor het
optimaal ontwikkelen van de in Hart van Brabant zo belangrijke vrijetijdssector centraal staat, in 2013 uitvoering van de plannen uit het bidbook aan de orde te laten zijn. Als voorwaarde voor uitvoering werd gesteld dat de provincie het Hart van Brabant zou aanduiden als 'netwerk met energie', hetgeen inhoudt (financiele) ondersteuning van de plannen door de provincie aan de orde is. Een en ander wordt ondernomen
in het licht van de koers die de provincie
met het koersdocument
dat
'De
transitie van het Brabantse Stadteland - Een nieuwe koers' eind 2011 heeft uitgezet. De visie gaat uit van een betere samenhang tussen de economie, de leefbaarheid landschap. De combinaties
en gezondheid
en een rijke natuur en een mooi
die Hart van Brabant hierin maakt gaan uit van samenwerking
ondernemers en overheid en plannen waarin de vrijetijdseconomie binnen de landschappelijke kwaliteit.
zich op een duurzame
tussen burgers, manier ontwikkelt
2012 werden als bestuurlijk trekker wethouder Marieke Moorman van de gemeente Tilburg benoemd en als ambtelijk opdrachtgever Michel Trornp, gemeentesecretaris gemeente Goirle. In samenspraak met het programmabureau
werd door hen als projectleider
Inge Spijkers van de gemeente
Goirle aangewezen.
De samenwerkende gemeenten in Regio Hart van Brabant hebben vervolgens samen met drie waterschappen (De Dommel, Aa en Maas en Brabantse Delta) en hun partners (ZLTO, Brabants Landschap, Natuurmonumenten,
Milieuwerkgroep
WNM Tilburg, de Brabantse Milieufederatie,
Leisure Boulevard en
Platform Langstraat) een bieding uitgebracht bij de provincie over de wijze waarop ze projecten willen gaan uitvoeren die bijdragen aan een vitaal leisure landschap. Middels ondertekening van een overeenkomst op de Hart van Brabantdag van 20 september 2012 door gedeputeerde Ruud van Heugten en wethouder Moorman gaf de provincie aan de regio als netwerk met energie te typeren.
Marieke
In samenspraak met het programmabureau werd vervolgens een subsidieaanvraag ingediend bij de provincie die is gehonoreerd. De middelen die door de regio beschikbaar worden gesteld in 2012 en 2013 kennen hiermee in ieder geval een multiplier van 2. Omdat de middelen die de regio hiervoor al in 2012 beschikbaar had, nog niet zijn aangewend, maar wel als cofinanciering zijn opgevoerd in de subsidieaanvraag bij de provincie wordt voorgesteld deze over te hevelen naar 2013.
2.3.7. Landschappen van Allure De transitie
van het Brabantse platteland
(zie 2.3.6) heeft een relatie met een ander voor Hart van Brabant
belangrijk traject: Landschappen van Allure. De provincie investeert miljoenen
euro in de kansrijke landschappen
in de periode 2011-2016 tientallen
die Brabant rijk is. De keuze om een groot bedrag te investeren
in
deze zogenaamde 'Landschappen van Allure' vloeit voort uit de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening. Voor een goede invulling van de investeringen werkt de provincie samen met gemeenten, waterschappen, het lokale bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Regio Hart van Brabant heeft de ambitie om in 2013 een subsidieaanvraag voor het gebied De Nieuwe Heerlijkheid. gelegen tussen het beekdallandschap
in te kunnen dienen bij de provincie
Dit is een 5000 hectaren groot gebied aan de oostzijde van Tilburg,
van de Kampina en de Oisterwijkse
Vennen en het stuifzand landschap
van de Loonse en Drunense Duinen. Het vormt de poort naar het Groene Woud en het is de bedoeling het landschap verder te ontwikkelen tot een uitloopgebied voor de stad en een schakel tussen de stad en het Groene Woud, tot een toegankelijk, elementen
als de daaronder
Om de subsidieaanvraag
een rol spelen.
kracht bij te zetten helpt het zeer om het concept en de visie te verbeelden.
wordt een bureau ingehuurd stakeholders.
robuust en kleinschalig landschap waarin zowel cultuurhistorische
liggende ontginningsgronden
Daarvoor
dat tevens middels o.a. een expert meeting draagvlak probeert te organiseren
Een gezamenlijke
aanpak van de gemeenten
het Groene Woud in dit traject, moet leiden tot stevige positie en een goede multiplier menskracht en middelen van de gemeenten. In regionaal verband zijn wethouder
bij
in Hart van Brabant met het samenwerkingsverband
Ruud van Eijkeren van de gemeente
op de inzet van
Loon op Zand aangewezen als
regionaal bestuurlijk trekker van dit initiatief. Ambtelijk opdrachtgever is Frans van der Schoot, hoofd afdeling Ruimte van de gemeente Tilburg. Ambtelijk projectleider is Paul van Hoesel van de gemeente Tilburg. De opdracht kon nog niet worden verstrekt in 2012, omdat het proces nog niet om die stap vroeg. Omdat de overtuiging sterk aanwezig is dat de regio de kans op mogelijkheid tot ontwikkeling van het gebied niet voorbij moet laten gaan en een reele kans heeft met een aanvraag een grote multiplier te behalen op ingezette regionale middelen en menskracht, wordt voorgesteld het bedrag dat voor deze opdracht voor 2012 beschikbaar was met hetzelfde doel over te hevelen naar 2013. De opdracht zal begin 2013 verstrekt worden.
kunnen
2.3.8. Lobby bereikbaarheid In de regio staan een viertal economische speerpunten centraal (Lesiure, Aearospace & Maintenance, Logistics). De samenwerkende gemeenten willen deze sectoren maximaal faciliteren, zodat ontwikkelingsmogelijkheden arbeidsmarktontwikkelingen,
optimaal worden benut, zowel in fysieke en planologische energie en duurzaamheid.
Care en
zin als ten aanzien van
Vanuit het programma Verkeer & Vervoer ligt de nadruk op de fysieke en planologische invalshoek. Vanuit het programma wordt gestreefd naar een opwaardering van de A58 en A59, het Wilhelminakanaal en de industriehaven in Waalwijk. Hiermee wordt een gezamenlijke verdere ontwikkeling van de logistieke hot-spot Hart van Brabant in het geheel van de logistieke corridor gevolge van de aanleg van de Tweede Maasvlakte
Rotterdam
- Venlo nagestreefd.
Onder meer ten
wordt namelijk een verdere groei voorzien van de nu al
belangrijke logistieke sector in Hart van Brabant. De verbetering de speerpuntsector Leisure in de regio.
van de ontsluiting
is eveneens van belang voor
Vanuit de regio Hart van Brabant is in 2012 een eensluidende strategie uitgedragen richting hogere overheden. De regio vormt hierdoor een eensgezinde samenwerkingspartner voor de provincie in het kader van de Logistieke Agenda Brabant en voor het Rijk. Ter bepaling van die strategie is onder meer een samenwerkingsovereenkomst bedrijvigheid:
samenwerkingsovereenkomst de gemeenten verbetering
gesloten tussen de gemeenten
in de regio met de meeste logistieke
Waalwijk en Tilburg. In de door het programmabureau 'De multimodale
ontwikkeling
afspraken gemaakt over de verbreding
van de bereikbaarheid
gefaciliteerde
van logistieke hot spot Hart van Brabant'
en verdieping
van het Wilhelminakanaal
over water van de logistieke bedrijventerreinen
in Waalwijk.
hebben
en over de Ook de
opwaardering
van de A58 en A59 en de actieve overheidsondersteuning
Logistics Cities zijn onderdeel
van de afspraken die de gemeenten
Mede op basis van de overeenkomst opwaardering
regie op de opwaardering
van Waalwijk,
dit gerealiseerd ondernemers
te krijgen is in samenspraak (KvK Brabant / ZW Nederland,
manier manager en exploitant
van (bestuurlijke)
Roel Lauwerier.
van de A59 ligt bij de gemeente
Voor de A58 geldt dat gestreefd wordt naar uitvoering
werd
die daarvoor
met Regio Hart van Brabant was georganiseerd.
werd bepaald dat het zwaartepunt
Ambtelijk opdrachtgever is gemeentesecretaris Harry van de Burgt benoemd.
innovatieve
op een lunchbijeenkomst
van de A58 bij de gemeente Tilburg ligt, bij wethouder
(bestuurlijke)
Brabant programma
hebben gemaakt. De overeenkomst
getekend op 31 maart 2012 op de Dag van de Logistiek in Waalwijk, door de stichting Oog voor Logistiek in samenwerking
van het Midpoint
Waalwijk,
bij burgemeester
Arie de Wit. Als ambtelijk
van de opwaardering
van de A58 worden.
projectleider
van
Kleijngeld. werd
in 2016 in plaats van na 2020. Om
met de overheid 'Zuidnet A58' opgericht; Bouwend Nederland
regie op de
Het zwaartepunt
een initiatief
van
en de BZW). Zuidnet A58 wil op een zeer
Daarnaast kwam in 2012 ook de lobby voor de
opwaardering van de A59 nadrukkelijk op de agenda vanuit het gemeenschappelijke belang van de gemeenten en de logistieke sector in Hart van Brabant van een goede ontsluiting van de regio. Actuele omstandigheden (voorgenomen
bezuinigingen
vanuit het Rijk) kunnen echter van grote invloed zijn op de behaalde resultaten.
Er was voor 2012 een klein bedrag gereserveerd
voor lobbyactiviteiten.
Dit bedrag bleek niet aangesproken
hoeven worden. Omdat eventuele kosten die gepaard gaan met de lobby in 2013 uit de begroting van GGA Hart van Brabant gedekt kunnen worden, kan het voor 2012 gereserveerde bedrag vrijvallen.
te
2.4 Regionale projecten met dekking buiten de Hart van Brabant begroting Naast de projecten
zoals beschreven
in de voorgaande
paragraaf -de projecten
van Regio Hart van Brabant 2012 middelen waren vrijgemaaktprojecten
belangrijke
waarvoor
binnen de begroting
zijn er ook middels andere activiteiten
regionale stappen gezet. Deze projecten
en
vinden hun dekking (in sommige gevallen
vooralsnog) buiten de begroting van regio Hart van Brabant. Ze zijn niettemin in belangrijke mate het product van regionale publieke samenwerking. Onderstaand een toelichting op de behaalde resultaten per project.
2.4.1. MOED Hart van Brabant beschouwt duurzame toekomst. langs verschillende Midden-Brabantse
het ecologisch kapitaal als een onmisbaar instrument
Geen economische
ontwikkeling
om te investeren
zonder duurzame ontwikkeling.
in een
Hart van Brabant maakt
wegen werk van haar duurzaamheidsagenda. Het meest concrete regionale voorbeeld is de Ontwikkelingsmaatschappij voor Energie en Duurzaamheid (MOED). MOED fungeert als spin
in het web om allerlei nieuwe vormen van energiebesparing
en energieproductie
van de grond te helpen tillen
en een kansrijke toekomst te bezorgen. MOED treedt daarbij op als regisseur, kennismakelaar voor uiteenlopende projecten. Het richt zich met name op het bedrijfsleven en organisaties.
en ontwikkelaar
MOED is in 2011 begonnen als overheidsinitiatief van de gemeenten Tilburg, Waalwijk en Goirle. In het laatste kwartaal
van
geevalueerd
2012
is
het
samengesteld). De evaluatie het portefeuillehoudersoverleg besloten
initiatief
door de eigen stuurgroep
het initiatief
planning helix is
is gedeeld en overgenomen in Milieu & Afval. Vervolgens is
te continueren
en te verbreden
een echt regionale activiteit, waardoor voor alle samenwerkende gemeenten. gefinancierd op initiatiefgemeenten.
volgens (die triple
naar
het inzetbaar werd In 2012 werd het
basis van bijdragen van de In 2013 vindt financiering plaats vanuit
de begroting van Regio Hart van Brabant, een extra bijdrage van de gemeente Tilburg en MKB Nederland. De toezegging voor de bijdrage door MKB Nederland werd in 2012 in een overeenkomst vastgelegd die tijdens de Hart van Brabantdag in Hilvarenbeek werd ondertekend. Als bestuurlijk trekker namens de regio voor dit project treedt wethouder Berend de Vries op van de gemeente Tilburg. Hij wordt bijgestaan door wethouder Jan van Groos van de gemeente Waalwijk en wethouder Sjef Verhoeven van de gemeente Goirle, die zitting hebben in de stuurgroep van het initiatief, naast bedrijven onderwijsinstellingen. Ambtelijk opdrachtgever is Karin Handstede, directielid van de gemeente Tilburg. Ambtelijk Projectleider is Pieter Biemans van de gemeente Tilburg. Er is een externe programmamanager aangesteld in de persoon van Herman Gels.
en
Omdat het programma zeer is gebaat bij betrokkenheid van alle drie de o's (ondernemers, onderwijs en overheid) wordt Herman Gels facilitair ondersteund door Midpoint Brabant, werkt hij vanuit dit kantoor en is het programma qua presentatie en communicatie naar buiten toe ondergebracht bij Midpoint Brabant. Omdat het programma ook gebaat is bij sturing en opdrachtgeverschap vanuit de triple helix is het de bedoeling het programma na 2013 ook organisatorisch bij Midpoint Brabant onder te brengen. In 2012 zijn door MOED energiescans gedaan bij bedrijven, gebracht.
waarmee mogelijke kostenbesparingen
in beeld zijn
Op basis van zogenaamde Green Deals konden bedrijven vervolgens besluiten om zelf de
investeringen
voor energiebesparing
konden ook voorfinanciering
en -opwekking
te dragen en dan direct de voordelen
aanvragen waarbij de te boeken opbrengsten
investering. Na verloop van tijd (na aflossing van de investering) boekt dan zonder kosten op termijn een stijgend voordeel.
te toucheren.
dienen ter financiering
Ze
van de
gaat het voordeel dan over op het bedrijf. Het
2.4.2. Regionaal Arbeidsmarktbeleid In de zomer van 2010 is door de Hart van Brabant-bestuurders Taskforce bestaat uit leden van de drie O's (Ondernemers, toekomstige regionale arbeidsmarktknelpunten vastgesteld mei 2011 gepresenteerd in het rapport 'De regio werkt!'. In mei 2011 hebben de Hart van Brabant-gemeenten
de 'Taskforce Arbeidsmarkt'
Onderwijs
met bijbehorende
een intentieverklaring
volgende fase. Deze fase staat in het teken van het onderzoek kunnen worden in een effectieve
oplossingsrichtingen
bestuur van Hart van Brabant de periode juni-november
Deze
en dit in
getekend voor de start van de
of de genoemde
oplossingsrichtingen
en realistische aanpak. Daartoe heeft adviesbureau
Arbeidsmarkt de genoemde oplossingen onderzocht gegeven voor het programma.
opgericht.
en Overheid). Zij hebben een top 10 van
vertaald
BMC in opdracht van het
2011 met behulp van de leden van de Taskforce
op realisatiemogelijkheden.
Op 15 december
is groen licht
In 2012 is de colleges van de gemeenten in Hart van Brabant definitief om besluitvorming gevraagd over de inrichting, uitvoering en financiering van het programma en de actielijnen. De besluitvorming was positief zodat halverwege
2012 met de uitvoering
van het regionaal arbeidsmarktprogramma
begonnen kon worden.
Dekking voor het eerste jaar komt uit publieke middelen en is gevonden buiten de begroting van Regio Hart van Brabant. Bij een positieve evaluatie van het eerste jaar en bij een besluit tot continuering programma
is dekking van de kosten vanaf halverwege
van het
2013 voorzien in de begroting van Regio Hart van
Brabant. Daartoe zijn reeds in 2012 een regionaal bestuurlijk
trekker voor dit project benoemd in de persoon
van wethouder Auke Blauwbroek van de gemeente Tilburg. Ambtelijk opdrachtgever en ambtelijk projectleider zijn Ronald van den Boom en Roy Willems van de gemeente Tilburg. Er is, conform plan, een externe programmamanager
regionaal arbeidsmarktbeleid
Omdat het programma
geworven
zeer is gebaat bi] betrokkenheid
overheid) wordt Peter van lerland facilitalr ondersteund
en gevonden in de persoon van Peter van lerland.
van alle drie de o's (ondernemers, door Midpoint
onderwijs
en
Brabant, werkt hij vanuit dit kantoor en
is het programma qua presentatie en communicatie naar buiten toe ondergebracht bij Midpoint Brabant. Omdat het programma ook gebaat is bij sturing en opdrachtgeverschap van de triple helix is het de bedoeling het programma in de loop van 2013 ook organisatorisch bij Midpoint Brabant onder te brengen. De drie pijlers van het programma
waar in 2012 aan is gewerkt zijn:
Een werkgeversbenadering: de inzet van bedrijfsadviseurs van de partners in de sectorservicepunten van het Werkplein levert een beter, toekomstgericht advies op aan werkgevers over a rbeidsmarktontw ikke lingen. Intensiever samenwerking tussen onderwijs & bedrijven: daarbij naast aandacht voor nieuwe medewerkers ook focus op zittend personeel ('een leven lang leren'). Een overlegstructuur arbeidsmarktagenda. van de plank.
van de drie O's voor afstemming van de economische-, onderwijstechnischeen Zo wordt arbeidsmarktbeleid op alle relevante tafels belangrijk en komen acties
2.4.3 Samenwerking Tijdens de door Midpoint economische gemeenten
Regio Hart van Brabant - Regio Orange County Florida
Leisure Boulevard georganiseerde
missie naar de leisurebeurs
en door Regio Hart van Brabant ondersteunde
IAAPA in de VS in november 2012, hebben de samenwerkende
van Regio Hart van Brabant een samenwerkingsovereenkomst
County in Florida. Centrumstad
getekend met de regio Orange
in de regio Orange County is Orlando dat met haar pretparken,
andere attracties en ruim 55 miljoen bezoekers per jaar met recht de leisure hoofdstad genoemd mag worden. De samenwerking vertegenwoordigde oplevert.
tussen de twee regio's wordt aangegaan met het oog op de in beide regio's zeer sterk vrijetijdseconomie
en de overtuiging
dat deze voor beide partijen een win-win
Voor de regio Hart van Brabant moet de bestuurlijke
economische
hotels en
van de wereld
stimuleringsprogramma
Doel van de afgesproken
Midpoint
samenwerking
pakken op het gebied van wederzijdse
samenwerking
situatie
met Orange County het
Leisure Boulevard extra kracht bij zetten.
is concrete resultaten investeringsbevordering,
te behalen door gezamenlijke
activiteiten
op te
kennis en ervaring uit te wisselen op het vlak
van innovatie en regionale clusterontwikkelingsaanpak en door het bevorderen van samenwerking tussen onderwijsinstellingen in de Verenigde Staten en in Brabant. Deze drie samenwerkingslijnen worden in 2013 uitgewerkt
en zo veel mogelijk geimplernenteerd
Brabant zal in ieder geval faciliterend
optreden
onder aansturing van Midpoint
Brabant. Regio Hart van
bij het doen van een zogenaamde 'Partners in International
Business Aanvraag' bij het ministerie van EL&I. Op deze wijze wordt mogelijk extra (financiele) verkregen voor de implementatie van de samenwerking.
ondersteuning
Paragrafen Met de invoering van het Besluit begroting en verantwoording
provincies en gemeenten
(BBV) in 2004 zijn met
betrekking tot de verslaggeving een aantal verplichte paragrafen -beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten- voorgeschreven, te weten: belastingen; verbonden partijen; onderhoud kapitaalgoederen; weerstandsvermogen; van Brabant.
financiering
en bedrijfsvoering.
Niet alle paragrafen
zijn van toepassing voor Regio Hart
3.1 Weerstandsvermogen De mate waarin de gemeenschappelijke
regeling in staat is om financiele tegenvallers
op te vangen om de
taken voort te kunnen zetten noemen we het weerstandvermogen. De risico's, die niet verzekerd zijn of afgedekt door reserves, voorzieningen of overige middelen zijn van belang voor de bepaling van het weerstandsvermogen. Tegenover deze financiele risico's staat de weerstandscapaciteit. Deze capaciteit (financiele) middelen waarover de gemeenschappelijke regeling kan beschikken om risico's te kunnen opvangen zonder dat de inzet van deze (financiele]
middelen
noodgedwongen
betreft
leidt tot beleidswijzigingen.
Het
begrip weerstandsvermogen gaat derhalve over de verhouding tussen deze risico's en de weerstandscapaciteit, zodat de gezondheid van de financiele positie van de gemeenschappelijke regeling kan worden bepaald, nu en op termijn.
3.2 Financlen De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma's en omvat de financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. Mogelijkheden om substantiele rentevoordelen te genereren door middel van intensieve invulling van het treasurybeleid binnen de kaders van de Wet FIDO zeer gering geacht.
3.3 Weerstandsvermogen
worden voor Regio Hart van Brabant
en financien bij Regio Hart van Brabant
Door de invoering van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) dient vorm en inhoud te worden gegeven aan de treasuryfunctie. Het belangrijkste van de wet is het beheersen van risico's. Voor een beoordeling van de financiele positie van een organisatie is niet alleen de huidige situatie van belang. Ook de toekomstige ontwikkelingen en risicofactoren dienen hierbij betrokken te worden. De vermogenspositie
van Regio Hart van Brabant bestaat uit een bescheiden vrije reserve die maximaal 10% bedraagt. Daarnaast zijn er een aantal bestemmingsreserves.
van het volgende begrotingsjaar
Bij Regio Hart van Brabant zijn verder geen vaste activa, voorzieningen
of vreemd vermogen
aanwezig en
worden deze ook voor de nabije toekomst niet verwacht. Regio Hart van Brabant heeft alleen een rekeningcourant verhouding met een bankinstelling waarmee alle financiele mutaties worden afgewikkeld. Enig risico is er niet waardoor bij Regio Hart van Brabant een treasurystatuut ontbreekt.
3.4 Bedrijfsvoering De bedrijfsvoering
heeft als reikwijdte
de organisatie van Regio Hart van Brabant, hetgeen niet alleen de
ambtelijke organisatie maar ook de bestuurlijke organisatie omvat. De burger verwacht van een gemeente gemeentelijke middelen rechtmatig, doelmatig en doeltreffend besteed worden, dat de gemeente een betrouwbare
partner is en transparant
is. Deze verwachtingen
Regio Hart van Brabant is een overlegplatform beginsel van autonomie
waarbinnen
dat
zijn tevens criteria voor de bedrijfsvoering.
de deelnemende
gemeenten
- uitgaande van het
van het lokale bestuur - de regionale samenwerkingsmogelijkheden
op allerlei gebied
onderling bespreken en daar vorm aangeven, omdat de samenhang van een aantal strategische taken daarom vraagt. Er is sprake van een lichte overlegstructuur als kader om de feitelijke portefeuillehoudersoverleggen, op collegeniveau, vorm te geven.
en ordenende
samenwerking
in
De bedrijfsvoering
ondersteunt
de uitvoering
van het overlegplatform
van Regio Hart van Brabant. De
verantwoordelijkheid voor de organisatie berust primair bij het algemeen bestuur. De burgemeesters acht deelnemende gemeenten vormen het algemeen bestuur. Het secretariaat bestaat uit een programmamanager ondersteuner
(voorheen
(voorheen
ambtelijk
van de
secretaris) in dienst van de gemeente Tilburg en een administratieve
een secretaresse) vanaf 1 november
2012 in dienst van Midpoint
Brabant. Het
secretariaat, ter ondersteuning van het algemeen bestuur, de bestuurlijk secretaris en de voorzitter, alsmede de facilitering en coordinatie van portefeuillehoudersoverleggen en hun voorzitters en de kring van gemeentesecretarissen,
bestaat uit 1,40 fte.
Jaarrekening Balans per 31 december 2012 ACTIVA
€
2011 €
o
64.350
2.275
4.900
78.030
1.091.197
993.202
71.242
1.073.507
1.231.689
VLOTIENDE ACTIVA Overige vorderingen overlopende
Overige vorderingen overlopende
en
activa BWS en
activa ROM
LlQUIDE MIDDELEN Rekeningen-courant
bank en gemeente
Rekeningen-courant
bank en gemeente
ROM
TOTAAl
(voor bestemming resultaat)
PASSIVA
2012 €
2011 €
18.043 586.029 56.241 129.348
19.484 26.813 5.639 1.103.102 6.264
22.246
52.445
261.600
17.942
1.073.507
1.231.689
EIGEN VERMOGEN Algemene reserve Bestemmingsreserve
Sociale Innovatie
Bestemmingsreserve
Werkagenda
Reserve BWS Nog te bestemmen
resultaat boekjaar
0
LANGLOPENDESCHULDEN Verplichtingen
BWS
VLOTIENDE PASSIVA Schulden en overlopende
TOTAAL
passiva
Prograrnrnerekening Raming begrotingsjaar
Raming begrotingsjaar
v66r wijziging Omschrijving programma
Baten
Algemeen Bestuur
I
I I
180.433
Realisatie
na wijziging
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
184.160
-3.727
180.433
289.660
begrotingsjaar
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
-109.227
182.708
238.397
-55.689
I I
0
Arbeidsparticipatie
0
0
I I
II 0
Economische Zaken, Recreatie & Toerisme
I II I I I
110.000
II
-110.000
-64.448
I
0
Milieu & Afval
64.448
0
0
0
0
I Maatschappelijke Ontwikkeling
0
I
I
& Jeugd,
I
Jeugdgezondheidszorg Ruimtelijke
Ordening &
0
I
Volkshuisvesting
Verkeer & Vervoer
0
Onderuitputting
0
I
-86.000
47.014
-47.014
I 15.000 I
-15.000
0
0
I
20.000
0
0
86.000
I -20.000
projecten
I
I
I
II
I
I
Programma BWS
Uitvoering
2.500 I I
2.500·
0
I
2.500 I I
2.500 I
i
I
i
I
I I
Subtotaal
programma's
Algemene dekkingsmiddelen
182.933
182.9331 I
0
24.967
3.725
21.242
I
i
186.660
-3.727
182.933
483.160
-300.227
207.675
353.585
-145.910
186.660
-3.727
182.933
483.160 !
-300.227
207.675
353.585
-145.910
Toevoeging!onttrekking
aan reserves:
o
Programma Algemeen
o
01
85.500
o
85.500
O! 296.500
Arbeidsparticipatie
......... -.... --
-·--·-··--·+---O·t----··---·r·-·
+ .
f-_.-
----J
+----t-
0
-1-
o ii060~-~--
Economische zaken,
0,
i
I
85.500
Bestuur
Recreatie & Toerisme
If-···-····--·-········-j------j-·
---
Milieu & Afval
-
o
- - -
- -- ..-
.
···················---,----+-·--···---1--···-···· -i
o
+······························+-····-···--··----1-----
Ontwikkeling
-
o
Maatschappelijke
--
+ - -
j.............................
--. 0
& Jeugd,
Jeugdgezondheidszorg It----j------+----·-····
Ruimtelijke
Ordening &
+... --... -.. -.-.-.t-- ..- ..---
o
86.000
..-..---j------t-
I
86.000
86.000
Volkshuisvesting
I~-···-····-·····-·+·················-···-····+-··----+··_·· __··_····-1···········_··············- ~
o
Verkeer & Vervoer
15.000
!
1
... -
15.000
i
I
Programma BWS
Uitvoering
It----O-f--·-····O·-·+·---0" --··--oi·-·····---O j·----O
+---t2i242-!
Subtotaal mutaties Reserves
Resultaat na bestemming
o
o
o
---t--296.500
--21.242
I
.....+.....-.--.- ....II 1
11-----+--··-··-·-··-···-+--··--
15.000
I
.jI
1
0, 296.500
-+-----t--.-- .. -296.500 21.242 275.258 1
182.933
186.660
-3.727
I 479.433
483.160 I
I
-3.727
504.175
i
129.348
374.8271
I
Grondslacen uoor uiaardering en resultaatbepallng 2012 Algemeen Regio Hart van Brabant is een overlegplatform
waarbinnen
de deelnemende
gemeenten
de regionale
samenwerkingsmogelijkheden op velerlei gebied onderling bespreken en daaraan vormgeven, samenhang van een aantal strategische en ordenende taken daarom vraagt. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar het jaarverslag.
Wettelijke
voorschriften
Regio Hart van Brabant (voorheen
ROM) is een openbaar lichaam op basis van de Wet gemeenschappelijke
regelingen (Wgr) waarin acht gemeenten Voor de verslaggeving verantwoording samengesteld.
op vrijwillige
van gemeenschappelijke
(BBV) provincies en gemeenten
Als gevolg van de voorgenomen
opheffing
basis samenwerken.
regelingen is vanaf 2004 het Besluit begroting en van kracht. De jaarrekening
van het Samenwerkingsverband
Loon op Zand met ingang van 1 januari 1999 het budgetbeheer overgenomen,
omdat de
uitgezonderd
ls conform
deze voorschriften
Midden-Brabant
Besluit woninggebonden
de gemeente Tilburg die zelfstandig
budgetbeheerder
heeft de gemeente
subsidies (BWS)
is. De financiele
mutaties
als gevolg van de uitvoering van deze wettelijke taak en de verslaggeving daarover in de jaarrekening van Regio Hart van Brabant worden aangeleverd door de gemeente Loon op Zand die namens Regio Hart van Brabant als budgetbeheerder BWS optreedt.
Waarderingsgrondslagen De jaarrekening
wordt opgemaakt
met inachtneming
en gemeenten. De activa en passiva die betrekking gewaardeerd tegen nominale waarden.
van het Besluit begroting en verantwoording hebben op het Besluit woninggebonden
De overige activa en passiva zijn eveneens gewaardeerd
provincies
subsidies (BWS) zijn
tegen nominale waarden.
Grondslagen voor resultaatbepalingen In de exploitatierekening worden de lasten en baten verantwoord Hart van Brabant en van de uitvoering van het BWS.
De lasten en baten worden zoveel mogelijk toegerekend waarin de prestaties zijn geleverd.
die voortvloeien
uit de activiteiten
naar het boekjaar waarop ze betrekking
van Regio
hebben en
BTW De betaalde btw in het boekjaar wordt na afloop van het boekjaar door de deelnemende doo rsch uifregeli ng gecompen seerd.
gemeente via de
Resultaat 2012 De jaarrekening
2012 van Regio Hart van Brabant sluit met een nadelig resultaat voor bestemming
145.910, op reserves is reeds een bedrag van € 275.258 gemuteerd
(onttrokken
van €
aan reserves) waardoor
nog te bestemmen resultaat van € 129.348 voordelig resteert. Dit is als nog te bestemmen gepresenteerd. Een voorstel tot bestemming is in de jaarrekening opgenomen.
op de balans
een
Inelichting op de balans per 31 december BWS Met ingang van 2001 worden de cijfers verantwoord via het ROM (thans Regio Hart van Brabant). Deze jaarcijfers zijn overigens budgettair neutraal voor Regio Hart van Brabant.
ACTIVA
Vorderingen
en overlopende
2012
2011
€
€
activa
Vorderingen: Rabo, rente zakelijke spaarrekening Gemeente
loon Op Zand, voorgeschoten
advieskosten
BWS
2.275
438
o
4.462
o o o
38.378
Over/opende activa: Gemeente Oisterwijk Nog te ontvangen
inzake BWS
rente
Overige Totaal einde boekjaar
2.275
25.972
o 69.250
Liquide middelen Rabobank (rekening courant en spaarrekening) Rekening-courant
gemeente
Totaal einde boekjaar
loon op Zand inzake BWS
993.202
71.242
78.030
1.091.197
1.071.232
1.162.439
PASSIVA
2012 €
2011 €
19.484
18.001
Algemene reserve Saldo begin boekjaar Toevoegingen
in het boekjaar:
- Bestemming
resultaat voorgaand
boekjaar
6.264
7.122
25.748
25.123
Onttrekkingen in het boekjaar i.v.m. bereiken maxima/e omvang a/gemene reserve: Toevoeging aan bestemmingsreserve
Werkagenda
7.705 --_._----
Saldo einde boekjaar
Bestemmingsreserve
18.043 Sociale Innovatie
5.639 19.484
2012
2011
0
26.813
Saldo begin boekjaar Toevoegingen in het boekjaar: - Onttrekking
algemene vorig jaar boekjaar i.v.m. bereiken
0
0
maximale omvang. Saldo einde boekjaar
0
26.813
Bij het vaststellen van de jaarrekening 2009 is besloten om een bedrag van € 26.813 te reserveren voor de bestemmingsreserve Sociale Innovatie. Op 8 maart 2012 heeft het algemeen bestuur besloten deze middelen toe te voegen aan de reserve werkagenda.
Bestemmingsreserve
Werkagenda
Saldo begin boekjaar Toevoegingen
in het boekjaar:
- Overboeking
van Algemene reserve
- Overboeking
van reserve Sociale Innovatie
- Overboeking
van reserve BWS
2012
2011
5.639
o
7.705 26.813 842.372
- Onttrekkingen
296.500
Saldo einde boekjaar
586.029
Bij het vaststellen
van de jaarrekening
bestemmingsreserve Werkagenda. Innovatie hieraan toe te voegen.
2010 is besloten om een bedrag van € 5.639 te reserveren voor de
2012
Risicoreserve begin boekjaar
Overboeking
1.080.899
middelen
21.242
22.203
gemeenten
- 225.731
reserve werkagenda
Risicoreserve einde boekjaar Nog te bestemmen
2011
1.103.102
Toevoeging reserve vrijvallende aan deelnemende
5.639
In het AB van 8 maart 2013 is besloten het saldo van de reserve Sociale
Reserves BWS
Uitbetaling
5.639
resultaat boekjaar
Het resultaat 2012 ad € 129.348 is ter nadere besluitvorming gepresenteerd.
- 842.372
0
56.241
1.103.102
129.348
6.264
over de bestemming
afzonderlijk
op de balans
2012 € Verplichtingen
2011 €
BWS
Saldo begin boekjaar
52.445
235.310
Mutaties
30.199
182.865
22.246
52.445
in het boekjaar
Saldo einde boekjaar
Nog te betalen bedragen Raming kosten controle jaarrekening
2012
(2011: controle en administratie) Midpoint/
gemeente Tilburg (afrekening
Efteling (Hart van Brabant-dag Spronck (verslaglegging Afrekeningsverschillen Overige Totaal einde boekjaar
2012 - 2011)
15 december)
HvB-dag 15 december) voorgaande
boekjaren
3.745
4.000
168.031
3.948
0
8.740
0
1.237
0 89.824 261.600
0 17 17.942
Toelichting op de prugrarnrnarekening 2012 Begroting na BATEN IN EURO Proqramma
wijziging
Werkelijk
2012
2011
175.433
175.433
182.342
5.000
5.000
5.000
0
2.275
438
2.500
1.825
23.722
0
21.866
25.972
0
1.276
26.775
Alqemeen bestuur
Bijdrage deelnemende
gemeenten
Overige bijdrage diverse gemeenten Renteopbrengsten Proqramma
Werkelijk
2012
bank
uitvoerinq
BWS
- Bijdragen aan gemeente
Loon op Zand uitvoering
- Rente rekening-courant - Vrijval verplichtingen
BWS
BWS
.,:f'i,·W".gBjW"$'JPI
Totaal
Begroting na LASTEN IN EURO Proqramma
Secretariaatskosten Administratiekosten
Regio HvB
Overige specialistische
dienstverlening
BTW BTW Compensatiefonds
Reguliere uitgaven HvB Opzet relatiebeheersysteem Proqramma
Werkelijk
2012
2012
2011
146.215
153.856
126.300
1.409
428
129
10.000
10.000
0
6.000
3.600
5.115 28.071
en opleidingskosten
28.809
13.138
79.727 17.500
47.078
20.000
28.648
leisure
Onderzoek slow food-slow
recreatie
20.000
Aerospace en maintenance
campus
45.000
Proqramma
civiel medegebruik Ruimtelijke
Regionale ruirntelijke
luchtmachtbasis
25.000
0 21.901
o 35.800
o
Ordeninq & Volkshuisvestinq
visie 2030
40.000
Opstellen bidbook plattelandsontwikkeling
20.000
Landschappen van allure
26.000
Proqramma
10.300
Econ. Zaken, Recreatie & toerisme
Opstellen projectplannen
Planvorming
Werkelijk
Alqemeen Bestuur
Apparaatskosten
Doorschuif
wijziging
47.014
o o
verkeer & vervoer
Lobby A58, A59 en N65 Onderuitputting
-20.000
o o
2.500
1.825
23.722
o o
1.703
30.528
15.000
projecten
Proqramma
uitvoerinq
- Uitvoering
BWS via gemeente
o
BWS Loon op Zand
- Rente vrijval en rente betalingen Onvoorzien / diversen
197
16
Totaal Resultaat voor bestemming
N 300.227
N 145.910
V 28.467
Mutaties in reserves
Programma
Algemeen Bestuur
Onttrekking
reserve Werkagenda
Programma
Econ. Zaken, Recreatie & toerisme
Onttrekking
reserve Werkagenda
Programma
Ruimtelijke
Onttrekking
reserve Werkagenda
Programma
verkeer & vervoer
Onttrekking
reserve Werkagenda
Programma
uitvoering
2012 Begroting
2012
2011
na wijziging
Werkelijk
Werkelijk
€
€
€
85.500
85.500
1.441
110.000
110.000
86.000
86.000
15.000
15.000
Ordening & Volkshuisvesting
BWS
Toevoeging aan de risicoreserve
BWS
- 21.242
o
Totaal resultaatbestemmingen
V 129.348
NOG TE BESTEMMEN
""'m!:1
Toelichting op de baten Ontvangen bijdragen 2012 Inwoners Dongen
2012
2011
Bijdrage
Bijdrage
Waalwijk
25.101 25.763 22.807 15.033 22.975 25.734 206.234 46.206
11.295 11.593 10.263 6.765 10.339 11.580 92.805 20.793
11.769 12.199 10.694 7.035 10.813 12.132 96.213 21.487
Subtotaal
389.853
175.433
182.342
2.500 2.500
2.500 2.500
I!I:!'III!
I!I:il!tl
Gilze en Rijen Goirle Hilvarenbeek Loon op Zand Oisterwijk Tilburg
Heusden Baarle Nassau
Totaal
Resultaat bestemming Totaal resultaat Mutaties
v66r bestemming
N 145.910
V 28.467
€
€
21.242 - 296.500
22.203
in de reserve
- Toevoegen aan de reserve BWS - Onttrokken - Toevoeging/
aan de reserve Werkagenda onttrekking
Nog te bestemmen
algemene reserve
-1.441
'fit:tt:fJ
tlaststellingsbesleit Vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Regio Hart van Brabant Tilburg, 18 april 2013
De bestuurlijk
S.P.H.M.Dirven
secretaris,
- Van Aalst
De voorzitter,
Mr. P.G.A Noordanus
OUERIGE GEGEUEnS Alcemene reserue, uoorstel resultaatbestemming In artikel 29, lid 7, van de Gemeenschappelijke ten hoogste 10% mag omvatten betrekking heeft.
regeling is bepaald dat de omvang van de algemene reserve
van de begroting van het jaar, volgend op het jaar waarop de rekening
De omvang van de algemene reserve per 31 december
2012 is niet hoger dan de vastgestelde maximale
omvang. De becijfering
daarvan is als volgt:
Saldo algemene reserve per 31 december Bij: nog te bestemmen
2012
resultaat 2012
Omvang algemene reserve na bestemming Voorstel storting in reserve werkagenda Omvang algemene reserve na voorstel Maximale
omvang van algemene reserve mag 10% zijn
Overschrijding
van de maximale omvang
van de 'Regionale Werkagenda
2011
18.043 129.348 147.391 -129.348 18.043 115.147
19.484 6.247 25.748
nvt
Aan het algemeen bestuur zal worden voorgesteld uitvoeren
2012
25.748 18.043 7.705
€ 129.348,- toe te voegen aan de reserve voor het
en hiervan € 66.000,- toe te voegen aan de begroting 2013.
Overhevelingsvoorstel: Het AB besluit: Onderzoek 510w food / 510w recreatie € 20.000,- ; Vitaal Leisure Landschap € 20.000,- en Landschappen van Allure € 26.000,in overeenstemming met de voorstellen uit paragraaf 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 uit het jaarverslag via de reserve werkagenda toe te voegen aan de begroting 2013.
,
Deloitte
Deloltte Accountants
B.V.
Flight Forum 1 5657 DA Eindhoven Postbus 376 5600 AJ Eindhoven Tel: (088) 2882888 Fax: (088) 2889835 www.deloitte.nl
Aan het algemeen bestuur van Regio Hart van Brabant t.a.v. de heer B. Kapltein Postbus 90154 5000 LG TILBURG
Datum
Behandeld
18 aprii 2013
drs. L.J.A. van den Hoogen RA
door
Kenmerk
30613-066791377050/LvdH!mj
Onderwerp
Uwkenmerk
Controleverklaring
jaarrekening
2012
Geacht bestuu r, Hierbij doen wij u toekomen onze controieverklaring Regionaal Overleg Midden-Brabant). controleverklaring
bij de jaarrekening
Omdat de formele naamswijziging
2012 van Regio Hart van Brabant (voorheen: nog niet is doorgevoerd,
Wij hebben Mn exemplaar van de controleverklaring
voorzien van een originele handtekening.
behoeve van uw elgen archief. Het andere exemplaar van de controleverklaring accountantspraktijk openbaarmaking
Dit exemplaar is ten
is voorzien van de naam van onze
en de naam van de accountant, echter zonder persoonlijke handtekening. Wij verzoeken u bij van de controleverklaring
voorzlen van een persoonlijke
handtekening.
van fraude met handtekenlngen
gebruik te maken van het exemplaar van de controleverklarlng Dit conform het advies van de beroepsorganisatie
door opneming openbaar wordt gemaakt. mits de opgemaakte jaarrekening bestuur. Openbaarmaking
dle niet is
NBA ter vermijding
van accountants.
Wij bevestigen u ermee akkoord te gaan dat de tekst van onze controleverklaring.
van de controleverklarlng
U kunt deze verklaring desgewenst gewaarmerkte
hebben wij in de
nog de offici~le naam aangehouden.
is slechts toegestaan samen met deze jaarrekening.
opnemen in uw jaarstukken.
exemplaar van het door ons gecontroleerde
onze verklaring problemen geeft. kunt u desgewenst
zonder persoonlijke handtekening.
ongewijzigd wordt vastgesteld door het
mits die overeenkomen
met het bijgevoegde
concept. Indien het integraal Inscannen of kopieren van
uitsluitend de tekst van de verklaring opnemen.
Wij hebben nog de volgende opmerkingen:
1. Controleverklaring De jaarrekenlng
wordt opgemaakt ten behoeve van het dechargeproces
en geeft inzicht in de baten en lasten over
2012 evenals in de actlva en passiva per 31 december 2012 van uw overlegorgaan.
op alle opdrachten verricht door Deloi!te zl;n de 'Algemene Voorwaarden Dlenstverlenlng Deloitte Nederland. november 201 2' gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 24362837 van toepasslng. Delollte Accountants 8,V. is ingeschreven In het handelsreglster van de Kamer van Koophandel te Ronerdam onder nummer 24362853.
