Driemaandelijks tijdschrift van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten
www.iec-iab.be | Nr. 3 / 2012
Interview Interview met Etienne de Callataÿ Internationaal fiscaal recht Verslag symposium CCCT: Towards a Harmonized Corporate Tax System in Europe Annelies Roggeman, Isabelle Verleyen, Carine Coppens, Philippe Van Cauwenberghe Boekhoudrecht Risicopreventie – Tendentie van de analyses Claude Janssens Vennootschapsrecht Formaliteiten bij fusies en splitsingen gewijzigd Luc Ceulemans
AFGIFTEKANTOOR: 3000 LEUVEN I P608443 – IEC-IAB E. JACQMAINLAAN 135/2 – BE-1000 BRUSSEL
Trends Libor, het grootste financieel schandaal van de eeuw? Amid Faljaoui
Formaliteiten bij fusies en splitsingen gewijzigd
Inhoud Accountancy&Tax
3
Editoriaal
Het Instituut ontmoet opnieuw zijn leden Driemaandelijks tijdschrift van het IAB nr. 3 / 2012
5 ADMINISTRATIE EN REDACTIE
IAB, Emile Jacqmainlaan 135/2, 1000 Brussel Tel.: +32 2 543 74 90 – Fax: +32 2 543 74 91 E-mail:
[email protected]
Interview met Etienne de Callataÿ 10
M. Tilmant E-mail:
[email protected] REDACTIECOMITÉ
14
Boekhoudrecht
Risicopreventie – Tendentie van de analysen Claude Janssens
UITGEVERS
Intersentia, Groenstraat 31, 2640 Mortsel www.intersentia.be Anthemis, Place Albert I 9, 1300 Limal www.anthemis.be
Internationaal fiscaal recht
Verslag symposium CCCT: Towards a Harmonized Corporate Tax System in Europe Annelies Roggeman, Isabelle Verleyen, Carine Coppens, prof.dr. Philippe Van Cauwenberghe
REDACTIECOÖRDINATOR
E. Basso, A. Bert, J. Colson, J. De Blay, A. Faljaoui, S. Ghilain, N. Hormans, C. Janssens, J.-L. Kilesse, R. Lassaux, E. Steghers, M. Tilmant, B. Vanderstichelen, K. Vandriessche
Interview
19
Vennootschapsrecht
Formaliteiten bij fusies en splitsingen gewijzigd Luc Ceulemans
ILLUSTRATOR COVER
Rosemarie De Vos VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
A. Bert, Emile Jacqmainlaan 135/2, 1000 Brussel
28
Libor, het grootste financieel schandaal van de eeuw? Amid Faljaoui
ISSN 1375-9876 MEDEDELING VOOR DE LEZERS
De auteurs, het redactiecomité en de uitgever streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. De opinieartikelen vertegenwoordigen de inzichten en mening van auteurs en dus niet noodzakelijk die van het Instituut of van het redactiecomité. Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB) Opgericht bij Wetten van 21 februari 1985 en 22 april 1999 UITVOEREND COMITÉ
Voorzitter: A. Bert Ondervoorzitter: B. Vanderstichelen Secretaris-penningmeester: J. De Blay Secretaris: J.-L. Kilesse Leden: E. Degrève, B. Van Coile RAAD
Voorzitter: A. Bert Ondervoorzitter: B. Vanderstichelen Leden: J. Baeten, L. Ceulemans, M. Claes, C. Cloquet, J. De Blay, E. Degrève, J.-G. Didier, J. Hellin, J.-L. Kilesse, F. Schelfhaut, S. Troonbeeckx, B. Van Coile ALGEMEEN DIRECTEUR
E. Steghers
Trends
32
IAB in ‘t kort
32
Wetgeving
33
IAB-info flashback
34
Vakliteratuur
EDITORIAAL
Het Instituut ontmoet opnieuw zijn leden
N
u de vakantieperiode voorbij is, start volop de periode voor het indienen van de belastingaangiften. Tot 27 september voor de aangiften in de vennootschapsbelasting via Biztax, tot 31 oktober voor de aangiften in de personenbelasting via Tax-on-Web. Ervaring toont dat tijdelijke problemen steeds kunnen voorkomen. Het Instituut probeert via overleg met de administratie de nodige garanties te krijgen omtrent de feilloze werking van het systeem. Niettemin durven wij u aanraden over te gaan tot een gespreide indiening van de aangiften om piekmomenten te vermijden en het risico op falen van het systeem te beperken. Elke onderbreking van het systeem verstoort de planning van de kantoren en betekent verloren uren die niet kunnen worden gerecupereerd. In het najaar concentreert het Instituut zich op de voorbereiding van twee evenementen voor onze leden, namelijk het derde bezoek aan de provincies en de deelname aan de vierde editie van het congres ‘Forum for the Future’. Zoals reeds aangekondigd op de algemene vergadering van 21 april 2012, zal het bezoek aan de provincies voor een groot deel handelen over de komende kwaliteitstoetsing, maar enkele recente initiatieven (o.a jongerenwerking), gewijzigde reglementering (norm permanente vorming) en acties voor interne leden komen eveneens aan bod. In dit nummer vindt u een overzicht van de vastgelegde data. U kunt deze alvast noteren in uw agenda. Uiteraard hopen wij dat u opnieuw talrijk zult deelnemen aan deze ontmoetingen, waarvan het definitieve programma binnenkort wordt meegedeeld. Het congres van het Forum for the Future (FFF) wordt intussen voor de vierde keer georganiseerd; een ideaal moment om de oorsprong en het opzet van het FFF, evenals de betrokkenheid van de instituten te duiden. Net als Franstalige confraters was ik in 1998 bij mijn eerste bezoek aan het
Congres van de Ordre des Experts-Comptables de France behoorlijk onder de indruk van de omvang van dit evenement, waar de Franse accountants elkaar jaarlijks ontmoeten, met plenaire zittingen (tot 3 000 deelnemers) en een grote waaier aan workshops, standen van firma’s die er hun tools presenteren, de aanwezigheid van ministers, maar vooral de contacten tussen de diverse confraters uit alle delen van Frankrijk in de loop van het 2,5-dagen durende congres, dat dit jaar intussen aan zijn 67e editie toe is. Meerdere latere bezoeken aan het congres hebben ons alleen maar verder overtuigd van de uitstraling van een dergelijk evenement en het belang ervan voor de beroepsbeoefenaars. Op uitnodiging van de Ordre régional van Lille-Nord – Pas-de-Calais namen wij zelfs een dag deel aan de werkvergadering van het organisatiecomité van het congres in Lille in 2007. Het feit dat het jaarbudget van het congres in Frankrijk het jaarbudget van het IAB overtreft, geeft een duidelijke aanwijzing van de omvang van deze organisatie. Toen de in 2008 opgerichte Stichting van het Forum for the Future de idee aanbracht om in 2009 een congres in te richten, uitsluitend voor de leden van de drie instituten, was de interesse gewekt en heeft ons Instituut door de ondersteuning inzake de aanbreng van onderwerpen en sprekers in belangrijke mate bijgedragen tot het welslagen van de eerste editie. Een ontmoetingsdag voor de beroepsbeoefenaars met talrijke workshops – ook met onderwerpen die anders minder aan bod komen – en met standhouders-toeleveranciers van onze kantoren; interacties tussen beroepsbeoefenaars, overheid, ondernemingen en administraties omtrent de rol en het belang van onze beroepsbeoefenaars. De ingrediënten voor het succes waren aanwezig. Besprekingen en overleg met de instituten na de eerste editie en de vraag om een financiële bijdrage hebben geleid tot de goedkeuring door de Raad van een financiële bijdrage in ruil voor gratis toegang voor de leden. Hetzelfde principe werd
2 012 / 3
3
EDITORIAAL
na overleg in het Interinstitutencomité aangenomen door het BIBF en het IBR. De instituten organiseren enkele sessies waarin zij hun leden kunnen informeren over interessante onderwerpen. Na enige aarzeling zijn de meeste van onze beroepsverenigingen nu ook aanwezig met een stand. Aldus en ten gevolge van de positie ingenomen door de Raad en mede door de organisatie van workshops voor onze leden, namen vorig jaar 1 247 accountants, belastingconsulenten en stagiairs effectief deel aan het congres. Het is aan de organisatoren om het concept te bewaren, tekortkomingen verder weg te
4
2 012 / 3
werken en de deelname van de drie instituten te verzekeren om volgend jaar het eerste lustrum te bereiken. Intussen nodig ik alle leden uit voor het FFF van 6 december 2012. Wij begroeten u dan graag op onze stand. Verder vindt u in dit nummer een interview met de heer Etienne de Callataÿ over de voortdurende economische en financiële crisis. Het is een bevestiging van reeds vroeger in de media ingenomen standpunten door de heer de Callataÿ. André Bert, Voorzitter
INTERVIEW
Interview met Etienne de Callataÿ We moeten de btw verhogen, ook voor de advocaten Etienne de Callataÿ is een gerenommeerd econoom met een diploma van de ‘Facultés de Namur’ en de London School of Economics. Hij was een naaste medewerker van Jean-Luc Dehaene en werkte als macro-economist voor de Nationale Bank van België. Zijn mening wordt door de media en de politiek op prijs gesteld, ook al is ze niet altijd politiek correct. Hierna vindt u een weergave van het interview dat de heren Bert en Vanderstichelen, voorzitter en ondervoorzitter van het IAB, hem afnamen. IAB: Een crisis heeft soms ook zijn goede kanten: Europa neemt vorm aan, door de problemen heen. Door de crisis van de eurozone werd de goedkeuring van de beruchte “gulden regel” mogelijk gemaakt, die de regeringen verbiedt een begroting in te dienen die niet in evenwicht is. Veel economen denken dat dit een goede zaak is, een soort rem op budgettaire ontsporingen. Deelt u die mening? Etienne de Callataÿ: De gulden regel houdt, in dit geval, in dat een land, via de Grondwet of een andere wettekst, het verbod wordt opgelegd om begrotingstekorten in te dienen. Duitsland wenst dit, vereist het zelfs en dus is het niet meer bespreekbaar. 25 van de 27 landen van de Europese Unie hebben trouwens het principe van de “gulden regel” aanvaard. Het is een beveiliging voor de komende generaties. IAB: Akkoord met het principe, maar andere stemmen zeggen dat deze regel onbezonnen is en koste wat kost en eeuwigdurend een begrotingsevenwicht wil opleggen. Is dat geen beperking van de politieke macht van de regeringen? Etienne de Callataÿ: Men zou dat kunnen denken, maar volgens mij is dat minder erg dan in een keurslijf te worden gedwongen. Herinner u dat België, in de goede jaren, er niet in slaagde om geld opzij te zetten voor moeilijker perioden hoewel deze er zeker zouden komen, onder meer gezien de vergrijzing van de bevolking. We hebben die middelen opgesoupeerd aan fiscale cadeautjes, en de teugels laten vieren wat de uitgaven betreft.
IAB: Eén van uw standpunten is dat de partijen die aan het bewind waren vóór de crisis van 2008, de vruchten van de groei hebben verkwanseld, toen die begin 2000 terugkeerde? Etienne de Callataÿ: Ik heb het elders al gezegd. De geschiedenis zal streng zijn voor de regeringen die vóór 2008 aan het bewind waren. We moeten het blijven herhalen: de huidige moeilijkheden zijn voor een heel groot deel niet te wijten aan een slecht bewind vandaag, maar aan de prijs van het herstel van vroegere fouten. IAB: In verschillende interviews legt u de schuld bij de verschillende regeringen-Verhofstadt. Blijft u achter dit standpunt staan? Etienne de Callataÿ: Ja, hoewel die kritiek niet op enkele personen mag worden toegespitst, en men zich de vraag mag stellen wat anderen zouden hebben gedaan indien zij aan de macht waren geweest. Andere Belgische economen hebben het met cijfers aangetoond. Ik licht toe, want ik ben niet 100 % neutraal, aangezien ik twee jaar en half voor Jean-Luc Dehaene heb gewerkt. Maar mijn kritiek blijft: na de inspanningen van de jaren 1990 om lid te worden van de eurozone, hebben we een open kans laten liggen. IAB: Hoezo? Etienne de Callataÿ: De toenmalige regeringen hebben toegestaan dat een groot deel van die inspanningen en van
2 012 / 3
5
INTERVIEW
de uitzonderlijke opbrengst die de verminderde rentevoeten opbrachten, werd aangewend om het begrotingsbeleid te laten verslappen! Ze hadden van die conjunctuur moeten gebruikmaken om de bevolking te overtuigen van het belang van structurele hervormingen. In plaats daarvan hebben wij de personenbelasting verlaagd (ik verwijs naar de hervorming-Reynders). Dat was voor de liberalen. En om links te plezieren, hebben ze de groeicijfers van de uitgaven voor gezondheidszorg verhoogd met 4,5 % in absolute cijfers. Ze hebben dus links en rechts zijn pleziertje gegund, meer uitgaven, minder inkomsten, maar ze hebben het land verzwakt. IAB: Dat was het verleden. Door de crisis wordt de streefdatum voor de terugkeer naar een begrotingsevenwicht voorzien in 2015. Moet dat sneller of trager gaan? Etienne de Callataÿ: Het is eigen aan zowel politici, internationale instellingen als de media om te veel aandacht te besteden aan de datum waarop de begroting weer in evenwicht moet zijn. In die zaken mogen we niet in fetisjisme vervallen, denk ik. Wat we nodig hebben, zijn duurzame overheidsfinanciën op lange termijn. Daarvoor zijn diepgaande structurele hervormingen nodig: zowel wat de pensioenen, de gezondheidszorg, de werkloosheidsuitkeringen, de efficiëntie van de staat als wat de “groene fiscaliteit” betreft. Dat zijn de echte prioriteiten. Ik zie in 2015 liever een tekort met hervormingen dan een evenwicht zonder hervormingen! IAB: Guy Vanhengel beweerde dat België “virtueel failliet” is. Overdrijft hij? Etienne de Callataÿ: Hij heeft geen ongelijk, vooral voor de komende generaties. Het risico dat onze kinderen het minder goed zullen hebben dan wij is groot. Niemand kan dat van harte aanvaarden. De huidige aanpak van de begroting is schandalig egoïstisch ten aanzien van onze kinderen en kleinkinderen. Daarom moeten we optreden. IAB: U zegt: “de huidige aanpak” is schandalig, maar er werden toch al maatregelen genomen en de rentevoeten zijn laag, voor sommige kredieten lenen we zelfs met een negatieve rente, wat bewijst dat ons land als een solide staat doorgaat, toch in de ogen van de financiële markten? Etienne de Callataÿ: Uiteraard wens ik dat dit blijft duren, maar ik denk toch dat ons land nog niet de nodige maatregelen heeft genomen en dat de belangrijkste hervorming nog vóór ons staat en niet achter ons ligt.
