dossier
6 | V A K B E W E G I N G 7 8 5 | 2 5 j u ni 2 0 13 |
© ILO
| I n t e r n a t i o n a l e A r b e i d s c o n f e r e n t i e | G e n è v e 5 - 2 0 j u n i 2 0 13 |
ACV-voorzitter Marc Leemans: “Landen die zware fouten maken mogen niet vrijuit gaan. Dat is in het belang van de werknemers daar. En het is ook belangrijk om valse concurrentie vanuit die landen tegen te gaan."
Internationale Arbeidsconferentie in Genève
“Landen die zware fouten maken, mogen niet vrijuit gaan ” Van 5 tot 20 juni vond in Genève de 102de conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie plaats. De IAO is een agentschap van de Verenigde Naties. Je kan de IAO met wat goede wil ‘het wereldparlement van de arbeid’ noemen. Het was dit jaar vooral uitkijken naar de Commissie voor de toepassing van de Normen. Vorig jaar trok de werkgeversdelegatie de stekker uit de werkzaamheden van deze commissie. Dat was een historische, maar zeer jammerlijke primeur. In de Commissie voor de toepassing van de Normen discussiëren delegaties van de regeringen, werknemers en werkgevers over een aantal schrijnende schendingen van werknemersrechten. Dit jaar was er wel een bespreking. Daarnaast werd tijdens de conferentie ook gedebatteerd over de rol en het belang van het sociaal overleg. Over de impact van de vergrijzing op tewerkstelling en sociale zekerheid. En over duurzame economie en groene jobs. In de marge van die besprekingen stelde het Internationaal Vakverbond een hallucinant rapport voor over de schendingen van vakbondsrechten. Een impressie van drie weken Internationale Arbeidsconferentie… In de meer dan 80 jaar van haar bestaan was het nooit gebeurd dat er binnen de Commissie voor de toepassing van de Normen, zeg maar de arbeidsrechtbank van de wereld, geen akkoord kon worden gevonden over de lijst met schendingen van werknemersrechten waarover zou gediscussieerd worden. Vorig jaar gebeurde dit echter voor de eerste keer: de werkgeversgroep blies het overleg binnen de
commissie op omdat ze zich niet kon vinden in een tekst van de IAOexperten over het stakingsrecht. ACVvoorzitter Marc Leemans is in de Commissie voor de toepassing van de Normen woordvoerder van de werknemersgroep: “Dit jaar hebben we gelukkig opnieuw de draad in de commissie kunnen opnemen. Landen die zware fouten maken, mogen niet vrijuit gaan. Dat is in het belang van de
werknemers daar. Denk maar aan de gebeurtenissen in Bangladesh. Maar het is ook belangrijk om valse concurrentie vanuit die landen tegen te gaan.” Over de werkzaamheden van de Commissie voor de toepassing van de normen en de landen die op het matje werden geroepen lees je meer in het kaderstuk op blz. 7. Achter de schermen van de conferentie speelde ook Luc Cortebeeck – erevoorzitter van het ACV én vicevoorzitter van de IAO – een cruciale rol. Hij is overkoepelend voorzitter van de werknemersgroep in de schoot van de IAO. Op de uitstekend gedocumenteerde blog http://www.mo.be/wereldblog/luccortebeeck geven Luc Cortebeeck en de ACV-collega’s die aanwezig waren op de Internationale Arbeidsconferentie duiding. Verplichte lectuur voor wie mee wil zijn met het sociale wereldgebeuren. In dit dossier putten we uit de bijdragen op de blog. Met dank aan de auteurs.
