Lezen 3F Les 1
In deze les ga je werken met een artikel van nu.nl. Over dit artikel worden 25 vragen gesteld. Aan de hand van die vragen ga je onderzoeken om welke tekstsoort het gaat en wat de hoofdgedachte is van de tekst. Ook besteed je aandacht aan samenvatten en aan de samenhang tussen de tekstonderdelen. Tot slot beoordeel je hoe betrouwbaar deze tekst is.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
1 Hieronder staan vier situaties. Op welke manier ga je in elk van die situaties de tekst lezen? Kies bij iedere situatie de juiste optie. Verkennend lezen
Globaal lezen
Intensief lezen
Zoekend lezen
Ik wil weten of deze tekst op dit moment interessant is voor mij.
Ik moet weten wat het ministerie van Onderwijs van deze kwestie vindt.
Ik wil de belangrijkste boodschap van deze tekst weten.
Ik ga een nauwkeurige samenvatting van deze tekst schrijven.
2 Welke zin bevat een mening en welke bevat alleen feiten? Kies telkens het juiste antwoord. Bevat alleen feiten
Bevat een mening
Dat blijkt uit onderzoek van Simone Doolaard, programmaleider van de academische pabo van de Rijksuniversiteit Groningen.
Ze merkte dat docenten wel extra lesstof hadden voor slimme leerlingen, maar er niet aan toekomen om dit materiaal goed voor te bereiden, na te kijken en te bespreken met de kinderen.
Zij vinden het belangrijk dat alle leerlingen goed mee kunnen komen, een voldoende is het belangrijkste.
Volgens de onderzoekster is er overigens absoluut geen sprake van onwil bij de basisscholen.
Doolaard zegt dat scholen zichzelf de vraag moeten stellen wat ze slimme leerlingen willen bijbrengen en waarom.
Binnenkort wordt in een brief aan de Tweede Kamer precies verteld wat we daar de komende periode voor gaan doen.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
3 Hieronder staan de zinnen waarin een mening zit, nog een keer. Van wie is de mening? Kijk indien nodig in de tekst. Mening Mening van de Mening Mening van de onderzoekster van het van schrijver ministerie docenten Volgens de onderzoekster is er overigens absoluut geen sprake van onwil bij de basisscholen.
Doolaard zegt dat scholen zichzelf de vraag moeten stellen wat ze slimme leerlingen willen bijbrengen en waarom.
Zij vinden het belangrijk dat alle leerlingen goed mee kunnen komen, een voldoende is het belangrijkste.
4 In hoeverre geeft de schrijver zijn mening in de tekst?
Niet. De schrijver zegt niets over zijn eigen mening. Weinig. De schrijver zegt een enkele keer iets over zijn eigen mening. Veel. Het artikel geeft vooral de mening van de schrijver weer.
5 Wat kun je concluderen over het doel van de tekst?
Het doel van de tekst is informeren. Het doel van de tekst is instrueren. Het doel van de tekst is overtuigen.
6 Een lesprogramma opzetten voor slimme scholieren is niet eenvoudig. Uit welke zin uit de tekst blijkt dat?
Een beetje de zesjescultuur zeg maar. Het ministerie zegt het beeld te herkennen. Maar de invulling is ingewikkeld. We verwachten dat de situatie binnen een paar jaar flink zal verbeteren.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
7 Onder het kopje Aanpak staan twee vragen. - Ga je bijvoorbeeld Spaanse of Franse lessen geven, of sterrenkunde? - En maak je een docent vrij om daar les in te geven? Zijn dit neutrale of suggestieve vragen?
Neutrale vragen Suggestieve vragen
8 Zijn de antwoorden op deze vragen in de tekst te vinden?
Ja, ze zijn te vinden in het eerste tekstdeel (zonder kopje). Ja, ze zijn te vinden in het tekstdeel onder het kopje Aanpak Nee.
9 Wat is de functie van deze twee vragen in de tekst?
Ze geven aan hoe slimme scholieren kunnen bijdragen aan verbetering van hun lessen Ze maken duidelijk dat sommige scholen makkelijke vragen van leerlingen soms niet serieus nemen. Het zijn voorbeelden van vragen die een school kan gebruiken voor een programma.
10 Wat is het onderwerp van de tekst?
Aandacht voor slimme scholieren. Aandacht voor zwakke scholieren. Aanpak van basisscholen. Politieke agenda
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
11 De tekst bestaat uit de introductie, het eerste tekstdeel (zonder kopje), het tekstdeel met het kopje Aanpak en het tekstdeel met het kopje Herkenning. Elk van deze tekstdelen heeft een hoofdgedachte. Welke hoofdgedachte hoort bij welk tekstdeel? Introductie
Het ministerie van Onderwijs herkent het probleem en heeft het op de agenda gezet.
Eerste tekstdeel (zonder kopje)
Er is veel aandacht voor zwakke scholieren, en minder voor slimme scholieren.
Tekstdeel 'Aanpak'
moeten een programma opstellen om er iets aan te doen.
Tekstdeel 'Herkenning'
Veel scholen hebben wel extra materiaal voor slimme leerlingen, maar door tijdgebrek en de zesjescultuur wordt hier weinig mee gedaan.
12 Met de vijf hoofdgedachten van de tekstdelen kun je nu de hoofdgedachte van de tekst bepalen. Welke zin geeft de hoofdgedachte van de hele tekst weer?
Basisscholen proberen het maximale uit slimme scholieren te halen. Docenten werken aan programma's om alle scholieren aandacht te geven. Het ministerie van Onderwijs heeft maatregelen aangekondigd tegen de zesjescultuur. Slimme scholieren moeten meer aandacht krijgen op de basisschool. Zwakke scholieren krijgen steeds meer aandacht op basisscholen
13 Wat zijn de functies van de introductie in de tekst? Drie antwoorden zijn goed.
De hoofdgedachte van de tekst weergeven. De probleemstelling weergeven. De structuur van de tekst uitleggen. Het onderwerp introduceren.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
14 Hoe kun je het beste een samenvatting van deze tekst maken?
Je leest de tekst nauwkeurig, kiest de drie belangrijkste zinnen en schrijft die op. Je neemt van elk tekstdeel de eerste zin, zet die achter elkaar en brengt waar nodig verbanden aan. Je zoekt de hoofdgedachte van elk tekstdeel, zet die allemaal achter elkaar en brengt waar nodig verbanden aan. Je zoekt de hoofdgedachte van elk tekstdeel, kiest de belangrijkste en schrijft die kort en bondig op.
