gemeente Eindhoven
Raadsnummer 09.R/029.OOI Inboeknummer ogBSToop86 Dossiernummer 9II.255 tg maart zoog
Informatienota voor de raad Betreft School zg Kennis nemen van De wijze van financiele ondersteuning van school 23 voor het studiejaar 2009/2010.
Aanleiding De afgelopen jaren is, in overeenstemming met het collegeprogramma Eindhoven Een, veel geinvesteerd in beleid om jongeren van 0-23 jaar extra kansen te bieden. Vooral aan hen die zorg en begeleiding nodig hebben, omdat zij een verhoogd risico lopen wat betreft voortijdig schooluitval. Voortijdig schoolverlaten, zonder startkwalificatie, vormt steeds meer een belemmering voor jongeren om hun weg te vinden op de arbeidsmarkt. In 2006 heeft ROC Eindhoven een instelling opgericht met als naam School 23. School 23 richt zich op studenten, die het VMBO zonder diploma verlaten, en/of te weinig succes boeken in het reguliere opleidingsproces op beroepskwalificatie niveau 1 of 2. Deze niveaus zijn in overeenstemming met de studiejaren 1 en 2 op mbo niveau en voorzien in een entreekwalificatie en zijn beroepsfunderend van ka ra kter.
ROC Eindhoven stelt dat het niet reeel is dat zij extra kosten voor haar rekening neemt voor de begeleiding van deze jongeren. Dientengevolge heeft ROCÃćâĆňâĂİ
Eindhoven de gemeente verzocht om de specifieke organisatie en extra begeleiding te ondersteunen die ontstaan binnen de AKA opleiding en het Stap Op traject.
1 Opleiding Arbeidsgekwalificeerde Assistentenopleiding (AKA). De AKA opleiding is een mbo-opleiding, die studenten voorbereidt op de overstap naar een beroepskwalificerende niveau 1 opleiding of doorstroom naar een opleiding op mbo-2 niveau of de regionale arbeidsmarkt. 2 Stap Op ÃćâĆňâĂİ traject, dat is bedoeld voor opvang van voortijdig schoolverlaters uit het vmbo (15 ÃćâĆňâĂİ 18 jaar) en uit de MBO-opleidingen. Deelnemers worden daarna
bij voorkeur terug- of doorgeleid naar een beroepsopleiding of, wanneer dat niet kan, naar de arbeidsmarkt;
Raadsrmmmer 09.R/029.OOI
3 de raad heeft op basis van het verzoek om meerkosten voor het studiejaar 20092010 6 300.000,ÃćâĆňâĂİ beschikbaar gesteld om tegemoet te komen in de extra
kosten.
Wij hebben besloten om voor de Kadernota met een notitie (na te voeren overleg met de regio en andere partners) te komen, over de wijze waarop financiele ondersteuning van School 23 verwacht mag worden. Deze notitie voorziet hierin.
Toelichting Verschillende en oplopende bedragen De meerkosten van School 23 laten over de jaren heen een fluctuerend patroon zien. Zo werd in een brief d.d. 2 juli 2007 gesproken over 6 500.000,ÃćâĆňâĂİ aan
meerkosten, in een brief d.d. 28 september 2008 over een totaalbedrag van E 659.041, ÃćâĆňâĂİ en in een laatste notitie; ’School 23 exploitatie totaal (2009)’ staat aan
meerkosten voor het studiejaar 2009/20106 731.000,ÃćâĆňâĂİ vermeld.
Deelnemers
1-10-2006 1-10-2007
AKA
189
Stap op ÃćâĆňâĂİ traject 66
Prognose 1-10-2009
143
160
51
50
Totaal 255 194 186 ’I’l/ 210 Tabel. Aantal leerlingen AKA en Stap Op ÃćâĆňâĂİ traject met als teldatum l oktober 2006/2007/2008.
in de voorlaatste kolom staat het aantal leerlingen afkomstig ui t Eindhoven aangegeven. 0e
laatste kolom bevat de prognose van ROC Eindhoven betreffende het aantal leerlingen op
peildatum 7-70-2009.
Onderbouwing bijdrageni n meerkosten De vraag luidt waaruit de meerkosten voor verschillende activiteiten bestaan? En: Hoe is de berekening tot stand gekomen?
Voor toelichting op de meerkosten levert ROC Eindhoven documentatie op die zich niet leent voor het specificeren van financiele ondersteuning. Dat komt omdat de gemeente ten principale niet de meerkosten en of tekorten in reguliere en rijksbekostigde onderwijsprogramma’s subsidieert. De meerkosten die ROC Eindhoven specificeert vallen daar echter wel onder zoals; ’verkleinen van groepen naar maximaal 12 studenten (afgezet tegen regulier niveau van 16 studenten)’, ’inhuren van externen’,’ontwikkelen en in stand houden van ICT-applicaties’ en het zorg dragen voor coaching en mentoring etc.
