NetWerk 2 | 2010
> Boren in ‘het Drentse Dubai’
> Jong VolkerWessels helpt Armenië > Stemat Spirit: De doop van een vlaggenschip > Dossier: VolkerWessels in je portemonnee Informatiemagazine van
NetWerk magazine
14
Bijzonder materieel
Het Drentse Dubai Er stroomt weer olie in Schoonebeek.
Afscheid van een nestor Ken Quinn geeft het roer over in Noord-Amerika.
Bedrijf in beeld: VolkerInfra Ambitieuze jonkies.
Bijzonder materieel Grote jongens en kranige kranen.
‘Zeker kopen’ VolkerWessels reikt koper nieuwbouwwoning de hand.
6
Op de bres voor Armeense kinderen Jong VolkerWessels renoveert Rainbow Child Center in Jerevan.
De hoogste trede van de groene ladder Primeur VolkerRail op prestatieladder ProRail.
4
Beroep in beeld: manager technical department ‘Als ik mijn ogen sluit, zie ik onze schepen.’
10
36
De beste veilige ideeën van collega’s.
Zicht op Insite Een terugblik op anderhalf jaar intranet.
12
Globetrotters in wereldwateren
14
De nieuwe tolk van VolkerWessels ICT
18 28
De ‘internationals’ van VCI.
José de Leeuwe vertaalt bits en bytes.
Tweespraak: Een duurzame toekomst
De doop van een vlaggenschip De spirit van de Spirit.
16
‘Ideologie alleen is niet voldoende’.
Vragen of ideeën? Mail naar:
[email protected]
|2
Voor de veiligheid
Dossier: VolkerWessels in je portemonnee Als veelzijdig concern kent VolkerWessels vele gezichten. Soms past het zelfs in je portemonnee. Een kijkje achter de schermen van de OV-chipkaart en electronic ticketing.
32 35 41 44 46 21
Tenderthriller in de kaasstad Het ‘yes-gevoel’ van Nicolle Terlouw en Mona Rademaker.
38 3|
NetWerk magazine
Boren naar stroop in ‘Drentse Dubai’ Het ‘Texas van de Lage Landen’. Het ‘Drentse Dubai’. We hebben het over Schoonebeek, een dorp van ongeveer 5000 inwoners pal tegen de Duitse grens. Hier ligt het grootste olieveld op het vasteland van NoordwestEuropa. Tot aan 1996 pompte de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) er ruim 250 miljoen vaten op. Daarna bleek verdere winning van de stroperige olie niet langer rendabel. Maar mede door de introductie van nieuwe technieken, begint het olieveld binnenkort aan zijn tweede leven. In het najaar van 2010 moet de eerste olie door de leidingen stromen. Leidingen die consortiumpartner Visser & Smit Hanab aanlegt. g stefan van ewijk b carel kramer
17 > kilometer waterafvoer
18 > putlocaties
22 > kilometer olieafvoer
73 > putten
100 >
kilometer putboringen
200° >
temperatuur olie
300° >
temperatuur stoom
1943 >
ontdekking olieveld
1947 >
start olieproductie
1957 >
1996 >
topproductie
1.000.000.000 > stop productie
vaten: oorspronkelijke grootte veld
Wat is een olieveld?
A
an de overkant van het water onttrekt een dikke grauwwitte deken bijna alles aan het zicht. Alleen enkele industriële gevaarten steken met monotone regelmaat hun grove stalen kop boven de mist uit. ‘Ja’, knikken ze. Onophoudelijk, al decennialang. Ze pompen olie op uit het Duitse gedeelte van het veld. Een vertrouwd beeld dat aan de Nederlandse zijde van het Schoonebeker Diep ook een halve eeuw lang het landschap domineerde. Maar bijna alle jaknikkers rond Schoonebeek zijn inmiddels verdwenen. ‘En ze keren ook niet meer terug’, bekent projectmanager Michael Lander van NAM met gevoel voor melancholie. ‘Voor het project ‘herontwikkeling olieveld Schoonebeek’ kiezen we voor moderne hoogrendementspompen. Deze zijn efficiënter en kunnen veel meer olie oppompen dan de traditionele jaknikkers. We hoeven daardoor minder putten te boren. Dat is niet alleen goedkoper maar natuurlijk ook beter voor het milieu en landschap.’
Taai en stroperig Naar schatting bevat het veld in Schoonebeek nog 750 miljoen vaten olie, waarvan er in de komende 25 jaar 100 tot 120 miljoen worden geproduceerd. Het is ‘taai en stroperig goud’ dat niet eenvoudig is op te pompen. Maar met een combinatie van
|4
orizontale putten en lagedrukstoominjectie denkt de NAM de klus h toch te klaren. Lander: ‘Vroeger boorden we verticale putten, bijna loodrecht naar beneden. Maar door nieuwe technieken zijn we in staat tijdens het boren een bocht te maken waardoor we veel meer contact krijgen met de oliehoudende gesteentelaag. Per put kunnen we dus meer olie naar boven pompen’. Voor het zover is, moet de olie eerst beter vloeibaar gemaakt worden. Dit gebeurt door op een diepte van ongeveer 800 meter onder lage druk stoom in het gesteente te injecteren en de olie te verwarmen. De geïnjecteerde stoom komt als water met de olie mee terug en wordt afgescheiden in een oliebehandelingsinstallatie (OBI). ‘Via een lange pijpleiding gaat het dan naar Twente waar we het in lege gasvelden zullen pompen. De olie transporteren we per leiding naar een raffinaderij van BP in het Duitse Lingen’, vertelt Lander.
In het consortium Voor het transport van en naar de boorputten, legt Visser & Smit Hanab alle leidingen aan. ‘Zowel boven- als ondergronds’, verklaart Wilko Koop, directeur bij Visser & Smit Hanab. ‘Maar daar blijft het niet bij. Wij leggen ook de leidingen aan voor het restwater naar de oude gasvelden in Twente en voor de olie naar de raffinaderij in Lingen.’
Dat de NAM Visser & Smit Hanab ook voor de herontwikkeling van het Schoonebeek-veld benaderde, kwam niet helemaal als een verrassing. Al eerder was het bedrijf naar tevredenheid betrokken bij het NAM Groningen Long Term Project waarbij de gaswin locaties in Slochteren werden gerenoveerd. Koop: ‘Ten opzichte van het project in Groningen, is er wel één groot verschil. Hier voert een consortium van vier partijen het werk uit: het Schoonebeek Redevelopment Team. Visser & Smit Hanab is één van die consortiumpartners. In Groningen waren we ‘slechts’ onder aannemer. We zijn dus vanaf het begin als volwaardige partner overal bij betrokken. Van engineering tot aan de uitvoering. Dat maakt dit project wel extra bijzonder’.
‘Wij komen terug’ Wat het project ook bijzonder maakt, is de binding van de lokale bevolking met de NAM. Bijna iedereen in Schoonebeek heeft wel een link met het bedrijf. Het was dan ook een klap voor de regio toen de activiteiten in 1996 werden gestaakt. Dat de plannen om opnieuw olie te gaan winnen nauwelijks op tegenstand stuitten, was geen verrassing. De aanleg van installaties en het boren van putten zorgen voor veel extra werkgelegenheid. Opdrachten die
Veel mensen denken bij een olieveld aan een onderaards meer gevuld met olie. Maar dat berust op een wijdverbreid misverstand. Een olieveld is een poreuze zandsteenlaag. In ‘Schoonebeek’ bevindt zich op circa 600 tot 900 meter diepte een 10 tot 35 meter dikke laag die ongeveer 140 miljoen jaar geleden is ontstaan. Tussen de op elkaar geperste zandkorrels van de gesteentelaag zitten poriën: minuscuul kleine ruimtes waarin de olie gekleefd zit. Met nieuwe technieken wil de NAM de olie vloeibaar maken, opvangen in de olieproductieputten en met hoogrendementspompen naar de oppervlakte halen.
waar mogelijk aan lokale en regionale bedrijven worden gegund. Daarnaast blijkt uit berekeningen dat er indirect ongeveer 1500 manjaren aan werkgelegenheid ontstaan in de regio. Lander: ‘Op het industrieterrein hier iets verder zijn er wel dertig bedrijven waar we een contract mee hebben. We riepen in 1996 al: ‘Wij komen terug.’ Maar ik ben blij dat we die belofte nu ook écht waarmaken.’ a Werkmaatschappijen: Visser & Smit Hanab, KWS Infra, Visser & Smit Bouw en Gebr. Van Kessel
5|
NetWerk magazine
VolkerWessels helpt consument ‘zeker kopen’
Paniekvoetbal op de financiële markten, onrust op de arbeidsmarkt en soms bijna maniakale kostenbeheersing bij bedrijven. De crisis is onverbiddelijk. Maar als de nood hoog is, worden niet zelden de slimste oplossingen bedacht. De crisis dwingt om inventief en creatief te zijn. Zeker in de woningmarkt zijn juist nu ondernemerschap en innovatie onmisbare kwaliteiten. En laten dat nu net eigenschappen zijn die diep in de genen van VolkerWessels zijn verankerd. g andré den boer b karen vlieger
I
n de negatieve waan van de dag wordt het innovatieve vermogen wel eens vergeten. Maar Laurens Elmendorp weet het zeker: ‘Deze crisis is heel vervelend, maar we kunnen deze periode ook zien als een scharnierpunt voor verandering.’ Nee, er is volgens de directeur bouw- en vastgoedontwikkeling van VolkerWessels Bouw en Vastgoedontwikkeling (BVGO) geen reden voor een jubelstemming: ‘Maar de vrije val
|6
en de absolute verlamming van de tweede helft van vorig jaar zijn voorbij. De markt ontspant zich weer. Er is weer een streep aan de horizon.’
Helpende hand De bezoekersaantallen bij open dagen en manifestaties bij nieuwbouwprojecten staven die analyse. Zo meldden zich onlangs 600 belangstellenden voor 50 woningen bij
het project De Groene Loper in Helmond. Elmendorp: ‘Dat zijn echt geen mensen die zeggen: ‘Het is vandaag goed weer. Laten we eens bij een nieuwbouwproject gaan kijken.’ Je merkt dat mensen weer met serieuze intenties komen kijken. De markt hapert, maar de potentiële vraag is er nog steeds. Het is uitstelgedrag.’ VolkerWessels speelt daar op in door de weifelende koper de helpende hand te bieden. ‘Het consu-
mentenvertrouwen is cruciaal voor het overwinnen van de crisis’, concludeert Elmendorp. ’Mede door een licentie van een grote woningcorporatie hebben we innovatieve concepten in huis waarmee we het klanten gemakkelijker maken om een woning te financieren. Zo verstrekken we bij bepaalde door ons ontwikkelde projecten een subsidie aan de koper.’ Die bijdrage van VolkerWessels kan oplopen tot 25%. Op het
moment van verkoop van het huis betaalt de eigenaar de subsidie (gedeeltelijk) terug en delen VolkerWessels en de eigenaar volgens een vooraf vastgestelde verdeelsleutel de winst of het verlies. ‘Het is dus geen lening’, verzekert Elmendorp. ‘Samen met de koper investeren wij in de woning. Het geeft aan dat wij vertrouwen hebben in de toekomst en de ontwikkeling van de woningmarkt op de middellange termijn.’
Ondernemerschap Naast Kopen met Subsidie kent de formule nog twee varianten. Mocht een consument twijfelen omdat hij zijn huidige woning niet direct kan verkopen dan biedt de Dubbele Woonlasten Subsidie uitkomst. Bij aankoop van een nieuwbouwwoning financiert VolkerWessels voor een bepaalde periode een (aanzienlijk) deel van de bruto maand4 lasten van de oude hypotheek.
7|
NetWerk magazine
Familie Willemsen
Familie Dommerholt
Marcel Willemsen (Waterwijk, Zierikzee): ‘Ik dacht dat ons droomhuis onbetaalbaar was. Toen ik over Koop Zeker hoorde, was ik in eerste instantie een beetje huiverig. Ik vond kopen met subsidie nogal onwerkelijk. Ik bedoel; wie geeft er tegenwoordig nog iets ‘weg’ met 0% rente? Maar toen een makelaar die ik redelijk goed ken mij verzekerde dat het zuivere koffie was, ben ik me er toch maar eens in gaan verdiepen. Zeker als je de komende jaren geen verhuisplannen hebt, is deze constructie ideaal. Je hoeft pas terug te betalen op het moment dat je je huis verkoopt. Bovendien hebben we nu ook nog eens financiële ruimte om ons huis aan te kleden. Ik hoor dat toekomstige buren ook van de regeling gebruik maken. Dat het meer mensen over de drempel helpt, zorgt dat je geen leegstand krijgt. Dat maakt deze nieuwe wijk veel gezelliger. Ja; ik kan Koop Zeker absoluut aanraden.’
Ook de woonservice Bijdragegarantie Huidige Woning vergemakkelijkt de beslissing om te verhuizen. Als de verkoopprijs van de oude woning onverhoopt beneden de taxatieprijs ligt, is VolkerWessels bereid om de ‘minderopbrengst’ gedeeltelijk te compenseren. De voordelen voor de consument zijn evident. Minder risico en lagere woonlasten. Elmendorp: ‘Het is echt een succes. We hebben al een fors aantal woningen met deze woonservices verkocht.’ De directeur laat doorschemeren dat er achter de schermen nieuwe concepten in de maak zijn die de koper nog meer zekerheden moeten bieden. Ondernemerschap is onmiskenbaar de tendens. ‘Luisteren naar de wensen van de consument. Gedegen
|8
marktonderzoek, serieuze marketinginspanningen en maatwerk in de vorm van woningtypen en concepten met meer keuzevrijheid’, somt Elmendorp op. Wat zijn de schoolvoorbeelden? ‘‘Op Buuren’ in Maarssen is landelijk bekend. Maar bijvoorbeeld ook ‘Kreken van Nibbeland’ in Zuidland van De Koning Wessels Vastgoed en ‘Helpermaar’ van Volker Wessels Vastgoed en Rottinghuis in Groningen zijn geslaagde projecten. Groningen; dat is toch niet de eerste regio waar je in deze markt aan denkt. Het bewijst dat je met goede ontwikkelingen, op goede locaties met aandacht voor de vraag van de consument ook in deze tijd succesvol kunt zijn.’
Herman Dommerholt (De Vrijheid, Apeldoorn): ‘Ik kende dit soort constructies wel voor startende kopers. Maar deze stimuleringsmaatregel van Loostad en VolkerWessels was mij nog niet bekend. Mijn vrouw en ik zijn zestigers. We willen hier graag blijven wonen zolang we kunnen. In die situatie waarbij je geen directe intentie hebt om te verkopen, is dit een ideale constructie. Of ik ook van Koop Zeker gebruik had gemaakt als ik in een andere levensfase was? Dat is een hypothetische vraag. Maar laat ik het zo zeggen; mijn zoon is een dertiger. En hem zou ik deze financiering ook aanbevelen. Goedkoper kan niet. Je hoeft niet af te lossen. Koop Zeker geeft een financiële prikkel die de drempel lager maakt. Sterker nog; we hebben nu een ander appartement gekocht dan we in eerste instantie op het oog hadden. Dat is ook een voordeel. Door Koop Zeker kunnen we in een andere prijsklasse kopen.’