15 In elk van de volgende zinnen zit een bepaald verband. Welk verband is dat? Slimme scholieren krijgen te weinig aandacht. Het ministerie van Onderwijs zal hierop dus actie moeten ondernemen.
Opsomming
Slimme scholieren krijgen te weinig aandacht, waardoor we als land intellectueel kapitaal vernietigen.
Argumentatie
Slimme scholieren krijgen te weinig aandacht, sinds de aandacht voor autisme is toegenomen.
Oorzaak - gevolg
Slimme scholieren krijgen te weinig aandacht. Bovendien halen ze slechtere cijfers.
Tijdsvolgorde
Slimme scholieren krijgen te weinig aandacht, aangezien verdiepingsstof bij de meeste basisscholen ligt te verstoffen op de kast.
Probleem oplossing
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
16 Lees onderstaande zinnen uit de tekst. Welk verband geven de vetgedrukte woorden aan? Dat blijkt uit onderzoek van Simone Doolaard, programmaleider van de academische pabo van de Rijksuniversiteit Groningen.
Argumentatie
Ze merkte dat docenten wel extra lesstof hadden voor slimme leerlingen, maar er niet aan toekomen om dit materiaal goed voor te bereiden, na te kijken en te bespreken met de kinderen.
Opsomming
Dat heeft bijvoorbeeld te maken met tijdgebrek of soms ook wel met vooroordelen van docenten.
Tegenstelling
Dat heeft bijvoorbeeld te maken met tijdgebrek of soms ook wel met vooroordelen van docenten.
Verklaring
17 Welke structuur bevat de tekst als geheel?
Doel – middel. Evaluatie. Probleem – oplossing. Oorzaak – gevolg.
18 Je wilt de betrouwbaarheid van de tekst evalueren. Welke onderwerpen zijn dan van belang? Meer antwoorden zijn goed.
Of de tekst lang of kort geleden is gepubliceerd Of je het eens bent met de mening van de auteur. Of er veel afbeeldingen bij staan. Of de auteur bronnen vermeldt. Of de argumenten die de auteur gebruikt, kloppen. Of er een foto van de auteur bij staat. Of de naam van de auteur erbij staat. Of er veel doorklikbare links in het artikel staan. Of er veel reacties op zijn gekomen. In welke taal het artikel oorspronkelijk is geschreven. Uit welke krant of van welke site het artikel komt. Welke bronnen de auteur gebruikt.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
19 In welk jaar is de tekst gepubliceerd?
In 2013. In 2012. In 2011. Dat staat er niet bij.
20 Wie heeft de tekst geschreven?
Iemand met een bekende naam. Iemand met een onbekende naam. Dat staat er niet bij.
21 De tekst komt van ww.nu.nl. Hoe staat deze bron bekend?
Als betrouwbaar. Als niet zo betrouwbaar. Het is een onbekende bron.
22 De auteur heeft haar informatie van ANP. Hoe staat deze bron bekend?
Als betrouwbaar Als niet zo betrouwbaar Het is een onbekende bron.
23 De auteur gebruikt informatie van Simone Doolaard. Zij wordt 'programmaleider van de academische pabo van de Rijksuniversiteit Groningen' genoemd. Geef voor elk aspect aan of het maakt dat je betrouwbare, professionele informatie kunt verwachten of niet.
Programmaleider Academische pabo Rijksuniversiteit Groningen
Betrouwbare, professionele informatie? Ja Nee
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
24 De auteur haalt het ministerie van Onderwijs aan. Hoe staat informatie van een ministerie doorgaans bekend?
Als betrouwbaar Als niet zo betrouwbaar. Dat is onbekend.
25 Als je kijkt naar de auteur, de bronnen, de actualiteit en de plaats en tijdstip van publicatie (vraag 19 t/m 24), wat kun je dan concluderen over de betrouwbaarheid van deze tekst?
De tekst is betrouwbaar. De tekst is niet zo betrouwbaar. Je hebt te weinig informatie om de betrouwbaarheid vast te kunnen stellen.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
Woordenschat Lezen 3F Les 1
1 Welke woorden betekenen het tegenovergestelde? Trek lijnen. Ingewikkeld
laagopgeleid
Stimuleren
makkelijk
Urgent
verslechteren
Verbeteren
tegengaan
Academisch
onbelangrijk
invullen
leeg laten
2 'Paula heeft veel vooroordelen over haar nieuwe klasgenoot.' Wat betekent deze zin?
Paula heeft al veel gehoord over haar nieuwe klasgenoot. Paula heeft bij voorbaat een mening over haar nieuwe klasgenoot. Paula kent haar nieuwe klasgenoot nog van vroeger.
3 'Deze opdracht heeft een hoge urgentie.' Wat betekent deze zin?
Deze opdracht gaat lang duren. Deze opdracht moet snel gebeuren. Deze opdracht kost veel moeite.
4 'De onwil om met ouderen te werken is groot bij Jannie.' Wat betekent deze zin?
Jannie heeft veel talent om met ouderen te werken. Jannie is erg onhandig in het werken met ouderen. Jannie wil absoluut niet met ouderen werken.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
5 Welke woorden betekenen ongeveer hetzelfde? Trek lijnen. bereiden
iemand die iets uitzoekt
bijbrengen
Klaarmaken
eraan toekomen
geen tijd hebben
woordvoerder
iemand die spreekt
onderzoeker
Aanleren
binnenkort
tijd hebben voor iets
tijdgebrek
vandaag of morgen
6 'Wat is een goede invulling van mijn vrije tijd?' Kies een goed antwoord op deze vraag.
