CENTRALE VERWARMING
Leidraad voor uw verwarming O. Lesage en E. Vermandere
Bent u toe aan de installatie, herstelling of vernieuwing van uw centrale verwarming? Dan helpen we u bij uw keuze, zodat u nodeloze uitgaven en energieverspilling vermijdt.
n België beschikken meer dan 70 % van de woningen over centrale verwarming. In dit artikel hebben we het over het meest gangbare systeem, waarbij warm water circuleert in een net van radiatoren, convectoren of leidingen die in de vloer zijn ingewerkt (zie het schema op blz. 33).
I
Het hart van de installatie: de ketel Bij de keuze van een ketel hebt u verschillende mogelijkheden. Een woordje uitleg bij de voornaamste. Op de grond of tegen de muur? 3 Vloermodellen nemen zoveel plaats in als een grote wasmachine en worden, zoals hun naam het aangeeft, op de grond geplaatst. Een circulatiepomp en een expansievat moet u doorgaans apart kiezen. 3 Wandmodellen zien eruit als een grote geiser, worden tegen de muur gehangen en bevatten al een expansievat en een circulatiepomp. De meer robuuste constructie van de vloermodellen zou kunnen laten ver-
moeden dat ze betrouwbaarder zijn dan de wandmodellen. Uit onze eigen energie-enquête uit 2003 bleek echter niet dat een van beide modellen meer problemen zou geven dan het andere, althans niet in de eerste 15 jaar van hun gebruik.
De keuze tussen beide zal in de eerste plaats afhangen van de beschikbare ruimte in uw woning. De manier waarop u warm water wilt laten aanmaken, kan ook de doorslag geven: de meeste wandmodellen kunnen immers sowieso warm water aan-
januari 2005 . nr. 483 . test-aankoop
31
maken zoals een geiser, wat in principe voordeliger uitvalt dan een boiler die met een vloerverwarmingsketel wordt gecombineerd. Die laatste oplossing biedt echter meer comfort, vooral wanneer de badkamer ver verwijderd is van het warmwatertoestel of wanneer er twee badkamers zijn. Wat minder gekend is, is dat het ook mogelijk is om een boiler met een wandketel te combineren. Het comfort is dan vergelijkbaar met dat van een boiler in combinatie met een vloermodel. Meer informatie hieromtrent vindt u in TA 477 van juni 2004.
aangesloten, en zijn uitgerust met een ventilator die stuk kan gaan. Men moet er ook op toezien dat de afvoergassen de buren niet hinderen. Meer details hieromtrent kon u lezen in TA 438 van september 2003. Condensatiemodel of niet? Condensatieketels kunnen warmte uit de rookgassen recupereren door de waterdamp eruit te laten condenseren. Dit systeem is vooral gekend bij aardgasketels, maar bestaat ook bij stookolieketels. De besparing kan oplopen tot 5 à 10 % van de energiefactuur. Ter info: om de bijkomende investering voor een condensatieketel op aardgas terug te winnen, moet u in de huidige omstandigheden rekenen op ongeveer 15 jaar bij een jaarlijks verbruik van 2 500 m³, en minder als de gasprijs stijgt. Maar door voor een minder energieverspillende oplossing te kiezen, beperkt u wel de eventuele impact van een verhoging van de energieprijzen.