Het betreft hier dus activiteiten, die te rangschikken zijn onder regulier onderwijs, en waarvan de extra kosten in de onderwijspraktijk te compenseren zijn met excellente studenten, die geen aanspraak (hoeven te) maken op bepaalde
Raadsrmmmer 09.R/029.OOI
onderwijsinhoudelijke en additionele activiteiten. Goed beschouwd is voor de toekenning van extra gelden, aan een regulier onderwijsinstelling zoals ROC Eindhoven, op gemeentelijk niveau geen rechtmatigheidsgrondslag is te vinden. Gekozen oplossi ngsri cb ti ng
Naast activiteiten die te rangschikken zijn onder regulier en rijksbekostigd onderwijs is ten aanzien van een specifieke doelgroep extra zorgverlening gewenst. Daarom is de gemeente Eindhoven bereid om een bijdrage te leveren aan extra schoolmaatschappelijk werk en/of trajectbegeleiding. Dientengevolge hebben wij besloten om voor het studiejaar 2009/2010 op leerlingenniveau incidenteel drie extra formatieplaatsen beschikbaar te stellen. De vaststelling van het aantal formatieplaats is gebaseerd op ervaring met het schoolmaatschappelijk werk, dat ongeveer per maatschappelijk werker 80 leerlingen weet te bereiken. Uitgaande van de prognose van ROC Eindhoven dat op 1 oktober 2009 er 210 deelnemers aan de voornoemde onderwijsprogramma deelnemen, komt dat globaal neer op 3 formatieplaatsen. Het totale incidentele subsidiebedrag voor schooljaar 2009 ÃćâĆňâĂİ 2010 bedraagt dan drie formatieplaats a E 80.000,ÃćâĆňâĂİ = 6 240.000,ÃćâĆňâĂİ.
Kan t tekeningen
1 Het incidenteel toegekende subsidiebedrag ter grootte van E 240.000,ÃćâĆňâĂİ is uit-
sluitend bestemd voor het verzorgen van additionele zorgaspecten op leerlingenniveau, zoals schoolmaatschappelijk werk of trajectbegeleiding. 2 Het mag geen activiteiten betreffen die onder het regulier rijksbekostigde onderwijs vallen. Wij willen precedentwerking naar andere onderwijsinstellingen voorkomen. 3 Via deze incidentele toezegging voor het studiejaar 2009/2010 neemt de gemeente Eindhoven de financiering voor het verlenen van het additionele zorgaanbod aan alle studenten van School 23 voor haar rekening, dus ook voor leerlingen die niet afkomstig zijn uit Eindhoven. Het aantal Eindhovense leerlingen bedraagt ongeveer 65a/o,
Vervolgens gaan we beoordelen in hoeverre de mogelijkheid bestaat om het participatiefonds (financieel kader) te benutten ten behoeve van zorg- en risicoleerlingen binnen het kader van passend onderwijs (inhoudelijk kader).
Aangezien voor deze activiteiten geen middelen binnen de gemeentelijke begroting aanwezig zijn, vinden er op dit moment ook gesprekken plaats over aanvullende regionale, Provinciale en Europese subsidiemogelijkheden.
Ter inzage gelegde stukken School 23 van ROC Eindhoven. Een korte schets.
Raadsrmmmer 09.R/029.OOI
School 23: Plusschool. Extra begeleiding, zorgstructuur (concept).
Begroting 2009 totaal scholen.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
A. Brunninkhuis, secretaris
oj09003771
School 23 van ROC Eindhoven Ken korte schets
Inleiding De afgelopen jaren is door ROC Eindhoven veel werk gemaakt van het terugdringen van de ongediplomeerde uitstroom. Dat aantal is ondertussen met meer dan 30/o teruggebracht. Het ROC vindt het aantal ongediplomeerde schoolverlaters nog steeds te hoog en heeft de ambitie om dit percentage tetug te brengen tot 10%. De ervaring heeR geleerd dat voor een groeiende groep risicojongeren niet altijd binnen een van de ROC-scholen een passende opleiding met voldoende uitzicht op succes kan woeden geboden. Om deze groep op te vangen heeR ROC Eindhoven in augustus 2006 een nieuwe school opgericht, school 23. Om u een beeld te geven van de doelgroep en de manier van werken binnen deze school, volgt hieronder een’ korte schets.
Doelgroep De doelgroep van school 23 bestaat uit deelnemers die om zeer verschillende redenen niet in staat zijn om zonder extra ondersteuning het ROC binnen te komen en er binnen te blijven om er een startlvmlificatie te halen. de zogenaamde risicojongeren (definitie OCW). Het gaat dsn bijvoorbeeld om:
Uitvallers uit het reguliere voortgezet onderwijs (58,4%)’ Jongeren die zijn uitgevallen binnen het MBO (14,2%) Jongeren van de prak6jkschool en het VSO die niveau 1 kunnen halen (11/%) Jongeren vanuit eerste opvang anderstaligen (9’to) Overig (jaren niet naar school geweest, in hulpverlening gezeten etc.) (7,1%) Van dit cohort was 80% allochtoon en men had geen diploma.
