Nationaal congres Taal en Lezen
15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs
WWW.CPS.NL
Contactgegevens • Tseard Veenstra •
[email protected] • 06 55168626
• Is spellingonderwijs nog relevant als we met behulp van correctieprogramma’s onze gedachten foutloos kunnen schrijven? • Wordt spelling en taalstructuur dan een keuzedomein voor talige bollebozen? • Ook nu staat spelling in dienst van effectieve communicatie. Daarom is het van belang dat we de tijd die we eraan besteden beperkt houden en efficiënt benutten.
3
4
In deze workshop….. • Krijgt u informatie op basis van onderstaande vragen: • Wat zorgt ervoor dat uw spellingles doelgericht is en leidt tot resultaat voor alle leerlingen? • Wat zijn effectieve vormen van interactie binnen de spellingles? • Wat is een goed aanbod voor de sterke speller?
5
• http://www.beterspellen.nl/website/? pag=7
6
De 7 kwaliteitsfactoren van effectief spellingonderwijs:
1. Doelgericht werken 2. Goed aanbod 3. Tijd 4. Instructie 5. Convergent differentiëren 6. Aandacht voor transfer 7. Monitoren
7
Doelen: De leerlingen leren informatie te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur.
8
Doelen:
De leerlingen leren bij de doelen onder “schriftelijk taalonderwijs” strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.
9
Doelen:
De leerlingen kennen een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden.
10
Doelen • Formuleer toetsbare doelen • Hanteer tussendoelen • Werk doelgericht
• Leerlijn • Referentieniveaus
11
Doelgericht werken De leerkracht kent de doorgaande lijn van het spellingonderwijs en weet welke schakel zijn jaargroep daarin vertegenwoordigt. De leerkracht weet de doelen van zijn leerjaar in lessenseries te plaatsen. De leerkracht weet de lessenseries in lessen te verdelen en werkt met doelen op lesniveau. 12
Doelgericht werken
De leerlingen weten dat er een doorgaande lijn is. De leerkracht maakt tussendoelen en lesdoelen steeds concreet en inzichtelijk voor de leerlingen. Doelgerichte feedback
13
de methode • • • •
Uitgangspunten Leerdoelen van het leerjaar Methodemiddelen Computerprogramma
• Eenduidige didactiek in schoollijn!
14
De leeromgeving
15
Gebruik de methode op de goede manier:
-
-
16
inplannen (helemaal!) keuzes maken handleiding volgen inzet van materialen eenduidigheid in begrippen en strategieën inzet van software
-
Aanbod en toetsing
• Ken uw toetsen!
17
Tijd en extra tijd • Besteed voldoende tijd aan spelling met de groep als geheel • Realiseer voor de zwakke spellers extra tijd voor instructie en begeleide inoefening. • Vaker en korter (4 lessen van 20 minuten is minder dan 2 x 45 minuten en levert meer op)
18
Instructie en differentiatie IGDI
Lesdoel
• Herkennen van categorie • Toepassen van strategie
20
IGDI
Interactief Gedifferentieerd Directe Instructie
21
Instructie Directe instructiemodel • Gezamenlijke start (terugblik, doel, voorkennis) • Interactieve groepsinstructie • Begeleide (in)oefening • Zelfstandige verwerking: individueel/duo’s + verlengde instructie (max 8 min) • Feedback zelfstandige groep en instructiegroep • Gezamenlijke afsluiting
22
De hoofdstrategieën • Laat de strategie leidend zijn in je instructie! • • • •
23
Luisteren Weten Ook zo, net als (vergelijken) Regel
3 fasen • Ik doe het voor presentatie, hardop denkend voordoen van de strategie • We doen het samen begeleide oefening. Denken- delen – uitwisselen • Jij doet het zelf zelfstandig verwerken 24
Denken- delen- uitwisselen • Denken (individueel) Schrijf 2 woorden op met een –t- klank aan het eind • Delen (in tweetal) Vergelijk jouw woorden met je buur Maak een rijtje van 4 woorden met een –tklank. Pas bij elk woord de verlengingsregel toe. Uitwisselen: inventarisatie van de opbrengst door de leerkracht 25
Hardop denkend oordoen • Vraag zwakke spellers in de verlengde instructie niet hoe het moet, maar doe het voor
26
Verlengde instructie in 3 stappen • Demonstreer de denkstappen a.h.v. een paar voorbeelden • Laat denkstappen afmaken a.h.v. een paar voorbeelden • Laat de denkstappen verwoorden en corrigeer zo nodig
27
Mysterieuze dozen fietsen
28
denken
Werkvormen voor werkwoordspelling
Zinnen van één naar meer. • Kies een werkwoord uit het pakket. • Maak er een zin mee in het enkelvoud (ik, jij, hij). • Een andere leerling zet de zin om naar meervoud. • Bekijk samen wat er allemaal gebeurt met de zin. 29
Werkvormen voor werkwoordspelling
Dobbelen: • • • •
30
1=ik, 2=jij, 3=hij, 4=wij, 5=jullie, 6=zij. Kies een werkwoord, gooi met de dobbelsteen zeg de goede vorm.
