‘Samenspraak’ Examen Nederlands Spreken en Gesprekken voeren – 3F Inhoudsopgave Informatie voor alle betrokkenen .............................................................................. 2 Examenboekje voor de kandidaat ............................................................................. 4 Bijlage 1. Input voor Student 1 ................................................................................ 7 Bijlage 2. Input voor student 2................................................................................. 8 Informatie voor de toetsleider .................................................................................. 9 Informatie voor de beoordelaar ...............................................................................10
Informatie voor alle betrokkenen Examen
Nederlands – generiek
Taalvaardigheden met
Spreken 3F
referentieniveau
Gesprekken voeren 3F
Examencode
[Unieke code van dit examen – eventueel de bestandsnaam]
Versie
0.9
Mbo-niveau
4
Cohort
2013
Domein/Sector
Algemeen
Auteur
CINOP
Inhoud van het examen
De toets bestaat uit een opdracht spreken en een opdracht gesprekken voeren. Het examen wordt met twee studenten tegelijk uitgevoerd. Toetstaak 1 (7-10 minuten per presentatie) De kandidaten houden om de beurt een presentatie. Toetstaak 2 (15 minuten) De kandidaten gaan met elkaar in gesprek. De toetsleider heeft de rol van gespreksleider.
Tijdsduur
Spreken: 7-10 minuten per presentatie Gesprekken voeren: 10 - 15 minuten
Benodigd materiaal
Een computer en beamer voor de PowerPointpresentatie..
Eisen aan de locatie Toegestane
Er mag een PowerPointpresentatie gebruikt worden.
hulpmiddelen Indien er ook beroeps-specifieke eisen worden geëxamineerd: Opleiding
n.v.t.
Kerntaak en
n.v.t.
werkprocessen Beoordeling en uitslag Beoordeling
De beoordeling van spreken en gesprekken voeren. De presentatie (Spreken) wordt beoordeeld op 3F:
Specifieke inhoudskenmerken Samenhang Afstemming op doel Afstemming op publiek Woordenschat en woordgebruik Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing Het gesprek wordt beoordeeld op 3F: Specifieke inhoudskenmerken Beurten nemen en bijdragen aan samenhang Afstemming op doel Afstemming op publiek Woordenschat en woordgebruik Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing Maximale en minimale
Spreken: Er kunnen maximaal 12 punten worden behaald. Er zijn 6
score
punten nodig voor een voldoende (het cijfer 6, zie omrekentabel op het beoordelingsformulier) Gesprekken voeren: Er kunnen maximaal 12 punten worden behaald. Er zijn 6 punten nodig voor een voldoende.
Uitslag en herkansing
[Beschrijf wanneer de kandidaat de uitslag krijgt en wanneer hij kan herkansen]
Examenboekje voor de kandidaat
Examen Nederlands Spreken en Gesprekken voeren 3F Beste kandidaat, Vul a.u.b. eerst op deze pagina je gegevens in. Na afloop van het examen lever je het hele examenboekje in bij de toetsleider. Veel succes!
Naam kandidaat
Klas/opleiding
Datum
Naam toetsleider [naam toetsleider] Unieke code examen [unieke code]
Voorbereiding Lees eerst het hele toetsboekje door. Je hebt 15 minuten om de presentatie voor te bereiden.
Toetstaak 1
Spreken
Situatie 1 Je docent doet een onderzoek naar de stageplaatsen die worden aangeboden. Zijn de stages geschikt voor de studenten? Worden de studenten tijdens de stage goed voorbereid op hun toekomstige beroep? Je docent heeft jouw mening gevraagd over je stageperiode en het bedrijf waar je stage hebt gelopen. Je geeft een presentatie aan je docent en een medestudent over je stage. In de presentatie geef je je docent een advies: zou je deze stage aan andere studenten aanraden?
