Patiënteninformatie
Formaliteiten bij overlijden Informatie voor belanghebbenden
Inhoudsopgave Pagina Algemeen 4 Mortuariumbeheerder 4 Overlijdenspapieren 5 Inschakelen uitvaartverzorger 6 Obductie (ook wel sectie of autopsie genoemd) 6 Wat is een obductie? 7 Het doel van een obductie 7 Het bewaren van weefsel en organen 7 Wie moeten toestemming geven? 8 Wanneer is er geen toestemming nodig? 8 De uitslag van het onderzoek 8 Na de obductie 9 Orgaan- en/of weefseldonatie na overlijden 9 Donorregister 9 Weefseldonatie 10 Orgaandonatie 11 Na de donatie 12 Ter beschikking stellen van de wetenschap 12 Niet-natuurlijke dood 12 Persoonlijke bezittingen 12 Verzorging van de overledene 13 Persoonlijke wensen 13 Rituele bewassing 14 Verblijf van de overledene in het mortuarium 14 Kosten 14 Samenvattend 15 Rouwbegeleiding 15 Tot slot 15
3
Formaliteiten bij overlijden Informatie voor belanghebbenden. U brengt een bezoek aan Tergooi naar aanleiding van het (mogelijk spoedig) overlijden van een dierbare. Onze artsen en medewerkers doen er alles aan om uw dierbare met de beste zorg te omringen en zijn/haar verblijf in het ziekenhuis zo aangenaam mogelijk te maken. Ter voorbereiding op uw bezoek, informeren we u met deze folder over de formaliteiten rondom een overlijden. Daarnaast zetten we een aantal praktische zaken en nuttige informatie voor u op een rij. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Achterin vindt u de contactgegevens van de betreffende afdeling. De medewerkers van de afdeling of uw behandelaar beantwoorden uw vragen graag.
Algemeen Omdat het u moeilijk zal vallen uw aandacht te concentreren op de formaliteiten die moeten worden vervuld ten tijde van het daad werkelijk overlijden van een naaste uit uw familie- of vriendenkring, ontvangt u van ons ter informatie deze brochure. De brochure kan van pas komen bij het voorbereiden en treffen van de noodzakelijke maatregelen. Ook brengt de brochure u op de hoogte van de wijze waarop door of namens het ziekenhuis een aantal zorgwerkzaamheden wordt verricht en waarom die werkzaamheden aan de nabestaanden in rekening worden gebracht. Wij zijn ons ervan bewust dat deze periode heel verdrietig voor u is, terwijl de informatie in deze folder vooral praktisch van toon is. We vragen daarvoor uw begrip en hopen u op deze wijze het beste te kunnen bijstaan en informeren.
Mortuariumbeheerder De verzorging en het beheer van het mortuarium is door het ziekenhuis opgedragen aan een gespecialiseerde mortuariumbeheerder 4
(CMO Mortuariabeheer bv). De mortuariumbeheerder neemt gedurende 24 uur per dag voor ons ziekenhuis de verzorging van overledenen op zich en handelt op een correcte manier de voor het mortuarium noodzakelijke administratieve zaken af. Voor gewenste verdere zorg voor de overledene, het eventuele transport naar elders en het regelen van de uitvaart moet u zelf een uitvaartverzorger inschakelen.
