Studium Generale, 13 maart 2014
Individuele of culturele cognitie?
Overzicht
Overzicht
• Mensen moeten functioneren als onderdeel van samenwerkende groepen
• Herhaald optreden van coördinatieproblemen → conventies
• Wat stelt hen daartoe in staat? • Bepaalde cognitieve vermogens: waar komen die vandaan? • Verhouding individu – cultuur
• Communicatieve conventies: taal • verandert door non-conventionele communicatie
• Conventies binnen conventies, o.a. literatuur • verandert door creatieve normdoorbreking, tevens ‘commentaar’ op conventies
Arie Verhagen
• Wat leveren conventies op? • alleen meer efficiëntie, of ook meer cognitief vermogen?
• Zijn er ook kosten en risico’s? 2
3
“Social brains”
“Social brains”
“Social brains”
• Voorwaarde voor coördinatie/coöperatie: inzicht in wat de ander weet, gelooft, van plan is, enz.
• Ideeën over mentale toestanden zijn in elkaar ingebed:
• Correlatie omvang neo-cortex – groepsgrootte primaten (Dunbar 1998)
• A weet • dat B gelooft • dat C van plan is • [enz.] • dat X
• Mensen hebben ideeën over de ‘mentale toestanden’ van anderen (ToM) • die zelf ook zulke ideeën hebben • en waarvan we weten dat ze die ideeën hebben
• “Meerdere-orde-intentionaliteit” • Bovendien: verschillende individuen hebben soms verschillende ideeën, ook over de mentale toestanden over anderen 4
• Homo sapiens: ±150 5
6
‘Gedachten lezen’
‘Gedachten lezen’
Taal
• Evidentie dat we vermogen tot (basale) 2e-orde intentionaliteit delen met naaste verwanten in natuur (Hare et al. 2001; De Waal 2005; Tomasello 2008) • Maar 3e-orde en hoger:
• Andere opvattingen
• Algemeen idee • Talen bevatten middelen, in de loop van de tijd gecreëerd door culturele evolutie, waarmee o.a. situaties van meervoudig ingebedde mentale toestanden weergegeven kunnen worden • Leveren ondersteuning (‘steigers’) zowel voor communicatie als voor denken over meerdere-ordeintentionaliteit
• Sociaal-cultureel verworven vermogen (vgl. lezen) Heyes (2012), ook Hutto (2008)
• Basis genetisch, ‘diep’ begrip van ingewikkelde gevallen geleerd in sociaal-culturele omgeving Tomasello (2008), Dennett (2000), Apperly & Butterfill (2009)
• uniek, alleen bij mensen (Dunbar 2003) • beperkt tot 5e/6e orde in meeste individuen
• Continuüm van posities
(Stiller & Dunbar 2007)
• Verwachting: verschillen tussen instrumenten, tussen en binnen talen
• Hoe kan culturele omgeving bijdragen aan deze complexe cognitieve vaardigheid?
• wordt uitgevoerd door ingebouwde mechanismen; “adapted mind” van Evolutionaire Psychologie
1
• Oorzaak: conventionaliteit, verschillende oplossingen voor zelfde soort probleem
(Barkow et al. 1992, Tooby & Cosmides 2005) 7
8
9
Taal: complementconstructies
Taal: woorden
Taal: woorden
• Grammaticale constructie
• Dalabon (N. Australia; Evans)
• Binnen een taal
• X denkt/weet/vindt/zegt/… dat P
Ka-h-kangurdinjirrmi-nj yangdjehneng 3sg-Ass-get.angry-PstPerf SuspendedCommitment bûrra-h-marnû-dulu-djirdm-ey 3duHARM.Subj>3sgObj-Ass-BEN-song-steal-PstPerf “Hij werd boos omdat (hij dacht dat) die twee zijn lied gestolen hadden.” Letterlijk: “Ik, spreker, verbind me hier niet aan”
• Training in die constructies bevordert ToM! (Lohmann & Tomasello 2003)
• Sommige talen hebben geen complementconstructie, wel andere middelen (Evans & Levinson 2009; cf. Evans 2012)
• Nederlands hij werd boos … omdat die twee blijkbaar z’n lied gestolen hadden. … omdat die twee z’n lied gestolen zouden hebben.
