gemeente Eindhoven
Dienst Stedelijke Ontvnkkeling en Beheer
Raadsnummer o8.R 8g8.ooz Inboeknummer o8bstoagr Dossiernummer 8p8.SSr aS november 2008
Informatienota voor de raad Betreft stand van zaken Vlijkeconomie. In de grootscheepse wijkvernieuwing van een aantal buurten en de aanpak van actiegebieden in Eindhoven speelt ondernemerschap een belangrijke rol bij de versterking van de wijkeconomie. Centraal staat hierbij de bevordering van de economische zelfstandigheid van de bewoners en de leefbaarheid van het gebied. Daarnaast zijn ondernemers niet alleen een belangrijke motor voor werkgelegenheid, economische groei en innovatie, ook dragen ze bij aan de sociale en fysieke leefbaarheid in de wijk. Wijkeconomie is een breed begrip en het is belangrijk even stil te staan wat in deze nota onder de economie van een wijk wordt verstaan. De gekozen benadering in deze informatienota is: "alle economische activiteiten van het bedrijfsleven in een administratieve wijk in gemeente Eindhoven, waarbij aandacht is voor leefbaarheid, waarvoor bewoners, non-profitorganisaties en bedrijven samen verantwoordelijk zijn".
De gemeente wil het ondernemerschap in de wijken versterken en de participatie van nieuwe ondernemers vergroten. Om dit voor elkaar te krijgen, moeten de wijken de huidige ondernemers voor het gebied behouden en nieuwe ondernemers aantrekken. Om te komen tot een situatie met en meer en betere ondernemers dienen verschillende zaken ondernomen te worden. Hieronder worden de verschillende activiteiten benoemd die of reeds in uitvoering zijn of waar op korte termijn mee begonnen wordt. Meer ondernemers:
aanboren en stimuleren van (latent) ondernemersschap; stimuleren allochtone ondernemers; microfinanciering. Betere ondernemers:
vergroten van de kwaliteit en daarmee de overlevingskansen van de (startende) bedrijven; het stimuleren van de groei van bestaande ondernemingen;
Raadsrmmmer O8.RZ8q.8.OOZ
stimuleren netwerkvorming onder ondernemers. Doelstelling 1: meer ondernemers Aanboren enstimuleren van (latent) ondernemerschap Ondernemerschap ontwikkelt zich in verschillende fasen. Om ondernemerschap te stimuleren is het van belang om mensen in de bewustwordingsfase die nog niet het idee hebben om een onderneming te beginnen, bekend te maken met een alternatief op loondienst. Laagopgeleide jongeren en jongeren zonder startkwalificatie die de motivatie en het perspectief missen om een baan te zoeken, kunnen wellicht "geprikkeld" worden met een perspectief op ondernemerschap. Door faciliteiten (begeleiding en startkrediet) aan te bieden, kunnen ze inspiratie opdoen voor een loopbaan met toekomstperspectief. Daarnaast zijn er mensen die rondlopen met een bedrijfsidee, maar zich nog niet hebben laten registreren bij de Kamer van Koophandel en/of Belastingdienst. Ook in deze prestartfase is het nuttig als zij kunnen ’sparren’ met een bedrijfsadviseur over het starten van een onderneming. Stimuleren allochtone ondernemers
De groep allochtone ondernemers wordt steeds groter en zal, zeker in de stedelijke gebieden, een steeds grotere stempel gaan drukken op de lokale (wijk)economie. Op dit moment zijn 20-30a/o van de ondernemers in bijvoorbeeld de drie krachtwijken van allochtone afkomst. Met andere woorden, het economisch belang in termen van bedrijvigheid en betekenis voor de wijk van de doelgroep neemt toe. De knelpunten die allochtone ondernemers ervaren, zijn niet altijd specifiek toe te schrijven aan deze groep ondernemers. Over het algemeen zijn ze vergelijkbaar met de problemen van de startende c.q. kleinere autochtone ondernemer (onder andere het opzetten van een ondernemingsplan, beperkte kennis met betrekking tot regelgeving en informatiebronnen en de administratieve bedrijfsvoering). Ondanks de knelpunten die ze ondervinden, vormen allochtone ondernemers een belangrijke economische impuls voor de opleving van de wijkeconomie, want ze hebben wel het lef om een bedrijf te starten. De genoemde knelpunten hebben onder meer te maken met achterstand in informatie en een slecht bereik van de
bestaande ondersteunings- en adviesinfrastructuur. Mi crofi nanci eri ng
Steeds vaker wordt door (jonge) startende ondernemers aangegeven dat het segment kleinschalige financiering (6 5.000,ÃćâĆňâĂİ ÃćâĆňâĂİ 6 30.000,-) in onvoldoende mate door
de markt wordt bediend. Veel genoemde redenen hiervoor zijn de ten opzichte van de geringe omvang van de kredietaanvraag relatief hoge kosten voor banken, het niet kunnen overleggen van een meerjarige boekhouding en het ontbreken van voldoende eigen middelen bij de ondernemer. De huidige kredietcrisis dwingt banken om bedrijven nog voorzichtiger kredieten te verstrekken. Het is daarom de verwachting dat startende ondernemers in de komende jaren nog moeilijker aan financiering kunnen komen. Microkredieten (en -financiering) kunnen hierin de markt aanvullen en ondernemerschap stimuleren.
