Informatiebijeenkomst Huisvesting Statushouders Dillenburgstraat te Drunen Datum: Tijd: Plaats:
10 februari 2005 19.30u Gemeentehuis Drunen
Mevrouw Brinkman opent de bijeenkomst en heet de aanwezigen hartelijk welkom. Allereerst stelt zij het panel, dat de aanwezigen vanavond zal informeren, voor. Het panel bestaat uit mevrouw Verhoef (projectleider), wethouder Klijs en de heer van der Haring (coördinator Vluchtelingenwerk Heusden). Inleiding door wethouder Klijs Wethouder Klijs geeft aan dat gemeenten al langere tijd de verplichting hebben om statushouders te huisvesten. Statushouders zijn mensen die naar Nederland gevlucht zijn en een permanente verblijfsstatus hebben gekregen, zij zijn Nederlands staatsburger geworden. De te huisvesten statushouders worden gelijkmatig over Nederland verdeeld. Elk half jaar wordt vastgesteld hoeveel mensen een gemeente het komende half jaar moet huisvesten. In de gemeente Heusden is met Woonveste afgesproken dat zij maandelijks 1 woning beschikbaar stellen voor de huisvesting van statushouders. Op deze manier verwachtten de gemeente en Woonveste de extra toestroom te kunnen opvangen. Echter er komen steeds meer alleenstaande statushouders; 90% van de statushouders is alleenstaand. Woonveste heeft voornamelijk eengezinswoningen. Hierdoor sluit het aanbod van Woonveste niet aan op de doelgroep. Daarnaast is het voor gemeenten voordeliger om een gezin te huisvesten, omdat er dan meerdere personen in één huis kunnen worden gehuisvest. Op deze manier wordt de taakstelling sneller gehaald. Onder andere door het toenemend aantal alleenstaanden en door weigering van woningen, heeft de gemeente Heusden een achterstand van 47 personen opgelopen. De provincie spoort de gemeente aan om deze achterstand zo snel mogelijk op te lossen. Als de gemeente dat niet zo snel mogelijk doet, zal de provincie het voor de gemeente doen. Dat betekent bijvoorbeeld dat zij op kosten van de gemeente een hotel gaat huren of een aantal woningen opkoopt. In september kondigde de provincie aan dat de gemeente Heusden voor 1 januari 2005 de achterstand moest hebben ingehaald. Dat was echter geen haalbare datum, gezien de maatregelen die hiervoor dienden te worden ondernomen. De vraag was hoe deze mensen op korte termijn gehuisvest kunnen worden. Een mogelijkheid zou zijn woningen van de woningstichting beschikbaar te stellen. Maar Woonveste heeft lange wachtlijsten en het leek, niet gerechtvaardigd tegenover de eigen inwoners om statushouders een dergelijke voorkeurspositie te geven. Wel is met Woonveste afgesproken dat zij in plaats van 1 vanaf november 2004 2 woningen per maand beschikbaar stellen. De gemeente compenseert Woonveste hiervoor. Twee woningen per maand zijn nog steeds niet voldoende om de achterstand op korte termijn op te vangen. Daarom is besloten om de achterstand snel in te lopen door tijdelijke huisvesting. Er is bewust voor gekozen deze tijdelijke huisvesting niet op 1 locatie te laten plaatsvinden, maar om ook dit weer te spreiden over de gemeente. Alle mogelijke locaties zijn onderzocht, met als resultaat dat er 12 statushouders worden gehuisvest bij de Dillenburgstraat, 12 op de Mommersteeg in Vlijmen en 6 in Heesbeen. Op de Dillenburgstraat is de locatie achter het politiebureau het meest geschikt. Behalve de tijdelijke units heeft de gemeente de woningen die zij zelf in eigendom heeft beschikbaar gesteld voor bewoning. De tijdelijke huisvesting vindt plaats in portocabins. Dit is voor niemand een plezierige oplossing en daarom worden deze portocabins voor een periode van maximaal 2 jaar geplaatst. Als zij zijn geplaatst, worden er 12 mensen in gehuisvest. Deze mensen moeten zo snel mogelijk doorstromen naar een reguliere woning. Als mensen doorstromen, komen er geen nieuwe statushouders voor in de plaats. De oplossing is dus tijdelijk. Na 2 jaar kunnen omwonenden via de rechter de sloop van de portocabins eisen. Op 12 april zal de gemeenteraad een definitief besluit nemen over de huisvesting van de statushouders. De procedure omtrent de huisvesting is bijgevoegd bij dit verslag. Daarnaast wordt men aangeraden de gemeentepagina in de Scherper in de gaten te houden.
