infoactive info active
infoactive Tweemaandelijkse nieuwsbrief
+
Jaargang 11
+
Nr. 6
+
April 2012
+ Voordelen alle aard: personenwagens + De sociale inspectie: wie zijn ze en wat doen ze? + Opvolging familiale ondernemingen in een nieuw kleedje
[email protected] www.vandelanotte.be
+ Belang van een goed businessplan bij investeringsprojecten
1
2
infoactive
infoactive
+ Voordelen alle aard: personenwagens
Uiteindelijk werd aan een aantal praktische problemen het hoofd geboden door de publicatie van een nieuwe definitie van het begrip cataloguswaarde: “De catalogusprijs van het voertuig in nieuwe staat bij verkoop aan een particulier, inclusief opties en werkelijk betaalde belasting over de toegevoegde waarde, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of restorno.” Deze definitie heeft alvast de lacune inzake leasingwagens weggewerkt. De cataloguswaarde moet steevast worden berekend aan de hand van de prijs bij verkoop aan een particulier.
Sinds de regering op 28 december van vorig jaar de nieuwe berekeningsmethode van het voordeel van alle aard voor de bedrijfswagens heeft voorgesteld, is al heel wat inkt gevloeid over de term ‘cataloguswaarde’.
In de vorige editie van InfoActive werd reeds gesteld dat volgens de toen geldende definitie het voordeel berekend moest worden aan de hand van de gefactureerde waarde met inbegrip van opties en zonder rekening te houden met kortingen. In de wetgeving luidt de bepaling als volgt: “De gefactureerde waarde inclusief opties en belasting over de toegevoegde waarde, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of restorno.” Al gauw werd een ontsnappingsroute gevonden door de wagen door te verkopen aan een andere vennootschap. Immers, hierdoor daalde de gefactureerde waarde en desgevolgend ook het
voordeel van alle aard. Dit leidde tot een ongewilde discriminatie omdat een tweedehandsvoertuig van eenzelfde bouwjaar en eenzelfde waarde als een nieuwe wagen minder zwaar zou worden belast. Echter, bij monde van de Minister van Financiën werd hierop snel gereageerd en werd gesteld dat voor tweedehandswagens eveneens de origineel gefactureerde prijs in rekening moest worden genomen. Voor de tweedehandswagens werd de definitie als volgt verwoord:
Maar op welke manier kon een tweedehandskoper zich vergewissen van de originele gefactureerde prijs bij de oorspronkelijke aankoop in nieuwe staat? De Administratie stelde dat een lijst ter beschikking gesteld ging worden met de cataloguswaarde van alle auto’s. Maar op welke manier gingen de opties dan in rekening worden gebracht? Praktisch gezien lijkt het onmogelijk om voor elke wagen per optiepakket een cataloguswaarde te publiceren.
“Catalogusprijs van het voertuig in nieuwe staat bij verkoop aan een particulier, inclusief opties, belasting over de toegevoegde waarde, zonder rekening te houden met korting, vermindering, rabat of restorno”
Tevens werd een lacune ontdekt inzake leasingwagens. Bij de aankoop van leasingwagens wordt vaak een zogeheten “business pack” toegekend, wat niet kan toegekend worden aan een particulier. Dit is geen korting. Stel dat een leasingwagen werd aangekocht voor 28.000 EUR en er
werd een “business pack” toegekend van 2.000 EUR. Dan betreft de cataloguswaarde voor deze nieuwe wagen 28.000 EUR. Als deze wagen vervolgens wordt doorverkocht, dan moet de definitie voor de tweedehandswagen worden toegepast. Maar hier moet aldus rekening worden gehouden met de cataloguswaarde van het voertuig in nieuwe staat bij verkoop aan een particulier. Concreet betekent dit dus dat de cataloguswaarde hier 30.000 EUR zou zijn. Wat uiteraard terug een discriminatie uitmaakt. Een andere vraag die zich toen stelde was welke BTW in rekening moest worden genomen bij de bepaling van de cataloguswaarde? Indien er een korting werd toegekend, moest hier toen 21% BTW worden aan toegevoegd om de
totale cataloguswaarde te bepalen? In eerste instantie werd gesteld dat dit wel degelijk het geval was. Eind januari ging de Administratie over tot de publicatie van een aantal frequently asked questions. In deze publicatie stelde de Administratie dat voor de berekening van de cataloguswaarde een correctiecoëfficiënt toegepast gaat worden in functie van de ouderdom van het voertuig. Concreet daalt de cataloguswaarde van de wagen bij eerste inschrijving elk jaar met 6% tot en met het 5e jaar, wanneer de cataloguswaarde aldus nog 70% betreft. Deze aanpassing van de cataloguswaarde was uiteindelijk wel toe te juichen aangezien alle voertuigen uiteraard na verloop van tijd in waarde verminderen.