Werkvormen voor werkwoordspelling
Werkwoordenmemory: • Kies werkwoorden uit. • Schrijf steeds op een kaartje de tegenwoordige tijd en op een ander kaartje de verleden tijd. • Met deze kaartjes kun je memory spelen. Wat hoort bij elkaar?
31
Differentiatie Start van de les
Instructie en inoefening Zelfstandige verwerking Zelfstandige verwerking Feedback
Feedback Afsluiting
32
Verlengde instructie Zelfstandige verwerking
De sterke speller • Wanneer is een leerling een sterke speller? • Toepassen strategieën bij spelling • Correct schrijven bij schriftelijk werk.
Toepassingsopdrachten • sluiten aan bij de doelcategorie van de les of bij categorieën die eerder aan bod zijn geweest; • zijn verdiepend. Het gaat bijvoorbeeld om langere woorden, samengestelde woorden en zinnen of woorden in een context; • doen een beroep op het gebruik van verschillende spellingcategorieën of leerdoelen tegelijk. • zijn gericht op het zelf produceren van tekst; • zijn uitdagend; • zijn gevarieerd; • doen een beroep op talige creativiteit; • er is aandacht voor de presentatie van de opdracht.
Doel
Toepassingsopdracht
Doelgroep
Instructie-onafhankelijke leerlingen Groep 5-6
Categorie en voorbeelden
Meervoudsvormen -s / ‘s /-en /- eren koeken Pyjama’s Kinderen Appels
Opdracht
Bedenk 3 voorbeelden van Bedenk 3 voorbeelden van Bedenk 3 voorbeelden van Bedenk 3 voorbeelden van
meervoudsvormen op meervoudsvormen op meervoudsvormen op meervoudsvormen op
–s ‘s –eren –en
Maak met deze woorden een meerkeuzetoets over dit onderwerp. Voorbeeld: Het meervoud van pyjama: O pyjamaas O pyjama’s O pyjamas Presentatie Laat de toets controleren door je leerkracht. Laat je klasgenoten de toets maken.
35
Materiaal
Pen/ papier
36
Correctie • Een niet gecorrigeerde fout, wordt door een kind als goed beschouwd! • Eigen schrijfwerk van kinderen • Stelopdrachten • Topo?
37
Zorg er dus voor dat kinderen de hulpmiddelen binnen handbereik hebben:
Regels en afspraken visualiseren: • aan de muur • in een schrift/ map • de eigen spellingmap (methodegebonden inrichting!) • Stappenplan of spellingwijzer (methodegerichte aanpak!) • Werkwoord spellingstrategie (voorbeeld: Taaljournaal) • Woordenboeken en groene boekje 38
Tseard Veenstra CPS • http://www.leraar24.nl/video/3111
39
www.cps.nl Tseard Veenstra
[email protected] 06 55168626 CPS
Onderwijsontwikkeling en advies
Plotterweg 30 3821 BB Amersfoort Postbus 1592 3800 BN Amersfoort
T [033] 453 43 43 F [033] 453 43 53 E
[email protected] www.cps.nl