infoactive
infoactive Tweemaandelijkse nieuwsbrief + Jaargang 12 + Nr. 3 + November 2012
+ Succesvol – maar successie-arm – uw familiebedrijf overlaten
+ De jacht op onkostenvergoedingen
+ Kleine innovaties kunnen leiden tot grote besparingen!
[email protected] www.vandelanotte.be
1
2
infoactive
infoactive
+ Succesvol – maar successie-arm – uw familiebedrijf overlaten Op 13/10/2011 liet Kris Peeters weten de spelregels voor de overlating van familiebedrijven per 01/01/2012 te wijzigen. Het voorheen fiscaal gunstig sterven werd omgebogen tot een fiscaal gunstig schenken. De continuïteit van de Vlaamse ondernemingen bevorderen kan volgens hen namelijk
Circulaire Circulair Er was g geruime tijd onduidelijkheid over de exacte draagwijdte van de nieuwe regelged ving. De circulaire van 20 juli 2012 verduidelijkt.
beter gerealiseerd worden door een tijdi tijdige
en
De nieuw nieuwe regeling legt 4 voorwaarden op om aan het gunsttarief van 0% te kunnen schenken. schenken
georganiseerde i d
opvolging. Op die manier kan de pater familias
Voorwaarden Voorwaa a Eerst en vooral moet er notarieel geschonken wor worden. Vermits het schenkingstarief rd op 0% w werd gezet, zien wij geen reden meer om voor een buitenlandse notaris te schenken. Ste Sterker nog: indien uw vennootschap r in aanmerking komt voor de gunstmaatreaanme e gel, maar maa a u alsnog schenkt in het buitenland, wo wordt de risicotermijn opgetrokken o van 3 na naar a 7 jaar. Ondernemingen die niet in aanme aanmerking komen voor het gunsttarief e kunnen n nog altijd in het buitenland geschonken worden word d met een risicotermijn van 3 jaar.
(m/v) de nodige ervaring
en
knowhow overdragen aan de opvolger(s).
De tweede twee ed voorwaarde omvat uw participatie. De e schenker moet minstens 50% van de aande aandelen e in volle eigendom bezitten, mits 1 uitzondering. Vermits het gaat om ‘familiuitzond d
ale’ ondernemingen bekijkt men dit wel op (beperkte) ‘familieniveau’. Er wordt rekening gehouden met de schenker, zijn partner, familie in rechte lijn en hun partner, alsook bepaalde zijverwanten. Men moet samen de volle eigendom bezitten. Gesplitste eigendom (vruchtgebruik/blote eigendom) binnen de familie is geen probleem. De 50%-grens wordt verlaagd tot 30% indien u samen met 1 of 2 andere aandeelhouders, waarmee u geen familiale band heeft, respectievelijk 70% of 90% van de aandelen bezit. Deze grenzen worden berekend op datum van de schenking. Het feit dat u de aandelen nog maar één dag bezit speelt geen rol (meer). Daarnaast moet het gaan om een familiale onderneming. Dit houdt in dat de onderneming een handelsactiviteit of een vrij beroep moet bevatten. Ondernemingen die zich louter bezighouden met het beheer van onroerende goederen of het aanhouden van aandelenparticipaties komen niet in aanmerking. Zij worden geacht geen economische activiteit te hebben. Echter, deze activiteit moet ook reëel (genoeg) zijn. De regering bouwt een vermoeden in dat sti-
puleert dat ondernemingen die geen 1,5% van haar totale activawaarde spendeert aan personeelskosten (exclusief wedde van de zaakvoerder) én waarvan het actief voor 50% (of meer) bestaat uit onroerende goederen, geen reële economische activiteit hebben. Het tegendeel kan bewezen worden. Beide parameters worden toegepast op de (neergelegde) jaarrekening van de 3 jaar voorafgaand aan de schenking. Het is genoeg om in 1 van die 3 boekjaren de grenzen te overschrijden om uit de boot te vallen.
economische activiteit) past men de parameters toe op de holding zelf; bij een passieve holding (= geen eigen activiteit) worden ze toegepast op de groep (geconsolideerd). Voor dit laatste is wel vereist dat de holding voor minstens 30% participeert in 1 van de rechtstreekse dochtervennootschappen die op haar beurt een handelsactiviteit of vrij beroep uitoefent. Daar waar de actieve holding volledig vrijgesteld is, zal de passieve holding slechts vrijgesteld zijn voor de reële waarde van haar in aanmerking komende dochters.