Memberof
Deloltte Touch., Tohm ..tsu
"
Deloitte~ 2 18 aprll2013 30613-066791-377050/LvdH/mj
Vanaf 2004 dient de accountant naast een oordeel inzake het getrouwe beeld van de jaarrekening oordeel over de rechtmatigheid van de in de jaarrekening verstrekken.
1.1.
tevens een
opgenomen baten en lasten en balansmutaties
te
Getrou wheid
De accountantscontrole
van de jaafrekening
geresulteerd in een goedkeurende
2012 van het Regionaal Overleg Midden-Brabant
controleverklaring
inzake de getrouwheid.
(ROM) heeft
Dit betekent dat de jaarrekening
een
getrouw beeld geeft van zowel de baten en de lasten over 2012 als de activa en passiva per 31 december 2012.
1.2.
Rechtmatigheid
Naast controle op de getrouwheid, maakt ook rechtmatigheidscontrole, decentrale overheden, onderdeel uit van de accountantscontrole een specifiek normenkader rechtmatlgheid
op basis van het Beslult accountantscontrole
van het overlegorgaan.
ten behoeve van de accountantscontrole
In 2005.is door uw bestuur
vastgesteld,
Dit normenkader
ongewijzlgd ook voor 2012 van toepassing. Op basis van dit kader hebben wij onze werkzaamheden rechtmatige totstandkoming overeenstemming goedkeurende
van baten, lasten en balansmutaties
uitgevoerd. Wij stelden vast dat deze in
ziJn met de geldende wet- en regelgeving. Ten aanzien van de rechtmatigheld
controleverklaring
hebben wiJ een
afgegeven. Overigens adviseren wij u het contrc;>ieprotocol te actualiseren;
relatie met de gewijzigde actlviteiten van uw gemeenschappelijke
is
betreffende de
qit ook in
regeling.
Voor het boekjaar 2012 is een begroting opgesteld waarin is opgenomen de programmabegroting. zijn binnen de begroting gebleven.
De lastenin
2012
2. Besluit woninggebonden subsidies Ultimo 2012 resteren er voor € 22.246 aan BWS-verplichtingen
inzake sociale koopwoningen.
De reserve BWS-
gelden bedraagt ultimo € 56.241. Deze reserve dient ter opvanging van mogelljke rlslco's voor de nog lopende verplichtingen. De reserve is daarmee fors hoger dan de verplichtingen. opnieuw te beoordelen.
Wij adviseren u de noodzakelijke
omvang
De controle geeft verder geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Wij vertrouwen erop u hiermee van dienst te zijn en zijn graag bereid tot het geven van een nadere toelichting. Hoogachtend,
.::::::::...t:mr.::;:;;;~. 'Controleverklaring
met persoonlijke
gewaarmerkte jaarrekening 2012.
handtekenlng,
controleverklaring
zonder persoonlijke handtekening
en
Deloitte.
Deloitte Accountants Flight Forum 1 5657 OA Eindhoven Postbus 376 5600 AJ Eindhoven
8.V.
Tel; (08812882888 Fax; (088) 2889835 www.deloitte.nl
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan het Algemeen Bestuur van het Regionaal Overleg Midden-Brabant
Verklaring betreffende de Jaarrekenlng Wij hebben de in het jaarrapport op de pagina's 26 tot en met 38 opgenomen jaarrekening gemeenschappelijke
regeling Regionaal Overleg Midden-Brabant
balans per 31 december 2012 en de programmarekening een overzicht van de gehanteerde
grondslagen
gecontroleerd.
Deze jaarrekening
over 2012 met de toetichtingen,
voor flnanciele verslaggeving
2012 van de bestaat uit de
waarin zijn opgenomen
en andere toelichtingen.
VerantwoordeJiJkheld van het dagelljks bestuur Het dagelijks bestuur van de gemeenschappeliJke voor het opmaken van de jaarrekening,
regellng Regionaal Overleg Midden-Brabant
alsmede voor het opstellen van het jaarverslag,
is verantwoordelijk
beide in overeenstemmlng
met het in Nederland geldende Besluit begrotlng en verantwoording
provincies en gemeenten.
Deze verantwoordelijkheld
zowel de baten en lasten als de activa en
houdt onder meer in dat de jaarrekenlng
passiva getrouw dient weer te geven en dat de In de jaarrekening rechtmatig tot stand zijn gekomen. Aechtmatige met de relevante wet- en regelgeving
totstandkoming
waaronder verordeningen
Het dagelijks bestuur is tevens verantwoordeliJk
verantwoorde
baten, lasten en balansmutaties
betekent in overeenstemming van de gemeenschappelijke
met de begroting en regeling.
voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk
het opmaken van de Jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming
van baten, lasten en balansmutaties
aeht om mogelijk te
maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid
van de accountant
Onze verantwoordelijkheid
is het geven van een oordeel over de jaarrekening
hebben onze controle verricht ln overeenstemming standaarden
en het Besluit accountantscontrole
controleprotocol.
op basis van onze controle. Wij
met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse
controle-
decentrale overheden en het op 22 december 2005 vastgestelde
Dit verelst dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften
en dat wij onze controle
zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening afwlIkingen van materleel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden toelichtingen
in de jaarrekenlng.
toegepaste oordeelsvorming,
De geselecteerde
ter vei1
werkzaamheden
geen
over de bedragen en de
zijn afhankelijk van de door de accountant
met inbegrip van het fnschatten van de risico's dat de Iaarrekening een afwOking van
materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Deloitte Accou ntants B.V. is ingeschreven in het handelsregister Ronerdam onder nummer 24362853.
van de Kamer van Koophandel te
Memberof Deloitte Touche Tohmatsu
Deloitte~
Bij het maken van deze risico-inschattingen voor het opmaken van de jaarrekening totstandkoming
neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking
van baten, lasten en balansmutaties
passend zijn in de omstandigheden.
gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden
Deze risico-inschattingen
regeling. Een controle omvat
tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiele verslaggeving gebruikte financiele rechtmatigheidscriteria
en de
en van de redelljkheid van de door het dagelijks bestuur van de
regeling gemaakte schattingen,
alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de
jaarrekening. Deze financiele rechtmatigheidscriteria bestuur op 22 december 2005.
zijn vastgesteld met het normenkader
De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie totale lasten en toevoegingen
die
hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking
te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeenschappelijke
gemeenschappelijke
die relevant is
en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de rechtmatige
door het algemeen
bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden
3% van de
aan reserves. Op basis van artikel 2, lid 7 Bado is deze goedkeuringstolerantie
door
het algemeen bestuur bij besluit van 22 december 2005 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voor ons oordeel te bieden.
voldoende en geschikt is om een onderbouwing
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening
van de gemeenschappelijke
getrouw beeld van de grootte en de samenstelling
regeling Regionaal Overleg Midden-Brabant
een
van zowel de baten en lasten over 2012 als van de activa en
passiva per 31 december 2012 in overeenstemming gemeenten.
met het Besluit begroting en verantwoording
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening
verantwoorde
provincies en
baten en lasten alsmede de balansmutaties
rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming
met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving
waaronder verordeningen
regeling.
van de gemeenschappelijke
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 213, lid 3 onder d Gemeentewet
vermelden wij dat het jaarverslag,
voor zover wij dat kunnen
beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Eindhoven, 18 april2013 Deloitte Accountants
B.V.
was getekend: drs. J.J. Zuidema RA
2
1
WIJ Dongen Gilze en Rijen Goirle Heusden Hilvarenbeek Loon op Zand Oisterwijk Tilburg Waalwijk WERKEN SAMEN REGIO-HARTVANBRABANT.NL
DESIGN BY BERKEL & COLORES
2
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ......................................................................................................................................... 4 1. HART VAN BRABANT, REGIO VAN SOCIAL INNOVATION ......................................................... 9 2. BEDRIJVIGHEID ........................................................................................................................23 2.1 Leisure .......................................................................................................................23 2.2 Aerospace & Maintenance ...............................................................................26 2.3 Logistiek ..................................................................................................................29 2.4 Care ............................................................................................................................33 3. ARBEIDSMARKT ...................................................................................................................... 41 4. LEEFBAARHEID, VEILIGHEID, ZORG VOOR JONG EN OUD ................................................... 51 5. DUURZAAMHEID ......................................................................................................................59 6. RUIMTE & BEREIKBAARHEID ................................................................................................67 7. PARAGRAFEN ...........................................................................................................................75 7.1 Weerstandsvermogen en financiën................................................................75 7.2 Weerstandsvermogen en financiën bij Regio Hart van Brabant ...........75 7.3 Bedrijfsvoering.......................................................................................................76 7.4 Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) ..................................................77 8. FINANCIËLE BEGROTING REGIO HART VAN BRABANT .........................................................79 8.1 Overzicht van baten en lasten ..........................................................................79 8.2 Reserves ..................................................................................................................82 8.3 Meerjarenoverzicht 2013-2017........................................................................83 BIJLAGE 1 - FINANCIËLE BEGROTING MIDPOINT BRABANT...................................................86 BIJLAGE 2 - REGIONAAL ECONOMISCH ACTIEPROGRAMMA (REAP) .................................89
3
Inleiding Hart van Brabant is de regio die zich via de programma’s van Midpoint Brabant onderscheidt als dé regio van Social Innovation. Aan de Midpoint Brabant programma’s werken overheid, onderwijs en ondernemers mee. Social Innovation werkt het beste als de samenwerkende partners ook zichzelf hebben georganiseerd en hun agenda op orde hebben. De ‘O’ van overheid heeft dit geregeld in de Gemeenschappelijke Regeling ‘Regio Hart van Brabant’. Hierin werken Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk samen. Voor u ligt de ontwerpbegroting 2014 van Regio Hart van Brabant. Conform de bepalingen uit de wet gemeenschappelijke regelingen wordt deze ontwerpbegroting voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten voor het verkrijgen van zienswijzen. Het algemeen bestuur van Regio Hart van Brabant stelt vervolgens een definitieve begroting vast met inachtneming van deze zienswijzen en verstrekt de definitieve begroting aan Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant die als toezichthouder optreedt.
Samenwerking in Regio Hart van Brabant: organisatie en legitimatie Op het moment van het aanbieden van deze ontwerpbegroting aan de gemeenteraden ligt bij een aantal raden van deelnemende gemeenten, vanuit het betreffende college, nog het verzoek voor of de raad goedkeuring aan het eigen college wil geven voor het aangaan van een nieuwe gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant onder gelijktijdige intrekking van de bestaande gemeenschappelijke regeling Regionaal Overleg Midden-Brabant (ROM). Een aantal raden heeft deze goedkeuring intussen verleend. Met de nieuwe gemeenschappelijke regeling wordt niet alleen de naam van het samenwerkingsverband officieel gewijzigd, maar wordt ook meer ruimte geschapen om regionale opgaven te identificeren en op basis daarvan gezamenlijke projecten te definiëren, te initiëren en richting uitvoering te brengen. In de nieuwe gemeenschappelijke regeling zijn daarnaast de aanbevelingen verwerkt uit de notitie ‘Governance Regio Hart van Brabant & Midpoint Brabant’. Deze notitie is opgesteld door een werkgroep die in opdracht van het algemeen bestuur heeft gekeken naar verbetermogelijkheden op dit terrein. De werkgroep kreeg deze opdracht in het kader van de inhoudelijke discussie die hierover met de gemeenteraden is gevoerd op onder meer de Hart van Brabant Radendagen. De veranderingen in de regeling betreffen op dit punt vooral explicietere begripsomschrijvingen, bepalingen ten aanzien van besluitvorming en omschrijving van bestuurlijke en ambtelijke taken en bevoegdheden. Daarnaast is bij het formuleren van de nieuwe gemeenschappelijke regeling nadrukkelijk aandacht besteed aan de democratische legitimatie van de regionale samenwerking. Dit is in de regeling terug te zien in uitgebreidere en concretere afspraken over informatie- en verantwoordingsplicht van het algemeen en dagelijks bestuur. Bovendien is de introductie van de mogelijkheid om een Verenigde Vergadering bijeen te roepen een belangrijk verschil met de huidige regeling.
Begroting 2014: nieuwe opzet De nieuwe naam en de nieuwe regeling markeren het proces dat de regio de afgelopen jaren heeft doorlopen. In 2010 kreeg de regionale samenwerking een stevige impuls. De samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs binnen ‘De Ideale Connectie’ werd doorontwikkeld en geïnstitutionaliseerd in Midpoint Brabant. De samenwerking tussen de gemeenten onderling werd geconcretiseerd, binnen Regio Hart van Brabant, middels een gezamenlijke werkagenda die in 2011 werd vastgesteld. Uit de werkagenda volgden concrete projecten waarvoor met de uitvoering werd gestart in de tweede helft van 2012. Over de eerste resultaten hiervan is verslag gedaan in het Jaarrapport 2012. 4
De ontwikkeling die de samenwerking in Regio Hart van Brabant doormaakt, maakt dat een begroting in de vorm zoals deze tot en met 2012 werd opgesteld, niet meer voldoet. Om die reden werd voor het begrotingsjaar 2013 een begroting opgesteld in een andere vorm. Het werd een begroting die is opgebouwd rondom een zevental portefeuilles. Elke commissie die binnen de intergemeentelijke samenwerking al bestond in de vorm van een zogenaamd ‘portefeuillehoudersoverleg’ werd in deze begroting afzonderlijk opgenomen: Algemeen Bestuur, Arbeidsparticipatie, Economische Zaken - Recreatie & Toerisme, Milieu & Afval, Maatschappelijke Ontwikkeling & Jeugd, Jeugdgezondheidszorg, Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting, Verkeer & Vervoer. De voor 2013 geprioriteerde projecten uit de werkagenda van Regio Hart van Brabant werden in deze begroting opgenomen onder deze portefeuilles. Mede als gevolg van de discussie over governance en democratische legitimatie die in het jaar 2013 wordt gevoerd en de aanbevelingen voor verbeteringen op dat vlak die werden overgenomen en verwerkt in een nieuwe gemeenschappelijke regeling, kent de begroting voor 2014 een iets andere opzet dan die van 2013. Gevolg van de veranderingen in de gemeenschappelijke regeling is dat de begroting van Midpoint Brabant nu officieel en integraal wordt opgenomen in die van Regio Hart van Brabant. Hiermee kan de overheidsbijdrage aan het triple helix samenwerkingsverband worden vastgesteld. Daarnaast wordt hiermee invulling gegeven aan de wens om het totale regionale samenwerkingsprogramma zichtbaar te maken, alsook de onderlinge samenhang tussen de activiteiten van zowel Regio Hart van Brabant als van Midpoint Brabant en de bijbehorende kosten.
Begroting 2014: proces De ontwerpbegroting 2014 ligt later voor bij de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten dan gebruikelijk. De later dan gebruikelijke oplevering van de ontwerpbegroting hangt samen met het streven van het algemeen bestuur van Regio Hart van Brabant om bij het opstellen ervan zoveel mogelijk rekening te houden met de informatie-uitwisseling met raadsleden die plaatsvond op de Hart van Brabant Radendag van 6 april 2013 die door de regio werd georganiseerd en op de Dialoogconferentie van 22 mei 2013 die door de provincie werd georganiseerd. Bovendien is nadrukkelijk inhoudelijke inbreng opgevraagd bij de portefeuillehouders. Zo is de colleges van de deelnemende gemeenten, bij het aanreiken van het Jaarrapport 2012, een concept aangereikt van de regionale agenda voor 2014. Via behandeling in de colleges is de portefeuillehouders gevraagd hun zienswijzen op deze agenda in het portefeuillehoudersoverleg in te brengen dat tijdens de Hart van Brabantdag op 30 mei 2013 plaatsvond. In de regionale agenda 2014 die in de colleges is behandeld is het werkprogramma voor de regio voor 2014 opgenomen. Tot het opstellen van dit totaalprogramma werd besloten door het algemeen bestuur van Regio Hart van Brabant en het dagelijks bestuur van Midpoint Brabant tijdens een Hart van Brabant Heidag op 7 februari 2013. Van deze agenda zijn de uitvoeringsprogramma’s en bijbehorende begrotingen voor 2014 van zowel Regio Hart van Brabant, als van Midpoint Brabant afgeleid. De aldus ontstane ontwerpbegroting is door het Algemeen Bestuur bekeken en beoordeeld. Besloten is de begroting voor te leggen aan de gemeenteraden van de samenwerkende gemeenten, zodat deze hun zienswijzen kunnen geven en de colleges hierover te informeren zodat zij hun gemeenteraad kunnen adviseren. Zienswijzen dienen bij het algemeen bestuur kenbaar te worden gemaakt. Vervolgens zal de begroting, met inachtneming van die zienswijzen door het Algemeen Bestuur worden vastgesteld en aan de provincie worden aangeboden. De provincie is schriftelijk door het Algemeen Bestuur van Regio Hart van Brabant geïnformeerd over het feit dat ze de begroting niet zoals gebruikelijk ontvangt op uiterlijk 15 juli van het kalenderjaar voorafgaand aan het begrotingsjaar, maar pas na het zomerreces. De nieuwe gemeenschappelijke regeling biedt ruimte voor het maken van afspraken voor de toekomst over een geschikt en werkbaar aanlevermoment bij de raden van de ontwerpbegroting door het algemeen bestuur. Het streven is bij het bepalen van dit aanlevermoment de geldende bepalingen daarover uit de wet gemeenschappelijke regelingen (zoals deze dan geldt) na te leven. 5
Midpoint Brabant volgt omtrent haar begroting, als zelfstandige stichting, een eigen afstemmingsproces met de stuurgroepen en besluitvormingsproces binnen het dagelijks bestuur. Dit geldt ook voor de financiële verantwoording achteraf.
Leeswijzer Het gevolg van de integrale presentatie van de begrotingen van Regio Hart van Brabant en van Midpoint Brabant is dat een indeling in (publieke) bestuursportefeuilles niet meer voldoet. Een presentatie die is afgeleid van de inhoudelijke opgaven en de daarbij horende regionale ambities is in dit stadium van de ontwikkeling van de regionale samenwerking het meest geschikt.
De ontwerpbegroting 2014 laat zich aldus als volgt lezen:
Hoofdstuk 1: Wie zijn we? Of hoe wensen we ons te onderscheiden? En waar staan we? Hoofdstuk 2 tot en met 6: Per in hoofdstuk 1 geformuleerd doel van de regionale samenwerking wordt een algemene typering gegeven van de huidige situatie, wordt antwoord gegeven op waarom we zouden moeten samenwerken om dit doel te behalen en wordt beschreven hoe we dat willen doen. Bij de beschrijving van hoe we dat willen doen wordt steeds uitgegaan van beleidskaders en documenten die er al zijn, of position papers die gemaakt (moeten) worden.
De hoofdstukken 2 tot en met 6 geven inzicht in welke activiteiten begroot worden met de volgende doelen. De regio:
is economisch weerbaar en onderscheidend (hoofdstuk 2), heeft een goed functionerende arbeidsmarkt: iedereen doet mee (hoofdstuk 3), is leefbaar, veilig en heeft zorg voor jong en gezond ouder worden (hoofdstuk 4), koestert haar ecologisch kapitaal en is duurzaam (hoofdstuk 5) heeft haar basis op orde: via regionaal ruimtelijk beleid, en bereikbaarheid via alle modaliteiten (hoofdstuk 6).
6
Investeren in de regio: urgent én met multipliereffect De investering die de gemeenten doen in regionale samenwerking beoogt een multipliereffect te sorteren. De investering kan leiden tot grotere investeringen van hogere overheden en tot meer financiële betrokkenheid van de twee andere triple-helix partners: onderwijs en bedrijfsleven.
OP Zuid en Interreg Investeren in de regio maakt niet alleen de interne samenhang sterker, het moet er ook voor zorgen dat de positie van de regio op provinciaal, landelijk en internationaal toneel sterker wordt. Als de regio zich een betrouwbare, effectieve, slagvaardige en succesvolle eenheid toont, die een onderscheidende meerwaarde heeft, zal dat eerder resulteren in investeringen van partners op hogere overheidsniveaus, dan wanneer dit niet het geval is. Dit is concreet aan de orde nu de relevante beleidsprogramma’s (en de daaruit voortvloeiende mede-financieringsmogelijkheden voor activiteiten en projecten) aflopen. Er wordt op Europees, nationaal en regionaal niveau hard gewerkt aan de beleidsprogramma’s voor de periode 2014-2020. OP Zuid en Interreg zijn daarbij twee voorbeelden van omvangrijke programma’s.
Onderwijs en bedrijfsleven De samenwerking met onderwijs en ondernemers in de regio is goed. In lijn met het belang dat ook deze twee triple-helix partners hebben bij een sterke regio, zal bezien worden of er mogelijkheden bestaan tot grotere (financiële) participatie van onderwijs en bedrijfsleven. De mogelijkheden nemen, in het geval van regionale samenwerking, toe als de overheid een solide basis faciliteert. Dat is extra urgent nu de financiering van de sectorale programma’s van Midpoint Brabant per 31 december 2013 afloopt. De afgelopen jaren is via de programma’s Logistics Cities, Leisure Boulevard, Aerospace & Maintenance Cluster en Care Avenue voor ongeveer 25 miljoen Euro in de regio geïnvesteerd. De dekking voor die programma’s kwam uit het provinciale programma Samen Investeren en werd gecofinancierd door gemeenten, bedrijfsleven en onderwijs.
7
“De regio wordt uitgenodigd om de lead te nemen bij de operationalisering van Social Innovation.“
8
1. Hart van Brabant, regio van Social Innovation In 2010 heeft de regio zich geschaard achter een regionale profilering en een strategische agenda. Daarmee moest de regionale (economische) ontwikkeling effectiever gestimuleerd worden dan met de eerdere gefragmenteerde sectorale profilering. Vooral moesten de profilering en agenda de regio in staat stellen om te participeren in de ontwikkelingsagenda van Brabant en de agenda van Zuid(-oost) Nederland. Hiermee werd ook gehoor gegeven aan de oproep van de Commissaris van de Koning, die met de vier Brabantse regio’s, op basis van sterke regionale agenda’s, wilde komen tot een toekomstgerichte provinciale agenda. In 2011 werd de profilering voorzien van een nieuw gezicht, met de oprichting van Midpoint Brabant. Het tripartiete samenwerkingsverband Midpoint Brabant zou, op basis van het eenduidige profiel “Regio van Social Innovation”, aan het projectenprogramma van de Ideale Connectie (zoals het samenwerkingsverband tot dan toe heette), samenwerking op het niveau van de strategische agenda toevoegen. Voor de projectmatige vertaling van de ambitie werd aangesloten bij het bestaande projectenprogramma van de Ideale Connectie (Leisure Boulevard, Logistics City, Aerospace & Maintenance, Care Avenue). In 2012 kreeg ook de intergemeentelijke samenwerking een boost, onder meer omdat gestart werd met de uitvoer van verschillende regionale activiteiten en projecten en de inrichting van een compact programmabureau dat de sturing op het proces rondom deze activiteiten verzorgt. Intussen functioneert de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant, met een eigen herkenbaar gezicht, een eigen (aansluitend op het Midpoint programma) werkprogramma en een geregeld overleg op alle bestuurlijke niveaus. Ondertussen wijzigde het speelveld waarin de regio opereert. Met specifieke gevolgen voor zowel de triple helix samenwerking binnen Midpoint Brabant, als voor de intergemeentelijke samenwerking binnen regio hart van Brabant.
Gewijzigd speelveld voor Midpoint Brabant De Agenda van Brabant met uitwerkingsnota’s is door de provincie Noord-Brabant vastgesteld en speelt in op de bijdrage van vier Brabantse regio’s, waardoor de regio expliciet wordt bevraagd op haar bijdrage aan de realisatie van de provinciale agenda. De relevante beleidsprogramma’s (en de daaruit voortvloeiende mede-financieringsmogelijkheden voor activiteiten en projecten) lopen af. Er wordt op Europees, nationaal en regionaal niveau hard gewerkt aan de beleidsprogramma’s voor de periode 2014-2020. Alle toekomstige programma’s hebben een programmeringshorizon van (ten minste) het jaar 2020. In elke discussie wordt de regio bevraagd op haar strategische positionering, programmering en prioritaire projecten. Brainport 2020 is de leidende ontwikkelingsstrategie voor Zuidoost Nederland. Om nationaal en internationaal succesvol te kunnen zijn (ook in het verwerven van externe financiering voor projecten en programma’s) moet de regio een positie verwerven binnen de Brainport 2020 strategie en wordt daar ook toe uitgenodigd. Binnen Brainport 2020 wordt Social Innovation erkend als cruciale innovatiestrategie. De regio wordt uitgenodigd om de lead te nemen bij de operationalisering van Social Innovation op Zuid(oost)-Nederlandse schaal. Social Innovation is nationaal en internationaal sterk in ontwikkeling. De regio is niet meer uniek in zijn profilering, maar kan daarin nog wel onderscheidend zijn. Veel regio’s en netwerken zoeken aansluiting bij onze regio en wij moeten aansluiting vinden bij andere regio’s en initiatieven in Europa. Concretisering en onderbouwing van de claim ‘Regio van Social Innovation’ wordt steeds belangrijker om het onderscheidend vermogen in dit speelveld te behouden. ‘Concurrentie’ (in het economisch domein) gaat steeds minder tussen individuele gemeenten en steeds meer tussen sterk presterende en geprofileerde regio’s. De regio bevindt zich voor wat betreft de triple helix samenwerking dus in een woelige, maar gezien de profilering ook zeer kansrijke, omgeving. 9
Gewijzigd speelveld voor Regio Hart van Brabant De genoemde ontwikkelingen die van invloed zijn op het speelveld waarin Midpoint Brabant opereert zijn onverkort van toepassing op de samenwerkende gemeenten. Op zijn minst omdat de samenwerkende gemeenten via Regio Hart van Brabant (samen met onderwijs en bedrijfsleven) één van de drie partners vormen binnen Midpoint Brabant. Maar ook voor de intergemeentelijke samenwerking op zichzelf geldt dat er de volgende ontwikkelingen zijn die invloed hebben. De aandacht voor regionale samenwerking neemt toe, onder meer als gevolg van landelijke discussie over bestuurskracht. In veel discussies staat opschaling van de omvang van gemeenten centraal als antwoord op de vraag hoe krachtig en slagvaardig bestuur georganiseerd kan worden. De regio Hart van Brabant kiest echter voor samenwerking over de band van de inhoud. Afstemming van beleid geschiedt via de intergemeentelijke samenwerking in de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant. Samenwerking op de uitvoering geschiedt, afhankelijk van de opgave, in coalities van gemeenten binnen de regio. Centrumstad Tilburg biedt, naar wens of wanneer regionaal afgestemd beleid dit voorschrijft, regionale dienstverlening aan regiogemeenten, ook op de uitvoering. Provinciaal bestuurskrachtonderzoek wijst uit dat Regio Hart van Brabant compact en slagvaardig is en dat bestuurlijk draagvlak voor de samenwerking verder groeit. In korte tijd blijkt, ook ten opzichte van andere regio’s in Brabant, een grote inhaalslag te zijn gemaakt. Aandacht voor bestuurlijke samenwerking met andere regio’s is nodig, evenals voor versterking van het onderscheidend vermogen. De regio wordt daarbij geadviseerd regiogrenzen als fluïde te zien en bijvoorbeeld de gemeente Heusden de ruimte te bieden tot aansluiting. Het belang dat wordt gehecht aan goed georganiseerde regionale samenwerking neemt toe, getuige de lopende discussie in de regio over de governance en democratische legitimatie van de samenwerking. De discussie is zeker niet uniek voor onze regio en speelt op de meeste plaatsen waar regionaal wordt samengewerkt, maar onze regio wenst (als regio van Social Innovation) een goed voorbeeld te geven op dit vlak en heeft dan ook al verschillende maatregelen genomen die voor verbetering moeten zorgen. Te denken valt aan de verbetering van de gemeenschappelijke regeling, de organisatie van Radendagen, de mogelijkheid tot het bijeenroepen van een Verenigde Vergadering en uitgebreidere rapportages. Er komen grote en complexe nieuwe opgaven op de regio af die om bestuurlijke afstemming vragen op strategisch-beleidsmatig niveau en op uitvoerend niveau. Daarnaast is programmatische coördinatie op de uitvoering van regionaal beleid nodig. Met name de decentralisaties in het sociale domein (de decentralisatie van de jeugdzorg, de invoering van de participatiewet en de transitie van de begeleiding van de zorg voor mensen met een beperking en ouderen vanuit de AWBZ naar de WMO) zullen veel aandacht en coördinatie vragen. De regio bevindt zich, voor wat betreft de intergemeentelijke samenwerking, in een speelveld waarop zich grote ontwikkelingen voordoen maar heeft dankzij toenemend draagvlak voor samenwerking en investering in een flinke inhaalslag een goede uitgangspositie om toekomstige uitdagingen aan te kunnen.
10
Basis voor verdere ontwikkeling De omgeving is woelig, maar kansrijk. De uitgangspositie is relatief goed. Tellen we hierbij op dat:
de regio een divers opgebouwde, relatief conjunctuurongevoelige, regionale economie heeft met een aantal sectoren die, soms van oudsher al, sterk vertegenwoordigd zijn en die ontwikkelpotentie hebben, er een aangenaam woonklimaat is, evenals een goede arbeidsethos en een uitstekende (kennis)infrastructuur, dat er van oudsher samenwerkingsbereidheid, daadkracht en veerkracht getoond wordt, en dat de regio in relatief korte tijd met de programma’s van Midpoint Brabant en de eerste projecten van Regio Hart van Brabant bewijst dat investeren loont en concrete resultaten oplevert, dan mag geconcludeerd worden dat er een heel goede basis voor verdere ontwikkeling van de regio ligt.
Waarom regionaal samenwerken? Dat er een basis voor ontwikkeling van de regio ligt is een belangrijke randvoorwaarde, maar op zichzelf nog geen reden om samen te werken aan die ontwikkeling. Samenwerken doen we uiteindelijk met een inhoudelijk doel: om een goed antwoord te hebben op de grote maatschappelijke opgaven. De Europese Unie heeft in Horizon 2020 de zogenaamde ‘societal challenges’ geformuleerd waar de komende jaren haar budget naartoe gaat. Deze challenges komen deels overeen met nationale topsectoren, provinciale speerpunten en de Brainport 2020 agenda. De regio sluit met haar agenda aan op deze societal challenges. Met de inzet op regionale samenwerking wil ze op dit tastbare schaalniveau een bijdrage leveren aan de antwoorden op maatschappelijke vragen. Het doel kan derhalve als volgt worden geformuleerd.
De regio: o o o o o o
is economisch weerbaar en onderscheidend, heeft een goed functionerende arbeidsmarkt: iedereen doet mee, is leefbaar, veilig en heeft zorg voor jong en gezond ouder worden, koestert haar ecologisch kapitaal en is duurzaam, heeft haar basis op orde: via regionaal ruimtelijk beleid, en bereikbaarheid via weg, water, spoor, lucht en maximale digitale toegang tot informatie, en realiseert dit alles op goed georganiseerde wijze.
11
Hoe regionaal samenwerken? In de notitie ‘Social Innovation als regionale opgave’ is het landschap geschetst van de toepassingen van het begrip Social Innovation in Nederland en Europa is de wijze beschreven waarop Social Innovation in het programma van de regio vertaald kan worden naar concrete projecten en activiteiten. De notitie (en het position paper Social Innovation van Midpoint Brabant dat erop volgde) stellen dat het voor het behalen van de regionale doelen belangrijk is dat social innovation op een conceptuele en programmatische manier wordt benaderd (we moeten anders gaan nadenken over arbeid, zorg voor jong en oud en duurzaamheid, er is een nadrukkelijker koppeling tussen technologische en sociale innovatie nodig en het is belangrijk om vanuit Europese opgaven te redeneren). Vervolgens valt af te leiden dat het belangrijk is dat zowel direct betrokkenen als anderen begrijpen wat Social Innovation is en waarom en hoe de regio zich op dit gebied onderscheidt.
Uit het ‘waarom’ volgt de noodzaak tot het vertellen van het verhaal: middels profilering laten zien wat de regio onderscheidend maakt op het vlak van Social Innovation. Uit het ‘hoe’ volgt de intrinsieke motivatie om bij alle activiteiten en projecten die de regio zelf onderneemt de methode Social Innovation toe te passen: de regio stelt zich op als proeftuin waar nieuwe (zaken)modellen worden toegepast die economische én maatschappelijke meerwaarde moeten hebben en waarbij uiteenlopende stakeholders betrokken zijn.
Het hoe en waarom komen samen in een regionaal uitvoeringsprogramma waarin voor zowel Midpoint Brabant als voor Regio Hart van Brabant verantwoordelijkheden zijn belegd.
Uitvoeringsprogramma 2014 Midpoint Brabant Midpoint Brabant biedt het platform voor samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en overheid. Vanuit dit platform worden programma’s en projecten in gang gezet waarvan het opdrachtgeverschap en de coördinatie op de realisatie bij de triple helix is belegd. Dat kan betekenen dat Midpoint Brabant zelf projecten uitvoert, maar betekent minstens even vaak dat de programmatische coördinatie bij Midpoint Brabant ligt en de uitvoering elders is belegd. Voor deze coördinatie is het nodig dat in 2014 capaciteit in de vorm van programmadirectie en -management beschikbaar is, die in opdracht van een triple helix samengesteld dagelijks bestuur en inhoudelijk gestuurd door een per deelprogramma geformeerde stuurgroep, stuurt op het ontstaan van programma’s en projecten die op hun beurt concreet resultaat opleveren. Dit compacte programmabureau omvat enige secretariële ondersteuning en maakt standaardkosten voor huisvesting, specialistische dienstverlening en communicatie.
12
Omdat Midpoint Brabant het platform is waar vanuit het beste sturing plaats kan vinden op projecten waarmee de regio zich kan onderscheiden als regio van Social Innovation (deze projecten bestaan immers bij de gratie van het feit dat er meerdere stakeholders in samenwerken), zijn de meeste projecten die een bijdrage leveren aan dat profiel hier belegd. In 2014 zet Midpoint Brabant capaciteit in om ervoor te zorgen dat de volgende activiteiten projecten kunnen worden, met een bijhorende projectstructuur en financiering (via uiteenlopende publieke en private dekkingsbronnen):
Topinstituut Social Innovation De profilering van de regio als dé regio van Social Innovation vereist dat de regio een erkende top kennisinstelling op het terrein van Social Innovation herbergt. De Universiteit van Tilburg is een universiteit die midden in de maatschappij staat en voldoet, zowel ten aanzien van de kennisdomeinen als ten aanzien van het kennisniveau en de uitstraling van veel van haar instituten, aan alle voorwaarden om zich als topinstituut Social Innovation te profileren en daarmee de regio te onderscheiden. De Universiteit onderzoekt, onder leiding van prof. R. in ’t Veld, de mogelijkheden om deze strategische keuze te maken. Inmiddels worden door de universiteit op het thema Social Innovation al samenwerkingsverbanden gesloten met universiteiten in diverse steden in Europa.
Pathfinders Social Innovation legt het vertrekpunt voor het innovatieproces bij initiatiefnemers, die gezamenlijk werken aan oplossingen voor een maatschappelijk vraagstuk, zoals veiligheid of gezond ouder worden. Dat is een ander vertrekpunt dan de behoefte aan productvernieuwing bij een individueel bedrijf, die traditioneel de basis is voor innovatie. Onze ondersteuning van innovatieprocessen (ecosysteem) is slecht toegerust voor Social Innovation. Pathfinders is een groep van 30 ‘transition leaders’ uit de regio die gezamenlijk bewust een Social Innovation proces doorlopen, van maatschappelijke uitdaging tot nieuwe producten. Om te laten zien dat het werkt en om te leren waar onze innovatieondersteuning beter en effectiever kan. De universiteit (Centre for Innovation Research) vertaalt de ervaringen van het project naar wetenschappelijke inzichten. SI Kennisvalorisatie (TISIL) De universiteit en de HBO instellingen in de regio hebben veel specialismen in huis, waarmee maatschappelijke ontwikkelingen kunnen worden ondersteund. Social innovation biedt de samenwerkende kennisinstellingen een uniek platform om deze verschillende kennisdomeinen te verbinden en in zgn. ‘living labs’ of ‘proeftuinen’ in samenwerking met bedrijven toe te passen op maatschappelijke vraagstukken. Het Tilburg Social Innovation Lab is het samenwerkingsproject van de universiteit en regionale hogescholen, dat deze ‘Social Innovation kennisvalorisatie’ stimuleert en organiseert.
Centrum voor Social Innovation Het Centrum voor Social Innovation wordt het vlaggenschip van Social Innovation in de regio. Het vormt de broedplaats van ondernemerschap en innovatie, waar de regio zijn sterkte: het creëren van economische en maatschappelijke waarde, in de praktijk brengt. Het centrum stimuleert, verbindt en ondersteunt Social Innovation initiatieven van samenwerkende bedrijven en maatschappelijke instellingen in de regio, organiseert evenementen, bijeenkomsten en manifestaties (zoals de Social Innovation Week). Vanuit het Centrum voor Social Innovation worden de verbindingen gelegd tussen de partners in de regio en vanuit de regio met initiatieven en partnerregio’s in Europa. Het centrum vormt, samen met het Topinstituut Social Innovation en het Tilburg Social Innovation Lab, de ankerpunten voor de innovatie van de toekomst, het profiel van de regio.
13
Innovative Contract Design Social Innovation heeft als kenmerk dat de innovatie plaatsvindt in samenwerking van partners. Dat vereist dat in een vroegtijdig stadium, onder grote onzekerheid, contractuele afspraken gemaakt moeten worden omtrent inzet, eigenaarschap, opbrengsten, kosten, etc. De gebruikelijke inrichting van contracten is daarvoor ongeschikt. In samenwerking met bedrijven is door de universiteit/TiSIL een methode ontwikkeld voor contractontwerp, die past bij de uitgangspunten van Social Innovation. Door middel van living labs en proeftuinen zal deze methode worden omgezet in concrete hulpmiddelen voor samenwerkende partijen. Innovative contract design slecht een belangrijke, door samenwerkende bedrijven gevoelde, barrière voor Social Innovation en open innovatie.
Regiomarketing Midden-Brabant is dé regio van Social Innovation. Die positie draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de regio voor de vestiging van bedrijven, instellingen en kenniswerkers. Die positie opent ook deuren naar samenwerking met andere regio’s en externe financiering voor projecten en initiatieven. Daartoe moet dat profiel wel bekend en erkend worden, binnen, maar ook buiten de regio zelf. Regiomarketing is het instrument dat de regio daarvoor inzet. Het omvat een heldere communicatie van de sterktes van de regio en de participatie in de samenwerkingsverbanden en netwerken, waar onze sterktes zichtbaar kunnen worden gemaakt aan partners binnen en buiten de regio.
Regionale acquisitie Midden Uit de positionering van de regio als aantrekkelijke vestigingsplaats met een duidelijk profiel volgt dat er een taak is weggelegd voor Midpoint Brabant op het gebied van acquisitie. Vanuit de triple-helix wordt gestuurd op het aantrekken van bedrijven en investeerders die passen in het profiel van de regio. Waar mogelijk en relevant wordt hierbij gericht geworven binnen de speerpuntsectoren Logistiek, Maintenance, Leisure en Care. Uitgangspunt is om op strategisch niveau, vooral gericht op stakeholders van buiten de regio, over het aanbod van vestigingsmogelijkheden te communiceren, waarbij het primair gaat om het ondersteunen van het regionale belang. Het aantrekken van nieuwe bedrijven mag nooit ten koste gaan van het behoud van gevestigde bedrijven. Waar mogelijk moet het de bestaande bedrijvenstructuur zelfs versterken. Dat triple-helix sturing op een marktgerichte taak als acquisitie voor de hand ligt is evident. Dat de overheid in deze sturing (onder meer vanwege de uitgifte van grond en vergunningverlening) een belangrijk aandeel heeft ook. Een nauwe betrokkenheid van de portefeuillehouders Economische Zaken is dus noodzakelijk. Daarnaast is het een uitgangspunt dat bij de uitvoering van de regionale promotie en acquisitiestrategie projectdeelnemers betrokken kunnen worden uit de deelnemende gemeenten. Hierbij wordt in ieder geval een beroep gedaan op de gemeente Tilburg dat een eigen acquisitieteam heeft en op de gemeente Waalwijk die in het kader van de uitbreiding Haven I t/m VI en voor de revitalisering van bedrijventerrein Haven (It/mVI) promotie en acquisitie wil opzetten en daarvoor financiële middelen gereserveerd heeft binnen de desbetreffende projecten. Over de exacte organisatievorm en de financiële dekking wordt nog een bestuursbesluit genomen.
14
MKB United De regionale bedrijvigheid wordt gekenmerkt door een heel groot MKB-gehalte. Op zichzelf prima, het MKB is immers de banenmotor van de economie. Het is wel zaak om dat midden- en kleinbedrijf te verenigen. ‘MKB United’ noemen we dat. Ofwel zorgen voor een hecht samenspel en er een interne arbeidsmarkt van maken. Daarmee moet de sector een sterker profiel krijgen en wordt deze ook interessanter voor studenten. Met een verenigd MKB moeten talenten beter aan de regio gebonden worden en dat is weer van belang voor de economische concurrentiekracht van de regio. Naast het creëren van een interne arbeidsmarkt is het bundelen van innovatiekracht door samen in R&D te investeren van belang. Zodoende wordt innovatie minder het optimaliseren van bestaande producten en meer het creëren van nieuwe producten. Naast deze projecten vindt, vanuit dezelfde reeds beschreven structuur, sturing plaats op programma’s voor vier economische speerpuntsectoren (zie hoofdstuk 2). Ten slotte vindt sturing plaats op projecten die, samen met de projecten die in dat verband vanuit de publieke verantwoordelijkheid ondernomen worden en waarop gestuurd wordt door Regio Hart van Brabant, bijdragen aan het anders gaan nadenken over arbeid, zorg voor jong en oud, duurzaamheid en bereikbaarheid (zie hoofdstuk 3 tot en met 6).
15
Begroting Midpoint Brabant – Bestuur en algemeen management
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
Programmakosten Apparaatskosten
430.000
Bijdrage via Regio Hart van Brabant
Totaal
430.000
N 430.000 430.000
V 430.000
430.000
0
Lasten
Specificatie Apparaatskosten
€ Personeelskosten
150.000
Secretariaat
70.000
Financiële administratie/ controlling
60.000
Huisvesting
35.000
Kantoorkosten
35.000
Ict
35.000
Meetings
5.000
Marketing/ communicatie
40.000
Totaal
430.000
16
Toelichting Apparaatskosten Personeelskosten Personeelskosten betreffen de kosten voor de algemeen directeur en programmadirecteur voor in totaal € 150.000,-. Secretariaat Secretariaat zijn de primaire kosten voor het functioneren van het Midpoint bureau (€ 35.000,-) inclusief inhuur voor specifieke secretariële ondersteuning (€ 35.000,-). Financiële administratie/controlling Voor de financiële administratie/controlling ten behoeve van de Stichting Midpoint Brabant alsmede de totale financiële afronding en verantwoording van de Samen Investeren Programma’s Leisure Boulevard, Logistics Cities en Aerospace & Maintenance wordt een bedrag geraamd van € 60.000,-. Huisvesting Voor huisvestingskosten is in de begroting een bedrag van € 35.000,- opgenomen. Voorheen werd door de Kamer van Koophandel huisvesting beschikbaar gesteld, hetgeen naar het zich laat aanzien in 2014 komt te vervallen. Kantoorkosten Kantoorkosten betreffen de kosten die verbonden zijn met het functioneren van het Midpoint secretariaat als facilitair centrum. Hiervoor wordt € 35.000,- geraamd. ICT Voor het functioneren en up to date houden van de ICT infrastructuur en apparatuur en licenties wordt € 35.000,- geraamd. Meetings Voor het faciliteren van besprekingen en bijeenkomsten is een zaalhuur van € 5.000,- geraamd. Marketing & Communicatie Voor het actueel houden van onder meer de website, het produceren van de nieuwsletter en ander vormen van berichtgeving over de uitvoering van programma’s en projecten wordt € 40.000,- geraamd.
