Uitwerkingen
Nederlands foutloos schrijven en spreken
Deze uitwerkingen horen bij Taalwijzer deel 1 en deel 2, ISBN-nummers 978-90-415-0571-2 en 978-90-415-0572-9. Lay-out en opmaak: NTI DTP Studio, Leiden © 2012, NTI bv, Leiden Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Module 1 Tekstinzicht Vragen bij tekst 1 1 2 3
4 5 6 7 8 9 10
A. Verslavingsgedrag. B. de MP3-speler heeft veel negatieve bijverschijnselen. De alinea dient als inleiding voor de rest van de tekst. Deze alinea geeft in het kort de kern van het probleem weer. De alinea zorgt ervoor dat een mogelijke lezer nieuwsgierig wordt. De alinea citeert een boze briefschrijver. Omdat het een citaat is, is de alinea schuingedrukt. Een agressieve houding (reactie). Bernadette Jans heeft een prima oplossing gevonden. Nederland kent, gelet op het aantal inwoners, de meeste MP3-gebruikers van de hele wereld. Omdat oudere MP3-spelers worden vervangen door exemplaren met de nieuwste snufjes en omdat ook ouderen de MP3-speler ontdekken. Omdat we in een individualistische tijd leven. (Eigen mening.) Alinea VIII noemt de brieven die de NS jaarlijks ontvangen; alinea I is een gedeelte uit zo’n brief.
Vragen bij tekst 2 t/m 5 Tekst 2 en 3 zijn informatief, tekst 4 is overtuigend, tekst 5 is amuserend. Vragen bij tekst 6 1 2 3
4 5 6 7 8a b 9
A. romantische tv-series. B. soapseries hebben de hoogste kijkcijfers. er → meeleven met spannende, romantische tv-verhalen. ervoor → dramaseries vol hartverwarmende en bloedstollende verwikkelingen die om de haverklap werden onderbroken voor zeepreclame. hij → Charles. haar → juffrouw Annie. deze → Goede Tijden, Slechte Tijden. hij → Goede Tijden, Slechte Tijden. dat → het in de prullenbak gooien van de eerste vijftig afleveringen. Opsommend verband. D. concluderend. B. huilen. Hij wil ermee duidelijk maken dat soaps enorm populair zijn. Momenten die de kijker als ’t ware de buis inzuigen. Letterlijk: iemand die met zijn vingers nog net aan de rand van de rots blijft hangen. Op dat moment wordt er gestopt. De vraag is dan natuurlijk: blijft de cliffhanger hangen of stort hij in de diepte? Die vraag wordt na de reclame of in de volgende aflevering beantwoord. Het gevolg is dat iemand zijn leven laat leiden door het uitzendtijdstip van de soap. Uitwerkingen
3
10
Amerikanen kunnen het zich permitteren om slechte afleveringen nooit uit te zenden. Wij hebben daar het geld niet voor. De schrijver wil daarmee zeggen dat het logisch is dat de populaire figuur met geheugenverlies terugkeert in de serie, want op geen andere manier was zijn terugkomst te verklaren geweest. De schrijver is niet echt enthousiast over soaps. U kunt dat bijvoorbeeld opmaken uit de titel en uit de laatste zin van de tekst. B. informeren.
11 12 13
Vragen bij tekst 7 1a b 2 3a b 4 5 6
7 8 9 10
11 12
13 14
4
In de eerste zin van alinea V: De andere kant is ook tevreden... Opsommend verband. De andere kant is ook tevreden: de winkeliers dus en de hotelhouders en de autoverhuurders. Wie een creditcard heeft, kan heerlijk vrij besteden, maar niet alle benen kunnen die luxe dragen. De veiligheid van de creditcard is voor de organisaties een uiterst belangrijk punt. Mogelijk ook de laatste zin: (Hoe dan ook,) een creditcard is een waardevol ding en het is dus de moeite waard er goed op te passen. In de toekomst zal de creditcard zelf en het gebruik ervan enigszins veranderen. Kernzinnen van het antwoord van vraag 2, 3 en 4. zij → zeer goede vrienden. daarbij → vreemd geld kopen. ze → de winkelier, de hotelhouder en de autoverhuurders. dat → het nooit wisselgeld teruggeven. Waarschijnlijk voorzag MacNamara het visitekaartje van zijn handtekening. Bij het restaurant zal de handtekening van MacNamara bekend zijn geweest. Letterlijk: ze zijn nu bruikbaar vanaf het begin van ons leven totdat we doodgaan. Ze zijn tijdens ons gehele leven bruikbaar, je kunt de creditcard voor vrijwel alles gebruiken. B. er is heel gemakkelijk mee om te gaan. – de gebruiker hoeft geen geld bij zich te hebben; – hij kan (dus) niet meer zo gemakkelijk worden bestolen; – hij hoeft geen vreemd geld bij zich te hebben in het buitenland; – (er is geen koersverlies); – de rekening komt een maand later; – als je een auto huurt, hoef je geen borgsom te betalen. Voordelen voor de middenstand: – men hoeft geen wisselgeld terug te geven en men hoeft dus minder geld in kas te hebben; – daardoor is de kaart minder aantrekkelijk voor dieven. Nadelen: – de middenstand moet een bepaald percentage van het bestelde bedrag aan de creditcardorganisatie betalen. – boven een bepaald bedrag moet de winkelier even bellen ter controle. Dit laatste nadeel zal binnenkort verdwijnen (is tegenwoordig al voor een groot deel verdwenen, omdat er computers worden gebruikt). – men kan de creditcard niet meer gebruiken. – wellicht moet men de schuld in één keer terugbetalen – of men krijgt in het ergste geval de deurwaarder op bezoek. C. De kaart kan na melding over de hele wereld niet meer worden gebruikt.
Nederlands foutloos schrijven en spreken
15 a De schrijver benadrukt veel meer de voordelen van de creditcard dan de nadelen. De nadelen komen vrijwel niet aan de orde. b De schrijver denkt zeer positief over de creditcard. c De tekst is eigenlijk ook overtuigend. De schrijver laat de voordelen van de creditcard nadrukkelijk uitkomen. Vragen bij tekst 8 1 2 3 4 5
Onverantwoord trimmen (of iets dergelijks). Veel trimmers trainen onverantwoord. Als een zwerm sprinkhanen storten ze zich elk weekeinde op bossen en trimbanen. Is sport eigenlijk wel zo goed? De groep met de meeste risico’s: mannen die een hele tijd niets meer aan sport gedaan hebben en dan weer beginnen als voorheen. 6 Regel 12. In deze regel wordt een reactie gegeven op de stelling ‘Sport is goed voor u’. 7 De schrijver geeft een sprekend voorbeeld in de vorm van een ‘humoristisch verhaaltje’. 8 Eigenlijk niet. De alinea bevat geen samenvatting of conclusie van de hele tekst. Er is ook geen verwijzing naar de eerste alinea. 9 a ze → de trimmers(, of zoals ... de joggers). dat → een ‘half marathonnetje’. (Of op een enkele dag) een ‘rondje IJsselmeer’. het → als de mensen zich meer gaan bewegen. het → een ‘loopje’ van tien kilometer. zulke → Mannen ... of te fietsen. b Ze moet verwijzen naar een woord in het meervoud. Ze verwijst naar de doorsneehuisarts en dat is enkelvoud. c Zijn moet verwijzen naar een woord in het enkelvoud. Zijn verwijst echter naar de trimmers (meervoud). 10 D. Ze trimmen zonder zich te laten keuren. De grootste fout is dat trimmers zich niet laten keuren. Let vooral op de alinea’s V, VI, X en XI. Zie ook vooral in regel 32. 11 B. De recreatieve sporters. Er wordt veel getrimd uit een soort sociale dwang. Zie ook de regels 15-16 “...het mag niet voortkomen uit een soort sociale dwang – die ander trimt tenslotte ook – ...” en 58-59 “Aan trimmen begin je niet zelden gewoon omdat ‘iedereen het doet’.” 12 A. een zwerm sprinkhanen – half marathonnetje – rondje IJsselmeer. Met een zwerm sprinkhanen worden de trimmers min of meer belachelijk gemaakt; met half marathonnetje en rondje IJsselmeer wordt het stoere gedrag, de neiging tot grootspraak, op de hak genomen. 13 A. Uit de regels 3-6: “Je hoort ... sporters.” Ze beweren weliswaar dat het echt niet om een bepaalde prestatie gaat (r. 7-8). Maar daar gaat het natuurlijk wel om, je hoort er immers niet meer bij als je geen ‘half marathonnetje’ of een ‘rondje IJsselmeer’ hebt volbracht. 14 B. Gezond willen bewegen. Prof. Pool zegt: “Het is natuurlijk een gezonde zaak als de mensen zich meer gaan bewegen.” (r. 13-14) (B). “...het mag niet voortkomen uit een soort sociale dwang...” (r. 15-16) (C is fout) “...en het mag helemaal geen kwestie worden van inspelen op angstgevoelens.” (r. 16-17) (A is fout) “Het gaat lang niet alleen maar om het afslanken.” (r. 53) (D is fout). Uitwerkingen
5
15 16 17
A. De trimmers die eenzelfde prestatie willen leveren als vroeger. A. Ze menen dat een keuring weinig voorstelt. – Artsen worden er slecht voor betaald. – Een huisarts ziet iedere maandagmorgen weer geblesseerde sporters in zijn wachtkamer, hij kan daarom dat hele trimgedoe nauwelijks nog serieus nemen. 18 Omdat naast nut, trimmen ook gevaar met zich meebrengt. 19 Nee, want een trimmer moet zich regelmatig laten keuren. 20 a Omdat de mensen in de toekomst steeds meer vrije tijd zullen krijgen. b Door nog meer SMA’s en door het verstrekken van nog meer voorlichting. 21 Voor veel trimmers is het beoefenen van hun hobby een passie. Helaas kennen veel trimmers hun grenzen niet. 22 Met buiken als globes en een hoofd dat reeds halverwege bijna uit elkaar dreigt te barsten. 23 VIII Veel trimmers trainen niet alleen om af te slanken. IX Ze trimmen ook om een hartinfarct te voorkomen. X Veel trimmers laten zich niet onderzoeken bij een SMA. XI Maar een trimmer moet zich minstens één keer per jaar laten onderzoeken bij een SMA. XII Met het begrip gezondheid heeft het woord trimmen inmiddels niet veel meer te maken. Vragen bij tekst 9 1 2 3
Tekst 9 is niet echt informatief, maar meer een persoonlijke beleving. De tekst is dus subjectief. Tekst 8 geeft meer feiten dan tekst 9. – tekst 8 is geschreven ‘van buiten af ’, tekst 9 ‘van binnenuit’. – tekst 8 geeft controleerbare feiten, tekst 9 een subjectieve sfeerbeschrijving. Ter beoordeling van de docent.
4
Vragen bij tekst 10 1
2 a b c d
3 4 5 6 7 8 9 a b 10 6
hun → de kledingreparatiewinkel. Het verwijswoord is niet juist gebruikt, want kledingreparatiewinkel staat in het enkelvoud, terwijl hun het meervoud aangeeft. het → dochters met naald en draad te leren omgaan. ze → de heren (r. 22-23) dat → dat er van elke klantensoort alleen nog maar meer bijkomen. De heren schrikken van de prijs van de reparatie/de rekken in de reparatiewinkels zijn het meest gevuld met herenkleding. Tegenstelling. Beide geven een opsommend verband. Concluderend verband. Doordat hij slecht betaalde en illegale werknemers in dienst had. A. Hij zo lekker zit. Ze kopen of huren allemaal een pand en beginnen op goed geluk. Ze hebben allen vroeger het kleermakersvak beoefend. Er komen steeds minder Nederlandse kleermakers. Elf alinea’s. De eerste zes vormen het eerste deel, de volgende het tweede deel. Eerste deel: waarom er steeds meer kledingreparatiezaken verschijnen. Tweede deel: waarom het vooral Turken zijn die kledingreparatiezaken opzetten. A. De titel functioneert als blikvanger.
Nederlands foutloos schrijven en spreken
11
Er valt geld mee te verdienen (een gat in de markt). Woordspeling: al die zaken hebben iets met ‘gouden’ in hun naam. 12 B. De rits. 13 C. rotklusjes als ritsen inzetten. 14 – Vrouwen hebben geen zin of tijd om kapotte kleding te herstellen. – Gescheiden mannen kunnen geen kleding repareren, die moeten het wel door de reparateur laten doen. – Toenemende, gedwongen zuinigheid zorgt ervoor dat kleren moeten worden vermaakt. – Vrouwenkleding moet worden ingenomen of uitgelegd, al naar gelang er is gelijnd of te veel is gegeten. – Jongeren laten hun oude spijkerbroek oplappen, omdat-ie zo lekker zit. 15 Te veel (r. 43). 16 A. Door angst om het aanzien van de familie te verliezen. 17 a Geldproblemen. b Turken leveren slecht werk. 18 C. Voor een kledingreparatiewinkel is geen vestigingsvergunning nodig. 19 C. Omdat er ontheffing kan worden gegeven aan wie kan bewijzen dat hij het kleermakersvak verstaat. 20 Informatief, want de tekst geeft informatie over kledingreparatiewinkels, niet in (spannende of humoristische) verhaalvorm, terwijl de schrijver ook niet de lezer tot een bepaald standpunt probeert over te halen. 21 III Steeds minder vrouwen hebben er zin in kleding te repareren. IV De rekken in de reparatiewinkels zijn het meest gevuld met herenkleding. V De toenemende, gedwongen zuinigheid zorgt voor aanvoer van andere klanten: veel kleding moet worden aangepast. VI Bij dameskleding gaat het vaker om uitleggen of innemen. Er is ook nog een groep jongere klanten die de spijkerbroek brengt voor een onderhoudsbeurt. Er komen wel meer klanten bij, maar niet meer reparatiewinkels. Vragen bij tekst 11 1 a Dialecten. b Dialect spreken is niet verkeerd. 2 ze → de platpraters. daar → boven de grote rivieren. het → wie het niet sprak, was dus ook niet beschaafd. dat → tijdschriften uitgeven die in het dialect zijn geschreven. 3 a Tegenstellend verband. b Maar. c Tussen alinea’s IV en V. 4 Dan ook. 5 Een paar. De namen van de leerlingen. 6 In de titel rijmen de woorden gebekt en dialect. Iemand die goed gebekt is, kan vlot en handig praten, gebruikt zijn taal met gemak. 7 B. geen bepaald dialect. 8 Spraakkunst of grammatica. 9 De standaardtaal (of het Nederlands). 10 D. je dan zou denken dat iemand die geen ABN spreekt, niet beschaafd is. Uitwerkingen
7
11 12 13 14 a b 15 16 17
B. de taal die je het eerst leert spreken, het diepst zit. Nee, want bijna niemand weet hoe een dialect precies moet worden geschreven. D. Het Fries heeft een eigen spelling en grammatica. De stadsdialecten. De andere dialecten (plattelandsdialecten). Ter beoordeling van de docent. Positief. Bijvoorbeeld de laatste zin van de tekst: “En als die taal ‘plat’ is, dan is daar niets op tegen”. I Vrijwel iedereen spreekt een dialect. II Ongeveer 400 jaar geleden sprak iedereen in Nederland zijn eigen dialect. De basis voor het ABN, de standaardtaal, is de taal van Holland met Vlaams-Brabantse invloeden. Haast iedere Nederlander kan de standaardtaal spreken. III Maar een echte plat prater raakt zijn dialect nooit meer kwijt. IV Er wordt tegenwoordig alles ondernomen om het dialect te behouden. V Stadsdialecten zijn niet geliefd, maar met ieder ander dialect kun je goed door het leven. VI Met een dialect kun je prima uit de voeten in je eigen omgeving. VII Ondanks de standaardtaal bestaan de dialecten na vierhonderd jaar nog steeds.
Vragen bij tekst 12 1
Het inleidende stukje van tekst 11 introduceert gelijk het onderwerp van de tekst. Bij tekst 12 is dat niet het geval. En als ik wat zei, zeiden ze me heel overdreven na. De schrijfster heeft een andere houding ten opzichte van dialecten dan de schrijver van tekst 11. Ze zegt namelijk ‘iets’ over het Groningse accent van haar medeleerlingen. De schrijfster past niet haar ‘kleding’ aan aan de mensen met wie ze omgaat: ze gebruikt niet dezelfde taal als de mensen om haar heen.
2 3 4
Vragen bij tekst 13 1 2 a b 3 4 a
5
6 7 8
b c
Alinea I. (Ook mogelijk als antwoord: I, II en III, omdat in alinea IV de oorzaken worden gegeven.) Bij alinea VIII. Het eerste deel van de romp geeft een historisch overzicht. In het eerste deel staan vrijwel alle werkwoorden in de verleden tijd. Aan de ene kant Aan de andere kant 1 ontwikkelden analfabeten 2 overvloed aan voedsel honger 3 gezondheid en oud worden ziekte en jong sterven 4 rijkdom armoede Een miljard mensen hebben het goed – twee miljard hebben het slecht. Kunnen lezen en schrijven/algemene ontwikkeling/onderwijs. dit → ontwikkelingskansen, die de andere delen van de wereld onthouden bleven. het → hun ‘wingewesten’ op gelijke voet met zichzelf brengen. hun → de volkeren in de achtergebleven gebieden. zij → tegenvoeters A. toen wetenschap en techniek Europa en Amerika ontwikkelingskansen hebben gegeven. D. De Europeanen waren dominant, andere volkeren fatalistisch.
Nederlands foutloos schrijven en spreken
8
–
9 a b c d 10 a b c 11 12 13 a b c
Een explosieve ontwikkeling van wetenschap en techniek, ten gevolge waarvan de wereld klein is geworden. – Een wereldoorlog tastte de machtsposities en verhoudingen fundamenteel aan. – De bevolkingsexplosie, een verstoring van de verhoudingen in de armste landen zelf. Er wordt veel zaad voortgebracht, slechts een miniem deel zal ontkiemen. Een hoge productie is een noodzaak om de instandhouding van de soorten zoveel mogelijk te begunstigen. Beide vermeerderen zich overvloedig in ongunstige omstandigheden, en/of: De natuur rekent nu eenmaal niet in individuen maar in massa. De toestand dat er vooral in arme landen veel kinderen worden geboren en er veel sterven. – betere hygiënische toestanden; – meer voedsel; – betere behuizing. Het gevolg is dat steeds meer mensen met relatief steeds minder toe moeten. Als de voorziening met voedsel, kleding, arbeidsgelegenheid en andere levensvoorwaarden gelijke tred had gehouden met de bevolkingstoename. B. zijn ogen. Kort en goed gezegd: de rijke landen hebben voor hun eigen welzijn er alle belang bij de ontwikkelingslanden te helpen. De scheidslijn tussen arme en rijke landen. Rijke landen moeten, ook voor hun eigen bestwil, arme landen helpen. I Er loopt door de internationale samenleving een scherpe scheidslijn: één miljard mensen hebben het goed, twee miljard hebben het slecht. II De scheidslijn is er vanaf het moment dat wetenschap en techniek het oude Europa en, later, het jonge Amerika ontwikkelingskansen hebben gegeven die andere delen van de wereld onthouden bleven. III Voor dit achterblijven van het grootste deel van de wereld is een complex van oorzaken aan te geven. IV Eén daarvan is het fatalisme van culturen van het Oosten geweest. V Eeuwenlang is de kloof breder geworden, maar in de door techniek kleiner geworden wereld is de grote scheidslijn duidelijk zichtbaar. VI Na de wereldoorlog moest er een nieuw evenwicht in de wereld worden gevonden. VII Een verstoring van de verhoudingen in de arme landen zelf, de bevolkingsexplosie maakt de scheidslijn nog scherper. VIII (Deze alinea bevat niet duidelijk een paar kernzinnen. U moet deze alinea in eigen woorden samenvatten. Bijvoorbeeld:) De natuur produceert veel, omdat er veel verloren gaat. Vooral in arme landen worden veel kinderen geboren en sterven er veel. Vanwege het onmenselijke en onmenswaardige van die toestand heeft de ‘rijke’ in de wereld van de ‘arme’ ingegrepen, met wat meer voedsel, wat betere behuizing en wat betere hygiënische toestanden. Het gevolg was een geboorteexplosie. IX Gevolg was dat steeds meer mensen het moeten doen met steeds minder. X De rijke landen kunnen zich niet afsluiten voor de arme landen, want vroeg of laat komen de armen door de deur naar binnen. De rijke landen hebben voor hun eigen bestwil er alle belang bij de ontwikkelingslanden te helpen.