Raadsrmmmer O8.RZ8q.8.OOZ
Doelstelling 2: betere ondernemers Vergroten van de kwaliteit en daarmee de overlevi ngskansen van de (startende)
bedrijven Startende ondernemers vertonen vaak een gebrek aan ondernemingsvaardigheden. Zo heeft een gemiddelde starter op school niet geleerd wat het starten van een eigen onderneming inhoudt. Sinds het vervallen van de verplichting om een basisdiploma ondernemersvaardigheden te hebben voor het starten van een onderneming is dit er niet beter op geworden. Aan de andere kant heeft de afschaffing wel geleid tot een significante stijging van het aantal startende ondernemers. Indien startende ondernemers beter voorbereid zijn op het zelfstandig ondernemerschap (door middel van cursussen, adviesgesprekken) dan zal het aantal geslaagde starters toenemen en wordt tevens de kwaliteit van de starter verhoogd. ÃćâĆňâĂİ Het stimuleren van de groei van bestaande ondernemingen
Bedrijven in de doorsta rtfase, ongeveer na drie tot vijf jaar, kampen veelal met andere vraagstukken dan starters. Ze zijn vaak aangekomen op een punt waar men vanuit de eigen woning naar een bedrijfspand willen verhuizen, personeel willen aannemen of extra investeringen moeten doen. Aangezien de ondernemers vaak de enige werknemer van hun onderneming zijn, hebben ze deze specialistische kennis niet in huis. Het is daarom nuttig als zij met hun vragen bij een professional terecht kunnen. ÃćâĆňâĂİ Stimuleren netwerkvorming onder ondernemers
Uit onderzoek is gebleken dat ondernemers behoefte hebben aan een aanspreekpunt en aan onderlinge contacten. Om deze verbindingen te verankeren, zal het op een tweetal niveaus, wijk en regio, gefaciliteerd moeten worden. Enerzijds zullen winkeliers meer behoefte hebben aan onderlinge contacten op wijkniveau en anderzijds is het voor de overige ondernemers zakelijk aan te raden op regionaal niveau contacten te leggen. Ook de organisatiegraad van allochtone ondernemers kan verbeterd worden, waarbij met het oog op de toekomst noodzakelijk is dat zij veelvuldig contacten leggen met autochtone ondernemers.
Generieke instrumenten Wijkeconomie Om eerdergenoemde (sub)doelstellingen te behalen en om wijkeconomie in het algemeen is een breed pakket aan instrumenten nodig. Onderstaande generieke instrumenten richten zich op begeleiding, financiering, huisvesting en netwerkontwikkeling voor (startende) ondernemers. En dienen veelal beide doelstellingen: meer en betere ondernemers. Accountmanager Startende ondernemers en Etnisch ondernemerschap Vanaf begin 2008 houdt de Accountmanager Startende ondernemers en Etnisch ondernemerschap zich, naast het wegwijs maken en begeleiden van startende en etnische ondernemers, bezig met het versterken van de startersinfrastructuur. Dit
Raadsrmmmer O8.Rz8zj.8.ooz
komt neer op het ontwikkelen van beleid op het gebied van begeleiding, startersfinanciering, kennisuitwisseling en netwerkontwikkeling. Accountmanager Wijkeconomie Begin 2009 zal een Accountmanager Wijkeconomie geworven worden wiens beleidstaak met name het versterken van de wijkeconomie en verbeteren van het vestigingsklimaat zal zijn. Het accountmanagement zal zich toespitsen op het bevorderen van klantgerichte samenwerking tussen de verschillende organisaties die zich in de wijken vanuit verschillende hoedanigheden met economische projecten bezighouden en fungeren als eerste aanspreekpunt voor ondernemers uit de wijken. Door het innemen en doorgeleiden van hun vragen en vervolgens de resultaten hiervan terug te koppelen, heeft de ondernemer meer tijd om zich op het ondernemen te richten. Het onder de aandacht brengen van overige gemeentelijke diensten (bijvoorbeeld het Ondernemersplein) en (subsidie)regelingen behoort ook tot zijn takenpakket.