6
2 012 / 3
IAB: Waarop zinspeelt u? Op een verhoging van de belastingen? Etienne de Callataÿ: De breedste schouders moeten de zwaarste lasten tillen. Maar we mogen elkaar niet bedriegen en ons illusies maken. Beweren dat ze de superrijken zwaar gaan belasten is pure demagogie. Om de simpele reden dat er niet genoeg superrijken zijn. Dat zal dus niet zoveel inkomsten opleveren. “Superrijken” zijn zeldzaam en bovendien mobiel. De oplossing is de uitbreiding van de belastbare grondslag. Een verlaging van de belastingen, die sommigen voorstellen, kunnen we ons niet veroorloven. Wat wel kan, is de structuur van de bestaande belastingen wijzigen door de inkomsten uit arbeid minder te belasten en andere bestanddelen, zoals bijvoorbeeld de vervuilende consumptie, zwaarder te belasten. IAB: Ik vermoed dat u aan een koolstoftaks denkt? Etienne de Callataÿ: Waarom niet? Die zou de vorm kunnen aannemen van een verhoging van de accijnzen, vooral op de stookolie voor verwarming. IAB: Kan er worden gedacht aan een verhoging van de btw? Etienne de Callataÿ: Veel mensen zijn tegen, maar ik ben voorstander. We zouden de btw kunnen optrekken tot 22 %. Dat zou geen nieuwigheid zijn; zelfs Duitsland heeft in 2007 de btw met 3 punten opgetrokken, weliswaar vertrekkend vanuit een lager niveau. Waarom bepaalde verlaagde btw-tarieven niet afschaffen en de btw toepassen op sommige diensten die nu niet onderworpen zijn? De economen zijn van mening dat een btw-stelsel beter werkt met een eenheidstarief en weinig uitzonderingen. Wat de uitzonderingen betreft, denk ik in België aan de advocaten. Er is geen enkele reden om de advocaten hun ereloon te laten factureren zonder btw. Andere landen doen het en de rechtstoegang is er even goed als in België. Waarom dan nog aarzelen om het te doen? Temeer daar het concurrentieverstoring uitmaakt met andere vrije beroepen. Uiteraard mag de btw-verhoging geen gevolg hebben voor de loonkost d.m.v. de index. IAB: Maar het gaat niet alleen om de inkomsten, ook om de uitgaven: waar moet er volgens u worden gesnoeid? Etienne de Callataÿ: Het is geen geheim: de overheid moet efficiënter werken. Met andere woorden, we hebben te veel ambtenaren. En ook de gewesten en de gemeenschappen moeten verantwoordelijkheid opnemen voor hun dagelijks bestuur, te beginnen met het zelf betalen van de pensioenen. De andere grote werf is de hervorming van
INTERVIEW
de sociale zekerheid. Het pensioenstelsel moet worden hervormd om tot actuariële neutraliteit te komen. Iemand die de arbeidsmarkt zeer vroeg verlaat, moet financieel zwaarder worden bestraft. Waarom? Het is één van de middelen om het aantal actieve tewerkgestelden die bijdragen tot de potentiële economische groei, te verhogen. Met andere woorden, de toepassing van het brugpensioen moet absoluut worden vermeden. De tegenwerping dat een verhoging van de pensioenleeftijd de kans op tewerkstelling voor werklozen verkleint, houdt geen stand: degenen die werkloos zijn, kunnen de oudere werknemers niet vervangen, want ze hebben niet dezelfde bekwaamheden. IAB: Maar wat met de werkloosheidsuitkering? Etienne de Callataÿ: De werkloosheidsuitkering moet worden gekoppeld aan de inspanningen die worden geleverd om werk te zoeken. Ik vind zelfs dat men voor werkzoekenden onder de 25 jaar de uitkering moet afschaffen. IAB: Daarmee gaat u zich niet geliefd maken bij de jongeren. Etienne de Callataÿ: Het is nochtans voor hun eigen bestwil op lange termijn dat ik dat zeg. Voor veel jongeren met problemen op school, vooral de jongeren van buitenlandse afkomst, zijn de perspectieven niet zeer rooskleurig. In het beste geval kunnen ze hopen 500 euro meer te verdienen door te werken dan met hun werkloosheidsuitkering. Kortom, de stimulans om een opleiding te volgen en te gaan werken is niet groot genoeg. IAB: Zegt u nu dat de werkloosheidsuitkeringen in tijd moeten worden beperkt? Etienne de Callataÿ: Dat spreekt voor zich; ons land is een uitzondering. En ik heb niet de indruk dat de andere Europese landen een sociaal kerkhof zijn. Maar de maatregelen van de laatste maanden gaan de goede richting uit. IAB: Een ander heikel onderwerp is de gezondheidszorg, waarvan de kosten blijven oplopen. Etienne de Callataÿ: Ook hier moeten keuzes worden gemaakt. Een groeinorm van 4,5 % en zelfs van 3 % is op lange termijn onhoudbaar. We moeten de uitgaven beter beheersen, zelfs als er pijnlijke keuzes moeten worden gemaakt, en zelfs zo ver gaan om sommige behandelingen niet meer terug te betalen. De idee komt niet van mij, maar van een professor van de KUL: is het nodig om een heupprothese terug te betalen voor iemand van 85 jaar of ouder? Is dat redelijk? De vraag durven stellen is ze beantwoorden.
IAB: En wat denkt u van onze loonindexering? Etienne de Callataÿ: Ik ben tegen de loonindexering in de huidige vorm. Natuurlijk weet ik ook dat als België die indexering afschaft, het daarom nog niet de draak of de tijger van Europa gaat worden. Ik heb het al gezegd, ik denk zelfs dat door weerstand te blijven bieden op het symbool van de loonindexering, de vakbonden verplicht zijn om zich op een ander gebied defensief op te stellen, waardoor ze verplicht zullen zijn om toegevingen te doen op andere thema’s. Ik denk dat ze voor de verkeerde zaak strijden. Maar er zijn gevechten die ze niet aangaan: de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, tussen statutaire en contractuele werknemers bij het openbaar ambt, tussen degenen die bij een kmo en bij een grote onderneming werken en ik vergeet er nog. IAB: Welke oplossing stelt u voor? Etienne de Callataÿ: In plaats van iedereen een indexverhoging van 2 % te geven, stel ik een forfaitaire indexering voor, in euro, die de lagere lonen overcompenseert maar de gemiddelde en hogere lonen ondercompenseert. Velen denken dat dit een revolutie is die politiek niet haalbaar is, maar in 1982 hebben ze voor sommige inkomenscategorieen al eens een indexsprong overgeslagen. Waarom zouden we dat niet nog eens doen? Dat zou onze competitiviteit kunnen vrijwaren zonder de koopkracht aan te tasten van de lage lonen, die het ergst te lijden hebben van de crisis. IAB: Is de beste oplossing voor deze crisis, die nu al 5 jaar aansleept, niet de terugkeer naar de inflatie? Etienne de Callataÿ: Er zijn voorstanders van dit idee. Afgezien van het feit dat het gevaar op deflatie momenteel groter is dan de dreiging van inflatie: vergeet niet dat de huidige context gemakkelijk te beschrijven is: gebrek aan economische groei, geringe loondruk en terughoudendheid van de Duitsers om de inflatie de kop te laten opsteken. De politiek van de goedkope rentevoeten is een interessantere weg voor de overheden. Om uit de begrotingsproblemen te raken, moet voorrang worden gegeven aan de bevordering van een duurzame groei, de beheersing van de uitgaven en de verhoging van sommige belastingen. Daarom koester ik het idee van een “sociale btw”, omdat die in de plaats komt van de sociale bijdragen om de sociale zekerheid te financieren. Een dergelijke verschuiving zou het mogelijk maken onze tewerkstelling te bevorderen. Ik ben geen protectionist, maar als we ons sociaal model willen bewaren, moeten we ermee ophouden onze eigen ruiten in te gooien. Als u vandaag een Belgische fiets koopt, bevat de prijs een gedeelte sociale bijdragen, niet ter financiering van een sociale zekerheid, maar van algemene prestaties. Dat geldt niet voor een Chinese fiets.
2 012 / 3
7
INTERVIEW
Door zo te handelen, subsidiëren we in feite de invoer en, in het bijzonder, de invoer uit landen met geringe sociale bijdragen en een ontoereikend sociaalzekerheidsstelsel. Met onze bijdragen doen wij de in België verrichte arbeid onrecht aan. En om te besluiten: ik geef er de voorkeur aan het verbruik te belasten in de plaats van de in België gepresteerde arbeid. IAB: Moeten we rekening houden met een Grexit, de uittrede van Griekenland uit de eurozone, zoals de specialisten beweren? Etienne de Callataÿ: Dat is een moeilijke pronostiek in een crisis waarvan niemand de afloop kent. Volgens mij is de uittreding van Griekenland uit de eurozone geen antwoord op de fundamentele problemen van Griekenland, maar toch lijkt het mij onvermijdelijk. Maar dat moet zo lang mogelijk worden uitgesteld om de Grieken de kans te geven zich erop voor te bereiden en de nodige begrotingsmaatregelen te nemen en economische hervormingen door te voeren. Uiteraard zou het ideaal zijn dat Griekenland in de eurozone blijft en naar de andere landen toe groeit, met geduldige partners die Griekenland de nodige tijd gunnen om zich aan te passen. Maar jammer genoeg zal dat niet mogelijk zijn en ik denk dat we rekening zullen moeten houden met de uittreding van Griekenland, liefst zo laat mogelijk. Ik denk dat de financiële markten er al van overtuigd zijn. IAB: In afwachting verliest de euro aan waarde, onder meer ten opzichte van de dollar. Is dat meegenomen? Etienne de Callataÿ: Ja, zeker. Met een zwakke euro wordt de Belgische uitvoer competitiever. De invoer, daarentegen, wordt minder interessant. Bijgevolg zullen de producten die in dollar worden verhandeld, duurder worden voor de Belgische consumenten.
In de huidige context moeten we ons eerder verheugen over de zwakke euro. Een sterke euro zou de activiteit van onze ondernemingen belemmeren en bijgevolg de economische activiteit van het land afremmen en dus de tewerkstelling. De invoer, en dan vooral energieproducten, zijn duurder, maar is het niet beter onze benzine duurder te betalen, maar blij te kunnen zijn dat de buurman zijn werk kan behouden? IAB: Het is niet meer Griekenland dat de krantenkoppen haalt, maar ondertussen jammer genoeg Spanje. Moeten we ons daarover ongerust maken? Etienne de Callataÿ: Jammer genoeg wel, want Spanje is goed voor 11 % van het Europese bbp, en Griekenland maar voor 2 %. Spanje wordt geconfronteerd met drie grote problemen. Ten eerste, de zwakke controle op de regionale autoriteiten. Ten tweede, de toestand van de banksector. En ten derde, de vastgoedprijzen, die deels nog overgewaardeerd blijven. Spanje zal dus steun moeten vragen aan Europa. Ik zie geen andere oplossing, zelfs als de regering dit moment uitstelt. IAB: Terwijl we het over andere landen hebben, spreken de financiële markten niet over België: komt dat goed uit? Etienne de Callataÿ: Zolang het blijft duren, maar er kan altijd een onaangename verrassing opdoemen, via het Dexia-dossier bijvoorbeeld. Er kan zich ook een zwaar politiek probleem voordoen, zoals een partij die na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober de coalitie verlaat. Ook daar zijn we niet tegen gevrijwaard. Helaas denk ik dat we alert moeten blijven en de waakzaamheid niet mogen laten zakken. De tijden die eraan komen, zijn moeilijke tijden.
De heren André Bert, voorzitter; Etienne de Callataÿ, econoom; en Benoît Vanderstichelen, ondervoorzitter
8
2 012 / 3
•
TaxMate Uw hulp bij het opstellen, berekenen, controleren en indienen van uw aangifte in de vennootschapsbelasting t(FCSVJLTWSJFOEFMJKLQBLLFU t3FBMUJNFCFSFLFOJOH t6JUHFCSFJEFDPOUSPMFT t+BSFOMBOHF9#3-FSWBSJOH t7PPSEFMJHFQSJKT First software: 'JUGPSUIF'VUVSF"XBSE in de categorie e-government applications
4 (3"5*ING OPLEID
(SBUJTPQMFJEJOHWJBXFCDPOGFSFODFCJKJOUFLFOJOHWØØS TFQUFNCFS7PPSNFFSJOGPSNBUJFDPOUBDUFFSPOTWJB NBJM!GJSTUTPGUXBSFCFPGPQIFUOVNNFS
TaxMate is een product van Intersentia *OUFSTFOUJBOW Groenstraat 31 | BE-2640 Mortsel | België Tel. + 32 3 609 50 59 | Fax + 32 3 658 71 21 mail@firstsoftware.be | www.firstsoftware.be
2 012 / 3
9
I N T E R N AT I O N A A L F I S C A A L R E C H T
Verslag symposium CCCTB: Towards a Harmonized Corporate Tax System in Europe Annelies Roggeman, Isabelle Verleyen en Carine Coppens Hogeschool Gent Prof. dr. Philippe Van Cauwenberge Universiteit Gent
De Hogeschool Gent organiseerde op 24 april 2012, in samenwerking met het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten, het internationaal symposium CCCTB “Towards a harmonized corporate tax system in Europe”. Heel wat vooraanstaande ondernemers, consultants, academici én politici uit zowel binnen- als buitenland verleenden hun medewerking aan wat een bijzonder vruchtbare discussienamiddag is geworden. Alvorens u de belangrijkste bevindingen van het debat mee te geven, lijkt het ons nuttig om in een notendop te omschrijven waarvoor CCCTB staat.
Voorstel tot richtlijn CCCTB
solideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB).
Ruim 10 jaar geleden riep de Europese Commissie (EC) werkgroepen in het leven om een nieuw systeem van een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag (CCCTB) voor te bereiden. Met dit nieuwe systeem streeft de Europese Commissie naar een verdere integratie van de interne markt door de bestaande fiscale obstakels op te heffen, te wijten aan het naast elkaar bestaan van 27 verschillende vennootschapsbelastingsystemen in de Europese Unie. Ondernemingen die grensoverschrijdend werken, hebben bijgevolg zowel te maken met hoge administratieve lasten en nalevingskosten als met dubbele belasting. Het voorbereidend werk van deze CCCTB-werkgroepen heeft onmiskenbaar zijn vruchten afgeworpen. Inmiddels heeft de EC een beslissende stap in het besluitvormingsproces gezet door op 16 maart 2011 een voorstel van richtlijn uit te vaardigen betreffende een gemeenschappelijke gecon-
10
2 012 / 3
Samengevat bestaat het geplande CCCTB-systeem uit 4 stappen: 1) elke entiteit behorende tot een groep van ondernemingen bepaalt zijn belastbare winst volgens eenzelfde set van regels; 2) vervolgens wordt door consolidatie (o.a. verliesverrekening) de belastbare basis op groepsniveau bepaald; 3) de geconsolideerde basis wordt verdeeld over de verschillende groepsentiteiten op basis van de proporties die deze entiteiten aanhouden in de groepstotalen van verkopen, materiële vaste activa en personeel (de zogenaamde ‘apportionment formula’); 4) elke lidstaat heeft het recht om zijn eigen tarief voor vennootschapsbelasting toe te passen op de belastbare basis, toegewezen aan de groepsentiteiten die aanwezig zijn in dat land. Er wordt dus geen uniform belastingtarief opgelegd vanuit Europa.