Uitwerkingen
9
Vragen bij tekst 14 1 2 3 4 5
6
7 8 9 10 11
C. Informeren over de voor- en nadelen van het scheiden van huisafval. D. 2 en 3. A. Zij willen iets over de achtergrond van het onderzoek vertellen. B. Bacterieën en schimmels. 1 Er is geen bijzonder risico in vergelijking met de oude situatie. 2 De risico’s kunnen worden verkleind. of: De biobak kan goed worden schoongemaakt en geleegd. Vier van de volgende bezwaren: – stank (r. 21 en 28-29) – hoge kosten (r. 40-42) – compost moet alsnog worden verbrand (r. 48) / compost is vaak niet zuiver (r. 46-47) – heeft nauwelijks voordelen / is in sommige gebieden niet rendabel (r. 62-64) – lastig (voor kleinbehuisden) (r. 64-65) – schoonmaken vies werkje ( r. 75-76) Zorg voor milieu / een beter milieu / een bewustere omgang met het milieu. A. Heerderik. A. De Nederlandse compost is van slechte kwaliteit. B. Op 1 en 3. B. Het scheiden van huisafval heeft aantoonbare voor- en nadelen, terwijl de deskundigen over het gewicht van deze voor- en nadelen van mening verschillen.
Vragen bij tekst 15 In een goede samenvatting moeten de onderstaande informatie-elementen zijn opgenomen. – (probleem) Er dreigt een tekort aan vrijwilligers / het is de vraag of de omvang van de groep van vrijwilligers zo groot zal blijven als hij nu is. Minder goed: De vanzelfsprekendheid om iets voor een ander te doen, wordt steeds minder. – (mogelijke oorzaak) We hebben te weinig (beschikbare) tijd / het is steeds minder vanzelfsprekend iets voor een ander te doen. Minder goed: We zijn overladen met sociale verplichtingen (en andere dwingende bezigheden). of: We zijn op zaterdag en zondag bezig met ons beroep. – (mening schrijver) Dat is jammer (vindt hij). (reden 1) Vrijwilligerswerk is de kurk waar veel maatschappelijke activiteiten op drijven / veel maatschappelijk belangrijke activiteiten kunnen niet zonder vrijwilligerswerk / er is geen geld om het werk dat vrijwilligers doen te betalen. Minder goed: Vrijwilligers hoeven niet te worden betaald/het werk zou anders moeten worden betaald. (reden 2) Vrijwilligerswerk is van grote betekenis voor de vrijwilliger zelf. Minder goed: Aandacht en waardering voor en erkenning van de medemens zijn belangrijke deugden / betrokkenheid bij de medemens is een belangrijke deugd. of: 10
Nederlands foutloos schrijven en spreken
–
(oproep) Minder goed:
In het vrijwilligerswerk draait het om deugden. of: Vrijwilligerswerk geeft voldoening / je wordt (mentaal) rijker van vrijwilligerswerk. of: Jongeren kunnen door vrijwilligerswerk (werk)ervaring opdoen / hun sociale vaardigheden vergroten. of: Jongeren die aan vrijwilligerswerk hebben gedaan, hebben vaak een streepje voor op de arbeidsmarkt. of: De kwaliteit van de samenleving (en daarmee het welzijn van de mensen) staat op het spel. Maak een paar uur in de week vrij voor vrijwilligerswerk. Sta eens stil bij het probleem / denk eens na over het probleem van het tekort aan vrijwilligers.
Uitwerkingen
11
Module 2 Taalinzicht 2.1
2.2
2.3
bijwoord – bijvoorbeeld – eigenlijk – figuurlijk – mannelijk – meervoud – letterkunde/ letterkundig – namelijk – onzijdig – oorspronkelijk – pseudoniem/psalm – scheepsterm – te weten – van een – zegswijze. Algemene Nederlandse Wielrijdersbond – alstublieft – circa – doctorandus – dat wil zeggen – jongstleden – middelbaar algemeen voortgezet onderwijs – met andere woorden – onzes inziens – ongeveer – Post Scriptum (naschrift) – respectievelijk – salvis titulis (met weglating van titels) – s’il vous plaît (als het u belieft) – te zijner tijd – vanaf – zonder jaar(tal). Te koop Golf GTI, muisgrijs metallic, 29.000 kilometer, in staat van nieuw 2001, drie maanden garantie. Autobedrijf Taanderij Vlaardingen, telefoon 010 - 7435543. Op een gezellige camping te Sirjansland Zeeland. Stacaravans inclusief staanplaats vanaf € 4000. Financiering mogelijk. Inlichtingen 0111 - 641012. Te koop wegens familieomstandigheden snackbar, omgeving Dordrecht. Vraagprijs € 320.000. Brieven onder nummer 637289 bureau van dit blad. Jeugdige man 41 jaar, gescheiden, zoekt kennismaking met jeugdige vrouw tot 45 jaar. Brieven met foto op erewoord retour. Postbus 12, 3005 JD, Rotterdam.
2.4
De verkorte advertenties die hieronder worden gegeven, zijn niet de enige mogelijkheden; de afkortingen zijn immers niet standaard volgens het woordenboek. T.k.a.: z.o. opoefiets. Rst.vr. I.st.v.n. Pr. n.o.t.k. tel. 0511 - 467012. T.h. gevr.: won. m. tuin o.h.z. Gr. wnk. Drie slk. Badk. m. lgb. C.V. tel. 0313 - 498458. Repres. j. vr. z.k.m. besl. n. en ser. hr. Br. a.d.b.o. nr. 67. Gevr. zelfst. wrk. kok lft. tot plm. 25 jr. Tv. gevr. prt.tme vr. afw. hulp. Br. a. caf. rest. ‘De koperen ketel’, Assen.
2.5
12
1 2 3 4 5 6 7
komt men over de hond, dan komt men over de staart het hemd is nader dan de rok het hoofd in de schoot leggen het buskruit niet uitgevonden hebben ik zit hier met twee petten op ergens de draak mee steken eieren voor je geld kiezen
Nederlands foutloos schrijven en spreken
8 iemand het brood uit de mond stoten 9 de hand in eigen boezem steken 10 een lans voor iemand breken. 2.6
2.7
2.8
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
I – een titanenstrijd gevoerd A – de gordiaanse knoop doorgehakt F – de doos van Pandora openen G – de Styx overvaren E – een lucullusmaal genoten H – de draad van Ariadne volgen B – tussen Scylla en Charybdis doorvaren C – een pyrrusoverwinning behalen J – een tantaluskwelling ondergaan D – moet sisyfusarbeid verrichten
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
het verdiende onmiddellijk weer uitgeven zich weten te redden toen gebeurde er iets waar niemand op had gerekend iets onprettigs moeten doen als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan iemand allerlei moois voorspiegelen iemands verleden nagaan een ondoordringbare duisternis dat is vergeefse moeite een moeilijke beslissing nemen zonder zeker te weten of het de juiste is.
1 2 3 4 5 6 7
zo oud als Methusalem → erg oud/te oud een babylonische spraakverwarring → algehele verwarring en totaal onbegrip oog om oog, tand om tand → het recht van vergelding; wraak nemen in zak en as zitten → wanhopig zijn met zijn talenten woekeren → alles doen wat binnen zijn mogelijkheden ligt zijn licht onder de korenmaat steken → al te bescheiden zijn de verzenen tegen de prikkels slaan → zich machteloos tegen iets verzetten hoog van de toren blazen → een groot woord hebben een salomonsoordeel → een zeer wijs oordeel de tale Kanaäns → bijbelse taal, taal doorspekt met bijbelteksten gewogen en te licht bevonden → beproefd en niet goed genoeg gevonden wel de splinter in andermans oog zien, maar niet de balk in het eigen → eigen grote fouten niet willen zien, terwijl om de kleinste vergissingen van anderen een enorme ruzie wordt gemaakt een vreemdeling in Jeruzalem → totaal onkundig zijn van wat er in de omgeving plaats heeft, weet van niets. een gideonsbende → een groep van mensen die tegen de heersende mening in, zijn opvatting probeert algemeen bekend te laten zijn.
8 9 10 11 12 13
Uitwerkingen
13
2.9
2.10
2.11 2.12
2.13
2.14
14
ontleedkunde – anatomie kerkhof – begraafplaats diarree – buikloop drempel – dorpel gestorven – overleden docent – leraar flater – blunder ochtend – morgen voedsel – spijs schuilnaam – pseudoniem makker – vriend fruit – ooft
al – reeds doelman – keeper strelen – aaien keuvelen – babbelen piek – gulden vreemd – gek dierenrijk – fauna inwoner – ingezetene vaak – dikwijls vlerk – kwajongen geeuwen – gapen gedurfd – gewaagd
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15
aangaande – betreffende afgemat – afgetobd bijeengeroepen – opgetrommeld winstgevend – lucratief leemte – hiaat zonneklaar – glashelder tragedie – treurspel onaangedaan – onbewogen
infantiel – kinderachtig draaiorgel – pierement indrukwekkend – imposant voordragen – declameren gewoonlijk – meestal een enkele keer – soms alweer – opnieuw
Ter beoordeling van de docent – verschil in gevoelswaarde moet goed uitkomen. uitgebreid – beknopt uitgaven – inkomsten algemeen – bijzonder volwassen – kinderlijk vrijgevig – gierig vlijtig – lui haatdragend – vergevingsgezind
traag – snel terloops – nadrukkelijk neerslachtig – opgewekt slecht – uitmuntend dor – sappig eindeloos – begrensd
1 2 3 4 5
6 7 8 9 10
sterke – slappe lichte – donkere zoete – stoute koele – lauwe scherpe – flauwe
Ter beoordeling van de docent.
Nederlands foutloos schrijven en spreken
hard – zacht koel – hartelijk zoet – zout volle – magere diepe – oppervlakkige
2.15
2.16
2.17
2.18 2.19
1 2 3 4 5
zette zich schrap → personificatie als een varken → vergelijking als een dictator → vergelijking allergrootste schat → metafoor loert → personificatie
6 7
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
met een glaasje → relatie 1: deel/geheel ijzers → relatie 1: deel/geheel de hele bus → relatie 2: geheel/deel die rooie → relatie 1: deel/geheel tien koppen → relatie 1: deel/geheel een paar Vermeers, de Rembrandts → relatie 3: maker/werk het lopend buffet → relatie 2: geheel/deel een glas → relatie 1: deel/geheel de Tweede Kamer → relatie 2: geheel/deel het bedrijfsleven → relatie 2: geheel/deel
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
de prins onzer dichters → metafoor die stinkstok → metafoor op mijn nek zit → metonymia/metafoor als een spiegel → vergelijking een kristallen vlakte → vergelijking (zonder als) glazen → metonymia in mijn ogen → metonymia schuins als een krab → vergelijking in haar vingers → metonymia Kanis & Van Gunnink/Douwe Egberts → metonymia alsof ze misdadigers waren → vergelijking ging gebukt onder → personificatie
8 9
paradijs → metafoor mijn hart zei → personificatie, (hart → metafoor) de plicht roept → personificatie de kemphanen → metafoor
Ter beoordeling van de docent. 1 2 3 4 5 6 7 8
kop slee kruk arm roos bril haring viool
9 10 11 12 13 14 15
schaken welp veer ijs pas pad bus
Uitwerkingen
15
2.20
2.21
2.22
2.23
2.24
2.25
16
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
naar aan in, tot met in van naar met op tot
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
naar met voor aan van door, met op, tegen van voor onder
1 2 3 4 5 6
van van onder met met tot
7 8 9 10 11 12
in van in ten met tegen
1 2 3 4 5
met medeweten van aan de hand van in samenwerking met ten aanzien van op grond van
6 7 8 9 10
met het oog op in verhouding tot ter hoogte van met betrekking tot op aanraden van
1 2 3 4 5 6 7 8
afleiding afleiding afleiding afleiding samenstelling samenstelling samenstelling afleiding
9 10 11 12 13 14 15 16
afleiding samenstelling samenstelling afleiding samenstelling samenstelling afleiding samenstelling
cijferlijst, huissleutel, schaapherder, middenstand, vulpen, fonkelnieuw, clubgebouw, feestvreugde, laagvlakte, kousophouder, bikkelhard, graansilo, girodienst 1 2 3 4 5 6
legt liggen gelegd ligt, liggen liggen, legde gelegen, gelegd
Nederlands foutloos schrijven en spreken
2.26
2.27
2.28
2.29
2.30
2.31
1 2 3 4 5 6
ken kun gekend ken, kunnen kan, kunnen kunt, kennen
1 2 3 4 5 6
kunt, kan neergelegd, kunt ken, kunnen ligt, leg ken, ligt leg, kunnen
7 8 9 10 11 12
ken, kun liggen, kon, leggen kunnen. ligt kunt (kon), neergelegd kende, kon kunnen, lag, kon
1 2 3 4 5
schijnt schijnbaar blijkt schijn blijk
6 7 8 9 10
schijnt bleek schijnbaar blijkbaar schijnt
1 2 3 4 5
witte schimmel → pleonasme enkel en alleen → tautologie (slechts enkel en alleen → foute tautologie) bereid iets te willen → pleonasme ik, ik, ik → herhaling hoge torenflats → pleonasme
6 7 8 9 10
paal en perk → tautologie nog eens weer → foute tautologie aanwezige bezoekers → pleonasme maar, echter → foute tautologie onder andere, enzovoort → foute tautologie
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
verwart door elkaar → verwarren, door elkaar halen voorbijpasseren → voorbijgaan, passeren door elkaar gemixt → gemixt, door elkaar gegooid nachecken → checken, nagaan een streek lappen → een streek geleverd, iets gelapt overnieuw schrijven → overschrijven, opnieuw schrijven behoort tot een van de beste → behoort tot de betere, is de beste over de weg schieten → overweg kunnen, opschieten opgedoste → uitgedoste, opgedofte klaarschijnlijk → klaarblijkelijk, ogenschijnlijk overkopen → kopen, overnemen
1 2 3
her en der → tautologie klip en klaar → tautologie rode bloeddruppels → pleonasme witte sneeuw → pleonasme dichtdempen → contaminatie
4
Uitwerkingen
17
5 6 7 8 9 10 11 12 2.32
2.33
2.34
18
zijn kwijt → contaminatie tegenwoordig, actueel → pleonasme stoere macho’s → pleonasme geestdrift, enthousiasme → tautologie brutaal tuig → pleonasme altijd en eeuwig → tautologie sentimentele smartlappen → pleonasme zat door de war → contaminatie
1 2
Hij leest veel, omdat hem dat veel ontspanning geeft. Het had gevroren, zodat ik de ruit van mijn auto moest schoonkrabben. Doordat het had gevroren, moest ik de ruit van de auto schoonkrabben. 3 De afvoer van de wastafel was verstopt, zodat de kamer blank kwam te staan. Doordat de afvoer van de wastafel was verstopt, kwam de badkamer blank te staan. 4 Het gras was erg hoog, zodat ik het maaide. Omdat het gras erg hoog was, maaide ik het. 5 Hij was erg moe, zodat hij lang bleef uitslapen. Omdat hij erg moe was, bleef hij lang uitslapen. 6 Het licht viel ineens uit, zodat we in het donker zaten. Doordat het licht ineens uitviel, zaten we in het donker. 7 De man reed veel te hard, zodat de agent hem een bekeuring gaf. Omdat de man veel te hard reed, gaf de agent hem een bekeuring. 8 We kregen een lekke band, zodat we te laat op onze bestemming aankwamen. Doordat we een lekke band kregen, kwamen we te laat op onze bestemming aan. 9 Omdat er geen goed programma op de tv was, huurden we een film bij de videotheek. 10 Omdat ik iedere dag hoofdpijn had, ging ik naar de dokter. 1 2
groot – klein → paradox: het land groot, veel mensen zijn kleinzielig. vroeger – nu → tegenstelling, steenrijk – straatarm → tegenstelling. 3 eersten – laatsten → paradox: wie in het begin een voorsprong heeft kan aan het eind verliezen. 4 leven – dood → paradox; hij is er erg slecht aan toe. 5 achttiende – tachtig → paradox: op jeugdige leeftijd denken alles al meegemaakt te hebben. 6 oud lijk – jonge god → tegenstelling: ouwelijk tegenover jeugdig. 7 slak – luipaard → tegenstelling: traagheid tegenover snelheid. 8 aanstaand – oud → paradox: de man is nog steeds in functie. 9 liefheeft – kastijdt → paradox: liefde sluit niet uit dat er eens hard wordt opgetreden. 10 kruipt – niet gaan → paradox: aangeboren karaktereigenschappen verloochenen zich nooit. 1 2 3 4 5
goed voortvarend beroemd moe intensief
→ → → → →
beter voortvarender beroemder moeër intensiever
Nederlands foutloos schrijven en spreken
→ → → → →
best voortvarendst beroemdst moest intensiefst
2.35
2.36
2.37
2.38
2.39
6 7 8 9 10 11 12
geschikt → geschikter → eenmalig (geen vergrotende en overtreffende trap) vaag → vager → ervaren → ervarener → veel → meer → enig (geen vergrotende en overtreffende trap) ingewikkeld → ingewikkelder →
geschiktst
1 2 3 4 5 6 7
climax → Bato, F.C. Groningen, Ajax, Nederlands elftal. climax → vijf, tien, twintig, dertig. anticlimax → Brad Pitt, Rafael van der Vaart, Danny de Munk. climax → niet veel oren naar, er wel mee ingenomen, dolenthousiast. anticlimax → Ierse wolfshond, boxer, pekinees. climax → snap, wil, kan, hoop. climax → niet uit zijn bed te krijgen, gras maaien, de spil van het feestje zijn.
