SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 M. VAN WETTERE
Brussel
21 mei 2016
Wie is onderworpen ? Alle rijksinwoners: met in België hun woonplaats (zekere bestendigheid of continuïteit)
In tweede instantie: zetel van fortuin (plaats van waar men de goederen die het fortuin uitmaken beheert of hierop toeziet) Vermoeden rijksinwonerschap: Weerlegbaar : inschrijving in rijksregister Onweerlegbaar : Wanneer aanslag op naam van beide echtgenoten samen, is belastingwoonplaats plaats waar het gezin is gevestigd, (centrum van gezinsleven of huishoudelijke belangen gevestigd)
GEMEENSCHAPPELIJKE AANSLAG ? Enkel voor echtgenoten (of wettelijk samenwonenden)
Tenzij: voor jaar van huwelijk (of verklaring wettelijke samenwoning) vanaf jaar NA feitelijke scheiding voor jaar van echtscheiding, scheiding van tafel en bed of beëindiging wettelijke samenwoning wanneer 1 echtgenoot beroepsinkomsten heeft van meer dan 10.230,00 EUR als internationaal ambtenaar voor jaar van overlijden : MOGEN opteren voor gemeenschappelijke aanslag
Principe van decumul Elke echtgenoot belast op “eigen” inkomsten Bijzonderheden : Beroepsinkomsten : toepassing huwelijksquotiënt (of “oud” meewerkinkomen) Onroerende inkomsten : in wettelijk stelsel elk ½, ongeacht wie eigenaar is Per echtgenoot totaliseren van GBI (afzonderlijk belastbare inkomsten ondergaan dat afz. tarief, TENZIJ voordeliger globalisatie) Sommige inkomsten worden vrijgesteld, met of zonder progressievoorbehoud.
Principe van decumul Elke echtgenoot belast op “eigen” inkomsten Bijzonderheden : Beroepsinkomsten : toepassing huwelijksquotiënt (of “oud” meewerkinkomen) Onroerende inkomsten : in wettelijk stelsel elk ½, ongeacht wie eigenaar is Per echtgenoot totaliseren van GBI (afzonderlijk belastbare inkomsten ondergaan dat afz. tarief, TENZIJ voordeliger globalisatie) Sommige inkomsten worden vrijgesteld, met of zonder progressievoorbehoud.
Belastingschaal Aj. 2016 Inkomstenschijf 2015
Inkomstenschijf 2016
Tarief
0,01 – 8.710,00
0,01 – 10.860,00
25%
8.710,00 – 12.400,00
10.860,00 – 12.470,00
30%
12.400,00 – 20.660,00
12.470,00 – 20.780,00
40%
20.660,00 – 37.870,00
20.780,00 – 38.080,00
45%
> 37.870,00
> 38.080,00
50%
Splitsing PB na 6de Staatshervorming
Ingevolge 6de staatshervorming: Fiscale autonomie van de Gewesten uitgebreid. Vanaf aanslagjaar 2015 wordt de personenbelasting gesplitst in een federale en een gewestelijke. Aan de hand van een autonomiefactor
Splitsing PB na 6de Staatshervorming TOTALE BELASTING (na aftrek belasting op belastingvrije sommen en na belastingvermindering i.v.m. pensioenen en vervangingsinkomsten en i.v.m. buitenlandse inkomsten BELASTING STAAT
Belasting Staat x 25,99% (= autonomiefactor)
REST (74,01%)
BELASTING op: - interesten en dividenden - royalty’s - meerwaarden op roerende waarden
= GEREDUCEERDE BELASTING STAAT + gewestelijke bel.vermeerderingen -gewestelijke bel.verminderingen en kortingen = GEWESTELIJKE BELASTING
- federale belastingverminderingen
= FEDERALE PERSONENBELASTING
TOTALE BELASTING 1° + federale belastingvermeerderingen; 2° - federale verrekenbare, niet terugbetaalbare bestanddelen; 3° - federale en gewestelijke terugbetaalbare belastingkredieten; 4° - federale verrekenbare en terugbetaalbare bestanddelen; 5° + aanvullende gemeente- en agglomeratiebelasting op de personenbelasting. Resultaat: in beginsel verschuldigde of terug te storten belasting.
Welk gewest is bevoegd? De personenbelasting wordt geacht te zijn gelokaliseerd op de plaats waar de BP: zijn fiscale woonplaats heeft gevestigd op 1 januari van het aanslagjaar
9
Gevolgen van de nieuwe berekening doel neutraliteit hervorming niet helemaal bereikt Gevolgen omzetting ‘aftrek enige woning’ en ‘bijkomende interestaftrek’ in belastingvermindering ( federaal of gewestelijk) Wijziging gemiddelde aanslagvoet
Gevolgen voor berekening huwelijksquotiënt
VAK II: PERSONALIA
1. Toeslagen belastingvrije som Basisbedrag: In beginsel 7.090,00 EUR, te verhogen tot 7.380,00 EUR , indien belastbaar inkomen < 26.360,00 EUR.
(met overstapregeling) Toeslagen:
In de meeste gevallen: 1.510 EUR
Voor kinderen: progressieve toeslag (bijv. 2 kinderen: 3.880 EUR
Verleend bij partner met hoogste beroepsinkomsten (Rb. Gent 24.09.09), tenzij handicap andere partner
Slechts ten laste onder voorwaarden Persoon op zich moet in aanmerking komen Ascendenten, afstammelingen, zijverwanten tot 2de graad, voormalige pleegouders. Deel uitmaken van gezin op 1.1. Aj. Werkelijk en bestendig samenonen
Studie- en gezondheidsredenen ? Geen netto bestaansmiddelen hoger dan grensbedrag In beginsel 3.120,00 EUR Bruto – 20% (min. 430,00 voor bezoldigingen en baten) Geen bezoldigingen genoten die voor BP beroepskosten zijn.
Bestaansmiddelen ? Alle inkomsten, met uitzondering van: wettelijke kinderbijslagen, kraamgelden en adoptiepremies
Studiebeurzen Wettelijke tegemoetkomingen toegekend aan gehandicapten Bezoldigingen gehandicapten in erkende beschutte werkplaats “achterstallige” onderhoudsuitkeringen 1ste schijf van 3.120,00 regelmatige onderhoudsuitkeringen
bezoldigingen uit studentenarbeid t.b.v. 2.600,00 EUR pensioenen t.b.v. 25.120,00 EUR verkregen door 65-plussers ;
Bestaansmiddelen kinderen
Indien de belastingplichtigen fiscaal moeten beschouwd worden als…
Maximumbedrag van de nettobestaansmiddelen van 2015
Echtgenoten
3.120,00 EUR
Alleenstaanden
kind is niet “zwaar gehandicapt” kind is “zwaar gehandicapt”
4.500,00 EUR
5.720,00 EUR
Inkomsten in 2015 voor kind alleeenstaande: -vakantiejob:
2.000
-Alimentatie:
350 x 9 maanden = 3.150
-Werk vanaf oktober: 1.400 (netto) na 300 (BV) / maand -NETTO BM.:
Inkomsten in 2015 voor kind alleeenstaande:
-vakantiejob:
2.000
-Alimentatie:
350 x 9 maanden = 3.150
-Werk vanaf oktober: 1.400 (netto) na 300 (BV) / maand -NETTO BM.:
-Vakantiejob: -Alimentatie:
0 (< 2.600) 24 (3.150 – 3.120 = 30 x 80%)
-Werk:
4.080 (1.700 x 3 = 5.100 x 80%)
-Totaal:
4.104 < 4.500 => TEN LASTE
Gemeenschappelijk kind van alleenstaanden: Diegene die in feite aan het hoofd van het gezin staat neemt kind ten laste Eenzelfde kind mag niet door beiden ten laste worden genomen.