Met of zonder schouw? Op basis van het kanaal voor de afvoer van de rookgassen, zijn er twee types van ketels te onderscheiden. 3 De atmosferische modellen moeten op een schouw worden aangesloten. 3 De gesloten modellen met een rechtstreekse aansluiting op een buitenmuur worden aangekoppeld op een dubbele concentrische buis die naar buiten voert: de ene buis dient om lucht aan te voeren, de andere om de rookgassen af te voeren. Bij deze modellen is het afgelopen met vochtproblemen in de schouw en dreigt er geen gevaar voor verstikking door koolstofmonoxide (CO) in geval van terugslag. Ze kosten echter € 200 tot € 400 meer dan ketels die op een schouw worden
Niet alles is verkrijgbaar In theorie is het mogelijk om alle criteria te combineren. Maar in de praktijk stellen we vast dat sommige combinaties niet of zelden verkrijgbaar zijn. Enkele voorbeelden: de ketels met een groot vermogen zijn doorgaans alleen verkrijgbaar als vloermodel terwijl de meeste condensatieketels wandmodel-
KLASSIEKE SCHOORSTEEN
GESLOTEN SYSTEEM
rookafvoer
rookafvoer
toevoer van verse lucht
toevoer van verse lucht
toevoer van verse lucht
32
test-aankoop . nr. 483 . januari 2005
len zijn. Uw verwarmingstechnicus zal u meer informatie kunnen bezorgen over wat op de markt verkrijgbaar is. Andere mogelijkheden Bij de aankoop van een verwarmingsketel zult u ongetwijfeld nog op andere begrippen stoten. We bespreken de meest voorkomende. 3 Sommige gasketels hebben een elektronische ontsteking en geen waakvlam. Hiermee valt € 30 tot € 45 per jaar te besparen op de gasfactuur. 3 Lagetemperatuurketels kunnen werken met water met een temperatuur van slechts 35-40°C, wat uitgesloten was bij oude ketels, die voortdurend water van meer dan 55-60°C moesten hebben om geen last te hebben van condensatie. Op dit ogenblik werken steeds meer ketels met water met een lage temperatuur; condensatiemodellen doen dat sowieso. Met ketels die bij zeer lage temperatuur kunnen werken, kunt u zelfs zonder risico herhaalde cycli hebben waarbij het systeem volledig wordt uitgeschakeld en vervolgens opnieuw opgestart. Met een gepaste regeling kan de brandstofbesparing nog worden verhoogd. 3 Gasketels met een label van hoog rendement, HR+ en HR top, en stookolieketels met een Optimaz-label garanderen een minimum aan prestaties, service en waarborg. Maar omdat de ketels in staat zijn om steeds betere prestaties te leveren, raken die labels stilletjes aan voorbijgestreefd. Vanaf februari 2005 zal het Optimaz-label worden herzien om tegemoet te komen aan strengere eisen inzake rendement en milieu-impact, en zal er een nieuw label, Optimaz-elite, komen voor condensatieketels. Ook voor gasketels dringt een dergelijke herziening zich op, opdat de consument opnieuw de beter presterende ketels van de andere zou kunnen onderscheiden. Welk vermogen? De keuze inzake vermogen is belangrijk. Met een te gering vermogen zult u de woning niet correct kunnen opwarmen (wat evenwel zelden voorkomt). Met een te groot vermogen moet u meer betalen voor de aanschaf van de ketel en zal die meer brandstof verbruiken (wat vaker voorvalt). In theorie zou uw
Schema van een verwarmingsinstallatie Het hart van de installatie is de verwarmingsketel. Meestal werkt die op stookolie of gas, maar er bestaan er ook die werken op kool of zelfs hout. Het water dat door de verwarmingsketel wordt opgewarmd, wordt in beweging gehouden door een circulatiepomp. Die doet het water circuleren in een net van leidingen die naar verwarmingselementen lopen (radiatoren, convectoren of leidingen die in de vloer worden ingewerkt). Om te vermijden dat er drukverschillen optreden wegens temperatuurwisselingen in het circulerende water, bevat de installatie een expansievat.
radiator verwarmingsketel
circulatiepomp
leidingen
leidingen
expansievat
verwarmingstechnicus het vermogen van de verwarmingsketel moeten berekenen aan de hand van de isolatie van de woning, lokaal per lokaal. Maar vaak hanteert hij vereenvoudigde formules als "50 of 70 W per te verwarmen m3" of volgt hij gewoon zijn intuïtie. Hoe dan ook is een ding zeker: zich baseren op het vermogen van de oude ketel of de afmetingen van de bestaande radiatoren is geen goede oplossing want bv. een verbeterde isolatie of de plaatsing van dubbele beglazing vermindert de verwarmingsbehoeften. Een vermogen van 25 à 30 kW is doorgaans ruim voldoende om een correct geïsoleerde eengezinswoning te verwarmen, zelfs als de ketel tegelijk moet instaan voor de warmwaterproductie. Om u een idee te geven: een ketel van 25 kW die volop werkt, levert even veel warmte als 12 elektrische radiatoren tegelijk.