De doelgroep kunnen we het beste als volgt typeren (uit het landelijke Activiteitenverslag AKA 2006-2007) :
De Niet-kunner Het belangrijkste kenmerk van de Niet-kunner is dat hij met het leervertnogen heeft om een startkwaliftcatieniveau te halen. Voor de Niet-kunner is AKA (MBO niveau 1) het hoogst haalbare niveau. Overigens is de Niet-kunner geen echte probleemjongere met allerlei gedrag- en sociaal-emotionele problemen.
De Verhinderde De Verhinderde heeR misschien wel de capaciteiten om een startkwalificatie te halen, maar wordt daar letterlijk voor verhinderd. Oorzaak zijn vaak zware en complexe persoonlijke problemen. Dit is het type met een lange voorgeschiedenis van problemen, vaak zonder vmbo-diploma.
De Zoeker De Zoeker is de weg kwijt in het onderwijs. Hij heeR geen duidelijk beeld van een studie of beroep dat hij zou willen. Vaak is de Zoeker gestart met een opleiding en weer gestopt, zonder perspectief op een vervolg. De Zoeker heeft weinig zin meer in schoot en denkt erover om op te stappen.
De Anders-kieser Ook de Anders-kiezer is het spoor bijster in het onderwijs. Maar anders dan de Zoeker weet hij al wat hij wil: niet meer naar school. De Anders-kiezer kiest voor iets anders, meest@ voor werken. Net als de Zoeker is de Anders-kiezer iemand die tn principe wel de capaciteit heeR om een startkwalifrcatie te halen.
’ Cijfers zijn gebaseerd op cohort 2006-2007 eu betreft alleen jongeren die op de AKA zijn ingestroomd,
Als we de typering volgen dan is meer dan de hels van de populatie bij de school een Verhinderde en een Zoeker. Trajecten Er worden vier verschillende trajectea aangeboden binnen de school am deze verschillende doelgroepen te bedienen. De vier verschillende trajecten zijn allemaal ap hetzelfde doel gericht: het zijn voorzieningen om deelnemers ’binnenbaord’ te houden door ze extra ondersteunmg te bieden. Binnenboord is hier breed gedefmieerd: het is het binnenboard houden van jongeren binnen het systeem van school, betaalde arbeid en maatschappelijke netwerken, teneinde de jongere in een positieve spiraal te behouden. De vier trajecten bieden toekomstperspectief voor de deelnemers am in ieder geval te voorkomen dat ze in een negatieve spiraal terecht komen. Kenmerken van deze negatieve spiraal zijn. Thuis blijven en/of op straat rondzwerven; Geen kans op duurzaam werk hebben (wellicht zwart werk verrichten), werkloas zijn/raken en op eeu uitkering leven; ln de (zware) criminaliteit terecht komen, maatschappelijke overlast veroorzaken; Het verder ontwikkelen vau psychi(atri)sche problemen omdat deelnemers niet tijdig in de hulpverlening terecht komen (gezien de signaliseringsfunctie van school 23),
Tienermoeder worden; In de prostitutie belanden; In een sociaal isolement raken. De vier trajecten zijn gericht ap verschillende doelgroepen en hebben (dus) ecn verschillende aanpak om deze doelstelling te bewerkstellingen, Hieronder staan de vier trajecten kort beschreven.
I A KA tr.a ect’ AKA (Arbeidsmarkt geKwalificeerd Assistent) is een brede competentiegerichte assistentenopleiding met verschillende uitstroamdifferentiaties (techniek, zorg/welzijn, economie/handel). Het AKA-traject leidt tot een MBO niveau 1 diploma. Binnen het AKA-traject worden deelnemers opgevangen die beter kunnen starten in een brede assistentenopleidmg dan in een smalle beroepsopleiding op niveau l. Alle eerder genoemde typeringen van de doelgroepen bevinden zich in deze trajecten, 2.
Het traject Stap Op is ontwikkeld om voortijdig schoolverlaters uit VMBO en MBO tijdelijk op te vangen. Het verschil met het AKA-traject is dat jongeren nog niet kuimen functioneren binnen een regulier schoolsysteem vanwege diverse redenen en nog schoolvaardig gemaakt moeten worden om deelnemers daarna terug- of door te geleiden naar een opleiding, of wanneer dat met kan, naar werk. Alle eerder genoemde typeringen van de doelgroepen bevinden zich in dit traject.
3. VOAT tr ect Met het VOAT-traject -Voortgezet Onderwijs Anders Taligen- worden anderstalige jongeren toegeleid naar beraepsanderwijs of regulier voortgezet onderwijs. Deze doelgroep is over het algemeen gemotiveerd inaar kan grotendeels als "Verhinderd" beschouwd worden vanwege vluchtverleden, politieke status en sociaal-emotionele probleniatiek.