De gunstmaatregel werd ingevoerd om de continuïteit te bevorderen en de decreetgever maakt hier dan ook een laatste voorwaarde van. Tot 3 jaar na de schenking (of het overlijden) moet een activiteit verder gezet worden. Om dit te beoordelen worden dezelfde parameters als die van de reële economische activiteit toegepast. Er moet voorzichtig omgesprongen worden met herstructureringen in die 3 jaar.
Gevaarlijk is de situatie waarin de holding een eigen activiteit heeft, maar dat die niet reëel is. Deze holding (en bijgevolg de groep eronder) kan niet geschonken worden aan het gunsttarief.
Holding De verrassing ligt echter bij de holding. Bij een actieve holding (= holding met eigen
Conclusie Schenken aan 0% kan als men aan de nieuwe voorwaarden voldoet. Bestaande successieplanningen met holdingstructuren neemt men best opnieuw onder loep.
[email protected]
+ Genderneutraal personeelsbeleid en aandacht voor de oudere werknemer: een wettelijke verplichting Dit najaar treden een aantal maatregelen in werking erop gericht om controle mogelijk te maken in hoeverre ondernemingen een genderneutraal personeelsbeleid voeren, waarbij er ook aandacht is voor de oudere werknemers.
Een aantal gegevens van de sociale balans zullen voortaan uitgesplitst moeten worden volgens geslacht. Het betreft: - totaal aantal voltijdse en deeltijdse werknemers; - totaal aantal werknemers volgens voltijdse equivalenten; - aantal gepresteerde uren van de voltijdse
en deeltijdse werknemers en totaal aantal gepresteerde uren; - personeelskosten van de voltijdse en deeltijdse werknemers en totale personeelskosten; - totaal van de voordelen bovenop het loon. Enkel indien het aantal betrokken werknemers drie of minder zou bedragen, moet de betreffende rubriek niet worden uitgesplitst.
Daarenboven dienen ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld ten minste 50 werknemers tewerkstellen om de twee jaar een gedetailleerde analyse op te stellen van de bezoldigingsstructuur binnen de onderneming. Blijkt dat de onderneming geen of een onvoldoende genderneutraal bezoldigingsbeleid voert, dan dient daartoe worden gekomen via overleg met de personeelsafvaardiging.
Tot slot zal elke onderneming met meer dan 20 werknemers vanaf 2013 jaarlijks een ‘werkgelegenheidsplan oudere werknemers’ moeten opstellen. Dit moet maatregelen bevatten om werknemers van 45 jaar en ouder aan te trekken of langer te behouden binnen het bedrijf. Het plan moet niet aan een externe instantie worden bezorgd. Het plan moet echter op eenvoudig verzoek worden voorgelegd aan de bevoegde direc-
tie of de bevoegde sociale inspecteurs. Voor wie nog geen specifiek beleid heeft omtrent motivatie van oudere werknemers een uitgelezen kans om van een nood een deugd te maken.
[email protected]
3
4
infoactive
infoactive
+ De jacht op onkostenvergoedingen Een werknemer ontvangt naast zijn bruto maandloon soms ook een maandelijkse forfaitaire onkostenvergoeding. Deze onkostenvergoeding wordt geacht allerlei kosten te dekken die een werknemer maakt in het kader van
een gedeelte of het geheel van de onkostenvergoeding onderworpen aan RSZbijdragen. Hierbij zal de werkgever zowel de werkgeversbijdrage als de werknemersbijdrage moeten betalen, eventueel verhoogd met nalatigheidsinteresten en bijdrageopslagen. De RSZ kan hierbij tot 3 jaar in de tijd teruggaan.
de uitvoering van de arbeidsovereenkomst (bv. parkeerkosten, bureaukosten, maaltijdkosten,….). De kostenvergoeding is vrijgesteld van RSZ-bijdragen en bedrijfsvoorheffing. Om die reden is het dan ook voor de Sociale Inspectie één van de topprioriteiten om bij controle na te gaan of het daadwerkelijk om een kostenvergoeding dan wel om verdoken loon gaat.
