Le s p a a d e groep 4-8 Technisch lezen Begrijpend lezen Leespromotie Woordenschat
Methodewijzer
Colofon © Uitgeverij Delubas, Drunen www.delubas.nl Auteur: René Loeve Eindredactie: Anne Firet Illustraties: Jan Lieffering Fotografie: Janina Loeve Vormgeving: Judith Brinkman Met dank aan: BS De Duinsprong in Drunen, BS De Bolster in Drunen, Lars van Houten, Veronique Simons, Wietske van Zuijdam Alle rechten voorbehouden.
Inhoud De methode Waarom Leesparade?
2-3
Ontwikkelingen op leesgebied
4-5
Geïntegreerde leerlijn voor technisch lezen, begrijpend lezen, leespromotie en woordenschat
6-9
Wat vinden de experts? Leerlijnen
Organisatie
Overzichtelijke structuur Combinatiegroepen
Differentiatie
10 11
Passend onderwijs voor alle kinderen
12-13
Overzicht door toetsing
14-15
Toetsing
Materialen Gekoppeld aan AVI-niveau Differentiatie en aanvullend
16-17 18-19
Handige leerkrachtassistent voor het digibord
20-21
Leesparade Digitaal Voorbeeldpagina’s
Leesboek Werkboek Toetsboek Logboek Handleiding les leestechniek Handleiding les leespromotie Plusleesboek Pluswerkboek
22-23 24-25 26 27 28-29 30-31 32 33
Aansluitende materialen Leuke leesboeken voor school- en klassenbieb
34-35
Service en informatie Volledige ondersteuning voor gebruikers
36
De methode
Waarom Leesparade?
Lezen is ontzettend belangrijk voor kinderen. Het is zelfs een basisvoorwaarde voor alle andere vakken én voor de rest van hun (school)carrière. Leesparade maakt van kinderen complete lezers, die niet alleen een technisch trucje leren, maar altijd begrijpen wat ze lezen en er daarom ook meer plezier in hebben. Want dat is misschien wel het belangrijkste: lezen moet leuk zijn, voor ú en voor de kinderen! De meest efficiënte leesmethode Leesparade is uniek. Het is de meest complete leesmethode van dit moment. Met Leesparade werkt u direct aan de referentieniveaus voor technisch lezen, begrijpend lezen, woordenschat, en daarnaast aan leespromotie. Heel efficiënt, want je bereikt meer in dezelfde tijd! Dat is prettig, want tijd is schaars in het onderwijs.
Passend onderwijs voor álle lezers Met Leesparade krijgen kinderen écht les op hun eigen niveau. Er wordt gedifferentieerd op drie niveaus. Zwakkere lezers krijgt extra instructie en begeleide inoefening. Betere lezers werken in plusboeken op hun eigen leesniveau.
Gebruiksvriendelijk De handleiding is zeer overzichtelijk. Alle lesonderdelen zijn stapsgewijs weergegeven. Leesparade biedt een zeer helder organisatiemodel en is ook met combinatiegroepen eenvoudig in gebruik. De handige leerkrachtassistent voor het digibord maakt het gebruik nog prettiger.
4 | Methodewijzer Leesparade
technisch lezen
begrijpend lezen
leespromotie
woordenschat
Leesplezier
groep 4
Leesparade sluit naadloos aan op iedere aanvankelijk lezen-methode in groep 3.
methode
Aanvankelijk lezen
Goed lezen leer je vooral door veel te lezen, uit leuke leesboeken! Leesparade is de enige methode met speciale lessen voor leespromotie. Deze zijn specifiek gericht op leesplezier en leesmotivatie. Het leerlingmateriaal is zeer uitnodigend, de teksten en verhaaltjes zijn superleuk; cruciaal voor de motivatie. Zo blijft lezen leuk én blijven kinderen lezen!
Perfecte aansluiting op groep 3 Leesparade sluit perfect aan op de methodes voor aanvankelijk lezen in groep 3. Begin groep 4 worden de leesmoeilijkheden uit groep 3 herhaald. Daarnaast worden in groep 3 woordenschat, technisch en begrijpend lezen ook vrijwel altijd geïntegreerd aangeboden. Leesparade is de enige methode die op deze manier verder gaat.
groep 3
Service voor gebruikers Kiest u voor Leesparade? Dan kunt u rekenen op volledige ondersteuning gedurende de tijd dat u de methode gebruikt. Zo kunt u kiezen voor implementatiebegeleiding van een door Delubas getrainde scholingspartner in het eerste jaar. Daarnaast kunt u te allen tijde gebruikmaken van gratis downloads, uitbreidingen, een gebruikersnieuwsbrief en een volledige ondersteuning via onze klantenservice.
Methodewijzer Leesparade | 5
Wat vinden de experts? Ontwikkelingen op leesgebied
De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar wat werkt in leesonderwijs. Leesparade sluit aan op de meest recente ontwikkelingen op leesgebied. Alle didactische keuzes zijn gebaseerd op onderzoek. Alle werkvormen en oefeningen zijn in de praktijk getest. Zo weet u zeker dat de tijd die u aan lezen besteedt efficiënt en effectief is. Joop Stoeldraijer onderwijsadviseur ‘Om de technische leesvaardigheid onder de knie te krijgen is het belangrijk dat leerlingen naast goede instructie veel tijd krijgen om lezen te oefenen. Leesparade besteedt in vergelijking met andere methodes de meeste tijd aan lezen.’ ‘Leesparade onderscheidt zich van andere methodes door veelvuldig te toetsen. Scholen weten – door bijvoorbeeld het dyslexieprotocol – dat ze zorgvuldig de vinger aan de pols moeten houden.’
Kees Vernooy onderwijsadviseur
‘In Nederland worden technisch lezen, woordenschat en aandacht voor begrijpend leesstrategieën dikwijls te veel te los van elkaar gezien, terwijl juist een goede samenhang ontzettend belangrijk is.’ ‘In de praktijk wordt nogal eens vergeten dat slechte resultaten op het gebied van begrijpend lezen mogelijk verklaard kunnen worden door onvoldoende vlot kunnen lezen en/of een beperkte woordenschat.’
6 | Methodewijzer Leesparade
Uit het leesbevorderingsprogramma LIST ‘Het doel van instructie van lezen is het ontwikkelen van gemotiveerde en strategische lezers. De techniek van het lezen is slechts een middel om dat doel te bereiken. Daarom is het belangrijk dat de techniek van het lezen steeds wordt verbonden met leesbegrip en leesbeleving.’
Junior experts Wietske (groep 5): ‘Ik vind de verhaaltjes leuk om te lezen, omdat er grappige en leuke dingen in staan.’
Lars (groep 6): ‘Erg leuk en interessant, met veel nieuwe leerzame dingetjes/weetjes.’
Veronique (groep 6) ‘De boeken zien er ook mooi uit, met lekker veel foto’s en plaatjes.’
Methodewijzer Leesparade | 7
Leerlijnen
Geïntegreerde leerlijn voor technisch lezen, begrijpend lezen, Met de geïntegreerde lijn van technisch lezen, begrijpend lezen, leespromotie en woordenschat geeft u de meest efficiënte leesles. De verschillende onderdelen wisselen elkaar af én versterken elkaar. Daarmee sluit Leesparade perfect aan op de methodes voor aanvankelijk lezen in groep 3. Daar worden ál deze onderdelen ook vrijwel altijd geïntegreerd aangeboden. Leesparade is de enige methode die op deze manier verder gaat. Leerlijn technisch lezen Iedere week staat één nieuw woordtype centraal. Dit woordtype wordt de week daarna herhaald. In een volgend blok volgt nog een herhaling. Zo leren kinderen stap voor stap alle woordtypen per AVI-niveau. In het overzicht hiernaast wordt bijvoorbeeld in week 1 het woordtype ‘samengestelde woorden’ geïntroduceerd en in week 2 het woordtype ‘verkleinwoordjes’.
Blok 5 Nieuw woordtype
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
nieuw woordtype bijvoorbeeld:
nieuw woordtype bijvoorbeeld:
nieuw woordtype
nieuw woordtype
1e herhaling bijvoorbeeld:
1e herhaling bijvoorbeeld:
1e herhaling
boekenkast
1e herhaling
rupsje
bessensap
leeuwtje
2e herhaling
Het woordtype wordt eerst gezamenlijk en daarna zelfstandig of onder begeleiding verder ingeoefend. In woordrijtjes en met leuke teksten.
optie 1
Leesparade zonder aanvullende begrijpend lezen-methode Doen in groep 4 t/m 8 álle kinderen mee met alle lessen? Dan hebt u geen aanvullende methode voor begrijpend lezen nodig. Wel kunt u uw methode voor begrijpend lezen gewoon blijven gebruiken als deze goed bevalt. Omdat Leesparade niet meer tijd kost dan een andere methode voor technisch lezen, kan dat er gewoon naast.
8 | Methodewijzer Leesparade
Technisch lezen
Begrijpend lezen
leespromotie en woordenschat
Bufferweek Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
evt. toetsen, extra oefenen of verrijken
nieuw woordtype
nieuw woordtype
nieuw woordtype
nieuw woordtype
evt. toetsen, extra oefenen of verrijken
1e herhaling
1e herhaling
1e herhaling
1e herhaling
2e herhaling bijvoorbeeld:
2e herhaling bijvoorbeeld:
2e herhaling
2e herhaling
evt. toetsen, extra oefenen of verrijken
Leerlijn begrijpend lezen: twee opties, aan u de keuze
Blok 6
rijbewijs
kunstjes
Begrijpend lezen is geïntegreerd in Leesparade. Toch kost Leesparade niet meer tijd dan een methode die alleen aan technisch lezen werkt!
optie 2
Leesparade met een begrijpend lezen-methode Technisch lezen
Begrijpend lezen methode
Begrijpend lezen
Werkt u in groep 6 t/m 8 alleen met de instructiegroep aan technisch lezen? Dan kunt u naast Leesparade een aanvullende methode voor begrijpend lezen inzetten. In Leesparade worden de evidence-based strategieën gebruikt die aansluiten op de recente methodes voor begrijpend lezen.
Willekeurige methode Begrijpend lezen
Methodewijzer Leesparade | 9
Leerlijnen
Geïntegreerde leerlijn voor technisch lezen, begrijpend lezen, Leesparade is de enige methode met een aparte lijn voor leesbevordering. Dit komt terug in de verschillende lesonderdelen. Ook op woordenschat wordt sterk ingezet, omdat dit belangrijk is voor de begrijpend leesvaardigheid en daarmee ook voor het leesplezier. Leerlijn leespromotie De teksten in de lees- en werkboeken zijn heel divers, leuk om te lezen en prachtig geïllustreerd. In de vaste lessen leespromotie staat leesplezier centraal. Na een korte instructie over onderwerpen als schrijvers, genres, een mening vormen en bekroningen, lezen kinderen in een zelfgekozen boek of werken ze in hun eigen logboek. Daarna wordt er nagepraat over wat de kinderen gelezen hebben.
Zelfstandig lezen Zelfstandig lezen is naast goede instructie de meest effectieve manier om vooruitgang te boeken bij het lezen. Daarom wordt er íedere dag 15 minuten zelfstandig gelezen uit zelfgekozen boeken. Op www.leesparade.nl kunt u boekenlijsten downloaden als leidraad voor uw school- of klassenbieb. Ze bieden een selectie van leuke Nederlandse kinderboeken van goede kwaliteit die aansluiten bij de thema’s en de leesniveaus. De lijsten worden jaarlijks geactualiseerd en bijgewerkt.
Duo- en tutorlezen Naast het zelfstandig lezen kan er aan duolezen en/of tutorlezen worden gedaan. Hierbij lezen kinderen met verschillende leesniveaus samen uit één boek. Deze vorm van coöperatief leren is zeer effectief, en heel gezellig!
10 | Methodewijzer Leesparade
leespromotie en woordenschat
High tea
De sport skateboarden bestaat al sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het werd in de VS door zeesurfers bedacht, die er maar geen genoeg van konden krijgen. Ze monteerden wieltjes onder hun surfboard om ook op het land te kunnen surfen. In die tijd was een skateboard revolutionair; je was als skater best bijzonder. Maar tegenwoordig is skaten juist erg populair. Soms verzinnen skateboarders de gekste dingen. Eentje stuntte er met zijn skateboard over de eeuwenoude Chinese Muur. Daarbij lijkt skate boarden over een metalen trapleuning of een klimrek misschien maar een beetje gewoontjes. Maar ook in een halfpipe kun je al genoeg hals brekende toeren uithalen!
Glitterkoekjes Zandkoekjes lijken ordinair, maar niet als je er glitterkoekjes van maakt! Als je het deeg hebt bereid volgens het recept, steek je er leuke vormpjes uit, zoals sterretjes of bloemetjes. Als je de koekjes gebakken hebt en ze zijn afgekoeld, besmeer je ze met glazuur. Daarna kun je er glitterstrooisel, speciaal gemaakt voor koekjes en taart, op strooien.