25 landen op het matje op Internationale Arbeidsconferentie
Naar jaarlijkse gewoonte worden 25 gevallen besproken in de Commissie voor de toepassing van de normen. Uiteraard zouden veel meer landen kunnen worden besproken, want de lijst van inbreuken op geratificeerde conventies is veel langer. Het eerste wat de commissie dan ook moest doen was een akkoord bereiken over de gevallen die zouden worden besproken. Marc Leemans: “Het feit dat er zo’n lijst is, is al belangrijk nieuws. Want vorig jaar lukte zelfs dat niet door een regelrechte boycot van de werkgevers. Dat er vorig jaar geen lijst van gevallen kwam, was ongezien in de geschiedenis van het toezichtmechanisme van de IAO. Het deed de hele IAO op zijn grondvesten daveren. De werkgevers weigerden nog langer vrede te nemen met de opstelling van de onafhankelijke IAO- experts inzake het stakingsrecht. Deze experten stelden dat het recht te staken intrinsiek onderdeel is van de syndicale vrijheid en van het recht op collectief onderhandelen en bijgevolg gegarandeerd is door de IAO-conventies. Een opstelling die overigens gedeeld werd door de vakbonden. Maar dit jaar bereikten we dus wel een overeenkomst. Aan de 25 gevallen voegden we 2 gevallen van vooruitgang (‘cases of progress’) toe om aan te geven dat het ook anders kan.”
nen en donkerkleurige Dominicanen of op grond van HIV en aids; Iran omwille van discriminatie op grond van geslacht of politieke overtuiging; Korea omwille van discriminatie van migranten of op basis van geslacht of tewerkstellingsstatus en Saudi-Arabië omwille van de discriminatie van migranten of op basis van geslacht, alsook de afwezigheid van bescherming tegen seksueel geweld. Drie landen stonden op de lijst voor overtreding van de conventie 98 over het recht van werknemers zich te organiseren en collectief te onderhandelen. Griekenland (of moeten we eerder de Europese Unie en het IMF zeggen) voor de vele ingrepen in het sociaal overleg; Honduras voor de gebrekkige bescherming tegen discriminatie van vakbondsleden en de uitsluiting van overheidspersoneel van collectief overleg en Turkije wegens onvoldoende bescherming tegen discriminatie van vakbondsleden en wegens de nieuwe beperkende wetgeving voor vakbonden.
Twee landen liggen onder vuur omdat ze onvoldoende optreden tegen de ergste vormen van kinderarbeid (conventie 182). In Senegal worden kinderen verkocht en verhandeld voor economisch nut. Oezbekistan mocht zich komen verantwoorden voor het inschakelen van kinderen in de katoenpluk. Verder werden volgende landen op het matje geroepen: Tsjaad voor de schending van conventie 144 (onvoldoende tripartiete raadpleging), Kenia voor de schending van conventie 138 (kinderarbeid), Maleisië voor de schending van conventie 29 (dwangarbeid, met inbegrip van gedwongen prostitutie), Mauritanië en Pakistan voor de schending van conventie 81 (ontoereikende arbeidsinspectie), Paraguay voor de schending van conventie 29 (dwangarbeid, inz. van de autochtone bevolking met schuldlast op plantages) en Spanje voor de schending van conventie 122 (ontoereikend werkgelegenheidsbeleid, inz. naar jongeren en langdurig werklozen). De twee cases of progress (goede voorbeelden) die werden besproken waren IJsland voor zijn actief werkgelegenheidsbeleid in overeenstemming met conventie 122 en Rwanda omwille van de vorderingen inzake kinderarbeid conform conventie 138.
7 | V A K B E W E G I N G 7 8 5 | 2 5 j u ni 2 0 13 |
Elke jaar worden op de Internationale Arbeidsconferentie een aantal landen op de rooster gelegd omdat ze de internationale arbeidsnormen van de IAO hebben overtreden. Dit gebeurt in de Commissie voor de toepassing van de normen. Het ACV speelt een voortrekkersrol in deze commissie. Marc Leemans is voorzitter en woordvoerder van de werknemersgroep in deze Commissie van de Normen.
Vier landen kwamen voor omwille van discriminatie op het werk (conventie 111). De Dominicaanse republiek omwille van discriminatie van Haïtia-
© ILO
Negen landen werden op het matje geroepen omdat ze in overtreding zijn met conventie 87 over de vrijheid van vereniging: Bangladesh, Belarus, Cambodja, Canada, Egypte, Fiji, Guatemala, Swaziland en Zimbabwe. In de Commissie voor de toepassing van de normen van de Internationale Arbeidsorganisatie worden landen op de rooster gelegd die het niet nauw nemen met de internationaal bepaalde arbeidsnormen.
dossier
8 | V A K B E W E G I N G 7 8 5 | 2 5 j u ni 2 0 13 |
© ILO
| I n t e r n a t i o n a l e A r b e i d s c o n f e r e n t i e | G e n è v e 5 - 2 0 j u n i 2 0 13 |
In heel wat groeilanden, en zelfs in een aantal ontwikkelingslanden, is er een opmerkelijke vooruitgang in de sociale dialoog. Maar de landen die daartoe als model dienden doen het slechter.