OdrIC tr ect’ Deelnemers van de MBO-scholen van ROC Eindhoven die dreigen uit te vallen vanwege een verkeerd beraepsbeeld worden binnen OkK (Orientatie en Keuzebegeleiding) opgevangen. Binneii dit traject (van maximed 12 weken) kunnen deelnemers zich groepsgewijs (her)ori6utereii op hun studie- en loopbsaumogelijkheden en kunnen zij hun kwaliteiten en integgsegebieden verder verkennen. Deelnemers zijn vooral "Zoekers" en we merken dat het aantal "Verhinderden" toeneemt. Naast eeii beraepskeuzevraag zijn er vaak aok andere (gedrags)problemen.
Binnen Stap Op en AKA bevinden zich vooral de risicojongeren. Deelnemers binnen de twee trajecten hebben verschillende achtergronden, maar een aantal vaak voorkomende kenmerken zijn er wel te benoemen. Deze kenmerken zijn: Het merendeel is ongediplomeerd; Is uitgevallen uit het onderwijssystecrn; Heeft een gecombineerd problematiek (leer- en gedragsproblemen); Heeft vaak al een schil van hulpverleners om zich heen; Heeft vaak problemen van psychosociale aard (door externe effecten), en soms van psychi(atri)sche aard (door interne factoren bij de jongere zelf). Juist deze jongeren vragen een andere en intensieve aanpak. Deze trajecten zijn daarom relatief gezien kostbaar. Aan de andere kant levert ook juist deze doelgroep een hoog maatschappelijk rendement op als ze opgevangen worden door school 23 (zie ook Maatschappelijk Kosten Baten Analyse school 23, september 2008). Om een beeld te geven van de manier van werken bij AKA en Stap Op een weergave.
Manier van werken Intake en aanmelding De intake is uitgebreid. Het gesprek wordt gevoerd door een professionele intaker en bij Stap Op worden 2 intakers tegelijkertijd ingezet. Vooraf en achteraf wordt nagebeld met toeleveranciers en worden dossiers opgevraagd. Alle intakes worden uitgebreid besproken in een intakecommissie en de dossiers worden standaard overgedragen naar mentoren door middel van een intakemodule. De mentoren van de AKA hebben voor de start van de deelnemers een instroomgesprek met elke deelnemer apart waarin verwachtingen naar elkaar toe worden uitgesproken en een start wordt gemaakt met het Persoonlijk Ontwikkel Plan. Het team van Stap Op bespreekt als team alle dossiers en maken een plan van aanpak.
Begeleiding Gezien de heterogeniteit (achtergrond, herkomst, taalniveau) en vaak ook complexiteit (gedragsproblemen, leerproblemen, speciTieke stoornissen, moeilijke thuissituatie etc.) van de deelnemers, wordt er in kleine groepen gewerkt (maximaal 12 deelnemers) en is de begeleiding intensief. De mentor is het eerste aanspreekpunt en heeft een keer in de 2 weken een uitgebreider gesprek met de deelnemer. Hiervoor staan elke week coachingsuren ingepland (vijf klokuren per week per mentor). Ter ondersteuning in de tweede lijn zijn er 2 deelnemerbegeleiders fulltime in dienst ter ondersteuning. Deelnemers worden structureel doorgenomen tijdens besprekingen en kunnen aangemeld worden voor het zorgteam waarin deelnemerbegeleiding, schoolmaatschappelijk werk (2 dagen op school), een psychologe, de leerplichtambtenaar en een orthopedagoge zit. Op aanvraag worden ook anderen uitgenodigd (bijvoorbeeld politie, GGD etc.). De mentor is degene die de keten als het ware sluit en contacten heeft met de ouders/voogd en met externe instanties rondom het kind. Vanwege de veiligheid binnen de school is er naast bewaking een pedagogisch concierge aangesteld die ingrijpt bij calamiteiten en deelnemers opvangt bij te laat komen en meteen dezelfde ochtend nabelt als deelnemers er niet zijn. Hij is het (sociale) gezicht. binnen de school als
deelnemers behoefte hebben aan een praatje en weet door de co n preventief te handelen en mede het klimaat binnen de school positief te houden. Binnen de begeleiding is het vsn essentieel belang dat de deelnemer gekend wordt: geen anonimiteit binnen een grote school maar kleinschaligheid waarbj iiedereen de deelnemer kent van directie tot conciÃńrge. We proberen daar een positief pedagogisch klimaat neer te zetten waarin de deelnemer zich veilig voelt en waarin hij/zijn weer tot leren komt.
Tot slot staat loopbaanbegeleiding centraal in alle trajecten van school 23. Door middel van een portfolio (zelftsturing, persoonlijk ontwikkelingspian), in groepsverband en individueel ingaan op de loopbaan (zelfxeflectie, orientatie op opleiding en werk, zelfprofilering) en excursies en stages proberen we als school een realistisch toekomsgvrspectief te scheppen voor deelnemers waar ze iuuixtoe kunnen werken.