Toelichting dekking kosten Bijdrage via Regio Hart van Brabant De kosten voor de basisorganisatie van Midpoint Brabant (zijnde de totale kosten die voor Midpoint Brabant in deze begroting worden opgevoerd) worden gedekt door een bijdrage per inwoner van de deelnemende gemeenten en een klein deel door cofinanciering. De bijdragen van de deelnemende gemeenten worden via Regio Hart van Brabant aan Midpoint Brabant beschikbaar gesteld.
17
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant Regio Hart van Brabant biedt het platform voor intergemeentelijke samenwerking. Vanuit dit platform worden programma’s en projecten in gang gezet waarvan het opdrachtgeverschap en de coördinatie op de realisatie bij de negen samenwerkende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling Regio Hart van Brabant is belegd. Het samenwerkingsverband is gericht op strategisch-beleidsmatige regionale afstemming. Enerzijds ten behoeve van het realiseren van publieke samenwerkingsopgaven, anderzijds ten behoeve van het leveren van de overheidsbijdrage aan de triple helix samenwerking in Midpoint Brabant. Soms voert Regio Hart van Brabant zelf projecten uit, maar minstens even vaak geldt dat de programmatische coördinatie bij Regio Hart van Brabant ligt en de uitvoering elders is belegd. Deze wijze van organiseren veronderstelt overigens niet dat de samenwerkende gemeenten geen triple-helix contact aangaan bij de projecten waarvan zij opdrachtgever zijn. Integendeel, bedrijfsleven en onderwijs zijn in veel gevallen natuurlijke samenwerkingspartners. Het betekent wel dat tussen Regio Hart van Brabant en Midpoint Brabant goede en regelmatige afstemming nodig is. Niet voor niets zijn de bureaus van beide entiteiten op dezelfde locatie ondergebracht. Voor deze coördinatie is het nodig dat in 2014 capaciteit in de vorm van programmamanagement beschikbaar is, dat in opdracht van het Algemeen Bestuur (bestaande uit de burgemeesters van de samenwerkende gemeenten) en inhoudelijk gestuurd door een per bestuurlijke portefeuille geformeerd portefeuillehoudersoverleg, stuurt op het ontstaan van programma’s en projecten die op hun beurt concreet resultaat opleveren. Dit compacte programmabureau omvat enige secretariële ondersteuning en maakt standaardkosten voor huisvesting, specialistische dienstverlening en communicatie. In 2014 wordt er door het programmabureau, in opdracht van het AB, voor gezorgd dat een gestructureerd overlegplatform in stand gehouden wordt tussen de deelnemende gemeenten dat erop gericht is dat:
deelnemende gemeenten geïnformeerd zijn over gemeentelijke activiteiten die voor de regio van belang kunnen zijn, afstemming plaatsvindt tussen deelnemende gemeenten, bijvoorbeeld strekkend tot aanbeveling van beleid dat gemeenten gemeenschappelijk zouden kunnen voeren, of aanbeveling van maatregelen waarvan vastgesteld wordt dat het in het belang van de regio wenselijk zou zijn als de individuele gemeenten die zouden nemen, projecten door gemeenten gezamenlijk kunnen worden ontwikkeld en naar uitvoer kunnen worden gebracht.
Ter uitvoering van deze taken wordt de totstandkoming en coördinatie van vakinhoudelijke overlegstructuren tussen portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten bevorderd. Bovendien wordt de continuïteit van deze overlegstructuren bewaakt, wordt gezorgd voor een samenhangende communicatie en verslaglegging, voor een aanspreekpunt voor derden over zaken die de intergemeentelijke samenwerking betreffen en worden afspraken gemaakt ten aanzien van portefeuille overstijgende zaken. Het AB komt in 2014 ten minste vier maal per jaar bijeen en zorgt ervoor dat ook de portefeuillehouders overleggen vier maal per jaar bijeenkomen. Dat gebeurt tijdens zogenaamde Hart van Brabant Dagen. Op deze dagen komen ook de gemeentesecretarissen van de deelnemende gemeenten bij elkaar. Ter voorbereiding op de Hart van Brabant Dagen komt deze ‘Kring gemeentesecretarissen’ nog een keer extra bij elkaar. In totaal vergadert de kring dus acht keer in 2014. Ook de portefeuillehoudersoverleggen hebben in de regel minimaal één ambtelijk vooroverleg.
18
Over besluiten die tijdens de Hart van Brabant Dagen worden genomen, of over beleid van het AB dat op een andere wijze tot stand komt, worden colleges en raden van de deelnemende gemeenten gevraagd en ongevraagd geïnformeerd, zodat beoordeling van het door het AB gevoerde beleid kan plaatsvinden. Dat gebeurt in 2014 onder meer door de organisatie van twee Hart van Brabant Radendagen. Ook bestaat de mogelijkheid voor raden om op eigen initiatief een Verenigde Vergadering bijeen te roepen. Ook deze vergaderingen zullen gefaciliteerd worden. Tevens wordt zo veel mogelijk openbare informatie verstrekt op het digitale platform van Regio Hart van Brabant. De bestuurlijke samenwerking binnen de regio is met voorgaande geduid. Vanuit de regio wordt bestuurlijke samenwerking gezocht met de drie andere regio’s in Brabant. Internationaal worden relaties onderhouden met Bilbao (Social Innovation), Orlando (Leisure) en met zustersteden Changzhou (China), Unna/ Dortmund (Duitsland). Ten slotte zorgt Regio Hart van Brabant voor aansluiting bij hogere overheden, met als doel samen te werken op de totstandkoming van en de inbedding van de eigen regio in relevante beleidsagenda’s.
Begroting Regio Hart van Brabant – Bestuur en algemeen management Programmakosten Apparaatskosten Apparaatskosten BWS
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
75.000
N 75.000
296.500
N 296.500
2.914
Bijdrage gemeenten Bijdrage uit reserve werkagenda Bijdrage uit reserve BWS
Totaal
374.414
2.500
N 414
316.831
V 316.831
54.669
V 54.669
414
V 414
374.414
0
Lasten
Specificatie Programmakosten
€ Hart van Brabant Dagen (vier maal per jaar)
20.000
Hart van Brabant Radendagen (twee maal per jaar)
20.000
Communicatie
25.000
Notulist AB/ secretarissenoverleg
10.000
Totaal
75.000
19
Lasten
Specificatie Apparaatskosten
€ Personeelskosten
230.000
Apparaatskosten
50.000
Secretariaatskosten
1.500
Specialistische dienstverlening
15.000
Sub-totaal
296.500
Uitvoeringskosten BWS
2.500
Rente BWS
414
Totaal
299.414
Toelichting Programmakosten Hart van Brabant Dagen/ Hart van Brabant Radendagen Een Hart van Brabant Dag kost naar verwachting gemiddeld € 5.000,-. Dit bedrag is gebaseerd op ervaringen met de organisatie van eerdere Hart van Brabant Dagen. Voor de Hart van Brabant Radendagen is, vanwege het verwachte flink hogere aantal deelnemers, het dubbele bedrag aangehouden. Communicatie Als gevolg van de vernieuwing van de Regio Hart van Brabant zijn in 2012 kosten gemaakt voor ontwikkeling van een brochure 'Werkagenda'. Voor actualisatie zullen waarschijnlijk kosten gemaakt worden, als ook voor onderhoud en verdere verbetering van het digitale platform dat in 2013 is ontwikkeld. Notulist AB en secretarissenoverleg Als gevolg van de gewijzigde taakstelling van de voormalige secretaris (nu programmamanager) is het noodzakelijk om een notulist aanwezig te laten zijn bij het Algemeen Bestuur en het overleg van de Kring Gemeentesecretarissen. De kosten hiervan worden geraamd op € 10.000,-.
20
Toelichting Apparaatskosten Personeelskosten De salariskosten voor een fulltime programmamanager, assistent-programmamanager en management assistente bedragen in totaal naar verwachting € 230.000,-. Apparaatskosten Er worden apparaatskosten doorberekend door Midpoint Brabant voor gebruik van werkplek(ken) met automatisering, postverwerking, repro, telefonie, etc. Het betreft hier specifiek de kosten die gepaard gaan met de werkplek(ken) die voor Regio Hart van Brabant worden ingericht. De kosten voor de werkplekken van Midpoint Brabant zelf worden via de begroting van Midpoint Brabant gedekt. Daarnaast worden vanuit de gemeente Tilburg kosten doorberekend in verband met overige personeelskosten, facilitaire kosten (o.a. archief) en een opslag voor het dragen van de verantwoordelijkheid van het organiseren van vervanging bij langdurige afwezigheid vanwege ziekte of om andere redenen. Over de precieze hoogte van dit bedrag moeten nog dvo-afspraken gemaakt worden met de gemeente Tilburg. Daarnaast is enige financiële ruimte geraamd voor opleidingen medewerkers. In totaal is met deze apparaatskosten naar verwachting ongeveer € 50.000,- gemoeid. Secretariaatskosten Secretariaatskosten zijn bijvoorbeeld bankkosten. Voor deze en andere secretariaatskosten is in de begroting 2014, net als in 2013, een klein bedrag gereserveerd. Het gaat om € 1.500,-. Specialistische dienstverlening Onvermijdelijke kosten zijn de kosten van de accountantscontrole, administratie en beheer. Voor accountantskosten is in de begroting 2014 € 6.000,- gereserveerd. Hierbij is rekening gehouden met een kleine toename in verband met de verbreding van de werkzaamheden van de Regio Hart van Brabant met de 'Werkagenda'. Verder is een bedrag van € 8.500,geraamd voor administratiekosten. Het betreft hier kosten voor het voeren van de financiële administratie en voor advies en begeleiding bij het opstellen van de jaarlijkse begroting en jaarstukken die door de gemeente Tilburg worden doorberekend. Voor beheer en onderhoud aan het relatiebeheersysteem is € 500,- gereserveerd. Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) Als wettelijke taak heeft Regio Hart van Brabant de uitvoering van het Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS). De uitvoering wordt verzorgd door de gemeente Loon op Zand, die hiervoor een bijdrage van € 2.500,- ontvangt. De kosten worden bij de aangesloten gemeenten in rekening gebracht en zijn daarom tevens als baten in de begroting opgenomen. In de begroting 2014 zijn geen baten in verband met de BWS-regeling opgenomen. De vordering is door het Rijk in 2009 afgekocht (zie ook paragraaf 8.4). Als lasten zijn opgenomen de rentebetalingen in het kader van BWS. Als gevolg van de afkoop van de verplichtingen aan sociale huurders betreft dit enkel de sociale koopwoningen. Deze cijfers zijn ontleend aan een door Deloitte uitgebracht advies omtrent het verwachte renteresultaat tot het einde van de looptijd van de regeling. De afwikkeling van de BWS-subsidieverstrekking, de vordering ter zake op het voormalige ministerie van VROM (nu I&M) en de mutaties in de reserves, vindt via de balans plaats en verloopt budgettair neutraal voor Regio Hart van Brabant. De rentelasten komen uit de berekening verloop BWS. Basis zijn de verplichtingen ultimo 2011. Er is geen rekening gehouden met verdere vrijval. Het resultaat BWS dient gedekt te worden door de achtergebleven voorziening BWS. Een bedrag van € 35.000,- is daarvoor ruim voldoende.
Toelichting dekking kosten Bijdrage gemeenten/ bijdrage uit reserve werkagenda De dekking uit bijdragen per inwoner van gemeenten en co-financiers voor de totale begroting van Hart van Brabant geeft een tekort van € 55.083,-. Om praktische redenen is de voorgestelde verrekening met de reserve werkagenda (€ 54.669,-), respectievelijk met de reserve BWS (€ 414,-) op Bestuur en algemeen management verwerkt.
21
“Ondernemerschap is een voorname competentie in de regio, gezien het aantal startende bedrijven en de sterke vertegenwoordiging van het MKB.”
22
2. Bedrijvigheid Hart van Brabant kenmerkt zich door een stabiele economische structuur. Geen oververtegenwoordiging van één sector, maar juist een goed gediversifieerde economische structuur waarin zowel de industrie als dienstensector sterk vertegenwoordigd is. Ondernemerschap is een voorname competentie in de regio, gezien het aantal startende bedrijven en de sterke vertegenwoordiging van het MKB. De regio kent daardoor een goed investerings-, woon- en leefklimaat. De kwaliteit van leven is hoog, mede doordat er een goed aanbod is van onderwijsmogelijkheden en recreatieve voorzieningen. Met de nabijheid van groot- en kleinschalige Leisure mogelijkheden, is de regio uniek in Nederland, en daarbuiten. De regionale programmering voor het onderdeel bedrijvigheid focust zich op de meest krachtige economische sectoren van de regio. Sectoren die van oudsher sterk vertegenwoordigd zijn en die de drijvende economische krachten kunnen zijn voor de toekomst:
Leisure Logistiek Aerospace & Maintenance Care
Het hoofddoel van de sectoraal ingestoken programmering is het versterken van het onderscheidend vermogen en de economische weerbaarheid van de regio via het stimuleren van werkgelegenheid.
2.1 Leisure Regionaal belang De leisure sector is sterk vertegenwoordigd in de regio. Iconen zoals de Efteling, de Beekse Bergen, Nationaal Park de Loonse en Drunense Duinen, de Oisterwijkse Bossen en Vennen, De Regte Heide en de diverse musea en culturele evenementen (Incubate, Tilburgse Kermis, Festival Mundial) zorgen ervoor dat de regio dé leisure hotspot van Nederland is. Naast bestaande locaties, beschikt de regio over ontwikkellocaties die de sector als geheel verder kunnen versterken (bijvoorbeeld De Poort van Heusden, de Spoorzones in Oisterwijk en Tilburg, de uitbreidingsmogelijkheden in Loon op Zand, Hilvarenbeek, Goirle en Waalwijk). Deze sterke vertegenwoordiging vertaalt zich door in het regionaal economisch belang van de sector voor de regio. De Leisure Boulevard trekt jaarlijks 10 miljoen bezoekers en 2,1 miljoen Nederlanders besteden hun binnenlandse vakantie in de regio. Dit resulteert in een jaaromzet van 900 miljoen Euro. De leisure sector is verantwoordelijk voor 13.650 directe arbeidsplaatsen, inclusief indirecte werkgelegenheid (reclamebureaus, toeleveranciers etc.) telt de sector 17.630 arbeidsplaatsen. Sinds de oprichting van de Leisure Boulevard is door de provincie Noord-Brabant en gemeenten via Samen Investeren 4,3 miljoen Euro geïnvesteerd.
23
Stand van zaken In 2009 is het projectplan opgesteld voor het programma Leisure Boulevard. Vervolgens is het programma onder coördinatie van Midpoint Brabant uitgevoerd. Nu, vier jaar later, kan gesteld worden dat de Leisure Boulevard een grote ontwikkeling heeft doorgemaakt. Er is sprake van draagvlak vanuit overheid, onderwijs en bedrijfsleven en er is een tripartiet samengestelde stuurgroep georganiseerd die een succesvolle doorontwikkeling monitort. Door de samenwerkende gemeenten in Regio Hart van Brabant is het programma ondersteund met diverse projecten en activiteiten. Veelal onder (inhoudelijke) sturing van het portefeuillehoudersoverleg ‘Economische Zaken, Recreatie en Toerisme’. In 2013 besloot Provinciale Staten in te stemmen met de voorstellen voor het beleidskader en de contouren van een uitvoeringsagenda om van Brabant de meest innovatieve en gastvrije provincie van Nederland te maken. De provincie steekt de komende drie jaar 6 miljoen Euro extra in de Brabantse vrijetijdseconomie.
Strategie De financiering van het programma Leisure Boulevard (via het provinciale traject Samen Investeren) loopt formeel eind 2013 af. Dat betekent echter niet dat de ontwikkeling die in gang is gezet en de strategie die is verwoord In het ambitiedocument ‘Dreamport Brabant 2025’ niet meer doorgezet worden. In dit door onderwijs, ondernemers en overheid gesteunde ambitiedocument zijn de doelstellingen geformuleerd en is inzichtelijk gemaakt wat de kansrijke toekomstperspectieven zijn als wordt doorgepakt op de ingezette lijn. De regio heeft de ambitie geformuleerd om in 2025 dé leisure regio van Noordwest-Europa te worden voor de ‘family/short break’-vakantie. Hoge kwaliteit, passend bij de 21e eeuw en veel toegevoegde waarde voor ‘de vakantie tussendoor’ zijn in 2025 de kenmerken van het leisure cluster. Om deze ambitie waar te maken, is een aantal doelstellingen opgesteld, waaronder groei van het aantal dagrecreatieve verblijven per jaar, seizoensverlenging, toename leisureomzet, verdubbeling werkgelegenheid en nieuwe investeringen in de regio. De coördinatie op het Leisure Boulevard programma -en op het uitvoeringsprogramma gericht op de realisatie van de ambitie zoals die is geformuleerd in het document Dreamport 2025 dat moet volgen op het aflopen van het Leisure Boulevard programma- ligt bij het samenwerkingsverband van ondernemers, onderwijs en overheid, Midpoint Brabant. Binnen dat samenwerkingsverband spelen de samenwerkende gemeenten de rol van mede-opdrachtgever. Daarnaast worden vanuit de zuiver publieke verantwoordelijkheid via Regio Hart van Brabant projecten gecoördineerd die faciliterend zijn aan de triple-helix ambitie uit Dreamport 2025. Een en ander resulteert in de volgende uitvoeringsprogramma’s voor 2014 voor Midpoint Brabant en voor Regio Hart van Brabant.
Uitvoeringsprogramma 2014 Midpoint Brabant In 2014 richt Midpoint Brabant zich op sturing op de volgende beeldbepalende projecten: Leisure Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij Het LIOM moet het ontwikkelvehikel worden voor de Leisure sector in (Midden)Brabant. Deze netwerkorganisatie zal zorgen voor een adequate ondersteuning van het bedrijfsleven op terreinen als Research and Development, business ontwikkeling en clustervorming. Huis van de Leisure Voor de ontwikkeling van de Leisure bedrijvigheid is de beschikbaarheid van adequaat toegerust personeel een eerste vereiste. In alle economische sectoren wordt de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd personeel de belangrijkste belemmerende factor voor de ontwikkeling van de bedrijvigheid. Vanuit het Huis van de Leisure wordt deze doelstelling vormgegeven voor deze sector.
24
Acquisitie Een acquisitietaak binnen de sector is van belang om bedrijven te bewegen om te investeren in de regio Midden-Brabant via een (gedeeltelijke) verhuizing van de bedrijvigheid. Leisure Academy Brabant De ontwikkeling van de Leisure Academy sinds 2010 met deelnemende partners NHTV en Tilburg University is gericht op de ontwikkeling van Academische Werkplaatsen waarin de partners onderzoek, ontwikkeling en toepassing verbinden aan actuele thema’s over de vrijetijdseconomie. Hier gaat het onder meer om multifunctionele Leisure locaties. Leer.Waalwijk Een project dat het in De Langstraat aanwezige potentieel in de schoen en leder(waren) branche op economisch en cultureel gebied tot wasdom wil laten komen. Het project initieert een nieuwe beeldbepalende ontwikkeling rond het centrale thema van het beeldverhaal Langstraat: “Leer en Schoenen”.
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleg ‘Economische Zaken, Recreatie en Toerisme’ in afstemming met andere relevante portefeuilles, op sturing op de volgende projecten:
Kansenkaart Leisure; De kansenkaart is in 2013 opgeleverd. De kaart biedt een helder overzicht van waar in de regio economische kansen op het gebied van leisure ruimtelijk kunnen worden vertaald. De kaart en toelichting daarbij dient elk jaar vernieuwd te worden, om de meest actuele stand van zaken weer te geven. De eerste update vindt in 2014 plaats.
Leisure Loket Als vervolg op de kansenkaart onderzoekt de regio in 2013 de wijze waarop invulling gegeven gaat worden aan een Leisure Loket. Het Leisure Loket wordt het adviespunt voor leisure ondernemers, waar in ieder geval de kansenkaart wordt ondergebracht. Het projectplan wordt gerealiseerd in 2013. Tevens wordt een start gemaakt met sturing op de realisatie. Realisatie en uitvoering lopen door in 2014.
Ontsluiting Leisurevoorzieningen Bij het verwezenlijken van de leisure ambitie van de regio komt voortdurend de bereikbaarheid van de leisurevoorzieningen ter sprake. Vaak wordt de bereikbaarheid benoemd als aandachtspunt of zelfs knelpunt. Dit speelt op allerlei niveaus: bij zowel de grotere als de kleinere voorzieningen én ook de in de Kansenkaart Leisure benoemde mogelijke nieuwe locaties voor leisure. In 2013 is het project Bereikbaarheid Leisure Boulevard opgestart. Dit project richt zich op: voorstellen voor fysieke aanpassing van de infrastructuur / verbetering van de bereikbaarheid van (mogelijke) leisurevoorzieningen, voorstellen voor fysieke maatregelen langs/ bij infrastructuur om de regio als ‘leisure regio‘ weg te zetten, voorstellen voor het realiseren van een uitnodigend (openbaar) vervoersconcept. Het zal hier ook vooral gaan om de haalbaarheid van concepten en de rol van verschillende partijen daarin. Daarnaast speelt bij de vervoersconcepten ook de leisure uitstraling. Bij de verschillende onderdelen wordt aangegeven wie voor het vervolg op de voorstellen welke rol / verantwoordelijkheden heeft. Een en ander gebeurt in nauwe relatie tot de activiteiten die voortvloeien uit de beleidsagenda Verkeer & Vervoer Regio Hart van Brabant die in 2013 is opgeleverd.
Diverse overige activiteiten Er wordt rekening gehouden met diverse overige activiteiten in 2014 waarvoor een werkbudget beschikbaar is. Te denken valt aan een (stage-)onderzoek naar de kansen voor waterrecreatie in de regio en een onderzoek naar de mogelijkheid om en de wijze waarop de regio zich gezamenlijk zou kunnen profileren als leisure regio richting bezoekers. Ook ondersteuning van de uitwerking van het Beeldverhaal Leer en Textiel, dat sinds enige tijd bestaat en met beelden en verhalen de identiteit van het industriële verleden van de regio toont, behoort tot de mogelijkheden. Onder uitwerking kan in dit verband het stimuleren van het opzetten door derden van
25
toeristische activiteiten worden verstaan. Ten slotte is ook de beleidsmatige sturing op een praktischuitvoerende taak als beheer en onderhoud van de recreatieve routes een agendapunt voor het portefeuillehoudersoverleg Economische Zaken, Recreatie en Toerisme’.
2.2 Aerospace & Maintenance Regionaal belang De luchtvaartsector is sterk gemondialiseerd. Grote multinationals spelen een belangrijke economische rol. Onze regio heeft hierin een uniek profiel, vanwege haar historie in de maakindustrie en onderhoudssector. Meer dan 26.000 personen werken in deze sectoren. Het onderhoud van luchtvaart gerelateerde producten en onderdelen van vliegtuigen en helikopters is een alsmaar groeiende markt, zeker ook omdat het aantal vliegbewegingen toeneemt. Niet alleen de onderhoudsbedrijven in de regio gedijen, maar ook high-tech bedrijven uit andere sectoren, die mogelijk een nieuwe kans zien in de luchtvaartsector. Dit is de reden geweest voor provincie, regio en bedrijfsleven meer dan € 10 miljoen te investeren in de sector. Onder de vlag van Gate2 is inmiddels een campusontwikkeling gaande in de gemeente Gilze en Rijen die steeds meer bekendheid geniet en als exemplarisch wordt gezien voor triple helix samenwerking. Het Rotary Wing Training Centre, het simulatorenpark en het Aerospace & Maintenance house bepalen het beeld op de campus. Met multinationals als Eurocopter en Boeing zijn spelers van formaat verbonden aan de sectorale strategie van de regio. In de gemeente Heusden wordt door overheid, bedrijfsleven en onderwijs al enige jaren geïnvesteerd in de Metal Valley campus. Metal Valley Netherlands heeft tot doel de innovatie en R&D op het gebied van hoogwaardige non-ferro producten te stimuleren, en zich te ontwikkelen als een kenniscentrum op het nonferro gebied. Hierin leidend zijn de wensen van klanten, die voor het ontwikkelen van nieuwe high tech producten en het oplossen van hun problemen in Metal Valley Netherlands een uitstekende partner hebben. De drie stichters van Metal Valley, LDM, Sapa en Wärtsilä hebben een lange historie in de regio, en hebben zich de laatste decennia ontwikkeld tot spelers van wereldformaat op het gebied van high tech non-ferro solutions. Onder meer vanwege het belang van de metaalsector binnen de industrie in de regio en de provincie en de complementariteit van beide ontwikkelingen, ligt een strategie waarin samenwerking tussen Gate2 en Metal Valley aan de orde is voor de hand. De deelname van de gemeente Heusden aan regio Hart van Brabant en Midpoint Brabant zet deze samenwerking extra kracht bij.
Stand van zaken Onder sturing van Midpoint Brabant vindt vanuit het programma ‘Aerospace & Maintenance Cluster’ de reeds benoemde lopende transformatie plaats van de Ericsson campus in de gemeente Gilze en Rijen tot Aerospace & Maintenance hotspot. Er zijn in dat verband meerdere projecten ontwikkeld tot op heden. Met het Rotary Wing Training Centre (RWTC) is een ‘Centre of Excellence’ gevestigd voor helikopteropleidingen en –onderhoudsactiviteiten. Het technisch onderwijs dat hier wordt geboden, trekt personeel aan op mondiale schaal. De eerste Italiaanse en Australische monteurs hebben al een Chinook-opleiding ontvangen, dankzij het feit dat het trainingscentrum van Boeing zich vestigde op de campus. Eurocopter gaat specifieke militaire Cougar en civiele Puma-helikopter opleidingen beginnen.
26
Sim Synergy is de titel van het voorgenomen simulatorenpark dat op Gate2 wordt gerealiseerd. Inmiddels heeft Gate2 een aanbieding gedaan aan het Ministerie van Defensie om haar luchtmachtsimulatoren op Gate2 te vestigen. Dat zou een enorme impuls betekenen voor de regionale economie. Tevens gaat op Gate2 een expertisecentrum gestart worden rond onbemande luchtvaart, ook wel ‘drones’ genoemd. De partners hierin zijn het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR), AEC Air support en de World Class Aviation Academy (WCAA). Het Aerospace & Maintenance House (AMH) is gericht op de verbreding en versterking van het luchtvaartcluster ecosysteem. Het doel van het AMH, dat inmiddels verbouwd en operationeel is, betreft de huisvesting van nieuwe bedrijvigheid en de ondersteuning van nieuwe business in de regio. Met projecten rond gedigitaliseerd onderhoud en een lijmacademie zijn ook hier de eerste projecten gestart. Veelal onder (inhoudelijke) sturing van het portefeuillehoudersoverleg ‘Economische Zaken, Recreatie en Toerisme’ wordt het programma ondersteund met diverse projecten en activiteiten. De provincie Noord Brabant investeert (samen met Zeeland en Limburg) al enige jaren in het World Class Maintenance programma dat de sector en de industrie moet ondersteunen om te ontwikkelen en continu te innoveren.
Strategie De regionale strategie voor de ontwikkeling van de sector is belegd via het fiche ‘Aerospace & Maintenance Cluster‘ waarvoor de financiering geleverd is door een bijdrage vanuit het Noord-Brabantse Samen Investeren programma met cofinanciering van het bedrijfsleven en de gemeente Tilburg. De financiering in het kader van Samen Investeren loopt eind 2013 af. Inmiddels worden stappen gezet om de toekomstige strategie te vormen. Dit gebeurt door een projectteam dat gevormd wordt door Midpoint Brabant, de gemeente Tilburg, Avans, KEC, NLR en het RWTC. Belangrijkste focus van de strategie is het versterken van de functie die de Gate2 campus heeft als fysiek kristallisatiepunt van de sector. Op de Gate2 campus wordt voorlopig gekozen voor een doeltreffende inzet op productietechnologie en het simulatorenpark. Via de Midpoint Brabant stuurgroep ‘Aerospace & Maintenance Cluster’ wordt deze strategie verder ontwikkeld, getoetst en geladen met projecten. Er is een sterk publiek-privaat samenwerkingsverband aanwezig dat bereid is verschillende projecten uit te gaan voeren. Hiermee gaat Gate2 een nieuwe fase in van haar ontwikkeling in Gilze en Rijen. De coördinatie op het Aerospace & Maintenance Cluster programma -en op het uitvoeringsprogramma gericht op de realisatie van de ambitie zoals die wordt geformuleerd in de strategie voor de doorontwikkeling van de sector- ligt bij het samenwerkingsverband van ondernemers, onderwijs en overheid, Midpoint Brabant. Binnen dat samenwerkingsverband spelen de samenwerkende gemeenten de rol van mede-opdrachtgever. Daarnaast worden vanuit de zuiver publieke verantwoordelijkheid via Regio Hart van Brabant projecten gecoördineerd die faciliterend zijn aan de triple-helix ambitie. Een en ander resulteert in de volgende uitvoeringsprogramma’s voor 2014 voor Midpoint Brabant en voor Regio Hart van Brabant.
27
Uitvoeringsprogramma 2014 Midpoint Brabant In 2014 richt Midpoint Brabant zich op sturing op de volgende twee beeldbepalende projecten:
Doorontwikkeling simulatorenpark
Het simulatorenpark is een doorontwikkeling van het Sim Synergy project dat in het Samen Investeren programma is ontwikkeld. De vraag naar slimme maintenance oplossingen wordt meer en meer via serious gaming ingevuld. Daarnaast krijgt high tech simulatie in de luchtvaart een voornamere plaats vanwege de hoge kosten van echte vlieguren. Een simulatorenpark zal zich overigens niet beperken tot de luchtvaart. Crisisbestrijding en logistieke optimalisatie kan ook via simulatoren worden ingevuld. Binnen dit project zijn de volgende aandachtsgebieden te onderscheiden: o
o o
o
o
UAV Training Centre (EUTA) Verzorgen van training en opleiding van UAV (onbemande luchtvaart) operators. Dit moet gebeuren vanuit een commercieel bedrijf dat in 2013 van start gaat. Centralisatie luchtmacht simulatoren De beweging binnen defensie tot concentratie van simulatoren op Gilze-Rijen. Serious Gaming Crisisbeheersing Centrum voor toepassing van serious gaming voor trainingsdoeleinden. Vooral voor crisisbeheersing, veiligheid en complexe besluitvorming. Shared OEM control tower Experimenteerplatform voor innovatieve onderhoudsconcepten, op basis van onder meer sensoren, beslismodellen, kunstmatige intelligentie, nieuwe sensoren, augmented reality, cyber security, interactive manual. Integrated Maintenance Support System Concentratie van bedrijvigheid en ontwikkelingen op het gebied van 'digitized maintenance' (digitaliseren van maintenance processen, met bijbehorende mogelijkheden op het gebied van augmented reality, interactieve manuals en optimaliseringen).
Centrum voor productietechnologie
Voor het productietechnologie park wordt ingezet op de toepassing van beschikbare technologieën in de Maintenance, Repair and Overhaul, mechatronica, materialen en slimme productiesystemen. Deze keuze wordt gemaakt op basis van het feit dat de regio vooral hier een krachtig en uniek profiel kan overleggen. Geen fundamenteel onderzoek, maar wel toegepaste meerwaarde. Binnen dit project zijn de volgende aandachtsgebieden te onderscheiden: o
o
o
o
o
European Engines Service Center Clustervorming gericht op het ontzorgen van klanten met engines, civiel en militair. Daarbij inspelend op niches en nieuwe business modellen. Cougar Service Shop Clustering en expertise centrum, gericht op het onderhouden van Cougars voor internationale luchtmachten. 3D Printing laboratorium Opzet 3D printing (additive manufacturing) experimenteeromgeving voor dual use: voor 3D productiedoeleinden, alsook voor ontwikkel- en opleidingsdoeleinden. Toegepast onderzoek en business development. Biobased Manufacturing & MRO Experimenteren en toepassen van kennis omtrent biobased manufacturing & MRO. Onderscheidend door duurzaamheid. Expertise centrum, gericht op toegepast onderzoek en industriële ontwikkeling. Conditioned Based Maintenance Kennis- en Ontwikkelhub Experimenteerplatform voor innovatieve onderhoudsconcepten, op basis van sensoren, beslismodellen, kunstmatige intelligentie.
28
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleggen ‘Economische Zaken, Recreatie en Toerisme’ en ‘Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting’, op sturing op de volgende projecten:
Vertaling campusvisie voor Gate2 naar gebiedsvisie en bestemmingsplan Een belangrijke randvoorwaarde voor de ontwikkeling van de Gate2 campus is een campusvisie en een doorvertaling daarvan naar een integrale gebiedsvisie en een aangepast bestemmingsplan die zich het beste lenen voor een goede programmering. De campusvisie is in opdracht van de samenwerkende gemeenten reeds gemaakt door Buck Consultants. De doorvertaling naar gebiedsvisie en bestemmingsplan zal nog moeten plaatsvinden.
Planvorming en lobby civiel medegebruik vliegbasis Gilze-Rijen De planvorming en lobby voor civiel medegebruik van de vliegbasis lopen sinds 2012. Het belang van civiel medegebruik van de basis is gelegen in het feit dat verdere uitbouw van de activiteiten op de Gate2 campus gebaat zijn bij de mogelijkheid tot medegebruik. Bijvoorbeeld van de state of the art onderhoudsruimte en faciliteiten op de basis voor het accommoderen van vliegeropleidingen. Intussen heeft Defensie aangegeven open te staan voor het onderzoek tot medegebruik. Planvorming verloopt verder onder aansturing van Midpoint Brabant. Voor de bestuurlijke lobby richting hogere overheden is nadrukkelijk ondersteuning van Regio Hart van Brabant nodig.
2.3 Logistiek Regionaal belang Onze regio is een van de belangrijkste en grootste vooruitgeschoven logistieke hubs in Nederland. Een aanzienlijk deel van de logistieke Oost-West corridor in Europa wordt via Rotterdam, Antwerpen en vervolgens Tilburg-Waalwijk ingevuld. Op het terrein van dienstverlening en kennis is een uniek cluster aanwezig in de gehele keten van kennis, kunde en kassa. Niet voor niets prijkt de regio jaar na jaar in de top 3 van logistieke hotspots van Nederland. De ambitie van de regio is om, in samenwerking met omringende regio’s, haar toppositie in duurzaam goederenvervoer en logistiek verder uit te bouwen. In het lopende Logistics Cities programma van Midpoint Brabant, waar door provincie, gemeenten en bedrijfsleven ruim 4 miljoen euro in is geïnvesteerd in het kader van Samen Investeren, is een viertal focuslijnen gedefinieerd. Vanuit de meer publiek georiënteerde functie is een goed verankerd regionaal samenwerkingsverband van belang voor de beleidspropositie in de regio. Daarnaast ligt er voor de publieke actoren ook een belangrijke rol weggelegd in termen van de fysieke infrastructuur. Tripartiete samenwerking is van toepassing op thema’s als ‘arbeid en scholing’ en ‘kennis’. Deze onderwerpen zijn van belang om de sector duurzaam te blijven voorzien van goed geoutilleerd personeel en voldoende innovatiekracht. De ontwikkeling van hoogwaardige kennis blijft van belang voor de consolidatie van de kennispositie van de regio.
Stand van zaken Het logistieke programma van de regio is goed op gang gekomen. Logistics Cities draait onder inhoudelijke sturing van Midpoint Brabant. De portefeuillehouders ‘Verkeer & Vervoer’, ‘Economische Zaken, Recreatie en Toerisme’ en ‘Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting’ komen met regelmaat bijeen voor hun portefeuillehoudersoverleg en sturen inhoudelijk op publieke zaken waarmee het programma ondersteund wordt. Het aldus ontstane recent gerealiseerde Huis van de Logistiek is de spil van de logistieke ambitie in de
29
regio. Het Huis van de Logistiek in Tilburg biedt een platform voor komen bedrijven, kennisinstellingen en overheden om samen vorm te geven aan projecten rond arbeid, opleiding en toegepaste kennis. In het Huis van de Logistiek is intussen ‘Boostlogix’ gestart, een onderneming die zich richt op kennis- en talentontwikkeling ten behoeve van jong talent. Vijf transportondernemers uit de regio dragen dit project. Tevens zijn twee arbeidspools ontwikkeld. In Waalwijk is een aan het Huis van de Logistiek gelieerd logistiek trainingscentrum gestart. Ook aan de multi-modale ontsluiting van de regio wordt hard gewerkt. De upgrade van de Haven van Waalwijk is een project waarvan het belang voor de nationale sector is onderstreept door het ministerie, onder meer via de recente toezegging tot subsidiering van de opwaardering met vijf miljoen euro. De opwaardering van de haven leidt ertoe dat schepen met vaarklasse V binnenkort de haven kunnen bereiken. In regionaal perspectief heeft het Masterplan Havens Midden-Brabant gezorgd voor een betere behartiging van belangen van de havens van Dongen, Oosterhout, Tilburg en Waalwijk. Er is een havenatlas gemaakt en de containerstromen van en naar Antwerpen worden structureel gebundeld. Dit past binnen de ambitie om synchromodaliteit in de regio als werkwijze te kiezen. Synchromodaliteit is het optimaal flexibel en duurzaam inzetten van verschillende transportmodaliteiten in een netwerk onder regie van een logistiek dienstverlener, zodanig dat de klant (verlader of expediteur) een geïntegreerde oplossing voor zijn (achterland)vervoer krijgt aangeboden. Voor synchromodaliteit is een goede multimodale ontsluiting van de regio een absolute voorwaarde.
Strategie De regionale ambitie voor de ontwikkeling van de sector is opgetekend in het document ‘De logistieke ambitie van Midden-Brabant’ dat in het kader van Logistics Cities is gemaakt. De financiering voor het Logistis Cities programma werd geleverd door een bijdrage vanuit het Noord-Brabantse Samen Investeren programma met cofinanciering van het bedrijfsleven en de gemeente Tilburg. Samen Investeren eindigt per 31 december 2013. Dat betekent echter niet dat de ontwikkeling die in gang is gezet en de strategie die is verwoord In het ambitiedocument niet meer doorgezet worden. De vervolgstrategie voor de logistieke sector is op dit moment in ontwikkeling. Deze wordt vormgegeven via de stuurgroep van Logistics Cities in samenwerking met het Huis van de Logistiek. Centraal zullen staan: het investeren in verbetering van de multi-modale ontsluiting van de regio en van de regie op goederenstromen om zo synchromodaal vervoer te faciliteren en stimuleren, het creëren van een ‘ecosysteem logistiek’ waarin arbeid, scholing en kennis hand in hand gaan en specifieke verdieping op het gebied van actuele thema’s als veiligheid, duurzaamheid en internet logistiek. Een en ander moet zorgen voor bestendiging en versterking van de logistieke toppositie van de regio op de as Rotterdam-Venlo. De coördinatie op het Logistics Cities programma -en op het uitvoeringsprogramma gericht op de realisatie van de ambitie zoals die wordt geformuleerd in de toekomstige strategie voor de doorontwikkeling van de sectorligt bij het samenwerkingsverband van ondernemers, onderwijs en overheid, Midpoint Brabant. Binnen dat samenwerkingsverband spelen de samenwerkende gemeenten de rol van mede-opdrachtgever. Daarnaast worden vanuit de zuiver publieke verantwoordelijkheid via Regio Hart van Brabant projecten gecoördineerd die faciliterend zijn aan de triple-helix ambitie. Een en ander resulteert in de volgende uitvoeringsprogramma’s voor 2014 voor Midpoint Brabant en voor Regio Hart van Brabant.
30
Uitvoeringsprogramma 2014 Midpoint Brabant In 2014 richt Midpoint Brabant zich op sturing op (het schrijven aan en de totstandkoming van) de volgende projecten: Doorontwikkeling Huis van de Logistiek Het Huis van de Logistiek moet als platform gaan functioneren waarop diverse overlegtafels gekoppeld en/of gecombineerd worden (Robo - Oog voor Logistiek - Transtil - WTC - stichting Midpoint Huis van de Logistiek). Stimuleren synchromodaliteit Investeren in de multi-modale ontsluiting en organiseren van de regio op goederenstromen. Binnen deze programmalijn zijn de volgende aandachtsgebieden te onderscheiden: o Shared top transport lanes Combineren van goederenstromen op de drukste wegtransport lanes van en naar Midden-Brabant. Via een slim platform met een aantal uitvoerende partners transportlanes combineren en verdelen. o Ourwarehouse.com Virtueel warehouse voor back-up (contingency) en vraag - aanbod samenbrengen bij pieken en dalen. o Bundelen van goederenstromen in internet logistiek Bundelen van internet logistiek goederenstromen aan einde dag (bijv. via milkrun principes) om gezamenlijk service en efficiency te verhogen. Ecosysteem logistiek Het creëren van een systeem waarin onderwijs, kennis- en talentontwikkeling en arbeidsmarkt met elkaar in samenhang zijn gebracht. Toepassing van innovatieve arrangementen op de arbeidsmarkt voor de logistieke sector van hoog (bijvoorbeeld Logistic Talent Incubator), tot laag (opleiding- en flexpools). Een en ander in nauwe samenhang met de activiteiten die vanuit het onderdeel Arbeidsmarkt (zie hoofdstuk 3) worden ondernomen. Logistic Facility & Security Cooperation (LFSC) Gezamenlijke organisatie voor veiligheid en facility vraagstukken (van keuring van sprinklers tot aan TAPA certificering tot aan keuring brandblussers tot aan een veelheid van producten).
