ZELF over het levenseinde BESCHIKKEN
De praktijk bekeken
Ton Vink
D A MON
zelf beschikken 06-10.indd 3
13-10-2008 09:05:31
Inhoud
I. Voorwoord
9
II. De praktijk ingeleid
15
Terminologisch; counseling en counselor; de cliënt; de aanleiding; de methode; de medicijnen; mislukt; twijfel.
III. De juridische praktijk
27
Artikel 294 Sr; wat wel, wat niet; middelen verschaffen; behulpzaam zijn bij; aanwezig zijn; enkele aanbevelingen.
IV. De praktijk bekeken - De heer Franeker - Het echtpaar Engel - Peter Pantser Intermezzo 1 - Mevrouw Krachten - De heer Graan - De heer Isaacs - Mevrouw Jarig Intermezzo 2 - Peter Perceel - Wim - Paul
37 38 44 47 55 57 66 68 70 74 76 80 83
7
zelf beschikken 06-10.indd 7
13-10-2008 09:05:32
- Wanda Intermezzo 3 - Mevrouw Pardon - De heer en mevrouw Beker - Mevrouw Boterbloem - Peike Lagerwei Intermezzo 4 - Hans - Henk Huizenaar - De heer Vijverdal - De heer en mevrouw Verkade
V. Literatuur
88 91 93 101 109 112 114 116 124 128 131
137
8
zelf beschikken 06-10.indd 8
13-10-2008 09:05:32
I. Voorwoord
Het motto dat deze publicatie meekrijgt is afkomstig van de Romeinse filosoof en “man of letters” Lucius Annaeus Seneca: “Laten we God danken dat niemand gedwongen kan worden te blijven leven: aan de noodzaak daartoe kunnen we zelf een eind maken” (Epistulae Morales XII,10). Seneca (5 v.C.-65 n.C.) was aanhanger en voorman van de filosofische school die we kennen als de Stoa. Voor de stoïcijnen was de mogelijkheid zelf het levenseinde te kunnen bepalen een troost die de gehele levensloop begeleidde. Dat was zeker in de oudheid geen overbodige luxe, want de fortuin wisselde nogal eens, afhankelijk van de luimen van de machthebber(s) van het moment. Ook Seneca heeft dat aan den lijve ondervonden. De vraag die de hoofdpersonen in dit boek zich op enig moment stellen, ieder op eigen wijze, zou je een typisch stoïcijnse vraag kunnen noemen: “Wat te doen wanneer naar eigen overtuiging het beëindigen van het leven redelijker lijkt dan het voortzetten ervan? Zich verzetten tegen de loop der dingen? Alles uit de kast halen om in leven te blijven? Of erkennen dat, na het moment van komen, nu het moment van gaan is aangebroken?” Voor de Stoa is de keuze duidelijk en toen Seneca in zijn leven in precies die situatie verkeerde, handelde hij ook als een ware stoïcijn. Seneca leefde in de roerige beginperiode van het Romeinse keizerrijk. Onder Caligula (keizer van 37–41) ontsnapte hij ternauwernood aan de dood. Onder Claudius (keizer van 41–54) verkreeg hij grote invloed, maar werd na
9
zelf beschikken 06-10.indd 9
13-10-2008 09:05:32
intriges aan het hof verbannen. In 49 werd hij weer teruggeroepen naar Rome en belast met de opvoeding van Nero (keizer van 54–68). Onder Nero werd Seneca een van de invloedrijkste burgers, maar Nero en zijn regering raakten in verval. In 62 trok Seneca zich terug uit het openbare leven en wijdde zich aan de literatuur. Hij werd beschuldigd van deelname aan een samenzwering en ontving in 65 het keizerlijk bevel tot zelfdoding. Zonder veel ophef legde Seneca de diverse uitwijkmogelijkheden naast zich neer en aanvaardde als een echte stoïcijn de zelfgekozen dood. Zijn vrouw, die niet alleen wilde achterblijven, volgde hem in de dood. Tijden en zeden veranderen. Machthebbers verkeren (in ons deel van de wereld) niet meer in de omstandigheid dat zij hun onderdanen kunnen opleggen te sterven. De vraag of zij hun onderdanen kunnen opleggen te blijven leven is echter, anders dan in Seneca’s tijd, wel degelijk actueel. Beschouwen we het huidige kabinet Balkenende/Bos/Rouvoet dat in 2007 aantrad als “machthebbers”, dan is het interessant dat dit kabinet bij zijn aantreden met enige nadruk liet weten in de discussie rondom euthanasie en hulp bij zelfdoding pas op de plaats te zullen maken. Men wilde er geen tijd en moeite aan besteden en er geen woord aan vuil maken. Men wilde er eigenlijk zelfs liever niets over horen. Het is een kwestie waar het kabinet, bevreesd voor onrust, liever niet in roert. “Blijf zitten waar je zit, en verroer je niet, want er is gevaar…” Zoals kleine kinderen hun ogen dichtdoen en denken dat wat ze niet zien ook niet bestaat. Dat wekt – over maakbaarheid gesproken! – de toch curieuze indruk dat men meende burgers voor te kunnen schrijven welke beslissingen te nemen rond het levenseinde en daar wel of niet door een stevige discussie in te “roeren”. Dat hield natuurlijk