Aan je baas vragen of je af en toe een dagje vrij mag nemen. Het doel is om te ontspannen en nieuwe energie op te doen. Wat vaker leuke dingen doen.
7 'Waarom ben je sterrenkunde gaan studeren?' Kies een goed antwoord op deze vraag.
Ik hou me graag bezig met popmuziek en hitlijsten. Ik vind de relatie interessant tussen karakters en sterrenbeelden. Ik wil graag alles weten over de ruimte.
8 'Hebben jullie op school een zesjescultuur?' Kies een goed antwoord op deze vraag.
Ja, de leraren stimuleren ons om hoge cijfers te halen. Ja, de leraren vinden een zes genoeg. Nee hoor, we halen meestal andere cijfers dan een zes.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
9 Kijk naar het voorbeeld in de eerste rij. Kies de juiste woorden. jagen verbeteren
voorbereiden / reiden / bereiden invullen onderzoeken
het woord voeren
de jager de jacht de verbeteraar / de de verbetersie / de verbeterer / de verbeterder verbetering / de verbeteratie de bereiding
de onderzoeken / de onderzoeksman / de onderzoeker de woordvoerer / de woordvoerder / de woorder
Stimuleren / stimularen / stimulen niet willen
de invuller / de invulling / de invul het onderzoek / het ondergezoek / de onderzoeking
de stimulans de nietwil / de willoos / de onwil
10 Kijk naar het voorbeeld in de eerste rij. Welke woorden horen bij elkaar? Zet de woorden op de juiste plaats. Zorg dat ze in alfabetische volgorde staan. Kies uit: moeilijk / meteen / morgen / bijbrengen / urgentie / voorrang / onderwijzen / ingewikkeld / studie / universiteit / hemellichamen aanleren binnenkort complex academisch dringend
ruimte ................................... ................................... ................................... ................................... ...................................
sterrenkunde ................................... ................................... ................................... ................................... ...................................
11 Wat betekent het woord 'onwil'?
Geen keuze kunnen maken. Iets niet willen Niet mogen zeggen wat je wilt.
Wat betekent het woord 'zesjescultuur'?
Een cultuur die bestaat uit zesjes. Een cultuur waarin een zesje genoeg is. Een cultuur waarin een zesje heel goed is.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
Wat betekent het woord 'tijdgebrek'?
De manier waarop je je tijd doorbrengt. Dat je te weinig tijd hebt. De tijd dat je ziek bent.
Wat betekent het woord 'vooroordeel'?
Dat je vooraf een oordeel hebt. Dat je voor iemand anders beslist. Dat je een positief oordeel over iets hebt.
12 Kies het juiste woord. Hoe planeten zijn ontstaan, leer je bij de studie sterrenkunde / scheikunde / universeel. Ja, ik zou de de afwas doen. Sorry, ik had zoveel huiswerk! Daardoor ben ik er niet aan toegekomen / ben ik er niet toe aangekomen / ben ik niet aangekomen. Mijn moeder kan die kippenpootjes echt supergoed bereiden / verbeteren / stimuleren. Ik ga vrijwilligerswerk doen in India, omdat ik graag de wereld wil verbeteren / stimuleren / bijbrengen. Scholen zijn zelf schuldig aan de zesjescultuur / vooroordelen / tijdgebrek; ze stimuleren leerlingen te weinig om ambities te hebben. Als je om medische redenen moet verhuizen, kun je urgentie / onwil / binnenkort voor een woning krijgen. Volgens een woordvoerder / vooroordeel / invulling van de koning is er absoluut geen sprake van ruzie binnen de koninklijke familie. Muziekles op jonge leeftijd stimuleert / bereidt / komt toe aan de ontwikkeling van de hersenen. Dat jongens met brillen slimmer zijn, is echt een vooroordeel / onwil / verbetering.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
13 Hieronder staat een sollicitatiegesprek. Schrijf de juiste woorden in de tekst. Ik zie op je cv dat je s..................................... hebt gestudeerd. Waarom koos je voor die studie? - Ik hield van de enorme afstanden en de extreem hoge of bizar lage temperaturen. En het is schitterend als je 's nachts naar boven kijkt en een beetje snapt wat je ziet. Heb je het niet naar je zin in je huidige baan? - O jawel! Ik werk nu als o..................................... op een universiteit. We doen onderzoek naar de snelheid van deeltjes. Maar helaas komt er b..................................... een grote reorganisatie. Ik heb een tijdelijk contract, dus de kans is klein dat ik mag blijven. Waarom wil je nu docent worden? - Ik wil graag ook eens buiten het a..................................... wereldje kijken. Dus ging ik op zoek naar een baan buiten de universiteit. Voor de klas staan lijkt me mooi werk, omdat je leerlingen echt iets kunt b...................................... Dat ze aan het eind van elke dag weer iets wijzer naar huis gaan. Veel docenten hebben grote problemen voor de klas. Ze klagen dat hun leerlingen gewoon niets willen leren. Wat vind jij daarvan? - Ik denk dat het geen o..................................... is van leerlingen, ze willen heus wel wat leren. Maar natuurkunde is soms best i.....................................! Vooral onderwerpen als geluid of luchtdruk, daar hebben leerlingen echt moeite mee. En de vraag is, hoe je i..................................... geeft aan een complex of saai onderwerp. Je kunt sommetjes maken, maar je kunt ook muziek laten maken met glazen potjes of linialen. Of dingen laten bewegen zonder ze aan te raken. Wat zou je je leerlingen het allerliefste meegeven? - Ik wil met ze naar buiten. Een excursie naar een energiebedrijf, windmolens bezoeken, proefjes doen! Door t..................................... lukt dat vaak niet. Je moet zoveel tijd steken in de basisstof, dat je er gewoonweg niet aan t...................................... Maar als ik de kans en de tijd krijg, dan wil ik graag met ze naar buiten!