Een skater staat altijd in zijn eentje op zijn essenhouten board. Toch is de sport allesbehalve solitair. Want skateboarden doe je met je vrienden of vriendinnen. Wie moeten anders je tricks en stunts bewonderen? En van elkaar kun je ook weer nieuwe trucjes leren. Als je erg goed bent kun je ook aan wed strijden meedoen. Skateboarden is zelfs een demonstratiesport op de Olympische Spelen!
Engelse scones Echt Engels zijn scones. Deze ronde broodjes zijn bij de Engelsen erg populair door de combinatie van zachte, zure room en zoete jam. Maak de scones met een pak kant-en-klaarmix. Dien de broodjes lauw op en geef er sour cream (zure room) en frambozenjam bij. In mooie schaaltjes natuurlijk! Veel plezier!
15
Leesboek M6
i = informatie v = verhaal g = gedicht
Titel
Schrijver
20
Tekenaar
i
Soort v g
Leesparade zet door de geïntegreerde woordenschatlijn sterk in op woordenschat. In elke les kunt u een aantal nieuwe woorden kort behandelen, deze komen terug in de oefeningen en de teksten waar de kinderen daarna aan werken. Ook afbeeldingen in het werkboek zijn een visuele uitleg van nieuwe woordenschatwoorden. Met het vaste leeskwartier per dag wordt de woordenschat ook flink uitgebreid, met wel 1000 woorden per jaar!
r = top! r
Mijn boekenlijst Schrijf hier alle boeken op die je gelezen hebt.
= gaat wel!
i = blèèèh! Ik vond het
r
r
14
Leerlijn woordenschat
Tricks en stunts
Wil je eens een keer iets bijzonders doen? Nodig eens wat klasgenootjes uit voor een high tea. Laat iedereen een smaakje thee meebrengen, bijvoorbeeld lekkere fruitsmaakjes. En ook iets lekkers voor erbij, dan hoef jij niet voor alles te zorgen! Bij een high tea kan van alles, van kleine worstenbroodjes tot aan chocoladebonbons. Natuurlijk ga je zelf ook je best doen in de keuken. Hier twee culinaire tips om de blits mee te maken.
i
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒
❒ 21
Logboek 4
Woordenschat op Leesparade Digitaal
Methodewijzer Leesparade | 11
Organisatie
Overzichtelijke structuur De organisatie van Leesparade is overzichtelijk en helder. U heeft mogelijkheden tot compacting. Het werken in combinatiegroepen is op verschillende manieren te organiseren, afhankelijk van uw voorkeur.
WEEK 1
2
3
4
blok 3
WEEK 1
2
3
4
blok 4
WEEK 1
2
3
4
WEEK 1
2
3
Weekprogramma Het aantal leeslessen kan afnemen vanaf groep 6. Dat is afhankelijk van het al of niet gebruikmaken van de keuzelessen. Met een zwakke groep kan op die manier meer geoefend worden dan met een groep die gemiddeld erg goed leest.
Les 1
Technisch lezen: gezamenlijke instructie
30 + 15 min. lezen
2
Leespromotie**
15 + 15 min. lezen
3
Technisch lezen: inoefenen/werken met instructiegroep
30 + 15 min. lezen
4
Leespromotie**
15 + 15 min. lezen
5
Technisch lezen: toepassen/werken met instructiegroep
30 + 15 min. lezen
Mogelijkheden tot compacting Les 2 en 4 en/of 3 en 5 zijn te combineren; dan telt het programma 3 of 4 lessen per week. De lessen leespromotie zijn niet weekgebonden, u kunt gemakkelijk schuiven.
Groep 4-5
* In groep 7 en 8 hebt u de keuze: alleen de instructiegroep werkt aan technisch lezen of de hele groep doet nog mee. ** De lessen leespromotie zijn altijd met de hele groep. Ook in een combinatiegroep kunnen deze gezamenlijk worden gedaan.
12 | Methodewijzer Leesparade
4
bufferweek
blok 2
bufferweek
blok 1 bufferweek
Het jaarprogramma van Leesparade bevat 8 leerstofblokken van 4 weken. Tussen elk leerstofblok is een pauzeweek ingelast die gebruikt kan worden voor toetsen, herhaling, remediëring, verrijking of als buffer.
bufferweek
Jaarprogramma
3
4
1
2
3
Groep 6
4
WEEK 1
2
3
4
WEEK 1
2
3
Groep 7-8
30 + 15 min. lezen
15 + 15 min. lezen
4
bufferweek
2
Er zijn verschillende mogelijkheden om in combinatiegroepen met Leesparade te werken:
Spiegelen De lessen van beide groepen worden op hetzelfde moment ingeroosterd. U geeft instructie in de ene groep, de andere kinderen lezen en oefenen zelfstandig. Daarna wordt gewisseld. Groep 4
Groep 5
Zelfstandig lezen en inoefenen
Instructie
Instructie
Zelfstandig lezen en inoefenen
15 + 15 min. lezen
Gezamenlijke activiteiten plannen 30 + 15 min. lezen
30 + 15 min. lezen*
Keuzeles 15 + 15 min. lezen
Keuzeles 15 + 15 min. lezen
Keuzeles 30 + 15 min. lezen
Keuzeles 30 + 15 min. lezen
bufferweek
1
WEEK
Combinatiegroepen
blok 8 bufferweek
WEEK
blok 7 bufferweek
blok 6 bufferweek
blok 5
De bufferweek kan puur als pauze worden gebruikt, of als extra tijd voor remediëren en verrijken. Ook de toetsen kunnen in deze week worden afgenomen.
Diverse activiteiten zijn in beide groepen gezamenlijk te doen, zoals het zelfstandig lezen of de lessen leespromotie. Daarnaast kun u de instructie aan de instructiegroep geven als de andere groep aan andere taken werkt, zoals de weektaak.
Groepsdoorbrekend U kunt ook groepsdoorbrekend lesgeven. Dit kan bijvoorbeeld door kinderen in te delen op het juiste leesniveau en daar het aanbod op aan te passen. In de handleiding zijn de verschillende opties voor het werken met combinatiegroepen uitgewerkt.
Methodewijzer Leesparade | 13
Differentiatie
Passend onderwijs voor alle kinderen Leesparade gaat uit van convergente differentiatie. Daarbij werken alle leerlingen echt op hun eigen niveau. Er wordt gewerkt met 3 groepen lezers: de instructiegroep, de normgroep en de betere lezers. De minimumdoelen sluiten aan op de AVI-niveaus; dus minimaal AVI M4 halverwege groep 4 en AVI E5 aan het einde van groep 5.
zwakkere lezer Maarten vindt lezen erg moeilijk, uitleg in een groepje vindt hij fijn. Ook leert hij veel van het Samenlezen met Heleen. betere lezer Heleen kan al erg goed lezen, daarom werkt ze in een eigen plusboek. Soms leest ze samen met Maarten, dat is erg gezellig. gemiddelde lezer Juan is een gemiddelde lezer en vindt het leuk dat hij zelfstandig mag werken aan zijn opdrachten.
Blok 1 Inoefenles
Lesinhoud • Instructie eenvoudige samengestelde woorden Basiswoorden: voetbal • Herhaling mmkm-mkmm, eu en ou Basiswoorden: feest, neus, hout • Begrippen dubbelwoord, medeklinker, tweetekenklank • Woordenschat de bosbes, de dakpan • Begrijpend lezen leesdoel en tekstsoort
Les 1.3
Met de hele groep Gezamenlijk oefenen • Werkboek blz. 4
10
keuzeopdracht
Herhaling instructie Herhaal per rij de instructie van de verschillende woordtypen. Kijk bij de tekst voor de instructiegroep hoe u te werk kunt gaan.
Werkboek blz 4 en 5, antwoorden
Woorden lezen Gebruik de volgende leeswerkvormen: Bovenste rij: voorlezen (uzelf of een betere lezer) – fluisterlezen (de kinderen lezen zachtjes mee). Middelste rij: één keer koorlezen – duolezen. Onderste rij: één keer oefenen in duo’s – racelezen. (Voor leeswerkvormen: zie blz. 16 en 17 van deze handleiding.) Introductie leesboek • Leesboek blz. 6 en 7
Lees de woorden: eerst goed, dan snel.
5
Teksten bespreken Bekijk samen de twee bladzijden van het leesboek. Lees de titels en bespreek wat voor soort teksten het zijn (woordspelletjes, verhaal). Waarom zou je deze teksten lezen? (Ze zijn leuk en je kunt ervan leren.)
voetbal zeeman dakpan viskom zeepbel koprol
maandag rugzak zakmes visnet zondag ooglap
feest oost tent hert dans kaft
kist verf meest durf kerk mens
zwempak slaapzak balspel buurtbus bromvlieg schatkist
balk pest vork rups paard koord
De zelfstandig-werken groep
Zelfstandig-werken groep Na de instructie gaan de norm- en de plusgroep zelfstandig aan de slag met hun leesboek en werkboek. Met het antwoordenboek kijken ze hun werk na. De les wordt altijd gezamenlijk afgesloten.
Zelfstandig werken 20 • Leesboek blz. 6 en 7 • Werkboek blz. 4 en 5 • Plusboek en pluswerkboek Oefenen Vertel dat u met een aantal kinderen apart gaat werken. De andere kinderen oefenen zelfstandig de rijtjes op blz. 4 van het werkboek. Verhaal lezen en opdrachten maken De kinderen lezen blz. 6 en 7 van het leesboek. Daarna maken ze (zelfstandig) de opdrachten op blz. 5 in het werkboek. Wijs even op de symbooltjes bij opdracht 2 en 4. Die verwijzen naar de bladzijden van het leesboek waar deze opdrachten over gaan. Vrij lezen Klaar? Laat de kinderen lezen in hun eigen leesboek of zelfstandig werken aan opdrachten in een plusboek.
Plusboeken voor betere lezers Als de betere lezers klaar zijn met het reguliere werk gaan ze verder met een plusboek op hun eigen AVIniveau. Als ze meer dan twee AVI-niveaus voorlopen mogen ze de verwerking met het reguliere lees- en werkboekje overslaan en direct verder gaan met de teksten en opdrachten uit het plusboek. Ze werken dus echt op hun eigen niveau. 14 | Methodewijzer Leesparade
neus keus reus leuk Teun deuk
30
Handleiding M4
hout bouw zout touw fout mouw
beuk breuk stout steun oud dreun
4
Op blz. 15 van deze handleiding vindt u de algemene leesaanpak van alle woordtypen. De basis van de algemene leesaanpak is: • Hoeveel klinkers zie je? • Verdeel het woord in evenveel stukjes. Hoe je die stukjes leest – de specifieke aanpak – vindt u in de instructie van iedere les. Een nog uitgebreidere instructie vindt u op www.delubas.nl. Kijk bij Leesparade naar: Aanwijzingen voor hulpverlening groep 4 en 5. Op blz. 16 - 17 van deze handleiding vindt u een beschrijving van alle leeswerkvormen (koorlezen, racelezen enz.).
Op eigen niveau maar ook samen!
Materiaal • Leesboek blz. 6 en 7 • Werkboek blz. 4 en 5 • Bijwijskaartjes • Eventueel digitaal schoolbord
De Instructiegroep Woorden oefenen • Werkboek blz. 4
Herhaling woordtypen Herhaal per rij de instructie. Gebruik de begrippen: ‘medeklinker’, ‘dubbelwoord’ en ‘tweetekenklank’. Laat de leesaanpak verwoorden. Bovenste rij: Dit zijn dubbelwoorden: Lees het eerste stukje (woord) en probeer het tweede stukje (woord) er direct achteraan te lezen. Leesvorm: voorlezen (door uzelf) – fluisterlezen (de kinderen lezen zachtjes mee.) Laat daarna om de beurt een woord hardop lezen. Middelste rij: Lees de twee medeklinkers aan elkaar. Als je dit nog lastig vindt: houd de eerste letter dan aan tot je de rest kunt lezen: fffeest.. U kunt bij enkele woorden de dubbele medeklinker laten markeren. Leesvorm: koorlezen en evt. daarna duolezen. Onderste rij: Herken de tweetekenklanken eu en ou. Lees de eerste letter, houd die zo nodig aan tot je de rest kunt lezen: nnneus. Leesvorm: oefenen in duo’s – racelezen.
11 Welk Welkwoord woordisisgoed? goed?Zet Zetdaar daareen eenkring kringom. om. De Dezeeman zeemanvist vistmet meteen eenviskom viskompotvis potvisvisnet. visnet. Jos Josmaakt maaktop opde demat mateen eenkoprol koprolrolmops rolmopsoogbol. oogbol. Oom Oombakt baktde devis visin ineen eendakpan dakpanhanddoek handdoekbakpan. bakpan. Watisiswaar? waar?Zet Zeteen eenkruisje. kruisje. 22 Wat 66
❒ ❒ Een Eendak dakop opeen eenpan panisiseen eendakpan. dakpan. ❒ ❒ Een Eenraam raamin ineen eendak dakisiseen eendakraam. dakraam. ❒ ❒ Een Eenboek boekdat datleest leestisiseen eenleesboek. leesboek. ❒ ❒ Een Eenboek boekdat datjejeleest leestisiseen eenleesboek. leesboek. ❒ ❒ Een Eenspel spelmet meteen eenbal balisiseen eenbalspel. balspel. ❒ ❒ Een Eenvoet voetmet meteen eenbal balisiseen eenvoetbal. voetbal.