Niet immuun Voelt VolkerWessels dan helemaal geen ‘pijn’? ‘Natuurlijk zijn we niet immuun voor de crisis’, constateert Elmendorp. ‘Je merkt dat de markt met name moeilijk is in regio’s waar de laatste jaren veel gebouwd is, of waar men juist met ontvolking kampt. Maar de bezettingsgraad van onze werkmaatschappijen is redelijk. Natuurlijk ontkomen ook wij niet aan maatregelen. Wij hebben helaas afscheid moeten nemen van een aantal medewerkers. Maar met mobiliteit, natuurlijke afvloeiing en het verdwijnen van ingehuurde krachten, hebben we het meeste kunnen opvangen. Vergeet ook niet dat de arbeidsmarkt behoorlijk overspannen was. Een paar jaar geleden was het nog heel
moeilijk om goede mensen te krijgen.’ De tucht van de markt vraagt om slimme oplossingen. ‘Een kwestie van risicomanagement’, analyseert Elmendorp. ‘Zo kiezen we vaker voor een gefaseerde aanpak. Een project van 100 woningen bouw je nu in vier of vijf deelplannen.’ Bovendien profiteert VolkerWessels ook in deze markt van de decentrale organisatiestructuur. ‘De kleine zelfstandige werkmaatschappijen wortelen in de lokale gemeenschap. Die sterke binding met de regio en hun eigen relatienetwerken betalen zich uit in vertrouwen. Opdrachtgevers weten ook dat als ze met onze werkmaatschappijen in zee gaan er een groot, sterk en gezond concern achterstaat. Dat is zeker in deze markt een absolute
meerwaarde. Ik ken genoeg concrete voorbeelden dat opdrachtgevers om die reden voor ons kiezen.’
Stapje extra Betekent het dat VolkerWessels sterker uit de crisis komt? ‘Dat is zeker onze ambitie ’, vertrouwt Elmendorp. ‘Ik praat niet graag over andere partijen. Maar wat je wel kunt zeggen, is dat wij minder met onze interne organisatie bezig hoeven te zijn. Daardoor blijft onze focus gericht op de business. Dat is naast alle sores een voordeel van de crisis. Het geeft je meer tijd om je nog meer te concentreren op efficiency, de reductie van je faalkosten én uiteraard de wensen van de klant en onze dienstverlening aan de
‘De sterke binding met de regio betaalt zich uit in vertrouwen’ consument. We moeten realistisch zijn. De effecten van de crisis zijn voorlopig nog niet uitgewoed. Maar wat mij bijzonder positief stemt, zijn onze collega’s. De mindset is echt voortdurend op verbetering gericht. De bereidheid om een stapje extra te zetten, is groter dan ooit.’ a Surf voor meer informatie over de condities van de innovatieve financieringsconcepten naar koopzeker.nu
9|
NetWerk magazine
Het afscheid van een nestor Hij heeft het uitgerekend. Zestig bezoekjes aan Nederland. Dat is 120 keer de Atlantische oceaan over. Een kleine miljoen kilometer. En dan nog eens een dikke miljoen ‘pendelen’ tussen Seattle en Calgary. ‘Dat betekent dat ik drie jaar van mijn leven in hotels heb geleefd. Dat is even lang als een gevangenisstraf’, grapt Ken Quinn. Wiskunde is onverbiddelijk. En dus moet de directeur Noord-Amerika zijn vrouw uiteindelijk schoorvoetend gelijk geven ‘dat hij misschien toch best vaak van huis is.’ Maar daar komt verandering in. Na 32 jaar trouwe dienst zwaait hij af als roerganger op het continent. g andré den boer b carel kramer
V
ancouver. In een interview verzekert de kersverse Olympische kampioene Lindsey Vonn dat de weg naar goud de nodige ‘offers’ heeft gekost. ‘Offers?’, verbaast Quinn zich over de uitspraak van de skister. ‘Hoe kun je nu over offers spreken als je vier jaar lang je passie mag volgen? In de meest prachtige natuur en omgevingen. Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit in die termen over mijn werk zou spreken. Een mooie deal; iets neerzetten met collega’s. Ik geniet van mijn werk. I just love the game.’
Beste tennisspeler Met Quinn verdwijnt het boegbeeld dat de lokale activiteiten van de grond af opbouwde tot een volwassen groep bedrijven met zo’n duizend medewerkers in Canada en de Verenigde Staten. Niet dat hij met pensioen gaat of compleet van het toneel verdwijnt. Zo blijft Quinn vanaf de zijlijn adviseren bij de ambities die het concern koestert: ‘We groeien nog steeds. Er zijn zelfs serieuze plannen om te ‘accelereren.’ Het lijkt me niet verstandig dat ik me in deze fase van mijn carrière aan een nieuw groot avontuur committeer. Het is tijd dat iemand anders het stokje overneemt.’ Het concern nam afscheid van een generatie directeuren en bestuurders. Is hij de laatste der Mohikanen? ‘Daar lijkt het wel op’, erkent Quinn. ‘Ik wil niet zeggen dat ik iedereen heb overleefd. Maar ik heb in totaal vier bestuursvoorzitters en vijftien bestuursleden ‘versleten’. Zonder iemand tekort te doen, had ik een speciale band met Pim Dijkman. Die was echt steengoed in de business.’ Wat is er eigenlijk waar van de anekdote dat hij ooit in een bar in een heftige discussie met Dik Wessels verzeild raakte? ‘Wie heeft je dat verhaal verteld?’, vraagt Quinn lachend. ‘Ik was het vergeten, maar het klopt. Sini Wijnen (de assistente van Dik Wessels, red.) was onze tolk. Op een gegeven moment vroegen we allebei voortdurend aan haar: ‘Wat zegt hij?’ Maar Sini weigerde op het laatst te vertalen: ‘Dit ga ik niet herhalen.’ Waar die discussie over ging? Uiteindelijk over helemaal niets. Het begon zelfs met wie van ons de beste tennisser was. En het allermooiste is dat we elkaar nooit hebben zien spelen.’
Beste mensen Ook de top van het concern is met veel nieuwe gezichten verrijkt. ‘Wat ik sterk aan de nieuwe Raad van Bestuur vind, is dat ze als een echt team opereren’, analyseert Quinn. ‘Dat is een managementstijl die ik ook altijd heb voorgestaan. Het delen van successen en teleurstellingen maakt de business een stuk aangenamer. Dit is een people’s business. Je moet in zo’n team zorgen voor een goede mix van karakters. Mensen die allemaal hun eigen specialiteit hebben. Mijn advies aan managers binnen VolkerWessels? Omring je met de beste mensen die je kunt krijgen. Ik heb in mijn lange loopbaan wel eens gemerkt dat de directie van een bedrijf huiverig was om echte talenten in huis te halen. Puur omdat ze voor hun eigen positie vreesden. Onzin, goede mensen tillen jou ook op. Misschien wel naar een niveau dat je zelf nooit voor mogelijk had gehouden.’
‘Geen recessie duurt eeuwig’
wat het ergste is van zo’n recessie? Dat je je alles waar je die jaren ervoor zo keihard voor hebt gewerkt binnen no time ziet ontglippen. Wij hebben ons wel duizend keer afgevraagd of we dit hadden moeten zien aankomen. Maar we zijn net zo hard door de crisis overvallen als iedereen. Dit is de derde recessie die ik meemaak. Waarschijnlijk de meest ingrijpende, maar we zijn er altijd weer sterker uitgekomen. Geen recessie duurt eeuwig. In Europa bevinden jullie je misschien nog op de bodem. Wij waren in 2007 als eersten aan de beurt. En nu krabbelen wij ook als eersten overeind. Al is er wel een wezenlijk verschil tussen Canada en de Verenigde Staten. Vooral de markt van land development is bar. Canada is minder hard geraakt. Maar daar hebben we ook een veel stabieler banken systeem en worden hypotheken van oudsher met veel minder risico gefinancierd.’
‘If it ain’t broke, don’t fix it’ Volker Stevin Highway Maintenance heeft dankzij meerjarige contracten al anderhalf decennium een stabiel marktaandeel van zo’n 25% in het onderhoud van een slordige 8.000 kilometer wegen in Alberta. De ‘oliezanden’ in die provincie garanderen vroeg of laat opnieuw een bloeiende economie. ‘Canada biedt oneindig veel mogelijkheden’, verzekert Quinn. ‘Als je zorgvuldig opereert, lonken er mooie nieuwe avonturen. Maar dat mag nooit ten koste gaan van je core business. Wat succesvol is, moet je koesteren. If it ain’t broke, don’t fix it.’ a
Vier nationaliteiten Ken Quinn (1949) kan ‘kiezen’ uit vier nationaliteiten. Tegenwoordig is hij Amerikaan. Maar in het verleden reisde hij ook met een Canadees en een Brits paspoort. Zijn voorvaderen zijn Iers en zijn wieg stond in Schotland waar hij civiele techniek studeerde aan de University of Strathclyde in Glasgow. Maar zijn geboortegrond was te klein voor zijn ambities. Na avonturen in Saudi-Arabië en Ierland besloten hij en zijn vrouw te emigreren naar Australië of Canada. De slagvaardigheid van de Canadese ambassade bepaalde hun bestemming: ‘Zoek een baan; dan regelen wij de papieren.’ De eerste vlucht ging naar Calgary. Quinn werkte een jaar bij de gemeente van de grootste stad van Alberta toen de telefoon rinkelde. Het toenmalige Stevin belde of hij interesse had om een wegenbouwbedrijf op te zetten. Een gesprek dat meer dan drie decennia van zijn loopbaan inleidde: ‘Als je ambities hebt, kun je twee dingen doen. Naar een andere werkgever; of zorgen dat je bedrijf groeit en zelf meegroeien. Het is over duidelijk welke keuze ik heb gemaakt.’
En achteraf blijken uitgerekend de zware tijden het meest boeiend en louterend: ‘Maar natuurlijk niet als je er midden in zit. Weet je
| 10
11 |
bedrijf in beeld
NetWerk magazine
De ambitieuze ‘jonkies’ van VolkerInfra De inkt van de brochure is nog warm en de route naar de website is voorlopig alleen nog toegankelijk voor ‘werkverkeer’. VolkerInfra geldt als één van de ‘jonkies’ binnen VolkerWessels. Het bedrijf ademt ambitie en groeide in no time van drie naar ongeveer veertig medewerkers. Het motto: ‘first things first’. Alle energie wordt gebundeld in een duidelijke doelstelling: dé specialist worden op grote infrastructurele projecten, met een marktaandeel van 25%. g stefan van ewijk b carel kramer en dirk-jan van dijk Wegen, kunstwerken, wegsignalering; alles in één grote multidisciplinaire opdracht. We deden er dus goed aan om onze krachten te bundelen. Door de verschillende culturen en werkwijzen van de werkmaatschappijen ontstonden er te vaak interne problemen op de raakvlakken van deze grote infrastructurele projecten.’ De eerste poging was geen succes maar de blijvende noodzaak in de markt vroeg om een herstart. Die volgde in juni 2009. Van Wijk: ‘Voorwaarde voor succes was een gelijkwaardige positie ten opzichte van de werkmaatschappijen. VolkerInfra is geen adviesorganisatie. We staan aan het roer van integrale projecten. Initiërend en leading’.
De kracht
‘I
k hou van grote projecten’. Het zijn de bevlogen woorden van Ruud van Wijk, directeur VolkerInfra en voormalig directeur van KWS Infra in Eindhoven. Sinds 1 juni 2009 zit hij aan het stuur van het samenwerkingsvehikel van KWS Infra, Van Hattum en Blankevoort en Vialis. Het idee voor VolkerInfra ontstond al in december 2007. ‘VolkerWessels is natuurlijk een sterk gedecentraliseerde organisatie waarin het ondernemerschap bij de diverse werkmaatschappijen zelf ligt’, analyseert Van Wijk. ‘Dat werkte in ons voordeel bij partijen als Rijkswaterstaat en ProRail die ook decentraal georganiseerd waren. Maar de tendens van de laatste jaren is dat deze opdrachtgevers projecten clusteren.
| 12
De inspanningen van VolkerInfra beginnen al voor de aanbesteding. Het bedrijf brengt aankomende grote projecten in kaart en bespreekt die met de drie werkmaatschappijen in een integraal projectoverleg. Is het een opdracht voor ‘slechts’ één van de werkmaatschappijen? Of betreft het een multidisciplinair en werkmaatschappijoverstijgend project? Dat laatste geldt voor ongeveer 70% van de aanbestedingen. In die integrale projecten trekt VolkerInfra de kar. Het zwaartepunt ligt volgens Van Wijk niet op de prijs maar juist op kwaliteit: ‘De gebundelde expertise en eenduidige werkwijze binnen het samenwerkingsverband stellen ons in staat om de best mogelijke inschrijving in te dienen. Een aanbieding met een sterke klantfocus en een ‘best for project oplossing.’ Dat dit een cultuurverandering vergt, beseffen we maar al te goed’.
Jarenlang ontmoetten werkmaatschappijen elkaar alleen op het raakvlak van infrastructurele projecten. Nu werken ze van begin tot eind samen. ‘Dát is de kracht van VolkerInfra’, lacht de directeur. ‘Een goede samenwerking. Niet altijd even gemakkelijk, maar wel leuk en uitdagend’.
‘In control’ Het succes lijkt VolkerInfra vooruit te snellen. Van de drie aanbiedingen in 2009 zijn er twee aan het samenwerkingsverband gegund. Het gaat om twee spoedprojecten uit het ‘Programma Spoedaanpak Wegen’ van Rijkswaterstaat. Mede door dit succes groeide VolkerInfra in korte tijd razendsnel. De veertig medewerkers zijn voor een groot deel collega’s van de werkmaatschappijen.‘Maar ook externen proberen we natuurlijk zo snel mogelijk met onze werkwijze te besmetten’, knipoogt Van Wijk. ‘Die nieuwe mensen zijn nodig vanwege een groot aanbod van multidisciplinaire projecten en om bij succes snel van tender- naar projectorganisatie te kunnen overschakelen. Na de stormachtige ontwikkelingen in 2009 dient 2010 om een meer solide basis neer te zetten. Een noodzakelijke stap, willen we onze doelen behalen. Het is nu nog te vaak ad hoc. We moeten nog meer expertise ontwikkelen, structuur aanbrengen en in control zijn.’
Design en PPS Een goed voorbeeld van die expertise en samenwerking, is de oprichting van Volker InfraDesign. Het ingenieursbureau van Van Hattum en Blankevoort is omgevormd
Programma Spoedaanpak Wegen
tot integraal ontwerpbureau. Het volledig uitbesteden van design is hiermee niet langer aan de orde. VolkerInfra behoudt met Volker InfraDesign zelf de controle op het ontwerp en de raakvlakken van wegen, kunstwerken en dynamisch verkeersmanagementsystemen. Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van een eigen PPSafdeling die de aansturing van publiek private projecten verzorgt. ‘Veel van onze projecten voeren wij uit op basis van Design & Construct’, verklaart Van Wijk. ‘Maar de tendens is dat steeds meer grote contracten op basis van DBFM: (Design Build Finance Maintain) in de markt worden gezet. Hiervoor moet je expertise in huis hebben van de contractuele en financiële kanten van projecten. Onze doelstelling is helder: een marktaandeel van 25% in de grote
infrastructurele werken. Als we dat willen behalen, moeten we ook op dergelijke projecten inschrijven en is een afdeling PPS noodzakelijk’.
Markt op zijn kop Van Wijk verwacht dat VolkerInfra in 2010 op acht à negen grote aanbestedingen inschrijft. Ondanks de eerste successen rekent de directeur zich niet te vroeg rijk: ‘We hadden natuurlijk een fantastische start. Maar dit jaar begint het eigenlijk pas. Eind 2010 maken we de balans op. Dan weten we hoever we écht zijn. Het langere termijn doel om één op de vier grote projecten te winnen, is een hele uitdaging. Wat ik wel weet; is dat we de markt flink op zijn kop zullen zetten. VolkerInfra brengt verandering.’ a
Rijkswaterstaat pakt in opdracht van de Minister van Verkeer en Waterstaat dertig beruchte knelpunten op rijkswegen aan om de doorstroming te verbeteren en reistijden te verkorten. Een nieuwe marktbenadering gericht op kwaliteit en een zeer korte doorlooptijd. VolkerInfra verwierf twee spoedprojecten. Spoedpakket B Verbreden en verleggen van de N50 tussen Ramspol en Ens inclusief een brug over het Ramsdiep. Spoedpakket D Uitbreiden van de wisselbaan op de A1 tussen Diemen en Muiderberg. Aanpassen van de vluchtstrook naar een spitsstrook op de A1/A6 tussen aansluiting Muiderberg en aansluiting Almere Stad-West én op de A1 in ’t Gooi.