Geen opporuniteitsoordeel taxatieambtenaar. Kind van slechts een van beide alleenstaanden: Ofwel als afstammeling ofwel als kind dat hij (zij) volledig of hoofdzakelijk ten laste heeft. Co-ouderschap
Co-ouderschap toeslagen op de belastingvrije som m.b.t. kinderen voor wie beide niet samenwonende ouders samen:
het ouderlijk gezag uitoefenen,
de huisvesting gelijkmatig hebben verdeeld
automatisch voor ½ aan elk van de ouders toegekend mits: •
kinderen op 1.1. Aj. minderjarig, niet ontvoogd,
•
voor hen geen regelmatige onderhoudsuitkeringen afgetrokken
•
uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar, hetzij geregistreerde of door rechter gehomologeerde overeenkomst waarin gelijkmatig verdeelde huisvesting uitdrukkelijk is vermeld, en wil tot verdeling van de toeslagen m. b.t. die kinderen; hetzij rechterlijke beslissing waarin gelijkmatig verdeelde huisvesting uitdrukkelijk vermeld.
VAK III: ONROERENDE INKOMSTEN
1. Belastingschuldige Eigenaar, bezitter, Erfpachter, opstalhouder Vruchtgebruiker (niet de blote eigenaar) Wordt niet langer beoordeeld de 16de van de maand van overdracht, maar dag op dag Onverdeeldheid: in verhouding tot eigendomsrecht. Uitzondering: Gemeenschappelijke aanslag en wettelijk stelsel: aangifte van de helft door elk van beiden (STEEDS !)
2.. Belastingstelsel
In beginsel belastbaar
Eigen woning
Niet of prive verhuurd gebouw
Sedert het Aj. 2015
Geïndexeerd KI x 1,40
Belastingvermindering van 12,5% (leningen vóór 2005)
Bruto huur – 40% kostenforfait , met maximum van 2/3 x KI x 4,23
IN GEEN GEVAL nog belastbaar
Blijft:
Beroepsmatig verhuurde gebouwen
Uitzondering:
Minstens:
Verhuring overeenkomstig pachtwetgeving:
Geïndexeerd KI x 1,40
Geïndexeerd KI
3, Eigen woning ? Onder “eigen woning” dient verstaan de woning die: de BP zelf betrekt;
de BP niet zelf betrekt omwille van beroeps- of sociale redenen; wettelijke of contractuele belemmeringen; de stand van de bouwwerkzaamheden.
Uitgesloten gedeelten: door de BP of een van zijn gezinsleden beroepsmatig aangewend betrokken door personen die geen deel uitmaken van gezin BP
4. Coëfficienten
Jaarlijkse Indexatie: 1,7057
Revalorisatie
- kosten beroepsmatige verhuring
- huurherkwalificatie bedrijfsleiders
(Aj. 2017: 1,7153)
4,23 bij:
d.w.z. maximumhuur: 7,05 x NGKI
5. Beroepsmatige verhuring TE BELASTEN OP NETTO HUUR (+ VOORDELEN) Ongeacht beroepsgedeelte: elke verhuur aan vennootschap, VZW, verenigingen met of zonder RPH. Bij verhuring aan natuurlijk persoon: IDEM BEHALVE wanneer
-
geregistreerde huurovereenkomst
-
met splitsing
6. Interesten Interest van schulden specifiek aangegaan voor onroerende goederen (zakelijke rechten) die in aanslagbasis zijn begrepen betaalde vergoedingen voor aanschaffing recht van erfpacht, opstal of gelijkaardige onroerende rechten Niet voor interesten aftrekbaar in de woonbonus ! Gemengd gebruik: Men is vrij kasmiddelen bij voorrang te gebruiken voor bekostigen privé-gedeelte en lening voor beroepsgedeelte. Indien bestemming gelden niet bewezen, mag worden aangenomen dat lening bij voorrang heeft gediend voor de beroepsmatige investeringen. (Circ. 29.04.2002)
VAK IV: BEZOLDIGINGEN VAN WERKNEMERS EN VERVANGINGSINKOMSTEN
Bezoldigingen Alle beloningen, als opbrengst van arbeid •In dienst van een werkgever •Anders dan als terugbetaling van eigen kosten werkgever Werkgever moet bewijs leveren dat die vergoedingen
- bestemd zijn om hem eigen zijnde kosten te dekken - daaraan daadwerkelijk zijn besteed. Zelfs bij gebrek aan dit bewijs, moet administratie nog bewijs leveren dat het een bezoldiging betreft. Forfaitair karakter vergoeding en bekentenis andere werknemers is in dit kader onvoldoende (Brussel, 3 november 2010)
Bezoldiging = belastbaar voor jaar waarin
betaald of toegekend. Bezoldigingen maand december: Voor het eerst per einde jaar betaald Belasten aan gemiddelde aanslagvoet Ten onrechte betaalde bezoldigingen:
Te regulariseren jaar = jaar waarin te veel betaald Geldt nu ook voor private sector
Voordelen
BEZOLDIGINGEN
VOORDELEN ALLE AARD Belastbare voordelen Sociale voordelen
Werkelijke waarde in hoofde verkrijger Progressief tarief
Forfaitaire (art. 18 KB/WIB92)
Vrijgesteld
Voordelen (2) De Administratie moet het bewijs leveren: -
van het bestaan van het voordeel én
-
het oorzakelijk verband tussen de beroepsuitoefening en het verkrijgen van het voordeel.
Voordeel toegekend aan echtgenoot,, wettelijk of feitelijk samenwonende, kind, vriend(in), …van de WN/BL, zonder oorzakelijk verband met de beroepsuitoefening is belastbare bezoldiging bij de WN/BL mits de Administratie aantoont dat WN/BL eveneens een (on)rechtstreeks persoonlijk voordeel haalt uit deze toekenning (Cass. 16.4.1999 en 17.3.2011). (Circ. dd. 5 november 2013)
Voordelen wegens beschikking over onroerend goed.
Verhuring door rechtspersoon
Vóór Aj. 2013
K.I. niet groter dan 745,00 EUR
K.I. groter dan 745,00 EUR
Aj. 2013 en volgende
125/60 x geïndexeerd KI
100/30
190/30
Indien goed bemeubeld, voordeel tot 5/3 opgevoerd.
Voordelen kosteloze verstrekking van verwarming en elektriciteit Kosteloze verstrekking van verwarming: Ink.jaren 2013
2014
2015
2016
leidinggevend personeel en bedrijfsleiders
1.870
1.900
1.900
1.910
andere genieters
840
850
860
860
Kosteloze verstrekking elektriciteit anders dan voor verwarming: leidinggevend personeel en bedrijfsleiders
930
940
950
950
andere genieters
420
430
430
430
Bedrijfswagens Regeling Aj. 2016 Catalogusprijs
= VOORDEEL
x CO2-percentage
Nieuwe: Catalogusprijs in nieuwe staat bij verkoop aan particulier: Incl. werkelijk betaalde BTW en opties
Excl. Kortingen Tweedehandse: Idem: Te verminderen met 6% per jaar, beperkt tot 5 jaar, of 30%.