Overlijdenspapieren We adviseren u zo spoedig mogelijk een uitvaartverzorger en/of uitvaartverzekering in te schakelen. Deze kan veel van de te verrichten formaliteiten van u overnemen. De uitvaartverzorger kan voor veel zorgdragen: • Het afhalen van de overlijdenspapieren bij het mortuarium. • Het vervullen van de vereiste formaliteiten bij de ambtenaar van de burgerlijke stand in de gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden. Als u deze formaliteiten zelf wilt afwikkelen, dan is het goed met het volgende rekening te houden: • De overlijdenspapieren kunnen na telefonisch overleg met de mortuariumbeheerder worden opgehaald. Het telefoonnummer vindt u achter in deze brochure. • De overlijdenspapieren moet u bezorgen bij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente waarin het overlijden heeft plaatsgevonden. • Bij het bezoek aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand moet u, voorzover van toepassing, het trouwboekje van de overledene meenemen. Ook moet u aan de ambtenaar opgeven hoeveel uittreksels van de overlijdensakte u wenst te ontvangen. Dit is onder meer van belang voor het afwikkelen van formaliteiten voor banken, pensioenverzekeringen en zorgverzekering. Bij het invullen van de overlijdenspapieren heeft de arts de precieze voornamen en de geboorteplaats van de overledene nodig. Hij zal u hier mogelijk dus naar vragen. In de overlijdensverklaring vult de arts de datum en het tijdstip van overlijden in. Ook informeert de arts de huisarts over het overlijden. Verder zal de arts u vragen of u behoefte heeft aan een nagesprek. U kunt hiervoor op een moment dat het u uitkomt een afspraak maken via het secretariaat van de afdeling. 5
Als de overledene een pacemaker of ICD heeft, dan wordt voor de verwijdering ervan toestemming gevraagd aan de nabestaanden. Zij kunnen aangeven of ze de pacemaker/ICD willen ontvangen of dat zij er afstand van doen. De kosten voor verwijdering worden bij de nabestaanden in rekening gebracht. Het formulier waarin die toestemming wordt vastgelegd maakt onderdeel uit van de set overlijdenspapieren.
Inschakelen uitvaartverzorger We adviseren u nogmaals dringend zo spoedig mogelijk een uitvaartverzorger in te schakelen. In de persoonlijke papieren van de overledene kan een verzekeringspolis aanwezig zijn. Is een dergelijke polis aanwezig, dan kunt u contact opnemen met de betreffende uitvaartverzekeraar of - verzorger. In sommige gevallen kan het zijn dat de overledene tijdens zijn/haar leven wensen met betrekking tot de uitvaart met u als nabestaanden heeft besproken. In alle andere gevallen bent u vrij in het maken van een keuze. We verzoeken u beleefd om bij het maken van deze keuze geen vragen die betrekking hebben op de keuze van een uitvaartverzorger, te stellen aan de verpleegkundige of de mortuariumbeheerder en/of medewerk(st)er. Zij moeten zich ten opzichte van uitvaartverzorgers strikt neutraal opstellen.
Obductie (ook wel sectie of autopsie genoemd) De behandelend arts of de arts die de dood heeft geconstateerd (bijvoorbeeld een arts-assistent), kan u vragen of u toestemming geeft voor obductie. De arts legt u de toestemmingsprocedure uit. Hij vermeldt de reden en de omvang van de obductie en vraagt toestemming aan de nabestaande(n). Nadat de nabestaanden hebben toegestemd, vult de arts een toestemmingsformulier voor obductie in. In die gevallen waarin geen toestemming wordt vereist, legt de arts uit waarom niet. Als u behoefte heeft aan hulp bij het nemen van uw beslissing met betrekking tot obductie, dan kan de arts of een van de verpleegkundigen u desgewenst in contact brengen met een terzake kundige ziekenhuismedewerker (bijvoorbeeld een geestelijk verzorger).
6
Wat is een obductie? Bij een obductie onderzoekt een patholoog het lichaam van de overledene. Hij/zij onderzoekt hierbij de organen in de borst- en buikholte. Als het nodig is dat ook andere lichaamsdelen of organen worden onderzocht, moet de arts die toestemming vraagt dat duidelijk vermelden op het toestemmingsformulier. De nabestaanden kunnen bezwaar maken tegen een volledige obductie en een geringere omvang van de obductie bepalen. Het doel van een obductie Het doel van een obductie kan zijn: • onderzoek naar de oorzaak van het overlijden; • onderzoek naar de resultaten van een medische behandeling; • onderzoek naar bijkomende bijzondere afwijkingen. Het bewaren van weefsel en organen Er zijn omstandigheden waarin, naast de kleine stukjes weefsel voor het microscopisch onderzoek, één of meer organen - of delen daarvan langer worden bewaard, bijvoorbeeld het hart of de hersenen. • Een eerste reden kan zijn dat het orgaan heel klein is zodat het in zijn geheel voor het aanvullend microscopisch onderzoek moet worden meegenomen. • Een tweede reden kan zijn dat het een ingewikkelde afwijking van het orgaan betreft die uitgebreider onderzoek, al dan niet in samenwerking met een expert, noodzakelijk maakt. • Een derde reden kan zijn dat het weefsel of orgaan eerst bewerkt moet worden om tot onderzoek over te kunnen gaan. De bewerking kan enkele dagen en soms weken in beslag nemen. Voor hersenonderzoek bijvoorbeeld is een periode van zes tot twaalf weken nodig voor bewerking en beoordeling. Deze redenen maken het langer bewaren van de (delen van) organen noodzakelijk om tot een diagnose te kunnen komen. • Een vierde reden om een (deel van een) orgaan te bewaren, is voor onderwijsdoeleinden. Als het orgaan op een treffende wijze een bepaalde ziekte illustreert, kan het een grote dienst bewijzen bij het onderwijs aan medische studenten, artsen en verpleegkundigen. Dit zal overigens zelden voorkomen.