I N T E R N AT I O N A A L F I S C A A L R E C H T
Op politiek vlak is het CCCTB-dossier ondertussen in volle ontwikkeling. Eind 2011 hebben verschillende Europese landen en instanties, zoals het Europees Economisch Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, hun reflecties op het voorstel CCCTB geformuleerd. Op 19 april 2012 werd er in het Europees Parlement een stemming gehouden waarbij men, in tegenstelling tot het voorstel, CCCTB verplicht wil maken voor alle Europese vennootschappen, behalve voor de kmo’s. De stemming geeft aan dat de inhoud van het voorstel tot richtlijn nog ter discussie staat en dit bleek tevens uit het debat tijdens het symposium.
Debat In het debat kwamen zeven thema’s aan bod m.b.t. CCCTB. De thema’s werden door de moderator, de heer Johan Van den Driessche, voorgelegd aan de panelleden in de vorm van citaten en gaven aanleiding tot interessante en levendige discussies. We vatten voor u de belangrijkste bevindingen samen.
Europe’ te Brugge. Samengevat geeft deze test een opsomming van de baten en kosten verbonden aan de implementatie van een CCCTB op Europees niveau. Uit het onderzoek van professor Pelkmans blijkt dat de kosten de baten overschrijden.
CCCTB moet optioneel zijn De heer Stefaan Vandamme, CFO Van de Velde NV, is voorstander van optionaliteit, maar geeft aan dat er nog heel veel onzekere factoren zijn. Zo is hij erg bezorgd om de taks- en opvolgingskosten, ten gevolge van het naast elkaar bestaan van twee systemen (nationaal en CCCTB). Volgens een studie van de Big 4 zouden in de Belgische ondernemingen de kosten met 8 à 10 % toenemen. Vandamme verwacht dat transfer pricing onder CCCTB niet volledig zal verdwijnen. Bovendien zullen ook transfer pricing-regels van toepassing blijven op alle entiteiten buiten de CCCTBgroep.
CCCTB voldoet aan het principe van subsidiariteit Volgens de heer Jean Baeten, hoofd van de fiscale afdeling van het VBO, beschikken we over te weinig informatie om te oordelen of de vennootschapsbelasting beter op Europees niveau dan wel op nationaal niveau wordt geregeld. Verschillende nationale parlementen hebben hieromtrent reeds hun visie geformuleerd. De heer Baeten meent dat dit vaak te snel en ondoordacht gebeurde. Hij geeft aan dat, naast het principe van subsidiariteit, ook het principe van proportionaliteit belangrijk is. Uit de impactstudies van de Europese Commissie besluit hij dat België onder CCCTB te maken zal hebben met een reductie in taksinkomsten, jobs en investeringen. De voorzitter van de Unit Company Tax Initiatives van de Europese Commissie, de heer Thomas Neale, spreekt het argument tegen dat er te weinig informatie beschikbaar is. Hij geeft aan dat de impactstudie van de Europese Commissie rekening houdt met vijf verschillende scenario’s. Bovendien zijn de verschillende landen vaak niet in staat de nodige informatie aan te reiken en zijn ze niet vertrouwd om bij wijzigende nationale maatregelen de impact hiervan na te gaan. Neale geeft toe dat er minder snel zal kunnen worden beslist op Europees niveau, maar dit hoeft niet noodzakelijk een nadeel te zijn. Professor Gérard van de Université Catholique de Louvain wil graag meegeven dat er een informele subsidiariteitstest is ontwikkeld door professor Pelkmans van ‘the College of
Een vrije keuze is nodig om de economieën de nodige zuurstof te geven
Professor Gérard is voorstander van een verplichte invoering van CCCTB. Indien CCCTB optioneel is, moet er werk worden gemaakt van waterdichte antimisbruik- en CFCregels om zo de belastbare basis te beschermen. Twee andere deelnemers aan het debat, professor Christoph Spengel van de Universiteit van Mannheim in Duitsland en de heer Steven Claes, tax partner Ernst & Young, zijn niet te vinden voor een verplicht systeem. Volgens hen is een vrije keuze, en dus de mogelijkheid tot taksplanning, nodig om de economieën de nodige zuurstof te geven. Takscompetitie heeft ook gunstige effecten.
CCCTB hoeft geen harmonisering van het belastingtarief na te streven De heer Claes stelt dat de Europese Commissie geen harmonisatie van het belastingtarief nastreeft om zo de verschillende landen makkelijker te overhalen tot de invoering van CCCTB. Voor de Europese landen zal de belastingvoet immers het enige instrument zijn om de budgettaire effecten van CCCTB te beïnvloeden. Toch merkt Claes op dat er
2 012 / 3
11
I N T E R N AT I O N A A L F I S C A A L R E C H T
De heer Baeten beaamt dat er nog heel wat problemen zijn met de consolidatie en de verdeling van de gemeenschappelijke basis. Toch vindt hij CCTB geen optie, omdat verliesverrekening door consolidatie precies het belangrijkste voordeel is van CCCTB voor de ondernemingen. Bovendien betreurt hij dat Europa geen verdere inspanningen heeft gedaan om mogelijke oplossingen voor een aantal knelpunten op korte termijn te optimaliseren, zoals met betrekking tot de verschillende systemen van transfer pricing.
De moderator van het debat Johan Van den Driessche
stemmen opgaan, voornamelijk vanuit de grote landen, om een soort minimum belastingvoet op te leggen. Een van de suggesties is om dit minimum te bepalen als 40 % van het gemiddelde Europese belastingtarief. De heer Vandamme vult aan dat men niet alleen mag focussen op het tarief van de vennootschapsbelasting. Indien landen een geharmoniseerd tarief opgelegd krijgen, zullen ze hun inkomsten vrijwaren door de tarieven van bv. de sociale zekerheid en btw aan te passen.
CCCTB valt te verkiezen boven CCTB Professor Spengel is van mening dat men eerst moet streven naar een geharmoniseerde belastbare basis (CCTB) en pas in een latere fase naar een consolidatie en verdeling van de basis (CCCTB). De onmiddellijke implementatie van CCCTB lijkt hem praktisch onhaalbaar om verschillende redenen. Zo zijn er bijvoorbeeld heel wat technische problemen die nog niet uitgeklaard zijn m.b.t. de verdeelsleutel, de entry/exit rules en de verrekening van lokale taksen. Bovendien levert CCTB ook heel wat voordelen op, zoals het beschikken over duidelijke gemeenschappelijke regels en het reduceren van de opvolgingskosten.
Voor België zullen de notionele interestaftrek en investeringsaftrek niet meer mogelijk zijn
CCCTB mag geen ruimte bieden voor nationale tax incentives De heer Claes stelt dat het huidige voorstel van de Europese Commissie geen ruimte laat voor nationale aftrekken op de gemeenschappelijke basis. Voor België zullen de notionele intrestaftrek en de investeringsaftrek niet meer mogelijk zijn. Hij geeft wel aan dat de aftrekbare kosten onder CCCTB ruimer zijn dan bij vele nationale systemen. Ook mogen alle R&D-kosten in rekening worden gebracht. De heer Claes is van oordeel dat een geharmoniseerde basis de transparantie zou verbeteren, maar dat het toch mogelijk moet blijven om bepaalde nationale incentives toe te laten via tax credits. De heer Neale merkt op dat het voorstel van de Commissie het hanteren van tax credits niet verbiedt. Hij maakt hierbij wel de bedenking dat de Commissie er geen voorstander van is om tax credits veelvuldig toe te passen, want dit doet de inspanningen voor meer transparantie voor een deel teniet.
Een verdeelformule op basis van verkopen, materiële vaste activa en personeel is een faire verdeling Professor Gérard vindt dat niet zozeer het principe van fairness, maar wel het efficiëntieprincipe van belang is. Dit
12
2 012 / 3
I N T E R N AT I O N A A L F I S C A A L R E C H T
betekent dat de verdeelformule vooral factoren moet bevatten die weinig manipuleerbaar zijn. Naar analogie met de Verenigde Staten zou de factor sales, die weinig beïnvloedbaar is, het grootste gewicht moeten krijgen in de formule. Professor Spengel is van mening dat het argument dat bepaalde factoren erg manipuleerbaar zijn, te sterk in de verf wordt gezet. Zo betwijfelt hij dat ondernemingen immateriele vaste activa te pas en te onpas verschuiven naar landen met een lage belastingvoet. De heren Vandamme en Claes delen deze mening en geven aan dat immateriële activa de succesfactoren vormen van vele ondernemingen en om die reden bij uitzondering het land van de hoofdzetel verlaten. Zij opteren ervoor om de factor immateriële vaste activa op te nemen in de verdeelformule, mits toepassing van een antimisbruikmaatregel.
De controle van de gemeenschappelijke aangifte moet gebeuren in het land van de hoofdbelastingplichtige De heer Neale is ervan overtuigd dat de controle van de gemeenschappelijke aangifte om praktische redenen in het land van de hoofdbelastingplichtige moet gebeuren. Een vrije keuze leidt tot chaos en vertragingen in het beslis-
singsproces. De details van het administratieve luik moeten nog worden onderhandeld, maar een feit is dat de verschillende lidstaten elkaar moeten leren vertrouwen. De heren Baeten en Claes denken dat vele landen niet klaar zijn om die taak op zich te nemen. Zo is België bijvoorbeeld niet vertrouwd met het consolideren van belastbare basissen en zullen de verschillende landen de wetgeving anders interpreteren. Een Europese taksautoriteit die alles centraal regelt van A tot Z, kan een oplossing bieden.
Besluit Uit het debat kunnen we besluiten dat verschillende technische en praktische zaken rond CCCTB nog verder moeten worden uitgeklaard. Hoe CCCTB er concreet zal uitzien en wanneer dit systeem effectief zal worden geïmplementeerd, zal de toekomst uitwijzen. Een invoering van CCCTB zal voor Europese groepen alleszins belangrijke fiscale en praktische gevolgen met zich meebrengen. Het is dus van groot belang de actuele ontwikkelingen van dit dossier verder op te volgen!
•
Samenstelling debat Moderator: Johan Van den Driessche, onafhankelijk bestuurder, voorheen voorzitter van de EU Tax Centre of KMPG Europe
Panelleden: Steven Claes, Tax Partner, Ernst & Young Marcel Gérard, Professor in Economics and Taxation, Université catholique de Louvain Thomas Neale, voorzitter Unit Company Tax Initiatives – DG Tax & Customs Union, European Commission Christoph Spengel, Professor of Business Administration and International Taxation, University of Mannheim Stefaan Vandamme, Chief Financial Officer, Van de Velde NV Jean Baeten, voorzitter Tax Department, Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO-FEB)
2 012 / 3
13
BOEKHOUDRECHT
Risicopreventie – Tendentie van de analyses Claude Janssens Accountant, financieel analist Wanneer een kmo dusdanige financiële moeilijkheden krijgt dat de financiering van haar bedrijf gebeurt door institutionele derden en de analist wordt verzocht om een oplossing voor de onderneming te bedenken, moet een beknopte financiële diagnose worden opgemaakt. Dit komt neer op een snelle beoordeling van de terugbetalingsmogelijkheden van de onderneming, eventueel aangevuld met een analyse van de mogelijkheden wat betreft de continuïteit. Terugbetalingscapaciteit
kan de rechtbank aan de vennootschap een termijn toestaan om haar toestand te regulariseren.”
De cashflow van de onderneming wordt empirisch berekend: het betreft de som van de winst en de rekeningen 63. – Indicie van de terugbetalingscapaciteit: cashflow – rekeningen 42 vergelijken met ofwel de schuld, ofwel het totaal van de jaarlijkse bedragen voorzien in het aanzuiveringsplan. – Indicie van de kans op failliet: schulden op korte termijn – rekeningen 48 delen door de cashflow; een bedrag boven 3,5 wijst erop dat de onderneming daadwerkelijk in moeilijkheden verkeert en gevaar loopt om failliet te gaan.
Capaciteit om resultaten te genereren Indien de onderneming in passief staat of indien het nettoactief is gedaald beneden het ingetekende kapitaal, komt de onderneming haar waarborgingsverplichtingen ten aanzien van derden niet meer na, zijnde het kapitaal. Dan moet de vertegenwoordiger van de onderneming worden verzocht om een financieel plan over drie jaar, met de balansen en resultaatrekeningen, af te leveren, zodat hij kan aantonen dat de continuïteit van de onderneming reëel is. Wanneer uit de balans een overgedragen verlies blijkt of wanneer uit de resultatenrekening gedurende twee opeenvolgende boekjaren een verlies van het boekjaar blijkt, moet de vertegenwoordiger ook het bewijs verstrekken dat de onderneming alle door het W.Venn. voorziene maatregelen heeft genomen (art. 333 W.Venn. voor de bvba’s en art. 633 W.Venn. voor de nv’s).
–
Ter herinnering: artikel 333 is van toepassing sinds 6 februari 2011 (art. 2 Wet van 7 mei 1999, BS 6 augustus 1999). Het bepaalt: “Wanneer het netto-actief gedaald is tot beneden het bedrag van 6 200 EUR, kan iedere belanghebbende de ontbinding van de vennootschap voor de rechtbank vorderen. In voorkomend geval
14
2 012 / 3
–
artikel 633 is van toepassing sinds 6 februari 2011 (art. 2 Wet van 7 mei 1999, BS 6 augustus 1999). Het bepaalt: “Wanneer ten gevolge van geleden verlies het nettoactief gedaald is tot minder dan de helft van het maatschappelijk kapitaal, moet de algemene vergadering, behoudens strengere bepalingen in de statuten, bijeenkomen binnen een termijn van ten hoogste twee maanden nadat het verlies is vastgesteld of krachtens wettelijke of statutaire bepalingen had moeten worden vastgesteld om, in voorkomend geval, volgens de regels die voor een statutenwijziging zijn gesteld, te beraadslagen en te besluiten over de ontbinding van de vennootschap en eventueel over andere in de agenda aangekondigde maatregelen. De raad van bestuur verantwoordt zijn voorstellen in een bijzonder verslag dat vijftien dagen voor de algemene vergadering op de zetel van de vennootschap ter beschikking van de aandeelhouders wordt gesteld. Indien de raad van bestuur voorstelt de activiteit voort te zetten, geeft hij in het verslag een uiteenzetting van de maatregelen die hij overweegt te nemen tot herstel van de financiële toestand van de vennootschap. Dat verslag wordt in de agenda vermeld. Een exemplaar kan worden verkregen overeenkomstig artikel 535. Een afschrift wordt ook overgemaakt aan diegenen die voldaan hebben aan de formaliteiten die door de statuten voor de toelating tot de algemene vergadering zijn voorgeschreven. Het ontbreken van de verslagen bedoeld in het tweede lid heeft de nietigheid van de beslissing van de algemene vergadering tot gevolg.
