Impuls aan mobiliteit
(een project van de samenwerkende basisscholen in Lelystad en Dronten)
Vooraf In 2005 is een samenwerkingsverband opgericht tussen 5 besturen voor primair onderwijs in Dronten en Lelystad. Het betreft hier een zgn. interzuilair verband, met protestants christelijke, rooms-katholieke en openbare basisscholen. Doel: gezamenlijke verantwoordelijkheid nemen voor de toekomstige onderwijsarbeidsmarkt in de regio. Aantal scholen: 50. Personeelsbestand: ruim 700 leerkrachten. Er is een groeiende samenwerking tussen de besturen voor primair onderwijs in onze regio op het niveau van de algemene directies en de beleidsadvisering. Samenwerking vindt plaats vanuit en met behoud van de eigen identiteit. Besturen verkeren in een gelijke startsituatie, en zijn bereid een gelijkvormig instrument te gebruiken. Wij zien een duidelijke meerwaarde in het gezamenlijke optreden van de verschillende besturen. Hierdoor beperken we de leerkrachten niet in hun bewegingsvrijheid binnen de eigen scholen. De besturen erkennen de gezamenlijke belangen betreffende de onderwijsarbeidsmarkt. De partijen informeren elkaar aangaande projecten en onderzoeken de samenwerkingsmogelijkheden. Uitgangspunt is het creëren van win-win situaties.
Aanvragend bestuur Stichting Katholiek Onderwijs Flevoland Veluwe: de heer K. Oosterbaan (voorzitter van de gezamenlijke besturen voor Primair Onderwijs in Lelystad en Dronten) Postbus 608 8200 AP Lelystad
Inhoud van het project Wij willen de horizontale mobiliteit stimuleren door de collega’s de mogelijkheid te bieden een proefperiode op een andere onderwijsinstelling binnen onze regio te aanvaarden. Juist de mogelijkheid om zich op een school buiten het eigen bestuur te richten, maakt dit project onzes inziens vernieuwend. Belangrijke onderdelen hierin zijn: Het formuleren van een opdracht, waarmee men de te bezoeken school ingaat Het delen van de ervaringen op de website Intervisiemomenten na afloop De combinatie van werving (folder), proefdraaien en ervaringen delen (via de website) biedt kansen om het project te doen slagen.
Aanleiding voor het project Voor onze organisaties is het van groot belang dat de juiste persoon op de juiste plaats kan werken. Hoe beter het werk aansluit bij de kwaliteiten en ambities van een persoon, hoe meer plezier hij in zijn werk heeft en hoe groter de opbrengst voor de organisatie is. Om deze afstemming zoveel mogelijk te bewerkstelligen, maken we gebruik van het personeelsinstrument mobiliteit. Mobiliteit is dus een onderdeel van ons Integraal Personeelsbeleid. We maken gebruik van mobiliteit om onze personeelsleden op de juiste plek binnen onze organisatie te krijgen. Onder de juiste plek verstaan we: daar waar mensen zich uitgedaagd voelen hun kwaliteiten in te zetten daar waar mensen ruimte hebben hun talenten verder tot ontplooiing te brengen daar waar mensen de motivatie en de mogelijkheden hebben een positieve bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de school of de organisatie daar waar de doelen die de school nastreeft, passen bij datgene waar mensen voor willen gaan Binnen onze organisaties willen we de kwaliteit van onderwijs verwezenlijken die we in ons strategisch beleidsplan en onze onderwijsplannen van de scholen beschreven hebben. We willen dit voor elkaar krijgen door te bevorderen dat onze scholen
Projectaanvraag subsidie SBO
1
januari 2009