Basispercentage = 5,5% Geldt voor voertuig met uitstoot:
-Benzine/LPG: 110 g/km
x Minimum: 6/7
-Diesel: 91 g/km
1.250 EUR
Verhoogd/verlaagd met 0,1% per g/km in meer/min.
per jaar
(indien niet gekend: resp. 205 en 195)
Resultaat: - Minimum 4% - Maximum 18%
Periode verstreken sinds de eerste inschrijving van het voertuig. (begonnen maand = volledige)
In aanmerking te nemen percentage van de cataloguswaarde
Van 0 tot 12 maanden
100%
Van 13 tot 24 maanden
94%
Van 25 tot 36 maanden
88%
Van 37 tot 48 maanden
82%
Van 49 tot 60 maanden
76%
Na 60 maanden
70%
B. Regeling Aj. 2016 - Voorbeeld firmawagen met benzinemotor met een cataloguswaarde van 30.000 euro en een CO2-uitstoot van 115 g/km? 30.000 € (catalogusprijs) x 6/7 x 6%. (CO2-percentage) = 1.542,86 € in dit geval 5 gram meer dan de referentie-CO2-uitstoot van 110 g/km: dus moet basispercentage van 5,5%. met 0,5% worden vermeerderd tot 6%.
B. Regeling Aj. 2016 - Bijzonderheden Wanneer werknemer/bedrijfsleider slechts gedurende een deel van het jaar over een firmawagen beschikt? voordeel pro rata temporis verminderd (op basis aantal kalenderdagen vanaf dag 1 tot dag vóór inlevering).
Voorbeeld: werknemer wordt op 15 augustus ontslagen en moet diezelfde dag zijn firmawagen inleveren. o
Belastbaar voordeel vermenigvuldigd met 226/365
o
(vermindering pro rata temporis op basis aantal kalenderdagen – vanaf 1 januari tot en met 14 augustus);
Geldt ook bij ter beschikking stelling omwille van een uitzonderlijke gebeurtenis
B. Regeling Aj. 2016 – Bijzonderheden (2) Het feit dat werknemer of bedrijfsleider tijdelijk zijn firmawagen niet heeft kunnen gebruiken ingevolge een onderhoud of herstelling doet geen afbreuk aan de terbeschikkingstelling van die firmawagen.
In afwachting terbeschikkingstelling definitieve firmawagen beschikking over aanloopwagen? Voordeel pro rata temporis berekenen voor de beide voertuigen.
B. Regeling Aj. 2016 – Bijzonderheden (3) Wanneer werknemer of bedrijfsleider opties bij neemt (vb. lederen interieur, siervelgen,…) moet hiermee rekening worden gehouden voor de bepaling van het voordeel. Stel: cataloguswaarde firmawagen = 30.000 EUR.
Werknemer wenst lederen interieur ter waarde van 3.000 EUR., maar moet een deel van de optie (2.000 EUR) zelf betalen.
Berekeningsgrondslag voordeel = (30.000 + 3.000) x 1,21
Bijdrage af te trekken van VAA: 2.000,00
Sociale voordelen (1) Sommige verkregen voordelen zijn om sociale redenen vrijgesteld:
waarvoor het wegens de wijze van toekenning niet mogelijk is het door iedere verkrijger werkelijk verkregen bedrag vast te stellen ; voordelen die, hoewel individualiseerbaar, niet de aard van een werkelijke bezoldiging hebben ; geringe voordelen of gelegenheidsgeschenken verkregen ingevolge gebeurtenissen die niet rechtstreeks in verband staan met de beroepswerkzaamheid Vermits ze niet belastbaar zijn moeten ze niet vermeld worden op een opgave 325 of fiche 281. De voordelen zijn doorgaans geen aftrekbare beroepskosten.
Sociale voordelen (2) Maaltijdcheques: Uitdrukkelijk opgenomen in de vrijgestelde voordelen van artikel 38 §1 WIB 92. (toevoeging °25) Aftrek als beroepskost werkgever Gevolg kwalificatie als 'vrijgesteld sociaal voordeel' is dat werkgever de kostprijs (verschil tussen nominale waarde cheques en bijdrage werknemer) van de cheques niet kan aftrekken. Uitzondering: 1 EUR/maaltijdcheque (art. 53, 14°) (2 EUR vanaf 1.1.2016)
Sociale voordelen (3) Ancienniteitspremies = vrijgesteld sociaal voordeel (niet aftrekbaar bij werkgever) MITS MAX 2 keer in loopbaan bij werkgever.
1ste: vanaf 25 jaar dienst en Max. 1 x brutomaandwedde 2de: vanaf 35 jaar dienst en Max. 2 x brutomaandwedde
Overzicht Gelegenheid
1 of meer feesten of jaarlijkse gebeurtenissen
Grensbedrag
Aftrekbaar ?
Werknemer ?
Vb. Kerstmis, Nieuwjaar, patroonsfeest
35 per jaar /werknemer
Ja
Vrijgesteld
Voor St-Niklaas
35 per jaar/werknemer + 35 per kind tenlaste
Ja
Vrijgesteld
> 35 per jaar/werknemer
Nee
Vrijgesteld
105 per jaar/werknemer
Ja
Vrijgesteld
> 105
Nee
Vrijgesteld
35 per dienstjaar
Ja
Vrijgesteld
> 35 per dienstjaar
Nee
Vrijgesteld
Eervolle onderscheiding
Pensionering
Overzicht (2) Gelegenheid
Anciënniteitspremie
Gelegenheidsgeschenk
Huwelijkspremie
Grensbedrag
Aftrekbaar ?
Werknemer ?
1 maandwedde en vanaf 25 jaar dienst
Nee
Vrijgesteld
2 maandwedden vanaf 35 jaar dienst
Nee
Vrijgesteld
> 1 resp. 2 maandwedden
Ja, mits verantwoording
Voordeel van alle aard
< 35
Ja
Vrijgesteld
Tussen 35 en 50
Nee
Vrijgesteld
> 50
Ja, mits verantwoording
Voordeel van alle aard
Tot 200
Ja
Vrijgesteld
Deel > 200
Ja, mits verantwoording
Voordeel van alle aard
. en sociale voordelen Geringe geschenken Opdat een geschenk als sociaal voordeel zou kunnen worden vrijgesteld, moet het een geringe waarde hebben. Zowel inzake BTW als op het vlak van de IB geldt maximum van € 50. Indien waarde hoogstens € 50
zonder meer sociaal voordeel.
Indien hiervan wordt afgeweken, geval per geval beoordelen of geschenk als sociaal voordeel mag worden aangemerkt. Indien niet aan die voorwaarde, is voldaan, is de totaliteit van het voordeel belastbaar. (PV. Nr. 224, M. DE BLOCK, Kamer, 17 januari 2011)
Woonwerkverkeer Openbaar vervoer: volledig vrijgesteld
Georganiseerd gemeensch. vervoer: vrijgesteld tot max. treinkaart 1ste klasse Ander vervoermiddel dan spoor, fiets, gemeenschappelijk georganiseerd vervoer:
Vrijstelling 380 EUR (Aj. 2017: idem)
ENKEL VRIJSTELLING MITS GEEN KOSTENBEWIJS
Fietsvergoedingen :
vrijstelling 0,22 EUR/km.
voordeel terbeschikkingstelling fiets volledig vrijgesteld
kosten fietsen, fietsstalling, sanitair,… 120% aftrekbaar.