In deze laatste definitie is ook duidelijk dat rekening gehouden moet worden met de “werkelijk betaalde belasting over de toegevoegde waarde”. Concreet betekent dit dat indien er een korting werd toegekend, deze moet toegevoegd worden aan de cataloguswaarde, maar dat hier toch geen 21% BTW moet worden bijgerekend, deze BTW werd immers nooit betaald. Bij de bepaling van de cataloguswaarde van een tweedehandswagen moet daarenboven ook enkel rekening worden gehouden met de BTW die werd betaald door de tweedehandskoper. Blijft natuurlijk nog altijd het praktisch probleem: hoe zal een tweedehandskoper zich vergewissen van de originele verkoopprijs? Zal een lijst worden gepubliceerd door de Administratie? Zo ja, wanneer? En wat met de prijs van de opties? Vandelanotte blijft de evolutie op de voet volgen. Hebt u inmiddels een vraag omtrent het voordeel alle aard voor uw wagen? Neem dan contact met ons op voor persoonlijk advies.
[email protected]
3
4
infoactive
infoactive
+ Wijziging van de vereffeningsprocedure voor vennootschappen
+ De Sociale Inspectie: wie zijn ze en wat doen ze?
(Onder voorbehoud van publicatie in het Belgisch Staatsblad)
Door de Wet van 2 juni 2006 werd de vereffeningsprocedure voor vennoot-
Vroeg of laat krijgt elke onder-
schappen grondig gewijzigd. Onlangs werd een wetsvoorstel goedgekeurd
neming te maken met één of
waarbij een aantal onduidelijkheden worden weggewerkt en een aantal
andere sociale inspectiedienst,
bepalingen worden aangepast aan de gebruiken die zich in de praktijk had-
ook u. Zoals in zovele aspec-
den ontwikkeld.
ten van het ondernemingsleven is ook nu een gewaarschuwde
De belangrijkste wijziging is de mogelijkheid om de ontbinding en de vereffening onder bepaalde voorwaarden in één en dezelfde notariële akte te laten doorgaan. Één van de voorwaarden hierbij is dat er geen passiva meer aanwezig mogen zijn in de vennootschap, alle schuldeisers moeten dus reeds betaald zijn. Daarnaast brengt de wetgever meer duidelijkheid over de omstandige staat van de toestand van de vereffening die de vereffenaar moet overmaken aan de rechtbank van koophandel. De vereffenaar is verplicht in de 7de en de 13de maand van de invereffeningsstelling een staat over te maken dewelke opgesteld is aan het einde van de 6de en 12de maand van het 1ste vereffeningsjaar. Ten slotte wordt verduidelijkt wie bevoegd is om de diverse verzoekschriften te ondertekenen die moeten ingediend worden bij de rechtbank van koophandel. Er wordt ook uitdrukkelijk bepaald dat er in de ontbindingsakte een alternatieve kandidaat-vereffenaar mag aangeduid worden voor het geval de rechtbank van koophandel de benoeming van de vereffenaar zou weigeren. Nieuwe regels voor fusies en splitsingen De wet voorziet in een vereenvoudiging en verduidelijking van de na te leven formaliteiten en versoepelt een aantal informatie- en verslaggevingsverplichtingen en heft sommige op. In bepaalde gevallen is het verslag van het bestuursorgaan, het revisoraal verslag en de goedkeuring van de algemene vergadering niet meer nodig en vallen ook bepaalde tussentijdse inlichtingen weg.
onderneming er twee waard.
1. Wie zijn ze? Het begrip ‘Sociale inspectie’ dekt een brede lading van inspectiediensten. Vooreerst zijn er de inspecteurs van de FOD WASO. Zij richten zich op de arbeidsrechtelijke aspecten van uw personeelsbeleid. De inspecteurs van de Sociale Inspectie en de RSZ zelf hebben dan weer als hoofdtaak na te gaan of de socialezekerheidswetgeving correct wordt toegepast en alle sociale bijdragen correct worden betaald. Daarnaast zijn er nog de inspectiediensten inzake Welzijn op het werk, RVA, enz.