1 2 3 4 5 6
onder invloed → dronken wat hardhorend → doof is wat achter → niet intelligent, dom neus poederen → naar de wc behoeften doen → schijten geen werk zien → lui zijn
1 2 3 4 5
privatiseren → het particuliere bedrijfsleven laten verrichten afvloeien → ontslagen worden de arbeidsmarkt is ruimer geworden → het aanbod aan arbeidskrachten is groter geworden ontwikkelingssamenwerking → ontwikkelingshulp een succesvolle toekomst op de markt → veel winst/grote omzet
1 2 3 4 5 6 7 8
lach me elke keer een ongeluk → hyperbool alle bloemen van de wereld → hyperbool aardig gedaan → understatement wel mocht → understatement val ik dood neer → hyperbool een grijpstuiver → understatement witter dan wit → hyperbool een emmertje vol → understatement
vaagst ervarenst meest ingewikkeldst
Hyperbolen in Ballonvaart het laatste tarweveld dat Nederland nog telt – het schuitje was als een dorsvlegel door de aren getrokken – dat scheelde ook weer een opgeblazen volkorenbrood – de TROS maakte een hele bakkerij een week lang brodeloos – een jaar tarwebloem verloren voor de Sahel – waarna het hele korenveld nog bijna in brand vloog – lag intussen Henk Brink te sterven – over hem heen stortte – om hem met mond-op-mond beademing weer tot leven te wekken.
Uitwerkingen
19
2.40 2.41
2.42
Ter beoordeling van de docent. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
met argusogen volgen → scherp in de gaten houden panische schrik → een hevige onberedeneerde angst als een feniks uit de as herrezen → helemaal verjongd een nieuwe start maken een echte adonis → een aantrekkelijke man een homerisch gelach → onbedaarlijk gelach zijn achilleshiel treffen → zijn zwakke punt treffen de augiasstal reinigen → een vreselijke puinhoop opruimen in Morpheus’ armen → in diepe slaap de nestor → de oudste van zijn soortgenoten een zwaard van Damocles → een noodlot, een voortdurend dreigend gevaar
-
het reilen en zeilen → de lotgevallen het loopt de spuigaten uit → het is te erg uit een volle ruif eten → het goed hebben in de maling nemen → in het ootje nemen de lier aan de wilgen hangen → ophouden met dichten ook: branden als een lier → zeer fel branden op zijn hurken zitten → kinderlijke taal gebruiken vloeken (roken) als een ketter → verschrikkelijk (veel) het is een hard gelag → een hard lot, een harde noodzakelijkheid iemand bij de lurven pakken → iemand bij de kraag vatten spekkoper zijn → er warmpjes bijzitten, goed af zijn iemand met de gebakken peren laten zitten → met de moeilijkheden laten zitten veel varkens maken de spoeling dun → waar veel mee-eten of meedelen blijft er weinig over de kont tegen de krib gooien → zich verzetten het sop is de kool niet waard → u moet zich er niet druk over maken iemand in zijn eigen sop laten koken → zich niet met hem bemoeien het kaf van het koren scheiden → het kwade van het goede onderscheiden in zwang komen/ brengen/ geraken/ zijn → in gebruik komen/ brengen/ geraken/ zijn.
2.43
-
20
Iemand een pluim op de hoed steken → iemand mooi maken, iemand prijzen. Iemand een veer in de kont steken → iemand mooi maken, iemand prijzen. Achter het net vissen → te laat komen om nog kans op succes te hebben. Lig niet te kanenbraden → lig niet te zeuren. De keuken van Jan Steen, eigenlijk: het huishouden van Jan Steen → een ordeloos huishouden. Zijn licht onder de korenmaat zetten → zijn kennis voor zichzelf houden. De katjes in het donker knijpen → in het geheim doen wat niet mag. De boog spannen, eigenlijk: de boog kan niet altijd gespannen zijn → men moet op tijd ontspanning of rust nemen. Roet in het eten gooien → het genoegen vergallen, de boel bederven. Een potje mogen breken → iets mogen dat anderen niet is toegestaan, een streepje voor hebben.
Nederlands foutloos schrijven en spreken
2.44 2.45
Ter beoordeling van de docent. 1 2 3 4 5 6 7 8
2.46
Dat slaat als een tang op een varken → dat past niet bij elkaar, dat slaat nergens op. Dat varkentje even wassen → de lastige (onaangename) zaak in orde brengen. Een zwijnenstal → een vuile boel. Een blauwe maandag → een zeer korte tijd. Op zijn dooie akkertje → op zijn dooie gemak. Naar de bekende weg vragen → vragen naar iets wat men wel weet. Daar heb je het gedonder in de glazen → daar heb je de poppen aan het dansen, daar beginnen de moeilijkheden. Keulen en Aken zijn niet op een dag gebouwd → een (groot) werk eist tijd en geduld. Zoete broodjes bakken → door lief of aardig te doen iets trachten goed te maken. De kandeleer likken, eigenlijk: omwille van de smeer likt de kat de kandeleer → dit wordt gezegd wanneer iemand ons vriendschap bewijst om er zelf voordeel uit te halen. Met zijn duimen draaien → niets doen. De haren uit het hoofd trekken → zegswijze die een duidelijke versterking aangeeft, bijvoorbeeld van spijt. Zijn trekken thuis krijgen → loon naar werken krijgen, zijn verdiende loon krijgen. Zijn handen in onschuld wassen → de verantwoordelijkheid niet op zich nemen. Er garen bij spinnen → er voordeel van hebben. Ik kan er geen touw aan vast knopen → ik begrijp er helemaal niets van. Al te goed is buurmans gek → wie al te goed is, wordt slachtoffer van zijn eigen goedheid. Zoeken naar een naald (speld) in een hooiberg → het onmogelijke willen of zoeken. Een geheugen als een zeef → niets kunnen onthouden. Een Pietje Precies zijn → erg precies, secuur zijn. Jan Boezeroen → de arbeider, de arbeidersstand, de kleine man. Mijn naam is Haas → ik wil er niets mee te maken hebben, ik weet van niets.
Opmerking tegen iemand, die zijn omgeving al een tijdlang heeft verveeld met flauwe moppen. Tegen iemand die volgens de gangbare opvatting zeer onverzorgd haar heeft. Tegen iemand die volgens de spreker al veel te lang niets heeft uitgevoerd. Tegen iemand die allerlei jaloerse uitspraken tegen de spreker heeft geuit. Opmerking van iemand die zich stoort aan de koketterie van een bejaarde tv-presentatrice. Tegen iemand die een zeer grote maat schoenen draagt. Tegen iemand die zeer dronken was. Over iemand die zich laat vergezellen door een erg grote hond.
Ter beoordeling van de docent.
Uitwerkingen
21
2.47
2.48
2.49
2.50
2.51
22
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
turbulent au pair sociale taak extreme gigantisch symboliseert anoniem doelgroep concern preventie
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
tactisch gesurveilleerd portofoon miniem qui-vive domineren close-up essentieel catastrofaal jargon
1 2 3
overdreven/hoogdravend bol die de aarde voorstelt persoon die concerten, toneelvoorstellingen en dergelijke organiseert; officiële overeenkomst 4 loon voor bepaalde opdrachten uitgedrukt in procenten van de omzet 5 afdeling of groep 6 hevig geïnteresseerd 7 schoon en netjes 8 het africhten van dieren 9 rang aan een universiteit, vlak onder de professor; volmaaktheid/foutloosheid 10 beweegreden, volgens de geldende gewoonte 1 2 3 4 5
campagne superlatieven bedingen passie desinteresse
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
credo → belangrijkste principe, motto in dubio → in twijfel nolens volens → met grote tegenzin pecunia non olet → geld stinkt niet er debet aan is → er de schuld van zijn pro forma → voor de vorm stante pede → op staande voet con amore → met enthousiasme ad hoc → op hetzelfde moment ex aequo → als gelijke
1 2 3 4 5
i.e. c.s. A.D. N.N. D.V.
→ → → → →
6 7 8 9 10
id est cum suis Anno Domini Nomen Nescio Deo Volente
Nederlands foutloos schrijven en spreken
→ → → → →
cardioloog selectie unfair signaal commercie
dat betekent met de zijnen in het jaar onzes Heren de naam is niet bekend als God het wil
6 7 8 9 10 11 12 2.52
d.d. q.q. R.I.P. p.m. PS c.q. v.v.
→ → → → → → →
de dato qualitate qua Requiescat in Pace pro memorie Post Scriptum casu quo vice versa
→ → → → → → →
van de datum in hoedanigheid van hij/zij ruste in vrede om te onthouden naschrift in het geval dat heen en terug
De betekenis van de woorden is hieronder gegeven. Of ze in een correcte zin zijn gebruikt, is ter beoordeling van de docent. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
stand, toestand, maatschappelijke stand, positie, aanzien zegswijze, spreuk, gezegde uitgezochte hoofdstukken ik beken schuld schijnbaar, als het ware voor de eer afgebroken geslachtsgemeenschap zeden, gebruiken de hoop des vaderlands rekening
Uitwerkingen
23
Module 3 Spelling 3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
24
word slaap bak hoor geloof nies daas
zie bons heb draaf puf sterf sla
1 2 3 4 5
geeft biedt wil richt, zegt heeft
6 7 8 9 10
passeren, voorspelt loopt, kunt zorg kun, vraagt ga, vertelt
1 2 5 7 9 10
vernielt gebeurt betekent duld belooft, houdt verwent
1 2 3 4 5 6 7 8
ontaardt braadt, verbrandt gebeurt, valt bekommert bejegent, kun is, achterhaalt lust, houd verbreedt, wordt
9 10 11 12 13 14 15
broedt landt leid erkent bewijst, hebt vergaart antwoord, wordt
1 2 4 7 9 10
onterft verveelt gebeurt verwent raad verbeeldt
Nederlands foutloos schrijven en spreken
3.6
3.7
3.8
3.9
1 2 3 4 5 6 7 8
word houd, gaat vindt, houd behoudt geldt hoeft vind, verwart verbeeldt, overtuigt
9 10 11 12 13 14 15
interesseert, vind overtuigt, opwindt vermoed, bevindt begeleidt, zingt overlijdt, leidt besteedt, houd woedt, wijt
1 2 3 4 5 6 7 8
vertelde luisterde verwachtte gaapte brandde gebeurde pootten, verafgoodden, wekten lachte, wipten
9 10 11 12 13 14 15
pestte, haalde meldde, groeide, kauwde gistte, dijde ... uit lichtte, pakte ontblootte, dreigde bevrijdde, veronderstelde ontkende, vermoedde
1 2 3 4 5 6 7 8
hieuw deed keek zochten sloegen, bogen hingen wist, moest waren, was
9 10 11 12 13 14 15
was wierpen bleef was bleef gold, was koos
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
sprak liep, raakte passeerde veranderde liep verkrampten, gingen zei gold begon, voorbereidde tartte
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
trainde vond, voelde ging, wilde raakte was, gilden, reden werd, dacht viel, blokkeerde bleek schudde, trilde had
Uitwerkingen
25
3.10
3.11
3.12
3.13
26
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
lustte – – wachtte kon bedroefde vreesde brandden staarde verraste
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
– – stortte moest kleurde wierp – zoog lachte aten, vroegen
1 2 3 4 5
verblindden, dimde richtte, mistte verwachtte, haastte hechtte, verspreidde scheerden, afleidden
6 7 8 9 10
bespeurden, vluchtten aanvaardde, wilde erfde, verkwistte vrijden, plonsde postte, plakte.
1 2 3 4 5
hielpen leidden schatte zochten, konden bleek, wist, kwam
6 7 8 9 10
speelde, uitlegde beoogden leidde vulde ... op, zond ... uit vermoedden, vergoedden
hij relaxt – hij relaxte – gerelaxt hij leaset – hij leasete/leasede – geleaset/geleased hij lobbyt – hij lobbyde – gelobbyd hij faxt – hij faxte – gefaxt hij switcht – hij switchte – geswitcht hij playbackt – hij playbackte – geplaybackt hij basketbalt – hij basketbalde – gebasketbald hij baseballt – hij baseballde – gebaseballd hij coacht – hij coachte – gecoacht hij bingoot – hij bingode – gebingood hij grilt – hij grilde – gegrild hij racet – hij racete – geracet hij googelt – hij googelde – gegoogeld
Nederlands foutloos schrijven en spreken
3.14
3.15
3.16
3.17
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
genieën etuis jerseys villa’s knallen folio’s orchideeën leraren drieën hyena’s
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
tralies, traliën crapauds pony’s industrieën residu’s/residuen auto’s lelies/leliën massa’s premies/premiën ski’s
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
dandy’s scènes piccolo’s epidemieën loten logés soirees jury’s revues varens
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
potten etalages melodieën tenues acacia’s bougies etudes loodsen rally’s mama’s
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
hobby’s, werden, meren, plassen kano’s, voeren, beken, rivieren stonden, cafés, zeiden genoten, waterski’s, zeilplanken symfonieën, sonates chimpansees, giraffen/giraffes, genieën, mopperden, vriendinnen lagen, uren, Story’s, Privés vroeg, films, video’s, draaiden bleken, politieseries, rolprenten, kolonies/koloniën peinsde, biografieën, auteurs, genieën
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
werpen – wierp – geworpen gillen – gilde – gegild missen – miste – gemist verbieden – verbood – verboden eisen – eiste – geëist verhuizen – verhuisde – verhuisd planten – plantte – geplant schrijven – schreef – geschreven bekleden – bekleedde – bekleed leven – leefde – geleefd
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
knippen – knipte – geknipt lachten – lachte – gelachen sluiten – sloot – gesloten donderden – donderde – gedonderd vinden – vond – gevonden kosten – kostte – gekost staan – stond – gestaan bevorderen – bevorderde – bevorderd snellen – snelde – gesneld slaan – sloeg – geslagen
Uitwerkingen
27
3.18
3.19
3.20
3.21
3.22
3.23
28
1 2 3 4 5 6 7 8
geweten voorgekomen, bedreigd nagekomen aangepakt ingeschakeld uitgevonden geschoten gedanst
9 10 11 12 13 14 15
geofferd, bijgelegd, veranderd gebeden bestreden begrepen, gezien geweest betekend, weggehaald gezorgd, hersteld
1 2 3 4 5
geverfd, geregend gejuicht, verdiend gedoucht, opgefrist geschud, geland teruggekeerd, geforceerd
6 7 8 9 10
geïnformeerd, verwacht aangepakt, opgebracht meegemaakt, beleefd bestemd, verrast verpest, verrot
1 2 3 4 5
beweert, gesaneerd antwoord, vergist verdenkt, vergoed vertrouwd, gelooft ingevoerd, smaakt
6 7 8 9 10
vermoed, tast gefabriceerd, gebeurt, haalt verhuist, verhuisd vind, opgelost benijdt, aangeschaft
1 2 3 4 5 6
aangetroffen bekendgemaakt gestegen gesignaleerd geconstateerd wordt verwacht, aangetroffen
7 8 9 10 11 12 13
waarschuwt, gewaarschuwd, vindt meldt, aangeraakt signaleert, opmerkt legt, manifesteert draagt ... over wordt waarschuwt, vermeldt
1 2 3 4 5 6 7 8
gegeten geïmporteerd, geheten geplant, geoogst uitgroeit, wordt, verondersteld geoogst gerijpt beschadigd gewassen, gedesinfecteerd, gesneden
9 10 11 12 13 14 15
gewikkeld, verpakt, geladen, heerst ontfermt aangevoerd, opgeslagen, houdt houdt, gespoten gedoseerd, rokende, opende verloopt, kleurt smaakt, lust
1 2 3 4 5 6
wordt, uitsluitend, geteeld geoogst gebruikt, wordt, bemest snijdt, opslaat, ligt vindt, verdwijnt verwerkt, vervaardigd
7 8 9 10 11
bewerkt, wordt, verhoogd werd ingevoerd speelt spoedt doorgeslikt, vervolgt
Nederlands foutloos schrijven en spreken
3.24
3.25
3.26
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
gebraden gestoofde ontlede gestolen bedorven vergrote gepote verklede verlichte ontbloot
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
geteste afgegraven verspilde geïnvesteerde geachte geslaagde geasfalteerde verprate ontgonnen geërfde
1 2 3 4 5
gestaan, overleden beroerde, gewend gevoede, tegengekomen geleden uitgedroogd
6 7 8 9 10
geslapen opgelopen, gegeten genezen, geworden veranderd, ontstane vergrote, gezorgd, ingelopen
1
a b c d
meldt meldde gemeld gemelde
6
a b c d
verroest verroestte verroest verroeste
2
a b c d
verplaatst verplaatste verplaatst verplaatste
7
a b c d
beduidt beduidde beduid aangeduide
3
a b c d
ontgin ontgon ontgonnen ontgonnen
8
a b c d
ontsluit ontsloot ontsloten ontsloten
4
a b c d
veracht verachtte veracht verachte
9
a b c d
bezoekt bezocht bezocht bezochte
5
a b c d
besteedt besteedde besteed bestede
10 a b c d
steelt stal gestolen gestolen
Uitwerkingen
29
3.27
3.28
3.29
1 2 3 4 5
beantwoorde, gepost lustte, geschilde gestrande, haastten aanbrandden, gestoofde ontvluchte, bekende, verkrachtte
6 7 8 9 10
verklede, boekten startte, bevroedde, verdiende smulde, bereide verlichtte, doorstoofde vermoedde, opgerichte, probeerde
1 2 3 4 5
verontruste, wordt, geopenbaard ligt, ontvolkt gemeend, ontgonnen, blijft hobbelt, afgetrapte kabbelt, vergrote
6 7 8 9 10
verkwikkend, houdt, komt galmt, angstaanjagend staat, grote uitgedijde, geperst, gebloemde betreedt, gemotoriseerde, verschalkt
1
omgewaaide, versperd, trachtte, rijden geabonneerd, aangeschaft gekrabd, pestte uitgebrande, verzekerd gehoord, stortte verlote, georganiseerd geregeld, mocht veroordeeld, wordt, meldt
9 10 11 12 13 14 15 16
bespaart, haalt gezakt, interesseert, begrijpt ingeënt, geradbraakt verwent, verwachten, ontpopt organiseert, consumeert heette, geachte, hield lachte, uitgehaald barstten, schold
1 2 3 4 5 6 7
vermeld, luchtte scoort, ontplooit verdorde, opgefrist geredde, gekapseisde, verschuldigd verandert, vind beantwoorden, gehoord aangebrande, genoemd, wordt, geserveerd
8 9 10 11 12 13 14 15
trachten, wordt opgeleverd opgerichte, leed gekochte, stootte, ontlokte spreidt, rijdt betwijfelt, wordt, geleden, gesolliciteerd verbrede, heropend, breedte produceert, gehoopt opgedonderd, ontvangt
1 2 3 4 5
meldt, zwetend, beklimmen gewend, ontbloot gevoede, braadt, stooft gepote, ontkiemd, uitgegraven geachte, verbruikt
6 7 8 9 10
uitgebraden, gestampte, gesneden ontketende, zwoegende, ingehaald testte, richtte ... op, geïdealiseerd geërfd, geïsoleerde, stichten geasfalteerde, verklede, verlichte
1 2 3 4 5
zwetend lachend nadenkend spelende treiterende
6 7 8 9 10
loeiende zwoegend opvallende doende mopperend
2 3 4 5 6 7 8 3.30
3.31
3.32
30
Nederlands foutloos schrijven en spreken
3.33
3.34
3.35
3.36
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
