infoactive
infoactive Tweemaandelijkse nieuwsbrief
+
Jaargang 12
+
Nr. 1
+
Juni 2012
+ Personenbelasting aanslagjaar 2012 + Verslaggeving bij fusies en splitsingen + Betalingsmoeilijkheden t.o.v. RSZ?
[email protected] www.vandelanotte.be
1
2
infoactive
+ Personenbelasting aanslagjaar Terwijl u al wegdroomt van uw steeds dichterbij komende en welverdiende vakantie is de fiscus reeds van start gegaan met het verzenden van de nieuwe aangiften in de personenbelasting. Opnieuw verwacht de belastingdienst op uiterlijk 28 juni het ingevulde papieren formulier terug. De deadline voor de elektronische aangifte via Tax-on-web is 17 juli. Tenslotte blijft de deadline, net zoals vorig jaar, op 31 oktober voor de belastingplichtigen die hun aangiften via Tax-on-Web laten indienen door hun mandataris. Vooraleer u aan de slag gaat, overlopen wij met u alvast de belangrijkste wijzigingen in vergelijking met vorig jaar.
Naast de wijzigingen in het vak van de belastingverminderingen is er weinig verandering te merken in de aangifte voor inkomstenjaar 2011. Bovendien zal deze rubriek er vanaf inkomstenjaar 2012, naar aanleiding van de afschaffing van nagenoeg alle belastingverminderingen op energiebesparende uitgaven, opnieuw volledig anders uitzien. De impulseopremie In vak IV A wordt een nieuwe regel voorzien voor de zogenaamde impulseopremie. Dit is een tegemoetkoming aan erkende huisartsen die zich vestigen in ‘prioritaire zones’ (zones met een gebrek aan artsen of ‘artsenarme zones’). Een dergelijke code is niet alleen voorzien voor werknemers, maar eveneens voor bedrijfsleiders in vak XV 8. Bovendien bestaat de mogelijkheid ook voor vrije beroepers om deze premie in de aangifte te vermelden in vak XVII 8 a. De vergoeding zal belast worden tegen een afzonderlijk tarief van 16,5%. Belastingkrediet ‘internet voor iedereen’ Bovendien is er ook een code verdwenen uit de nieuwe aangifte. Zo werd de code voor het belastingkrediet ‘internet voor iedereen’ geschrapt. Dit belastingkrediet had dan ook een beperkte geldigheidsduur die verliep op 31 december 2010. Buitenlandse inkomsten Op het vlak van de buitenlandse inkomsten die in België worden vrijgesteld, is een administratieve wijziging doorgevoerd. De buitenlandse inkomsten moeten alleen nog dubbel vermeld worden in de aangifte indien men aanspraak kan maken op een vrijstelling. Belastingverminderingen voor energiebesparende uitgaven Vanaf aanslagjaar 2012 is de rubriek voor belastingverminderingen met betrekking tot ‘de plaatsing van een systeem van waterverwarming door middel van
infoactive
2012 zonne-energie’ samengevoegd met deze van ‘andere uitrusting voor geothermische energieopwekking’. De reden hiervoor is dat beide uitgaven geen recht meer geven op de toeslag van 850 EUR, noch komen ze in aanmerking voor het terugbetaalbaar belastingkrediet. Momenteel geeft enkel de plaatsing van zonnecelpanelen nog recht op een dergelijke toeslag. De belastingvermindering voor isolatie van muren en vloeren was slechts een tijdelijke maatregel voor inkomstenjaar 2009 en inkomstenjaar 2010. Voor deze uitgaven betaald gedurende inkomstenjaar 2011 is bijgevolg geen rubriek meer voorzien in de aangifte. Vanaf aanslagjaar 2012 levert enkel dakisolatie nog een fiscaal voordeel op.
