Engels op Niveau
B1 Workshops – Typisch Engels
B1 Typisch Engels Bestuderen Veelgemaakte fouten Inleiding In dit deel gaan we enkele veelgemaakte fouten bespreken die Nederlanders maken als ze Engels spreken en schrijven. False friends ‘Valse vrienden’ zijn woorden uit twee talen die qua vorm op elkaar lijken, maar waarvan de betekenis anders is. Zo bestaat zowel in het Nederlands als het Engels het woord ‘worst’. De vertaling van het Nederlandse ‘worst’ is in het Engels ‘sausage’, terwijl het Engelse ‘worst’, ‘ergst, slechtst’ betekent. Eén woord, twee vertalingen Sommige woorden lijken op elkaar omdat je in het Nederlands één woord hebt, en in het Engels twee woorden die elk net iets anders betekenen. Kijk maar:
lenen
leren
uitlenen
to lend
lenen van iemand
to borrow
aanleren / onderwijzen
to teach
zelf leren
to learn
www.foksuk.nl
To have Veel Nederlanders die “Ik heb mijn huiswerk gemaakt." in het Engels willen vertalen, zeggen “I have done my homework.” De Engelsen zeggen : “ I did my homework.” “I have done my homework” zeg je alleen als het net klaar is. De constructie met ‘have’ gebruik je alleen voor recente gebeurtenissen of als de handeling nog niet is afgelopen. Dus: wel afgelopen => geen ‘have’.
2
© Instruct b.v.
Engels op Niveau
B1 Workshops – Typisch Engels
British versus American Inleiding We worden tegenwoordig heel veel met Engels geconfronteerd, op tv, de radio en via de computer. Veel Engels is Amerikaan Engels. Of je de voorkeur geeft aan Brits Engels of aan Amerikaan Engels heeft te maken met smaak. Wat belangrijk is, is dat je consequent bent in je taalgebruik en dat je de standaardtaal gebruikt. Let dus op met ‘leuke’ accenten en invloeden van subculturen, moderne computertaal en dergelijke. Ook het Amerikaans heeft een officiële standaardtaal met vastgelegde grammatica- en spellingsregels en een standaarduitspraak. We zullen verder verwijzen naar Brits Engels en Amerikaans Engels met BR en AE. Woordenschat Bijlage 1: Woordenlijst
De meeste woorden hebben dezelfde betekenis in AE en BE. Daarom verstaan Amerikanen en Britten elkaar en ons als we één van deze twee standaardtalen spreken. Dat is natuurlijk heel erg handig. Het lijkt een beetje op de verschillen en overeenkomsten tussen Nederlands en Vlaams. Let wel op, want niet alle woorden zijn hetzelfde. Voor sommige begrippen hebben de Amerikanen andere woorden dan de Britten. We hebben een lijst voor je gemaakt met de meest voorkomende verschillen. Zie bijlage 1. Spelling We bespreken hier twee belangrijke verschillen in spelling tussen BE en AE.Het eerste verschil betreft het gebruik van s en z. Kijk even naar het volgende voorbeeld: Bijvoorbeeld:
Voorbeeld
to recognize - to recognise to organize - to organise
Voorbeeld
organization - organisation realization - realisation Het tweede verschil is dat tussen ‘ou’ en ‘o’ in een woord. Kijk weer even naar het voorbeeld:
Voorbeeld
colour - color
3
© Instruct b.v.
Engels op Niveau
B1 Workshops – Typisch Engels
Grammatica Er zijn ook een paar opvallende grammaticaverschillen. We beginnen met een belangrijk verschil in gebruik van twee grammaticale tijden. Kijk even naar het volgende voorbeeld en beantwoord de bijbehorende vraag: Voorbeeld
“I have eaten lunch. “
Voorbeeld He is in the hospital. < - > He is in hospital. In BE gebruik je geen ‘the’ als je verwijst naar het gebruik, de functie van een gebouw. Je doet dus hetzelfde met ‘prison’. In AE mag je wel ‘the’ gebruiken. Dat lijkt dus meer op wat wij doen in het Nederlands. Dit verschil zie je ook bij maaltijden en seizoenen. Als je seizoenen en maaltijden in het algemeen bedoelt, dan gebruik je in BE geen ‘the’. Kijk maar: BE
AE
I enjoyed lunch
I enjoyed the lunch
It is always hot in summer
It is always hot in the summer
4
© Instruct b.v.