2. Wat zijn hun bevoegdheden Het komt elke sociaal controleur toe zelf te bepalen welke acties men onderneemt. Hun belangrijkste opdracht is en blijft echter het onderzoek naar eventuele inbreuken. Hiertoe beschikken zij over een arsenaal van mogelijkheiden: - Het zich verschaffen van toegang tot alle plaatsen waar men vermoedt dat er tewerkstelling gebeurt (Opgelet: geldt niet voor bewoonde lokalen); - Het verhoor en de identificatie van alle nuttige personen; - Kennisname en inbeslagname van wettelijk verplichte documenten. Hierbij dient benadrukt te worden dat de sociale inspecteurs niet over de bevoegdheid beschikken de niet-wettelijk verplichte documenten zelf op te sporen; - Politie opvorderen; - Inbeslagnames diverse relevante goederen (bv. pc’s); - Opmaken van PV’s; - Inwinnen van inlichtingen bij andere openbare diensten. Wie het de inspecteurs poogt te verhinderen om deze bevoegdheden uit te oefenen maakt zich strafbaar aan de inbreuk van ‘het verhinderen van toezicht’.
discretie en geheimhouding rond hun opdracht en de verzamelde gegevens. Bij het verrichten van verhoren zijn ze verbonden aan de Wet Franchimont (en eventueel aan de Salduzwet). Tot slot hebben ze een informatieplicht om de werkgever in te lichten over de uitgevoerde inspectie.
4. Tips Sociale inspecteurs kunnen geen bindende rulings afleveren en akkoorden afsluiten. Afspraken rond eventuele rechtzettingen zijn dan ook niet juridisch sluitend. Onderbouw regularisaties dan ook voldoende tijdens uw verhoor. Als werkgever dient u niet akkoord te gaan met bepaalde regularisaties. Het zijn nog steeds de Arbeidsrechtbanken en Hoven die het laatste woord hebben bij eventuele betwistingen. Let op voor veralgemeningen van vastgestelde inbreuken. Elke regularisatie dient volledig onderbouwd te worden. De bewijslast hieromtrent rust bij de Sociale inspectie. Opgelet: op deze bewijslast gelden een aantal uitzonderingen waarbij de bewijslast is omgekeerd.
De nieuwe regels zijn van toepassing voor fusies en splitsingen waarvan het voorstel wordt neergelegd op de rechtbank van koophandel vanaf 28 januari 2012.
3. Wat zijn hun verplichtingen Naast het hebben van de nodige rechten, rusten er eveneens een aantal verplichtingen op sociaal inspecteurs.
Bij een verhoor hebt u steeds de mogelijkheid om deze te laten aanpassen naar uw zin. Laat u dan ook geen woorden in de mond leggen!
[email protected]
De inspecteurs hebben een verplichting tot
[email protected]
5
6
infoactive
infoactive
+ Het belang van een goed businessplan bij investeringsprojecten Meer en meer ondernemers en bedrijfsleiders doen een beroep op een professionele adviseur om hun investerings-
een voldoende eigen inspanning (doorgaans 20 à 30% van het investeringsbedrag) én een aangepaste zekerhedenstructuur in aanmerking komen.
projecten in goede banen te leiden. Omwille van de doorgaans grote financiële impact van deze projecten, ervaren zowel ondernemer als zijn adviseur dat een grondige en professionele voorstudie in de vorm van een businessplan een must is geworden. De appetijt van banken om ongebreideld investeringsprojecten te financieren is sinds het uitbreken van de schuldencrisis en de strengere Basel-normen zo goed als verdwenen. Basel III verplicht banken namelijk om tussen 8 en 10,5% van de risicogewogen activa in eigen vermogen aan te houden. Dit in combinatie met striktere liquiditeitsnormen heeft uiteraard een effect op de kredietverstrekking. De vaststelling is dat enkel nog kwalitatieve projecten met
Specifiek toegepast op een overname, betekent een goed uitgewerkt businessplan in de eerste plaats een overzichtelijk financieel plan met een bewezen haalbaarheid, meestal over een projectieperiode van 7 tot 10 jaar. Dit financieel plan wordt vervolgens vertaald in een bankmemorandum dat – naast de cijfers – ook het profiel van de overnemer, de toekomstperspectieven en de transactiestructuur toelicht. Niet alleen voor overnames, maar ook voor belangrijke investeringen in bv. een nieuw machinepark of een nieuwe productieafdeling is een gedetailleerd businessplan onontbeerlijk om te voldoen aan de strengere interpretatie van de bank. De eerste stap in het dossier is steeds een kritische analyse en beoordeling door de cliënt en zijn adviseur. Reeds in
de voorbereidingsfase worden in samenspraak diverse mogelijkheden onderzocht en een scenario-analyse, in de vorm van een stresstest, uitgevoerd. Hierdoor kan de investeringsbeslissing naderhand nog bijgestuurd worden. Een dergelijke aanpak wekt vertrouwen bij financiers en toont aan dat de ondernemer en zijn adviseur het project ten volle ondersteunen.