prinsessen sanatoria/sanatoriums rebussen narcissen leeuweriken facetten kubussen dreumesen kroketten cynici
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
secretaressen/secretaresses gymnasia/gymnasiums catalogi/catalogussen perziken marionetten/ marionettes technici successen snikken kennissen aquaria/ aquariums
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
slaven ganzen fotografen kluizen sponsen/sponzen stenografen dozen raven poesen/poezen hulzen
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
hiërogliefen rozen ruiven harsen nimfen vlezen perspectieven struisen kalligrafen saucijzen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
stond, ontspannen, draaide, hing verscheen, werd, ging, uitgezonden, opgenomen was gelegen, werd, onderworpen tastte, bestuurd had, vertaald, afgelezen werden, gefotografeerd, ingewerkte, kon, moest, ingegrepen verbazingwekkende, kon, opgenomen was, vervoegd wisten, niet-verwachte, werd gebracht, werd gesignaleerd geavanceerde, voedde, zijnde, genezen kon vergrootte, was
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
abonnees, weekbladen, opgezegd redenen, opzeggingen, categorieën lezers, ideeën, grenzen, inkomens kiwi’s, kilo’s gegeten, cafés, bezocht theorieën, cultuurfilosofen, gepubliceerd, gevende, conclusies, gekomen agogen, sociologen, kwesties, gebogen, secretaresses/secretaressen, slotparagrafen getypt intellectuelen, alibi’s, falende filosofieën, ingetrapt klompen aangevoeld, academici, ingesteld monniken, dominees, weten, catalogi/catalogussen, kroketten is, beschoren, provincies/provinciën, leraren, notarissen, bureaus
Uitwerkingen
31
3.37
3.38
3.39
32
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
duldt, landbouwvergiften, leeuweriken, kieviten, haviken, uitgeroeid instanties, bezorgd, dromedarissen, pygmeeën boekten, botanici, successen, acties, cactussen, orchideeën, lelies/leliën geïnteresseerd, azalea’s, begonia’s, aloë’s historici, bereidden, prospectussen, leiden, krokussen, farao’s politici, functionarissen, gymnasia/gymnasiums, genieën gebaard/geboren moet, auto’s, bespoten, groenten/groentes muizen, hazen, geslachtofferd, landbouwindustrieën, buizerds, kiekendieven biologen, stelden, data/datums, bevreesd, scènes, kwibussen, geïnteresseerd verwachtten, technici, zouden, naties, uitlachten, pendules, wezen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
prinsessen, koninginnen, benijd types, macho’s, cafés, benoemd, wijven salarissen, politici, geëvenaard, honoraria, bedrijven sieraden, benoemt, kleinoden hoofdstukken, ervaart, paragrafen filosofen, praalgraven, gebouwd duidden, leraressen, dommeriken, beheersten hobby’s, pony’s, jockeys, worden bougies, functioneerden, piccolo’s symfonieën, hoor, voel, rillingen, ledematen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
tantes, fresia’s, salades, kiwi’s foto’s, lelies/leliën dominees, hobby’s, cafés, premies, baby’s menu’s, diners, hofdames, grootheden, kolonies/koloniën ski’s, knieën medicijnen, dragees, injecties autorally’s, categorieën, diploma’s, hobby’s hangars, symfonieën, sporthallen massa’s, visites, ouders, drinkgelagen piccolo’s, dames, gigolo’s poriën, pygmeeën, procedés, padden, wonderen stervoetballers, solo’s, penalty’s cadeaus, sympathieën thema’s, vakanties, accu’s abonnees, piano’s, revenuen/revenu’s
Nederlands foutloos schrijven en spreken
3.40
3.41
3.42
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Spreek, Oost-Gronings cursus, Spaans, Klaas Pietersen Zuid-Amerika, Spaanse Brazilië, Portugees Pasen, kerstvakantie Brazilië, Willemsen, Braziliaanse brieven Mallorca, Terug naar Oegstgeest Wolkers, ouders, van der Veen ’s Winters, zuiden, januari Februari, Zuid-Koreaanse, Avenue
Bloterik langs het fietspad Scherpenzeel – Bij de Scherpenzeelse politie werd de afgelopen zondag aangifte gedaan van openbare schennis van de eerbaarheid. Een naar schatting dertigjarige man toonde tot tweemaal toe zijn geslachtsdelen aan nietsvermoedende voorbijgangers. Die wisten overigens een vrij gedetailleerde beschrijving van hem te geven. Vooral het signalement dat mevrouw Geesje Reinek-van Vliet gaf, bleek later volkomen te kloppen. Van ’s mans bovenlijf wel te verstaan. De man had een middelmatig groot postuur, had donkerblond stijl haar en droeg een donkerblauw shirt met Panasonic erop en een zwarte rennersbroek. De exhibitionist reed op een racefiets van het merk Gazelle over het fietspad langs het Valleikanaal. Hier liet hij op een gegeven moment tot tweemaal toe zijn broek zakken. Door een tip van de heer C. Jansma, die de man had herkend van een foto in Het Parool, kon de eenzame fietser worden opgespoord. ’t Bleek de bekende wielrenner Frits van der Poel uit Oudenbosch te zijn. Op de vraag van de politie wat de reden was van zijn gedrag, antwoordde hij: “Ik train keihard voor de Tour de France. Hebt u nog nooit gehoord dat wielrenners altijd plassen vanaf hun fiets?” ’s Avonds zette tante Emmy een pan rode kool op tafel, een groente waar hij een nog grotere afkeer van had dan van biet. Oom Johan wreef in zijn handen, terwijl hij aan tafel plaatsnam. ‘Ja, nou schijten we straks allemaal rood,’ zei hij. Voor het eerst zag Erik zijn neefje schateren. Ook tante Emmy sperde haar mond wijd open om te lachen. Hijzelf keek strak op zijn dampende bordje. ‘Vind je het niet leuk?’ hoorde hij zijn oom vragen. Hij zweeg. ‘Nou?’ ‘Ja, oom Johan.’ ‘Je vindt het dus niet leuk?’ ‘Jawel, juist wel, oom Johan,’ antwoordde Erik haastig. ‘O gelukkig, ik was bang dat jij zo’n ventje was dat alleen van nette grapjes houdt.’ Na het eten vond hij een foto van een nieuw soort straaljager in de krant. ‘De Amerikaanse luchtmacht overweegt de aanschaf van vijfentwintig deltavleugelige straaljagers van het type F4D Skyray’ stond er onder. Hij vroeg een schaar en knipte de foto uit. Die hoort op de bladzij met de Belgische straaljager, dacht hij. Hij verlangde er hevig naar om gewoon thuis aan tafel te zitten en zijn nieuwe aanwinst in het vliegtuigschrift te plakken. ‘Wat is dat?’ vroeg Johannetje toen hij met de krantenfoto opstond om hem in zijn koffer te gaan doen. ‘Een nieuwe straaljager met driekante vleugels,’ antwoordde Erik, ‘Ik heb al een heleboel vliegtuigen ingeplakt.’ Uitwerkingen
33
‘Ik wil hem hebben,’ zei zijn neef, ‘hij is eigenlijk van mij.’ ‘Nee hoor, want ik heb hem het eerst gezien.’ Johannetje zweeg even en richtte zich toen tot zijn lezende vader: ‘Pa? Pap?’ Zijn vader keek op. ‘Ja, wat is er vent?’ vroeg hij vriendelijk. ‘Erik heeft een vliegtuig uitgeknipt en die wil hij houden.’ ‘En wilde jij hem eigenlijk hebben?’ ‘Ja, pap.’ ‘Dan moet je hem aan Johannetje geven, Erik,’ beval zijn oom. ‘Maar ik heb toch...’ Zijn oom klapte het boek dicht en schoof met een ruk zijn stoel een eindje in Eriks richting. ‘Van wie is die krant waar je hem hebt uitgeknipt eigenlijk?’ Eriks gezicht verstrakte. Hij gaf geen antwoord. ‘Je weet best dat de krant van ons is,’ zei oom Johan zacht, ‘dus die foto is van Johannetje. Geef hem maar gauw.’ 3.43
3.44
3.45
34
1 2 3 4 5
meisjesschool hondendrol messenbak eikenboom autoweg
6 7 8 9 10
pruimenboom staatsschuld ovenschotel leeuwenmoed zonnesteek
1 2 3 4 5
bananenschil ossentong bijenkorf muggenbeet boordevol
6 7 8 9 10
ziektekostenverzekering vrouwenemancipatie waarschuwingsschot dennentak ossenworst
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
horlogemaker zuidzuidoost perenboom Zuid-Afrikaans lantaarnpaal herentoilet reuzeleuk kruisbessenstruik de heer J. de Jonge heksenbezem
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
mannenpraatgroep stadsziekenhuis apenkooi eendenei mevrouw Van der Valk-den Ouden koortsuitslag kersenbrandewijn kattenbak Van der Knaap bolleboos
Nederlands foutloos schrijven en spreken
3.46
3.47
3.48
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
St.-Hippolytushoef mevr. J. de Kuik-de Kam het mavo D-niveau ochtend- en avondbladen vijfentwintigduizend ex-directeur vroege en late treinen West-Europa erbij penicilline-injectie
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
oude en jonge jenever een AVRO-lid Karel I-sigaar kortegolfzender negentienhonderd negenenzeventig luitenant-kolonel 20+-kaas scholengemeenschap Middellandse Zeegebied negentiende-eeuws
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
voor- en tegenspoed ’s-Gravendeel vicevoorzitter Tweede Kamerlid rooms-katholiek daartegenover zeshonderdduizend Amsterdam-West L. de Boer-Jansen klassenleraar
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
sterke en slappe koffie zo-even een B-weg hts-leerling Midden-Europa vijftienhonderdzes in- en uitvoer secretaris-generaal St.-Annaparochie Nieuw-Zeelands
1 2 3 4 5 6 7 8 9
gymnastiekleraar, wordt, ex-sergeant-majoor, benoemd Oost-Groningen, wendde, Otto’s, financiële mavodiploma, behaald, werd, conciërge, nv’s, gevestigd Italië, bezoekt, wordt, ongeëvenaarde, fresco’s geëxalteerde, CDA’er, Utrecht-Oost, scheld- en knokpartijen, grijnsde, minister-president. bevreemdde, overeenstemde, financiële, doorsnee-Nederlander Wildeman-Hooikaas, geprobeerd, binnen- en buitenlandse, geïnteresseerd, niet-rokers opa’s, Maries, codes, geslaagd, onderontwikkeld Mies’, Cornelia’s, Linda’s, toverden, coöperatief, geüniformeerde, luitenant-kolonel, werd, gewaardeerd 10 drieëndertigste, aangesteld, scholengemeenschap, ’s-Heerenberg
Uitwerkingen
35
3.49
3.50
3.51
36
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Beatrix’ hoed Nederland 2-programma West-Vlaams lyceum hts-student geïllumineerd G. de Boer-van Houten ’s middags sympathieën Ajaxtrainer honderddertien ex-onderdirecteur neuriën Groot-Brittannië erbij weledelzeergeleerde sint-bernardshond tweeënzeventig geïndustrialiseerd Anita’s hond gala-avond carboleum Zuid-Limburgs dorpje mts-conciërge officieel
26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
antikraakactie groente- en fruithandel freelance journalist beëindigen orkestrepetitie baby’s koloniën bureaus geïnteresseerd oud-voorzitter geërfd olie- en azijnstel eventueel mecanicien Agneta’s lippen PvdA’er Zuidoost-Azië mooi en slecht weer urineonderzoek Sint-Maarten geëmancipeerd Max’ rolstoel auto-ongeluk vijftienduizend dertien Belgisch-Nederlands taalgebied
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
vind, niet-geëmancipeerde, toegejuicht, z’n knieën De Boer-van Houten, tweeëntwintigjarige, gesteriliseerd, patiënt, penicilline-injectie geïntimideerd, geëxamineerd, Engels, verteld, VVD’er consumptiemaatschappij, gebeurt, geïnteresseerd, tv’s, video’s, financiën agrariërs, niet ontevreden, percentages, weide- en bouwland fraudes, hooggeplaatste, ABP-employés, ’s-Gravenhage, Oost-Groningen, opgeleverd ’s Winters, bindt, z’n ski’s, glooiingen, adjunct-commies zo-even, Zuid-Amerika abonnees, intellectuele, opiniebladen, encyclopedieën gelooft, Sint-Nicolaas, cadeaus, verdient, wc’s geografen, persconferentie, zevenenveertig, beantwoordden, collega’s Frans-Duitse, officieel, stageplaatsen, hts’ers
‘Aha! Daar hebben we de boosdoener,’ schalde de stem van de Oude Dok door het woud. Takken kraakten onder zijn enorme sandalen, terwijl hij zich een weg baande naar de plek waar Basilok zat te zitten. Vogels vlogen aan alle kanten verschrikt op, konijnen en eekhoorns maakten dat ze wegkwamen. ‘Ach vader,’ zei Basilok, ‘wat maakt u weer een herrie. En dat terwijl ik juist mijn middagdutje wilde gaan doen.’ [ook: ‘...herrie en ...’] ‘Middagdutje?’ riep zijn vader kwaad. ‘Nog een grote mond ook?’
Nederlands foutloos schrijven en spreken
‘Uw mond is anders een stuk groter dan de mijne,’ zei Basilok onverstoord. ‘En waarom ben ik een boosdoener, ik doe toch niks?’ [ook: ‘...onverstoord en ...’) ‘Dat is het juist,’ hijgde de Oude Dok, rood van drift. ‘Dee jij maar eens wat, lui varken. Stak jij je handen maar eens uit de mouwen!’ ‘Maar dat doe ik toch elke ochtend al, als ik me aankleed,’ zei Basilok pesterig. Nu ontplofte de Oude Dok zowat van woede. ‘Als jij maar niet denkt dat dat zomaar gaat,’ riep hij opgewonden. ‘Luieren en lanterfanten en je vader voor de gek houden, dat kun je. Maar vanaf de dag van morgen zul je werken voor de kost, net als je broers. Voor niks gaat de zon op, mannetje!’ Dat van die zon begreep Basilok niet helemaal. ‘Natuurlijk gaat de zon voor niks op vader,’ zei hij. ‘Stel je voor dat je er eerst een gulden in moest gooien. Mooie boel zou dat wezen.’ 3.52
3.53
1 2 3 4 5 6 7 8
glooi-ing herfst-dra-den beeld-hou-wer knar-sen ste-ri-li-se-ren wach-ten ont-zag-lijk zan-ge-res
9 10 11 12 13 14 15
klot-sen ge-il-lu-mi-neerd mon-ster la-chen be-ade-men auto-tje even
Hans en Grietje en de boze moeder Er was eens een moeder met twee kinderen, Hans en Grietje, en een kat. Ze hield zoveel van haar kat, dat ze zich wel van de kinderen wilde ontdoen om het beest van alles te kunnen geven. In de buurt woonde een oude heks. ‘Als ik eens naar de toverheks ging,’ zei de vrouw. ‘Die doet mij wel een middel aan de hand om de kinderen kwijt te raken’. Zonder zich te bedenken liep ze naar de heks en zei: ‘Vertel mij eens, hoe ik het best van mijn kinderen af kan komen zonder dat er een haan naar kraait’. ‘Dat is niet zo moeilijk,’ zei de heks. ‘Eten ze ’s avonds soep?’ ‘Ja.’ ‘Doe er dan wat van dit vergif in. Morgen geven ze geen kik meer.’ Grietje, die het niet vertrouwde, was stilletjes meegegaan en had alles afgeluisterd. Ze rende Hans tegemoet, die uit school kwam, en vertelde wat hem boven het hoofd hing. ’s Avonds keek de vrouw vreemd op toen de kinderen hun soep niet aanraakten. ‘Ik krijg jullie wel,’ zei ze. Ze stuurde hen naar buiten en smeerde de bovenste treden van de zoldertrap in met zeep. ‘Nu mogen ze gaan slapen,’ zei ze, ‘en hun nek breken.’ Dit keer was Hans haar te slim af. Hij had zich achter de deur verstopt en alles gezien. Hij zei tegen Grietje: ‘Moeder heeft zeep aan de bovenste treden van de trap gesmeerd. Als we niet opletten, breken we onze nek. Maar als we onze kousen aanhouden, glijden we niet uit.’ De kinderen gingen op kousenvoeten naar boven en naar bed. De moeder begreep niet hoe de twee heelhuids de trap op waren gekomen en begon er genoeg van te krijgen. ‘Nu maak ik er een eind aan,’ zei ze en ging een bijl halen. Intussen was de kat bij de kinderen in bed gesprongen en op het kussen gaan liggen. Hans en Grietje durfden geen hand naar het beest uit te steken en vielen in slaap aan het voeteind. Uitwerkingen
37
Even later sloop de vrouw naar boven. Het was zo donker, dat ze geen hand voor ogen kon zien. Toen liet ze de bijl neerkomen. ‘Ziezo, twee monden minder te vullen,’ zei ze. Maar de kinderen waren nog in leven en de kat waarvan ze zoveel hield, lag in mootjes. Hans was wakker geworden en hoorde haar de kamer uitgaan. ‘Dag moeder,’ zei hij, ‘is de koffie klaar?’ De vrouw schrok zo, dat ze uitgleed over de zeep die ze aan de treden had gesmeerd. Daar lag ze zo dood als een pier en het sprookje eindigt hier. 3.54
3.55
3.56
3.57
38
1 2 3 4 5 6 7 8
spannend, katoenen plastic, rode, gele bejaarden witte, alle, mooie antieke, zilveren alle groten, kleinen luide, wachtenden, allen
1 2 3 4 5 6 7 8
dametje taxietje bodempje papaatje rally’tje sigaartje avondje lentetje
1 2 3 4 5 6 7 8
Mol, bestelde, standje, Tuin en park Duldden, snoeischaartjes, motorzaagjes, kraampjes, hunne hoveniers, bedoeld, sommige, ontdekken, boompjes grote, successen, deze geïmpregneerde, houten, geënte, polyether, takjes, blaadjes, deze, gesnoeid afgestoft, kunststoffen, gefotoprinte, nerven gemeentetjes, budgetten, sommige, zeshonderd, aankledinkje, winkelcentra/winkelcentrums, bedragje, echte, vernield bedrijfjes, raadden, deze, entrees
1 2 3 4 5 6 7 8
coupés, ski’s, etuis accijnzen, sigaretten, miljarden massa’s, leninkje, videootje, vakanties, budgetten provincies/provinciën, waterweggetjes, kano’s, catamarans epidemieën, jaartjes, bacteriën, toiletten, cafés prospectussen, catalogussen/catalogi, postorderbedrijven, verzendhuizen padden, paden, wegen orchideeën, rozen
9 10 11 12 13 14 15 16
vaatje woninkje bonnetje kurkje agendaatje ringetje zomertje autootje
Nederlands foutloos schrijven en spreken
9 10 11 12 13 14 15
kunststof, glazen anderen duur, wollen vele, enkele stenen, groene Franse, sommige, halve sommige, meeste
17 18 19 20 21 22 23 24
cafeetje dinertje herfstje handvatje kettinkje hobby’tje schaaltje wintertje
9 dreumesen, kroketten, laboratoria, stoffen 10 baby’tje, zustertje, dames, kwibussen 3.58
3.59
3.60
3.61
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
laatje, dressoirs, omaatje, rolletje technici, ontstekingssysteempje cafeetjes, pasteitjes, runderen pyjama’s, T-shirts knalletje, jongetje, verjaardagscadeautje monniken, cactussen, notarissen, perziken. woninkje, musici, portefeuilles, partituren harinkje, stalletje, straatje zoontje, knieën, hobby’s, cowboytje, indiaantje, pony’tjes leeuweriken, sijsjes, kooien
1 2 3 4 5
werd ontslagen, besteld hoopten, bespieden, vluchtte kocht, lustte vertrouwt, beloofd gebeurt, kun
6 7 8 9 10
wordt, aanvaard vermoedde, geslaagd stuurt, wordt gewaardeerd haastte, losbarstte belasterd, belazerd
1 2 3 4 5
gehate, weigert, praten geprijsde, moesten, afgeprijsd gerezen, verhitte, leggen gekapseisde, werd, geborgen wordt, aangeslibd, gebaggerd