7
Er zijn dus verschillende redenen om bepaalde (delen van) organen langer te bewaren. Deze weefsels of organen kunnen dan niet met de overledene mee begraven of gecremeerd worden, maar worden later alsnog gecremeerd door het ziekenhuis, behalve als ze bewaard blijven voor onderwijsdoeleinden. Het is belangrijk dat u zich dit realiseert. Als u hiertegen bezwaar heeft, kunt u dit kenbaar maken aan de arts. Als uw bezwaar ertoe leidt dat tijdens de obductie onvoldoende gegevens kunnen worden verkregen, dan zal de arts dit met u bespreken. U kunt dan in samenspraak tot een voor u aanvaardbare beslissing komen. * Bovenstaande tekst over ‘Het bewaren van weefsels en organen’ is overgenomen uit de uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP). Die uitgave is tot stand gekomen in samenwerking met de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF). Wie moeten toestemming geven? In een bepaalde volgorde vraagt de arts aan een van de nabestaanden van de overledene toestemming voor obductie. Onder nabestaanden worden respectievelijk verstaan: • de echtgeno(o)t(e) of partner van de overledene; • de naaste aanwezige bloedverwanten; • de aanwezige meerderjarige erfgenamen; of • personen die op een andere manier verantwoordelijk zijn. Wanneer is er geen toestemming nodig? Als door de patiënt (van zestien jaar of ouder) een verklaring is ondertekend, waarin hij/zij om een obductie vraagt of hiervoor toestemming geeft. In geval van een gerechtelijke sectie - bijvoorbeeld bij een verkeersongeval - is geen toestemming nodig van de nabestaanden, omdat deze plaatsvindt op last van de Officier van Justitie (zie Niet-natuurlijke dood; bladzijde 12). De uitslag van het onderzoek De patholoog deelt zijn bevindingen mee aan de arts die de overledene heeft behandeld. Deze, de arts-assistent en/of de huisarts, lichten de nabestaanden in. Hiervoor moet u zelf na vier tot zes weken een 8
afspraak maken met deze arts. In geval van een gerechtelijke sectie licht de gerechtelijk patholoog alleen de Officier van Justitie in. Na de obductie Na de obductie zullen met respect en grote zorgvuldigheid zichtbare sporen daarvan worden hersteld, zodat er normaal een opbaring kan plaatsvinden in een rouwkamer of woonhuis. Obductie kan de uitvoering van thanatopraxie - balsemen - bemoeilijken. Mocht u thanatopraxie overwegen, overlegt u dan eerst met uw uitvaartondernemer, voordat u een besluit neemt over obductie.
