Begrijpend en studerend lezen
Groep 7 Proeflessen Basisboek groep 7
Inleiding
Beste leerkracht, Maak kennis met Overal tekst!, onze nieuwe methode voor begrijpend en studerend lezen! In deze map treft u proeflessen aan uit deze methode. Het bevat een aantal voorbeeldpagina’s, een pictogrammenlijst en een woordenlijst. Hiermee kunt u meteen aan de slag en krijgt u een representatief beeld van Overal tekst! Startpagina teksten Wilt u ook de bijbehorende teksten van de startpagina’s gebruiken met de proefles? Op www.overaltekst.nl krijgt u via ‘Voorbeelden’ toegang tot de Startpagina’s. De proeflessen bestaan uit lessen uit het leerlingmateriaal. U kunt deze lessen voor uw leerlingen kopiëren. Voor het bijbehorende leerkrachtmateriaal (Handleiding, Groepsmap, Kopieerbladen) verwijzen wij u graag naar de zichtzending Overal tekst! Wilt u na het doornemen van deze proeflessen meer informatie over Overal tekst!, neemt u dan contact met ons op. Wij helpen u graag met het maken van een goede keuze. Kijk voor meer informatie op onze website www.overaltekst.nl. Met vriendelijke groet, ThiemeMeulenhoff Team Basisonderwijs T (088) 800 20 17 I www.thiememeulenhoff.nl E
[email protected]
Blok 2
basisles 1
Wat ga je doen? Je herhaalt wat je hebt geleerd in blok 2 van groep 6.
Kan ik al naar het volgende level?
Wat kun je al? Weet je het nog? Onderzoek de tekst Een tekst bestaat uit tekstblokjes (alinea’s). De belangrijkste zin in een alinea is de kernzin. Een belangrijk woord in een alinea noem je een kernwoord. Vind de betekenis De betekenis van een moeilijk woord kun je soms vinden door naar een illustratie, het woord of de zin zelf te kijken. Lees anders de zin ervoor of erna. Daarin kan: - het woord worden uitgelegd; - een ander woord staan dat precies hetzelfde betekent; - een ander woord staan dat het tegenovergestelde betekent. Doe altijd de controleproef. Vul de betekenis in op de plaats van het moeilijke woord. Herken waar het woord naar verwijst Verwijswoorden verwijzen naar andere woorden. Enkele verwijswoorden zijn: ik, jij, hij, wij, jullie, mijn, ons, hun, deze, die, dit, dat. Verwijswoorden kunnen naar één ander woord, een groepje woorden of een (stukje van een) zin verwijzen. Doe de controleproef: vul op de plaats van het verwijswoord het woord of de woorden in waarnaar verwezen wordt. Zie de volgorde in de tijd In sommige teksten zit een tijdsvolgorde: een volgorde waarin je iets moet doen of een volgorde waarin dingen gebeuren. Signaalwoorden voor de tijdsvolgorde zijn bijvoorbeeld: om te beginnen, daarna, ten slotte, ten eerste, na een poosje, vervolgens, kort daarop, ... uur later.
28
9006613339_bw.indd 28
Zie het probleem en de oplossing In teksten met het verband probleem-oplossing wordt verteld over een probleem. En er worden soms één of meer oplossingen gegeven. Signaalwoorden voor het verband probleem-oplossing zijn bijvoorbeeld: kwestie, geval, moeilijkheid, antwoord, een goede vondst, maatregelen, tip.
04-01-10 13:38
Nu jullie! Bekijk en lees de tekst en speel het spel op de volgende bladzijde.
Een reis in de tijd 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Ben jij een liefhebber van treinen? En wil je graag weten hoe de mensen vroeger per spoor reisden? Ga dan naar het Spoorwegmuseum in Utrecht. Het Spoorwegmuseum staat aan de Maliebaan. Hier werd in 1874 een prachtig station gebouwd. Het werd gebruikt als station tot 1939. Daarna werd het alleen nog voor het goederenvervoer gebruikt. In 1954 vestigde het Spoorwegmuseum zich in dit gebouw. In 2004 werd het gebouw in oude luister hersteld. In dit mooi opgeknapte en in oude staat teruggebrachte station kom je binnen in een rijk beschilderde vestibule. Naast deze hal is een wachtkamer eerste en tweede klasse en een luxe eetzaal. In het museum zie je veel oude treinen. Bijvoorbeeld de Arend. Dat was de eerste trein die in 1839 van Amsterdam naar Haarlem reed. De Arend was een stoomtrein. De stoom werd gemaakt door vette steenkool te verbranden. Het probleem was dat hierbij een heel ongezonde, zwarte damp in de lucht kwam. De regering maakte daarom algauw een ander soort steenkool verplicht: de cokes. De damp die hierbij vrijkwam, was al een stuk minder ongezond. In het Spoorwegmuseum kun je niet alleen kijken, maar ook van alles doen en beleven. Kortom: het is dé plek voor een leuk dagje uit.
29
9006613339_bw.indd 29
04-01-10 13:38
Blok 2
basisles 1
Speel het spel. - Werkschrift blz. 21-22 - Maatschrift blz. 26-27
Samen het spel spelen start
Nodig: • voor elke speler een fiche • 1 dobbelsteen = beurt overslaan = drie plaatsen terug = drie plaatsen vooruit = maak een vraag
30
9006613339_bw.indd 30
04-01-10 13:39
finish
Zelf op onderzoek uit
Werkschrift blz. 23-24 / Maatschrift blz. 28-29
Gebruik wat je al weet in de brugles! Ontdek dat de leesmanieren van blok 2 je helpen bij het beantwoorden van de vragen.
