Inflatiegids Inflatie in het kader van een Nederlands Pensioenfonds
Het doel van deze inflatiegids - deel 1 in een serie van 3 - is om achtergrondinformatie
te
geven
over wat inflatie nu precies is, hoe dit gemeten wordt en wat de oorzaak is. Verder kijken we naar het verloop van inflatie over de jaren en ook laten we ons licht schijnen op de ontwikkelingen van de inflatieverwachtingen.
Deel 1
Inflatie: de basis
Inflatiegids, deel 1
Definitie Inflatie betreft de stijging van het algemeen prijspeil, ofwel de waardevermindering van het geld. Goederen en diensten worden duurder, waardoor je met hetzelfde bedrag minder kunt kopen. Dit wordt ook wel aangeduid als geldontwaarding of koopkrachtdaling. Inflatie heeft betrekking op de consumptieve bestedingen aan goederen en diensten. Indien, bijvoorbeeld, aandelenkoersen of huizenprijzen stijgen dan wordt dit niet als inflatie opgevat.
Oorzaken inflatie
een daling van de wisselkoers (stijging import prijzen), een reductie in belastingen, snelle
Inflatie, over een breed front stijgende prijzen
groei van de kredietverlening of stijgende
van goederen en diensten, kan verschillende
exporten door een hogere economische groei
oorzaken hebben. Het kan beïnvloed worden
in andere landen.
door het aanbod van goederen of diensten, maar ook door de vraag naar deze goederen of dien-
Inflatie en economie
sten. Inflatie veroorzaakt door de aanbodkant wordt meestal omschreven als kosteninflatie
Prijzen zorgen voor een optimale allocatie van
en inflatie beïnvloed door toenemende vraag
middelen in een economie. Prijsveranderingen
wordt meestal omschreven als bestedings-
zijn noodzakelijk bij wijzigende schaarste-
inflatie.
verhoudingen in de economie. Prijsdalingen zijn meestal moeilijker door te voeren dan prijs-
Er is sprake van kosteninflatie wanneer
stijgingen. Denk daarbij aan de problemen bij
stijgende productiekosten resulteren in prijs-
het verlagen van bijvoorbeeld de lonen. Voor
stijgingen die bedrijven aan de consument
een gezonde economische groei is daarom
doorberekenen om de winstmarge in stand
een beperkte mate van inflatie welkom. Dit
te houden. Denk hierbij aan de stijging van de
ondersteunt
grondstofprijzen, hogere loonkosten of aan
middelen.
een
optimale
allocatie
van
een verhoging van de indirecte belastingen door de overheid (bijvoorbeeld verhoging van
Het inflatieniveau wordt bewaakt door de
de BTW).
centrale banken. Door het bepalen van de rentetarieven en de geldschaarste hebben zij grip op
Bestedingsinflatie kan omschreven worden
de kredietverlening. Door de geldhoeveelheid
door prijsstijging als gevolg van een stijging
te reguleren wordt de inflatie beïnvloed. Zo
van de vraag bij een onveranderd aanbod
hanteert de Europese Centrale Bank (ECB)
en bij volledige benutting van de productie-
een inflatietarget van maximaal 2%.
capaciteit. Dit kan veroorzaakt worden door
2
© First Liability Matching NV - KvK 34255937
Inflatieverleden
betekent een daling van het gemiddelde prijspeil van goederen en diensten en dus
We hebben in het verleden perioden gezien met
waardevermeerdering van het geld en dus
langdurige hoge inflatie. In de jaren ’70 zorgde
koopkrachtstijging.
de oliecrisis (1973) voor stagflatie (stagnatie
kunnen aanbodoverschotten zijn, maar ook
van de economie in combinatie met inflatie).
kostendalingen die de ondernemingen weer
De inflatie in Nederland liep zelfs op tot 10%!
doorberekenen in hun prijzen.
Oorzaken
van
deflatie
Zoals bij inflatie geldt dat uitstel van aankopen resulteert in het betalen van een hogere prijs, geldt bij deflatie het omgekeerde. Uitstel van aankopen betekent in dit geval het in de toekomst betalen van een lagere prijs. Dit heeft een neerwaartse spiraal in de economie tot gevolg: verder daling van de vraag, meer druk op de prijzen en ook een neerwaartse druk op de werkgelegenheid. Nederland heeft maar één korte periode van Sedert de start van de Euro in 1998 hebben we
deflatie gekend.
in de Eurozone een periode gehad van relatief lage inflatie. Deze bewoog zich rond 2%. Door nieuwe internationale verdragen en de opkomst van de economieën in lagelonenlanden zijn de productiekosten van veel goederen laag gebleven of zelfs gedaald. Recentelijk hebben we echter gezien dat door aanhoudende stijging van de olieprijs de effecten van de globalisering op de inflatie niet meer uitsluitend positief zijn. De lagelonenlanden zijn exporteurs geworden van inflatie in plaats van deflatie. Door hogere productiekosten zullen zij meer en meer bijdragen aan een stijgende inflatie.