Orgaan- en/of weefseldonatie na overlijden In Nederland is het mogelijk om na overlijden organen en weefsels te doneren. Organen zijn in de meeste gevallen levensreddend, terwijl weefsels vooral de kwaliteit van leven van de ontvangende patiënt aanzienlijk verbeteren. De weefsels die voor donatie in aanmerking komen, zijn huid, hoornvliezen, bot- en peesweefsel, hartkleppen en bepaalde bloedvaten. De organen die voor transplantatie in aanmerking komen, zijn nieren, alvleesklier, longen, hart, dunne darm en lever. Orgaandonatie na overlijden is alleen mogelijk als iemand overlijdt in een ziekenhuis onder speciale omstandigheden. Donorregister De arts zal aan de hand van vastgestelde criteria en contra-indicaties nagaan of de overledene een mogelijke donor is. De Wet op de orgaandonatie bepaalt dat bij iedere mogelijke donor het Donorregister moet worden geraadpleegd. Deze verplichting geldt in ieder geval na overlijden, maar raadplegen is al toegestaan vanaf het moment dat er een gerede kans bestaat dat de patiënt binnen enkele uren zal overlijden. Een overledene kan in het Donorregister geregistreerd staan met de volgende opties: 1. toestemming 2. beslissing overlaten aan nabestaanden of aan een specifiek persoon 3. bezwaar 9
Naast het Donorregister is ook het bekende “oude” rood-witte donorcodicil nog rechtsgeldig. Bovendien zijn handgeschreven wilsbeschikkingen en testamenten rechtsgeldig. Wanneer er meerdere verklaringen zijn, is de meest recente dagtekening bepalend. De wil van de overledene is doorslaggevend. Wanneer de overledene geen keuze heeft laten vastleggen dan wordt aan de nabestaanden om toestemming gevraagd. Als u behoefte heeft aan hulp bij het nemen van uw beslissing met betrekking tot donatie, dan kunt u voor meer informatie terecht op de website van de Nederlandse Transplantatiestichting (NTS); www.transplantatiestichting.nl en de folder van de NTS; Weefseldonatie, informatie voor nabestaanden. Weefseldonatie De weefsels worden uitgenomen door een speciaal uitnameteam. Gaat het om hoornvliezen, huid, bloedvaten en hartkleppen, dan gebeurt dit meestal in de obductiekamer of het mortuarium van een ziekenhuis of in het uitvaartcentrum. Bij bot en pezen moet uitname in verband met steriliteit altijd plaatsvinden in een operatiekamer van een ziekenhuis. Uitgenomen botdelen worden vervangen door protheses. Bij hoornvliesdonatie worden de uitgenomen oogbollen eveneens vervangen door protheses, daarna worden de ogen gesloten. Bij hartklepdonatie wordt het hele hart uitgenomen. Huid wordt afgenomen van rug, flanken en benen, nooit van lichaamsdelen die bij het opbaren zichtbaar zijn. Na de procedure krijgt de donor onder de kleding een overall aan. Obductie is meestal geen belemmering voor weefseldonatie en is mogelijk onder bepaalde condities en na overleg met het Orgaancentrum. Om de kwaliteit van de weefsels te behouden, dient het lichaam zo snel mogelijk in de koeling te worden geplaatst, bij voorkeur binnen 6 uur. Is het lichaam niet gekoeld, dan moet de uit- of afname binnen 12 uur na overlijden plaatsvinden. Dat geldt niet voor hartkleppen en bloedvaten, deze weefsels moeten binnen 6 uur worden uitgenomen. Voor alle weefsels geldt dat binnen 24 uur na overlijden gestart moet worden met de uitnameprocedure. 10
Weefsels worden na de uitname bewerkt en opgeslagen voordat ze getransplanteerd kunnen worden. De weefsels worden bewaard in zogenaamde weefselbanken. De Nederlandse Transplantatiestichting (NTS) beschikt over de medische gegevens van alle patiënten die op donorweefsel wachten. Aan de hand van deze medische gegevens bepaalt de NTS wie de meest geschikte ontvangende patiënt is. Orgaandonatie Er is een verschil tussen heartbeating orgaandonatie en nonheartbeating orgaandonatie. Heartbeating orgaandonatie
Bij heartbeating orgaandonatie is de patiënt hersendood. Als iemand hersendood is, betekent dit dat die persoon is overleden. Er is geen doorbloeding meer van de hersenen, waardoor er geen bewustzijn meer is. Dit functieverlies is onherstelbaar en onomkeerbaar. Om de organen voor transplantatie geschikt te houden, wordt een procedure opgestart. Deze procedure bestaat uit verschillende onderzoeken, onder andere om te kunnen vaststellen of de patiënt hersendood is. Beademingsapparatuur kan de functie van hart en longen een aantal uren overnemen en de circulatie intact houden, waardoor organen geschikt blijven voor transplantatie. De uitvoering van de procedure gebeurt volgens strikte regels die zijn vastgelegd in wet- en regelgeving. Non-heartbeating orgaandonatie
Bij sommige ernstig zieke patiënten is er geen sprake van hersendood, maar wordt het besluit genomen de behandeling te staken, waarna iemand overlijdt. Wanneer dit in het ziekenhuis gebeurt, is er soms orgaandonatie mogelijk; non-heartbeating orgaandonatie. Vaak ligt de overledene dan op de intensive care. Belangrijk is dat het zuurstoftekort van de organen wordt beperkt. Daarom vindt de donoroperatie (de operatie om de organen uit te nemen) snel na het overlijden plaats. De uitvoering van de procedure gebeurt volgens strikte regels die zijn vastgelegd in wet- en regelgeving. Naast de arts, het uitnameteam en de verpleegkundigen is ook de transplantatiecoördinator betrokken bij de donatieprocedure.