Onderwjis o In alle trajecten staan leer- en bargersehapscompetenties centraal en wordt expliciet naast kennisoverdracht gewerkt aan vaardigheden en houding We proberen een tealistisch wereldbeeld bij de jongere te bewerkstelligen, hen te helpen bij hun persoonlijke ontwikkelmg in de overgang van puberteit naar volwassenheid, hen weer een perspectief te bieden en sociaal vaardigex maken zodat ze zich beter kunnen redden in toekomstige (scholing- en/of arbeid)situaties. Binnen AKA en Stap Op wordt in de groepslessen aandacht besteed aan onderwerpen en thema’s waarbij expliciet wordt ingegaan op burgerschap. Er worden gastsprekers uitgenodigd zoals bijvoorbeeld de GGD rondom seksuele voorlichting, delinquentie en samenleving rondom criminaliteit en de gemeente rondom jongeren en schulden. Daarnaast worden er externe trainers ingezet voor een tweedaagse empowermenttraining (Diversity Joy). Zien we binnen de groepen bepaalde thema’s meer spelen dan wordt er op maat oudersteunmg gezocht. Zo is bijvoorbeeld vorig jaar contact gezocht met JEM&Kids voor onze tienermoeders. Dit jaar hebben we voor het eerst een structurele samenwerking met Sterk in Werk (reintegratiebedrij f) voor het geval we jongeren willen bemiddelen richting werk. Binnen het onderwijs staat vorming centraal: de houding en (sociale) vaardigheden (bijvoorbeeld op tijd komen, afspraken na komen, initiatief nemen, cotnmunicexen, werkhoading, leerhouding etc.) komen aan bod en worden gevolgd en getraind. Juist omdat ons onderwijs competentiegericht is, komen kennis, vaardigheden en houding geintegreerd aan bod. o Onze pedagogische aanpak is cruciaal binnen de schooL Hiervoor hebben we uitgangspunten geformuleerd en vertaald in ons handelen en onze aanpak. Zo proberen we bijvoorbeeld vooral in te spelen op de mogelijkheden van deelnemers en niet de onmogelijkheden (want daar zijn ze juist in ander onderwijs op uitgevallen) en proberen we zoveel mogelijk structuur en duidelijkheid te orgamseren in een omgeving waarin positieve feedback van belang is. Onze aanpak vraagt veel van personeel en des te belangrijker is het om meer dan gemiddeld te investeren in scholing van dat personeel (bijvoorbeeld Jongeren en straatcultuur en trainingen Omgaan met agressie). Dit jaar gaan inedewerkers door middel van intervisie met elkaar aan de slag en zal vooral de aanpak naar jongeren centraal staan. Bij specifieke leervragen wordt cr training georganiseerd (bijvoorbeeld het voeren van feedbackgesprekken). o Praktjik is een essentieel onderdeel binnen het curriculum: praktijklessen, stages (oriÃńnterende stages, taalstages en beroepspraktijkvoxming), excursies en buitenschoolse opdrachten vormen een groot aandeel van het aanbod. Alle deelnemers gaan op stage en bij AKA zei& al na 5 weken schook Op de stage worden zij frequent bezocht door de mentor (kost 6 klokuren per week), gaat deze altijd mee op kennisniakinggesprek en worden praktijkbegeleiders door de school en kenniscentra ondersteund in het omgaan met deze doelgroep. Enkele voorbeelden zijn dat de praktijkbegeleiders van de zorgcentra dit jaar extra ondersteund zijn door ons stagebureau in drie bijeenkomsten en dat een medewerker van het kenniscentxum Kenwerk de praktijkbegeleiders ondersteunt op de Kempervennen waar we structureel een aantal stageplaatsen mogen hebben.