6 7 8 9 10
gewaarschuwd, telt vastgebonden, kunnen, gebroken draagt, gesteven benijde, ondervindt, leed gebeeldhouwde, geërfd, gekend
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
sympathieën cafés prospectussen vakanties prinsessen duiven bureaus poriën wijzen kano’s bladen/bladeren cursussen
13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
haviken gebitten graven provincies/provinciën filosofen konijnen latten laden/la’s geografen bacteriën fantasieën abonnees
Uitwerkingen
39
3.62
3.63
3.64
3.65
40
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
werd, herkend, haastte domme, praatten, verstandige verspreidt, andere gewend, enkele verheugd, bekenden, herkende, sommige geslaagd, allen, zingend onthult heette, aanwezigen bevreemdt geldt, zwakkere
1 2 3 4 5
verfoeit, probeert wordt, ’s winters verwachtten speldde verblijdde
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
ontvreemde, gouden, zilveren, werd, opgespoord gummihandschoenen, bedekt, liggen plastic, metalen, gegooid attente, strooien, gehaald papieren, gebruikt wollen, wordt, gedragen treedt, ongelegen vond, verstopte leren, kostte niet-geïnde, gevorderd
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
statieven monniken geïntroduceerd recuutje ideaal thema’s Chinese na-apen pony’s frambozen politici stenografen penalty’s cafés ideëel
Nederlands foutloos schrijven en spreken
6 7 8 9 10
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
verkeerd, verloofd – versperd, gezaagd weerlichtte herhaalt
’s-Heerenberg detail pyjamaatje etuis officiële dubieuze Bols’ likeuren horloges ideeën critici Onno’s minuutje abonnee Pyreneeën Frits’ fiets
3.66
3.67
3.68
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
reclameafdeling beukennootje olie- en azijnstel bv’s radio-omroep honderdzevenennegentig mevrouw J. van Goor-Duit toe-eigenen februari Zwolle-Noord eendenei stadsgracht locoburgemeester VVD’er reliëf
16 St-Nicolaasavond 17 industrieel 18 zeshonderdtwintigduizend negenhonderddrieëndertig 19 Zuid-Amerikaans 20 Anna’s 21 pruimenjam 22 mts’er 23 symfonieorkest 24 ’s-Gravendeel 25 tatoeëren 26 Zuid-Frankrijk 27 radiotoestel 28 coöperatief 29 Excelsior 30 De schaamte voorbij
1
semi-officiële, ex-verslaafden, club- en buurthuizen, gebeurt, cocaïne, bereide, heroïne, verhandeld 2 verdient, hoge, ruitenwissers, blijft, heksentoer, glazenwassers 3 Hans’ herenfiets, werd, gestuurd, zochten, cafeetje, Stationsstraat 4 zegt, Brahms’ symfonieën, Mozarts 5 secretaris-generaal, jongetje, Zuidoost-Drente, opgegroeid, aangemeten, antipathieën, opgevat 6 kroketten, saucijzen, berekend, gebaseerd, verwerkt 7 ’s Ochtends, gebeurt, Tweede Kamer, misdraagt, verwijderd 8 Italië, wordt, ongeëvenaarde/niet-geëvenaarde, fresco’s, musea/museums 9 krantenlezer, verwoordde, grieven, toenemende, dagbladartikelen 10 Plumeaus, eerstgenoemde, verspreidt, beoogde, wordt 1
geografen, gingen, kolonies/koloniën, autootje, Den Bosch, toegejuicht, nagewuifd, collega’s, familieleden 2 uitgebreide, stadsziekenhuis, bood, honderden, patiënten, geopend, therapieën, begonnen 3 J.C. van Dijk-van der Meer, gelooft, oud-burgemeester, ’s-Gravenhage, Zuid-Afrikaanse, interrumpeert 4 afgetobde, gefronste, Nederlands, bedreigende, geëxamineerd 5 kalligrafen, Oost-Duitsland, menu’s, feestprogramma’s, oogstten, sommige, gemeend, Chinese 6 stripavonturen, Belgisch-Nederlandse, verslonden, ouderen (of: oudere), geïnteresseerd, Asterix’ 7 houd, kersenjam, Engeland, droptoffees, houdt 8 staatssecretaris, wendt, geërgerd, voorlichtingsambtenaar, zilveren, sigarenaansteker, overhandigd 9 drieënveertigste, ex-luitenant-kolonel, benoemd, scholengemeenschap, Groningen-Oost, ging, vijfenvijftigduizend 10 hts’er, Nieuw-Zeeland, geëmigreerd, geïsoleerde, geïmproviseerde, overslaghaven
Uitwerkingen
41
3.69 3.70
3.71
3.72
3.73
3.74
42
Ter beoordeling van de docent. 1 2 3 4 5 6
te allen tijde te mijnen kantore ten algemenen nutte ten noorden te uwen laste goeden huize
7 8 9 10 11 12
den boze dien aard ten aanschouwe ter ere genen dele levende lijve
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
verspreiden vermijden eisen ijzig zich vermeien klei knijpen mijmeren puberteit herleiden
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
strijken gelijk feilen mijmeren ijdel beitel omlijnen prijzen bereiken venijn
1 2 3 4 5
dreigementen, peil patrijzen, eieren kozijnen, gebeitst, prijs twijfelen, feilloos daklijsten, steiger
6 7 8 9 10
reikhalzend, feiten, wijken ceintuur, lijn heikele, uitweiden, pijn tijdig, zeil, sportiviteit ijlings, heimelijk
1 2 3 4 5
geleidelijk, feilloos bereiken, gevlij benijden, dreigende geleidelijk, medicijnen verjaardagspartijtje, zeikerd
6 7 8 9 10
verwijderd, wijven gebeitst, feilloos mijden, gelijk bereidt, autorijders terrein
1 2 3 4 5 6 7 8
fabrikant, solide sympathiek, taxichauffeurs riolen, tyfusepidemieën angina, hygiënische typiste, negatieve, medicijnen piramiden, juni praktischer, hypotheekakte visite, muzikanten
9 cynische, fiducie 10 cyaankali, drastisch, decimeren 11 Medici, briljante, pianisten, geniale, intelligente 12 Egypte, piramiden, sfinxen 13 juridische, adviezen, februari, sympathiekere, functionaris 14 particulieren, menie, routine
Nederlands foutloos schrijven en spreken
3.75
3.76
3.77
3.78
1 2 3 4 5
gepikeerd, laconiek, cake gehandicapt, praktisch etiket, Grammatica kritieken, literatuurcritici, publicatie speciaal, kostuum, zomervakanties
6 7 8 9 10
artikel, acrobaat, actrice acute, appendicitis, dokter, doctor, faculteit carrière, elektricien, creatief productie, complete collega, comfortabel, classicus
1 2 3 4 5
balkon, karabijn, krokussen insectenbeten, kliniek lamskotelet, traktatie recept, Carbonara kandidaat, klassieke, gekonfijte
6 7 8 9 10
kopiëren, lacunes klimaat, cipressen, inclusief gedecideerd, kardinaal, kathedraal carillon, politici, campagne zalencomplex, cirkel, cadeau, collier
1 2 3 4 5 6 7
accountant, fraude causeur, rauwe wenkbrauwen, voucher verbouwereerd, schouw, spouwmuur auditorium, applaudisseerde, lauw, auteur veloursgordijnen, toupet tournee, tourniquet
8 9 10 11 12 13 14 15
audiëntie, paus, toerist, Lourdes potpourri, tunes, finalepoules silhouet, soeverein, aangesjouwde sjouwen, dauw, flambouwen rauwe, gekauwd, runderpoulet patrouille, pauzeren, oekaze, nauwelijks mousse, louter, moutjenever joules, goulash, hautain
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
voortdurend, sarcastische, docenten, hartgrondige, antipathie eigenlijk, tezamen, vakantie gewelddadige, littekens grootte, breedte vandalisme, baldadigheid burgemeester, burgerlijke, enigszins, acceptabel apotheek, medicamenten, abattoir accordeoniste, ovationeel, applaus, concours concluderen, accountant, kritiek weliswaar, traktaties, hartgrondige, secretaressen/secretaresses, tompouces.
Uitwerkingen
43
Module 4 Lezen 4.1
4.2
4.3
44
De eendenkooi 1 Ongetwijfeld voor het zoontje van de dagloner. 2 C. De schrijver kent de afloop van het verhaal en vertelt over alles en iedereen. 3 In het verleden. Aanwijzingen: - Vanaf 14 jaar mocht er gewerkt worden in de steenfabriek. (r. 107) - Het op de beschreven wijze doden van gevangen eenden is niet meer van deze tijd. - Veldwachter. (r. 381) - Een jongen met een hondenkar. (r. 399) 4 Het duidelijkst worden de gevoelens van de jongen beschreven. De anderen kunnen hun emoties moeilijk tonen, laat staan onder woorden brengen. (r. 167-169) De gevoelens van de jongen worden niet van uit hemzelf verteld, maar door de verteller. Eigenlijk worden alleen de uiterlijke kenmerken van zijn emotie beschreven. 5 Ter beoordeling van de docent. 6 Ter beoordeling van de docent. 7 De buksen en de (gevlochten) manden. Het dorp van mijn moeder 1 In de Tweede Wereldoorlog. 2 r. 134-164, r. 228-236. 3 a r. 35, r. 271, r. 355, r. 375, r. 433, r. 483 b r. 35: een minuut of 10 (zie ook r. 49-50) r. 271: een paar minuten r. 355: hoogstend een minuut r. 375: een paar minuten r. 433: een (half)uur r. 483: een paar dagen Tijdaanduiding kan niet anders dan bij benadering. 4 De ik-figuur wist van tevoren dat de naam van haar moeder niet in het doopregister zou staan. 5 Na 490: de briefkaart was niet ondertekend. De straf 1 a De schrijver prikkelt direct in het begin van het verhaal de nieuwsgierigheid van de lezer. Er is hier sprake van een vooruitwijzende mededeling. b r. 290 en 305. 2 (r. 62-101: dit gedeelte wordt niet erg duidelijk door Ray’s ogen gezien.) r. 137-144: perspectief bij Ray. r. 151-260: perspectief bij Ray 3 Er wordt tijd overgeslagen (tijdsprong). 4 a Tussen r. 261 en 286. b We noemen dat een flashback. 5 De volgende personen komen in het verhaal voor. Ze staan hier niet in een bepaalde volgorde!
Nederlands foutloos schrijven en spreken
6 7 8
4.4
Maggie, Ray, de man van Union Carbide, dominee O’Brien, de moeder (= Suzy), (Donald). De eenzaamheid wordt versterkt door het nogal trooseloze gebied waarin dit verhaal speelt. Het is augustus en de zomer is in Arizona op zijn heetst. De aarde zit vol kloven, omdat het maanden niet heeft geregend. In de streek is ook weinig te beleven. Ter beoordeling van de docent. De voor de hand liggende betekenis van de titel is de straf die Maggie moet ondergaan voor haar ‘zonde’. Maar ook Ray, de vader van Maggie, dominee O’Brien en in mindere mate Suzy, Maggies moeder, worden gestraft voor de ‘onchristelijke’ straf die ze Maggie opleggen.
Van de hoge 1a r. 115: een dag later, misschien wel enige dagen later dan het mislukte logeren. r. 283: enige tijd na de gebeurtenissen in het zwembad (een paar uur). b Scène 2: (bijvoorbeeld) jongetje komt onder de indruk van pubermeisje. Scène 3: (bijvoorbeeld) jongetje probeert indruk te maken op het meisje. Scène 4: (bijvoorbeeld) jongetje bedwingt de hoge duikplank. Scène 5: (bijvoorbeeld) jongetje doet afstand van zijn knuffelbeest. 2a Het zoontje: 1 meter 8 cm. groot, kort haar. Het meisje: aanmerkelijk groter dan het zoontje, heeft pas borstjes, grote dromerige ogen. b De vader: van deze persoon wordt het uiterlijk niet beschreven omdat hij de verteller is. Hij beschrijft wat hij waarneemt, hij kijkt niet naar zichzelf. c De vader leren we kennen omdat deze persoon van binnenuit wordt beschreven (ikverteller). We leren hem kennen door zijn reacties op personen en gebeurtenissen om hem heen. We kennen dus zijn gedachten en gevoelens. 3 De hoge duikplank markeert een nieuwe fase in zijn ontwikkelingsproces. Als je daar af durft te springen ben je een ‘grote jongen’ geworden, dan hoor je bij de ‘joeljongens’. Daar past een knuffelbeest niet meer bij, dat hoort bij ‘kleine jongens’. 4 Een greep: met zijn geheime glijgreep het zevenmaal opnieuw gepunnikte staartje bespeelt (r. 7072). maar weet nog niet wat ze daarover moet aantrekken en hoe ze ermee moet lopen of bij kijken (r. 117-119). waar ze de keuken vult met een overweldigende groeigeur (r. 138-139). ik wijs haar waar de dames zich moeten verpakken (r. 170-171). een waterbaard druipt achter uit zijn broekje (r. 188-189). de trap naar de Hoge kun ja alleen maar Op (r. 251-252). welk jaar is het vandaag? (r. 270). van helgetinte watergroenen en spits oplopende tinkelsuizen (r. 275-277). ach laat zij daar toch nooit een boze Kikker tegenkomen die haar onverhoeds tot huisvrouw kust! (r. 290-292). 5 De knop van een bloem kun je zien als de kindfase van die bloem. De eerste signalen dat de knop zich zal openvouwen tot bloem, zijn in dit verhaal gegeven: het jongetje zal over niet te lange tijd een ‘groot mens’ zijn. Dat het een rozenknop is, geeft aan hoeveel de vader van zijn zoontje houdt (roos = symbool van de liefde).
Uitwerkingen
45
Het woord ‘Rosebud’ (rozenknopje) geeft eigenlijk het thema aan van dit verhaal. Een rozenknopje is immers een roos in ontwikkeling, zo is Kasper een mens in ontwikkeling. Een jongetje dat een klein beetje afstand neemt van zijn kindzijn door niet meer met zijn Snoopy-pop te slapen. U kunt erop wijzen dat ieder verhaal een centraal of hoofdthema heeft. Onder thema verstaan we: de kortste aanduiding van het centrale probleem waarover het verhaal gaat. Mochten de cursisten dit een te abstracte omschrijving vinden, dan kunt u verwijzen naar het thema van dit verhaal: een kind dat de eerste stap(pen) naar ‘groot mens’ zet. (De eerste verliefdheid zorgt ervoor dat het knuffeldier aan de kant wordt gezet.) U kunt de aandacht vestigen op het feit dat in verhalen het thema dikwijls verstopt zit in de titel, of een woord, een zin, een gebeurtenis in het verhaal. 4.5
4.6
46
Gedichten 1a Het eerste gedicht is niet in strofen verdeeld, de andere drie wel. Het laatste gedicht heeft min of meer even lange versregels, bij de andere zijn de versregels onregelmatig van lengte, extreem zien we dat bij het derde gedicht. b Het eerste en het vierde gedicht rijmen (niet op dezelfde manier), terwijl het tweede en het derde gedicht geen rijm vertonen. 4 Beide vrouwen vinden geen bevrediging (meer) in het huishoudelijk werk. De eerste schikt zich in haar lot, de tweede pleegt verzet. 5 De vrouw in het derde gedicht probeert door een opleiding te volgen haar situatie te verbeteren. 6 De mening van de man staat tegenover die van de vrouw. Zijn mening eindigt na de eerste twee strofen, daarna komt de hare. 7 De ik-figuur in het laatste gedicht weet zeker dat ze het alleen aan kan en dat is bij de ikfiguur van het derde gedicht nog maar de vraag. 8 Als u weet dat de ik-figuur een vrouw is, kunt u aanvoelen dat er sprake is van een vrouw die bezig is onafhankelijk te worden, bij een mannelijke ik-figuur zou zo’n thema minder sprekend zijn, misschien wel een beetje sentimenteel. 9 Vrouwen willen ook mens zijn./Een vrouw kan het ook alleen. Of iets dergelijks. De kater Jansen 1 Vanuit de man, de ik-persoon. 2 U komt te weten hoe zijn huidige toestand is. Een afgerond beeld van de hoofdpersoon heb je pas veel verder in het verhaal. 3 Vanaf ca. r. 483. 4 Vanaf r. 104 is er sprake van een flashback. Het vertellersheden gaat verder bij regel 545. 5 r. 104-115. Indertijd zat ik op dat internaat. r. 545 e.v. Vanmorgen vroeg .... ( het vertellersheden). U mag aannemen dat er tussen de vroegste gebeurtenis en de laatste tientallen jaren zitten (± 40 ?), hoewel dat niet exact is aan te geven. 6 De schrijver prikkelt de nieuwsgierigheid van de lezer. Wat is aan de hand? Hoe loopt dit af? 7 Dit gedeelte wijst vooruit naar het slot van het verhaal. 8 Over de slechte relatie binnen een huwelijk.
Nederlands foutloos schrijven en spreken
4.7
Vaders Tijdsprongen: bij r. 171 duidelijk: overgang tussen zomer en herfst. Bij r. 238 is dat minder duidelijk: de herfst liep reeds ten einde en we zijn hier pas in november. Er is duidelijk enige tijd verlopen, maar veel kan dat niet zijn geweest. Bij r. 295 is het tijdsverloop niet duidelijk. De voorafgaande periode vertelt globaal een bepaalde periode, uitmondend in een kenmerkende scène, terwijl de verteller bij r. 295 overstapt naar een moment dat zich nooit lang na de voorafgaande scène kan hebben afgespeeld. Opvallend is dat het eind van de laatste episode vanaf r. 451 heel versnelt verteld wordt (in een paar regels een grote tijdsspanne). De overgang van r. 62-63 geeft geen tijdsprong aan, maar begrenst eigenlijk het einde van een soort inleiding en het moment dat het eigenlijke verhaal op gang komt. Het verhaal is chronologisch verteld: vanaf een zomer tot de volgende zomer. Er zijn geen flashbacks ingelast. Het is een ik-verhaal. De lezer is wat betreft zijn kijk op gebeurtenissen en personages gebonden aan de visie van de ik-verteller. Het is duidelijk dat het verhaal achteraf wordt verteld. De verteller heeft afstand genomen van de gebeurtenissen. De emoties die u bij het beëindigen van een verhouding zou verwachten, zijn inmiddels gesleten. Karakterisering van personen: stiefvader van Els: stille kleine man, die zich nauwelijks iets van haar aantrekt. de moeder van Els: verzuurde ontevreden vrouw die haar dochter niet vrij laat. Els’ echte vader: lange jongensachtige, vrolijke man. Eriks moeder: bedrijvige zorgzame vrouw. Eriks vader: rustige, hartelijke man die zijn zoon vrij laat. Els: mooi, gevoelig meisje dat te weinig ouderliefde heeft gehad. Erik: gevoelige niet erg doortastende jongen, houdt van poëzie. Wanneer het ‘aan’ raakt tussen Erik en Els is het prachtig zomers weer, terwijl het trieste einde van de relatie wordt versterkt door de herfst: regen, kou, donkerte enzovoort. Titelverklaring: alledrie de vaders spelen in dit verhaal een min of meer negatieve rol. De vader van Els kan haar op afstand niet de vaderliefde schenken die zij zo nodig heeft, ook haar stiefvader kan dat kennelijk niet. De vader van Erik laat na in te grijpen als Els’ moeder de relatie verstoort. Wellicht kunnen we in de aanstaande verloofde van Els ook een vaderfiguur zien, die zij zo nodig heeft. De echte vaders laten hier op hun eigen verschillende wijze hun kinderen in de steek. Het motto van het verhaal geeft al aan waarover het verhaal zal gaan, toch geeft dit ook een zekere spanning: wanneer, hoe en waarom wordt de relatie verbroken? Het thema van de gedichten die Erik voor Els schrijft (‘het gaat voorbij, het gaat voorbij’, r. 123124) versterkt de spanning evenals de vage angst die Erik voelt (r. 260-288).