• Verschillende (grammaticale, lexicale) taalmiddelen die vergelijkbare functies vervullen: geheel hetzelfde of toch verschillen?
• Expliciet: neutrale houding van spreker. Geïmpliceerd: mentale toestand van personage 10
Talige weergave
• [Voor wat nu volgt: dank aan Max van Duijn!] 11
12
Talige weergave
Narratieve weergave
• Mensen hebben geen probleem om 2e-orde intentionaliteit te begrijpen, zowel in de vorm van een analytische bewering
• Bij meer lagen van inbedding gaat de vorm van de weergave uitmaken • een analytische beschrijving van de situatie aan het eind van de 2e acte van Shakespeare’s Othello, is uitermate ondoorzichtig… (cf. Dunbar 2008)
Ted weet dat Sarah weet dat de appel rood is.
[Het publiek gelooft] dat Iago wil dat Cassio denkt dat Desdemona wil dat Othello gelooft dat Cassio dacht dat hij een goede zaak diende
als in de vorm van een verhaal-achtige beschrijving (b.v. een strip…)
13
Toneelweergave
Talige weergave
Narratieve weergave • Perspectiefwisselingen (‘focalisatie’)
• Maar het stuk wordt al generaties lang begrepen en gewaardeerd …
15
14
• Zo ook: Sommige lexicale elementen ‘verlichten’ cognitieve last van meerdere-ordeintentionaliteit: ‘pakketjes’ • Structureel anders dan grammaticale inbedding
• Verschil in gebruik, rol?
• Episodische structuur van het verhaal
→ Bepaalde aspecten van de presentatie van informatie in Othello ‘verlichten’ de cognitieve last van het verwerken van meerdere-ordeintentionaliteit 16
• Wat voor soort ondersteuning bieden verschillende middelen?
17
18
Rol van lexicale elementen
Casus
Casus
• Hoe ziet meerdere-orde-intentionaliteit er uit in teksten ‘in het wild’?
• 14 februari 2013
• 14 februari 2013
• Pistorius’ vriendin Reeva Steenkamp overlijdt als gevolg van 4 schoten, gelost door Pistorius van achter de deur van het toilet • Moord of ongeluk? Hangt af van veronderstelde mentale toestand • Pistorius: Ik dacht dat er een inbreker was • Politie: Hij wist dat Reeva op het toilet zat • Anderen (getuigen, woordvoerders) hebben ook ideeën en perspectieven
• Casus: Zuid-Afrikaans atleet Pistorius (‘blade runner’), schoot zijn vriendin neer
•
• Verslagen in de media, ook over gedachten (inclusief gedachten over gedachten) 19
• Verslagen in de media, ook over gedachten (inclusief gedachten over gedachten) 20
21
Eind van de dag…
Talige weergave
Indirecte rede
• [Lezers hebben begrepen]
• In geen enkel nieuwsverslag van 14 februari 2013 wordt dit zo expliciet en uitputtend geformuleerd (natuurlijk)
• Athlete Oscar Pistorius allegedly accidentally shot dead his girlfriend at his house in Pretoria on Thursday morning, Beeld.com reported. • He had mistaken her for a robber, the Afrikaans daily reported on its website. • Police spokeswoman Captain Sarah Mcira confirmed she was shot in the arm and head. She died on the scene.
dat Beeld.com [etc.] meldde dat een woordvoerder verklaarde dat de rechercheur rapporteerde dat Pistorius beweerde dat hij niet wist dat zijn vriendin achter de toiletdeur zat toen hij daarop schoot.
• Het nieuws wordt nooit alleen maar in de vorm van complementconstructies gepresenteerd, • het wordt ook ‘ingepakt’, in meer ‘hanteerbare’ uitdrukkingen
• (SAPA, ‘Oscar Pistorius shoots girlfriend: report’, 14 februar1 2013). 22
23
24
‘Pakketjes’
Indirecte rede
‘Pakketjes’
• Athlete Oscar Pistorius allegedly accidentally shot dead his girlfriend at his house in Pretoria on Thursday morning, Beeld.com reported. • He had mistaken her for a robber, the Afrikaans daily reported on its website. • Police spokeswoman Captain Sarah Mcira confirmed she was shot in the arm and head. She died on the scene.