Gemiddeld krijgt een deelnemer 2 tot 3 stageplaatsen aangeboden en bij een van de deelnemers gaat het fout waardoor er een nieuwe plek gezocht moet worden. Op jaarbasis zoeken de medewexkers van ons stagebureiiu, na intake met de deelnemer, tussen de 700-800 stageplaatsen, moeten ze contact onderhouden met alle kenniscentiu (immers we hebben alle richtingen in huis) en draaien ze projecten mee om leerafdeiingen op te starten en om meer structurele plaatsen van de grond te krijgen voor deze doelgroep en ondersteunen ze mentoren
en praktijkbegeleiders, Tot slot worden er door het stagebureau "verwenbijeenkomsten" voor stakeholders georganiseerd met een educatief element om hen te binden. o We proberen in alle trajecten tnaatwerk te bieden maar wel met een duideljike structuur. Zo behoort elke deelnemer tot een stamgroep. Deze stamgroep is de basis voor deze deelnemer en hieraan is een mentor gekoppeld die de deelnemer begeleid van instroom tot uitstroom. Binnen de stamgroep wordt gedifferentieerd binnen deflexloJralen waar computers en materialen aanwezig zijn. Gezien de doelgroep en het feit dat we op maat willen werken is een groepsgrootte van maximaal 12 deelnemers haalbaar. In de stamgroep wordt er gedifferentieerd met opdrachten (acties) en werken deelnemers in kleine groepjes. Om op maat te werken dient veel materiaal vaak nog zelf ontwikkeld te worden. Er zijn geen lesmethodes voor onze opleidingen. Het onheiMelen gebeurt vanuit de vakgroepen. o Juist door de samenwerking met onze eigen scholen van het mbo en het vmbo is er meer maatwerk mogelijk en kunnen we werken aan een doorlopende leerlijn. Het feit dat onze school zelf vmbo en mbo in huis heeA, biedt mogelijkheden voor verschillende trajecten. Voorbeelden zijn: aanvullende cursussen (bijvoorbeeld lassen) en excursies en workshops bij onze eigen scholen, deelnemers die eerder in het schooljaar vakken gaan mee volgen op niveau 2 mbo (bijvoorbeeld Handel), het aanbieden van AKA Voedsel en Leefomgeving (in samenwerking met Helicon), leerlingen die arbeidstraining volgen bij de praktijkschool, leerlingen vanuit de praktijkschool die op assessment komen bij ons en daarna geplaatst worden. Er is een warme overdracht van alle dossiers naar de verschillende niveaus van ons mbo. De toeleveranciers vanuit het vmbo leveren het doorstroomdossier en onderwijskundig rapport. o We proberen een sluitende aanpak te creeren door samenwerking en afstemming met instanties/instellingen te reahseren. VoorbeeMen van contacten zijn: schoolmaatschappelijk werker die 2 dagen in huis is, leerplichtfRMC, jeugdzorg, Lumensgroep, politie, reclassering, jongerenloket. Zo hebben we het hele sociale netwerk van de deelnemer in kaart en kunnen hiernaar handelen binnen het onderwijs. o De school kent flexibel in- en uitstroom het hele jaar door mits er geen wachtlijsten zijn voor een bepaald traject. Hiervoor zijn opvangmogelijkheden (brugperiode, apart inwerken) gÂżorganiseerd.
Uitstroont De jongeren die binnen onze eigen ROC-schoten doorstromen, worden daarna gevolgd en met die ontvangende scholen wordt een evaluatie gehouden in de loop van het jaar om de resultaten te bekijken en wordt gekeken hoe we de aansluiting kunnen verbeteren. Zo wilde men binnen Handel dat we toch Engels aanbieden aan de jongeren in de richting economie en handel -terwijl een vreemde taal op niveau 1 geen vereiste is- omdat ze anders hierin een achterstand zouden hebben. Voor de jongeren die richting werk gaan hebben we wat meer instrumenten omdat Sterk in Werk met ons samenwerkt. Sterk in Werk kan de jongeren bemiddelen noor werk. Tenslotte heeA elke jongere een portfolio met bewijzen en een advies van onze school waarmee de ontvangende school zijn voordeel kan doen.
Tot slot:enkele getallen Rendement Arbeidsmarkt geKwalificeerd Assistent (AKA) Op 1 oktober 2006 stonden 189 studenten imgeschreven: Diplomarendement. 634/o In eerste jaar hebben 107 studenten een diploma behaald (7 studenten hebben er een extra lasdiploma bijgehaald) ln het tweede jaar hebben 13 studenten hun diplotna gehaald