9006613339_bw.indd 31
31
04-01-10 13:40
Blok 2
basisles 2
Wat leer je? Je leert meer over de opbouw in verschillende tekstsoorten.
Zo veel informatieve teksten en toch één opbouw!
Onderzoek de tekst Inleiding, kern en slot in verschillende tekstsoorten tekstsoort
In de inleiding ...
In de kern ...
In het slot ...
verhalende tekst
lees je over wie of wat het verhaal gaat en/of over waar en/of wanneer het verhaal zich afspeelt.
lees je over de avonturen of de problemen van de hoofdpersoon.
lees je hoe het verhaal eindigt.
informatieve tekst
staat het onderwerp.
lees je meer over het onderwerp.
lees je een samenvatting of een conclusie.
instructietekst
staat het onderwerp en wat je nodig hebt.
staat welke stappen je moet doen om iets te maken of te bereiken.
wordt verteld wat het resultaat is.
reclametekst
lees je over iets wat te koop is.
lees je over een (nieuw) product.
word je aangemoedigd het product te kopen.
meningtekst
staat het onderwerp waarover vertelt de schrijver zijn de schrijver een mening mening en geeft hij heeft. argumenten.
geeft de schrijver zijn eindmening of een conclusie.
Voorbeelden en opsommingen In een tekst staat soms een voorbeeld of een opsomming. Dit is meestal in de kern.
32
9006613339_bw.indd 32
signaalwoorden voor een voorbeeld
signaalwoorden voor een opsomming
bijvoorbeeld, kijk naar, neem, denk aan
allereerst, ten eerste, ten tweede, ten derde
Soms staat een opsomming in een kader. Wat opgesomd wordt, staat dan onder elkaar. Of je ziet een rij met –, *, • of ■. Dat zijn opsommingstekens.
04-01-10 13:40
Samen oefenen Lees de tekst. • Wat is de tekstsoort? • Herken je de opbouw?
het beheer
het toezicht
educatief
Allemaal boswachters Wat doet een boswachter eigenlijk? Er zijn verschillende soorten boswachters, die allemaal andere taken hebben. Zo zijn er bijvoorbeeld: • terreinmedewerkers. Dat zijn boswachters die met beheer van de natuur en het bos bezig zijn. Zij repareren dingen die kapot zijn. Zoals bankjes of hekken. Ook zorgen zij ervoor dat de wandelpaden goed blijven. En ze helpen mee met het omzagen van bomen, het maaien van gras en nog veel meer. • toezichthouders. Dit zijn boswachters die in de gaten houden of er niets vernield wordt. Zij houden toezicht op de natuur. • opzichters. Dat zijn boswachters die de leiding hebben over de toezichthouders en de terreinmedewerkers. De opzichter is dus hun baas. • educatieve boswachters. Deze boswachters verzorgen vooral wandelingen. Onderweg vertellen ze heel veel over de natuur om je heen. Dus kom jij een boswachter in het bos tegen? Dan kun je hem of haar vragen welke taken hij of zij precies in het bos heeft. Naar: www.kas-en-roos.nl.
9006613339_bw.indd 33
33
04-01-10 13:40
Blok 2
basisles 2
Ga nu naar je schrift: - Werkschrift blz. 25 - Maatschrift blz. 30-31
Nu jij! >>
Vegetariër
Hoi, ik ben Anne en ik ben vegetariër. Ik vind dat iedereen vegetarisch zou moeten eten. Hieronder leg ik uit waarom. Wat is een vegetariër? Mensen die geen vlees en vis eten, noem je vegetariërs. Vegetariërs eten wel plantaardige producten. Bijvoorbeeld aardappelen, groenten, fruit, noten, graan, zaden en kruiden. Hun naam komt daar ook vandaan: vegetatie betekent plantengroei.
het milieu produceren
het hormoon
Waarom vegetariër? Ik vind dat je niets moet eten waarvoor je een dier moet doodmaken. Ik word er eigenlijk al misselijk van als ik eraan denk. Bovendien worden dieren vaak met veel soortgenoten opgesloten in piepkleine hokjes. Daarin zitten ze te wachten tot ze worden geslacht. Zo’n leven gun je een dier toch niet! Te veel dieren houden is ook nog eens slecht voor het milieu. Dieren produceren mest. Die mest komt in het grondwater terecht en de gassen komen in de lucht. Lekker fris, maar niet heus! Ook heb ik gehoord dat het heel ongezond is om vlees te eten. Veel boeren spuiten namelijk hormonen in hun dieren. Dan groeien ze sneller en kunnen ze eerder naar de slacht. Nou, die hormonen in mijn lijf, dat hoeft voor mij niet. Kortom: vegetarisch eten is beter voor het milieu, beter voor de dieren en beter voor jezelf! Word daarom ook vegetariër!