Opdracht 1 Geef een presentatie over je stage. Leg uit waarom je de stage wel of niet zou aanraden aan andere studenten. Inhoud van je presentatie: Geef informatie over je stageplaats en stageperiode. Denk aan: het bedrijf, de taken die je had, je begeleiding, etc. Leg uit wat je hebt geleerd: aan welke leerdoelen heb je gewerkt en welke vooruitgang heb je geboekt? Geef minimaal twee voorbeelden. Kies twee stellingen en leg uit waarom je het hier wel of niet mee eens bent. 1. Deze stageplek biedt studenten voldoende kansen om te leren. 2. Deze stageplek sluit goed aan bij het toekomstige beroep. 3. De begeleiding bij deze stage is passend. Vertel je conclusie: zou je de stage aanraden? Je presentatie duurt minimaal 7, maximaal 10 minuten. Let op: Je mag niet voorlezen. De docent en de andere student stellen vragen tussendoor.
Toetstaak 2
Gesprekken voeren
Situatie 2 Je hebt een presentatie gegeven over je stage. Daarbij heb je een advies aan je docent gegeven over de kwaliteit van de stageplaats. Ook heb je geluisterd naar een presentatie van een medestudent. Je gaat nu een gesprek voeren met je medestudent over stages in het mbo.
Opdracht 2 Voer een discussie met je medecursist over de vraag: ‘Waar moet een ideale stageplek aan voldoen?’. In de discussie: Bespreek je vijf voorwaarden die jij essentieel vindt voor een goede stage. Geef per voorwaarde tenminste één argument en een voorbeeld. Reageer je op de ideeën van je medestudent. Maak je samen een top vijf van de belangrijkste voorwaarden. Bedenk zelf vijf voorwaarden voor een goede stage in het mbo. Gebruik hierbij bijlage 1. 1. 2. 3. 4. 5.
………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………..
Het gesprek duurt minimaal 10, maximaal 15 minuten.
Bijlage 1. Input voor Student 1
De tijd Wat is het ideale aantal dagen per week om stage te lopen? Wat is de beste verhouding tussen school en stage? Hoe lang achter elkaar loop je stage? (een jaar/een half jaar/een paar weken) In welke fase van je opleiding past de stage het best?
De begeleiding Waar voldoet goede begeleiding aan? Wat is de rol van de praktijkbegeleider? Wat heb je van school nodig om de stage goed te laten lopen? Zou een stagiaire een vergoeding moeten krijgen, zo ja hoeveel en waarom?
Bijlage 2. Input voor student 2
De taken Welke taken vind je passend voor een stagiaire? Hoe zorg je voor voldoende leermomenten? Welke verantwoordelijkheden zou een stagiaire moeten hebben? Hoe zorg je dat de stage goed aansluit bij de opleiding?
Het bedrijf Hoe belangrijk zijn de grootte van het bedrijf en het aantal werknemers dat in dienst is? Wat moet het bedrijf in huis hebben om een geschikte stageplek te zijn?
Informatie voor de toetsleider
Rol toetsleider
De toetsleider zorgt ervoor dat alle kandidaten zich melden en op de juiste plek plaats nemen. Mobiele telefoons worden ingenomen, tassen en jassen mogen niet mee.
Inrichting locatie
De toetsleider kijkt na of de werkplekken goed zijn ingericht: Zorg voor een pc en een beamer voor de PowerPointpresentatie. Creëer een rustige omgeving.
Aandachtspunten
Geef de kandidaten de gelegenheid vragen te stellen over de procedure. Pas op met het toelichten van de inhoud van de opdracht. Zorg dat u onbedoeld geen informatie weggeeft die getoetst wordt. Vat de opdrachten kort samen. Indien de prestaties worden opgenomen, zorgt u ervoor dat de filmpjes bij de juiste beoordelaar terecht komen.
Informatie voor de beoordelaar Rol beoordelaar
De beoordelaar beoordeelt de presentatie en het gesprek aan de hand van het Referentiekader Taal en Rekenen.
Eisen beoordelaar
Om dit examen te kunnen beoordelen, moet u aantoonbaar competent zijn als beoordelaar Nederlands op basis van het Referentiekader Taal.