Lessen uit de as van Rana Plaza: debat over sociale dialoog Sinds de Declaration on Social Justice for a Fair Globalization (2008) van de IAO wordt op de jaarlijkse conferentie telkens een algemene discussie gewijd aan één van strategische objectieven van de IAO. Dit keer aan de sociale dialoog. Chris Serroyen nam voor het ACV deel aan de discussie en maakt de balans op. Hoe is het gesteld met de sociale dialoog in de wereld? In hun rapport spreken de experten van het Internationaal Arbeidsbureau over een ‘race to the middle’. Een reeks landen die van ver komen doen het beter. Maar de landen die daartoe als model dienden, Europa op kop, doen het slechter. In heel wat groeilanden, en zelfs in een aantal ontwikkelingslanden, is er een opmerkelijke vooruitgang. Zowel in Afrika, Latijns-Amerika als in Azië. Vergeet ook niet de vooruitgang in een deel van de Arabische wereld, in het zog van de Arabische lente. Met het recente sociaal akkoord in Tunesië als mooi voorbeeld. Maar dit wordt overscha-
duwd door de zware problemen binnen Europa en heel wat andere landen. Met als uitschieter de zware ingrepen in het sociaal overleg en het niet betrekken van de vakbonden en de sociale partners bij de sanerings- en hervormingsprogramma’s in de EU-landen die onder voogdij kwamen van de Troïka (IMF, Europese Centrale Bank en de Europese Commissie).
Slechts één op vijf werknemers gedekt door collectieve onderhandelingen Je zou kunnen stellen dat het een en ander elkaar opheft. Maar het globale
Door het Rana Plaza-drama gingen de werkgevers overstag om op de volgende Conferentie een discussie te houden over de internationale toeleveringsketens.
beeld blijft toch bedroevend. In ongeveer 60% van de lidstaten wordt minder dan één op vijf van de werknemers gedekt door collectieve onderhandelingen. Op de conferentie ging dan ook veel aandacht naar de wijze waarop meer werknemers kunnen worden gedekt door collectieve onderhandelingen. Met bijzondere aandacht voor werknemers in kmo’s, voor migranten, voor werknemers met atypische contracten, voor werknemers in de informele economie ook – in veel landen in het Zuiden en het Oosten nog steeds het leeuwendeel van de economie. Dat leidde tot de discussie of overleg best centraal of decentraal gebeurt. De werkgeversorganisaties pleitten sterk voor een decentralisering van het overleg. Met een erg terughoudende benadering ook voor de rol van de IAO naar de internationale toeleveringsketens en voor internationaal collectief overleg binnen multinationale ondernemingen (MNO’s). De vakbonden daarentegen zijn voorstander van centraal overleg, omdat je enkel op die manier een brede dekking kunt realiseren. En gaven in één adem bijzonder veel kritiek op de landen en de Europese instanties die het centrale overlegmodel willen ondergraven, bijvoorbeeld door problemen te beginnen maken rond de algemeen verbindend verkla-
© ILO
Sociale dialoog in internationale toeleveringsketens Gelukkig zette de negatieve sfeer van bij de aanvang zich niet door. Uiteindelijk was er behoorlijk constructief overleg tussen werkgevers en werknemers en met goede medewerking vanop de regeringsbanken. Dat overleg leidde tot drie afspraken. Een commissie met experten gaat aan het werk om de ervaringen met internationale vormen van sociaal overleg te bekijken en welke rol de IAO daarin kan spelen. De IAO kreeg ook de opdracht mee om een beleid naar MNO’s uit te tekenen. En er was steun voor een algemene discussie op een volgende Conferentie over de internationale toeleveringsketens, met zelfs een voorstel van concrete deadline, uiterlijk 2016. Dat laatste is een onverhoopt succes. Al jaren blokkeren de werkgevers een discussie en afspraken daarover. Maar onder druk van het Bengaalse branddrama en geïnspireerd door het recente internationale akkoord met (ondertussen) 49 kledingmerken kantelde dit. Uiteraard zijn we nog niet aan de nieuwe patatten, maar de déclic is er. Of hoe uit de as van Rana Plaza toch nog iets mooi groeit… | Chris Serroyen & PVL |