34
9006613339_bw.indd 34
04-01-10 13:40
NGJ NGJ, National Geographic Junior, neemt je mee op reis. Ontdek verre landen, bijzondere dieren en ongewone gebeurtenissen. Lees alles over de natuur, de wonderen van de techniek en over hoe je moet overleven in een oerwoud. Met NGJ ontdek je de wereld om je heen. Is dat voor jou nog niet genoeg? Ga dan verder met je ontdekkingsreis op de website. De nieuwste spellen, onderzoeken, tips en verhalen vind je op www.ngjunior.nl. de abonnee
Ga op ontdekkingsreis met NGJ. Word nu abonnee. Vul de bon in of ga naar www.ngjunior.nl. Vragen? Bel onze afdeling Klantenservice: 073 628 8711. Stuur op, die gratis NGJ-ansichtkaart!
Zelf op onderzoek uit
NGJ
Werkschrift blz. 26-27 / Maatschrift blz. 31-33
Teksten hebben vaak een opbouw met een inleiding, kern en slot. De inhoud van de inleiding, de kern en het slot verschilt per tekstsoort. Zie jij deze opbouw in de tekstsoorten in de brugles? En zie je ook een opsomming of een voorbeeld?
9006613339_bw.indd 35
35
04-01-10 13:40
Blok 2
basisles 3
Wat leer je? • Je leert de betekenis van een moeilijk woord in een woordenboek opzoeken. • Je leert nieuwe verwijswoorden.
Welke betekenis moet ik nou kiezen?
Vind de betekenis Soms vind je de betekenis van een moeilijk woord niet in het woord, de illustratie, de zin(nen) of in de tekst zelf. Pak dan het woordenboek! Bovenaan staat het eerste en laatste woord van die bladzijde(n). Zo kun je het woord dat jij zoekt, snel vinden. Kies de betekenis die in de tekst past. Doe de controleproef! Het was een barre reis. barre → in woordenboekvorm bar. Betekenis: heel erg. Controleproef: Het was een heel erge reis.
ban – barbecue 1 bar [de; bars] – soort toonbank in een café, een hotel enz. waaraan je wat kunt drinken: we zaten op een kruk aan de bar. 2 bar [bijvoeglijk naamwoord] – heel erg: een bar vervelend boek; bar slecht weer – heel slecht: je rapport is weer bar. Bron: Prisma Basiswoordenboek Nederlands.
Herken waar het woord naar verwijst Soms zie je verwijswoorden als: daarin, hiervan, erop, waarnaar. Bij de controleproef kun je het eerste deel van het woord vaak vervangen door waar het naar verwijst. Voorbeelden • Aan de Maaslaan staat een groot wit huis. Daar woont oma Stien in. → Controleproef: In het grote witte huis woont oma Stien.
• Mike is niet op school. Wat vind jij hiervan?
→ Controleproef: Wat vind jij ervan dat Mike niet op school is?
Soms verwijst het verwijswoord vóóruit. Voorbeelden • Ik verheugde me erop dat jullie zouden komen. • Het is erg vervelend dat we niet kunnen komen.
Soms verwijst een verwijswoord naar de lezer of naar iemand in het algemeen. Voorbeeld Hier lees je hoe je een appeltaart moet maken.
36
9006613339_bw.indd 36
04-01-10 13:40
Samen oefenen Lees de tekst. • Hoe vind je de betekenis van de moeilijke woorden? • Welke verwijswoorden herken je en waar verwijzen ze naar?
Maak een minituintje Dit heb je nodig: een potdeksel, een papieren zakdoekje, zaadjes, een gieter Dit moet je doen: Neem een schoon potdeksel. Leg er een vochtig papieren zakdoekje in. Strooi de zaadjes erop. Gebruik zaadjes van mosterd en sterrenkers. Leg alleen zaadjes op de plekken waar je plantjes wilt hebben. Dek ze af. Houd het zakdoekje vochtig. Kijk er elke dag even in. Als je kleine uitlopers ziet, haal je de bedekking eraf. Laat ze groeien. Als je je minituintje drie keer per week water geeft, blijft zo’n tuintje langer mooi. Naar: Jane Bull, Het grote tuintjesboek, 50 leuke tuinen om zelf te maken.
Wat groeit er in je minituintje? Zaadjes van mosterd en sterrenkers zijn het beste. Ze groeien heel snel en komen altijd op , als je ze maar vochtig houdt. Je kunt zelfs wa t blaadjes op je boterham doen!
37
9006613339_bw.indd 37
04-01-10 13:40
Blok 2
basisles 3
Ga nu naar je schrift: - Werkschrift blz. 28 - Maatschrift blz. 34-35
Nu jij! De droom van Lena Lijstje Wat voorafging Lena Lijstje loopt samen met haar vader in het park. Lena Lijstje bedenkt dat ze samen wel kunnen gaan boompje klimmen. Dat is echt een goed idee. Daarin was haar vader toch kampioen? Hijgend trekt mijn vader zich op. Nu zit hij net zo hoog als ik, maar aan de andere kant van de boomstam. ‘Nou, wat zeg je me daarvan?’ Ik kan zijn gezicht maar net onderscheiden in het licht van de straatlantaarn, die een stukje verderop staat. Hij grijnst triomfantelijk. ‘Zie je wel dat ik geen opschepper ben!’ ‘Tjonge! Dat had ik niet van je gedacht, pap!’ zeg ik vol bewondering. ‘Tarzan is er niks bij!’ We zitten bijna in de top van de boom. Ik houd me stevig vast en ik hoop dat papa dat ook doet. ‘Ha! Ik wed dat niet veel kerels van mijn leeftijd me dit nadoen!’ ‘Van jouw leeftijd? Vind je jezelf dan oud?’ Papa knikt en trekt een gek gezicht. ‘Ik ben hartstikke middelbaar. Een midlifecrisis, zei je moeder. Nou, volgens mij heeft ze die zelf.’ ‘Wat is een midlifecrisis?’ Naar: Francine Oomen, De droom van Lena Lijstje.