flexibele, lerende organisaties worden, waar leerkrachten volgens een eigen leerroute werken aan de ontwikkeling van hun talenten. Ons Integraal Personeelsbeleid, dat het werken met persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP) als insteek heeft, is hierop gericht. Mobiliteit is onderdeel van dit beleid. Wij zien de mobiliteit van onze medewerkers hierbij als middel, niet als doel. We willen nadrukkelijk de mobiliteit van onze medewerkers stimuleren. Waar het om gaat, is onze mensen ruimte te bieden om lerende werknemer te zijn in een lerende organisatie. Mobiliteit kan het loopbaanperspectief van het personeel verbeteren. Zo kan ziekteverzuim worden voorkomen en waar nodig teruggedrongen. Bovendien wordt een betere arbeidsgarantie mogelijk gemaakt. De arbeidsgarantie is gebaat bij mobiliteit, omdat flexibeler kan worden ingespeeld op de ontwikkelingen in de scholen. Mobiliteit heeft een kans van slagen als het past in een groter geheel en als het gedragen wordt door het personeel. Mede hierom hebben we gekozen voor een groter verband. Maar……mobiliteit wordt maar weinig toegepast. Dit ligt vooral in het feit dat het overgrote deel van het personeel nu eenmaal bestaat uit leraren. In de toekomst komen er mogelijk nieuwe functies bij, bijv. voor het middenkader (interne begeleider, ICT’er, bouwcoördinator, ambulante begeleider, RT’er), door middel van functiedifferentiatie, waaraan dan eigen functie-eisen en salarisschalen gekoppeld worden. Inmiddels zijn er al wel nieuw functies door de overheid toegevoegd, zoals de klassenassistent, de onderwijsassistent, de leerkrachtondersteuner en de senior leraar. Mobiliteit binnen het basisonderwijs blijft in de kinderschoenen staan. De besturen in Lelystad en Dronten willen de mensen actief betrekken bij het vinden van een andere arbeidsplek. In beperkte mate gebeurt dit reeds doordat leerkrachten andere functies aanvaarden (verticale mobiliteit). Het grootste deel van onze leerkrachten zijn echter behoorlijk “honkvast”.
Doel van het project Mobiliteit is een instrument dat we in onze organisatie als een onlosmakelijk deel van ons personeelsbeleid willen zien. We willen het structureel, als vanzelfsprekend en tevens zorgvuldig toepassen. Waar het ons om gaat is, dat we aandacht willen hebben voor onze medewerkers en eraan willen werken daadwerkelijk aan hun loopbaanwensen te voldoen op een zodanige wijze dat dit aansluit bij het organisatiebelang. We zien mobiliteit als een actief middel, gericht op de ontwikkeling van medewerkers en op de verbetering van hun inzetbaarheid.. Om dit voor elkaar te krijgen moet de waarde van mobiliteit gezien worden door onze medewerkers en uitgedragen worden door de individuele directeuren en bovenschools management. Doelstellingen Het motiveren van leerkrachten om, in het kader van hun professionalisering, deel te nemen aan mobiliteit. De leerkrachten verdienen alle aandacht en we willen hen volop kansen bieden om hun talenten te ontplooien. Talenten die ze in kunnen zetten om de uitdaging waar ze voor staan waar te maken. Het stimuleren van werknemers om stil te staan bij hun ambities en carrièremogelijkheden. Leerkrachten de kans bieden te blijven leren. Het voorkomen van ontslag, burn-out, vastlopen en ziekteverzuim. Het voorkomen van knelpunten op de onderwijsarbeidsmarkt. Door mobiliteit binnen ons onderwijs tot speerpunt te maken, en door de betrokken leerkrachten hierin zelf een actieve rol te geven, zien wij een vrijwillige mobiliteit van 5% van de leerkrachten per jaar als doelstelling.
Projectaanvraag subsidie SBO
2
januari 2009
Activiteiten Voorlichting
Er wordt een traject uitgezet waarin De wens tot mobiliteit kenbaar gemaakt wordt aan alle betrokkenen.
Dit gebeurt in de vorm van een aantrekkelijke folder, waarin duidelijk gemaakt wordt wat de doelstellingen zijn van het in gang te zetten mobiliteitsbeleid. De folder zal een wervend karakter krijgen, waarin de leerkrachten uitdrukkelijk worden uitgenodigd ervaringen op te doen op een andere basisschool.