Sinds 1 januari 2010 heeft de RSZ een tabel gepubliceerd met een beschrijving van de verschillende kosten waarvoor zij een forfaitaire raming van de kosten aanvaardt. Hierbij moeten deze forfaits de werkelijk gemaakte kosten dekken. Daarom raden wij ten zeerste aan dat gedurende enkele maanden per werknemer de bewijsstukken (facturen, bonnetjes,…) worden bijgehouden. Bovendien mogen deze forfaits enkel worden gebruikt op voorwaarde dat dezelfde kosten niet op een andere manier worden terugbetaald. Daarnaast werd vanaf 1 januari 2010 de bewijslast omgekeerd en moet de werkgever bewijzen dat het aan de werknemer toegekende bedrag beantwoordt aan de reële kosten die door hem zijn gemaakt. Is dit niet het geval, dan wordt
Gezien deze potentiële en toch aanzienlijke problemen met forfaitaire onkostenvergoedingen is het van cruciaal belang om bij het invoeren van een dergelijk systeem enkele duidelijke richtlijnen te respecteren. Hierbij denken wij vanuit sociaal en fiscaal oogpunt onder meer aan: 1) werknemers met een gelijkaardig functieniveau moeten normaliter eenzelfde vergoeding toegekend krijgen. 2) de forfaitaire onkostenvergoeding moet proportioneel vastgesteld worden in functie van de arbeidsduur ( voltijds/ deeltijds) en in functie van de afwezigheden (bv. ziekte, vakantie,….). 3) een bijlage bij de arbeidsovereenkomst moet worden opgemaakt ter verantwoording van de kosten die zullen worden uitbetaald alsook het bedrag. 4) op de fiche 281.10 moet vermeld staan dat de kosten zullen worden vergoed op basis van ernstige normen. Dit om te vermijden dat die kosten zullen worden beschouwd als geheime commissielonen die worden belast aan 309%. Ten slotte kan het akkoord worden gevraagd aan de FOD financiën over de toekenning/samenstelling van de forfaitaire kostenvergoeding. In dit geval zal een fiscale ruling worden afgesloten. Let wel: de fiscale ruling bindt de fiscus enkel met de werkgever. De RSZ is dus niet
gebonden door het standpunt dat de fiscus heeft ingenomen. Bij toekenning van een forfaitaire onkostenvergoeding zal het dus belangrijk zijn dat de werkgever alle mogelijke bewijsmiddelen aanwendt om zijn visie over de forfaitaire onkostenvergoeding te kunnen verdedigen.
[email protected]
+ Het belang van de professionele kilometers – Gebruik de Vandelanotte App!
Ingevolge diverse maatregelen van de regering Di Rupo I, waarbij o.a. de bedrijfswagen fiscaal werd aangepakt om de begroting op peil te krijgen is het belang van het bijhouden van de professionele kilometers sterk toegenomen.
Voordelen van alle aard De stijging van de voordelen van alle aard hebben veel bedrijfsleiders ertoe genoopt hun bedrijfswagen persoonlijk over te nemen van de vennootschap. Echter, wanneer deze wagen wordt aangewend voor professionele doeleinden, kan op een aantal manieren geld gerecupereerd worden van de vennootschap: Een eerste mogelijkheid bestaat erin de wagen privé af te schrijven. Concreet is een personenwagen in de personenbelasting voor 75% aftrekbaar. Hierbij mag echter enkel rekening gehouden worden met de professionele kilometers. Een tweede mogelijkheid bestaat erin de professioneel gemaakte kilometers aan te rekenen aan de vennootschap, dit als ‘kosten eigen aan de werkgever’. Concreet bepaalt men dan de kilometerkost van de personenwagen en rekent men de professionele kilometers aan de vennootschap.
BTW Daar waar men van een bedrijfswagen voorheen sowieso 50% van de BTW in aftrek mocht brengen, is dit nu beperkt tot het professioneel gebruik en dit beperkt tot 50%. Indien men dus 45.000km aflegt per jaar, waarvan 15.000 professioneel, mag men in de vennootschap slechts 33% van de BTW in aftrek brengen.
Bijhouden professionele kilometers In de supra vermelde situaties is het van groot belang dat kan aangetoond worden hoeveel beroepsmatige kilometers men heeft afgelegd. Daar dit praktisch niet altijd eenvoudig bij te houden is, ontwikkelt Vandelanotte op vandaag een app (zowel voor Apple iOS als Android) waarmee de bedrijfsleider op basis van de gps-functie in de mobiele telefoon in staat zal zijn deze professionele kilometers te registreren. Meer info hierover vindt u op www.vandelanotte.be.
[email protected]
5
6
infoactive
infoactive
+ Kleine innovaties kunnen leiden tot grote besparingen! Als stimulans voor activiteiten van onderzoek en ontwikkeling werd voor vennootschappen sinds aanslagjaar 2008 een gunstig fiscaal regime ontwikkeld. Concreet kan de winst uit dergelijke innovatieve ideeën voor 80% worden vrijgesteld, hierdoor wordt de belastingdruk verminderd tot 6,8%. Een besparing van maar liefst 27,2%!