31
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleg ‘Verkeer & Vervoer’ (in afstemming met de portfeuillehoudersoverleggen ‘Economische Zaken, Recreatie en Toerisme’ en ‘Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting’), op sturing op projecten die eveneens faciliterend kunnen en zullen zijn aan het Logistics Cities programma van Midpoint Brabant. De projecten zijn onderdeel van de Beleidsagenda Verkeer & Vervoer die in 2013 is opgeleverd. In hoofdstuk 6 ‘Ruimte & Bereikbaarheid wordt een en ander nader toegelicht. Specifiek ten behoeve van ondersteuning aan het Logistics Cities programma lichten we hier een drietal projecten uit de agenda: Wilhelminakanaal fase 1,5 In de opwaardering van het Wilhelminakanaal naar een waterweg die geschikt is voor schepen tot en met vaarklasse IV, wordt in fase 1 een afstand van 3,5 kilometer verbreed en verdiept en komt er een nieuwe sluis. De geplande aanleg hiervan start in 2012 en zal in 2016 gereed zijn. In fase 1,5 wordt het rendement op fase 1 vergroot door ook de bedrijventerreinen Kanaalzone en Loven bereikbaar te maken voor schepen uit vaarklasse IV. De damwanden en de onderhoudsdiepte worden opgewaardeerd naar klasse IV, er worden vier lage ophaalbruggen verbreed, er komen geleidewerken bij vier hoge ophaalbruggen en er wordt verkeersmanagement ingesteld. Fase 1,5 is op korte termijn uitvoerbaar. Het doel is deze fase te hebben afgerond als fase 1 geopend wordt (2016), zodat onmiddellijk maximaal rendement wordt behaald. De nog resterende kosten voor fase 1,5 worden bij voorkeur gedekt uit het aanbestedingsvoordeel dat mogelijk wordt behaald op fase 1. Ook de provincie en het Rijk worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid. In het belang van de ontwikkeling van de regionale economie wordt gezamenlijk en eensluidend opgetrokken om de hogere overheden (financieel) te betrekken bij dit project. Opwaarderen haven Waalwijk De toegang tot de Waalwijkse industriehaven is momenteel beperkt tot kleine schepen (vaarklasse III). Voor de doorontwikkeling van de logistieke sector in de regio levert dit op middellange termijn al problemen op voor de aan- en afvoer van met name containers. Doel is te komen tot een haven in Waalwijk, die geschikt is om grotere schepen, tot en met vaarklasse V, te kunnen faciliteren voor laden en lossen. De regio Hart van Brabant heeft zijn steun aan deze ontwikkeling betuigd door het project op te nemen in de Werkagenda voor de komende jaren. In het belang van de ontwikkeling van de regionale economie wordt gezamenlijk en eensluidend opgetrokken om de hogere overheden (financieel) te betrekken bij dit project. Dit doel is geslaagd nu de minister van Infrastructuur en Milieu in 2013 heeft besloten 5 miljoen Euro beschikbaar te stellen voor de ontwikkeling van een nieuwe insteekhaven. Na het besluit van de gemeenteraad van Waalwijk over de aanbestedingsopzet van het project, zal de aanbesteding volgen en kan naar verwachting begin 2014 een uitspraak worden gedaan over de uitkomst van de aanbesteding en de realisatieovereenkomst voor de aanleg van de haven. Waar nodig zal gezamenlijk worden opgetrokken in het aanbestedingstraject en in eventuele (MER-)procedures. Bestuurlijke lobby Vanuit de regio wordt een eensluidende strategie uitgedragen richting hogere overheden met als doel de opwaardering van de infrastructuur (onder meer met betrekking tot de N261, N65, A58, A59 en de gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat (GOL)) gerealiseerd te krijgen. Voor logistieke doeleinden ligt de focus op Knooppunt Hooipolder, de A58 en het GOL.
32
2.4 Care Regionaal belang Op het terrein van zorg gaan de uitdagingen in toenemende mate impact hebben op samenleving en economie. Enerzijds wordt de regio geconfronteerd met een vergrijzende bevolking en toenemende zorgkosten, anderzijds biedt dit weer kansen in economische opzicht. Onze regio heeft een uitstekend profiel om van deze uitdaging een kans te maken. De zorg is de grootste dienstverlenende werkgever in de regio. Met twee ziekenhuizen, een gespecialiseerd kankerinstituut, (zorg-)verzekeraars en een sterk zorgnetwerk dat zich uitstrekt tot de wetenschappelijke top (Tranzo, Netspar), lonkt een aantrekkelijk perspectief.
Stand van zaken De ambitie van de regio is vastgelegd in het Care Avenue programma. Een drietal lijnen wordt gevolgd in het document. Ten eerste is arbeidsmarkt en scholing ook in deze sector van belang. De doelstelling van de uit te voeren projecten is de verhoging van de organisatiekracht in de regio ten aanzien van in-, uit- en doorstroom van personeel in het zorgcluster. Het businessplan voor de zorgacademie is het belangrijkste project in deze. Ten tweede wordt er ingezet op campusontwikkeling in de zorg, waar een concentratie van onderzoek, onderwijs en bedrijfsleven plaatsvindt in een open innovatie omgeving. De campusontwikkeling betreft in eerste instantie niet de ontwikkeling van een fysieke campus, maar heeft het karakter van een proeftuin. De focus van de zorginnovaties ligt op chronische aandoeningen. In eerste instantie is een proeftuin Dementie in ontwikkeling. Ten derde is innovatiebevordering een aandachtsgebied. Het belangrijkste project is Into D’mentia, een mobiele simulator, waar (mantel)zorgverleners zich kunnen inleven in het gedragspatroon van de dementerende patiënt. De verhoging van het inlevingsvermogen is cruciaal in het ontzorgen van de dementerende patiënt en zijn of haar omgeving.
Strategie Het Care Avenue programma is nog relatief jong en volop in ontwikkeling. De aansluiting tussen de meer technologische georiënteerde expertise in Zuidoost-Brabant en de aanwezige gammakennis in onze regio is de rode draad die door de Care strategie loopt. Slimmer leven en slimmere zorg bepalen de Care agenda. Thema’s als Healthy Ageing en chronische ziektebeelden zijn van hoog maatschappelijk belang. De regio kan hier via een focus op de ziektebeelden waar de aanwezige zorginstellingen in uitblinken en in daaropvolgende aansluiting bij en positionering in de Brainport agenda op kapitaliseren. De komende jaren –te beginnen in 2014- zullen de ambities verder geconcretiseerd moeten worden. De regionale inzet moet uiteindelijk uitmonden in bestendiging en versterking van deze sector die op zichzelf wellicht niet van onderscheidende betekenis is, maar die wel potentie heeft verder te groeien en ook nu al een heel groot deel van de regionale economie vertegenwoordigd. Bij de verdere concretisering van de strategie zal het position paper ‘The Healthy Region’ dat in 2013 geschreven wordt een uitgangspunt vormen. Net zoals het dat doet voor de strategie op het thema ‘Leefbaarheid, Veiligheid en de Zorg voor jong en oud (zie hoofdstuk 4). Met het position paper wordt concreet gemaakt hoe een meer conceptuele en programmatische benadering van Social Innovation effectief is voor het behalen van de regionale doelen op het gebied van zorg(economie). In de benadering staat per definitie de combinatie van technologische en sociale innovatie centraal.
33
De coördinatie op het Care Avenue programma -en op het uitvoeringsprogramma gericht op de realisatie van de ambitie zoals die wordt geformuleerd in de toekomstige strategie voor de doorontwikkeling van de sectorligt bij het samenwerkingsverband van ondernemers, onderwijs en overheid, Midpoint Brabant. Binnen dat samenwerkingsverband spelen de samenwerkende gemeenten de rol van mede-opdrachtgever. Daarnaast worden vanuit de zuiver publieke verantwoordelijkheid via Regio Hart van Brabant projecten gecoördineerd die faciliterend zijn aan de triple-helix ambitie. Een en ander resulteert in de volgende uitvoeringsprogramma’s voor 2014 voor Midpoint Brabant en voor Regio Hart van Brabant.
Uitvoeringsprogramma 2014 Midpoint Brabant In 2014 richt Midpoint Brabant zich op sturing op (het schrijven aan en de totstandkoming van) de volgende projecten: Ontwikkeling proeftuin Dementie Op verzoek van de Provincie Noord-Brabant ontwikkelt Midpoint Brabant in samenspraak met de PG Raad een proeftuin ‘dementie’. Een proeftuin ‘dementie’ betreft een herkenbare experimenteer- en implementatieregio voor ondersteunende diensten en producten voor langer thuis met dementie: life-style & zelfmanagement, mantelzorg support, (vroeg) diagnostiek, dementie vriendelijke gemeenten (participatie), domotica. Zorgacademie Onder regie van ROC Tilburg en het Zorgnetwerk Midden-Brabant wordt er gewerkt aan een betere verbinding tussen onderwijs en praktijk, onder meer door het inrichten van virtuele communities waar docenten, beroepskrachten, studenten en cliënten met elkaar aan het curriculum werken. Matchmaking innovatievragen Deze activiteit betreft het actief verbinden van innovatievragen van de zorgsector met kennis en kunde van het MKB. Dit is een aanpak die samen met KvK en Syntens zal worden uitgevoerd . IT en Domotica in relatie tot Healthy Ageing Hierbij gaat het om social innovation in de betekenis van koppelen van technologische innovatie aan sociale context en gedragseffecten. En aan een van de grotere maatschappelijke opgaven waar ons land en de EU voor staat. Gezond oud-worden: healty aging. Inzet bij het concept is een samenwerking met het in brainport-kader ontwikkelde "slim leven" project dat technologisch geïnspireerd is en met de kennis en kunde aanwezig bij Tilburg University kan worden verbreed. Onze regio is een uitstekende proeftuin om pilots en businesscases hiervoor te ontwikkelen. Aan een projectopzet zal geschreven moeten worden in 2014, naar analogie van het bestaande samenwerkingstraject met Brainport rondom DITSS. Nature Assisted Health Foundation Onder de koepel van Nature Assisted Health Foundation wordt ook gewerkt aan een proeftuin betreffende oncologische zorg en natuur. Effect evaluatie van dementie tuinen als initiatief onder de koepel van Nature Assisted Health Foundation. Europees Health Congres In 2014 zou een Europees Health Congres moeten plaatsvinden in de regio. Hiervoor wordt een EUsubsidieaanvraag voorbereid, samen met Brainport en de provincie Noord-Brabant. Het betreft een congres over langdurige zorg thuis.
34
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleg ‘Maatschappelijke Ontwikkeling & Jeugd, Jeugdgezondheidszorg’ (waar relevant, vanuit een zorg-economisch perspectief, in afstemming met het portefeuillehoudersoverleg ‘Economische Zaken, Recreatie en Toerisme’), op sturing op projecten die eveneens faciliterend kunnen en zullen zijn aan het Care Avenue programma van Midpoint Brabant. De activiteiten zijn onderdeel van de agenda rondom de transitie van het onderdeel begeleiding uit de AWBZ naar de WMO. In hoofdstuk 4 ‘Leefbaarheid, Veiligheid en de Zorg voor Jong en Oud’ wordt een en ander nader toegelicht. Specifiek ten behoeve van ondersteuning aan het Care Avenue programma lichten we hier een activiteit uit die agenda: Stimuleren van maatschappelijk EHBO Maatschappelijk EHBO betreft een 24/7 gecoördineerde aanpak voor urgente zorg. De achterkant van het ‘meldpunt’ vraagt om een hele goede organisatie, wellicht ook met gegevensuitwisseling tussen organisaties over bij hen bekende cliënten. Het betreft een eerste conceptidee voor een project. Bestuurlijk draagvlak wordt in 2013 en 2014 getoetst en in het geval van draagvlak wordt het verder uitgewerkt tot een concreet projectidee.
35
Begroting Midpoint Brabant – Bedrijvigheid Programmakosten
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
345.000
N 345.000
Apparaatskosten
Bijdrage via Regio Hart van Brabant
189.862
V 189.862
Cofinanciering
155.138
V 155.138
395.000
0
Totaal
345.000
Lasten
Specificatie programmakosten
€ Programmamanagement Leisure Boulevard
60.000
Programmamanagement Aerospace & Maintenance Cluster
60.000
Programmamanagement Logistics Cities
60.000
Programmamanagement Care Avenue
60.000
Consultancy, accountancy
70.000
Projectontwikkeling
35.000
Totaal
345.000
36
Toelichting Programmakosten Programmamanagement diverse programma’s Het doel van de Midpoint Brabant begroting voor het onderdeel bedrijvigheid is expliciet om projecten op te werken, uit te voeren en gefinancierd te krijgen binnen de contouren van de regionaal economische strategie. De kosten die hieraan zijn verbonden, zijn niet op projectniveau gedefinieerd. Het is belangrijk om te vermelden dat de begroting van Midpoint Brabant zich richt op de kosten van de organisatie. Dus de programmamanagers worden gefinancierd uit de Midpoint Brabant begroting, maar de projecten zullen op andere wijzen gefinancierd moeten worden. Midpoint programmamanagers hebben in 2014 een drietal taken. Gedurende naar verwachting 25 dagen zij de verantwoordelijkheid voor de afronding van de lopende (Samen Investeren) projecten. Dat wil zeggen dat zij de projectuitvoerders ondersteunen bij de afronding en verslaglegging, zorgen voor de afronding en verslaglegging van de eigen projecten, de projectresultaten verzamelen en presenteren, zorgen voor complete en toegankelijke dossiers, de presentaties van de programma’s en projecten aan de stakeholders (subsidiënten, stuurgroepen) verzorgen. Gedurende naar verwachting 25 dagen dragen zij de verantwoordelijkheid voor programmaontwikkeling: het tot stand brengen, stimuleren enthousiasmeren van samenwerkingsverbanden van triple helix partners, gericht op het ontwikkelen en realiseren van gezamenlijke projecten, zorgen voor verbindingen met ontwikkelingen in partnerregio’s, verspreiden van (project-)kennis en ervaringen, organiseren van bijeenkomsten, deelnemen aan conferenties, marketing en communicatie. Gedurende ongeveer 25 dagen dragen zij zorg voor projectinitiatie: (zorgen voor) toetsing nieuwe project ideeën, ondersteuning bij projectdefinitie en –ontwikkeling, lobby en toets op haalbaarheid. De kostenpost voor het onderdeel bedrijvigheid, komt uit op € 345.000,-. Naast deze kosten, worden de gemeenten door Midpoint Brabant gefactureerd voor de cofinanciering van het REAP-fonds. Vanuit dit regionale fonds worden projecten aangejaagd die bijdragen aan de regionale economie. De provincie trekt een bedrag uit van € 248.121,-, dat wordt gecofinancierd door de regio. Een toelichting op deze kostenpost staat opgenomen in bijlage 2. Consultancy, accounting De kosten voor consultancy en accounting worden voor de helft veroorzaakt door de eis om de lopende programma’s (totale omvang 25 miljoen Euro) af te sluiten met goedkeurende accountantsverklaringen. Ervaring met programma financiering heeft inmiddels de wijsheid gebracht dat het verantwoorden van complexe subsidietrajecten specialistische expertise vereist. De overige 50% heeft betrekking op de inzet van specialistische expertise bij de toespitsing van de nieuwe programma’s en projecten op de externe financieringsmogelijkheden (subsidieprogramma’s en fondsen), lobby, etc. om de toegang tot die financiering voor projecteigenaren te vereenvoudigen. Projectontwikkeling Onder projectontwikkeling wordt verstaan de projectschets (doel, activiteiten/aanpak, eigenaar, partners, planning, ontwikkelbudget, evt. indicatie totaalbudget). Het budget van € 35.000,- is bestemd voor externe opdrachten voor het uitvoeren van haalbaarheidstoetsen, draagvlakanalyses, subsidiabiliteitstoetsen, etc. Het budget maakt het mogelijk om een aantal startnotities / projectschetsen voor nieuwe projecten te laten opstellen. Daarmee geeft Midpoint Brabant de start voor het ontwikkelen van projectvoorstellen/ -aanvragen voor externe financiering (Europese en andere programma’s).
Toelichting dekking kosten Bijdrage via Regio Hart van Brabant De kosten voor de basisorganisatie van Midpoint Brabant (zijnde de totale kosten die voor Midpoint Brabant in deze begroting worden opgevoerd) worden gedekt door een bijdrage per inwoner van de deelnemende gemeenten en een klein deel door cofinanciering. De bijdragen van de deelnemende gemeenten worden via Regio Hart van Brabant aan Midpoint Brabant beschikbaar gesteld. Om praktische redenen is de voorgestelde dekking uit cofinanciering het thema Bedrijvigheid verwerkt.
37
Begroting Regio Hart van Brabant – Bedrijvigheid Programmakosten Apparaatskosten
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
130.000
N 130.000
30.000
N 30.000
Bijdrage gemeenten
Totaal
160.000
160.000
V 160.000
160.000
0
Lasten
Specificatie Programmakosten
€ Faciliteren Leisure Boulevard
70.000
Faciliteren Aerospace & Maintenance Cluster
60.000
Totaal
130.000
Lasten
Specificatie Apparaatskosten
€ Leisure Loket
30.000
Totaal
30.000
38
Toelichting Programmakosten Faciliteren Leisure Boulevard Voor het faciliteren van het Leisure Boulevard programma met diverse leisureprojecten is in totaal € 70.000,- gemoeid. Voor het actualiseren van de Kansenkaart Leisure wordt € 10.000,- geraamd voor inhuur van een bureau dat deze actualisatie verzorgt, gebruikmakend van het materiaal dat er al is. Voor het project ‘Ontsluiting leisure Boulevard’ is de inzet van een projectleider nodig voor hetzelfde bedrag als daarvoor in 2013 beschikbaar was, te weten € 40.000,-. Ten slotte wordt € 20.000,- geraamd voor overige projecten, zoals een (stage-)onderzoek naar de kansen voor waterrecreatie in de regio en een onderzoek naar de mogelijkheid om en de wijze waarop de regio zich gezamenlijk zou kunnen profileren als leisure regio richting bezoekers. Faciliteren Aerospace & Maintenance Cluster Voor de vertaling van de campusvisie voor Gate2 naar een integrale gebiedsvisie en een aangepast bestemmingsplan werd in de begroting Regio Hart van Brabant 2013 een projectleider begroot die gedurende het jaar 2013 en het jaar 2014 (voor een bedrag van € 90.000,- per jaar) ingezet zou worden. De praktijk leert dat inhuur van een adviesbureau onder aansturing van bestaande (ambtelijke) capaciteit een efficiëntere en goedkopere oplossing is. Voor 2014 wordt daarom € 50.000,geraamd. Als werkbudget voor de bestuurlijke lobby voor civiel medegebruik van de vliegbasis wordt € 10.000,- geraamd voor de organisatie van lobbybijeenkomsten en aanverwante onkosten. Faciliteren Logistics Cities De projecten zoals beschreven onder het uitvoeringsprogramma van regio Hart van Brabant die faciliterend zijn aan het Logistics Cities programma betreffen in het geval van het Wilhelminakanaal en de haven in Waalwijk projecten waarvoor de kosten worden gedekt uit eigen begrotingen (met Rijksmiddelen en overige subsidies). De eventuele kosten voor de derde activiteit die wordt genoemd, worden (evenals de overige activiteiten van die deel uitmaken van de Beleidsagenda Verkeer & vervoer) gedekt uit de eigen begroting van het portefeuillehoudersoverleg Verkeer & Vervoer / GGA Hart van Brabant en drukken daarom niet op de begroting van hart van Brabant. Faciliteren Care Avenue De activiteit zoals beschreven onder het uitvoeringsprogramma van regio Hart van Brabant die faciliterend is aan Care Avenue programma (Maatschappelijke EHBO) betreft een project waarvoor eventuele toekomstige kosten worden gedekt uit de begroting rondom het thema ‘Veiligheid Leefbaarheid en Zorg voor Jong en Oud’. De kosten zijn daarom in hoofdstuk 4 opgevoerd.
Toelichting apparaatskosten Bemanning Leisure Loket Met de (ambtelijke) bemanning van het Leisure Loket is naar schatting € 30.000,- gemoeid als wordt uitgegaan van de inzet van 500 uur tegen een uurtarief van gemiddeld € 60,-.
Toelichting dekking kosten Bijdrage gemeenten De dekking van de kosten vindt plaats uit bijdragen per inwoner van gemeenten.
39
“Om te voorkomen dat de arbeidsmarkt in de toekomst de achilleshiel van die economie wordt, is verdere verbetering van aansluiting van vraag en aanbod noodzakelijk.”
40
3. Arbeidsmarkt Regionaal belang Midden-Brabant is een relatief jonge regio. De werkloosheid is relatief laag en de groene druk is relatief hoog. De regio liet de afgelopen jaren sociaaleconomische stijging zien en een groei van het gemiddelde opleidingsen inkomensniveau. Er zijn in de regio vele onderwijsinstellingen aanwezig die mensen toe leiden naar de arbeidsmarkt. Daarnaast is er specialistische kennis aanwezig van aan arbeidsmarkt gerelateerde thema’s. Een internationaal opererend instituut zoals Reflect is alom bekend en gewaardeerd. Reflect staat voor Research Institute for Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion en is verbonden aan Tilburg University. Ondanks deze mooie uitgangspositie voor de regio is er werk aan de winkel op het terrein van de arbeidsmarkt. De economische crisis gaat ook aan onze regio niet ongemerkt voorbij en heeft een stijging van de werkloosheid tot gevolg. Om te voorkomen dat de arbeidsmarkt in de toekomst -als de economie weer aantrekt- de achilleshiel van die economie wordt, is verdere verbetering van aansluiting van vraag en aanbod noodzakelijk. Arbeid staat voor mobiliteit, wat betekent dat een programma om deze te stimuleren zich niet kan beperken tot gemeentegrenzen. Er is een grote wetswijziging op komst met betrekking tot de Participatiewet. De enige wijze om dergelijke grote ontwikkelingen (tenminste beleidsmatig) te benaderen is op regionale schaal. Het Rijk verwacht ook dat er congruente regionale samenwerkingsverbanden ontstaan in alle regio’s om aan deze opgave het hoofd te kunnen bieden.
Ambities In algemene zin heeft de regio de ambitie om zich te onderscheiden met een goed functionerende arbeidsmarkt die uitblinkt in toepassing van innovatieve arrangementen en oplossingen voor knelpunten en die daarvoor samenwerking organiseert tussen onderwijs, overheid en ondernemers. Of het nu gaat om vraag- en aanbodmatching, re-integratie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of technisch onderwijs, allen zijn van belang voor een goed draaiende economie en maatschappij waarin iedereen meedoet. In de regio is het van belang om via een gedragen arbeidsmarktprogramma, er specifiek voor te zorgen dat:
deze, met gezamenlijk beleid op de uitvoering, goed is voorbereid op de invoering van de Participatiewet (waardoor een meer innovatief, effectief en betaalbaarder systeem ontstaat); jeugdwerkloosheid en werkloosheid onder ouderen wordt teruggedrongen; er meer banen voor hoger opgeleiden worden gecreëerd, evenals voor elementair en laaggeschoolden; het functioneren van de arbeidsmarkt wordt gemoderniseerd (meer competentiegericht opleiden en werken); de dienstverlening van de overheid aan werkgevers wordt verbeterd en beter wordt afgestemd.
Stand van zaken De regio kent een bestaande en goede samenwerking op het gebied van de arbeidsmarkt. Er is in 2010 een Taskforce Arbeidsmarkt Hart van Brabant ingesteld die arbeidsmarktknelpunten heeft geïnventariseerd met bijbehorende oplossingsrichtingen. Een en ander is in 2011 gepresenteerd in het rapport ‘De Regio Werkt!’, dat op haar beurt is uitgewerkt in een actieprogramma. In de tweede helft van 2012 en in de loop van 2013 werden in lijn met de uitgangspunten uit het actieprogramma respectievelijk een programmamanager en een 41
HRM+ adviseur aangesteld. Formeel opererend in opdracht van de samenwerkende gemeenten In Regio Hart van Brabant en inhoudelijk gestuurd door het portefeuillehoudersoverleg Arbeidsparticipatie werden deze mensen bij Midpoint Brabant gepositioneerd, omdat het actieprogramma dat zij uitvoeren zeer is gebaat bij directe betrokkenheid van alle triple helix partners. Het regionale arbeidsmarktprogramma is nog relatief jong. De meeste projecten erin staan zijn in ontwikkeling maar dienen nog gerealiseerd te worden. Daarnaast is er de ambtelijke ‘Werkgroep 3D’ ingericht die zich in bestuurlijke afstemming met de portefeuillehoudersoverleggen ‘Arbeidsparticpatie’ en ‘Maatschappelijke Ontwikkeling & Jeugd, Jeugdgezondheidszorg’ voorbereidt op de decentralisaties/transities:
de invoering van de Particpatiewet; de decentralisatie van de Jeugdzorg en de invoering van de wet Passend Onderwijs; de transitie van de begeleiding van ouderen en langdurig zieken van AWBZ naar WMO .
Omdat er wisselwerking kan bestaan tussen de verschillende prioriteiten in het sociale domein worden deze in samenhang met elkaar besproken in deze werkgroep en in de poretfeuillehoudersoverleggen die daarvoor tenminste vier maal per jaar bijeenkomen. Een en ander geschiedt volgens de beleidsfilosofie die door de samenwerkende gemeenten is vastgesteld over de samenhang tussen de drie decentralisaties in het zogenaamde ‘Koersdocument ROM’. De uitgezette koers wordt bijgesteld naar aanleiding van actuele ontwikkelingen (bereiken Sociaal Akkoord in 2013, veranderingen in de invoerdata van de verschillende wetten, etc). Zodoende is recentelijk een actualisatie van het koersdocument opgeleverd in de vorm van de ‘Sociale Agenda’.
Strategie De genoemde uitdagingen en geformuleerde ambities vragen om een nieuwe, maar vooral regionale, aanpak. Een aanpak waarin de samenwerkende gemeenten vanuit hun publieke verantwoordelijkheid in relatie tot wettelijke taken zorgen dat ‘de basis op regionale schaal op orde is’. Daar houdt het echter niet op. Passend bij de ambitie van de regio om in het sociale domein innovatieve arrangementen toe te passen als oplossing voor gesignaleerde knelpunten, wordt in samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven een ‘plus’ gedefinieerd op deze (publieke) basis.
Basis: deze wordt gevormd door de publieke taken, voor zover bepaald is dat het relevant is deze gezamenlijk te ondernemen. Dit geschiedt via de intergemeentelijke samenwerking in Regio Hart van Brabant. Plus: deze wordt gevormd door extra ambitie in de vorm van innovatieve arrangementen, in eerste instantie en waar mogelijk met een focus op de vier speerpuntsectoren, samengesteld met partners uit onderwijs, overheid en bedrijfsleven. Dit geschiedt via triple helix samenwerking in Midpoint Brabant.
Voor de basis is aanvankelijk het programma ‘De Regio Werkt! geschreven en geactualiseerd naar aanleiding van actuele ontwikkelingen en veranderingen in wetsvoorstellen. Deze nota vormt de leidraad voor de publieke strategie en het uitvoeringsprogramma van de samenwerkende gemeenten in Regio Hart van Brabant. Om bovenop die basis een plus te realiseren wordt een position paper geschreven: ‘The Enabling Region’. Dat position paper brengt, rekeninghoudend met de SER-adviezen hierover, in beeld hoe de veranderingen en vernieuwingen in arbeid en arbeidsprocessen plaatsvinden en geeft een perspectief op hoe de regio dat andere, nieuwe en slimme werken kan faciliteren en hoe ze hierin uit kan blinken door toepassing van nieuwe product-markt combinaties. Met het position paper als uitvloeisel van de in hoofdstuk 1 genoemde notitie ‘Social Innovation als regionale opgave’ wordt concreet werk gemaakt van het conceptueel en op een programmatische manier benaderen Social Innovation voor het behalen van de regionale doelen op het gebied van de arbeidsmarkt. Het begrip 42
Social Innovation wordt hiermee in het arbeidsmarktprogramma van de regio vertaald naar concrete projecten en activiteiten. Het position paper moet hiermee de grondslag kunnen vormen voor de formulering van een aantal (ESF-)projecten en een uitvoeringsprogramma met verantwoordelijkheden voor overheden, onderwijsinstellingen en bedrijfsleven. De coördinatie op het zuiver publieke deel van het arbeidsmarktprogramma ligt bij Regio Hart van Brabant. De coördinatie op het triple helix programma ligt bij Midpoint Brabant. Binnen dat samenwerkingsverband spelen de samenwerkende gemeenten de rol van mede-opdrachtgever, waardoor de samenhang tussen de ‘(publieke) basis’ en de ‘plus’ is gegarandeerd. Bij Midpoint Brabant wordt een stuurgroep ingesteld voor de inhoudelijke sturing op het regionale arbeidsmarkt programma. Deze stuurgroep (met als werknaam stuurgroep Economie & Arbeidsmarkt) wordt door de regionaal programmamanager Arbeidsmarkt samengesteld met mensen uit onderwijs, overheid en bedrijfsleven. Een en ander resulteert in de volgende uitvoeringsprogramma’s voor 2014 voor Midpoint Brabant en voor Regio Hart van Brabant.
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleg ‘Arbeidsparticipatie’, op organisatie van de publieke basis middels sturing op de volgende projecten: Gezamenlijk beleid op de uitvoering van de nieuwe Participatiewet Het betreft de beleidsvoorbereiding op de uitvoering van de Participatiewet, die een vervanging is van het eerdere wetsvoorstel Werken naar Vermogen. Het beleid wordt in samenhang bepaald met het beleid voor de decentralisatie van de Jeugdzorg, de nieuwe wet Passend Onderwijs en de transitie begeleiding van ouderen en langdurig zieken van AWBZ naar WMO. Regionaal toepassen Startersbeurs De Startersbeurs biedt jongeren de mogelijkheid om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten en te verbeteren. De starter werkt 6 maanden lang in het bedrijfsleven aan competenties en vaardigheden die belangrijk zijn op de arbeidsmarkt én aansluiten bij zijn of haar opleidingsniveau. Tijdens deze periode ontvangt de starter van de werkgever een tegemoetkoming. Deze tegemoetkoming komt in plaats van een eventuele uitkering (of studiebeurs). De Startersbeurs helpt jongeren om werkervaring op te doen in de huidige krappe arbeidsmarkt en voorkomt stilstand en uitkeringsafhankelijkheid. Het is een landelijk tot de verbeelding sprekend initiatief van de Universiteit van Tilburg en de gemeente Tilburg in samenwerking met de vakbonden CNV en FNV en kan op regionale schaal worden toegepast. Uitvoering gezamenlijk programma voor het terugdringen van de jeugdwerkloosheid Gestart in 2013 en doorlopend in 2014 gaat de regio Hart van Brabant € 1,65 miljoen investeren in een regionale aanpak ter voorkoming en bestrijding van jeugdwerkloosheid. Dankzij het Europees Sociaal Fonds en het Pact Brabant -het provinciale overlegplatform om structurele knelpunten op de Brabantse arbeidsmarkt op te lossen- is er geld beschikbaar. De regionale aanpak is aanvullend op bestaande instrumenten en lokaal beleid. Het is met name gericht op kwetsbare jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. De Regionale aanpak is het vervolg op het "Actieplan voorkomen en bestrijden van Jeugdwerkloosheid MiddenBrabant" uit 2009. Gezamenlijk beleid om arbeidsmigratie in goede banen te leiden Met het openen van de grenzen binnen de Europese Unie is de arbeidsmigratie binnen de unie flink toegenomen. Per 1 januari 2014 is Nederland volgens EU-afspraken verplicht ook arbeidsmigranten uit Roemenië en Bulgarije toe te laten. De reeds bestaande en vanaf 2014 verder groeiende arbeidsmigratie brengt een aantal uitdagingen met zich mee, bijvoorbeeld op het vlak van ontduiking van de Nederlandse arbeidsvoorwaarden en van huisvesting, waarvoor op regionale schaal beleid ontwikkeld kan worden.
43
Techniek-pact Aandacht voor techniek op alle basisscholen in 2020. Een investeringsfonds om techniek in het onderwijs te stimuleren en 1000 beurzen per jaar voor techniekstudenten om ze te binden aan het bedrijfsleven. €100 miljoen om de technische kennis van docenten te vergroten en €300 miljoen voor bij- en omscholing van mensen met interesse in techniek. Met dit pact willen de ondertekenaars bereiken dat méér jongeren kiezen voor techniek, leren in de techniek en dat méér werknemers gaan en blijven werken in de technieksector. Daarmee behoudt Nederland haar positie in de wereldtop als het gaat om concurrentiekracht, innovatie en wetenschappelijk onderzoek. Terwijl de werkloosheid in Nederland oploopt ontstaat er in sommige sectoren echter een tekort aan tienduizenden technische arbeidsplaatsen. Tot 2020 zijn er jaarlijks 30.000 extra technici nodig. In het pact staan tweeëntwintig afspraken die vertegenwoordigers van werknemers, werkgevers en het onderwijsveld hebben afgesproken met het kabinet en regionale overheden die de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt in de technieksector versterken en het tekort aan technisch personeel tegen te gaan. In 2014 bevordert de regio de implementatie van deze afspraken in het eigen gebied. Internationalisering en kenniswerkers De regio internationaliseert: onderwijsinstellingen trekken steeds meer buitenlandse studenten, bedrijven zijn in toenemende mate buiten de landsgrenzen actief en hebben expats in dienst op cruciale posities binnen de organisatie. Voor het behouden en aantrekken van hoogopgeleide kenniswerkers en internationale studenten is het van belang een regionale strategie te ontwikkelen en te volgen die in ieder geval voorziet in de noodzakelijke randvoorwaardelijke faciliteiten (zoals huisvesting voor internationale studenten via Talent Square en hulp bij vestiging en vergunningen via Expat Center South).
44
Begroting Regio Hart van Brabant – Arbeidsmarkt
Programmakosten
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
200.000
N 200.000
Apparaatskosten
Bijdrage gemeenten
Totaal
200.000
200.000
V 200.000
200.000
0
Lasten
Specificatie programmakosten
€ Participatiewet
75.000
Startersbeurs
25.000
Arbeidsmigratie
25.000
Techniek-pact
25.000
Internationalisering – Expat Center South
50.000
Totaal
200.000
45
Toelichting Programmakosten Participatiewet In 2013 is gebleken dat er een sterke behoefte is aan extra ondersteuning van zowel de portefeuilles ‘Arbeidsparticipatie’ als ‘Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd & Jeugdgezondheidszorg’ om de drie decentralisaties regionaal te kunnen begeleiden. De ambtelijke coördinatoren van de portefeuillehoudersoverleggen deden de beleidsvoorbereiding erbij en dat bleek niet langer realistisch. Er gaat veel tijd zitten in:
het verzamelen en delen van actuele ontwikkelingen op dit gebied; het bijeen brengen van standpunten van de HvB gemeenten; het voorbereiden, organiseren en begeleiden van gezamenlijke bijeenkomsten; het formuleren van projectopdrachten, het trekken van projecten en het voorbereiden van besluitvorming hierover.
In 2013 is voor de tweede helft van het jaar op basis van een voorstel van de ambtelijk opdrachtgevers van de voorbereiding van de decentralisaties in het sociale domein besloten om 300 uur voor ‘Arbeidsparticipatie’ en 300 uur voor ‘Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd & Jeugdgezondheidszorg’ beschikbaar te stellen tegen een uurtarief van gemiddeld 60 Euro. Voor het hele jaar 2014 wordt voorgesteld 500 uur beschikbaar te stellen per portefeuille. Voor ‘Arbeidsparticipatie’ betekent dit een post van € 30.000,-. Voor het hele jaar 2014 wordt, vanwege de snel naderende data van invoering, voorgesteld om 1.250 uur beschikbaar te stellen per transitie. Dit betekent een post van € 75.000,- Euro per transitie. Van dit budget kan (evenals bij de overige transities) € 50.000,- worden ingezet voor specifieke beleidsvoorbereiding op de betreffende transitie en € 25.000,- voor de integrale benadering van de drie transities in samenhang met elkaar (in het zogenaamde 3D-overleg). Het bedrag dat specifiek beschikbaar is voor de voorbereiding op de Participatiewet zal worden aangewend voor de ontwikkeling van een visie op een regionale uitvoeringsdienst Participatie. Startersbeurs Voor het geschikt maken voor regionale uitrol van het concept Startersbeurs en voor de coördinatie op de daadwerkelijke uitrol is een bedrag van € 25.000,- geraamd. Het bedrag zal besteed worden aan het bekend maken van het initiatief bij bedrijven en starters in alle regiogemeenten en het uitbreiden van het digitale platform. Terugdringen Jeugdwerkloosheid De kosten voor uitvoering van dit programma worden gedekt door de middelen die vanuit het programma beschikbaar zijn. Arbeidsmigratie Indien voor het in goede banen leiden van de arbeidsmigratie op regionale schaal beleid gemaakt wordt, dan is daarvoor, naar analogie van wat er moet gebeuren ter voorbereiding op de Participatiewet, capaciteit nodig voor:
het verzamelen en delen van actuele ontwikkelingen op dit gebied; het bijeen brengen van standpunten van de HvB gemeenten; het voorbereiden, organiseren en begeleiden van gezamenlijke bijeenkomsten; het formuleren van projectopdrachten, het trekken van projecten en het voorbereiden van besluitvorming hierover.
Er wordt voor 2014 ongeveer 400 uur geraamd tegen een uurtarief van gemiddeld € 60,-. Techniek-pact In 2014 bevordert de regio de implementatie van de afspraken uit het Techniek-pact in het eigen gebied. Een bedrag van € 25.000,- wordt geraamd voor de besteding aan uren om dit in de praktijk te brengen.
46
Expat Center South Voor het lopende project Expat Center South worden voor 2014 dezelfde bedragen begroot als voor 2013. De kosten bedragen € 50.000,-. Dit bedrag valt uiteen in een deel (€ 40.000,-) dat wordt besteed aan de organisatie van de formaliteiten (de bijdrage ‘Formalities’ aan de Expat Center South organisatie waarin de Regio Hart van Brabant participeert) en een deel (€ 10.000,-) dat wordt besteed aan ‘Services’: informatievoorzieningen, welkomstprogramma's, inhoudelijke en sociale programma's die in samenwerking met de expats, ECS, kennisinstellingen en bedrijfsleven worden opgezet dan wel georganiseerd
Toelichting dekking kosten Bijdrage gemeenten De dekking van de kosten vindt plaats uit bijdragen per inwoner van gemeenten.
Uitvoeringsprogramma 2014 Midpoint Brabant In 2014 richt Midpoint Brabant zich op sturing op de plus middels (het schrijven aan en de totstandkoming van) de volgende projecten: Instituut voor Toekomst van Werk Het Instituut voor de Toekomst van Werk beoogt een maatschappelijke bijdrage te leveren aan het beter laten functioneren van de arbeidsmarkt. De missie is het creëren van een plek waar scholieren kunnen kennismaken met werk in historisch en toekomstig perspectief en hun beroepskeuze kunnen vormen, organisaties kennis kunnen nemen van innovatieve strategieën voor de inrichting van werk en waar wetenschappelijk onderzoek plaatsvindt naar de oplossing van arbeidsmarktvraagstukken op Europese schaal. Centraal in het bijbehorende Social Platform-model van het Instituut staat stimulering van het individu in leren, stimuleren van organisaties om ‘slim te verbinden’. Het businessplan wordt in 2013 geschreven en gefinancierd met REAP subsidie en een cofinanciering van de gemeente Tilburg. Op basis van een sluitende business case is in 2014 enige capaciteit nodig om te sturen op het gereedmaken van het project voor realisatie. Innovatieve sectorspecifieke arrangementen via regionaal programmamanagement Toepassing van innovatieve arrangementen op de arbeidsmarkt voor de logistieke sector van hoog (bijvoorbeeld Logistic Talent Incubator), tot laag (opleiding- en flexpools). En ontwikkeling en introductie van soortgelijke arrangementen/ arbeidsmarkt deelprogramma’s in de leisuresector (via het Huis van de Leisure), in de industrie en techniek (via het A&M House) en in de zorg. Een en ander geschiedt onder aansturing van de regionale programmamanager en de HRM+ adviseur die in 2012 respectievelijk 2013 zijn aangesteld vanuit publiek initiatief in het kader van ‘De Regio Werkt!’. Het voornemen was (zoals ook in het jaarrapport 2012 van Regio Hart van Brabant gesteld) hen niet alleen wat presentatie en communicatie naar buiten toe betreft, maar ook organisatorisch onder te brengen bij Midpoint Brabant. Vanuit Midpoint Brabant wordt door hen een overlegstructuur gerealiseerd voor de triple helix voor afstemming van de economische-, onderwijstechnischeen arbeidsmarktagenda ( de stuurgroep Economie & Arbeidsmarkt).
47
Begroting Midpoint Brabant – Arbeidsmarkt Programmakosten
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
100.000
N 100.000
Apparaatskosten
Bijdrage via Regio Hart van Brabant
Totaal
100.000
100.000
V 100.000
100.000
0
Lasten
Specificatie programmakosten
€ Regionaal programmamanagement
100.000
Totaal
100.000
48
Toelichting Programmakosten Instituut Toekomst voor Wergk Het businessplan voor het Instituut Toekomst voor Werk wordt in 2013 geschreven en gefinancierd met REAP subsidie en een cofinanciering van de gemeente Tilburg. Op basis van een sluitende business case is in 2014 enige capaciteit nodig om te sturen op het gereedmaken van het project voor realisatie. Omdat dit uit de programmacapaciteit zal moeten gebeuren die langs andere wegen al is gefinancierd (zie de deelbegrotingen van Midpoint Brabant in hoofdstuk 1 en 2), worden hiervoor worden geen separate kosten opgevoerd. Regionaal Programmamanagement In totaal was voor de investeringsagenda arbeidsmarkt in 2013 voor een programmamanager, HRM+adviseur, communicatie etc. € 257.000,- beschikbaar. De eerste helft van het jaar werden de kosten gedekt door de destijds acht deelnemende gemeenten (dus exclusief Heusden) uit de gemeentebegrotingen op basis van acht collegebesluiten. Vanaf de tweede helft van het jaar werden de kosten gedekt uit de begroting regio Hart van Brabant. Daarom was voor de tweede helft van 2013 hiervoor € 128.500,- opgenomen. Voor het totale regionale arbeidsmarkt programma blijft in 2014 met € 245.000,- ongeveer evenveel budget beschikbaar als in 2013 (toen € 257.000,-). Het totale budget is in 2014 echter verder gespecificeerd op projectniveau en verdeeld over de programma’s van regio Hart van Brabant en Midpoint Brabant. Voor het programmamanagement als zodanig, dat vanaf 2014 organisatorisch ondergebracht zal zijn bij Midpoint Brabant, wordt in totaal € 100.000,- geraamd voor de bekostiging van een deeltijd programmamanager en een deeltijd HRM+adviseur.
Toelichting dekking kosten Bijdrage via Regio Hart van Brabant De kosten voor de basisorganisatie van Midpoint Brabant (zijnde de totale kosten die voor Midpoint Brabant in deze begroting worden opgevoerd) worden gedekt door een bijdrage per inwoner van de deelnemende gemeenten en een klein deel door cofinanciering. De bijdragen van de deelnemende gemeenten worden via Regio Hart van Brabant aan Midpoint Brabant beschikbaar gesteld.