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
Lezen 3F Les 2 In deze les ga je werken met de website van Airbnb. Over deze website worden 19 vragen gesteld. Aan de hand van die vragen ga je onderzoeken om welke tekstsoort het gaat en wat het doel is van de tekst. Ook besteed je aandacht aan de samenhang tussen de tekstonderdelen. Tot slot trek je conclusies over de tekst. Wil je meer informatie over een onderwerp, dan kun je gebruikmaken van de links op elke pagina. Door hierop te klikken kom je in een naslaghulp, waar je informatie over het onderwerp kunt lezen.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
1 De titel van de tekst is: Marktplaats voor unieke ruimtes. Op wat voor type tekst wijst de titel?
Een betogende tekst, want er zit een mening in. Een informatieve tekst, want er zit neutrale informatie in. Een instructieve tekst, want er worden handelingen in aangekondigd.
2 Lees tekstdeel 1 (de inleiding). Op wat voor type tekst wijst de inleiding?
Een betogende tekst, want er zit een mening in. Een informatieve tekst, want er zit vooral neutrale informatie in. Een instructieve tekst, want er worden handelingen in aangekondigd.
3 Lees de kopjes van de overige tekstdelen. Op wat voor type tekst wijzen deze kopjes vooral?
Een betogende tekst, want er spreekt een mening uit. Een informatieve tekst, want er worden veel feiten gegeven. Een instructieve tekst, want er worden handelingen beschreven.
4 Welke zin over de tekst is waar?
Het grootste gedeelte van de tekst is betogend. Het grootste gedeelte van de tekst is informatief. Het grootste gedeelte van de tekst is instructief.
5 Welke kenmerken in de tekstdelen 2, 3, 4 en 5 wijzen op dit type tekst? Meer antwoorden zijn goed.
Het feit dat de tekstdelen genummerd zijn. Het feit dat er veel argumenten worden gegeven. Het feit dat het een tekst van internet is. Het feit dat het een vrij lange tekst is Het feit dat veel zinnen beginnen met een werkwoord.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
6 Hieronder zie je zinsdelen uit de tekst. Is de woordkeus zakelijk, enthousiasmerend of negatief? Zakelijk unieke reiservaringen (tekstdeel 1)
Enthousias- Negatief merend
haar uitstekende service (tekstdeel 1)
de gemakkelijkste manier (tekstdeel 1)
hun extra ruimte (tekstdeel 1)
uw zoekopdracht specificeren (tekstdeel 2)
voorzieningen zoals draadloos internet (tekstdeel 2)
een gevoel te krijgen (tekstdeel 2)
We adviseren u (tekstdeel 3)
vervalt de aanvraag (tekstdeel 4)
Geniet van een onvergetelijke vakantie! (tekstdeel 5)
7 Je kunt nu een conclusie trekken over het doel van de tekst. Wat zijn de twee belangrijkste doelen van deze tekst?
De lezer aanmoedigen meer informatie over Airbnb op te zoeken. De lezer aansporen voorzichtig te zijn met vakantiesites als Airbnb. De lezer enthousiast maken over Airbnb. De lezer uitleggen wat Airbnb is en hoe het werkt. Kritische kanttekeningen plaatsen bij de werking van Airbnb.
8 Stel, je weet nog helemaal niet wat Airbnb is. Welk tekstdeel kun je het beste lezen om erachter te komen?
Airbnb in een oogopslag Zoeken Contact opnemen Boek Reizen
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
9 Stel, je hebt op de website een mooi kasteel gevonden, dat je misschien wilt huren. In welk tekstdeel lees je wat je daarna moet doen?
Airbnb in een oogopslag Zoeken Contact opnemen Boek Reizen
10 Hieronder staat een aantal kopjes uit de tekst. Waaronder valt het kopje met de bijbehorende tekst: onder de inleiding, de kern of het slot van de tekst?
Airbnb in een oogopslag
Inleiding
Kern
Slot
Zoeken
Filters
Zoek de juiste match
Contact opnemen
Profielen
Boek
Reizen
Recensie
Zoekt u meer informatie?
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
11 Lees de tekstdelen 2, 3, 4 en 5. Welke woorden geven informatie over de volgorde of het tijdstip van de handelingen? Meer antwoorden zijn goed.
voor en nog precies totdat te beginnen met om voordat na na
(zin 1 onder het kopje 'Zoeken') (laatste zin onder het kopje 'Filters') (laatste zin onder het kopje 'Zoek de juiste match') (laatste zin onder het kopje 'Contact opnemen') (zin 1 onder het kopje 'Profielen') (zin 1 onder het kopje 'Boek') (zin 2 onder het kopje 'Reizen') (zin 1 onder het kopje 'Recensie') (laatste zin onder het kopje 'Recensie')
12 Lees tekstdeel 3. Wat is de goede volgorde van de handelingen en gebeurtenissen? … Op blauwe knop drukken. … Reservering wordt geaccepteerd. … Profiel aanmaken. … Persoonlijke gegevens komen in beeld. … Vragen stellen en beschikbaarheid bevestigen. 13 Lees tekstdeel 1 van de tekst. Waarnaar verwijst het woord 'Het' in de tweede zin?
Naar Airbnb. Naar de stad San Francisco. Naar 'marktplaats'. Naar op vakantie gaan
14 Waarnaar verwijst het woord 'haar' uit de laatste zin van tekstdeel 1?
Naar Airbnb. Naar 'appartement voor een nacht'. Naar de schrijfster van de tekst. Naar mensen met unieke reiservaringen.
15 Lees tekstdeel 1 van de tekst. Waarnaar verwijst 'hun' in de laatste regel?
Naar Airbnb. Naar 'mensen'. Naar 'miljoenen anderen'. Naar 'een groeiende groep gebruikers'.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
16 Waarnaar verwijst 'deze' in de laatste regel van tekstdeel 1?
Naar 'haar uitstekende service'. Naar 'hun extra ruimte'. Naar 'mensen'. Naar 'een groeiende groep gebruikers'.
