PrOmotie
Nederlands Werkboek 3 Lezen
Colofon Auteur: Onder redactie van: Met dank aan: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk:
Nelleke Bokhove, Marina Meijers, Rob van der Horst, Gerda Verhey, Hanneke Molenaar Sluiter boekproductie, Lelystad, Lisette Ligtendag-Roijers en Anouk de Vries (CED/PI) Aveline Dijkman (sociale competentie) Adatodesign, Wijhe Marco Bakker en Edu’Actief Drukkerij Giethoorn ten Brink, Meppel
Met medewerking van APS, Atlas Onderwijs Adviesgroep, CED/PI, DGS, OSO/Fontys, IVIO, KPC Groep en SLO.
De uitgave is ontwikkeld in samenwerking met KPC Groep en de Vereniging Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs en de Referentiegroep Praktijkonderwijs in de Steigers.
Titel: PrOmotie, Nederlands, werkboek 3 Lezen ISBN 978 90 6053 750 3 Copyright © 2007
Uitgeverij Edu’Actief b.v. Postbus 1056 7940 KB Meppel telefoon: 0522-235 235 fax: 0522-235 222 e-mail:
[email protected] internet: www.edu-actief.nl
Eerste druk / eerste oplage
© 2007 Uitgeverij Edu’Actief b.v. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Inhoud Voorwoord / 5 Thema 8 / E-mail Hoofdstuk 1 Inleiding / 7 Hoofdstuk 2 Dit moet je kunnen ... / 38 Hoofdstuk 3 Hoe doen zij dat? / 49 Hoofdstuk 4 Nu jij / 56 Thema 9 / Plattegronden lezen 2 Hoofdstuk 1 Inleiding / 61 Hoofdstuk 2 Dit moet je kunnen ... / 77 Hoofdstuk 3 Hoe doen zij dat? / 92
3
Hoofdstuk 4 Nu jij / 95 Thema 10 / Adresgegevens Hoofdstuk 1 Inleiding / 99 Hoofdstuk 2 Dit moet je kunnen ... / 111 Hoofdstuk 3 Hoe doen zij dat? / 124 Hoofdstuk 4 Nu jij / 127 Thema 11 / Een grote aanschaf Hoofdstuk 1 Inleiding / 131 Hoofdstuk 2 Dit moet je kunnen ... / 140 Hoofdstuk 3 Hoe doen zij dat? / 155 Hoofdstuk 4 Nu jij / 161
Kun jij dit? / 166
PrOmotie / Nederlands – Werkboek Lezen 3
4
PrOmotie / Nederlands – Werkboek Lezen 3
Voorwoord Dit werkboek gaat over Nederlands lezen. Het gaat over het lezen van e-mail. En over het lezen van plattegronden. Ook leer je hoe je adresgegevens kunt vinden.
Pictogram In dit boek zie je bij sommige opdrachten een pictogram. Een pictogram geeft je informatie over de opdracht. Hieronder lees je wat de verschillende pictogrammen betekenen. Denken Bij dit pictogram moet je nadenken over een opdracht. Je denkt na over wat je straks gaat doen. Doen Bij dit pictogram moet je de opdracht uitvoeren. Je moet bijvoorbeeld iets maken. Of je moet iets doen. Nakijken Bij dit pictogram ga je de opdracht controleren. Je controleert of je de opdracht goed hebt gedaan. Je denkt ook na over wat je de volgende keer anders moet doen. Cd-rom Bij dit pictogram moet je de cd-rom gebruiken. De cd-rom vind je in je boek. Of vraag hem aan je docent.
P r O m o t i e / PRreOkm e noet ine e/ nNW e di sekr u l annddes –– W Weerrkkbbooeekk M L ee zt e n 3
5
Samenwerken Sommige opdrachten maak je samen. Bij dit pictogram werk je samen met een klasgenoot. Portfolio Soms staat dit pictogram bij een opdracht. Je mag dan een bewijs voor je portfolio maken. Je docent kan je meer vertellen over de portfolio. Ik en de Ander Om de opdracht na te bespreken gebruik je de Ik & de Ander kaarten.
6
PrOmotie / Nederlands – Werkboek Lezen 3
H o o f d s t u k
1
Thema 8 E-mail De datum van vandaag is …… - ……- ………… Waar gaat het hoofdstuk over? G Wat e-mail is. G Hoe je e-mail kunt gebruiken. 7
Geef het door! Stel, je hebt een prijs gewonnen. Of je hebt een belangrijk doelpunt gemaakt. Dat wil je graag aan iemand vertellen. Dan kun je bij iemand op bezoek gaan. Of je belt iemand op. Je stuurt iemand een kaartje. Of je stuurt een e-mail! Dit hoofdstuk gaat over e-mail. E-mail wordt ook wel mail genoemd. Mail is het Engelse woord voor post. En de e staat voor elektronisch. E-mail is dus elektronische post. Een e-mail is post die je via de computer verstuurt. PrOmotie / Nederlands – Werkboek Lezen 3
E-mail
T h e m a
8
Opdracht 1 Lees eerst de vragen.
Lees daarna de tekst. Beantwoord dan de vragen.
E e n m a i l d e w e re l d ro n d Mark mailt de wereld rond. Zijn vriend Kariem woont in Duitsland. Hij schrijft Kariem vaak over voetbal. Soms sturen ze elkaar foto’s van voetballers. Kariem stuurt dan een e-mail met zijn foto’s naar Mark.