We streven ernaar de ervaringen op een andere school te koppelen aan een onderzoeksvraag, waarbij we nadrukkelijk de expertise van opleidingsinstituten willen gebruiken.
website Er wordt een website gestart, die toegankelijk is voor alle leerkrachten uit onze scholen. De websites van de deelnemende besturen worden hieraan gelinkt en aangepast met een gedeelte waarin leerkrachten kunnen inloggen. De leerkrachten houden hierdoor zelf de regie in handen van hun ontwikkeling. De besturen verplichten zich om een actueel aanbod van alle vacatures aan te bieden. mobiliteit Leerkrachten, die erin geïnteresseerd zijn om op aan andere locatie te gaan werken, wordt de mogelijkheid geboden om te gaan kennismaken. Hiervoor worden zij een aantal dagdelen vrijgeroosterd. Het is de bedoeling dat iedere school uit ons samenwerkingsverband in de periode van twee jaar éénmaal een leerkracht de mogelijkheid biedt om voor een korte periode mee te laten draaien op een andere school. Van de betrokkenen wordt verwacht dat de ervaringen gedeeld worden op de gezamenlijke website, zodat ook andere betrokkenen deze “good-practice” voorbeelden kunnen ervaren. verantwoordelijkheden Ieder bestuur is zelfstandig verantwoordelijk voor de uitvoering van onderdelen van het project. Er zal voor een dagdeel per week een coördinator worden aangesteld die de besturen begeleidt.
Rol van onderwijsgevenden en directies Het slagen van mobiliteit hangt grotendeels af van de mate waarin de actoren ieder hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Voor de leraren geldt: Neem een open en positieve houding aan ten aanzien van mobiliteit en neem de moeite om je te oriënteren op andere groepen, andere taken/functies en andere scholen. Voel je verantwoordelijk voor de kwaliteit en de cultuur op je eigen school. Voor de directies geldt: Praten met medewerkers over hun loopbaanontwikkeling, en hen stimuleert daarover na te denken. Een positieve houding ten aanzien van mobiliteit, medewerkers motiveert tot mobiliteit en hen de voordelen daarvan laat inzien. Bovenschools denken. Constructief meewerken om leerkrachten de mogelijkheid te bieden zich te oriënteren op een andere school. .
Voor de onderwijsorganisatie geldt: zorgt dat het personeel blijft werken aan zijn ontwikkeling maakt door de invoering van mobiliteit het werk gevarieerder creëert functies die de mogelijkheden voor interne doorstroom vergroten zet een systeem op van functiewaardering, waarin zij voldoende recht doet aan de functie van leerkracht als centrale functie in het onderwijs. zorgt ervoor dat een bewuste keuze gemaakt wordt voor diversiteitbeleid binnen de onderwijsinstelling
Projectaanvraag subsidie SBO
3
januari 2009
Onderbouwing projectaanvraag Voor medewerkers kan mobiliteit ontwikkelingsperspectief bieden door hen de mogelijkheid te geven zich te specialiseren (bijvoorbeeld in een bovenschoolse taak of functie) dan wel zich verder te ontwikkelen in de door hen gewenste taken en/of functie. Mobiliteit kan ook een bijdrage leveren aan een optimale inzet van medewerkers, nu en in de toekomst, om burn-out te voorkomen. Na de proefperiode van 2 jaar conformeren de besturen zich eraan om structureel bij te dragen aan de implementatie van de mobiliteit.
Relatie met “agenda 2010 van het SBO” “….voor de sector is het goed mobiliteit te stimuleren…” (sbo agenda 2010) De projectaanvraag voldoet aan de criteria, zoals het blijven werken aan de eigen ontwikkeling het werk van het onderwijspersoneel gevarieerder maken interne doorstroom vergroten
Evaluatie Er worden tussentijdse evaluatiemomenten ingebouwd, waarbij de volgende deelnemers betrokken zullen zijn: Tweemaandelijks overleg tussen de algemeen directeuren en vertegenwoordiger SBO Maandelijkse evaluatie van de projectgroep, waarin vertegenwoordigd zijn: directeuren en P en O medewerkers van de verschillende besturen. Eindevaluatie.
Intervisie Er worden periodiek bijeenkomsten georganiseerd waarin deelnemers hun ervaringen delen met collega’s. Dit vindt plaats in de vorm van intervisie. Ook hier zijn PenO functionarissen aanwezig.
Bijdrage aan ontwikkeling van het regionale arbeidsmarktbeleid voor de onderwijssector Het project dat wij in gang willen zetten, kan binnen iedere organisatie voor basisonderwijs worden toegepast in het IPB beleid.