17 Kijk naar de afbeelding hiernaast. De computeraar is bezig met een handeling uit de tekst. In welke stap staat die handeling?
Zoeken Contact opnemen Boek Reizen
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
18 Kijk naar de afbeelding hierboven. De computeraar is bezig met een handeling uit de tekst. In welke stap staat die handeling?
Zoeken Contact opnemen Boek Reizen
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
19 Kijk naar de afbeelding hierboven. De computeraar is bezig met een handeling uit de tekst. In welke stap staat die handeling?
Zoeken Contact opnemen Boek Reizen
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
Woordenschat Lezen 3F Les 2 1 'Wat voor accommodatie hadden jullie in Frankrijk?' Kies een logisch antwoord op deze vraag.
We hebben weinig ruzie gehad. We gingen bijna elke dag frisbeeën. We sliepen in een oud kasteel.
2 'Wordt het werk dat je doet wel goed gehonoreerd?' Kies een logisch antwoord op deze vraag.
Ja hoor, ik krijg een goed salaris. Ja hoor, mijn baas is positief over mijn functioneren. Ja hoor, mijn werknemers zien me echt als hun baas.
3 'Zal ik binnenkort eens informeren?' Kies het meest logische antwoord op deze vraag.
Graag, want nu hebben we weinig zekerheid. Graag, want nu is de sfeer zo negatief. Graag, want nu weten we bijna niks.
4 'Heb je alle gegevens?' Kies een logisch antwoord op deze vraag.
Nee, ik had ook graag een dvd willen krijgen. Nee, ik heb zelf ook wat gehouden. Nee, ik mis Jorts adres nog.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
5 Bij welk woord horen deze omschrijvingen? Trek lijnen. Sommige woorden hebben meer betekenissen. Dat je iets geen probleem vindt. recensie
Een artikel in de krant over een film.
reservering
profiel
Een aantal eigenschappen van iemand. Iets waarvan je gebruik kunt maken. Een blog over wat iemand van een boek vindt.
voorziening
Het bespreken van een tafel in een restaurant. Het vooraf regelen van een plaats op een camping.
acceptatie Een gezicht dat je van opzij ziet.
6 Wat betekent ongeveer hetzelfde? Trek lijnen. uniek
mogelijk
compleet
vast
potentieel
volledig
beschikbaar bevestigd
de enige
niet bezet
7 Kies steeds de juiste betekenis van de schuingedrukte woorden. Je moet op tijd zijn met de aanvraag van je visum.
Het ondertekenen. Het ophalen. Het verzoek.
8 Het prijsniveau van korte vluchten is gestegen.
Worden steeds meer verkocht. Zijn duurder geworden. Zijn veiliger geworden.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
9 Je zag in een oogopslag dat er iets mis was.
Heel duidelijk. Meteen. Na een tijdje.
10 Facebook heeft meer dan tien miljoen gebruikers.
Bedrijven die erop kijken Bedrijven die reclame maken Mensen die een account hebben
11 Verbind de krantenkoppen met de foto's.
Nederlander wil steeds meer privacy.
Regels veiligheid steeds strenger.
Frankrijk opnieuw populairste bestemming.
12 Bij welk beroep horen deze handelingen? Trek lijnen. Aanvragen behandelen.
journalist
Mensen helpen met zelfacceptatie.
politieagent
Vragen van gebruikers beantwoorden.
machinist
Zorgen voor veiligheid.
ambtenaar
Mensen naar hun bestemming brengen.
psycholoog
Een recensie schrijven.
medewerker van de Google-helpdesk
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
13 Lees onderstaande e-mail. Zet de woorden op de juiste plek. Kies uit: accommodatie / recensie / privacy / voorzieningen / compleet / beschikbaarheid / informeren / bevestigen / gegevens / reservering Hoi Jos en Hendrik, Wat een superleuk idee om met zijn vieren op vakantie te gaan in de herfstvakantie! Matthij en ik hebben al even gezocht naar een leuke ……………………... Bij Maastricht ligt een leuk huisje. Ze hebben een mooie website, ……………………... met foto's en een plattegrond van het huisje. (Zoek op 'De Wilde Hoeve Terblijt'.) Helaas konden we op de website de ……………………... niet zien, dus we hebben de eigenaar gebeld om te ……………………... of die week nog vrij is. Hij dacht van wel, maar zou het nog even …………………….... Praktisch puntje: Kunnen jullie alvast je ……………………... (volledige naam, geboortedatum, paspoortnummer) mailen? Die heb ik nodig voor de ……………………... We hebben er zin in! Groetjes, Marlieke & Matthij
14 Hieronder staat de reactie van Jos. Zet de woorden op de juiste plek. Kies uit: honoreren / accommodatie / recensie / privacy / voorzieningen / compleet / beschikbaarheid / informeren / bevestigen / bestemming Hoi allemaal, Bedankt voor het uitzoekwerk! Hier alvast mijn reactie. Heb even op die site gekeken en het ziet er goed uit. Het huisje kreeg ook een positieve …………………….. op www.checkjehuisje.nl, dus dat zit wel goed! En qua …………………….. is het ook prima: mountainbikeverhuur in het volgende dorp en een tennisbaan (voor als we in een actieve bui zijn). Mooi ook die tweepersoonskamer op zolder, dan hebben Matthij en Marlieke tenminste wat ……………………... ;-) En Maastricht vind ik een goede ……………………..: niet te ver weg en mooie natuur. Of wil er iemand liever naar Benidorm? ;-) Ook ik heb er veel zin in! Groetjes, Jos
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
15 Wat hoort bij elkaar? Trek lijnen. Een bestelling
reserveren.
Een aanvraag voor subsidie
honoreren.
Naar de mogelijkheden
aanmaken.
Een tafel voor vier
informeren.
Geen biljetten van 100
accepteren.
Huurtoeslag
bevestigen.
Een profiel
aanvragen.