In 1986 bleef het prijspeil constant maar in 1987
Deflatie Deflatie moet men niet verwarren met het begrip
ontstond
kortstondig
deflatie
van
gemiddeld 0,7% door ondermeer een sterke daling van de aardgas- en grondstofprijzen en de depreciatie van de dollar.
desinflatie. Desinflatie betekent een daling van het inflatiepeil (als prijzen niet met 3%, maar met 2% per jaar stijgen). Deflatie, echter,
© First Liability Matching NV - KvK 34255937
3
Inflatiegids, deel 1
“Tweede ronde” effecten
Hierna
volgen
enkele
voorbeelden
van
specifieke prijsindices en de manier waarop Er is in het nieuws vaak sprake van mogelijke
deze gemeten worden.
“tweede ronde” effecten en ook de ECB heeft al meerdere malen uitgesproken dat men deze
- (Afgeleide) CPI Nederland
effecten vreest bij prijsstijgingen boven de
- HICP eurozone en HICP Nederland
2%. Tweede ronde effecten kan men als volgt omschrijven: In het geval van hoge inflatie - zoals we de laatste tijd hebben gezien door sterke stijging van de prijs van grondstoffen, energie en voedsel - zullen werknemers hogere lonen gaan eisen vanwege de afgenomen koopkracht. Dit betekent hogere kosten voor de onderneming die dit vervolgens weer in de prijzen van de goederen/diensten (loon-prijsspiraal). loonindexatie,
gaat Inflatie
en
doorberekenen veroorzaakt
deze
dus
loonindexatie
veroorzaakt op zijn beurt weer inflatie... (Afgeleide) CPI
Inflatiemeting en indices
Per land wordt een eigen CPI (Consumer
Inflatie wordt gemeten door van een mandje
Price Index) berekend. De CPI van Nederland
met goederen en diensten, welke allen een
bijvoorbeeld geeft het prijsverloop weer van
bepaald gewicht hebben, de prijzen te nemen.
een pakket goederen en diensten zoals dit
De berekening wordt geschaald naar een
gemiddeld
startmoment.
prijsindex
huishoudens in Nederland. Deze CPI is
gecreëerd. Door voor verschillende momenten
gebaseerd op een boodschappenmandje van
de berekening te herhalen ontstaat een
goederen en diensten die door het Nederlandse
tijdreeks. Deze weerspiegelt de ontwikkeling
volk wordt gekocht in het gekozen basisjaar.
van de inflatie.
Het bestedingspatroon van de Nederlandse
Hiermee
is
een
wordt
aangeschaft
door
de
consument is echter niet constant en zal door
4
Er zijn uiteenlopende instituten die prijsindices
de tijd veranderen. Wanneer het bood-
berekenen voor uiteenlopende mandjes van
schappenmandje van de CPI niet meer
goederen en diensten. Om prijsindices in het
aansluit op het bestedingspatroon zal er een
Euro-gebied te vergelijken worden de prijs-
recenter basisjaar gekozen worden. Het was
stijgingen van vergelijkbare mandjes (die echter
gebruikelijk om elke 5 jaar het basisjaar te
wel per lidstaat in gewicht kunnen verschillen)
verleggen. Vanaf 2007 is de kwaliteit van de
gemeten door Eurostat. Op landelijk niveau
CPI verhoogd door jaarlijks deze basis te
berekent bijvoorbeeld het CBS inflatiecijfers.
verleggen.