49
“ De regio wil uitblinken in toepassing van innovatieve arrangementen.” 50
4. Leefbaarheid, veiligheid, zorg voor jong en oud Regionaal belang Midden-Brabant is een prettige en aantrekkelijke regio. De regio scoort gemiddeld tot goed in rankings over veiligheid en leefbaarheid. Verbeteringen op beide fronten zijn echter altijd wenselijk en in het belang van mensen die er willen wonen, werken, recreëren en bedrijven die er gevestigd zijn of die zich er willen vestigen. Midden-Brabant is ook een regio die nationaal gezien minder sterk vergrijst dan andere regio’s. Echter, ook in onze regio spelen demografische ontwikkelingen als ontgroening en vergrijzing een steeds belangrijkere rol. Door deze en andere sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen kan de leefbaarheid in wijken en dorpen onder druk komen te staan. Om leefbaarheid op peil te houden is regionale aandacht voor een gezond, sociaal en veilig leefklimaat van belang. Maar niet alleen demografische en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen zorgen ervoor dat regionale aandacht voor leefbaarheid, veiligheid en de zorg voor kwetsbare groepen mensen belangrijk is. Ook veranderingen in wet- en regelgeving van Rijkswege maken dat de regio zich moet bezinnen op de wijze waarop deze in staat is een antwoord te formuleren op maatschappelijke uitdagingen. Er is een aantal grote wetswijzigingen op komst die het takenpakket voor de gemeenten in de regio sterk verzwaren in een tijd dat budgetten onder druk staan. Zoals het zich nu laat aanzien vindt 1 januari 2015 de decentralisatie plaats van de Jeugdzorg. Per 1 augustus 2014 gaat de nieuwe wet Passend Onderwijs in En ten slotte is de transitie van de begeleiding en persoonlijke verzorging van mensen met een beperking en ouderen van de AWBZ naar de WMO aanstaande. Zoals dat ook geldt voor de op handen zijnde transitie op het terrein van de arbeidsmarkt, geldt ook voor deze complexe decentralisaties dat ze (ook) op regionale schaal benaderd moeten worden. Het Rijk verwacht ook dat regionale samenwerkingsverbanden deze opgaven het hoofd zullen kunnen en moeten bieden.
Ambities In algemene zin geldt dat de regio zich wenst te onderscheiden als veilige en leefbare regio waar de zorg voor jong, oud en ziek en gezond goed is georganiseerd. De regio wil daarbij uitblinken in toepassing van innovatieve arrangementen en oplossingen voor knelpunten en organiseert daarvoor samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven. Meer concreet en specifiek zijn de doelstellingen:
voorbereid te zijn op de decentralisatie van de Jeugdzorg (invoeringsjaar bij gemeenten 2015, wet treedt in werking in 2015), de nieuwe wet Passend Onderwijs (1 augustus 2014) en de transitie van de begeleiding van mensen met een beperking en ouderen van AWBZ naar WMO (invoeringsjaar 2015), volgens een innovatief, effectief en betaalbaar systeem; criminaliteit, (huiselijk) geweld en het aantal veelplegers te beperken; een goed samenspel te realiseren tussen gamma kennis over veiligheid en harde kennis over technologie om de leefbaarheid te verbeteren; een goed samenspel te realiseren tussen gamma kennis over zorg en harde kennis over technologie om gezond en langer zelfstandig ouder te worden.
51
Stand van zaken Sociale prioriteiten namen reeds een belangrijke positie in, in de regio Hart van Brabant. Bij het streven naar (economische) ontwikkeling van de regio werd en wordt expliciet gekeken naar de samenhang met het sociale kapitaal van de regio. Maar ook los van het streven naar verdere (economische) ontwikkeling van de regio heeft het sociale domein hoge prioriteit. De samenwerkende gemeenten in Regio Hart van Brabant bereiden zich via het goed functionerende portefeuillehoudersoverleg ‘Maatschappelijke Ontwikkeling & Jeugd, Jeugdgezondheidszorg’ al langere tijd voor op de aanstaande transities. Dat gebeurt in samenspraak met het portefeuillehoudersoverleg ‘ Arbeidsparticipatie’ dat zich voorbereidt op de invoering van de nieuwe Particpatiewet. Recentelijk is de ‘Sociale Agenda’ geschreven die een actualisatie vormt van het eerder geschreven ‘Koersdocument ROM’ en de daaruit afgeleide transitieplannen voor de Jeugdzorg en de overgang van de AWBZ naar de WMO. In de Sociale Agenda zijn actuele ontwikkelingen en veranderingen in wetsvoorstellen meegenomen. Afgezien van de strategisch-beleidsmatige afstemming binnen de portefeuillehoudersoverleggen, is in relatie tot een gezond, sociaal en veilig leefklimaat het noemen van Zorg- en Veiligheidshuis Midden-Brabant van belang. Dit initiatief is een samenwerkingsverband van 20 partnerorganisaties die werken aan een gezamenlijke aanpak van sociale veiligheid. Het Veiligheidshuis Tilburg is in 2002 opgericht door de gemeente Tilburg, Politie Midden en West Brabant en het Openbaar Ministerie Breda. In 2008 is het Zorghuis opgericht. Het Zorghuis richt zich op volwassenen en gezinnen met een meervoudige en complexe problematiek. Zorgpartners maken onder regie van de gemeente één integraal en bindend plan van aanpak voor deze mensen. Omdat er een grote overlap bestaat tussen de partners en doelgroepen van het Zorghuis en het Veiligheidshuis werden beide per december 2011 samengevoegd onder een dak: het Zorg- en Veiligheidshuis Midden-Brabant. Bij het huis zijn momenteel alle samenwerkende gemeenten in de regio (met uitzondering van de gemeente Heusden) aangesloten. Het huis is intussen een best practice voorbeeld in Nederland. Met de strategisch-beleidsmatige bestuurlijke samenwerking en uitstekende praktijkvoorbeelden als het Zorgen Veiligheidshuis bewijst de regio het effect van goede samenwerking. De regio is daarmee ook een betrouwbare gespreks- en samenwerkingspartner voor de provincie Noord-Brabant. Dat is prettig omdat ook de provincie zich via het Uitvoeringsprogramma 2012-2015 Leefbaarheid@Brabant (kortweg L@B) op diverse fronten inzet om de leefbaarheid te verbeteren. De provincie ondersteunt gezamenlijke initiatieven van burgers en (boven)lokale partijen. De provincie zoekt daarvoor binnen Leefbaarheid@Brabant samenwerking met regionale samenwerkingsverbanden en netwerken.
Strategie Voor de genoemde uitdagingen en geformuleerde ambities is een regionale aanpak het meest geschikt. Een aanpak waarin de samenwerkende gemeenten vanuit hun publieke verantwoordelijkheid in relatie tot wettelijke taken zorgen dat ‘de basis op regionale schaal op orde is’. In het op orde hebben van de basis kan en zal veel ambitie gelegd worden. Daarbij houdt het niet op. Passend bij de ambitie van de regio om innovatieve arrangementen toe te passen als oplossing voor gesignaleerde knelpunten, wordt in samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven een ‘plus’ gedefinieerd op deze (publieke) basis.
Basis: deze wordt gevormd door de publieke taken, voor zover bepaald is dat het relevant is deze gezamenlijk te ondernemen. Dit geschiedt via de intergemeentelijke samenwerking in Regio Hart van Brabant. Plus: deze wordt gevormd door extra ambitie in de vorm van innovatieve arrangementen, in eerste instantie en waar mogelijk met een focus op de vier speerpuntsectoren, samengesteld met partners uit onderwijs, overheid en bedrijfsleven. Dit geschiedt via triple helix samenwerking in Midpoint Brabant.
52
Voor de basis is de ‘Sociale Agenda’ geschreven die een actualisatie vormt van het eerder geschreven ‘Koersdocument ROM’ en de daaruit voorvloeiende transitieplannen Jeugdzorg en AWBZ naar WMO. In de Sociale Agenda zijn actuele ontwikkelingen en veranderingen in wetsvoorstellen meegenomen en zijn de decentralisaties (ook op het terrein van Arbeidsparticipatie) in samenhang met elkaar beschreven. Deze notitie vormt de basis voor de strategie en het uitvoeringsprogramma van de samenwerkende gemeenten. Door het Zorg- en Veiligheidshuis is het richtinggevende document ‘De Maatschappelijke Opdracht’ geschreven. In dit stuk wordt de vraag beantwoord wat het initiatief doet en waarom het bestaat. Het stuk vormt daarmee de basis voor de verdere strategie van de samenwerkende partners binnen het initiatief. Voor de zogenaamde ‘plus’ wordt in 2013 een position paper geschreven: ‘The Healthy Region’. Het position paper is een uitvloeisel van de in hoofdstuk 1 genoemde notitie ‘Social Innovation als regionale opgave’. Met de notitie wordt expliciet gemaakt hoe het meer conceptueel en op een programmatische manier benaderen van Social Innovation effectief is voor het behalen van de regionale doelen op het gebied van veiligheid, leefbaarheid en de zorg voor jong en oud. Het begrip Social Innovation wordt hiermee in het programma van de regio vertaald naar concrete projecten en activiteiten. In deze projecten staan per definitie de combinatie van technologische innovatie en sociale innovatie centraal. Het position paper moet hiermee de grondslag kunnen vormen voor de formulering van een aantal (ESF-)projecten en een uitvoeringsprogramma met verantwoordelijkheden voor overheden, onderwijsinstellingen en bedrijfsleven. De coördinatie op het zuiver publieke deel van het ligt bij Regio Hart van Brabant. De coördinatie op het triple helix programma ligt bij Midpoint Brabant. Binnen dat samenwerkingsverband spelen de samenwerkende gemeenten de rol van mede-opdrachtgever, waardoor de samenhang tussen de ‘(publieke) basis’ en de ‘plus’ is gegarandeerd. Een en ander resulteert in de volgende uitvoeringsprogramma’s voor 2014 voor Midpoint Brabant en voor Regio Hart van Brabant.
53
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleg ‘Maatschappelijke Ontwikkeling & Jeugd, Jeugdgezondheidszorg’, op organisatie van de publieke basis middels sturing op de volgende projecten: Gezamenlijk beleid op de uitvoering van de decentralisatie van de Jeugdzorg In 2013 en 2014 wordt de gezamenlijke beleidsvoorbereiding voortgezet voor de decentralisatie van de Jeugdzorg per 1 januari 2015. Het beleid wordt in samenhang bepaald met het beleid voor de overige decentralisaties. Het gaat om ongekend grote veranderingen in het sociale domein zodat veel aandacht uit zal moeten gaan naar voorbereiding, monitoring, tussentijdse evaluatie en mogelijk bijstelling van het beleid op de uitvoering. Het vanaf het najaar van 2013 vast te stellen Regionale Beleidskader Jeugdhulp Hart van Brabant zal de kaders geven voor de inrichting van de uitvoeringsorganisatie voor de jeugdhulp en voor de afzonderlijke beleidsplannen in de gemeenten en voor de inkoop van hulp- en ondersteuningsvormen per individuele gemeente in 2014.
Gezamenlijk beleid op de uitvoering van de transitie van de begeleiding en persoonlijke verzorging van mensen met een beperking en ouderen vanuit de AWBZ naar de WMO In de het regeerakkoord stond al aangekondigd dat de functies persoonlijke verzorging en begeleiding gedecentraliseerd zouden worden naar de gemeente en dat er een forse bezuiniging op de huishoudelijke hulp van 75% zou gaan plaatsvinden. In het zorgakkoord zijn hier aanvullende afspraken over gemaakt, wat heeft geleid tot wijzigingen ten opzichte van het regeerakkoord. In de brief van staatsecretaris van Rijn van april 2013 wordt de visie van de regering op de langdurige zorg omschreven. Deze visie vormt de basis voor de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning die per 1 januari 2015 in zal gaan. In de regio Hart van Brabant bereiden we ons voor op deze ontwikkelingen. Hierbij zoeken gemeenten aansluiting bij de lokale kaders van de WMO en wordt bekeken waar regionale samenwerking meerwaarde heeft. In 2014 zullen gemeenten zich voorbereiden op de invoering van de transitie door onder andere te bepalen waar gezamenlijke inkoop meerwaarde heeft en hier uitvoering aan te geven. Maatschappelijke EHBO Een interessante ontwikkeling die in relatie tot de WMO in onze regio extra aandacht krijgt is die rondom zogenaamde ‘Maatschappelijke EHBO’. Maatschappelijk EHBO betreft een 24/7 gecoördineerde aanpak voor urgente zorg. De achterkant van het ‘meldpunt’ vraagt om een hele goede organisatie, wellicht ook met gegevensuitwisseling tussen organisaties over bij hen bekende cliënten. Het betreft een eerste conceptidee voor een project. Bestuurlijk draagvlak wordt in 2013 en 2014 getoetst en in het geval van draagvlak wordt het verder uitgewerkt tot een concreet projectidee. In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich daarnaast, vanuit de portefeuilleverantwoordelijkheid van de samenwerkende burgemeesters (in samenspraak met andere houders van relevante portefeuilles) op organisatie van de publieke basis middels sturing op de volgende projecten: Zorg- en Veiligheidshuis Gezamenlijk beleid bepalen ter verbetering van veiligheid en leefbaarheid en uitvoering van dit beleid via het Zorg & Veiligheidshuis gericht op jeugd, veelplegers, slachtoffers en plegers van huiselijk geweld en personen met een meervoudige en complexe problematiek. De acht samenwerkende burgemeesters in de regio voeren als portefeuilleverantwoordelijken voor openbare orde en veiligheid op het platform dat het Zorg- en Veiligheidshuis biedt ook in 2014 overleg met twintig nadere maatschappelijke instanties. Voor de gemeente Heusden geldt dat ze onder het veiligheidshuis ’s-Hertogenbosch en omstreken valt.
54
Districtelijke Driehoek De Districtelijke Driehoek is het overleg waarin de burgemeesters van Hart van Brabant in 2014 samen met de politie en het Openbaar Ministerie afspraken maken over veiligheid en de aanpak van criminaliteit. De basis hiervoor wordt gevormd door het Regionaal Beleidsplan van de politie Zeeland-West-Brabant enerzijds en de lokale beleidskaders op het gebied van integrale veiligheid anderzijds. Op dit districtelijke niveau worden alle ambities verder uitgewerkt om te komen tot een districtelijke aanpak. Zo wordt er beleid afgestemd op het gebied van: woninginbraken, overvallen en straatroof, bestuurlijke aanpak hennep, mensenhandel, georganiseerde criminaliteit, politie-inzet bij grote evenementen, jeugdoverlast. Daarnaast worden actuele zaken besproken zodat de aanpak van criminaliteit en onveiligheid voor alle betrokken instanties eenduidig is binnen het district Hart van Brabant.
Begroting Regio Hart van Brabant – Leefbaarheid, Veiligheid, Zorg voor jong en oud Programmakosten
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
110.000
N 110.000
Apparaatskosten
Bijdrage gemeenten
Totaal
110.000
110.000
V 110.000
110.000
0
Lasten
Specificatie programmakosten
€ Decentralisatie Jeugdzorg
25.000
Transitie AWBZ naar WMO
75.000
Districtelijke Driehoek
10.000
Totaal
110.000
55
Toelichting Programmakosten Decentralisatie Jeugdzorg en transitie AWBZ naar WMO In 2013 is gebleken dat er een sterke behoefte is aan extra ondersteuning van zowel de portefeuilles ‘Arbeidsparticipatie’ als ‘Maatschappelijke Ontwikkeling’ om de decentralisaties regionaal te kunnen begeleiden. De ambtelijke coördinatoren van de portefeuillehoudersoverleggen deden de beleidsvoorbereiding erbij en dat bleek niet langer realistisch. Er gaat veel tijd zitten in:
het verzamelen en delen van actuele ontwikkelingen op dit gebied; het bijeen brengen van standpunten van de HvB gemeenten; het voorbereiden, organiseren en begeleiden van gezamenlijke bijeenkomsten; het formuleren van projectopdrachten, het trekken van projecten en het voorbereiden van besluitvorming hierover.
In 2013 is voor de tweede helft van het jaar op basis van een voorstel van de ambtelijk opdrachtgevers van de voorbereiding van de decentralisaties in het sociale domein besloten om 300 uur voor ‘Arbeidsparticipatie’ en 300 uur voor ‘Maatschappelijke Ontwikkeling’ beschikbaar te stellen tegen een uurtarief van gemiddeld € 60,-. Voor het hele jaar 2014 wordt, vanwege de snel naderende data van invoering, voorgesteld om 1.250 uur beschikbaar te stellen per transitie. Dit betekent een post van € 75.000,- per transitie. Van dit budget kan (evenals bij de overige transities) € 50.000,- worden ingezet voor specifieke beleidsvoorbereiding op de betreffende transitie en € 25.000,- voor de integrale benadering van de drie transities in samenhang met elkaar (in het zogenaamde 3D-overleg). Specifiek voor de transitie van het onderdeel begeleiding en persoonlijke verzorging van de AWBZ naar de WMO wordt verwacht dat de uren als volgt worden ingezet:
implementatie van de in 2013 gezamenlijk ontwikkelde instrumenten screening/vraagverheldering (voorlichting en training); inkooptraject: ondersteuning / inhuur expertise voor begeleiding bij de aanbestedingen die in 2014 moeten gaan plaatsvinden; communicatie (ontwikkelen van gezamenlijk communicatiemateriaal (bv basisteksten voor huis aan huisbladen); ondersteuning ambtelijk overleg (secretarieel, verslaglegging, agendavoorbereiding).
Specifiek voor de decentralisatie van de Jeugdzorg geldt dat de kosten voor de beleidsvoorbereiding en de activiteiten die ermee samenhangen, net als voorgaande jaren, zullen worden gedekt uit een eigen begroting die in het najaar van 2013 al worden opgesteld en bij gemeenten ter goedkeuring zal worden voorgelegd. Dit betekent dat voor de decentralisatie van de Jeugdzorg geen kosten worden opgevoerd voor specifieke beleidsvoorbereiding, maar uitsluitend voor de deelname in het 3D-overleg waar de transities in samenhang met elkaar worden benaderd. Districtelijke Driehoek Voorgesteld wordt een klein werkbudget van € 10.000,- beschikbaar te stellen aan de Districtelijke Driehoek voor de organisatie van bijeenkomsten/vergaderingen en daarmee verband houdende andere onkosten. Zorg- en Veiligheidshuis De kosten voor het Zorg- en Veiligheidshuis worden gedekt uit de eigen begroting van dit initiatief. Maatschappelijke EHBO Voor de uitwerking van het concept Maatschappelijke EHBO en het ontwikkelen van een methode om dit middel in te zetten in onze regio in het kader van de WMO worden vooralsnog geen kosten opgevoerd. Eerst wordt bestuurlijk draagvlak getoetst en wordt het idee verder geconcretiseerd.
Toelichting dekking kosten Bijdrage gemeenten De dekking van de kosten vindt plaats uit bijdragen per inwoner van gemeenten.
56
Uitvoeringsprogramma 2014 Midpoint Brabant In 2014 richt Midpoint Brabant zich op sturing op de plus middels sturing op het volgende project dat technologische en sociale innovatie combineert: Dutch Institute for Technology Safety and Security Op het gebied van veiligheid is al een (overigens bescheiden) start gemaakt met de verhouding tussen technologische en sociale innovatie. Met de oprichting in 2011 van en de participatie in het Dutch Institute for Technologie Safety & Secrurity (DITSS) is een platform geschapen voor gezamenlijk onderzoek in productontwikkeling op het terrein van veiligheid. Het echte werk moet nog beginnen, maar duidelijk is dat er kansen liggen. Er heeft zich inmiddels in de regio een groep van ondernemers en instellingen gevormd, die als een Community-Of- Practice (COP) aan DITSS zou kunnen worden verbonden. Uitbouw van dit netwerk en verdere opbouw van DITSS, heeft voor Midpoint Brabant voor het jaar 2014 prioriteit. Als deelproject van DITSS zal de zogenaamde ‘Social Lane’ (een samenwerking van Midpoint Brabant met Brainport om een veilige en prettige onderdoorgang onder het hoogspoor in Tilburg te realiseren) bijzondere aandacht krijgen.
Begroting Midpoint Brabant – Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
Programmakosten
nvt
nvt
Apparaatskosten
nvt
nvt
Bijdrage via Regio Hart van Brabant
nvt
nvt
0
0
Leefbaarheid, Veiligheid, Zorg voor jong en oud
Totaal
0
Lasten
Specificatie programmakosten
€ DITSS
nvt
Totaal
Toelichting Programmakosten DITSS Omdat de sturing op dit project uit de programmacapaciteit zal moeten gebeuren die langs andere wegen al is gefinancierd (zie de deelbegrotingen van Midpoint Brabant in hoofdstuk 1 en 2), worden hiervoor worden geen separate kosten opgevoerd. 57
“Midden-Brabant heeft een duidelijk duurzaam signatuur en wil dit uitbouwen.”
58
5. Duurzaamheid Regionaal Belang Duurzaamheid speelt een centrale rol in de creatie van welvaart en welzijn voor huidige en toekomstige generaties. Alle beleidsagenda’s kennen tegenwoordig een duurzaamheidparagraaf. Sommige regio’s herbergen dusdanige kwaliteiten, dat er additionele waarde aan verduurzaming kan worden ontleend. Midden-Brabant heeft een duidelijk duurzaam signatuur en wil dit uitbouwen, zodat deze additionele waarde ook geconcretiseerd kan worden. Zo werd Tilburg al eens uitgeroepen tot de duurzaamste stad van Nederland en heeft ze diverse initiatieven op haar naam staan, bijvoorbeeld op het vlak van energiebesparing. Daarnaast wordt in de regio hoogwaardig onderzoek praktisch gemaakt door (boven-)regionale koplopers als Telos, Globus, het Tilburg Sustainability Center en het European Centre for Nature Conservation (ECNC). Duurzame ontwikkeling is per definitie een sector- en grensoverschrijdend vraagstuk, en dient integraal te worden aangepakt. Dat gebeurt al op enkele terreinen, waar projecten gerealiseerd worden rond natuur, water(-beheer), afvalverwerking en duurzame energietoepassingen. De regio sluit echter ook samenwerking op andere gemeentegrensoverschrijdende vraagstukken als bodem- en luchtkwaliteit, geluid, externe veiligheid, geur en lichtkwaliteit in de toekomst niet uit. De duurzaamheidagenda van de regio straalt de noodzaak en het belang van regionale samenwerking uit in haar programmering voor het jaar 2014.
Ambities In algemene zin wenst de regio zich te onderscheiden in duurzaamheid en de beschikbaarheid van, en de zorg voor, het ecologisch kapitaal. Daarbij blinkt de regio uit in toepassing van innovatieve (markt)modellen in samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven. Meer specifiek richt de samenwerking zich op:
het behoud en de versterking van landschappen met grote kwaliteit en soortenrijkdom; zorgvuldig en duurzaam energiegebruik door burgers en bedrijven; efficiënt en effectief water- en afvalmanagement en afvalverwerking; gemeentegrensoverschrijdende vraagstukken als bodem- en luchtkwaliteit, geluid, externe veiligheid, geur en lichtkwaliteit.
Stand van zaken Via het bestaande platform dat het portefeuillehoudersoverleg ‘Milieu & Afval’ biedt vindt bestuurlijke afstemming en beleidsbepaling plaats over een tweetal concrete zaken gericht op optimale inzet en bescherming van het ecologisch kapitaal in de regio. Als eerste is er de Midden-Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij voor Energie en Duurzaamheid (MOED). Zij is gestart op 1 september 2011 en heeft tot eind 2012 geopereerd onder aansturing van de gemeenten Tilburg, Waalwijk en Goirle. Per 1 januari 2013 is MOED organisatorisch ondergebracht onder het samenwerkingsverband Hart van Brabant. Fysiek is zij ondergebracht bij Midpoint Brabant. Er loopt in 2013 een onderzoek naar de wenselijkheid om MOED ook organisatorisch in te bedden bij Midpoint Brabant. MOED is een door de overheid geïnitieerde organisatie, die inhoudelijk gestuurd door de triple invulling geeft aan collectieve duurzame energieopwekking in de regio. MOED stelt zich tot doel om, aan de hand van bestaande en nieuw te identificeren business cases concrete projecten te ontwikkelen en daarvoor financiële dekking te vinden via bijdragen vanuit onder meer Europa, de provincie, rijk en bedrijfsleven. De projecten dragen bij aan grootschalige duurzame energievoorziening en -besparing in de regio, rekening houdend met 59
nieuwe technologieën, veranderde regelgeving en actuele kapitaalsrente en energieprijzen. Daarnaast treedt MOED op als belangrijke kennismakelaar op het gebied van duurzame energie en energiebesparing. Ten tweede richt de samenwerking zich op een marktconform geprijsde, flexibele en milieu hygiënische wijze van inzamelen en verwerken van afval. Een zorgplicht die zij op grond van de Wet milieubeheer hebben. Voor de verwerking van hun (grof) huishoudelijk restafval en hun gft-afval hebben alle gemeenten in Noord-Brabant overeenkomsten met Attero. Via de zogenaamde Vereniging van Contractanten Afvalsturing Brabant ("VvC") worden de belangen van de regio (met betrekking tot contracten en tarieven en dergelijke) in de overeenkomsten met Attero behartigd. De regio is bestuurlijk vertegenwoordigd in het bestuur van de VvC en is aanwezig bij de Algemene Ledenvergadering. Een ambtelijk projectleider heeft namens de regio zitting in de ambtelijke ondersteuningsgroep voor het bestuur van de VvC. Na 1 februari 2017 hebben de gemeenten, hetzij individueel, hetzij collectief een keuzemogelijkheid waarmee zij hun eisen en wensen ten aanzien van marktconformiteit, flexibiliteit en duurzaamheid willen invullen. Op die datum lopen namelijk de contracten af. Thans wordt onderzocht hoe we het beste om kunnen gaan met de afvalverwerking na 1 februari 2017. Wat is het beste moment om aan te besteden en op welke schaal. Ten slotte loopt naast de strategisch-beleidsmatige samenwerking via Regio Hart van Brabant de praktischuitvoerende samenwerking via de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant die voor overheden, bedrijven en bewoners aan een leefbare en duurzame regio werkt. Vanuit het recent in Tilburg gevestigde kantoor worden omgevingsvergunningen gemaakt voor de deelactiviteit milieu en worden bedrijven gecontroleerd op het naleven van de regels. Daarnaast overlegt de Omgevingsdienst met bedrijven over milieuzorg.
Strategie Wat geldt voor de aandacht en ontwikkeling van sociaal kapitaal, geldt ook voor ecologisch kapitaal. Bij de (economische )ontwikkeling van de regio in samenhang met dit kapitaal volstaat uitsluitend een gemeentegrensoverschrijdende, regionale aanpak. Een aanpak waarin de samenwerkende gemeenten vanuit hun publieke verantwoordelijkheid, in relatie tot wettelijke taken, zorgen dat ‘de basis op regionale schaal op orde is’. Passend bij de ambitie van de regio om op het gebied van duurzaamheid innovatieve arrangementen toe te passen als oplossing voor gesignaleerde knelpunten, wordt in samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven een ‘plus’ gedefinieerd op deze (publieke) basis. Alleen met deze totaal aanpak kan gepoogd worden een compleet antwoord gegeven op de grote maatschappelijke opgaven van deze tijd.
Basis: deze wordt gevormd door de publieke taken, voor zover bepaald is dat het relevant is deze gezamenlijk te ondernemen. Dit geschiedt via de intergemeentelijke samenwerking in Regio Hart van Brabant. Plus: deze wordt gevormd door extra ambitie in de vorm van innovatieve arrangementen, in eerste instantie en waar mogelijk met een focus op de vier speerpuntsectoren, samengesteld met partners uit onderwijs, overheid en bedrijfsleven. Dit geschiedt via triple helix samenwerking in Midpoint Brabant.
Voor de ‘basis’ geldt dat er vigerend beleid is op het vlak van Doelmatig Waterbeheer en Afvalverwerking. Dit beleid vormt het vertrekpunt voor de strategie en voor concrete activiteiten die in 2014 deel uitmaken van het uitvoeringsprogramma van de samenwerkende gemeenten. Daarnaast zijn programma’s ontwikkeld gericht op burgers en bedrijven. Het regionale initiatief van de samenwerkende gemeenten om samen met bedrijfsleven en onderwijs invulling te geven aan grootschalige collectieve energieopwekking via MOED heeft een businessplan opgeleverd voor MOED dat als raamwerk zal dienen voor de verdere strategie en uitvoeringsplannen op dit vlak. Vooralsnog wordt MOED in 2013 onder de ‘basis’ geschaard. In de loop van 2013 start een onderzoek naar de wenselijkheid om MOED organisatorisch in te bedden in Midpoint Brabant. Deze variant wordt afgewogen tegen de huidige situatie dat MOED organisatorisch is ondergebracht bij het samenwerkingsverband Hart van Brabant. Onder voorbehoud van een andere uitkomst wordt MOED in de begroting van 2014 organisatorisch 60
en dus ook kostentechnisch ondergebracht bij Midpoint Brabant. (Kanttekening daarbij is dat hiermee niet zozeer de uitvoering van een project als zodanig op de begroting van Midpoint Brabant komt te staan, maar het veel meer programmatische capaciteit op het thema Duurzaamheid betreft. MOED is daarbij een project waarop vanuit een duurzaamheidsprogramma kan worden gestuurd). Voor de zogenaamde ‘plus’ wordt in 2013 een position paper geschreven: ‘The Sustainable Region’. Het position paper is een uitvloeisel van de in hoofdstuk 1 genoemde notitie ‘Social Innovation als regionale opgave’. Met de notitie wordt expliciet gemaakt dat Social Innovation van belang is om een onderscheidend karakter te verbinden aan verduurzaming van de regio en het behoud van hoogwaardig ecologisch kapitaal. Hiervoor is het relevant dat nieuwe markt- en businessmodellen worden ontwikkeld, en dat de publieke en publiek-private samenwerking in de regio wordt geïntensiveerd. Het begrip Social Innovation wordt hiermee in het programma van de regio vertaald naar concrete projecten en activiteiten. Het position paper moet dan ook de grondslag vormen voor de formulering van een aantal (ESF-)projecten en een uitvoeringsprogramma met verantwoordelijkheden voor overheden, onderwijsinstellingen en bedrijfsleven. De coördinatie op het publieke deel van de samenwerking ligt bij Regio Hart van Brabant. De coördinatie op het triple helix programma ligt bij Midpoint Brabant. Binnen dat samenwerkingsverband spelen de samenwerkende gemeenten de rol van mede-opdrachtgever, waardoor de samenhang tussen de ‘(publieke) basis’ en de ‘plus’ is gegarandeerd. Een en ander resulteert in de volgende uitvoeringsprogramma’s voor 2014 voor Midpoint Brabant en voor Regio Hart van Brabant.
61
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleg ‘Milieu & Afval’, op organisatie van de publieke basis middels sturing op de volgende projecten:
gezamenlijk beleid op de uitvoering van afvalmanagement en verwerking, onder meer op grond van de wet Milieubeheer Alle lopende werkzaamheden van de regio in relatie tot afvalinzameling en verwerking lopen door in 2014. Bestuurlijk worden de belangen richting contractpartner Attero behartigd via het bestuur van de Vereniging van Contractanten en via de Algemene Ledenvergadering. De ambtelijk projectleider is ook in 2014 actief om ondersteuning te bieden in het proces richting beleidsbepaling voor de verwerking van afval na 1 januari 2017.
gezamenlijk beleid op de uitvoering van doelmatig waterbeheer, onder meer op grond van de wet Milieubeheer Tussen acht gemeenten in de regio (Heusden uitgezonderd) en de twee voor de regio relevante waterschappen is in 2013 een samenwerkingsovereenkomst gesloten in het kader van doelmatig waterbeheer. De betrokken partners binnen het watersysteem en de (afval)waterketen willen gezamenlijk optrekken op strategisch, tactisch en operationeel niveau, onder meer om de juiste afwegingen te maken over noodzakelijke investeringsbeslissingen en om de wateropgaven voor de toekomst te kunnen realiseren en de kosten in de hand te houden. De strategisch-beleidsmatige afstemming tussen de samenwerkende gemeenten kan vanaf 2014 op de agenda van het portefeuillehoudersoverleg ‘Milieu & Afval’ worden opgevoerd. De huidige samenwerkingsovereenkomst is en blijft de basis via welke de uitvoering is belegd.
het stimuleren van particulier opdrachtgeverschap via energiecoöperaties voor en door burgers Steeds meer mensen in de regio nemen het initiatief om samen een energie-coöperatie op te richten. De keten omdraaiing bij duurzame energie waarbij burgers/bedrijven van consument producent worden biedt interessante aanknopingspunten voor nieuwe samenwerkingsvormen en businessmodellen. Voorlopig hebben de meeste mensen met plannen in de richting van particulier opdrachtgeverschap vooral veel vragen over juridische zaken en mogelijkheden. De samenwerkende gemeenten kunnen in 2014 optreden als aanjager van dit principe door het verstrekken van informatie en advies.
62
Begroting Regio Hart van Brabant – Duurzaamheid Programmakosten
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
50.000
N 50.000
Apparaatskosten
Bijdrage gemeenten
Totaal
50.000
50.000
V 50.000
50.000
0
Lasten
Specificatie Programmakosten
€ Stimuleren energiecoöperaties
50.000
Totaal
50.000
63
Toelichting Programmakosten Kosten afvalmanagement en verwerking en doelmatig waterbeheer De kosten die voor afval worden doorberekend aan de Hart van Brabant-gemeenten zijn onder meer de contributieafdracht aan de VvC (€ 0,02 per inwoner), de kosten voor alle juridische procedures (afhankelijk van hoeveelheid rechtszaken) en de projectleidersuren die op jaarbasis gemaakt worden ten behoeve van de regio (met een maximum van € 0,15 per inwoner). Deze kosten kunnen gemeenten doorberekenen in de afvalstoffenheffing. De gemeente Tilburg (BAT) schiet deze kosten voor en op het einde van het jaar worden deze, op basis van inwoneraantal, doorberekend aan de regiogemeenten. Deze kosten worden tot op heden verantwoord via de begrotingen van de deelnemende gemeenten en niet via de begroting van de Regio Hart van Brabant De kosten die voor (de organisatie van) waterbeheer worden gemaakt vloeien voort uit de samenwerkingsovereenkomst die daarover is gesloten tussen partners. Alle partners dragen in 2014 een bedrag van € 1.250,- bij op basis van individuele (college-)besluiten. Deze kosten worden tot op heden verantwoord via de begrotingen van de deelnemende gemeenten en niet via de begroting van de Regio Hart van Brabant. Stimuleren energiecoöperaties Voor het stimuleren van particulier opdrachtgeverschap van burgers via energiecoöperaties wordt een budget geraamd van € 50.000,- dat ingezet kan worden op communicatie over het principe van coöperatievorming (om dit bekender te maken) en op advies en voorlichting aan burgers over de mogelijkheden.
Toelichting dekking kosten Bijdrage gemeenten De dekking van de kosten vindt plaats uit bijdragen per inwoner van gemeenten.
Uitvoeringsprogramma 2014 Midpoint Brabant In 2014 richt Midpoint Brabant zich op sturing op de plus (een duurzaamheidsprogramma waarvan onder meer het volgende project onderdeel is: doorontwikkeling van MOED gericht op bedrijven en via MOED+ werken aan diverse deelprojecten De duurzame regio haakt met MOED+ in op de situatie dat de technologie rond duurzaamheid zich snel ontwikkelt, maar het steeds duidelijker wordt dat daarbij de gedragskant, maar ook de organisatie kant voor de toekomst dominante kwesties worden c.q. blijven. De kennis en kunde bij de TIU en de voorzichtige eerste stappen van de regionale duurzame ontwikkelingsmaatschappij (MOED) kunnen bouwstenen zijn voor een doorontwikkeling van een concept waarbij Hart van Brabant zich profileert als en CO2-neutrale regio, maar in bredere zin als het gaat om hergebruik/cradle to cradle aanpakken meer profiel krijgt. Social Innovation wordt hier opgevat om via slim/anders samen te werken een bijdrage te leveren aan de realisatie van een van de grote maatschappelijke opgaven. Via MOED+ wordt deze conceptuele benadering vertaald naar concrete activiteiten: o o
het maximaal klimaatneutraal proberen te krijgen van bedrijventerreinen in de regio; het verduurzamen van gemeentelijk vastgoed in de regio via publiek-private samenwerking als voorbeeld voor burgers en bedrijven.
64
Begroting Midpoint Brabant – Duurzaamheid Programmakosten
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
100.000
N 100.000
Apparaatskosten
Bijdrage via Regio Hart van Brabant
Totaal
100.000
100.000
V 100.000
100.000
0
Lasten
Specificatie Programmakosten
€
Programma Duurzaamheid (MOED)
100.000
Totaal
100.000
Toelichting Programmakosten Programma Duurzaamheid (MOED) Voor het programma Duurzaamheid is capaciteit nodig. In eerste instantie zal deze zich richten op het doorontwikkelen van MOED. Voor 2014 was voor MOED een bijdrage voorzien van € 135.000,- van Regio Hart van Brabant. Dit bedrag werd in 2013 gematcht door de gemeente Tilburg met € 150.000,- vanuit haar Klimaatbudget. Tevens droeg MKB Nederland € 50.000,- Euro van de kosten. Het is voor de ontwikkeling van MOED naar MOED+ nodig dat in totaal eenzelfde bedrag beschikbaar is als in 2013. Voorgesteld wordt voor € 100.000,- programmacapaciteit beschikbaar te stellen en voor € 35.000,- (secretariële) ondersteuning. Dit laatste bedrag is opgenomen in de begroting van Midpoint Brabant onder het thema Bestuur en algemeen management.
Toelichting dekking kosten Bijdrage via Regio Hart van Brabant De kosten voor de basisorganisatie van Midpoint Brabant (zijnde de totale kosten die voor Midpoint Brabant in deze begroting worden opgevoerd) worden gedekt door een bijdrage per inwoner van de deelnemende gemeenten en een klein deel door cofinanciering. De bijdragen van de deelnemende gemeenten worden via Regio Hart van Brabant aan Midpoint Brabant beschikbaar gesteld.
65
“We noemen onze regio niet voor niets Hart van Brabant.”
66
6. Ruimte & Bereikbaarheid Regionaal belang Voor het vitaal houden en verder versterken van de economie en een daarmee samenhangende florerende arbeidsmarkt, het verbeteren van de leefbaarheid in de regio, als ook het bevorderen van een vitaal platteland en het behouden en versterken van uitzonderlijke landschappen is het noodzakelijk dat de noodzakelijke randvoorwaarden op orde zijn. Zowel in ruimtelijke zin als qua bereikbaarheid. We noemen onze regio niet voor niets Hart van Brabant. In overdrachtelijke zin staat dit voor de benadering van innovatie door de regio vanuit de ‘mens-kant’. Maar ook letterlijk genomen heeft de naam veel betekenis. De regio vormt het fysieke hart van de provincie Noord-Brabant en neemt een centrale positie in, in ZuidNederland. De regio ligt midden op de hoofdas van Rotterdam naar Venlo en vormt het hart van ‘hashtag Brabant’. Er is een railport, er zijn diverse havens en een verbreed en verdiept kanaal. De regio ligt daarnaast gunstig ten opzichte van Eindhoven Airport. Een flink deel van de regionale economie dankt zijn bestaansrecht aan deze ligging en ontsluiting. Er is de afgelopen jaren hard gewerkt aan betere multi-modale bereikbaarheid, maar er liggen nog duidelijke opgaven voor verdere verbetering van de bereikbaarheid. Bijvoorbeeld via water over het Wilhelminakanaal en via een nieuwe klasse V haven in Waalwijk en via de weg, over de A58, A59, N65, N261. Veel van de met de bereikbaarheid gepaard gaande vraagstukken maar ook concrete infrastructurele projecten, lopen fysiek door meerdere gemeenten of zijn economisch belangrijk voor meerdere gemeenten (vanwege de ontsluiting van het volledige gebied). Naast een centrale ligging en goede bereikbaarheid ontleent de regio een groot deel van zijn aantrekkingskracht op bewoners en bezoekers aan de kwaliteit van de omgeving. De kracht van de regio ligt ook in het landschap: in de combinatie van de stad en het aantrekkelijke, vitale platteland. De regio beschikt over landschappen van uitzonderlijke kwaliteit en allure. Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen, de Oisterwijkse bossen en vennen, de Rechte Heide in Goirle, de Nieuwe Heerlijkheid en Moerenburg in Tilburg. Het zijn alle voorbeelden die bewijzen welke kwaliteit er op dit vlak voor handen is. Zowel de goede combinatie tussen stad en platteland, als de landschappen van allure en het behoud en de versterking ervan, zijn onder meer belangrijk voor een goed presterende leisure sector. Is er voor bewoners en bezoekers een kwalitatief hoogwaardige landschappelijke omgeving, voor bedrijven zijn er bestaande, soms al goed gethematiseerde, en in de meeste gevallen relatief goed onderhouden bedrijventerreinen voor handen. Er is daarnaast reële, regionaal geprogrammeerde, uitbreidingsruimte voor de toekomst. Programmering van nieuwe en revitalisatie van bestaande terreinen blijft een continue aandachtspunt. Er is de afgelopen decennia behoorlijk geïnvesteerd in woningbouw en in detailhandelsinfrastructuur. De economische crisis en het nieuwe winkelen zorgen in toenemende mate voor regionale uitdagingen op beide terreinen. Er ligt een regionaal glasvezelnetwerk naar instellingen en bedrijventerreinen. De digitale bereikbaarheid van burgers kan kwalitatief echter verder worden verbeterd.
67
Ambities In een speelveld waarin, zeker in internationaal perspectief, de concurrentie steeds minder tussen individuele gemeenten en steeds meer tussen regio’s gaat, wenst Hart van Brabant zich te onderscheiden als plaats waar de vestigingsplaatsfactoren voor bewoners, bezoekers en bedrijven op orde zijn. Waar zowel in ruimtelijke zin als wat bereikbaarheid betreft, de ontwikkeling van bedrijvigheid, arbeidsmarkt, leefbaarheid en duurzaamheid gefaciliteerd wordt. De regio blinkt daarbij uit in toepassing van innovatieve arrangementen en oplossingen voor knelpunten en organiseert daarvoor, waar mogelijk en relevant, samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven. Meer specifiek richt de samenwerking zich op:
het realiseren van een samenhangende ruimtelijke ontwikkeling van de regio die is ingericht op het faciliteren van een duurzame ontwikkeling van de vier economische speerpuntsectoren; de combinatie van een sterke leisure sector in een gevarieerde, groene omgeving als kracht van de regio verder uit te bouwen; het zoveel mogelijk voorkomen van interne concurrentie op ontwikkelingen; het organiseren van goede bereikbaarheid en uitstekend (intern) vervoer; het programmeren van voldoende en passende ruimte om te wonen en het behouden of ontwikkelen van een goed voorzieningenniveau in gemeenten en wijken; het faciliteren van maximale toegang tot digitale informatie voor burgers en bedrijven.