16 Wat is een goede zin met het woord 'oogopslag'?
Dat meisje gebruikt elke dag een beetje oogopslag. Dat meisje heeft een mooie oogopslag. Dat meisje heeft last van oogopslag.
17 Wat is een goede zin met het woord 'potentiële'?
Hij heeft potentiële onkosten. Hij is een potentiële kandidaat voor die baan. Hij maakt soms potentiële fouten in zijn werk.
18 Wat is een goede zin met het woord 'prijsniveau'?
Het prijsniveau binnen het hbo is onzeker. Het prijsniveau van het tennistoernooi daalt. Het prijsniveau van voedingsmiddelen is gestegen.
19 Wat is een goede zin met het woord 'uniek'?
Dit is een unieke gelegenheid om mijn tante in Australië op te zoeken. Dit is een unieke oorlog tussen verschillende stammen. Dit zijn heel unieke vacatures.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
20 Vul de juiste woorden in. Kies uit: aanvraag / gebruikers / honoreren / prijsniveau / veiligheid. Het …………………….. van korte vluchten is de laatste weken flink gedaald. Je betaalt vaak nog maar 20-30 euro voor een enkeltje Parijs. Facebook heeft er vorig maar liefst tien miljoen …………………….. bij gekregen. Ruim 40 miljoen mensen hebben nu een profiel. Wij kunnen uw …………………….. voor subsidie alleen in behandeling nemen, als u alle documenten meestuurt. Er is veel discussie over het …………………….. van de directie van goede doelen. Velen zijn van mening dat deze directeuren veel te veel verdienen. Door de inzet van 5000 agenten, was de …………………….. op Koningsdag optimaal.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
Lezen 3F Les 3
In deze les ga je werken met een artikel van www.nrc.nl. Over dit artikel worden 26 vragen gesteld. Aan de hand van die vragen ga je onderzoeken om welke tekstsoort het gaat en wat de hoofdgedachte is van de tekst. Ook besteed je aandacht aan feiten en meningen en het beoordelen van argumenten. Tot slot trek je een conclusie over de betrouwbaarheid van de tekst.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
1 Bekijk de tekst. Je wilt weten wat voor tekstsoort dit is en gaat eerst bekijken of het misschien een instructieve tekst is. Lees onderstaande zinnen uit de tekst. Is de zin een instructie die aangeeft hoe een handeling moet worden uitgevoerd?
Betaal die studie dan maar terug, vrouwen. Nu doorpakken, Jet Bussemaker. Maar vrouwen moeten ook af van dat eeuwige schuldgevoel over hun gezin. Spijker op de kop. Werk zien ze als hobby waar ze recht op hebben, niet als noodzaak en basisvereiste voor een zinvol bestaan. Maar we moeten denk ik beginnen bij sociaal-cultureel gedrag. Laat haar die opleiding maar terugbetalen als ze er niks mee doet. Haal het servies maar uit de kast.
Instructie Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Ja
Nee Nee
Ja Ja
Nee Nee
Ja
Nee
2 Bekijk nu of het misschien een informatieve tekst is. Lees onderstaande zinnen uit de tekst. Welke zinnen zijn controleerbaar en welke niet? Niet de trage studenten, maar de vrouwen die hun studie niet effectueren zijn de grote kostenposten in deze samenleving. Ze zouden zich eerder schuldig moeten voelen over het feit dat de overheid zoveel in ze heeft geïnvesteerd. Ze wekte de toorn van beroepsfeministen als Alice Schwarzer. Werk zien ze als hobby waar ze recht op hebben, niet als noodzaak en basisvereiste voor een zinvol bestaan. Bussemaker roept vrouwen specifiek op om financiële onafhankelijkheid na te streven middels werk. Maar we moeten denk ik beginnen bij sociaalcultureel gedrag. Omgekeerd is het een afknapper als de jongen voorstelt de rekening te splitten.
Controleerbaar
Niet controleerbaar
Controleerbaar
Niet controleerbaar
Controleerbaar
Niet controleerbaar Niet controleerbaar
Controleerbaar
Controleerbaar
Niet controleerbaar
Controleerbaar
Niet controleerbaar Niet controleerbaar
Controleerbaar
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
3 Bekijk ten slotte of het misschien een betogende tekst is. Hieronder zie je zinnen uit de tekst. Geef steeds aan of het een feit of een mening is. Let op: een mening kan soms als feit gepresenteerd zijn. Let op: voor een mening kun je 'ik vind' zetten. Feit
Mening
Eindelijk legt een minister de vinger op de zere plek.
Ze zouden zich eerder schuldig moeten voelen over het feit dat de overheid zoveel in ze heeft geïnvesteerd.
Spijker op de kop.
Haar uitspraken zijn geen slips of the tongue, maar vormen de kern van een emancipatienota die Bussemaker gisteravond naar de Tweede Kamer stuurde.
Daarmee treedt ze in de voetsporen van Kristina Schröder.
Dat soort vrouwen denkt namelijk alleen in rechten en niet in plichten.
Bussemaker roept vrouwen specifiek op om financiële onafhankelijkheid na te streven middels werk.
We moeten denk ik beginnen bij sociaal-cultureel gedrag.
Laat haar die opleiding maar terugbetalen als ze er niks mee doet.
4 Welke kenmerken komen in de tekst het duidelijkst naar voren?
Controleerbare feiten. Instructies van een handeling of procedure De mening van de auteur.
5 Wat kun je concluderen over het teksttype?
Het is een betogende tekst. Het is een informatieve tekst. Het is een instructieve tekst.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
6 Wat is het belangrijkste doel van de auteur?
De lezer amuseren De lezer instrueren. De lezer informeren De lezer overtuigen.
7 Kijk naar de titel van de tekst. Wat bedoelt de auteur met 'poetsen'?
Huishoudelijk werk buitenshuis doen. Je eigen huishouden doen. Je schulden terugbetalen.