Engels op Niveau
B1 Workshops – Typisch Engels
Oefenen Common errors 1 Dutch – English Number of persons: 1 Estimated time: 5 minutes 1. Make a list of at least five Dutch and English words that are similar both in writing and meaning. 2. Can you also think of some false friends? 3. Put the lists in your portfolio. 2 Dunglish Voor deze oefening heb je een Internet-aansluiting nodig. Number of persons: 1 Estimated time: 30 minutes 1. Go to the following site: http://www.dunglish.nl/ 2. Read at least two of the articles on this site. 3. Write down in two or three sentences what these articles are about. 4. Put these summaries in your portfolio. 5. Now, find at least five example of Dunglish yourself. 6. Write down: o The sentence o A description of the context o Why this is wrong o How it should have been said or written down 7. Put everything in your portfolio. 3 Dunglish II There is a great little book about Dunglish: ‘I always get my sin.’ Number of persons: 1 Estimated time: 30 minutes 1. Buy/borrow this book and select 20 sentences from this book. 2. Write down: a. these sentences b. why these sentences are incorrect c. what the correct way of saying this would be 3. Put the results in your portfolio.
5
© Instruct b.v.
Engels op Niveau
B1 Workshops – Typisch Engels
4 Your work Now that you studied some of the most common errors Dutch people make, you might take another look at your own work. Number of persons: 1-2 Estimated time: 30 minutes 1. Find someone to work with if you like. A second opinion might be very useful! 2. Find a sample of your own work in English. 3. Read it critically. Can you find any mistakes yourself? 4. Ask someone else to read your work as well. Can he/she find any mistakes? 5. Do the same for your partner. 6. Put everything in your portfolio. 5 A critical eye We want you to cast a critical eye on the things you read and hear. Number of persons: 1-2 Estimated time: 1. Collect as many example of English gone wrong as you can. Of special interest may be advertisements, commercials, sales brochures, flyers, etc. 2. Find someone to work with if you like. 3. Write down: o the sentences o the context 4. Explain what went wrong. 5. Write down a better sentence (even if it is in Dutch) 6. Put the results in your portfolio.
6
© Instruct b.v.
Engels op Niveau
B1 Workshops – Typisch Engels
British versus American Exercise
You are going to do an exercise for practice. Deze oefening staat op www.instruct-online.nl Put the results in your portfolio.
1 Vocabulary Bijlage 1: Woordenlijst
Let’s find out if you know all the words on the list. Number of persons: 1 Estimated time: 30-45 minutes 1. Download the document. 2. Indicate all the words you never heard of before. 3. Answer the following questions: o How many words are new to you? o Are these words British or American English? 4. Learn these words by heart. 2 Test For this assignment you are going to study the difference between AE and BE. Number of persons: 2-3 Estimated time: 45-50 minutes 1. Find one or two persons to work with. 2. Find a number of short texts on the internet for your partner. 3. Before you hand these texts to your partner you should determine if these texts are BE or AE. Also, indicate how you can tell. Make sure there are both British and American texts. 4. Exchange texts. 5. Read the texts you have now. 6. Mark all the words and phrases which tell you if this text is AE or BE. 7. Discuss your work with your partner. 8. Put everything in your portfolio.
7
© Instruct b.v.