Opknappen winkelstrips en herstructurering van binnenwijkse bedrijventerreinen Voor de gewenste aanpak van de winkelstrips en buurtcentra wordt gewerkt aan de vorming van een fonds waarbij ondernemers en eigenaren financiele ondersteuning kunnen krijgen voor gewenste activiteiten. Hierbij kan gedacht worden aan subsidie voor bedrijfsverplaatsing van een ongewenste naar een gewenste locatie, steun voor het opknappen van bedrijfspanden op gewenste locaties etc. Het Dagelijks Bestuur van de Kamer van Koophandel en wij hebben besloten hiervoor de Stichting Middenstands- en Bedrijfshuisvesting (SMB) om te bouwen naar een cofinancieringsfonds. Dit zogenaamde SMB-fonds kan een aanjaagfunctie vervullen bij de aanpak van diverse problematiek rondom winkelstrips en ÃćâĆňâĂİ centra en binnenwijkse bedrijventerreinen.
Micro-, meso- en macrofinanciering Nu met de kredietcrisis het steeds moeilijker wordt voor ondernemers om aan financiering te komen, is een instrument als’microfinanciering’ zelfs noodzakelijk geworden. De gemeente Eindhoven is voor de crisis al begonnen met het ontwikkelen en implementeren van financieringsinitiatieven. Microkrediet tot’ 5.000,ÃćâĆňâĂİ : er wordt sinds enkele maanden ambtelijk toegewerkt
naar een microfinancieringsfonds (werktitel "droomfabriek") dat bedragen tot 6 5.000,ÃćâĆňâĂİ aan prestarters wil verschaffen, waarbij ook gedacht wordt aan het
beschikbaar stellen van een kleinschalig bedrijfsverzamelgebouw in de (kracht) wijk(en). Dit moet gezien worden als de eerste trap van de ondernemerschapladder. Het doel is om latent ondernemerschap in de wijken te stimuleren en faciliteren in de eerste stap richting het opzetten van een onderneming en bijvoorbeeld een ondernemingsplan uit te werken. Wanneer een levensvatbaar ondernemersplan is opgesteld, is de startende ondernemer klaar voor een serieuzere stap, met bijbehorend (ondernemers)risico ÃćâĆňâĂİ een meso (en/of macro)
-krediet.
Raadsrmmmer O8.RZ8q.8.OOZ
Mesokrediet tot 6 35.000,ÃćâĆňâĂİ : vanaf januari 2009 neemt de gemeente Eindhoven
deel aan een "pilot microfinanciering" van het Ministerie van Economische Zaken. In deze twee jaar durende pilot gaat het om kredieten en coaching voor
niet-uitkeringsgerechtigden. De kredieten worden door het Rijk verstrekt en de coaching wordt door het adviesbureau Motivity uitgevoerd. Het zal in eerste instantie gaan om 30 startende ondernemers uit Eindhoven. Het is de bedoeling dat deelnemers een eigen bijdrage van 6 1.000,ÃćâĆňâĂİ aan de begeleiding leveren om commitment te garanderen: de gemeente zal 6 1.000,ÃćâĆňâĂİ per startende ondernemer bijdragen als zijnde cofinanciering
(subsidie). Indien de begeleiding niet leidt tot de start van een bedrijf, betaalt de deelnemer niets. Het financiele risico dat Motivity hierbij loopt is voor haar eigen rekening. De bijdrage van het Rijk aan deze pilot bedraagt’ 100.000,ÃćâĆňâĂİ.Indien de
startende ondernemer geen eigen vermogen heeft, kan de eigen bijdrage middels de kredietvertrekking gefinancierd worden. De startende ondernemer krijgt in ruil voor zijn/haar geldelijke bijdrage: toetsing van het ondernemersplan op levensvatbaarheid; toegang tot starterskrediet van maximaal 6 35.000,ÃćâĆňâĂİ (verstrekt door het Rijk);
begeleiding tot de start van de onderneming en maximaal de eerste 12 maanden erna. Door aan deze pilot deel te nemen, beschikt Eindhoven over een instrument om startende ondernemers (met en zonder uitkering) op de korte termijn te helpen aan een krediet en coaching. Daarnaast bestaat er een reele kans dat deze regeling in de toekomst landelijk ingevoerd zal worden. (Uitkeringsgerechtigden kunnen al langer voor starterskrediet- en coaching terecht bij Team Zelfstandigen van DWZI). Macrokrediet 6 50.000,ÃćâĆňâĂİ : intentie is om het voormalige Focus Investeringsfonds
(FIF) te continueren onder de naam: Eindhovens Investeringsfonds (EIF). Dit fonds zal in tegenstelling tot het voormalig FIF voor geheel Eindhoven toegankelijk zijn en kredietaanvragen tot l 50.000,ÃćâĆňâĂİ in behandeling nemen.