13 |
b i j z o n d e r m at e r i e e l
NetWerk magazine
g inger harteman b carel kramer en martin mooij
Meten is weten
Een nieuw leven
Het inspecteren van sporen en wissels gebeurt nu nog grotendeels ‘met het blote oog’. Een tijdrovende bezigheid, waarvoor treinvrije periodes nodig zijn, omdat tijdens controles geen treinen op hetzelfde spoor kunnen rijden. De meettrein van VolkerRail/ Inspectation ondervangt dit probleem. Hoe? Allereerst maakt het video-inspectiesysteem met zes camera’s elke 0,5 meter een foto van de sporen en wissels. Flitsers bereiken de benodigde hoge resolutie en scherpte. De foto’s overlappen elkaar, waardoor elke plek zichtbaar is. Met de foto’s worden mogelijke veiligheidsproblemen, zoals gescheurde spoorstaven, opgespoord. Dagelijks controleren analisten de beelden op onregelmatigheden. De trein bevat daarnaast het Turnout Measurement System. Met een snelheid van 35 km/u worden elke drie centimeter 3D-dwarsdoorsneden van spoorstaven en wissels gemaakt dankzij acht lasers met camera’s.
Wat doe je als je een betonspreidmachine nodig hebt? Juist; dan bouw je een asfaltspreidmachine om. KWS Infra en haar dochterbedrijf BKB Infra gebruiken de omgebouwde Vögele 1300 om betonnen wegen en paden aan te leggen. De primeur vond plaats aan de kust. Tussen Bergen en Bergen aan Zee ligt een fietspad van 2,2 kilometer dat met het gevaarte door collega’s van KWS Infra uit Heerhugowaard onder handen werd genomen. Stralend middelpunt is een voorraadbak voor het beton. Die positionering maakt het mogelijk om in twee richtingen te werken. Een wiellader rijdt het beton van de bak naar de spreider die het modelleert tot de gewenste afmetingen. Met rupswanden onder in plaats van naast de machine is de breedte van dit materieel relatief beperkt ten opzichte van bestaande betonspreiders.
Meettrein (VolkerRail/Inspectation)
‘Betonspreider’ (BKB Infra)
Grote jongen
Kranig
Hij is de grootste in zijn soort in Europa. De indrukwekkende 450 tons-boorrig van Visser & Smit Hanab doet waarvoor hij gebouwd en ontworpen is: boren. Met een trekkracht van 450 ton kan hij langere boringen uitvoeren. Ook de zogenaamde torque (het draaimoment) is hoog waardoor de diameter van de boring groter kan zijn. Hierdoor is het mogelijk om nog grotere leidingen met behulp van horizontaal gestuurd boren te installeren. Rustig van zijn ‘geboorte’ bekomen kon de boorrig niet. Zijn eerste boring vond meteen plaats onder het Schelderijnkanaal, waarna de boor getransporteerd werd richting Westerschelde voor de volgende klus.
De Tweede Maasvlakte; dat is de komende twee jaar het domein van de Liebherr 875. Deze diepwandkraan waar Volker Stevin Materieel voor Volker Staal en Funderingen in heeft geïnvesteerd, wordt ingezet om een kadewand van twee keer één kilometer aan te leggen. De 100-tons kraan graaft met zijn grijper van zo’n 25 ton veertig meter recht naar beneden. Daarna komt er een ‘collegakraan’ aan te pas om een wapeningsnet op te pakken, te kantelen en vervolgens in de sleuf te plaatsen. De Liebherr 875 is ‘klein van stuk’, maar met een sterke 12 cilinder motor met 605 Kw (812 pk) speciaal ontwikkeld voor dit type funderingswerk.
450 Tons-boorrig (Visser & Smit Hanab)
| 14
Diepwandkraan (Volker Stevin Materieel)
15 |
NetWerk magazine
De spirit van de Spirit Het laatste winterlicht weerkaatst in de Maas. Daar aan de kade waar vroeger de ketelbinkies met witte zakdoeken werden uitgewuifd, blinkt nu trots de Stemat Spirit. ‘Hollands glorie in optima forma’, noemde bestuursvoorzitter Gerard van de Aast de nieuwste aanwinst van Stemat en Visser & Smit Marine Contracting (VSMC) tijdens de doop door Bianca Balkenende-Hoogendijk. VSMC gebruikt de 90 meter lange en 28 meter brede Spirit om hoogspanningskabels aan te leggen van land naar offshore windmolenparken, tussen parken onderling en onderzeese verbindingskabels tussen elektriciteitsnetwerken. Het unieke van de Spirit, die ook ingezet kan worden voor de reparatie en onderhoud van kabels, is dat het schip ook in ondiep water in staat is om kabels op en onder de zeebodem te leggen. De komende twee jaar is de Spirit te vinden in het Verenigd Koninkrijk bij de off shore windmolenparken in Walney, Ormonde, Sheringham Shoal en London Array.
Mevr. Balkenende-Hoogendijk doopt de Spirit.
| 16
Demissionair premier Balkenende verraste met een speech.
Gerard van de Aast bedankt Leo van Vliet (VSMC) en Jan-Willem Dijkshoorn (Stemat).
De Spirit wacht aan de kade op de eerste avonturen.
17 |
NetWerk magazine
W
Jong VolkerWessels op de bres voor Armeense kinderen Armeense kinderen een eerlijke kans geven op een goede toekomst. Dat is de ambitie van Jong VolkerWessels in Jerevan. Acht leden van het projectteam vertellen waarom zij zich inzetten én waarom het zo belangrijk is voor Armeense kinderen dat ‘hun’ Rainbow Child Center wordt gerenoveerd. ‘Wij kunnen voor een heleboel kinderen het verschil maken.’ g priscilla borgers b jong volkerwessels
| 18
ie voor een dubbeltje geboren is, droomt ervan om een kwartje te worden. Dat geldt zeker voor de kinderen die in de kansarme wijk Nor Nork in de Armeense hoofdstad Jerevan opgroeien. In deze achterstandswijk krijgen kinderen - als ze al naar school kunnen - slechts halve dagen les. Veel kinderen hangen op straat en hebben geen plek om huiswerk te maken. Om ook die kinderen een kans te geven, neemt Jong VolkerWessels het Rainbow Child Center onder handen. In het verouderde centrum krijgen momenteel zo’n 180 kinderen na schooltijd huiswerkbegeleiding, taal- en sport- en cultuurlessen. Ook moeders komen er samen. Enkele honderden kinderen staan op een wachtlijst. Jong VolkerWessels gaat daarom een onbruikbaar gedeelte van het gebouw opknappen. Op het verlanglijstje staan een sportzaal met kleedruimtes, sanitaire voorzieningen, een huisartsenpost, nieuwe leslokalen, een nieuw dak en een nieuw ketelhuis dat het hele centrum straks verwarmt. Het projectteam is druk met acties om geld in te zamelen door sponsoracties. Als die missie is geslaagd, starten plaatselijke aannemers met de renovatie van het Rainbow Child Center.
1
Stijn Elbers
Leeftijd: 30 jaar Bedrijf: VolkerRail Functie: business intelligence consultant ‘Door onze reis weet ik één ding zeker: de renovatie is écht nodig. Ook mij vielen de enorme tegenstellingen op. Aan de imposante gebouwen in Jerevan zie je dat een klein deel van de bevolking het goed heeft. Kom je buiten het centrum, dan tref je de meest schrijnende situaties aan. Complete families wonen in troosteloze appartementen waarin simpele voorzieningen als centrale verwarming ontbreken of kapot zijn. Vraag je mensen naar het belang van het jongerencentrum, dan antwoorden ze dat het enorm veel voor iedereen betekent. Kinderen leren er meer dan op school. En ze krijgen individuele aandacht. Misschien is dat nog wel het belangrijkst.’ 2
Arjan van Leest
Leeftijd: 30 jaar Bedrijf: Aveco de Bondt Functie: adviseur omgevingsmanagement ‘Veel kinderen in Armenië krijgen geen eerlijke kans op een goede toekomst. Ouders hebben amper geld voor het levensonderhoud. Laat staan voor extra’s als buitenschoolse opvang of judoles. Het zou goed zijn als wij dat soort activi-
teiten voortaan in het centrum kunnen aanbieden. Ik denk dat zo’n centrum juist in arme landen als Armenië een enorme toegevoegde waarde heeft. Zowel ouders als kinderen hebben behoefte aan een plek waar ze samen dingen kunnen ondernemen. Natuurlijk hoop ik dat we een mooi bedrag ophalen. En dat we op deze manier duidelijk laten zien dat we maatschappelijk betrokken zijn.’ 3
Alexander de Bonth
Leeftijd: 30 jaar Bedrijf: Volker Wessels Vastgoed Functie: vastgoedontwikkelaar ‘Een collega werkte eerder mee aan een ontwikkelingsproject van Jong VolkerWessels in Afrika. Steeds als hij daarover vertelde, dacht ik: ‘Dat wil ik ook nog eens doen.’ We hebben een goed leven hier. Ik vind dat je daarom ook wel eens iets kunt doen voor mensen die het minder hebben. Het is eigenlijk bizar dat er zo veel armoede heerst. Dat was heel confronterend. De hoofdstad is nog redelijk welvarend, maar zodra je daarbuiten komt, tref je een desolaat, armoedig gebied aan. Doordat ik het kindercentrum nu zelf heb gezien, sta ik alleen nog maar meer achter ons project. We kunnen voor een heleboel kinderen het 4 verschil maken.’
19 |
1
2
6
3
7
4
5
8
4 1. Stijn Elbers 2. Arjan van Leest 3. Alexander de Bonth 4. Esmaralda Boon 5. Gevorg Babayan 6.Bas Koggel 7. Esther Lelij 8. Jos van Dam.
4
Esmaralda Boon
Leeftijd: 35 jaar Bedrijf: Visser en Smit Bouw vestiging Amsterdam Functie: projectadministrateur ‘Toen we in Armenië aankwamen, dacht ik: ‘Waar zijn we nu beland?’ Het vliegveld oogde zo vroeg in de ochtend niet echt gastvrij. En ik schrok van de armoede in de buitenwijken van Jerevan. We waren in een huis waar een kindje in een ijskoude slaapkamer lag te slapen. Geld om alle kamers te verwarmen, is er niet. Er stond alleen een klein kacheltje in de huiskamer. Waarom ik me inzet voor dit project? Omdat ik zelf een fijn leven heb en nu graag een keer iets voor anderen wil betekenen. Op televisie zie je vaak mensen die werken voor vrijwilligersorganisaties in het buitenland. Nu ik via mijn werk de kans krijg, doe ik graag mee.’ 6
Bas Koggel
Leeftijd: 27 jaar Bedrijf: Volker Construction International b.v. Functie: werkvoorbereider ‘Heel positief dat ik binnen Volker Wessels de kans krijg om aan dit project mee te werken. Ik leer mensen kennen binnen het concern met wie ik nog nooit eerder heb samengewerkt. En we zetten ons in voor een goede zaak. Daar ben ik helemaal van overtuigd nu we het centrum met eigen ogen hebben gezien. Ik ben vrij nuchter en niet snel ergens van onder de indruk, maar de tweedeling tussen arm en rijk in Jerevan
| 20
deed me wel wat. We hebben tekeningen gemaakt voor de renovatie van het Rainbow Child Center en contact gelegd met lokale aannemers. Ik hoop dat nu dat we een mooi bedrag ophalen, zodat we snel echt kunnen bouwen.’ 7
Esther Lelij
Leeftijd: 26 jaar Bedrijf: VolkerWessels Functie: projectbegeleider communicatie ‘Twee jaar geleden heb ik meegewerkt aan het project van Jong VolkerWessels in Ethiopië. Een mooie ervaring, vandaar dat ik zei: ‘Als er nog een keer een project komt, doe ik weer mee.’ Je leert door dit project niet alleen veel mensen kennen. Je steekt ook veel op van je ‘teamgenoten’. Binnen een paar maanden zet je samen iets moois op in een compleet andere cultuur. Ik ben nu twee keer in Jerevan geweest en hoop dat we zo snel mogelijk kunnen beginnen aan de renovatie. We betekenen niet alleen iets voor de kinderen daar. Ook moeders kunnen in het Rainbow Child Center terecht. Met de renovatie doen we iets goeds voor de hele gemeenschap in de wijk.’ 8
Jos van Dam
Leeftijd: 27 jaar Bedrijf: Bébouw Functie: uitvoerder ‘Ik heb me direct aangemeld. Als ik anderen hoorde praten over ontwikkelingswerk, raakte ik ook geïnspireerd. Nu heb ik de kans
om iets goeds te doen én daar zelf nog iets van op te steken. Door deel te nemen aan dit project leer ik veel mensen binnen het concern kennen en nog beter samenwerken. Met ons project slaan we twee vliegen in één klap. Door het centrum te renoveren, krijgen kinderen een grotere kans op een goede toekomst én we stimuleren de Armeense economie door het werk uit te besteden aan plaatselijke ondernemers.’
Pailak Avedisian Leeftijd: 44 jaar Bedrijf: Koenen Bouw Functie: hoofd calculatie, planvoor bereiding en inkoop ‘Toen ik hoorde dat Jong VolkerWessels een project startte in Armenië, heb ik direct contact gezocht. Ik ben zelf van Armeense afkomst. Als ik iets kan betekenen voor mijn moederland doe ik dat graag. Dat we binnen VolkerWessels de kans krijgen ons in te zetten voor dit project vind ik geweldig. Armenië is een land van extreme tegen stellingen. De hoofdstad is welvarend; maar tachtig procent van de mensen in de buitenwijken leeft in armoede. De jarenlange Sovjetbezetting en de oorlogen hebben hun sporen nagelaten. Er zijn veel wees kinderen in Armenië. Juist voor hen en voor de bewoners van de arme wijk Nor Nork is het centrum ontzettend belangrijk.’ a Meer weten over het project? Ga dan naar: www.projectarmenie.nl
VolkerWessels in je portemonnee Een ‘reus’ aan de skyline. Een kunstwerk dat alle records verbreekt of een compleet nieuwe snelweg. Vraag een medewerker of een buitenstaander naar het ultieme visitekaartje van het concern en het antwoord is 99 van de 100 keer: een ‘groots en meeslepend’ project. Maar het moderne VolkerWessels heeft vele gezichten. Zo acteert het concern ook ‘op de vierkante centimeter’. Dit dossier zoomt in op die producten van VolkerWessels die letterlijk in je portemonnee passen. En op de ingenieuze diensten en systemen die daar achter schuil gaan. De meest bekende is ongetwijfeld de OV-chipkaart. Een redacteur van NetWerk keek een dagje achter de schermen om zelf te ontdekken welke enorme operatie nodig is bij de introductie van het nieuwe nationale vervoersbewijs. Sommige huzarenstukjes van het concern zijn zelfs onzichtbaar. Zoals de contactloze technologie van WheretoCard: een dienst verlening die van a tot z de electronic ticketing verzorgt voor attractieparken, dierentuinen, musea en evenementen. Hoewel ook andere concernpartijen als Vialis en VolkerWessels Telecom een prominente rol spelen en speelden bij de geboorte en ontwikkeling van deze producten en diensten zijn veel initiatieven gebundeld in een nieuw bedrijf. Mcom geldt sinds enkele jaren als dé concernspecialist als het gaat om systemen van contactloze technologie voor betalen en identificatie. Speerpunten zijn sectoren als verkeer&vervoer, retail, entertainment en toerisme. Directeur Peter van Dijk vertelt over de groeispurt en het ongekende potentieel van deze jonge werkmaatschappij.