Toch blijkt in de praktijk dat veel KMO’s zich niet bewust zijn van het innovatief karakter van hun werkzaamheden en bijgevolg worden hun investeringen in innovatie dan ook niet fiscaal verzilverd. Onbekend maakt
immers onbemind. Hoog tijd dus om in deze bijdrage hier eens over uit te wijden. Voorwaarden In de fiscale wetgeving worden een aantal zwaarwichtige termen gebruikt die de ondernemer nogal vlug zouden kunnen doen afzien van de zogeheten aftrek voor octrooiinkomsten. Doch, in de werkelijkheid blijkt de lading niet altijd even zwaar te zijn als de term doet vermoeden. Octrooi Concreet wordt de octrooi-aftrek toegekend voor inkomsten uit octrooien die door een Belgische vennootschap in licentie worden gegeven of uit octrooien die door een Belgische vennootschap worden aangewend bij de fabricage van geoctrooieerde produc-
ten. In de wet van 28 maart 1984 wordt een octrooi als volgt omschreven: “iedere uitvinding die nieuw is, op uitvinderswerkzaamheid berust en vatbaar is voor toepassing op het gebied van de nijverheid.” Een uitvinding is nieuw indien deze voor een deskundige niet op een voor de hand liggende wijze voortvloeit uit de stand van de techniek, ze mag m.a.w. niet evident zijn. Dit betekent echter niet dat er een geniale of complexe oplossing moet gevonden zijn voor een probleem. Een eenvoudige oplossing voor een gekend probleem kan al als inventief, nieuw worden beschouwd. Ontwikkeld in een onderzoekscentrum De octrooi-aftrek is niet enkel beperkt tot eigen ontwikkelde uitvindingen. De aftrek
wordt tevens toegestaan voor octrooien of licentierechten die verworven werden, maar die verder werden verbeterd in een onderzoekscentrum. Deze verbetering moet dan geenszins aanleiding geven tot bijkomende octrooien. Vooral deze voorwaarde: “ontwikkeld in een onderzoekscentrum” lijkt voor vele KMO’s de drempel te vormen. Dit onderzoekscentrum moet fiscaal als een bedrijfsafdeling of een tak van werkzaamheid gekwalificeerd kunnen worden. Doch, vele ondernemingen blijken over een onderzoekscentrum te beschikken zonder dat zij hiervan zelf op de hoogte zijn. Vaak is een minimale substantie reeds voldoende om te kunnen spreken van een onderzoekscentrum. Er moet een ruimte en onderzoeksmateriaal zijn die het mogelijk maken het onderzoek te kunnen voeren en het onderzoek moet er op een continuë wijze geschieden. Er is geen vereiste qua personeelsbestand, d.w.z. dat in principe één onderzoeker reeds kan volstaan.
Conclusie KMO’s doen er goed aan na te gaan of zij niet kunnen genieten van de aftrek van octrooi-inkomsten. Ook al denken zij dikwijls niet aan de voorwaarden te voldoen, vaak wordt het fiscaal ‘cadeau’ van 27,2% immers onterecht niet in ontvangst genomen.
[email protected]
+ De kernwoorden van het “One-Page” businessplan De initiële opzet van het “One-Page Businessplan” concept komt oorspronkelijk overgewaaid van de in Californië gevestigde ondernemer & consultant “Jim Horan”. Gesterkt door o.m. zijn Duitse ervaringen bij Bayer Pharmaceuticals (gründlichkeit), ontplooide hij in 1990 zijn origineel idee om op een snelle, eenvoudige, krachtige en transparante manier planmatig een businessplan op één A4-tje op te zetten. Ondertussen
De eerste stap die bij businessplanning moet worden gezet, is het bepalen van het juiste businessmodel. Een businessmodel geeft immers weer hoe de onderneming of het ondernemingsproject waarde zal kunnen creëren, leveren of behouden, dus uiteindelijk cash zal kunnen genereren. Recent is in dit verband het boek “Business Model Generation” van de hand van Alexander Osterwalder verschenen. Dit boek beschrijft in detail de “9 basisbouwstenen van een businessmodel”. Meer hierover in één van onze volgende nieuwsbrieven.
is ook een online collaboratie versie beschikbaar.