4.8
Welkom in de club 1 Perspectief bij Harrie; want dan had de lezer inzicht gekregen in zijn gevoelens en gedachten. Het motief voor het inbreken (Financiële situatie? Olga een loer draaien? enzovoort). 2 Olga speelt de ondergeschikte rol in de relatie tussen haar en Harrie. Hij houdt te weinig rekening met haar. r. 131: “Olga?!” zei Harrie, “er is geen asbak”. Olga haalde er een uit de keuken (...). r. 147: “Hij had warmer gekund”, zei Harrie. “Hij was heet,” zei Olga. “Vanmiddag zeker”. Uitwerkingen
47
-
3
4
5 6
4.9
48
r. 177: “Een kwestie van even wennen en tanden op mekaar,” zei Harrie. “Ze heeft altijd geweten dat ik terug zou gaan (...)”. r. 202: Olga vroeg zich af wie van de twee haar glas had bijgeschonken. Harrie kwam het minst in aanmerking. r. 210: “Meloenen, pruimen, druiven op het beest, we krijgen wel veel fruit,” zei Harrie. r. 239-241: Wat weet Harrie van een bordeel, dacht Olga, ze kauwde langzaam, ze had allang geen trek meer. r. 315-319: Had ze de buitenlamp niet per ongeluk uitgedaan? Harrie was al eens over het hekje naast het pad gestruikeld. Ze gleed uit bed om te gaan kijken. r. 415: Het was allemaal van Harrie. Ze moest voor Harrie opkomen. r. 64: (...) betastte de bronzen knop van de pook (zou er met de pook nog een mep worden uitgedeeld?) r. 343-345: Er klonk een dreun in de woonkamer, gevolgd door een geluid dat leek op het rammelen van een collectebus (zouden ze toch teruggekomen zijn en ruzie hebben?). 378-379: “Mijn man kan elk moment thuiskomen,” zei Olga. r. 391: “En dan ziet hij uw auto,” zei Olga. r. 440-441: “Ik geloof dat ik mijn man hoor aankomen,” zei Olga met trillende stem. (Wat zal er gebeuren als Harrie zo meteen binnenkomt?) r. 451-455: Zonder na te denken greep ze de bureaulamp, (...) en trok de stekker uit het stopcontact. (Zou ze durven en de kans krijgen hem hiermee buiten westen te slaan?) r. 559-560: “De wagen staat geregistreerd op naam van Andreas Leopold Borkus”. (Zou Ee dan de inbreker zijn?) De manier waarop Harrie en Ee over geld verdienen praten en hoe ze praten over kennissen/zakenrelaties. Harrie moet zo nodig antieke spullen showen en benoemen (het ontbreekt er nog net aan, dat hij de prijs erbij noemt). Wijn die wordt bijgeschonken. (Een heer schenkt geen wijn bij, maar vult het glas opnieuw, als het is leeggedronken.) Harrie en Ee drinken bijna iedere avond iets in de bar van de golfclub; ook nu gaan ze daar nog weer heen na het etentje (‘als twee straathonden’). Deze elementen verwijzen ernaar dat we hier te maken hebben met zogenaamde nouveau-riches (mensen die wel rijk zijn, maar die geen echte beschaving hebben). Het is goed mogelijk dat er aan hun transacties een luchtje heeft gezeten. Olga is niet bepaald gelukkig in haar nieuwe huis/omgeving. Zie vooral r. 229-337. Ja, Olga is volkomen afhankelijk van Harrie, terwijl ze zich aan hem ergert. Het feit dat hij haar de stuipen op het lijf jaagt door in zijn eigen huis in te breken en dat zij hem totaal niet herkent en doodslaat is symboliek voor hun relatie en haar situatie.
Derde liefde 1 Dat blijkt uit r. 1-32. Daar wordt in vogelvlucht een voorgeschiedenis gegeven door een achteraf vertellend-ik. Het is een inleiding voorafgaand aan het eigenlijke verhaal. 2 Het eigenlijke verhaalt begint bij r. 33, wanneer een van de verhaalfiguren spreekt (dialoog). 3 Ja, de lezer verwacht dat deze liefde ook wel mis zal lopen. De lezer is dan benieuwd hoe dat zal gaan. 4 r. 198-227. Hier worden enige weken tijdsverloop in weinig regels weergegeven.
Nederlands foutloos schrijven en spreken
5
Het bidden. De laatste zin in het verhaal besluit de reeks van gebeden. Hier wordt dan wel niet letterlijk gebeden, maar de behandeling moet wel als zodanig worden opgevat (“nu heb ik alweer gelogen”). We kunnen het gezin plaatsen in een streng-calvinistisch, niet bepaald welgesteld milieu. (De vader is doodgraver.) Ter beoordeling van de docent.
6 7 4.10
Vakantie 1 2 -
3a b 4
5a b 6
4.11
r. 62: een paar minuten. r. 134: een paar minuten. r. 176: een kort ogenblikje, 1 minuut. r. 227: een paar minuten. r. 268: één à twee uur. r. 277: een half uur à een uur. r. 369: vier à vijf uur. r. 454: circa tien minuten. r. 191: Hij vreesde de late avond. r. 281-283: Maar hij hoopte dat zijn vrouw geen scherpe tong zou krijgen van de alcohol. r. 295-297: N. zag dat Yvonne op haar rug naar het plafond keek en zijn hart sloeg hol in zijn matras. N. is iemand die zeer onzeker is, bang dat hij een verkeerde indruk maakt op anderen. Hij gaat gebukt onder een enorme faalangst: bang om dingen fout te doen en daarover ruzie te krijgen. Hij verkiest de grote stad boven de natuur, omdat hij in de massa niet opvalt. Kees: hartelijk, oppervlakkig. Marja: hartelijk, zorgzaam. Yvonne: egoïstisch, overheersend. De lezer krijgt de indruk dat de hoofdpersoon een werkelijk bestaand persoon is uit de kennissenkring van de schrijver, die zijn identiteit niet prijs wil geven. De lezer kan het gebruik van een initiaal ook zien als symbolisch voor de situatie van de hoofdpersoon: gebrek aan eigen persoonlijkheid. Een verhaal dat niet bepaald zwaartillend is, met wat luchtige en/of humoristische voorvallen. Desnoods met typische vakantieperikelen. In een situatie die van buitenaf leuk en gezellig lijkt, kan een persoon (of kunnen meerdere personen) doodongelukkig zijn. Door het hele verhaal heen, speciaal op die momenten waar de hoofdpersoon op zijn vrouw let (en dat doe hij vrijwel de hele tijd). Hij meent aan haar wenkbrauwen al te kunnen zien hoe ze over hem denkt. Als ze een glas wijn drinkt, vreest hij haar scherpe tong. Zijn angst voor ruzie is meestal ongegrond, en juist als hij het niet verwacht, komt ze met verwijten. Anderzijds denkt zij van hem dat hij stond te gluren naar een paar toevallig voorbijfietsende meisjes.
Afscheid van Phoebe 1 heden: r. 1-52, r. 122-132, r. 210-219, r. 220-226, r. 356-389, r. 400-402, r. 435-439. De overige delen van het verhaal zijn geplaatst in het verleden. N.B. Soms lijkt het op het eerste gezicht dat sommige regels van bovenstaande fragmenten zich in het verleden afspelen. Dit is echter niet het geval; het zijn reflecties vanuit het heden over het verleden. De handeling wordt niet naar het heden verplaatst. Uitwerkingen
49
2
50
Het verhaal is gericht aan het doodgeboren kind van de ikverteller. Het hele verhaal is eigenlijk wat de titel aangeeft: afscheid nemen van Phoebe.
Nederlands foutloos schrijven en spreken
Module 5 Grammatica 5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6
1 2 3 4
bepaalden werden, ontdekt worden, bedekt, verduisterd kunnen, gebruikt, worden, loopt
5 6 7 8
is is, is, gedoopt moeten, komen, hangen. kan, bepaald, worden
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
kan, gebruiken zijn, bedoeld, zijn neem (toe) zal, gebruikmaken zijn, zien kan, vaststellen is, zoeken kunnen, worden, geleid kan, ontvangen, doorsturen kunnen, profiteren
1 2 3 4 5
rolschaatsen dansen zien studeren kijken
1 2 3 4 5
was stonden waren werd kwamen
6 7 8 9 10
kun leent koop kun kost
1 2 3 4 5
is zijn woonden volgden kon
6 7 8 9 10
hebben heeft gaat kan is
1 2 3 4 5
hebben = pv. rijdend = onvolt. dlw. zwemmen = inf. vervuild = volt. dlw. was = pv. zien = inf.
gemaakt = volt. dlw. hebben = pv.
genoten = volt. dlw.
Uitwerkingen
51
5.7
5.8
5.9
5.10
52
6 7 8 9 10
duikend = onvolt. dlw. gegeten = volt. dlw. konden = pv. ontdekt = volt. dlw. lachend = onvolt. dlw.
stootte = pv.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
is = pv. zouden = pv. liet = pv. werd = pv. kon = pv. moest = pv. (zich) had = pv. (zich) veronderstelden = pv. kon = pv. bleek = pv.
overgestoken = volt. dlw. (zich) bevinden = inf. uitwerpen = inf. gebruikt = volt. dlw. bereiken = inf. bevinden = inf. vergist = volt. dlw.
spreken = inf. betaalden = pv.
bereiken = inf. worden = inf.
1 2 3 4 5
Sonja/verhuisde/naar Groningen./ In 2001/verhuisde/Sonja/naar Groningen./ Sonja en haar gezin/verhuisden/in 2001/naar Groningen./ Sonja/verhuisde/naar Groningen/op een mooie dag in 2001./ Naar een klein dorp in de provincie Groningen/verhuisde/Sonja/op een mooie dag/in 2001./ 6 De kleuters/gaven/het paard/een suikerklontje./ 7 Een suikerklontje/gaven/de schattige kleuters/het paard./ 8 De schattig geklede kleuters/gaven/het oude paard/een suikerklontje./ 9 Gisteren/gaven/de schattig geklede kleuters/het oude en schonkige paard/een suikerklontje./ 10 De schattig geklede kleuters/gaven/het oude en schonkige paard/gisteren/een suikerklontje en een wortel./ 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Iedereen/kent/de huismus./ Hij/is/het schoffie onder de vogels./ In je peutertijd/aten/de mussen/de kruimels van je ligakoek./ Huismussen/blijven/in de herfst/in onze streken./ In de grote steden/is/altijd/iets te eten/voor ze./ In een voorgaand tijdperk/waren/de ingrediënten van de paardenvijg/de hoofdmaaltijd./ In onze dagen/is/het/de hondendrol./ Pas na 1850/verscheen/de huismus/in Amerika./ Gelukzoekers/misten/het tjilpen van het brutale vogeltje./ Ze/vervoerden/hem/aan boord van de schepen/ naar de Nieuwe Wereld./
1 2 3 4
Loopt/Yvonne/van de bakker/naar Albert Heijn?/ Ik/lees/het blad Grasduinen//van de buren./ Fred/sloeg/de hond//met de leren riem./ In augustus/halen/de boeren/de oogst/van het land./
Nederlands foutloos schrijven en spreken
5 6 7 8 9 10
Las/hij/de brief//aan zijn geliefde/voor?/ Amstelveen/kreeg/een sneltram/naar Amsterdam./ Ik/kocht/in de vakantie/een boek//van Marga Minco./ Veel cursisten/vinden/het onderdeel grammatica/moeilijk./ Het echtpaar/betaalde/de ober//in het restaurant./ De politie/doodde/de man//met een revolver./
5.11 Persoonsvorm
Onderwerp wel
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
houden nemen spannen gebruiken berokkenen bestaan kenden bestonden worden stonden
geen kersen
kersentelers netten ze ze molens windmolens watermolens water molens*
* (Let op: Tienduizend molens is het onderwerp.) 5.12
1
In veel landen/kijken/kinderen/graag/naar tekenfilms./ kijken = pv., kinderen = ond. 2 Beroemde filmfiguren/zijn/tientallen jaren geleden/verzonnen/door Walt Disney./ zijn = pv., beroemde filmfiguren = ond. 3 Kinderen en volwassenen/kennen/Mickey Mouse en Donald Duck./ kennen = pv., kinderen en volwassenen = ond. 4 In de loop der jaren/hebben/Disney’s studio’s/honderden films/gemaakt. hebben = pv., Disney’s studio’s = ond. 5 Veel films/zijn/met groot vakmanschap/getekend./ zijn = pv., veel films = ond. 6 Toch/vinden/velen/ze/te vakmatig./ vinden = pv., velen = ond. 7 De films/bieden/voor sommigen/weinig verrassends./ bieden = pv., de films = ond. 8 In Nederland/zijn/ook tekenfilms/gemaakt./ zijn = pv., ook tekenfilms = ond. 9 Een film over Heer Bommel/is/de bekendste./ is = pv., een film over Heer Bommel = ond. 10 Deze film/trok/veel mensen/naar de bioscoop./ trok = pv., deze film = ond.
Uitwerkingen
53
5.13
1
Een politieagent uit Stadskanaal/kreeg/een koekje van eigen deeg./ Kreeg = pv., een politieagent uit Stadskanaal = ond. 2 Twee mannen/pikten/de dienstpet van de agent/uit de surveillance-auto./ pikten = pv., twee mannen = ond. 3 De ramen van de auto/stonden/open. stonden = pv., de ramen van de auto = ond. 4 De agent/kon/zijn pet/terugkrijgen. kon = pv., de agent = ond. 5 Hij/moest/twintig euro/betalen. moest = pv., hij = ond. 6 De ‘dieven’/haakten in/op een actie van de Stadskanaalster politie./ haakten = pv., de ‘dieven’ = ond. 7 Agenten/namen/namelijk/niet op-slot-staande fietsen/mee./ namen = pv., agenten = ond. 8 De eigenaar/kon/zijn rijwiel/tegen betaling van tien euro/terugkrijgen./ kon = pv., de eigenaar = ond. 9 De actie/is/bedoeld/om het aantal fietsendiefstallen te verminderen./ is = pv., de actie = ond. 10 De politie/moet/dan/wel/het goede voorbeeld/geven./ moet = pv., de politie = ond.
5.14 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Persoonsvorm hebben kan beschouwen wil verkopen ontbrak weet geven moet leert
Onderwerp honden een schaapherder kinderen wie fokkers het je ze een goede opvoeding je
1
Persoonsvorm stond
Onderwerp het vee
2 3 4 5
vormen worden wordt lagen
de Pyreneeën de notulen van de vorige vergadering goud mijn paperassen
5.15
54
Nederlands foutloos schrijven en spreken
5.16 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Persoonsvorm zoeken worden zal loop dromen verdienen zal zoeken worden moet
Onderwerp jonge vluchtelingen ze iedereen je vluchtelingen ze dat dat familie, vrienden en bezittingen je
Ww.gez. zoeken worden vervolgd zal gunnen loop dromen verdienen zal veranderen zal veranderen worden achtergelaten moet bezitten
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Persoonsvorm worden vindt zijn werden dateert groeien gebruikt zal wordt bedekt
Onderwerp champignons men die weilanden de champignons de grote opkomst van de teelt de champignons de teler de mest dit broed een dunne laag dekaarde
Ww.gez. worden gegeten vindt zijn bemest werden geteeld dateert groeien gebruikt zal geënt worden wordt aangebracht bedekt
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Persoonsvorm versprak had stond bukte wilde stootte schaamde gedroeg bemoeide kleedde
Onderwerp de spreker hij een glas water ik ik ik ik de spreker hij hij
Ww.gez. versprak zich had geoefend stond bukte wilde aangeven stootte om schaamde mij gedroeg zich bemoeide zich kleedde zich om
5.17
5.18
Uitwerkingen
55
5.19 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 5.20
5.21
56
Persoonsvorm liep begon zat hing weigerde sloot lag zette vertoonde heb
Onderwerp ik ik ik de was ik ik mijn dochter mijn vrouw de nieuwslezer van het journaal ik
Ww.gez. liep na te denken begon te schrijven zat te werken hing te drogen weigerde op te nemen sloot mij af lag te slapen zette aan vertoonde zich heb geschreven
De zelfstandige naamwoorden zijn: radio, dijk, surfplank, sloot, bloemist, Frankrijk, actie, geluk, Karel, mol, daad, vrede, emancipatie, leunstoel, madeliefje, hek, maatschappij, Flipsen, leeuwin, chocola, schat, groente. de trein – de treinen – het treintje het toestel – de toestellen – het toestelletje de dichter – de dichters – het dichtertje het werk – de werken – het werkje de dokter – de dokters – het doktertje het huis – de huizen – het huisje de bloem – de bloemen – het bloemetje de koe – de koeien – het koetje de vaas – de vazen – het vaasje de achterruit – de achterruiten – het achterruitje
Nederlands foutloos schrijven en spreken
5.22 lidwoorden een (r. 1) de (r. 2) de (r. 8) een (r. 9) de (r. 12) het (r. 14)
5.23
zelfstandige naamwoorden lawine boekenliefhebber kunstredactie San Diego Anthony Cima inwoner stad San Diego waarde literatuur boekencollectie weken liefde boeken aardverschuiving literatuurverzameling lawine boeken Cima ziekenhuis
Zelfstandige naamwoorden: 1 cholesterol 2 cholesterol 3 hart – bloedvaten – mening – cholesterol 4 programma – hart 5 ziel – werking – cholesterol – invloed 6 gezondheid – gesprekken – deskundigen – patiënten 7 kijker informatie – tips – voeding 8 lichaamsbeweging – voorwaarde 9 artsen – behandeling – medicijnen – levens Voorzetsels: r. 2 van – voor r. 3 voor r. 4 in r. 5 op – van r. 6 op – door – met r. 9 met
5.24
1 2 3 4 5 6 7
boeiend Engelse – levendig mistige – oude – mysterieuze bekendste oudste Romeinse koninklijke Uitwerkingen
57
8 grote – bekende 9 Londense – wereldberoemd 10 enorme – ongelofelijke 5.25
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
grote – openbaar uitstekende ondergrondse – beroemde – rode – zwarte snel – eenvoudig Londense – beroemd – rode particuliere toeristische – uitstekend officiële – goede – voornaamste open – goed speciale – vreemde
5.26 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 5.27
Persoonsvorm wordt was schijnt blijft is blijkt is bleek was wordt
Onderwerp mijn vriend hij hij zijn vrouw zijn pc een nieuwe een gebruikte pc zijn eerste boek hij zijn tweede
Nw.gez. wordt schrijver was leraar schijnt aardig blijft verpleegster is kapot blijkt duur is goedkoper bleek onverkoopbaar was verdrietig wordt beter
Gezien de vele mogelijkheden is hier niet een eenduidig antwoord op te geven.