Over vergrijzing... en jongeren Ouder worden, we kennen dat gevoel. We worden bovendien ook ‘en masse’ ouder en dat fenomeen heet ‘vergrijzing’. Maar wat is de impact van die vergrijzing op werkgelegenheid en sociale bescherming? Die vraag stelt zich niet enkel in België, maar ook mondiaal. En daarom lag ze in de Internationale Arbeidsconferentie voor in de ‘Commissie werkgelegenheid en sociale bescherming in de nieuwe demografische context’. Vanuit het ACV nam Paul Palsterman (ACV-studiedienst) er aan deel. Ook Wereldsolidariteit was aanwezig met een internationaal team. Het mandaat van deze commissie was beperkt tot een algemene discussie over het fenomeen ‘vergrijzing’, uitstekend in kaart gebracht in het rapport dat door de IAO werd voorbereid. Een verrassend inzicht was dat we nogal snel denken dat vooral de bevolking in de meer geïndustrialiseerde landen aan het vergrijzen is en dat de bevolking in het minder begoede Zuiden hoofdzakelijk jong is. Wel, de feiten spreken dat tegen: in 2005 leefde 63,5% van alle 60-plussers al in een ontwikkelingsland en tegen 2050 verwacht men dat dit percentage zal stijgen tot 75%. Mocht je enkel voortbouwen op het IAO-rapport en de teneur van een reeks tussenkomsten, dan zou je bijna denken dat vergrijzing een gigantisch probleem is. Het woord roept, met dank aan media en economen, een schrikbeeld op. Over de vergrijzing die bakken geld kost: hogere kosten in de ziekteverzekering, hogere kosten voor de zorgeconomie (thuiszorg, rusthuizen,…) en natuurlijk niet vergeten dat we meer uitgeven aan pensioenen. Gelukkig gaf de werknemersdelegatie tegengas met het inzicht dat de wereldbevolking nu eenmaal veroudert omdat we langer en gezonder leven. We hebben de sterftecijfers overal ter wereld kunnen terugdrijven, toch een erg positieve indicator van menselijke ontwikkeling.
Leeftijdsbewust beleid voeren Bovendien moeten we het fenomeen van de vergrijzing vooral niet overdramatiseren! Samenlevingen gaan door een
demografische cyclus: aanvankelijk hoge geboorte- en sterftecijfers in samenlevingen met een lage graad van ontwikkeling. Naarmate die ontwikkeling toeneemt, worden die cijfers systematisch teruggedrongen, eerst de sterftecijfers en vervolgens de geboortecijfers. Dat zorgt ervoor dat landen eerst ‘verjongen’ en dan in een later stadium beginnen te vergrijzen als die generatie jongeren, omwille van de verhoogde welvaart, besluit om minder kinderen te krijgen. Inspelen op die ‘demografische cyclus’ is natuurlijk niet zo evident. Maar waar we wel meer vat op zouden kunnen hebben is de levenscyclus die we allemaal als persoon doormaken. Van de wieg tot het graf, op elk moment van ons leven hebben we andere noden op het vlak van sociale bescherming en/of werkgelegenheid: het beleid moet dus slim zijn en trachten die noden beter in kaart te brengen per stadium om er vervolgens met gerichte maatregelen op in te spelen. We moeten er natuurlijk wel voor kunnen zorgen dat mensen in waardigheid ouder kunnen worden. Vandaag loopt het beleid echter teveel achter op de feitelijke evoluties en slaagt het er veelal niet in om die benadering van de levenscyclus consequent toe te passen. Sommige overheden spelen wel in op de vergrijzing maar doen dan weer niets aan de hoge werkloosheidscijfers bij jongeren of raken het niet eens over de hervorming van het onderwijs (die zo belangrijk is om jongeren goed voor te bereiden op de arbeidsmarkt). Werk aan de winkel dus. | B a r t Ve r s t r a e t e n
|
9 | V A K B E W E G I N G 7 8 5 | 2 5 j u ni 2 0 13 |
ring van cao’s en opting out-clausules (de mogelijkheid voor individuele bedrijven om uit een centrale cao te stappen) te promoten. Wat op de conferentie ook als een groot probleem werd erkend is het eigengereide optreden van veel overheden, zonder volwaardige dialoog met de sociale partners. Niet zelden ook door de tripartiete dialoog te verdrinken in een globale maatschappelijke discussie met god en klein pierke (heel herkenbaar voor de Vlamingen).