38
9006613339_bw.indd 38
04-01-10 13:40
Strak in het pak Hoe herken je een astronaut? Aan zijn grote witte pak! Dit pak beschermt de ruimtevaarders tegen het zware verblijf in de ruimte. Het pak heeft een onderpak en een drukpak. In het onderpak zit een koeling met water. Daarover zit het drukpak. Dat pak beschermt tegen druk en straling. De astronaut draagt ook een rugzak. In die rugzak zit een apparaat om adem te kunnen halen en koelwater. In de helm van een astronaut zit een koptelefoon en een microfoon. En op het pak zit een knop voor het volume. Dan heb je geen last van andere astronauten die in je oor schreeuwen! Het is moeilijk om te blijven staan in de ruimte. Dat komt doordat er geen zwaartekracht is. Daarom hebben de ruimtevaarders schoenen met zuignappen. Ruimtevaarders sporten een paar uur per dag. Dat moet, want doordat er geen zwaartekracht is, krimpen hun spieren. Als ze terug op aarde zijn, krijgen de astronauten het zwaar. Daar moeten ze weer wennen aan de zwaartekracht ... Naar: www.zozitdat.nl.
Zelf op onderzoek uit
Werkschrift blz. 29-30 / Maatschrift blz. 35-37
In de brugles lees je ook teksten met moeilijke woorden en verwijswoorden. Kun jij de betekenis van moeilijke woorden vinden? En zie jij waar de verwijswoorden naar verwijzen?
9006613339_bw.indd 39
39
04-01-10 13:40
Blok 2
basisles 4
Wat leer je? • Je leert meer over de tijdsvolgorde in verschillende tekstsoorten. • Je leert het verband probleem-oplossing herkennen, met en zonder signaalwoorden.
In deze tekst staan veel problemen, maar wat is de oplossing?
Zie de volgorde in de tijd tekstsoort
Hoe komt de tijdsvolgorde voor?
verhalende tekst
In de tekst spelen gebeurtenissen zich af in een bepaalde tijdsvolgorde. Soms staan er geen signaalwoorden bij. Dan gebeuren er dingen in dezelfde volgorde als je ze leest.
informatieve tekst
Je herkent de tijdsvolgorde aan data, jaartallen of aan signaalwoorden, zoals aanvankelijk, allereerst, uiteindelijk, tot besluit.
instructietekst
Je leest in welke volgorde je de stappen moet doen. De volgorde wordt soms ook aangegeven door genummerde stappen, streepjes (–) of bolletjes (•).
reclametekst
In een reclametekst staat niet zo vaak een tijdsvolgorde.
meningtekst
In een meningtekst staat niet zo vaak een tijdsvolgorde.
Zie het probleem en de oplossing Soms komen in een tekst problemen en oplossingen voor. Er zijn vijf mogelijkheden: • een probleem zonder oplossing • één probleem en één oplossing • één probleem en meerdere oplossingen
• meerdere problemen en één oplossing • meerdere problemen en meerdere oplossingen
Je kent al veel signaalwoorden voor probleem en oplossing: vervelend, naar, probleem, oplossing, goed idee, helpen. Maar er zijn er nog meer, zoals dilemma, knelpunt of een mogelijkheid is. Soms staat er géén signaalwoord bij het verband probleem-oplossing. Kijk maar naar het voorbeeld. Mijn fiets is stuk. Ik kan niet op de fiets naar school. Ik ga lopend naar school.
probleem: Je kunt niet op de fiets naar school. oplossing: lopend naar school
40
9006613339_bw.indd 40
04-01-10 13:40
Samen oefenen Lees de tekst. • Zie je signaalwoorden voor de tijdsvolgorde? • Zie je het verband probleem-oplossing?
De geschiedenis van ons kleinste kamertje Wist jij dat de moderne wc nog helemaal niet zo lang bestaat?
In de middeleeuwen hadden de kasteelheren een apart kamertje waarin ze hun behoefte deden. Dit kamertje was gebouwd boven de slotgracht. Daar kwam alle poep en plas in terecht. Erg fris was dit niet, want het water uit de slotgracht werd soms ook als drinkwater gebruikt. Gewone mensen deden hun behoefte op straat of op een mesthoop. Vanaf ongeveer 1450 gingen deftige mensen een kakstoel gebruiken. Deze stond vaak gewoon in de kamer. Mensen schaamden zich er niet voor erop te gaan zitten als er bezoek kwam. Zo ontving koning Lodewijk XIV gewoon mensen als hij op zijn Koninklijke Kakstoel zat. Gewone mensen gebruikten in die tijd een poepdoos: een plank met een gat erin en eronder een put.
de riolering
In de achttiende eeuw begonnen mensen in Engeland met het aanleggen van waterleidingen en rioleringen. Daardoor werd het mogelijk om wc's met een waterspoeling te bouwen. Zo werden de eerste moderne wc's gebouwd. In ons land gebruikten we in die tijd nog wisseltonnen. Het vuil werd in tonnen opgehaald en er werd een lege ton teruggezet. Pas in de twintigste eeuw werden in Nederland moderne wc’s gebruikt die werden aangesloten op een riolering. Bij een moderne wc spoel je door met water. Naar: www.euronet.nl.