Stand van zaken Er zijn in regionaal verband twee relevante platforms waarop strategisch-beleidsmatige afstemming plaatsvindt met betrekking tot het thema Ruimte & Bereikbaarheid. Dat zijn de respectievelijke portefeuillehoudersoverleggen ‘Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting’ en ‘Verkeer & Vervoer’. Op specifieke onderwerpen en dossiers wordt afstemming gezocht met het portefeuillehoudersoverleg ‘ Economische Zaken, Recreatie & Toerisme’. Voor het portefeuillehoudersoverleg ‘Verkeer & Vervoer’ geldt de bijzondere omstandigheid dat dit is ondergebracht bij de GGA Hart van Brabant (GGA = Gebieds Gerichte Aanpak verkeer en vervoer). Binnen de GGA wordt ambtelijk en bestuurlijk door de gemeenten samengewerkt met de provincie, Rijkswaterstaat en politie. Op projectniveau ook met de andere O’s. Door de Gebieds Gerichte Aanpak kunnen de GGA-partners rekening houden met specifieke geografische en sociaal-economische kenmerken van de regio. De partners binnen de regio, maar ook de GGA-regio’s onderling werken samen aan oplossingen voor de bestaande verkeers- en vervoersproblemen. Elk jaar wordt er een Regionaal Uitvoerings Programma verkeer en vervoer opgesteld (RUP) waarin alle projecten zijn opgenomen die voor cofinanciering van de provincie in aanmerking komen. Deze projecten hebben bijna allemaal betrekking op het verbeteren van de interne bereikbaarheid in de regio. Daarnaast kent het RUP een pakket mensgerichte maatregelen voor elke gemeente en één voor de regionale mensgerichte projecten. De externe GGA-coördinator Hart van Brabant begeleidt de processen in de regio. Deze wordt door de gezamenlijke gemeenten ingehuurd en ook mede door de provincie betaald. Voor de regio Hart van Brabant heeft de provincie ook een interne GGA-coördinator en een relatiebeheerder. De kosten voor de externe GGAcoördinator wordt door de gemeenten en provincie betaald. Overige werkzaamheden en regionale onderzoeksprojecten worden betaald uit het Regionaal Activiteitenfonds Verkeer en Vervoer (RAVV) van de regio. De deelnemende gemeenten storten hiertoe jaarlijks een bedrag per inwoner in het RAVV. Het portefeuillehoudersoverleg ‘Verkeer & Vervoer’ komt jaarlijks vijf maal bijeen. Vier maal tijdens de Hart van Brabantdagen en één maal buiten de Hart van Brabantdagen om het Regionaal Uitvoerings Programma vast te stellen. Het ambtelijk vooroverleg komt zes maal per jaar bij elkaar. In 2013 is een volledig
68
geactualiseerde Beleidsagenda Verkeer & Vervoer opgeleverd. Hiervan worden de uitvoeringsprogramma’s afgeleid. Binnen het portefeuillehoudersoverleg Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting worden afspraken gemaakt over de ruimtelijke ontwikkelingen in de regio. Zo wordt bijvoorbeeld bekeken waar en hoe kan worden voorzien in ruimte voor bedrijven en werkgelegenheid. Ook vindt afstemming plaats over waar en welke woningen worden gebouwd. Daarnaast is de bescherming en ontwikkeling van het landschap in de regio onderwerp van gesprek en afstemming. Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting voorziet tevens in regelmatige gestructureerde afstemming met de provincie Noord-Brabant in het Regionaal Ruimtelijk Overleg (RRO). In het RRO maken de samenwerkende gemeenten, waterschappen en de provincie afspraken met elkaar over het kwantitatieve en kwalitatieve woningbouwprogramma, het ontwikkelen en opnieuw inrichten van bedrijventerreinen/werklocaties en het behouden en ontwikkelen van het landschap. Verder bespreken de partijen in het RRO ruimtelijke trends en hoe ze daar in de toekomst mee omgaan. Het RRO vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de provincie en komt twee keer per jaar bij elkaar, in de regel een week na de Hart van Brabantdag. Daarbij zijn de waterschappen De Dommel en de Brabantse Delta deelnemers aan het overleg. Het waterschap Aa en Maas is agenda lid. Er zijn vier ambtelijke werkgroepen (werkgroep wonen, werkgroep werken, werkgroep landschap en werkgroep ruimtelijke ontwikkeling) die de bestuurlijke overleggen voorbereiden. In 2012 is op basis van financiering via Regio Hart van Brabant en cofinanciering van de provincie daarnaast het Netwerk Vitaal Leisure Landschap gestart als opvolger van de reconstructiecommissie. Het portefeuillehoudersoverleg ‘Ruimtelijke Ordening & Volkshuisvesting’ was daarnaast in 2013, samen met het portefeuillehoudersoverleg Economische Zaken, Recreatie & Toerisme, verantwoordelijk voor de oplevering van de Kansenkaart Leisure. Met de provincie is de bestuurlijke afspraak gemaakt over de kwaliteitsverbetering van het landschap (uitwerking artikel 2.2. Verordening ruimte) en wordt de Regionale Ruimtelijke Visie Hart van Brabant opgeleverd. Eind 2012 was het portefeuillehoudersoverleg, in samenhang met ‘Economische Zaken, Recreatie & Toerisme’, al verantwoordelijk voor de oplevering van de regionale bedrijventerreinenplanning. Hart van Brabant was daarmee de eerste regio in Brabant die deze planning overeenkwam met de provincie. Ieder jaar worden met de provincie de regionale woningbouwafspraken gemaakt.
Strategie Uitgangspunt is dat de basis uitstekend op orde moet zijn. Er ligt op dit vlak bij uitstek een publieke taak, voor zover bepaald is dat het relevant is zaken gezamenlijk te ondernemen. Dit geschiedt via de intergemeentelijke samenwerking in Regio Hart van Brabant. Er is daarbij een natuurlijke en vanzelfsprekende gerichtheid op de programma’s van Midpoint Brabant en de economische sectoren die daarin centraal staan. De publieke taak ligt niet uitsluitend bij het (ruimtelijk) faciliteren van deze sectoren en is breder, maar daar waar een focus aangebracht kan of moet worden zijn de programma’s van Midpoint Brabant leidend. Er is een Regionale Beleids Agenda Verkeer & Vervoer geschreven. Daarnaast wordt een Regionale Ruimtelijke Visie Hart van Brabant opgeleverd, in samenhang met een Kansenkaart Leisure, een regionale planning bedrijventerreinen en de regionale woningbouwafspraken. Er ligt bovendien een plan voor de Nieuwe Heerlijkheid als poort naar het Groene Woud in het kader van het traject Landschappen van Allure. Ten slotte is het samenwerkingsverband met uitvoeringsorganisatie en programma ‘Vitaal Leisure Landschap’ opgestart. Deze kaders vormen het vertrekpunt voor een uitvoeringsprogramma bij Regio Hart van Brabant en de formulering daarin van een aantal projecten.
69
Waar mogelijk zal bij het bepalen van het programma geredeneerd worden vanuit grote maatschappelijke opgaven en de wijze waarop projecten en activiteiten in het domein van Ruimte & Bereikbaarheid bij kunnen dragen aan het formuleren van antwoorden op deze uitdagingen. Bij het inhoudelijk sturen op de totstandkoming van projecten schakelt de overheid zoveel mogelijk met bedrijfsleven en onderwijs om tot innovatieve en breed gedragen oplossingen te komen.
Uitvoeringsprogramma 2014 Regio Hart van Brabant In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleg ‘Verkeer & Vervoer’, op organisatie van de publieke basis middels sturing op de volgende projecten: Voortzetten Gebiedsgerichte Aanpak (GGA) Binnen de GGA wordt ambtelijk en bestuurlijk door de gemeenten samengewerkt met de provincie, Rijkswaterstaat en politie. Deze goedlopende samenwerking met eigen begroting via het Regionaal Activiteitenfonds Verkeer en Vervoer (RAVV) wordt voortgezet. Uitvoer van de Beleidsagenda Verkeer & Vervoer In de regionale beleidsagenda staat welke kant de regio op wil met Verkeer en Vervoer. Er zijn in grote lijnen drie ambities. Als eerste moet de regio beter bereikbaar zijn voor andere regio's en bijdragen aan een vitale economie. Als tweede: ook de doorstroming van het dagelijkse woon- en werkvervoer moet optimaal zijn. Het gaat dan om de verbetering van de interne bereikbaarheid en de bijdrage aan een goed woon-, werk- en leefklimaat. Tot slot moet mobiliteit slimmer georganiseerd gaan worden. Bijvoorbeeld door toe te werken naar synchromodaliteit. De regio formuleerde projecten en acties die nodig zijn om die drie ambities waar te maken. Omdat niet alles in één keer kan, is er focus aangebracht. Met een onderverdeling in vier deelagenda's. In de toekomstagenda staan de onderwerpen die voor de korte termijn niet urgent zijn, maar waarop de regio al wel wil anticiperen. De lobbyagenda bestaat uit onderwerpen en projecten die de regio graag op de agenda ziet van haar externe partners, met name rijk en provincie. Bijvoorbeeld met betrekking tot de waterinfrastructuur en de weginfrastructuur (N65, N261, A58 en A59/Knooppunt Hooipolder (in het verlengde van de Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat). Het gaat bij de afstemmingsagenda om projecten en acties waarvan nut en noodzaak al breed gedeeld worden, maar waarover nog concrete afspraken en besluitvorming nodig is om de projecten uit te voeren. En op de uitvoeringsagenda staan de projecten die (zo goed als) klaar zijn voor uitvoering of projecten die al uitgevoerd worden. Ook het jaarlijkse Regionaal Uitvoerings Programma (RUP) maakt onderdeel uit van de uitvoeringsagenda. In het RUP worden alle infrastructurele projecten en mensgerichte maatregelen opgenomen die in aanmerking komen voor provinciale subsidie. In 2014 richt Regio Hart van Brabant zich, vanuit het portefeuillehoudersoverleg ‘Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting’, op organisatie van de publieke basis middels sturing op de volgende projecten: Implementatie Regionale Ruimtelijke Visie en Kansenkaart(en) Na oplevering van de Regionale Ruimtelijke Visie zal het portefuillehoudersoverleg in 2014 bevorderen dat deze, alsook de sectorspecifiek ontwikkelde Kansenkaart Leisure, wordt verwerkt in lokaal beleid. Bezien zal worden in hoeverre productie van sectorale kansenkaarten in samenhang met de Regionale Ruimtelijke Visie voor de sectoren zorg, logistiek, aerospace & maintenance en de landbouw zinvol is. Landschappen van Allure De provincie investeert de komende jaren €56 miljoen in drie Brabantse landschappen: Het Groene Woud, de Maashorst en de Brabantse Wal. In 2013 diende Regio Hart van Brabant een planboek in om in aanmerking te komen voor een subsidie voor De Nieuwe Heerlijkheid. Een externe adviescommissie beoordeelt de voorstellen waarover GS een besluit neemt. De aanvraag voor De Nieuwe Heerlijkheid is in juni 2013 niet gehonoreerd. Projecten waarin de provincie besluit geen investering te doen, kunnen in de tweede ronde opnieuw een subsidie, een garantstelling of een lening aanvragen. Na interne evaluatie van de eerste ronde, wordt mogelijk opnieuw een voorstel ingediend.
70
Vitaal Leisure Landschap Het netwerk dat in de regio is opgezet in het kader van provinciaal programma ‘Transitie van Stad en Platteland’ wordt gevormd door de bestuurljike vertegenwoorders van de samenwerkende gemeenten, drie waterschappen (De Dommel, Aa en Maas en Brabantse Delta), de provincie Noord-Brabant, ZLTO, Brabants Landschap, Natuur-monumenten, Milieuwerkgroep WNM Tilburg, de Brabantse Milieufederatie, Leisure Boulevard en Platform Langstraat. In 2013 sloot als nieuwe deelnemer Ondernemersvereniging Land van de Hilver aan. Tevens is in principe besloten dat het overlegorgaan Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen per 1 januari 2014 opgaat in Vitaal leisure Landschap. In 2014 blijven de regiocoördinator namens Regio Hart van Brabant en de coördinator namens de provincie actief om ideeën op te werken naar concrete projecten. Wonen Eind 2012 is een Quickscan uitgevoerd van de woonvisies en woningbouwprogramma's van de regiogemeenten. De resultaten van deze quickscan zijn vastgelegd in de rapportage ‘Lokaal woonbeleid, regionaal bezien’. De ontwikkelingen op de woningmarkt staan niet stil en de actuele situatie geeft aanleiding om bestuurlijke afstemming (bijvoorbeeld middels organisatie van een Werkconferentie Wonen) te zoeken om passende (beleids)maatregelen te bepalen en in gang te zetten. Bij maatregelen kan gedacht worden aan regionale afstemming van woningbouwprogramma’s, het (middels workshops) zoeken naar en implementeren van mogelijkheden om de woningbouw aan te jagen, te verduurzamen en/of kwalitatief te verbeteren. Dit laatste in relatie tot demografische ontwikkelingen en de behoefte aan specifieke woonkwaliteit die hiermee samenhangt. De Werkconferentie en het proces dat erop volgt zou tevens uit moeten wijzen of een regionaal woningbehoefte-onderzoek voor de hand ligt. Afhankelijk daarvan kan de keuze gemaakt worden of er een regionale woonvisie zou moeten komen of een woonparagraaf die opgenomen wordt in lokale woonvisies. Overige projecten en activiteiten Er wordt rekening gehouden met diverse overige agendapunten in 2014 waarvoor zoveel bestaande ambtelijke capaciteit wordt ingezet. Te denken valt aan het bepalen van eventuele vervolgstappen na oplevering van de regionale foto Detailhandel die in 2013 wordt opgeleverd, regionale beleidsafstemming op Wonen en het stimuleren van een regionaal glasvezelnetwerk/coöperatie voor burgers via inzet op Breedband Infrastructuurfonds van de provincie Noord-Brabant.
71
Begroting Regio Hart van Brabant – Ruimte & Bereikbaarheid Programmakosten
Lasten
Baten
Saldo
€
€
€
290.000
N 290.000
Apparaatskosten
Bijdrage gemeenten Cofinanciering waterschappen Cofinanciering provincie Noord Brabant
Totaal
290.000
170.000
V 170.000
20.000
V 20.000
100.000
V 100.000
290.000
0
Lasten
Specificatie Programmakosten
€ Implementatie Regionale Ruimtelijke Visie
50.000
Vitaal Leisure Landschap
200.000
Wonen
40.000
Totaal
290.000
72
Toelichting Programmakosten GGA en Beleidsagenda Verkeer & Vervoer De kosten die zijn gemoeid met GGA en de uitvoering van de onderzoeksprojecten uit de Beleidsagenda Verkeer & Vervoer zijn niet opgenomen in deze begroting omdat ze gedekt worden uit de begroting RAVV 2014. Afwikkeling vindt plaats via de individuele gemeenten op basis van een bijdrage per inwoner. Ook de provincie draagt aan het RAVV bij. Voor de coördinatiekosten betaalt Tilburg 50% en worden de overige kosten op basis van de inwoneraantallen verdeeld naar de deelnemende gemeenten. Regionale Ruimtelijke Visie en Kansenkaarten Voor de implementatie van de Regionale Ruimtelijke Visie is budget van € 50.000 nodig om:
met 'derden' verder invulling te kunnen geven aan de uitnodigingsplanologie; in 2014 met de nieuwe raden (dus 2e helft 2014) een concreet uitvoeringsprogramma/ uitvoeringsagenda op te stellen, met daarbij een kostenplaatje. Dat kostenplaatje kan dan eventueel ingebracht worden in de begroting 2015 en verder.
Landschappen van Allure Het betreft vooralsnog een belangrijk regionaal agendapunt en geen activiteit waarvoor specifieke capaciteit wordt ingehuurd. Bij gunning van de subsidie kan bezien worden in hoeverre projectcapaciteit voor De Nieuwe Heerlijkheid uit de projectbegroting in het kader van Landschappen van Allure kan worden gedekt. Vitaal Leisure Landschap De uitvoering van projecten welke bijdragen aan een vitaal leisure landschap in Hart van Brabant is in volle gang. Het eerste jaar van dit regionaal project heeft laten zien dat onze regio op deze manier een breed scala aan doelstellingen bereikt. Stad-land relaties, landbouw, leisure activiteiten, behoud en versterking van het landschap zijn er daar enkele van. Op basis van de in 2012 gesloten samenwerkingsovereenkomst is aan de stuurgroep Vitaal Leisure Landschap een voortgangsrapportage voorgelegd. Besloten is de samenwerking voort te zetten. In de begroting van dit project is een financiële bijdrage van de regio gemeenten opgenomen ter hoogte van € 80.000,-. Overige projecten De genoemde punten betreffen voorlopig voorbeelden van strategisch-beleidsmatige afstemmingspunten en geen activiteiten waarvoor specifieke capaciteit wordt ingehuurd. Er worden dan ook geen kosten voor opgevoerd. Wonen Voor de organisatie van een Werkconferentie Wonen en de organisatie van het vervolgtraject van regionale afstemming (middels bijvoorbeeld workshops) wordt een bedrag geraamd van € 40.000,-.
Toelichting dekking kosten Bijdrage gemeenten De dekking van de kosten vindt plaats uit bijdragen per inwoner van gemeenten.
73
“Regio Hart van Brabant ontwikkelt zich steeds meer tot een regio waarin initiatieven worden genomen, die leiden tot het oppakken van gemeenschappelijke projecten.”
74
7. Paragrafen Met de invoering van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) in 2004 zijn met betrekking tot de verslaggeving een aantal verplichte paragrafen (beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten) voorgeschreven, te weten: belastingen; verbonden partijen; onderhoud kapitaalgoederen; weerstandsvermogen; financiering en bedrijfsvoering. Niet alle paragrafen zijn van toepassing voor Regio Hart van Brabant. Regio Hart van Brabant ontwikkelt zich steeds meer tot een regio waarin initiatieven worden genomen, die leiden tot het oppakken van gemeenschappelijke projecten (de 'werkagenda'). Dit heeft gevolgen voor de wijze waarop een en ander moet worden georganiseerd. Het takenpakket van Regio Hart van Brabant verbreedt zich van overleg naar overleg en sturing van gemeenschappelijke projecten.
7.1 Weerstandsvermogen en financiën De mate waarin de gemeenschappelijke regeling in staat is om financiële tegenvallers op te vangen om de taken voort te kunnen zetten noemen we het weerstandvermogen. De risico’s, die niet verzekerd zijn of afgedekt door reserves, voorzieningen of overige middelen zijn van belang voor de bepaling van het weerstandsvermogen. Tegenover deze financiële risico’s staat de weerstandscapaciteit. Deze capaciteit betreft (financiële) middelen waarover de gemeenschappelijke regeling kan beschikken om risico’s te kunnen opvangen zonder dat de inzet van deze (financiële) middelen noodgedwongen leidt tot beleidswijzigingen. Het begrip weerstandsvermogen gaat derhalve over de verhouding tussen deze risico’s en de weerstandscapaciteit, zodat de gezondheid van de financiële positie van de gemeenschappelijke regeling kan worden bepaald, nu en op termijn. De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s en omvat de financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. Mogelijkheden om substantiële rentevoordelen te genereren door middel van intensieve invulling van het treasurybeleid worden voor Regio Hart van Brabant binnen de kaders van de Wet FIDO zeer gering geacht. Het kabinet streeft ernaar schatkistbankieren voor eind 2013 in te voeren. Dit betekent voor decentrale overheden, waaronder gemeenschappelijke regelingen als Hart van Brabant, dat zij hun overtollige liquide middelen moeten aanhouden in de schatkist bij het ministerie van Financien. Schatkistbankieren krijgt een wettelijke basis in de wet Financiering decentrale overheden (Fido). Het ministerie vergoedt een rente over de tegoeden die bij de schatkist gestald zijn. Praktisch betekent dit voor Hart van Brabant dat alle overtollige liquide middelen boven de drempel van € 250.000,- moeten worden gestald bij de schatkist zolang deze niet benodigd zijn. Hiervoor moet een nieuwe bankrekening worden geopend.
7.2 Weerstandsvermogen en financiën bij Regio Hart van Brabant Door de invoering van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) dient vorm en inhoud te worden gegeven aan de treasuryfunctie. Het belangrijkste van de wet is het beheersen van risico’s. Voor een beoordeling van de financiële positie van een organisatie is niet alleen de huidige situatie van belang. Ook de toekomstige ontwikkelingen en risicofactoren dienen hierbij betrokken te worden.
75
De financiële positie van Regio Hart van Brabant kan worden beoordeeld vanuit een tweetal gezichtspunten namelijk vanuit de jaarlijkse exploitatie en via beoordeling van de vermogenspositie. Het saldo van de jaarlijkse exploitatie-uitgaven en -inkomsten van Regio Hart van Brabant wordt gedekt via een bijdrage per inwoner van de deelnemende gemeenten. Daarnaast kunnen er op bepaalde projecten co-financiers zijn. De vermogenspositie van Regio Hart van Brabant (exclusief BWS) bestaat uit een bescheiden algemene (vrije) reserve. De algemene reserve mag 10% omvatten van de begroting van het volgende jaar. De algemene (vrije) reserve per 31 december 2012 na bestemming bedraagt € 18.043,-. Naast de algemene reserve kende Regio Hart van Brabant per 31 december 2012 de reserve werkagenda (€ 715.377,-). Bij de jaarrekening 2012 is het voordelig resultaat van € 129.348,- toegevoegd aan de reserve werkagenda en hieruit is € 66.000,- toegevoegd aan de begroting 2013. Rekening houdend met de begroting 2013 en het voorstel in deze begroting bedraagt de reserve ultimo 2014 € 18.009,-. Het volledige overzicht van de reserves staat in de financiële begroting. Bij Regio Hart van Brabant zijn verder geen vaste activa, voorzieningen of vreemd vermogen aanwezig en worden deze ook voor de nabije toekomst niet verwacht. Regio Hart van Brabant heeft alleen een rekeningcourant verhouding met een bankinstelling waarmee alle financiële mutaties worden afgewikkeld. Enig risico is er niet waardoor bij Regio Hart van Brabant een treasury-statuut ontbreekt.
7.3 Bedrijfsvoering De bedrijfsvoering heeft als reikwijdte de organisatie van Regio Hart van Brabant, hetgeen niet alleen de ambtelijke organisatie maar ook de bestuurlijke organisatie omvat. De burger verwacht van een gemeente dat gemeentelijke middelen rechtmatig, doelmatig en doeltreffend besteed worden, dat de gemeente een betrouwbare partner is en transparant is. Deze verwachtingen zijn tevens criteria voor de bedrijfsvoering. Regio Hart van Brabant is een overleg- en uitvoeringsplatform waarbinnen de deelnemende gemeenten uitgaande van het beginsel van autonomie van het lokale bestuur - de regionale samenwerkingsmogelijkheden op allerlei gebied onderling bespreken en daar vorm aan geven, onder meer via concrete projecten, omdat de samenhang van een aantal strategische en ordenende taken daarom vraagt. Er is sprake van een lichte overlegstructuur als kader om de feitelijke samenwerking in portefeuillehoudersoverleggen vorm te geven. De bedrijfsvoering ondersteunt de uitvoering van het overlegplatform van Regio Hart van Brabant. De verantwoordelijkheid voor de organisatie berust primair bij het Algemeen Bestuur. De burgemeesters van de deelnemende gemeenten vormen het Algemeen Bestuur. Ten behoeve van de ondersteuning van het Algemeen Bestuur en het dagelijkse management van het programma is een Programmabureau ingericht bestaande uit een programmamanager die in dienst is bij de gemeente Tilburg en een managementassistente die in dienst is bij Midpoint Brabant. In 2014 is uitbreiding voorzien met een assistent-programmamanager. Het Algemeen Bestuur gaat een dienstverleningsovereenkomst betreffende het programmamanagement aan met de gemeente Tilburg. Het programmabureau coördineert het proces zoals boven omschreven. Daarnaast geeft het sturing aan realisatie van de regionale werkagenda Hart van Brabant 2011-2015, die eind 2011 is vastgesteld. In 2012 zijn twaalf prioritaire projecten benoemd in deze werkagenda door de samenwerkende gemeenten. De sturing op de realisatie vindt plaats in 2013. Een deel van de projecten wordt afgerond; een deel loopt volgens planning door in 2014. Daarnaast zijn, binnen de kaders van de strategische werkagenda en in samenhang met de triple helix agenda van Midpoint Brabant, voor 2014 een aantal vervolgactiviteiten opgevoerd. Ongeveer de helft van de activiteiten waarop gestuurd wordt vanuit Regio Hart van Brabant betreft zogenaamde algemene publieke samenwerkingsopgaven, zoals de regionale sociale agenda. De andere helft betreft samenwerkingsopgaven die
76
faciliterend zijn aan het programma van het regionale triple-helix samenwerkingsverband Midpoint Brabant. Dit zijn projecten met een vaak hoofdzakelijk economisch karakter. De gemeente Tilburg, waar de programmamanager in dienst is, draagt zorg voor alle reguliere werkgeverslasten betreffende de programmamanager en voor vervanging bij diens afwezigheid vanwege ziekte of om andere redenen. Tevens draagt betreffende gemeente, op basis van een dienstverleningsovereenkomst met de Stichting Midpoint Brabant, zorg voor een adequate werkplek met alle bijbehorende randvoorwaarden op locatie bij Midpoint Brabant en voor de inhuur van de managementassistente die in dienst is bij de Stichting Midpoint Brabant. De administratieve werkzaamheden ten behoeve van het opstellen van de ontwerpbegroting en –rekening, evenals het beheer van de vermogenswaarden, alsook de bewaring van archiefbescheiden conform gemeentewet worden door het Algemeen Bestuur, op basis van een dienstverleningsovereenkomst, opgedragen aan de gemeente Tilburg.
7.4 Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) Als gevolg van de opheffing van het Samenwerkingsverband Midden-Brabant heeft de gemeente Loon op Zand met ingang van 1 januari 1999 het budgetbeheer Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) overgenomen, uitgezonderd de gemeente Tilburg, die zelfstandig budgetbeheerder is. De financiële mutaties als gevolg van de uitvoering van deze wettelijke taak en de verslaggeving daarover in de jaarrekening van Regio Hart van Brabant worden aangeleverd door de gemeente Loon op Zand die namens Regio Hart van Brabant als budgetbeheerder BWS optreedt. Het Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) had als doelstelling het stimuleren van een gedifferentieerd woningaanbod en het bevorderen van nieuwbouw en ingrijpende verbetering, door middel van stortingen van middelen. De subsidie was bedoeld voor budgetbeherende bestuursorganen, sociale en particuliere verhuurders. De BWS regeling is per 1 januari 2005 beëindigd en in 2008 door VROM afgekocht jegens de uitvoerende lagere overheden. Voor zover de lagere overheden sindsdien niet tot afkoop kwamen jegens de begunstigde partijen, worden bij afwikkeling van de nog lopende subsidieverplichtingen (tot 2015) door deze uitvoerende lagere overheden nog risico’s gelopen. Voor het afdekken van deze risico’s werd in de meeste gevallen een reserve aangehouden. Naarmate de einddatum van de nog lopende subsidieverplichtingen dichterbij komt, wordt het risico dat wordt gelopen kleiner. Naarmate er door de lagere overheden meer verplichtingen werden afgekocht jegens de begunstigden wordt het risico eveneens kleiner. Voor de besteding van eventuele vrijvallende reserves aan een specifiek doel bestaat geen (juridische) verplichting. Door Regio Hart van Brabant is het grootste deel van de verplichtingen in de loop der jaren afgekocht. Tevens is begin 2007 het grootste deel van de reserve uitbetaald aan de deelnemende gemeenten. Een en ander gebeurde proportioneel, op basis van de inwonertallen van de gemeenten per 1 januari 1997. Voor de risico’s die nog tot en met 2014 worden gelopen houdt Regio Hart van Brabant, conform accountantsadvies, een kleine reserve aan. Het overige deel van de reserve BWS is, middels een voorstel dat in 2012 met de jaarstukken is voorgelegd aan de gemeenteraden van de samenwerkende gemeenten bestemd om de regionale werkagenda te realiseren. Het bedrag is conform een begrotingswijziging 2012 en de begroting 2013 besteed. Deze dekkingsgrond is in 2014 niet langer voorhanden, waardoor een stijging van de inwonersbijdrage nodig is voor Regio Hart van Brabant om over ongeveer hetzelfde werkbudget te kunnen beschikken als in 2013.
77
“Investeren in de regio maakt niet alleen de interne samenhang sterker, het moet er ook voor zorgen dat de positie van de regio op provinciaal, landelijk en internationaal toneel sterker wordt.”
78
8. Financiële Begroting Regio Hart van Brabant 8.1 Overzicht van baten en lasten Overzicht van baten en lasten per programma Thema
lasten
baten
1. Bestuur en algemeen management
374.414
319.331
2. Bedrijvigheid
160.000
160.000
3. Arbeidsmarkt
200.000
200.000
4. Leefbaarheid, veiligheid en zorg voor jong en oud
110.000
110.000
50.000
50.000
290.000
290.000
1.184.414
1.129.331
lasten
baten
5. Duurzaamheid 6. Ruimte en bereikbaarheid Totaal exclusief BTW
Toevoegingen / onttrekkingen reserves Thema 1. Bestuur en algemeen management
55.083
2. Bedrijvigheid 3. Arbeidsmarkt 4. Leefbaarheid, veiligheid en zorg voor jong en oud 5. Duurzaamheid 6. Ruimte en bereikbaarheid Totaal exclusief BTW
Saldo begroting na verrekening reserves
79
0
55.083
1.184.414
1.184.414
BTW De begrote bedragen zijn exclusief btw. De in rekening gebrachte btw wordt in eerste instantie voldaan door Hart van Brabant. De btw die voor compensatie in aanmerking komt wordt aan het einde van het boekjaar bij de deelnemende gemeenten in rekening gebracht. De deelnemende gemeenten kunnen deze btw via de declaratie bcf nog ten gunste van het boekjaar declareren waardoor deze per saldo geen meerkosten vormen. Voorwaarde is wel dat de Wet BCF blijft bestaan en dat de belastingdienst ook voor de nieuwe GR het toepassen van de koepelvrijstelling goedkeurt.
Dekking Te dekken lasten
1.184.414
Beschikbaar uit bijdragen deelnemende gemeenten
1.006.831
Beschikbaar uit co-financiering
120.000
Beschikbaar uit bijdragen gemeenten uitvoering BWS
2.500
Saldo tekort
55.083
Dekking uit reserve werkagenda
54.669
Dekking uit reserve BWS
414
Saldo
0
Bijdragen gemeenten Voorstel is de gemeentelijke bijdrage voor 2014 vast te stellen op € 2,45 per inwoner van de acht Hart van Brabant-gemeenten. De totale bijdrage is gebaseerd op 393.077 inwoners. Hierbij wordt (cf. het daarover in de Gemeenschappelijke Regeling bepaalde) uitgegaan van het aantal inwoners per 1 januari van het voorgaande begrotingsjaar conform opgave CBS. Hierop vindt geen btw-verrekening meer plaats. Daarnaast zijn Heusden en Baarle Nassau geassocieerde leden. Deze gemeenten dragen € 41.292,- resp. € 2.500,- bij in de kosten van Regio Hart van Brabant. De ontwerpbegroting 2014 gaat uit van een verhoging van de inwonersbijdrage van 1,45 in 2013 naar 2,45 in 2014. Voor 2015 en verder is vooralsnog echter geen verdere verhoging voorzien. De verhoging van de bijdrage van 1,45 naar 2,45 zorgt ervoor dat de omvang van de begroting in 2013 en 2014 nagenoeg gelijk is. In 2013 kon over een incidentele dekkingsbron worden beschikt (overtollige BWS-middelen die middels een begrotingswijziging werden toegevoegd aan de reserve werkagenda) die in 2014 niet langer voorhanden is.
80
De hoogte van de bijdrage van de gemeente Heusden is gebaseerd op volgende redenatie. De gemeente Heusden heeft besloten om, in het licht van de middels een samenwerkingsovereenkomst overeengekomen nauwere samenwerking tussen deze gemeente en de regio Hart van Brabant, voor het jaar 2014 € 75.000,- uit te trekken voor de regionale samenwerking in deze regio. De samenwerking is niet exclusief waardoor de gemeente Heusden ook € 75.000,- uittrekt voor de samenwerking in de regio Noordoost-Brabant. 2,45/4,45 deel van € 75.000 is € 41.292,-.
Inwoners per 01-01-2013*
Bijdrage 2014
Dongen
25382
62.186
Gilze en Rijen
25858
63.352
Goirle
22933
56.186
Hilvarenbeek
15086
36.961
Loon op Zand
23083
56.553
Oisterwijk
25770
63.137
208527
510.891
46438
113.773
393077
963.039
Gemeente
Tilburg Waalwijk Sub-totaal Heusden
41.292
Baarle-Nassau
2.500
Totaal
1.006.831
* Volgens opgave CBS
81
8.2 Reserves Het verloop van de reserves is in onderstaand overzicht weergegeven: Reserve
01-01-2013
Algemeen
18.043
BWS
56.241
Werkagenda
mutatie 2013
besteding 2013
31-12-2013
besteding 2014
18.043
31-12-2014 18.043
1.475
54.766
414
54.352
715.377
576.699
66.000
72.678
54.669
18.009
789.661
576.699
67.475
145.487
55.083
90.404
De begroting 2014 vertoont een tekort van € 55.083,-. Het voorstel is om dit te onttrekken aan de reserve werkagenda respectievelijk de reserve BWS. Om praktische redenen verwerken we deze onttrekking op het thema Bestuur en algemeen management.
82
8.3 Meerjarenoverzicht 2013-2017 In het meerjarenoverzicht is een tweetal tabellen opgenomen. Een overzicht van het jaar 2013, conform begrotingsopzet van dat jaar en een overzicht van de jaren 2014 tot en met 2017 conform de actuele begrotingsopzet. Terugkijkend op 2013 en vooruitkijkend naar de periode 2014 tot en met 2017 kunnen we concluderen dat de totale begrotingsomvang in deze jaren nagenoeg gelijk is.
Overzicht 2013
Begroting 2013
Programma
Lasten
Baten
1. Algemeen Bestuur
258.975
258.975
2. Arbeidsparticipatie
128.500
128.500
3. Economische Zaken, Recreatie & Toerisme
425.000
425.000
4. Milieu & Afval
135.000
135.000
5. Maatschappelijke Ontwikkeling & Jeugd, Jeugdgezondheidszorg
100.000
100.000
6. Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting
120.000
120.000
30.000
30.000
-45.000
-45.000
1.152.475
1.152.475
Dekking uit bijdrage per inwoner
571.801
571.801
Dekking uit reserve Werkagenda
576.699
576.699
Dekking uit reserve BWS
1.475
1.475
Bijdrage gemeenten kosten BWS
2.500
2.500
7. Verkeer en vervoer Onderuitputting Totaal
83
Meerjarenoverzicht 2014 - 2017
Thema
Begroting 2014
Lasten
Begroting 2015
Baten
Lasten
Begroting 2016
Baten
Lasten
Begroting 2017
Baten
Lasten
Baten
1. Bestuur en algemeen management
374.414
319.331
374.040
319.331
371.500
316.831
371.500
316.831
2. Bedrijvigheid
160.000
160.000
160.000
160.000
160.000
160.000
160.000
160.000
3. Arbeidsmarkt
200.000
200.000
200.000
200.000
200.000
200.000
200.000
200.000
4. Leefbaarheid, veiligheid en zorg voor jong en oud
110.000
110.000
110.000
110.000
110.000
110.000
110.000
110.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
290.000
290.000
290.000
290.000
290.000
290.000
290.000
290.000
0
0
5. Duurzaamheid 6. Ruimte en bereikbaarheid Taakstelling Totaal
Dekking uit bijdrage per inwoner
54669
54669
54669
1.184.414 1.129.331 1.184.040 1.184.000 1.181.500 1.181.500 1.181.500 1.181.500
1.006.831
1.006.831
1.006.831
1.006.831
120.000
120.000
120.000
120.000
Bijdrage gemeenten kosten BWS
2.500
2.500
0
0
Dekking uit reserve Werkagenda
54669
0
0
0
Dekking uit reserve BWS
414
40
0
0
Dekking uit cofinanciering
84
Toelichting Meerjarenoverzicht 2014 – 2017 Lasten Vooralsnog is in de meerjarenbegroting voor de jaren tot en met 2017 uitgegaan van een gelijkblijvend uitgavenniveau op alle thema’s. Baten In de ontwerpbegroting 2013 werd in de meerjarenraming uitgegaan van een stijging van de inwonersbijdrage voor Regio Hart van Brabant van € 1,45 in 2013, naar € 2,45 in 2014 en naar € 3,45 in 2015 en verder. Omdat draagvlak voor deze geschetste toekomstige verhoging bij een aantal gemeenteraden ontbrak heeft het Algemeen Bestuur van Regio Hart van Brabant de begroting 2013 vastgesteld met uitzondering van de meerjarenraming. De ontwerpbegroting 2014 gaat uit van een verhoging van de inwonersbijdrage van € 1,45 in 2013 naar € 2,45 in 2014. Voor 2015 en verder is vooralsnog echter geen verdere verhoging voorzien. De verhoging van de bijdrage van € 1,45 naar € 2,45 zorgt ervoor dat de omvang van de begroting in 2013 en 2014 nagenoeg gelijk is. In 2013 kon over een incidentele dekkingsbron worden beschikt (overtollige BWS-middelen die middels een begrotingswijziging werden toegevoegd aan de reserve werkagenda) die in 2014 niet langer voorhanden is. Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) In de kosten Bestuur en algemeen management is een bedrag opgenomen ten behoeve van uitvoering van de regeling 'Besluit Woninggebonden subsidies. De uitvoeringskosten (€ 2.500,- per jaar) worden in rekening gebracht bij de gemeenten en daarmee is de bijdrage uit BWS gelijk aan de kosten. De rentelasten (€ 1.475 in 2013, € 414 in 2014 en € 40 in 2015) komen uit de berekening verloop BWS. Basis zijn de verplichtingen ultimo 2011. Er is geen rekening gehouden met verdere vrijval. In 2015 vindt de laatste betaling plaats. In 2016 en verder zijn geen lasten (en baten) meer opgenomen. Het resultaat BWS wordt gedekt uit de reserve BWS.
85
Bijlage 1 - Financiële Begroting Midpoint Brabant De financiële begroting van Midpoint Brabant is opgenomen als bijlage, omdat deze als zodanig niet wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Regio Hart van Brabant. Midpoint Brabant is een zelfstandige stichting met een eigen stichtingsbestuur dat bevoegd is de begroting vast te stellen. De begroting is niettemin als bijlage in de begroting van Regio Hart van Brabant opgenomen om de hoogte te kunnen bepalen van de bijdrage die de samenwerkende gemeenten via Regio Hart van Brabant aan Midpoint Brabant willen verstrekken. Een en ander conform de bepalingen in de gemeenschappelijke regeling regio Hart van Brabant.
Overzicht van baten en lasten Overzicht van baten en lasten per programma Thema
lasten
baten
1. Bestuur en algemeen management
430.000
430.000
2. Bedrijvigheid
345.000
345.000
3. Arbeidsmarkt
100.000
100.000
0
0
100.000
100.000
0
0
975.000
975.000
lasten
baten
0
0
975.000
975.000
4. Leefbaarheid, veiligheid en zorg voor jong en oud 5. Duurzaamheid 6. Ruimte en bereikbaarheid Totaal inclusief BTW
Toevoegingen / onttrekkingen reserves Thema 1. Bestuur en algemeen management 2. Bedrijvigheid 3. Arbeidsmarkt 4. Leefbaarheid, veiligheid en zorg voor jong en oud 5. Duurzaamheid 6. Ruimte en bereikbaarheid Totaal inclusief BTW
Saldo begroting na verrekening reserves
86
BTW De begrote bedragen zijn inclusief btw. Op dit moment wordt onderzocht in hoeverre Midpoint Brabant in aanmerking zou kunnen komen voor btw compensatie via een koepelvrijstelling op grond van de Wet BCF. Dekking: Te dekken lasten
975.000
Beschikbaar uit bijdrage via Regio Hart van Brabant
819.862
Co-financiering
155.138
Saldo
0
Bijdragen via Regio Hart van Brabant De bijdrage van deelnemende gemeenten aan Midpoint Brabant verloopt via Regio Hart van Brabant en is net als bij Regio Hart van Brabant gebaseerd op een totaal van 393.077 inwoners per 1-1-2013 en een tarief van € 2,00 per inwoner. De hoogte van de bijdrage van de gemeente Heusden is gebaseerd op volgende redenatie. De gemeente Heusden heeft besloten om, in het licht van de middels een samenwerkingsovereenkomst overeengekomen nauwere samenwerking tussen deze gemeente en de regio Hart van Brabant, voor het jaar 2014 € 75.000,- uit te trekken voor de regionale samenwerking in deze regio. De samenwerking is niet exclusief waardoor de gemeente Heusden ook € 75.000,- uittrekt voor de samenwerking in de regio Noordoost-Brabant. 2/4¾ deel van € 75.000 is € 33.708,-. Inwoners per 01-01-2013*
Bijdrage 2014
Dongen
25382
50.764
Gilze en Rijen
25858
51.716
Goirle
22933
45.866
Hilvarenbeek
15086
30.172
Loon op Zand
23083
46.166
Oisterwijk
25770
51.540
208527
417.054
46438
92.876
393077
786.154
Gemeente
Tilburg Waalwijk Sub-totaal Heusden
33.708
Totaal
819.862
* Volgens opgave CBS
87
Co-financiering De begroting 2014 van Midpoint Brabant gaat uit van co-financiering voor een bedrag van € 155.138,-, buiten de bijdrage via Regio Hart van Brabant. Deze co-financiering moet nog worden gerealiseerd. Hiertoe ontstaan wellicht mogelijkheden bij hogere overheden op het moment dat Midpoint Brabant erin slaagt (co-) financiering te vinden voor programma’s en projecten binnen nieuwe subsidieprogramma’s. Mogelijk kunnen ook partners uit bedrijfsleven of onderwijs worden aangesproken. Om praktische redenen verwerken we deze op het thema Bedrijvigheid. Mocht het niet lukken deze co-financiering te realiseren, dan zullen de uitgaven van Midpoint Brabant, voor zover mogelijk, gedurende het jaar naar beneden moeten worden bijgesteld om binnen de begroting te blijven.
88
Bijlage 2 - Regionaal Economisch Actieprogramma (REAP) Opzet van het REAP Sinds 2007 is het Regionaal Economisch Actie Programma Midden-Brabant operationeel. Het betreft een tweetal meerjarenprogramma’s, die lopen in de periodes 2007-2011 en 2012-2015. De financiële opzet van het fonds bestaat uit een bijdrage van de Provincie Noord-Brabant en de regio Midden-Brabant. De regionale cofinanciering is voornamelijk publiek, behoudens de bijdrage van de Kamer van Koophandel. Laatstgenoemde cofinanciering komt hoogstwaarschijnlijk te vervallen per 1 januari 2014.