NetWerk magazine
V
oor veel collega’s is het een feest der herkenning. ‘Goh; dat wij dat ook doen!’, refereert Peter van Dijk aan een veelvoorkomende uitspraak binnen het concern. De verbaasde reacties als ze horen ‘met wat voor mooie dingen we nu allemaal weer bezig zijn.’ Mcom is een schoolvoorbeeld van een nieuwe vorm van dienstverlening die steeds belangrijker wordt binnen het veelzijdige VolkerWessels van vandaag.
Revolutionair
‘Alles op één kaart’ Strippenkaart, NS-abonnement, chipknip, parkeerpas, festivalticket of een concertkaartje: de moderne portemonnee puilt uit. Maar er is hoop voor iedereen
Alleen al het kantoor laat er geen misverstand over bestaan waar Mcom groot mee is geworden. Achter de rug van Van Dijk ‘kruipen’ treinen station Amersfoort in en uit. Even terug naar de wieg. Het is 2003 als Vialis met consortiumpartners Thales en Accenture het contract voor de uitrol van de opvolger van de strippenkaart verwerft. OV-bedrijven NS, RET, GVB, HTM en Connexion verenigd in Translink en samen goed voor 80% van de markt committeren zich aan de uitrol van OV-chip: de elektronische opvolger van de strippenkaart. Nederland mag mondiaal gezien geen pionier zijn, de schaal van de operatie is wel revolutionair. ‘Het is wereldwijd de eerste keer dat in één land een kaart in deze aantallen wordt gedistribueerd. We hebben het alles bij elkaar over 10 miljoen gebruikers’, rekent Van Dijk voor. ‘Om nog maar te zwijgen over het grote aantal betrokken partijen. Denk bijvoorbeeld aan leveranciers en vervoersbedrijven. Nederland kent alleen al achttien vervoersautoriteiten. Het is een geheel eigen ‘ecosysteem’ dat langzaam maar zeker is gaan draaien.’
die moe is van al die pasjes en losse kaartjes. Mcom, dé
Slipstream
concernspecialist op het gebied van contactloze tech-
Vialis was bij de aftrap verantwoordelijk voor het plaatsen, beheer en onderhoud van de kaartenautomaten, toegangspoortjes, oplaadkastjes en uitgiftepunten. Maar dat is nog geen verklaring voor de rol van Mobility Commerce Services, zoals Mcom voluit heet. ‘Onze core is IT’, legt Van Dijk uit. ‘Wij verzorgen de distributie, betalingen en alle andere dienstverlening rond de kaart. Je kunt je voorstellen dat de achterliggende systemen bij dit soort operaties bepaald niet kinderachtig zijn. Wij hebben zo’n vijftig a zestig collega’s die permanent bezig zijn met het beheer van de IT.’ Alleen al voor het openbaar vervoer wordt er elke dag tussen de € 100.000 en € 150.000 aan saldo opgeladen. Het aantal kastjes groeit dit jaar van 800 tot 3.000. De OV-chip mag dan het paradepaardje van Mcom zijn; het is al lang niet meer het enige succesnummer. Dat de IT is losgeweekt bij Vialis is volgens Van Dijk dan ook niet meer dan logisch: ‘We waren ons er al in een vroeg stadium van bewust dat deze kaart in de slipstream van het openbaar vervoer meer functionaliteiten kan bieden. Denk aan microbetalingen als een koffie of croissantje. Parkeren, taxi, reisinformatie en ‘combiticketing’ van vervoer en evenement. Maar misschien ook wel rekeningrijden; of maatwerk voor specifieke gebruikersgroepen als studenten en senioren. Zo ontwikkelen we bijvoorbeeld een mobiliteitskaart voor concerncollega’s. Dan kun je precies zien hoeveel je lease-auto verbruikt en hoeveel CO2 je uitstoot of juist bespaart doordat je met het openbaar vervoer reist. De mogelijkheden zijn oneindig.’
nologie voor betalingen en toegangscontrole heeft grootse toekomstplannen. Trein, bus, taxi, parkeren, snacks, koffieautomaat, evenement en pretpark; het kan straks allemaal met één ‘drager’, zoals het in vaktermen heet. Directeur Peter van Dijk: ‘Toekomstmuziek? Het is echt dichterbij dan je denkt.’ g andré den boer b dirk-jan van dijk
‘Bliep; en je bent binnen’ Het is ook de reden dat de WheretoCard van VolkerWessels Telecom bij Mcom is ondergebracht. In de markt voor festivals, evenementen, concerten en pretparken handelt Mcom voor haar
| 22
5 Peter van Dijk: ‘Wij zijn zeker geen ‘IT-fabriek’. Het beheren van bedrijfskritische IT-systemen is vakmanschap. Een echt ambacht. Onze mensen gaan soms ‘buiten spelen’ om onze klanten te begrijpen.’
klanten jaarlijks 600.000 e-tickets af ter waarde van € 8.000.000. De markten mogen verschillen; het systeem is identiek. ‘Je hebt altijd te maken met twee transacties’, doceert Van Dijk. ‘De financiële transactie en de toegangscontrole door identificatie.’ Maar dat geldt toch ook voor een creditcard? ‘Als je al geen pincode in hoeft te toetsen; moet die kaart in elk geval in een gleuf’, pareert Van Dijk. ‘Het systeem moet eerst je kaart lezen om je te identificeren. Pas dan heb je toegang. Met onze contactloze oplossingen duurt het 0,3 seconde. ‘Bliep’; en je bent binnen.’ Klinkt dat overdreven? Een beetje hersengymnastiek bewijst het tegendeel. Stel je een overvol station voor of de entree bij een stadionconcert. Waar een creditcard een drommende massa aanzienlijk vertraagt, is die ‘bliep’ van Mcom een zegen. Maar de kaart is volgens Van Dijk niet heilig. ‘Wellicht is een chip in een mobiele telefoon de toekomstige drager. Maar het gaat niet om het middel, maar om de onderliggende technologie. Wij zijn zeker geen ‘IT-fabriek’. Het beheren van bedrijfskritische IT-systemen is vakmanschap. Een echt ambacht. Onze mensen gaan soms ‘buiten spelen’ om onze klanten te begrijpen. Je moet weten waar een buschauffeur mee worstelt en waar een automaat in de Albert Heijn moet staan.’
Dichter naar de consument Van Dijk signaleert een tendens waarin het concern dichter naar de consument kruipt: ‘Denk aan consumenten die rechtstreeks een woning bij VolkerWessels kopen of het parkeerbeheer van PCH. Dat zijn ook nieuwe markten. De retail is heel interessant. Zo hebben wij onder andere contracten met Ahold, C1000, Q-Park, Keukenhof en Burger Zoo.’ Van Dijk zoekt daarbij nadrukkelijk de samenwerking met zusterbedrijven. Zo gaat hij op visite bij grote infrabedrijven als HOMIJ, KWS, Visser & Smit Hanab en VolkerRail om synergie te ontdekken. ‘Ik weet zeker dat er in de infra en industrie IT-systemen zijn waarvoor onze oplossingen een toegevoegde waarde kunnen hebben. Denk aan bruggen en sluizen.’ De directeur realiseert zich maar al te goed het belang van VolkerWessels. ‘Zonder het concern waren we nooit voor de OV-chip in aanmerking gekomen. VolkerWessels staat synoniem voor solide, stabiel en sterk.’ a
‘alles op een kaart’ dossier electronic ticketing
23 |
NetWerk magazine
Op reis met Mcom Hij kent een stormachtige carrière. Na achttien jaar ‘op de truck’ en vier jaar als eerste monteur bij Vialis lonkte een mooie nieuwe uitdaging. Als projectleider bij Mcom mag hij het team aansturen dat verantwoordelijk is voor het plaatsen van de apparatuur voor de OV-chipkaart. Een dag op pad met Jon van de Glind. g stefan van ewijk b rené van den burg
08:12
Het verkeer op de A16 vliegt gehaast langs het grote kantoorpand aan de rand van Dordrecht. De gure kou lijkt de opgewekte Jon van de Glind niet te deren. Binnen is een monteur bezig met de bekabeling van de kasten. Een verdieping hoger staat een collega op een trap met een bos kabels in zijn handen. ‘Dit is eigenlijk een nevenactiviteit’, verklaart Van de Glind. ‘We installeren hier twee computerruimten voor dataopslag en -verkeer. De netwerkkabels van bijna 400 werkplekken komen hier samen. Mijn taak? De voortgang bewaken, eventuele problemen oplossen, vragen van de jongens beantwoorden en zorgen dat alles op tijd klaar is’.
09:30
Alsof je een scène van ‘I, Robot’ instapt. Maar waar in de film blinkende robots in strakke lijnen naast elkaar staan opgesteld, zijn het hier in het logistieke en MMR-centrum (Maintenance, Manufacturing & Repair) van Mcom in Houten de welbekende OV-chip oplaad- en ophaalpunten. ‘Mooi hè?’, glundert Van de Glind. ‘Er heerst momenteel een enorme hype rond de OV-chipkaart. Maar daarvoor heb je wel functionerende apparatuur nodig. We leveren dagelijks ‘ophaalautomaten’. Reizigers laden producten op hun kaart die ze in de webshop van de OV-chipkaart kopen. We leveren ook apparaten waar je naast het ophalen van producten ook ter plekke met je pinpas een tegoed op je chipkaart kunt laden. Hier in het logistiek centrum bereiden we alles voor en doen we ook onderhoud en reparaties.’
10:21
Waar de collega’s van Vialis verantwoordelijk zijn voor de installatie en het onderhoud van bijvoorbeeld kaartlezers in bussen en verkoopautomaten op de stations van de NS, plaatst ook Mcom op diverse locaties apparatuur voor de OV-chipkaart. Denk aan de bussen van Connexxion en Qbuzz. In totaal gaat het om ongeveer 2500 bussen. Dat betekent dat dagelijks zo’n 30 à 35 bussen met ophaal- en/of oplaadapparaten worden uitgerust. Daarnaast installeert het bedrijf apparatuur bij onder andere Albert Heijn, de supermarkten van Schuitema, RET, in bibliotheekbussen, bij de sigarenboer om de hoek. ‘Kortom bij elke winkel of instelling die deze service aan zijn klant wil aanbieden en daarmee extra traffic hoopt te genereren. Soms vergt het wel heel wat planning en geduld’, lacht Van de Glind. Assistent-projectleider Daniëlle Huegen beaamt dit: ‘Winkels die niet op de hoogte zijn van onze komst, een bedrijfsleider die niet akkoord gaat met de gekozen locatie. Vervelend als je meerdere keren naar dezelfde plek in Friesland moet.’
10:55
We ontmoeten Hans Kuiters die als hoofd inkoop & logistiek verantwoordelijk is voor het distributiecentrum Houten: ‘Ik ben echt trots op wat we hier met zijn allen in korte tijd hebben bereikt. We zijn pas een paar maanden bezig en moet je zien wat hier staat en wat we dagelijks voor elkaar krijgen. Via onze directeur kregen we bijvoorbeeld onlangs een verzoek van de NS. Duizenden studenten hadden nog steeds hun OV-chipkaart niet geactiveerd. Of wij daar een oplossing voor konden bedenken. Vrijdag kwam het verzoek en dinsdag ging een promotieteam al op pad met door ons ontwikkelde mobiele apparatuur om op scholen en universiteiten studenten hun kaart te laten activeren. De verf was nog nat. Prachtig als zoiets lukt.’
| 24
11:40
Volgende bestemming: een busdepot in Utrecht waar een groep monteurs de ophaalapparaten in de voertuigen van Connexxion bouwt. Acht collega’s voorzien in totaal ongeveer 200 bussen van ophaalapparatuur. ‘Afhankelijk van de beschikbaarheid houdt Connexxion bussen binnen. Naarmate het project vordert, wordt het wel steeds lastiger de voertuigen binnen te krijgen die nog moeten’, bekent Van de Glind. In een blauwwitte stadsbus van het gemeentelijk vervoersbedrijf GVU overlegt hij met teamleider Rob Nederlof over de voortgang en eventuele problemen: ‘Vooraf schouwen we alle bussen, zodat we precies weten welke materialen nodig zijn en waar we het apparaat kunnen plaatsen. Maar in de praktijk komen de jongens toch nog wel eens voor verrassingen te staan’. Nederlof knikt: ‘Er zijn bijna 90 verschillende typen bussen. Zodra je denkt dat je weet hoe het zit, blijken de kabels ineens anders te lopen. Of er zit net een prullenbakje op de plaats waar het apparaat moet komen.’ Installateur Mees Visser, die in de garage aan een bus sleutelt, vindt het juist prettig dat niet alles vooraf te voorzien is: ’Het is voor ons juist leuk om met elkaar een probleem op te lossen. Dat houdt de uitdaging erin.’
13:25
Een busdepot in Hilversum. Ook hier bouwen de monteurs oplaad- en ophaalapparaten in. Een installateur voert kabels door een buis waar de apparatuur op gemonteerd wordt. Van de Glind legt uit: ‘In sommige bussen is geen ruimte om het oplaadpunt te plaatsen. Daar plaatsen we dan ter plekke een nieuwe buisconstructie. Vooraf maken is geen optie omdat de maten per bus nog wel eens verschillen. Het voordeel is wel dat de jongens nu makkelijker de draden kunnen trekken en die ook beter kunnen beschermen tegen beschadiging.’
‘Er zijn bijna 90 verschillende typen bussen. Zodra je denkt dat je weet hoe het zit, blijken de kabels ineens anders te lopen.’
14:03
Collega Erwin Brouwer ‘stapt ook op de bus’. Net als Van de Glind pendelt de projectleider heen en weer tussen de diverse locaties en de kantoren in Houten en Amersfoort. Een groot deel van zijn werkzaamheden bestaat uit de administratieve verwerking van de installaties: ‘Er worden straks betalingen uitgevoerd op de systemen. Het is dus belangrijk dat de gegevens in de back office juist zijn. Kenteken, grootwagennummer en het nummer van het apparaat, worden aan elkaar gelinkt zodat de systemen altijd te traceren en benaderen zijn. Ik voer steekproeven uit om de gegevens te checken.’
15:05
Terug op het thuishonk in Houten maakt Van de Glind de balans op: ‘Mijn werk bestaat dus voor een groot deel uit de uitrol van apparatuur voor de OV-chipkaart. Maar dat is niet het enige. Ik houd me ook bezig met de systemen voor de WheretoCard.’ Lachend: ‘Misschien kunnen we daar de volgende keer een dag aan besteden?’ a
op reis met Mcom dossier electronic ticketing
25 |
NetWerk magazine
Tienduizend ‘huisdieren’ Oorlog, orkaan of sneeuwstorm. Zelfs als de hemel naar beneden valt, kun je met een gerust hart via WheretoCard een e-ticket kopen voor Burgers’ Zoo. In 97 jaar was de Arnhemse dierentuin nog geen dag gesloten. Op bezoek bij een fascinerend familiebedrijf. Het levenswerk van vier generaties. Met een groot hart voor de bewoners, maar ook de gasten van de zoo: ‘Wij willen dat onze bezoekers geraakt worden.’ g andré den boer b carel kramer
Z
wartvoetpinguïns waggelen ontspannen over hun rots. Je kunt je een minder inspirerende locatie voor een interview voorstellen. Dat geldt zelfs voor iemand voor wie dit al zijn hele leven een vertrouwd uitzicht is. ‘Alex van Hooff verwondert en bewondert’, leert een speurtocht met Google. Vragend herhaalt de dierentuindirecteur het citaat terwijl hij zelf de koffie serveert. ‘O, wacht; ik begrijp het al. Dit gaat over mijn verwondering over de natuur. Dieren die vijf keer hoger springen dan hun eigen lengte, die in erbarmelijke kou of zonder drinkwater kunnen overleven en planten die rottend vlees kunnen nabootsen om insecten te vangen. Dat is absurd. Absurd in de meest positieve betekenis van het woord.’