Duur beoordeling
De beoordeling kost ongeveer 10 minuten per examen.
Voorbereiding
Verdiep u vooraf in de examenopgaven en in de prestatie-indicatoren van het Referentiekader Taal voor Spreken en Gesprekken voeren. Bekijk de beoordelingsformulieren goed.
Benodigd materiaal
Een beoordelingsformulier Spreken 3F Een beoordelingsformulier Gesprekken voeren 3F
Aandachtspunten
Informatie voor de gesprekspartner/-leider Rol gesprekspartner
De studenten voeren met elkaar een discussie over de vraag: “Waar moet een ideale stageplaats aan voldoen?”. De gespreksleider heeft de taak ervoor te zorgen dat de studenten beide aan het woord komen. Daarnaast moet de gespreksleider sturen dat niveau 3F uitgelokt wordt.
Eisen gesprekspartner Voorbereiding
De gespreksleider is bekend met het Referentiekader Taal. Lees de gespreksleidraad goed door. Lees de eisen op niveau 3F. Luister naar de presentaties van de studenten.
Aandachtspunten
Probeer taal uit te lokken op het vereiste niveau 3F. Dat betekent dat u soms ook moeilijkere vragen moet stellen. Zorg ervoor dat alle kandidaten voldoende aan bod komen in het gesprek.
Gespreksleidraad
1. Leid het gesprek in. Voorbeeld: Jullie hebben beiden een presentatie gegeven over jullie stage. Als opleiding willen we ervoor zorgen dat de stageplaatsen van hoge kwaliteit zijn. Graag hoor ik van jullie waar een ideale stage aan moet voldoen. 2. Bevraag eerst student 1: Wat vind jij belangrijk aan een stageplaats? Vraag door naar de argumentatie. (Wat voor positieve/negatieve ervaringen heb je tijdens je stage opgedaan? Kun je een voorbeeld geven? Wat is daar de reden voor? Wat betekent dat voor jou?) 3. Bevraag daarna student 2 (zie vragen bij punt 2) 4. Leg nu uit dat de studenten samen in discussie moeten gaan. Zorg ervoor dat de studenten evenredig aan de beurt komen. Zorg daarnaast dat het gesprek op niveau 3F plaatsvindt. Indien dit niet gebeurt, stel je de volgende vragen: -
Hoe zien jullie de verantwoordelijkheden die en stagiair zou moeten krijgen? Hoeveel en welke verantwoordelijkheid? Waarom? Geef eens een voorbeeld?
-
Wat verwachten jullie van de begeleiding? Kun je daar voorbeelden van noemen?
-
Welke vergoeding is redelijk en acceptabel? Waarom?
-
Hoe is de verhouding school/stage? Wanneer in de opleiding is
-
Wat zou je veranderen aan het stagebeleid hier op school?
een stage passend? Waarom? Waarom?
Beoordelingsformulier Spreken 3F Beoordeling van toetsopdracht Naam kandidaat Naam beoordelaar Datum
Uitwerking van stap 1 Het spreekproduct is voldoende verstaanbaar.
Ja > ga verder naar stap 2 Nee > product niet verder beoordelen
Uitwerking van stap 2 Het spreekproduct is voldoende adequaat.
Ja > ga verder naar stap 3 Nee > product niet verder beoordelen
Uitwerking van stap 3 0 1
Opdrachtspecifieke inhoudskenmerken De student geeft een beschrijving van zijn stageplaats. De student reflecteert op zijn leerproces. Geeft twee voorbeelden van de vooruitgang die hij heeft geboekt. De student bespreekt twee stellingen. Legt uit waarom hij het hier wel of niet mee eens is. De student geeft een conclusie.
2
Samenhang Maakt gebruik van middelen voor tekstcohesie (bijvoorbeeld signaal- en verbindingswoorden) om uitingen te verbinden tot een heldere, samenhangende tekst. Bij langere teksten kan dit nog problemen opleveren. Kan, indien nodig, het publiek de opbouw en structuur duidelijk maken en volgt deze ook.