© First Liability Matching NV - KvK 34255937
Voor loononderhandelingen en indexaties wordt vaak de “afgeleide” CPI gebruikt. Dit is de CPI minus het effect van veranderingen in de tarieven van accijns op alcohol en tabak, BTW en subsidies. Hieronder de compositie van de CPI (afgeleid) Consumentenprijzen; prijsindex 2006 = 100 Onderwerpen Perioden CPI 00000 Totaal bestedingen 01000 Voedingsmidd. en alc.vrije dranken 02000 Alcoholhoudende dranken en tabak 03000 Kleding en schoeisel 04000 Huisvesting, water en energie 05000 Stoffering en huish. apparaten 06000 Gezondheid 07000 Vervoer 08000 Communicatie 09000 Recreatie en cultuur 10000 Onderwijs 11000 Hotels, café's en restaurants 12000 Diverse goederen en diensten 13000 Cons.geb. belast./overheidsdienst. 14000 Consumptie in het buitenland
Jaarmutatie CPI 2007 juli 2006 = 100
Jaarmutatie CPI 2008 juli 2006 = 100
bron: CBS
Weging 2007 juli
Weging 2008 juli
3 6,9 3,1 -1,4 3,2 1,9 0 6,9 -5,1 -1,7 2,8 4,7 3,8 0,4 6,2
100,0% 10,8% 3,0% 5,4% 23,5% 6,2% 1,1% 11,3% 4,7% 10,2% 0,1% 4,6% 11,1% 3,4% 4,6%
100,0% 11,1% 2,8% 5,1% 24,2% 6,5% 1,2% 11,4% 4,1% 10,4% 0,1% 4,7% 10,8% 3,2% 4,5%
2007
2008
Total Consumentenprijzen; prijsindex cp01 Food and non-alcoholic beverages2006 = 100 Jaarmutatie cp02 Alcoholic beverages, tobacco and narcotics Jaarmutatie Onderwerpen CPI CPI minus cp022 Tobacco Perioden 2007 juli 2008 juli cp03 Clothing and footwear CPI 2006 = 100 2006 = 100 cp04 Housing, water, electricity, gas and other fuels 00000 Totaal bestedingen 1,3 3 cp05 Furnishings, household equipment and routine maintenance of the house 01000 Voedingsmidd. en alc.vrije dranken 0,5 6,9 cp06 Health 02000 Alcoholhoudende dranken en tabak 0,6 3,1 cp07 Transport 03000 Kleding en schoeisel 4,8 -1,4 cp08 Communications 04000 Huisvesting, water en energie 1,5 3,2 cp09 Recreation and culture 05000 Stoffering en huish. apparaten 1,2 1,9 cp10 Education 06000 Gezondheid 1,1 0 cp11 Restaurants and hotels 07000 Vervoer -0,3 6,9 cp12 Miscellaneous goods and services 08000 Communicatie -1,3 -5,1 09000 Recreatie en cultuur 0,3 -1,7 10000 Onderwijs -1,9 2,8 11000 Hotels, café's en restaurants 3,2 4,7 Item for Euroenarea vs Netherlands 12000weights Diverse goederen diensten 3 3,8 13000 Cons.geb. belast./overheidsdienst. 1,2 0,4 14000 Consumptie in het buitenland 2,1 6,2 Total cp01 Food and non-alcoholic beverages
100,0% 16,0% 4,1% Weging -2,5% 2007 juli 7,1% 15,9% 100,0% 7,5% 10,8% 4,2% 3,0% 16,2% 5,4% 3,2% 23,5% 9,7% 6,2% 1,0% 1,1% 9,4% 11,3% 8,5% 4,7% 10,2% 0,1% 4,6% 11,1% 2008 3,4% Euro area 4,6%
100,0% 16,1% 3,8% Weging -2,3% 2008 juli 7,0% 15,7% 100,0% 7,2% 11,1% 4,1% 2,8% 16,0% 5,1% 3,4% 24,2% 9,9% 6,5% 1,1% 1,2% 9,5% 11,4% 8,6% 4,1% 10,4% 0,1% 4,7% 10,8% 3,2% Netherlands 4,5% 100,0% 13,8% 3,6% -2,1% 2008 6,5% 17,9% 100,0% 8,0% 16,1% 2,7% 3,8% 14,9% -2,3% 5,0% 7,0% 12,0% 15,7% 0,7% 7,2% 6,5% 4,1% 10,5% 16,0% 3,4% 9,9% 1,1% 9,5% 8,6%
1,3 0,5 0,6 4,8 1,5 1,2 1,1 -0,3 -1,3 0,3 -1,9 3,2 3 1,2 2,1
Items weights for the euro area HICP
HICP