41
9006613339_bw.indd 41
20-01-10 21:50
Blok 2
basisles 4
Ga nu naar je schrift: - Werkschrift blz. 31 - Maatschrift blz. 38-39
officieel
Nu jij! Talula Talula Doet De Hoela Van Hawaï. Wie doet wat en waar? Nee, niemand doet ergens iets. Huh, waar gaat dit dan over? Nou, Talula Doet de Hula Van Hawaï is een negenjarig meisje dat op het bloemeneiland Hawaï woont. Je gelooft het misschien niet meteen, maar Talula Does The Hula from Hawaï (in het Nederlands dus: Talula Doet De Hoela Van Hawaï) is de officiële naam van het meisje. Zelf is ze daar niet zo blij mee. Ze durft haar naam tegen niemand te zeggen, omdat ze bang is om gepest te worden.
uiten
Bushokje is de naam
het kroost
Talula is niet de enige op het bloemeneiland met een vreemde naam. Zo loopt er een tweeling rond die Fish en Chips (Vis en Patat) is genoemd en bestaat er een kind met de naam Number 16 Bus Shelter (Bushokje bij Lijn 16).
Van geweld tot geluk De rechter heeft nu besloten dat het zo niet langer kan. Hij besloot niet alleen dat Talula’s ouders een andere naam voor haar moeten zoeken, maar uitte ook zijn bezorgdheid over namen als Violence (Geweld) en Keenan Got Lucky (Keenan Had Geluk). Volgens de rechter is het duidelijk dat ouders hun kinderen belachelijk maken met zulke namen en het leven erg moeilijk maken voor hun kroost.
Naar: Kidsweek, augustus 2008.
42
9006613339_bw.indd 42
04-01-10 13:41
Zo stom Zo stom, het begon met die rotknoop in mijn veter en toen mijn rits, zat vast wou niet meer naar beneden bijna in mijn broek geplast Liep onderweg ook nog de ketting van mijn fiets, het hele end me rot gerend maar helemaal voor niets Zo stom, vroeg juf waarom ik te laat gekomen was, geloof maar niet dat ze dát geloven zou, dus loog ik maar dat ’k me verslapen had mocht ik van haar zomaar gaan zitten, zonder straf kreeg zelfs een complimentje omdat ik zo eerlijk antwoord gaf Zo stom Bron: Jan ’t Lam, Zo stom.
Zelf op onderzoek uit
Werkschrift blz. 32-33 / Maatschrift blz. 39-41
In de brugles lees je ook teksten met een tijdsvolgorde of met het verband probleem-oplossing. Zie jij hoe de tijdsvolgorde in verschillende tekstsoorten voorkomt? En kun je het verband probleem-oplossing herkennen, ook zonder signaalwoorden?
9006613339_bw.indd 43
43
04-01-10 13:41
Blok 2
basisles 5
Wat leer je? Je leert hoe je de leesmanieren samen in een tekst kunt gebruiken.
Tjonge! Bij elke leesmanier weer wat nieuws geleerd!
De leesmanieren samen! Herken de tekst Bedenk je leesdoel Kies hoe je leest Verken de tekst Gebruik wat je al weet
Blok 1
Blok 2
Over deze leesmanieren leer je later meer!
Blok 4
Over deze leesmanieren leer je later meer!
Onderzoek de tekst Vind de betekenis Herken waar het woord naar verwijst Zie de volgorde in de tijd Zie het probleem en de oplossing
Blok 3
Over deze leesmanieren leer je later meer!
Blok 5
44
9006613339_bw.indd 44
04-01-10 13:41
Samen kijken
` Kun jij de leesmanieren uit blok 2 gebruiken? Zie het probleem en de oplossing Vind de betekenis isoleren Herken waar het woord naar verwijst
Dieren in de winter 1 2 3
4 5 6
7
Onderzoek de tekst
8 9
de korenwolf Zie de volgorde in de tijd
10 11
12 13 14
Dieren hebben het in de winter niet gemakkelijk. Het is koud en er is vaak weinig voedsel te vinden. Om de winter goed door te komen, hebben ze verschillende oplossingen bedacht. Wintervacht Om zich te beschermen tegen de kou, krijgen sommige dieren zoals herten, schapen en paarden in de winter een dikke vacht. Deze isolerende vacht zorgt ervoor dat hun temperatuur goed blijft. Winterrust Er zijn dieren die in de herfst een voedselvoorraad aanleggen. De mol bijvoorbeeld verzamelt heel veel wormpjes en kruipt dan lekker in een warm holletje. In de winter wordt hij alleen nog wakker om wat te eten. Ook de eekhoorn en de korenwolf komen de winter op deze manier door. In de lente komen ze dan weer tevoorschijn. Winterslaap Sommige dieren, zoals de vleermuis en de egel, eten voordat de winter begint heel veel voedsel, zodat ze een lekker vetlaagje krijgen. Dan kruipen ze in een holletje en gaan de hele winter slapen. Naar: www.schooltv.nl.