Netwerkontwikkeling Multicultureel ondernemersplatform Next Move: Het belang van netwerkontwikkeling wordt veelal door startende ondernemers onderschat. Daarnaast moet regionaal de communicatie en kennisoverdracht tussen multicultureel georienteerde ondernemers en vertegenwoordigers van lokale bedrijven, gemeenten en instellingen in de regio Eindhoven bevorderd worden. De Accountmanager Starters en Etnisch ondernemerschap ondersteunt en faciliteert het multiculturele businessplatform Next Move (Multiculturele Ondernemers Verenigd in regio Eindhoven). Vanuit de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling/diversiteit wordt hier ook een stimuleringsbijdrage aan geleverd. Deze stichting i.o. is een plek waar men kennis en ervaring met elkaar uitwisselt. Het platform zal op haar beurt verschillende vormen van ontmoeting tussen
Raadsrmmmer o8.Rz8zj.8.ooz
multicultureel georienteerde ondernemers en vertegenwoordigers van bedrijven, gemeenten en instellingen organiseren. Specifieke instrumenten Naast de generieke instrumenten wordt of zal ook middels pilots geexperimenteerd worden in bepaalde (kracht)wijken en gebieden. Een aantal van deze instrumenten bevinden zich in de onderzoeksfase. Behoefteonderzoek Bedrijfspunt Doornakker en Bennekel In opdracht van de gemeente Eindhoven heeft zowel in de Bennekel als in Doornakkers een behoefteonderzoek onder ondernemers plaatsgevonden. Doel van het onderzoek was onder andere bij ondernemers na te gaan of er behoefte is aan een ondernemersnetwerk, zoals het Bedrijfspunt Woensel West. Uit de onderzoeken blijkt dat onder ondernemers marginaal draagvlak is voor een dergelijk initiatief. Geconcludeerd kan worden dat de twee onderzoeken niet direct pleiten voor een bedrijfspunt als antwoord voor een sterkere wijkeconomie. Daarnaast geven ondernemers uit beide wijken aan sceptisch en terughoudend te staan tegenover nieuwe initiatieven. Ondernemers uit Doornakkers hebben tijdens de presentatie van de onderzoeksresultaten aangegeven we/ behoefte te hebben aan informatie waarmee zij concrete voordelen kunnen behalen en dus beter kunnen ondernemen. Door de
ondernemers uit de wijk een aanspreekpunt binnen de gemeente te bieden, die hen informatie verschaft over bijvoorbeeld vergunningen, financieringsmogelijkheden en (subsidie) regelingen kan hieraan voldaan worden. De Accountmanager Wijkeconomie dient door veelvuldig ondernemers in de wijk op te zoeken, hun vertrouwen te winnen en deze diensten (bijvoorbeeld Ondernemersplein) en producten kenbaar te maken. De onderzoeksresultaten van de Bennekel geven een soortgelijk beeld weer waarbij ook naar voren komt dat zich in deze wijk ook veel startende ondernemers bevinden. Net als groeiende ondernemers hebben zij behoefte aan ondersteuningsen financieringsmogelijkheden. Hieronder wordt ingegaan op deze behoefte.