Founding father De knallende champagneflessen toen er na negen jaar eindelijk jonge adelaarsroggen in een aquarium zwommen. De eerste geboorte van een goudwanggibbon in zestig jaar en zijn fascinatie voor de bevlogenheid van onderzoekers en zijn eigen biologen en verzorgers. Alle anekdotes van Van Hooff ademen diezelfde passie. De dierentuindirecteur staat in een rijke traditie van vier generaties. Overgrootvader Johan Burgers had een grote vogelcollectie. Hij startte in 1913 een fazanterie in ‘s-Heerenberg. Tien jaar later verhuisde het dierenpark naar Arnhem. ‘De tijden zijn natuurlijk onvergelijkbaar’, realiseert Van Hooff zich. ‘Maar wat ons bindt,
| 26
is ondernemerschap. De vader van mijn oma was in zijn tijd ook vooruitstrevend. Een echte entrepreneur.’ De founding father kon onmogelijk bevroeden dat zijn initiatief in de goede handen van drie generaties nazaten zou uitgroeien tot een park van 45 hectaren met 200 medewerkers en 1,5 miljoen bezoekers per jaar. Onder de vleugels van Van Hooff en zijn vader Antoon werd Burgers’ Zoo een diergaarde van internationale faam die al jaren tot de top vijf van ’s lands best bezochte attracties behoort. Maar ook zijn opa Reinier mag niet ongenoemd blijven: ‘Mijn opa sprak goed Duits. Hij heeft de dierentuin door de oorlog heen gepraat. Arnhem werd geëvacueerd, maar mijn familie bleef in de dierentuin wonen.’ Tot op de dag vandaag. Met 10.000 dieren en 600 verschillende soorten beschikken de Van Hoofs dus feitelijk over de meest omvangrijke en veelzijdige collectie ‘huisdieren’.
Geen levende postzegelverzameling Het ondernemersbloed stroomt door de hele historie van de dierentuin. Zo huisvestte Burgers’ Zoo in 1968 het eerste safaripark op het Europese vasteland en was het ook de eerste dierentuin met tralieloze roofdierverblijven. De hedendaagse kroonjuwelen zijn de zogeheten eco-displays als de desert, bush, mangrove, ocean en rimba. ‘Wij proberen complete ecosystemen zo natuurgetrouw mogelijk na te bootsen’, legt Van Hooff uit. ‘Met oog voor de meest ideale condities voor de dieren en flora. Dat is het unieke van dit park. Eigenlijk zijn we nu dus in een overdekt oerwoud.’ We bevinden ons in de ‘bush’ voor een memorabele fotoshoot. Een dierentuindirecteur en een fotograaf die in pak in een modderpoel uitbundig worden besnuffeld door de lange slurven van nieuwsgierige aardvarkens. Het is een schouwspel dat heel wat publiek trekt: ‘Kijk eens Carla; wat een grappige beestjes.’ Iets verder huppelen een rode ibis en een duif over het pad. Van Hooff: ‘Normaal ziet niemand die duif. Die vogel is nog steeds dezelfde vogel. Maar doordat bezoekers het ecosysteem zelf beleven, krijgt het dier de aandacht die het verdient. Een dierentuin is geen levende post zegelverzameling.’ De eigenaar rent dan ook liever niet achter hypes als Bokito en ‘Finding Nemo’ aan: ‘Toen die film uitkwam, adverteerden vooral Amerikaanse dierentuinen met ‘We found Nemo’. Wij hebben ook clownvissen. Maar daar doen we dus niet aan mee.’
Goede zorgen Het dierenwelzijn heeft de allerhoogste prioriteit. ‘Zorg goed voor je dieren’, luidt de filosofie van de Arnhemse dierentuin. ‘En dat is veel meer dan etensbak neerzetten’, verzekert Van Hooff. ‘Onze verzorgers hebben soms wel drie jaar nodig voor ze onze dieren door en door kennen.’ Niet alleen de dieren; maar ook de gasten mogen op een vorstelijke behandeling rekenen. En dan komen de systemen en diensten van WheretoCard als geroepen. Van Hooff: ‘In het internettijdperk verleen je service aan je bezoekers. E-ticketing is heel handig om de drukte aan de kassa’s te beperken.’ In Burgers’ Zoo vind je weinig dreinende dreumesen die aan de arm van hun ouders in eindeloze rijen wachten tot ze eindelijk
In Burgers’ Zoo vind je weinig dreinende dreumesen die aan de arm van hun ouders in eindeloze rijen wachten tot ze eindelijk naar binnen mogen naar binnen mogen. De electronic ticketing van Mcom speelt daarin een sleutelrol. Je bestelt je kaartje via internet en print thuis je e-ticket uit. Bij de ingang scant een medewerker van Burgers’ Zoo de barcode met een handlezer. ‘We zijn erg tevreden over WheretoCard’, complimenteert Van Hooff. ‘Als je met dit soort systemen start, moet alles wel financieel kloppen. Maar dit is een betrouwbaar systeem. De service en ondersteuning zijn ook prima. Aanpassingen in de back office worden zorgvuldig gefaciliteerd. En ook als we een keer een actie hebben, wordt er snel en adequaat gehandeld. Op dit moment verloopt zo’n 7 a 10% van de kaartverkoop elektronisch. Ik verwacht dat dit percentage zal stijgen. Verder onderzoeken we nieuwe mogelijkheden als flexibele prijzen, groepsarrangementen en een combinatie met parkeren. Mcom heeft al eerder bewezen hierin mee te denken en oplossingen te vinden. En dat is precies wat je van een betrouwbare partner verlangt.’ a
ntvang nu 25% korting (€ 4,50) O op een Burgers’ Zoo ticket!* Speciale aanbieding voor alle medewerkers van VolkerWessels! Boek via www.wheretocard.nl/ volkerwesselsactie en gebruik promotiecode: vwBurgers2010 om je tickets met korting te boeken.
* Deze actie loopt tot en met 31 juli 2010
Powered by Mcom
tienduizend ‘huisdieren’ dossier electronic ticketing
27 |
NetWerk magazine
Primeur VolkerRail op prestatieladder ProRail
De hoogste trede van ‘de groene ladder’ De uitdaging was duidelijk. Beklim de CO2-Prestatieladder van ProRail tot de hoogste trede. En blijf daar. Hoe hoger op de ladder, hoe meer voordeel bij aanbestedingen. Eind maart kwam het verlossende woord: VolkerRail is het eerste bedrijf in Nederland dat de felbegeerde vijfde trede beklom. De concurrentie zit niet stil, maar deze primeur neemt niemand onze collega’s meer af. g inger harteman b jan schot en carel kramer
3 Frans van Duren van ProRail (links) en Erik Stoelinga van VolkerRail.
| 28
4
29 |
NetWerk magazine
De CO2-Prestatieladder De CO2-Prestatieladder heeft zes niveaus, opklimmend van 0 naar 5. Per niveau krijgt een bedrijf aan de hand van een vaste set eisen een plaats op de ladder. De eisen komen voort uit vier invalshoeken met een eigen weegfactor: deelname aan initiatieven op het gebied van CO2-reductie, transparantie, de daadwerkelijk bereikte CO2- reductie en inzicht in je eigen carbon footprint.
‘Duurzaamheid moet echt in de haarvaten van een bedrijf komen. De prestatieladder wekt enthousiasme en daagt uit om met goede plannen op de proppen te komen.’
5 ‘Achterblijven was, en is, geen optie.’
D
e ‘buzz’ rond de komst van de CO2-Prestatieladder waarde eind 2008 opeens rond. ProRail zou met ‘iets’ komen, waardoor opdrachtnemers bij aanbestedingen financieel voordeel konden behalen als ze serieus werk maakten van CO2- reductie. In januari 2009 volgde een conceptversie van de ladder. ‘Ongeloof’, dat is wel het juiste woord’, zegt CO2- Prestatieladder projectleider Erik Stoelinga van VolkerRail. ‘Het werd duidelijk dat je wel tot 10% korting kon krijgen als je op de hoogste
| 30
trede terechtkwam.’ Zijn enthousiasme was wel meteen gewekt. ‘Dit is belangrijk. Een stok achter de deur. Cruciaal voor VolkerRail om hier iets mee te doen.’ Het belang was meteen groot, want achterblijven was, en is, geen optie. ‘Dan sta je eigenlijk buitenspel bij aanbestedingen waar geconcurreerd wordt op prijs.’ Een snelle rondgang bij de concurrentie maakte meteen duidelijk dat VolkerRail op dat moment nog een paar stappen achterliep. Stoelinga: ‘Daar moet je niet te lang over nadenken en vol aan de bak.’
Uitzoekwerk Het vervelende voor Stoelinga en zijn
collega’s was alleen dat nog steeds niet helemaal helder was waaraan VolkerRail precies moest voldoen. Half mei 2009 kwam er meer duidelijkheid. Tijdens een leveranciersdag lichtte ProRail alle ins & outs van de Prestatieladder toe. Het was het startschot voor VolkerRail om een projectgroep te formeren met ‘team captain’ Stoelinga. ‘De groep bevat mensen van alle belangrijke (staf)afdelingen binnen VolkerRail’, zegt hij. ‘Maar al snel werd duidelijk dat het goed zou zijn om een andere partij erbij te halen.’ De keuze viel op Primum. Een deelneming van VolkerWessels en adviesbureau op het gebied van duurzaamheid. ‘Om twee redenen. Allereerst zochten wij een partij voor het uitzoekwerk. Maar wij vonden het ook slim dat een VolkerWesselsonderneming veel ervaring opdoet met dit thema.’ Een carbon footprint was een hobbel
die zeker genomen moest worden. Waar veroorzaakt VolkerRail CO2-uitstoot? En hoe groot is het verbruik? Bovendien waren ook de gegevens van leveranciers nodig. Een puzzel van de moeilijkste categorie. Alleen al als je denkt aan het immense wagen- en materieelpark van VolkerRail. Om het leveranciers zo makkelijk mogelijk te maken, organiseerde VolkerRail een dag waarop zij uitleg kregen over de ladder. Zodat duidelijk werd wat van hen werd verlangd en hoe zij een footprint konden opstellen. VolkerRail organiseerde ook een dag waarop brandstofbesparende ideeën voor materieel toegelicht werden. ‘Door simpelweg het toerental te verlagen, besparen wij nu op sommig rijdend materieel 35% brandstof. Dat is, naast minder CO2-uitstoot, ook gewoon geld dat je in je zak houdt.’
Primeur Begin december 2009 ging VolkerRail ‘op’ voor de eerste certificeringronde om de op één na hoogste vierde trede te bereiken.
‘Daar wilden we per se op uitkomen’, verklaart Stoelinga. ‘We hebben keihard gewerkt om dat voor elkaar te krijgen. Met succes. Wij hebben het met goede cijfers gered.’ Goede voorbereiding bleek het sleutelwoord. ‘Eerst goed kijken wat de ladder van je eist en dan bepalen hoe wij dat gingen aantonen. Die hele bundel kennis hebben wij bij de certificeringinstelling neergelegd met de vraag: ‘Kijk ernaar. Hoeveel punten krijgen wij hiermee?’ Aan de hand van de kritieken zijn plannen gesmeed, die de weg vrij baanden naar trede vier. Maar daarna kwam onvermijdelijk vijf. Onvermijdelijk, omdat het volgens Stoelinga geen optie was om ‘op vier te blijven hangen’. Het concurrentienadeel dat je daarmee oploopt, is onaanvaardbaar. Daarvoor was medewerking van leveranciers onmisbaar. Stoelinga: ‘Die hoogste trede bereik je alleen als je kunt aantonen hoe je daadwerkelijk je CO2-uitstoot verlaagt. Daarnaast moet een deel van je leveranciers een gecertificeerde carbon footprint hebben.’ Dat bleek lastig. Want hoewel Stoelinga zegt geen A-leveranciers te kunnen gebruiken die hun footprint niet laten certificeren, bleken de leveranciers
aanvankelijk nog niet allemaal overtuigd van de noodzaak. ‘Handleidingen, leveranciersdagen; wij hebben geprobeerd het zo gemakkelijk mogelijk te maken.’ Met resultaat: eind maart vierde VolkerRail de primeur van de hoogste trede. Vrijwel gelijktijdig werd bekend dat Van Hattum en Blankevoort de vierde trede heeft bereikt.
Boerenverstand Hoewel het een enorme klus was, is Stoelinga enthousiast over de Prestatieladder. ‘Het zorgt ervoor dat duurzaamheid echt in de haarvaten van een bedrijf komt. Het stimuleert en wekt enthousiasme. Het daagt uit om met goede plannen op de proppen te komen.’ Praktische oplossingen blijken daarbij meer dan eens voor verrassingen te zorgen. ‘Soms moet je gewoon op je boerenverstand vertrouwen. Onze serverruimte in Vianen bijvoorbeeld bleek een enorme energievreter te zijn. En dat terwijl energie niet eens een speerpunt was bij de plannen die er lagen voor nieuwe servers. Wij lieten ze versneld vervangen en besparen daarmee energie, en dus geld. Maar wij kijken ook naar de transporten van en naar onze werken. Deze plannen wij beter in, zodat we minder kilometers rijden en dus minder CO2-uitstoten. Dat is het goede aan de ladder. Het prikkelt je om niet meteen met exotische innovaties te komen.’ a
31 |
NetWerk magazine
‘Een veilig idee’
3 Saskia van ‘t Hof beloont winnaars Danny Vissenberg en Pieter van Dongen.
Niemand zal tegenspreken dat een veilige werkomgeving (letterlijk) van levensbelang is. Maar toch zijn ze er. Die kleine momenten van onachtzaamheid waarop iemand even niet goed oplet, veiligheidsmaatregelen niet voldoende aandacht krijgen of gevaren onderschat worden. Soms met heel verdrietige gevolgen. Om het thema veiligheid voor eens en voor altijd stevig binnen VolkerWessels te verankeren, schreef bestuurs voorzitter Gerard van de Aast een prijsvraag uit. g inger harteman b rené van den burg, jeroen meijer (illustraties)
I
edere medewerker met een idee om de veiligheid te verbeteren, werd uitgedaagd om Gerard van de Aast te mailen. Dat leverde ruim 60 ideeën op. Variërend van kleine, eenvoudig te introduceren oplossingen tot geheel andere denk- en handelswijzen.
Het was aan een commissie van veiligheidsdeskundigen binnen het concern om een advies aan de bestuursvoorzitter uit te brengen. De criteria: haalbaarheid, kosten, baten en vernieuwing. Wat waren de winnende ideeën?
VolkerWessels staat voor Veilig Werken
Oogcontact met de machinist/chauffeur
Bedenker: Martijn Haan, HOMIJ
Bedenker: Chris van Dijk, KWS Infra
Idee: ‘Gebruik ‘VolkerWessels = Veilig Werken’ als slogan om veiligheid blijvend onder de aandacht te brengen.’
Idee: ‘Plak een waarschuwingssticker met ‘Zie je mij, zie ik jou’ op al het rijdende materieel.’
Waarom? Haan: ‘Veiligheid heeft te maken met gedrag. Als je dat wilt aanpassen, moet je beginnen bij het verbeteren van kennis en houding. Zichtbaar maken dus.’
Waarom? Van Dijk: ‘Ik werk als mobiele kraanmachinist vaak op een kleine locatie, waar toch veel mensen aanwezig zijn. Ik kan helaas niet altijd goed zien of zij mij in de gaten hebben.’
Reactie Van de Aast: ‘Dit is een mooie manier om het onderwerp uit te dragen. Bovendien kunnen wij ons op deze manier onderscheiden ten opzichte van de concurrentie.’
Reactie Van de Aast: ‘Die sticker komt er. Dit is een prachtig voorbeeld van een gemakkelijk uitvoerbaar, praktisch idee. Dit kan levens redden. Ik ga met Volker Stevin Materieel afstemmen dat wij een waarschuwingssticker willen op ons materieel.’