• JOHANNESBURG, Feb 14 (Reuters) – South African police said on Thursday a woman had been found dead at the Pretoria home of paralympic star Oscar Pistorius. • Local radio and online newspaper reports said the woman was understood to be Pistorius’ girlfriend and that he may have shot her after mistaking her for an intruder.
• JOHANNESBURG, Feb 14 (Reuters) – South African police said on Thursday a woman had been found dead at the Pretoria home of paralympic star Oscar Pistorius. • Local radio and online newspaper reports said the woman was understood to be Pistorius’ girlfriend and that he may have shot her after mistaking her for an intruder.
• (SAPA, ‘Oscar Pistorius shoots girlfriend: report’, 14 februar1 2013).
• (Reuters, ‘Woman found dead at Pistorius home - S.Africa police’, 14 februari 2013)
• (Reuters, ‘Woman found dead at Pistorius home - S.Africa police’, 14 februari 2013)
25
26
27
Perspectiefpakketjes
Perspectiefpakketjes
Perspectiefpakketjes
“Athlete Oscar Pistorius allegedly accidentally shot dead his girlfriend…” allegedly: EVIDENTIE VOOR CLAIM IS INDIRECT, VANHOREN-ZEGGEN, ANDEREN HADDEN GRONDEN VOOR
• Lexicale perspectiefpakketjes duiden een ‘topologie’ van mentale toestanden aan, waarop, in een context, situatie-specifieke details geprojecteerd worden
• Kàn samengaan met complementconstructie “Police spokeswoman Captain Sarah Mcira confirmed she was shot in the arm and head.” confirm P: X MELDT P AAN Z X WEET DAT [Q Y EERDER STELDE DAT P] X WEET DAT Z WEET DAT [Q Y EERDER STELDE DAT P] (technisch: Q is in de ‘common ground’ van X en Z; cf. Clark 1996) • ‘Uitpakken’ van bevestigen (of ontkennen…): komt al uit bij 3e orde intentionaliteit!
DIE CLAIM
accidentally: X BEOOGDE DAT P; WE WETEN DAT HET RESULTAAT AFWIJKT VAN DE BEDOELING “He had mistaken her for a robber…” “…he may have shot her after mistaking her for an intruder.” mistaken: X NAM A WAAR; WE WETEN DAT WAT X WAARNAM ALS A, IN WERKELIJKHEID B WAS 28
29
Perspectiefpakketjes
Cultureel gereedschap
• Woorden: conventionele oplossingen voor terugkerende communicatieve coördinatieproblemen
• Van “individuen die denken over elkaars mentale toestanden” • naar “groep waarin leden hun mentale toestanden coördineren”
• cultureel ontstaan, overgeleverd, bezit van groep • leren ervan maakt je tot volwaardig(er) lid van de groep, èn verschaft je cognitief gereedschap, waardoor je meer kunt dan je anders zou kunnen
30
“Dual inheritance”
• Cognitieve vermogens om in grote groepen te kunnen participeren: op zijn minst ten dele uit culturele evolutie 31
32
Taal en denken
Ruimtelijke relaties
• Wat voor effect heeft de verwerving van cultureel cognitief gereedschap voor individuele cognitie?
• In sommige talen ontbreken de relatieve ruimtelijke begrippen links en rechts (contra Kant…). Wel:
33
Ruimtelijke relaties
• Intrinsiek systeem: maakt gebruik van intrinsieke ruimtelijke eigenschappen van een object (‘aan de rugzijde van’, e.d.) • Absoluut systeem: gebruikt bv. windrichting (‘ten noorden van’) of een vaste lokale oriëntatie (‘aan de kant van de berg’)
• “Taal beïnvloedt denken” • Is dat zo? En hoe kun je die vraag wetenschappelijk onderzoeken? • Wat betekent het precies? Hoe kunnen we het inpassen in een omvattend beeld van leren (o.a. van ervaring)?
• Werkt de ruimtelijke cognitie van sprekers van zulke talen anders dan die van Nederlanders?