Verhaal lezen 10 • Leesboek blz. 6 • Werkboek blz. 5
Welkwoord woordpast pastin inde dezin? zin?Vul Vuldat datin. in. 33 Welk zakmes zakmes--kompas kompas Als Alser eriets ietsvast vastzit, zit,pakt paktJan Janzijn zijnzakmes. zakmes. Het Hetkompas kompaswijst wijsthem hemde deweg wegop opzee. zee.
Samen lezen Lees blz. 6 van het leesboek voor. De kinderen lezen fluisterend mee. Woordenschat Bespreek de woorden de bosbes en de dakpan.
Watisiswaar? waar?Zet Zeteen eenkruisje. kruisje. 44 Wat 77
10
❒ ❒ Jan Jande dezeeman zeemanheeft heefteen eenbril. bril. ❒ ❒ Jan Janisisnog nogniet nietzo zolang langzeeman. zeeman. ❒ ❒ Het Hetvisnet visnetzit zitvast vastmet meteen eentouw. touw. ❒ ❒ Op Opzee zeekijkt kijktJan Janop opzijn zijnkompas. kompas.
Naast differentiatie op niveau laat Leesparade verschillende lezers ook veel samenwerken. In de eerste les van de week, bij de gezamenlijke lessen leespromotie, maar ook bij het tutor- en duolezen in het dagelijkse leeskwartiertje. Daarnaast worden álle lessen gezamenlijk gestart én afgesloten. Zo blijft de groep een eenheid die samen werkt aan leesniveau én leesplezier.
Verlengde instructie en begeleide inoefening voor de instructiegroep De zwakkere lezers krijgen in de instructiegroep verlengde instructie en begeleide inoefening. Tijdens de klassikale eerste les van de week luisteren ze goed mee als een betere lezer de tekst met het nieuwe woordtype voorleest. Hier maakt Leesparade gebruik van modelleren.
Opdrachten Bespreek opdracht 1 en 2 van blz. 5 van het werkboek en laat deze zelfstandig maken. Wijs op het symbooltje bij opdr. 2, dat verwijst naar de blz. van het leesboek die je bij deze opdracht nodig hebt: 6
55
Met de hele groep Afsluiting 5 • Leesboek blz. 6 • Werkboek blz. 5
Na deze les Zelfstandig lezen • Bibliotheekboek
15
Vrij lezen Laat de kinderen na de les nog ongeveer 15 minuten vrij lezen in hun eigen bibliotheekboek, of samen lezen met een samenleesboek: duolezen waarbij twee kinderen steeds om de beurt een stukje lezen, of tutorlezen met een leerling uit een hogere groep.
Nabespreking Bespreek klassikaal de antwoorden van opdracht 1 en 2 op blz. 5 van het werkboek. Bespreek ‘lastige’ woorden uit opdracht 1.
Les 1.4 Leespromotie zie blz. 141
31
Methodewijzer Leesparade | 15
Toetsing
Overzicht door toetsing Door de methodetoetsen van Leesparade weet u altijd precies hoe uw leerlingen ervoor staan. Hierdoor kunt u de kinderen passend onderwijs bieden. De toetsvormen zijn gelijk aan die van het Cito. Instaptoets Elk leerstofblok start met een korte klassikale instaptoets. Hierin wordt de stof getoetst die in dat blok behandeld gaat worden. Zo test u de voorkennis van de 4 woordtypen die aan de orde komen en kunt u eenvoudig bepalen wie dit blok in de instructie-, de norm- en de plusgroep zitten.
Evaluatietoets Aan het eind van het blok neemt u een evaluatietoets af. Zo weet u precies hoeveel voortgang is geboekt binnen het afgelopen blok. In de pauzeweek en het volgende blok kan extra aandacht worden besteed aan de onderdelen waar slechter op is gescoord in de evaluatietoets.
Instaptoets blok 1
Evaluatietoets blok 1 Diagnosetoets* blok 1 (optioneel) Instaptoets blok 2
* Bij deze toets lezen de kinderen hardop, zodat u kunt horen hoe ze lezen. Instaptoets blok 5
Welk woord past in de zin? Zet er een kring om.
Diagnosetoets Bij leerlingen die onvoldoende scoren op de evaluatietoets kan individueel een diagnosetoets worden afgenomen. In deze toets lezen de kinderen hardop, zodat u kunt horen hoe ze lezen. De uitkomst hiervan biedt aanknopingspunten voor extra begeleiding en instructie in de pauzeweek.
1 2 3 4
Ik tennis met een tennisbal speelgoedkist kersenpit. Het is vandaag krantenbak speelgoedkist koopzondag. Thijs eet een stuk linkerkant zoldertrap appeltaart. Mijn broertje zit in de kelderdeur kleuterklas bloemenvaas.
5 6 7 8
Op het strand ligt een vachtje schelpje barstje. De worstjes bochtjes kraampjes zijn lekker. In de wei loopt een nieuwtje rupsje stiertje. De poes heeft een zacht vachtje kuchje schroefje.
9 10 11 12
De paarden schommelen duikelen steigeren. Wij dobberen friemelen dobbelen op het water. Max en Thea wandelen hinderen kriebelen over het schoolplein. Mijn zusjes winkelen handelen wentelen de hele dag.
13 14 15 16
Mijn nichtje heeft een mooie ketting viering leerling om. Papa lust graag lenig vorig haring. Hij is een goede stroming stemming koning. Morgen wordt hij dertig grappig mistig jaar.
18
Toetsboek 4
16 | Methodewijzer Leesparade
Lessen blok 1
Lessen blok 2
Evaluatietoets blok 2
Lessen blok 3
Evaluatietoets blok 3
Toetsen volgens het Cito-model
Lessen blok 4
Diagnosetoets* blok 2 (optioneel)
Diagnosetoets* blok 3 (optioneel)
Instaptoets blok 3
Instaptoets blok 4
De woordentoetsen en zinnentoetsen van Leesparade zijn gelijk aan de toetsvormen van het Cito.
Evaluatietoets blok 5
Welk woord past bij het plaatje? Zet er een kring om.
kinderboek rekenboek keukenkast boekenkast
voetbalschoen voetbaltas voetbalbroek kauwgumbal
afvalbak afwasteil afdroogdoek afwaskwast
tafelkleed leestafel tafelpoot werktafel
drankje barstje bankje bochtje
schelpje schriftje stiertje schuitje
krantje kroontje krampje kraampje
heertje beertje haartje vaartje
bubbelen dobberen bungelen dobbelen
stempelen bliksemen steigeren weigeren
wiebelen winkelen wankelen wandelen
borstelen wortelen worstelen metselen
kleurig keuring keurig koning
jarig haring harig hartig
lening leerling lezing lenig
telling stelling helling spelling
Groepsplannen Voor Leesparade zijn groepsplannen ontwikkeld waarin de leerlijnen alvast voor u zijn ingevuld. U kunt deze gemakkelijk aanpassen aan uw eigen situatie.
19
Methodewijzer Leesparade | 17
Materialen
Gekoppeld aan AVI-niveau Per leerjaar worden twee AVI-niveaus behandeld. Bijvoorbeeld AVI M4 en E4 in groep 4. De materialen van Leesparade zijn gekoppeld aan een AVI-niveau. Handleiding Per AVI-niveau is er één handleiding. Begin groep 4 start u bijvoorbeeld met M4, rond januari gaat u verder met E4. Voor optimaal gebruiksgemak is de instructie direct naast het leerlingenmateriaal weergegeven.
Leesboek Per AVI-niveau is er één leesboek. De leesboeken bevatten een grote variatie aan leuke teksten over diverse onderwerpen, in verschillende lettertypen. De grote diversiteit maakt het lezen écht leuk en onderzoek toont aan dat dit brede aanbod sterk bijdraagt aan een goede leesontwikkeling.
Blok 1 Toepassingsles
Lesinhoud • Instructie woorden die beginnen met ge, be of ver Basiswoorden: gebak, begin, verhaal • Herhaling mmkmm en ie en au Basiswoorden: kwast, mier, pauw • Begrippen voorstukje, stomme e, medeklinker, tweetekenklank • Woordenschat het deeg, de bakvorm, de sliert, het klokhuis • Begrijpend lezen leesdoel en tekstsoort
Les 3.5
Met de hele groep Gezamenlijk oefenen • Werkboek blz. 12
keuzeopdracht
10
Van goed naar snel Gebruik onderstaande leesvormen: Bovenste rij: koorlezen, bijvoorbeeld: iedereen – lang haar – kort haar. Middelste rij: duolezen – daarna zelfstandig oefenen (ook in tempo). Onderste rij: even zelf oefenen – dan racelezen.
Materiaal • Leesboek blz. 10 en 11 • Werkboek blz. 12 en 13 • Bijwijskaartjes • Eventueel digitaal schoolbord
De instructiegroep Verhaal lezen 10 • Leesboek blz. 11 • Werkboek blz. 13 Leesbegrip Bekijk samen de titel van en de illustraties van blz. 11. Waar denken de kinderen dat de tekst over zal gaan? Hoe weet je dat? Hoe noem je zo’n tekst?
Leesboek blz. 10 en 11
Oefenen Laat woorden die nog lastig zijn onderstrepen. Deze worden extra geoefend.
De zelfstandig-werken groep Zelfstandig werken 20 • Bibliotheekboek • Logboek • Plusboek en pluswerkboek Plusopdrachten De kinderen kiezen een hoofdstuk uit het plusboek en maken zelfstandig de bijbehorende opdrachten.
Wat doet Pauw?
Gebak met peer
In de tuin van boer Bart woont Pauw. In die tuin staat ook een hok, daar woont Kip. Op een dag snauwt Kip:
Maak zelf gebak met peer. Hier lees je hoe dat moet. Begin bij het begin!
Wat moet een boer nou met een pauw? Ik leg een ei, maar wat doe jij?
1
Bekijk mijn staart maar eens. Heb je die goed gezien?
2 3
Wat kun je nou met een staart?
4 5
Kijk maar eens goed naar een veer. Die veer heeft een groot oog. En zie je de kleur van die veer? Blauw met groen en bruin.
Vrij lezen De kinderen mogen lezen in hun eigen leesboek of werken zelfstandig aan opdrachten in hun logboek.
6
7
Ja, dat zie ik wel. Maar wat heeft de boer daar nou aan?
8
Met mijn staart versier ik de tuin. Dat is mijn werk hier.
De instructiegroep Verhaal lezen 10 • Leesboek blz. 10 Verhaal oefenen Laat blz. 10 hardop voorlezen door twee kinderen. U begint met de eerste alinea. Daarna leest een kind de stukjes van Kip en een ander kind die van Pauw. Laat de tekst daarna in duo’s lezen.
9
Opdrachten maken Bespreek opdracht 3 en 4 op blz. 13 van het werkboek en laat deze zelfstandig maken.
Met de hele groep Afsluiting 10 • Leesboek blz. 10 en 11 • Werkboek blz. 13 Nabespreking Laat vertellen wat voor soort teksten het zijn. Wanneer gebruik je een recept? Bespreek klassikaal de antwoorden van opdracht 3 en 4 van blz. 13 van het werkboek. Wat betekent het symbooltje bij opdracht 4? Woordenschat Laat de betekenis van woorden en uitdrukkingen als: het oog van de veer, de tuin versieren, het deeg, de bakvorm, het klokhuis en de sliert uitleggen. 11
Evaluatie Vraag wat de kinderen hebben geleerd. Gebruik de begrippen ‘voorstukje’ en ‘stomme e’. Woordspel Speel het spel ‘Woorden tekenen’. Neem een van de woorden van dit blok in gedachten. (Bijvoorbeeld het woord gevaar.) Maak een eenvoudige tekening van het woord op het bord. (Bijvoorbeeld een wak in het ijs.) Wie raadt het woord? Herhaal dit met nog enkele woorden.
Na deze les Zelfstandig lezen • Bibliotheekboek
15
Vrij lezen Laat de kinderen na de les nog ongeveer 15 minuten vrij lezen.
Les 4.1 Leestechniek zie blz. 46 - 47
45
Handleiding M4
Werkboek In groep 4 t/m 6 zijn er twee werkboekjes per AVIniveau. Voor groep 7 & 8 is er één werkboekje per AVI-niveau. In de kleurrijke werkboekjes verwerken de leerlingen de opdrachten voor woordenschat, technisch- en begrijpend lezen.