+ Opvolging familiale ondernemingen in een nieuw kleedje Sinds 1 januari 2012 heeft de Vlaamse regering de spelregels met betrekking tot de schenking en vererving van familiale ondernemingen en vennootschappen grondig hertekend. Waar vroeger de vererving successievrij kon plaatsvinden, is het nu de schenking die kan gebeuren aan een tarief van 0%. De
De volgende stap is het aanvragen van geschikte financiering. Het is de bedoeling dat de bankiers over alle benodigde informatie beschikken om een gefundeerd voorstel te formuleren naar hun kredietcomité toe. Hiervoor wordt gewerkt met een gedetailleerd bankmemorandum. Uit ervaring merken we op dat bankiers deze werkwijze ten zeerste weten te appreciëren. Een goed uitgewerkt, gedetailleerd businessplan verkleint bovendien de kans dat tijdens het proces mogelijk grote risico’s of hiaten opduiken. Dankzij een professionele kredietbegeleiding van A tot Z, is Vandelanotte Corporate Finance erin geslaagd om financiering vast te leggen voor een groot aantal belangrijke investeringsprojecten. De cliënt wordt hierbij over het gehele proces, van het opmaken van het businessplan tot de finale onderhandelingen, ontzorgd. Dit verhoogt de slaagkans tot het verkrijgen van aangepaste financiering aan concurrentiële voorwaarden.
[email protected]
vererving kan aan een tarief van 3%. De nieuwe regeling is van toepassing op de activa van familiale ondernemingen die beroepsmatig geïnvesteerd zijn en op de aandelen van familiale vennootschappen. De aandelen moeten voor ten minste 50% in volle eigendom toebehoren aan de schenker of erflater en/of zijn familie. In bepaalde situaties wordt deze participatievoorwaarde verlaagd tot 30%. Vorderingen op familiale vennootschappen komen niet langer in aanmerking. Het speelt geen rol of de aandelen al dan niet zijn ingebracht in een burgerlijke maatschap. De familiale onderneming of vennootschap moet een nijverheids-, handels-, ambachts-, of landbouwactiviteit of vrij beroep uitoefenen. Een holdingvennootschap zonder eigen activiteit kan toch nog in aanmerking komen indien zij rechtstreeks minstens 30% van de aandelen aanhoudt van een dochtervennootschap die op haar beurt wel aan de activiteitsvoorwaarde voldoet. De gunstige tarieven zijn dan enkel van toepassing op de waarde van de aandelen in de directe
dochtervennootschappen die aan de activiteitsvoorwaarde.
voldoen
Vennootschappen die geen reële economische activiteit hebben, worden uitgesloten van de nieuwe regeling. Een vennootschap wordt geacht geen reële economische activiteit te hebben indien zij in minstens 1 van de 3 boekjaren voorafgaand aan de schenking of het overlijden een jaarrekening heeft waaruit blijkt dat de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen minder dan of gelijk zijn aan 1,5% van de totale activa en bovendien de terreinen en gebouw meer dan 50% uitmaken van het totaal actief. Patrimoniumvennootschappen zullen dus niet kunnen genieten van de gunstmaatregelen. Het is wel mogelijk om het tegenbewijs te leveren. Er is nog geen volledige duidelijkheid omtrent het lot van managementvennootschappen. Tevens is er gedurende 3 jaar na de schenking of vererving een voorwaarde van voortzetting van activiteit en behoud
van kapitaal. Belangrijke wijziging is ook dat, indien de schenking van een familiale onderneming of vennootschap niet wordt geregistreerd, er toch successierechten zullen verschuldigd zijn indien de schenker overlijdt binnen de 7 jaar na de schenking. Voorheen was deze termijn vastgelegd op 3 jaar. De verlengde termijn van 7 jaar zou gelden voor alle familiale ondernemingen en vennootschappen zelfs indien zij geen reële economische activiteit hebben. Dit betekent dat ook voor de schenking van patrimoniumvennootschappen een verdachte periode van 7 jaar van toepassing zou zijn. Schenkingen gedaan vóór 1 januari 2012 blijven onderworpen aan de termijn van 3 jaar. Gelet op bovenstaande is het van het grootste belang uw successieplanning opnieuw te herbekijken.