BOEKHOUDRECHT
Op dezelfde wijze wordt gehandeld wanneer het nettoactief ten gevolge van geleden verlies gedaald is tot minder dan een vierde van het maatschappelijk kapitaal, met dien verstande dat de ontbinding plaatsheeft wanneer zij wordt goedgekeurd door een vierde gedeelte van de ter vergadering uitgebrachte stemmen. Is de algemene vergadering niet overeenkomstig dit artikel bijeengeroepen, dan wordt de door derden geleden schade, behoudens tegenbewijs, geacht uit het ontbreken van de bijeenroeping voort te vloeien.” Als de jaarrekening rekeningen 41 bevat, moet de historiek van die verschillende rekeningen worden opgevraagd om na te gaan of er eventueel derdenrekeningen bij zijn (bestuurders, zaakvoerders, vennoten, dochtervennootschappen) die eventueel als oninbaar moeten worden beschouwd en, voor het financieel plan, moeten worden afgetrokken van het eigen vermogen en als een bron van verborgen inkomsten of zelfs als misbruik van vennootschapsgoederen moeten worden beschouwd.
Artikel 23 W.Venn., vaak niet in acht genomen, kan gevolgen hebben in geval van faling Het zeker en vaststaand karakter of de oninbaarheid van de vorderingen De vertegenwoordiger zal moeten kunnen aantonen dat hij het nodige heeft gedaan om het zeker en vaststaand karakter van de vorderingen na te gaan. Het voorschrift van artikel 9, § 1 van de Wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen, dat artikel 8 van de Wet van 7 mei 1999 (BS 6 augustus 1999) is geworden, bepaalt immers:
“Op de vorderingen terugbetaalbaar op meer dan een jaar en op ten hoogste een jaar (waaronder de rekeningen-courant vallen) worden waardeverminderingen toegepast, zo er voor het geheel of een gedeelte van de vordering onzekerheid bestaat over de betaling hiervan op de vervaldag. Op deze vorderingen mogen eveneens waardeverminderingen worden toegepast wanneer hun realisatiewaarde op de datum van de jaarafsluiting lager is dan hun boekwaarde vastgesteld overeenkomstig artikel 67.” Vorderingen zonder zeker en vaststaand karakter zijn in feite oninbare vorderingen met als enige reden het eigen vermogen op te smukken met de bedoeling derden te misleiden over de werkelijke capaciteit van de vennootschap en, op wettelijk vlak, te ontsnappen aan de toepassing van de artikelen 333 of 633 W.Venn. De analist moet een financieel plan eisen dat rekening houdt met dergelijke oninbare vorderingen of een oplossing bedenken om deze schulden aan de vennootschap aan te zuiveren.
Het bestaan van een rekening-courant zaakvoerder wijst op de aanwezigheid van een verborgen inkomen van de houder van de rekening – dat zeer belangrijk is wegens de wet betreffende de continuïteit Artikel 23 van het Wetboek van Vennootschappen, dat van toepassing is sinds 6 februari 2001 (art. 2 Wet van 7 mei 1999, BS 6 augustus 1999), is duidelijk in verband met dergelijke vorderingen op vennoten: “De vennoot die een geldsom in de vennootschap moest inbrengen, en zulks niet gedaan heeft, is, van rechtswege en zonder dat een vordering nodig is, de interest van die som verschuldigd, te rekenen van de dag waarop zij betaald moest worden. Hetzelfde geldt ten aanzien van geldsommen door hem uit de kas van de vennootschap genomen, te rekenen van de dag waarop hij die tot zijn persoonlijk voordeel daaruit heeft getrokken. Een en ander onverminderd meerdere schadevergoeding, indien daartoe grond bestaat.”
“Elke onderneming verricht, omzichtig en te goeder trouw, tenminste eens per jaar de nodige opnemingen, verificaties, onderzoekingen en waarderingen om op een door haar gekozen datum de inventaris op te maken van al haar bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van welke aard ook die betrekking hebben op haar bedrijf, en van de eigen middelen daaraan verstrekt”.
Het eerste lid betreft hoofdzakelijk de opvraging tot volstorting van het kapitaal en het tweede lid betreft de rekeningen-courant, ongeacht of de bedragen werden opgenomen voor privégebruik dan wel of het rekeningen-courant tussen verbonden vennootschappen betreft.
Bij deze inventaris moet het bestuursorgaan toepassing maken van het voorschrift van artikel 68 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen, dat bepaalt:
Rekeningen-courant dienen vaak om de verloning van het zaakvoerderschap te vermijden of om de arbeid in het zwart te betalen. Beroepsbeoefenaars hebben contra legem de gewoonte aangenomen om de verplichtingen ingevolge artikel 23 W.Venn. niet in acht te nemen en beperken zich ertoe om fictieve interesten in de PB aan te geven. Een der-
2 012 / 3
15
BOEKHOUDRECHT
gelijke houding is feitelijk in strijd met het boekhoudrecht en een dergelijke boekhouding kan niet als volledig, juist en getrouw worden beschouwd. De boekhouding moet dus de boeking van de interesten op deze leningen bij de vennootschap bevatten en de inresultaatneming van deze interesten weergeven. Het niet in resultaat nemen van deze interest geeft aanleiding tot een verborgen inkomen ten name van de geldopnemer, wat onaanvaardbaar is bij een vennootschap die in passief staat. Wanneer de vennootschap in aanmerking komt voor de procedure van gerechtelijke reorganisatie, blijft de houder van een rekening-courant die verborgen bezoldiging trouwens genieten zolang de rekening-courant niet terugbetaald is. De vertegenwoordiger van de onderneming moet dus worden verzocht om de door de houder van de rekeningcourant verschuldigde interesten te boeken en een tussen de vennoot en de onderneming gesloten leningscontract voor te leggen, waarbij een normale rentevoet wordt bedongen en waarbij, indien er (echte) leningen lopen (rekeningen 17, 42 en 43), die rentevoet ten minste gelijk is aan de rente die de vennootschap aan de kredietinstellingen betaalt.
Het bestaan van een rekening-courant zaakvoerder kan wijzen op het abnormale gebruik van de liquide middelen van de vennootschap en bijgevolg op misbruik van vennootschapsgoederen Wanneer een bedrijfsleider geld uit zijn onderneming trekt, terwijl de onderneming zelf een beroep doet op kredietinstellingen om haar verplichtingen jegens haar schuldeisers na te komen, misbruikt hij de aan die financiële in-
stellingen betaalde interesten geheel of ten dele voor zijn persoonlijk voordeel. Iemand die bijvoorbeeld 50 000 EUR uit zijn onderneming heeft getrokken, terwijl de onderneming 50 000 EUR heeft moeten lenen, laat die onderneming interesten ten laste nemen die hij persoonlijk had moeten dragen. Dat is duidelijk misbruik van vennootschapsgoederen. Maar als de boekhouding een minstens evenwaardige financiële opbrengst in resultaat heeft genomen, zal dat uiteraard minder erg zijn, hoewel het strijdig blijft met het maatschappelijk doel van de vennootschap. We moeten ook bijzonder alert zijn voor een heel stel rekeningen-courant, zowel op het actief als op het passief. Dat kan wijzen op window-dressing om waardevolle activa te beschermen in een vennootschap met een financiële structuur die het mogelijk maakt om op doordachte wijze te ontsnappen aan wettelijke bepalingen zoals de artikelen 333 of 633 W.Venn., of krediet van derden te verkrijgen. In een vennootschap waarin de rekeningen-courant toebehoren aan vennoten of aan vennootschappen van dezelfde groep of hetzelfde consortium, heeft men er baat bij om geconsolideerde rekeningen te eisen, of ten minste de rekeningen van de verbonden vennootschappen alsook de relevante documentatie over die vennootschappen bij het dossier te voegen. Soms wijst de structuur van de jaarrekening uit dat de werkelijkheid van het vennootschapscontract niet overeenstemt met de bewoordingen van het maatschappelijk doel en/of de beweringen van de vertegenwoordiger van de vennootschap, bijvoorbeeld wanneer de bestedingen van de middelen primair economisch vreemd zijn aan het maatschappelijk doel van de vennootschap.
Voorbeeld Toestand op 31/12/0001 Actief of bestedingen van de middelen van het vermogen
Passief of herkomst van de middelen van het vermogen
Resultaten
Vennoot (1)
Andere activa
Eigen vermogen (3)
Bankkrediet
Vooruitbetalingen op bestellingen
Leveranciers en andere schuldeisers
Institutionele derden
94 500
1 280
45 028
35 112
0
7 582
8 058
98,66 %
1,34 %
47,01 %
36,66 %
0 %
7,92 %
8,41 %
Eigen vermogen
–49 472
–5 791
Hetzij een overschatting van 94 500 EUR
We kunnen ook vaststellen dat de interestlasten van het bankkrediet slechts hebben gediend om de rekening-courant te financieren, met name dat de vennootschap 5 791 EUR verliest.
16
2 012 / 3
BOEKHOUDRECHT
Toestand op 31/12/0002 Actief of bestedingen van de middelen van het vermogen
Passief of herkomst van de middelen van het vermogen
Resultaten
Vennoot (1)
Andere activa
Eigen vermogen (3)
Bankkrediet
Vooruitbetalingen op bestellingen
Leveranciers en andere schuldeisers
Institutionele derden
94 500
1 947
41 528
37 763
0
8 355
8 801
97,98 %
2,02 %
43,06 %
39,15 %
0 %
8,66 %
9,13 %
Eigen vermogen
–52 972
–3 500
Hetzij een overschatting van 94 500 EUR
We kunnen ook vaststellen dat de interestlasten van het bankkrediet slechts hebben gediend om de rekening-courant te financieren, met name dat de vennootschap 3 500 EUR verliest.
Toestand op 31/12/0003 Actief of bestedingen van de middelen van het vermogen
Passief of herkomst van de middelen van het vermogen
Resultaten
Vennoot (1)
Andere activa
Eigen vermogen (3)
Bankkrediet
Vooruitbetalingen op bestellingen
Leveranciers en andere schuldeisers
Institutionele derden
209 500
1 516
103 985
41 426
44 148
21 457
0
99,29 %
0,71 %
49,28 %
19,63 %
20,92 %
10,17 %
0
Eigen vermogen
–105 515
62 457
Hetzij een overschatting van 209 500 EUR
We kunnen ook vaststellen dat de interestlasten van het bankkrediet nog steeds alleen maar hebben gediend om de rekeningcourant en de vooruitbetalingen van klanten te financieren, en zulks ten belope van 20,92 %.
Toestand op 31/12/0004 Actief of bestedingen van de middelen van het vermogen
Passief of herkomst van de middelen van het vermogen
Resultaten
Vennoot (1)
Andere activa
Eigen vermogen (3)
Bankkrediet
Vooruitbetalingen op bestellingen
Leveranciers en andere schuldeisers
Institutionele derden
297 800
32 798
169 537
31 426
59 440
912
69 283
90,08 %
9,92 %
51,28 %
9,51 %
17,98 %
0,27 %
20,96 %
Eigen vermogen
–128 263
65 552
Hetzij een overschatting van 297 800 EUR
We kunnen ook vaststellen dat de interestlasten van het bankkrediet nog steeds alleen maar hebben gediend om de rekeningcourant en de vooruitbetalingen van klanten te financieren, en zulks ten belope van 17,98 %.
Gelet op de verhoging van de rekening vennoot, van de rekening kapitaal en de toch wel bliksemsnelle vooruitgang van het resultaat, kunnen we ons terecht vragen stellen bij de ware aard van de activiteiten van de vennootschap en de wettigheid ervan (belastingfraude, witwassen van geld?).
Besluit Deze diverse onderzoeken moeten de beroepsbeoefenaars in staat stellen om de werkelijke toestand van de kmo te
doorgronden. Wanneer het financieel plan over drie of vijf jaar uitwijst dat het onmogelijk is om de onderneming te saneren en dat er geen financiële middelen kunnen worden ingebracht, moet de beroepsbeoefenaar een simulatie maken van een plan zoals vereist is voor de procedure van gerechtelijke reorganisatie, alsook een voorlopige jaarrekening opstellen met toepassing van artikel 28, § 2 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001, om de beste oplossing voor de stopzetting van het bedrijf te bedenken.
•
2 012 / 3
17
VENNOOTSCHAPSRECHT
Formaliteiten bij fusies en splitsingen gewijzigd Luc Ceulemans Raadslid IAB
De Wet van 8 januari 2012, die op diezelfde dag in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd, wijzigt de documentatie- en verslaggevingsverplichtingen in geval van fusies en splitsingen van vennootschappen. Hiermee wordt de Europese Richtlijn 2009/109/EEG, die tot doel heeft de administratieve lasten die op vennootschappen rusten in het kader van fusies en splitsingen te beperken tot het minimum dat noodzakelijk is om de belangen van andere belanghebbenden te beschermen, omgezet in Belgisch recht. Een aantal informatie- en verslaggevingsverplichtingen worden versoepeld, andere opgeheven. De nieuwe regels zijn van toepassing op fusies of splitsingen waarvan het voorstel wordt gepubliceerd na de inwerkingtreding van de wet, zijnde 28 januari 2012.