• Onderzoek: concretere fenomenen dan ToM 34
35
36
Ruimtelijke relaties
Ruimtelijke relaties
Ruimtelijke relaties
• Eerste experiment: laten beschrijven van plaatsing van ene object t.o.v. ander (mannetje – boom), in allerlei varianten
• Eerste experiment: laten beschrijven van plaatsing van ene object t.o.v. ander (mannetje – boom), in allerlei varianten
• Eerste experiment: laten beschrijven van plaatsing van ene object t.o.v. ander (mannetje – boom), in allerlei varianten
• Taak: toehoorder moet plaatjes in dezelfde volgorde krijgen als spreker • Vaststellen wat daadwerkelijk gebruikte systeem is – op grond hiervan voorspelling doen
• Taak: toehoorder moet plaatjes in dezelfde volgorde krijgen als spreker • Vaststellen wat daadwerkelijk gebruikte systeem is – op grond hiervan voorspelling doen
• Taak: toehoorder moet plaatjes in dezelfde volgorde krijgen als spreker • Vaststellen wat daadwerkelijk gebruikte systeem is – op grond hiervan voorspelling doen
• Tweede experiment: ‘geheugentest’
• Tweede experiment: ‘geheugentest’
• Pp moet opstelling 3 speelgoedbeesten op stimulustafel in zich opnemen en onthouden
37
Ruimtelijke relaties
• Pp moet opstelling 3 speelgoedbeesten op stimulustafel in zich opnemen en onthouden • Na 30 sec. afleiding: 4 beesten in handen, “Zet nu dezelfde rij neer” 38
39
Ruimtelijke relaties
Ruimtelijke relaties
• Soms moet de reconstructie plaatsvinden op een andere tafel, nadat de pp 180° gedraaid is
• Dus: aantoonbare invloed van talige ‘construal’ op niet-talige cognitie • Een taal levert concepten waarmee gebruikers de wereld cognitief ‘benaderen’: als kinderen hun taal verwerven, dan verwerven ze tegelijk de cognitieve instrumenten van hun cultuur • ‘Taal beïnvloedt denken’: Sapir-Whorfhypothese, Linguïstische relativiteitshypothese
• Zie panel 2; dit is waar het om ging
• Resultaat (panel 3): moedertaalsprekers van ‘relatieve’ talen (Nederlands, Engels, …) doen het systematisch anders dan die van ‘absolute’ talen (Arrernte, Tzeltal, …)
• Lang verguisd, nu weer in ere hersteld (in deze specifieke vorm) • Geen absolute beperking (zie ook verderop) 40
41
42
Verklaring
Verklaring
Neveneffecten
• ‘Thinking for speaking’ (Slobin)
• ‘Thinking for speaking’ (Slobin)
• Grammaticaal geslacht en het geheugen • Proefpersonen: studenten in Amerika, moedertaalsprekers van Spaans en Duits
• Leren van taal traint het cognitieve systeem om te letten op conceptuele categorieën die in de taal gecodeerd zijn → automatische routines voor conventionele concepten, vooral bij hoge frequentie • Onthouden van situaties met kenmerken die in de taal gecodeerd zijn, maakt snellere taalproductie mogelijk • Geheugenopslag op een taalspecifieke manier is dus voordeliger dan onthouden op een algemene, taalonafhankelijke manier
• Taak: schrijf op welke eigenschappen je associeert met dit ding:
Lera Boroditsky 43
44
45
Neveneffecten
Neveneffecten
Der Schlüssel [MNLK] La llave [VRWLK]
Neveneffecten
Duits
Spaans
Duits
Spaans
awkward expensive hard heavy jagged (2) lost (2) metallic missing precious secure serrated small unique (2) useful worn
brass bronze golden (3) intricate large little lovely magic necessary practical privileged shaped shiny (2) tiny (2) yellow
awesome beautiful (4) congested desirable elegant extended fragile heavy metal narrow paved peaceful pretty short slender useful
big dangerous enormous expansive grand laborious large long (3) secure spanning strong (2) sturdy (2) thrilling towering
Die Brücke [VRWLK] El puente [MNLK]
• Nieuwe proefpersonen: Amerikaanse studenten die geen Spaans of Duits kennen - Taak: deel de bijvoeglijke naamwoorden in als “meer mannelijk” of “meer vrouwelijk”
47
46
Neveneffecten
Neveneffecten
48
‘Variatie in denken’
• Communicatie gaat nu eenmaal het vlotst als je je aan de normen van de gemeenschap houdt • Effect: “Taal beïnvloedt denken” • ook als die geconventionaliseerde concepten niet per se nuttig meer zijn (afgezien van hun conventionele status)
Engels
• = “Cultuuronafhankelijk denken wordt ‘omgevormd’ door cultuur”? • of • = “Er is variatie in denken tussen culturen”? (Davidoff, Roberson, et.al. Nature. 1999) 49
Berinmo
50
51
‘Variatie in denken’
‘Variatie in denken’
‘Variatie in denken’
• Hoe ontstaan zulke verschillen?