8 Welke vrouwen mensen spreekt de auteur aan in de titel?
Vrouwen die een studie hebben gedaan en die nu het huishouden doen. Vrouwen die geen werk kunnen vinden in hun vakgebied. Vrouwen die in de thuiszorg werken, maar die voor iets anders zijn opgeleid. Vrouwen die op latere leeftijd nog een studie willen volgen.
9 Wat is het onderwerp van de tekst?
Vrouwen die schoonmaken bij anderen. Vrouwen die te weinig inkomen hebben om hun schulden af te lossen. Vrouwen met een diploma die geen baan hebben.
10 In welke zinnen van de tekst kun je lezen wat de auteur vindt van vrouwen en werk? Meer antwoorden zijn goed.
Waarom geen sollicitatieplicht voor die gediplomeerde poetsdames? Vrouwen moeten ook af van dat eeuwige schuldgevoel over hun gezin. Waarom het huishouden niet uitbesteden als de samenleving in je heeft geïnvesteerd om moeilijke vraagstukken op te lossen? Werk zien ze als hobby waar ze recht op hebben, niet als noodzaak en basisvereiste voor een zinvol bestaan. Of beter: een voortdurende sollicitatieplicht voor vrouwen die zich er te gemakkelijk vanaf maken.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
11 Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Vrouwen met een diploma zouden moeten werken, want de overheid heeft meebetaald aan hun studie. Vrouwen met een diploma moeten voor hun gezin zorgen maar ook werken, anders is het zonde van hun talent. Vrouwen met een diploma moeten zelf beslissen wat voor werk ze willen doen, want met die keuze heeft de overheid niets te maken.
12 Lees tekstdeel 2 van de tekst. Er staan drie argumenten in. Maak de zinnen af volgens de gedachtegang van de auteur. Goed geregelde kinderopvang helpt vrouwen om studie en gezin te combineren. / helpt vrouwen om te kunnen werken. Vrouwen die zich schuldig voelen over hun gezin gaan niet zo snel werken. / kunnen werk en gezin vaak niet goed combineren. / zijn minder aantrekkelijk op de arbeidsmarkt. Als een vrouw zich schuldig voelt over het feit dat de overheid veel in haar heeft geïnvesteerd gaat ze tenminste werken. / is dat een slechte zaak. / zal ze haar gezin verwaarlozen.
13 Wat wil de auteur met deze drie argumenten duidelijk maken?
Dat de keuze om wel of niet te gaan werken, niet eenvoudig is. Dat geschoolde vrouwen ook voor hun gezin zouden moeten zorgen. Dat geschoolde vrouwen zouden moeten werken. Dat alle vrouwen zelf mogen bepalen of ze wel of niet gaan werken.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
14 Hieronder zie je enkele stellingen uit de tekst. Daarnaast staan enkele argumenten uit de tekst. Verbind de stellingen met de juiste argumenten. Vrouwen zouden moeten werken...
want dat soort vrouwen denkt alleen in rechten en niet in plichten. want de samenleving heeft veel in ze geïnvesteerd.
Beroepsfeministen waren boos op het voorstel van de minister ...
want door goed geregelde kinderopvang is dat mogelijk. want een schuldgevoel ten opzichte van hun gezin is niet nodig.
Vrouwen zemen de ramen en gaan daarna GTST kijken ...
want jongens betalen de rekening voor hun meisje. want meisjes vinden het een afknapper, als een jongen voorstelt de rekening te delen. want zij zien werk als hobby en niet als noodzaak.
15 Hieronder zie je steeds een stelling met een conclusie. Hoe beoordeel je die conclusie? Maak de juiste combinaties. Vrouwen besteden gemiddeld meer tijd aan de opvoeding dan mannen. Conclusie: mannen weten niks van opvoeden.
Deze conclusie klopt: het is een goede conclusie.
Kinderen zijn eerlijker dan volwassenen. Conclusie: volwassenen zijn niet zo eerlijk als kinderen.
Deze conclusie klopt niet: het is een onjuist causaal verband.
Veel dorpen hebben geen middelbare school. Conclusie: dorpskinderen hebben meestal een langere reistijd naar school dan stadskinderen.
Deze conclusie klopt niet: het is een cirkelredenering.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
16 Lees de redenering uit de tekst. Hoe beoordeel je de conclusie? De samenleving betaalt mee aan de opleiding van vrouwen. Conclusie: vrouwen moeten verplicht worden om te werken.
Het is een logische conclusie. Het is een onlogische conclusie.
17 Lees de stelling en het argument uit de tekst. Hoe beoordeel je het argument? Stelling: Beroepsfeministen zijn ten onrechte boos op de minister. Argument: Betaald werk is een basisvereiste voor een zinvol bestaan.
Het argument is een controleerbaar feit. Het argument is gebaseerd op een gevoel.
18 De schrijver beschrijft in zijn betoog een oorzaak en een gevolg. Hoe beoordeel je het verband hiertussen? Oorzaak: Jongens van nu vinden het vanzelfsprekend dat zij de rekening betalen voor hun meisje. Gevolg: Vrouwen verdienen geen geld; ze doen alleen het huishouden en kijken soaps.
Het is een logisch verband. Het is geen logisch verband.
19 Conclusie: hoe beoordeel je de argumenten en gedachtegangen die de auteur gebruikt om zijn mening te onderbouwen?
Goed, hij heeft overtuigende argumenten. Goed, hij brengt logische verbanden. Matig, hij geeft goede argumenten, maar te weinig. Niet zo goed, de verbanden zijn niet altijd logisch en de argumenten kloppen niet allemaal.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
20 In het schema zie je enkele woorden uit de tekst. Hoe is de toon van die zinsdelen? Neutraal
Respectvol
Neerbuigend
Gediplomeerde poetsdames
De vrouwen die hun studie niet effectueren
Voor pretstudies kiezen
Dat soort vrouwen
Achter de stofzuiger
Vrouwelijke juriste, bestuurskundige of arts
Financiële onafhankelijkheid nastreven
Op de bank GTST-herhalingen gaat kijken
21 Wat kun je concluderen over de houding van de auteur tegenover vrouwen die wel een diploma hebben, maar niet werken?
Hij beschrijft ze op zakelijke toon. Hij schrijft respectvol over ze. Hij schrijft neerbuigend over ze.