1. Regels met betrekking tot het fusie- of splitsingsvoorstel 1.1. Inhoud van het fusie- of splitsingsvoorstel Aan de inhoud van het voorstel tot fusie of splitsing, dat bij authentieke of onderhandse akte moet worden opgesteld, wordt niets gewijzigd. Dit betekent dat dit voorstel de volgende gegevens moet bevatten: Bij fusie door
Bij splitsing door
overneming
oprichting nieuwe vennootschap
gelijkgestelde verrichting
overneming
oprichting nieuwe vennootschappen
art. 693
art. 706
art. 719
art. 728
art. 743
Rechtsvorm, naam, doel en zetel van te fuseren / te ontbinden / te splitsen en nieuwe vennootschap(pen)
x
x
x
x
x
Ruilverhouding en in voorkomend geval bedrag opleg
x
x
x
x
Wijze waarop aandelen in overnemende / nieuwe / verkrijgende vennootschap(pen) worden uitgereikt
x
x
x
x
Datum vanaf wanneer aandelen recht geven op winst en elke bijzondere regeling betreffende dit recht
x
x
x
x
Wetboek van Vennootschappen
2 012 / 3
19
VENNOOTSCHAPSRECHT
Bij fusie door
Bij splitsing door
overneming
oprichting nieuwe vennootschap
gelijkgestelde verrichting
overneming
oprichting nieuwe vennootschappen
art. 693
art. 706
art. 719
art. 728
art. 743
Datum vanaf welke handelingen van de over te nemen / te ontbinden / te splitsen vennootschap boekhoudkundig geacht worden te zijn verricht voor rekening van de overnemende /nieuwe vennootschap(pen)
x
x
x
x
x
Rechten toegekend aan vennoten met bijzondere rechten en houders van andere effecten dan aandelen van de over te nemen / te ontbinden / te splitsen vennootschap of jegens hen voorgestelde maatregelen
x
x
x
x
x
Bezoldiging commissaris, bedrijfsrevisoren of externe accountants voor opstelling controleverslag
x
x
x
x
Elk bijzonder voordeel toegekend aan leden bestuursorganen van betreffende vennootschappen
x
x
x
x
Nauwkeurige beschrijving en verdeling van over te dragen delen activa en passiva per vennootschap
x
x
Verdeling onder de vennoten van de te splitsen vennootschap van de nieuwe aandelen en criterium waarop dit gebeurd is
x
x
Wetboek van Vennootschappen
Aan de inhoud van het voorstel voor grensoverschrijdende fusies werd evenmin iets gewijzigd. Artikel 772/6 van het Wetboek van Vennootschappen bepaalt dat een dergelijk fusievoorstel, naast de hierboven opgesomde vermeldingen, eveneens de volgende gegevens moet bevatten: – de waarschijnlijke gevolgen voor de tewerkstelling; – de wijze waarop de werknemers worden betrokken bij de vaststelling van hun medezeggenschapsrechten in de nieuwe gefuseerde onderneming; – de informatie over de evaluatie van activa en passiva die overgaan naar de gefuseerde onderneming. Cao nr. 92 van 29 april 2008 regelt dit medezeggenschap door aan de werknemers het recht toe te kennen om enerzijds een aantal leden van het bestuur of van het toezichthoudend orgaan te benoemen en anderzijds om bezwaar te formuleren of aanbevelingen te doen aangaande dergelijke benoemingen.
20
2 012 / 3
x
1.2. Neerlegging van het fusie- of splitsingsvoorstel Het fusie- of splitsingsvoorstel dient nog steeds te worden neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel waar de respectievelijke maatschappelijke zetels zijn, uiterlijk zes weken vóór de buitengewone algemene vergadering die beslist over de fusie, de met fusie gelijkgestelde verrichting of de splitsing. Aan deze neerleggingsplicht wijzigt de Wet van 8 januari 2012 met andere woorden niets.
1.3. Bekendmaking van het fusie- of splitsingsvoorstel Vóór de inwerkingtreding van de Wet van 8 januari 2012 diende het fusie- of splitsingsvoorstel steeds te worden bekendgemaakt in de Bijlagen tot het Belgisch Staatblad bij wijze van mededeling van de neerlegging (art. 75 W.Venn.). Volgens de nieuwe wet kan de bekendmaking eveneens gebeuren in de vorm van een mededeling overeenkomstig artikel 75, die een hyperlink bevat naar een eigen website (nieuwe artt. 693, 706, 719, 728 en 743, telkens 2e lid W.Venn.).
VENNOOTSCHAPSRECHT
Met betrekking tot het actief houden van deze link werd niets bepaald in de wet. Vermits alle stukken, zoals hieronder beschreven, tot één maand na het besluit van de buitengewone algemene vergadering op de website moeten blijven staan (nieuwe artt. 697, 710, 720, 733 en 748, telkens § 4, 3e lid W.Venn.), doet men er goed aan ook deze hyperlink voor dezelfde periode beschikbaar te stellen.
Dit geldt eveneens voor de grensoverschrijdende fusies (nieuw art. 772/7, 1e lid W.Venn.).
2. Regels met betrekking tot de informatie aan de vennoten 2.1. Welke stukken? De volgende stukken dienen te worden meegedeeld aan de vennoten: Fusie door
Splitsing door
overneming
oprichting nieuwe vennootschap
gelijkgestelde verrichting
overneming
oprichting nieuwe vennootschappen
art. 697, § 2
art. 710, § 2
art. 720, § 2
art. 733, § 2
art. 748, § 2
Fusie-/ splitsingsvoorstel
x
x
x
x
x
In voorkomend geval: verslag van het bestuursorgaan en controleverslag
x
x
x
x
Jaarrekeningen van de laatste 3 boekjaren van elke vennootschap
x
x
x
x
x
Voor de nv, CVA, bvba, E.V., E.C.V., cvba: verslagen van de laatste 3 boekjaren van bestuurders, directieraad, raad van toezicht, zaakvoerders en commissarissen
x
x
x
x
x
In voorkomend geval: tussentijdse cijfers van maximum 3 maanden oud
x
x
x
x
x
Wetboek van Vennootschappen
2.2. Wijze van kennisgeving De vennoten worden als volgt in kennis gesteld van de opgesomde documenten: 1)
Vermelding in de agenda van de betreffende algemene vergadering (artt. 697, 710, 720, 733 en 748, telkens § 1, 1e lid W.Venn.) van: a. fusie- of splitsingsvoorstel; b. verslag bestuursorgaan (niet voor met fusie gelijkgestelde verrichting); c. controleverslag (niet voor met fusie gelijkgestelde verrichting); d. vermelding dat deze stukken kosteloos door de vennoten kunnen worden verkregen.
2)
Terbeschikkingstelling op de zetel: a. inzagerecht ter zetel van de vennootschap uiterlijk één maand vóór de datum van de buitengewone algemene vergadering die over het fusie- of splitsingsvoorstel moet besluiten (artt. 697, 710, 720, 733 en 748, telkens § 2, 1e lid W.Venn.);
2 012 / 3
21
VENNOOTSCHAPSRECHT
b. geen terbeschikkingstelling op de zetel als alle stukken op de website van de vennootschap kosteloos ter beschikking worden gesteld gedurende een ononderbroken periode die loopt (nieuwe artt. 697, 710, 720, 733 en 748, telkens § 4, 1e lid W.Venn.): – vanaf één maand vóór de datum van de buitengewone algemene vergadering die over het fusie- of splitsingsvoorstel moet besluiten; – tot de sluiting van de buitengewone algemene vergadering die over het fusie- of splitsingsvoorstel moet besluiten. 3)
Toezending van deze stukken per post uiterlijk één maand vóór de datum van de buitengewone algemene vergadering die over het fusie- of splitsingsvoorstel moet besluiten, aan de houders van aandelen op naam en aan zij die de door de statuten bepaalde formaliteiten hebben vervuld om tot de algemene vergadering te worden toegelaten (artt. 697, 710, 720, 733 en 748, telkens § 1, 2e–5e lid W.Venn.).
Zij kunnen bovendien op verzoek kosteloos een volledig of gedeeltelijk afschrift van de stukken verkrijgen, tenzij deze hen reeds werden toegezonden (artt. 697, 710, 720, 733 en 748, telkens § 3, 1e lid W.Venn.). Mits individuele, uitdrukkelijke en schriftelijke instemming van de vennoot mogen deze afschriften elektronisch, en dus niet per post, worden verzonden (nieuwe artt. 697, 710, 720, 733 en 748, telkens § 3, 2e lid W.Venn.). Er gelden twee uitzonderingen op de toezending van de stukken: a. wanneer de vennoten de stukken kunnen downloaden (en afdrukken) en deze stukken beschikbaar blijven op de website tot één maand na het besluit van de algemene vergadering, is er geen kosteloze toezending van een afschrift van de stukken (post of e-mail) aan vennoten. In dit geval stelt de vennootschap voor haar vennoten deze stukken ter beschikking op haar zetel (nieuwe artt. 697, 710, 720, 733 en 748, telkens § 4, 2e en 3e lid W.Venn.); b. aan de vennoten van een cvba dienen de stukken evenmin te worden toegezonden. Zij kunnen daarvan immers op de zetel van de vennootschap kennisnemen en ze kunnen eveneens een afschrift van deze stukken verkrijgen.
3. Opmaak tussentijdse cijfers Er dienen tussentijdse cijfers te worden opgemaakt betreffende de stand van het vermogen indien de laatste jaarrekening betrekking heeft op een boekjaar dat meer dan zes
22
2 012 / 3
maanden vóór de datum van het fusie-/splitsingsvoorstel is afgesloten. Deze cijfers moeten worden opgemaakt volgens dezelfde methoden en in dezelfde opstelling als de laatste jaarrekening. Er dient geen nieuwe inventaris te worden opgemaakt en de wijzigingen kunnen beperkt blijven tot de geboekte verrichtingen, maar: – prorata-afschrijvingen en -voorzieningen moeten worden geboekt; – belangrijke wijzigingen van de waarden dienen eveneens te worden geboekt. Tussentijdse cijfers zijn evenwel niet vereist bij splitsing door overneming of bij splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen indien alle vennoten en alle houders van effecten waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden, daarvan afzien (artt. 734 en 749 W.Venn.). Sinds de nieuwe wet zijn tussentijdse cijfers bovendien niet meer verplicht in de volgende gevallen: – indien de vennootschap een halfjaarlijks financieel verslag als bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, bekendmaakt en effectief voor de aandeelhouders beschikbaar stelt (nieuwe artt. 697, 710, 733 en 748, telkens § 2, 5°, 5e lid W.Venn. en nieuw art. 720, § 2, 4°, 5e lid W.Venn.); – indien alle vennoten en houders van andere effecten waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden, in elke bij de fusie betrokken vennootschap hiermee hebben ingestemd (nieuwe artt. 697 en 710, telkens § 2, 5°, 6e lid W.Venn. en nieuw art. 720, § 2, 4°, 6e lid W.Venn.) (voor de splitsing bestond deze mogelijkheid al); – in geval van splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen wanneer de aandelen van elk van de nieuwe vennootschappen worden uitgegeven aan de vennoten van de gesplitste vennootschap evenredig aan hun rechten in het kapitaal van deze vennootschap (nieuw art. 748, § 2, 5°, 6e lid W.Venn.). De vennoten dienen in dit geval zelfs niet in te stemmen met de afstand van de opmaak van deze tussentijdse cijfers. Noteer dat er in dit geval ook geen verslag van het bestuursorgaan of een controleverslag moet worden opgesteld.
VENNOOTSCHAPSRECHT
4. Belangrijke wijzigingen tussen de datum van het voorstel en de datum van de laatste algemene vergadering die tot de fusie of splitsing besluit De bestuursorganen van alle bij de fusie of splitsing betrokken vennootschappen moeten hun eigen algemene vergadering alsmede de bestuursorganen van alle andere bij de fusie betrokken vennootschappen op de hoogte brengen van elke belangrijke wijziging die zich in de activa en de passiva van het vermogen heeft voorgedaan tussen de datum van opstelling van het fusievoorstel en de datum van de laatste algemene vergadering die tot de fusie of splitsing besluit. De aldus geïnformeerde bestuursorganen brengen op hun beurt hun eigen algemene vergaderingen op de hoogte van de ontvangen informatie. Sinds de nieuwe wet zijn de inlichtingen niet vereist indien alle vennoten en houders van andere effecten waaraan stemrecht is verbonden, in elke bij de fusie betrokken vennootschap hiermee hebben ingestemd (nieuwe artt. 696 en 709, 3e lid W.Venn.). Deze wijziging werd evenwel niet doorgevoerd voor de splitsing door overneming (art. 732 W.Venn. werd niet gewijzigd). De Wet van 8 januari 2012 schrijft voor dat deze informatie niet moet worden gegeven in geval van splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen wanneer de aandelen van elk van de nieuwe vennootschappen worden uitgegeven aan de vennoten van de gesplitste vennootschap, evenredig aan hun rechten in het kapitaal van deze vennootschap (nieuw art. 747, laatste lid W.Venn.).
2°
onverminderd de kennisgeving zoals besproken in punt 2.2, heeft iedere aandeelhouder van de overnemende vennootschap het recht om ten minste een maand voor de in 1° genoemde datum op de zetel van de vennootschap kennis te nemen van de stukken vermeld in punt 2.1.
In dat geval hebben een of meer aandeelhouders van de overnemende vennootschap die aandelen bezitten die 5 % van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, recht op de bijeenroeping van de algemene vergadering van de overnemende vennootschap, die over het fusievoorstel moet besluiten. Aandelen zonder stemrecht worden bij de berekening van dit percentage buiten beschouwing gelaten.
5.2. In geval van met fusie gelijkgestelde verrichtingen (nieuw art. 722, § 6 W.Venn.) De goedkeuring door de algemene vergadering van de naamloze vennootschap is niet vereist indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de openbaarmaking van het fusievoorstel geschiedt voor elke aan de rechtshandeling deelnemende vennootschap uiterlijk zes weken voordat de overneming van kracht wordt; 2° onverminderd de kennisgeving zoals besproken in punt 2.2, heeft iedere aandeelhouder van de overnemende vennootschap het recht om ten minste een maand voordat de overneming van kracht wordt, op de zetel van de vennootschap kennis te nemen van de stukken vermeld in punt 2.1; 3° een of meer aandeelhouders van de overnemende vennootschap die aandelen bezitten die 5 % van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, hebben recht op de bijeenroeping van de algemene vergadering van de
5. Stemming op algemene vergadering 5.1. In geval van fusie door overneming (nieuw art. 699, § 6 W.Venn.) Wanneer een naamloze vennootschap ten minste 90 % maar niet alle aandelen en andere effecten waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden, in de overgenomen naamloze vennootschap houdt, is de goedkeuring van de fusie door de algemene vergadering van de overnemende vennootschap niet vereist in de mate dat aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de openbaarmaking van het fusievoorstel geschiedt voor de overnemende vennootschap uiterlijk zes weken voor de datum van de algemene vergadering van de overgenomen vennootschap of vennootschappen die over het fusievoorstel moeten besluiten;
2 012 / 3
23
VENNOOTSCHAPSRECHT
op alle wijzigingen in de activa en passiva sinds de datum waarop het splitsingsvoorstel is opgesteld.
6. Verslag van het bestuursorgaan 6.1. Inhoud van het verslag van het bestuursorgaan
overnemende vennootschap, die over het fusievoorstel moet besluiten. Aandelen zonder stemrecht worden bij de berekening van dit percentage buiten beschouwing gelaten.