Wat doet Pauw?
Gebak met peer
In de tuin van boer Bart woont Pauw. In die tuin staat ook een hok, daar woont Kip. Op een dag snauwt Kip:
Maak zelf gebak met peer. Hier lees je hoe dat moet. Begin bij het begin!
Wat moet een boer nou met een pauw? Ik leg een ei, maar wat doe jij?
1
Bekijk mijn staart maar eens. Heb je die goed gezien?
2 3
Wat kun je nou met een staart?
4 5
Kijk maar eens goed naar een veer. Die veer heeft een groot oog. En zie je de kleur van die veer? Blauw met groen en bruin.
6
7
Ja, dat zie ik wel. Maar wat heeft de boer daar nou aan?
Antwoordenboek Bij alle werk- en toetsboekjes zijn antwoordenboekjes beschikbaar.
Woordenschat Bespreek de woorden het deeg, de bakvorm, het klokhuis en de sliert. Bedenk samen andere voorbeelden van een sliert (spaghetti, een lange rij kinderen, enzovoorts).
O, bekijk je het zo. Goed dan. Ik leg een ei en jij versiert de tuin. 10
Tip: Als u woorden of een tekst voorleest aan de instructiegroep, pas dan waar mogelijk uw leestempo aan, aan dat van de kinderen. Hierdoor zijn de kinderen beter in staat samen met u mee te lezen. Laat hen meelezen door bij te wijzen met het bijwijskaartje. Veel kinderen die het lezen nog niet volledig hebben geautomatiseerd vinden het prettig om een bijwijskaartje te gebruiken. Door het gebruik van een kaartje ziet het kind welk woord gelezen moet worden en kan hij of zij daar de aandacht volledig op richten.
44
Je begint met het deeg. Dat maak je zelf. Hoe dat moet, lees je op het pak. Als dat gelukt is, rol je het deeg uit. Leg het deeg in een bakvorm. Bewaar wel wat deeg voor op de taart. Zet de bakvorm met deeg in de koelkast. Pak dan een peer. Schil de peer en haal het klokhuis eruit. Snijd de peer klein. Als dat ook gelukt is, ga je door met nog een peer of drie. Pak de bakvorm met deeg uit de koelkast. Leg de peer op het deeg. Maak nu een sliert van de rest van het deeg. En versier de peer daarmee. Bak de taart tot hij gaar is. De geur is al fijn!
Verhaal oefenen Laat blz. 11 lezen: eerst zacht voor zichzelf. Daarna hardop, per kind een stapje (nummertje).
Dit heb je nodig: deeg uit een pak 4 peren een bakvorm een deegroller
8
Met mijn staart versier ik de tuin. Dat is mijn werk hier.
9
Je begint met het deeg. Dat maak je zelf. Hoe dat moet, lees je op het pak. Als dat gelukt is, rol je het deeg uit. Leg het deeg in een bakvorm. Bewaar wel wat deeg voor op de taart. Zet de bakvorm met deeg in de koelkast. Pak dan een peer. Schil de peer en haal het klokhuis eruit. Snijd de peer klein. Als dat ook gelukt is, ga je door met nog een peer of drie. Pak de bakvorm met deeg uit de koelkast. Leg de peer op het deeg. Maak nu een sliert van de rest van het deeg. En versier de peer daarmee. Bak de taart tot hij gaar is. De geur is al fijn!
Dit heb je nodig: deeg uit een pak 4 peren een bakvorm een deegroller
O, bekijk je het zo. Goed dan. Ik leg een ei en jij versiert de tuin. 10
11
Leesboek M4 1 Welk woord is goed? Zet daar een kring om.
Lees de woorden: eerst goed, dan snel. gebak gezeur gevaar gewoon geluk gelukt
begin bezoek betaal beroep beloof belooft
Dat is een raar verhaal. Ik beloof geloof verloof er niets van! Twaalf is het gevoel geval getal dat komt na elf. Er is steeds veel verveel verkeer vergeet in die straat. Mark gelukt belooft vertelt ons een raar verhaal.
verhaal versier vergeet verlies vertel vertelt
2 Welk woord past in de zin? Zet daar een kring om. 10
kwast stift droogt klant spuugt klimt
sliert blaft sterk klomp storm troost
trots klont smurf flits grond proest
pauw gauw saus lauw nauw blauw
snauw spier knauw niest flauw vlieg
‘Ik ..... de tuin,’ zegt Pauw trots. gewoon - verzorg - bezoek - vergeet - versier ‘Bekijk mijn staart maar eens. Heb je die goed ..... ?’ gezocht - gezien - versierd - gelukt - betaald ‘Kijk maar eens naar een veer. Zie je die ..... ?’ veer - deur - peer - geur - kleur 3 Welk verhaal past bij het plaatje? Trek een lijn. Lars is ziek. Daan belooft dat hij op bezoek komt. • Daan zegt: ‘Ik vergeet het niet! Dan vertel ik je van school.’
mier vies giet ziek dier stier
12
•
4 Welke zin komt eerst? Welke dan? Zet er 1, 2, 3 en 4 voor. 11
Leg de peer op het deeg. Rol het deeg uit.
Maak deeg voor gebak. Bak de taart tot hij gaar is. 13
Werkboek M4
18 | Methodewijzer Leesparade
Tess verliest haar tas. Roos heeft het gezien. Dat is geluk! • Ze bezorgt de tas bij Tess. Tess zegt: ‘Bedankt Roos!’
Toetsboek
Instaptoets blok 1 Instaptoets blok 1
Welk woord past bij het plaatje? Zet er een kring om.
Welk woord past in de zin? Zet er een kring om. zitzak balspel viskom slaapzak
zwempak vanzelf visnet koprol
badjas maandag zakgeld vuurwerk
zeepsop boomhut zwembad rugzak
peer zeurt geur koor
veer deur boor beer
leer goor zeer voor
door meer weer teer
gebak bezoek vergeet vertelt
versier vergiet betaal belooft
bedien vergeef gemak bekeur
beloont verkoop verkeer bedoelt
tijger sleutel midden ridder
schoenen bobbel schommel kiezel
schatten spiegel boeven hijgen
reuzen lekker neuzen fluiten 1
Toetsboek 4
Mijn
mening over. . . een informatief boek
1 2 3 4
Op het dak ligt een zitzak dakpan buurtbus. De boot is van een zeeman zondag zeepsop. Het is warm bij het zakgeld kampvuur mikpunt. In de zee zwemt een walvis badjas oogbol.
5 6 7 8
Hij gaat door de deur zeurt boor. Bas eet een keur door peer. Ik doe het wel tien teer neer keer. Het is vandaag fijn weer goor voor.
9 10 11 12
Mijn oom komt op bezoek beroep begin. Hij vertelt een verhaal versier verlies. Hij vergeeft verdient bedoelt veel geld. De man beloont bedient verkoopt zijn huis.
13 14 15 16
Ruim je bobbel rommel dubbel eens op! In het slot zit een kiezel tijger sleutel. Hij is een huis aan het scheppen bouwen fluiten. Mijn broer moet naar de dapper kapper takken.
Logboek Per leerjaar is er een logboek. Dit logboek bevat leuke werkbladen over auteurs, bekroningen, genres, enz. De werkbladen worden in de lessen leespromotie geïntroduceerd. Het logboek is geen werkboekje dat van voor naar achter wordt doorlopen, kinderen kiezen zelf een bladzijde waarmee ze aan het werk willen. Ook kunnen ze een lijst bijhouden van de gelezen boeken.
2
Over je huisdier lezen is leuk! En je kunt er ook nog wat van leren.
Mijn lievelingsdier
Titel:
Mijn lievelingsdier is een:
Schrijver:
Ik houd van dit dier, omdat
Wat voor soort boek is het?
❒ een boek met een verhaal waar ook informatie in staat ❒ een boek met alleen informatie
Per leerjaar is er een toetsboekje, met per blok een korte instap- en evaluatietoets. Achter in het toetsboekje zijn diagnosetoetsen opgenomen. Deze kunnen individueel worden afgenomen bij zwakkere lezers waarvan u de leesmoeilijkheden goed in beeld wilt brengen. De toetsen sluiten aan op de toetsvormen van het Cito.
Elly
Dit is mijn lievelingsdier.
❒ Het boek ging over: ❒ sport ❒ dieren ❒ hobby’s
❒ planten ❒ natuur ❒ aarde
❒
❒ ruimte ❒ vroeger ❒ beroepen
En, heb jij iets geleerd uit dit boek? Schrijf 3 dingen op die je wilt onthouden:
Leesparade Digitaal
Teken hier je lievelingsdier
❒
De handige leerkrachtassistent voor het digibord maakt het lesgeven voor u makkelijker en voor de kinderen nog leuker.
Boeken waar mijn lievelingsdier in staat: 1 titel:
schrijver:
2 titel:
schrijver:
Dit ben ik te weten gekomen over mijn lievelingsdier: 1 2 3 4
22
23
Logboek 4
Overzicht basismaterialen Gr. 4 t/m 6 Per leerjaar:
Gr. 7 en 8 Per leerjaar:
Handleiding
2
2
Leesboek
2
2
Werkboek
4
2
Antwoordenboek
4
2
Toetsboek
1
1
Toetsantw.boek
1
1
Logboek
1
1
Leesparade Digitaal
1
Leesparade Digitaal Methodewijzer Leesparade | 19
Materialen
Differentiatie en aanvullend De basismaterialen van Leesparade kunnen worden aangevuld met een unieke pluslijn voor de betere lezers. In deze pluslijn lezen de beste lezers écht op hun eigen AVI-niveau. Zo kan een kind uit groep 4 bijvoorbeeld met een plusboek E5 aan de slag. Plusleesboeken
De diepzee
Per AVI-niveau is er een plusboek. De plusboeken bevatten een grote variatie aan wereldoriënterende teksten. Kinderen worden uitgedaagd aan de slag te gaan met interessante onderwerpen die op een aantrekkelijke manier worden aangeboden.
Wildernis onder water
De bodem in beeld
Omdat het zo gevaarlijk en duur is, worden er maar weinig expedities naar de diepzee gemaakt. Toch is het oppervlak van de zeebodem heel nauwkeurig in kaart gebracht. Dat kon dankzij de sonar, die aan het begin van de vorige eeuw is uitgevonden. Bij een sonarmeting sturen wetenschappers geluid
Wil je gebieden ontdekken waar nog nooit iemand geweest is? Denk je dat je daarvoor de ruimte in moet, omdat de aarde inmiddels wel helemaal in kaart is gebracht? Dan heb je het mis. Ga de zeeën op, trek je duikpak aan en… er ligt een onbekende wereld aan je voeten... of beter gezegd: aan je flippers! De onderwaterwereld is een gigantische wildernis, waar we nog bijna niets van weten. Zelfs nog minder dan van de planeet Mars. De echte avonturier wordt dus geen astronaut, maar aquanaut: ontdekkingsreiziger onder water!
Pluswerkboeken Bij ieder plusleesboek hoort een pluswerkboek. In de opdrachten worden kinderen echt aangezet tot denken. De antwoorden zijn niet letterlijk uit de tekst op te maken, waardoor het een echte uitdaging vormt voor de betere lezer. Bij ieder werkboek is een antwoordenboek beschikbaar, waarmee leerlingen gemakkelijk zelfstandig na kunnen kijken.
Met een stevige onderzeeër kom je al een stuk verder, maar ook een duikboot komt niet dieper dan een kilometer. De waterdruk is op die diepte namelijk gelijk aan het gewicht van ongeveer 1500 auto’s! Daar kan zelfs een duikboot niet tegen. Voor een diepere duik heb je daarom speciale diepzeeduikboten of onderwaterrobots nodig.
Planeet ‘Water’?
Het grootste deel van onze planeet bestaat uit zeeën en oceanen: 70 procent van het aardoppervlak is water. En die oceanen zijn vaak ook nog eens kilometers diep. Gemiddeld ongeveer 3800 meter, maar op het diepste punt wel bijna 11 kilometer. Dat is 2 kilometer dieper dan de hoogste berg op aarde (de Mount Everest) hoog is! Niet zo gek dat nog lang niet al dat water verkend is... 28
Gevaarlijke duik in het diepe...
Dat er in grote delen van de oceanen nog nooit iemand geweest is, is niet alleen omdat ze zo enorm groot zijn. Het komt vooral doordat onderzoek onder water erg moeilijk en gevaarlijk is. Je hebt speciale apparatuur nodig om te kunnen ademen, maar ook om je te beschermen tegen de vermorzelende druk van het water in de diepzee. Recreatieve duikers gaan meestal niet dieper dan 20 of 30 meter. Hoe dieper je komt, hoe meer water er op je drukt. Dat heet waterdruk en de kracht ervan op je lichaam is enorm. Op 100 meter diepte perst de waterdruk je longen samen tot de omvang van je vuist. Alleen met professionele apparatuur kun je op deze diepte duiken, en dan nog blijft het gevaarlijk.