Bezoldigingen: Afzonderlijk tarief Aanslagvoet Gemiddelde aanslagvoet van het jaar zelf
Soort bezoldiging Vervroegd vakantiegeld “Maand december” overheid Loon- en weddeachterstallen
Gemiddelde aanslagvoet van laatste vorig jaar waarin Inschakelingsvergoedingen normale beroepswerkzaamheid van 12 Niet vrijgestelde maanden opzeggingsvergoedingen
Laatste vorig jaar “normale” BWZH Jaar waarin belastingplichtige enkel werkloosheidsuitkeringen heeft genoten, gold volgens Administratie als referentiejaar. Werkloosheidsuitkeringen zijn vervangingsinkomsten, maar vervangingsinkomsten zijn ook bezoldigingen. Aard beroepsinkomsten doet niet ter zake. (Brussel, 1 juni 2011) Rechtspraak doorbroken: “kijken naar laatste jaar waarin beroepsinkomsten uit normale beroepswerkzaamheid. Vervangingsinkomsten voldoen in dit verband niet.” (Cass., 14 maart 2013 en Circ. 13.11.2013)
Kostenforfait bezoldigingen Aanslagjaar 2016
Aanslagjaar 2017
Inkomstenschijf
forfait
0,00 – 5.760,00
29,35% 0,00 – 8.450,00
30%
5.760,00 -11.380,00
10,50% 8.450,00 -19.960,00
11%
11.380,00 – 19.390,00
5%
19.390,00 en meer
3%
ABSOLUUT MAX.: 4.090,00
Inkomstenschijf
19.390,00 en meer
forfait
3%
ABSOLUUT MAX.: 4.240,00
Vervangingsinkomsten Wettelijke en aanvullende werkloosheidsuitkeringen;
Wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkeringen (ziekenfondsen) ; Moederschapsuitkeringen en uitkeringen voor borstvoedingspauze; Onderbrekingsvergoedingen betaald door de RVA; Uitkeringen aan gefailleerde zelfstandigen;
Weerverletzegels in de bouwsector: (2 % van de gewone bezoldigingen). De getrouwheidszegels (9% van de gewone bezoldigingen) maken GEWONE bezoldigingen uit; Werkloosheidsuitkeringen met bedrijfstoeslag (brugpensioen)
Vervangingsinkomsten - tarief Enkel de werkelijke kosten kunnen worden afgetrokken. Geen toepassing enig kostenforfait. Worden aan progressief tarief belast. Evenwel met een belastingvermindering (die geheel of gedeeltelijk wordt afgebouwd)
VAK V: PENSIOENEN
Belastbaarheid
Pensioenen zijn belastbaar indien ze:
rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op een beroepswerkzaamheid, of het gehele of gedeeltelijke herstel uitmaken van een bestendige derving van winsten, baten of bezoldigingen.
Pensioenkapitalen (vanaf 1.7.2013 – WGB) M
60 jaar
61 jaar
Vanaf 62 jaar
O M
Of
Of
N
Fictieve pensioen-
T
leeftijd sporters
n.a.v. effectieve wettelijke pensionering
E
Op 65 jaar, mits actief gebleven tot de wettelijke pensioenleeftijd Of
bij overlijden
T A R I E F
20%
18%
16,5%
10%
VAK VII: ROERENDE INKOMSTEN
.
Afzonderlijk belast aan 10, 15 of 25%, behoudens voordeliger globalisatie. Aangifte is facultatief MITS RV aan de bron. Door de aangifte in de PB kan deze (gedeeltelijk) gerecupereerd worden, wanneer het totale inkomen onder de belastingvrije sommen blijft. Inkomsten uit de cessie/concessie van auteursrechten of naburige rechten, moeten steeds worden aangegeven, zelfs wanneer RV aan de bron werd ingehouden. Interesten en dividenden: geen PB/Gem of PB/Aggl
Verhuring, verpachting, concessie van roerende goederen Inkomsten, (deze zijn vrij van RV) moeten voor hun nettobedrag worden aangegeven, zijnde: bruto-inkomen, te verminderen met: - bewezen kosten (afschrijving, verzekering, onderhoud, taksen,…maar GEEN interesten), of -
kostenforfait van 15% (voor meubilair e.d. bestaat een forfait van 50%).
Spaardeposito’s - voorbeeld BP heeft 2 spaardeposito’s: Rente ontvangen in 2015: Boekje 1: 1.500,00 netto en Boekje 2: 2.220,00 netto Aan te geven?
Spaardeposito’s - voorbeeld BP heeft 2 spaardeposito’s: Rente ontvangen in 2015: Boekje 1: 1.500,00 netto en Boekje 2: 2.220,00 netto Aan te geven? Facultatief: deel rente boven 1.880 waarop RV is ingehouden: Boekje 2: 2.220,00 – 1.880,00 = 340,00
Spaardeposito’s - voorbeeld BP heeft 2 spaardeposito’s: Rente ontvangen in 2015: Boekje 1: 1.500,00 netto en Boekje 2: 2.220,00 netto Aan te geven? Facultatief: deel rente boven 1.880 waarop RV is ingehouden: Boekje 2: 2.220,00 – 1.880,00 = 340,00 Verplicht: 1.500 (boekje 1) + 1.880,00 (boekje 2) =
3.380,00
Vrijgestelde schijf per gezin: -1.880,00 Aan te geven: 1.500,00
Indien BP geen andere inkomsten: teruggave RV: 340,00 x 15/85 = 60,00
VAK XVI: DIVERSE INKOMSTEN
Toevallige winsten of baten Inkomsten buiten beroepswerkzaamheid, - die niet kaderen in een normaal beheer van een privaat vermogen (geen speculatie) van - onroerende goederen, portefeuillewaarden en roerende voorwerpen
Belast aan 33% (na aftrek
bewezen kosten).
Desondanks evt. taxatie als meerwaarde op onroerend goed: - voor gebouwen: binnen de 5 jaar: 16,5% - voor gronden: binnen de 5 jaar: 33%, tussen 5 en 8 jaar: 16,5%
Speculatietaks Meerwaarden verwezenlijkt met ingang van 1.1.2016: buiten uitoefening beroepswerkzaamheid t.g.v. overdracht onder bezwarende titel van beursgenoteerde aandelen, opties, warrants of andere beursgenoteerde financiële instrumenten onder bezwarende titel verkregen met ingang van 1.1.2016 en minder dan zes maand voor de overdracht. Enkel rekening gehouden met taks op de beursverrichtingen. Tarief = STEEDS 33% (ook bij voordeliger globalisatie).
Geen gemeentebelasting verschuldigd. Minderwaarden in beginsel niet aftrekbaar.
VAK VI: ONTVANGEN ONDERHOUDSUITKERINGEN
Voorwaarden aftrek (1) AFTREKBAAR = BELASTBAAR
Onderhoud verschuldigd
In rechte lijn
Staat van behoefte
Personen maken geen deel uit van gezin
Studenten
Verzorgingsinstellingen
Regelmatig betaald:
Vereist in beginsel een zekere periodiciteit
Voorwaarden (2) gewone kosten: gebruikelijke kosten m.b.t. dagelijks onderhoud kind; buitengewone kosten: uitzonderlijke, noodzakelijke of onvoorzienbare uitgaven voortvloeiend uit toevallige of ongewone gebeurtenissen en die het gebruikelijke budget voor het dagelijks onderhoud overschrijden. (orthodontie, meerdaagse schoolreizen,…) (art. 203bis BW, Wet van 19 maart 2010, BS dd. 21.04.2010)
Jaar van feitelijke scheiding Onderhoudsgeld tussen echtgenoten: Voorheen: onderhoudsuitkeringen betaald in jaar van feitelijke scheiding, noch aftrekbaar, noch belastbaar. Immers: gemeenschappelijke aanslag waarin compensatie aftrek met belastbaarheid. Sinds volledige decumul van beide echtgenoten: standpunt niet langer houdbaar. Mede onder invloed rechtspraak: Administratie laat aftrek toe vanaf feitelijke scheiding.