Ook de korenwolf houdt winterrust.
45
9006613339_bw.indd 45
04-01-10 13:41
Blok 2
Nu jij!
basisles 5
Ga nu naar je schrift: - Werkschrift blz. 34 - Maatschrift blz. 42-43
Zweten geblazen voordat je een bal hebt geraakt! 1 2 3 4
de JeugdOlympiade
5 6 7 8 9 10 11 12
het rugby
13 14 15 16 17 18
Sjoerd van de Berg is één van de 1.500 kinderen die meedeed aan de JeugdOlympiade op 17 juni. Sjoerd is elf jaar en zit al zijn hele leven in een rolstoel. Vanaf zijn geboorte kan hij niet lopen, maar dat wil niet zeggen dat Sjoerd niet sport. Al drie jaar speelt Sjoerd rolstoelhockey. De JeugdOlympiade werd gehouden voor alle kinderen die naar het speciaal onderwijs gaan en tussen de vier en twintig jaar oud zijn. Toen Sjoerd drie jaar geleden wilde gaan sporten, was er niet één sport voor rolstoelers in Dordt. Nu hebben ze een eigen team en staan ze op de derde plaats in de competitie. De Rolling Tigers (zo heet Sjoerds team) zoeken nog wel nieuwe spelers voor het team. ‘Dit is voor het eerst dat we meedoen aan de Olympiade. Het is heel leuk om met andere kinderen te sporten en rolstoelhockey is echt superleuk. Later wil ik ook rolstoelbasketbal en -rugby gaan spelen,’ zegt Sjoerd. Hij wil graag laten zien hoe stoer hockey is, dus doen we een partijtje. Eerst even uitproberen in de rolstoel en dat valt reuze tegen. Je hebt maar één hand om te sturen en met de andere moet je je stick vasthouden. Zweten geblazen dus, voordat je maar een bal hebt geraakt.
46
9006613339_bw.indd 46
04-01-10 13:41
behendig
19 20 21 22 23
Daarna uit de rolstoel en achter Sjoerd aan rennen, die heel behendig met zijn rolstoel overal tussendoor racet. Na 7-1 zijn we gestopt met tellen. Want ook al zit Sjoerd in een rolstoel, hij slaat de ballen overal naartoe, laat de tegenstander heel hard rennen voor een bal, maakt veel doelpunten en kan ook nog eens goed keepen.
Naar: www.nationalekidskrant.nl.
Zelf op onderzoek uit
Werkschrift blz. 35-36 / Maatschrift blz. 43-45
Gebruik de leesmanieren in de brugles: • Onderzoek de tekst • Vind de betekenis • Zie de volgorde in de tijd • Zie het probleem en de oplossing
9006613339_bw.indd 47
• Herken waar het woord naar verwijst
47
04-01-10 13:41
Blok 2
basisles 6
Wat leer je? Je leert leesmanieren bij een tekst kiezen en gebruiken.
Alle leesmanieren samen! De leesmanieren ( = altijd te gebruiken)
V
Herken de tekst Bedenk je leesdoel Kies hoe je leest Verken de tekst Gebruik wat je al weet
( = soms te gebruiken)
Tip: de informatie die je al weet, kun je tijdens en na het lezen koppelen aan nieuwe informatie.
V / T Onderzoek de tekst T
T/N N
Vind de betekenis Herken waar het woord naar verwijst Herken het doel en de doelgroep van de schrijver Bepaal het onderwerp en de hoofdgedachte Stel jezelf steeds vragen
Zie Zie Zie Zie Zie
de volgorde in de tijd het probleem en de oplossing het doel en het middel de overeenkomst en het verschil de oorzaak en het gevolg
verbanden
Bedenk wat een feit en wat een mening is Lees tussen de regels door Lees kritisch Kijk naar het taalgebruik
Bedenk wat je aan de tekst hebt gehad Trek een conclusie Vat samen in een korte tekst Vat samen in een schema
samenvatten
Tip: je kunt ook tijdens het lezen al samenvatten. Je vat dan een stukje van de tekst samen.
48
9006613339_bw.indd 48
Vergelijk teksten met elkaar
04-01-10 13:41
Samen kijken Lees de tekst. V Kies steeds de leesmanier die jou kan helpen. Kijk op bladzijde 130 en verder. de steltloper
Een voorzichtige steltloper 1 2 3 4
het moeras
5 6
T
7 8 9 10
de spanwijdte
11 12 13 14 15
De ooievaar is een grote, witte vogel met zwarte punten aan zijn vleugels. De lange, dunne poten en de snavel zijn rood. Door die lange, dunne poten worden ooievaars steltlopers genoemd. De ooievaar heeft zijn lange poten niet om hard mee te rennen. Hij loopt er voorzichtig mee door ondiep water, door riet of over de zachte, natte grond van een moeras, als hij eten zoekt. Ooievaars eten veldmuizen, slakken, kikkers, mollen, wormen en grote insecten. Vooral sprinkhanen vinden ze lekker. Net als een eend heeft een ooievaar zwemvliezen tussen zijn tenen. Die zorgen ervoor dat zijn poten niet wegzakken in de zachte grond. Als de ooievaar vliegt, is de afstand tussen de ene en de andere punt van zijn vleugels wel twee meter. Dat heet de spanwijdte van de vleugels. Hij vliegt met zijn lange nek recht naar voren en met zijn poten naar achteren. Het verschil tussen een mannetje en een vrouwtje kun je niet zien. Meestal is het mannetje iets groter dan het vrouwtje. Een ooievaar wordt gemiddeld dertien jaar oud, maar heel soms wel dertig. Bron: Anke Heesbeen, De ooievaar.