Engels op Niveau
B1 Workshops – Typisch Engels
3 Make a change Can you change BE into AE or vice versa? Number of persons: 1-2 Estimated time: 30-45 minutes 1. Find someone to work with if you like. 2. Find an AE text and a BE text. You can use the texts you found for assignment 2. 3. Rewrite these texts. The AE text should be rewritten using BE and vice versa. 4. When you are done, ask someone to read and evaluate your work. 5. Ask your teacher to have a look as well. 6. Answer the following questions when you are done: a. Was this assignment difficult or easy? b. Which was more difficult to do? Rewriting the AE text into BE or the other one? c. Explain why. 7. Put everything in your portfolio.
4 A little study So far, we focused on reading and writing. What about listening and speaking? Number of persons: 1-2 Estimated time: 20-40 minutes 1. Find someone to work with if you like. 2. Find and listen to both an American programme and a British programme. 3. Describe the differences. 4. Which sounds are different? 5. Do British and American people behave differently as well? Can you describe these differences? 6. What’s the same? Describe. 7. Put everything in your portfolio.
8
© Instruct b.v.
Engels op Niveau
B1 – Workshops – Typisch Engels – Bijlagen
Bijlage 1: Woordenlijst Nederlands
Amerikaans
Brits
achtbaan achteruitkijkspiegel advocaat afwassen sterke drank aubergine bad begane grond benzine biljet bioscoop boter-kaas en eieren brievenbus broek bumper B.V. (besloten vennootschap) chips courgette dak (auto) doodlopende weg doorverbinden drogisterij eerste verdieping enkeltje film flat/appartement fopspeen gordijnen gum handtas herfst injectie/prik interlokaal gesprek kade kan kentekenplaat kinderwagen kippenvel klas kledingkast koekje kofferbak kraan lift luier makelaar met of zonder melk metro motorkap omleiding panty parkeerplaats
rollercoaster rear view mirror attorney to do the dishes liquor eggplant baththub first floor gas bill movie house/theatre tic-tac-toe mail box pants fender incorporated chips (potato) zucchini top dead-end to connect drug store second floor one way ticket movie apartment pacifier drapes eraser purse fall shot long distance wharf/pier pitcher license plate baby carriage/buggy goose bumps grade closet cookie trunk faucet elevator diaper realtor with or without? subway hood detour pantyhose parking lot
big dipper wing mirror barrister, solicitor to wash up spirits aubergine bath ground floor petrol bank note cinema noughts and crosses pillar box trousers wing/mudguard limited crisps courgettes roof/hood cul-de-sac to put through chemist's shop first floor single ticket film flat dummy curtains rubber handbag autumn jab trunk call quay (say: key) jug number plate pram goose pimples class/form wardrobe biscuit boot tap lift nappy estate agent black or white tube/underground bonnet diversion tights car park
© Instruct b.v.
Engels op Niveau
B1 – Workshops – Typisch Engels – Bijlagen
patat pit plakband poedersuiker pompstation post postcode punaise punt receptie receptionist€ regenjas rekening reserveren retourtje rij rooster rotonde schoenveter snelweg stoep stofzuiger stopcontact suikerspin toilet tuin vakantie veertien dagen verkoper/verkoopster verloren voorwerpen versnelling voetbal voorruit vrachtwagen vuilnis vuilnisbak wandelwagen washandje waterijsje
French fries pit Scotch tape powdered sugar gas station mail zipcode thumb tack period front desk desk clerk raincoat check to make a reservation round trip ticket line schedule traffic circle shoestring freeway sidewalk vacuum cleaner outlet/socket cotton candy restroom yard vacation, recess two weeks sales clerk/sales girl lost and found gear shift soccer windshield truck garbage/trash garbage can/trash can stroller washcloth, washrag popsicle
woonkamer zaklamp ander de gesprekskosten laten betalen
living room flashlight
chips stone sellotape icing sugar filling station post postal code drawing pin full-stop reception receptionist mackintosh bill to book return ticket queue time table roundabout shoelace motorway, highway pavement hoover power point candy floss toilet garden holiday fortnight shop assistant lost property gear lever football/soccer windscreen lorry rubbish dustbin/bin pushchair (face) flannel ice lolly sitting room/lounge/drawing room/living room (pocket) torch
call collect
reverse charges
© Instruct b.v.