VAK VIII: VORIGE VERLIEZEN EN AFTREKBARE BESTEDINGEN
Beroepsverliezen. kunnen niet ontstaan ingevolge de toepassing van forfaitaire grondslagen van aanslag, zijn onbeperkt overdraagbaar, telkens naar het eerstvolgende belastbaar tijdperk, kunnen aangerekend worden op de beroepsinkomsten van de andere echtgenoot. Verliezen feitelijke verenigingen: aftrekbaar mits: -
beroepswerkzaamheid van dezelfde aard en
-
verrichtingen beantwoorden aan rechtmatige financiële of economische behoeften.
Aftrekbare bestedingen Enkel nog voor betaalde onderhoudsuitkeringen
Verschuldigd door beide partners Individueel verschuldigd Aftrekbaar aan 80% (ook indien gekapitaliseerd)
Overige bestedingen werden belastingverminderingen
VAK IX: INTRESTEN, KAPITAALAFLOSSINGEN EN PREMIES LEVENSVERZ. DIE RECHT GEVEN OP EEN FISCAAL VOORDEEL
该死的复杂
该死的复杂 = Verdomd ingewikkeld
!
Algemeen Ingevolge de BFW worden sedert het Aj. 2015 de belastingvoordelen voor uitgaven van leningen en de als waarborg of wedersamenstelling hiervan betaalde premies van individuele LV’een gewestelijke bevoegdheid, MITS het om uitgaven voor het verwerven of behouden van de eigen woning gaat. Bevoegde gewest? niet bepaald door de ligging van de woning gewest waar BP woonplaats heeft op 1 januari aanslagjaar. Andere leningen en LV-premies = federale bevoegdheid
Tijdstip betaling bepalend Voortaan zal de status van een woning (“eigen” of andere), vast te stellen op dagbasis, het stelsel bepalen waarin ten aanzien van tijdens die periode betaalde uitgaven een belastingvermindering (gewestelijk of federaal) wordt verleend. Voorbeeld: Indien woning “eigen woning” voor de periode van 17.2.2015 tot 25.08.2015: enkel de tijdens die periode betaalde uitgaven m.b.t. lening en verzekering genieten van een gewestelijke belastingvermindering. De overige uitgaven geven evt. aanleiding tot een federale belastingvermindering.
Welk gewest is bevoegd ? voorbeeld
Gent 01/01/2016 Verhuur van appartement in Brussel Eigen woning Huurt een woning in in Namen Gent
Woning in Namen verkocht - verhuisd - woning gehuurd in Gent (= effectieve woonplaats)
- Vlaams gewest is bevoegd voor woning in Namen - Federale overheid is bevoegd voor appartement in Brussel
wat met lening / SSV bij wijziging bestemming woning in 2015?
voorbeeld Eigen woning in Namen
Eigen woning in Namen
woning in Namen wordt verhuurd
aflossingen / SSV betaald zijn in dit tijdperk : gewestelijke voordelen
woning in Namen wordt verhuurd
aflossingen / SSV betaald zijn in dit tijdperk : federale voordelen
Federale of gewestelijke woonbonus Voorwaarden voor leningen tussen 2005 en 2014 Hypotheeklening in E.E.R. met minimumlooptijd 10 jaar Specifiek voor verwerven woning gelegen in de E.E.R. Enige woning op 31.12 van leningsjaar, TENZIJ andere woningen:
werden geërfd in mede-eigendom, naakte eigendom of in vruchtgebruik
of op voormelde datum te koop aangeboden en op 31.12 van daarop volgende jaar ook effectief verkocht.
Federale of gewestelijke woonbonus (2) Eigen woning van de belastingplichtige; d.w.z.
de woning die hij zelf betrekt, behalve bij niet-bewoning om beroeps- of sociale redenen, of wegens
wettelijke of contractuele belemmeringen
de stand van de bouwwerkzaamheden,
in welke 2 gevallen de toestand opnieuw zal worden beoordeeld op 31.12 van het tweede jaar dat volgt op dat waarin het leningscontract werd gesloten.
Federale of gewestelijke woonbonus (3) Eigen woning:
Uitgesloten gedeelten: gedeelte dat de belastingplichtige of een van zijn gezinsleden beroepsmatig aanwendt;
gedeelten die worden betrokken door personen die geen deel uitmaken van het gezin van de belastingplichtige.
Voorbeeld: op 12.5.2012 hypothecaire lening voor bouw enige eigen woning. De woning wordt op 30.11.2015 in gebruik genomen.
2012: aftrek enige en eigen woning;
2013: aftrek enige en eigen woning;
2014: gewone intrestaftrek en belastingvermindering lange termijnsparen;
vanaf 2015: belastingvermindering woonbonus
Federale of gewestelijke woonbonus (3) Komen in aanmerking: PRIVE-interesten + kapitaalflossingen + levensverzekeringspremies tot uitsluitende dekking Aftrekbaar bedrag (Vlaams gewest):
Basisbedrag: 2.280,00
Verhogingen: 760,00 (eerste 10 jaar) 80,00 (indien minstens 3 kinderen ten laste op 1.1. jaar na lening)
Verhogingen definitief verloren indien woning op 31.12 van een later jaar niet meer enige woning (NE telt niet mee)
Eigen, en enige woning op tijdstip Eigen, doch NIET ENIGE woning op betalingen tijdstip betalingen - het moet gaan om een hypothecaire lening (werkelijke inschrijving); -
bij instelling gevestigd in de E.E.R.;
-
met een looptijd van > 10 jaar;
-
specifiek voor verwerven/ behouden van in de E.E.R. gelegen woning die op 31.12 van het leningjaar : - de enige woning in volle eigendom is (tenzij…) - de eigen woning is van de BP
Niet de eigen woning op tijdstip betalingen
Zelfde voorwaarden, behoudens deze m.b.t. de enige woning
Slechts voor aanvangsbedrag lening Idem Max./jaar en per BP van 2.280,00 EUR, van 76.110,00 EUR (50.000 nog verhoogd met : geïndexeerd) + - 760,00 EUR eerste 10 jaar; totaal vrijstelbare premies en aflossingen - 80,00 EUR (indien >= 3 kinderen SAMEN beperkt (per echtgenoot) tot: ten laste zijn op 1.1. van het jaar 15% van de eerste 1.880 EUR van het na het leningscontract. beroepsinkomen; 6 % van het saldo; met absoluut maximum van 2.260 EUR Gewestelijke belastingvermindering woonbonus
Gewestelijke belastingvermindering lange termijnsparen
Federale belastingvermindering lange termijnsparen
Leningen vanaf 1.1.2015 (Woonbonus) Hyp.leningen voor verwerven/behouden “eigen woning” ondergaan volgende regeling in Vlaams Gewest : voor belastingvermindering in aanmerking komend bedrag: gedurende de eerste 10 jaar beperkt tot 2.280,00 EUR (m.a.w. verhoging 760,00 EUR valt weg); na 10 jaar wordt voormeld bedrag verminderd met 760,00 EUR; belastingvermindering uniform 40%. in Waals Gewest: 40%, maar korf resp; 2,290, 770 en 80 in Brussels Gewest: 45%, maar korf ook nog tot Aj. 2017 geïndexeerd
Leningen vanaf 1.1.2015 (Andere gewestelijke voordelen) Gewest
Vlaams
Brussels
Waals
Afgeschaft
45%
40%
Kapitaalaflossingen en verzekeringspremies: Bouwsparen
Lange termijnsparen
Grensbedrag: 76.110 Vermindering: 30%
Grensbedrag: 76.360 Vermindering:30%
Vermindering: 40%
Afgeschaft
Interesten: Gewone
Bijkomende interesten
Afgeschaft
45%
40%
VLAAMSE GEÏNTEGREERDE WOONBONUS Belastingvermindering lange termijnsparen en gewone interesten afgeschaft voor leningen vanaf 2016 Invoering belastingvermindering ‘geïntegreerde woonbonus’ voor kapitaalaflossingen, interesten en premies leningverzekering i.v.m. EIGEN woning Niet hypothecaire interesten niet langer aftrekbaar Hoeft niet langer enige woning te zijn Korf = 1520 + [760 +80] mits ENIGE woning
Belastingvermindering = 40%
VAK X: UITGAVEN DIE RECHT GEVEN OP EEN BELASTINGVERMINDERING
Overige belastingverminderingen FEDERALE
GEWESTELIJKE
GIFTEN
DIENSTENCHEQUES
KINDEROPVANG
PWA-cheques
PENSIOENSPAREN
ENERGIEBESPARENDE UITGAVEN
AANKOOP ELEKTRISCHE
VOERTUIGEN
UITGAVEN INBRAAK- EN BRANDPREVENTIE.