Diepzeeduikboten
Om de diepzee te bezoeken heb je dus een supersterke duikboot nodig. De Trieste, het diepzeevaartuig waarmee Jacques Picard en Donald Walsh in 1960 de diepste duik ooit maakten, daalde af naar 10.911 meter diepte. De wanden van de Trieste waren dertien centimeter dik en de ramen waren van supersterk plexiglas. Omdat varen in een diepzeeduikboot gevaarlijk en duur is, gebruiken onderzoekers nu vaak robots. Die onderwaterrobots hebben ingebouwde camera’s om de omgeving te filmen en armen om dingen van de zeebodem op te pakken. Onderzoekers besturen de robots vanaf een onderzoeksschip op het water.
Linksboven: de Trieste. Rechts: sonarschip. Onder: sonarbeeld van een bergketen in de diepzee.
naar de zeebodem en meten hoe lang het duurt voordat de echo van het geluid terugkaatst. Hoe langer dat duurt, hoe dieper de zee daar is. Uit deze metingen bleek ook dat de zeebodem niet vlak is, maar net als het aardoppervlak hoge bergen en diepe afgronden (‘troggen’) heeft. 29
Plusleesboek M8
De diepzee
1 Er is een boot gezonken. Onderzoekers weten de precieze vindplaats (9 kilometer diep), maar kunnen er moeilijk bijkomen. Noem daarvoor twee redenen.
5 Hieronder staan vier eigenschappen. Leg per eigenschap uit waarom een diepzeevis die nodig heeft. Bioluminiscent: Klein: Aaseters:
2 Als het zo gevaarlijk en duur is om de zeebodem in kaart te brengen, hoe komen we dan aan dit soort kaarten?
Leuke leesboeken voor vrij lezen
RI AT
ITALIË
IS CH
E ZE E
GRIEKENLAND
Om kinderen met plezier te laten lezen is een gevarieerde boekencollectie nodig. Het is prettig om te werken met een klassenbibliotheek. Voor het bijhouden van uw bieb kunt u gratis gebruik maken van actuele boekenlijsten, deze zijn te downloaden op www.leesparade.nl
EL LA
ND SE
6 Dit is een driepootvis. Hij leeft in de diepzee. Kun je bedenken waarom hij zo genoemd wordt?
Athene
Sicilië MI DD
ZE E
Waarom is deze manier van wachten heel handig in de diepzee? 3 Noem drie verschillen tussen punt A en punt B. Leg elk verschil uit.
A
Bij punt B 7 Hieronder zie je een aantal plaatjes van zeedieren. Welke zullen leven in de fotische zone (1), welke in de schemerzone (2) en welke in de diepzee (3)?
Bij punt B Bij punt B 4 Ook vissers kunnen gebruikmaken van sonar, leg dat eens uit en teken het.
B
8 Stel je voor: jij mag in een diepzeeduikboot naar de bodem van de oceaan. Je kijkt uit het raam. Wat kun je onderweg allemaal zien terwijl je afdaalt? Maak hiervan een verslag. Zoek er ook plaatjes bij.
12
20 | Methodewijzer Leesparade
Enorme kaken: AD
Rome
Pluswerkboek M8
13
Samenleesboeken 4 De achtervolging
Opeens ziet Jonas een vrouw uit de supermarkt rennen,
Oom Simon kijkt naar de auto. ‘Wat een wegpiraat,’ mompelt hij. De remlichten van de auto vlammen rood op.
De man in de auto reageert niet. Met een vaart scheurt hij weg. Een moeder trekt haar dochtertje opzij.
naar de sportauto wijzen en iets roepen.
Al snel gaan ze weer uit en de auto trekt opnieuw op.
Het linkervoorspatbord van de sportauto knalt tegen een vuilnisbak.
De bestuurder rukt en draait verwoed aan het stuur.
Het groene gevaarte kantelt opzij, tegen de auto aan.
De achterbanden gieren over het asfalt van het parkeerterrein.
‘Halve gare,’ krijst de mevrouw met het kleine meisje.
Jonas en oom Simon kijken hoofdschuddend toe.
‘Waarom heb je zo’n haast?
Ook andere mensen zijn blijven staan.
Heb je soms iets gestolen?’
De sportauto laat grillige, zwarte bandensporen achter.
Jonas en oom Simon kijken elkaar verschrikt aan. Natuurlijk, dat is het! Die man is een boef!
Samenleesboeken zijn speciaal ontwikkeld voor tutorlezen en duolezen. In deze vorm van coöperatief leren lees je samen uit één boek, op twee niveaus. Uit onderzoek blijkt dat dit voor beide lezers zeer positief is voor de leesontwikkeling.
Overzicht Differentiatie en aanvullende materialen AVI M4 t/m E8 Per AVI-niveau:
18
19
Samenleesboek tutorlezen
Plusleesboek
1
Pluswerkboek
1
Plusantwoordenboek
1
Samenleesboeken
3 Ik moet geld verdienen!
‘Jij moet naar school.
De volgende ochtend is Baki al vroeg wakker.
‘Maar…’ begint Baki.
Hij is zelfs eerder wakker dan zijn zusje.
Hij maakt zijn zin niet af.
diverse
We hebben jouw uniform niet voor niks gekocht.’
Mijn vader heeft geen werk meer, denkt hij. Of heb ik dat vannacht gedroomd? Hij loopt naar de keuken achter in het huis. Bij het fornuis staat zijn moeder rijst te koken. Een lichte damp strijkt als een wolk langs haar hoofd. Met een houten lepel roert ze in de pan. Af en toe pikt ze er een slechte rijstkorrel of een steentje uit. ‘Goedemorgen, mama,’ wenst Baki. ‘Dag Baki, wat ben jij vroeg op vandaag,’ zegt zijn moeder verbaasd. ‘Ik kon niet meer slapen,’ antwoordt Baki. Zijn moeder veegt met haar mouw over haar gezicht. ‘Het is nu al heet,’ zegt ze. ‘Is papa naar zijn werk?’ vraagt Baki. ‘Ja, want hij wilde als eerste bij het hotel staan.’ ‘Ik heb jullie vannacht duidelijk horen praten,’ fluistert Baki, ‘en jij moest huilen, mama.’ Zijn moeder stopt met roeren en kijkt hem aan. ‘Dus je weet al dat papa werkloos wordt. Het is vreselijk, maar hij laat gelukkig de moed niet zakken. Vanmiddag gaat hij naar de haven. Misschien kan hij wat verdienen als sjouwer.’ ‘Ik ga daar ook werken!’ roept Baki. Zijn moeder schudt haar hoofd. Ze geeft hem een tikje met de lepel.
14
15
Samenleesboek duolezen
Methodewijzer Leesparade | 21
Leesparade Digitaal
Handige leerkrachtassistent voor het digibord Met de leerkrachtassistent voor het digibord hebt u altijd de juiste teksten, voorbeelden, opdrachten en uitwerkingen bij de hand op het juiste moment van de les. Het materiaal ondersteunt de instructie aan de leerlingen, deze wordt explicieter, concreter en interactiever. Alle onderdelen uit de handleiding zijn ook op het digibord weergegeven. Met de handige hulpmiddelen en toevoegingen worden de lessen van Leesparade nog leuker! Leerdoelen per les Als u werkt met de leerkrachtassistent, start u iedere les met ‘Wat gaan we leren’. Hierin zijn de leerkrachtdoelen uit de handleiding omgezet naar leerlingdoelen. Het samen bespreken van lesdoelen (volgens het directe instructiemodel) is erg effectief voor de leerontwikkeling.
Instructie via het digibord Met behulp van het digibord wordt uw instructie bij Leesparade concreter en interactiever. U maakt en bespreekt de opgaven die worden gebruikt bij de instructie in de handleiding concreet op het bord. Zo wordt uw instructie duidelijker en is er meer interactie.
Gratis downloads bij de methode Via de leerkrachtassistent kunt u handige aanvullingen downloaden bij Leesparade, zoals: groepsplannen, boekenlijsten, analyseformulieren, enz.
22 | Methodewijzer Leesparade
Woordenschat In Leesparade Digitaal is extra aandacht voor woordenschat door plaatjes, betekenis en voorbeeldzinnen.
Leespromotie In Leesparade Digitaal vindt u beeldmateriaal dat aansluit bij de leespromotielessen uit de handleiding. Daarnaast vindt u actuele leespromotielessen als aanvulling of alternatief op de lessen uit de handleiding. Bijvoorbeeld bij de Kinderboekenweek, of tijdens de Voorleesdagen.
Methodewijzer Leesparade | 23
Voorbeeldpagina’s Leesboek
Mijn neusgat
Jan de zeeman
Een gat in je neus is een neusgat. Een bel van zeep is een zeepbel. Een pad in het bos is een bospad. Een spel met een bal is een balspel. Maar een kat met een snor is geen snorkat.
Mijn naam is Jan, ik ben zeeman. Ik werk op een boot, op zee. Ik ben al heel lang zeeman. Het werk van een zeeman is zwaar. Vaak ben ik lang van huis weg. Weet je wat bij mijn werk hoort? Een visnet, een zakmes, en een kompas. Dat visnet zit vast aan mijn boot. Het zit vast met een touw. Ik heb ook een zakmes. Voor als er iets fout gaat. Zit er iets vast, dan maak ik het los. Dat doe ik met mijn zakmes. Soms vaar ik ver de zee op. De kust is dan niet meer te zien. Dan kijk ik op mijn kompas. Het kompas is mijn steun. Het wijst me waar ik naartoe moet. Zo kan ik altijd weer naar huis!
Een zak in een jas is een jaszak. Een pan op het dak is een dakpan. Een pak voor in bad is een badpak. Een kan voor de melk is een melkkan. Maar een tak met een blad is geen bladtak.
Een mes in je zak is een zakmes. Een roos die klimt is een klimroos. Een bes in het bos is een bosbes. Een doos voor de zeep is een zeepdoos. Maar een zes voor een les is geen leszes.
visnet
zakmes
kompas
6
7
Leesboek M4
De leesboeken bevatten een grote variatie aan leuke teksten; verhalen, gedichten, krantenartikelen, recepten en nog veel meer!
In de tekst komen de woorden voor die geoefend moeten worden. Dit is een voorbeeld van een tekst op AVI M4.
Handleiding
24 | Methodewijzer Leesparade
Leesboek
Werkboek
Ook aan de woordenschat wordt gewerkt.
Toetsboek
Logboek
Wat doet Pauw?
Gebak met peer
In de tuin van boer Bart woont Pauw. In die tuin staat ook een hok, daar woont Kip. Op een dag snauwt Kip:
Maak zelf gebak met peer. Hier lees je hoe dat moet. Begin bij het begin!
Wat moet een boer nou met een pauw? Ik leg een ei, maar wat doe jij?
1
Bekijk mijn staart maar eens. Heb je die goed gezien?
2 3
Wat kun je nou met een staart?
4 5
Kijk maar eens goed naar een veer. Die veer heeft een groot oog. En zie je de kleur van die veer? Blauw met groen en bruin.
6
7
Ja, dat zie ik wel. Maar wat heeft de boer daar nou aan? Met mijn staart versier ik de tuin. Dat is mijn werk hier.
8 9
Je begint met het deeg. Dat maak je zelf. Hoe dat moet, lees je op het pak. Als dat gelukt is, rol je het deeg uit. Leg het deeg in een bakvorm. Bewaar wel wat deeg voor op de taart. Zet de bakvorm met deeg in de koelkast. Pak dan een peer. Schil de peer en haal het klokhuis eruit. Snijd de peer klein. Als dat ook gelukt is, ga je door met nog een peer of drie. Pak de bakvorm met deeg uit de koelkast. Leg de peer op het deeg. Maak nu een sliert van de rest van het deeg. En versier de peer daarmee. Bak de taart tot hij gaar is. De geur is al fijn!
Dit heb je nodig: deeg uit een pak 4 peren een bakvorm een deegroller
O, bekijk je het zo. Goed dan. Ik leg een ei en jij versiert de tuin. 10
11
Leesboek M4
De verschillende teksten hebben ieder hun eigen lettertype. Zo leren kinderen alles lezen, een krant leest tenslotte anders dan een stripverhaal!
De grote diversiteit aan teksten maakt het lezen afwisselend en leuk. Onderzoek toont aan dat een breed aanbod sterk bijdraagt aan een goede leesontwikkeling.
Methodewijzer Leesparade | 25
Voorbeeldpagina’s Werkboek Aan zee
1 Zet een streep tussen de twee woorden: rug|zak
voetbal leesboek
‘Daar is de zee!’ roept Teun blij. Hij staat met oom op een hoog duin. ‘1...2...3... af!’ Daar gaan ze. Het duin af, omlaag naar de zee. ‘Hier is een plek,’ wijst oom. Hij legt zijn rugzak op het zand. Teun legt de voetbal erbij. Dan tilt oom hem op. ‘Kom mee, we gaan er snel in!’ ‘Nee! Help!’ roept Teun. ‘Het is ijskoud.’ Maar dat valt mee. Het smaakt wel heel zout. En… het is ook heel leuk. Oom duikt en maakt een koprol. Dan gaat oom naar de kant. Hij pakt zijn leesboek. En hij legt een zakdoek op zijn hoofd. Zo is het niet te warm. ‘Haal maar wat roomijs, Teun,’ zegt oom. Teun is dolblij. Wat is het fijn met oom aan zee!