5.3. In geval van splitsing door overneming (nieuw art. 736, § 6 W.Venn.) De algemene vergadering van de gesplitste vennootschap dient geen goedkeuring te geven indien de verkrijgende vennootschappen in het bezit zijn van alle aandelen van de gesplitste vennootschap en alle andere effecten waaraan stemrechten in de algemene vergadering van de gesplitste vennootschap zijn verbonden en indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de neerlegging van het fusievoorstel geschiedt voor elke aan de splitsing deelnemende vennootschap uiterlijk zes weken voordat de splitsing van kracht wordt; 2° iedere vennoot van de aan de splitsing deelnemende vennootschappen heeft het recht om uiterlijk een maand voordat de splitsing van kracht wordt, in de zetel van de vennootschap kennis te nemen van de stukken vermeld in punt 2.1. Voor het overige moet er geen controleverslag worden opgesteld indien alle vennoten en houders van andere effecten waaraan stemrecht is verbonden, van alle vennootschappen die aan de splitsing deelnemen, ermee instemmen en is de kennisname ter zetel van de vennootschap en toezending van de stukken zoals besproken in punt 2.2.2 en 2.2.3 van toepassing; 3° de belangrijke wijzigingen na datum van het fusievoorstel en vóór datum van de algemene vergadering die besluit over het splitsingsvoorstel, hebben betrekking
24
2 012 / 3
In elke vennootschap stelt het bestuursorgaan een omstandig schriftelijk verslag op waarin de stand van het vermogen van de te fuseren / te ontbinden / te splitsen vennootschappen wordt uiteengezet en uit een juridisch en economisch oogpunt worden toegelicht en verantwoord (artt. 694, 707, 730 en 745, telkens 1e lid W.Venn.): – de wenselijkheid van de fusie/splitsing; – de voorwaarden en de wijze waarop ze zal geschieden en de gevolgen ervan; – de methoden volgens welke de ruilverhouding van de aandelen is vastgesteld; – het betrekkelijk gewicht dat aan deze methoden wordt gehecht; – de waardering waartoe elke methode komt; – de moeilijkheden die zich eventueel hebben voorgedaan; – de voorgestelde ruilverhouding.
6.2. Vrijstelling van de opmaak van het verslag van het bestuursorgaan Voor de met fusie door overneming gelijkgestelde verrichtingen moet er nog steeds geen verslag van het bestuursorgaan worden opgesteld. Een verslag van het bestuursorgaan is evenmin vereist bij splitsing door overneming of door oprichting van nieuwe vennootschappen indien alle vennoten en alle houders van effecten waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden, daarvan afzien. De afstand van dat recht dient te worden geakteerd in de algemene vergadering die over de deelneming aan de splitsing moet besluiten, en moet bovendien expliciet worden vermeld in de agenda (artt. 734 en 749 W.Venn.). De wetswijziging voert dezelfde uitzonderingsregel in voor de fusie door overneming en de fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap als deze die bestond bij de splitsingen. Indien alle vennoten en houders van andere effecten waaraan stemrecht is verbonden, in elke bij de fusie betrokken vennootschap hiermee hebben ingestemd, is het verslag van het bestuursorgaan niet meer vereist (nieuwe artt. 694 en 707, telkens 2e lid W.Venn.).
VENNOOTSCHAPSRECHT
Bovendien wordt nu uitdrukkelijk bepaald dat bij een splitsing door oprichting van een nieuwe vennootschap geen verslag van het bestuursorgaan meer nodig is wanneer de aandelen van elk van de nieuwe vennootschappen worden uitgegeven aan de vennoten van de gesplitste vennootschap, evenredig aan hun rechten in het kapitaal van deze vennootschap (nieuw art. 745, 3e lid W.Venn.). In voorkomend geval dient er dus geen unanimiteit meer te bestaan tussen de vennoten voor de afstand van het verslag van het bestuursorgaan.
6.2.1. Gevolgen voor de opstelling van het controleverslag
niet redelijk is. Bijgevolg zal de beroepsbeoefenaar normaliter een onthoudend verslag geven, behalve in evidente gevallen, zoals bijvoorbeeld bij een splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen waar de ruilverhouding één op één is.” Dit betekent derhalve dat het louter ontbreken van het verslag van het bestuursorgaan niet automatisch zal moeten leiden tot een onthoudende verklaring. Het bestuursorgaan moet wel aan de externe accountant minstens een schriftelijke bevestiging geven aangaande de methoden volgens welke de ruilverhouding van de aandelen werd vastgesteld.
In zijn omzendbrief van 27 maart 2012 stelde het IBR:
6.2.2. Grensoverschrijdende fusies “Bij gebrek aan verslag opgesteld door het bestuursorgaan te wijten aan de verzaking door alle vennoten en houders van andere effecten waaraan stemrecht is verbonden in elke bij de fusie of de splitsing betrokken vennootschap zal de bedrijfsrevisor zich in het algemeen in de onmogelijkheid bevinden om inzonderheid te verklaren of de ruilverhouding naar zijn mening al dan niet redelijk is.
Blijkbaar is de wetgever vergeten dezelfde regeling uit te werken voor grensoverschrijdende fusies. Hij liet na artikel 772/8 W.Venn. aan te passen, zodat er voor het verslag van het bestuursorgaan in dit geval volgens de Belgische wet geen vrijstelling mogelijk is.
7. Controleverslag Bijgevolg is de Raad van het Instituut van mening dat in onderhavig geval de bedrijfsrevisor normaliter een onthoudend verslag zal geven, behalve in evidente gevallen, zoals bij voorbeeld bij een splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen waar de ruilverhouding 1 op 1 zou zijn.” Dit lijkt evenwel een brug te ver. Wanneer een verslag van het bestuursorgaan om bovenvermelde redenen zou ontbreken, zijn er uiteraard andere controlemaatregelen mogelijk. In de aanpassing van de norm betreffende de fusies en splitsingen, waaraan momenteel wordt gewerkt, zal de volgende passage worden opgenomen: “Indien de beroepsbeoefenaar vaststelt dat de methoden volgens dewelke de ruilverhouding is vastgesteld worden vermeld noch in het fusie- of splitsingsvoorstel, noch desgevallend in de voormelde verslagen – eventueel de ontwerpverslagen – die de bestuursorganen van elk van de bij de verrichting betrokken vennootschappen opstellen, dan dient hij een schriftelijke bevestiging te vragen aan het bestuursorgaan aangaande de methoden volgens welke de ruilverhouding van de aandelen is vastgesteld. Indien desgevallend geen schriftelijke bevestiging van het bestuursorgaan kan bekomen worden, dan bevindt de beroepsbeoefenaar zich in de onmogelijkheid om inzonderheid te verklaren of de ruilverhouding naar zijn mening al dan
7.1. Wie mag het controleverslag opmaken? Hieraan heeft de wetgever niets gewijzigd. In elke vennootschap wordt een schriftelijk verslag over het fusie- of splitsingsvoorstel opgesteld, hetzij door de commissaris, hetzij, wanneer er geen commissaris is, door een bedrijfsrevisor of door een externe accountant die de bestuurders of de zaakvoerders hebben aangewezen (artt. 695, 708, 731 en 746, telkens § 1, 1e lid W.Venn.).
7.2. Inhoud van het controleverslag en werkmethoden De commissaris, de aangewezen bedrijfsrevisor of de externe accountant moet inzonderheid verklaren of de ruilverhouding naar zijn mening al dan niet redelijk is. In deze verklaring moet ten minste worden aangegeven: 1° volgens welke methoden de voorgestelde ruilverhouding is vastgesteld; 2° of deze methoden in het gegeven geval passen en tot welke waardering elke gebruikte methode leidt; tevens moet een oordeel worden gegeven over het betrekkelijke gewicht dat bij de vaststelling van de in aanmerking genomen waarde aan deze methoden is gehecht. In het verslag worden bovendien de bijzondere moeilijkheden vermeld die er eventueel bij de waardering zijn geweest.
2 012 / 3
25
VENNOOTSCHAPSRECHT
De commissaris, de aangewezen bedrijfsrevisor of de externe accountant kan ter plaatse inzage nemen van alle documenten die dienstig zijn voor de vervulling van zijn taak. Hij is gerechtigd om van de vennootschappen die bij de fusie/splitsing betrokken zijn, te verlangen dat hem alle ophelderingen en inlichtingen worden verstrekt. Hij heeft eveneens het recht om alle controles te verrichten die hij nodig acht (artt. 695, 708, 731 en 746, telkens § 1, 2e–5e lid W.Venn.).
7.3. Vrijstellingen voor de opmaak van het controleverslag Voor de met fusie door overneming gelijkgestelde verrichtingen moet er nooit een controleverslag worden opgesteld. Een controleverslag wordt evenmin vereist bij splitsing door overneming of splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen indien alle vennoten en alle houders van effecten waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden, daarvan afzien. De afstand van dat recht dient te worden geakteerd in de algemene vergadering die over de deelneming aan de splitsing moet besluiten, en moet bovendien expliciet worden vermeld in de agenda (nieuwe artt. 731 en 746, telkens 6e lid W.Venn., dat echter de mogelijke vrijstelling in de artt. 734 en 749 W.Venn. vervangt). Ingevolge het ongewijzigde artikel 771/9, § 3 W.Venn. is bij de grensoverschrijdende fusie noch het onderzoek van het gemeenschappelijk voorstel door een commissaris, een aangewezen bedrijfsrevisor of een externe accountant, noch het controleverslag vereist indien alle vennoten in elke bij de grensoverschrijdende fusie betrokken vennootschap hiermee hebben ingestemd. Voor de fusie door overneming en de fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap geldt voortaan dezelfde uitzonderingsregel als deze die bestond bij de splitsingen. Indien alle vennoten en houders van andere effecten waaraan stemrecht is verbonden, in elke bij de fusie betrokken vennootschap hiermee hebben ingestemd, dient er geen controleverslag te worden opgesteld (nieuwe artt. 695 en 708, telkens 6e lid W.Venn.). In geval van splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen en ingeval de aandelen van elk van de nieuwe vennootschappen worden uitgegeven aan de vennoten van de gesplitste vennootschap, evenredig aan hun rechten in het kapitaal van deze vennootschap, is er even-
26
2 012 / 3
eens vrijstelling van het schriftelijke controleverslag over het splitsingsvoorstel (nieuw art. 746, laatste lid W. Venn.).
Gevolgen van de vrijstelling van controleverslag Indien voor deze vrijstelling wordt geopteerd, dient in elk geval een inbrengverslag te worden opgesteld door een bedrijfsrevisor. De vrijstelling van dit inbrengverslag is er gekomen omdat er geen dubbel gebruik zou zijn met het controleverslag. Bijgevolg is dus steeds ofwel een controleverslag ofwel een inbrengverslag noodzakelijk.
VENNOOTSCHAPSRECHT
8. Inbrengverslag
8.3. In geval van met fusie door overneming gelijkgestelde verrichtingen
8.1. In geval van fusie door overneming Door de fusie is er een kapitaalverhoging in de nieuwe vennootschap, die bestaat uit een inbreng in natura. Voor deze inbreng in natura is er een revisoraal verslag nodig, ingevolge de artikelen 313, 423 en 602 W.Venn., in een bvba, cvba, EV, ECV en een nv en uiteraard in zoverre er geen controleverslag is. Dit wordt bepaald in het nieuwe artikel 695, § 2 W.Venn.
8.2. In geval van fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap Ingevolge de inbreng in de nieuw opgerichte vennootschap bestaat het kapitaal uit een inbreng in natura. Ingevolge het nieuwe artikel 705, § 3 W.Venn. wordt nu bepaald dat een revisoraal inbrengverslag cf. de artikelen 219, 395 en 444 W.Venn. nodig is ingevolge de inbreng in natura indien er geen controleverslag is.
Tenzij er een kapitaalverhoging door inbreng in natura zou zijn, moet geen controleverslag noch een revisoraal inbrengverslag worden opgesteld.
8.4. In geval van splitsing door overneming Door de splitsing is er een kapitaalinbreng in de nieuwe vennootschap, die bestaat uit een inbreng in natura. Voor deze inbreng in natura is er een revisoraal verslag nodig, ingevolge de artikelen 313, 423 en 602 W.Venn., in een bvba, cvba, EV, ECV en een nv en uiteraard in zoverre er geen controleverslag is. Dit wordt bepaald in het nieuwe artikel 731, § 2 W.Venn.
8.5. In geval van splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen Ingevolge de inbreng in de nieuw opgerichte vennootschappen bestaat het kapitaal uit een inbreng in natura. Ingevolge het nieuwe artikel 742, § 3 W.Venn. wordt nu bepaald dat een revisoraal inbrengverslag nodig is ingevolge de inbreng in natura indien er geen controleverslag is.
•
Handboek fusies en overnames Reeks Vakgroep Economisch Recht VUB, nr. 16 Het Handboek fusies en overnames behandelt op een diepgaande en omvattende wijze het complexe geheel aan juridische regels inzake fusies en overnames. Het boek bouwt verder op de eerste editie van 2006, maar werd gevoelig uitgebreid. Ook de talrijke wetgevende en jurisprudentiële ontwikkelingen werden nauwgezet geïntegreerd en verwerkt.
· · · · ·
Koen Byttebier 2012 ISBN 978-94-000-0261-6 xxxii + 1086 blz. | gebonden 245 euro
In dit handboek is, gezien de enorme omvang van de behandelde materie, geenszins volledigheid nagestreefd, maar is enkel gepoogd om de diverse methodes om een duurzame integratie van of samenwerking tussen ondernemingen mogelijk te maken, op een inleidende en aanschouwelijke wijze in hun juridische context te situeren, de werking ervan toe te lichten en de voor- en nadelen ervan te duiden. Dit boek is een onmisbaar werkinstrument voor iedereen die in aanraking komt met de juridische regels inzake fusies en overnames in de brede zin van het woord.
Groenstraat 31 2640 Mortsel - België
T +32 3 680 15 50 F +32 3 658 71 21
[email protected] www.intersentia.be
2 012 / 3
27
TRENDS
Libor, het grootste financieel schandaal van de eeuw? Amid Faljaoui Belastingconsulent
Het is misschien wel het grootste financieel schandaal van de eeuw. Het heeft de voorzitter van de raad van bestuur van Barclays, Marcus Agius, trouwens al de kop gekost. De grootste banken ter wereld zouden hebben afgesproken om de Libor te manipuleren, de belangrijkste referentievoet van de financiële wereld. Het zou om duizenden miljarden dollar gaan.