dossier
1 0 | V A K B E W E G I N G 7 8 5 | 2 5 j u ni 2 0 13 |
© ILO
| I n t e r n a t i o n a l e A r b e i d s c o n f e r e n t i e | G e n è v e 5 - 2 0 j u n i 2 0 13 |
3,5 miljoen kinderen van jonger dan 12 jaar worden ingeschakeld als huispersoneel. Een IAO-rapport legt met schrijnende getuigenissen bloot hoe kinderen blootgesteld worden aan discriminaties, aan beledigingen en vernederingen, aan isolement.
Kind aan huis
Schokkend IAO-rapport over kinderen als huispersoneel Twee jaar geleden kwam de Internationale Arbeidsconferentie tot een IAO-conventie voor het huispersoneel. In het spoor daarvan werd op 12 juni 2013 – naar aanleiding van de Werelddag tegen kinderarbeid – een rapport voorgesteld over de tewerkstelling van kinderen als huispersoneel. Naar aanleiding van dit rapport vraagt het ACV zich af waarom de ratificatie van de conventie voor het huispersoneel door België zo lang moet duren.
© ILO
Dit nieuwe IAO-rapport haalt de vele kinderen die wereldwijd in huishoudens werken uit de besloten anonimiteit. Want kenmerkend voor huispersoneel is dat hun werkgever hun werk niet echt bekijkt als tewerkstelling, als een arbeidsrelatie. Huispersoneel wordt bekeken ‘als één van de familie’. Waardoor ook geen enkele reflex aanwezig is om minimale arbeidsnormen te respecteren. Voor kinderen als huispersoneel is dat besef nog minder aanwezig. Het
rapport komt voor het eerst met hard cijfermateriaal over kinderarbeid bij huispersoneel. Wereldwijd ging het in 2008 om 15,5 miljoen kinderen tussen 5 en 17 jaar. 3,5 miljoen kinderen zijn jonger dan 12. Bijna drie op vier (73%) van de ‘kinderen aan huis’ zijn meisjes.
Schrijnende getuigenissen van kinderen Al te vaak – in meer dan de helft van de gevallen – is het huishoudelijk werk schadelijk, ofwel voor de gezondheid van de kinderen, ofwel voor hun veiligheid, ofwel vanuit moreel oogpunt. In strijd dus met conventie 182 over de ergste vormen van kinderarbeid. Lange uren kloppen, slaaptekort, zware lasten moeten dragen, moeten omgaan met gevaarlijke gereedschappen en producten, het risico lopen zich te verbranden, … zijn schering en inslag. Binnen die erge gevallen heb je dan nog eens de ergste gevallen. Zoals dwangarbeid van kinderen in huishou-
Herman Van Rompuy stelt jeugdwerkloosheid centraal De voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy was te gast op de Internationale Arbeidsconferentie. Hij werd met pomp and circumstance ingehaald. In zijn toespraak op een speciale plenaire zitting hield Van Rompuy een stevig pleidooi om alles te zetten op de bestrijding van de jeugdwerkloosheid.
dens, bijvoorbeeld om de schulden van de ouders af te betalen. Of de blootstelling aan fysiek of psychisch geweld, waaronder ook seksueel geweld. Het rapport legt met schrijnende getuigenissen van kinderen ook bloot wat nauwelijks in cijfers te vatten is: hoe kinderen blootgesteld worden aan discriminaties, aan beledigingen en vernederingen, aan isolement.