Alleen bevoegden op het werk Bedenker: Danny Vissenberg, KWS Infra
Winterbanden op bedrijfsauto’s en busjes Bedenker: Pieter van Dongen, Visser & Smit Bouw
Idee: ‘Stel het verplicht dat personen die niet meewerken, zoals een chauffeur van een asfaltauto, in de auto blijven zitten. Hiermee voorkom je dat mensen onnodig aan risico’s op het werk worden blootgesteld.’ Waarom? Vissenberg: ‘Als je op een werk rondkijkt, zie je direct een aantal mensen dat daar niet hoeft te zijn. Dat levert gevaar op.’ Reactie Van de Aast: ‘Dit idee heeft ook te maken met durven. Durf je iemand aan te spreken om in zijn auto te blijven?’
Idee: ‘Voorzie bedrijfswagens en busjes van winterbanden.’ Waarom? Van Dongen: ‘Ik glibberde in januari onderweg naar mijn werk met mijn busje over de weg en dacht: ‘Waarom hebben bedrijfswagens eigenlijk geen winterbanden?’ Reactie Van de Aast: ‘Dit lijkt mij niet meer dan logisch. Met ingang van volgend seizoen worden alle bedrijfswagens en busjes voorzien van winterbanden.’
4
| 32
33 |
NetWerk magazine
Zicht op InSite
4 v.l.n.r.: Danny Vissenberg, Pieter van Dongen, Gerard van de Aast, Chris van Dijk en Martijn Haan.
Ruim anderhalf jaar geleden zag Insite het levenslicht. Wat is er allemaal te vinden op het concernbrede intranet? Een terugblik aan de hand van tien publicaties. g inger harteman
De bestuursvoorzitter
De projectleider
Gerard van de Aast heeft toegezegd alle winnende ideeën door te voeren en prees daarbij de inzenders. ‘Soms lijkt het idee zo simpel’, constateert de bestuursvoorzitter. ‘Dat is ook wel de kritiek die ik gehad heb in de wandelgangen, maar je moet het ook maar durven om iets in te zenden. Volhouden is vaak essentieel bij ideeën. Opeens kan het lukken. Op het intranet Insite, staan alle ingezonden ideeën en is tevens plek om nieuwe ideeën in te dienen. Ik geef hier mijn persoonlijke aandacht aan. Laten wij hopen dat het echt een bijdrage levert aan veilig werken.’
Saskia van ’t Hof, HRM Projecten en Organisatie Ontwikkeling, werd door Gerard gevraagd om de veiligheidsprijs te begeleiden en een advies te schrijven over hoe om te gaan met het thema veiligheid binnen VolkerWessels. ‘Ik heb een groep bij elkaar gehaald van veiligheidsmensen om samen met deskundigen naar de ingediende ideeën te kijken. Wij hebben een advies uitgebracht aan Gerard over de winnende ideeën en de plek die veiligheid krijgt bij ons. Daar is uitgekomen dat veiligheid een speerpunt wordt binnen Corporate Responsibility. Er worden doelstellingen opgesteld en wij gaan ervoor zorgen dat veiligheid verder ingebed wordt in onze cultuur.’
De experts Bram Kreunen (KAM-coördinator VolkerWessels Bouw & Vastgoedontwikkeling Noord-Oost) en Aad Versteeg (Hoofd Arbeid & Milieu Visser & Smit Hanab) zijn twee veiligheidsdeskundigen uit de groep die advies heeft uitgebracht aan de bestuursvoorzitter. Kreunen: ‘Je kunt duidelijk merken dat mijn functie in ontwikkeling is. Toen ik hier acht jaar geleden startte, stond behoud van het ISOen VCA-certificaat voorop. Nu zien ze je als adviseur en als ‘positieve luis in de pels’. Op een ongeval zit niemand te wachten. Maar toch heb ik nog wel eens het gevoel dat medewerkers het onderwerp veiligheid als een verplichting zien. Even een filmpje kijken tijdens een toolbox meeting en klaar. Gelukkig heb ik nog nooit een dodelijk ongeval meegemaakt, maar het letsel dat door ongevallen wordt veroorzaakt, grijpt mij wel aan. Handen, vingers, hoofd, rug, enkels. Allemaal plekken die kwetsbaar zijn tijdens ongelukken. Ik vind de prijsvraag een mooi initiatief. Het maakt duidelijk dat om succes te hebben dit thema ook van bovenaf gedragen moet worden. VolkerWessels moet eigenlijk als merk bekend staan, waarbinnen veiligheid een grote pijler is. Opdrachtgevers moeten met ons zaken willen doen, omdat wij dit zo goed op orde hebben. Dat bewustzijn moet komen’
| 34
‘Tegenwoordig ben je als veiligheidsadviseur een ‘positieve luis in de pels’.’ Versteeg: ‘Hoe beter de arbeidsomstandigheden, hoe beter er gepresteerd kan worden in een bedrijf. Daar ben ik echt van overtuigd. Achter elk ongeluk dat gebeurt, gaat een persoonlijk drama schuil. Laatst kon een collega niet naar de trouwerij van zijn dochter, omdat hij in het ziekenhuis lag na een ongeval. Dat houdt mij wel bezig. De petrochemische industrie, een business waarin wij veel werken, is gevaarlijk. Het brengt potentieel een enorm risico met zich mee. Je moet er niet aan denken wat er gebeurt als er iets de lucht in gaat. Daarom houd ik preventieve sessies met het management. Wat zij zeggen en doen, is bepalend voor hun omgeving en voor het bedrijf. Als zij het belangrijk vinden en dat uitstralen, wordt het overgenomen. Managers moeten ook vooruit denken. Wat willen ze op dit gebied over vijf jaar. We moeten pro-actief zijn.’ a
TNT opent eerste CO2- emissievrije bedrijfspand (27 oktober 2008) VolkerWessels heeft in Veenendaal een CO2-emissievrij pand gerealiseerd voor TNT. Dit is de eerste in een reeks van groene gebouwen die TNT als onderdeel van haar wereldwijde milieu programma Planet Me wil gaan gebruiken. > CO2 reductie is één van de belangrijkste peilers van duurzaamheid. VolkerWessels hecht veel waarde aan Corporate Responsibility. Op InSite vind je uitgebreide informatie. VolkerWessels op Building Your Future Event (25 november 2008) De Cruise Terminal in Rotterdam stond eind november in het teken van het Building Your Future event. Verschillende werkmaatschappijen waren te vinden op het ‘VolkerWessels-Plein’. > Carrièrebeurzen worden benut om nieuwe medewerkers te werven. Op InSite lees je wat VolkerWessels allemaal doet op het gebied van arbeidsmarktcommunicatie. Nieuwe bestuurders vol ambitie (12 januari 2009) Eind november was daar opeens die mededeling. Nog geen anderhalve maand later zijn de veranderingen in de samenstelling van de Raad van Bestuur een feit en hebben onze nieuwe bestuursvoorzitter Gerard van de Aast en zijn collega Alfred Vos hun eerste werkweek achter de rug. >Insite meldt directiewisselingen. Gerard van de Aast vindt het bovendien belangrijk dat er een plek is waar iedereen informatie kan vinden over VolkerWessels en de markt. Kijk op InSite onder ‘Van de Bestuursvoorzitter’ voor een maandelijkse update. Uitnodiging Durf! Congres (17 februari 2009) We moeten eerlijk zijn. Editie 2009 van het congres van Jong VolkerWessels is voor mensen die durven. Durven dromen, naar jezelf durven kijken, kritisch op jezelf durven zijn maar zeker ook durven doen. Durf jij dat aan? > Een congres, projectbezoek, golfdag of themabijeenkomst. Jong VolkerWessels organiseert inspirerende momenten voor jonge collega’s. Kijk op InSite voor de agenda, foto’s en verslagen. Donaties (21 april 2009) VolkerWessels geeft jaarlijks substantiële donaties aan ruim twintig goede doelen. Een werkmaatschappij die van diezelfde instellingen verzoeken krijgt, kan naar de jaarlijkse concerngift verwijzen. > VolkerWessels wordt vaak benaderd voor donaties- of sponsorverzoeken. Lees op InSite welke doelen wij steunen.
Indelingen en cursusgroepen 2009 bekend (1 juli 2009) Graag informeren wij u over de data, procedures en indelingen van de cursussen die de VolkerWessels Academy komend najaar aanbiedt. > Op InSite vind je de cursussen en opleidingen van de VolkerWessels Academy, de brochure en informatie over de docenten en locaties. Bouwontwikkeling Jongen verhuist naar vliegveld (23 september 2009) Bouwontwikkeling Jongen heeft sinds 1 september een nieuw onderkomen. Onze Limburgse collega’s hebben de verhuisdozen uitgepakt op een luchthaven. De projectontwikkelaar is nu te vinden op Maastricht Airport. > Contactgegevens van een collega nodig? De People Finder op InSite helpt je. Bundeling grote integrale infrastructurele projecten (16 oktober 2009) VolkerWessels gaat de aansturing en het management van grote, integrale infrastructuurprojecten bundelen in VolkerInfra. > Deze ‘Interne Mededelingen’ worden ingezet bij organisatorische veranderingen. Het archief is te vinden op InSite. Project in Beeld: Le Carrefour (7 december 2009) Visser en Smit Bouw werkt aan het nieuwe tien verdiepingen hoge kantoorgebouw Le Carrefour in Leiden. Het complex is gebouwd op 600 vibro-combinatiepalen, maar de losse gebouwen lijken te rusten op omgekeerde stalen boomwortels. > Bij werkzaamheden gaat er helaas wel eens iets fout. Verzekeren is een must. Op InSite kunnen geautoriseerde collega’s online polis- en schadeformulieren bekijken onder Assurantiën & Risicobeheer.
Wat vind jij? Wat vind jij van InSite? Een gebruikersenquête onder bezoekers leert dat Insite wordt gewaardeerd. Bezoekers zijn met een gemiddeld rapportcijfer van 7,7 tevreden. Bijna de helft (45%) bezoekt InSite meerdere malen per dag. Populair zijn het laatste (concern) nieuws en informatie vanuit de Raad van Bestuur. Ruim 60% van de bezoekers vult de intranetpoll in. Vrijwel iedereen is op de hoogte van de mogelijkheid om op een artikel te reageren, maar daar wordt weinig gebruik van gemaakt. Tips van lezers: maak Insite ook bereikbaar vanuit de intranetten van de werkmaatschappijen, update contactgegevens in de people finder, plaats een forum en maak van intranet de startpagina.
Jaarcijfers VolkerWessels (18 maart 2010) Het persbericht over de jaarcijfers 2009. > VolkerWessels publiceert de (half)jaarcijfers op InSite. Het is ook mogelijk om online een CVA- geldaanvraag in te dienen, garanties aan te vragen of meer te lezen over financiële verslaglegging.
35 |
beroep in beeld
NetWerk magazine
Manager technical department Alle uithoeken van de wereld heeft hij in dienst van VolkerWessels gezien. Nu zijn 40-jarig jubileum nadert, is zijn vaste werkplek de Rotterdamse haven. Maar de uitdaging is niet minder. Henk van Wingerden was als manager Technical Department van Stemat verantwoordelijk voor de afbouw van het nieuwe paradepaardje; ‘Stemat Spirit’. Hoog in zijn bol krijgt hij het er niet van: ‘Het blijft werk.’ g inger harteman b dirk-jan van dijk
W
| 36
e ontmoeten Van Wingerden in de ijzige kou van januari als zo’n 120 mensen keihard zwoegen om het schip op tijd af te bouwen voor de doop van begin maart. Het is hard werken, maar de gepaste trots straalt van hun gezichten. ‘Het is een 24 uurs-taak. De verantwoordelijkheid is groot, maar onze ervaring ook. Wij kunnen dit.’ Hij deelt de roem graag met zijn collega’s: ‘Zonder hen ben ik helemaal nergens.’
‘Als je wilde telefoneren, moest je aan wal een telefoonnummer aanvragen. Dan pas kreeg je het thuisfront te pakken. Maar de vrijheid die het met zich meebracht was echt prachtig.’ Met het meeste plezier kijkt hij terug op anderhalf jaar Lissabon, waar hij woonde terwijl hij meewerkte aan de bouw van de beroemde Vasco da Gama-brug. ‘Dat was echt een leuke tijd. Alles was prima geregeld. En het werk liep goed. Dat hielp natuurlijk ook wel mee.’
Vrijheid
‘Buiten spelen’
Een puber was Van Wingerden nog toen hij als onderhoudsmonteur in dienst kwam bij Van Splunder Ridderkerk. Echt weloverwogen was die keuze niet. ‘Mijn vader en broer werkten er. Zo ging dat in die tijd.’ Van Wingerden viel op, kreeg kansen en greep deze aan. In de kwart eeuw die volgde, heeft hij naar eigen zeggen ‘eigenlijk alles wel gedaan op het water’. Als ze hem mee wilden hebben, ging hij mee. Verre landen waren in die tijd zijn thuis. Zijn eerste buitenlandse klus werd Sierra Leone. Een spannende tijd voor de jonge Van Wingerden die, voor het eerst ver van huis, op zichzelf aangewezen was. Moderne technieken als mobiele telefonie en internet waren nog toekomstmuziek.
Van Wingerden werkte achtereenvolgens bij Stevin Materieel, Van Splunder Heiwerken en verschillende detacheringplaatsen voordat hij uiteindelijk bij Stemat terechtkwam. Als schipper en machinist genoot hij van zijn werk. Maar toen kwam vijftien jaar geleden die vraag die zijn carrière een nieuwe wending gaf. Of hij manager Technical Department wilde worden. Voor zijn gevoel kwam het iets te vroeg. Zelf had hij ‘nog wel even buiten willen spelen.’ Maar ergens was ook het besef dat het tijd werd om bewuste keuzes te maken en richting te geven aan zijn toekomst. De start doet in niets meer denken aan het huidige Stemat. Twee tweedehands bootjes en een paar pontons
was de vloot rijk toen Van Wingerden het roer in handen kreeg. Hij drukte zijn stempel op het bedrijf en bemoeide zich met de ontwikkeling van de vloot. Nieuw en vooral goed materieel is er sinds die tijd bijgekomen, omdat je volgens hem ‘moet blijven vernieuwen om mee te doen’. De tussenstand bij Stemat: zo’n 19 werkschepen, talrijke pontons, lieren, kranen en ander materieel. Met de Spirit als nieuwste vlaggenschip. De ‘doeners’ van Stemat onderhouden en mobiliseren de vloot. Niet altijd even gemakkelijk overigens. Zeker in landen als bijvoorbeeld Algerije is het bijna
onmogelijk om tussendoor onderdelen en monteurs binnen te krijgen. Goed plannen dus om moeilijkheden te voorkomen. En zijn die er wel, dan komt het vaak op de zelfredzaamheid van de bemanning aan. ‘Dankzij moderne communicatiemiddelen kunnen we ze nu wel goed adviseren om zo snel mogelijk een probleem op te lossen.’