Van de 107 studenten zijn. o 68 studenten aangenomen op mbo-mveau 2 o 39 studenten naar werk 30 studenten zijn doorgegaan in tweede jaar 52 studenten zijn voortijdig uitgestroomd:
13 studenten vanwege hoge absentie 12 studenten verwijderd (slecht/crimineel gedrag)
10 studenten naar werk 8 studenten een andere opleiding 6 studenten zijn gestopt vanwege privÃľ’-omstandigheden
3 studenten zijn verhuisd Stap Op ln schooljaar 2006-2007 hebben 66 studenten een traject gevolgd bij Stap Op. 17 studenten gaan door in het nieuwe schooljaar. 48 zijn door- uitgestroomd naar:
9 studenten naar AKA (7 deelnemers hebben daarna diploma AKA gehaald) 6 studenten naar beroepsopleidingen van ons ROC 3 studenten naar beroepsopleidingen buiten het ROC l0 studenten naar werk (of werk in combinatie met hulpverlening) 5 studenten naar een hulpverlenmgstraject 9 studenten wensten geen bemiddeling (gemeld bij RMC) 3 studenten zijn verwijderd vanwege slecht gedrag 2 studenten niet gestart na plaatsing (melding leerplicht) 2 studenten zijn terug verwezen naar deelnemerservice/leerplicht Lee+j iden en geslacht Start AKA traject Start Stap Op traject
: gemiddeld 19 jaar, M: 514/e en V: 49’/o : gemiddeld 17 jaar, M: 54 /e en V. 46/o
’ Betreft cohort 2006-2007 eu betreft alleen AKA en Stap Gp
Herkomst; gemeerde en schoot AK4.’ emeenfe Totaal
Aarle Rixtel Asten Beek en Donk Bergeijk Best Bladel Boxtel Breugel Budel Dorplein Eindhoven Geldrop Gemert Heeze Hoenzadriel Mierlo Nuenen Oirschot Riethoven Schijndel Den Bosch Sint Oedenrode Son Son en Breugel Tilburg Valkens waard Veghel Veldhoven Venray Waalre Weert Zetten
Eindiaiaal
’ Alleen bekend van AKA
1
1
2 10 1
5
2 1
116
4 1 1 1 1
3
2 1
7 1
3 1
5
2 8 1
2
2 1
189
AKA; herkomst scholen Toeleverende school Christiaan Huygens College Commanderij College De Eindhovense School / Grafisch Lyceum Eindhoven De Korenaer De Lal@stenen Dendron College Fioretti College Kempenhorst College Koning Willem II College Koningin Wilhelmina College Maerlant Michaelschool Geen school (uit onderwijssysteem) Pius X College Pleincollege Antoon Schellens Pleincollege de Burgh Praktijkonderwijs Boxtel Praktijkschool Eindhoven Prins Willem-Alexanderschool ROC Eindhoven (aangemeld op bbn van de ROCscholen en aldaar niet aangenomen) ROC Koning Willem I College ROC Midden-Brabant ROC Ter AA Rytbovius College Sint Joseph SO VSO Sondervick College Speciaal Onderwijs de Groote Aard Stedelijk College Eindhoven Steven sbeek
Varendonck College VMBO-college Boxtel Were Di Eindhotaal
2 1 1 1
2
2 1
1
2 30 2 3
12 1
17 1
57 1
2 1
1 1
7 1
21 1 1
2 1
189
School >3: Ptusschool’ Extra begeleiding, zorgstruqtuur Status: CONCEPT
Aannamen/opmerkingen bij de berekemngt Uitgaande vau 38 lesweken AKA: studenten per 1-10 en tussentijdse instroom: totaal 160 studenten Stap Op. Continue 50 leerlingen in huis. in- en uitstroom Mentoraat wordt een gemiddelde van de huidige salarisschalen Er is uitgegaau van de nieuwe salarisschalen per 1-1,-2009
Aanmelding en Intake Intake AKA, opvragen en analyse van dossier kost 2 nur per potentiele student (afgezet tegen 0,5 uur MBO) Intake Stap Op. dubbele bezetting tijdens de intake en analyse dossier, 3 uur per potentiÃńle student (afgezet tegen 0,5 uur MBO) Instroomgesprekken AKA door mentor (inclusief verslaglegging) : 1,5 uur per student (gebeurt niet regulier) Extra assesstnentdagen AKA voor studenten vanuit praktijkonderwijs. 18 uur (uitvoering en vaar- en nazorg met dubbele bezetting) (gebeurt niet regulier) Extra activiteit
Functionaris Schaal
Intake AKA 1,5 uur per student Docent/intaker LB11 o ’aarbasis 250 intakes)=375 uur Intake Stap Op 2,5 uur per leerling Docenten o ’aarbmis 80 intakes =200 uur
dubbele bezettin =36 uur
375
Gemiddeld LB1O
Instroomgesprekken 1,5 uur per Mentor Gemiddeld LB lO student 160x1,5 uur=240 Assessments van 18 uur (met
240
Docent/mtaker: 18 uur LB 11 Docent/mentor. 18 uur LB1O
Toruui aaemefdm aeieiuke
’ WRR Rapport Vertrouwen m de school 20O9 Mentor heeR binnen. school 23 de rol van loopbaanbegeleider ea bpv-begeleider s Nieuwe schalen per 1-9-2009 4 Docent/intake betreft de functionaris docent in de rol van intaker, ditzelfde principe geldt voor docent/leerhngbegeleider, docent/coOrdhtator enz.