Libor: het letterwoord zegt u misschien niet veel … Achter deze vijf letters gaat nochtans vermoedelijk één van de grootste financiële schandalen van de geschiedenis schuil. Verscheidene internationale banken worden ervan verdacht de London Interbank Offered Rate (afgekort Libor) te hebben gemanipuleerd om tijdens de financiële crisis hun financieringsproblemen te maskeren. Het zou gaan om grote namen uit de financiële wereld: Bank of America, Barclays (waarvan de voorzitter van de raad van bestuur, Marcus Agius, net is opgestapt), Citibank, Crédit Suisse, Deutsche Bank, HSBC, JP Morgan, Royal Bank of Scotland, UBS enz., en om enorme bedragen. De Libor houdt nauw verband met de werking van één van de grootste monetaire markten van de wereld: de interbancaire geldmarkt (de markt waarop de banken aan elkaar lenen), waarvan de omvang wordt geschat op 90 000 miljard dollar. Deze financiële instellingen, die (onder meer in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Japan en Zwitserland) door de controleautoriteiten scherp in het oog worden gehouden, behoren tot het “selecte clubje” van de 16 banken die mogen meedoen om de Libor, de in Londen geboden interbancaire rente, elke dag vast te stellen. Die zogenaamde “referentiebanken” moeten elke voormiddag hun “startprijzen” meedelen aan de British Bankers’ Association (BBA). De Libor is in de jaren zeventig ontstaan en wordt vastgesteld voor de tien belangrijkste munteenheden van de wereld (Amerikaanse dollar, pond sterling, euro, Japanse yen, Zwitserse frank, Canadese dollar, Australische dollar, Nieuw-
28
2 012 / 3
Zeelandse dollar, Deense en Zweedse kroon) en over 15 looptijden (in bankjargon maturiteiten genoemd) berekend, gaande van 1 dag (overnights) tot 12 maanden maximum. Hetzij in totaal 150 verschillende cijfers. Op basis van deze eerste koersen bepaalt de BBA vervolgens een reeks gemiddelde renten, die ze tegen de middag publiceert. “Zonder na te gaan of die wel juist zijn”, meent Alexandre de Groote, specialist obligaties bij Petercam. Normaal is dit het eigenlijke principe, dat de marktprofessionals de fixing noemen. “De methode om de Libor vast te stellen kan in deze tijden waarin tegen zo een hoog tempo wordt verhandeld, archaïsch lijken, maar is in se niet absurd”, meent Olivier Lefebvre, de vroegere baas van de Brusselse Beurs. “Mits de noteringen die de banken doorgeven, de economische werkelijkheid weerspiegelen.” Wat is de waarde van een rente als degene die ze publiceert, in werkelijkheid niet de bedoeling heeft om geld te lenen of te plaatsen? “We weten trouwens niet wat deze referentiebanken onder elkaar afspreken vóór ze naar de BBA telefoneren”, laat deze ingewijde van de City zich ontvallen. Hij meent ook dat de procedure en de renteschaal de deur op een kier zetten voor mogelijke voorkennisdelicten.
UBS geeft het toe Volgens intimi zijn deze afspraakjes onder vrienden niet nieuw. “Het is al 20 jaar bezig”, bekent een andere oude rot in de internationale financiën. “De Libor is het typevoorbeeld van een slinks financieel kartel!”. Een kartel dat Wall
TRENDS
Street Journal in mei 2008 aan het licht bracht, met de publicatie van een artikel dat bevestigde dat verscheidene banken de Libor kunstmatig laag hadden gehouden om niet kwetsbaar over te komen of om winsten te vergaren. Een paar dagen later schreef Financial Times erover, daarin gevolgd door een aantal Franse en Zwitserse media, zoals Le Monde of Le Temps. De Zwitserse bank UBS, die in ruil voor haar medewerking op clementie hoopte vanwege de toezichtsautoriteiten, was de eerste om het toe te geven. Eind december 2011 gaf UBS impliciet de afspraken toe. Het bewijs ervan staat op pagina 83 van het jaarverslag dat werd gepubliceerd op 9 februari ll. Daar staat te lezen dat “UBS van verscheidene rechtsorganen voorwaardelijke onschendbaarheid heeft verkregen […] voor eventuele schendingen van de antitrustwetten of de mededingingswetgeving in verband met de Libor”.
de blog FT Alphaville suggereert, waarin de veronderstelde samenspanning van de banken wordt vergoelijkt. Hun uitleg: door aanbiedingen te blijven uitbrengen, hoewel ze geen toegang meer hadden tot de markt, hebben sommige banken misschien een bijdrage kunnen leveren tot de werking van het internationaal financieel stelsel. Wat zou er gebeurd zijn mocht de Libor verschillende dagen niet gepubliceerd zijn?
Verder geen commentaar. Absolute stilte tegen de journalisten. Het gerecht behandelt de zaak. “Wij werken mee met de controle-autoriteiten”. Dat was alles wat een woordvoerder van UBS in Zurich wist te melden, maar verdere details over het of de onderzoek(en) die tegen de Zwitserse bank werden gevoerd, wilde hij niet kwijt. Dezelfde repliek bij Deutsche Bank en Citibank. Ook daar hadden ze niets toe te voegen aan wat de pers erover meldt.
Het is ook zo dat de invloed van de Londense money market veel verder reikt dan de werkingssfeer van de grote internationale banken. De Libor is niet alleen een indicator van de vraag en het aanbod naar geld op korte termijn. De Libor dient ook als basis voor de berekening van een ongelooflijk hoog aantal afgeleide financiële producten, zoals swaps. En ook de kredietkaarten en de hypothecaire leningen met variabele rente zijn erop gebaseerd. Ten slotte wordt deze referentievoet ook gebruikt voor grote internationale kredieten, zoals het krediet dat Inbev regelde met een consortium van 10 banken om de overname van het Amerikaanse Anheuser-Busch te financieren: een veertig miljard dollar, gekoppeld aan een vlottende rente (Libor + x %), zijnde een marge die, afhankelijk van het kredietrisico, door de band schommelt van een halve procent tot 5 %. In totaal zouden er wereldwijd voor 350 000 miljard dollar financiële producten uitstaan die volgens de Libor worden geïndexeerd!
Uiterst gevoelig onderwerp
Daar komen de traders weer
Wanneer werd het vergrijp begaan? In 2007, bij het ontstaan van de crisis? In 2008, wanneer het internationaal financieel stelsel op imploderen stond? Wie zijn de ware schuldigen? De aangeklaagde banken zijn niet de enigen die karig omspringen met informatie. Ook bij de regulatoren zijn ze ten zeerste op hun hoede. Op onze vraag antwoordde de Financial Services Authority, Her Majesty’s financiële waakhond, zeer laconiek dat een onderzoek werd ingesteld met betrekking tot de Libor. “In Brussel lopen verschillende onderzoeken over eventuele afspraken of praktijken die strijdig zijn met de mededinging op vlak van derivaten die verband houden met de Libor”, verklaarde Stéphane Colombani, woordvoerder van de Commissaris voor Mededinging, Joaquin Almunia. Maar zonder verdere commentaar …
Tegen deze achtergrond kan “knoeien” met de werkelijke hoogte van de Libor ernstige gevolgen hebben op de financieringskosten van de ondernemingen en de burgers. Crisis of geen crisis, “de manipulatie gaat in de twee richtingen. Wat er gebeurde, was de kortetermijnrenten op deposito’s naar beneden bijstellen, terwijl de renten op langere termijn voor de grote gesyndiceerde kredieten aan de ondernemingen werden opgetild.” Waar dan nog bijkomt dat door de kortetermijnrenten te verlagen, ze zich voordelig kunnen herfinancieren, terwijl de markten werden overtuigd van hun financiële soliditeit. Interessant bij grote behoeften aan liquiditeiten.
Waarom wordt er zoveel mist gespuid? Misschien omdat niemand er belang bij heeft een enorme onderhandse markt op te blazen die in volle liquiditeitscrisis de catastrofe zou hebben kunnen vermijden, zoals een recent artikel op
Een andere piste is dat de traders, dankzij de manipulatie van de referentievoeten, fraaie meerwaarden konden realiseren. Volgens de Zwitserse beleggersbrief Inside Alpha zou een instelling als Citibank elk kwartaal van 2009 met elke verlaging van de Libor met een kwartpunt, 936 miljoen dollar extra hebben opgestreken. Informatie of indoctrinatie? Volgens onze landgenoot Georges Ugeux, de topman van
2 012 / 3
29
TRENDS
het adviesbedrijf Galileo Global Advisors en gewezen vicevoorzitter van de New York Stock Exchange (NYSE), zijn er duidelijke tekenen. “Alles wijst erop dat er fraude werd gepleegd”, zegt hij. “Te beginnen met het feit dat verscheidene grote financiële instellingen die erbij betrokken zijn, medewerkers aan de deur hebben gezet die ervan verdacht werden de scheidingslijn tussen de cashactiviteiten van de bank en die voor rekening van de cliënten te hebben overschreden.” Dat is volgens hem de kern van het schandaal.
Londen biedt weerwerk Wat gaat er nu gebeuren? “Behalve in extreme gevallen zal het voor de 10 controleautoriteiten die bij het onderzoek betrokken zijn, moeilijk zijn om correctionele veroordelingen af te dwingen”, meent Georges Ugeux. Hij denkt dat we ons eerder kunnen verwachten aan burgerrechtelijke ver-
volgingen en boeten. Wat wel vaststaat: “De banken hebben nogmaals aangetoond hoe moeilijk het is om tot zelfregulering over te gaan wanneer de financiële belangen aanzienlijk zijn en er kartels spelen”, vervolgt de voormalige vicevoorzitter van NYSE. Toen de BBA erover aan de tand werd gevoeld, beloofde de associatie het toezicht op de Libor te verscherpen. Blijft de vraag of er iets van in huis zal komen. Want het rookgordijn dat rond de affaire van de manipulatie van de Libor wordt opgetrokken, wijst uit dat de strijd die in Londen wordt geleverd om elke regulering te vermijden, wordt opgevoerd. De Angelsaksische bankiers sluiten de gelederen in hun strijd tegen de voorstellen van Europese richtlijnen die ertoe strekken het shadow financial system aan banden te leggen.
•
Bron: Trends-Tendances
De minnelijke schikking in fiscale zaken Bart Coopman (ed.) en Koen Hens De gerechtelijke achterstand is een kwaal waar Justitie al geruime tijd mee te kampen heeft, vooral wat betreft strafzaken in de financiële en fiscale sfeer. De wetgever heeft nu getracht daaraan een mouw te passen door een ultieme uitbreiding van het toepassingsgebied van de minnelijke schikking bij de wet van 14 april 2011.
· · · · · ·
De figuur van de minnelijke schikking, waarbij het Openbaar Ministerie aan de dader een verval van strafvordering voorstelt in ruil voor het betalen van een geldsom, wordt in dit boek in al haar details uitgelegd en besproken. Zo komt aan bod wat de voorwaarden en de gevolgen zijn van het voorstellen, het aanvaarden en het uitvoeren van een minnelijke schikking, wat de gevolgen zijn wanneer zij niet of gebrekkig werd uitgevoerd of wanneer zij werd voorgesteld buiten de wettelijke voorwaarden, wat de tussenkomst van de rechter inhoudt, hoe zij zich verhoudt tot artikel 6 EVRM, wat zij betekent in het kader van het non bis in idem-beginsel en wordt ze vergeleken met een aantal binnenlandse en buitenlandse mogelijkheden tot minnelijke regeling en beëindiging van de strafvordering. Daarnaast wordt in het bijzonder stilgestaan bij de modaliteiten van het akkoord dat ook met de fiscus zal moeten worden gezocht. Welke aanslagtermijnen zijn van toepassing? Welke boetes of belastingverhogingen kan de fiscus opleggen? Kan hij bijkomend onderzoek doen? Wat met de aanslag geheime commissielonen? En zoveel meer.
Reeks Fiscale topics 2012 ISBN 978-94-000-0265-4 Paperback | xiv + 237 blz. 95 euro Reeksprijs: 66,50 euro
Dit boek wenst een handleiding te zijn voor rechtspractici die in hun dagelijkse praktijk met de minnelijke schikking en met onderhandelingen met fiscus of parket te maken krijgen. Met voorwoord van minister van Financiën Steven Vanackere.
Groenstraat 31 2640 Mortsel - België
30
2 012 / 3
T +32 3 680 15 50 F +32 3 658 71 21
[email protected] www.intersentia.be
|Save the date|
IAB lokale informatiesessies “Kwaliteit is onze troef” Kwaliteit is onontbeerlijk voor de uitoefening van ons beroep en biedt ons de noodzakelijke garantie voor de toekomst. Het Instituut werkte daarom een uitgebreid actieplan uit en start binnenkort onder meer met de kwaliteitstoetsing! Verneem er alles over tijdens onze volgende lokale informatiesessies. Het IAB komt opnieuw naar u toe en verwelkomt u graag op één van zijn sessies:
• • • • • • • • • • •
29/11/12 – Vlaams-Brabant en Brussel 13/12/12 – Antwerpen 18/12/12 – Hasselt 24/01/13 – Gent 29/01/13 – Bruxelles 31/01/13 – Liège 05/02/13 – Namur 07/02/13 – Kortrijk 21/02/13 – Mons 28/02/13 – Sint-Katelijne-Waver 07/03/13 – Louvain-la-Neuve
Noteer alvast de datum in uw agenda! Het volledige programma is binnenkort beschikbaar via onze website.
2 012 / 3
31
IAB
IAB in ’t kort In deze rubriek vindt u de nevenactiviteiten waaraan het IAB heeft deelgenomen.