Aparte ervaring Wie Van Wingerden voor zich ziet met overall en moersleutel komt bedrogen uit. De manager Technical Department kent weliswaar al het materieel van haver
tot gort, maar heeft de tijden zien veranderen. Zijn huidige gereedschappen: zijn computer, een berg ervaring en het gezonde verstand. Zijn rechterhand, Bas Hardam, stuurt ‘buiten alles aan’, terwijl Van Wingerden zich vanuit kantoor bezighoudt met uitvoering en de nodige modificaties. De bouw van de ‘Stemat Spirit’ zal hij niet snel vergeten: ‘Een hele aparte ervaring. Werkelijk alles moet gecertificeerd zijn. Tot en met de siliconenkit die gebruikt wordt. Echt ongekend. Alles wordt bovendien gekeurd door een externe partij.’ Nu er bijna 40 jaar Volker-
Wessels op zit, kan Van Wingerden niet anders concluderen dan dat hij ‘vergroeid’ is met het bedrijf. Speciaal door de laatste jaren bij Stemat. Hij zou niet weten wat hij elders te zoeken heeft. ‘Ik mág de ‘Stemat Spirit’ bouwen. Zo zie ik het. Maar dat zeker niet alleen. Oók het verzinnen, het laten tekenen, de hele ontwikkeling: het wordt allemaal vanuit ons kantoor in Rotterdam begeleid. Dat is prachtig om mee te maken.’ Maar verwacht bij hem thuis geen foto’s van de schepen van Stemat aan de muur: ‘Nee joh! Ik hoef alleen maar mijn ogen dicht te doen om ze haarfijn te zien.’ a
37 |
NetWerk magazine
3 Mona Rademaker en Nicolle Terlouw
ender T thriller in de kaasstad Paleiskwartier, Strijp S, Sijtwende….Nieuwoverstad. Met een beetje bravoure kun je de jongste binnen stedelijke herontwikkeling straks in één adem met illustere iconen noemen. Alkmaar heeft al een bruisende historische binnenstad. Maar de ambitieuze kaasstad wil meer. In Overstad aan de andere oever van het Noordhollands kanaal moet een eigentijdse wederhelft het nieuwe stadscentrum compleet maken. De eer is aan VolkerWessels Vastgoed en haar partners. Een kijkje achter de schermen van een ‘tenderthriller’. g andré den boer b karen vlieger
‘H
eeft u voor mij typische Alkmaarse kazen?’ Het antwoord laat aan duidelijkheid niet te wensen over. ‘Die bestaan niet mevrouw’, glimlacht de verkoper. De kaasstad heeft haar bijnaam te danken aan de handel in Beemster kaas. De uitleg deert Mona Rademaker niet. In haar strijden euforie en adrenaline om voorrang. We schrijven december 2008. De crisis heeft net ‘haar klauwen laten zien’, maar voor de regiomanager van Volker Wessels Vastgoed en haar collega ontwikkelaar Nicolle Terlouw belooft het een mooie kerst te worden. Als de wethouder de envelop met de uitslag van de tender opent, volgen een paar bescheiden vreugdekreten. ‘Dat was echt zo’n ‘Yes-gevoel’’, bekent Rademaker. ‘Ik zei: ‘U moest eens weten hoeveel tijd en energie we in dit project 4 hebben gestoken’.’
| 38
39 |
NetWerk magazine
‘De VINEX voorbij’ Het contrast kan bijna niet groter. De Alkmaarse binnenstad die warmte en historische charme ademt. En aan de overkant van het kanaal - dat het stadshart van morgen straks als een aorta scheidt -, ligt Overstad. Een nu nog fantasieloos dozendorp waar de grote ketens en retailers vooral hun vierkante meters koesteren. Met eindeloze hallen en onlogische en ondefinieerbare hoeken en kieren waar de wind vrij spel heeft. Oké; verpauperd is het niet, maar het kan er alleen maar mooier worden. En dat is precies wat de partijen in dit klassieke publiek private samenwerkingsverband van plan zijn. Rademaker: ‘In gedachten wandel je al door het nieuwe gebied. Hoe waarborg je de toekomst? Je moet hier zelf terug willen komen.’ Volgens Terlouw is die betrokkenheid duidelijk ‘geland’ bij de opdrachtgever: ‘Later hoorden we dat ze ons enthousiasme zo waardeerden. Voor mij persoonlijk was het mijn eerste écht grote tender. Dan is het geweldig als je een ervaren rot als Mona in het team hebt.’ Het enthousiasme vertaalt zich ook naar veelbelovende plannen, tekeningen en maquettes. Overstad wordt een levendig eigentijds stadsdeel waar het winkelende publiek en studenten het straatbeeld bepalen. Op verzoek van de gemeente wordt in de huidige plannen ook hoogbouw tot 30 meter niet geschuwd. Dieper de wijk in achter de nieuwe centrumring verschijnen straks groene wijken met als referentie Waterrijk Jordaan. Rademaker: ‘Kenners en beoordelaars complimenteerden ons: ‘Dit is de VINEX voorbij’. Men was vooral gecharmeerd van onze parkeeroplossing.’
Eigenwijs De opdrachtgever koos bij de tender voor de zogeheten ‘concurrentiegerichte dialoog.’ In twee ronden kregen alle partijen de gelegenheid om hun plannen toe te lichten en vragen te beantwoorden. In de ‘jury’ zetelde ook Alkmaars adviseur Adriaan Geuze van het gerenommeerde Rotterdamse bureau West 8. Geen beroepsgroep zo eigenwijs als het gilde der architecten. Je moet het dan ook maar durven om een alternatief te bedenken voor het oorspronkelijke plan van de gelauwerde architect. Het pakte goed uit. ‘Het consortium heeft zoveel mogelijk de creatieve ruimte benut’, rept het persbericht later bij de gunning. ‘Geuze vond ons idee om de centrumring die door Overstad liep te verplaatsen een goed idee’, schetst Rademaker. ‘Maar de gemeente vond onze plannen aanvankelijk te algemeen. Terwijl we in de eerste ronde juist bewust niet het achterste van onze tong hebben laten zien, omdat we ook niet precies wisten hoe een concurrentiegerichte dialoog zou uitpakken. Maar tijdens onze toelichting groeide het enthousiasme: ‘Waarom hebben jullie dat niet opgeschreven?’’
Underdog Na de eerste ronde stond het consortium op de derde plek. Is die ‘achterstand bij rust’ achteraf gezien geen voordeel geweest? Terlouw vermoedt van wel: ‘We waren de underdog; maar we hadden allerlei bruikbare feedback om onze plannen te concretiseren. Dat is het prettige aan zo’n dialoog. We wisten precies waar we aan toe waren.’ En dat was waarschijnlijk ook wat Alkmaar van haar potentiële partners verlangde? Rademaker: ‘De gemeente wilde gewoon heel down to earth onze plannen horen: ‘Vertel maar
| 40
wat jullie gaan doen’.’ Hoewel het eerste deelplan in ontwikkeling is, is de horizon nog ver. De projecten moeten zich de komende jaren verder uitkristalliseren. Links en rechts moet er nog wel wat water door het kanaal. Zo zijn de grondposities in handen van 40 eigenaren die allemaal hun eigen verlanglijstje hebben en voor een gedeelte ook zelf realiseren. Hogeschool INHolland opteert in elk geval voor een plek boven het bestaande winkelcentrum Noorder Arcade met uitzicht over het kanaal. In de wandelgangen wordt ook gefluisterd over de mogelijke komst van een megabioscoop.
Reuring Wat gebeurt er in de tussentijd met het gebied? ‘Terlouw: in de bestaande hallen vestigen zich allerlei kunstenaarscollectieven en creatieve ondernemers. Theater, cultuur en af en toe een evenement; op die manier maak je de wijk nu al levendig.’ Rademaker vindt dat die initiatieven een structureel karakter moeten krijgen: ‘Eigenlijk moet je ervoor zorgen dat er elke week wel iets is. Er moet voortdurend reuring in Overstad zijn.’ Alle betrokkenen hebben er het volste vertrouwen in dat Alkmaar er straks een pareltje bij heeft. Niet alleen insiders roemen ‘de goede harmonie’. Het Ministerie van VROM heeft de tender uitgeroepen tot voorbeeldtraject. Wat het uiteindelijke eindresultaat ook mag zijn; de prominente plek in de prestigieuze reiswijzer gebiedsontwikkeling van het ministerie pakt niemand het projectteam meer af. In hoeverre wordt Overstad volgens het duo een concernproject? ‘Er zijn nog geen definitieve keuzes gemaakt en we respecteren uiteraard de afspraken met onze gewaardeerde consortiumpartners. Maar laten we het zo zeggen: ‘Wij kijken altijd met concernogen.’ a
Feiten & cijfers Projectorganisatie: Nieuwoverstad B.V. Partners: Gemeente Alkmaar (50%), Volker Wessels Vastgoed, Ballast Nedam Ontwikkelingsmaatschappij, Stichting Ymere en BNG Gebiedsontwikkeling. Oppervlakte: 34 hectaren Woningen: 1.516 * Winkels: 28.700 m2 * Kantoren: 11.360 m2 * Creatieve broedplaatsen: 3.700 m2 * Horeca: 1.860 m2 * Leisure: 615 m2 * Eerste paal: 2012 Projecthorizon: 15 jaar * Getallen zijn exclusief de ontwikkelingen van ondernemers en partijen die zelf realiseren.
Globetrotters in wereldwateren Bouwconcern, bouwreus, bouwconglomeraat. Alleen al de typeringen in de media laten geen misverstand bestaan over de core business van VolkerWessels. Maar het concern wortelt zowel in de bouwklei als de baggerklei. Door de aderen van de oudste bloedgroep stroomt water. Founding fathers als Arie van Hattum en Adriaan Volker stonden halverwege de negentiende eeuw aan de wieg van werkmaatschappijen die de wereldzeeën bedwongen. De waterbouwers van Volker Construction International houden die eer hoog. g andré den boer
O
oit informeerde een Londense collega van VolkerHighways naar de houten wegportalen van ‘the Groet Vroemshoep.’ Maar niet alleen de naam De Groot Vroomshoop is voor Britten onuitspreekbaar. ‘Van Hattum en Blankevoort is in het buitenland ook een aardige tongbreker’, verzekert managing director Hans Verhoeven. ‘Maar dat is niet de enige reden waarom we over de grens onder de vlag van Volker Construction International opereren. Bij omvangrijke projecten ‘in den vreemde’ is een eigen entiteit gezien de schaalgrootte, kosten, afstand, risicoprofiel en lokale wet- en regelgeving logischer. Bovendien is Volker van oudsher een bekende naam in de internationale markt.’ 4
41 |
NetWerk magazine
‘Watermerk’ Water; het is misschien wel ’s Neerlands sterkste en oudste ‘merk’. Ook het concern deelt al decennia in die ‘Hollandse glorie’, zoals Verhoeven het noemt. ‘Onze waterwerken en waterbouwkundigen zijn nog steeds internationaal vermaard’, ervaart de directeur. ‘Ook Van Hattum en Blankevoort beschikt over een schat aan kennis en ervaring’. Die worden sinds 1 januari onder de naam Volker Construction International (Volker CI) geëxporteerd. ‘Die naam vinden we beter passen bij onze activiteiten dan onze oude naam Volker Stevin Construction Europe’, verklaart Verhoeven. ‘Bovendien zijn we allang niet meer alleen in Europa actief.’ Van het Verenigd Koninkrijk tot Grenada en van Oslo tot Mexico: de knappe koppen van Volker CI waaien uit naar alle windhoeken. Steigers,
kades en (afzink)tunnels; dat zijn de absolute specialiteiten. ‘Dat is het verschil met de Nederlandse activiteiten van Van Hattum en Blankevoort. Hier behalen we het grootste gedeelte van onze omzet uit ‘klassieke kunstwerken’ in de infra. In het buitenland zijn er voldoende lokale spelers die dit kunnen. Ook concernbedrijven. Zo werken wij in het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld geregeld samen met VolkerStevin Ltd. en VolkerFitzpatrick. Maar ook met Stemat en Volker Staal en Funderingen.’
Slimste idee voor beste prijs Het werk van Volker CI is daarentegen niet zelden specialistisch. ‘Je ziet afhankelijk van de tender vaak dezelfde drie à vijf spelers. Waarin wij ons onderscheiden? Onze drijfveer is het slimste idee
voor de beste prijs. Omdat wij design & construct in eigen huis hebben is dat ook mogelijk. En onze nuchtere mentaliteit. Onze projectaanpak is altijd no nonsense. Het blijkt dat opdrachtgevers dat waarderen.’ Volgens Verhoeven is de markt helaas niet best: ‘Ik heb geen glazen bol die het verloop van de internationale recessie kan voorspellen. Wij werken veel voor private partijen en die houden de hand op de knip. Gelukkig is er voldoende werk voor Van Hattum en Blankevoort in de Nederlandse infra. Het is een voordeel dat onze mensen breed inzetbaar zijn.’
‘Windhandel’ Het is ‘knokken voor de knikkers’. En dat betekent ook onontgonnen gebieden onderzoeken, zoals de offshore windindustrie.
De visitekaartjes uitgevoerd. Maar wat zijn actuele blikvangers? Een bescheiden overzicht van lopende opdrachten en referentieprojecten uit het recente verleden.
Tunnel Coatzacoalcos
Port Louis Marina
De eerste betonnen afzinktunnel in Latijns-Amerika. In de Mexicaanse deelstaat Veracruz liggen de havenstad en de gelijknamige rivier Coatzacoalcos. De naam is een erfenis uit een oude inheemse taal en betekent letterlijk ‘de plaats waar de slang zich heeft verstopt’. De verkeerstunnel van 1.200 meter doorkruist over een lengte van 690 meter de rivierbedding. De vijf tunnel elementen zijn 138 meter lang, 25 meter breed en 9,2 meter hoog. De nieuwe verbinding onder de Rio Coatzacoalcos telt 2x2 rijbanen, gescheiden door een vluchttunnel in het midden van de buis. Ook het baggeren van de riviergeul, de fundering en het tunneldek met grind behoren tot de opdracht. D-Day is voorzien in 2011.
Een vakantiekiekje als visitekaartje. Het is niet groter dan Texel, maar officieel een autonome natie. Op het Caribische eiland Grenada realiseerde Volker CI verschillende projecten. Een recente blikvanger zijn de steigers voor megajachten en cruiseschepen in de jachthaven Port Louis. Volker CI startte in 2007 in opdracht van Camper&Nicolsons met het ontwerp en de aanleg van de jachthaven. Na verschillende uitbreidingen bereikte de jachthaven vorig jaar een capaciteit van 165 ligplaatsen voor jachten van 12 tot 90 meter.
| 42
Tyne Tunnel
Een knap staaltje in het noordoosten van Engeland. De tweede Tyne Tunnel in Newcastle geldt als één van de grootste infrastructurele werken op de Britse markt. Inmiddels zijn alle tunnelelementen van 90 meter en 10.000 ton afgezonken. Het project onder de rivier de Tyne dat wordt uitgevoerd onder de vlag van VolkerStevin Marine (het vaste samenwerkingsverband van Volker CI en de Engelse werkmaatschappij VolkerStevin Ltd.) moet de meer dan veertig jaar oude eerste tunnel ontlasten en de doorstroming op de ringweg rond Newcastle verbeteren. In 2011 raast het verkeer door de nieuwe tunnel.
Het zijn bijzondere (potentiële) werken. Maar eigenlijk is dat bij Volker CI eerder regel dan uitzondering. a
Bjørvika Tunnel
Isle of Grain
Een logistiek huzarenstukje voor de Noorse Rijkswaterstaat: Statens Vegvessens. De betonnen tunnelelementen, vervaardigd in een enorm droogdok (130x130x17) in Hanøytangen in het hoge noorden van Noorwegen zijn over een afstand van maar liefst 700 kilometer getransporteerd naar Oslo. Bij de reconstructie van de E18 en de ontwikkeling van het Bjørvika-gebied is gekozen voor een ondergrondse oplossing. De vorig jaar opgeleverde 675 meter lange afzinktunnel werd gebouwd en geïnstalleerd in combinatie met BAM Civiel en Skanska Norge.
Volker CI en haar voorgangers hebben door de jaren heen wereldwijd projecten
‘Een hele interessante en enorme markt die we met onze collega’s van Suction Pile Technology aan het verkennen zijn’, schetst Verhoeven. ‘We zijn serieus kennis aan het vergaren om een positie te verwerven. Ja; de windmarkt heeft zeker potentie om uit te groeien tot een nieuwe loot aan de stam. Verder zijn we met een paar leuke tenders bezig, zoals een aanbieding voor de fundering van de Quatar-Bahrain Friendship Causeway dat met een lengte van 40 kilometer de langste brug ter wereld moet worden. En een golfgetijdencentrale in het Schotse Siader op het Isle of Lewis.’
Gibraltar
Op de Britse rotspunt in Zuid-Europa is Volker CI al sinds de jaren tachtig vertegenwoordigd. Het samenwerkingsverband Volker Stevin Gibraltar realiseerde er eerder projecten als King’s Bastion Leisure Centure waarbij ook concernpartijen als Credo España en Holland Systemen betrokken waren en Gibraltars hoogste woontoren King’s Warf met Wessels Zeist. De collega’s van VolkerFitzpatrick ronden op dit moment het project Anchorage af.
