Nationaal congres Taal en Lezen
15 oktober 2015 Woordenschat in de bovenbouw
WWW.CPS.NL
Contactgegevens • Tseard Veenstra •
[email protected] • 06 55168626
(G)een vak apart De reiger in de klas Ooit was men blij met zijn hiernamaals Zijn nieuw bestaan, waarvan de opzet was Een les te zijn voor velen Een toonbeeld van het wonder, de natuur Maar zijn schepper is vergeten Hem door het woord te laten leven Stijf en verheven staat hij op hoge poten Naast de globe op de kast Glazig kijkt hij neer op het aards bestaan Het leven speelt zich af daar ver beneden Waar niemand naar hem opkijkt Zijn stand voor altijd vastgelegd
Eenzaam en vergeten als de aardbol Die al jaren stoffig stilstaat En niet meer meedraait met wat leven heet Ver weg de weide, waar zijn wereld was
3
Aan de orde komt: • Hoe selecteer ik relevante woorden die voorkomen in de les, de instructie en het lesboek? • Hoe geef ik op krachtige wijze betekenis aan woorden? • Wat zijn zinvolle werkvormen om leerlingen zich de woorden eigen te laten maken?
4
Wat is woordenschat? Woordenschat is beschikken over kennis van de wereld; kennis die nodig is om te kunnen communiceren. Je hebt een goede woordenschat nodig om te begrijpen wat je hoort, te kunnen spreken, te begrijpen wat je leest, te kunnen schrijven. 5
Visie en uitgangspunten Alleen het aanleren van woorden is niet genoeg. Het gaat erom dat leerlingen gemotiveerd raken om nieuwe woorden te gebruiken, om zelf strategieën te kunnen toepassen om onbekende woorden te leren en gemotiveerd zijn om hun woordenschat te vergroten.
6
7
Woordenschatonderwijs in de context van de tekst 1. Woorden leren en gebruiken 2. Strategieën leren 3. Woordbewustzijn en eigenaarschap
8
Woorden leren Woorden Woorden Woorden Woorden
9
kiezen uitleggen verbinden & gebruiken evalueren
De kracht van keuze De sleutel om de taalvaardigheid van uw leerlingen te vergroten is weten welke woorden bijdragen aan de communicatievaardigheden van uw leerlingen en welke niet
10
Welke woorden aanleren? Laag 3
Laag 2
Specifieke woorden Algemene woorden
Laag 1
11
Basiswoorden
laag één
Basiswoorden Woorden uit algemeen taalgebruik Deze woorden leren kinderen veelal door te spreken en (voor) te lezen Leren door tijdens het praten te verbinden met woorden die we al kennen Voorbeelden: samen blij mooi spelen
12
laag twee
Algemene woorden die breed toepasbaar zijn Het gaat om woorden die vaak worden gebruikt door iemand met een goede taalvaardigheid en in teksten (prentenboeken, krantenartikelen) voorkomen Ook bijvoorbeeld signaalwoorden als bovendien, in de eerste plaats Worden ook wel aangeduid als schooltaalwoorden Kennis van deze woorden ondersteunt tekstbegrip Voorbeelden: hopeloos, toevallig, overdreven, complex
13
laag drie
Specifieke woorden Zijn vaak verbonden met een specifiek onderwerp en daardoor beperkt toepasbaar Wordt ook wel aangeduid als vaktaal Wel van belang voor achtergrondkennis, maar minder voor vergroten algemene taalvaardigheid Voorbeelden: thermometer, kaleidoscoop. dorsmachine, laadplatform
14
De roodsnavelossenpikker De roodsnavelossenpikker is een zangvogel die in Oost-Afrika leeft. Als hij honger heeft, strijkt hij neer op de rug van neushoorns, gnoes en runderen om daar teken, horzellarven te verorberen. …………oefening: De roodsnavelossenpikker vindt het oorsmeer van de beesten ook een smakelijk hapje. En zo ontstaat er een win-winsituatie: in ruil voor schone oren zijn de neushoorns best bereid de pikkende vogeltjes te gedogen. 15
Opdracht: selecteren van woorden Doel opdracht: je hebt (weer) helder welke woorden je waarom selecteert. Werkvorm: DDE
Een tekst over kinderarbeid www.entoen.nu
16
Welke woorden horen bij welke laag? Kinderen, fabrieken, ploeg, bovendien, verdienen, leerplichtwet, in de praktijk, industriële revolutie, geld, ‘meer aan hebben’. Laag 1 woorden
17
Laag 2 woorden
Laag 3 woorden
• Laag 1 woorden kinderen, geld Laag 2 woorden bovendien, verdienen, in de praktijk, ‘meer aan hebben’ Laag 3 woorden fabrieken, ploeg, leerplichtwet, industriële revolutie 18
Selectiecriteria • De woorden zijn voor de meeste leerlingen onbekend • De context (‘vergelijken’) • Er is een relatie tussen woorden (heerser, koning, koninkrijk) • De woorden komen in verschillende situaties/teksten voor De keuze is afhankelijk van de les en de behoefte van de leerlingen, maar: Welke woorden de leerkracht kiest is minder belangrijk dan de 19 argumenten die aan die keuze ten grondslag liggen.
Semantiseren • • • • • • • 20
Verklaren (definitie) Analyseren Kenmerken Tegenstellingen Synomiemen Visualiseren Uitbeelden
Kenmerken goede uitleg • • • •
21
Uitleg is concreet en specifiek Spreekt de leerlingen aan Is beperkt en wordt later uitgebreid Maakt effectief gebruik van beeldmateriaal
Semantiseren een oefening • Geef betekenis aan het woord, zonder het te noemen
22
Woorden verbinden & gebruiken “Woorden worden slechts bouwstenen voor taalverwerving als de persoon die de bouwsteen in zijn hand neemt ook de vaardigheid bezit om er een muur mee op te trekken”
Kris van den Branden (Tijdschrift Taal, 2012)
23
HET BELANG VAN INTERACTIE • Woorden eigen maken door ze te gebruiken • Na goede uitleg (semanitiseren) • Interactie (consolideren)
24
Kwaliteitskaart woordenschat bovenbouw: met woorden aan de gang • www.taalpilots.nl
25
Strategieën Woordstructuur analyseren Context gebruiken
Hulpbronnen gebruiken (woordenboek, internet, hulp vragen) Reflecteren op het strategiegebruik Strategiegebruik evalueren 26
Reflecteren op strategiegebruik • • • • • • • • 27
Herken het onbekende woord Is de betekenis nodig om de tekst te begrijpen? Weet je al iets van het woord? Kies de meest passende strategie. Pas de strategie toe. Reflecteer op de uitkomst en effectiviteit van Weet je de betekenis van het woord? Nee? Strategie goed toegepast? Probeer het opnieuw of pas een andere strategie toe
Taxonomie van Bloom Denkvaardigheden bedenk nu je eigen manier om…. Is er een betere manier om…? Wat was het keerpunt? Welke factoren zou jij veranderen om…? Wat is de belangrijkste gedachte…? Wat gebeurde er na…?
28
29
Lesvoorbereiding
Voorbereiding (woordselectie) Semantiseren, Consolideren (werkvormen / kwaliteitskaarten) Controleren
30
Contactgegevens • Tseard Veenstra •
[email protected] • 06 55168626