kosten niet te bewijzen. Dit bespaart alvast een heel pak aan administratie. In dit geval hebben zij recht op een forfaitaire kostenaftrek. Voor werknemers, meewerkende echtgenoten en vrije beroepers enerzijds en bedrijfsleiders anderzijds, bedraagt de maximum aftrek voor inkomstenjaar 2011 3.790 EUR, respectievelijk 2.280 EUR. Wanneer de door u gemaakte kosten merkelijk hoger liggen, is het eventueel voordeliger alsnog uw werkelijke kosten te bewijzen. Bovendien past de administratie het kostenforfait automatisch toe, indien de
betaalde pensioenpremies kunnen in rekening gebracht worden voor een belastingvermindering van 30 tot 40%. Vrijgesteld bedrag woon-werkverkeer Door de werkgever terugbetaalde verplaatsingskosten tussen woon- en werkplaats kunnen geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld op voorwaarde dat de werknemer zijn werkelijke beroepskosten niet bewijst. De vrijstelling is afhankelijk van het door het personeelslid gebruikte vervoersmiddel. Indien u geen vrijstelling vraagt of het bedrag eenvoudigweg vergeet in te vullen, past de belastingadministratie automatisch het minimumbedrag van de vrijstelling toe (350 EUR voor inkomstenjaar 2011).
“ Naast de wijzigingen in het vak van de belastingverminderingen is er weinig verandering te merken in de aangifte voor inkomstenjaar 2011. ”
De mogelijkheid tot overdracht van de belastingverminderingen voor energiebesparende uitgaven gedurende 3 opeenvolgende belastbare tijdperken blijft bestaan. Ook voor werkzaamheden betaald in 2012, waarvoor het contract uiterlijk op 27 november 2011 werd ondertekend, is de overdraagbaarheid nog van toepassing.
door u aangetoonde kosten lager zouden liggen. Uitgaven die in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld autokosten (brandstof, verzekeringen, afschrijvingen, ...), kosten voor gedeeltelijk beroepsgebruik van de woning (interesten woonlening, elektriciteit, verwarming, …), telefoonkosten, kosten voor beroepskledij, lidgelden, laptop, …
Geïndexeerde bedragen voor aanslagjaar 2012 Naast de hierbovenvermelde wijzigingen dienen we eveneens stil te staan bij de nieuwe geïndexeerde maximumbedragen voor de aangifte in de personenbelasting inkomstenjaar 2011 – aanslagjaar 2012. We vermelden hier alvast de meest courante.
Aftrekbare giften Net zoals voorgaande jaren kan u ook dit jaar giften aan erkende instellingen in aftrek brengen van uw belastbaar inkomen. Let op, het door u geschonken bedrag in 2011 dient minimaal 40 EUR te bedragen, tegenover 30 EUR vorig jaar.
De forfaitaire beroepskosten Werknemers, meewerkende echtgenoten, vrije beroepers en bedrijfsleiders kunnen ervoor opteren hun werkelijke beroeps-
Belastingvermindering voor pensioensparen Indien u gedurende het jaar 2011 aan pensioensparen heeft gedaan, kunt u ook dit jaar genieten van een fiscaal voordeel. Maximaal 880 EUR van de door u
De woonbonus De aftrek voor de enige en eigen woning blijft dit jaar al zeker één van de mogelijke aftrekposten. Het aftrekbaar bedrag wordt voor inkomstenjaar 2011 per belastingplichtige beperkt tot maximum 2.120 EUR. Deze limiet geldt per ontlener en dus niet per woning. Gedurende de eerste tien jaar van de lening is het mogelijk dit maximum alsnog met 710 EUR per persoon te verhogen, indien nog steeds aan de voorwaarden voor de toepassing van de woonbonus is voldaan. Belastingplichtigen met drie of meer kinderen ten laste genieten daarenboven nog een extra aftrek van 70 EUR per belastingplichtige.
[email protected]
3
4
infoactive
+ Verslaggeving bij fusies en splitsingen De verslaggeving bij fusies en splitsingen werd door de wet van 8 januari 2012 vereenvoudigd en verduidelijkt. De nieuwe regels gelden voor fusies en splitsingen waarvan het voorstel neergelegd werd na de inwerkingtreding van deze wet, zijnde 28 januari 2012.