April 2012 • • • • •
18/04: FEE Anti-Money Laundering Round Table, Brussel 19/04: Ontmoeting kabinet-Laruelle m.b.t. het sociaal statuut van zelfstandigen 21/04: Algemene vergadering IAB, Brussel 24/04: Forum Boekhouding en Financiële beroepen 2012, Gent 26/04: Forum Boekhouding en Financiële beroepen 2012, Charleroi
Mei 2012 • • • •
08/05: Dag van het vrije beroep 2012 (FVIB), Brussel 14/05: Ontmoeting kabinet-Laruelle m.b.t. de aanpassing van diverse wetgeving IAB 24/05: Algemene vergadering van het Instituut voor Bedrijfsjuristen, Brussel 25-26/05: Deelname aan event “14èmes Assises de la FIDEF”, Boekarest
Juni 2012 • 01/06: Werkgroep kabinet-Laruelle ‘hervorming berekening sociale bijdragen’, Brussel • 05/06: FEE-werkgroep Anti-Money Laundering, Brussel • 07/06: Academische zitting BIBF ‘Samenwerking tussen cijferberoepen en FOD Financiën: utopie of realiteit?’, Brussel • 13/06: Interinstitutencomité IAB/IBR/BIBF, Brussel • 22/06: Bezoek beroepsvereniging Compas, Brussel, lokalen IAB • 23/06: Informatiesessie jongerenplan IAB, Brussel • 28/06: Interview met Etienne de Callataÿ, Brussel
Wetgeving April 2012 • Programmawet
nootschappen wat de vereffeningsvan
29 maart
• Koninklijk besluit van 15 mei 2012 tot benoeming van de voorzitters
• Wet van 22 april 2012 tot wijzi-
van de Nederlandstalige Tucht-
• Koninklijk besluit van 29 maart
ging van het Gerechtelijk Wet-
commissie en de Commissie van
2012 tot wijziging, wat het uit-
boek wat betreft de vereffenings-
Beroep van het Instituut van de
koopbod betreft, van het konink-
procedure van vennootschappen
Accountants en Belastingconsu-
lijk besluit van 30 januari 2001 tot
(BS 07/05/2012)
lenten en tot wijziging van het ko-
2012 (BS 06/04/2012)
uitvoering van het Wetboek van
• Koninklijk besluit van 17 mei 2012
ninklijk besluit van 11 juli 2011 tot
vennootschappen (BS 10/04/2012)
tot vastlegging van het model van
benoeming van de leden van de
• Koninklijk besluit van 29 maart
het aangifteformulier inzake ven-
Tuchtcommissies en van de Com-
2012 tot wijziging, wat het uit-
nootschapsbelasting voor het aan-
missies van Beroep van het Insti-
koopbod betreft, van het konink-
slagjaar 2012 (BS 24/05/2012)
tuut van de Accountants en Belas-
lijk besluit van 30 januari 2001 tot
• Koninklijk besluit van 17 mei
uitvoering van het Wetboek van
2012 tot vastlegging van het aan-
vennootschappen (BS 10/04/2012)
gifteformulier inzake rechtsperso-
Juni 2012
• Koninklijk besluit van 22 april
nenbelasting voor het aanslagjaar
• Ministerieel besluit van 23 mei
2012 tot wijziging van artikel 178
2012 (BS 24/05/2012)
tingconsulenten (BS 25/05/2012)
2012 tot wijziging van het minis-
van het KB/WIB 92 inzake het
• Koninklijk besluit van 17 mei
terieel besluit van 17 december
voorstel van vereenvoudigde aan-
2012 tot vastlegging van het mo-
1998 tot vastlegging van de door
gifte (BS 25/04/2012)
del van het aangifteformulier in-
de notarissen bij te houden boek-
zake belasting van niet-inwoners
houddocumenten (BS 01/06/2012)
Mei 2012
(vennootschappen, verenigingen,
• Ministerieel besluit van 23 mei
• Wet van 19 maart 2012 tot wijzi-
enz.) voor het aanslagjaar 2012
2012 tot wijziging van het minis-
(BS 24/05/2012)
terieel besluit van 17 december
ging van het Wetboek van Ven32
procedure betreft (BS 07/05/2012)
2 012 / 3
IAB
1998 tot vastlegging van de door
houden
de gerechtsdeurwaarders bij te
(BS 01/06/2012)
boekhouddocumenten
• Programmawet van 22 juni 2012 (BS 28/06/2012)
IAB-info flashback De hot topics uit de actua-rubriek van de website www.iec-iab.be.
Renaissance Building
• Transparantie in de Europese be-
• Presentaties jongerenbijeenkomst 23/06 online! – 25/06/2012 interne procedure – 25/05/2012 • Autodiagnose-instrument voor de performantie
van
bedrijven
• Controle en bewijs: uitbreiding
sluitvorming – 08/06/2012 • Timing aangifte vennootschaps-
• Antiwitwasapparaat: handleiding
–
22/05/2012 geld en de financiering van terro-
• Geregistreerd kassasysteem in de
ting – fiscale rechtbank – ontvan-
horecasector: fiscus geeft toelich-
kelijkheid – pretaxatiegeschil –
ting – 05/06/2012
geen voorafgaand bezwaar – belang
vangstbewijsboekje’
voor
ge-
rechtsdeurwaarders – 04/06/2012
risme: een compacte update met
• Nieuw model ‘fiscaal ontvangst-
heel wat relevante documenten! –
bewijsboekje’ voor notarissen –
15/05/2012 onze
website
beschikbaar!
–
08/05/2012
• Actieplan fraudebestrijding goed-
werkzaamheden voortzetten en het merk valoriseren! – 02/05/2012 • IAB-Codex beschikbaar voor de leden! – 27/04/2012 • Algemene ledenvergadering 2012: ledenbijdragen, verkiezing van de commissarissen – 27/04/2012 • Het Instituut maakt een punt van
bewijs
–
28/06/2012 • Investeringsreserve:
terug
van
nooit weggeweest – 28/06/2012
• Vereffeningsprocedure
slagjaar 2012: wijzigingen formu-
vennoot-
vereenvoudigd
• Aangifte vennootschapsbelasting aanslagjaar 2012 – 21/06/2012
Small Business – 08/05/2012 schappen
onrechtmatig
Antigoondoctrine – rechtspraak –
lier – 21/06/2012
gekeurd – 15/05/2012 • IFAC: Good Practice-checklist for
• Onze prioriteiten bevestigen, onze
–
• Aangifte personenbelasting aan-
04/06/2012
• Presentaties Forum BMFS zijn op
onderzoekstermijn – aanwijzingen van belastingontduiking – betwis-
belasting – 06/06/2012
• Nieuw ‘dagboek’ en ‘fiscaal ont-
• Strijd tegen het witwassen van
Ten Gronde
–
• Vereffeningsprocedure gewijzigd – 07/06/2012 • Jaarafsluiting
08/05/2012 • Circulaire over de antimisbruikbe-
(6):
controles
–
07/06/2012 • Hou voortaan de aandelen in de
paling – 07/05/2012 • Ministerraad wijzigt thin cap-re-
portefeuille van uw vennootschap
gel en de bijzondere heffing van
minstens een jaar in bezit –
4 % – 03/05/2012
30/05/2012
de hete fiscale hangijzers en geeft
• Fiscus stuurt nog meer belasting-
• Zijn ‘winstuitkeringen – dividen-
uitleg over de komende kwaliteits-
plichtigen een vooringevulde be-
den in natura’ mogelijk? – vervolg
toetsing – 19/04/2012
lastingaangifte – 26/04/2012
• De stagemeesters in het licht van de actualiteit! – 11/04/2012
– 10/05/2012
• Berekening van het aandeel van
• Maatstaf van heffing: normale
elke echtgenoot in een gemeen-
waarde tussen werkgever en werk-
schappelijke aanslag – 18/04/2012
Heet van de naald • Bestrijding van belastingfraude en
• Commissie toetst toepassing van belastingvoorschriften op grens-
-ontduiking: de Commissie pre-
overschrijdende
senteert concrete maatregelen –
13/04/2012
29/06/2012 mentering – 25/06/2012 • Het functioneren van auditcomités – 25/06/2012 duidt
afgevaardigden
aan die afwijkingen op wettelijke boekhoudregels kunnen toestaan – 11/06/2012
–
ningsprocedure
goedgekeurd
–
03/05/2012 • Een mogelijke herkapitalisering
• Soepeler uitkoopregime bij over-
• Fiscale beroepen en witwasregle-
• Minister
werknemers
nemer – 10/05/2012 • Wetsvoorstel inzake de vereffe-
name van dochtervennootschap
van
groepsvennootschappen
dringt zich op – 03/05/2012 • De geruisloze fusie: fiscale verwer-
– 11/04/2012 • Herziening van de btw geheven
king – deel 2 – 04/04/2012
van bedrijfsmiddelen: aanvangs-
• De nieuwigheden op de PB-aan-
punt van het herzieningstijdvak –
gifte voor aj. 2012 – 04/04/2012
04/04/2012 • Europa
schaft
publicatieplicht
jaarrekening micro-entiteiten af – 02/04/2012 2 012 / 3
33
VA K L I T E R AT U U R
La TVA et les taux réduits dans le secteur de la construction / Tony Lamparelli Kluwer, 2012. 164 p.
Beleggingen en fiscus fiscus 201 2012 / Anne Meyus Kluwer, 2012. 436 p. (Dossier Di Rupo I)
Les taux de TVA applicables au secteur de la construction constituent une branche particulièrement vaste, complexe et évolutive de cette matière fiscale.
De particuliere belegger heeft een keuze uit diverse beleggingsvormen, van zeer eenvoudige tot meer complexe (zoals beleggingsverzekeringen) en zelfs zeer complexe (de zogenaamde afgeleide financiële instrumenten). Vaak is het fiscale aspect doorslaggevend in de zoektocht naar het meest geschikte beleggingsproduct.
Le nombre croissant des règles législatives et administratives ainsi que la jurisprudence excessivement dense des cours et tribunaux belges et de la Cour de justice de l’Union européenne ne simplifient en effet pas la tâche des différents opérateurs économiques que sont les entrepreneurs et leurs conseils fiscaux. Le présent ouvrage offre un aperçu clair et actualisé non seulement des règles générales, mais surtout des règles spécifiques attachées aux travaux immobiliers, à l’achat ou à la construction de bâtiments. Il comporte aussi un index des mots clés détaillé et précis qui facilitera grandement votre recherche. Verschijnt ook in het Nederlands: “De verlaagde btw-tarieven in de bouwsector” Prix : € 75,00 Commander : www.kluwer.be, tél 0800 16 868
Dit boek geeft een praktisch en helder overzicht in deze materie. Het behandelt eerst de basisprincipes van de belasting op beleggingsinkomsten en kapitalen. Nadien wordt elk beleggingsinstrument in detail besproken, inclusief de fiscale aspecten ervan. Het laatste deel is gewijd aan enkele stelsels van wettelijke bescherming van de belegger. De wijzigingen die door de regering-Di Rupo op dit vlak werden doorgevoerd, komen uiteraard ook aan bod. De volledige inhoudsopgave kunt u raadplegen op www.kluwer.be Prijs: € 89,05 Bestellen: www.kluwer.be, tel. 0800 94 571
La loi relative à la continu continuité des entreprises / Sous la coordination de Michèle Grégoire et Bénédicte Inghels Larcier, 2012. 227 p. (Les Dossiers du Journal des tribunaux ; 88) La mise en œuvre de la loi relative à la continuité des entreprises soulève de nombreuses questions, rendant indispensable une analyse systématique de la jurisprudence et l’invention rigoureuse de solutions possibles par la doctrine. Le présent dossier fait le point sur l’impact de cette loi à ce jour. Table des matières : • La loi relative à la continuité des entreprises – Questions de procédure, questions d’ouverture • Les droits des créanciers : changement d’angle • Réorganisation judiciaire et protection des créances fiscales : conciliation impossible ? • Réorganisation judiciaire : transfert sous autorité de justice, situation des travailleurs liés à l’activité cédée • Les mandataires de justice dans la loi sur la continuité des entreprises • Les pouvoirs du mandataire de justice dans le transfert d’entreprise sous autorité de justice : délimités ou illimités ? • Questions relatives à l’internationalité de la loi relative à la continuité des entreprises. Décisions de jurisprudence récentes • Quelques aspects de droit de la concurrence La table des matières complète est à consulter sur le site http ://editions.larcier.com. Prix : € 75 Commander : http://editions.larcier.com, tél. 0800 99 613 (De Boeck Services)
34
2 012 / 3
VA K L I T E R AT U U R
Proportionaliteit van stemrecht en risico in kapitaalvennootschappen / Carl Clottens Biblo, 2012. 545 p. (Rechtspersonenen Vennootschapsrecht; 23) In de NV wordt de toekenning van het stemrecht aan de aandeelhouders traditioneel beheerst door de regel “één aandeel, één stem” (one share – one vote). Deze regel houdt in dat het stemrecht van de aandeelhouders in de algemene vergadering volstrekt proportioneel moet zijn aan de omvang van hun kapitaalinbreng (die onderworpen is aan het risico van de onderneming). Deze regel, die van dwingend recht en zelfs van openbare orde is, staat alsmaar meer onder druk. Aanleiding voor Carl Clottens om zijn doctoraal proefschrift te wijden aan de complexe vraag: hoe dwingend is en moet het beginsel zijn dat stemrecht en risico zich in een kapitaalvennootschap proportioneel verhouden? Meer over dit boek, evenals de volledige inhoudsopgave, vindt u op www.trv.be: rubriek “Boeken”, “Reeks Rechtspersonen- en Vennootschapsrecht”. Prijs: € 140,00 Bestellen: www.trv.be, tel 078 35 33 08 (Roularta)
Droit des sociétés / Sous lla coordination de Xavier Dieux, Didier Willermain Bruylant, 2012. (Collection : UB3) Cet ouvrage aborde trois thèmes centrés autour des développements récents dans la pratique et les réflexions en droit des sociétés choisis pour leur originalité et leur intérêt dans la vie des affaires. • Droits, pouvoirs et responsabilités des actionnaires et des autres « parties prenantes », Xavier Dieux • Les devoirs des dirigeants sociaux, spécialement des administrateurs de sociétés anonymes, Didier Willermain • L’interprétation et la portée de certaines clauses usuelles dans le cadre des cessions d’actions, Paul-Alain Foriers et Vanessa Marquette Prix : € 55,00 Commander : www.bruylant.be, tél. 0800 99 613 (De Boeck Services)
Europese Unie en directe belastingen / Luc Hinnekens Larcier, 2012. 1368 p. (Reeks Grondslagen van het Fiscaal Recht – Fondements du droit fiscal) De studie vat aan met een algemene schets van de Unie: haar ontstaan, haar groei en haar stand vandaag. Die unieke rechtsorde wordt vergeleken met die van andere regionaal-economische samenwerkingsverbanden en federale statengroeperingen (Hoofdstuk 1). Hoofdstuk 2 bespreekt haar institutionele en andere kadervoorwaarden en hun fiscale relevantie. Hoofdstuk 3 is de hoofdbrok van de studie en bespreekt artikelsgewijs de fiscaal relevante Verdragsbeginselen en de bijbehorende fiscale arresten van het Europese Hof. Hoofdstuk 4 brengt een kritische analyse van het belastingintegratieproces en evalueert de trends in de rechtspraak van het Hof. Ten slotte worden, in een ruimere blik, nog drie nabeschouwingen erin betrokken: haar inbedding in economische theorieën, in de gehechtheid van de bevolking aan het Europees project en, last but not least, haar politieke inbedding (Europa politica in fiscalibus). De integrale inhoudsopgave is te raadplegen op http://uitgeverij.larcier.com Prijs: € 180 Bestellen: http://uitgeverij.larcier.com, tel. 0800 99 613 (De Boeck Services)
2 012 / 3
35
Accountancy&Tax