Pilot startersbegeleiding in krachtwijken Gedurende het afgelopen jaar hebben startende ondernemers meer en meer het Ondernemersplein en de Accountmanager Startende ondernemers en Etnisch ondernemerschap weten te vinden. Veelal zijn het personen met een ondernemersidee die op zoek zijn naar de mogelijkheden die de gemeente ze kan bieden en een sparringpartner om hun ideeen aan voor te leggen. Zij bevinden zich als het ware in een prefase en zijn niet altijd toe aan een bezoek aan de Kamer van Koophandel. Soms is er sprake van drempelvrees en onbekendheid met door hun aangeboden dienstverlening. Daar waar mogelijk worden ze alsnog naar de Kamer van Koophandel doorverwezen. Maar gezien deze toenemende behoefte van startende ondernemers die zowel op stedelijk als wijkniveau speelt, is het belangrijk om vanuit de gemeente eventueel met partners op deze trend in te spelen.
Raadsrmmmer o8.Rz8q.8.ooz
Gezien bovengenoemde ontwikkelingen hebben de projectleiders wijkvernieuwing, sector Economische Zaken en sector Werk & Inkomen de intentie om op een fysieke locatie in de krachtwijken, met een pilot te beginnen die hierin kan voorzien. Vanuit de sector Economische Zaken wordt op korte termijn een project ingediend waarin gepleit wordt voor een bedrijfsadviseur die (startende) ondernemers eenop-een begeleidt en adviseert. De bedrijfsadviseur en Accountmanager Wijkeconomie sluiten zich bij voorkeur fysiek aan bij de initiatieven Bennekel, Doornakkers en Woensel West Actief die half november 2008 van start gaan. Dit initiatief houdt in dat casemanagers van de dienst Werk Zorg en Inkomen samen met trajectbegeleiders van Fontys Actief fysiek in de drie krachtwijken aanwezig zullen zijn. Zij zullen uitkeringsgerechtigden begeleiden naar werk/scholing. Doel van deze initiatieven is om het arbeidspotentie te verhogen door als gemeente dichtbij de burgers en ondernemers in de wijk te opereren en netwerken met elkaar te verbinden. Het streven is om per 1 januari 2009 een ondernemersadviseur en Accountmanager Wijkeconomie operationeel te hebben, die kantoor hebben in de krachtwijken, en hun diensten aan startende en gevestigde ondernemers uit de wijken aanbieden. In kwantitatieve termen krijgen de ondernemersadviseur en Accountmanager Wijkeconomie meetbare doelen opgedragen, te denken valt aan aantal informatieverzoeken, individuele adviesgesprekken, aantal opstart van gestarte legale bedrijven, begeleiding van (door)gestarte bedrijven en bedrijfsbezoeken. Er zal met krachtwijkpartners als de Kamer van Koophandel en woningbouwcorporaties, afstemming plaatsvinden inzake bovengenoemde pilotproject. Een mogelijke bijdrage van de Kamer van Koophandel in de krachtwijken kan zijn: het verzorgen van voorlichtingsbijeenkomsten en het verstrekken van vouchers aan bepaalde doelgroepen om het volgen van seminars te stimuleren.
Kortom: de ondernemersadviseur en Accountmanager Wijkeconomie bieden scouting van ondernemerschap(stalent); informatie en advies en individuele begeleiding van starters, doorsta rters, gevestigde ondernemers vanuit een laagdrempelige voorziening en een schakel- en makelfunctie op het gebied van bedrijfshuisvesting.
Inburgering en ondernemerschap Voor het einde van 2008 worden er een drietal voorlichtings- en wervingsbijeenkomsten in de krachtwijken voor inburgeraars (behoeftig of verplicht) georganiseerd om ondernemerschap als reele optie onder de aandacht te brengen. BIAD (Turkse ondernemersvereniging Brabant) zal in aanwezigheid van de gemeente de reeds beschikbare trajecten naar ondernemerschap in een drietal bijeenkomsten toelichten. Deze trajecten betreffen kredieten en begeleiding voor uitkeringsgerechtigden.
Gebiedsgericht werken en het afsluiten van gebiedscontracten
Raadsrmmmer O8.RZ8q.8.OOZ
Bij een gebiedsgerichte aanpak van het versterken van de wijkeconomie is het doel om de ’werk’omgeving te verbeteren of om verloedering tegen te gaan. Daarbij is het efficient om dit met alle ondernemers in een gebied en het liefst nog met andere partijen zoals gemeente of politie samen te doen. Bovendien zijn maatregelen vaak collectief goedkoper en effectiever te nemen dan individueel. Een goed voorbeeld hiervan is het HAL-contract (straatmanagement Heezerweg, Aalsterweg en Leenderweg). Dit contract is in februari 2008 gestart met de ondertekening door ondernemersverenigingen, politie en gemeente. Op dit moment wordt voor bedrijventerrein Esp gewerkt aan het opstellen van een gebiedscontract.