Inleiding de heer Van der Haring (coördinator Vluchtelingenwerk Heusden) De heer Van der Haring legt uit welke procedure een vluchteling of statushouder moet doorlopen voordat hij in Nederland mag blijven. Als een asielzoeker naar Nederland komt, moet hij zich melden en wordt hij verwezen naar het aanmeldcentrum. Daar blijft hij maximaal 24 uur. Daarna gaat de asielzoeker naar het opvang en onderzoekscentrum (OC). Hier verblijft men een aantal maanden. In deze tijd wordt onderzoek gedaan naar het motief om te vluchten. Er wordt onderzocht of men voldoende reden heeft om te vluchten. Als het onderzoek is afgerond, gaat de asielzoeker naar het asielzoekerscentrum. Op dat moment wordt ook de juridische procedure gestart, waarbij wordt bepaald of iemand mag blijven en vluchteling wordt en dus een status krijgt. Als uit de procedure blijkt dat men mag blijven, dan is men gemiddeld al 2 jaar in Nederland. Het toelatingsbeleid in Nederland is de afgelopen jaren steeds strenger geworden. Mensen die nu in Nederland mogen blijven, hebben daar echt hun redenen voor. Economische vluchtelingen worden niet meer toegelaten. Door het strengere toelatingsbeleid, zijn de mensen die in Nederland blijven steeds vaker en meer getraumatiseerd. Vluchtelingen zijn dus ook mensen die veel steun en begeleiding nodig hebben. Vluchtelingenwerk zorgt daarvoor. Bij Vluchtelingenwerk Heusden werken momenteel 14 vrijwilligers. Deze mensen zijn getraind en opgeleid om vluchtelingen op te vangen. Gekeken naar de afkomst van vluchtelingen, dan is te zien dat de laatste jaren veel mensen komen uit bijvoorbeeld Afghanistan, Irak, Bosnië, Ethiopië, Sierra Leone, Tsjetsjenië en Azerbeidjan. Als een vluchteling in de gemeente Heusden arriveert, krijgt hij een vaste contactpersoon. Deze vangt de vluchteling de eerste dag op en gaat met hem langs verschillende instellingen (sociale dienst, woningstichting, etc). Als er een ingerichte woning voor de vluchteling is geregeld, start de volgende fase. Vluchtelingen moeten inburgeren en Nederlandse les volgen. Natuurlijk is het ook de bedoeling om een baan voor deze mensen te vinden al is dit niet in alle gevallen even gemakkelijk. Vluchtelingenwerk zorgt ook altijd voor een introductie van de vluchteling in de buurt. Er wordt bijvoorbeeld een folder verspreid en men gaat bij de nieuwe buren op de koffie onder begeleiding van een tolk. Factoren die integratie kunnen bevorderen of bemoeilijken zijn leeftijd, opleidingsniveau, religie, land van herkomst en taalvaardigheid. Over het algemeen zijn de ervaringen met vluchtelingen positief. Ze willen graag integreren en steken daar veel energie in. Deel 2:
Vragen uit de zaal
Mevrouw Dalmberg, Dillenburgstraat 45 Mevrouw Dalmberg constateert dat dit probleem is ontstaan door laksheid van de gemeente en de woningstichting. Zij wil graag voorgesteld worden aan nieuwe buren. Zij heeft echter ook haar bedenkingen. Ten eerste vraagt zij zich af of de huisvesting van vluchtelingen bij de Dillenburgstaat een uitbreiding van de bestaande hangplek bij de sporthal zal betekenen. Ten tweede heeft mevrouw Dalmberg weinig vertrouwen in de door de gemeente gestelde termijn van 2 jaar. Zij vraagt hoe hard deze toezegging is Wethouder Klijs reageert hierop door te zeggen dat er niet kan worden gegarandeerd dat er geen problemen ontstaan. De groei van de hangplek lijkt hem echter onwaarschijnlijk, aangezien het een heel andere doelgroep betreft. Daarnaast worden voor statushouders na vestiging in de gemeente allerlei trajecten ingestart. Zij worden ingeschreven bij de ISD om zo snel mogelijk een baan te vinden. Alle mensen die zich bij de ISD inschrijven en die recht hebben op een uitkering, dus ook de statushouders, krijgen de eerste weken een programma waarin zij wat werkervaring op kunnen doen en een sollicitatiecursus kunnen volgen. Ook moeten de statushouders vaak nog Nederlands leren. Dit betekent dus dat de statushouders een dagprogramma hebben en niet de hele dag thuis zijn en in de buurt rondhangen. De door wethouder Klijs gestelde termijn is hard. De vergunning verloopt na 2 jaar, dus dat betekent dat dan de units moeten worden verwijderd. De achterstand in de taakstelling is niet door laksheid veroorzaakt. De druk op de woningmarkt is hoog bij de gemeenten rondom Den Bosch. Ook bij de buurgemeenten speelt dit probleem en bij enkele gemeenten is de provincie ook al sancties aan het uitvoeren.