Een belangrijke bijdrage aan de regionale economie Met behulp van het REAP worden projecten aangejaagd die bijdragen aan de economische ontwikkeling van de regio Midden-Brabant. Het REAP is daarom ook losgekoppeld van het budget voor de algemene bedrijfsvoering van Midpoint Brabant. Het gaat om projectmatige cofinanciering voor regionale triple helix partners die projecten uitvoeren in het economische domein. Sinds 2007 zijn meer dan 100 projecten ontwikkeld via het REAP. Onder meer de planvormingstrajecten voor de Leisure Boulevard, Aerospace & Maintenance, Logistics Cities en Care Avenue, zijn slim gefinancierd voor het REAP. Tevens zijn vele projecten via het REAP opgeschaald naar Europees en provinciaal gefinancierde trajecten, waarmee de regio miljoenen aan investeringen heeft weten te realiseren. Uiteindelijk heeft het REAP een belangrijke vermenigvuldigingsfactor gevormd voor de regio. Deze multiplier ligt ongeveer rond de 30.
Besluitvorming en verantwoordelijkheden De beoordeling van projecten die worden ingediend bij het REAP ligt vastgelegd bij het Dagelijks Bestuur van Midpoint Brabant. De uitvoering van dit programma is tevens belegd bij Midpoint Brabant, waar een programma manager voor aangesteld is. De kosten voor de programmamanager worden betaald uit de totale financiering voor het REAP. Deze kosten mogen maximaal 20% bedragen van het volledige jaarlijkse subsidiebudget. De programma manager heeft een ontwikkel- en beheerfunctie, zowel inhoudelijk als financieel. Voor het gehele programma zorgt de programma manager voor verantwoording van alle inhoudelijke en financiële elementen richting de hoofdsubsidient, zijnde de Provincie Noord-Brabant. De jaarlijkse verantwoording wordt gecontroleerd door een onafhankelijke accountant en is openbaar. Een actuele stand van zaken is tevens opgenomen in het jaarverslag van Midpoint Brabant, dat in het voorjaar van 2013 is gepubliceerd.
Financiële inbedding voor het jaar 2014 Het tweede meerjarenprogramma voor het REAP (2012 – 2015) is voorzien van een meerjarenbegroting. In 2012 en 2013 is een bijdrage van € 278.000 door de provincie gerealiseerd. Het REAP is in de tussentijd helaas niet ontkomen aan het bezuinigingsproces van de provincie Noord-Brabant, waardoor de bijdrage van de provincie naar beneden is bijgesteld voor de uitvoeringsjaren 2014 en 2015. Inmiddels is besloten om de provinciale vaststelling voor de jaren 2014 en 2015 te organiseren als volgt: o o o
om de positieve economische ontwikkeling te bewerkstelligen heeft de provincie jaarlijks € 1.333.913 beschikbaar gesteld voor alle REAP-organisaties tezamen; toekenning per deelregio (West/Midden/Noordoost/Zuidoost) vindt plaats op basis van verhouding inwoneraantallen in de provincie Noord-Brabant; voor onze regio betekent dit dat er per resterend uitvoeringsjaar van het programma 2012-2015 een bedrag van € 248.121 door de provincie beschikbaar wordt gesteld.
89
De bijstelling van de provinciale bijdrage heeft tot gevolg dat de meerjarenbegroting aangepast dient te worden. Op 30 juni 2013 is de subsidieregeling gepubliceerd, dus er dient een nieuwe begroting gemaakt te worden en deze dient vastgesteld te worden door het Dagelijks Bestuur van Midpoint Brabant. Immers, een lagere bijdrage leidt tot minder ruimte om projecten te financieren. Mogelijk leidt deze herziening van de provincie ook tot lagere kosten voor programmamanagement en facilitaire ondersteuning. Een bijkomend vraagstuk is hoe de stopzetting van de cash en in natura bijdrage van de Kamer van Koophandel opgevangen wordt. Dit bedraagt in totaal € 56.000. Dit zou kunnen leiden tot een hogere bijdrage uit de regio om dit te compenseren. De definitieve meerjarenbegroting voor de uitvoeringsjaren 2014 en 2015 worden zo spoedig mogelijk voorgelegd.
90
Einde bijlage: TI Jaarstukken 2012 begroting 2014 Hart van Brabant.pdf
Terug naar het agendapunt
RV Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9699#
000718008 00356206 Onderwerp
Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen
Raadsvoorstel Inleiding Dit voorstel is het resultaat van een onderhandelingsproces tussen de gemeente en de heren T.A.W. van Delft en C.A.M. van Delft dat tot doel had om een locatie te vinden voor vestiging van een Gasbedrijf voor T.A.W. van Delft en een nieuwe bestemmingsregeling voor het perceel aan de Bosscheweg 67 te Drunen. Op basis van het bereikte onderhandelingsresultaat zijn de heren Van Delft bereid om drie lopende beroepsprocedures in te trekken. Feitelijke informatie Naar aanleiding van een verzoek van de heren Van Delft en een oriënterend gesprek op 21 september 2011 is op 2 november 2011 gestart met een mediationtraject. Doel van het traject was om een regeling te treffen die voldoende tegemoet kwam aan de wens van T.A.W van Delft om een gasbedrijf te kunnen vestigen met een gasvulstation en die tevens voorzag in een bestemmingsregeling voor de Bosscheweg 67 die aan de voorzijde voldoende ontwikkelingsmogelijkheden bood voor C.A.M. van Delft, in de vorm van vestiging van nieuwe bedrijvigheid. Met betrekking tot deze wensen waren geschillen gerezen tussen de heren Van Delft en de gemeente en lopen er 3 beroepszaken bij de rechtbank in Den Bosch, te weten, beroepen tegen: de weigering van uw gemeenteraad om een verklaring van geen bezwaar aan te vragen voor een zelfstandige projectprocedure ten behoeve van onder meer de vestiging van een gasbedrijf aan de zuidzijde van de Bosscheweg 67; de weigering van ons college om een aanlegvergunning te verlenen voor grondwerkzaamheden op dit perceel; de weigering van ons college om twee bouwvergunningen te verlenen voor de bouw van bedrijfshallen op dit perceel. De inzet van de gemeente was vanaf het begin gericht op een regeling te treffen die niet alleen ruimte bood aan de wensen van Van Delft, maar die tevens zou borgen dat er geen sprake zou zijn van overschrijding van milieunormen c.q. overlast voor de directe omgeving c.q. omwonenden. Daarmee wordt niet alleen een duurzame oplossing bereikt voor de betrokken bedrijven en omwonenden, maar tevens invulling gegeven aan de toezegging van ons college tijdens de raadsvergadering van 16 juni 2009 om samen met de ondernemer op zoek te gaan naar een alternatieve locatie. Getracht is om bij het begin van het onderhandelingstraject de heren Moeling en Ter Berg bij de mediation te betrekken. De heer Moeling woont naast het perceel aan de Bosscheweg 67, en de heer Ter Berg aan de Bosscheweg 73. Vanaf de publicatie van het vrijstellingsverzoek van Van Delft voor de vestiging van een gasvulstation hebben beiden kenbaar gemaakt niet alleen grote bezwaren te hebben tegen de vestiging van een gasbedrijf, maar ook tegen een deel van de huidige activiteiten. Vooral de aanwezigheid van twee grondtransportbedrijven stuit bij beiden op verzet vanwege de geluidsbelasting die wordt veroorzaakt door het aan- en afrijdende zware vrachtverkeer. Om hen moverende redenen besloten beiden echter om niet in te gaan op de uitnodiging om deel te nemen aan de mediation. Het vinden van een oplossing die in de ogen van partijen aan alle betrokken belangen tegemoet kwam bleek ingewikkeld, maar uiteindelijk is er een resultaat waarin beide partijen zich kunnen vinden.
1
000718008 00356206 Onderwerp
Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen
Afweging Het volledige onderhandelingsresultaat treft u aan in de vaststellingsovereenkomst, maar behelst op hoofdpunten het volgende: 1. er vindt een grondruil plaats met gesloten beurzen tussen de gemeente en de heer T.A.W. van Delft. De gemeente draagt circa 10.800 m2 over aan T.A.W. Van Delft. Daarvoor in ruil draagt Van Delft een gelijk oppervlak over aan de zuidzijde van het perceel aan de Bosscheweg 67; 2. het perceel aan de Touwslager zal worden herbestemd van “agrarisch” naar “gasbedrijf”. Het desbetreffende deel van het perceel aan de Bosscheweg zal worden herbestemd van “wegenbouwbedrijf” tot “natuur”. Een en ander conform de conceptregelingen zoals die als bijlagen aan de conceptovereenkomst zijn toegevoegd. Doordat er netto geen toevoeging plaatsvindt aan de totale hoeveelheid oppervlakte aan bedrijfsgrond, wordt voldaan aan de eisen van de Provinciale Verordening Ruimte; 3. het resterende deel van het perceel aan de Bosscheweg krijgt eveneens een herziene bestemming. De wezenlijke veranderingen ten opzichte van de bestaande bestemming zijn de volgende: a. de bestemming wegenbouwbedrijf wordt omgezet naar de bestemming “bedrijf” waarbij de bedrijfscategorieën 1 en 2 aan de noordzijde zijn toegelaten, en de categorieën 1, 2 en 3.1 aan de zuidzijde; b. het toegestane oppervlak aan bebouwing neemt toe van ongeveer 3.000 m2 tot 4.100 m2; c. de bestaande uitweg pal naast Bosscheweg 65 wordt verplaatst naar het midden van het terrein. De voormalige inrit blijft wel toegankelijk als calamiteitenroute; d. de bestemming van de bedrijfswoning aan de Bosscheweg 67 wordt omgezet naar “wonen”. 4. voor de nieuwe inrit zal vergunning worden verleend voor het kappen van een boom aan de Bosscheweg. De gemeente draagt zelf zorg voor het verwijderen van de boom. De kosten voor compensatie komen voor rekening van Van Delft; 5. de gemeente legt de nieuwe inritten aan voor de percelen aan de Bosscheweg en de Touwslager, voor zover het grond betreft die bij de gemeente in eigendom is; 6. na instemming van de raad trekken de heren T.A.W. van Delft en C.A.M van Delft en mevrouw P.S.H. van Delft hun beroepsprocedures tegen de gemeente Heusden in. Aan de hierboven weergegeven keuzes liggen de volgende overwegingen ten grondslag: Ad 1 Door middel van de grondruil met gesloten beurzen is de gekozen oplossing voor beide partijen financieel haalbaar, c.q. aanvaardbaar. Ad 2 Een bedrijfsvestiging op een van de uitgeefbare bedrijfsterreinen kwam niet in aanmerking, omdat de -6 risicocontour (10 ) van het bedrijft dan over belendende bedrijfsterreinen zou komen te vallen. Dat is in strijd met het externe veiligheidsbeleid van de gemeente Heusden. De gekozen locatie ten westen van bedrijventerrein “Het Hoog” is vooral zo geschikt voor de vestiging van het gasbedrijf omdat de risicocontour zich niet uitstrekt over (beperkt) risicogevoelige objecten. Op dit moment is de locatie deels in gebruik als tijdelijk gronddepot voor bouwkavels op “Het Hoog”, en deels voor de beweiding van paarden. Voor het tijdelijke gronddepot zijn voldoende alternatieven beschikbaar op “Het Hoog”, of in de directe omgeving, zodat verplaatsing van het depot zonder veel problemen te realiseren valt. Voor de paardenweide geldt dat deze door de gemeente verhuurd is met een opzegtermijn van één maand. Als gevolg van de herbestemming van de zuidzijde van de Bosscheweg tot “natuur” is er geen sprake van een toename van het totale gemeentelijke oppervlak aan bedrijfsgrond. Daarnaast is er per saldo sprake van een verbetering van de landschappelijke kwaliteit door de landschappelijke inpassing van het perceel aan de Touwslager en het verdwijnen van de bedrijvigheid aan de zuidzijde van de Bosscheweg. Daarmee past de verplaatsing ook binnen de voorwaarden die worden gesteld door de Provinciale Verordening Ruimte. Ad 3 Als gevolg van de verandering in de bedrijfsbestemming wordt zware bedrijvigheid ter plaatse wegbestemd, hetgeen een significante vermindering van de milieudruk ter plaatse tot gevolg heeft. Concreet betekent dit dat de bedrijven Van Erp en Mandemakers als gevolg van de overeenkomst
2
000718008 00356206 Onderwerp
Ad 4
Ad 5
Ad 6
Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen
en de bestemmingswijziging hun grondopslag en –transport ter plaatse zullen beëindigen. Daar staat tegenover dat er wel sprake is van een verruiming van de bestemmingsregeling doordat in algemene zin alle bedrijven van categorie 1 en 2 op het gehele terrein worden toegelaten, en bedrijven van categorie 3.1 op een deel van het terrein. Met deze bestemming wordt voldaan aan de richtlijnen voor milieuzonering. De verplaatsing van de inrit heef eveneens een positief effect voor de omwonenden. In het bijzonder de woning aan de Bosscheweg 65 zal als gevolg van deze verplaatsing minder geluidsdruk ervaren dan in de huidige situatie. Voor het verleggen van de inrit is het kappen van één boom noodzakelijk. Dit betreft een 90-jarige beuk. Hoewel het uitgangspunt bij dergelijke bomen is dat deze gehandhaafd dienen te blijven, kan in dit geval daarop een uitzondering worden gemaakt omdat: er sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang in de vorm van een aanzienlijke verbetering van het woonklimaat aan de westzijde van het perceel; geen alternatieve mogelijkheden bestaan voor een alternatieve ontsluiting; De compensatie in de vaststelling is geregeld. Voor de nieuwe inrit zullen er aanpassingen moeten plaatsvinden op zowel de openbare weg als op het terrein van Van Delft. Het ligt in de rede dat beide partijen de aanpassingen die gedaan moeten worden op eigen grond, voor eigen rekening nemen. Als gevolg van de vaststellingsovereenkomst komt er een einde aan een langslepend juridisch conflict tussen de gemeente Heusden en de heren Van Delft.
Gezien de aard van de grondruil en de daarmee gepaard gaande veranderingen in bestemming is in het kader van een staatssteuntoets door een onafhankelijke taxateur een taxatierapport opgesteld waarin de waarden van de percelen worden gegeven voorafgaand en na de bestemmingswijzigingen en de overdracht van de grond. Voor de gronden van C.A.M. Van Delft geldt dat de bestemmingswijziging als gevolg van de vaststellingsovereenkomst geen invloed hebben op de waarde. Met betrekking tot de gronden die in eigendom zijn van T.A.W van Delft komt het rapport tot de volgende bevindingen: Voor transactie Waarde bedrijfsperceel Bosscheweg € 1.022.000,Waarde bedrijfswoning Bosscheweg € 99.920,Totaal: € 1.121.820,-
Na transactie Waarde bedrijfsperceel Touwslager € 1.026.000,Waarde burgerwoning Bosscheweg € 193.600,Totaal: € 1.219.600
Het gevolg van de transacties is dus dat er een voordeel ontstaat voor de heer T.A.W. van Delft ten bedrage van € 97.680,00. Het drempelbedrag voor ongeoorloofde staatsteun is € 200.000,00. Dit voordeel wordt vooral veroorzaakt door het omzetten van de bestemming van de aanwezige bedrijfswoning. Deze omzetting is noodzakelijk omdat de heer T.A.W. van Delft zijn gasbedrijf niet kan vestigen aan de Bosscheweg, zoals bij de aanschaf van de woning en het perceel was voorzien. Aangezien het berekende voordeel voor de heer T.A.W. van Delft ruim onder het drempelbedrag ligt, kan geconcludeerd worden dat van ongeoorloofde staatssteun geen sprake is. De regeling die getroffen is in de vaststellingsovereenkomst is veelomvattend en betreft bevoegdheden die deels bij uw raad liggen en deels bij ons college. Voor zover het gaat om de verandering van de bestemmingsregelingen liggen de bevoegdheden bij uw raad. Met betrekking tot het verlenen van omgevingsvergunningen, de verkoop van grond, de opzegging van de huur en het verplaatsen van het tijdelijke gronddepot is ons college bevoegd. Om die reden wordt voor deze vaststellingsovereenkomst van beide bestuursorganen instemming gevraagd voor zover de overeenkomst de uitoefening van de eigen bevoegdheden betreft.
3
000718008 00356206 Onderwerp
Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen
Inzet van Middelen Aan de grondruil zijn kosten verbonden voor de notaris (50%), aanleg van twee inritten en verwijdering van een boom. De totale kosten zijn naar verwachting € 13.000,00. Bij levering van het perceel Touwslager moet de volledige boekwaarde worden afgewaardeerd. Omdat hier geen opbrengst tegenover staat, leidt dit tot een eenmalig boekverlies van € 54.000,00. Het perceel Bosscheweg wordt bestemd voor natuur en vertegenwoordigt met die bestemming geen economische waarde. Op basis van bovenstaande zijn de totale kosten € 67.000,00. Voor een bedrag van € 13.000,00 komen de kosten ten laste van de stelpost bedrijfsverplaatsingen. Voor een bedrag van € 54.000,00 komen de kosten in 2014 ten laste van beheer gemeentelijke eigendommen. In de conceptbegroting 2014 is met deze kosten rekening gehouden. De gemaakte kosten voor mediation en taxatie komen ten laste van het reguliere budget juridische advieskosten. Risico's Het voorstel heeft tot gevolg dat er ruimte wordt geboden aan de nieuwvestiging van een BEVI-inrichting met een risicocontour. Uit de risicoanalyse die ten behoeve van dit besluit is uitgevoerd (zie bijlage QRA), blijkt echter dat het er geen risiconormen worden overschreden. Ook past het bedrijf binnen het externe veiligheidsbeleid zoals dat binnen de gemeente Heusden van toepassing is. Procedure Na instemming van uw raad en ondertekening van de overeenkomst zullen de beroepsprocedures worden ingetrokken. Ook zal dan begonnen worden met de procedures voor de overeengekomen herzieningen van de bestemmingsplannen voor de percelen aan de Bosscheweg en de Touwslager. Een en ander conform de planning die als bijlage aan de overeenkomst is toegevoegd. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden, de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
4
000718008 00356206 Onderwerp
Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 17 september 2013; gezien het voorstel van het college van 13 augustus 2013,
gelet op de beraadslaging;
besluit: In te stemmen met de vaststellingsovereenkomst voor zover deze de uitoefening van de eigen bevoegdheden betreft. .
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
5
Einde bijlage: RV Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917
Terug naar het agendapunt
BIJL Planning bestemmingsplannen Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 20130917.pdf (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9700#
Planning bestemmingsplan procedure Bosscheweg en Touwslager Onderstaande planning is gebaseerd op het nu bekende schema van raadsvergaderingen in 2013. Voor 2014 is dat schema nog niet bekend, en is de planning dus wat meer indicatief. Procedurestap Vaststelling definitieve tekst Mediation overeenkomst Aanbieden aan college Instemming raad Ter inzagelegging ontwerpbestemmingsplannen Einde terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan Vaststelling bestemmingsplan Vaststelling bestemmingsplan perceelsdeel “Natuur” aan Bosscheweg 67
Planning 29 juli2013 6 augustus 2013 17 september 2013 10 oktober 2013 21 november 2013 Februari 2014 Maart 2014
Einde bijlage: BIJL Planning bestemmingsplannen Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 20130917.pdf
Terug naar het agendapunt
TI Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9789#
GH/VD 01082013 concept
Vaststellingsovereenkomst PARTIJEN:
1. gemeente Heusden, gevestigd te Vlijmen, Julianastraat 34, ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de burgemeester van de gemeente Heusden, de heer Drs. J. Hamming, tevens vertegenwoordigend het college van burgemeester en wethouders alsmede de gemeenteraad voor zover de overeenkomst hun bevoegdheden betreft,
en a. de heer C.A.M. van Delft, geboren te Drunen op 15 november 1948, mevrouw P.S.H. van Delft-van Logten, geboren op 11 augustus 1952, echtelieden, wonende te 5151 AC Drunen, Kleinestraat 29 b. de heer T.A.W. van Delft, geboren te Waspik op 28 januari 1979, wonende te 5151 BB Drunen, Bosscheweg 67a, te dezen zowel handelend: - in privé; en - als zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegde eigenaren van respectievelijk Berntz vastgoed en J. C.. van Loon Gasservice. De heer C.A.M. van Delft, mevrouw P.S.H. van Delft en de heer T.A.W. van Delft hierna tezamen te noemen: ‘Van Delft’. De heer C.A.M. van Delft en mevrouw P.S.H. van Delft hierna te noemen: ‘C.A.M. van Delft’. De heer T.A.W. van Delft, hierna te noemen: ‘T.A.W. van Delft’. De gemeente en Van Delft hierna tezamen te noemen: “partijen”
OVERWEGENDE DAT: tussen partijen een geschil is ontstaan zoals omschreven in artikel 1 van hun mediationovereenkomst; dit geschil betreft het weigeren van twee bouwvergunningen en het besluit van de gemeenteraad om geen verklaring van geen bezwaar aan te vragen voor een projectbesluit dat door Van Delft was aangevraagd voor de Bosscheweg; partijen hebben besloten te trachten dit geschil op te lossen door mediation en daartoe in november 2011 een mediationovereenkomst hebben gesloten; in het kader van de mediationovereenkomst gesprekken zijn gevoerd onder leiding van mr. J.E. Lenglet, mediator;
1
GH/VD 01082013 concept
de bedoeling van partijen is een grondtransactie te doen plaatsvinden ter oplossing van het geschil waarbij sprake is van overdracht met gesloten beurzen; partijen gelet op dat uitgangspunt naar aanleiding van de concept vaststellingsovereenkomst gezamenlijk een taxatie hebben doen opstellen waarbij de marktwaarde van de loten in de transactie zijn bepaald, zodat partijen een nadere afweging konden maken bij de beoordeling of de transactie achteraf kan worden beoordeeld als een vorm van staatssteun; partijen het resultaat van hun onderhandelingen en hetgeen zij voor het overige zijn overeengekomen in deze vaststellingsovereenkomst op hoofdlijnen wensen vast te leggen; VERKLAREN HET VOLGENDE TE ZIJN OVEREENGEKOMEN Artikel 1:
Grondruil c.a.
1.1 De gemeente draagt aan T.A.W. van Delft over een perceel grond, gelegen aan de westzijde van Het Hoog (Touwslager) te Nieuwkuijk ter grootte van ± 10.800 m2, deel uitmakende van het kadastrale perceel gemeente Vlijmen, sectie N, nummer 3898, hierna te noemen: ‘perceel A’, zijnde een bouwrijp gemaakt perceel 1.2 T.A.W. van Delft draagt aan de gemeente over een perceel grond, gelegen aan de Bosscheweg te Drunen, ter grootte van ± 10.800 m2, deel uitmakende van het kadastrale perceel gemeente Drunen, sectie L, nummer 6567, hierna te noemen: ‘perceel B’. 1.3 Aan de overeenkomst is een tekening gehecht, waarop perceel A en perceel B schetsmatig zijn weergegeven. De tekening vormt onderdeel van onderhavige overeenkomst en zal door partijen worden geparafeerd. 1.4 Partijen zijn overeengekomen dat de overdracht van de gronden met gesloten beurzen zal plaatsvinden;
1.5 De juridische overdrachten van de percelen A en B vinden plaats ten overstaan van notariskantoor Merkx, Vugts en Vlemmix te Heusden, in twee overdrachten die ook in tijd te onderscheiden zijn, namelijk steeds drie weken nadat de respectievelijke herzieningen als genoemd in de artikelen 2.1 t/m 2.4 van onderhavige overeenkomst, voor de desbetreffende percelen onherroepelijk zijn geworden. 1.6 Alle kosten van de overdracht, waaronder begrepen de notariskosten en het kadastralerecht zijn voor rekening van de gemeente en Van Delft, ieder voor de helft. De verschuldigde overdrachtsbelasting voor perceel B komt voor rekening van de gemeente, met dien verstande dat de gemeente een beroep doet op de vrijstelling 2
GH/VD 01082013 concept
overdrachtsbelasting zoals opgenomen in artikel 15 lid 1 letter c van de Wet op belastingen van rechtsverkeer 1970, op basis waarvan de verkrijging van het verkochte, door een publiekrechtelijk rechtspersoon zoals koper, van overdrachtsbelasting is vrijgesteld. De omzetbelasting voor perceel A komt voor rekening van T.A.W. van Delft. 1.7 Zowel perceel A als perceel B zal worden geleverd met alle daarbij behorende rechten en aanspraken (ook die uit hoofde van erfdienstbaarheid als heersend erf) en met alle kwalitatieve rechten, vrij van hypotheken en beslagen en inschrijvingen daarvan. 1.8 Zowel de gemeente als T.A.W. van Delft aanvaarden uitdrukkelijk die lasten en beperkingen kenbaar uit de openbare registers als hiervoor omschreven en die voor partijen uit de feitelijke situatie kenbaar zijn en/of voor partijen geen wezenlijk zwaardere belasting betekenen. 1.9 Partijen garanderen ten opzichte van elkaar het volgende: a. partijen zijn bevoegd tot verkoop en levering van de desbetreffende grond; b. de gronden zijn niet betrokken in een landinrichtingsplan als bedoeld in de Landinrichtingswet en zijn niet ter onteigening aangewezen; c. voor partijen bestaan ten opzichte van derden geen verplichtingen uit hoofde van een voorkeursrecht op optierecht; d. op de gronden rusten de gebruikelijke zakelijke lasten, waarvan de verschenen termijnen zijn voldaan; e. aan hen op het moment van het sluiten van de overeenkomst van overheidswege of door nutsbedrijven geen veranderingen betreffende de gronden waren voorgeschreven of aangekondigd, welke toen nog niet waren uitgevoerd; f. perceel A en perceel B zullen ten tijde van de aflevering geheel vrij van huur zijn en/of van huurkoopovereenkomsten of andere aanspraken tot gebruik, leeg en ontruimd en ongevorderd. 1.10 Een verschil tussen de in deze overeenkomst genoemde oppervlakten en de op grond van de ambtshalve kadastrale meting vast te stellen daadwerkelijke oppervlakten, verleent geen van beide partijen een recht op verrekening of op enigerlei ander recht. Bij vorenbedoelde kadastrale meting zal worden uitgegaan van hetgeen is vermeld op de aan deze overeenkomst gehechte situatietekening.
1.11 Partijen dienen de desbetreffende percelen feitelijk te leveren op de datum van notariële overdracht. De feitelijke levering dient te geschieden vrij van hypotheken en beslagen, pacht, huur en/of gebruik of aanspraken daarop, geheel leeg en ontruimd, tenzij in deze overeenkomst anders is vermeld.
3
GH/VD 01082013 concept
1.12 Het gekochte komt voor risico van de desbetreffende verkrijger bij de notariële overdracht, tenzij de feitelijke ingebruikneming eerder heeft plaatsgevonden, in welk geval het risico vanaf het moment van de feitelijke ingebruikneming overgaat op de desbetreffende verkrijger. 1.13. Partij T.A.W. van Delft heeft om niet het recht van voortgezet gebruik van perceel B tot op moment dat het huidige bedrijf is verplaatst naar het door hem te verwerven perceel A. Met dien verstande dat dit recht in ieder geval vervalt na het verstrijken van de termijn zoals genoemd in art 3.3 van deze overeenkomst..
1.14 Alle baten en lasten komen voor rekening van de desbetreffende verkrijger met ingang van de datum van eigendomsoverdracht. De dan lopende baten en lasten, met uitzondering van de onroerend zaak belasting voor het feitelijk gebruik, zullen tussen partijen naar rato worden verrekend. 1.15 De gemeente verklaart perceel A uitsluitend te hebben gebruikt als opslagterrein voor schone of niet verontreinigde grond ten behoeve van Bedrijventerrein Het Hoog, respectievelijk braakliggend terrein. 1.16 Van een verontreiniging is de gemeente niets bekend, onder meer op grond van: Eigen deskundigheid; Het gebezigde gebruik van het registergoed; Uit de hierboven aangehaalde punten blijkt niet dat perceel A in zodanige mate is verontreinigd met giftige, chemische en/of andere (gevaarlijke) stoffen, dat het aannemelijk is dat deze verontreiniging ingevolge thans geldende milieuwetgeving en/of milieurechtspraak aanleiding zou geven tot sanering of tot het nemen van andere maatregelen. 1.17 T.A.W. van Delft verklaart dat perceel B deel uitmaakt van een perceel, waarop in het verleden een wegenbouwbedrijf was gevestigd. Naar de gesteldheid van de bodem van dit terrein zijn in het verleden meerdere onderzoeken verricht, te weten het saneringsplan d.d. 11 oktober 2006, nr. jopo/wime5/45623, het nader bodemonderzoek d.d. 26 oktober 2000, kenmerk 05082359, het zogenaamde nulsituatie-onderzoek d.d. 24 juli 2000, rapportnummer 00042843, het nader bodemonderzoek d.d. januari 1995, rapportnummer 7372.C0428.AO/R002/JVG/SEP, het nulsituatie-onderzoek daterend van oktober 1992, nummer 92/7372.03/2K. Op 11 oktober 2006 is door J.C. van Loon Gasservice een saneringsplan ingediend, waarvan voornoemde onderzoeken deel uitmaken. Bij besluit van 30 januari 2007 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant een beschikking op grond van de artikelen 28, 29, 37 en 39 van de Wet bodembescherming afgegeven, waarna een grondsanering heeft plaatsgevonden. Het saneringsverslag is op 6 september 2011, kenmerk 4
GH/VD 01082013 concept
NB079700044 door Gedeputeerde Staten goedgekeurd. Een bevestiging van de goedkeuring is als bijlage aan onderhavige overeenkomst worden gehecht. 1.18 De gemeente verklaart kennis te hebben van de onderzoeken en besluiten genoemd in artikel 1.17 en op de hoogte te zijn van de plaatsgevonden sanering. Noch de onderzoeken noch de sanering vormen een grondslag voor het ontbinden van de overeenkomst. 1.19 De gemeente doet beroep op de vrijstelling van overdrachtsbelasting met betrekking tot de overdracht van perceel B. Artikel 2: ·Partiële herziening bestemmingsplannen en bepalingen overige percelen -
-
2.1 Om de vestiging van het gasbedrijf op perceel A te kunnen realiseren is een herziening van het ter plaatse vigerende bestemmingsplan “Buitengebied” noodzakelijk. (hierna te noemen partiële herziening A) T.A.W. van Delft zal de voor deze herziening benodigde informatie aan de gemeente verstrekken na het verkrijgen van de informatie die voor de herziening noodzakelijk is, neemt de gemeente met in achtneming van de planning, die als bijlage deel uitmaakt van deze overeenkomst, als inspanningsverplichting op zich om alle voor de herziening noodzakelijke werkzaamheden te verrichten. De gemeente brengt het ontwerpbestemmingsplan met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen in procedure. De gemeente neemt de inspanningsverplichting op zich te bevorderen dat het ontwerpbestemmingsplan, inclusief eventuele tussentijdse wijzigingen, op de kortst mogelijke termijn in werking treedt en onherroepelijk wordt. . Aan deze overeenkomst is een planning gehecht welke onderdeel uitmaakt van deze vaststellingsovereenkomst, met daarin aangegeven de diverse stappen met daaraan gekoppelde tijdslimiet. Partijen verplichtingen zich jegens elkaar zich hieraan – overmacht uitgezonderd – te houden. De kosten van partiële herziening A komen voor rekening van de gemeente. Indien tijdens de procedure blijkt dat ook andere omgevingsonderzoeken c.q. rapportages nodig zijn, dan worden deze eveneens door T.A.W. van Delft verstrekt. Partijen hebben overleg gevoerd omtrent de aan dit perceel toe te kennen bestemming en regels, die als bindende bijlage deel van deze overeenkomst uitmaakt en alleen in het kader van de planologische procedure nog kan worden gewijzigd. . Vorenstaande publiekrechtelijke medewerking van de gemeente geldt als inspanningsverplichting en laat onverlet de mogelijkheden voor derden om zich (in rechte) tegen het bestemmingsplan te verzetten. Indien derden gebruik maken van de hen toekomende rechtsbeschermingsmogelijkheden zullen partijen onderzoeken op welke wijze de daaruit voor de realisering van het initiatief, waarbij het project Bosscheweg en het project Touwslager onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, voortvloeiende nadelige gevolgen – bijvoorbeeld door aanpassing van het initiatief – kunnen worden ondervangen. Daartoe nemen partijen ook een inspanningsverplichting op zich. Datzelfde zullen partijen doen indien de voor de realisering van het initiatief benodigde publiekrechtelijke medewerking van
5
GH/VD 01082013 concept
overheidsorganen niet (tijdig) afkomt, c.q. verleende publiekrechtelijke medewerking door de bestuursrechter wordt geschorst en/of vernietigd.
2.2. De gemeente heeft bij de vaststelling van het bestemmingsplan buitengebied het perceel als bedoeld in art. 2.3 buiten het vaststellingsbesluit gehouden. Om die reden zal het vaststellen van de partiële herziening van het bestemmingsplan voor dit perceel (hierna te noemen partiële herziening B) worden opgevat als een programmatische herziening waarvoor Van Delft geen leges verschuldigd is. Ook zal de gemeente geen leges heffen voor de herziening, als bedoeld in art. 2.4 daar de gemeente ten aanzien van dit plandeel in de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State d.d. 26 oktober 2011, nr. 201006997/1/R3, voorziet. T.A.W. van Delft en C.A.M. van Delft vragen niet eerder omgevingsvergunningen aan ter verwezenlijking van de nieuwe bestemming, dan na het onherroepelijk worden van de bestemmingsplannen voor de perceel A respectievelijk de percelen secties L 6564, L 6565 en L 6566. 2.3 In partiële herziening B zal perceel B, teneinde te voldoen aan de recente provinciale eisen met betrekking tot het bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit, zoals weergegeven in hoofdstuk 2 van de Verordening Ruimte 2012, de bestemming Natuur krijgen, zodanig dat deze desgewenst als compensatie door de gemeente elders binnen haar grondgebied kan worden ingezet, maar tevens met zodanige bestemmingsregels dat de bestemming geen belemmering oplevert voor de voortzetting van de bedrijfsactiviteiten die na de verplaatsing van het bedrijf van T.A.W. van Delft aan de Bosscheweg toelaatbaar zijn. Partijen hebben overleg gevoerd omtrent de aan dit perceel toe te kennen bestemming en regels, die als bindende bijlage deel van deze overeenkomst uitmaken. Partiële herziening B zal niet eerder dan nadat de onder 2.1 bedoelde partiële herziening A onherroepelijk is geworden, worden vastgesteld, doch uiterlijk zo snel mogelijk na het moment dat de omgevingsvergunning(en), betrekking op het perceel A is/zijn verleend. Ook ten aanzien van dit perceel neemt de gemeente de inspannings- en overlegverplichting op zich als bedoeld in artikel 2.1.
2.4 Perceel Sectie L 6564 (groot 0.08.87 ha) is in eigendom van T.A.W. van Delft. Dit perceel krijgt middels de partiële herziening B de bestemming Wonen. Partijen hebben overleg gevoerd omtrent de aan dit perceel toe te kennen bestemming en regels, die als bindende bijlage deel van deze overeenkomst uitmaken. Perceel Sectie L 6565 en L 6566 is in eigendom van C.A.M. van Delft, met een omvang van 13.596 m2 en grenzend aan perceel B, krijgt middels de partiële herziening B een gewijzigde bedrijfsbestemming conform de aan deze overeenkomst toegevoegde conceptverbeelding 6
GH/VD 01082013 concept
en planregels. Partijen hebben overleg gevoerd omtrent de aan dit perceel toe te kennen bestemming en regels, alsmede bedrijvenlijst, die als bindende bijlage deel van deze overeenkomst uitmaken. Ook ten aanzien van deze percelen nemen partijen de inspanningsen overlegverplichting op zich als bedoeld in artikel 2.1.
2.5 Partijen komen overeen dat bij de herinrichting van de overige eigendomspercelen, bedoeld in lid 4 van onderhavig artikel, de huidige in- en uitrit, thans grenzend aan het perceel Bosscheweg 65 te Drunen door en voor rekening van de gemeente zal worden verplaatst naar een locatie, gelegen in het midden van de voorste perceelsgrens van het bedrijfsterrein. Deze verplichting van de gemeente betreft uitsluitend de werkzaamheden die betrekking hebben op de gronden die de gemeente zelf in eigendom heeft. Voorzover de verlegging van de inrit werkzaamheden noodzakelijk maakt op gronden die niet in eigendom zijn van de gemeente, komen deze voor rekening van C.A.M van Delft. De huidige in- en uitrit zal daarna slechts mogen dienen als calamiteitenroute en zal ook als zodanig planologisch worden bestemd, waartoe wordt verwezen naar de voor dit perceel als bindende bijlage geldende bestemmingsregeling, zoals omschreven in artikel 2.4. De nieuwe (vervangende) in- en uitrit dient zodanig gesitueerd te zijn dat ter plaatse slechts één volwassen beuk hoeft te worden gekapt. Hiervoor is een kapvergunning vereist en eventueel een ontheffing in verband met de verkeersveiligheid. Daar deze beuk ligt op grond die in eigendom is van de gemeente, zal de gemeente ervoor zorgdragen dat tijdig doch in ieder geval uiterlijk op het moment dat T.A.W. van Delft zijn huidige gasbedrijf verplaatst naar de locatie Touwslager, beschikt wordt over daartoe strekkende omgevingsvergunningen c.q. vergunningen op grond van de APV. C.A.M. van Delft betaalt aan de gemeente ter compensatie van de te verwijderen beuk en het verwijderen van de beuk een eenmalig bedrag ad € 4910,-. Dit bedrag moet worden voldaan op rekening 28.50.03.909 van de gemeente Heusden bij de BNG te ’s Gravenhage, onder vermelding van “compensatie vellen boom Bosscheweg 67”, binnen 14 dagen nadat de gemeente heeft kenbaar gemaakt te starten met het kappen van de beuk en de compenserende werkzaamheden, waarvan het tijdstip niet eerder mag zijn dan het onherroepelijk worden van de op het gebied B betrekking hebbende partiële herziening. De leges voor de aanvraag van de kapvergunning alsmede de kap en verwijdering van de boom komt voor rekening van de gemeente. 2.6. Op de leges, die Van Delft inmiddels hebben voldaan en waarop de procedures als bedoeld in artikel 4 betrekking hebben, vindt met in achtneming van het bepaalde in de legesverordening een restitutie plaats van 25% zodra de procedures als beschreven in art. 4.1 van deze overeenkomst zijn ingetrokken.
7
GH/VD 01082013 concept
2.7. Indien voor de bestemmingsplanprocedures als bedoeld in de artikelen 2.1 tot en met 2.5 bedoeld een exploitatieplan wordt opgesteld, zullen hierin geen andere kosten dan die welke zijn genoemd in deze overeenkomst aan Van Delft worden berekend. Artikel 3: Overige verplichtingen Van Delft en Gemeente 3.1 T.A.W. van Delft dient de nodige omgevingsvergunningen (o.a. voor de activiteit milieu, uitweg [indien nodig] en bouwen) aan te vragen ten behoeve van de vestiging van het gasbedrijf op perceel A. Hij zal dit doen uiterlijk binnen een half jaar na het onherroepelijk worden van de partiële herziening A als bedoeld in 2.1 en 2.2 en onverlet hetgeen in artikel 2.2 is bepaald ten aanzien van de aanvraag van omgevingsvergunningen. 3.2 T.A.W. van Delft verplicht zich om binnen maximaal één jaar na het onherroepelijk worden van de noodzakelijke vergunningen het gasbedrijf voltooid en in gebruik te hebben genomen 3.3 T.A.W. Van Delft verplicht zich om al zijn werkzaamheden, activiteiten en het gebruik ten behoeve van het gasbedrijf op perceel B binnen drie maanden na de dag waarop de in artikel 3.2 bedoelde bebouwing is voltooid en het perceel is ingericht, te beëindigen en beëindigd te houden. 3.4 C.A.M. Van Delft verplicht zich om alle bedrijvigheid, daaronder begrepen die van derden op grond van een met van Delft gesloten overeenkomst, die in strijd is met de bestemmingomschrijving zoals opgenomen in de voorgenomen herziening B als bedoeld in 2.4 op zijn eigendomspercelen zoals bedoeld in artikel 2.4 te (laten) beëindigen, zo snel als redelijkerwijs mogelijk, doch uiterlijk binnen één jaar nadat partiële herziening B onherroepelijk is geworden. 3.5 T.A.W. van Delft levert perceel B vrij van verharding en ook overigens in een staat die geschikt is voor de nieuwe bestemming natuur, in ieder geval inhoudende dat hij er zorg voor draagt dat er geen objecten in de grond achterblijven die de aanplant van bomen en andere groenelementen belemmeren. 3.6 T.A.W. van Delft is verplicht om perceel A in te richten volgens het door de gemeente goedgekeurde inrichtings-/landschapsplan, welk plan onderdeel uitmaakt van onderhavige overeenkomst en de voor dit gebied te maken partiële herziening A, waarin het realiseren en in standhouden van het inrichtings-/landschapsplan als een zgn. voorwaardelijke verplichting is opgenomen. 3.7 Vervreemding van perceel A, dan wel de vestiging van welk recht dan ook op de onroerende zaak, laat de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van T.A.W. van Delft 8
GH/VD 01082013 concept
ten aanzien van de instandhouding van de landschapselementen conform het landschapsplan onverlet. 3.8 3.8.1. T.A.W. van Delft en C.A.M. van Delft worden verplicht en dienen zich te verbinden jegens de gemeente, die dit voor zich aanvaardt, het bepaalde in onderhavige overeenkomst bij overdracht van het geheel of een gedeelte van de onroerende zaak, alsmede bij de verlening daarop van een beperkt recht, niet zijnde een recht van hypotheek, aan de nieuwe eigenaar of beperkt gerechtigde op te leggen. Hiervoor dient koper het bepaalde in de desbetreffende notariële akte woordelijk op te nemen, zulks op verbeurte van een direct opeisbare boete van €250,- per dag met een maximum van €10.000,-, ten behoeve van de gemeente. Naast deze boete heeft de gemeente de bevoegdheid om nakoming en/of de eventueel meer geleden schade te vorderen. Het verbeurd worden van de boete ontslaat de initiatiefnemer niet van zijn verplichting om alsnog te voldoen aan het bepaalde in dit artikel. 3.8.2. Op gelijke wijze als in artikel 3.8.1 bepaald, verbindt koper zich jegens de gemeente tot het bedingen bij wijze van derdenbeding van de nieuwe eigenaar of beperkt gerechtigde dat ook deze zowel het bepaalde in de daartoe in de koopovereenkomst aangewezen artikelen, als de in 3.8.1 en 3.8.2 opgenomen verplichting om dit door te geven, zal opleggen aan diens rechtsopvolgers/beperkt gerechtigden. Elke opvolgende vervreemder dient daarbij namens en ten behoeve van de gemeente het beding aan te nemen. 3.9
T.A.W. van Delft is verplicht om gelijktijdig met de akte van levering lid te worden van de vereniging Parkmanagement en jaarlijks een geldelijke bijdrage te betalen. De hoogte van die bijdrage voor het gezamenlijk beheer zal door de Stichting Parkmanagement worden bepaald.