Zouden er in uw woning zoveel radiatoren staan?
Een goed uitgedacht circuit Het warm water voor de radiatoren of convectoren circuleert in de leidingen. Dat leidingennet moet zo kort mogelijk gehouden worden om de kosten voor de installatie en de warmteverliezen in het gebruik te beperken. Eenpijpig of tweepijpig? 3 In een eenpijpsysteem passeert het water dat door de ketel wordt opgewarmd, achtereenvolgens bij elke radiator en koelt dat steeds meer af naarmate het dichter bij het einde van het circuit komt. 3 In een tweepijpsysteem is elke radiator of convector rechtstreeks verbonden met de ketel via een heenlei-
ding en een terugkeerleiding voor het warme water. Ook al is het mogelijk om een goed eenpijpsysteem te plaatsen, wij raden toch een tweepijpsysteem aan, omdat dat de garantie biedt dat elke radiator in alle omstandigheden de gewenste warmte zal leveren. Welk type van leidingen? Veel nieuwe installaties worden aangelegd met kunststof buizen (doorgaans vernet polyethyleen) volgens een buisin-buissysteem dat in de vloer of de muur wordt ingewerkt. In nieuwbouwwoningen is het makkelijk om dergelijke systemen te plaatsen, gaat het ook sneller en kost het minder dan een traditioneel systeem met metalen leidingen. Maar in een bestaande woning is zo’n buis-in-buissysteem minder geschikt omdat het niet bedoeld is om zichtbaar
januari 2005 . nr. 483 . test-aankoop
33
Enkele richtprijzen Om u een idee te geven van het budget dat u moet uittrekken voor de installatie of de vervanging van een centrale verwarmingsinstallatie, vindt u hierbij enkele prijzen voor een installatie met een vermogen van 20 tot 30 kW op basis van een btw van 21 %, dat is de btw-voet voor nieuwbouwwoningen. In een bestaande woning die sinds meer dan 5 jaar is bewoond, bedraagt de btw momenteel slechts 6 %. Alleen een volledig en gedetailleerd bestek zal u evenwel de reële prijs geven die u moet betalen voor een installatie in uw woning. Wij raden u dus sterk aan om een bestek te vragen aan meerdere bedrijENKELE RICHTPRIJZEN (€)
INFO PLUS
Atmosferische vloerketel op gas
1 100 à 1 850
Klassieke wandketel op gas
1 200 à 1 550
Condensatiewandketel op gas
1 600 à 2 700
Stookolieketel, vloermodel
1 600 à 3 000
Stookolieketel, condensatie- én wandmodel
4 300 à 6 600
Extra voor ketel met boiler
900 à 1 400
Circulatiepomp
130 à 250
Expansievat
ca. 140
Kamerthermostaat
80 à 250
Extra voor een draadloze thermostaat
75 à 100
Pomp en expansievat Het is aan uw verwarmingstechnicus om de pomp te regelen en een expansievat te kiezen met de gepaste afmetingen en druk. We gaan hier echter niet in detail in op de berekeningen; dat is specialistenwerk. Let erop dat de druk in het expansievat altijd voldoende is. Doorgaans moet hij tussen 1 en 3 bar liggen, volgens de hoogte van de woning en het geplaatste expansievat. Uw verwarmingstechnicus moet u vertellen welke druk geschikt is in uw geval. Als u geregeld drukverlies vaststelt, neemt u beter contact op met uw verwarmingstechnicus: er is dan immers een lek of een probleem met het expansievat.