TAX SHELTER STARTENDE ONDERNEMING
RENOVATIEOVEREENKOMSTEN (mamapapaleningen)
Giften aan erkende socio-culturele instellingen Minstens 40 EUR per jaar storting moet blijken uit een kwijtschrift. (geen belang op naam van welke echtgenoot uitgereikte attesten opgemaakt) . < 10 % van totale netto-inkomen/BP en 376.350 EUR Voortaan belastingvermindering i.p.v. aftrekbare besteding: tarief =
45%
Voorwaarden kinderopvang Kinderen tot 12 jaar . leeftijdsgrens opgetrokken naar 18 jaar kinderen met “zware handicap”; (recht op verhoogde kinderbijslag) + NIET DE EIGEN KINDEREN ! Kinderoppas buiten de normale lesuren; Kinderen moeten ten laste zijn; (maar ook voor co-ouder)
Ouder(s) met beroepsinkomsten; Instellingen in EER; Geen toeslag gevraagd wegens kinderen ten laste < 3 j. (560,00) Max. 11,20/oppasdag Belastingvermindering = uniform 45%
Dienstencheques belastingvermindering : 30% x aanschaffingsprijs Beperking uitgaven tot 1.400 EUR !
belastingvermindering niet terugbetaalbaar: lage inkomens kunnen niet optimaal genieten van belastingvoordeel Niet aangerekend gedeelte belastingvermindering wordt om die reden omgezet in een terugbetaalbaar belastingkrediet (voor inkomens tot 26.360 EUR) In Waals Gewest: 3 EUR per cheque (beperkt tot 150 cheques) x 30%
Energiebesparende maatregelen Stelsel werd volledig afgeschaft, behoudens dakisolatie van woningen minstens 5 jaar eerder in gebruik genomen. Overdrachten uit vorige Ajn. wèl nog mogelijk
Belastingvermindering dakisolatie:
Voortaan 30%, zonder overdrachtmogelijkheid (beperkt tot 3.050 EUR)
Wel nog BK, maar enkel voor de in 2012 gedane uitgaven
TAX SHELTER VOOR STARTENDE ONDERNEMINGEN (1) Voor nieuwe aandelen, bij oprichting of kapitaalverhoging binnen 4 jaar, ingevolge inbreng in geld in startende KMO, ten vroegste in 2013 opgericht. Rechtstreeks of onrechtstreeks via startersfonds Reeks voorwaarden mbt. hoedanigheid vennootschap
De belastingvermindering bedraagt: 30% bij aandelen in KMO’s; 45% bij aandelen in micro-ondernemingen (balans < 350.000, omzet < 700.000, WN < 10)
TAX SHELTER VOOR STARTENDE ONDERNEMINGEN (2) Belastingvermindering geldt niet voor: Uitgaven in aanmerking genomen voor belastingvermindering voor werkgeversaandelen of aandelen erkend ontwikkelingsfonds verwerving van aandelen in een vennootschap waarin de belastingplichtige bedrijfsleider is;
Verwerving van aandelen van een vennootschap waardoor de belastingplichtige meer dan 30% van het kapitaal bekomt; Verwerving van aandelen die op 31.12 niet meer in bezit zijn; boven de 100.000,00 per belastbaar tijdperk en per echtgenoot
VAK XVII: BEZOLDIGINGEN VAN BEDRIJFSLEIDERS
1. Bezoldigingen Bezoldigingen van bedrijfsleiders zijn: alle beloningen verleend of toegekend aan een natuurlijk persoon die: een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of gelijksoortige functies uitoefent; in de vennootschap een leidende functie of een leidende werkzaamheid van dagelijks bestuur, van commerciële, financiële of technische aard uitoefent, buiten een arbeidsovereenkomst. zijn belastbaar voor het jaar waarin ze zijn betaald of toegekend, d.w.z. wanneer de bedrijfsleider er kan over beschikken,
2. Voordelen Wanneer partner van bedrijfsleider mogelijkheid krijgt om een voormalige leasingwagen tegen spotprijs aan te kopen, kan het voordeel niet in hoofde van de bedrijfsleider zelf worden belast. Hiertoe is immers vereist dat bedrijfsleider zelf juridisch werkelijke genieter inkomen is. (Cass. 17 maart 2011) Buitenlands seminarie: Het feit dat een werknemer zich op kosten werkgever op buitenlands seminarie mag laten vergezellen door zijn echtgenote maakt belastbaar voordeel uit, t.b.v. kostprijs seminarie in hoofde van echtgenote. (Antwerpen, 24 februari 2009)
Plezierreisje geschonken door leverancier aan vriendin zaakvoerder is geen VAA. (Rb. Bergen, 25 oktober 2012)
3. Kostenforfait Voor bezoldigingen van bedrijfsleiders bedroeg het kostenforfait in het verleden uniform 5%, en werd hetzelfde maximum als voor loon- en weddetrekkenden gehanteerd. Sedert het aanslagjaar 2011:
Forfait beroepskosten:
verlaagd tot 3%, en
maximumbedrag tot 2.380,00 EUR (Aj. 2016).
4. Ten laste nemen verliezen voorwaarden onherroepelijke en onvoorwaardelijke betaling van een geldsom:
Boeking op RC is onvoldoende met het oog op het behoud van bestaande beroepsinkomsten VAA volstaan
De inkomsten dienen periodiek verkregen te zijn Veronderstelt geen maandelijks inkomen
VAK XVIII: WINSTEN
Belastbaarheid inkomen Winst is belastbaar voor het belastbaar tijdperk waarin de ‘schuldvordering’ een zeker en vaststaand karakter heeft verkregen, ongeacht de datum van inning ervan. Winst = geacht verkregen op laatste dag boekjaar waarop de vorderingen betrekking hebben Uitzondering: onderwaardering van activa en overwaardering van passiva Vergelijk met baten ! Belastbaar voor jaar waarin inkomsten zijn ontvangen.