N De vierde teen wijst naar achteren. Daardoor kan een ooievaar zich aan een tak vasthouden.
49
9006613339_bw.indd 49
04-01-10 13:41
Blok 2
Nu jij!
basisles 6
Ga nu naar je schrift: - Werkschrift blz. 37 - Maatschrift blz. 46-47 de waterkering de stormvloed
De Afsluitdijk 1 2 3
4 5 6 7 8 9
De Afsluitdijk is geen gewone dijk. Eigenlijk is het een waterkering die beschermt tegen stormvloed. In de dijk zitten gaten. Bij eb kan dan water vanuit het IJsselmeer naar de zee stromen. Zuiderzee Voordat de Afsluitdijk er was, heette het IJsselmeer de Zuiderzee. De dorpen rond de Zuiderzee hadden vaak last van overstromingen. Al in de zeventiende eeuw kwam Hendric Stevin met het idee de Zuiderzee en de Waddenzee af te sluiten. Maar toen bestond er nog geen techniek om dit te kunnen doen. De Afsluitdijk is daarna bedacht door Cornelis Lely in 1891. Hij wilde de Zuiderzee afsluiten en voor een deel droogleggen. Daarmee zou Nederland er veel extra
50
9006613339_bw.indd 50
04-01-10 13:41
10 11 12
13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24 25
grond bij krijgen. Maar de mensen geloofden toen nog niet dat dit echt kon. En het kostte erg veel geld. Totdat er in 1913 een grote overstroming was. Toen liet de regering het plan toch doorgaan. Bouw In 1927 begonnen ze met de aanleg van de dijk. Jarenlang werkten duizenden mensen aan de Afsluitdijk. Voor het bouwen van de dijk werd leem gebruikt. Dit werd uit de bodem van de zee gehaald. In 1932 werd het laatste gat gedicht. Daarna werd de dijk verder afgemaakt en er werd een weg aangelegd. Eerst zou er ook nog een spoorlijn komen. Maar later is de ruimte hiervoor toch gebruikt voor een extra weg. Veranderingen De aanleg van de Afsluitdijk had veel gevolgen. Het werd veiliger voor de dorpen rond het IJsselmeer. Er waren geen overstromingen meer. Het zoute water van het IJsselmeer werd langzaam maar zeker zoet. Hierdoor verdwenen veel soorten vis uit het IJsselmeer. De vissers moesten ander werk zoeken. Nu, na meer dan 75 jaar is iedereen wel blij met de Afsluitdijk. Het is een belangrijke verbinding tussen Noord-Holland en Friesland. In het buitenland is er veel bewondering voor de dijken in Nederland. Naar: www.schoolbieb.nl.
Zelf op onderzoek uit
Werkschrift blz. 38-39 / Maatschrift blz. 47-49
Wanneer en hoe kun je een leesmanier gebruiken? En welke leesmanier kun je altijd gebruiken en welke soms? Ga mee op onderzoek uit in de brugles. Gebruik de leesmanieren die je hebt geleerd.
9006613339_bw.indd 51
51
04-01-10 13:41
Uitleg van de pictogrammen = voor het lezen
= tijdens het lezen
= na het lezen
= deze leesmanier kun je soms gebruiken
= deze leesmanier kun je altijd gebruiken
= dit doe je alleen
= dit doe je samen
144
9006613339_bw.indd 144
04-01-10 14:04
Woordenlijst A de abonnee de accu de advocaat afschaffen de agressie als het ware de ambassadeur Animal Planet
het lid een apparaat dat stroom geeft iemand die verdachten in een rechtszaak verdedigt ergens mee stoppen het gebruiken of willen gebruiken van geweld het is alsof iemand die een land of een organisatie vertegenwoordigt een tv-zender met alleen maar programma’s over dieren
het besturings programma de bestuurder blokkeren boeken verslinden de bonobo C de cape de cartoon het chloor communiceren
B de back de bacteriën het beheer behendig belanden belemmeren de beproeving tot je beschikking hebben als beste uit de bus komen
een verdediger bij bijvoorbeeld voetbal piepkleine beestjes waarvan je ziek kunt worden het onderhoud handig terechtkomen ervoor zorgen dat iemand niet kan doen wat hij wilde doen de moeilijke opdracht gebruik van iets of iemand kunnen maken het beste gevonden worden
concentreren de concurrentie de conditie D de demonstratie het dialect
E educatief het erfelijk materiaal
een programma waardoor een computer werkt iemand die de leiding heeft afsluiten, zodat er niets/niemand meer langs kan boeken met veel plezier lezen een soort mensaap
een jas zonder mouwen de spotprent, een grappige strip van één plaatje een vloeistof die als bleek- of ontsmettings middel wordt gebruikt met iemand praten of schrijven, een boodschap naar iemand sturen je aandacht bij één ding houden een strijd tussen mensen of bedrijven die allebei het beste willen zijn de lichamelijke toestand
met anderen samen ergens tegen protesteren een taal die mensen in een bepaalde streek spreken
onderwijzend de eigenschappen die van ouders kunnen overgaan op hun kinderen
126
9006613339_bw.indd 126
04-01-10 14:04