De heer Van de Graaf, Dillenburgstraat 9 De heer Van de Graaf vraagt naar de exacte oppervlakte van de units. Daarnaast geeft hij aan dat de Dillenburgstraat een rustige straat is en dat hij verwacht dat getraumatiseerde mensen deze rust zullen verstoren. Ook roepen deze plannen een gevoel van onveiligheid op. De heer Van de Graaf heeft het aantal woningen nagerekend. Met 2 woningen per maand van de Woningstichting los je het probleem niet op in 2 jaar. Als er elk half jaar 8 mensen moeten worden gehuisvest, dan betekent dat in de komende 2 jaar 32 mensen. Hoe verklaart de wethouder dit? Wethouder Klijs geeft aan dat het aantal vierkante meters nog niet duidelijk is, dat hangt van de uitvoering af, maar het zal rond de 1000-15000 m2 zijn. Ten tweede geeft wethouder Klijs aan dat aan het gevoel van onveiligheid gepoogd is tegemoet te komen door de units uit het zicht te plaatsen. Aan het gevoel kan niets worden veranderd, dat hangt ook samen met vooroordelen. Er zal vanuit de instanties en de gemeente alles aan worden gedaan om onveilige situaties te voorkomen. Er worden trajecten gestart, waardoor mensen niet de hele dag thuis zijn. De keuze voor de Dillenburgstraat hangt samen met verschillende factoren. Het is niet de bedoeling om statushouders buiten de kernen te vestigen, zij moeten immers inburgeren. De termijn van 2 jaar staat vast. Zoals eerder gezegd kan men naar de rechter gaan als de 2 jaar wordt overschreden. Op het moment dat de units zijn geplaatst, gaat de 2 jaar van start. De heer Van der Haring geeft aan dat zijn ervaring is dat getraumatiseerde vluchtelingen geen overlast veroorzaken. Over het algemeen zijn getraumatiseerde mensen rustiger dan gemiddeld. Als er sprake is van ordeverstoringen, zijn het over het algemeen de omwonenden die dat veroorzaken. De heer De Koning, Prins Hendrikstraat 71 De heer De Koning vraagt of er iets bekend is over de leeftijd van de alleenstaande statushouders. Mevrouw Verhoef geeft aan dat het niet duidelijk is wie er in de units worden gehuisvest, omdat niet van tevoren bekend is welke statushouders in de gemeente Heusden moeten worden gehuisvest. Er zijn veel alleenstaanden en een groot deel van de alleenstaanden zijn jongeren, maar er zijn ook gezinnen. Wel duidelijk is dat het geen AMA’s (Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers) betreft. De heer De Koning zegt dat hij dacht dat er alleen alleenstaanden in de units worden gehuisvest. Wethouder Klijs geeft aan dat daar wel naar gestreefd wordt. Gezinnen zullen zoveel mogelijk in reguliere woningen worden gehuisvest. De heer Stokkermans, Dillenburgstraat 43 De heer Stokkermans heeft allereerst enkele opmerkingen voor de opzet van de informatiebijeenkomst. Hij zou graag direct op de inleidingen van wethouder Klijs en de heer Van der Haring willen reageren en niet pas in het tweede gedeelte. Hij vraagt om beelden die het verhaal ondersteunen op de beamer en hij vraagt om een kernachtiger verhaal. Ten tweede vraagt de heer Stokkermans waar de ontsluiting voor de units komt. Wethouder Klijs geeft aan dat dit tussen het politiebureau en de school zal gebeuren. Er komt geen extra weg voor 12 statushouders. Ten derde merkt ook de heer Stokkermans op dat hij geen vertrouwen heeft in de termijn van 2 jaar die door de gemeente is gesteld en vraagt hij zich af of de gemeente ook invloed heeft op de bouw van sociale woningen. Wethouder Klijs geeft aan dat er in het verleden te weinig zicht was op de behoefte aan sociale woningbouw. Nu is dat wel het geval omdat de woonvisie is vastgesteld. Hierin is ook de behoefte aan woningen van de verschillende doelgroepen vastgelegd. De gemeente streeft bij nieuwbouw naar 40% sociale woningbouw. Echter als projectontwikkelaars de grond willen kopen en hun plannen voldoen aan de eisen van de gemeente, kan de gemeente dat niet weigeren.