De Harmonised Index of Consumer Prices (HICP) is een prijsindex die wordt berekend volgens EU-richtlijnen. Omdat deze richtlijnen gestandaardiseerd zijn kan een vergelijking worden gemaakt tussen inflatieontwikkelingen van de verschillende EU-landen. Deze HICP is dé inflatiemaatstaf voor de lidstaten van de EU en wordt berekend door Eurostat. CPI is niet geschikt voor een eenduidige vergelijking aangezien de berekeningsmethoden van de verschillende lidstaten verschillen en ook de boodschappenmandjes een andere inhoud hebben. Hieronder de wegingen van de goederen en diensten zoals die voor de eurozone zijn berekend. In de tabellen ziet men dat deze wegingen op jaarbasis veranderen door veranderingen in het bestedingspatroon van de inwoners van de lidstaten. cp02 Alcoholic beverages, tobacco and narcotics minus Tobacco Itemscp022 weights for the euro area HICP cp03 Clothing and footwear cp04 Housing, water, electricity, gas and other fuels Total cp05 Furnishings, household equipment and routine maintenance of the house cp01 Food and non-alcoholic beverages cp06 Health cp02 Alcoholic beverages, tobacco and narcotics cp07 Transport minus cp022 Tobacco cp08 Communications cp03 Clothing and footwear cp09 Recreation and culture cp04 Housing, water, electricity, gas and other fuels cp10 Education cp05 Furnishings, household equipment and routine maintenance of the house cp11 Restaurants and hotels cp06 Health cp12 Miscellaneous goods and services cp07 Transport cp08 Communications cp09 Recreation and culture cp10 Education cp11 Restaurants and hotels cp12 Miscellaneous goods and services
Item weights for Euro area vs Netherlands Total cp01 Food and non-alcoholic beverages cp02 Alcoholic beverages, tobacco and narcotics © First Liability minus cp022 Matching Tobacco NV - KvK 34255937 cp03 Clothing and footwear
100,0% 16,1% 3,8% -2,3% 2007 7,0% 15,7% 100,0% 7,2% 16,0% 4,1% 4,1% 16,0% -2,5% 3,4% 7,1% 9,9% 15,9% 1,1% 7,5% 9,5% 4,2% 8,6% 16,2% 3,2% 9,7% 1,0% 9,4% 8,5%
2008 Euro area
Netherlands
100,0% 16,1% 3,8% -2,3% 7,0%
100,0% 13,8% 3,6% -2,1% 6,5%
5
06000 Gezondheid 07000 Vervoer 08000 Communicatie 09000 Recreatie en cultuur 10000 Onderwijs 11000 Hotels, café's en restaurants 12000 Diverse goederen en diensten 13000 Cons.geb. belast./overheidsdienst. 14000 Consumptie in het buitenland
1,1 -0,3 -1,3 0,3 -1,9 3,2 3 1,2 2,1
0 6,9 -5,1 -1,7 2,8 4,7 3,8 0,4 6,2
1,1% 11,3% 4,7% 10,2% 0,1% 4,6% 11,1% 3,4% 4,6%
1,2% 11,4% 4,1% 10,4% 0,1% 4,7% 10,8% 3,2% 4,5%
Inflatiegids, deel 1
Items weights for the euro area HICP
2007 2008 Aangezien het nu mogelijk is om inflaties tussen de verschillende lidstaten te vergelijken door Total
100,0%
100,0%
4,1%
3,8%
7,1% 15,9% 7,5% 4,2% 16,2% 3,2% 9,7% 1,0% 9,4% 8,5%
7,0% 15,7% 7,2% 4,1% 16,0% 3,4% 9,9% 1,1% 9,5% 8,6%
middel vanand deze HICPbeverages is het ook interessant om de verschillen de lidstaten onderling en met cp01 Food non-alcoholic 16,0% tussen 16,1% cp02 Alcoholic beverages, tobacco and narcotics
de eurozone weer te geven. We kunnen dan zien waarom -2,5% inflatie per-2,3% lidstaat verschilt. minus cp022 Tobacco cp03 Clothing and footwear cp04 Housing, water, electricity, gas and other fuels cp05 Furnishings, household equipment and routine maintenance of the house cp06 Health cp07 Transport cp08 Communications cp09 Recreation and culture cp10 Education cp11 Restaurants and hotels cp12 Miscellaneous goods and services
In de volgende tabel wordt een vergelijking gemaakt tussen de weging van de goederen en diensten van de HICP op het niveau van de eurozone en op het niveau van Nederland. Deze vergelijking kan nu gemaakt worden aangezien beide inflatiecijfers volgens dezelfde maatstaf zijn berekend. Verschillen tussen wegingen worden veroorzaakt door een verschil in bestedingspatroon.