Isoleer uw leidingen! Verwarmingsleidingen isoleren die door niet-verwarmde ruimten (kelder,
34
35 à 50
Klassieke paneelradiator van 1 500 W
te blijven. We stippen aan dat het absoluut noodzakelijk is om speciale zuurstofdichte kunststofbuizen te gebruiken. Een lijst van producten die voor dit gebruik zijn erkend, vindt u terug op www.butgb.be.
ven om zo te kunnen vergelijken. U zou wel eens verbaasd kunnen staan van de prijsverschillen voor een zelfde installatie: ze kunnen tot tientallen percenten oplopen. Weet dat de keuze van een lagetemperatuurketel of een condensatieketel recht geeft op een belastingvermindering (let wel, niet alle nieuwe ketels komen daarvoor in aanmerking). Dat is ook het geval voor de plaatsing van een doeltreffende regeling, d.w.z. thermostatische kranen, een programmeerbare kamerthermostaat of de plaatsing van een buitensonde.
Meer informatie over dit onderwerp en de desbetreffende ketels vindt u: 3 in Budget & Recht 169 van juli/augustus 2003; 3 de websites www.mineco.fgov.be (rubriek Energie), www.informazout.be , www.energiesparen.be (rubriek Subsidies) en www.gasinfo.be/Nlde_labels_hr.htm.
zolder enz.) lopen, is des te interessanter omdat het een klus is die u zelf kunt opknappen. Als u speciale isolatieschalen voor leidingen koopt, mag u rekenen op enkele euro’s per meter, een som die u in minder dan een jaar hebt terugverdiend; daarna zult u bovendien elk jaar tientallen euro’s besparen. Behalve de typische schalen in kunststofschuim, kunt u ook repen minerale wol rond de leidingen wikkelen, of er op zijn minst bochten en ingewikkelde aftakkingen volledig mee isoleren.
De verwarmingselementen De verwarmingselementen van de installatie kunnen bestaan uit radiatoren, convectoren of verwarmingsleidingen die in de vloer worden ingewerkt. De keuze hangt af van het gewenste comfort, de isolatie van de woning en de aanblik. 3 Convectoren verwarmen de lucht snel op. 3 Radiatoren komen wat trager op gang, maar stralen ook warmte af op de personen die in de kamer vertoeven, wat iets comfortabeler aanvoelt. 3 Met vloerverwarming kunt u plaats winnen, omdat er geen radiatoren of
test-aankoop . nr. 483 . januari 2005
convectoren zijn. Dat soort verwarming werkt hoofdzakelijk op basis van straling, wat op zich een comfortelement is. Maar het systeem reageert erg traag. Na het starten van het systeem kan het meerdere uren duren alvorens het lokaal opnieuw op de gewenste temperatuur is gebracht. En als de woning zeer goed geïsoleerd is, kan het gebeuren dat het er vaak te warm wordt als de zonnestralen extra warmte geven of als de buitentemperatuur wisselt. Het systeem haalt ook volop profijt uit de condensatieketels, maar de plaatsing ervan kost makkelijk € 2 000 tot € 3 000 meer dan een klassieke installatie. Het is ook mogelijk een gemengde installatie te verwezenlijken, om de voordelen van vloerverwarming, radiatoren en convectoren te combineren, maar zo’n combinatie ligt technisch gezien heel wat moeilijker, wat zijn gevolgen zal hebben voor de kosten van de plaatsing. Ook hier is het opnieuw de taak van uw verwarmingstechnicus of uw architect om verwarmingselementen met correcte afmetingen te kiezen in functie van elk lokaal en de mate waarin dat geïsoleerd is. Aangezien de nieuwe normen de bedoeling hebben om het
potentieel van ketels die werken op lage of zeer lage temperatuur of nog van condensatieketels te benutten, om zo energie te besparen, zullen de verwarmingselementen groter zijn dan die van een oude installatie.