Meerwaarden Enkel de meerwaarden op activa die voor de beroepswerkzaamheid worden gebruikt zijn belastbaar -
de vaste activa, aangeschaft of vervaardigd in het kader van de beroepswerkzaamheid en als actiefbestanddeel geboekt;
-
de vaste activa of gedeelten daarvan, waarvoor fiscaal afschrijvingen of waardeverminderingen zijn aangenomen;
-
de immateriële activa die tijdens de beroepswerkzaamheid zijn tot stand gebracht.
Compensatievergoedingen Vergoedingen tijdens de beroepsuitoefening ontvangen als compensatie of n.a.v. een handeling die een vermindering van de werkzaamheid of van de winsten tot gevolg kan hebben belastbaar aan 33% voor zover < nettowinst van de vier voorafgaande jaren. Saldo is belastbaar tegen het progressief tarief. (4 x 4-regel) Uitzondering: 16,5%:
vanaf de leeftijd van 60 jaar;
n.a.v. overlijden meewerkende echtgenoot of kind van de handelaar.
n.a.v. een gedwongen handeling (schadegeval, onteigening,…). De Administratie beschouwt de zware handicap van de handelaar zelf, van zijn meewerkende echtgenoot of van zijn meehelpend kind ook als een gedwongen handeling
Landbouwpremies: 12,5% !
Beroepskosten - Voorwaarden tijdens het belastbare tijdperk gedaan of gedragen, of karakter gekregen van zekere of vaststaande schuld om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden en, waarvan de echtheid en het bedrag verantwoord worden d.m.v. bewijsstukken, of indien dit niet mogelijk is door alle bewijsmiddelen van het gemeen recht, met uitzondering van de eed.
Beroepskosten - Tijdperk Keuze aftrek als beroepskost voor jaar van betaling, dan wel voor jaar waarin zeker en vaststaand karakter?
Regels boekhoudwet werken door in de fiscale winstberekening, tenzij fiscale wet hiervan uitdrukkelijk afwijkt.
Niet het geval voor beroepskosten.
Dus moeten, overeenkomstig de boekhoudwet de uitgaven worden geboekt in jaar waarin ze zeker en vaststaand zijn, zonder keuzemogelijkheid voor de belastingplichtige. (Rb. Brugge, 26 november 2012, Antwerpen, 17 februari 2009, en in dezelfde zin Gent, 5 oktober 2004)
Beroepskosten - beveiliging Zijn voor 120% aftrekbaar:
Abonnementskosten aansluiting op vergunde alarmcentrale; (niet de interventie na alarm- abonnementen en interventiefacturen). Gecombineerde factuur moet opsplitsing maken tussen de abonnementskosten voor de aansluiting op een alarmcentrale enerzijds en voor de interventies
anderzijds. Zoniet volledige factuur uitgesloten van verhoogde aftrek.
kosten m.b.t. beroep op vergunde bewakingsonderneming voor verrichten van beveiligd vervoer ;
de kosten m.b.t. gezamenlijk beroep, door een groep van ondernemingen, op vergunde bewakingsonderneming.
Afschrijvingen (1) Jaar van vervreemding Administratie: geen afschrijving voor jaar buiten gebruik stelling (verkoop, inbreng, vernieling), zelfs niet wanneer op de laatste dag van dat boekjaar. (Com.IB 61/100) Rechtspraak: In de Wet geen onderscheid naargelang het af te schrijven goed in het belastbaar tijdperk al dan niet buiten gebruik is gesteld door verkoop, inbreng of vernieling. Bovendien onredelijk en strijdig met werkelijkheid dat activa in dat jaar plots geen WV zouden ondergaan. (Gent, 19 oktober 2010)
Afschrijvingen (2) Jaar van vervreemding Nieuwe Rechtspraak: Voor een afschrijving is vereist dat actiefbestanddeel nog in bezit is bij afsluiting boekjaar.
Bij verkoop in de loop van dat boekjaar is dit niet langer het geval.
(Rb. Leuven, 9 september 2011)
VAK XIX: BATEN
Achterstallige erelonen Als achterstallige erelonen kunnen worden beschouwd : de erelonen door toedoen van de overheid (tekortkoming) niet betaald in het jaar van de prestaties; de latere vereffening gebeurt in éénmaal; de erelonen hebben betrekking op diensten geleverd gedurende een periode van meer dan 12 maanden. In dat geval wordt het prestatiegedeelte dat de 12 maanden overtreft aan de gemiddelde aanslagvoet van het lopende jaar belast. (code *652)
Kostenforfait Inkomstenschijf (Aj. 2016)
Inkomstenschijf (Aj. 2017)
0,00 – 5.730,00
0,00 – 5.760,00
5.730,00 -11.380,00
5.760,00 – 11.440,00
Percentage forfait 28,7% 10%
11.380,00 – 18.940,00 11.440,00 – 19.040,00
5%
18.940,00 en meer
19.040 en meer
3%
MAX.: 3.960,00
MAX.: 3.980,00
Investeringsaftrek - voorwaarden investering in, al dan niet in leasing genomen materiële of immateriële vaste activa.
Financiële vaste activa en portefeuillewaarden (obligaties,...) en andere vlottende activa zijn uitdrukkelijk uitgesloten. de activa moeten bovendien in nieuwe staat worden verkregen of tot stand gebracht.
de activa moeten in België gebruikt worden voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid.
Investeringsaftrek – uitgesloten activa Vaste activa niet uitsluitend voor de beroepsuitoefening gebruikt. vaste activa verkregen of tot stand gebracht teneinde het recht tot gebruik aan een derde over te dragen via een leasingcontract. Vaste activa waarvan recht van gebruik op een andere wijze is afgestaan, tenzij het recht van gebruik is afgestaan aan een andere BP die het actief in België gebruikt voor het behalen van winsten en baten die het recht van gebruik op zijn beurt niet geheel/gedeeltelijk overdraagt. Vaste activa niet of over een kortere termijn dan 3 jaar afschrijfbaar. Personenwagens en auto’s voor dubbel gebruik (tenzij taxi of rijscholen) De bij de aankoopprijs komende kosten en onrechtstreekse
productiekosten, tenzij samen met de vaste activa afgeschreven
Investeringsaftrek tarieven Aard activa
Aj. 2016
Gewone investeringen
3,5%
Octrooien , milieuvriendelijke investeringen in O&O en energiebesparende investeringen en rookafzuig- of verluchtingssystemen in rookkamers van horecazaken
13,5%
Investeringen in beveiliging
20,5%
Aftrek i.f.v. de afschrijvingen van milieuvriendelijke investeringen in O&O
20,5%
Aftrek in functie van de afschrijvingen van de investeringen gedaan door ondernemingen met minder dan 20 werknemers bij het begin van het belastbaar tijdperk van de investering Digitale vaste activa voor ntegratie en exploitatie van digitale betalings- en facturatiesystemen en de systemen die dienen. voor de beveiliging van ICT (NIEUW)
10,5%
13,5%
BEZOLDIGING EN TOEKENNING MEEWERKENDE ECHTGENOOT
Toekenning meewerkinkomen Het stelsel van toekenning (zoals dit vóór 2003 bestond), blijft bestaan voor de meewerkende echtgenoot, die ofwel:
reeds zelf uit een eigen beroepsactiviteit een volwaardig sociaal statuut heeft verkregen, doch geen eigen netto beroepsinkomen van meer dan 13.290,00 EUR (Aj. 16); geboren is vóór 1 januari 1956 en zich niet aansluit tot het volledig sociaal statuut (maxi-statuut). De toekenning moet overeenstemmen met een normale verloning voor de geleverde prestaties, maar mag niet hoger zijn dan 30% van de gezamenlijk belaste netto winst of -baat van de partner, tenzij de prestaties kennelijk recht geven op meer.l
Bezoldiging meewerkende echtgenoot Stelsel van toepassing op de echtgeno(o)t(e) van een zelfstandige/ vrij beroeper (niet van bedrijfsleiders) die tijdens het belastbaar tijdperk geen eigen beroepsactiviteit heeft uitgeoefend. Deze “bezoldiging meewerkende echtgenoot” = Eigen inkomen. Van dit inkomen mogen dan wel worden afgetrokken: sociale bijdragen, eigen werkelijke kosten, of
forfait van 5%., (bovenop de sociale bijdragen) Mag ook worden toegekend voor de jaren waarvoor geen gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd.