de ezeldrijver F de fitting G de geallieerden de gehoorgang de gelegenheid het genie het genotmiddel gering de grammofoon guur H met iets aan de haal gaan naar hartenlust je honger stillen de horde het hormoon de houtpulp huidig
iemand die vrachten met een ezel vervoert
daarin kun je een lamp vastdraaien
soldaten uit Engeland, Amerika en Canada die ons land hielpen bevrijden een buisje in je oor (waar het geluid in terecht komt) de gebeurtenis iemand die iets ontzettend goed kan iets wat je voor je plezier gebruikt, zoals tabak en alcohol weinig een toestel waarop je platen kunt draaien om muziek te luisteren koud weer met een harde wind
ermee vandoor gaan zoveel als je wilt iets eten, zodat je geen honger meer hebt de grote hoeveelheid een stofje in je lichaam een grondstof voor papier die je krijgt door koken onder hoge druk van nu, van deze tijd
I de indoor klimmuur inslaan het inzicht isoleren
een klimmuur die binnen is ergens veel van kopen de mening, opvatting een extra laag aanbrengen, zodat iets warm blijft
J de jekker de JeugdOlympiade
het jack een soort Olympische Spelen voor kinderen
K het KidsTeam de kindsoldaat de korenwolf het kroost de kruising
L langdurig van een leien dakje gaan op de loer M het milieu de militair het moeras
kinderen die samenwerken in een groepje een kind dat in het leger moet vechten een soort hamster de kinderen de vermenging van twee dingen, bijvoorbeeld twee hondenrassen
als iets lange tijd duurt het gaat heel gemakkelijk op de uitkijk
de leefomgeving de soldaat een gebied met heel zachte, natte grond
127
9006613339_bw.indd 127
04-01-10 14:04
Woordenlijst de monitor het motto
N het natuurtalent iemand in het nauw drijven de NSB
het beeldscherm van bijvoorbeeld een computer een korte zin of spreuk, die zegt wat de bedoeling is
populair presteren produceren het profiel
iemand die iets uit zichzelf goed kan, zonder dat hij veel oefent het iemand erg moeilijk maken
R rampzalig je realiseren regeren rein tot ridder slaan
een Nederlandse partij die in de Tweede Wereldoorlog de Duitsers hielp
O het oerbos officieel onmisbaar onrein iemand ontlopen onverteerd de ooggetuige de oorschelp organiseren overspoelen
een bos dat niet door mensen is gemaakt wettelijk, deftig absoluut nodig vies en onzuiver ervoor zorgen dat je iemand niet tegenkomt voedsel dat nog niet door de maag verwerkt is iemand die erbij was en alles heeft gezien het buitenste deel van je oor iets regelen, iets tot stand brengen overvol raken
P het perspectief
iets zó tekenen dat er diepte in zit
de riolering ronddobberen het rugby S de scène de schildknaap de spanwijdte de speellijst spontaan stalen zenuwen hebben
iets wat veel mensen leuk vinden iets doen door je in te spannen maken de tekening van wat je ziet als je ergens voor staat en ertegenaan kijkt
heel slecht beseffen, goed tot je door laten dringen een land besturen schoon en zuiver iemand door middel van een klapje met het zwaard op de schouder tot ridder maken de buis waardoor poep, plas en ander afvalwater wegstroomt doelloos rondvaren een balsport met eivormige bal
het stukje uit een film of toneelstuk een jongen die ridder wil worden de afstand tussen de uiteinden van de vleugels van een vogel de lijst waarop staat waar en wanneer een toneelstuk gespeeld wordt uit zichzelf, vanzelf niet gauw zenuwachtig zijn
128
9006613339_bw.indd 128
04-01-10 14:04
de stelling de steltloper de stormvloed subliem T de theaterproductie
het standpunt of de mening waar je voor of tegen kunt zijn een vogelsoort met lange, dunne poten hoog water door een storm heel erg goed
het toezicht trendy
het maken van een stuk dat in een theater speelt de bewaking volgens de laatste mode
U uiten uitleveren de uitwerpselen
uitspreken overdragen de poep
V veelvuldig verdrijven elkaars veren schikken de verkiezing
vervoegen het verzet een enorme vlucht nemen het volksverhaal
een verhaal dat vaak verteld wordt en waarvan de schrijver onbekend is het vooroordeel de mening die je over iemand hebt, zonder dat je die persoon goed kent voortbewegen vooruit gaan, bijvoorbeeld lopen, schuiven, rijden het voortgezet onderwijs de school waar je na de basisschool naartoe gaat W de waterkering de webcam
de woelige baren
een soort dam een camera die via het internet beelden laat zien een ingewikkeld geheel, waarbij alles door elkaar loopt de woeste zee
Z het zeeniveau
de hoogte van het zeewater
de wirwar vaak wegjagen de veren bij de ander netjes glad leggen als mensen mogen kiezen door wie ze bestuurd willen worden
naar iets of iemand toe gaan mensen die in de oorlog proberen om de vijand het land uit te krijgen als iets ineens veel meer wordt
129
9006613339_bw.indd 129
04-01-10 14:04