5.28 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
58
Persoonsvorm zijn zijn is bleek wordt schijnt is wordt blijven worden
Onderwerp onze buren ze hij hij hij hij zijn vrouw ze onze buren ze
Nederlands foutloos schrijven en spreken
Nw.gez. zijn bijzonder aardige mensen zijn ouder dan zestig jaar is een van de beroemdste inwoners van ons dorp bleek een bekend schaatskampioen wordt kampioen bij de veteranen schijnt geweldig goed is een van zijn enthousiaste supporters wordt erg moe blijven sportieve mensen worden lid van de vereniging ‘De Friesche Elf Steden’
5.29
1 2 3 4 5
blijven worden geworden geweest zijn
5.30 1
Persoonsvorm Onderwerp is Greenpeace
2 3 4 5
zijn zijn is zou
de acties van Greenpeace de acties tegen de walvisjacht de milieuverontreiniging milieuvervuiling
6 7 8 9
is bleek werden waren
Greenpeace de Franse geheime dienst de bewijzen de aanwijzingen
10
werden
de ontkenningen van de Fransen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Persoonsvorm scheen bleek bleef werd bleek werd leek bleef was was
Onderwerp iemand de man hij ik de dronken man hij hij ik ik ik
Nw.gez. is een internationale milieuorganisatie zijn geweldloos zijn heel bekend geworden is een belangrijk actiepunt zou een internationaal probleem moeten zijn is een lastige horzel geworden bleek de dader van een aanslag werden (steeds) overtuigender waren (steeds) duidelijker geworden werden alsmaar zwakker
5.31 scheen = ww. gez. bleek dronken = nw. gez. bleef staan = ww. gez. werd aangesproken = ww. gez. bleek een bekende van de politie = nw. gez. werd gezocht = ww. gez. leek nogal agressief = nw. gez. bleef = ww. gez. was een beetje bang = nw. gez. was geschrokken = ww. gez.
Uitwerkingen
59
5.32
5.33
1 2 3 4 5 6 7
Persoonsvorm blijven blijkt trekken is zijn wordt broeden
8 9
zijn kunnen
10
zijn
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Onderwerp trekvogels de vogeltrek veel soorten de Noordzeekust de winterkwartieren hetzelfde broedgebied veel vogelsoorten uit onze streken bekende trekvogels sommige vogels uit het noorden ze
blijven = ww. gez. blijkt instinctief te zijn = nw. gez. trekken = ww. gez. is een veel gevolgde route = nw. gez. zijn dezelfde gebieden = nw. gez. wordt bezocht = ww. gez. broeden = ww. gez. zijn de kievit en de zwaluw = nw. gez. kunnen blijven = ww. gez. zijn doortrekkers = nw. gez.
hun ontzet = wel l.v. Alkmaar, Groningen en Leiden = geen l.v. tot de Tachtigjarige Oorlog = geen l.v. de aanvallen van de Spanjaarden = wel l.v. voor de opstand = geen l.v. onder water = geen l.v. een grote gebeurtenis = geen l.v. de stad Groningen = wel l.v. de bisschop = wel l.v. deze gebeurtenis = wel l.v.
5.34 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
60
Persoonsvorm Onderwerp hebben de Nederlandse jeugdherbergen heeft men krijg je maakt de hostels betaal je bieden Stayokays heeft hostel stoor je bezitten sommige hostels ontvangt de moderne Stayokay
Nederlands foutloos schrijven en spreken
Ww. gezegde hebben ondergaan heeft afgeschaft krijg maakt betaal bieden heeft stoor bezitten ontvangt
Lijdend voorwerp een verandering de corvee meer service geen winst achttien euro meer vrijheid een bar andere gasten een disco (ook) gezinnen
5.35
5.36
1
is = pv. Schoonhoven = ond. is de zilverstad = nw. gez. 2 was = pv. het Schoonhovense zilverwerk = ond. was wereldberoemd = nw. gez. 3 bezit = pv. het Zuid-Hollandse stadje = ond. bezit = ww. gez. de vakopleiding voor goud- en zilversmeden = l.v. 4 zie = pv. je = ond. zie = ww. gez. de meest uiteenlopende sieraden = l.v. 5 heeft = pv. Schoonhoven = ond. heeft = ww. gez. een aantal zilverfabrieken = l.v. 6 kunt = pv. je = ond. kunt bezichtigen = ww. gez. ze = l.v. 7 kun = pv. je = ond. kun bekijken = ww. gez. een oude werkplaats = l.v. 8 voert = pv. een zilversmid = ond. voert uit = ww. gez. zijn ambacht = l.v. 9 zijn = pv. de werkbanken en werktuigen = ond. zijn erg simpel = nw. gez. 10 maakt = pv. hij = ond. maakt = ww. gez. prachtige sieraden = l.v. 1 2 3 4 5
je ons, hij, het het ik, hem, jullie haar
6 7 8 9 10
hij hem ik, het, hem mij, hij, het we, hem
Uitwerkingen
61
5.37
5.38
62
1 2 3 4 5
onze = bez. vnw., hunne = bez. vnw. we = pers. vnw., hem = pers. vnw. ik = pers. vnw. mijn = bez. vnw. ze pers. vnw., haar = bez. vnw.
1
zoeken = pv. veel mensen = ond. zoeken = ww. gez. een baan = l.v. 2 bent = pv. je = ond. bent de enige sollicitant = nw. gez. 3 kun = pv. je = ond. kun wagen = ww. gez. een telefoontje = l.v. 4 is = pv. een eerste telefonisch contact = ond. is moeilijk = nw. gez. 5 moet = pv. je = ond. moet gebruiken = ww. gez. een lijstje met vragen = l.v. 6 wil = pv. je = ond. wil verkrijgen = ww. gez. inlichtingen over het werk = l.v. 7 kunt = pv. je = ond. kunt oefenen = ww. gez. zo’n telefoongesprek = l.v. 8 is = pv. de sollicitatiebrief = ond. is een tweede stap = nw. gez. 9 moet = pv. je = ond. moet schrijven = ww. gez. 10 leert = pv. een bedrijf = ond. leert kennen = ww. gez. jou = l.v.
Nederlands foutloos schrijven en spreken
6 7 8 9 10
je = pers vnw., jullie = bez. vnw. onze = bez. vnw. wij = pers. vnw., jou = pers. vnw. je = pers. vnw., ons = pers. vnw. je = pers. vnw., mijn = bez. vnw.
5.39
5.40
5.41
1 2 3 4 5
u = pers. vnw. ze = pers. vnw. jullie = pers. vnw., onze = bez. vnw. we = pers vnw., onze = bez. vnw. ze = pers. vnw.
6 7 8 9 10
hij = pers. vnw., je = pers. vnw. mijn = bez. vnw., hem = pers. vnw. hunne = bez. vnw., zijn = bez. vnw. het = pers. vnw. hij = pers. vnw., zijne = bez. vnw.
1 2 3 4 5
je hun klanten .... jullie jongeren
6 7 8 9 10
de bibliotheek u .... de bezoekers ....
1
is = pv. de Nederlandse douane = ond. is ongeveer 400 jaar oud = nw. gez. ziet = pv. de reiziger = ond. ziet = ww. gez. een klein stukje = l.v. overhandigt = pv. je = ond. overhandigt = ww. gez. je paspoort = l.v. de douanebeambte = m.v. kan = pv. de douane = ond. kan geven = ww. gez. een identiteitsbewijs = l.v. je = m.v. biedt = pv. de Nederlandse douane = ond. biedt = ww. gez. bescherming = l.v. het bedrijfsleven = m.v. belast = pv. men = ond. belast = ww. gez. buitenlandse producten = l.v. stelt = pv. de douanier = ond. stelt = ww. gez. welke vraag = l.v. zijn = pv. de grenzen = ond. zijn verdwenen = ww. gez.
2
3
4
5
6
7
8
Uitwerkingen
63
9
moet = pv. je = ond. moet aangeven = ww. gez. te veel gekochte goederen = l.v. 10 betaal = pv. je = ond. betaal = ww. gez. belasting = l.v. aan de douane = m.v. 5.42
1 2 3
4
5
6
7
8
9
64
worden = pv. nieuwe appelrassen = ond. worden gekweekt = ww. gez. is = pv. de golden delicious = ond. is een probleemloze appel = nw. gez. schenkt = pv. deze appel = ond. schenkt = ww. gez. een rijke oogst = l.v. de kweker = m.v. heeft = pv. een appelboom = ond. heeft = ww. gez. een flinke ronde kruin = l.v. moest = pv. men = ond. moest gebruiken = ww. gez. een ladder = l.v. betaalden = pv. de kwekers = ond. betaalden = ww. gez. een hoog loon = l.v. aan de plukkers = m.v. plukt = pv. men = ond. plukt = ww. gez. de appels = l.v. heeft = pv. men = ond. heeft gekweekt = ww. gez. lagere bomen = l.v. kan = pv. een strenge winter = ond. kan berokkenen = ww. gez. veel schade = l.v. de appelbomen = m.v.
Nederlands foutloos schrijven en spreken
10 bezorgen = pv. importappels = ond. bezorgen = ww. gez. nogal wat problemen = l.v. de Nederlandse kwekers = m.v. 11 zijn = pv. de jonagold, de elstar en de alkmene = ond. zijn nieuwe appelrassen = nw. gez. 5.43
5.44
5.45
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
weleens in ons land nog niet eens zo lang geleden, in Europa, niet uit Zuid-Amerika naar Europa, door Spaanse veroveraars rond de Spaanse hoven, in de grond aanvankelijk voorlopig .... in Ierland in Frankrijk, bijzonder lekker niet even buiten Parijs, op een onvruchtbaar stuk land overdag, door soldaten op het landje ’s nachts spoedig daarna, rond zijn huis tussen 1845 en 1851, in Ierland toen in die jaren, door de aardappelziekte
1 2 3 4 5
hoge = bijv. nw., ver = bijw. aardig = bijv. nw. mooi = bijw. zuidwaarts = bijw. slappe = bijv. nw.
6 7 8 9 10
slap = bijw. moeilijk = bijw. moeilijk = bijv. nw. donkere = bijv. nw., hard = bijw. geweldig = bijv. nw.
1 2 3 4 5
achter = vz. vanavond = bijw., uit = bijw. op = vz. uit = vz. op = bijw.
6 7 8 9 10
buiten = bijw., daar = bijw. al = bijw., achter = bijw. boven = bijw., beneden = bijw. op = vz. buiten = vz.
Uitwerkingen
65
5.46
66
1
is = pv. een telefoonkabel = ond. is aangelegd = ww. gez. tussen twee Canarische eilanden = bijw. bep. in september 1986 = bijw. bep. 2 is = pv. de kabel = ond. is gesaboteerd = ww. gez. al drie keer = bijw. bep. door een stel haaien = bijw. bep. 3 was = pv. het omhulsel = ond. was kapotgebeten = ww. gez. iedere keer = bijw. bep. 4 zijn = pv. de haaien = ond. zijn vrij klein = nw. gez. volgens biologen = bijw. bep. 5 is = pv. de kabel = ond. is aangelegd = ww. gez. op grote diepte = bijw. bep. 6 is = pv. het = ond. is de eerste glasvezelkabel (op grote diepte) = nw. gez. (op grote diepte = bijw. bep.) 7 geven = pv. de haaien = ond. geven = ww. gez. veel problemen = l.v. voor de mensen van de telefoonmaatschappij = m.v. 8 bijten = pv. ze = ond. bijten stuk = ww. gez. de lijnen van boeien = l.v. regelmatig = bijw. bep. 9 zijn = pv. hun tanden = ond. zijn uitzonderlijk scherp = nw. gez. 10 kunnen = pv. ze = ond. kunnen uitoefenen = ww. gez. een enorme kracht = l.v. met hun tanden = bijw. bep.
Nederlands foutloos schrijven en spreken
11 bezorgen = pv. de vraatzuchtige dieren = ond. bezorgen = ww. gez. veel last = l.v. aan de vissers = m.v. ook = bijw. bep. 5.47
5.48
5.49
5.50
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
in ons land in de komende jaren voorlopig, regelmatig, snel echter in de toekomst met huisarrest in de VS, met deze vorm van straffen aan hun been op een afstand van meer dan tien meter van hun huis, alarmerend zeer
Hieronder zijn alleen maar de vaste voorzetsels genoteerd. 1 verdenken van 11 zich hechten aan 2 bluffen over 12 aansporen tot 3 zorgen voor 13 zich verbazen over 4 smachten naar 14 zich verdiepen in 5 berusten in 15 betrappen op 6 gelukwensen met 16 vooruitlopen op 7 juichen over 17 wijten aan 8 klagen over 18 zich verwonderen over 9 zich beroemen op 19 zich ergeren aan 10 piekeren over 20 beschuldigen van 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
voor de verleiding van de reclame in het leefpatroon van een doelgroep op de zucht naar exclusiviteit van hun toekomstige klanten in de goede naam van een bepaald merk bij de leefstijl van klanten van leugens voor een leugentje voor al te optimistische reclame-uitingen voor een tegenwicht over al te argeloze kopers
1
ligt = pv. het Ringvaartaquaduct = ond. ligt = ww. gez. op de A4 tussen Den Haag en Amsterdam = bijw. bep. sinds 1960 = bijw. bep. Uitwerkingen
67
2
kunnen = pv. automobilisten = ond. kunnen zich verbazen = ww. gez. over een schip boven de weg = vzv. hier = bijw. bep. 3 is = pv. het aquaduct = ond. is een zwartwit geblokte badkuip = nw. gez. 4 verdiepten = pv. de ingenieurs = ond. verdiepten zich = ww. gez. in de mogelijkheden = vzv. 5 bleek = pv. een brug of tunnel = ond. bleek haalbaar = nw. gez. niet = bijw. bep. 6 legde = pv. men = ond. legde om = ww. gez. de ringvaart = l.v. tijdens de werkzaamheden = bijw. bep. 7 inspecteren = pv. duikers = ond. inspecteren = ww. gez. het aquaduct = l.v. één keer in de vijf jaar = bijw. bep. 8 is = pv. het aquaduct = ond. is geverfd = ww. gez. zwartwit = bijw. bep. 9 geeft = pv. het zwart-wit geblokte patroon = ond. geeft = ww. gez. een punt van herkenning = l.v. de automobilist = m.v. 10 is = pv. het verschijnsel aquaduct = ond. is zo oud als de weg naar Rome = nw. gez. 5.51
1
2
68
luistert = pv. vrijwel iedereen = ond. luistert = ww. gez. naar het weerbericht op radio of tv = vzv. begroet = pv. men = ond. begroet = ww. gez. de zon = l.v. na een periode van langdurige regenval = bijw. bep. met vreugde = bijw. bep.
Nederlands foutloos schrijven en spreken
3
voorspellen = pv. almanakken = ond. voorspellen = ww. gez. het weer = l.v. al eeuwenlang = bijw. bep. voor een jaar = bijw. bep. 4 is = pv. de bekendste almanak = ond. is de Enkhuizer Almanak = nw. gez. ongetwijfeld = bijw. bep. 5 is = pv. deze almanak = ond. is verschenen = ww. gez. voor het eerst = bijw. bep. in 1596 = bijw. bep. 6 behoort = pv. de ‘Enkhuizer’ = ond. behoort = ww. gez. tot de oudste periodieken van de wereld = vzv. 7 is = pv. het weer = ond. is een belangrijke factor (in het dagelijks leven) = nw. gez. (in het dagelijks leven = bijw. bep.) voor veel mensen = m.v. 8 geeft = pv. zon of regen = ond. geeft = ww. gez een goede of een slechte oogst = l.v. landbouwers = m.v. 9 kan = pv. een langdurige periode van droogte = ond. kan verstoren = ww. gez. het normale leefpatroon = l.v. in een groot gebied = bijw. bep. 10 reageert = pv. het menselijk lichaam = ond. reageert = ww. gez. op verschillende manieren = bijw. bep. op weersomstandigheden = vzv. 5.52
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
overtuigd zijn van verzot zijn op rekening houden met in strijd zijn met medelijden hebben met tevreden zijn met, over melding maken van het woord richten tot trots zijn op gebukt gaan onder
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
bedroefd zijn over belang hebben bij zich rekenschap geven van tuk zijn op benieuwd zijn naar ’t eens zijn met, over nota nemen van bang zijn voor begaan zijn met dol zijn op Uitwerkingen
69
5.53
1
2
3
4
5
5.54
5.55
70
zijn = pv. wij = ond. zijn verzot = nw. gez. (nw. uitdr.) op borrelnootjes = vzv. al jaren = bijw. bep. moet = pv. je = ond. moet nota nemen = ww. gez. (werkw. uitdr.) van de kleine lettertjes in de verzekeringspolis = vzv. goed = bijw. bep. is = pv. ze = ond. is verliefd = nw. gez. op mijn broer = vzv. al heel lang = bijw. bep. waren = pv. de leerlingen = ond. waren in hun nopjes = nw. gez. (nw. uitdr.) met de behaalde resultaten = vzv. moet = pv. je = ond. moet de draak steken = ww.gez. (werkw. uitdr.) met oude mensen = vzv. nooit = bijw. bep.
1 2 3 4 5 6
Wie = V die = B dat = A zo’n = A wat = B wat = B
7 8 9 10 11 12
wat voor = V die = B deze = A welke = V, zelf = A die = B zulke = A
1 2 3 4 5 6 7 8
Wie, zo’n/dit/dat wat die wat voor (een)/welke dat wat wat deze/die
9 10 11 12 13 14 15 16
wie wat wat, dit, wat wie, die/deze welke/ wat voor een die die/deze wat
Nederlands foutloos schrijven en spreken
5.56
5.57
1 2 3 4 5 6 7 8
wie = V die = B zulke = A, die = B wat = B wie = V wat = B die = A wie = B
1
is = pv. de Nederlandsche Bank = ond. is het best beveiligde gebouw (in Nederland) = nw. gez. wellicht = bijw. bep. (in Nederland = bijw. bep.) liggen = pv. miljarden aan bankbiljetten = ond. liggen opgestapeld = ww. gez. twaalf meter onder de grond = bijw. bep. bewaart = pv. men = ond. bewaart = ww. gez. honderden staven goud = l.v. vier meter dieper = bijw. bep. is = pv. het meeste goud = ond. is opgeslagen = ww. gez. nog veiliger = bijw. bep. in het Amerikaanse Fort Knox = bijw. bep. bestaat = pv. de beveiliging van de Nederlandsche Bank = ond. bestaat = ww. gez. uit ... ton = vzv. onder andere = bijw. bep. verbazen = pv. veel mensen = ond. verbazen zich = ww. gez. over de imposante beveiliging = vzv. richtte = pv. Koning Willem I = ond. richtte op = ww. gez. de Nederlandsche Bank = l.v. zo’n 175 jaar geleden = bijw. bep. heeft = pv. men = ond. heeft gegeven = ww. gez. een groot aantal taken = l.v. de Nederlandsche Bank = m.v. in de loop der jaren = bijw. bep.