2 Zoek de twee woorden. Zet een streep: rugzak rug|zak viskom potvis
zondag zitzak
zakdoek zeepbel
jaszak koprol
buurman maandag
3 Zoek in het verhaal woorden als rugzak. Zet een streep tussen de twee delen. 4 Welk woord past in de zin? Trek een lijn. De boot is van een • Het is vandaag • Er zit een schat in de • In het sop zit een •
• schatkist. • zeepbel. • zeeman. • maandag.
5 Welk woord past niet in de rij? Zet er een kring om. leuk - keur - zout - reus touw - beuk - fout - mouw
breuk - steun - stout - dreun stout - kous - steun - trouw
oost - best - durf - past werk - vork - kerk - balk
muts - pats - rits - bons rest - komt - rust - vest
2
3
Werkboek M4
De werkboeken bevatten teksten waarin kinderen mogen strepen en arceren. Door het gebruik van deze activerende didactiek kunnen ze de nieuwe woorden makkelijker onthouden.
De opdrachten in het werkboekje zijn onderdeel van de interactieve instructie.
Handleiding
26 | Methodewijzer Leesparade
Leesboek
Werkboek
De afbeeldingen in het werkboek visualiseren de woordenschatwoorden uit de oefeningen en teksten.
Toetsboek
Logboek
Lees de woorden: eerst goed, dan snel. voetbal zeeman dakpan viskom zeepbel koprol
1
feest oost tent hert dans kaft
2
maandag rugzak zakmes visnet zondag ooglap
1 Welk woord is goed? Zet daar een kring om. zwempak slaapzak balspel buurtbus bromvlieg schatkist
kist verf meest durf kerk mens
De zeeman vist met een viskom potvis visnet. Jos maakt op de mat een koprol rolmops oogbol. Oom bakt de vis in een dakpan handdoek bakpan. 2 Wat is waar? Zet een kruisje. 6
❒ Een dak op een pan is een dakpan. ❒ Een raam in een dak is een dakraam. ❒ Een boek dat leest is een leesboek. ❒ Een boek dat je leest is een leesboek.
balk pest vork rups paard koord
❒ Een spel met een bal is een balspel. ❒ Een voet met een bal is een voetbal. 3 Welk woord past in de zin? Vul dat in. zakmes - kompas Als er iets vast zit, pakt Jan zijn . Het wijst hem de weg op zee.
neus keus reus leuk Teun deuk
3
hout bouw zout touw fout mouw
beuk breuk stout steun oud dreun
4 Wat is waar? Zet een kruisje. 7
❒ ❒ ❒ ❒
Jan de zeeman heeft een bril. Jan is nog niet zo lang zeeman. Het visnet zit vast met een touw. Op zee kijkt Jan op zijn kompas.
4
5
Werkboek M4
De werkboeken bevatten woordrijtjes met woorden van het woordtype dat geoefend moet worden.
Er zijn oefeningen gericht op leestechniek en op leesbegrip.
De oefeningen voor begrijpend lezen horen bij de teksten uit het leesboekje.
Dit zijn de woorden van het 1 woordtype dat deze week centraal staat. Dit zijn de woorden van het 2 woordtype van vorige week. Deze worden nu verder ingeoefend. Dit zijn de woorden van het woordtype van 4 weken terug. 3 Deze worden nu nog verder ingeoefend op tempo; met racelezen.
Methodewijzer Leesparade | 27
Voorbeeldpagina’s Toetsboek en logboek Instaptoets blok 1
Instaptoets blok 1
Welk woord past bij het plaatje? Zet er een kring om.
Welk woord past in de zin? Zet er een kring om.
zitzak balspel viskom slaapzak
zwempak vanzelf visnet koprol
badjas maandag zakgeld vuurwerk
zeepsop boomhut zwembad rugzak
peer zeurt geur koor
veer deur boor beer
leer goor zeer voor
door meer weer teer
gebak bezoek vergeet vertelt
versier vergiet betaal belooft
bedien vergeef gemak bekeur
beloont verkoop verkeer bedoelt
tijger sleutel midden ridder
schoenen bobbel schommel kiezel
schatten spiegel boeven hijgen
reuzen lekker neuzen fluiten 1
1 2 3 4
Op het dak ligt een zitzak dakpan buurtbus. De boot is van een zeeman zondag zeepsop. Het is warm bij het zakgeld kampvuur mikpunt. In de zee zwemt een walvis badjas oogbol.
5 6 7 8
Hij gaat door de deur zeurt boor. Bas eet een keur door peer. Ik doe het wel tien teer neer keer. Het is vandaag fijn weer goor voor.
9 10 11 12
Mijn oom komt op bezoek beroep begin. Hij vertelt een verhaal versier verlies. Hij vergeeft verdient bedoelt veel geld. De man beloont bedient verkoopt zijn huis.
13 14 15 16
Ruim je bobbel rommel dubbel eens op! In het slot zit een kiezel tijger sleutel. Hij is een huis aan het scheppen bouwen fluiten. Mijn broer moet naar de dapper kapper takken.
2
Toetsboek 4
In de instaptoets wordt bij de start van het blok de voorkennis getoetst. Aan het eind van elk blok volgt een evaluatietoets.
De toetsen worden klassikaal afgenomen in de pauzeweken voor en na ieder blok. De toets duurt 10 minuten.
Handleiding
28 | Methodewijzer Leesparade
Leesboek
De woordentoetsen en zinnentoetsen zijn gelijk aan de toetsvormen van het Cito.
Werkboek
Toetsboek
Logboek
Mijn
mening over. . .
Titel:
Welke boeken heb je thuis?
Schrijver: Dit vind ik van het boek:
een boek dat ik las
Kleur die hokjes. Vul bij elk hokje dat je kleurt ook een titel (naam van een boek) in. Weet je het niet meer? Geeft niks. Je kunt straks thuis even spieken. Soort
❒ het is spannend
❒ het is grappig
Heb jij thuis ook boeken?
Lezen thuis
❒ het heeft mooie platen
❒ er staan dingen in die leuk zijn om te weten
Titel
❒ boeken met informatie: ❒ boeken om zelf te lezen: ❒ voorleesboeken: ❒ stripboeken: ❒ andere boeken:
❒ het is leuk om door te bladeren
❒ je krijgt er een blij gevoel van
❒ je droomt er helemaal bij weg
❒
Vertel eens. Wat was er leuk, of spannend, of grappig om te weten? Teken het maar.
4
Mijn lievelingsboek is: Vertel eens, waarom?
Wie leest jou wel eens voor? ❒ papa ❒ oma ❒ mama ❒ opa
❒ de oppas ❒ de juf
❒ iemand anders ❒ niemand
Mijn leukste (voorlees)boek heet: Ik luisterde ernaar/las het:
❒ thuis
❒ op school 5
Logboek 4
De bladzijden van het logboek kunnen door de kinderen worden ingevuld nadat ze besproken zijn in een leespromotieles. Ze doen dat bij een boek dat ze zelf gekozen hebben. Dat hoeft niet per se in dezelfde les te zijn. Ook keuzevrijheid is goed voor de motivatie!
Het logboek is een middel dat ingezet wordt om de leesmotivatie te verhogen. Naast goede instructie is leesmotivatie namelijk cruciaal om kinderen goed te laten leren lezen.
Methodewijzer Leesparade | 29
Voorbeeldpagina’s Handleiding les leestechniek
Blok 5 Toepassingsles Duidelijke lesdoelen voor technisch lezen, begrijpend lezen en woordenschat. Er staat altijd één begrijpend leesstrategie centraal. Zo raken kinderen stapsgewijs vertrouwd met alle strategieën van begrijpend lezen.
Lesinhoud • Instructie verkleinwoorden met je(s), tje(s) en pje(s) Basiswoorden: rupsje, boertje, wormpje • Herhaling drielettergrepige samenstellingen en woorden met ‘stomme e’ • Begrippen verkleinwoord, dubbelwoord, stomme e, voor- en achterstukje • Woordenschat de roedel, de vleeseter, het roofdier • Begrijpend lezen vragen stellen na het lezen
Les 2.5
Met de hele groep Gezamenlijk oefenen • Werkboek blz. 8
10
keuzeopdracht
Van goed naar snel gebruik de volgende leesvormen: Bovenste rij: koorlezen, bijvoorbeeld: iedereen – linker Bovenste rij helft klas – recht helft klas. Middelste rij: duolezen – daarna zelfstandig oefenen, ook in tempo. Onderste rij: even zelf oefenen – dan racelezen.
Leesboek blz. 8 en 9
Het mislukte feestje
Oefenen Laat woorden die nog lastig zijn onderstrepen en extra oefenen.
‘Wie heeft er zin in een feestje?’ vroeg pap. ‘Ik trakteer vandaag op frietjes en prik.’ In ganzenpas liepen we naar de frietkraam. Het was erg druk bij het kraampje.
De zelfstandig-werken groep
Er wordt zeer overzichtelijk op drie niveaus gedifferentieerd. De zelfstandig-werken groep bestaat uit de normlezers en de plusleerlingen die in plusboeken werken.
‘Vertel maar wat je lust,’ zei pap, ‘en ga dan maar daar op dat bankje zitten.’ We zaten lang te wachten in de zonneschijn. Onze buiken brulden van de honger. Eerst bracht pap de drankjes. Daarna kwam hij met worstjes en friet. ‘Hou jij mijn bakje even vast?’ vroeg hij aan mij. ‘Dan betaal ik vlug de frietboer.’
Zelfstandig werken 20 • Bibliotheekboek • Logboek • Plusboek en pluswerkboek Plusopdrachten De kinderen kiezen een hoofdstuk uit het plusboek en maken zelfstandig de bijbehorende opdrachten.
Daar zat ik met twee frietbakjes in mijn hand. Dat eet niet vlot, kan ik je zeggen. Pap stond lang te praten bij het kraampje. Hij kreeg een vuurrood hoofd. Met een bedrukt gezicht liep hij terug naar ons. ‘Lever het eten maar weer in,’ zei hij. ‘Ik heb niet genoeg geld bij me, ons feestje gaat niet door.’ Boos gaven we de frietjes en de drankjes terug.
Vrij lezen De kinderen mogen lezen in hun eigen leesboek of werken zelfstandig aan opdrachten in hun logboek.
De instructiegroep Verhaal lezen 10 • Leesboek blz. 8 Verhaal oefenen Laat het verhaal hardop voorlezen. Geef steeds een ander kind de beurt. De anderen lezen fl uisterend mee. Laat daarna het verhaal in duo’s lezen, om de beurt twee regels.
Een uitgebreide tiplijn door de gehele handleiding biedt extra informatie over leesonderwijs en didactiek.
8
Tip: Kinderen die het bij het koorlezen lastig vinden om het tempo bij te houden kunnen zachtjes meelezen in plaats van hardop.
Tip: Kijk regelmatig de klas in als u met het instructiegroepje aan het werk bent. Zijn de kinderen die zelfstandig aan het werk zijn taakgericht bezig? Beloon aan het einde van de les goed gedrag! Dit motiveert andere kinderen om zich ook zo te gedragen.
38 Handleiding E4
30 | Methodewijzer Leesparade
Dat werd die dag alweer brood met pindakaas! Maar even later hadden we toch plezier om die domme pap!
Materiaal • Leesboek blz. 8 en 9 • Werkboek blz. 8 en 9 • Bijwijskaartjes • Eventueel digitaal schoolbord
Een handig overzicht van de benodigde materialen zorgt voor een makkelijke voorbereiding.
De instructiegroep Verhaal lezen 10 • Leesboek blz. 9 • Werkboek blz. 9 Leesbegrip Dit is een informatieve tekst. Waar gaat de tekst over? Maak een woordweb op het bord en schrijf de wolf in het midden. Wat weten we al over de wolf? Schrijf dat in steekwoorden bij het woordweb.
De wolf
Verhaal oefenen Laat het verhaal lezen: zacht voor zichzelf. Daarna: in duo’s, elk een tekstvak.
De wolf is een echt roofdier. In een groep jaagt hij op grote en kleine dieren. Daarbij werken ze heel goed samen.
1 DE ROEDEL Wolven leven in groepen van soms wel dertig dieren. Die groep heet een roedel. Een mannetje en vrouwtje zijn samen de baas van de roedel. De rest moet doen wat de roedelbaas zegt. Een vrouwtje krijgt elk jaar jonge wolfjes: de welpjes.