22 Lees de grijze kaders rechts in de tekst. Wat is het doel van het bovenste kader?
Nieuwsgierig maken naar meer informatie over de auteur. Uitleggen hoe je een reactie kunt plaatsen op deze tekst. Uitleggen wat de auteur eerder voor werk heeft gedaan.
23 Wat is het doel van het onderste kader?
Duidelijk maken dat de mening uit de tekst niet het standpunt van de krant is. Duidelijk maken dat de tekst grotendeels de eigen mening van de auteur is. Aangeven dat er vaak heftige reacties zijn gekomen op de teksten van deze auteur. Informeren over welke onderwerpen de auteur schrijft.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
24 Wat zegt het onderste kader over de betrouwbaarheid van de tekst?
De krant en de auteur werken samen aan een zo groot mogelijke betrouwbaarheid. De krant is niet verantwoordelijk voor de betrouwbaarheid van de tekst. Door de brede kennis van de auteur is de betrouwbaarheid meestal groot.
25 Je hebt nu gekeken naar de argumenten, redeneringen en conclusies in de tekst. Ook heb je vragen beantwoord over de auteur, de toon van zijn schrijven en www.nrc.nl als bron. Welke conclusie kun je trekken over de betrouwbaarheid van de tekst?
De tekst is betrouwbaar. De tekst is niet zo betrouwbaar. Er is te weinig informatie om de betrouwbaarheid vast te stellen.
26 Waarom roept de schrijver in de laatste zin van de tekst op om het servies uit de kast te halen?
Omdat de keukenkastjes vaak te weinig worden schoongemaakt. Omdat er tijdens een ruzie mee gegooid kan worden. Omdat het tijd is om als gezin weer samen te eten. Omdat mannen meer in het huishouden moeten doen.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
Woordenschat Lezen 3F Les 3
1 Bij welke woorden horen deze omschrijvingen? Trek lijnen. noodzaak
Iets wat steeds terugkomt.
afknapper
Iets wat moet.
vraagstuk
Iets wat alleen maar geld kost.
herhaling
Iets wat erg tegenvalt
kostenpost
Iets wat opgelost moet worden.
2 Welke woorden betekenen het tegenovergestelde? Trek lijnen. algemeen
investeren
bug
eeuwig
tijdelijk
lossen
rechtop
uitbesteden
zelf doen
omgekeerd
opleveren laden
specifiek
traag
3 Welke woorden horen bij de foto's? Trek lijnen.
bestuurskundige
moslima
jurist
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
4 Bij welke woorden horen deze omschrijvingen? Trek lijnen. Let op: sommige woorden hebben twee betekenissen. bestaan
Dat een tv-programma nog een keer wordt uitgezonden.
herhaling
Iets wat je mag.
kern
Iets wat vaker gebeurt.
recht
Het binnenste stuk.
onafhankelijk
Dat je werk moet zoeken.
schuldgevoel
Niet krom.
basisvereiste
Iets wat in de eerste plaats nodig is.
sollicitatieplicht
Leven. Dat je voor jezelf kunt zorgen. Het belangrijkste. Een naar gevoel over iets slechts wat je hebt gedaan.
5 'Wat is volgens jou het grootste sociaal-culturele verschil tussen Friesland en Limburg?' Kies een passend antwoord op deze vraag.
In Limburg wonen meer jongeren dan in Friesland In Limburg zijn de snelwegen beter onderhouden dan in Friesland. In Limburg zijn familiebanden belangrijker dan in Friesland.
6 'Wanneer wordt mijn betalingsopdracht geëffectueerd?' Kies een passend antwoord op deze vraag.
Als het rekeningnummer niet klopt met de naam. Het duurt altijd één werkdag voordat de opdracht uitgevoerd wordt. Je kunt het geldbedrag binnen drie werkdagen terugverwachten.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
7 Dit is een goed moment om door te pakken. Kies de juiste betekenis van het schuingedrukte woord.
Benodigdheden te verzamelen. Doortastend te handelen. Frisse keuzes te maken.
8 Onze reis in de zomer richt zich op de cultuur van Zimbabwe. Kies de juiste betekenis van het schuingedrukte woord.
Hoe de inwoners leven Hoe de regering functioneert. Hoe het landschap eruitziet.
9 Welke woorden horen in de lege vakjes? Vul de tabel verder in. zelfstandig naamwoord angst cultuur …………………….. …………………….. …………………….. ……………………..
bijvoeglijk naamwoord angstig …………………….. bestaand kernachtig onafhankelijk noodzakelijk
10 Schrijf de juiste woorden in de zinnen. Kijk goed naar de afbeeldingen. Amber werd …………………….. toen ze vijftien was. Op haar achttiende besloot ze een boerka te gaan dragen. In de …………………….. van de aarde (het gele stuk) is de temperatuur maar liefst 6000 graden Celsius! Tijdens de …………………….. middag was er een muziek- en dansgroep uit Senegal.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F
11 Vul de juiste woorden in. Kies uit: bestaan / bestuurskundige / sociaal-culturele / specifiek / uitbesteden Mijn vader is …………………….. bij de ABN-AMRO. Dat houdt in dat hij een deskundige is op het gebied van bestuurlijke zaken. Die klus is veel te groot voor jou alleen! Kun je niet een gedeelte van het werk …………………….. aan een collega? Ik heb het niet over de klas in het algemeen, maar …………………….. over jou. Jij bent degene die minstens twee keer per week te laat komt! Dit heeft een ……………………..oorzaak: de samenleving is multicultureel geworden. Mijn oom gaat altijd op vakantie naar landen, waarvan ik niet eens het …………………….. weet! Kirgizië, Lesotho, Belize... ik had er nog nooit van gehoord.
Nederlands Lezen en woordenschat 3F