Wijzigingen aan de revisorale verslaggevingsplicht In elke vennootschap wordt in principe, behalve dan bij een zogenaamde geruisloze fusie, een controleverslag over het fusie- of splitsingsvoorstel opgesteld door de commissaris of, wanneer er geen commissaris is, door een bedrijfsrevisor of een externe accountant. De vennoten kunnen evenwel bij unaniem akkoord verzaken aan dit verslag. Bij splitsing door oprichting is bovendien ook geen revisoraal fusie- of splitsingsverslag vereist wanneer de aandelen van elk van de nieuwe vennootschappen worden uitgegeven aan de vennoten van de gesplitste vennootschap, en dit evenredig aan hun rechten in het kapitaal van de gesplitste vennootschap. Gaat de fusie of splitsing gepaard met een inbreng in natura in een BVBA, CVBA of NV, dan dient in principe ook een controleverslag over de inbreng in natura te worden opgesteld. Tot voor de
wetswijziging was het niet helemaal duidelijk of dit verslag ook diende te worden opgemaakt als er al een revisoraal fusie- of splitsingsverslag werd opgesteld. In het Wetboek van vennootschappen wordt nu evenwel uitdrukkelijk bepaald dat als er een controleverslag is opgemaakt over het fusie- of splitsingsvoorstel, het controleverslag over de inbreng in natura niet langer vereist is. Omgekeerd, wordt het revisoraal verslag over het fusie- of splitsingsvoorstel niet opgemaakt, dan herleeft de verplichting om een controleverslag over de inbreng in natura op te stellen. Door deze wijzigingen zal voortaan minstens ofwel een revisoraal controleverslag over de fusie- of splitsingsverrichting noodzakelijk zijn, ofwel een revisoraal controleverslag over de inbreng in natura die met de fusie of splitsing gepaard gaat.
Wijzigingen aan de verslaggevingsplicht van het bestuursorgaan In principe moet het bestuursorgaan in elke betrokken vennootschap een omstandig schriftelijk verslag opstellen waarin ze onder meer toelichting en verantwoording geeft bij de wenselijkheid van de fusie of splitsing. Dit verslag is niet langer vereist indien alle vennoten en houders van andere effecten waaraan stemrecht is verbonden, in elke bij de fusie betrokken vennootschap, hiermee hebben ingestemd. Bij een splitsing door oprichting is dergelijk verslag daarnaast ook niet vereist, indien de aandelen van elk van de nieuwe vennootschappen worden uitgegeven aan de vennoten van de
gesplitste vennootschap, evenredig aan hun rechten in het kapitaal van de gesplitste vennootschap. Telkens herleeft desgevallend wel de verplichting van de raad van bestuur van de overnemende vennootschap om een bijzonder verslag over de inbreng in natura op te stellen.
[email protected]
infoactive
+ Betalingsmoeilijkheden ten opzichte van de RSZ? Voor werkgevers die in deze economisch moeilijke tijden geconfronteerd worden met betalingsmoeilijkheden, voorziet de RSZ de mogelijkheid om uitstel van betaling van de socialezekerheidsbijdragen te bekomen. Op deze manier wenst de RSZ werkgevers ademruimte te bieden om hun tijdelijke betaalmoeilijkheden op te lossen.
Als algemene regel geldt dat de werkgever sociale zekerheidsbijdragen moet betalen per kwartaal. Het niet naleven van deze termijnen, geeft in beginsel aanleiding tot de toepassing van een bijdrageopslag gelijk aan 10% en een verwijlintrest van 7% per jaar. De werkgever die zijn verplichtingen niet of in onvoldoende mate nakomt, is aan de RSZ daarenboven een forfaitaire vergoeding verschuldigd in verhouding tot de schijf van aangegeven bijdragen voor dat kwartaal. De voorwaarden om in aanmerking te komen voor een uitstel van betaling zijn: - er zijn lopende betwistingen met de RSZ; - de aanvraag moet betrekking hebben op alle vervallen schulden (incl. interesten en bijdrageopslagen); - het afbetalingsplan kan maximaal 18 maanden lopen; - de vervaldata van de schijven zijn vast, net zoals de bedragen ervan. In de praktijk kan worden vastgesteld dat de RSZ aandringt op het voorleggen van een financieel plan waaruit blijkt dat
er om uitstel van betaling wordt verzocht wegens ‘tijdelijke’ betalingsmoeilijkheden waarbij er een oplossing wordt gezocht. Afhankelijk van dossier tot dossier worden er gebruikelijk afbetalingstermijnen toegestaan tussen de 6 en 12 maanden. Wordt er geen of een onvoldoende gefundeerd financieel plan voorgelegd dan zullen er geen of eerder beperkte termijnen (afbetalingen in maximaal 4 tot 6 maanden) worden toegestaan. Het toegestane uitstel van betaling heeft geen invloed op de eventuele toepassing van burgerlijke sancties, meer bepaald het aanrekenen van bijdrageopslagen en verwijlintresten wegens het overschrijden van de wettelijke vervaldagen. De RSZ kan bij tijdelijke en uitzonderlijke betaalmoeilijkheden aan de toepassing van de sancties (forfaitaire vergoeding voorschotten, opslagen en interesten) verzaken indien de kwartaalbijdragen betaald worden voor het einde van het kwartaal volgend op dat waarop zij betrekking hebben. De werkgever moet hiertoe geen enkele aanvraag indienen. Is het niet mogelijk om alle bijdragen af te betalen tegen het einde van het kwartaal volgend op dat waarop zij betrekking hebben, dan voorziet de RSZ de mogelijkheid om via verzoekschrift te verzoeken om vrijstelling of vermindering van de bijdrageopslagen of interesten verzoeken. Voorwaarden om hiervoor in aanmerking te komen zijn (1) hoofdbijdragen hebben betaald, en (2) aantonen dat de werkgever in een uitzonderlijke situatie of een geval van overmacht verkeert.