Woordenschat Schenk aandacht aan de woorden de roedel, de vleeseter vleeseter en het roofdier. Maak gebruik van de vleeseter en het informatie uit de tekst en van de foto’s.
Iedere les wordt er gewerkt aan woordenschat, altijd vanuit een context.
Opdrachten maken Bespreek opdracht 3 en 4 op blz. 9 van het werkboek en laat deze zelfstandig maken. 2 VLEESETER Een wolf is een echte vleeseter: hij verslindt wilde knaagdieren, vogels en herten. Soms rooft een wolf een schaap van een boerderij. Als een wolf echt honger heeft, lust hij ook wel planten. Jagen doen wolven altijd met de hele roedel samen. Maar de roedelbaas mag altijd het eerst eten.
Met de hele groep Afsluiting 10 • Leesboek blz. 8 en 9 • Werkboek blz. 9 Nabespreking Om wat voor soort teksten gaat het? (verhaal en infomatieve tekst) Kun je het verschil zien? Als je de tekst van de wolf aan iemand voorlas, wat zou je dan daarna vragen? (Wat weet je nu van de wolf?) Bespreek daarna de antwoorden van opdracht 3 en 4 van het werkboek.
3 ZINTUIGEN
Wolven zijn altijd op hun hoede voor gevaar. Hun goede neus en oren helpen daarbij een handje. Bij het minste kuchje of luchtje vluchten ze meteen weg. De wolf is het bangst voor de mens. Mensen jaagden vroeger op wolven om hun schapen te beschermen. Maar nu is de wolf zelf een beschermd dier.
9
Woordenschat Laat de betekenis van de woorden in ganzenpas, een bedrukt gezicht en de roedel, de vleeseter en het roofdier uitleggen door een van de kinderen van de instructiegroep. Evaluatie Bespreek wat de kinderen hebben geleerd. Gebruik het begrip ‘verkleinwoord’. Woordspel Sluit de les af met het spel: ‘Wie ben ik?’ Kies een woord dat in deze les centraal staat, bijvoorbeeld rupsje of wolf. Noem steeds een eigenschap van het dier. Wie raadt het eerst wie u bedoelt?
Na deze les Zelfstandig lezen • Bibliotheekboek
15
Vrij lezen Laat de kinderen na de les nog ongeveer 15 minuten vrij lezen.
Les 3.1 Leestechniek zie blz. 40 - 41
39
Er wordt iedere dag 15 minuten zelfstandig gelezen (meer mag natuurlijk ook). Dit kan na de les, voor de les of tijdens een schoolbreed leeskwartier.
Methodewijzer Leesparade | 31
Voorbeeldpagina’s Handleiding les leespromotie
Blok 6 Leespromotie Dit zijn les 2 en 4 van week 3 uit blok 6. De lijn voor leespromotie is niet gekoppeld aan de lessen leestechniek. U kunt dus makkelijk schuiven met de lessen.
Hier staat het onderwerp van vandaag en de materialen die gebruikt worden.
Lesinhoud • Boeken met spannende verhalen • Zelfstandig lezen
Les 3.2
Materiaal • Boeken voor zelfstandig lezen: accent op spannende verhalen • Logboek • Eventueel digitaal schoolbord
Met de hele groep Introductie 8 • Boek met een spannend ‘speurverhaal’ • Logboek blz. 24 Spannende verhalen Lees en bekijk samen met de kinderen blz. 24 van het logboek. Bekijk de picto’s. In de bibliotheek hebben de boeken zo’n picto op de rug. Wijs op de boeken in de hoek rechtsboven op blz. 24. Weten de kinderen wat die loep en die schoenen betekenen? Met een loep zoek je naar sporen, soms zijn dat ook echt voetstappen. In zo’n ‘speurverhaal’ wordt gespeurd naar de oplossing van een raadsel. De hoofdpersoon zoekt bijvoorbeeld uit wie iets heeft gedaan of waar iets ligt verborgen. Zo zijn er ook verhalen waar je bij kunt griezelen en verhalen over een spannend avontuur. Avonturen beleef je vaak niet op één plaats, vandaar het kompas als picto.
Logboek blz. 24
Spannende verhalen Vind jij spannende verhalen ook zo leuk! Weet je hoe je ze kunt vinden in de bieb? Er staat vaak een plaatje op de rug. Hier zie je 3 picto’s. Schrijf eronder wat ze betekenen. Kies uit: griezelen - avontuur - speuren Zoek bij elk picto een boek. Lees het en schrijf op wat er zo spannend/griezelig was.
Lezen 15 • Leesboeken, waaronder spannende boeken • Logboek
Ik las
Zelfstandig lezen De kinderen lezen in hun zelfgekozen boek. Ik las
Afsluiting 7 • Logboek blz. 24 Ervaringen delen Kijk samen nog eens naar de picto’s op bladzijde 24 van het logboek. Zijn er kinderen die nu een van deze soorten verhalen aan het lezen zijn? Laat zo mogelijk achtereenvolgens een kind vertellen over een speurdersverhaal, een griezelverhaal en een avonturenverhaal. Laat ze ook het boek erbij tonen. Dan kunnen andere kinderen het boek op hun ‘verlanglijst’ zetten.
Ook bij de lessen leespromotie staan handige tips die uw leesonderwijs kunnen verrijken.
Les 3.3 Leestechniek zie blz. 70 - 71
152 Handleiding E4
32 | Methodewijzer Leesparade
Ik las
24
Tip: Spannende boekscènes zijn vaak zeer geschikt voor drama. Laat de kinderen eens in groepjes een spannende scène naspelen.
Blok 6 Leespromotie
Les 3.4
Lesinhoud • Spannend voorlezen • Zelfstandig lezen Materiaal • Boeken voor zelfstandig lezen: accent op spannende verhalen • Logboek • Eventueel digitaal schoolbord
Met de hele groep Introductie 10 • Spannend voorleesfragment • Logboek blz. 27 Spannend voorlezen Kies een spannend fragment uit een van de boeken van de boekencollectie van uw groep en lees dit zo spannend mogelijk voor. Bespreek vervolgens met de kinderen waarom het zo spannend klonk. Manieren om spannend voor te lezen zijn: stem donkerder maken, pauzes inlassen, herhalingen, emoties laten horen, spelen met hard en zacht, enz. Bekijk en lees samen blz. 27 van het logboek: alleen het gedicht! Kondig aan dat kinderen die dat leuk vinden het gedichtje van blz. 27 in de leestijd mogen afmaken en straks (spannend) voorlezen. Ze mogen dit keer dus meer leestijd gebruiken voor het logboek. Ze kunnen het hardop lezen eventueel in de laatste vijf minuten van de leestijd zachtjes (in tweetallen) oefenen. De rest van de bladzij bespreekt u een andere keer.
Logboek blz. 27
Spannend schrijven en tekenen Kun jij spannend schrijven en tekenen? Maak dit gedichtje maar eens af. En maak er een spannende tekening bij. spannende tekening
In een donkere, donkere straat staat een donker, donker huis. Achter het donkere, donkere huis ligt een donkere, donkere tuin. In die donkere, donkere tuin
Soms wordt een pagina uit het logboek besproken. Kinderen hoeven hier niet per se direct mee aan de slag te gaan. Dat mag ook op een later tijdstip. Ze mogen zelf kiezen, het gaat tenslotte om leesplezier!
Lezen 15 • Leesboeken, waaronder spannende boeken • Logboek Zelfstandig lezen De kinderen gaan een kwartiertje lezen of in hun logboek werken.
Verzin jij ook eens een spannend verhaal. Over wie gaat het? Hoe begint het?
Afsluiting 5 • Logboek blz. 27
Wat gebeurt er dan?
Spannend voorlezen Laat een paar kinderen het gedichtje van blz. 27 voorlezen. Begin met een heel goede lezer. Die kan dan een beetje als voorbeeld dienen. Geef zo mogelijk specifieke complimenten, bijvoorbeeld: ‘Goed dat je af en toe even stopte. Dat brengt spanning in het gedicht.’
Hoe loopt het af?
27
Tip: Van verschillende kinderboeken is een gesproken versie beschikbaar op cd. Luisterboeken zijn ook zeer geschikt voor zwakke lezers: zij kunnen meelezen terwijl ze luisteren naar de voorgelezen tekst.
Les 3.5 Leestechniek zie blz. 72 - 73
Tip: Voorlezen geeft een echt groepsgevoel. Iedereen leeft mee met het verhaal en dat schept een band. Begin bij een nieuw voorleesboek altijd met een oriëntatie op de kaft en de titel en bij een bekend voorleesboek met het terugkijken op wat vooraf ging. Zo komen de kinderen in de sfeer en krijgen ze de kans om in het verhaal te stappen.
153
Methodewijzer Leesparade | 33
Voorbeeldpagina’s Plusleesboek en pluswerkboek Bamboe
Lang, hard, stevig en… hol!
De meeste bamboe bloeit zelden. Er is een bamboesoort die zelfs maar één keer in de 150 jaar bloeit.
Bamboe
Bamboe groeit heel snel. Er bestaat zelfs een soort bamboe die per dag een meter groeit. Na een paar weken is hij uitgegroeid. Stel je eens voor dat jij zo hard zou groeien! De stengels van bamboe zijn heel hard. Dat komt door kiezelzuur. Dat zit ook in... kiezelstenen. Het kiezelzuur in bamboe is heel fijn over de plant verdeeld. Het maakt de stengel hard en stevig. Omdat bamboe hol is, weegt het niet veel. Ook in Nederland vind je bamboe. Soms groeit het in een tuin. Zo’n plant wordt niet heel hoog, omdat het in ons land te koud is.
Gras is heel gewoon. Je ziet het overal. Op het sportveld. In een weiland. Bij je huis. In de berm of in de duinen. Maar wist je dat er meer dan achtduizend soorten gras zijn? En dat ook rijst, suikerriet, tarwe en mais soorten gras zijn?
Bijzonder gras
In warme landen groeit een heel bijzonder soort gras. Het heet bamboe. De stengels zijn heel lang en vanbinnen zijn ze hol. Als je goed kijkt, zie je knobbels op elke stengel. We noemen ze knopen. Soms zitten die knopen op wel meer dan een halve meter uit elkaar. De bladeren groeien altijd uit een knoop. Ze zijn langwerpig van vorm, net als bij gewoon gras of riet. Uit een bamboeplant groeien meerdere stengels. Sommige soorten bamboe kunnen wel dertig meter hoog worden. Een grasveld van dertig meter hoog!? Daar kun je niet lekker op voetballen. En met een grasmaaier kom je er ook niet doorheen. Een bamboeveld lijkt meer op een bos, dan op een grasveld.
Een stoel van… gras
Van bamboe kun je van alles maken. Ook speelgoed. Een leuk poppenhuis bijvoorbeeld.
Je kunt niet op een stoel van pas gemaaid gras zitten. Maar er zijn wel stoelen van bamboe. Dan zit je dus toch op een stoel van gras. Wees maar niet bang. Je zakt er heus niet doorheen. Bamboe is immers heel sterk door het kiezelzuur!
40
41
Plusleesboek M5 opmaak plusboek M5.indd 40
De plusleesboeken bieden maar liefst 15 teksten per AVI-niveau over superinteressante wereldoriënterende onderwerpen. De teksten in de plusleesboeken zijn prachtig weergegeven met kleurige foto’s en illustraties. Met de plusboeken werken kinderen aan hun vaardigheden en kennis op het gebied van leestechniek, leesbegrip, woordenschat én wereldoriëntatie.
34 | Methodewijzer Leesparade
08-11-2013 11:06:30
opmaak plusboek M5.indd 41
08-11-2013 11:06:34
Inhoudsopgave Titel
Onderwerp
De zon ziet alles!
Sprookjes
Gevecht om een kasteel
Slot Loevestein
Als poppen konden spreken
Tau-tau poppen
16
Spiegels in je hoofd
Spiegel-gedrag
20
Een duurzaam huis
Duurzaam
24
Waddeneiland - wandeleiland
De Wadden
28
Mobiel Medisch Team
Hulpdiensten
32
Welk dier is kampioen?
Superdieren
36
Bijzonder gras
Bamboe
40
Een (te) gekke schilder
Vincent van Gogh
44
De ramp bij Pompeii
Pompeii
48
Allemaal hetzelfde, iedereen gelijk?
Schooluniform
52
Blijf van me af!
Planten vechten terug
56
De blauwe planeet
Oceanen
60
Het grootste knaagdier
De bever
Woordenschat
Pagina 8 12
64 68
7 opmaak plusboek M5.indd 7
08-11-2013 11:04:22
Bamboe
1 In het verhaal worden verschillende soorten gras genoemd. Hieronder zie je vier plaatjes. Schrijf daarbij om welk soort gras het gaat.
5 Op welk plaatje zal er geen bamboe in de stof zitten?
6 De reuzenpanda eet vooral bamboe. Toch hoort hij bij de roofdieren. Waarom?
2 Kijk naar het plaatje van Bas. Stel, Bas groeit net zo hard als de snelst groeiende bamboe. Hoe groot is hij dan morgen? Laat dat in een tekening zien.