Nogmaals geeft wethouder Klijs aan dat de termijn van 2 jaar spijkerhard is. Een volgend college heeft zich hier ook aan te houden. Mocht een nieuw college besluiten dat de twee jaar moet worden opgerekt, dan zal zij alle procedures moeten doorlopen en kunnen de omwonenden bezwaar maken. De heer Groot, Dillenburgstraat 35 Ook de heer Groot krijgt een onveilig gevoel door de plannen van de gemeente. Daarnaast vraagt hij zich af hoe het mogelijk is dat de statushouders geconcentreerd worden gehuisvest, terwijl de wethouder aangeeft dat spreiding van belang is. Daarnaast vraagt de heer Groot zich af of er een financiële tegemoetkoming in het vooruitzicht wordt gesteld voor mensen die hun huis willen verkopen. De waarde van de huizen zal volgens de heer Groot dalen. En volgens hem zal dat ook voor de OZB waarde gelden. Wethouder Klijs reageert door te zeggen dat bij de permanente huisvesting spreiding inderdaad moet worden nagestreefd, omdat er anders getto’s worden gevormd. Nu kan er wel van dat principe worden afgeweken omdat het tijdelijke huisvesting betreft en het onder grote tijdsdruk moet gebeuren. Wethouder Klijs is het niet met de heer Groot eens dat de huisvesting van statushouders een gevolg zal hebben voor de waarde van de huizen en de OZB waarde. Er wordt dus geen financiële vergoeding in het vooruitzicht gesteld. De heer Van Bavel, Dillenburgstraat 33 De heer Van Bavel heeft 3 opmerkingen: 1. De keus voor de locaties staat al vast. De wethouder zegt wel dat er onderzoek is gedaan naar andere locaties, maar voor de omwonenden is er geen keus meer; 2. Als de gemeente wil garanderen dat de units over twee jaar weer weg worden gehaald, waarom komen de units dan niet op een locatie waar over twee jaar gestart wordt met nieuwbouw? 3. Er komen 12 units, worden units iedere keer verwijderd nadat een statushouder ze heeft verlaten, zodat ze niet meer kunnen worden opgevuld? Wethouder Klijs zegt dat er in de gemeente naar alle mogelijke locaties is gekeken, maar elke locatie heeft bezwaren die maken dat het ongunstig is om er tijdelijke units te plaatsen. Dit maakt de Dillenburgstraat de meest geschikte locatie. De vrijkomende units worden niet opnieuw bezet, maar vanuit financiële overwegingen lijkt het waarschijnlijk dat zij tegelijk geplaatst en tegelijk verwijderd worden. De heer Obbens, Wilhelminastraat 83 De heer Obbens vraagt waarom er niet gekozen is voor de Stationsstraat. Wethouder Klijs zegt dat de Stationsstraat is onderzocht, maar dit was geen optie, omdat het aanpassen van het gebouw hoge kosten met zich mee zou brengen. Mevrouw Stokkermans, Dillenburgstraat 43 Mevrouw Stokkermans zegt dat er nu al veel onrust is door de leerlingen die bij de school blijven hangen. Als er nu ook nog statushouders worden gehuisvest komen die er nog bij. Dat zal voor meer overlast zorgen. Mevrouw Brinkman geeft aan dat er een speciaal meldpunt voor overlast zal worden opgericht, waar klachten kunnen worden gemeld. Wethouder Klijs vult aan dat de mogelijkheid bestaat dat de leerlingen de statushouders gaan uitdagen. Overlast kan altijd bij de gemeente en bij de politie worden gemeld. De heer De Koning, Prins Hendrikstraat 71 De heer De Koning vraagt hoe het kan dat er woningen op het veldje komen. Hij dacht dat het veldje in het bestemmingsplan bestemd was voor bedrijven. Wethouder Klijs geeft aan dat er een vrijstelling voor het bestemmingsplan is aangevraagd om er toch woningbouw te kunnen plegen.
Sluiting Mevrouw Brinkman sluit de bijeenkomst. Zij geeft aan dat het van belang is de gemeentepagina in de Scherper in de gaten te houden om op de hoogte te blijven van de planontwikkeling.