36
Onderwijs AKA mentoraat coachinggesprekken/contacten externen 5 weken: 4 klokuren per week (in regulier MBO 2 klokuren per week op grotere groepsgrootte) AKA mentoraat coachingegsprekken/contacten externen en stagebezoek/gespmkkm 33 weken: 6 klokuren per week (in reguliere MBO 2 klokuren per week op grotere groepsgrootte) Stap Op mentoraat: gesprekken (voortymg en beoordeling): 38 weken, 5 klokuren per mentor (in reguliere VO 2 klokuren in de week op grotere groepsgrootte)
Voor AKA en Stap Op: o 1,6 FTE leerlingbegeleiding (niet in regulier mbo/vo) o 1,8 FTE pedagogisch conciÃńrge (niet in reguliere mbo/vo) o Extra inzet operationele leiding rondom zorgstructuur o ZAT-team: 6 bijeenkomsten vsn 2 uur met 1 uur voor- en nazorg voor 2 leerlingbegeleiders en 2 co5rdinerend docenten, ondersteund door administratieve kracht (4 uur per bijeenkomst)
o Driehoeksoverleg mentor-leerlingbegeleiding-BPV-adviseur: 10 bijeenkomsten van 1 uur
o Logopedisle: 0,2 FTE o Remedial teacher: 0,2 FTE Werving en acquisitie van stageplaatsen 1 FTE extra inzet BPV en 0,5 extra inzet administratieve kracht Extra inzet operationele leiding BPV 0,1 FTE OntwMmltaak in het vormgeven van maatwerktrajecten voor zorgleerlingen 0,5 FTE Ontwikkelen en in stand houden van ICT-leeromgeving, lesmateriaal en voortgangsregjstratie 0,1 FTE Groepsgrootte maximaal 12 studenten zowel bij Stap Op als AKA (afgezet tegen regulier niveau 1: 16 studenten). Dubbele bezetting in groepen van 12 tijdens praktijklessen (gemiddeld 1/3 lessentabel) niet in de berekening opgenomen Tussentijdse opvang stage-uitvallers, opvang instromers, vervanging lessen ziekte, maatwerktrajecten : 1,0 FTE op jasrbasis e Inzet vsn externen in het kader van Burgerschap: bijvoorbeeld sexuele voorlichting (GGD), Delinquentie en Samenleving, Empowermenttrainingen (Diversity Joy), Sport (SEN) etc.
Sd I
E*t dhlt II
AKA hh813( h )
8
LBII
2834
6’ 116.194
570
e Sg.soo
2464
IID 506
20-260 13*198O574
Lel o
Shp Op
shhdg bqFI dhg I FfE=16 5 9
0 6 F 95
P 08 8’ h dgh (I,s
FTBC986 I
th I I d48
2 Dhd 166
Phhgg hhsdig 1,OFTE 62
2986
lhd g g o,spre 67 r hh o,trre*
166
12 5
ZAT t
Cd 8 dhhg
OORPdhcg DORA ( )
6lij2 di LC= 6 3 36’ tl I
(D f htphM )
Ddd tg I hh l lsehDI
d, M tPV-
(8 VI I’ Schild ) CC tl hd’ 8
Ad Od k tt
8 I BPS {\}1,6 PIE)O654 h 6 I hmtl k dt p I I kh8 BPV 166
lht I gk I
IC05
LC04 24
5.1
287ILBR
R dl h
8809
(BPVM ’ ) Mt
BPV-d I FTE BPVM 01 ITE Ad I I tl
6 1.368
(LB07)
(O Cl I ghthl Bhh)
10 13=130
R dhl I 01FIBW32
8* G Bdcllkv
6 6450 lU308)
130
0’ 504 f 5330
10.4/IO 12
1811 332 332
LES I 10 4
f 12948 6’ 10192
0 106.160
10.12 5.111
IDO
I Rd 4 0,1 ple
8 249M
166
D 48 t t Rhkd 0,5 LC06 FTE
I
ICT- 8 dd I 4,11TS
G 905 hh 12 hd Oh It li g fihhhg
Ch th’16.RC t I
I CIKA) chd VO (St pOp),Ddt I b
hd IET(ho g 6 500+ = 760
DR g p thhh RIBO
Ec ecg k
IDC M)210hchtFt4
166
g
Gc iddli
8 964
b 121600
I
LBI I
leer
68019
8 500(0
k f d ’I ’6 h d ’0 I l boel th htbhh 4 hd h
Uitstroom De at: aanmelding met warme overdracht niveau 2 (portfolio en advies), evaluatie met ontvangende opleidingen: 480 uur op jaarbasis Extra activiteit
Fuuctionarils Schaal
Decanaat 480 uur Docentldccaan L811
480
Total Uien ooar
19.680
19.680
Overhead Overhead inclusiefhuisvesting 30% over het totaalbedrag onderwijs (excL operationele leiding en administratieve krachten). (f. 788.627 ÃćâĆňâĂİ 6 42.004) = 6 223.987.
Extra activiteit
Punctiouaris Schaal
Overhead Totaal Overhead
Diverse
6 223.987 6’223.987
Optelling van hierboven vermelde kosten per proces. Extra activiteit Aanmeldin en intake Ondervri’s Uitstroom
Overhead
Tolaal
Kosten 34.451 788.627 19.680 223.987 E l.Af6, 745
Het ministerie van OCW verstrekt aan de BVK-sector specifieke middelen voor het aanbieden van extra zorg. Dit betreft de IBO- en VOA-middelen.
Bekostiging Kosten
Tekort
336 640 6 1.066.745
5
,Begroting 2009 tetaal scholen 3l0 SchcxA 23