Planning/looptijd Het project heeft een looptijd van 1 jaar. Voorbereidingsfase
(1 december 2008 – 1 februari 2009) In deze fase worden voorbereidingen getroffen voor het project. Dit gebeurt door de stuurgroep, die de projectgroep aanstuurt. Hierbij zullen ook de P en O medewerkers van de verschillende besturen betrokken worden. Opstarten website Ontwerpen folder Voorlichting leerkrachten
Eerste fase
(1 februari 2009 - 30 juni 2009) In deze periode worden 35 scholen uitgenodigd deel te nemen aan het mobiliteitsproject. Tussentijdse evaluatie stuurgroep/projectgroep Intervisiebijeenkomst deelnemers
Tweede fase
(1 september 2009 – 1 november 2009) 15 scholen nemen deel aan het project.
Derde fase
(1 november 2009 – 1 december 2009) Evaluatie stuurgroep/projectgroep Slotbijeenkomst deelnemers Eindrapportage Evaluatie stuurgroep/projectgroep Afspraken over vervolg project
Projectaanvraag subsidie SBO
4
januari 2009
Financiën Toelichting: Bij de berekening van de kosten van de projectgroep wordt uitgegaan van een GPL van € 68.000, overeenkomend met alle loonkosten voor iemand op het niveau van schaal 11 / DB. Eén uur kost in dat geval bruto € 68.000 / 1659 = € 42 De personeelskosten (intervisie, klassenconsultatie, visitatie) zijn berekend op leerkracht schaal LA 1 €187 per dag Bijeenkomsten projectgroep: 6 directieleden x 3 uur Projectleider: 4 uur per week gedurende de looptijd van het project.
fase
omschrijving
specificatie
Voorbereidingsfase
bijeenkomsten projectgroep projectleider opstarten + onderhoud website folder alle leerkrachten administratiekosten
72 uur * €42 68 uur * €42
1e fase
Personele kosten (visitatie, consultatie) projectleider bijeenkomsten projectgroep administratiekosten Intervisiebijeenkomst deelnemers
190 * € 187 120 uur * €42 100 uur * €42
€ 35530 € 5040 € 4200 € 1000 € 500
2e fase
Personele kosten (visitatie, consultatie) projectleider bijeenkomsten projectgroep Intervisiebijeenkomst deelnemers administratiekosten
70 * € 187 120 uur * €42 100 uur * €42
€ 13090 € 5040 € 4200 € 500 € 500
3e fase
Evaluatie stuurgroep/projectgroep Eindrapportage: verslag deelnemers/scholen Slotbijeenkomst deelnemers projectleider bijeenkomsten projectgroep administratiekosten
22 * € 42
€ 928 € 1200
700 * € 3
60 uur * €42 40 uur * €42
(naar deelname aantal scholen)
Schoolbestuur Openbaar Onderwijs Lelystad Openbaar Basis Onderwijs Dronten Vereniging voor Protestants Christelijk Primair Onderwijs te Lelystad Vereniging voor Protestants Christelijk Primair Onderwijs Dronten Stichting Katholiek Onderwijs Flevoland Veluwe
Projectaanvraag subsidie SBO
€ € € € €
3024 2856 4000 2100 500
€ 1000 € 2520 € 1680 € 500 € 89908 € 47908
Totale kosten project Eigen bijdrage
* Specificatie eigen bijdrage per bestuur
bekostiging
5
€ 19533 € 7448 € 7448 € 5583 € 8378
(totaal 1/10) (naar leerlingen aantal) 11034 4322 1359 1588 1639 2126
(39,1%) (12,3%) (14,3%) (15,0%) (19,3%)
€ 18732 € 5893 € 6851 € 7186 € 9246
januari 2009
Betrokken partijen bij het project Deelnemers. De volgende (school-)besturen nemen deel aan het convenant: Dronten: Vereniging voor Protestants Christelijk Primair Onderwijs Dronten: de heer H.R. ter Wee Stichting Katholiek Onderwijs Flevoland Veluwe: de heer K. Oosterbaan Openbaar Basis Onderwijs Dronten: de heer W. van Selling Lelystad: Vereniging voor Protestants Christelijk Primair Onderwijs te Lelystad: de heer E. van de Beek Stichting Katholiek Onderwijs Flevoland Veluwe: de heer K. Oosterbaan Schoolbestuur Openbaar Onderwijs Lelystad: de heer A.J. van der Velde
Projectaanvraag subsidie SBO
6
januari 2009