❒ ❒ ❒ ❒
250 cm 200 cm 150 cm
7 De reuzenpanda heeft de sterkste tanden van alle zoogdieren. Waarom is dat handig?
100 cm
❒ ❒ ❒ ❒
50 cm 0
3 In Nederlandse tuinen wordt bamboe vaak niet zo erg hoog. Hoe komt dat? ❒ De tuinen zijn hier te klein. ❒ Het is hier niet warm genoeg.
De panda kan hard rennen. De panda eet wel bamboe, maar hij is toch familie van de beer. De panda jaagt ook veel op kleine dieren. Dat panda eet wel bamboe, maar hij houdt eigenlijk meer van vlees.
Om de bamboe te schillen. Omdat bamboe erg hard is. Omdat hij bamboe en ook vlees moet eten. Hij moet bijna de hele dag kauwen op die harde bamboe.
8 Waarom is bamboe geschikt om een panfluit van te maken? Noem twee dingen.
❒ De grond is vaak te nat. ❒ Niet alle soorten bamboe worden even hoog.
4 Bamboe is keihard. Leg eens uit hoe dat komt. 9 Teken op een apart blad eens zes dingen die van bamboe gemaakt worden. Schrijf bij elk tekeningetje wat het voorstelt en hoe je het gebruikt.
18
19
Pluswerkboek M5 opmaak pluswerkboek M5.indd 18
24-01-14 13:51
De vragen in de pluswerkboeken zijn gericht op leesbegrip. De beste lezers hebben namelijk geen extra verwerking nodig voor het oefenen van leestechniek, hun leesniveau gaat het snelst vooruit door zelfstandig leuke teksten te lezen. Door ze uit te dagen op het gebied van leesbegrip worden ze gevormd tot uitstekende begrijpend lezers.
opmaak pluswerkboek M5.indd 19
24-01-14 13:51
De vragen in de pluswerkboeken zijn pittig. Kinderen moeten de teksten écht begrijpen om de vragen te kunnen beantwoorden.
‘De plusleesboeken zijn niet gemakkelijk qua inhoud, maar zullen kinderen uitdagen en motiveren. Bijvoorbeeld het hoofdstukje over straling (zonnestorm) in Plusboek E8 is uitermate fascinerend en groots in zijn inzichten.’ Recensie Nederlandse Bibliotheek Dienst
Methodewijzer Leesparade | 35
Aansluitende materialen
Leuke leesboeken voor school- en klassenbieb Om kinderen met plezier te laten lezen is een gevarieerde boekencollectie nodig. Zo kan ieder kind een boek vinden dat bij zijn interesse past. Voor het up-to-date houden van uw school- en/of klassenbieb kunt u gratis gebruik maken van de boekenlijsten op www.leesparade.nl. Deze boekenlijsten worden ieder jaar geactualiseerd. Ze bevatten boeken van alle kinderboekenuitgevers. Er zijn leuke leesseries voor specifieke doelgroepen die een goede aanvulling kunnen zijn op uw school- en/of klassenbieb. Samenleesboeken Samenleesboeken zijn speciaal ontwikkeld voor tutorlezen en duolezen. In deze vorm van coöperatief leren lees je samen uit één boek, op twee niveaus. Uit onderzoek blijkt dat dit voor beide lezers zeer positief is voor de leesontwikkeling. Er zijn Samenleesboeken voor alle groepen, leeftijden en AVI-niveaus.
Vaag ziet hij de contouren. Het lijkt op een vissersboot, zo eentje
Proestend komt hij boven. ‘Mijn flipper zat klem.’
met een kajuit. Met zijn vrije hand betast hij het. Er zit geen glas
Hijgend zet hij zijn duikbril op zijn voorhoofd. ‘Ik voelde wel iets,
meer in het raam. Hij kan er zo door naar binnen duiken. In het
het is vast nog een stuk bot. Ik ga zo weer, als ik op adem ben.’
kleine kajuitje woelt hij met zijn hand door het zand dat er op de
‘Dan ga ik nu,’ zegt Wiet. Ze plonst het water in. Raffie geeft haar
grond ligt. Pff, benauwd, hij moet naar boven, of … wacht eens.
de duikbril. Wiet zet hem op, pakt de lamp uit Raffies handen en
Met zijn vingertoppen voelt hij iets, hij wil wat dichterbij zwemmen,
verdwijnt onder water.
maar dat lukt niet.
Weer blijft ze zo lang weg. Als ze eindelijk bovenkomt, kijkt ze heel
Zijn flipper blijft steken. Hij sjort en trekt en heeft al snel het gevoel
triomfantelijk. ‘Een mes en een flipper!’ Ze houdt de vondsten als
dat zijn borstkas zo ver opzwelt dat hij uit elkaar barst. Hij moet snel
een trofee in de lucht.
terug naar boven, maar hoe?
‘Echt? Laat eens zien,’ roept Evert. Hij neemt het mesje van Wiet aan
Wild rukt hij met zijn voet, de flipper laat niet los.
en inspecteert het van alle kanten. ‘Dit is geen gewoon mesje,’ zegt
Uit met dat ding. Met zijn hand grijpt hij het hielstuk vast en schuift
hij. Nee, het is een bijzonder mesje, dat zag Raffie meteen al.
in een krachtige beweging zijn voet eruit. Dan pakt hij het raamko-
‘Het is een geluksmesje,’ zegt hij zacht.
zijn van de kajuit, trekt zich erdoorheen en zwemt onwaarschijnlijk
Hij zegt niet dat hij het mesje wil houden voor zijn geluksverzame-
vlug omhoog.
ling. Hij heeft heel veel spulletjes die geluk brengen. Veel uit Afrika, maar ook uit Nederland. Evert lacht. ‘Geluksmesjes bestaan niet. Het is speciaal omdat het geen snijkant heeft, alleen een scherpe punt. Zou iemand in het
Spannend! Wie houdt er nou niet van spannende boeken? De verhalen uit de Spannend! serie sluiten perfect aan op de belevingswereld van lezers in groep 5 t/m 8. Het AVI-niveau is wat lager. In combinatie met meerdere plaatjes per pagina zijn de boeken nog makkelijker leesbaar en zijn ze zeer geschikt voor kinderen die qua leesniveau achterlopen op de rest van de groep.
haventje van Het Booze Wijf weten wat voor mes het is?’ Raffie was een beetje jaloers op Wiet. Wanneer voel jij je wel eens jaloers?
20
21
Samenleesboek
Inbreken Om drie uur ’s nachts glipt Daan uit bed. Vol verwachting zet hij de laptop aan. Wat duurt dat opstarten toch lang!
In plaats van één euro voor de drop, legt ze een twee euromuntstuk neer. Ze trekt Daan mee naar buiten en negeert de kassajuffrouw die hen naroept. Snel gaan ze naar huis, waar Daan inlogt op Meesterdief. Meesterdief Snel logt hij in op Meesterdief. Meesterdief Nu hij in het tweede level zit, zijn de opdrachten een stuk moeilijker. Vanavond gaat hij voor het eerst een klus doen met andere dieven: inbreken in een villa, samen met Jesse, Yamiro en Romy. De afgelopen dagen hebben ze op school elke vrije minuut aan de voorbereiding besteed. Er verschijnt een pop-up met de vraag: HEB JE KAUWGOM GESTOLEN? Daan typt JA en er verschijnt een nieuwe pop-up: WELKOM IN LEVEL 2. Het is gelukt, hij mag weer meedoen. Fleur zucht opgelucht en gaat vlug naar beneden. Ze wil Daan betrappen bij zijn volgende klus.
De hele klas speelt intussen Meesterdief. Meesterdief De meeste klasgenoten zijn dieven, maar er zijn ook een heleboel bewakers! Fleur is de fanatiekste. Ze had wel door dat hij iets bekokstoofde en hield hem steeds in de gaten.
24
Spannend!
36 | Methodewijzer Leesparade
25
Skoop Skoop is een serie informatieve boeken. Vooral voor jongens en meiden uit groep 5 t/m 8 die niet zo van lezen houden, zijn ze zeer geschikt. Door prachtige foto’s en interessante onderwerpen blijven ze geboeid. Er staat niet te veel tekst op één pagina en moeilijke woorden worden uitgelegd.
Jippie De Jippie boekjes zijn leuk voor alle kinderen die nog wat extra moeten oefenen met lezen in groep 3 en 4. De leesboeken bevatten een doorlopend verhaal, dat steeds per twee hoofdstukken iets moeilijker wordt. De verhalen zijn spannend, grappig en gewoon erg leuk om te lezen.
Skoop
5 tes koopt een kat dag joop, zegt tes. ik wil een kat. kom maar mee, zegt joop. tes loopt met joop mee. daar zit een kat. en daar nog een. en nog een. een heel hok vol.
12
tes loopt naar het hok. dik, dun, wit of veel haar. weet tes het al? tes pakt een kat op. de kat likt haar. dit is hem! zegt tes. joop pakt een bak. de kat gaat er in. joop geeft de bak aan tes. met de bak loopt tes naar mam. mam, dit is de kat!
13
Jippie
Methodewijzer Leesparade | 37
Service en informatie
Volledige ondersteuning voor gebruikers Kies u voor Leesparade? Dan kunt u rekenen op volledige ondersteuning gedurende de tijd dat u de methode gebruikt. Dat start direct met implementatie door erkende scholingspartners van Delubas. Daarnaast kunt u te allen tijde gebruik maken van gratis downloads, uitbreidingen, gebruikersnieuwsbrief en volledige ondersteuning via onze klantenservice. Invoerbegeleiding door erkende scholingspartners Als school hebt u veel baat bij een goede implementatie van een nieuwe methode. De erkende scholingspartners hebben specifieke scholing over Leesparade gevolgd bij Delubas en bieden zo een hoge kwaliteit. Een overzicht van erkende scholingspartners vindt u op www.leesparade.nl
Gratis materialen via methodesite Op de methodesite www.leesparade.nl vindt u handige gratis downloads en andere aanvullingen bij de methode.
Gebruikers Nieuwsbrief Via onze gratis nieuwsbrief houden we u op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen, downloads en gratis uitbreidingen. U kunt zich aanmelden via http://www.delubas.nl/Aanmelden-nieuwsbrief
Klantenservice voor gebruikers Vragen over de methode of uit de praktijk kunt u stellen aan onze klantenservice. Inhoudelijke vragen worden beantwoord door onze leesspecialisten. De klantenservice is te bereiken via
[email protected] of telefonisch via (0416) 380 482.
38 | Methodewijzer Leesparade
Zichtzending Leesparade Vraag gratis een zichtzending aan van Leesparade op www.leesparade.nl. Met materialen voor groep 4 t/m 8 krijgt u een duidelijk beeld van Leesparade, en kunt u de lesmaterialen vrijblijvend op school uitproberen.
Methodepresentatie op school Een nieuwe methode bekijken kost veel tijd en energie. Een methodepresentatie kan u een flinke tijdwinst opleveren. Neem voor een afspraak contact op met onze klantenservice: (0416) 380 482.
Digitale inkijkexemplaren Alle materialen van Leesparade zijn ook digitaal te bekijken, via digitale inkijkexemplaren op www.leesparade.nl Achtergrondinformatie, begeleiding, referentiescholen en informatie over invoerbegeleiding vindt u ook op deze website.
Bestellen en prijzen Voor meer informatie over prijzen en bestellingen kunt u contact opnemen met uw schoolleverancier of met de klantenservice van Delubas: telefoon: (0416) 380 482 e-mail:
[email protected] Uitgeverij Delubas Thomas Edisonweg 27 5151 DH Drunen
Methodewijzer Leesparade | 37
De meest efficiënte leesmethode Met Leesparade werkt u aan technisch lezen, begrijpend lezen, woordenschat én leespromotie. Heel efficiënt, want je bereikt meer in dezelfde tijd!
Passend onderwijs Met Leesparade krijgen kinderen écht les op hun eigen niveau. Zo draagt u bij aan passend onderwijs.
Gebruiksvriendelijk Leesparade is zeer gebruiksvriendelijk. De handleidingen zijn overzichtelijk opgebouwd en de handige leerkrachtassistent maakt het gebruik nog gemakkelijker.
Leesplezier Goed lezen leer je vooral door veel te lezen, uit leuke leesboeken! Leesparade is de enige methode met speciale lessen gericht op leesplezier en leesmotivatie. Zo blijft lezen leuk én blijven kinderen lezen!
Perfecte aansluiting op de methode in groep 3 Leesparade sluit perfect aan op de methodes voor aanvankelijk lezen in groep 3. Begin groep 4 worden leesmoeilijkheden uit groep 3 herhaald. Daarnaast worden in groep 3 woordenschat, technisch- en begrijpend lezen ook vrijwel altijd geïntegreerd aangeboden. Leesparade gaat op deze manier verder.
www.delubas.nl