[email protected]
5
6
infoactive
+ Stijging Vlaams verdelingsrecht
Wanneer
meerdere
+ Nieuwe regels studentenarbeid
personen
Sinds 1 januari 2012 zijn er nieuwe regels van toepassing met betrekking tot stu-
samen eigenaar zijn van één onroe-
dentenarbeid. Deze nieuwe regeling is ontstaan naar aanleiding van de nood om te
rend goed (bv. ingevolge erfenis of
voorzien in een eenvoudiger systeem aangezien steeds meer studenten gans het jaar
ingevolge gezamenlijke aankoop)
werken en dus niet enkel in de zomerperiode.
en de ene eigenaar koopt het deel van een andere eigenaar over, is niet het gewone registratierecht voor overdracht onroerend goed (10% in het Vlaamse Gewest) maar wel een speciaal tarief, het zogenaamde
Studenten zijn thans in principe onderworpen aan de gewone socialezekerheidsbijdragen, behalve wanneer: - de student werkt in het kader van een overeenkomst voor de tewerkstelling van studenten gedurende maximaal 50 werkdagen gedurende de periodes van niet-verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstelling tijdens het kalenderjaar; - er een geschreven overeenkomst bestaat voor de tewerkstelling van studenten.
verdelingsrecht, van toepassing.
Het verdelingsrecht bedraagt op vandaag 1% voor onroerende goederen gelegen in het Vlaamse Gewest. Wanneer door de overdracht één persoon de volledige eigenaar wordt van het onroerend goed (en de onverdeeldheid aldus ophoudt te bestaan) is het recht van 1% verschuldigd op de totale waarde van het onroerend goed. Er is op heden sprake om het verdelingsrecht op te trekken tot 2,5%. De wetgever zou evenwel voorzien in een “sociale correctie” in het geval het verdelingsrecht verschuldigd is naar aanleiding van een scheiding. Er zou in dat geval sprake zijn van een vrijgesteld bedrag van 50.000 EUR dat, per kind ten laste, verhoogd wordt met 20.000 EUR.
Indien aan bovengenoemde voorwaarden is voldaan, dient slechts een solidariteitsbijdrage te worden betaald. De solidariteitsbijdrage bedraagt 5,42% ten laste van de werkgever en 2,71% ten laste van de student. Buiten de zomermaanden bedraagt deze bijdrage 8,01% ten laste van de werkgever en 4,5% ten laste van de student. Een student die gedurende minstens 12 maanden ononderbroken werkt bij dezelfde werkgever, kan niet langer bij deze werkgever worden tewerkgesteld als student. Het is voor de werkgever mogelijk om een aantal werkdagen te reserveren via de Dimona aangifte. Het contingent van reeds gewerkte dagen kan geraadpleegd worden via de webapplicatie: www.studentatwork.be. Om evenwel gebruik te kunnen maken van deze applicatie moet de werkgever beschikken over een login op de portaalsite ‘www.socialsecurity.be’.
Deze regelgeving is echter nog niet bij wet vastgelegd, voor de concrete toepassingsmodaliteiten is het dan ook nog wachten op de wettekst zelf.