Wachten op ratificatie conventie 189 door België Het rapport onderlijnt nog maar eens hoe belangrijk de nieuwe IAO-conventie 189 voor het huispersoneel wel is, als opstap om ook dit soort van verborgen kinderarbeid uit de wereld te helpen. Het ACV vraagt zich dan ook af waarom de ratificatie van deze conventie door België zo lang moet duren. Niet in het minst omdat de ratificatie al eind 2011 in het federale regeerakkoord was voorzien. Het rapport bevat ook een ganse reeks concrete aanbevelingen vanuit de IAO om actief in die richting te werken, naar regeringen, sociale partners en ngo’s. Het rapport en campagnemateriaal kan je downloaden op de website van de IAO (http://www.ilo.org). | Chris Serroyen & PVL |
De Internationale Arbeidsorganisatie vergroent!
Voor ons hebben deze onderhandelingen drie belangrijke punten opgeleverd. Eerst en vooral de erkenning door werkgevers en overheden van de nood aan een rechtvaardige transitie die zeer duidelijk de link legt met het ecologische en sociale: “een rechtvaardige transitie voor iedereen naar een ecologisch duurzame economie moet goed worden aangepakt en moet bijdragen aan de doelstellingen van waardig werk voor iedereen, sociale inclusie en de uitroeiing van armoede”.
Groene jobs moeten waardige jobs zijn
Inspiratie voor Belgisch sociaal overleg
Vervolgens werd erkend dat de fundamentele arbeidsrechten van de IAO de basis vormen voor deze transitie. Groene jobs moeten waardige jobs zijn, het recht op syndicale organisatie, collectieve onderhandelingen en dialoog, veiligheid en gezondheid op het werk vormen de ruggengraat van elke rechtvaardige transitie. Tenslotte gaf de conferentie een duidelijk mandaat aan de IAO om verder werk te maken van de rechtvaardige transitie. In de organisatie zelf zal de focus op vergroening worden doorgetrokken. En in de internationale onderhandelingen zal de IAO dit uitspelen. Bijvoorbeeld in de onderhandelingen die dit najaar opstarten binnen de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over de post-2015-ontwikkelingsdoelstellingen. Gezien de autoriteit van de IAO als bewaker van de internationale arbeidsrechten is het voor ons een grote stap vooruit dat vanaf nu ook de bekommernis voor milieu en duurzaamheid een duidelijke plaats krijgt binnen de IAO.
Werkgevers, vakbonden en overheden hebben tijdens deze conferentie aangetoond dat ze op een constructieve manier tot een akkoord kunnen komen over een moeilijk thema als de transitie naar een ecologisch duurzame economie. De driepartijenaanpak van de IAO biedt dus kansen om vooruitgang te boeken. We moeten er nu voor zorgen dat dit akkoord ook het sociaal overleg in België over de vergroening van de economie en groene jobs kan inspireren. | B e r t D e We l | 11 | V A K B E W E G I N G 7 8 5 | 2 5 j u ni 2 0 13 |
Tijdens de opening van de Internationale Arbeidsconferentie op 5 juni in Genève zette Guy Ryder, de nieuwe directeur-generaal, meteen de toon: “Of we het nu leuk vinden of niet, onze manier van produceren en consumeren zijn cruciaal voor milieuduurzaamheid. De wereld van het werk zal ongeziene inspanningen moeten doen om zijn toekomst te verzoenen met de toekomst van de planeet”. Tijdens de conferentie onderhandelden werknemers, werkgevers en overheden van heel de wereld over de manier waarop dit moet gebeuren.