11
Na de donatie Het uitnemen van de organen en weefsels gebeurt altijd met grote zorgvuldigheid en respect voor de overledene en nabestaanden. Het lichaam kan ook thuis of in een rouwcentrum worden opgebaard. De begrafenis of crematie wordt door de donatie niet vertraagd. Na een orgaandonatie neemt de transplantatiecoördinator - desgewenst een aantal weken na de transplantatie contact op met de nabestaanden om hen te informeren over de resultaten van de transplantatie(s). Bij vragen kunnen de nabestaanden altijd contact opnemen met de transplantatiecoördinator. Na een weefseldonatie ontvangen de nabestaanden - desgewenst - een bedankbrief via de donatie coördinator van het ziekenhuis. Bij vragen kunnen de nabestaanden altijd contact opnemen met de donatiecoördinator van het ziekenhuis.
Ter beschikking stellen van de wetenschap Een overledene kan alleen ter beschikking van de wetenschap worden gesteld als er een bevestiging van een universiteit kan worden overlegd. Tijdens het leven moet een persoon zich hebben aangemeld bij een universiteit. Bij terbeschikkingstelling van de wetenschap, is het uitgesloten dat er obductie of donatie plaatsvindt. Bij een gerechtelijke obductie komt de terbeschikkingstelling te vervallen.
Niet-natuurlijke dood Onder een niet-natuurlijke dood wordt verstaan, dat iemand ten gevolge van een niet-natuurlijke oorzaak is overleden, of dat daar juridische twijfel over bestaat. Hieronder vallen (verkeers)ongevallen, misdrijven en dergelijke. Door politie en justitie kan een onderzoek naar de doodsoorzaak worden ingesteld. In dit geval zal een rouwbezoek pas dan kunnen plaatsvinden als het lichaam van de overledene door de Officier van Justitie is vrij gegeven.
Persoonlijke bezittingen De persoonlijke bezittingen van de overledene worden op de betrokken afdeling of het mortuarium bewaard. Om misverstanden of zoekraken te voorkomen is het verstandig als nabestaanden deze bezittingen zo 12
spoedig mogelijk ophalen. Hen zal worden gevraagd een formulier te ondertekenen als bewijs van ontvangst.
Verzorging van de overledene Direct na het overlijden is de afdelingsverpleegkundige verantwoordelijk voor een allereerste verzorging van de overledene. U kunt bij deze verzorging denken aan het wassen van de handen en het gezicht van de overledene, het kammen van het haar en dergelijke. Het is voor nabestaanden mogelijk om, direct na het overlijden, de overledene samen met de verpleegkundige de allereerste verzorging te geven. Na deze allereerste verzorging wordt de overledene naar het mortuarium overgebracht. Daar vindt verdere verzorging plaats. De verdere verzorging wordt uitgevoerd door een gespecialiseerde mortuariumbeheerder, die hiervoor door het ziekenhuis is aangewezen. U kunt alleen in uitzonderingsgevallen bij deze verdere verzorging aanwezig zijn. Het is belangrijk dat u de kleding waarin de overledene gekleed moet worden ten tijde van de opbaring, in het ziekenhuis achterlaat of nabrengt aan de uitvaartverzorger, zodat zij de verzorging compleet kunnen uitvoeren. NB: Als u niet wenst dat de overledene verder wordt verzorgd in het mortuarium (bijvoorbeeld vanwege religieuze of andere redenen), moet u dit direct na het overlijden meedelen aan de verpleegkundige. U moet de verdere verzorging dan zo spoedig mogelijk met de door u ingeschakelde uitvaartverzorger bespreken. U moet aan de uitvaartverzorger opdracht geven om de overledene zo spoedig mogelijk (maar in ieder geval binnen drie uur na het overlijden) over te brengen van het mortuarium naar de plaats van opbaring. Als deze opdracht niet door u wordt gegeven, of niet wordt uitgevoerd, verzoekt het ziekenhuis om redenen van respect en hygiëne alsnog aan de mortuariumbeheerder om de verdere verzorging te verrichten. Ook zal dan begonnen worden met het koelen van de overledene. Persoonlijke wensen Als er persoonlijke wensen zijn met betrekking tot make-up, kleding, sieraden en dergelijke kunt u deze kenbaar maken aan de mortuariumbeheerder en/of de uitvaartverzorger. 13