Onthou vooral dat de echte “waarde” genererende activiteiten van een
businessmodel het ondernemingsrisico kunnen doen verminderen en daardoor de vrije geldstromen (free cash flows) kunnen doen toenemen (een toegenomen rendement ondersteunt immers de toegenomen waarde). Een aantal voorbeelden uit de praktijk van “waarde” genererende factoren die, naast reputatie en kostenbeheersing, uiteraard afhankelijk zijn van het type van onderneming bv.: - in de branche voor de kleinhandel van kledingzaken is een juiste mix van merken, kwaliteit van kleding, stoffen en de locatie, waardebepalend voor het businessmodel en zijn
waardegenererende factoren bv. voorraadcontrole en kostencontrole; - voor restaurants zijn reputatie, gezonde en uitstekende voeding model bepalend en zijn waardegenererende factoren bv. locatie, concept van het restaurant, kookkunsten en kwalitatief bedieningspersoneel van groot belang.
VISIE
Binnen de 3 jaar zal “Hortensia” uitgroeien tot één van Belgiës grootste en toonaangevend tuincentrum, met een uniek assortiment van bloemen, planten, tuin- en andere decoraties.
MISSIE
Hortensia brengt met natuurlijke kleuren en geuren de natuur terug in huis en in de tuin.
OBJECTIEVEN OF DOELSTELLINGEN
In 2013 een omzet van 12.000.000 EUR behalen. Behalen van een brutomarge van 65% op omzet. Realisering van een EBIT-marge van 8% op omzet. Behalen van een winst na belastingen van 3% op omzet.
Voor de illustratie van de kernwoorden werd geopteerd voor het fictief voorbeeld van het Tuincentrum “Hortensia”.
STRATEGIËN
Focus vooral gericht op de vergrijzing en de doelgroep van doe-hetzelvers. Uitbreiding van het assortiment vijverproducten en aquaria met 25%. Uitbreiding van het assortiment kruiden en kruidenplanten.
ACTIEPLANNEN
Introductie van exclusieve nieuwe bloemen- en plantenvariëteiten. Verdere uitbouw van de tuinverzameling met een collectie van tuinkabouters.
[email protected]
Focus op cursussen over het effect van kruiden op de gezondheid.
7
infoactive Vandelanotte heeft vestigingen in: Antwerpen Herentalsebaan 71-75 T 03 320 97 97 Brugge Koningin Astridlaan 29 T 050 39 28 75 Brussel Steenweg op Jette 225 T 02 427 44 53 Deinze Kastanjelaan 17 bus 2 T 09 381 51 81
Member of The Leading Edge International Alliance of Global Accountants & Auditors
+ Wist u dat… Vandelanotte TAXCAL Om u in staat te stellen beter om te gaan met de veranderende fiscaliteit rond de voordelen alle aard en de BTW-aftrek op o.a. personenwagens, biedt de Vandelanotte TAXCAL app. u de volgende mogelijkheden: - Berekening van voordelen alle aard voor personenwagens, gratis bewoning, … - Bijhouden van uw ritten met een onderscheid tussen beroepsmatig en privaat om een maximale kosten- en BTW-aftrek te kunnen garanderen. Natuurlijk vindt u op de App ook al onze contactgegevens. In de toekomst zullen er nog nieuwe tools toegevoegd worden. U kan de App downloaden vanaf 1 december via de Apple Store voor I-Phone of I-Pad en via Google Play voor Android.
OLO op 10 jaar/20 jaar
OLO 10 jaar
OLO 20 jaar
4
Dendermonde Grootzand 166 T 052 21 85 07
3,8 3,6 3,4 3,2
Kortrijk President Kennedypark 1a T 056 43 80 60
3 2,8 2,6 2,4 2,2
infoactive Jaargang 12, nr. 3 - November 2012
Verantwoordelijke uitgever
1/11/2012
1/010/2012
1/09/2012
1/08/2012
1/07/2012
2 1/06/2012
Tournai Avenue de Maire 101 T 069 22 64 95
1/05/2012
8
+ Belangrijke data tijdens het volgende kwartaal 20/11/2012:
BTW-verplichtingen voor de maand oktober of eerste voorschot kwartaalaangevers
14/12/2012:
betaling voorschot bedrijfsvoorheffing door de schuldenaars die hun aangifte per kwartaal mogen indienen
20/12/2012:
laatste mogelijke voorafbetaling
20/12/2012:
BTW-aangifte en betaling voor de maand november of tweede voorschot kwartaalaangevers
Anneleen Wydooghe
24/12/2012:
betaling BTW-voorschot voor de maand december
Coördinatie
20/01/2013:
BTW-verplichtingen voor de maand december en vierde kwartaal + indienen IC-Listing vierde kwartaal
Nikolas Vandelanotte President Kennedypark 1a 8500 Kortrijk
[email protected] Redactie Barbara Blomme Johan De Mey Dries Torreele Nikolas Vandelanotte Ellen Verstraete
Els Tanghe