3.10
Bij toerekenbare tekortkoming door C.A.M. van Delft ten aanzien van de verplichting zoals opgenomen in art 3.4 van deze overeenkomst, is deze na schriftelijke ingebrekestelling en na verloop van de in die ingebrekestelling bepaalde termijn, ten gunste van de gemeente zonder rechterlijke tussenkomst een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd van €100.000,00.
3.11 Perceel A dient door de gemeente in bouwrijpe staat aan T.A.W. Van Delft te worden geleverd. Artikel 4:
Lopende procedures
4.1 De procedures bij de rechtbank te ’s-Hertogenbosch onder nummer 10/2126, 10/1084 en 10/3057 worden ingetrokken na instemming van de gemeenteraad met deze vaststellingsovereenkomst ingetrokken. De rechtbank wordt door Van Delft uiterlijk op 18 september schriftelijk van deze intrekking op de hoogte gesteld. 9
GH/VD 01082013 concept
Artikel 5: Staatssteun Partijen hebben op basis van de taxatie van de objecten betrokken bij de grondruil als bedoeld in deze overeenkomst geconcludeerd dat geen sprake is van (een vermoeden van) staatssteun en/of dat ruimschoots wordt voldaan aan de zgn. minimus-eis. Artikel 6:
Geschillen en ontbinding
6.1 Indien onherroepelijk zou blijken dat onderhavige overeenkomst slechts gedeeltelijk wordt of kan worden uitgevoerd, daaronder begrepen dat zulks geschiedt uitspraken van de bestuursrechter c.q. de Raad van State, verbinden partijen zich tot nader overleg. De gemeente Heusden zal binnen 6 maanden na de uitspraak het/de desbetreffende bestemmingsplan(en) zodanig herzien dat zoveel mogelijk tegemoet gekomen wordt aan het oordeel van de bestuursrechter c.q. de Raad van State en de uitgangspunten van deze overeenkomst. Deze publiekrechtelijke medewerking van de gemeente geldt als inspanningsverplichting en laat onverlet de mogelijkheden voor derden om zich (in rechte) tegen het bestemmingsplan te verzetten. Indien derden gebruik maken van de hen toekomende rechtsbeschermingsmogelijkheden zullen partijen onderzoeken op welke wijze de daaruit voor de realisering van het initiatief, waarbij het project Bosscheweg en het project Touwslager onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, voortvloeiende nadelige gevolgen – bijvoorbeeld door aanpassing van het initiatief – kunnen worden ondervangen. Daartoe nemen partijen ook een inspanningsverplichting op zich. Datzelfde zullen partijen doen indien de voor de realisering van het initiatief benodigde publiekrechtelijke medewerking van overheidsorganen niet (tijdig) afkomt, c.q. verleende publiekrechtelijke medewerking door de bestuursrechter wordt geschorst en/of vernietigd.
6.2 Indien één van de partijen, na in gebreke te zijn gesteld, gedurende ten minste één maand tekort komt in de nakoming van zijn/haar uit deze overeenkomst voortvloeiende verbintenissen, heeft de nadere partij het recht de overeenkomst te ontbinden, tenzij deze alsnog binnen een maand uitvoering van deze overeenkomst verlangt.
Artikel 7:
Schadevergoeding en kosten
7.1 Partijen verklaren over en weer geen enkele aanspraak te maken op vergoeding van schade, in welke vorm en benaming dan ook, met uitzondering van planschadekosten. 7.2 De Gemeente zal T.A.W. Van Delft schriftelijk in kennis stellen van een aanvraag om vergoeding van schade als bedoeld in hoofdstuk 6, afdeling 6.1 Wro welke voortvloeit uit partiële herziening A Afhandeling van enig schadeverzoek zal plaatsvinden conform de door de raad vastgestelde Verordening planschadeprocedure. Dit impliceert dat ook T.A.W. Van
10
GH/VD 01082013 concept
Delft rechtsmiddelen kan instellen in de procedure in het kader van de vaststelling van de hoogte van eventuele schade. 7.3 T.A.W. Van Delft verbindt zich om aan de Gemeente het totale bedrag te compenseren van de schade als bedoeld in hoofdstuk 6, afdeling 6.1 Wro die onherroepelijk voortvloeit uit partiële herziening A. 7.4 De Gemeente zal zo spoedig mogelijk na iedere aparte en onherroepelijke vaststelling van planschade die voortvloeit uit het in artikel 6.2 bedoelde planologische besluit het bedrag schriftelijk aan de verzoeker meedelen. Ter uitvoering van het in artikel 6.3 bepaalde verplicht de Initiatiefnemer zich het desbetreffende bedrag na iedere mededeling van de Gemeente over te maken binnen twee weken na verzending van de mededeling door storting op rekening 28.50.03.909van de gemeente Heusden bij de BNG te ’s-Gravenhage onder vermelding van planschadekosten “Touwslager”. 7.5 De kosten van onderhavige mediationprocedure zullen door partijen worden gedragen conform hetgeen overeengekomen is in de mediationovereenkomst. De kosten voor de ten behoeve van deze overeenkomst uitgevoerde taxatie komen voor rekening voor Van Delft en de gemeente, ieder voor de helft. Verder draagt iedere partij de eigen kosten, die gemaakt zijn in verband met het onderhavige geschil.
Artikel 8 : Mediationovereenkomst, vaststellingsovereenkomst 8.1.De mediationovereenkomst, inclusief het reglement dat daarvan deel uitmaakt, blijft volledig van kracht, inclusief de geheimhoudingsbepaling. 8.2. De geheimhouding strekt zich niet uit tot de vaststellingsovereenkomst. Artikel 9:
Bekendheid overeenkomst
Partijen verklaren dat zij, voordat zij deze overeenkomst hebben ondertekend, kennis hebben genomen van de in deze overeenkomst aangehaalde bepalingen en zij zodanige informatie hebben ontvangen, dat zij zich bewust zijn van de inhoud en de gevolgen van deze overeenkomst.
11
GH/VD 01082013 concept
Aldus overeengekomen en getekend in tweevoud op …………..2013
Van Delft,
De gemeente,
C.A.M. van Delft
drs. J. Hamming
P.S.H. van Delft – van Logten
T.A.W. van Delft
Bijlagen: Tekening van de over te dragen percelen Inrichtings-/Landschapsplan Goedkeuring GS nazorgplan Ontwerp verbeelding, regels en Staat van bedrijven t.b.v. partiële herzieningen (bedrijf, gasbedrijf, wonen en natuur)) Planning div. planherzieningen intrekkingsverklaring
12
Einde bijlage: TI Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917
Terug naar het agendapunt
TI Staat van Bedrijven Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9790#
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
OMSCHRIJVING
101, 102
7 - loonslachterijen
151 152 152 1531 1531 1551 1552
108 102 102 1031 1031 1051 1052
8 0 6 0 2 0 2
10
30 C
10
30
2
1 G
1
B
L
10 10 10 30 30 30
10 10 10 10 10 10
30 30 30 30 30 30
C C C C C C
10 10 10 10 10 10
30 30 30 30 30 30
2 2 2 2 2 2
1 1 1 1 1 1
G G G G G G
1 1 1 1 1
B B B B B
L L L
50 50
30 30
30 C 30 C
0 0
50 50
3.1 3.1
1 G 1 G
1 1
30 10 30
0 0 10
50 C 30 C 30 C
10 10 0
50 30 30 D
3.1 2 2
1 G 1 G 1 G
1 1 1
30 30 30 30 30
10 10 10 10 10
50 30 50 30 30 C
10 10 10 10 0
50 D 30 50 30 30
3.1 2 3.1 2 2
2 1 2 1 1
G G G G G
1 1 1 1 1
10
10
50
0
50
3.1
1 G
1
50
0
50 C
10
50
3.1
1 G
1
50
0
50 C
0
50
3.1
1 G
1
50 30
0 0
50 C 50
30 10
50 50
3.1 3.1
1 G 1 G
1 1
50
0
50
10
50
3.1
1 G
1
50
0
50
10
50
3.1
2 G
1
50
10
30
10
50
3.1
1 G
1
50
10
50
50 R
50
3.1
1 G
1
10
0
30
30
2
1 G
1
VERKEER
LUCHT
151
BODEM
0 2 0 5 6
10
BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW Bosbouwbedrijven
-
VISUEEL
021, 022, 024 03 03 0312 032 032 101, 102 101 101
-
CATEGORIE
020 05 05 0501.2 0502 0502 151 151 151
0 1 2 3 4 6 7 0 1 2 0 3 5 6 0 1 2 3 4
GROOTSTE AFSTAND
01 011, 012, 013 011, 012, 013, 016 011, 012, 013 011, 012, 013 011, 012, 013 0113 0163 011 0143, 0145 0143 0145 0149 0149 0149 0149 016 016 016 016 016 0162 02 02
GEVAAR
-
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) Tuinbouw: - bedrijfsgebouwen - kassen zonder verwarming - kassen met gasverwarming - champignonkwekerijen (algemeen) - bloembollendroog- en prepareerbedrijven - witlofkwekerijen (algemeen) Fokken en houden van overige graasdieren: - paardenfokkerijen - overige graasdieren Fokken en houden van overige dieren: - huisdieren - bijen - overige dieren Dienstverlening t.b.v. de landbouw: - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² KI-stations
01 0111, 0113 0112 0112 0112 0112 0112 0112 0112 0122 0122 0122 0125 0125 0125 0125 014 014 014 014 014 0142 02 02
GELUID
-
INDICES
STOF
-
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI-1993
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN Binnenvisserijbedrijven Vis- en schaaldierkwekerijen - visteeltbedrijven Slachterijen en overige vleesverwerking: - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m² - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²
- vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² Visverwerkingsbedrijven: - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² Aardappelprodukten fabrieken: - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² Zuivelprodukten fabrieken: - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²
0
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
16 16102 16102 162 162902 17 17 1712 1712 58 581 18129 1814 1814 1813 1814 182 19 20 2120 2120
30 C
10
30
2
30 30 50 10
10 10 30 0
30 30 10 30 C
10 10 10 0
30 30 50 30
50 10 0
0 0 10
50 50 50
10 10 10
30 10 50
0 10 10
50 30 10
50 50
10 10
10 0 10
1 G
1
2 2 3.1 2
1 1 2 1
G G G G
1 1 2 1
50 50 50
3.1 3.1 3.1
2 G 1 G 1 G
2 1 2
0 10 10
50 30 50
3.1 2 3.1
1 G 2 G 1 G
1 2 1
30 50
10 10
50 D 50
3.1 3.1
2 G 2 G
2 1
30 30 10
50 50 30
10 0 0
50 50 30
3.1 3.1 2
2 G 1 G 1 G
1 1 1
50
30
50 C
30 R
50
3.1
1 G
2
0 10 0 30 30 30 0
0 0 0 0 0 0 0
10 30 10 30 10 30 10
0 0 0 0 10 10 0
10 30 10 30 30 30 D 10
1 1 1 2 2 2 1
P P G G G G G
1 1 1 1 1 1 1
50
10
50
50 R
50
2 G
1
1 2 1 2 2 2 1
3.1
LUCHT
10
BODEM
30
VISUEEL
CATEGORIE
3 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² 6 - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² Deegwarenfabrieken Vervaardiging van wijn, cider e.d. - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL 0 Weven van textiel: Textielveredelingsbedrijven Vervaardiging van textielwaren Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging kleding van leer Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) Schoenenfabrieken - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. 0 Houtconserveringsbedrijven: 2 - met zoutoplossingen 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken - VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN 0 Papier- en kartonfabrieken: 1 - p.c. < 3 t/u - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Uitgeverijen (kantoren) Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen A Grafische afwerking B Binderijen Grafische reproduktie en zetten Overige grafische aktiviteiten Reproduktiebedrijven opgenomen media - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN 0 Farmaceutische produktenfabrieken: 1 - formulering en afvullen geneesmiddelen
GROOTSTE AFSTAND
10821 10821 1073 1102 t/m 1104 13 132 133 139 139, 143 14 14 141 141 142, 151 19 15 151 152
GEVAAR
1584 1584 1585 1593 t/m 1595 17 172 173 174, 175 176, 177 18 18 181 182 183 19 19 192 193 20 20 2010.2 2010.2 203, 204, 205 205 21 21 2112 2112 22 221 2222.6 2223 2223 2224 2225 223 23 24 2442 2442
GELUID
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens Suikerfabrieken: Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
0 1 0 0
STOF
1071 1071 1081 10821
INDICES
GEUR
1581 1581 1583 1584
AFSTANDEN IN METERS
VERKEER
OMSCHRIJVING
SBI-2008
nummer
SBI-1993
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
B
B
L
B
B
B B
B
L
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
30
10
30
2
2 G
1
50
10
50
50 R
50
3.1
3 G
2
50
10
30
30
50
3.1
1 G
1
50
30
50
30
50
3.1
2 G
1
10
30
50
10
50
3.1
1 G
1
10
10
30
10
30
2
1 G
1
10 10
30 30
50 50
0 10
50 50 D
3.1 3.1
1 G 1 G
1 2
30 30
30 30
50 50
10 10
50 50 D
3.1 3.1
1 G 1 G
1 2
B
10 30
30 30
50 50
10 10
50 D 50
3.1 3.1
1 G 1 G
2 2
B B
30
10
30
10
30
2
1 G
1
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. Elektrotechnische industrie n.e.g.
30
10
30
10
30
2
1 G
1
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie Fabrieken voor gedrukte bedrading
30 50
0 10
50 50
30 30
50 D 50
3.1 3.1
2 G 1 G
1 2
30
0
30
0
30
2
1 G
1
30
30
50
10
50
3.1
2 G
1
2 0 A 0 1 0 3
26 261 2615 262, 263 262, 263 267 267 2681
23 231 231 232, 234 232, 234 237 237 2391
- VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN 0 Glasfabrieken: Glasbewerkingsbedrijven 0 Aardewerkfabrieken: 1 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven: 2 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² Slijp- en polijstmiddelen fabrieken
28 281 281 284 2851 2852 287 30 30 31 31 316 32 32 321 t/m 323 3210 33 33 33 34
25, 31 251, 331 251, 331 255, 331 2561, 3311 2562, 3311 259, 331 26, 28, 33 26, 28, 33 26, 27, 33 26, 27, 33 293 26, 33 26, 33 261, 263, 264, 331 2612 26, 32, 33 26, 32, 33 26, 32, 33 29
35 351 351
30 301, 3315 301, 3315
0 1a B1 0 2 B A -
VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF Loopvlakvernieuwingsbedrijven: - vloeropp. < 100 m2 Kunststofverwerkende bedrijven: - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen
VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) Constructiewerkplaatsen - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2 VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
- VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie - VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) 0 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: 1 - houten schepen
BODEM
GEVAAR
10
2120 2052 205903 22 22 221102 221102 222 222
VISUEEL
GELUID
10
- verbandmiddelenfabrieken Lijm- en plakmiddelenfabrieken: Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken
2442 2462 2466 25 25 2512 2512 252 252
VERKEER
STOF
-
INDICES
GEUR
-
AFSTANDEN IN METERS
LUCHT
OMSCHRIJVING
SBI-2008
nummer
SBI-1993
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
B
L
B B
B
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
10 30 30 50 50 30 50 D
1 2 2 3.1 3.1 2 3.1
1 1 2 2 2 1 2
P G G G G P G
1 1 2 2 2 1 2
0
50 C
30
50
3.1
1 G
2
0
0
30 C
10
30
2
1 P
1
10 10 0
30 30 10
50 50 30
10 10 10
50 50 30
3.1 3.1 2
2 G 2 G 1 G
1 1 1
B B B
10 0 50 10 0
0 0 30 0 0
30 10 30 30 30
10 10 30 R 0 10
30 10 50 30 30
2 1 3.1 2 2
2 1 1 3 1
P G G P P
1 1 1 1 1
B
0 30 10 50 30 10 0 10 10 30 10 10
0 30 10 0 10 0 0 0 10 10 10 10
10 50 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30
0 30 R 0 0 50 R 50 R 0 0 0 0 10 10
10 50 30 50 50 50 30 30 30 30 30 30
1 3.1 2 3.1 3.1 3.1 2 2 2 2 2 2
1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
P G G G G G G G G G G G
1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
10 10 0
0 0 0
30 30 30
10 50 30
30 50 30
2 3.1 2
2 G 2 G 2 G
1 1 1
10
V V
LUCHT
0 10 10 30 30 0 30
BODEM
VERKEER
10 10 30 50 50 30 50
VISUEEL
CATEGORIE
10 10 10 10 10 30 10
0 30 30 30 30 0 30
GROOTSTE AFSTAND
GEVAAR
- VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 Fabricage van munten, sieraden e.d. Muziekinstrumentenfabrieken Sportartikelenfabrieken Speelgoedartikelenfabrieken Sociale werkvoorziening Vervaardiging van overige goederen n.e.g. - PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER A0 Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe) - WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER A0 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven: A2 - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: B1 - < 1 MW - BOUWNIJVERHEID 1 - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² 2 Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² 3 - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² - HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven B Autobeklederijen C Autospuitinrichtingen Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING Handelsbemiddeling (kantoren) 0 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders Grth in bloemen en planten Grth in huiden, vellen en leder Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën Grth in dranken Grth in tabaksprodukten Grth in suiker, chocolade en suikerwerk Grth in koffie, thee, cacao en specerijen Grth in overige voedings- en genotmiddelen Grth in overige consumentenartikelen 0 Grth in vuurwerk en munitie: 1 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 2 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 5 - munitie
INDICES
GELUID
31 31 9524 321 322 323 324 32991 32999 38 35 35 36 36 36 36 36 41, 42, 43 41, 42, 43 41, 42, 43 41, 42, 43 45, 47 45, 47 451, 452, 454 45204 45204 45205 453 46 461 4621 4622 4624 46217, 4631 4632, 4633 4634 4635 4636 4637 4638, 4639 464, 46733 46499 46499 46499 46499
AFSTANDEN IN METERS
STOF
36 36 361 362 363 364 365 3663.1 3663.2 37 40 40 41 41 41 41 41 45 45 45 45 50 50 501, 502, 504 5020.4 5020.4 5020.5 503, 504 51 511 5121 5122 5124 5125, 5131 5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5148.7 5148.7 5148.7 5148.7
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI-1993
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
B
B
L
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
-
LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING Kantines Cateringbedrijven
50
30
50
3.1
2 P
2
0 0
10 10
50 30
10 10
50 30
3.1 2
2 G 1 G
2 1
0
10
30
0
30
2
1 G
1
0 0 30 10 10 10
0 0 30 10 10 10
50 30 30 30 50 50
50 30 30 30 50 50
3.1 2 2 2 3.1 3.1
2 1 1 2 2 2
G G G G G G
2 1 1 2 2 2
0 0
10 0
50 30
0 0
50 30
3.1 2
2 G 2 G
1 1
0 0
0 0
50 10
0 10
50 10
3.1 1
2 G 1 P
1 1
10 10
0 0
10 C 30 C
10 10
10 D 30
1 2
1 P 1 G/P
1 1
0 0 0
0 0 0
30 C 50 C 30 C
0 30 10
30 50 30 D
2 3.1 2
2 P 2 G 1 P
1 1 1
0
0
10
1
2 P
1
30 0 10 0 0 0
10 0 0 0 0 0
50 C 30 C 30 C 10 10 10
2 2 3 2 1 1
G G P P P P
2 1 1 1 1 1
0 0
0 0
30 C 10 C
2 P 1 P
1 1
10 0 30 R 10 10 10
VISUEEL
LUCHT
50
BODEM
10
VERKEER
CATEGORIE
-
GROOTSTE AFSTAND
1 1 0 2
Grth in vaste brandstoffen: - klein, lokaal verzorgingsgebied Grth in hout en bouwmaterialen: - algemeen: b.o. > 2000 m² - algemeen: b.o. <= 2000 m² zand en grind: - algemeen: b.o. <= 200 m² Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: - algemeen: b.o. > 2.000 m² - algemeen: b.o. < = 2.000 m² Grth in kunstmeststoffen Grth in overige intermediaire goederen - autosloperijen: b.o. <= 1000 m² - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² Grth in machines en apparaten: - overige Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN Postorderbedrijven en webwinkels Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)
GEVAAR
0 1 0 1 2 4 6 0 1 2
INDICES
GELUID
46711 46711 4673 4673 4673 46735 46735 4674 4674 4674 46752 4676 4677 4677 466 466 466, 469 47 4791 952 47 55 5629 562 49 49 493 494 495 50, 51 50, 51 50, 51 52 52 52102, 52109 52109 5221 5222 791 5229 64 53 531, 532 61 61
AFSTANDEN IN METERS
STOF
5151.1 5151.1 5153 5153 5153 5153.4 5153.4 5154 5154 5154 5155.2 5156 5157 5157.2/3 518 518 519 52 5261 527 52 55 5551 5552 60 60 6022 6024 603 61, 62 61, 62 61, 62 63 63 6312 6312 6321 6322, 6323 633 634 64 64 641 642 642
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI-1993
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
B B
-
VERVOER OVER LAND Taxibedrijven 1 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m² Pomp- en compressorstations van pijpleidingen - VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT A Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren) - DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER A Distributiecentra, pak- en koelhuizen B Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 1 Autoparkeerterreinen, parkeergarages Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) Reisorganisaties Expediteurs, cargadoors (kantoren) - POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten A Telecommunicatiebedrijven B0 zendinstallaties:
0
50 R 10 0 0 0 0
0 0
10
50 D 30 30 10 10 10 D
30 10
3.1 2 2 1 1 1
2 1
B
L
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
0 0
0 C 0 C
10 10
10 10
1 1
1 P 1 P
2 2
FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen
0
0
10 C
0
10
1
1 P
1
VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED Verhuur van en handel in onroerend goed
0
0
10
0
10
1
1 P
1
-
10 10 10 10
0 0 0 10
30 50 50 30
10 10 10 10
2 2 2 2
P G G G
1 1 1 2
A B -
0 0
0 0
30 0
10 0
30 10
-
0 50 10 0
0 10 0 0
0 0
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. Datacentra SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
10 30 C
0 0
30 50 D 50 D 30 D
2 3.1 3.1 2
VISUEEL
10 30
1 2
1 P 1 P
1 1
30 R 0
30 10
2 1
1 P 1 P
1 1
10 30 30 C 10
0 30 10 0
10 D 50 D 30 10
1 3.1 2 1
2 1 2 2
P P G P
1 1 1 1
0 0
10 50 C
0 0
10 50
1 3.1
2 P 1 G
1 1
0 10
0 0
30 30
0 10
30 30 D
2 2
1 P 2 P
1 1
10 0 0 10 0
0 0 0 0 0
30 C 10 10 30 C 30
10 0 0 0 0
30 10 10 30 30
2 1 1 2 2
3 2 1 1 2
2 1 1 1 1
B
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
A Overige zakelijke dienstverlening: kantoren Reinigingsbedrijven voor gebouwen Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor huisraad, kunst e.d. - OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN A Openbaar bestuur (kantoren e.d.) Brandweerkazernes - ONDERWIJS Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs - GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG Ziekenhuizen Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven Consultatiebureaus 1 Verpleeghuizen 2 Kinderopvang
P P P P P
B B
LUCHT
0 0
BODEM
- FM en TV - GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwvergunningplichtig)
VERKEER
CATEGORIE
74 747 7481.3 7484.4 75 75 75 7525 80 80 801, 802 803, 804 85 85 8511 8512, 8513 8514, 8515 853 853
GROOTSTE AFSTAND
74
77 7711 7712, 7739 773 772 62 62 62 58, 63 72 72 721 722 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 812 74203 82992 84 84 84 8425 85 85 852, 8531 8532, 854, 855 86 86 8610 8621, 8622, 8623 8691, 8692 871 8891
B2 B3 A A -
INDICES
GEVAAR
71 711 712 713 714 72 72 72 72 73 73 731 732
-
GELUID
61 61 64, 65, 66 64, 65, 66 64, 65, 66 41, 68 41, 68 41, 68 77
AFSTANDEN IN METERS
STOF
642 642 65, 66, 67 65, 66, 67 65, 66, 67 70 70 70 71
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI-1993
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
BODEM
0 30 30
10 C 50 50
0 10 30 R
30 50 50
2 3.1 3.1
1 P 2 G 2 G
1 1 1
B
50 10
10 10
30 30
10 30 R
50 30
3.1 2
1 G 1 G
2 1
B
L L
0 0 0 0
0 0 0 0
10 30 30 D 50
1 2 2 3.1
1 2 2 1
P P P P
1 1 1 1
0 0 0 0 0 0 30
0 0 0 0 0 0 10
30 30 30 30 30 10 30
C C C
10 0 0 50 0 0 0 0
0 0 0 30 0 0 0 0
50 50 30 30 50 50 10 30
C C C
0 10 0
0 0 0
30 30 30 0 0 0
0 0 0 0 0 0
B
L L
10 30 30 C 50
0 0 0 0
10 0 0 0 0 0 0
30 30 30 30 30 10 30
2 2 2 2 2 1 2
2 3 3 2 2 2 1
G P P P P P P
1 1 1 1 1 1 1
10 0 0 0 0 0 0 50 R
50 50 30 50 50 50 10 50
3.1 3.1 2 3.1 3.1 3.1 1 3.1
3 2 2 2 2 2 2 2
P P P P P P P P
1 1 1 1 2 2 1 2
30 50 30 C
30 10 0
30 50 30
2 3.1 2
1 P 2 P 2 P
1 1 1
50 C 50 30 30 10 10
30 30 30 R 0 0 0
50 50 30 30 10 10
3.1 3.1 2 2 1 1
2 2 2 1 1 1
1 1 1 1 1 1
C C
C C C
G G G G P P
LUCHT
VISUEEL
30 50 30
VERKEER
CATEGORIE
DIVERSE ORGANISATIES Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) Kerkgebouwen e.d. A Buurt- en clubhuizen B Hondendressuurterreinen - CULTUUR, SPORT EN RECREATIE Studio's (film, TV, radio, geluid) Bioscopen Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen Muziek- en balletscholen Dansscholen Bibliotheken, musea, ateliers, e.d. Kinderboerderijen 0 Zwembaden: 1 - overdekt A Sporthallen B Bowlingcentra E Maneges F Tennisbanen (met verlichting) G Veldsportcomplex (met verlichting) H Golfbanen I Kunstskibanen 0 Schietinrichtingen: 11 - buitenbanen met voorzieningen: boogbanen A Skelter- en kartbanen, in een hal F Sportscholen, gymnastiekzalen - OVERIGE DIENSTVERLENING A Wasserijen en strijkinrichtingen B Tapijtreinigingsbedrijven Chemische wasserijen en ververijen A Wasverzendinrichtingen B Wasserettes, wassalons Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten
GROOTSTE AFSTAND
MILIEUDIENSTVERLENING RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks: rioolgemalen Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. Gemeentewerven (afval-inzameldepots) Afvalverwerkingsbedrijven: - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) - verwerking fotochemisch en galvano-afval
GEVAAR
A0 B A B A0 A4 A7 -
INDICES
GELUID
37, 38, 39 37, 38, 39 3700 3700 381 381 382 382 382 94 94 941, 942 9491 94991 94991 59 59 591, 592, 601, 602 5914 9004 8552 85521 9101, 9102 91041 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 931 93 96 96011 96011 96012 96013 96013 9602
AFSTANDEN IN METERS
STOF
90 90 9001 9001 9002.1 9002.1 9002.2 9002.2 9002.2 91 91 9111 9131 9133.1 9133.1 92 92 921, 922 9213 9232 9234 9234.1 9251, 9252 9253.1 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 926 93 93 9301.1 9301.1 9301.2 9301.3 9301.3 9302
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI-1993
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
0 0 0 0
P P P P
1 1 1 1
LUCHT
2 2 1 1
BODEM
1 1 2 1
VISUEEL
GROOTSTE AFSTAND 10 10 30 10 D
VERKEER
10 10 30 C 10 C
GEVAAR
0 0 0 0
GELUID
0 0 10 0
INDICES CATEGORIE
0 Begrafenisondernemingen: 1 - uitvaartcentra 2 - begraafplaatsen Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden B Persoonlijke dienstverlening n.e.g.
STOF
9603 9603 96031 9313, 9604 9609
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
9303 9303 9303 9304 9305
OMSCHRIJVING
SBI-2008
nummer
SBI-1993
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
Einde bijlage: TI Staat van Bedrijven Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917
Terug naar het agendapunt
TI Conceptplanregels Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9701#
Artikel 3 Bedrijf 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c.
bedrijven behorend tot categorie 1 tot en met 2 van de in bijlage 1 opgenomen 'Staat van bedrijfsactiviteiten' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – milieucategorie 1 tot en met 2'; bedrijven behorend tot categorie 1 tot en met 3.1 van de in bijlage 1 opgenomen 'Staat van bedrijfsactiviteiten' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – milieucategorie 1 tot en met 3.1'; ondergeschikte detailhandel als onderdeel van de bedrijven als genoemd in sub a tot en met sub b, met dien verstande dat niet meer dan 10% van de bebouwde oppervlakte van het bedrijf gebruikt mag worden voor ondergeschikte detailhandel,
met de daarbij behorende: d. e. f. g. h. i.
nutsvoorzieningen; parkeervoorzieningen, met bijbehorende uitsluitingswegen, met dien verstande dat ter plaatse van de op de verbeelding vermelde aanduiding “hoofdentree” de hoofdontsluiting ligt en de ontsluiting, grenzend aan de zijde van het perceel Bosscheweg 65 als calamiteitenroute geldt; tuinen, erven en verhardingen; het gedeelte van de bestemming, voorzien van de aanduiding “parkeren – p” uitsluitend parkeren is toegestaan; groenvoorzieningen; water en waterhuishoudkundige doeleinden.
3.2 Bouwregels 3.2.1 Algemeen Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen (excl. de oppervlakte van de bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen) gelden de volgende bepalingen: a. Het maximale oppervlak voor bedrijfsgebouwen bedraagt 4100 m2 b. de afstand tot één zijdelingse bouwperceelgrens mag niet minder bedragen dan 3 m met dien verstande dat de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bij het perceel Bosscheweg 65 niet minder dan 5,30 m mag bedragen, tenzij het een gebouw betreft dat op het tijdstip van het ter inzage leggen van het ontwerpplan reeds afwijkt van de voorgeschreven maat, in welk geval de bestaande afstandsmaat niet mag worden verkleind; 3.2.2 Bedrijfsgebouwen De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m . 3.2.4 Bijgebouwen en carports bij bedrijfswoningen Voor het bouwen van bijgebouwen en carports bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen: a. bijgebouwen en carports dienen op een afstand van tenminste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en carports mag niet meer bedragen dan 100 m²; c. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m; d. de bouwhoogte van bijgebouwen en carports mag niet meer bedragen dan 6 m. 3.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 3 m;
b. c.
in afwijking van het bepaalde onder 3.2.5.a. mag de bouwhoogte van antennes niet meer bedragen dan 15 m; In afwijking van het bepaalde onder 3.2.5.a. mag de hoogte van ander bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals lichtmasten, vlaggenmasten en masten ten behoeve van veiligheidscamera's, niet meer bedragen dan 6 m.
3.2.6 Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen: a. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m²; b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m. 3.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is: a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld; b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid, de sociale veiligheid en de inzet van hulpdiensten; d. voor het realiseren van voldoende laad- en losvoorzieningen op eigen terrein, waarbij de laad- en losplaatsen zo dienen te worden gesitueerd dat het openbaar terrein niet wordt belast met de bevoorrading; e. voor het realiseren van voldoende parkeervoorzieningen voor het parkeren van medewerkers en bezoekers op eigen terrein, waarbij in ieder geval ruimte dient te worden gereserveerd om te voldoen aan de parkeernormering uit de meest recente versie van het ASVV (aanbevelingen voor Verkeersvoorzieningen) uitgegeven door het CROW. 3.5 Afwijken van de gebruiksregels Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het toestaan van bedrijven welke niet worden genoemd in lid 3.1 onder a en b, met dien verstande, dat deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de toegestane categorieën, waarbij ten aanzien van de criteria of een bedrijf wat betreft de milieubelasting vergelijkbaar kan worden geacht met de bij recht toegestane categorieën van bedrijven aansluiting zal worden gezocht bij de VNG-Brochure “Bedrijven en milieuzonering, editie 2009”
Artikel 3 Bedrijf –gasbedrijf 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Bedrijf - gasbedrijf- aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. een Bevi-inrichting, in hoofdzaak bestaande uit een groothandel in vloeibare en gecomprimeerde gassen en vloeistoffen ten behoeve van medisch gebruik, van de industrie, alsmede recreatie, omvattende onder meer een gasvulbedrijf, alsmede op- en overslag van gasflessen en andere drukhouders en de groothandel in gasgerelateerde producten, zoals gasflessen, drukhouders, appendages en onderdelen, barbecues, gasterrasverwarming en gaskachels. b. ondergeschikte detailhandel als onderdeel van het gasbedrijf, met dien verstande dat niet meer dan 10% van de bebouwde oppervlakte van het bedrijf gebruikt mag worden voor ondergeschikte detailhandel in producten genoemd onder 3.1 sub a. met uitzondering barbecues, gasterrasverwarming en gaskachels. met de daarbij behorende: c. d. e. f g.
nutsvoorzieningen; parkeervoorzieningen; verhardingen; groenvoorzieningen; water en waterhuishoudkundige doeleinden.
3.2 Bouwregels 3.2.1 Bedrijfsgebouwen Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. Het maximale bebouwingsoppervlak voor bebouwing bedraagt 650 m2, waartoe niet behoort de oppervlakte voor bebouwing ten behoeve van het gasvulstation, die maximaal 72 m2 mag bedragen; b. de afstand tot één zijdelingse bouwperceelgrens mag niet minder bedragen dan 3 m; c. de bouw- respectievelijk goothoogte mag niet meer bedragen dan 7,5 m en 3,5 m. 3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 3 m; b. in afwijking van het bepaalde onder 3.2.2.a. mag de bouwhoogte van antennes niet meer bedragen dan 15 m; c. In afwijking van het bepaalde onder 3.2.2.a. mag de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals lichtmasten, vlaggenmasten en masten ten behoeve van veiligheidscamera's, niet meer bedragen dan 6 m. d In afwijking van het bepaalde onder 3.2.2.a. en 3.2.2.b. mag de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover het betreft het “vulstation” niet meer bedragen dan 4 m. e. het onder 3.2.2..d. genoemde vulstation en de overige in het kader van het Bevi relevante voorzieningen mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. aangelegd ter plaatse van de op de verbeelding vermelde aanduidingen. 3.2.3. Voorwaardelijke verplichting. ”1.De landschappelijke inpassing van de bedrijfsgebouwen en de buitenopslag op de gronden met de bestemmingen “Bedrijf- gasbedrijf” , moet voor het moment van het in gebruik nemen van het bedrijfsperceel en de daarop aanwezige bebouwing ten behoeve van de bestemming zijn aangelegd overeenkomstig het inrichtingsplan en dient vervolgens aldus in stand te worden gehouden; 2.Onder inrichtingsplan wordt in deze planregels verstaan het inrichtings- en beplantingsplan Touwslager, opgesteld door Bugel Hajema d.d………”.
3.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing indien dit noodzakelijk is: a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld; b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid, de sociale veiligheid en de inzet van hulpdiensten; d. voor het realiseren van voldoende laad- en losvoorzieningen op eigen terrein, waarbij de laad- en losplaatsen zo dienen te worden gesitueerd dat het openbaar terrein niet wordt belast met de bevoorrading; e. voor het realiseren van voldoende parkeervoorzieningen voor het parkeren van medewerkers en bezoekers op eigen terrein, waarbij in ieder geval ruimte dient te worden gereserveerd om te voldoen aan de parkeernormering uit de meest recente versie van het ASVV (aanbevelingen voor Verkeersvoorzieningen) uitgegeven door het CROW.
Artikel 26 Wonen 26.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, waarbij geldt dat, het aantal wooneenheden per bouwvlak niet meer dan 1 mag bedragen, met dien verstande, dat ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' en 'maximum aantal wooneenheden', het aantal woningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven; b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - nevenactiviteit' tevens nevenactiviteiten zijn toegestaan zoals per adres is aangegeven in de bij deze regels behorende bijlage 1 Overzicht nevenactiviteiten; c. aan-huis-verbonden beroep of bedrijf; d. tuinen, erven en verhardingen; e. de instandhouding en bescherming van de ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' aangegeven gebouwen. 26.2 Bouwregels 26.2.1 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. hoofdgebouwen dienen te worden gebouwd in het bouwvlak; b. de voorgevel moet worden gesitueerd in de voorgevelrooilijn; c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m, d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m; 26.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor zover gesitueerd buiten het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan 100 m²; c. indien het oppervlak aan bestaande bijgebouwen groter is dan 100 m2, dan bedraagt het maximum toegelaten oppervlak het totale oppervlak van deze bestaande bijgebouwen, met dien verstande dat bij sloop van deze gebouwen voor elke gesloopte 2 m2, slechts 1 m2 kan worden herbouwd, zolang het totale oppervlak aan bijgebouwen meer bedraagt dan 100 m2; d. de gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mogen voor maximaal 50% worden bebouwd; e. bij vrijstaande hoofdgebouwen dient één der zijstroken vrij van aan- en uitbouwen en bijgebouwen te blijven tot de lijn evenwijdig aan en op een afstand van 25 m achter de voorgevellijn; f. de goothoogte en bouwhoogte bedragen niet meer dan respectievelijk 3 m en 6 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' de goot- en bouwhoogte niet meer mogen bedragen dan de aangegeven hoogten; 26.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen: a. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, mogen worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van niet meer dan 30 m²; b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer mag bedragen dan 1 m. 26.3 Afwijken van de bouwregels a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2.2 ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden: 1. voor zover de oppervlakte van de strook grond achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw en voorzien van de bestemming Wonen en/of Tuin meer bedraagt dan 300 m², mag de onder b geregelde gezamenlijke oppervlakte worden vermeerderd met 10% van deze overmaat tot in totaal maximaal 150 m²; 2. er is sprake van een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de
aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem en/of water en/of natuur en/of landschap en/of cultuurhistorie van het gebied, waarbij wordt getoetst aan de ontwerprichtlijnen uit hoofdstuk 4 van de Ontwikkelingsvisie buitengebied, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 juli 2010 en aanvrager zich jegens de gemeente heeft verplicht om deze kwaliteitsverbetering uit te voeren en in stand te houden. Indien de kwaliteitsverbetering zoals voorgeschreven in artikel 26.3 sub a onder 2 niet of niet geheel uitvoerbaar blijkt te zijn voor initiatiefnemer, dan kan met het verzoek om afwijking van het plan slechts worden ingestemd indien een passende financiële bijdrage in het gemeentelijke landschapsfonds is verzekerd. 26.4 Specifieke gebruiksregels Voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, gelden de volgende bepalingen: a. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 50 m²; b. er dient minimaal 1 parkeerplaats per 12 m2 van de onder a genoemde gezamenlijke vloeroppervlakte te worden gerealiseerd op eigen terrein; c. detailhandel is niet toegestaan.
Artikel 3 Natuur 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuur/landschapselementen/bos en de bijbehorende groeiplaats; b. extensief agrarisch gebruik; c. verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen; d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder bergbezinkbassins; e. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschaps- en natuurwaarden; f. herstel van het hydrologisch systeem. 3.2 Bouwregels 3.2.1 Algemeen Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen: a. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m; b. de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 10 m²; 3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 3.3.1 Werken en werkzaamheden Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren; b. het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie; c. het aanleggen of aanplanten van bos-, natuur- en landschapselementen of ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie; d. het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen; e. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, voorzover groter dan 100 m 2 per perceel; f. het verzetten van grond van meer dan 100 m 3 of op een diepte van meer dan 0.60 m onder maaiveld een en ander voor zover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet; g. de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van een reeds bestaande drainage; h. het verlagen van de waterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van grondwateronttrekkingen. 3.3.2 Uitzonderingen Het in lid 3.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen; b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 3.3.3 Toelaatbaarheid De in lid 3.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
Einde bijlage: TI Conceptplanregels Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917
Terug naar het agendapunt
TI Conceptverbeelding Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9703#
Plangrens
!
!
Legenda
64
Bouwvlak parkeerterrein (p) specifieke vorm van bedrijf - bevi gevoelig (sb-bv) specifieke vorm van bedrijf - hoofdentree (sb-he) specifieke vorm van bedrijf - milieucategorie 1 tot en met 2 (sb-1-2) specifieke vorm van bedrijf - milieucategorie 1 tot en met 3.1 (sb-1-3.1) specifieke vorm van bedrijf - vulstation (sb-vs)
Bestemming Bedrijf
eweg
69 (sb-he)
Bedrijf - Gasbedrijf Natuur Wonen
67A
h Bossc
W
67
65
1:1.000 (sb-1-2)
B
(p) (sb-1-3.1)
N
Datum: 1-8-2013
67B
63
61B
61A
Einde bijlage: TI Conceptverbeelding Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917
Terug naar het agendapunt
TI Conceptverbeelding touwslager Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 20130917 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9702#
Plangrens
!
!
Legenda Bouwvlak bedrijfswoning (bw) parkeerterrein (p) specifieke vorm van bedrijf - bevi gevoelig (sb-bv) specifieke vorm van bedrijf - hoofdentree (sb-he) specifieke vorm van bedrijf - milieucategorie 1 tot en met 2 (sb-1-2) specifieke vorm van bedrijf - milieucategorie 1 tot en met 3.1 (sb-1-3.1) specifieke vorm van bedrijf - vulstation (sb-vs)
Bestemming Bedrijf
Bedrijf - Gasbedrijf Natuur Wonen
1:1.000
(sb-bv)
B-G (sb-vs)
(sb-bv)
Datum: 23-7-2013
Einde bijlage: TI Conceptverbeelding touwslager Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 20130917
Terug naar het agendapunt
TI Grondruil Touwslager Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen20130917 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9704#
Legenda Transactie
1:1.000
Datum: 23-7-2013
Einde bijlage: TI Grondruil Touwslager Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen20130917
Terug naar het agendapunt
TI Grondruil Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9705#
Legenda Transactie
1:1.000
Datum: 29-7-2013
Einde bijlage: TI Grondruil Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917
Terug naar het agendapunt
TI intrekkingsverklaringen Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:9706#
Intrekkingsverklaring Ondergetekenden, C.A.M. van Delft en P.S.H van Delft – van Logten, handelend onder de naam Berntz Vastgoed, trekken na de instemming van de gemeenteraad met de vaststellingsovereenkomst, maar uiterlijk 18 september 2013 het beroep in van 5 juli 2010 (nr. 10/2126) bij de Rechtbank ’s Hertogenbosch.
Datum: P.S.H. van Delft – van Logten
C.A.M. Van Delft
Intrekkingsverklaring Ondergetekende, T.A.W. van Delft, handelend onder de naam J.C. van Loon Gasservice, trekt na de ondertekening van de vaststellingsovereenkomst maar uiterlijk 18 september 2013 zijn beroepen in van 10 april 2010 (nr. 10/1084) en 15 september 2010 (nr. 10/3057) bij de Rechtbank ’s Hertogenbosch.
Datum: T.A.W. van Delft:
Einde bijlage: TI intrekkingsverklaringen Vaststellingsovereenkomst Bosscheweg 67 Drunen 20130917
Terug naar het agendapunt