10
zelf beschikken 06-10.indd 10
13-10-2008 09:05:32
II. De praktijk ingeleid
Terminologisch Ik zal in deze tekst regelmatig spreken van “zorgvuldige zelfdoding”. Waarom “zorgvuldig”? Waarom “zelfdoding”? Om met dat laatste te beginnen: er wordt in de media in dit verband nog altijd (te) hardnekkig van “zelfmoord” gesproken. “Moord” komt neer op het nemen van een mensenleven dat je niet toebehoort. Wanneer ik een ander dood, neem ik een leven dat mij niet toebehoort. Ik pleeg een moord. (De crisisen uitzonderingssituaties laat ik hier buiten beschouwing). Iemand die het levensbeschouwelijke standpunt huldigt dat de zeggenschap over zijn (blijven) leven geheel in handen van een hogere macht ligt, kan dus zeggen dat hij door zichzelf te doden een moord pleegt omdat hij een leven neemt dat een ander of Ander toebehoort. Hij kan dit echter alleen over zijn eigen leven zeggen. Het levensbeschouwelijke standpunt van een ander ligt immers niet in zijn macht. En wanneer die ander van mening is dat zo’n hogere macht er niet is en dat zijn eigen leven hem of haar toebehoort, dan is de beëindiging van zijn leven door hem- of haarzelf ook geen “moord”. Even los van taalkundige gewoontes zou in zo’n geval de gelovige zijn daad derhalve beschrijven als zelfmoord, de ongelovige als zelfdoding. Omdat ik op het standpunt sta dat ieder mens zelf over zijn of haar eigen leven hoort te kunnen beschikken (zoals de gelovige overigens ook doet, al lijkt die dat niet altijd te willen weten), spreek ik van “zelfdoding”. Nu kan de beëindiging van het eigen leven, de zelfdoding, op diverse manieren plaatsvinden. De zorgvuldige zelfdoding is de zelfdoding die gekenmerkt wordt door helderheid in de eraan
15
zelf beschikken 06-10.indd 15
13-10-2008 09:05:32
voorafgaande afwegingen en zorgvuldigheid in de feitelijke uitvoering. Voor de bewuste helderheid zijn het voeren van gesprekken met vertrouwelingen of familie van groot belang. In alle gevallen die de lezer hier voorgelegd krijgt, was daarvan sprake. In enkele gevallen alleen met de counselor, in de meerderheid met de counselor en familieleden. Die gesprekken zorgden ook in enkele gevallen voor uitstel, soms over meerdere jaren, al was dat uitstel nooit het doel van de gesprekken. Wat de uitvoering betreft is zorgvuldigheid van betekenis voor de persoon zelf, dat spreekt want er wordt gestreefd naar een humaan of menswaardig overlijden, maar die betekenis is er evenzeer voor naasten en familie én onbekenden of derden die plotseling met de zelfdoding of levensbeëindiging geconfronteerd zouden kunnen worden. Vandaar dat ook gesproken kan worden van het op zorgvuldige wijze zelf beschikken over het levenseinde. Hiermee onderscheidt de zorgvuldige zelfdoding zich nadrukkelijk van de vaak impulsieve zelfdoding die plaatsvindt met harde methodes (verhanging, polsen doorsnijden, pistool, springen voor trein of van hoogte, enzovoort). Maar niet alleen de methode verschilt, ook het traject van voorafgaande overwegingen en gesprekken, van bereidheid tot het nemen van verantwoordelijkheid en het rekening houden met intimi en derden, zo wezenlijk voor de zorgvuldige zelfdoding, zal bij deze “harde” zelfdoding ontbreken. (Of de gestalte aannemen van een daad van agressie, maar dat laat ik hier rusten.) Over déze zelfdoding gaat het hier niet. Zonder het te gecompliceerd te maken is het goed even stil te staan bij de door Boudewijn Chabot opnieuw geïntroduceerde terminologie van “zelf-euthanasie” of “auto-euthanasie” waar het gaat om zorgvuldige zelfdoding. De aantrekkingskracht van deze terminologie schuilt in de suggestie van en verwijzing
16
zelf beschikken 06-10.indd 16
13-10-2008 09:05:32