De regeling De regeling is als een dirigent voor uw verwarmingsinstallatie. Ze moet ervoor zorgen dat u een comfortabele temperatuur hebt waar u dat wenst, wanneer u dat wenst, en dat zonder meer brandstof te verbruiken dan nodig. Kamerthermostaat of buitensonde? Er bestaan twee grote types van regeling: met een kamerthermostaat of met een buitensonde. 3 De kamerthermostaat meet de temperatuur in de kamer waar die thermostaat is geplaatst (doorgaans in het belangrijkste vertrek) en doet de ketel aanslaan zodra de temperatuur er lager ligt dan gevraagd. Het is te verkiezen dat de kamerthermostaat direct de brander aanstuurt en niet de circulatiepomp, omdat dat anders voor meer lawaai en meer verbruik zou zorgen. 3 De buitensonde stuurt de ketel aan in functie van de temperatuur die ze buiten meet. Dat systeem vraagt van de verwarmingstechnicus wel een regeling van de verwarmingscurve: hij moet de werking van de ketel programmeren volgens het type woning. Bij een zelfde buitentemperatuur zal een goed geïsoleerde woning die naar het zuiden is gericht, immers minder verwarming vragen dan een slecht geïsoleerde woning die op het noorden is gericht.
Het voordeel van het systeem is dat de temperatuur meteen buiten wordt gemeten en dat het onmiddellijk reageert voor de hele woning. We merken op dat de meest verfijnde systemen ook de binnentemperatuur in de woning meten via een of andere kamerthermostaat, en de werking van de ketel aanpassen om in alle omstandigheden een maximum aan comfort te bieden. Niet nodeloos stoken Elke goede regeling moet ook programmeerbaar zijn zodat het systeem op een lager pitje werkt tijdens de nacht en gedurende uw afwezigheden. Dat is goed voor een energiebesparing van 10 tot 25 %. We maken van de gelegenheid gebruik om eens en voor altijd komaf te maken met een hardnekkige mythe: anders dan wat nog vaak wordt beweerd, is het zeer nuttig om de temperatuur 's nachts of tijdens uw afwezigheid te laten zakken. Bij het opnieuw aanzetten van de verwarming zal er weliswaar iets meer brandstof worden verbruikt, maar dat zal nooit de besparing tenietdoen die u hebt verwezenlijkt door het systeem op een lager pitje te laten draaien. Thermostatische kranen Of u nu voor een kamerthermostaat of voor een buitensonde hebt geopteerd, steeds is het voor uw comfort alsook voor de energiebesparing sterk aangewezen om thermostatische kranen te plaatsen op de radiatoren of de convectoren om de temperatuur lokaal per lokaal te regelen. De enige plek waar u er geen moet plaatsen, is het vertrek waar de kamerthermostaat zich bevindt.
Een goede regeling van het verwarmingssysteem, aan de hand van onder meer een kamerthermostaat en thermostatische kranen, is onontbeerlijk om te zorgen voor een goed comfort en om energieverspilling te vermijden.
Geen simplistische oplossingen Sommige verwarmingstechnici raden aan om zich niet druk te maken over een kamerthermostaat of een buitensonde, en overal thermostatische kranen te plaatsen. Wij menen echter dat thermostatische kranen alleen geen goed resultaat kunnen geven; ze zijn een hulpmiddel en kunnen de klus niet alleen aan. U zou zelfs de thermostaat van de ketel manueel moeten regelen volgens de buitentemperatuur. Bovendien zou een programmering onmogelijk zijn. Kortom, u zou met een bijkomend energieverbruik opgezadeld zitten.
•
STEL VRAGEN AAN UW VERWARMINGSTECHNICUS… …dat is het besluit van ons verhaal. Een verwarmingsinstallatie die u tegelijk comfort biedt en u laat besparen, is meer dan een circuit met warm water; het is een assemblage van diverse technologieën met een ketel, verwarmingselementen en een regeling. De keuze van de gepaste elementen en hun plaatsing zijn specialistenwerk. Let dus op de bestekken van de verwarmingstechnici die u hebt gecontacteerd. In hun bestekken moeten een aantal zaken gedetailleerd zijn: 3 het merk en het type van de ketel, zijn vermogen en zijn prestaties; 3 het merk en de specifieke kenmerken van de pomp, het expansievat, de verwarmingselementen; 3 de gebruikte leidingen; 3 de post van de isolatie van de leidingen, die al te vaak wordt vergeten, tenzij u die klus op u wilt nemen. Vraag uitleg over het type regeling omdat die uw comfort en de rekening voor uw verbruik sterk zal beïnvloeden.
januari 2005 . nr. 483 . test-aankoop
35