Nieuwe experimentenwet Bedrijfsgerichte gebiedsverbetering (BGV) In de praktijk blijkt het vaak lastig om op basis van vrijwilligheid over te gaan tot gezamenlijke maatregelen. Struikelblok is vaak de discussies over de financien. Een antwoord hierop wordt gegeven door de nieuwe experimentenwet Bedrijfsgerichte Gebieds Verbetering (BGV). Deze experimentenwet zal bij voorspoedige behandeling in Tweede en Eerste Kamer naar verwachting begin 2009 (medio februari) van kracht worden. De nieuwe wet maakt het mogelijk dat ondernemers eenvoudiger gezamenlijk kunnen investeren in hun omgeving, waarbij alle ondernemers (gebruikers) meebetalen. Te denken valt aan activiteiten op het gebied van verbetering van de verkeersvoorzieningen, bewegwijzering, groenvoorziening, camerabewaking, afvalinzameling, surveillancediensten, verlichting, schoonmaak, onderhoud, brandveiligheid, graffitiverwijdering en veiligheid. De wet is er ’voor en door’ ondernemers. Bij voldoende draagvlak wordt het plan omgezet in een verordening en voorgelegd aan de raad. Als deze het plan goedkeurt, worden de kosten van de activiteiten uit het plan gedekt vanuit de belasting die de gemeente speciaal hiervoor gaat innen. Zij nemen het initiatief waarbij de gemeente Eindhoven over kan gaan tot het instellen van een BGV-zone in een bepaald gebied. Op dit moment worden de mogelijkheden van het BGVinstrument onderzocht in de binnenstad, op de Kruisstraat-Woenselse Markt en op het bedrijventerrein de Hurk.
Haalbaarheidstudie 2e Gildecentrum Het door N.V. REDE uitgevoerde marktonderzoek naar een 2’ Gildecentrum is afgerond. De conclusie van dit onderzoek is dat er voldoend markt is voor een tweede starterscentrum, ten noorden van de spoorlijn in Eindhoven. Hiervoor is reeds een exploitatieopzet gemaakt. Deze kan verder worden ingevuld als bekend wordt waar het nieuwe starterscentrum gevestigd kan worden. Waar en hoe zijn belangrijke factoren als het gaat om de uiteindelijk exploitatiekosten. Daarnaast moet nog bekeken worden of het2’Gildecentrum kan meeliften bij ontwikkelingen die gaande zijn in Woensel en mogelijke Europese subsidies. Op dit moment wordt door betrokkenen gezocht naar een geschikte locatie. Tot slot
Raadsrmmmer O8.RZ8q.8.OOZ
In deze informatienota zijn een groot aantal instrumenten benoemd die tot doel hebben om meer en betere ondernemers voor een sterkere wijkeconomie te verkrijgen. Zo zijn er ook instrumenten die zowel de bedrijvigheid (wijkeconomie in enge zin) als de leefbaarheid (wijkeconomie in ruime zin) ten positieve kunnen beinvloeden. Door bijvoorbeeld de samenwerking tussen casemanagers van Werk, Zorg en Inkomen en Accountmanagers van Economische Zaken in de krachtwijken kunnen gewenste neveneffecten ontstaan doordat degenen die door de ondernemersadviseur worden begeleid en niet starten, actief zullen zoeken naar betaald werk en dat ook door gezamenlijke inspanningen gaan vinden. Ook kan het advies zijn om eerst voldoende werkervaring op te doen om een goede ondernemer te worden. Door faciliteiten (begeleiding, huisvesting en startkrediet) aan te bieden kunnen "perspectief-armen" inspiratie op doen voor een loopbaan met toekomstperspectief en een (economische) bijdrage aan de wijk leveren. Daarnaast behelzen de instrumenten ook veel aandacht voor gevestigde ondernemers om hen voor de wijken te behouden en nieuwe aan te trekken. Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
A. Brunninkhuis, secretaris
Raadsrmmmer O8.RZ8q.8.OOZ
BK08019632