• 1) Individuen interageren met omgeving: objecten leren onderscheiden o.g.v. kleur
• 1) Individuen interageren met omgeving: objecten leren onderscheiden o.g.v. kleur
• Luc Steels: modelleren met behulp van interacties tussen robots, in een omgeving.
• vgl. kleur als indicatie van rijpheid, giftigheid, … • door ‘trial and error’ • gaandeweg vormt iedere robot een indeling
• vgl. kleur als indicatie van rijpheid, giftigheid, … • door ‘trial and error’ • gaandeweg vormt iedere robot een indeling
• 2) Individuen communiceren ook met elkaar
• 2) Individuen communiceren ook met elkaar
• “Geef mij er eentje van kleur X” • gaandeweg vormen ze een conventioneel systeem van kleurtermen
• “Geef mij er eentje van kleur X” • gaandeweg vormen ze een conventioneel systeem van kleurtermen
• Is er variatie in de kleurcategorieën? 52
• Is er variatie in de kleurcategorieën? 53
54
‘Variatie in denken’
‘Variatie in denken’
• In situatie 1:
• In situatie 2:
Grote Overgangen • → meercellige organismen • → sociale groepen
• Convergentie naar dezelfde categorieën • moet tegelijk!
• bijen, mieren, … • .. en mensen
• Tussen-individuele variatie verdwijnt • ‘Keert terug’ op populatie-niveau =cultuurverschil!
• Relevante variatie (voor reproductie en selectie) verplaatst van individueel naar populatie-niveau
• Intraculturele homogeniteit en interculturele diversiteit: twee kanten van dezelfde medaille 55
• cel – organisme, werk(st)er – zwerm, … • cognitieve categorie – taal, cultuur
1995 56
57
Variatie binnen cultuur
Variatie binnen cultuur
Ter afsluiting
• Maar enige variatie tussen ideeën blijft in cultuur wel van belang • Hutchins 1995:
• Maar enige variatie tussen ideeën blijft in cultuur wel van belang • Hutchins 1995: verschillende mate van toegang tot evidentie in omgeving
• Ontstaan van conventies, als evolutionair stabiele strategieën, vormt een mechanisme waarmee culturele fenomenen te zien zijn als voortkomend uit de natuur, zonder principiële discontinuïteit
58
Enige literatuur Lera Boroditsky (2011), How Language Shapes Thought. Scientific American 304: 62-65. John A. Lucy (1997), Linguistic Relativity. Annual Review of Anthropology 26: 291-312. Dan I. Slobin (1996). From “thought and language” to “thinking for speaking”. In: J.J. Gumperz and S.C. Levinson (eds.), Rethinking linguistic relativity. Cambridge University Press, pp.70-96. Luc Steels & Tony Belpaeme (2005), Coordinating perceptually grounded categories through language: A case study for colour. Behavioral And Brain Sciences 28: 469-529. 61
• Wel een ‘Grote Overgang’, met ook weer eigen bijzondere kenmerken en processen, waaronder productieve interactie met niet-conventioneel gedrag • Beginpunt van culturele evolutie van verdere ‘verdiepingen’ van cultuur • En effecten op niet-culturele fenomenen (cognitie) 59
60