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15
wat voor = V zo’n = A wat = B welke = V die = B wat = B zelf = A
Uitwerkingen
71
9
is = pv. adviseren van de regering = ond. is een andere taak van de bank = nw. gez. 10 heeft = pv. de Europese Centrale Bank = ond. heeft = ww. gez. veel invloed = l.v. tegenwoordig = bijw. bep. in de EU = bijw. bep. 5.58
5.59
5.60
1 2 3 4
wie wie (met ingesloten antecedent) wat wat (met ingesloten antecedent)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
elkaar = wederkerig vnw. iedereen = onbep. vnw zich = wederkerend vnw. de eerste de beste = onbep. vnw. ons = wederkerend vnw., niets = onbep. vnw. het = onbep. vnw. sommigen = onbep. vnw., niks = onbep. vnw. ene = onbep. vnw elkaar = wederkerig vnw. het = onbep. vnw.
1
voorschriften = kern technische = bijv. bep. voor bromfietsen = bijv. bep. verscheidenheid = kern aan bromfietsmodellen = bijv. bep. eigenschappen = kern hun = bijv. bep. specifieke = bijv. bep. snelheid = kern maximale = bijv. bep. van 25 km per uur = bijv. bep. vervoermiddel = kern dit = bijv. bep. bromfietsen = kern meeste = bijv. bep. tweetaktmotor = kern soepel lopende = bijv. bep. helm = kern goedgekeurde = bijv. bep. berijden = kern van een motorfiets = bijv. bep.
2 3 4 5 6
7 8
72
Nederlands foutloos schrijven en spreken
5 6 7 8
wie (met ingesloten antecedent) wat (met ingesloten antecedent) wie (met ingesloten antecedent) wie
9
motor = kern met circa 400 cm3 cilinderinhoud = bijv. bep. 10 tocht = kern lange = bijv. bep. onderhoudsbeurt = kern zorgvuldige = bijv. bep. 5.61
5.62
1 2
traditioneel = bijv. bep. talloze, Nederlandse, bijzonder lekkere = bijv. bep. bijzonder = ondergesch. bijw. bep. 3 moderne, aanzienlijk meer = bijv. bep. aanzienlijk = ondergesch. bijw. bep. 4 belangrijk, gepasteuriseerde = bijv. bep. 5 van kaas, rauwe = bijv. bep. 6 deze, eigen = bijv. bep. 7 van verschillende boerderijen, verschillende = bijv. bep. vrijwel = ondergesch. bijw. bep. 8 zelfkazende, in de fabriek, hun, eigen = bijv. bep. 9 met tuinkruiden = bijv. bep. erg = ondergesch. bijw. bep. 10 Leidse, met komijn = bijv. bep. buitengewoon = ondergesch. bijw. bep. 1 2 3
4 5
futuristisch = bijv. bep., uitermate = ondergesch. bijw. bep. lastige = bijv. bep. helemaal = ondergesch. bijw. bep. afgelopen = bijv. bep. heel = ondergesch. bijw. bep. veel = bijv. bep., elektrische = bijv. bep. voor de huiskamer en keuken = bijv. bep. zo’n, modern = bijv. bep. onze, huidige = bijv. bep. (personal = bijv. bep.). steeds = ondergesch. bijw. bep.
6
alle, elektrische = bijv. bep. centrale = bijv. bep. 7 zeer = ondergesch. bijw. bep. van glasvezel = bijv. bep. 8 van de centrale huiscomputer = bijv. bep. centrale = bijv. bep. huishoudelijke = bijv. bep. 9 met een bepaalde code = bijv. bep. bepaalde = bijv. bep. 10 sommige = bijv. bep. dit = bijv. bep. erg = ondergesch. bijw. bep. volstrekt = ondergesch. bijw. bep.
5.63 bep. hoofdtelw. eenderde vijftien een miljoen beide tweederde geen
onbep. hoofdtelw. weinig sommige veel voldoende enkele honderden genoeg ettelijke
bep. rangtelw. honderdste eerste negende achtentachtigste
onbep. rangtelw. middelste zoveelste
Uitwerkingen
73
5.64
5.65
5.66
5.67
5.68
74
in = vz. u = bep. bw. de = pers. vnw. grootste = bijv. nmw. bovendien = bijw. het = pers. vnw. die = betr. vnw. deze = aanw. vnw. fladderen = zelfst. ww. tweeduizend = bep. hfd.tlw. rond = bijw. vele = onb. hfd.tlw.
honderden = onb. hfd.tlw. daar = bijw. dagelijks = bijw. de = bep. lw. eitjes = znw. zelf = aanw. vnw. een = onb. lw. moeizaam = bijw. wie = vrg. vnw. dat = betr. vnw. van = vz. wat = betr. vnw.
veel = onbep. hoofdtelw. gecontroleerd = ww. (volt. dlw.) luidt = ww. aan = vz. tijdens = vz. van = vz. menig = onbep. hoofdtelw. pleziervaartuig = znw. bleek = koppelww. (eigenlijk hulpww.) soms = bijw. geld = znw. een = onbep. lw.
veilige = bijv. nw. wie = vragend vnw. geen = bep. hoofdtelw. over = bijw. voor = vz. zijn = bez. vnw. wat = betr. vnw. drie = bep. hoofdtelw. ons = bez. vnw. 250.000 = bep. hoofdtelw. dat = aanw. vnw. de = bep. lw.
wij zullen kamperen jullie reden ik zou zijn gegaan hij zou wandelen antwoord jij?
zij hadden gelezen u zal hebben geluisterd hij zou hebben gelast wij hadden geschaatst
1 2 3 4 5
v.v.t.t. v.t.t. o.t.t. o.t.t.t. o.v.t.
6 7 8 9 10
o.t.t. o.t.t. v.t.t.t. o.v.t.t. o.t.t.
1 2 3 4 5
v.t.t.t. o.t.t. o.t.t.t. v.v.t.t. o.v.t.
6 7 8 9 10
v.v.t.t. v.t.t. v.v.t. o.t.t.t. o.v.t.t.
Nederlands foutloos schrijven en spreken
5.69
5.70
5.71
5.72
5.73
wij hebben gewonnen ik verdien jullie slaagden zij sloegen ik zal lijden hij had geklommen u zou zijn (hebben) veroordeeld las jij? zij zou luisteren het zal branden De woordvolgorde hoeft niet hetzelfde te zijn als de zinnen hieronder. 1 U wordt door de directie om acht uur verwacht. 2 Koffie is al door de aanwezigen gedronken. 3 Naast schilderijen werden door Rembrandt veel etsen gemaakt. 4 Zijn beroemde Nachtwacht werd door hem in 1642 geschilderd. 5 Dit schilderij wordt dagelijks door veel bezoekers bekeken in het Rijksmuseum te Amsterdam. 6 Tekeningen waren al op jonge leeftijd door Rembrandt gemaakt. 7 Een postpakket werd mij door de postbode gebracht. 8 Een strippenkaart wordt regelmatig door ons gekocht. 9 Een prachtig gedicht is door jou geschreven. 10 Zo’n mooi boek werd nog nooit door mij gelezen. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Die Russische tekst kan door mij niet worden gelezen. Zijn (er) door jou gisteren postzegels gekocht? Talloze brieven werden door Vincent van Gogh aan zijn broer geschreven. Een Van Gogh werd voor 41 miljoen euro door een onbekende gekocht. Computercursussen kunnen tegenwoordig door jou in veel plaatsen worden gevolgd. Zouden aandelen door jou worden gekocht? Door mij kunnen onder de douche altijd de prachtigste liederen worden gezongen. In bad kunnen door mijn vriend hele opera’s worden gezongen. Een toets zal door de cursisten worden gemaakt. In drie maanden is door mijn buurman zijn huis verbouwd.
1 2 3 4 5
passief (door men) passief (door men) actief actief actief
1 2 3 4
Men moet deze rekening al lang hebben betaald. Men koopt de meeste boeken in de herfst. De hele avond werd door zijn storende gedrag bedorven. Het wetsontwerp zal binnenkort door de Tweede Kamer worden verworpen.
6 7 8 9 10
actief passief passief (door men) passief actief
Uitwerkingen
75
5 6 7 8 9 10 5.74
5.75
1
Hij heeft het gedaan. Hij doet het. 2 Haar opmerking is waar. 4 Hij is daar geweest. Hij is daar. 5 Hoor (jij) eens! 6 Het wordt wel eens laat. 7 Hij is (dan) bijdehand. 8 Hij vermaakt zich. 9 Ze komt. 10 Hij heeft een taart gebakken. Hij bakt een taart.
11 12 13 14 15 16 17 18 19
Zij is een opgewonden standje. Janneke kijkt naar de tv. Henk slaapt. Carolien wacht. De was droogt. Ze schaatste op de kunstijsbaan. Mijn nichtje logeert volgende week. Ze slaapt vier nachten. Erik tennist.
1 2
zit = hulpww. kunt = hulpww., ontvangen = zelfst. ww. hingen = hulpww. beloof = zelfst. ww. leken = hulpww. vermaken = zelfst. ww.
6 7 8 9 10
kan = hulpww. mag = hulpww. geeft = zelfst. ww. is = koppelww. wordt = hulpww.
1 2 3 4 5
wint, wordt (2) wordt, heeft (2) dooit, kunnen (2) spijt, ben (2) is, kunnen (2)
6 7 8 9 10
stonden, wilden, dartelden (3) blijf, ben (2) moesten, was, was (3) keken, probeerde, was (3) wilt, moet, kunt (3)
1 2 3 4 5
bijwoordelijke bijzin bijwoordelijke bijzin gezegdezin bijwoordelijke bijzin bijwoordelijke bijzin
6 7 8 9 10
onderwerpszin lijdend voorwerpszin bijwoordelijke bijzin gezegdezin onderwerpszin
1 2 3 4 5 6
Wie regelmatig naar de bioscoop gaat, ... = onderwerpszin dat deze films erg spannend zijn = lijdend voorwerpszin Toen in 1962 de eerste James Bondfilm werd uitgebracht, ... = bijw. bijzin Wie de rol van James Bond tot nu toe het succesvolst vertolkte, ... = gezegdezin dat de rol hem vele jaren zou blijven achtervolgen = lijd. voorwerpszin zodat er voor hem geen tijd overbleef voor andere rollen = bijw. bijzin
3 4 5 5.76
5.77
5.78
76
De contributie van onze vereniging zal helaas door ons verhoogd worden moeten. Gisteren is door haar een fantastisch doelpunt gescoord. De TPG verwerkt in de periode rondom Kerstmis talloze kerst- en nieuwjaarskaarten. Men heeft tijdens de uitverkoop veel winterkleding afgeprijsd. De leden van de gemeenteraad kiezen wethouders. Delen van Noord-Italië zijn door hevige overstromingen getroffen.
Nederlands foutloos schrijven en spreken
5.79
5.80
5.81
5.82
7 8 9 10 11 12 13
hoe hij leed onder de dwang van James Bond = lijd. voorwerpszin Nadat de vijfde film You only live twice gedraaid was = bijw. bijzin wat men had gehoopt = gezegdezin of hij weer wilde terugkomen voor Diamonds are forever = onderwerpszin Toen Connery daarna voorlopig weer weigerde om James Bond te spelen = bijw. bijzin Twaalf jaar nadat Sean Connery voor het laatst Agent 007 had vertolkt = bijw. bijzin Dat Connery meer kon dan een geheim agent spelen = onderwerpszin
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
dat de brieven op z’n laatst morgen verzonden moesten worden = lijdend voorwerpszin wie niet horen wil = onderwerpszin dat je bloemen mee zou nemen = lijdend voorwerpszin waar hij geboren is = bijwoordelijke bijzin wat zijn vader is = gezegdezin wie een ander bedriegt = meewerkend voorwerpszin wie iets voor een ander overheeft = onderwerpszin of ik kom = lijdend voorwerpszin totdat haar ouders thuiskwamen = bijwoordelijke bijzin zoals de architect het getekend heeft = gezegdezin
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Anouk twijfelt (eraan) of een elektrische tandenborstel nuttig is. Mijn buurmeisje snakt ernaar, dat zij vakantie krijgt. Ik berust erin, dat ik nooit een groot kampioen zal worden. Veel oud-leerlingen kwamen de leraar (ermee) gelukwensen, dat hij met de VUT ging. Al jaren zet Greenpeace zich ervoor in, dat walvissen moeten worden beschermd. Petra verbaasde zich (erover), dat de rekening van de garage zo hoog was. Veel werknemers rekenen er niet op, dat ze loonsverhoging krijgen. Ik vertrouw erop, dat je je aan de afspraak houdt. Onze firma herinnert u (eraan), dat er nog twee rekeningen open staan. Veel mensen walgen ervan, dat er zoveel geweld op de tv te zien is.
De bijzin is een uitbreidende bijvoeglijke bijzin. Er staat dus dat de gehele familie wordt verzocht om weg te blijven. 1
2
3
is = pv. Madonna ... heet = ond. is een bekende popzangeres = nw. gez. in onze tijd = bijw. bep. wilde = pv. ze = ond. wilde danseres worden = nw. gez. in de jaren 70 = bijw. bep. vertelt = pv. ze = ond. vertelt = ww. gez. dat ... worden = l.v. in ieder interview = bijw. bep. Uitwerkingen
77
4
5
6
7
8
9
5.83
78
leerde = pv. ze = ond. leerde kennen = ww. gez. Mark Kamins die haar eerste single produceerde = l.v. in een New Yorkse discotheek = bijw. bep. was = p.v. Madonna’s eerste lp, die muzikaal niets voorstelde = ond. was een succes = nw. gez. in Amerika = bijw. bep. sloegen = pv. de critici = ond. sloegen aan = ww. gez. haar ... zaten = l.v. hoger = bijw. bep. vergelijkt = pv. Madonna = ond. vergelijkt = ww. gez. zich = l.v. met de Hollywoodfilmsterren uit de jaren 50 = vzv. graag = bijw. bep. hebben = pv. haar fans = ond. hebben vergeven = ww. gez. foto’s ... afgebeeld = l.v. haar = m.v. allang = bijw. bep. geven = pv. haar ... Susan = ond. gaven = ww. gez. reden tot tevredenheid = l.v. vriend en vijand = m.v.
1 2 3
De leerling zei verontwaardigd dat zijn fiets nu al voor de derde keer was gestolen. De leraar verklapte dat de minister hem nog meer kon vertellen. Hij vertelde ons dat hij een kaartje had bemachtigd voor een voorstelling van Freek de Jonge. 4 Ze vertrouwde ons toe dat ze van enorme ijstaarten hield. 5 De verslaggever vroeg aan de bekende profvoetballer of hij vaak ruzie had met zijn trainer. 6 Hij brulde naar boven of hij (zij) nu eindelijk eens van dat dak af kwam. 7 De voorzitter vertelde dat de penningmeester er met de kas vandoor was. 8 Ze zei enthousiast dat ze grammatica een leuk onderdeel van Nederlands vond. 9 De leraar Nederlands beweerde dat je van lezen een beter mens wordt. 10 Hij sneerde dat hij de teksten van de liedjes van Vader Abraham niet om aan te horen vond.
Nederlands foutloos schrijven en spreken
5.84
5.85
5.86
5.87
1 2 3 4 5
aan wie op wie waarnaar met wie waaraan
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Voordat hij de caravan aankoppelde, controleerde hij de bandenspanning. Hoewel ze een goed verstand had, gebruikte ze het niet. Hij zei dat hij het niet had gedaan. Terwijl zij naar de radio luisterde, maakte zij haar huiswerk. Toen we thuiskwamen, merkten we onmiddellijk dat er was ingebroken. Toen we bij de directie werden toegelaten, konden we eindelijk onze klachten kwijt. Omdat ze getrouwd waren, kregen ze eerder een woning toegewezen. Als u uit de richting Utrecht komt, neemt u de A28 naar Amersfoort. Hij beweert dat hij nog nooit een leugen heeft verteld. Als je die weg neemt, loop je een flink eind om.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Toen ik naar de tv keek, ging de telefoon. Toen we net waren vertrokken voor onze fietstocht door Nederland, klapte er een band. Nadat we hadden gezwommen, brak er een zwaar onweer los. Terwijl we vrolijk zongen, deden we de afwas. De ziekenauto reed het ernstig gewonde verkeersslachtoffer naar het ziekenhuis. Terwijl hij aan tafel zat, sloeg hij zijn vuist met kracht op het tafelblad. Nadat we door het rode stoplicht waren gereden, gaf de agent ons een waarschuwing. Nadat we enkele kilometers hadden gereden, werd de zee zichtbaar. Als we eenmaal de problemen hebben overwonnen, is het einde in zicht. Nadat we laat naar bed waren gegaan, wekte de haan van de buren ons in alle vroegte.
1 2 3 4 5 6 7
Hij heeft de gasten binnengelaten en de hond uitgelaten. Zij is lerares en is jaren geleden opgeleid in Deventer. Dat kan wel zijn verteld, maar dat willen wij niet weten. Wim stookte het vuur op en zette Gerard aan om een ruit in te gooien. Hij trok de wc door en trok zijn broek aan (en hees zijn broek omhoog). Hier ben ik het niet mee eens en ik ben niet van plan daar rekening mee te houden. Deze foto heeft hij zelf gemaakt en ze is afgedrukt in een bekend fotoblad. (Deze foto, die hij zelf heeft gemaakt, is...) 8 Hij is veehouder en wethouder. 9 Hij heeft een hond en heeft dat aan ons geschreven. 10 Ik heb hem gisteren nog gezien en het pakje aan hem meegegeven. 11 Ronald is opgenomen in het ziekenhuis en zijn honden zijn naar het asiel gebracht. 12 Hij is een liefhebber van striptease en stripverhalen.
Uitwerkingen
79
Module 6 Schrijven 6.3
1 2
Wilt u het bijgesloten formulier zo snel mogelijk ondertekend aan ons terugsturen? Als u meer wilt weten over deze dag kunt u dat vragen aan de gespreksleider, de heer P. Drenth. 3 Wilt u in het vervolg op tijd aanwezig zijn? 4 Willen de aanvoerder en de trainer van De Treffers na afloop van de wedstrijd naar de afgevaardigde van de KNVB gaan? 5 Het is verboden buiten de paden en op het gazon te lopen. 6 Wilt u, als u per cheque betaalt, het notanummer op de cheque invullen? 7 Tot onze spijt is uw zoon/dochter niet bevorderd naar de volgende klas. 8 De wedstrijd begint om halfdrie in het sportpark Holysloot. 9 Ik kan helaas niet op de bijeenkomst komen. 10 De cursus Italiaans koken gaat vanavond niet door. De uitwerkingen van de overige opdrachten zijn ter beoordeling van de docent.
80
Nederlands foutloos schrijven en spreken
Module 7 Spreken Alle opdrachten van module 7 zijn ter beoordeling van de docent.
Uitwerkingen
81