Item weights for Euro area vs Netherlands Total cp01 Food and non-alcoholic beverages cp02 Alcoholic beverages, tobacco and narcotics minus cp022 Tobacco cp03 Clothing and footwear cp04 Housing, water, electricity, gas and other fuels cp05 Furnishings, household equipment and routine maintenance of the house cp06 Health cp07 Transport cp08 Communications cp09 Recreation and culture cp10 Education cp11 Restaurants and hotels cp12 Miscellaneous goods and services
2008 Euro area
Netherlands
100,0% 16,1% 3,8% -2,3% 7,0% 15,7% 7,2% 4,1% 16,0% 3,4% 9,9% 1,1% 9,5% 8,6%
100,0% 13,8% 3,6% -2,1% 6,5% 17,9% 8,0% 2,7% 14,9% 5,0% 12,0% 0,7% 6,5% 10,5%
Ondermeer door dit verschil in wegingen kan inflatie per land verschillen. Deze grafiek die het verloop van inflatie weergeeft laat dit duidelijk zien.
Inflatie en verwachtingen Hoewel inflatie moeilijk te voorspellen is, kan men verwachten dat over een langere periode gemeten de gemiddelde inflatie rond de 2% zou liggen. Het mandaat van de ECB is immers het realiseren van prijsstabiliteit met als doel de inflatie onder de 2% te houden. Dit hoeft echter niet te betekenen dat dit doel op korte termijn altijd gerealiseerd kan worden.
6
© First Liability Matching NV - KvK 34255937
Om de vraag te beantwoorden wat de
De volatiliteit in de lange termijn inflatie-
financiële markt(en) aan inflatie verwachten,
verwachtingen ligt beduidend lager.
bieden de markten voor inflatieproducten het antwoord. Eén van deze markten is de markt voor inflatiederivaten, de zogenaamde inflatieswapmarkt. Deze markt geeft impliciet de inflatieverwachtingen voor bepaalde looptijden weer, de zogenaamde inflatiecurve. Uit deze impliciete verwachtingen - in onderstaande grafiek weergegeven voor verschillende looptijden (50 jaar) - valt af te lezen dat de langere termijn inflatieverwachtingen tussen de 2,5% en de 2,7% liggen. Dit betekent dat “de markt” momenteel niet verwacht dat een inflatie van 2% mogelijk zal zijn. Hierbij moet echter wel de kanttekening worden gemaakt dat deze derivatenmarkt, net als iedere markt, sterk wordt beïnvloed door vraag en aanbod.
HET VERVOLG Nederlandse pensioenfondsen en inflatie Het doel van dit deel 1 van de Inflatiegidsen, uitgegeven door First Liability Matching, is om meer inzicht te geven in het begrip inflatie, het ontstaan van inflatie, de metingen ervan en de verwachtingen ten aanzien van inflatie. Het is geenszins onze bedoeling om een visie op de toekomstige ontwikkeling van de inflatie te geven. In deel 2 (uitgave eind oktober 2008) zullen we het effect dat inflatie heeft op de
Ontwikkeling verwachte inflatie
beleggingen
en
de
verplichtingen
van
Nederlandse pensioenfondsen uitleggen. Ook de verwachtingen met betrekking tot de inflatie zullen in de tijd fluctueren. De grafiek rechtsboven laat dit zien. Stijgende energieprijzen hebben bijvoorbeeld een grote invloed
In deel 3 (uitgave eind november 2008) geven we de belangrijkste (beleggings)technieken weer waarmee Nederlandse pensioenfondsen
op (korte termijn) inflatieverwachtingen. We
de negatieve effecten van inflatie kunnen
zien daar dan ook de hevigste fluctuaties.
voorkomen dan wel beheersen.
© First Liability Matching NV - KvK 34255937
7
Het Nederlandse beleggingsfonds First Liability Matching beschermt pensioenfondsen, ook kleine, tegen inflatie. Hoe? • Lage kosten door schaalvoordelen • Een professionele beleggingsinfrastructuur • Inmiddels l1,5 miljard aan waardevaste
pensioenen beschermd
• Voor en door Pensioenfondsen Mogen we u en/of uw bestuur dat eens uitleggen? Mail of bel ons en we maken ruim tijd voor u vrij. E-mail:
[email protected]
Telefoon: 030 298 2138
Drs. Stefan Ormel CFA RBA is Directeur Matchingbeleggingen bij First Matching Management BV Hij is onder meer specialist op het gebied van (het afdekken van) inflatieen renterisico’s voor pensioenfondsen.
De Inflatiegids is een uitgave van: First Liability Matching NV Graadt van Roggenweg 328 3531 AH Utrecht T 030 298 2138 / F 020 203 1224 www.First-LM.nl KvK 34255937 Beheerder First Matching Management BV Graadt van Roggenweg 328 3531 AH Utrecht KvK 27291685 De tekst in deze brochure is met zorg samengesteld en is informatief van aard. U kunt er geen rechten aan ontlenen. Utrecht, september 2008