3
Afstemming op doel Kan tijdens een spreektaak verschillende doelen met elkaar verbinden (bijvoorbeeld informeren en overtuigen) en is zich bewust van wisselingen van spreekdoel.
1
2
4
Afstemming op publiek Kiest in formele en informele situaties zonder moeite de juiste taalvariant. Kan het verschil tussen formele en informele situaties hanteren. Kan spontaan afwijken van een voorbereidende tekst en ingaan op belangwekkende punten die vanuit het publiek worden aangedragen.
5
Woordgebruik en woordenschat Beschikt over een goede woordenschat. Kan variëren in de formulering. Trefzekerheid in de woordkeuze is over het algemeen hoog, al komen enige verwarring en onjuist woordgebruik wel voor.
6
Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing Toont een betrekkelijk grote beheersing van de grammatica. Incidentele vergissingen, niet-stelselmatige fouten en kleine onvolkomenheden in de zinsstructuur kunnen voorkomen, maar zijn zeldzaam en worden meestal direct verbeterd Kan langere stukken tekst produceren in een normaal tempo; hoewel er tijdens het zoeken naar patronen en uitdrukkingen, aarzelingen voorkomen, zijn er weinig, overigens niet storende pauzes.
Subtotalen kolommen 0 – 1 - 2
Totaalscore toetsopdracht
Eindcijfer Beoordeling stap 1-2-3
□ Beoordeling gestopt na stap 1
□ Beoordeling gestopt na stap 2
□ Totaalscore stap 3:
Eindcijfer
Beoordelingsformulier Gesprekken voeren 3F Beoordeling van toetsopdracht Naam kandidaat Naam beoordelaar Datum
Uitwerking van stap 1 Het gespreksproduct is voldoende verstaanbaar.
Ja > ga verder naar stap 2 Nee > product niet verder beoordelen
Uitwerking van stap 2 Het gespreksproduct is voldoende adequaat.
Ja > ga verder naar stap 3 Nee > product niet verder beoordelen
Uitwerking van stap 3 0 1
Opdrachtspecifieke inhoudskenmerken De student noemt vijf voorwaarden. De student geeft per voorwaarde tenminste één argument en een voorbeeld. De student reageert op de ideeën van zijn gesprekspartner. De student maakt samen met gesprekspartner een top vijf van de belangrijkste voorwaarden.
2
Beurten nemen en bijdragen aan samenhang Kan op doeltreffende wijze de beurt nemen. Kan standaard zinnen gebruiken om tijd te winnen en de beurt te behouden.
3
Afstemming op doel Kan zonder moeite gesprekken voeren met meerdere doelen. Kan afwijkingen van het doel inbrengen en accepteren zonder de draad kwijt te raken.
4
Afstemming op gesprekspartner(s) Kiest in informele en formele situaties zonder moeite de juiste taalvariant. Reageert adequaat op de uitingen van de gesprekspartners en vraagt zo nodig naar meer informatie of naar de bedoeling. Reageert adequaat op non-verbale signalen
1
2
5
Woordgebruik en woordenschat Beschikt over een goede woordenschat. Kan variëren in formulering. Trefzekerheid in de woordkeuze is over het algemeen hoog, al komen enige verwarring en onjuist woordgebruik wel voor.
6
Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing Toont een betrekkelijk grote beheersing van de grammatica. Incidentele vergissingen, niet stelselmatige fouten en kleine onvolkomenheden in de zinsstructuur kunnen voorkomen, maar zijn zeldzaam en worden meestal direct verbeterd.
Subtotalen kolommen 0 – 1 - 2
Totaalscore toetsopdracht
Eindcijfer Beoordeling stap 1-2-3
□ Beoordeling gestopt na stap 1
□ Beoordeling gestopt na stap 2
□ Totaalscore stap 3: Eindcijfer