Wordt het contingent van 50 dagen overschreden dan zal deze arbeid vanaf de 51ste dag onderworpen zijn aan de gewone socialezekerheidsbijdragen wanneer de werkgever de student spontaan in zijn DMFA-aangiftes vermeldt met gewone RSZ-percentages. Gebeurt dit niet spontaan dan zullen op de volledige tewerkstelling de gewone RSZ-percentages van toepassing zijn. Gebeurt de tewerkstelling bij dezelfde werkgever, dan zal dit zijn vanaf dag 1. Gebeurt de tewerkstelling bij verschillende werkgevers, dan zal dit enkel van toepassing zijn op de werkgever bij wie de overschrijding gebeurt. Hierbij zal de datum van de ingave in de Dimona en niet de datum van effectieve tewerkstelling bepalend zijn.
[email protected]
[email protected]
infoactive
+ BTW op wagens aftrekbaar in verhouding tot beroepsmatig gebruik Sinds 1 januari 2011 is de wetgeving inzake BTW-aftrek voor bedrijfswagens drastisch gewijzigd. De BTW-aftrek wordt immers nog slechts toegestaan à rato van het beroepsmatig gebruik en dit met een maximum van 50%.
Voorheen was de BTW bij aankoop van een personenwagen als bedrijfsmiddel steeds voor 50% aftrekbaar. Op het belastbaar voordeel alle aard voor privégebruik was BTW verschuldigd. Deze regeling werd aangepast in die zin dat de BTW-aftrek ab initio slechts toegestaan wordt ten belope van het beroepsmatig gebruik en dit met een maximum van 50%. Er mag dus geen enkele aftrek meer worden uitgeoefend voor het gedeelte van het bedrijfsmiddel dat niet dient voor de economische activiteit. Als gevolg hiervan
is geen BTW meer verschuldigd op het belastbaar voordeel alle aard. Concreet betekent dit dat als een wagen 30% beroepsmatig wordt gebruikt, de BTW slechts voor 30% in aftrek kan worden gebracht en indien een wagen 70% beroepsmatig wordt gebruikt, de BTW slechts voor 50% in aftrek kan worden gebracht. Al gauw werd duidelijk dat deze drastische wijziging van de wetgeving een zware bijkomende last betekent. Voortaan zou steeds bijgehouden moeten worden hoeveel beroepsmatige kilometers er afgelegd worden met de bedrijfswagens. De BTWadministratie had oog voor deze praktische problemen en stelde de verplichte toepassing van de wetgeving uit tot 1 januari 2012. Indien in het verleden teveel BTW in aftrek werd genomen, moet in principe tijdens
de resterende herzieningstermijn van 5 jaar een herziening gebeuren. Indien aldus in 2010 een wagen werd aangekocht die slechts 30% beroepsmatig wordt gebruikt, en de BTW werd in 2010 voor 50% afgetrokken, dan is in 2012, 2013 en 2014 telkens 1/5 van 20% van de afgetrokken BTW verschuldigd. Sinds de nieuwe wetgeving van toepassing is, aanvaardt de BTW-administratie wel dat de BTW bij doorverkoop van het autovoertuig in elke veronderstelling slechts geheven moet worden over de helft van het gevraagd bedrag. Er wordt binnenkort nog een verduidelijkende circulaire verwacht waaruit moet blijken hoe het privématig gebruik (forfaitair) kan worden bepaald. Wij houden u uiteraard op de hoogte!
[email protected]
+ Thin capitalization rule Ingevolge de nieuwe thin capitalization rule, die in principe uiterlijk op 1 juli 2012 in werking treedt, worden interesten op leningen tussen verbonden ondernemingen niet langer aangemerkt als aftrekbare beroepskosten (maar wel als belastbare inkomsten in hoofde van de ontvanger) indien de vennootschap is.
ondergekapitaliseerd
Een vennootschap wordt aangemerkt als zijnde ondergekapitaliseerd indien het bedrag van de leningen hoger is dan vijfmaal de som van de belaste reserves bij het begin van het boekjaar en het gestorte kapitaal op het einde van het boekjaar. Hoog tijd dus om na te gaan of deze regeling een probleem vormt in uw vennootschapsstructuur. Indien dit het geval zou zijn, kan nagegaan worden hoe het probleem kan worden verholpen. Een kapi-
taalverhoging doorvoeren is uiteraard de meest voor de hand liggende oplossing maar een dergelijke ingreep is niet steeds gewenst of haalbaar. Door de wetgever werd ook voorzien in een antimisbruikbepaling waardoor het “tussenschakelen” van een niet-verbonden vennootschap in veel gevallen geen oplossing zal bieden. Een gepersonaliseerde oplossing per vennootschapsstructuur is dus een must.