5 miljoen werknemers testen op HIV tegen 2015 vers een campagne met de naam VCT@ WORK (Voluntary Counselling and testing). Luc Cortebeeck (ook op de voorstelling van de campagne): “5 miljoen
© ILO
Michel Sidibe, de opvolger van Peter Piot bij UNAIDS en Guy Ryder, de directeur-generaal van de IAO lanceerden samen met werknemers en werkge-
De VCT@WORK-campagne werd gelanceerd tijdens de Internationale Arbeidsconferentie.
mensen zullen worden aangezet om zich voor 2015 vrijwillig te laten testen op HIV. Als de test positief is hebben ze recht op begeleiding, verzorging en behandeling. 40% van de mensen die leven met HIV weten het niet, wat preventie bijzonder moeilijk maakt. Van werknemerszijde hebben wij vooral beklemtoond dat mensen die positief testen niet mogen worden gediscrimineerd op hun werk, ook niet bij het zoeken naar nieuw werk. Dit is nog steeds een probleem. Hopelijk zorgt de campagne ervoor dat het aantal mensen dat sterft aan aids drastisch vermindert.”
dossier
Het rapport 'Countries at risk' werd op de Internationale Arbeidsconferentie voorgesteld door Sharan Burrow, de secretaris-generaal van het IVV.
12 | V A K B E W E G I N G 7 8 5 | 2 5 j u ni 2 0 13 |
Risico's van vakbondswerk
Nieuw rapport van wereldvakbond over schending van vakbondsrechten Werkloosheid en inkomensongelijkheid groeien overal. Vakbondsmensen die in deze context opkomen voor jobs en minder ongelijkheid verliezen steeds vaker hun job. Soms zelfs hun leven. Dat blijkt uit het nieuwe jaarlijkse rapport van het Internationaal Vakverbond (IVV) over de wereldwijde schending van vakbondsrechten. Het rapport lijst 87 landen op. In meer dan de helft van deze landen worden
Meer info Meer info en duiding over de Internationale Arbeidsconferentie en het sociale wereldgebeuren vind je op de wereldblog van Luc Cortebeeck (http://www. mo.be/wereldblog/luc-cortebeeck)
werknemers ontslagen of ondervinden ze andere vormen van discriminatie omwille van hun vakbondslidmaatschap of syndicaal engagement. Het rapport brengt ook verslag van fysiek geweld tegen vakbondsmilitanten. Guatemala is voor vakbondsmilitanten het gevaarlijkste land ter wereld. Sinds 2007 werden er 53 vakbondsleiders vermoord. Poging tot moord, foltering, ontvoering, doodsbedreigingen hebben er geleid tot een sfeer van angst en geweld, net als in Colombia waar sinds begin 2012 18 vakbondsmensen werden vermoord. In die omstandigheden is vakbondswerk onmogelijk. Naast Guatemala krijgen ook nog zes andere landen in het rapport extra aandacht omdat vakbonden er onder enorme druk staan: Birma/Myanmar, Bahrein, Fiji, Swaziland, Zimbabwe en Georgië.
Op het matje geroepen Vier van die landen (Guatemala, Fiji, Swaziland, Zimbabwe) werden op de rooster gelegd door de Commissie voor de Toepassing van de Normen van de Internationale Arbeidsconferentie. Birma/Myanmar kreeg een aparte bespreking in de selectiecommissie van de Internationale Arbeidsconferentie. Van vakbondszijde werd de voor-
uitgang inzake vakbondsrechten als onderdeel van het prille democratiseringsproces erkend, maar werd aangegeven dat nog een lange weg is te gaan en dus blijvend druk moet worden gezet.
Ook België krijgt er van langs Ook Europese landen duiken op in het rapport. Het IVV wijst op de aantasting van het recht op collectief onderhandelen in Portugal, Griekenland, Roemenië, Spanje en Italië. En het rapport maakt ook melding van de 7,5 miljoen mensen met slechts een mini-job in Duitsland, met verwijzing naar de Belgische klacht daartegen bij de Europese Commissie. Ook België krijgt er van langs in het rapport. Zo stelt de wereldvakbond vast dat de vakbonden pas na een algemene staking begin 2012 betrokken werden bij de hervorming van de pensioenen en de werkloosheidsuitkeringen. Het IVV hekelt ook de loonbevriezing. Zelfs de fel omstreden GAS-boetes halen het internationaal rapport. Voor het volledige rapport: http:// www.ituc-csi.org/countries-at-risk2013-report-on | Luc Cortebeeck |
© Beet De Wel
| I n t e r n a t i o n a l e A r b e i d s c o n f e r e n t i e | G e n è v e 5 - 2 0 j u n i 2 0 13 |