8
Theo is een neef van Mark. Theo woont in Engeland. Theo en Mark zijn allebei gek op muziek. Soms stuurt Theo een e-mail naar Mark. Dan geeft hij tips over nieuwe cd’s. Of Theo stuurt een lijst met popconcerten. Soms krijgt Mark van Theo een e-mail met muziek. In Afghanistan woont een oom van Mark. Die oom stuurt Mark ook wel eens een e-mail. De oom schrijft dan over zijn leven in Afghanistan. Mark heeft alle tijd om de e-mail te lezen. Mark heeft die oom wel eens aan de telefoon gehad. Toen vond Mark het raar om zijn oom te spreken. Hij wist niet zo goed wat hij moest zeggen. Hij stuurt liever een e-mail. Dan heeft hij meer tijd om na te denken over wat hij wil vertellen. Soms maakt Mark een foutje tijdens het schrijven. Dan schrijft hij voetbaler of popkonsert.
PrOmotie / Nederlands – Werkboek Lezen 3
E-mail
H o o f d s t u k
1
Maar daar heeft nog nooit iemand iets over gezegd. Een e-mail schrijven is makkelijker dan een brief schrijven. E-mailen is goedkoper dan bellen of een brief sturen. En e-mailen gaat net zo snel als bellen! Wat is duurder: een brief sturen of e-mailen?
Met wie mailt Mark allemaal? 1. 2. 3. 9
In welke landen wonen deze mensen? 1. 2. 3. Wat kun je allemaal per mail versturen? Geef 4 voorbeelden: 1. 2. 3. 4.
PrOmotie / Nederlands – Werkboek Lezen 3
E-mail
T h e m a
8
Waarom mailt Mark zijn oom liever?
Opdracht 2 Lianne schrijft 4 e-mailtjes. Elk e-mailtje is voor iemand anders. Lianne schrijft de e-mailtjes aan: G de directeur van de HEMA G haar vriendin Sanne G haar oma G haar docent, meneer Seumers. 10
Lees de 4 mailtjes. Vul bij elke e-mail in aan wie Lianne de e-mail stuurt. Schrijf de goede naam op.
PrOmotie / Nederlands – Werkboek Lezen 3
E-mail
H o o f d s t u k
1
11
PrOmotie / Nederlands – Werkboek Lezen 3
E-mail
T h e m a
8
Opdracht 3 Wat is sneller: e-mailen of een brief sturen? Waarom gaat dat sneller?
Praat hierover met een klasgenoot.
Opdracht 4
12
E-mailen is makkelijk en snel. Je kunt van alles meesturen met een e-mail. Bijvoorbeeld foto’s, bestanden en spelletjes. E-mail is dus erg handig! Toch kun je niet altijd e-mail gebruiken. Soms is het beter om een bezoekje te brengen. Of om op te bellen. Of om een brief te schrijven. Lees de zinnen in de tabel. Wat kun je bij elke zin het beste doen? Kies uit de volgende woorden: G e-mail G bezoek G bellen G brief.
PrOmotie / Nederlands – Werkboek Lezen 3
E-mail
H o o f d s t u k
1
Schrijf de antwoorden in de tabel. Wat kun je het beste doen?
Antwoord
Je moet een cd-rom teruggeven aan de buurjongen. Je wilt een bedrijf laten weten dat je graag bij dat bedrijf wilt werken. Je wilt een paar foto’s uit je computer opsturen naar een vriend. Een vriendin wil graag een recept van jou. Ze heeft geen computer. Je wilt met een vriend een tijd afspreken om naar de film te gaan. Een klasgenoot wil graag foto’s van het schoolfeest. Ze heeft ook een computer. Je oma is een beetje eenzaam. 13
Je wilt weten of de training vanavond doorgaat. Je wilt al je vrienden vertellen dat je oom of tante bent geworden. Je wilt je neef in Australië vertellen over je vakantie. Je moet het lidmaatschap van de gymclub opzeggen. Je moet de school laten weten dat je ziek bent.
Praat met andere klasgenoten over de antwoorden. Hebben zij hetzelfde ingevuld? Wat is er anders?
ja / nee
PrOmotie / Nederlands – Werkboek Lezen 3
E-mail
T h e m a
8
Opdracht 5 Veel mensen hebben een eigen e-mailadres.
Ook veel bedrijven hebben een e-mailadres. Verzamel 6 e-mailadressen van mensen. Verzamel ook 6 e-mailadressen van bedrijven. Schrijf ze op de volgende bladzijde. Je kunt klasgenoten hun e-mailadres vragen. Maar misschien wil niet iedereen zijn e-mailadres aan jou geven. Je kunt ook in tijdschriften zoeken. Of op verpakkingen. Ook op internet kun je zoeken. Bijvoorbeeld in de Gouden Gids. E-mailadressen van mensen
[email protected]
14
1. 2. 3. 4. 5. 6.
PrOmotie / Nederlands – Werkboek Lezen 3
E-mail
H o o f d s t u k
1
E-mailadressen van bedrijven
[email protected] 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Opdracht 6 Stuur jij wel eens een e-mail?
15
G Ja, omdat G Nee, omdat Heb jij een eigen e-mailadres?
G Ja, mijn e-mailadres is
@
G Nee. Met wie mail jij wel eens? Noem 3 mensen. 1. 2. 3. PrOmotie / Nederlands – Werkboek Lezen 3