Bezoldiging meewerkende echtgenoot (2) De toekenning zelf: moet overeenstemmen met de normale verloning voor de geleverde prestaties, maar mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijk belaste netto winst of -baat van de partner, tenzij de prestaties hem kennelijk recht geven op meer;
mag door de geholpen belastingplichtige als beroepskost worden afgetrokken, in tegenstelling tot de kosten die veroorzaakt zijn door de medewerking van zijn partner. is vatbaar voor vermeerdering, bij gebrek aan voldoende VA.
VAK XXII: WINSTEN EN BATEN VAN EEN VORIGE BEROEPSWERKZAAMHEID
Stopzettingsmeerwaarden. behaald ter gelegenheid volledige en definitieve stopzetting van: - de volledige activiteit - één of meer bedrijfsafdelingen of takken van werkzaamheid: belast aan 16,5%, ongeacht de bezitsduur. Uitzonderingen: - voorraden: gezamenlijk belastbaar, - FVA in de mate dat ze fiscaal aangenomen minderwaarden compenseren: gezamenlijk belastbaar - IVA: (4 x 4-regel); - Voortzetting onderneming in rechte lijn: volledige vrijstelling
Duurzaam privégebruik Notariaat werd na de stopzetting gedurende 2 jaar en 8 maanden verhuurd aan de notarisopvolger, alvorens verkocht te worden. Het Hof vond het goed niet gedesaffecteerd. Er werden na de stopzetting immers geen aanpassingswerken aan de kantoorruimte gedaan om deze voor een ander doel dan als een notariskantoor te kunnen laten aanwenden. Bovendien werd de verhuurde kantoorruimte gebruikt voor het notariskantoor van de opvolger en was de tijdsspanne tussen stopzetting en verkoop relatief kort. Besluit: Belastbare stopzettingsmeerwaarde. (Gent, 14 december 2010)
CASUS - Gegevens Dhr. VAN MOL en mevr. HOFKENS zijn in 2004 gehuwd in het wettelijk stelsel. Mr. is sedert 2000 eigenaar van een woning (KI: 1.000 EUR), waarvoor hij een hypothecaire lening van 80.000 EUR heeft afgesloten. Hij betaalde in 2015 2.500 EUR kapitaal terug en 800 EUR interesten. De woning werd in 2015 verhuurd aan een leraar. In 2005 kopen ze samen een woning aan in Aalst (KI: 2.000 EUR). Kort nadien betrekken ze deze. Op de hypotheeklening van 130.000 betaalden ze in 2015 6.000 EUR terug, en rente voor 1.500 EUR. Er waren nooit kinderen ten laste van een van beiden.
CASUS – Gegevens (2) Gevraagd: Vul de vakken III en IX in van de aangifte voor het aanslagjaar 2016.
Bereken het netto onroerend inkomen van elke echtgenoot. Op welke belastingverminderingen hebben elk van beide echtgenoten recht?
CASUS – Oplossing (1) 1. Vak III Woning man = privé verhuurd = Code 106 Paar gehuwd in wettelijk stelsel, dus elk ½ aan te geven. Code 1106: 1.000 x ½ = 500 Code 2106: 1.000 x ½ = 500 Gezinswoning = Vrijgesteld
CASUS – Oplossing (2) 1. Vak IX Woning man = niet zelf betrokken (dus rubriek C)
FEDERALE VOORDELEN Lening dateert van vóór 2005 (vóór invoeren woonbonus) Kapitaal: Enige woning op datum lening
BOUWSPAREN
Beperkt tot aanvangsbedrag van 55.652,10 (lening 2000, 0 k.t.l.)
2.500 x 55.652,10 / 80.000,00 = 1.739,13 (c. 1355) Interesten (geen (ver-)nieuwbouw): 800,00 (c. 1146)
CASUS – Oplossing (3) 1. Vak IX Gezinswoning echtpaar = zelf betrokken (dus rubriek B)
GEWESTELIJKE VOORDELEN Lening dateert van 2005 (woonbonus, MITS enige woning op 31/12 jaar lening)
Man: Niet het geval (dus geen woonbonus, maar Bel. Vermind. LT-sparen voor kapitaal Bel. Vermind. Gewone interesten voor interest) Vrouw: Wel het geval (dus woonbonus voor kap. en interest)
CASUS – Oplossing (4) Man Kapitaal = LT-sparen (niet vrij te verdelen, want M en V genieten niet van zelfde vrijstellingsstelsel)
Verdelen volgens eigendomsaandeel 6.000 x ½ = 3.000 Bel.vermind. In functie van aanvangsbedrag (lening 2005 = 62.190,00): 3.000 x 62.190 / 130.000 = 1.435,15 (c. 3358)
Interest = Bel. Vermind. Gewone interesten: 1.500 x ½ = 750,00 (c. 3152)
CASUS – Oplossing (5) Vrouw Kapitaal + Interest = Gewestelijke woonbonus:
Kapitaal : 6,000 x ½ = 3.000,00 Interest : 1,500 x ½ = Totaal:
750,00 3.750,00
Te beperken tot 2.280,00 (c. 4370) (Niet verhoogd met 760,00, want 11de jaar)
Code 4380 = X (geen lening gesloten vanaf 2006)
CASUS – Oplossing (6) 2, Berekening onroerend inkomen
Man C 1106:
500,00
Vrouw C 2106:
x 1,7057
500,00
x 1,7057
= 852,82
= 852,82
~ 853,00
~ 853,00
x
x
1,40
= 1.194,20
1,40
= 1.194,20
Interest: - 800,00 (code 1146) Netto OI: 394,20
1.194,20
CASUS – Oplossing (7) 3, Belastingverminderingen Man Federaal bouwsparen: c1355 = 1.739,13 x MT Gewestelijk LT-sparen: c 3358 = 520,87 x 30%
Beperkt tot
2.260,00
Gewestelijke gew. interesten:
c 3152 = 700,00 < resterend OI (1.588,40), Dus: 700,00 x MT (te verdelen volgens Netto inkomen)
Vrouw Gewestelijke woonbonus: c 4370 = 2.280,00 x MT