[email protected] [email protected]
7
8
infoactive Vandelanotte heeft vestigingen in: Antwerpen Herentalsebaan 71-75 T 03 320 97 97 Brugge Koningin Astridlaan 29 T 050 39 28 75 Brussel Steenweg op Jette 225 T 02 427 44 53 Deinze Kastanjelaan 17 bus 2 T 09 381 51 81 Dendermonde Grootzand 166 T 052 21 85 07 Kortrijk President Kennedypark 1a T 056 43 80 60 Tournai Avenue de Maire 101 T 069 22 64 95
Member of The Leading Edge International Alliance of Global Accountants & Auditors
+ Wist u dat… Sociale verkiezingen: het einde van de “occulte” bescherming in zicht! De lijsten van de werknemers die zich kandidaat stellen voor de komende sociale verkiezingen werden neergelegd op dag “X-35”, die zich situeerde tussen 13 en 26 maart naargelang de verkiezingen plaatsvinden tussen 7 en 20 mei 2012. Tussen 18 en 31 maart werden de kandidatenlijsten aangeplakt, maar vanaf 25 maart tot 7 april kon / kan er klacht worden neergelegd tegen de kandidatenlijsten. De kandidatenlijsten worden definitief op 24 april, respectievelijk 7 mei 2012.
[email protected] Loonbonus 2012 De maximale toe te kennen loonbonus bedraagt 2.430,00 EUR voor 2012. Deze bonus kan dan worden toegekend vrij van belastingen en werknemersbijdragen sociale zekerheid en is slechts onderworpen aan bevrijdende bijzondere werkgeversbijdrage van 33%. Zowel de bonus als de bijzondere bijdrage zijn aftrekbaar als beroepskost bij de werkgever. Wie een loonbonus wil toekennen over het kalenderjaar 2012, dient alle administratieve verplichtingen te hebben voldaan vóór 30 april 2012.
[email protected]
Nieuw drempelbedrag IC-listing De BTW-administratie heeft vanaf 1 januari 2012 nieuwe drempels vastgelegd voor de indiening van de intracommunautaire opgave. Kwartaalaangevers inzake BTW moeten maandelijks een IC-opgave indienen wanneer het totaalbedrag van hun vrijgestelde intracommunautaire leveringen van goederen in één van de vier voorafgaande kwartalen een bedrag van 50.000 EUR overschrijdt. Voorheen werd deze drempel vastgelegd op een bedrag van 100.000 EUR.
[email protected]
infoactive Jaargang 11, nr. 6 - April 2012
Verantwoordelijke uitgever Nikolas Vandelanotte President Kennedypark 1a 8500 Kortrijk
[email protected] Redactie Carolien Christiaens Kaat Martens Dries Torreele Nikolas Vandelanotte Wim Van der Meiren Linda Van de Walle Anneleen Wydooghe Coördinatie Els Tanghe
+ Belangrijke data tijdens het volgende kwartaal 10/04/2012:
uiterste datum 1e voorafbetaling voor natuurlijke personen alsook vennootschappen die hun boekjaar per kalenderjaar voeren en die een belastingvermeerdering willen vermijden.
20/04/2012:
uiterste datum herziening vooruitbetaalde belasting en notificatie Administratie voor houders van een vergunning inzake “invoer-verlegging van heffing”.
20/04/2012:
BTW-verplichtingen voor de maand maart en IC-listing of 1e kwartaal en IC-listing 1e kwartaal 2012.
20/05/2012:
BTW-verplichtingen voor de maand april en IC-listing of 1e voorschot kwartaalaangevers.