[email protected]
7
8
infoactive Vandelanotte heeft vestigingen in: Antwerpen Herentalsebaan 71-75 T 03 320 97 97 Brugge Koningin Astridlaan 29 T 050 39 28 75 Brussel Steenweg op Jette 225 T 02 427 44 53 Deinze Kastanjelaan 17 bus 2 T 09 381 51 81 Dendermonde Grootzand 166 T 052 21 85 07 Kortrijk President Kennedypark 1a T 056 43 80 60 Tournai Avenue de Maire 101 T 069 22 64 95
infoactive Jaargang 12, nr. 1 - Juni 2012
Verantwoordelijke uitgever Nikolas Vandelanotte President Kennedypark 1a 8500 Kortrijk
[email protected] Redactie Bart Cappelle Peter Denys Kaat Martens Dries Torreele Nikolas Vandelanotte Ilse Van Hove Anneleen Wydooghe Coördinatie Els Tanghe
Member of The Leading Edge International Alliance of Global Accountants & Auditors
+ Wist u dat… Drempel cash-betalingen De drempel voor cash-betalingen bij de aankoop van goederen bij handelaars wordt verlaagd van 15.000 EUR naar 5.000 EUR. Tevens wordt deze regeling uitgebreid voor diensten. Het is de bedoeling dat het maximumbedrag later nog verder daalt tot 3.000 EUR. Tevens zal hieraan ook een meldingsplicht gekoppeld worden.
[email protected] Herziening van de BTW op onroerende bedrijfsmiddelen: wijziging van het herzieningstijdvak. Normaal gezien begint het herzieningstijdvak te lopen vanaf 1 januari van het jaar waarin het recht op aftrek bestaat en loopt deze over een periode van 15 jaar. Sinds 1 januari 2012 begint de vijftienjarige herzieningstermijn voor onroerende goederen te lopen vanaf 1 januari van het jaar waarin het bedrijfsmiddel in gebruik werd genomen. Dit heeft als gevolg dat de herzieningstermijn verlengd wordt voor de gebouwen waarvan de oprichting over meer dan 1 jaar gespreid is.
[email protected] Nieuwe jobsite Vandelanotte Talent Management Sedert maart staat de gloednieuwe jobsite van Vandelanotte Talent Management online: www.vdl-talentmanagement.be. Naast de interne vacatures binnen Vandelanotte, kunnen ook cliënten op deze jobsite hun vacante functies bekend maken. Een service die wij voor ons cliënteel gratis aanbieden! Concreet verloopt het posten van een vacature als volgt: - een cliënt die een vacature heeft, kan zijn vacaturetekst doormailen naar
[email protected]; - het team van Vandelanotte Talent Management leest de vacature na en plaatst ze online op onze jobsite; - Vandelanotte Talent Management stuurt de reacties op de vacature via mail door naar de cliënt. Wie geïnteresseerd is, kan natuurlijk ook steeds telefonisch contact opnemen met ons Talent Management team op het nr. 056 42 81 32.
+ Belangrijke data tijdens het volgende kwartaal 20/06/2012: 28/06/2012: 30/06/2012: 10/07/2012: 20/07/2012: 10/08/2012:
20/08/2012: 10/09/2012:
BTW-verplichtingen voor de maand mei voor maandaangevers of 2e voorschot voor kwartaalaangevers Uiterste datum indienen aangifte PB aj. 2012 (indien niet via tax-on-web) Indienen fiches 281.50 en opgave 325.50 Tweede mogelijkheid voorafbetaling PB en VennB Uiterste datum inzake betaling BTW (juni of 2e kwartaal) Indienen BTW-aangifte voor de maand juni of 2e kwartaal (vakantieregeling: correcte datum wordt meegedeeld via persbericht) Uiterste datum inzake betaling BTW juli of 1e voorschot kwartaalaangevers Indienen BTW-aangifte voor de maand juli (vakantieregeling: correcte datum wordt meegedeeld via persbericht)