Het Britse schiereiland herbergt een omvangrijke LNG-terminal. Bij de uitbreiding van het complex met een nieuwe opslagtank nam Volker CI verschillende civieltechnische en waterbouwkundige werkzaamheden voor haar rekening. VolkerStevin Marine (Volker CI +VolkerStevin Ltd.) ontmantelde eerst de bestaande verouderde houten steigers van het historische vesting Port Victoria. De opdracht voor CB&I UK Ltd. omvatte het ontwerp en de bouw van nieuwe steigers, inclusief havenhoofd. Een echt concernproject waarbij ook de collega’s van Volker Staal en Funderingen en Stemat betrokken waren.
43 |
NetWerk magazine
De nieuwe ‘tolk’ van VolkerWessels ICT Bevlogen bèta’s en ‘dromerige digi’s’. José de Leeuwe moet wel eens glimlachen om ‘de zeldzame vakidiotie van haar vakgebied’. Een wereld vol knappe koppen en specialisten. Maar ook een introverte industrie. Of zoals de nieuwe directeur ICT van VolkerWessels het zelf zegt: ‘Dit vak heeft de neiging om zichzelf te ‘uploaden’. Haar knipoog naar het jargon is niet toevallig. De Leeuwe voelt zich al haar hele loopbaan een tolk die de bits en bytes naar het gebruiksgemak voor de klant vertaalt: ‘Ik kijk altijd door de ogen van de eindgebruiker.’ g andré den boer b karen vlieger
3José de Leeuwe: ‘De verantwoordelijkheid voor ICT gaat terug naar de werkmaatschappijen’
E
n juist die eindgebruiker is de afgelopen jaren niet verwend bij VolkerWessels. Het leek een logische keuze. Geheel volgens de trend van outsourcing besloot het concern bij de oprichting van VolkerWessels ICT in 2006 om IT te centraliseren en uit te besteden. Maar soms moet je ruiterlijk erkennen dat iets niet werkt en het roer om durven gooien. Voortschrijdend inzicht leert dat binnen een concern met autonoom opererende werkmaatschappijen een decentraal geleide ICT de voorkeur heeft. De Leeuwe maakt dan ook geen geheim van haar missie: ‘De opdracht van de Raad van Bestuur is glashelder: ‘De verantwoordelijkheid voor ICT moet terug naar de werkmaatschappijen.’
‘Gentlewoman’ Om terug te keren naar de basis met een overzichtelijke en beheersbare, IT-infrastructuur, ontkom je niet aan een analyse van het verleden. ‘De regie, het projectplan, de architectuur en taakverdeling en een producten- en dienstencatalogus waren onvoldoende gewaarborgd. En ook de spaarvarkens werden er niet blij van’, zo leert de evaluatie. In de nieuwe structuur verdienen de beschikbaarheid, stabiliteit, performance en de opslag van data daarom een boost. Bovendien is een marktconform kostenplaatje een absolute must. Hoewel De Leeuwe staat te trappelen om er een succes van te maken, toont ze zich een ‘gentlewoman’: ‘Ik voel absoluut niet de behoefte om naar het verleden te katten. Het centraliseren van de ICT voor een concern met 120 autonome dochterbedrijven is ook wel erg ambitieus. De verwachtingen waren gewoon te hooggespannen. Dat onderstreept maar weer eens het belang van perceptiemanagement. Bovendien verandert de wereld om ons heen voortdurend. Uiteindelijk was de hoeveelheid data en zware bestanden die we met zijn allen over het netwerk stuurden groter dan we vooraf ooit hadden kunnen bedenken.’
Kleuren en smaken De oplossing begint al bij de definitie. ‘ICT wordt vaak als één begrip geïnterpreteerd’, schetst De Leeuwe. ‘Maar er bestaan meerdere kleuren en smaken. Allereerst heb je de basale kantoorautomatisering met onderliggende infrastructuur. Een netwerk met pc, internet en telefoon. Dat is echt geen rocket science. Daarnaast zijn er werkmaatschappijen die ICT ademen omdat het hun core business is. Denk aan VolkerWessels Telecom, Vialis, de PCH-groep en Mcom.’ Ook mobiele applicaties (BlackBerry’s, laptops) en specifieke bedrijfsinformatiesystemen en bijbehorende software voor industrieel tekenen of het managen van klantrelaties, behoren volgens de directeur tot de primaire kleuren: ‘Je moet ervoor zorgen dat dit hele palet niet vervuild raakt. Dat het rood, blauw en geel blijft en niet allemaal paars wordt.’
| 44
Teugels los De Leeuwe is er veel aan gelegen om goodwill bij de werkmaatschappijen te kweken. ‘Soms tref je een collega met affiniteit voor ICT die de complexiteit overziet. Maar als een manager klaagt, begrijp ik dat ook. Het enige wat ik op dit moment verlang, is dat wij het vertrouwen krijgen om onze verbeteringen zichtbaar te maken. Met de keuze voor decentralisatie brengen we de ICT ook weer dichter bij de werkmaatschappijen.’ Gekozen is voor een overzichtelijke decentrale IT-infrastructuur met vijf clusters die qua schaalgrootte goed te managen zijn, maar tegelijkertijd nog wel kostenvoordelen opleveren. Om die kosten te beheersen, vormt elke ICT-manager een tandem met een financieel zwaargewicht. Dat dit niet zelden een directielid van een grote werkmaatschappij is, onderschrijft dat het kostenplaatje VolkerWessels ‘menens’ is. 2010 is tot migratiejaar gebombardeerd. De Leeuwe is verantwoordelijk voor de transitie: ‘Daarna gaan de teugels los. De werkmaatschappijen hebben straks (weer) hun eigen mensen en eigen verantwoordelijkheden. Dat neemt niet weg dat we op concernniveau op een aantal aspecten sturen. De architectuur, security, het contractbeheer, de inkoop en het bewaken van de kosten. We zullen ook regelmatig audits gaan doen. Uiteraard met eenduidige rapportages, zodat je een meetlat hebt om de progressie te zien. Zo ontwikkelen we ook een standaard voor de kosten per werkplek.’
Lange adem Over architectuur gesproken; hoe zit het nu met die discussie over Lotus Notes versus Microsoft Outlook? ‘Heel simpel’, zegt De Leeuwe beslist. ‘De architectuur is gebaseerd op Microsoft. Die standaard dwingt je ook met het oog op de stabiliteit om voor Outlook te kiezen.’ Als alles volgens plan verloopt, voltooit in maart 2011 ook het laatste cluster de transitie. De Leeuwe: ‘Het lijkt mij persoonlijk uitdagend om in dat stadium de organisatie met vernieuwende concepten en innovaties te ‘injecteren’. Maar dan heb je het al snel over 2012-2013. Een zaak van lange adem. Laten we vooral niet op de zaken vooruit lopen of te hoog van de toren blazen. We moeten eerst maar eens zorgen dat de basis staat. Dat zijn we aan onze collega’s verplicht.’ a
Paspoort Haar CV telt talrijke pagina’s. José de Leeuwe-Wisniewski is gepokt en gemazeld bij IBM. In die tijd volgde ze ook een leergang aan de prestigieuze Harvard Business School in Brussel. De Leeuwe is al een loopbaan lang actief op het breukvlak van management en ICT. Haar carrière leidde haar onder andere langs de Nederlandse Spoorwegen, IBM, Ingenieursbureau Amsterdam, Ernst & Young, BULL Benelux en Friesland Bank. Soms in dienst, soms onder de vlag van haar eigen Leeuwis Coaching BV. De laatste vier jaar was ze actief bij Vialis, waar ze de functies Manager ICT Service en Manager Operations invulde.
45 |
tweespraak
NetWerk magazine
Een duurzame toekomst Je hoeft de televisie of radio maar aan te zetten of de spotjes over de opwarming van de aarde vliegen je om de oren. De boodschap is dat we duurzamer moeten leven. Collega’s Onno Dwars en Jordi Schoffelen onderzoeken hoe we als concern duurzamer kunnen werken. ‘Duurzaam is niet altijd een synoniem voor duur.’ g priscilla borgers b dirk-jan van dijk
‘Duurzaamheid heeft een imagoprobleem’ Naam: Onno Dwars Leeftijd: 30 jaar Bedrijf: Volker Wessels Vastgoed Functie: vastgoedontwikkelaar
‘D
rie jaar geleden hield ik tijdens de lunch een enquête. Ik vroeg collega’s hoe zij over duurzaam bouwen dachten. De uitslag loog er niet om. Tachtig procent zei: ‘Dat moeten we niet doen. Veel te duur.’ Nadat ik vroeg wat iedereen precies wist over duurzaamheid en energiebesparing, bleef het akelig stil. Daarmee lag voor mij meteen de kern van het probleem bloot: het begrip duurzaamheid heeft een imagoprobleem. Het bedrijfsleven en de consument denken dat duurzaamheid altijd veel geld kost. Om dat vooroordeel de wereld uit te helpen, hebben we Climate Ready ontwikkeld.
Simpel gezegd is Climate Ready vooral een communicatieconcept. Zodra de consument heeft besloten een woning te kopen, gaan wij een gesprek met hem aan over duurzaamheid. Een energieconsulent legt de koper uit wat er mogelijk is in de nieuwe woning en rekent voor wat het plaatsen van bijvoorbeeld een zonneboiler of CO2 gestuurde ventilatie op de lange termijn voor besparing oplevert. Zo beslist de koper hoe duurzaam hij of zij woont en geven we als VolkerWessels een statement af. Duurzaam bouwen is heel goed mogelijk en niet per se duur. Om duurzaamheid te ‘verkopen’, heb je wat overtuigingskracht nodig. Je moet met goede argumenten komen om anderen te overtuigen binnen het bouwproces ruimte te maken voor duurzaamheid. Hoe ik dat probeer voor elkaar te krijgen? Met sterke argumenten. En ik praat met passie over dit onderwerp, omdat ik er zelf ook echt in geloof. Ik hou enorm van de natuur. Ik ben opgegroeid in Hengelo. Ons huis grensde aan het bos. Als het even kon, sprong ik op mijn fiets om door de bossen te mountainbiken. En in mijn vrije tijd tuinier ik graag. Ik vind het belangrijk dat die bossen ook in de toekomst blijven bestaan. Juist een groot concern als VolkerWessels kan het verschil maken door hierin het voortouw te nemen door de consument beter te informeren. Verschillende partners hebben de afgelopen twee jaar het Climate Ready concept overgenomen. Daardoor staan er inmiddels heel wat ‘groene’ woningen in Nederland gepland. Dat hebben we al bereikt, maar dat betekent voor mij niet dat mijn werk erop zit. Samen met collega’s bedenk ik nieuwe ideeën over hoe we duurzaamheid nog verder kunnen doorvoeren in het bouwproces. Nu is het vaak zo dat de natuur wordt verbannen als er nieuwbouw wordt gepleegd. Of dat een nieuw pand niet in de natuurlijke omgeving past. Dat moet anders. Hoe? Bijvoorbeeld door gebruik te maken van duurzame materialen en andere oplossingen te bedenken. Op dat laatste wil ik me de komende tijd storten.’
| 46
‘Niet per se het groenste jongetje van de klas’
‘I
k ben best een natuurliefhebber. In mijn vrije tijd fotografeer ik graag. Als het even kan, schiet ik buiten wat mooie plaatjes. Daarnaast maak ik me net als veel anderen ook wel eens zorgen om het milieu. Toen ik begin vorig jaar werd gevraagd te onderzoeken hoe we woningen duurzaam kunnen renoveren, had ik dan ook meteen feeling met dat onderwerp. Toch bleek het een lastige klus. Want hoe enthousiasmeer je huizenbezitters en corporaties te investeren in duurzaamheid én leid je hen door het woud aan mogelijkheden? Ik bedacht samen met een collega om ons verhaal in de vorm van TomTom te gieten. Vrijwel iedereen heeft tegenwoordig zo’n navigatiesysteem dat je snel van A naar B brengt. Wij gebruiken de TomTom-methode precies omgekeerd: we leggen mensen uit hoe ze van energielabel B naar A kunnen komen. Stel: een woningcorporatie heeft woningen in haar bezit die allemaal energielabel C hebben. Dat is het startpunt. Wij leggen uit via welke wegen je het snelst bij energielabel A kunt uitkomen. Bijvoorbeeld door hr-ketels te installeren of dubbel glas te plaatsen. Per woning bekijken we welke aanpassingen tot het beste resultaat leiden.
Naam: Jordi Schoffelen Leeftijd: 25 jaar Bedrijf: Bouwontwikkeling Jongen Functie: ontwikkelingsmanager
Toen we net met GreenUpgrade begonnen, renoveerden we vooral kleine wooncomplexen of huizen. Nu onderzoeken wij samen met andere partijen als corporaties al de mogelijkheden om op wijkniveau aan de slag te gaan met een totaalaanpak. Een geweldige vooruitgang. Juist op grotere schaal kun je veel verschil maken. We zijn nu al druk aan het brainstormen hoe we grote wijken zo duurzaam mogelijk kunnen renoveren. Het lijkt mij bijvoorbeeld geweldig als je een manier bedenkt waardoor wijken hun eigen energie kunnen opwekken en compleet zelfvoorzienend zijn. Er bestaan bijvoorbeeld ideeën om in een wijk een windmolen neer te zetten waarvan iedere bewoner energie ontvangt. Of dat verre toekomstmuziek is? Misschien wel, maar er liggen kansen en die wil ik graag onderzoeken. Ik merk zelf heel sterk dat er binnen VolkerWessels steeds meer wordt nagedacht over duurzame oplossingen. Corporate responsibility wordt steeds belangrijker. We willen niet alleen zakendoen, maar ook iets terugdoen voor de samenleving. Bijvoorbeeld door na te denken over duurzame oplossingen. Eerlijk is eerlijk; met ideologie alleen red je het als bedrijf niet. Ik vind daarom dat we niet de ambitie moeten hebben om het groenste jongetje van de klas te zijn. Maar we kunnen wel duurzame projecten bedenken die commercieel ook nog iets opleveren en gaan voor een win-winsituatie. De mythe dat duurzaam renoveren altijd geld kost in plaats van oplevert, hebben we het laatste jaar in elk geval al ontkracht. En dat is slechts het begin.’
47 |
‘Kranige kraan’ Wie Volker Stevin Materieel en Volker Staal en Funderingen Waar Tweede Maasvlakte Wanneer Maart 2010
Wat De diepwandkraan Liebherr 875 wordt op de Tweede Maasvlakte ingezet om een kadewand van twee keer één kilometer te realiseren. De 100 tons-kraan is speciaal ontwikkeld voor dit type funderingswerk. In de fotoserie bijzonder materieel vind je meer ‘kranige kranen’ en andere ‘grote jongens’. a
colofon
NetWerk is het informatiemagazine van VolkerWessels en wordt verspreid onder alle Nederlandse medewerkers van het concern. 11e jaargang, uitgave 2/2010. Samensteling en redactie André den Boer, Nathalie Breit, Inger Harteman en Esther Lelij Bijdragen Priscilla Borgers en Stefan van Ewijk Hoofdredactie Jos Waltmans Fotografie René van den Burg, Dirk-Jan van Dijk, Carel Kramer, Martin Mooij, Derick Pickell, Jan Schot en Karen Vlieger Redactieadres VolkerWessels Corporate Communicatie, Postbus 2630, 3000 CP Rotterdam,
[email protected], Tel: 010 424 4243 Vormgeving en lithografie V1 - Visuele Communicatie, Ermelo Drukwerk Mouthaan Grafisch Bedrijf, Papendrecht VolkerWessels™ is de handelsnaam van Koninklijke Volker Wessels Stevin nv. Aan de inhoud van NetWerk kunnen geen rechten worden ontleend.
www.volkerwessels.com