Rituele bewassing Rituele bewassing kan plaatsvinden in overleg met de mortuarium beheerder, mits hiervoor in het mortuarium voldoende ruimte beschik baar is. De kosten voor het ter beschikking stellen van de speciale wasruimte worden door de mortuariumbeheerder in rekening gebracht. Verblijf van de overledene in het mortuarium In principe wordt elke overledene voor kortere of langere tijd gekoeld in het mortuarium van het ziekenhuis. Met de door u ingeschakelde uitvaartverzorger kunt u bespreken of de overledene in het mortuarium van het ziekenhuis blijft, of dat u er de voorkeur aan geeft de overledene elders op te baren. De medewerkers van het mortuarium willen zoveel mogelijk rekening houden met de persoonlijke wensen van de nabestaanden. Kosten Het gebruik van het mortuarium vanaf drie uur na het overlijden en de verdere verzorging aldaar worden, zo mogelijk via de door u ingeschakelde uitvaartverzorger, door de mortuariumbeheerder aan de nabestaanden in rekening gebracht, tegen de daarvoor geldende tarieven. Voor informatie over de kosten - die afhankelijk zijn van uw wensen kunt u contact opnemen met het mortuarium. Tot drie uur na overlijden zullen voor het gebruik van het mortuarium geen kosten in rekening worden gebracht. Na de termijn van drie uur geldt een vast tarief.
© Tergooi 000231276 01022016
NB: Als op initiatief van het ziekenhuis en/of op last van de Officier van Justitie nog obductie of sectie zal worden verricht, worden tot het moment dat die heeft plaatsgevonden, geen aanvullende kosten voor koeling door CMO in rekening gebracht. Eventueel mortuariumbezoek wordt apart in rekening gebracht, evenals het gebruik van de koeling/ het opbaren in het mortuarium na een termijn van drie uur na overlijden. Deze kostenberekening gebeurt zonder tussenkomst, maar met medeweten van het ziekenhuis. Voor de goede orde wijzen wij u op het volgende: De kosten van de verdere verzorging en de kosten verbonden aan het gebruik van het mortuarium na drie uur na het overlijden, zijn géén onderdeel van het tarief van het ziekenhuis en zijn evenmin opgenomen in de ziektekostenverzekeringen en moeten derhalve apart worden betaald. 14
Samenvattend • Binnen drie uur geen kosten mortuarium. • Na drie uur gaat CMO over tot verdere verzorging en koeling; deze kosten worden in rekening gebracht.
Rouwbegeleiding Het meemaken van het overlijden van een dierbare kan veel met u doen. Het Landelijk Steunpunt Rouw (LSR; www.landelijksteunpuntrouw.nl) kan u informeren over gespreksgroepen voor rouwverwerking. Ook kunt u hier terecht voor literatuur over rouwverwerking. Het LSR is bereikbaar op werkdagen, behalve de woensdag, tussen 09:00 – 12:00 uur, T 033 461 68 86. Als u in het ziekenhuis al contact heeft gehad met een van de geestelijk verzorgers, kunt u, via het centrale nummer van het ziekenhuis, uiteraard ook bij hen terecht voor het zoeken van een weg in uw verliesverwerking.
Tot slot Mortuarium Cura Mortu Orum/CMO, T 0345 58 07 70, www.curamortuorum.nl Locatie Blaricum, T 015 215 44 54 Locatie Hilversum, T 015 215 44 87 Raadhuis Gemeente Hilversum, T 14035 NB: via dit nummer kunt u ook worden doorverbonden met de afdeling Burgerzaken.
15
T 088 753 1 753 www.tergooi.nl Locatie Blaricum Rijksstraatweg 1 1261 AN Blaricum Locatie Hilversum Van Riebeeckweg 212 1213 XZ Hilversum Locatie Weesp C.J. van Houtenlaan 1b 1381 CN Weesp